Dutch Methodological Guide

Page 1

Voorlichting over gender aan tienerjongens

Handleiding voor de begeleider en leerplan
door The contents of this publication are the sole responsibility of (name of the implementing partner) and do not necessarily reflect the opinion of the European Union.
Ontwikkeld

Redactie

Center for Gender Equality and History - KIIF

Center for Social Innovation - CSI

Stichting Global Alliance For LGBT Education - GALE Foundation

Associacio Conexus Atencio, Formacio I Investigacio Psicosocials - Conexus

Ontwerp

Eleni Pashia

Logo

Nico Stephou

Contactgegevens

Center for Gender Equality and History - KIIF

Rega Feraiou str. 26, Apartment 301

Cyprus

P.C. 1087

Nicosia

www.kiif.com.cy

info@kiif.com.cy

+35799293800

Center for Social Innovation - CSI

62 Rigainis Street, 1st Floor

Cyprus

P.C. 1010

Nicosia

www.csicy.com

info@csicy.com

+35799350874, +35722610711

Stichting Global Alliance For LGBT Education - GALE Foundation

Vinkenstraat 116 A

Netherlands

P.C. 1013 JV

Amsterdam

www.gale.info

info@gale.info

+31207372959, +31653862958

Associació Conexus Atenció, Formació i Investigació Psicosocials

Carrer Consell de Cent 419, 3-2

Spain

P.C. 08009

Barcelona

www.conexus.cat

info@conexus.cat

+34932171646

©Copyright

Center for Gender Equality and History - KIIF

Center for Social Innovation - CSI

Stichting Global Alliance For LGBT Education - GALE Foundation

Associació Conexus Atenció Formació i Investigació Psicosocials

2022

Inhoud Deel 1 Spelen met gender Deel 2 De macht van gender: Hoe gender ons beïnvloedt Deel 3 Gender stereotypen: Hoe stereotypen ons raken Deel 4 Gevechten over gender: Controversiële aspecten van gender Introductie op de cursus Module 1: Wat is gender? 16 17 26 32 38 12 Module 2: Plezierige relaties Deel 1 Daten en spelen Deel 2 Mijn ruimte 47 57 46 Deel 3 Familiekwesties 73 Module 3: Gender-gerelateerd geweld bestrijden Deel 1 Mannelijkheid en geweld Deel 2 Gender-gerelateerd geweld 87 103 86 Deel 3 Psychologisch geweld 110 Deel 4 Seksueel geweld 115 DEEL I: Handleiding voor de begeleider DEEL II Het leerplan en de lessen 6 11
Deel 1 Mijn plaats in de wereld Deel 2 In jouw schoenen Deel 3 Gender uit de hokjes halen Deel 4 Persoonlijk en collectief Module 4: Be The Change 124 125 135 146 152

DEEL I: Handleiding voor de begeleider

6 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Waarvoor is deze handleiding?

Dit is een educatieve handleiding in de vorm van een e-boek dat bedoeld is om iedereen te begeleiden die alle of enkele van de lessen over gender op het G.EDU-platform wil begeleiden! De lessen kunnen worden aangeboden aan tieners van alle genders, maar ze zijn ontwikkeld met nadruk op de behoeften van jongens tussen 15 en 17 jaar oud.

Wat is het G.EDU-platform?

Het G.EDU -platform, dat zijn naam ontleent aan de initialen van Gender Education , is een educatieve toolkit die bedoeld is om docenten/trainers te voorzien van een leerplan en online lessen over gender voor op tieners tussen 15 en 17 jaar oud.

Wie heeft het G.EDU-platform gemaakt?

Het G.EDU-platform is tot stand gekomen in het kader van het Erasmus+-project Gender Education of Teenage Boys: Developing a Digital Toolkit. Het project werd van februari 2020 tot februari 2022 uitgevoerd door vier Europese organisaties:

-Het Centrum voor Gendergelijkheid en Geschiedenis (KIIF), Cyprus

-Het Centrum voor Sociale Innovatie (CSI), Cyprus

-De Global alliance for LGBT education GALE, met haar hoofdkantoor in Nederland

-De Conexus Association, Spanje

Wie kan deze handleiding gebruiken?

De G.EDU-lessen kunnen worden begeleid door verschillende professionals, zoals trainers, docenten, jeugdwerkers, NGO-medewerkers, genderexperts, gender- en LGBTIQ+-activisten, beleidsmakers en andere geïnteresseerden.

De G.EDU-lessen zijn gemaakt door Europese organisaties. Daarom is de inhoud met name relevant voor de Europese context en de lokale contexten in Cyprus, Spanje en Nederland. We denken wel dat de meeste activiteiten bruikbaar zijn in de andere landen of dat ze kunnen worden aangepast aan andere contexten. Om deze reden bevatten de lesplannen die in deel 2 van deze gids worden gepresenteerd tips voor mogelijke aanpassingen van bepaalde activiteiten aan verschillende contexten.

De structuur van de gids

De gids bestaat uit twee delen. Deel 1 is de inleiding en bevat basisinformatie en algemene instructies voor toegang tot en gebruik van het G.EDU-platform. Deel 2 bestaat uit de educatieve inhoud van de G.EDU-cursus en heeft de vorm van lesplannen met gedetailleerde instructies voor het begeleiden van elke module, unit en de concrete lesactiviteiten die in de cursus zijn opgenomen. Deel 2 is opgedeeld in vier modules, die elk een bepaalde thematische focus hebben en als een autonome cursus kunnen worden gebruikt. De vier modules zijn:

Voorlichting over gender aan tienerjongens 7

MODULE 1: Wat is gender?

Gemaakt door de GALE Foundation, Nederland

Duur: 16 uur

en de mechanismen van categorisering en discriminatie. Het verklaart termen als sekse, gender, genderexpressie, seksuele orientatie, LHBTIQ+, stereotypen en vooroordelen, en het biedt activiteiten om met deze woorden en concepten te spelen, waardoor de deelnemers ze kunnen verkennen in relatie tot hun eigen identiteit.

MODULE 2: Plezierige relaties

Gemaakt door het Centrum voor Sociale Innovatie (CSI), Cyprus

Duur: 15 uur

Een module die ingaat op hoe jongeren plezierige relaties kunnen opbouwen en onderhouden. De module behandelt thema’s als daten, intimiteit, het mannelijk en vrouwelijk lichaam, veilige relaties en veilig seksueel gedrag. Er wordt veel aandacht besteed aan datinggeweld en aan toestemming. Het idee van het “gezin” wordt ook vanuit een aantal verschillende benaderingen besproken.

MODULE 3: Gender-gerelateerd geweld bestrijden

Gemaakt door de Conexus Association, Spanje

Duur: 10 uur

Α module die helpt na te denken over hoe traditionele mannelijkheid verband houdt met geweld. Het gaat in op gendergerelateerd geweld en benadrukt psychologisch en seksueel geweld: wat ze zijn, hun soorten en gevolgen. Het biedt activiteiten en reflectie voor het ter discussie stellen van ideeën en vooroordelen die tienerjongens vaak over mannelijkheid hebben.

MODULE 4: Be the change!

Gemaakt door het Centrum voor Gendergelijkheid en Geschiedenis, Cyprus

Duur: 12 uur

Een module op basis van ervaringsgerichte en interactieve activiteiten, ontworpen om diversiteit, identiteit, gelijkheid en verandering te onderzoeken. De module gaat in op stereotypen, vooroordelen en alle vormen van discriminatie rond gender aan te pakken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

8

Hoe deze handleiding te gebruiken?

Deze handleiding is een van de twee belangrijkste tools van het G.EDU-platform. De twee tools zijn namelijk:

● De G.EDU Hadleiding voor de begeleider (dit ebook). Hier vindt u alle benodigde stappen en instructies om de lessen te vergemakkelijken.

● Het G.EDU- Werkboek voor deelnemers. Hier kunnen de jongeren/leerlingen de activiteiten en het educatief materiaal vinden dat ze nodig hebben tijdens de uitvoering van de lessen.

Deze handleiding is daarom een aanvulling op het Werkboek voor deelnemers. De handleiding voor begeleiders kan door de begeleider worden gebruikt als een didactisch richtsnoer, terwijl het werkboek voor deelnemers zowel door de jongere/leerling als door de begeleider wordt gebruikt. Zowel de leerlingen als de begeleider(s) beginnen door een account aan te maken op het G.EDU-platform (zie onderstaande instructies) om toegang te krijgen tot het werkboek voor deelnemers.

De G.EDU-lessen omvatten in totaal naar onze schatting ongeveer 53 uur aan lestijd. Begeleiders kunnen ervoor kiezen om alle vier de modules aan te bieden, of enkele modules te kiezen, of zelfs onderdelen van modules. Elke module bestaat uiit een aantal units, die elk een op zich staande eenheid vormen en daardoor los van elkaar gebruikt kunnen worden. Wel is het zo dat de modules als geheel een pedagogische opbouw hebben. Bij het los van elkaar inzetten van units moet de begeleider er zelf voor zorgen dat er een goed opbouw is van lessen.

Hoe toegang krijgen tot het G.EDU-platform?

Van de G.EDU-website:

Bezoek de volgende link https://geducyprusplatform.com/register/ om u te registreren bij het G.EDUplatform. Vul de gevraagde informatie in (gebruikersnaam, wachtwoord, e-mailadres). Hierna ontvangt u een bevestigingsmail. Volg de link om uw wachtwoord in te stellen.

Via de G.EDU-applicatie:

Ga naar de Google Play Store . Zoek de mobiele applicatie G.EDU door G.EDU te typen (van Center for Social Inmnovation). Installeer de app*.

De app brengt je naar de login. Om u voor de eerste keer te registreren, volgt u de instructies met de tekst «Klik hier om een gratis account aan te maken». Vul de gevraagde informatie in (gebruikersnaam, wachtwoord, e-mailadres). Hierna ontvangt u een bevestigingsmail. Volg de link om uw wachtwoord in te stellen.

*De mobiele applicatie G.EDU is alleen toegankelijk voor Android-gebruikers, niet voor iOS-apparaten van Apple.

Hoe het Werkboek voor deelnemers gebruiken ?

✔ Nadat een begeleider of een jongere een account op het G.EDU-platform heeft aangemaakt, kunnen ze hun profiel bezoeken via «Mijn account» en het werkboek voor deelnemers gebruiken .

✔ Nadat alle jongeren hun account hebben aangemaakt, moeten de begeleider(s) de studenten vragen om hen hun gebruikersnamen en wachtwoorden te sturen, zodat de begeleider(s) toegang hebben tot het persoonlijke account van elke deelnemer om hun antwoorden te bekijken. Daarom moeten de begeleider(s) de deelnemers vooraf informeren dat ze hun gebruikersnamen en wachtwoorden naar de begeleider zullen sturen. Bovendien moeten de begeleider(s) de deelnemers vragen hun wachtwoord later niet te wijzigen.

✔ Het G.EDU- werkboek is de ruimte waar de jongeren en de begeleider(s) educatief materiaal kunnen vinden, oefeningen kunnen doen en quizzen kunnen maken die zijn opgenomen in de G.EDU-cursussen.

✔ De nummering en de volgorde van modules, units en activiteiten is in deze handleiding hetzelfde als in het werkboek. Daarom kan de begeleider, door de instructies in deel 2 van deze gids te volgen, de deelnemers instrueren waar dingen in het werkboek te vinden.

✔ Sommige activiteiten van het werkboek omvatten teksten of audiovisueel materiaal, terwijl andere activiteiten interactieve oefeningen met vragen en antwoorden bevatten. In dergelijke gevallen kan elke deelnemer quizzen met meerkeuzevragen of open vragen invullen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 9

✔ De antwoorden van de deelnemers worden opgeslagen in hun account. De begeleider of de deelnemer kan hun antwoorden bekijken volgens de procedure die in deze video wordt gepresenteerd. Op dit punt is er ook een optie met de naam "Laat een reactie achter". Die optie kan door de begeleider worden gebruikt om opmerkingen te maken voor de deelnemer over een bepaald antwoord.

✔ Wanneer het werkboek niet nodig is voor de uitvoering van een activiteit, toont het werkboek de melding “geen materiaal nodig voor deze activiteit”.

✔ Zodra een onderwerp of een module is voltooid, is dit te herkennen aan de kleur groen en een vinkje.

✔ In het geval dat een module of een unit is gedaan, maar het systeem heeft het niet als voltooid herkend , moet men controleren of ze de voltooiing in het systeem hebben geregistreerd door te klikken op «Markeren als voltooid» of «De quiz voltooien» of «Klik hier om door te gaan».

Cursus evaluatie

We geven geen «scores» of «cijfers» in deze lessen. In plaats daarvan zijn de lessen gebaseerd op de principes van interactief en participatief onderwijs, sociaal en transformationeel onderwijs, kritische pedagogiek, mensenrechteneducatie, gendereducatie enz. Discussie en uitwisseling van gevoelens en meningen staat centraal.

De leerdoelen van elke activiteit worden in stap 2 van deze handleiding beschreven, samen met de stapsgewijze instructies. Definities en ander materiaal worden verstrekt als bronnen die door de deelnemers kritisch kunnen worden bekeken. Ze zijn niet bedoeld als objectieve of definitieve waarheden.

Accreditatie

De cursus is afgestemd op de Europese methoden van accreditatie. Als zodanig is het ter beoordeling van de begeleider(s) om te beslissen over de juiste accreditatiemethode en de instrumenten die ze kunnen gebruiken om de deelname aan deze cursus te certificeren, afhankelijk van de context, de instelling waaronder de cursus wordt uitgevoerd, de duur van de uitgevoerde cursus en de behoeften van de deelnemers. Vergeet in ieder geval niet te vermelden dat uw lessen zijn uitgevoerd op basis van het G.EDUplatform (https://geducyprusplatform.com) dat is gemaakt in het kader van het Erasmus+-project Gender Education of Teenage Boys: Developing a Digital Toolkit.

• Als de cursus bijvoorbeeld wordt gegeven in het kader van een academische instelling voor hoger onderwijs, zoals een universiteit, kunnen de deelnemers ECTS-punten (European Credit Transfer and Accumulation System) behalen. Vooral als men de volledige cursus volgt, die ongeveer 53 uur duurt, komt dit overeen met 2 ECTS. Evenzo, als de cursus wordt aangeboden in de context van beroepsopleiding, kan men gebruik maken van ECVET (European Credit system for Vocational Education and Training)

• YOUTHPASS zou een ideaal certificaat kunnen zijn voor deze cursus, aangezien de cursus is gemaakt in het kader van het Erasmus+-project Gender Education of Teenage Boys: Developing a Digital Toolkit (2019-3-CY02-KA205-001726).YOUTHPASS is een erkenningsinstrument voor niet-formeel en informeel leren. YOUTHPASS is ook een prestigieus Europees certificaat dat speciaal is ontworpen voor de behoeften van jongeren, terwijl het de leerlingen ook het woord geeft om na te denken en te beschrijven welke vaardigheden en kennis ze tijdens de cursus hebben opgedaan. Als u uw deelnemers het YOUTHPASS-certificaat wilt bezorgen, moet u zich registreren (https://www.youthpass.eu/en/ login/signup/) en vervolgens inloggen. Hierna kunt u «nieuw project invoeren» met behulp van de projectcode (2019-3-CY02-KA205-001726). Vul vervolgens de details van uw lessen en uw organisatie in volgens de instructies op de YOUTHPASS-website. Gelieve ergens in het certificaat te vermelden dat uw cursussen zijn uitgevoerd op basis van het G.EDU-platform (https://geducyprusplatform.com) dat is gemaakt in het kader van het Erasmus+-project Gender Education of Teenage Boys: Developing a Digital Toolkit

• ● Indien geen van bovenstaande van toepassing is, kan de begeleider natuurlijk namens de organisator een onafhankelijk certificaat maken. In dat geval raden we de begeleider(s) aan om methoden te gebruiken die zelfevaluatie en zelfreflectie van de leerlingen mogelijk maken. Het geven van cijfers of een beoordeling door de begeleider kan worden ervaren als een afstraffing van eigen gevoelens of meningen.

10

Voorlichting over gender aan tienerjongens

DEEL II: Het leerplan en de lessen

Voorlichting over gender aan tienerjongens 11

Introductie op de cursus

12 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Introductie op de cursus

Dit zijn enkele belangrijke stappen om een goede basis te leggen voor de uitvoering van de cursus. Ze hebben tot doel de deelnemers kennis te laten maken met de cursus en de deelnemers en de begeleider aan elkaar voor te stellen. Het is ook heel belangrijk om samen met de deelnemers basisregels af te spreken rond sociale veiligheid. Tot slot geven we enkele praktische instructies voor toegang tot het online platform.

Wat heeft u nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Realtime facilitering (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, Google Classroom etc.).

Stap 1: Introductie Van De Cursus

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Beschrijf de inhoud van de cursus

• Benoem de doelen

• Geef de deelnemers de informatie over hoe ze op het

• G.EDU platform kunnen komen en het kunnen gebruiken

Instructies

• Verwelkom de deelnemers en introduceer jezelf.

• Leg de doelen van de cursus uit en geef een overzicht van de ooster dat je gaat volgen.

• Geef de deelnemers de link naar het platform en vraag ze erheen te gaan.

• Help de deelnemers om zich in te schrijven op het platform.

• Benadrukt dat de cursus is bedoeld om ons bewustzijn te vergroten. De quizzen en vragen in de activiteiten zijn vooral bedoeld om over het thema na te denken en erop te reflecteren. In deze cursus worden geen scores of cijfers gegeven.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 13

Stap 2: Elkaar Leren Kennen

Duur

• Hangt af van het aantal deelnemers.

Doelen

• Een beetje loskomen.

• Een veilige en plezierige leeromgeving te creëren.

Instructies

• Vraag de deelnemers om zichzelf te introduceren door hun naam te zeggen, hun leeftijd en één ding over zichzelf waar ze trots op zijn.

Step 3: Ground Rules / Group Agreement

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Het voorbereiden van goede communicatie en samenwerking in de groep.

• Het creëren van een veilige leeromgeving.

• Het afspreken van omgangsvormen tijdens de cursus.

• Alle deelnemers een gevoel van medeverantwoordelijkheid geven, en het besef dat ze gezamenlijk de regels hebben gemaakt.

Instructies

• Vraag elke deelnemer om één tot drie regels te bedenken die zij belangrijk vinden voor de groep om te volgen als we een succesvolle cursus en een plezierige leerervaring willen hebben. Vraag ze na te denken over hoe ze tijdens de cursus behandeld zouden willen worden. Bijvoorbeeld: «we zullen iemand niet onderbreken als hij aan het praten is». Een ander voorbeeld kan zijn, als we de cursus online volgen, «wij dempen onze microfoon als we niet zelf aan het woord zijn». Doe als begeleider zelf ook mee door enkele regels op te schrijven die u belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: “we respecteren elkaar”, “we geven iedereen de ruimte om vrijuit te spreken” en “we proberen anderen of andere meningen niet te veroordelen”.

• Het vastleggen van de regels kunt u op verschillende manieren doen. Het doel is om alle antwoorden te verzamelen en voor iedereen zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld:

-De begeleider kan op een whiteboard de regels opschrijven die de deelnemers noemen. U kunt hen vragen hun suggesties voor regels mondeling te geven of op te schrijven (waarna u ze voorleest). Het laten opschrijven geeft de meer verlegen leerlingen weten de gelegenheid om hun suggestie te verwoorden. Als de activiteit plaatsvindt via een online platform, kunt u gebruikmaken van berichten-/sms-/chattools. Als de activiteit plaatsvindt met fysieke aanwezigheid, kunt u hun antwoorden op een whiteboard schrijven of «plakbriefjes» verspreiden waarop ze hun regels kunnen schrijven en ze op een whiteboard plakken.

-De begeleider kan software of applicaties gebruiken om plaknotities te maken op een gedeeld virtueel bord (veel alternatieven voor plaknotities of software zijn online te vinden).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

14

• Nadat iedereen zijn aantekeningen heeft gemaakt en doorgegeven, neemt u deze door met de deelnemers en kijkt u welke regels dubbel worden genoemd, of we het allemaal eens zijn met de regels en of sommige regels moeten worden aangepast. Het ideaal is om uiteindelijk tot een gemeenschappelijke lijst te komen. Meestal lukt dat wel (soms met een aanpassing van een formulering), maar als er echt meningsverschillen zijn, kunt u de deelnemers laten stemmen. Spreek me de deelnemers af dat ze tijdens de cursus indien nodig nieuwe regels kunnen toevoegen of bestaande regels kunnen aanscherpen.

• Bewaar de regels en houd ze beschikbaar tijdens de cursus.

Voorlichting over
aan tienerjongens 15
gender

Module 1: Wat is gender?

16 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Module 1: Wat is gender?

Ontwikkeld door GALE, Nederland

Deze module laat de deelnemers kennismaken met basistermen en concepten over gender en de mechanismen van categorisering en discriminatie. Het verklaart termen als sekse, gender, genderexpressie, seksuele voorkeur, LHBTI, stereotypen en vooroordelen, en het biedt activiteiten om met deze woorden en concepten te spelen, waardoor de deelnemers ze kunnen verkennen in relatie tot hun eigen identiteit.

Deel 1 Gender Play: Spelen met gender

Doelen

• Word je bewust van het feit dat sekse en gender verschillende dingen zijn.

• Begrijp de woorden «mannelijkheid» en «vrouwelijkheid».

• Word je bewust van het verschil tussen sekse, gender, seksuele voorkeur en genderexpressie.

• Begrijp dat gender- en seksuele verschillen geleidelijk zijn, niet rigide.

Thema 1 Introductie op Module 1

Activiteit 1: Introductie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Begrijpen waar deze module over gaat.

Instructies

• Introduceer het doel en de units van Module 1 door de relevante tekst in het platform te presenteren.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 17

Thema 2 Gender En Sekse

Activiteit 1: Bob

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Creëer een lichte sfeer die de interesse en verwondering van de deelnemers wekt.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de korte video «Bob» te bekijken.

• Speel de video af tot het einde, want de slotscène is pas na de aftiteling.

• Vraag de deelnemers om hun eerste indruk te geven. Meestal wordt er gelachen en verrast omdat de sekse / het geslacht van de hamster Bob - die pluizig is en daarom als vrouwelijk kan worden gezien - niet is wat ze verwachtten.

• Vraag of deelnemers denken dat eerste indrukken misleidend kunnen zijn. Dachten ze bijvoorbeeld eerst, toen de hamsters begonnen te rennen, dat ze echt de wereld rondreisden? Heb je nog steeds die indruk, zelfs als je ziet dat ze in een stilstaande carrousel rennen?

• Tot slot kunt u als begeleider afsluiten door te zeggen dat de cursus hierover gaat: nadenken over wat we oppervlakkig zien, hoe we beoordelen en wat er werkelijk gebeurt.

Activiteit 2: Sekse en Gender

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens

18

Doelen

• Begrijp het verschil tussen sekse en gender en tussen vrouwelijkheid en mannelijkheid.

Instructies

• Start een discussie over waarom de deelnemers dachten dat Bob een vrouwelijke hamster was. Benadruk dat dit geen beoordelingsvraag is, maar in manier om onze automatische aannames over gender te onderzoeken. Laat de deelnemers de redenen benoemen, zoals: hij is wit, hij is pluizig, hij lijkt de bruine hamster te verleiden.

• Vraag of dit hun ideeën weerspiegelt over hoe mannen en vrouwen eruit zien of zich gedragen. Bespreek aspecten van hoe we mannelijkheid en vrouwelijkheid waarnemen en hoe genderidentiteit (hoe we ons voelen en onszelf zien) soms verschilt van (biologische) sekse/geslacht (ons lichaam).

• Vraag of we kunnen «bewijzen» dat Bob een man is (dat kunnen we niet). Sluit af door het verschil tussen sekse/geslacht (biologie/lichaam), gender (kenmerken die sociaal verbonden zijn met vrouw en man), genderidentiteit (hoe we ons voelen) en genderexpressie (hoe we ons gedragen) uit te leggen.

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Deelnemers begrijpen het verschil tussen sekse/geslachtskenmerken, sekse/geslacht, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele voorkeur.

Instructies

• Laat de deelnemers de afbeelding zien van de “genderbread” persoon (sommigen vertalen dit in het Nederlands als Genderkoek of Genderpop). Leg uit dat dit eruitziet als een koek dat je in de oven kunt bakken, een soort speculaaspop maar dan met gember. In Amerika noemen ze dit een «gember» broodpop wordt genoemd en “genderbread” is daarop een woordspeling. Omdat we in Nederland geen gemberbroodpop kennen, gebruiken we deze cursus de Engelse naam “genderbread”.

• Leg de definities uit die in het platform worden gevonden, zoals: sekse of geslacht, genderidentiteit, genderexpressie, seksuele en romantische gevoelens van aantrekking.

• Begin een discussie met de deelnemers en beantwoord eventuele vragen over de definities. Geef in de dialoog toe dat de genderbread persoon en de definities versimpeld zijn, en dat de werkelijkheid soms genuanceerder is.

• Vraag wat er gebeurt als mensen sekse/geslachtskenmerken, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele gevoelens (oriëntatie/voorkeur) door elkaar halen. Bijvoorbeeld: je kunt je verward en gefrustreerd voelen als je een intersekse-aandoening hebt en je weet het niet; je kunt worden gediscrimineerd als je denkt transgender te zijn en anderen niet accepteren dat je van geslacht kunt veranderen; een jongen die zich een beetje «verwijfd» gedraagt, kan worden gezien als homo terwijl hij dat misschien niet is.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 19
Activiteit 3: Gender, sekse, gender expressie en seksuele voorkeur

Activiteit 4: Seksevariaties

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Word je bewust van het feit dat je biologische sekse/geslachtskenmerken niet altijd kunt ‘zien’.

Instructies

• Laat de deelnemers de twee foto’s zien van personen die er vrouwelijk (Hanne Gaby Odiele) en mannelijk (Roshaante Andersen) uitzien. Vraag elke keer of dit een man of een vrouw is.

• Vraag de groep na te denken over waar ze hun oordeel op baseren. De verwachting is dat deelnemers hun beoordelingen baseren op stereotiepe verwachtingen (omdat de personen er erg «mannelijk» of «vrouwelijk» uitzien) en op duidelijke biologische kenmerken zoals het hebben van een penis, vagina of baarmoeder. Ook wordt verwacht dat zodra ze ontdekken dat de oppervlakkige beelden niet zijn wat ze lijken te zijn, ze onzekerder zullen worden over het beoordelen. Dit noemen we «creatief ongemak». Richt de discussie op dit emotionele ongemak en probeer de spanning niet te “verhelpen” door veel informatie te geven. Het is beter te vragen waarom deelnemers zich ongemakkelijk voelen als ze iemand niet kunnen “indelen”, dan ze te proberen te overtuigen dat er biologische variaties zijn.

• Na elke foto biedt het platform een korte beschrijving van de persoon. Het wordt duidelijk dat dit mensen zijn met een intersekse-conditie, dus ze zijn noch mannelijk noch vrouwelijkhoewel de eerste persoon zich identificeert als niet-binair en de tweede persoon als mannelijk.

• Vervolg de activiteit met enige uitleg over intersekse condities. In het platform wordt onder de titel “intersekse variaties”, uitgelegd dat er vier hoofdspectra zijn in termen van hoe mensen kunnen variëren in hun biologische geslachtskenmerken.

• Bespreek deze vier spectrums en het feit dat «mannelijkheid» of «vrouwelijkheid» op elk spectrum volledig of geleidelijk kan verschillen, wat betekent dat er veel soorten intersekse mensen zijn. Ga na of de deelnemers kunnen accepteren dat de traditionele indeling in man en vrouw niet altijd aansluit bij de werkelijkheid. Als ze moeite hebben om dit te accepteren, vraag dan wat er in hun hoofd gebeurt en hoe ze zich hierover voelen. Bevestig dat het OK is om je hier onzeker over te voelen; dit is nieuwe informatie die je wereldbeeld kan veranderen.

• Vraag de deelnemers om in te schatten hoeveel intersekse-condities er zijn. Vertel daarna dat de schatting is dat 1 op de 1500 baby’s een intersekse-aandoening heeft. Er zijn drie soorten intersekse-aandoeningen die het vaakst voorkomen, nog eens 17 die minder voorkomen en enkele tientallen meer zeldzamere variaties.

• Ga verder naar het deel over hermafrodieten dat op het platform te vinden is. Leg uit dat toen mensen niet wisten dat intersekse-omstandigheden ook onzichtbaar konden zijn, ze kinderen met onduidelijke geslachtskenmerken ‘hermafrodieten’ noemden. Deze term wordt nu echter als beledigend en onnauwkeurig beschouwd.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

20

• Laat het gedeelte over intersekse-activisme zien en vertel de deelnemers dat in veel landen, als het geslacht van een kind niet duidelijk is, artsen en ouders willen dat kinderen worden geopereerd. Ze zijn bang dat de kinderen slecht worden behandeld in de samenleving omdat mensen verwachten dat je man of vrouw bent. Het recht op lichamelijke integriteit is echter een mensenrecht en baby’s kunnen voor dergelijke operaties geen toestemming geven. Bovendien kunnen dergelijke operaties in latere jaren voor veel medische problemen zorgen. Om die redenen zijn sommige mensen met intersekse-condities activisten geworden om te protesteren tegen operaties zonder toestemming, en om het recht te verdedigen om zich als man, vrouw of anders te identificeren, in officiële registraties en in het openbaar, en dit te kunnen doen zonder discriminatie.

Activiteit 5: Gendervariaties

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Word je bewust van transgenderkwesties.

Instructies

• Laat de foto’s van Jaimie Wilson en Loiza Lamers zien en vraag de deelnemers om ze in te delen in mannelijk of vrouwelijk. Houd er rekening mee dat na het afronden van de vorige activiteit over intersekse-condities, de verwachting is dat de deelnemers terughoudender zullen zijn om een definitief antwoord te geven. Geef ruimte aan dit ‘creatieve ongemak’ en laat de deelnemers genuanceerder reageren. De antwoorden hoeven niet of/of te zijn. Eis niet een definitief antwoord.

• Nadat ze hun antwoorden hebben gegeven, laat u de informatie op het platform zien over de afgebeelde personen.

• Stimuleer vragen en discussie over transgender zijn. Dergelijke vragen kunnen zijn waarom mensen van geslacht/geslacht willen veranderen, maar het kunnen ook meer technische vragen zijn over geslacht en operaties. Beantwoord ze zo goed mogelijk (zie https:// en.wikipedia.org/wiki/Transgender). Als u de antwoorden niet weet, vraag de deelnemers dan om hun eigen vraag te onderzoeken en de resultaten aan de anderen te rapporteren.

• Als er vragen opkomen over waarom mensen van geslacht/geslacht willen veranderen, laat dan de korte documentaire “Van Lucas naar Luus” zien. De documentaire duurt 17 minuten en gaat over Loiza Lamers en haar keuze om van geslacht te veranderen toen ze tien was. In deze YouTube-video kun je (imperfecte maar begrijpelijke) ondertitels in verschillende talen instellen. Als er interesse en tijd is, kunt u ingaan op verschillende aspecten van de video, zoals hoe Loiza zich voelde toen ze jong was en hoe haar medestudenten, vooral de jongens, reageerden.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 21

Activiteit 6: Genderfluïde

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Begrijp dat de manier waarop we gender zien en voelen flexibel en fluïde is.

Instructies

• Toon de afbeelding van Conchita Wurst op het platform en vraag de deelnemers of deze persoon een man of een vrouw is.

• Nadat ze hebben geantwoord, gaat u naar het volgende deel onder de titel Conchita Wurst en leest u met de deelnemers de tekst waarin wordt uitgelegd dat deze persoon Thomas Neuwirth is. Thomas beschouwt zichzelf als man, een drag-queen en homo. Leg uit dat een drag-queen/ koning een artiest is die de kleding of make-up of het haar van het andere geslacht draagt. Ze doen dat als een show/performance. Ze identificeren zich niet als die sekse/dat geslacht. Oorspronkelijk vonden homo’s en lesbiennes drag uit omdat er geen andere manier was om een relatie te hebben met iemand van hetzelfde geslacht. Een van de partners moest doen alsof hij/zij van het andere geslacht was. Dus historisch gezien werd “drag” gedwongen door een samenleving die homo- of lesbische relaties niet toestond. Later werd drag meer een show om de spot te drijven met heteronormatieve stereotypen, en tegenwoordig kan het ook een kunstvorm zijn in plaats van een masker of grap.

• Laat de volgende afbeelding op het platform zien (Jiro Ghianni) en vraag de deelnemers of deze persoon een man of een vrouw is. Nadat ze hebben geantwoord, ga je verder met het volgende deel waar wordt onthuld dat deze persoon Jiro Ghianni is, een gendervrije en gender-queer transman die sinds eind jaren negentig actief is als activist voor de biseksualiteit en transbewegingen.

• Ga verder naar het volgende deel met de titel «Van 1 tot 64 geslachten», dat het verhaal vertelt van hoe we in het verleden van het één geslacht (man) naar nu wel 64 labels zijn gekomen. Let op: dit is een beetje met een knipoog. In de oudheid noemden religieuze teksten vooral mannen als protagonisten, vrouwen worden in de Bijbel en Koran vaak gezien als eigendom in plaats van als persoon. Dit inspireerde de grap die je kunt zien in de afbeelding op het platform die zegt dat er vroeger maar één geslacht was, mannen, terwijl vrouwen eigendom waren. Toen hadden we het lange tijd alleen over twee geslachten, en vanaf de 19e eeuw begonnen we te praten over hermafrodieten of het derde geslacht. Tegenwoordig beweren sommige mensen dat er wel 64 of meer geslachten zijn, zie bijvoorbeeld https://www.healthline.com/health/different-genders Leer deze labels niet uit het hoofd en begin ze niet allemaal aan jongeren uit te leggen! Zo’n lijst kan nuttig zijn voor jongeren die op zoek zijn naar waar hun gender- of seksuele gevoelens over gaan, maar mensen die zichzelf als man OF vrouw (cisgender) en heteroseksueel beschouwen en verwijzen naar alle 64 of meer labels, kan irritant en provocerend zijn. Het doel van deze module is tolerantie te creëren voor variaties in gender en seksuele voorkeur, een overdaad aan informatie zal dat doel niet bereiken. Focus op de behoefte om jezelf te kunnen zijn. Leg uit dat sommige mensen zich beperkt voelen door de cisgender-indeling (mannelijk en vrouwelijk) en door categorieën zoals transgender. Daarom stellen ze voor dat er meer labels komen. Reflecteer met de deelnemers (ten eerste) over de voordelen en (ten tweede) over de nadelen van deze opvatting. Zodra de deelnemers zich ongemakkelijk voelen bij deze uitbreiding van termen, ga je naar het volgende deel dat als grap vertelt dat “elke keer dat iemand klaagt over het aantal geslachten, de activisten er zes meer zullen toevoegen”!

Voorlichting over gender aan tienerjongens

22

Tip voor de begeleider

Houd er rekening mee dat de term “gender” (het feit dat veel verschijnselen sociaal als mannelijk of vrouwelijk – rollen - benoemen) soms verwijst naar “genderidentiteit” (hoe je jezelf voelt). Dit kan verwarrend zijn. Hoewel gender en genderidentiteit verschillend zijn, wordt gender in dagelijkse taalgebruik vaak door elkaar gebruikt met genderidentiteit.

• Ga ten slotte naar de volgende afbeelding (Kelsey Cambell) en vraag nogmaals of de deelnemers denken dat dit een man of een vrouw is. Nadat ze hun antwoorden hebben gegeven, ga je naar het volgende deel om het verhaal van Kelsey te bekijken en de definitie van “genderfluïde” te bespreken. Lees het volgende deel onder de titel «Je gender gevoelens bijhouden», waarin wordt uitgelegd hoe Kelsey haar eigen gevoelens over gender elke dag in de gaten hield. Dit heeft ze drie jaar gedaan. In een bewegende grafiek op het platform kun je zien hoe haar gevoelens fluctueerden. Vraag de deelnemers of ze Kelsey vrouwelijker of mannelijker vinden - op basis van de grafiek (niet op basis van haar uiterlijk)

Activiteit 7: Seksuele voorkeur

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Word je bewust van hoe we seksuele voorkeur kunnen zien als verder gaan dan de twee polen van heteroseksualiteit en homoseksualiteit.

Instructies

• Kondig aan dat we nu gaan kijken naar seksuele voorkeur. (In het Nederlands kunnen we spreken over seksuele oriëntatie, seksuele geaardheid, en seksuele voorkeur. In internationaal taalgebruik kiest men vaak voor seksuele oriëntatie omdat dit neutraal is en benadrukt dat homoseksualiteit of biseksualiteit geen keuze is. Het woord seksuele “geaardheid” klinkt tegenwoordig wat conservatief en als iets wat je liever niet hebt. In deze cursus hebben wij gekozen voor het gebruik van seksuele “voorkeur”, omdat we vinden dat - onafhankelijk van of heteroseksualiteit, biseksualiteit of homoseksualiteit is “aangeboren” we denken dat iedereen het mensenrecht heeft om voor zichzelf te bepalen wat hun seksuele gevoelens zijn en deze uit te drukken op de manier zoals ze dat willen).

• Toon het deel met de vier continuüms (geslacht, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele voorkeur). Leg de deelnemers uit dat seksuele voorkeur soms verward kan worden met sekse/ geslacht. Sommige mensen denken bijvoorbeeld dat jongens die er niet sterk uitzien homo moeten zijn, of dat meisjes die er sterk uitzien lesbiennes moeten zijn. Dit is niet waar. Seksuele voorkeur is een apart facet van mensen.

• Bovendien worden veel homoseksuelen vaak niet graag “homo” of “lesbienne” genoemd. Net als mensen die vinden dat gender niet beperkt moet worden tot alleen mannen of vrouwen, vinden sommigen dat seksuele voorkeur niet beperkt moet worden tot homoseksueel en

Voorlichting over gender aan tienerjongens 23

heteroseksueel. Dus sommige mensen hebben de matrix verzonnen die te vinden is op het platform onder de titel «Oriëntations». Dit maakt niet alleen onderscheid tussen homoseksuelen en heteroseksuelen, maar stelt mensen ook in staat zichzelf te omschrijven als aangetrokken tot meer geslachten. Uit onderzoek blijkt trouwens dat zo’n 30% van de mensen die zichzelf heteroseksueel noemen wel eens naar homo- of lesbische porno kijkt, en dat ook homo’s en lesbiennes best opgewonden kunnen raken van heteroseksuele porno1. Als je denkt dat uw groep een veilige sfeer heeft, kunt u de deelnemers vragen om na te denken over hun eigen seksuele voorkeur en of ze ooit hebben overwogen dat ze niet uitsluitend homo of hetero zijn qua gevoel, fantasie, gedrag of zelflabeling. De bedoeling is hier om de deelnemers te helpen aspecten van zichzelf te ontdekken, niet om persoonlijke onthullingen te forceren.

• Sluit de activiteit af met het volgende deel (grafiek Seksuele Oriëntatie/Voorkeur) in het platform. De drie cirkels in de grafiek laten zien dat wat we “seksuele voorkeur” noemen, niet slechts één aspect omvat, maar ten minste drie: de aantrekkingskracht die je voelt, de manier waarop je jezelf labelt en je seksuele relaties. Het kan zijn dat je je soms aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht, maar dat je momenteel een relatie hebt met iemand van het andere geslacht. Veel tieners voelen zich tot iemand aangetrokken, maar hebben met niemand seksuele relaties. Een ander aspect is het label dat je jezelf geeft. In deze drie cirkels zien we de percentages jongeren tussen de 12 en 25 die zich in Nederland als homoseksueel definiëren (dit verwijst naar 2017. Dergelijke percentages veranderen langzaam in de tijd). Je kunt zien dat 29% van hen alle drie de aspecten deelt; namelijk, ze bestempelen zichzelf als homoseksueel, voelen zich aangetrokken tot hetzelfde geslacht en hebben op dit moment een homoseksuele relatie. Bespreek met de deelnemers wat hun mening is over deze activiteit.

1 For this research see: Downing, Martin & Schrimshaw, Eric & Scheinmann, Roberta & Antebi-Gruszka, Nadav & Hirshfield, Sabina (August 2017). “Sexually Explicit Media Use by Sexual Identity: A Comparative Analysis of Gay, Bisexual, and Heterosexual Men in the Deeled States”. Archives of Sexual Behavior, 46 (6).

Activiteit 8: Mijn ge-genderde identiteit

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Word je ervan bewust dat iedereen - inclusief wijzelf - kan verschillen in hoe we onszelf labelen en hoe we ons uiten.

Instructies

• Deze activiteit is facultatief. Doe dit alleen als u vindt dat de sfeer in de groep veilig genoeg is en deelnemers zich prettig voelen.

• Als u besluit deze activiteit te doen, vraag dan eerst aan de deelnemers om vier lijnen op een blad te tekenen op basis van het “Continuüm” in het platform. Elke lijn vertegenwoordigt een van de volgende aspecten: geslacht, geslacht, genderexpressie en seksuele geaardheid. Vraag hen om te bepalen waar ze zich op elke regel bevinden. Benadruk dat dit privé is en dat ze dit niet met de groep zullen delen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

24

• Tot slot kunt u een discussie hebben over hoe het voelde om dit in te vullen te doen en of ze iets nieuws over zichzelf hebben ontdekt. Moedig de deelnemers niet aan om zich te concentreren op hun persoonlijke resultaten, maar eerder om na te denken over de vraag of het comfortabel of ongemakkelijk was om zichzelf te categoriseren en waarom. Als de jongeren wel met eigen resultaten komen, veroordeel of vermijdt dit dan niet, maar vervolg het gesprek met het focus op de bovenstaande vragen.

• Als alternatief kunt u de 4e versie van de genderbread person gebruiken. Die heeft parallelle schalen om te laten zien dat jongeren kunnen aangeven dat ze min of meer gendergerelateerde en seksuele gevoelens tegelijkertijd, in plaats van binaire schalen met slechts twee «polen».

Thema 3 What We Learned In Deel 1

Activiteit 1: Definities

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Bekijk de belangrijkste termen die in deel 1 zijn besproken.

Instructies

• Vraag de deelnemers of ze iets willen uitwisselen over wat ze van dit deel hebben geleerd. Vraag de deelnemers na enige discussie om samen de definities van sekse, gender en seksuele geaardheid te formuleren. De deelnemers mogen internetten en woordenboeken raadplegen. Het doel van de oefening is om het collectief eens te worden over definities. U moet voorkomen dat u de definities dicteert en de deelnemers aanmoedigen om ze te bedenken. Enkele belangrijke elementen die in de definities wel moeten worden opgenomen, zijn echter: sekse/geslacht is biologisch en niet altijd binair (mannelijk of vrouwelijk); genderidentiteit is hoe je jezelf voelt of identificeert in termen van mannelijkheid of vrouwelijkheid; seksuele voorkeur gaat over tot wie je jezelf zich aangetrokken voelt en mogelijk over je gedrag en zelf-labelen, maar niet altijd.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 25

Deel 2 De macht van gender: Hoe gender ons beïnvloedt

Doelen

• Word je ervan bewust dat de manier waarop we naar gender kijken ons, anderen en ons welzijn beïnvloedt.

• Begrijp de concepten van «normen», «waarden», «tolerantie», «waardering».

• Realiseer je dat sommige identiteitsaspecten buiten de norm kunnen vallen.

• Onderzoek of en hoe de deelnemers de macht van gender willen beïnvloeden.

Thema 1 Hoe Mijn Identiteit Zich Ontwikkelde

Activiteit 1: Mijn persoonlijke identiteitswiel

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Denk na over hoe onze persoonlijke identiteiten gender-gerelateerd zijn.

Instructies

• Leg uit dat we in deze activiteit onderzoeken hoe gender een rol speelt in ons persoonlijk leven.

• Vraag de deelnemers om het blad «Mijn persoonlijke identiteitswiel» te downloaden en het te gebruiken om korte telegramachtige teksten op elk van de delen van het wiel te schrijven.

• Vraag de deelnemers om een korte samenvatting aan de anderen te geven over hun persoonlijke identiteitswielen en hoe gender een rol speelt in hun persoonlijke identiteit.

• Sluit deze activiteit af door te vragen hoe het voelde om jezelf zo te beschrijven.

Activiteit 2: Mijn sociale identiteitswiel

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens

26

Doelen

• Denk na over hoe onze persoonlijke identiteit wordt bepaald door onze sociale omgeving en sociale expressie.

Instructies

• Leg uit dat we onze aandacht verschuiven van het persoonlijke naar het sociale; hoe anderen ons zien en beïnvloeden.

• Vraag de deelnemers om het blad «Mijn sociale identiteitswiel» te downloaden.

• Vraag of de deelnemers alle woorden erop begrijpen. Zo niet, leg ze uit (zie definities).

• Vraag de deelnemers om hun sociale identiteitsaspecten in het buitenste deel van het wiel op te schrijven en de vragen in het midden te beantwoorden.

• Leg uit dat deze informatie niet met de andere deelnemers wordt gedeeld. Vermeld ook dat als ze zich ongemakkelijk zouden voelen als de begeleider of anderen hun opmerkingen zouden horen, ze zich vrij moeten voelen om niet al hun sociale identiteitsaspecten te vertellen.

• Als de deelnemers klaar zijn met schrijven, vraag dan hoe het voelde om deze aspecten op te schrijven (zonder de vellen te laten zien).

Activiteit 3: Mijn identiteit delen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Denk na over de aard van iemands identiteit.

• Leer nog kritischer na te denken over hoe identiteiten sociaal worden bedacht en dus worden beïnvloed door de sociale context.

Instructies

• Vraag de deelnemers om het blad «Mijn identiteit delen» te downloaden en de volgende zes vragen over zichzelf privé te beantwoorden:

1. Op welk deel van je identiteit ben je het meest trots?

2. Identiteiten die het sterkste effect hebben op hoe je jezelf als persoon ziet.

3. Welk deel van je identiteit deel je het liefst met andere mensen?

4. Welk deel van je identiteit denk je dat mensen het eerst van je opmerken?

5. Welk deel van uw identiteit vindt je het minst prettig om met andere mensen te delen?

6. Met welk deel van je identiteit worstelde je het meest toen je opgroeide?

• Vraag de deelnemers om hun antwoorden met de groep te delen voor zover ze zich prettig voelen bij het delen ervan. Anderen kunnen vragen stellen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 27

Thema 2 Normen En Waarden

Activiteit 1: Het verschil tussen normen en waarden

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Begrijp het verschil tussen normen, waarden en tolerantie.

• Waardeer diversiteit.

Instructies

• Introduceer de termen normen, waarden en tolerantie. Leg uit dat deze vaak door elkaar of dubbelzinnig worden gebruikt, maar dat ze in feite verschillende betekenissen hebben. Vraag de deelnemers wat ze begrijpen als ze elk van deze termen horen, vraag ze om voorbeelden van waarden en normen te bedenken en waarom ze anders zijn. Lees na deze korte discussie de relevante definities op het platform.

• Vervolg de discussie door enkele vragen te stellen. Bijvoorbeeld:

1. Kun je enkele voorbeelden bedenken welke waarden en normen mensen hebben voor zichzelf en voor anderen? Wat gebeurt er als mensen hun waarden aan anderen willen opleggen?

2. Wanneer is het acceptabel om normen te stellen in een democratie? Is het acceptabel als de meerderheid voor minderheden bepaalt waar ze moeten wonen, of ze hun eigen taal mogen gebruiken, of met wie ze mogen trouwen?

3. Is tolerantie hetzelfde als acceptatie, of als waardering of er trots op zijn? U kunt de jongeren wijzen op de uiteenlopende meningen en definities die op het platform te vinden zijn. Is tolerantie arrogant, zoals het moslimmeisje suggereert, of is de betekenis zoals UNESCO het noemt?

• Sluit af met het plaatje «Normen of waarden» op het platform en leg de verschillen uit met behulp van de tekst op dit plaatje. U kunt de deelnemers ook vragen om het plaatje als pdf te downloaden. Vraag of ze het eens zijn met deze beschrijving van verschillen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

28

Activiteit 2: Hoe voelt het?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Word je meer bewust van de pijn, frustraties en gevolgen van het verbergen of ontkennen van je identiteit.

Instructies

• Leg uit dat deze activiteit een «geleide fantasie» is. Het moedigt de deelnemers aan om zich voor te stellen wat ze zouden doen in verschillende situaties en te voelen hoe dat zou zijn.

• Begin met de deelnemers te vragen om de quiz «Hoe voelt het?» op het G.EDU-platform in te vullen. Een alternatief is om als groep door de geleide fantasie te gaan; als u voor deze variant kiest, kunt u als begeleider het document «Hoe voelt het - geleide fantasie» downloaden. Houd er rekening mee dat deze variatie geschikt is voor groepen die zich meer veilig en open voor elkaar voelen.

• Nadat alle deelnemers de quiz hebben voltooid, start u een discussie waarin u hen vraagt hoe het was om de quiz te doen en hoe ze zich aan het einde voelden. Bevestig dat wanneer het uiten van je identiteit wordt ontkend of verboden, het erg frustrerend is.

Tip voor de begeleider

Houd in gedachten dat de mogelijkheid bestaat dat deelnemers reageren met antwoorden zoals dat ze alcohol of drugs zouden gebruiken om negatieve gevoelens te vermijden, of zelfs zelfmoord zouden overwegen om een gevoel van nutteloosheid en zinloosheid te beëindigen. Wees voorbereid op dergelijke antwoorden.

• Vraag de deelnemers of ze gender hebben gekozen als een aspect van hun identiteit dat belangrijk voor hen is en waarom. Geef ruimte voor een discussie.

• Als ze dat niet hebben gedaan, vraag ze dan om de quiz te herhalen en daarbij hun gender te selecteren als een belangrijk aspect van hun identiteit.

• Kunnen ze zich voorstellen wat ze zouden DOEN en hoe ze zich zouden VOELEN als ze zich niet aan traditionele genderrollen zouden houden, of als ze transseksueel waren en dit verboden was? Geef ruimte voor een discussie.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 29

Thema 3 Hoe Om Het Gaan Met De Macht Van Gender

Activiteit 1: Onverwachte vragen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 50 minuten

Doelen

• Realiseer je de invloed van gender in interpersoonlijke relaties.

• Nadenken over vragen die relevant zijn voor het omgaan met interpersoonlijke relaties.

Instructies

• Leg uit dat we in deze activiteit de grenzen een beetje gaan verleggen. Vertel de deelnemers dat het een rollenspel is van iemand die iemand anders belt, en dat u de rollen tussen beller en gebelde verdeelt. We spelen acht situaties. In elke situatie krijg je te horen wat het geslacht is van de persoon die je belt. We doen deze activiteit in koppels.

• Wijs de rollen toe. Kies een van de deelnemers als de beller. Deze persoon moet het telefoongesprek beginnen door de vraag te lezen die op het platform onder elke «Situatie» staat.

• Kies een andere deelnemer als de persoon die de vraag beantwoordt.

• U kunt de rollen aan alle deelnemers laten zien. Een alternatief is om de rolbeschrijving (Situatie) alleen aan de beller te geven. Dit kan voor extra onverwachte en komische situaties zorgen. Als u deze optie kiest, mogen de observerende deelnemers niet de «Situaties» op het platform lezen. Dus moet u als begeleider vragen of de deelnemers even kunnen uitloggen.

• De acht situaties zijn gebaseerd op vier scenario’s. Elk scenario wordt herhaald met een ander gender in de situatie.

1. Jongen/meisje slaat arm om je heen.

2. Verliefd maar al verkering met een ander.

3. Ik wil geen condoom gebruiken.

4. Transjongen/meisje zijn zonder ‘beneden’-operatie. (Als u denkt dat dit scenario te veel zou zijn voor je deelnemers, kunt u overwegen het te vervangen door een ander scenario, misschien een scenario dat door de deelnemers is voorgesteld).

• Indien nodig kunt u na elk antwoord een nagesprek begeleiden door te vragen of de deelnemer die de oproep beantwoordde verrast of geschrokken was en hoe dit hun antwoord beïnvloedde. U kunt deze stap ook overslaan en de nabesprekingsvraag stellen:

• Denk je dat je iets hebt geleerd van deze activiteit in termen van hoe je zou kunnen reageren op verrassende situaties rond gender?

Voorlichting over gender aan tienerjongens

30

Activiteit 2: Afsluiting

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Reflectie op wat er in dit deel is geleerd.

Instructies

• Vraag de deelnemers wat ze van dit deel hebben opgepikt. De centrale vraag is: wat heb je geleerd over hoe gender of genderverwachtingen je identiteit en je leven beïnvloeden?

Afhankelijk van de beschikbare tijd en de energie in de klas, kan het antwoord op deze vragen een volledige ronde zijn met alle deelnemers, of slechts enkele korte opmerkingen van enkele deelnemers.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 31

Deel 3 Gender stereotypen: Hoe stereotypen ons raken

Doelen

• Begrijp wat ‘stereotypen’ en ‘vooringenomenheid’ betekenen.

• Begrijp dat stereotypen tot op zekere hoogte nodig zijn, maar ook gevaarlijk kunnen zijn.

• Stel stereotypen over mannelijkheid en vrouwelijkheid ter discussie.

• Onderzoek wat er gedaan kan worden om stereotypen in twijfel te trekken.

Thema 1 Stereotypen

Activiteit 1: Waarom hebben we stereotypen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 40-60 minuten

Doelen

• Begrijp dat stereotypen gebaseerd zijn op het natuurlijke proces van categoriseren.

• Begrijp dat stereotypen een negatief effect kunnen hebben.

Instructies

• Deze activiteit is een dialoog over het begrip stereotypen. Het bespreekt een interview met een onderzoeker, Paul Bloom, die van mening is dat we vaak negatief praten over stereotypen, alsof ze alleen met kwade bedoelingen worden gebruikt. Paul Bloom denkt dat dit niet het geval is; in werkelijkheid proberen we de wereld altijd te begrijpen door dingen te categoriseren en, volgens Bloom, is dit wat stereotypering werkelijk is.

• Vraag de deelnemers om met elkaar te brainstormen over wat zij denken dat het woord ‘stereotype’ betekent. Tijdens het uitwisselen van definities kunt u de belangrijkste opmerkingen noteren op een online gedeeld whiteboard.

• Lees na deze korte discussie de tekst in het platform onder de titel “Stereotypen” om een genuanceerd beeld van stereotypen te geven.

• Kondig aan de deelnemers aan dat we allemaal gaan luisteren naar een negen minuten durend interview met de onderzoeker Paul Bloom over stereotypen en dat de opname op het platform te vinden is. Je kunt ze ook het transcript van het interview geven om te lezen, het is te downloaden van het platform.

• Bespreek na het luisteren het interview met de deelnemers door de volgende vragen te stellen:

1. Hoe verschilt de manier waarop Paul Bloom praat over stereotypen van de steekwoorden en definities die we eerder hebben gebrainstormd?

2. Waarom of wanneer kunnen stereotypen goed zijn?

Voorlichting over gender aan tienerjongens

32

3. Paul zegt dat er drie hoofdgebieden zijn waar mensen automatisch stereotyperen. Kun je je herinneren welke? Paul zegt niet waarom deze aspecten van mensen automatisch worden gestereotypeerd. Waarom denk je dat dit is?

4. Aan het einde van het interview vertelt Paul hoe we kunnen proberen onze natuurlijke neiging tot stereotypering en over-generalisering te overwinnen. Kun je je zijn suggestie herinneren?

• (Antwoord: Paulus zegt dat mensen instinctieve overlevingsinstincten hebben die aan de basis liggen van stereotypen en snelle oordelen, maar dat we zijn geëvolueerd om intelligent te zijn, zodat we niet altijd hoeven te handelen op basis van instincten, oordelen en emoties die ons kunnen misleiden Zijn suggestie om met stereotypen om te gaan is rationeel overleg, intelligente planning en het voeden of verstevigen van onze emoties op zo’n manier dat het helpt om een betere wereld te creëren).

• Omdat het laatste deel van het geluidsfragment en de tekst veel informatie bevat en moeilijke woorden bevat, kan het nodig zijn om de tekst samen met de deelnemers meerdere keren zorgvuldig te herlezen om het goed te begrijpen. Leg het niet uit als begeleider, maar vraag de deelnemers om het te begrijpen.

• Sluit de activiteit af door de deelnemers te vragen de vijf vragen op het platform te beantwoorden.

Activiteit 2: Wiens beroep?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Denk na over genderstereotypen rond beroepen.

Instructies

• Deze activiteit gaat over beroepen en carrières. Veel mensen denken dat sommige soorten beroepen beter zijn voor mannen en andere voor vrouwen. En in werkelijkheid werken er ook meer mannen dan vrouwen of meer vrouwen dan mannen in sommige soorten beroepen. In deze activiteit willen we onderzoeken waarom dat zo is.

• Begin met het lezen van de “Inleiding op de activiteit” op het platform.

• Vertel de deelnemers om naar het platform te gaan en de «Beroepen – korte lijst» te downloaden. Vraag hen om de vijf vragen voor elk beroep te beantwoorden.

• Als begeleider kunt u de lijst met beroepen downloaden. U kunt de deelnemers vragen om door handen opsteken te laten zien hoe ze elk beroep hebben gescoord (terwijl ze nog niet in discussie gaan of opmerkingen maken over keuzes). Zo krijgt u een overzicht van de scores.

• In het platform staan 20 beroepen, maar u kunt er ook 10 bespreken met de deelnemers om de activiteit kort te houden.

• Leid vervolgens een gesprek aan de hand van de volgende vragen:

1. Hebben jullie meer beroepen ingeschat als vooral voor mannen, vrouwen of beide?

Voorlichting over gender aan tienerjongens 33

2. Waren de beroepen waarbij veel met mensen wordt gewerkt, gelijk verdeeld over mannen en vrouwen?

3. Waren de beroepen met een hoge status gelijk verdeeld over mannen en vrouwen?

4. Waren de beroepen met hoge salarissen gelijk verdeeld over mannen en vrouwen?

5. Waren de beroepen waarvoor een hoge opleiding vereist was gelijk verdeeld over mannen en vrouwen?

• U kunt de individuele inschattingen van de deelnemers vergelijken met de totaalscores op het begeleidersblad. Als de schatting van individuen afwijkt van de gemiddelde score, vertel dit dan aan de groep en vraag de deelnemers met de afwijkende keuze waarom die denkt dat hun schatting anders is. Natuurlijk kunnen zowel individuele impressies als de gemiddelde groepsimpressie feitelijk onjuist zijn. Als er tijd en interesse is, kunt u de groep vragen om online onderzoek te doen naar hoe de beroepen gescoord moeten worden op basis van harde feiten. Mara het kan zijn dat er geen wetenschappelijk of feitelijk antwoord bekend is voor elke scoringsvraag.

• Sluit de discussie af door te vragen wat de indrukken en leerpunten zijn. Leg ook de link naar stereotypen. Sommige beroepen kunnen stereotiep worden toegewezen aan mannen of vrouwen, en de realiteit weerspiegelt soms de stereotypen. Bespreek waarom dit is. Is het omdat vrouwen of mannen bepaalde beroepen niet kunnen uitoefenen, of zijn er andere redenen? Zijn deze redenen «weloverwogen en intelligent» zoals Paul Bloom in de eerste activiteit zei? Zou er een geschiedenis achter zitten? Wordt de geschiedenis erachter beïnvloed door culturele normen? Hebben culturele en sociale normen rond wie welk werk kan doen, veranderen in de loop van de tijd? Waarom?

Activiteit 3: Over kracht

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30-40 minuten

Doelen

• Herken en reflecteer op het stereotype van mannen die sterk zijn en vrouwen die zwak zijn.

Instructies

• Leg uit dat een van de meest voorkomende stereotypen over mannen en vrouwen is dat mannen sterk zijn en vrouwen zwak. Deze activiteit is bedoeld om deze visie te onderzoeken.

• Vraag de deelnemers om dit deel van het platform te doorlopen en de video te bekijken.

• Vraag ze na het bekijken van de video om de zes vragen van de multiple choice quiz in te vullen. Deze activiteit is vooral bedoeld om hen te helpen de informatie in de clip te herinneren en om hun hersenen te activeren om actief na te denken over deze feiten.

• Als iedereen klaar is, vraag dan wat ze van de vragen en antwoorden vonden. Het kan zijn dat de deelnemers nieuwsgierig zijn naar de feedback op andere antwoorden. U kunt dit interactief bespreken. De quiz inclusief de feedback vindt u ook in het bestand «Zijn jongens sterker quiz».

Voorlichting over gender aan tienerjongens

34

• Begeleid de nabespreking door te vragen:

1. Wie zijn sterker, jongens of meisjes? Stimuleer verdere dialoog met vragen als:

2. Is fysieke kracht belangrijker dan andere sterke punten? Waarom?

3. Zijn beelden van sterkere jongens en mannen realistisch of overdreven? Waarom?

4. In welke opzichten zijn meisjes/vrouwen sterker? Wist je dat voordat je de clip zag?

5. Denk je dat het nuttig zou zijn dat scholen de discussie over de verschillen tussen jongens en meisjes opnemen in hun lessen? Waarom niet)?

Thema 2 Bias

Activiteit 1: Impliciete vooringenomenheid

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Begrijp de term impliciete vooringenomenheid (implicit bias)

• Reflecteren op je eigen impliciete vooringenomenheid.

• Overweeg hoe hun impliciete vooringenomenheid je beïnvloedt.

Instructies

• Introduceer de activiteit door de term «impliciete associaties» uit te leggen met behulp van het platform.

• We hebben «stereotypen» op verschillende manieren besproken. Leg uit dat mensen soms niet willen stereotyperen, maar dat ze dat toch doen. Dit is deels een onbewust proces. Stereotiepe opvattingen hebben, maar je er niet van bewust zijn, wordt «impliciete vooringenomenheid» genoemd. Harvard University heeft een test ontwikkeld die dergelijke impliciete vooroordelen meet. We gaan dit nu zelf uitproberen.

• Vraag de deelnemers om naar het deel van het platform te gaan waar ze de link kunnen volgen om de Impliciete Associatie Test te doen. Deze test is in het Engels. De test meet iemands onbewuste keuzes door de tijd te meten die nodig is om de vragen te beantwoorden. Leg uit dat als ze een «fout» maken, dit geen probleem is. De test duurt vijf tot tien minuten. Ze moeten stoppen als ze het bericht zien: «You have completed the study». Ze kunnen dan hun resultaten lezen net onder de titel: «Your responses suggested ...».

• Als alle deelnemers klaar zijn, vraagt u hen eerst of ze de resultaten begrijpen. Ze begrijpen misschien woorden als ‘wetenschap’ (science) en ‘vrije kunsten’ (liberal arts) niet, en ze begrijpen misschien niet dat een associatie van “man” met “wetenschap” de ‘traditionele kijk’ op genderrollen vertegenwoordigt. De resultaten kunnen een voorkeur zijn voor traditionele

Voorlichting over gender aan tienerjongens 35

opvattingen (een associatie van mannen met wetenschap en vrouwen met vrije kunsten), een voorkeur voor niet-traditionele opvattingen (een associatie van vrouwen met wetenschap en mannen met vrije kunsten). De associatie kan licht, matig of sterk zijn, of er kan geen associatie zijn tussen wetenschap/vrije kunsten en gender.

• Vraag de deelnemers of ze: - verrast waren over de resultaten en waarom - of ze zich prettig voelen bij het resultaat - of het resultaat wel of niet in overeenstemming is met wat ze over zichzelf dachten

• Benadruk dat er niets «mis» is met het hebben van een impliciete vooringenomenheid op de een of andere manier, maar het is belangrijk om te erkennen dat je het hebt en na te denken of dit overeenkomt met waar je expliciet voor staat. Als de Impliciete Associatie Test resultaten heeft waar je je niet prettig bij voelt, is dit misschien een teken dat je ofwel een expliciete mening moet veranderen, ofwel moet werken aan het veranderen van je houding op een dieper niveau. Dat is je eigen keuze.

Activiteit 2: Het “ik kan niet opereren” raadsel

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Realiseer jezelf de impact van genderstereotypen / categorieën.

Instructies

• Geef de deelnemers dit raadsel: «Een vader en zoon hebben een afschuwelijk auto-ongeluk gehad waarbij de vader om het leven komt. De zoon wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht; net als hij op het punt staat onder het mes te gaan, zegt de chirurg: «Ik kan niet opereren — die jongen is mijn zoon!” Een chirurg mag een familielid niet zelf opereren. Hoe kan dit?

• Vraag de deelnemers om eerst privé hun eigen oplossing van het raadsel op te schrijven en dit vervolgens met de rest van de groep te bespreken.

• Antwoord op het raadsel: De mogelijke antwoorden op het raadsel zijn dat de chirurg de moeder van de jongen is, of de andere (homo)vader van de jongen.

• Het is gebruikelijk dat slechts ongeveer 15% van de mensen vermoedt dat de chirurg de moeder is. Reflecteer met de deelnemers op waarom dit zo is.

• Als mensen niet vermoeden dat de chirurg een vrouw kan zijn, duidt dit op een stereotype en impliciete vooringenomenheid jegens vrouwen. Wanneer deelnemers met een oplossing komen dat de chirurg homo is, kan het nog steeds een voorbeeld zijn van een impliciete vooringenomenheid dat vrouwen geen chirurg kunnen zijn.

• Als begeleider kunt u dit artikel als achtergrond gebruiken om de discussie te vergemakkelijken, of u kunt het artikel aan deelnemers geven en met hen nabespreken wat hun ervaringen met impliciete vooringenomenheid impressie zijn.

• Verwijs in de nabespreking naar stereotypen en impliciete vooroordelen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

36

Thema 3 Wat Kan Je Doen?

Activiteit 1: Hoe kan je vooringenomenheid en stereotypen verminderen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken mogelijke manieren om stereotypen te bestrijden.

Instructies

• Vat de unit samen en verwijs nog eens naar de concepten stereotypen, impliciete vooringenomenheid en categorisering.

• Leid een slotdiscussie over hoe de deelnemers denken dat we vooringenomenheid kunnen verminderen. Noteer hun gedachten op een gedeeld online whiteboard. Enkele ideeën zijn:

1. Verander stereotypen in de werkelijkheid (betrek bijvoorbeeld meer vrouwen in traditioneel ‘mannelijke’ banen en vice versa).

2. Verander zelfperceptie (bijvoorbeeld empowerment van vrouwen of minderheden, meer zelfvertrouwen geven of valkuilen niet als problemen, maar als een uitdaging te leren zien).

3. Word je bewuster van de schadelijke effecten van bepaalde stereotypen (vermijd stereotypering, waardeer diversiteit).

4. Creëer een veilige omgeving waarin het niet bedreigend is om af te wijken van de verwachtingen (en waar mensen juist nieuwsgierig zijn naar diversiteit).

• Merk op dat sommige – meer structurele – oplossingen vaak pas bereikt kunnen worden via een langzamer proces dan andere.

• Als de deelnemers niet op een of meer van deze manieren komen, kan de begeleider hen vragen stellen die hen in deze richting leiden, zoals:

- «Zouden er stereotypen zijn als beroepen gelijk verdeeld/uitgevoerd zouden worden door mannen en vrouwen?»

- «Wat kunnen leraren en schoolmanagers doen om studenten te helpen minder vooroordelen en stereotypen te hebben?»

• Als het voor de deelnemers moeilijk is om manieren te bedenken om met stereotypen om te gaan, kunt u de deelnemers vragen om «The terrifying power of stereotypes – and how to deal with them» te lezen en er daarna over te brainstormen. Houd er wel rekening mee dat dit het risico kan vergroten dat deze activiteit een niet-reflectieve tekstanalyse wordt in plaats van de creativiteit van de deelnemers te activeren.

Tip voor de begeleider

Voor meer informatie over de concepten van stereotypen en impliciete vooroordelen en over het bestrijden van stereotypen, kunt u de lijst met bronnen raadplegen die u hier kunt vinden: «Empirically Validated Strategies to Reduce Stereotype Threat»

Voorlichting over gender aan tienerjongens 37

Deel 4 Gevechten over gender: Controversiële aspecten van gender

Doelen

• Verken de rol van vrouwen in de samenleving.

• Onderzoek hoe vrouwen en mannen kunnen worden gecontroleerd door normen over vrouwelijkheid en mannelijkheid.

• Begrijp de termen «genderideologie» en «gendergelijkheid».

• Wees je ervan bewust dat deze cursus niet neutraal is.

Thema 1 Geschiedenis

Activiteit 1: Vrouwen in de geschiedenis

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20-30 minuten

Doelen

• Word je ervan bewust dat er minder vrouwen zijn in traditionele geschiedenisverhalen en-boeken.

• Denk na over waarom er minder vrouwen zijn in traditionele geschiedenisverhalen en-boeken.

Instructies

• Introduceer deze unit door de deelnemers te vertellen dat niet iedereen het ermee eens is dat mannen en vrouwen gelijk moeten zijn. Onze geschiedenis is vol ongelijkheid, en er zijn mensen die vinden dat de samenleving zulke tradities moet behouden, terwijl anderen vinden dat er gelijkheid moet zijn. Vertel hen dat deze eenheid over deze «gendergevechten» gaat.

• Kondig aan dat we het eerst over de geschiedenis gaan hebben.

• Vraag de deelnemers om vijf of tien mannen en vijf of tien vrouwen te noemen die beroemd waren in de geschiedenis (dit is moeilijker als je om tien personen vraagt in plaats van om vijf, en als je de reikwijdte beperkt tot je eigen land). Als de deelnemers niet erg op de hoogte zijn van de geschiedenis, kun je ze vragen om dit op internet te onderzoeken.

• Het zal waarschijnlijk moeilijker zijn om vrouwen te noemen dan mannen. Vraag waarom dit is.

• (De meeste historisch bekende mensen zijn mannen, omdat mannen vaker machtsposities bekleedden en omdat het Europese systeem van overerving van titels (zoals koningen) mannen bevoordeelt ten opzichte van vrouwen. In sommige gevallen konden vrouwen «de plaats van mannen innemen» door te doen alsof mannen zijn of hun zoons vervangen in een machtspositie. Een indicatief voorbeeld van de onzichtbaarheid van vrouwen in de geschiedenis is te vinden in deze lijst met de naam «Famous men and women in history». Dit is een ranglijst van de 100 beroemdste mensen in de geschiedenis – en die telt slechts drie vrouwen. Naast de gendervooroordelen is deze lijst trouwens ook sterk georiënteerd op door de Britse en Amerikaanse geschiedenis. Als variatie hierop zou je de deelnemers kunnen vragen een lijst te maken van de tien beroemdste mensen in hun eigen nationale geschiedenis, en kijk dan hoeveel daarvan vrouwen zijn.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

38

Activiteit 2: Vrouwen in de politiek

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 50-60 minuten

Doelen

• Word je bewust van hoe vrouwen een rol spelen in de huidige politiek en ontdek waarom.

Instructies

Begin deze activiteit door uit te leggen dat we nu gaan kijken naar de huidige politiek. Leg het verschil uit tussen “gelijke vertegenwoordiging” (vertegenwoordiging op basis van de grootte van de vertegenwoordigde groep) en “gelijke behandeling” (eerlijke, rechtvaardige behandeling).

Kondig aan dat we nu de gelijke vertegenwoordiging in de politiek gaan onderzoeken. Vraag de deelnemers om koppels te vormen en te onderzoeken op internet hoeveel vrouwen er momenteel in de nationale regering en in de Europese Commissie zitten. Als er minder mannen of vrouwen zijn, probeer dan uit te vinden waarom. Geef ze hiervoor ongeveer 20 minuten. Bespreek of er sprake is van ongelijkheid in vertegenwoordiging en waarom. U kunt de volgende richtvragen gebruiken:

1. Bij een overheid werken is een drukke baan. Hebben de ministers kinderen? Zorgen ministers voor hun eigen kinderen? Is dat anders voor vrouwen dan voor mannen?

2. Wat is het beleid of de ideologie van politieke partijen ten aanzien van vrouwenemancipatie? Heeft dit invloed op de politieke participatie van vrouwen?

3. Heeft jouw land of de Europese Commissie een duidelijk streven naar een gelijke vertegenwoordiging in hun eigen aangelegenheden?

4. Wat zijn de factoren die gelijke deelname moeilijk maken?

Activiteit 3: Is vrouwenpolitiek anders?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 60 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 39

Doelen

• Onderzoek in hoeverre politici verschillende stijlen hebben op basis van hun gender en hoe dit de politiek beïnvloedt.

Instructies

• Introduceer deze activiteit door te zeggen dat de Corona-epidemie voor veel kritiek op regeringen heeft gezorgd. Een van deze kritieken verscheen op Facebook in de vorm van een afbeelding (zie het platform: plaatjes van de regeringsleiders in landen met veel Corona gevallen, en die van landen die de Corona-epidemie beter lijken te hebben aangepakt).

• Vraag de deelnemers wat de «verborgen» boodschap van deze afbeelding is. Zorg ervoor dat ze begrijpen dat het beeld impliceert dat vrouwelijke politici de COVID-19-epidemie beter hebben aangepakt dan de mannelijke politici.

• Vraag de deelnemers om in kleine subgroepen (van twee tot vier personen) te bespreken of zij vinden dat vrouwelijke regeringsleiders de Corona-epidemie beter hebben kunnen beheersen. Geef ze ongeveer 20 minuten de tijd om hierover te praten.

• Als de deelnemers terug zijn, vraag ze dan om verslag uit te brengen over de discussie.

• Organiseer vervolgens een stellingenspel gebaseerd op de stelling «Vrouwelijke leiders bestrijden een epidemie beter». Leg uit dat u iedereen zult vragen een standpunt in te nemen over deze stelling. Wijs twee symbolen toe als tekens voor «mee eens» en «oneens», zodat iedereen zijn positie kan aangeven door deze tekens in hun profiel te zetten. Op deze manier kunnen ze ook zien wie het ermee eens of oneens is zonder te hoeven praten. Leg uit dat je eerst de voorstanders zal vragen om argumenten, daarna de tegenstanders. Leg uit dat deelnemers tijdens het spel van positie mogen veranderen.

• Begeleidt het spel door steeds door te vragen en ervoor te zorgen dat de argumenten echt duidelijk worden.

• Geef de deelnemers expliciet de ruimte om van positie te veranderen, en als ze willen, te beargumenteren waarom ze van positie zijn veranderd.

• Sluit het spel af door te zeggen dat dit spel alleen maar een oefening was in het uitwisselen van meningen. Er is hier geen objectieve waarheid. Maar het kan best zijn dat politieke stijlen worden beïnvloed door genderrollen. Dit betekent dus ook dat de keuze om op een man of een vrouw te stemmen, invloed kan hebben op hoe het land wordt bestuurd.

Thema 2 Controle

Activiteit 1: Fashion

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 60 minuten

Doelen

• Word je bewust van de invloed van mode op het leven van vrouwen.

• Onderzoek of mode kan werken als een controlemechanisme.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

40

Instructies

• Introduceer deze activiteit door aan te kondigen dat we nu nader gaan kijken naar gender en mode.

• Vraag de deelnemers om de tekst «De gevangene van gender» op het platform te lezen. Dit kan samen online of individueel door de tekst te downloaden.

• Controleer of de deelnemers de inhoud hebben begrepen en begin een dialoog aan de hand van de volgende vragen:

1. Dragen mannen na de 17e eeuw meer of juist minder mooie kleding?

2. Hoe speelt gender volgens Elizabeth Wilson een rol in de mode?

3. Sommige feministen staan kritisch tegenover vrouwenmode. Waarom?

4. Waarom dragen vrouwen volgens Angela King hoge hakken?

5. Waarom is de cosmetica-industrie voor vrouwen volgens Sandra Lee Bartky veel groter dan de cosmetica-industrie voor mannen?

6. Waarom beschouwt Angela King mode en cosmetica als het veranderen van een vrouw in een “versierd oppervlak”?

• De vragen zijn ook beschikbaar op het platform als meerkeuzequiz met feedback. U kunt de deelnemers vragen deze quiz te doen, maar een live discussie heeft als extra voordeel dat u een veel interactievere dialoog kan hebben over de functies van mode. Als begeleider kunt u ook zonder de quiz zelf te gebruiken, de alternatieve antwoorden en feedback uit de quiz gebruiken als leidraad voor de discussie. De tekst voor jongeren is een verkorte en vereenvoudigde versie van een langere blog. Het kan nuttig zijn om als begeleider om de volledige blog te lezen.

• Laatste vragen voor de dialoog kunnen zijn:

1. In hoeverre ben je het ermee eens dat vrouwen gedeeltelijk door mode worden ‘gecontroleerd’?

2. Denk je dat mannen (deels) worden gecontroleerd door mode? Let op: Als deelnemers denken dat ze niet gecontroleerd zijn, controleer dan of de deelnemers allemaal heel anders gekleed zijn en met alle mogelijke kleuren. Als dit niet zo is, waarom hebben ze dan allen “uit eigen keuze» heel vergelijkbare kleding gekozen? Waarom dragen jongens geen rokken of felle kleuren? Dragen ze allemaal hun haar anders? (Het komt erg weinig voor dat jongens een jurk of kleurrijke kleding dragen; dit laat zien dat ze tot op zekere hoogte door de mode worden beheerst.)

Activiteit 2: Gender policing

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Word je bewust van hoe mannen en vrouwen elkaars genderexpressie controleren.

• Ontdek waarom we dit controlemechanisme hebben.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 41

Instructies

• Kondig aan dat we nu nog verder gaan nadenken over hoe je mogelijk tot een bepaald soort gendergedrag wordt gedwongen.

• Leg uit dat onderzoekers zeggen dat de meeste mensen op de een of andere manier andere mensen ertoe aanzetten zich volgens een bepaalde genderrol te gedragen. Een jongen die zich niet mannelijk genoeg gedraagt, kan bijvoorbeeld worden verteld om «niet zo’n mietje te zijn», of wanneer hij emoties toont, kan hem worden aan geraden te proberen om «een echte kerel te zijn». Een meisje moet op bepaalde manieren feminien zijn. Als ze haar mening op een duidelijke manier geeft, kan haar worden verteld dat ze een «bitch» is, maar als ze «te» vrouwelijk is, kan haar worden verteld dat ze zich niet als een «hoer» moet gedragen. Dit dwingen van mensen om zich te gedragen volgens stereotiepe genderrollen wordt «gender policing» (de genderpolitie of genderdiscipline) genoemd.

• Laat de videoblog zien van Ashley Wylde (4’08), waarvan de link in het platform te vinden is. Introduceer dit videofragment door te zeggen dat dit meisje in haar eigen woorden uitlegt waarom ze een hekel heeft aan gender policing.

• Geef de deelnemers de ruimte voor korte reacties op de blog. Help de deelnemers om hun meningen op een respectvolle manier te formuleren en niet normatief te worden voor de rest van de groep. Niemand mag worden “gedwongen” om het met Ashley eens of oneens te zijn.

• Verdeel de deelnemers in enkele subgroepen en vraag hen om in hun groepje de volgende drie vragen te beantwoorden. Laat de groepen ongeveer 20 minuten discussiëren over de vragen.

1. Zie je wel eens gender policing in jouw omgeving?

2. Heb je zelf wel eens meegemaakt dat anderen je vroegen of dwongen om je volgens een bepaalde genderrol te gedragen?

3. Heeft je ooit zelf (per ongeluk of expres) iemand gevraagd of gedwongen om zich volgens een bepaalde genderrol te gedragen?

• Als ze terugkomen in het plenaire deel, vraag dan korte indrukken over de discussies zonder te noemen wie wat precies heeft gezegd.

• Vraag de groep of deze discussie de deelnemers nieuwe gezichtspunten heeft gegeven en hoe deze dialoog hun leven misschien beïnvloedt.

Thema 3 Fights

Activiteit 1: Genderideologie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Begrijp het concept «genderideologie» en word je bewust van de politieke spanningen erachter.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

42

Instructies

• Kondig aan dat we nu ingaan op een paar nog meer controversiële kwesties.

• Er is steeds meer verzet tegen gendergelijkheid. De mensen die ertegen zijn, gebruiken vaak de tactiek om zelfs het woord “gender” belachelijk of verdacht te maken. Ze zeggen dan dat het “gender” een uitvinding is om het ‘natuurlijke’ verschil tussen mannen en vrouwen onduidelijk te maken. Ze zeggen dat het gebruik van het woord “gender” een “genderideologie” vertegenwoordigt, en ze vinden dat een complot om “traditionele familiewaarden te vernietigen”.

• In 2021 interviewde de Guardian-journalist Jules Gleeson de beroemde filosoof Judith Butler. Butler spreekt over hoe de anti-genderideologiebeweging haar bekritiseerde omdat ze “gender” uitlegt als iets dat voor een groot deel sociaal bepaald en niet alleen een biologisch verschijnsel.

• Vraag de deelnemers om de samenvatting van het interview te lezen.

• Vraag de deelnemers om eerste reacties te geven.

• Vraag de deelnemers vervolgens een online verkenning te doen naar de opvattingen van de antigenderbeweging op internet. Ze moeten hun aantekeningen in twee kolommen rangschikken: aan de ene kant de argumenten van de anti-genderbeweging en aan de andere kant de argumenten van de gelijkheidsbeweging. Als ze geen argument kunnen vinden dat overeenkomt met een argument van de andere kant, kunnen de deelnemers hun eigen argumenten bedenken. Deze oefening is bedoeld om de gendergevechten in kaart te brengen, (nog) niet om al een mening te vormen.

• Voor het geval de deelnemers moeite hebben om de argumenten te vinden, hebben we de vier belangrijkste argumenten voor en tegen opgesomd in het dossier “Onderzoek argumenten genderideologie”. Als u denkt dat dit aanvullend en nuttig kan zijn aan het einde van de activiteit, kunt u dit werkblad door de deelnemers laten downloaden.

• Vraag de deelnemers om te rapporteren over de argumenten.

Activiteit 2: Hoe kan je reageren op kritische vragen (deel 1)

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 60 minuten

Doelen

• Onderzoek je positie in het genderdebat.

Instructies

Introduceer deze activiteit door te zeggen dat de vorige activiteit liet zien dat sommige mensen deze cursus misschien zullen zien als een «genderideologie»-complot dat bedoeld is om traditionele waarden te vernietigen. We gaan nu een spel spelen om te verkennen hoe we met zulke reacties kunnen omgaan. Het spel is een stellingenspel met twee ronden. De eerste ronde is om je eigen standpunt en argumenten te verkennen. De tweede is om de argumenten van anderen te onderzoeken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 43

Ronde 1:

• Vraag de deelnemers om zich via break-out rooms in drie groepen te verdelen: een groep die deze cursus als ondersteunend voor gelijkheid beschouwt, een groep die deze cursus als schadelijk beschouwt voor mooie traditionele waarden, en een groep die beide opvattingen te extreem vindt.

• Als een van de groepen te klein is (behalve de middelste), neemt de begeleider een plaats in die groep in. Vertel de deelnemers dat ze hun groep moeten laten zien door een van de symbolen van de chat (bijvoorbeeld «hart», «verbaasd» en «tada») op hun scherm aan te zetten.

• De drie groepen gaan in aparte break-out rooms en hun opdracht is om argumenten te bedenken voor hun standpunt. Ze kiezen één persoon die de woordvoerder van die groep zal zijn.

• Na de voorbereiding in subgroepen presenteren de gelijkheidsgroep, de traditionele waardengroep en de middengroep hun argumenten.

• Na de presentaties kan elke groep reageren op de anderen en tegenargumenten geven. Hierin mogen ook de anderen aan het woord komen en kunnen groepen ook verzoeken om zich vijf minuten terug te trekken in hun eigen break-out room om zich beter te verdedigen.

• Deelnemers kunnen op elk gewenst moment van groep veranderen, door het symbool op hun scherm te veranderen of de begeleider te vragen of ze naar een andere break-out room mogen.

Activiteit 3: Hoe kan je reageren op kritische vragen (deel 2)

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 60 minuten

Doelen

• Bereid je voor op kritische opmerkingen over waarom je deze cursus hebt gevolgd.

Instructies

Ronde 2:

• Verdeel de deelnemers in twee groepen: een groep die gaat verdedigen dat deze cursus de gelijkheid tussen mannen en vrouwen ondersteunt, en een groep die gaat verdedigen dat deze cursus schadelijk is voor traditionele waarden. Zet de deelnemers in andere groepen dan voorheen. De deelnemers hoeven het niet eens te zijn met de groep waarin ze geplaatst worden.

• Leg uit dat deze ronde niet over hun eigen mening gaat. Het doel is om de positie van anderen te ervaren en geweldloos te leren communiceren over dit onderwerp. “Geweldloos” betekent luisteren, om opheldering vragen, proberen te begrijpen wat mensen nodig hebben en je eigen mening zo formuleren dat het niet klinkt als een oordeel over anderen.

• De twee groepen gaan naar break-out rooms; hun opdracht is om te bedenken hoe ze de diepere behoeften kunnen onderzoeken die onder de argumenten van de andere groep liggen. Ze moeten nadenken over niet-oordelende vragen die ze kunnen stellen om dit te weten te komen. En ze moeten een manier bedenken om te zeggen wat hun eigen behoeften zijn zonder dat de andere groep zich aangevallen voelt.

• Wanneer de groepen samenkomen, begint de groep «traditionele waarden»: ze vragen de «gelijkheidsgroep» wat er achter de argumenten zit die ze hebben gebruikt. Waar zijn ze trots op,

Voorlichting over gender aan tienerjongens

44

waar zijn ze bang voor? Probeer dat te vragen op een manier die niet als een belediging of een veroordeling overkomt. Als de “traditionele waarden groep” het gevoel heeft dat ze echt snappen wat de anderen voelen en echt willen (de diepere behoefte), dan kunnen ze de “gelijkheidsgroep” vertellen wat hun eigen diepere behoefte is.

• Daarna gaat de “gelijkheidsgroep” doorvragen wat de wat de diepere behoefte is van de “traditionele waarden groep”, net zolang tot ze het echt snappen.

• De ronde wordt afgesloten met een door een begeleider geleide terugblik op wat ze in deze tweede ronde hebben geleerd en hoe deze leerervaringen mogelijk kunnen worden gebruikt bij echte vragen en in echte discussies over deze cursus.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 45

Module 2: Plezierige relaties

46 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Module 2: Plezierige relaties

Ontwikkeld door het Center for Social Innovation (CSI), Cyprus

Een module die ingaat op hoe we plezierige relaties opbouwen en onderhouden. Een module die thema’s behandelt als daten, intimiteit, het mannelijk en vrouwelijk lichaam, veilige relaties en veilig seksueel gedrag. Er wordt veel aandacht besteed aan datinggeweld en aan toestemming. Het idee van het “gezin” wordt ook vanuit een aantal verschillende benaderingen besproken.

Deel 1 Daten en spelen

Doelen

• Denk na over daten en seks.

• Begrijp de essentiële kenmerken van plezierige relaties en het voorkomen van emotionele en fysieke problemen.

• Overweeg fictieve situaties met behulp van scenario’s en beslis wat het beste scenario kan zijn; dit is een belangrijke vaardigheid.

• Bespreek voortplanting, anticonceptie, seksueel zelfbeslissingsrecht en abortus.

Thema 1 Introductie

Activiteit 1: Opwarming

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10-15 minuten

Doelen

• Begrijp waar dit thema over gaat.

• Definieer en reflecteer op plezierige relaties.

Instructies

• Vraag de deelnemers hoe zij denken dat een plezierige relatie eruitziet en welke woorden deze zouden kunnen omschrijven. Geef enkele voorbeelden: genegenheid, communicatie, je comfortabel en veilig voelen, enz.

• Vertel hen daarna om via het platform een kijkje te nemen in de tabel met kenmerken van Healthline.

• Concludeer dat wederzijds respect en vertrouwen de sleutel zijn tot elke plezierige relatie.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 47

Thema 2 Hoe daten?

Activiteit 1: Een nieuw begin

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Introduceer de thema’s die in dit deel worden besproken.

• Moedig de deelnemers aan om hun emoties en gedachten over daten te delen, en hoe ze erover met anderen willen praten.

Instructies

• Lees de tekst op het platform onder de titel «Activiteit 1: Hoe daten?» en leg uit dat we in dit deel zullen bespreken hoe je iemand in wie je geïnteresseerd bent, kunt aanspreken, hoe je de behoeften van de personen in een relatie in evenwicht kan brengen en hoe de veranderingen in ons lichaam onze emoties beïnvloeden, waaronder hoe we andere mensen zien.

• Vraag de deelnemers om de volgende vraag te bespreken: “Hoe zou je iemand waarin je geïnteresseerd bent aanspreken?”. De deelnemers gaan hun gedachten bespreken met hun leeftijdsgenoten en hun begeleider(s). We hopen dat ze hun meningen, gedachten en zelfs gevoelens over daten delen. Het doel is om de dialoog over dit thema te openen.

Thema 3 Meer dan een date?

Activiteit 1: Wat doe je samen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens

48

Doelen

• Praat over daten door een lijst met activiteiten op te stellen die twee tieners die in elkaar geïnteresseerd zijn, samen kunnen doen.

• Laat de deelnemers kennismaken met het onderwerp romantische relaties en laat ze hun ervaringen en/of verwachtingen van eerste dates delen.

• Verken regels voor comfortabel en veilig daten.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst die op het platform staat onder de titel “Activiteit 1: Een nieuw begin” en vraag hen vervolgens een lijst te maken van activiteiten die twee tieners die in elkaar geïnteresseerd zijn, samen zouden kunnen doen op een date of wanneer ze maar willen. samen tijd doorbrengen, bijvoorbeeld naar de bioscoop gaan, een film kijken, een wandeling maken, praten aan de telefoon, chatten op sociale media.

• Nodig ze vervolgens uit om hun lijst met leeftijdsgenoten te delen en gedachten en meningen uit te wisselen.

Activiteit 2: Terugdenken aan je eerste afspraakje

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Laat de deelnemers kennismaken met romantische relaties door hen te vragen hun ervaringen en/of verwachtingen van eerste dates te delen.

Instructies

• Lees samen met de deelnemers de informatieve tekst die op het platform staat onder de titel “Activiteit 1: Terugdenken aan je eerste afspraakje” en ga in gesprek over:

- Heb je al een date gehad? Zo ja, denk dan eens na over je eerste date. Hoe voelde je je? Zo niet, wat zijn uw verwachtingen voor de eerste date? Wat verwacht je dat er daarna gaat gebeuren?

Activiteit 3: Tips voor plezierige afspraakjes

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 49

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Verken de regels voor comfortabele en veilige afspraakjes.

Instructies

• Vraag de deelnemers na te denken over welke dingen je alleen doet als je date, zoals romantische wandelingen, zoenen, seks.

• Verdeel ze in groepen en vraag ze om een checklist te maken met basisregels voor comfortabel daten. Na afloop bespreken ze de checklist met de rest van de klas.

• Lees met de deelnemers de twee teksten die verwijzen naar “plezierige” en “vaste” relaties die in de blauwe hokjes in het platform te vinden zijn.

• Laat de deelnemers aan het einde ook nadenken over welke overwegingen ze hadden bij het maken van de checklist met regels voor fijn en veilig daten. Enkele reflectievragen en een indicatieve lijst met regels voor veilig daten worden op het platform aangeboden onder de titels “Vragen ter reflectie” en “Checklist”.

Thema 4 Intiemer worden

Activiteit 1: Niveaus van intimiteit 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Denk na over niveaus van intimiteit.

Instructies

• De deelnemers krijgen een lijst met digitale kaarten over niveaus van intimiteit, te vinden op het platform onder de titel «Activiteit 1: Niveaus van intimiteit 1». Vervolgens wordt hen gevraagd om groepjes van drie tot vier personen te vormen en de kaarten binnen hun groep te bekijken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

50

Activiteit 2: Niveaus van intimiteit 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Denk na over niveaus van intimiteit.

• Begrijp dat mensen verschillende niveaus hebben voor hoe ze zich gemakkelijk voelen bij verschillende soorten intieme activiteiten.

• Begrijp dat als het gaat om intieme relaties, discussie een cruciaal element van instemming is.

Instructies

• Na een gemeenschappelijk begrip te hebben gekregen over de betekenis van de terminologie, blijven de deelnemers in dezelfde groepen van drie tot vier personen. Ze worden gevraagd om de kaarten te rangschikken van de minst intieme activiteit tot de meest intieme activiteit. Vertel ze dat er geen ‘juiste’ volgorde is, men kan daarover van mening verschillen.

• Vervolgens worden de deelnemers gevraagd om na te denken en te discussiëren over de volgende vragen:

1. Waren er meningsverschillen?

2. Waarom denk je dat andere mensen de activiteiten anders kunnen indelen?

3. Maakt het uit waar je bent als je deze intieme dingen doet?

• Sluit deze activiteit af door met de deelnemers de informatieve tekst te lezen die op het platform wordt aangeboden over het feit dat verschillende mensen verschillende niveaus van gemak kunnen hebben voor verschillende soorten intieme acties. De deelnemers beseffen het belang van een gesprek met je partner(s) over wat voor hen intiem is en waar ze zich prettig bij voelen. Dit soort gesprekken zijn cruciale elementen van toestemming voor seksuele activiteit. Dat doe je niet één keer in een relatie of dat, maar check je de hele tijd.

Activiteit 3: Onder druk

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 51

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Begrijp dat het nemen van beslissingen over seks te maken heeft met je waarden.

Instructies

• Laat de deelnemers als vervolg op de vorige activiteit de tekst in het platform onder de titel “Activiteit 3: Onder druk” lezen. Die gaat over het nemen van eigen beslissingen.

• Bespreek na het lezen de volgende vraag:

1. Denk je dat er sociale druk is voor jou, of voor tieners in het algemeen, om wel of geen seks te hebben? Kan je voorbeelden noemen?

• Een aantal deelnemers zullen een aantal manieren noemen waarop ze denken dat er sociale druk is. Vraag bij elk punt dat ze noemen het volgende:

1. Waarom kan dit soort gedrag ertoe leiden dat een tiener zich onder druk gezet voelt om wel of geen seks te hebben?

2. Als je dit soort druk voelt, wat kan je dan doen om de druk te verminderen of weg te nemen?

Thema 5 Seks of geen seks?

Activiteit 1: Zelfreflectie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Bespreek met de deelnemers waarom jongeren besluiten om seks te hebben, niet te hebben of seks uit te stellen

• Aandacht voor hoe je beslissingen neemt over seksueel gedrag.

Instructies

• Bied de deelnemers eerst stof tot nadenken door samen de vier vragen te lezen die op het platform onder de titel “Activiteit 1: zelfreflectie” staan. Voer een dialoog over deze vier vragen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

52

1. Zou je seks willen hebben? Wat is de belangrijkste reden?

2. Wil je nu graag seks hebben of zou je dat voorlopig willen uitstellen?

3. Kan je jezelf de redenen voorstellen van anderen om nu seks te hebben, of juist om het uit te stellen?

4. Hoe kan je uitvinden wat je mogelijke partner wil?

• Het zijn best intieme vragen, deelnemers hoeven er geen antwoord op te geven. Als begeleiders kunt u ze suggereren om in dat geval eventueel mee te doen door te zeggen wat ze denken dat “tieners in het algemeen” wel of niet zouden doen en waarom.

• De deelnemers vormen groepjes en bespreken mogelijke antwoorden op elke vraag. Vervolgens deelt elke groep hun antwoorden met de rest van de deelnemers worden deze besproken.

• Mogelijke redenen om seks te hebben, zijn:

1. Verlangen

2. Nieuwsgierigheid

3. Spanning/ontspanning

4. Liefde voor partner

5. Noodzaak om je gewild/geliefd te voelen

6. Om je goed te voelen

7. Geloof dat het zal voorkomen dat een relatie eindigt

8. Groepsdruk

9. Niet weten hoe je NEE moet zeggen

• Mogelijke redenen geen seks te hebben of te wachten, zijn:

1. Religieuze/culturele overtuigingen

2. Emotioneel nog niet klaar

3. Niet willen verbergen voor ouders

4. Schuld

5. Angst

6. Gedachten dat het wel eens tegen kan vallen

7. Zorgen over soa’s

8. Zorgen over zwangerschap

9. Bezorgdheid over reputatie

10. Relatiestatus, niet zeker of ze hun partner vertrouwen

11. Geloof dat seks slechts een onderdeel is van een bepaald soort relatie

• In het blauwe vak op het platform onder de titel «Het is jouw beslissing» staat wat feedback, waarin wordt geconcludeerd dat zowel seks willen hebben als uitstellen prima is. Als het maar een bewuste, weloverwogen en verantwoorde keuze is.

Thema 6 Onze lichamen

Activiteit 1: Veranderingen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 53

Duur

• 50 minuten

Doelen

• Denk na over de fysieke en emotionele veranderingen van iemands lichaam.

Instructies

• Laat de deelnemers nadenken over de volgende vragen:

1. Waarom begin je jezelf als tiener misschien aangetrokken te voelen tot iemand anders?

2. Wat verandert er in je lichaam in de tienertijd?

3. Heb je de laatste tijd lichamelijke en emotionele veranderingen aan je lichaam opgemerkt?

4. Hoe voel je jezelf over die veranderingen?

• Dit is een brainstorm-activiteit; de hier genoemde vragen zijn bedoeld als inleiding op de rest van dit thema. Dus je hoeft de antwoorden niet uitputtend te bespreken, alleen te inventariseren wat er leeft.

• Laat de deelnemers het online leermateriaal doornemen, waarin de basisconcepten van seksuele voorlichting worden uitgelegd: de ontwikkeling van het menselijk lichaam van kindertijd tot volwassenheid, voortplanting, soa’s en mannelijke & vrouwelijke hormonen.

• Begin met het bekijken van de tekst op het platform onder de titel «Onze lichamen: de ontwikkeling van een jongen» waarin wordt besproken hoe het lichaam van een jongen zich ontwikkelt van kind tot volwassene.

Tip voor de begeleider

Meer informatie kan hier worden gevonden: Raising Children Network

• Ga naar het volgende deel op het platform en lees met de deelnemers de tekst onder de titel «Onze lichamen: de penis» die uitlegt dat er vele vormen en vormen van penissen zijn en ga verder met het lezen van de tekst onder de titel «Onze lichamen: het schoonmaken van de penis” dat adviseert over de manieren om uw penis en het gebied schoon te houden.

• Lees daarna de informatieve tekst over de kwestie van besnijdenis die te vinden is onder de relevante titel «Onze lichamen: besnijdenis» op het platform, voordat u verder gaat met het in detail uitleggen van het mannelijke voortplantingssysteem met behulp van de tekst en afbeeldingen op het platform onder de titel «Onze lichamen: een jongen van binnen».

• Ga verder met het bekijken van de tekst op het platform onder de titel «Onze lichamen: de ontwikkeling van een meisje» waarin wordt besproken hoe het lichaam van een meisje zich ontwikkelt van kind tot volwassene. Bespreek de fysieke veranderingen van de puberteit en de emotionele uitdagingen die dit proces met zich mee kan brengen.

Tip voor de begeleider

Meer informatie kan hier worden gevonden:

https://sense.info/nl/je-lichaam/meisjeslichaam/je-lichaam-de-puberteit

https://sense.info/nl/je-lichaam/meisjeslichaam/gevoelens-de-puberteit

Voorlichting over gender aan tienerjongens

54

• Lees samen met de deelnemers de informatieve teksten over de vagina en het maagdenvlies, en de tekst over het vrouwelijke voortplantingssysteem onder de titels «Onze lichamen: de vagina», «Onze lichamen: het maagdenvlies» en «Onze Lichamen: achter de vagina”.

• Ga dan naar het platform om de informatie over bevruchting, de menstruatiecyclus en het proces van het krijgen van een baby te lezen op het platform onder de relevante kopjes. Bespreek het bevruchtingsproces, hoe meisjes zich ongemakkelijk kunnen voelen tijdens de menstruatie en het bevruchtingsproces dat de eerste stap is naar het krijgen van een baby.

• Ga daarna naar de informatie op het platform onder het kopje «Onze lichamen: soa’s» over Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, soms ook Seksueel Overdraagbare Infecties (STI) genoemd. Vaak vinden tieners het heel eng of schaamtevol als ze symptomen hebben die op een SOA kunnen wijzen. Moedig ze aan om zich niet schuldig te voelen of te schamen, en wel naar hun huisarts te gaan. Als ze die niet vertrouwen ondanks de geheimhoudingsplicht, kunnen ze een anonieme test laten doen bij de GGD.

• Ga ten slotte naar het kopje op het platform over hormonen en leg uit dat, hoewel zowel meisjes als jongens vrouwelijke en mannelijke hormonen hebben, de meeste jongens meer mannelijke hormonen hebben en de meeste meisjes meer vrouwelijke hormonen. Leg ook uit dat er mensen zijn met een intersekse-conditie. Lees daarna met de deelnemers de informatieve teksten over testosteron (het jongenshormoon) en oestrogenen en progestagenen (de meisjeshormonen). Sluit af door de deelnemers tien minuten de tijd te geven om de «Quiz M2: Unit 1 Topic 6» op het platform te maken.

Thema 7 Veilige seks

Activiteit 1: Hoe bescherm je jezelf

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Bewustwording van de noodzaak om anticonceptie te gebruiken.

• Informeer de deelnemers over de verschillende beschikbare anticonceptie-opties en het gebruik ervan.

Instructies

• Vraag de deelnemers na te denken over welke methoden van anticonceptie en veilig vrijen ze kennen en maak daar een lijst van, in groepen of in een open discussie.

• Lees dan samen de manier om veilig te vrijen op het platform. De lijst met methoden omvat het volgende: condooms, anticonceptiepil, spiraaltje, cervicale kapjes en cervicale diafragma’s, implantaat, injecties, voor het zingen de kerk uit, morning-afterpil, PrEP.

• Raadpleeg dan het platform en lees de korte informatieve tekst die daar staat over het anticonceptie. De deelnemers zouden ongeveer 5 minuten moeten besteden aan het lezen van de teksten onder de titel “Preventie” en “Hoe gebruik je een condoom”. De begeleiders wordt aangeraden om voorbereid te zijn om eventuele vragen van de deelnemers over dit onderwerp te beantwoorden.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 55

Activiteit 2: Anticonceptie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Informeer deelnemers over de verschillende beschikbare anticonceptie-opties en het gebruik ervan.

• Test de kennis die de deelnemers tijdens deze unit hebben opgedaan.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in groepen. Wijs één anticonceptiemethode toe aan elke groep. Vraag de leden van elke groep om online te zoeken naar de anticonceptiemethode die hun is toegewezen en bereid samen een korte presentatie voor. Daarna gaan ze hun ontdekkingen aan de rest van de klas vertellen.

• Voorafgaand aan deze activiteit is het goed dat de begeleider(s) de deelnemers op deze aspecten wijzen:

1. Er zijn veel effectieve anticonceptiemethoden, maar sommige zijn minder effectief. Zoek uit hoe effectief de methode is.

2. Als mensen geslachtsgemeenschap hebben zonder anticonceptie, lopen mensen een flink risico op een onbedoelde zwangerschap.

3. Condooms beschermen zowel tegen onbedoelde zwangerschap als tegen soa’s (inclusief hiv).

• Het zou mooi zijn als de deelnemers ook verkennen hoe je anticonceptie gebruikt en of er belemmeringen zijn om ze te gebruiken (bijvoorbeeld: je weet niet hoe je een condoom of de pil moet gebruiken, of: je weet niet waar je de pil kunt krijgen).

• Ter afsluiting van dit thema wordt aan de deelnemers gevraagd om 15 minuten de tijd te nemen om de vijf vragen te beantwoorden die zijn gevonden in de «M2: Unit 1 Final Quiz» die op het platform staat (zie menu links). Leg uit dat de Final Quiz open vragen heeft over dingen waarover de deelnemers nu hebben nagedacht.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

56

Deel 2 Mijn ruimte

Doelen

• Begrijp de betekenis van seksuele toestemming en intimidatie.

• Gebruik het perspectief van mensenrechten en persoonlijke grenzen als manieren om dit onderwerp te bekijken.

• Verken situaties waarin deze grenzen worden geschonden en ontdek manieren om er mee om te gaan.

Thema 1 Is dit het einde?

Activiteit 1: Het eind van een relatie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Verken de factoren die kunnen leiden tot het einde van een relatie.

Instructies

• Herinner de deelnemers aan enkele van de onderwerpen die in deel 1 zijn besproken, zoals daten, een romantische relatie aangaan en seksueel gedrag. Vertel ze dan dat we ons in deel 2 zullen richten op het verkennen wanneer een relatie moet eindigen.

• Wijs erop dat het ontwikkelen en onderhouden van een goede relatie en het weten wanneer je een relatie moet beëindigen, vaardigheden zijn die mensen door ervaring leren. Ook is het belangrijk om erop te wijzen dat het niet altijd gemakkelijk is om een relatie te beëindigen. Doe een korte brainstorm met de deelnemers, waarbij ze nadenken over de volgende vragen: Hoe weet je dat je een relatie moet beëindigen? Hoe doe je het? Kan iemand je helpen?

Activiteit 2: Een onplezierige situatie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 57

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Start een gesprek over onplezierige relaties.

• Begin met het verkennen van manieren om met onplezierige relaties om te gaan.

Instructies

• Vervolg de discussie die in de vorige activiteit is begonnen en laat de deelnemers gedurende een paar minuten opschrijven wat een persoon in een met een onplezierige relatie eraan kan doen. Dit opschrijven moet individueel worden gedaan. Vervolgens wisselen de deelnemers hun gedachten en meningen uit met hun leeftijdsgenoten en hun begeleider(s).

Activiteit 3: Eruit stappen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• De deelnemers verkennen verschillende soorten relationeel misbruik, die aanleiding kunnen zijn om uit elkaar te gaan.

Instructies

• Begin de discussie door de tekst op het platform te lezen onder de titel «Machtsstrijd», waarin wordt vermeld dat sommige partners regelmatig met elkaar vechten. In dergelijke gevallen kan machtsdynamiek in het spel komen, wat betekent dat als de ene partner meer macht of controle heeft over de andere, dit tot misbruik kan leiden.

• Help de deelnemers te begrijpen dat geweld niet alleen fysiek is, maar ook emotioneel kan zijn.

1. Fysiek geweld omvat meestal slaan, seksuele intimidatie, verkrachting.

2. Emotioneel geweld gaat meestal gepaard met roddels, mentale chantage en schelden.

3. Fysiek geweld wordt meestal gebruikt door mannen, emotioneel geweld wordt meestal gebruikt door vrouwen.

• Vertel de deelnemers dat als ze iets soortgelijks meemaken, praten met vrienden of een hulpverlener kan helpen.

• Er volgt een brainstorm, waarbij de deelnemers wordt gevraagd om hun gedachten over waarom sommige mensen het moeilijk vinden om uit ongemakkelijke of gewelddadige relaties te komen, en of ze denken dat dit voor jongens en meisjes anders is.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

58

Activiteit 4: Scenes uit een relatie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20minuten

Doelen

• Verken welk soort gedrag nuttig of minder zinvol is in relaties.

Instructies

• Lees met de deelnemers de korte informatieve tekst die op het platform onder de titel “Grenzen en veiligheid” te vinden is, waarin de redenen worden uitgelegd waarom sommige mensen de neiging hebben om in onaangename/onplezierige relaties te blijven. Houd er rekening mee dat u deze tekst met de deelnemers moet doornemen en voorbereid moet zijn om eventuele vragen te beantwoorden.

• Ga verder met een brainstorm, waarbij u de deelnemers verschillende opties voorlegt over nuttig en minder zinvol gedrag in een relatie en hen vraagt om met elkaar en met hun begeleider(s) te discussiëren.

Thema 2 Heb ik jouw toestemming?

Activiteit 1: Toestemming onder vrienden

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Verken de concepten toestemming en seksuele toestemming.

• Leer de definities kennen van concepten zoals toestemming, dwang, seksuele toestemming, consent, aanranding en verkrachting.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 59

Instructies

• Begint dit thema met het aanbieden van definities van verschillende concepten, zoals toestemming, dwang, seksuele toestemming, aanranding en verkrachting die op het platform te vinden zijn onder de titel «Thema 2: Heb ik jouw toestemming?». Ter voorbereiding op de activiteit die volgt, nemen de deelnemers enkele minuten de tijd om de voorwaarden te lezen. Als er vragen zijn, staan de begeleider(s) klaar om deze te beantwoorden.

• Vervolgens wordt een hypothetisch scenario gegeven over twee vrienden, Alex en Taylor. Na het lezen van dit scenario worden de deelnemers gevraagd een definitie te geven van wat toestemming in het algemeen is, waarom het belangrijk is en wat seksuele toestemming in dezelfde zin zou kunnen betekenen. Dit is een brainstorm, gevolgd door een open discussie.

Activiteit 2: It’s As Simple As Tea

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Definieer het concept van toestemming en seksuele toestemming (consent).

Instructies

• Bekijk samen met de deelnemers uit om de video op het platform. In de video wordt seksuele toestemming wordt (consent) vergeleken met het aanbieden van een kopje thee.

Tip voor de begeleider

U kunt de video ook hier vinden: here

• Dring er na het bekijken van de video bij de deelnemers op aan om nog eens na te denken over wat toestemming in het algemeen is en wat seksuele toestemming (consent) in het bijzonder is. Ze kunnen ook met hun leeftijdsgenoten en de begeleider(s) bespreken of de metafoor van het aanbieden van thee goed werkt om hen serieus te laten nadenken over wat seksuele toestemming of consent is.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

60

Activiteit 3: Ja of nee?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Waardeer het belang van toestemming.

• Vraag je af wanneer je er zeker van kunt zijn dat je toestemming hebt om een persoon aan te raken of te kussen.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in groepen en geef ze een paar minuten de tijd om het belang van instemming verder te bespreken door na te denken over de volgende vraag: Hoe weet je zeker dat je toestemming hebt voordat je elkaar aanraakt of kust?

• Vraag de deelnemers om hun antwoorden te bespreken met hun leeftijdsgenoten en de begeleider(s).

Activiteit 4: Ben je in de stemming?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Begrijp wat toestemming is.

• Begrijp dat het vragen om, onderhandelen en geven van toestemming belangrijke onderdelen zijn van een plezierige relatie.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 61

Instructies

• Vraag de deelnemers om terug te keren naar hun toegewezen team en geef hen een paar minuten de tijd om “toestemming” te bespreken door na te denken over de volgende vraag: Moet je je partner elke keer expliciet vragen of je penetratie mag hebben?

• Nodig daarna de deelnemers uit om hun antwoorden te bespreken met hun leeftijdsgenoten en de begeleider(s).

• Sluit deze activiteit af door met de deelnemers de informatieve tekst te lezen die op het platform staat onder de titel “Toestemming en elkaar echt begrijpen”.

• Leg uit dat het vragen van toestemming, onderhandelen en duidelijk krijgen/geven van toestemming belangrijke onderdelen zijn van een plezierige relatie. Plezierige relaties zijn gebaseerd op goede communicatie tussen partners, als onderdeel van het opbouwen van vertrouwen. In plezierige relaties kan elke persoon eigen keuzes maken over wat ze willen doen en welk soort seks ze willen. Het is belangrijk dat beide partners verantwoordelijkheid nemen voor het duidelijk communiceren van je waarden, behoeften en wensen, en het maken van keuzes die in lijn zijn met je waarden, anders wordt je niet gelukkig.

• Geef aan dat je toestemming niet alleen geeft door letterlijk te zeggen: “ik geef toestemming”. Je kunt ook andere woorden gebruiken, zoals, zoals “dat is positief”, “ja, doe dat”, “kan je dat doen?” en “daar heb ik zin in!”. Vertel de deelnemers dat de persoon die de seks begint verantwoordelijk is voor het verkrijgen van toestemming. Als die niet toestemming krijgt, kan leiden tot negatieve gevolgen voor zowel het slachtoffer (de persoon die seksueel is misbruikt) als de dader (de persoon die de grens van ander overschrijdt). Grensoverschrijdend gedrag kan zelfs een impact hebben op de vrienden en familie van het slachtoffer en de dader.

Activiteit 5: De wet

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verdiep het inzicht in toestemming.

• Verken manieren om de zedenwet te verbeteren.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst die op het platform staat onder de titel “Activiteit 5: De wet”. Bespreek dat veel rechtszaken over mishandeling of verkrachting moeilijk zijn, omdat men vaak begint met seks vaak gebeurt zonder te praten en er gewoon van uit te gaan dat de ander seks wil. Om dit te verhelpen is in Zweden een wet aangenomen die het vragen van uitdrukkelijke toestemming verplicht stelt. Laat de deelnemers deze Zweedse wet bespreken.

Tip voor de begeleider

Je kunt het artikel over deze wet ook hier vinden

Voorlichting over gender aan tienerjongens

62

• Laat de deelnemers het artikel lezen en daarna erover discussiëren. Als ze het niet eens zijn met de Zweedse wet, laat ze dan andere manieren voorstellen voor een verbetering van de Nederlandse zedenwet om het probleem op te lossen dat partners bij de rechter tegengestelde verhalen vertellen over wat er is gebeurd. Zorg voor een respectvolle discussie, waarin de deelnemers zich inleven in de positie van hun mogelijke partner en met serieuze argumenten komen.

Activiteit 6: He initiatief nemen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Verdiep het inzicht in toestemming.

• Test de kennis en begrip over toestemming op basis van de aangeboden informatie.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst die op het platform staat onder de titel “Het initiatief nemen”. Bespreek hoe in veel landen nog steeds wordt verwacht dat jongens het initiatief nemen op het gebied van daten en seksualiteit. Dit maakt hen extra verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming.

• Geef de deelnemers 10 minuten de tijd om de vragen in de “Quiz M2 Unit 2 Topic 2” te beantwoorden. Leg uit dat de deelnemers meerdere antwoorden op elke vraag kunnen geven en vertel hen dat je op alle antwoorden feedback krijgt, en dat er geen beoordeling komt of de antwoorden goed of fout zijn.

Feedback op vraag 1:

1) Nee, dat is geen toestemming. Kleding kan erop wijzen dat iemand “zin heeft”, maar dat is nog geen toestemming.

2) Nee, “iets aannemen” is geen toestemming. Misschien heeft je partner er deze keer geen zin in.

3) Nee, zeker niet. Misschien houdt je partner van zoenen, maar willen je partner op dit moment niet verder gaan.

4) Hoe weet je zeker dat je partner niet terug kust alleen omdat hij of zij zich onder druk gezet voelt? Het is beter om het te vragen en zeker te zijn, vooral als je je partner niet zo goed kent. Als je een partner al lang kent, kunnen er routines ontstaan en kun je minder expliciet om toestemming vragen. Maar zelfs dan hebben goede partners verschillende manieren om ervoor te zorgen dat beiden zich op hun gemak voelen.

5) Ja, het is altijd verstandig om er zeker van te zijn. Ook als je relatie zich verder heeft ontwikkeld. Maar als je andere manieren ontwikkelt (bijvoorbeeld niet door te praten, maar door andere tekens af te spreken) om toestemming te vragen en te geven, is het toch goed om op een of andere manier te blijven checken of je partner nog verder wil gaan.

Feedback op vraag 2: Het laatste antwoord is natuurlijk het beste en het eerste is uitgesloten. Je wilt je partner en

Voorlichting over gender aan tienerjongens 63

jezelf op hun gemak stellen.

Maar hoe maak je zonder dwang duidelijk wat je wilt en nodig hebt?

Dwingen betekent dat je psychologische of fysieke kracht gebruikt om de ander zover te krijgen dat hij of zij het met je eens is. Toestemming is geen echte toestemming als je dwang gebruikt. En je partner hoeft niet uit te leggen waarom hij of zij geen zin heeft in seks. “Geen zin in hebben”, dat is genoeg, toch?

Je kunt aangeven hoe je je voelt en wat je wilt. Als je behoefte hebt aan seks, kan zo’n instinct sterk zijn. Maar je kunt het je acties niet laten leiden.

Feedback op vraag 3:

Dwang is iemand iets laten doen door middel van geweld of bedreigingen. Als er dwang is, is er geen echte instemming. Een persoon moet de ruimte krijgen om ‘nee’ te zeggen. Dwang kan zijn:

- iemand onder druk zetten (bijv. iemand steeds maar blijven vragen totdat ze uiteindelijk toegeven)

iemand bedreigen (bijvoorbeeld: «Ik maak het uit met je als je niet ...»)

- iemand intimideren (bijvoorbeeld iemand bang maken door middel van een bepaalde manier van kijken, acties of gebaren)

-iemand chanteren (bijv. «Ik zal iedereen vertellen dat je seksueel gefrustreerd of juist dat je een slet bent als je dat niet doet»)

- iemand over de streep én over de eigen grens heentrekken (bijvoorbeeld: «Als je om me gaf, zou je...»)

Feedback op vraag 4:

Seksueel geweld is elke ongewenste erotische of seksuele handeling van een persoon jegens een ander of seksuele activiteit zonder de toestemming of vrijwillige instemming van een persoon.

Erotische of seksuele activiteit kan bestaan uit kussen, iemands borsten, billen of geslachtsdelen aanraken, de ander jouw geslachtsdelen laten aanraken, en orale, anale of vaginale geslachtsgemeenschap. Elke vorm van erotische of seksuele activiteit zonder toestemming heet “aanranding”.

Penetratie zonder toestemming in een vagina (vaginale geslachtsgemeenschap), in een anus (anale geslachtsgemeenschap) of in een mond (orale seks) is mishandeling, maar heet ook “verkrachting”. Daar staat een hogere straf op dan op aanranding zonder penetratie.

Feedback op vraag 5:

«Nee» betekent altijd «nee», of het nu met woorden wordt gecommuniceerd of niet.

Stilzwijgen of niet op een duidelijke manier «nee» zeggen, betekent GEEN ja.

Om ‘ja’ te zijn, moet het enthousiast en duidelijk worden gecommuniceerd.

Feedback op vraag 6:

In de meeste gevallen van seksueel geweld kent het slachtoffer de persoon die het heeft gedaan.

Vaak is de dader een partner, een gemeenschappelijke vriend, een echtgenoot / echtgenote, een familielid, een buurman, een baas of een collega.

Bij minder dan een vijfde van de seksuele aanvallen zijn vreemden betrokken

• Sluit deze activiteit af door de tekst op het platform te lezen onder de titel “Laten we een oplossing vinden!” en leg uit dat zowel meisjes / vrouwen als jongens / mannen het slachtoffer kunnen worden van seksueel geweld, hoewel er minder jongens en mannen slachtoffer zijn.

Tip voor de begeleider

Je kunt hier meer informatie vinden over seksueel geweld.

• Sluit af door samen met de deelnemers de zes punten van de samenvatting in het blauwe vak op het platform te lezen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

64

Thema 3 Een veilige dating cultuur

Activiteit 1: Dating geweld tegengaan

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Begrijp wat datinggeweld is en hoe men erover denkt, afhankelijk van de context.

Instructies

• Laat de deelnemers de introductie en de korte informatieve tekst over datinggeweld lezen.

• In de tekst op het platform onder de titel “Activiteit 1: Datinggeweld tegengaan” wordt uitgelegd dat datinggeweld nog steeds een veelvoorkomend fenomeen is, en dat wereldwijd de slachtoffers meestal meisjes zijn, en minder jongens.

• Laat de deelnemers enkele minuten lezen en nadenken over deze inleidende tekst.

• Houd er rekening mee dat u bereid moet zijn om eventuele vragen van de deelnemers over dit onderwerp te beantwoorden.

Tip voor de begeleider

U kunt hier en hier meer informatie over datinggeweld vinden.

• Ga dan verder met een brainstorm gevolgd door een open discussie, waarbij de deelnemers hun gedachten delen over hoe jongens meisjes en jongens duidelijk kunnen maken dat daten en seks hebben voor alle partners veilig en comfortabel moet zijn. Laat ze niet alleen nadenken over toestemming, maar ook over hoe ze met elkaar informeel praten over contact maken, daten, relaties en seks in het algemeen.

Activiteit 2: Nafluiten

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 65

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Begrijpen wat datinggeweld is en welke factoren verband kunnen houden met gewelddadig gedrag.

Instructies

• Geef de deelnemers het scenario dat op het platform te vinden is onder de titel “Activiteit 2: Nafluiten” en vraag hen om zich in deze hypothetische situatie te verplaatsen. Laat ze nadenken over hoe ze zouden reageren en hun antwoorden met elkaar en met hun begeleider(s) bespreken.

• Scenario: “Je bent aan het chillen met een paar andere jongens op straat. Er komt een meisje voorbij en twee van je vrienden beginnen naar haar te fluiten.”

• Wanneer iemand naar iemand anders fluit, laat dat meestal zien dat ze die persoon aantrekkelijk vinden. Fluiten is niet erg, maar als het ongewenste aandacht stimuleert of een grens overschrijdt, dan is het dat wel.

• Laat de deelnemers nadenken over de volgende vragen:

- Wat zou jij doen? Zou je het fluiten durven stoppen of er iets over zeggen? Als je iets niet zou doen, wat zou je dan tegenhouden?

- Hoe denken ze dat de meisjes die nagefloten worden zich voelen?

Activiteit 3: Groepsdruk

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Begrijp wat datinggeweld is en welke factoren verband kunnen houden met gewelddadig gedrag.

Instructies

• In navolging van de vorige activiteit krijgen de deelnemers onder de titel “Activiteit 3: Groepsdruk” opnieuw een scenario en worden ze gevraagd zich daarin te verplaatsen.

• Leg aan de deelnemers uit dat groepsdruk het gevoel is dat je jezelf op dezelfde manier moet gedragen als anderen van je leeftijd of je sociale groep (vrienden) om door hen aardig gevonden en gerespecteerd te worden, of om niet op te vallen.

• Scenario: In het «nafluit»-scenario kan er «groepsdruk» zijn om iets niet te doen of zelf ook te gaan fluiten. Wat voor soort druk is dat? Hoe wordt van je verwacht dat je jezelf als jongen tussen jongens gedraagt tegenover meisjes? Waarom?

• Laat de deelnemers proberen de groepsdruk die ze wel eens ervaren onder vrienden of collega’s te analyseren. Benadruk dat iedereen af en toe groepsdruk ervaart, en dat dit heel normaal is.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

66

Activiteit 4: Een avondje stappen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Begrijp wat datinggeweld is en welke factoren verband kunnen houden met gewelddadig gedrag.

Instructies

• Geef de deelnemers nog een scenario (zie platform onder de titel «Activiteit 4: Een avondje stappen») en vraag hen na te denken over hoe ze zouden reageren in een vergelijkbare reële situatie.

• Scenario: “In een club dansen 5 meisjes in een kring, met hun tassen in het midden. Af en toe kijken ze ‘stiekem’, maar heel duidelijk, naar een paar jongens, die tegen de muur van de dansvloer leunen. Het lijkt erop dat ze willen dat de jongens komen, en tegelijkertijd alsof ze zichzelf tegen hen willen beschermen.»

• De deelnemers moeten de volgende vragen bespreken:

Als je een van de meisjes leuk vindt, wat zou je dan doen?

Hoe zou je je eigen verlegenheid overwinnen?

Hoe benader je het meisje?

Hoe kun je haar het gevoel geven dat ze niet aangevallen wordt, maar dat ze veilig is?

• Leg uit dat je je bij elkaar op je gemak en veilig voelt, belangrijke aspecten zijn van alle relaties.

Activiteit 5: Invloeden 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Denk na over de factoren die de datingcultuur mogelijk beïnvloeden.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 67

Instructies

• Geef de deelnemers een lijst met factoren (zie platform onder de titel «Activiteit 5: Invloeden 1») die de datingcultuur mogelijk kunnen beïnvloeden. Vraag ze de factoren te lezen en de factoren te kiezen die volgens hen een belangrijke rol spelen in de datingcultuur. Laat de deelnemers wat tijd besteden aan het proberen te beslissen welke van deze factoren volgens hen een belangrijke rol spelen in de datingcultuur.

• Vertel de deelnemers dat alle antwoorden goed zijn, zolang ze worden gerechtvaardigd door logische verklaringen.

Activiteit 6: Invloeden 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Denk na over de factoren die de datingcultuur mogelijk beïnvloeden.

Instructies

• Vraag als vervolg op de vorige activiteit de deelnemers na te denken over manieren die negatieve invloeden kunnen verminderen.

• Geef voorbeelden waarin u laat zien wat de invloed is van genderrollen (hoe wordt verwacht dat elk gender zich gedraagt), van familie (hoe streng of conservatief de ouders zijn), of van sociale media (wat tieners zien, wat ze online doen, of ze gedrag en de houding van beroemde, of invloedrijke mensen bewonderen of imiteren) enz.

Thema 4 Partner geweld

Activiteit 1: Geweld in intieme situaties

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

68

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Begrijp hoe gewelddadig gedrag eruit kan zien, afhankelijk van de context en van gender.

Instructies

• Vertel de deelnemers om de video over intiem partnergeweld te bekijken die op het platform te vinden is onder de titel “Activiteit 1: Geweld in intieme situaties”.

Tip voor de begeleider

U kunt de video ook hier vinden.

• Vraag de deelnemers daarna om de verschillende soorten misbruik die in de video worden genoemd (d.w.z. fysiek, emotioneel, financieel, seksueel, stalking) te noemen en eigen (andere) voorbeelden van elk te geven.

Activiteit 2: Gewelddadig gedrag

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken of de context/situatie van belang is om te bepalen of een vorm van gedrag gewelddadig is of niet.

Instructies

• Nodig de deelnemers uit om de video over datinggeweld te bekijken, met name van 2:00 tot 3:35. Je vindt de video in het platform onder de titel “Activiteit 2: Gewelddadig gedrag”.

Tip voor de begeleider

U kunt de video ook hier bekijken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 69

• Laat daarna de deelnemers nadenken over de volgende vragen: Zou je de manier waarop de jongen zich gedraagt, beschouwen als «datinggeweld»? Waarom wel of niet volgens jou? Is dit afhankelijk van de situatie of de omgeving?

• Spoor de deelnemers aan om hun gedachten te bespreken en te delen met de rest van hun leeftijdsgenoten.

Activiteit 3: Wat zou je moeten doen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken of de context/situatie van belang is om te bepalen of een gedrag gewelddadig is of niet.

Instructies

• Na de video over datinggeweld krijgen de deelnemers een hypothetisch scenario zodat ze verder kunnen nadenken over de mogelijke gevolgen van het ervaren en/of getuige zijn van misbruik.

• Scenario: “Stel je voor dat de situatie omgekeerd was, dat de jongen degene was die werd misbruikt door zijn vriendin. Stel je voor dat je twee goede vrienden hebt, die aan het daten zijn en een romantische relatie beginnen, en na een paar maanden daten merk je meerdere keren dat het meisje de baas speelt over «haar» vriendje. Hij vindt het niet leuk, maar hij durft niets te zeggen.”

• Roep de deelnemers op om na te denken over wat ze zouden doen als ze hun vriend waren. Ze moeten uitleggen of ze zouden reageren en/of hoe ze zich zouden gedragen tegenover hun man en hun vriendin. En ook, wat ze zouden doen als de situatie voortduurde.

• Vertel de deelnemers daarna dat ze enkele minuten moeten besteden aan het lezen van de korte informatieve tekst die op het platform staat onder de titel «Vechten tegen sociale normen». De tekst vertelt hoe tieners soms worden misleid door te geloven dat misbruik in relaties of in andere bepaalde contexten acceptabel is.

• Concludeer tot slot dat we culturele en sociale normen die geweld aanmoedigen moeten veranderen.

Tip voor de begeleider

Bezoek deze link voor meer informatie over tieners die worden misleid over beledigend gedrag.

Voor meer informatie over het veranderen van de culturele en sociale normen die geweld aanmoedigen, bezoek deze link

Voorlichting over gender aan tienerjongens

70

Thema 5 Reageren we anders?

Activiteit 1: Gender-rollen & stereotypen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken of rolpatronen van invloed zijn op daten.

Instructies

• Begin dit thema met een korte informatieve tekst die op het platform te vinden is onder de titel “Activiteit 1: Gender-rollen & stereotypen”. De tekst gaat over genderrollen en genderstereotypen, en hoe deze relaties kunnen beïnvloeden. Ook wordt stilgestaan bij de vraag of daten door jongens en meisjes anders wordt ervaren.

• Laat vervolgens de deelnemers uitwisselen over hun ideeën en ervaringen over genderrollen en genderstereotypen.

• Ga verder door de deelnemers te vragen de volgende twee video’s te bekijken die je op het platform kunt vinden.

Tip voor de begeleider

Je kunt ook de twee video’s hieronder bekijken:

https://www.youtube.com/watch?v=nrZ21nD9I-0

https://www.youtube.com/watch?v=Ulh0DnFUGsk

• Spoor ze daarna aan om de sociale ‘regels’ te bespreken die van invloed zijn op jongens en meisjes in termen van gedrag, voorkeuren, antipathieën en verwachtingen. Laat ze ook nadenken over wat de consequenties zijn van hun keuzes.

• Geef enkele voorbeelden, zoals blauw versus roze, speelgoedsoldaatjes versus poppen, wetenschappen versus kunst (schoolvakken en carrièrekeuzes), enz.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 71

Activiteit 2: Reacties

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Denk na over de gevolgen van datinggeweld en hoe het zowel jongens als meisjes beïnvloedt.

• Test de kennis die de deelnemers tijdens dit deel hebben opgedaan.

Instructies

• Leg uit dat datinggeweld zowel lichte als zware gevolgen kunnen veroorzaken bij de slachtoffers. De gevolgen kunnen variëren van angst tot depressie, angst en zelfs verslaving (bijv. alcohol, drugs). Het trauma veroorzaakt door datinggeweld kan fysiek, psychologisch of beide zijn.

• Vraag de deelnemers om te bespreken of ze denken dat jongens en meisjes anders reageren op datinggeweld en of ze op dezelfde manier en in dezelfde mate worden getroffen door misbruik.

• Bespreek met de deelnemers de tekst op het platform onder de titel “Iedereen huilt en dat is oké”. Besteedt aandacht aan het feit dat meisjes vaak in stilte lijden als ze geen ondersteuning hebben, en aan het feit dat het niet gemakkelijk is om jongens erover te laten praten als ze slachtoffer zijn van datinggeweld vanwege het maatschappelijke idee over mannelijkheid (een man mag niet huilen).

• Sluit dit thema af door de deelnemers 15 minuten de tijd te geven om de vragen in de “M2 Unit 2 Final Quiz” te beantwoorden. Leg uit dat de Final Quiz open vragen (vrije tekst) heeft over thema’s waar de deelnemers al eerder over hebben nagedacht, zodat ze daarop kunnen reflecteren.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

72

Deel 3 Familiekwesties

Doelen

• Verken de begrippen “familie” en “gezin”, relaties in het gezin, de rol van elk lid in het gezin, veranderingen in gezinsstijlen door de jaren heen en culturele verschillen in gezinnen.

• Bespreek begrippen als “verantwoord ouderschap” en “gezinsplanning”.

• Begrijp dat deze concepten verband houden met genderrollen, die door de samenleving worden toegewezen op basis van haar behoeften en verwachtingen (bijvoorbeeld moeder, vader, echtgenoot, echtgenote, dochter, zoon, mentor, enz.).

• Begrijp dat deze rollen vaak van cultuur tot cultuur verschillen en worden beïnvloed door machtsdynamiek binnen een samenleving.

Thema 1 Wat is een familie?

Activiteit 1: Het woord “gezin”

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Introduceer de woorden «gezin» en “familie”.

• Vraag je af wat een gezin is.

Instructies

• Laat de deelnemers nadenken over wat een gezin is, gebaseerd op hun eigen ervaring, waar ze bekend mee zijn, waaraan ze zijn blootgesteld, enz.

• Vraag ze om deze vragen te beantwoorden:

Welke associaties heb je als je het woord «gezin» hoort?

Welke gedachten komen in je op?

• Vertel hen dat dit een inleidende brainstorm is en spoor hen aan om bij hun associaties noemen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 73

Activiteit 2: Stamboom

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Inleiding tot wat een familie en een gezin is met een vraag die aanzet tot nadenken en reflectie.

Instructies

• Nodig om te beginnen de deelnemers uit om een stamboom van hun familie te maken met behulp van de online tools Canva of Family Echo. De deelnemers kunnen bijvoorbeeld hun ouders, grootouders, voogden, broers en zussen en andere familieleden toevoegen, zoals hun tantes, ooms, neven, enz.

Tip voor de begeleider

De online tool Canvas vind je hier.

De online tool Family Echo vind je hier

• Als dit gedaan is, praat dan met de deelnemers over wat een familie is en wat het verschil is met een gezin. Wissel ervaringen uit m et het maken van de stamboom en over hoe hun gezin eruit ziet.

• Bespreek de redenen waarom je kunt besluiten om een gezin te stichten (bijvoorbeeld economische samenwerking, gezelschap, enz.).

• Leg ten slotte uit hoe de zaken in de loop der jaren zijn veranderd als het gaat om heteroseksuele en homoseksuele stellen, onder meer door de instelling van het partnerschapscontract (oorspronkelijk voor homo en lesbische stellen bedacht, maar er maken ook veel heterostellen gebruik van) en de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht in 2001 (soms ietwat incorrect het “homohuwelijk” genoemd).

Activiteit 3: Gezinsvormen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

74

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Krijg inzicht in de verschillende gezinsvormen die er zijn.

Instructies

• Laat de deelnemers weten dat ze een lijst moeten maken van verschillende gezinsvormen die ze kennen; deze taak kan in groepen of individueel worden gedaan.

• Verwijs de deelnemers naar de lijst met verschillende gezinsvormen op het platform onder de titel “Elk gezin is anders; elk gezin is hetzelfde”. Bied feedback door verschillende gezinsvormen te presenteren, zoals adoptiegezin, gemengd gezin, koppel, uitgebreid gezin, wettelijke voogd, kerngezin, en andere vormen die mogelijk naar voren komen. De lijst op het platform is niet uitputtend.

Activiteit 4: Wat is een gezin eigenlijk

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Bied stof tot nadenken en reflectie over het begrip ‘gezin’.

Instructies

• Geef de deelnemers de tijd om te beschrijven wat het woord ‘gezin voor hen betekent. De begeleider kan hen helpen door te suggereren dat ze bijvoorbeeld denken aan:

- Geld sparen

- Gezelschap

- Voor elkaar zorgen

- Kinderen maken en opvoeden

• Het woord gezin kan andere betekenissen of functies voor hen hebben, dus zorg ervoor dat ze zich vrij voelen om hun eigen beelden en ideeën naar voren te brengen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 75

Activiteit 5: Wat is jouw ideale gezin?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Denk aan het woord ‘gezin’.

• Prikkel de fantasie van de deelnemers over gezinnen.

Instructies

• Vraag deelnemers om in de groep te vertellen of ze ooit een eigen gezin zouden willen stichten, en zo ja, hoe ze zouden willen dat hun gezin zou zijn.

Thema 2 Changes In The Family Lifestyles?

Activiteit 1: Veranderen families?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Kennis opdoen over functionaliteiten en structuren van gezinnen.

Instructies

• Geef de deelnemers de tijd om over deze drie vragen na te denken: 1. Geloof je dat gezinnen de afgelopen tientallen jaren zijn veranderd?

Voorlichting over gender aan tienerjongens

76

2. Zijn mensen en wat ze willen veranderd?

3. Zijn ze om verschillende redenen samen?

• Als ze er even over hebben nagedacht, vraag ze dan om hun mening te geven en hun redenering toe te lichten.

• Bespreek vervolgens de volgende feedback op het platform onder de titel «Mensen veranderen!»:

• Het gezin heeft de afgelopen eeuw ingrijpende veranderingen doorgemaakt op het gebied van hun samenstelling, wie de baas is, balans tussen werk en privéleven en het welzijn van kinderen. Bijvoorbeeld:

- Vrouwen begonnen carrières op te bouwen

- De rol van moeders en vaders is veranderd

- Paren stellen relaties uit tot ze meer geld en carrières hebben

- Koppels trouwen tegenwoordig niet altijd

- Koppels scheiden meer

- Er zijn meer eenoudergezinnen

- Samenwonen is geen taboe meer als je homo of lesbisch bent

Activiteit 2: Gezinsrollen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken de veranderingen in gezinslevensstijlen en in de stereotiepe rollen van mannen en vrouwen in gezinnen.

Instructies

• Laat de deelnemers nadenken over hoe de gezinsrollen voor mannen en vrouwen de afgelopen decennia zijn veranderd en daarover uit te wisselen met hun leeftijdsgenoten en de begeleider(s).

Tip voor de begeleider

U kunt het volgende gebruiken om feedback te geven: Mannen zorgen ook voor de kinderen (hoewel nog steeds niet genoeg)

Vrouwen kunnen plannen en beslissen wanneer ze kinderen krijgen

Mannen zijn niet meer verantwoordelijk voor vrouwen (tot de jaren vijftig mochten vrouwen geen eigen financiële beslissingen nemen)

Voorlichting over gender aan tienerjongens 77

• Ga verder met het lezen van de informatieve tekst op het platform onder de titel «Rollen voor mannen en vrouwen zijn inderdaad veranderd!». De tekst vermeldt dat de meest dramatische verandering in genderrollen in de afgelopen acht decennia betrekking heeft op de groei van vrouwenrechten. Meer vrouwen volgen onderwijs en hebben een carrière. Meer vrouwen worden zelfstandiger en hoeven niet onderdanig te zijn aan hun man. Dit veranderde de gezinsdynamiek.

Tip voor de begeleider

Als u meer wilt weten over vrouwengeschiedenis, lees dat dit artikel

Thema 3 Cultuur en familie

Activiteit 1: Families in verschillende culturele contexten

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Verken culturele verschillen in families en in gezinnen.

Instructies

• Vraag aan de deelnemers of ze geloven dat families en gezinnen in andere landen en culturen anders zijn. Laat ze dit uitleggen, misschien hebben ze voorbeelden,.

• Bekijk dan samen met hen deze video, “Different Family Traditions In The World” en bespreek deze na.

Tip voor de begeleider

U kunt de video ook hier bekijken.

• Zet deze activiteit voort door met de deelnemers de meer informatieve tekst te lezen die op het platform wordt gegeven over culturele verschillen in gezinsdynamiek. Bespreek de reacties op de tekst.

• Merk daarbij op - als de deelnemers dat niet ui zichzelf doen - dat deze studie suggereert dat familie en cultuur met elkaar verbonden zijn. Het vermeldt ook dat cultuur invloed heeft op de manier waarop mensen zich gedragen, communiceren en socialiseren (opvoeden).

• Sluit af met de conclusie dat cultuur van invloed is op huwelijkstradities, ideeën over gender en seksualiteit, en ideeën over gezinsvorming.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

78

Tip voor de begeleider

Voor meer informatie over dit thema kunt u het hele onderzoek hier lezen

• Gebruik daarna de tekst op het platform die verwijst naar “Samenwonen met grootouders” om uit te leggen dat relaties en gezinsvormen in verschillende culturen verschillen.

• Ga verder met het lezen van de tekst op het platform onder de titel «Samen leven» om de problemen van huwelijk en echtscheiding in verschillende culturen te bespreken.

Activiteit 2: Eigen keuze, of je aanpassen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken culturele verschillen in gezinnen.

Instructies

• Leg uit dat culturen verschillen in de mate waarin ze individualiteit en eigen keuzes aanmoedigen versus conformiteit en onderlinge afhankelijkheid.

• Bekijk met hen de video “Me or We? Cultureel verschil tussen Oost en West”, en bespreek wat de deelnemers daarvan vinden.

Tip voor de begeleider

Je kunt de video ook hier bekijken

Stel voor dat de deelnemers na het einde van deze les wat tijd nemen om vrijwillig een of twee huiswerkopdrachten te maken.

1. Laat ze verder zoeken culturele verschillen in gezinnen in een land naar keuze en een kort rapport maken/presenteren.

2. Laat deelnemers hun ouders, verzorgers of andere familieleden interviewen over wat hun “gezin” voor hen betekent, door vragen te stellen als:

- Waar ben je trots op in dit gezin?

- Wat kan er verbeterd worden aan het functioneren van dit gezin?

- Wie zou wat kunnen doen om het gezin te verbeteren?

- Aan je ouders: was jouw gezin vroeger hetzelfde als dit gezin nu?

- Aan je ouders: wat is er in de loop der jaren veranderd? Wat heeft dat beïnvloed?

Voorlichting over gender aan tienerjongens 79

Thema 4 Planning van het krijgen van kinderen

Activiteit 1: Een ouder zijn

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Begrijpen wat verantwoord ouderschap inhoudt; verkennen van de verschillende vaardigheden en verantwoordelijkheden van het ouderschap.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in groepen en vraag ze om na te denken over de volgende vragen:

-Wat is er nodig om ouder of verzorger te zijn?

-Wat is er nodig voor verantwoord ouderschap?

-Hoe verhouden deze ideeën zich tot het plannen van het krijgen van kinderen?

• Nadat de deelnemers in hun groepen hebben gediscussieerd, vindt er een plenaire dialoog plaats, waarin de deelnemers van gedachten wisselen. Dit is een dialoog, dus een uitwisseling van ervaringen, geen discussie.

• Bespreek daarna met hen de definities van verantwoord ouderschap en gezinsplanning die op het platform worden aangeboden.

Activiteit 2: Gezinsplanning

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens

80

Doelen

• Verkennen van of je een kind of kinderen zou willen opvoeden.

• Verkennen van sociale, morele, emotionele, fysieke, intellectuele en financiële overwegingen bij ouderschap.

Instructies

• De deelnemers krijgen de tijd om hun gedachten te ordenen en nog eens na te denken over de definities van verantwoord ouderschap en gezinsplanning die ze tijdens de vorige activiteit hebben besproken.

• Vraag de deelnemers vervolgens om deze definities te vergelijken met hun eigen ideeën. Spoor ze aan om hun mening aan de groep te vertellen en zo meer perspectieven op ouderschap en gezinsplanning te krijgen. Dit is weer een dialoog, niet een discussie.

Activiteit 3: Mini-toneelstukje over ouderschap

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 40 minuten

Doelen

• Activeer de kennis die is opgedaan over verantwoord ouderschap en het verband met gezinsplanning.

Instructies

• Laat de deelnemers weten dat ze de mogelijkheid hebben om in kleine groepjes van 3 of 4 personen een mini-toneelstukje of een scene te maken. Elke groep kan één punt illustreren over het ouderschap dat volgens hen belangrijk is voor andere jongeren om over na te denken.

• Daarna kan elke groep hun mini-toneelstukje voor de rest van de klas opvoeren en daarover discussiëren. Als alternatief kunnen de deelnemers ervoor kiezen om hun verhaal thuis op te voeren voor hun vrienden of familieleden.

Tip voor de begeleider

Dit is een optionele activiteit, en de geschatte duur kan variëren afhankelijk van het aantal deelnemers en andere factoren. U kunt deze activiteit ook als huiswerk meegeven.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 81

Thema 5 Ouderschapsstijlen

Activiteit 1: De drie stijlen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken verschillende opvoedingsstijlen en hun mogelijke effecten op kinderen.

Instructies

• Geef een korte introductie over drie mogelijke opvoedingsstijlen: autoritair, democratisch en toegeeflijk (laissez faire). Leg uit dat dit maar één mogelijke indeling is en dat er zelfs bij deze drie talloze combinaties mogelijk zijn.

• Vraag de deelnemers vervolgens naar hun mening over wat de beste combinatie van deze drie stijlen is. Dit is een dialoog, dus een uitwisseling van ideeën, geen discussie.

Activiteit 2: Een Amerikaans onderzoek

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Leer kritisch nadenken na over visies op opvoedingsstijlen.

Instructies

• Vraag de deelnemers na te denken over de vraag “Wat is volgens jou de beste combinatie van de drie stijlen?”

Voorlichting over gender aan tienerjongens

82

• Bekijk daarna samen met de deelnemers de video met de titel “Parenting Styles and their Effects on Children”.

Tip voor de begeleider

U kunt de video ook hier bekijken

• Start na het bekijken van de video een kritische discussie waarin iedereen zijn mening geeft.

Activiteit 3: Geweldloze communicatie

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Kennis maken met het idee van een geweldloze opvoeding.

Instructies

• Lees met de deelnemers de introductie over geweldloze communicatie.

• Leg uit dat geweldloze communicatie betekent dat je je bewust bent van je eigen behoeften en empathisch bent (zorg voor de behoeften en emoties van anderen). Je communiceert respectvol met anderen, zodat je het eens kunt worden over een wederzijdse manier om aan je behoeften te voldoen.

• Als je dit toepast op de opvoeding, betekent dit dat geweldloos opvoeden van je kinderen niet kan worden gedaan door autoriteit, controle of straf.

• Bekijk daarna samen met de deelnemers de video. Dit is een fragment uit een training over geweldloos opvoeden.

• Sluit deze activiteit af door de deelnemers te vragen hun mening over geweldloos opvoeden met elkaar te bespreken. Dit is weer een dialoog, geen discussie: iedereen heeft recht op een eigen mening en er is geen “juiste” manier.

Tip voor de begeleider

Je kunt de video ook hier bekijken

Voor aanvullende informatie kunt u ook deze bron raadplegen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 83

Activiteit 4: Maak een poster!

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Bekijk alles wat in deze module is besproken nog eens door het maken van een poster.

• Test iemands begrip van de thema’s die in dit deel zijn besproken.

Instructies

• Vraag de deelnemers om met hun groep een poster te maken om de belangrijkste stukjes informatie te presenteren die ze van de laatste activiteiten hebben onthouden. De poster kan focussen op de drie opvoedingsstijlen of op geweldloze opvoeding. Vraag hen vervolgens om hun posters plenair te presenteren.

• Ze kunnen hun poster ook laten zien of presenteren met hun leeftijdsgenoten en leraren op school.

• Sluit dit deel van de module af door hen te vragen 15 minuten de tijd te nemen om de zeven vragen in de «M2: Unit 3 Final Quiz» op het platform te beantwoorden. Leg uit dat de Final Quiz uit open vragen (vrije tekst) bestaat en dat hij bedoeld is om terug te kijken op wat men geleerd heeft.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

84
Voorlichting over gender aan tienerjongens 85

Module 3: Gender-gerelateerd geweld bestrijden

86 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Module 3: Gender-gerelateerd geweld bestrijden

Ontwikkeld door de Conexus Vereniging, Spanje

Α module die helpt na te denken over hoe traditionele mannelijkheid verband houdt met geweld. Het gaat in op gender-gerelateerd geweld en bespreekt de verschillende soorten psychologisch en seksueel geweld en hun gevolgen. De online ervaring met activiteiten en reflectievragen zijn geschikt voor het ter discussie stellen van ideeën en vooroordelen die tienerjongens vaak over deze zaken hebben.

Deel 1 Mannelijkheid en geweld

Doelen

• Onderzoek mannelijkheid en hoe dit tot geweld kan leiden

• Bestudeer de concepten stereotype en genderrollen

• Denk na over de constructie van mannelijkheid door middel van stereotypen en genderrollen en de tegenstelling tot het zijn van een meisje/vrouw

• Nadenken over de impact die stereotypen, genderrollen op onszelf hebben en de beperkende aspecten ervan

• Leer en begrijp de hegemonische mannelijkheidspiramide (Connell, 1995) en denk na over de gevolgen

• Leer de concepten van patriarchale homosocialiteit en homofobie kennen, verken hoe ze in je leven spelen en reflecteer op hun impact op ons leven en ins eigen gedrag

• Leer en denk na over alternatieven om geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen, en om gendergelijkheid, plezierige relaties en een nieuwe visie op mannelijkheid te bevorderen

• Begrijp en denk na over de relatie tussen hegemonische mannelijkheid en geweld met behulp van de theorie van Michael Kaufman, de zeven P’s van mannengeweld en de concepten ervan (Patriarchy, Entitlement of Privileges, Permission, Paradox of men’s power, Psychic Armour, Psychic Pressure Cooker and Past Experiences).

• Verken mythen over daders en het belang van het herkennen van deze ideeën om gender-gerelateerd geweld te bestrijden.

Thema 1 Een Man Zijn. Wat De F*ck Betekent Dat?

Activiteit 1: Introductieactiviteit

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 87

Doelen

• Introduceer de onderwerpen die in deze module worden besproken.

Instructies

• Vraag de deelnemers om hun computercamera’s uit te zetten zodat je hun gezicht niet meer ziet. Leg dan uit dat je enkele uitspraken gaat doen; als de deelnemers het eens zijn met de stelling, moeten ze hun camera even aanzetten. Zo zien ze met wie ze interesses delen en dit breekt het ijs binnen de groep en met jou als begeleider. Enkele van de laatste stellingen gaan over stereotypen. Bijvoorbeeld: Wie kijkt er graag naar sport op tv? Wie speelt er graag videogames? Wie houdt er van make-up? Wie heeft kort/lang haar? Wie koopt er graag kleding? Zo zullen de deelnemers beseffen dat alle, of bijna alle, jongens de camera aanzetten als ze een bepaalde uitspraak hoorden. Hetzelfde wordt verwacht met de meisjes van de groep als de deelnemers meisjes zijn.

• De laatste stelling is: «wie denkt dat mannen gewelddadiger zijn dan vrouwen?». Vraag iedereen die het ermee eens is om hun camera aan te houden en vraag hen naar de redenen waarom ze JA hebben gezegd op de laatste vraag. Laat daarna iedereen die het er niet mee eens was om hun camera aan te zetten (en de anderen weer even uit), en vraag hen naar de redenen waarom ze NEE hebben gezegd.

• Laat iedereen weer de camera aanzetten en leg uit dat het doel van dit eerste deel van de module is zijn om te proberen een aantal antwoorden op deze laatste vraag te geven.

Activiteit 2: Persoonlijke helden

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Denk na over wat de deelnemers waarderen in een persoon.

Instructies

• Vraag de deelnemers om twee of drie persoonlijke helden te bedenken en de eigenschappen die ze leuk vinden aan hen, en om die op te schrijven in de daarvoor bestemde ruimte op het platform. Ze kunnen schrijven over mensen, karakters van wie ze houden; ze kunnen echt of fictie zijn, dood of levend enz. Om ze te helpen begrijpen, kunt u de deelnemers vertellen wie je eigen persoonlijke helden zijn en welke kwaliteiten je leuk vindt aan hen. U kunt ook de voorbeelden van Hans Solo en Harry Potter gebruiken die op het platform worden aangeboden.

• Houd er rekening mee dat ze deze informatie later, in een andere oefening, opnieuw zullen gebruiken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

88

Activiteit 3: De genderlijst

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Verken en begrijp het concept van stereotypen.

Instructies

• Laat de deelnemers een aantal van de advertenties op het platform kiezen en bekijken.

• Vraag ze daarna om samen een lijst van twee kolommen te maken over hoe mannen en vrouwen volgens de advertenties zijn, wat ze doen of leuk vinden.

• Laat hen vervolgens de zes vragen te beantwoorden die helpen om er wat dieper over na te denken. De quiz is het platform te vinden.

• Wanneer de deelnemers klaar zijn met de quiz, vraag hen om op de knop «Klik hier om verder te gaan» te klikken, waarmee ze naar het volgende deel van deze activiteit gaan. Lees met de deelnemers de teksten over “stereotypen” en “genderrollen” en leg uit dat genderrollen samenhangen met genderstereotypen.

• Vertel de deelnemers dat ze bij de volgende activiteit gevraagd worden om de box te vullen met zoveel voorbeelden van genderstereotypen als ze kunnen bedenken.

Tip voor de begeleider

Je kunt de advertenties ook hier zien:

Invictus https://www.youtube.com/watch?v=Q4sIMP57Atc

Nina Ricci

Nivea Men

https://www.youtube.com/watch?v=rOH9lz3fPks

https://www.youtube.com/watch?v=3FzNl1V8DXs

Nivea Lotion

Ariel

https://www.youtube.com/watch?v=3FzNl1V8DXs

https://www.youtube.com/watch?v=dIjZImAyoKs

Heineken

Old Spice

Baby Born

https://www.youtube.com/watch?v=S1ZZreXEqSY

https://www.youtube.com/watch?v=owGykVbfgUE

https://www.youtube.com/watch?v=nsFCTksdXok

Hot Wheels

https://www.youtube.com/watch?v=SyMXRmOZL2k

Voorlichting over gender aan tienerjongens 89

Activiteit 4: Wat doen jongetjes, tienerjongens en mannen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Denk na over genderrollen.

• Denk na over de constructie van een jongen/man zijn in tegenstelling tot een meisje/vrouw zijn.

• Denk na over de constructie van mannelijkheid, stereotypen en genderrollen.

• Denk na over de constructie van mannelijkheid en de mogelijke relatie met geweld.

Instructies

• Gebruik de informatieve tekst op het platform om met de deelnemers de termen ‘stereotypen’ en ‘genderrollen’ te bespreken.

• Nodig de deelnemers uit om de quiz te doen die op het platform staat onder de titel “Activiteit 4: Wat doen jongetjes, tienerjongens en mannen?”. Vraag de deelnemers om enkele voorbeelden op te schrijven over wat een klein jongetje doet om «zijn mannelijkheid te bewijzen» of om te «bewijzen» dat hij een jongen is, in tegenstelling tot een meisje. Vertel ze dan door te gaan naar de volgende twee vragen en hun antwoorden op te schrijven over wat een tienerjongen doet om zijn ‘mannelijkheid’ te bewijzen en wat een volwassen man doet om zijn mannelijkheid te bewijzen.

• Nadat ze de quiz hebben voltooid, vertel ze hen dat ze op de knop «klik hier om verder te gaan» moeten klikken die hen naar het volgende deel van deze activiteit zal leiden. Vraag de deelnemers of ze verbanden kunnen leggen tussen de oefening die ze zojuist hebben gedaan en de concepten stereotypen en genderrollen die ze eerder hebben besproken.

• Vraag de deelnemers vervolgens of ze verbanden kunnen leggen tussen de oefeningen die ze hebben gedaan en het concept geweld, of wat ze van dat concept vinden.

• Spoor de deelnemers aan om na te denken of ze zichzelf herkennen in sommige van deze gedragingen en vraag zich af of ze handelen zoals ze doen om hun ‘mannelijkheid’ te bewijzen. Ze kunnen daarbij ook nadenken over of hun handelen met opzet of onbewust was.

• Leg aan de deelnemers uit dat we vaak leren te handelen volgens wat ons over mannelijkheid en vrouwelijkheid is doorgegeven, en dat we er vaak niet eens bij stilstaan hoe dit onbewuste boodschappen meegeeft. Vraag hen vervolgens na te denken welk effect het leven met zulke verwachtingen op ons heeft.

• Sluit af door de deelnemers te vragen even na te denken of het leven met deze verwachtingen ook beperkingen met zich meebrengt. Vertel ze dat ze hier bij de volgende activiteit meer over zullen nadenken.

Tip voor de begeleider

Houd er rekening mee dat je de oefening ook kunt doen om na te denken over wat kleine meisjes/tienermeisjes/volwassen vrouwen doen om hun ‘vrouwelijkheid’ te bewijzen en aan anderen te tonen.

Als je ervoor kiest om dit deel van de Activiteit niet te doen, kun je de deelnemers vragen of ze denken dat ze verbanden kunnen vinden tussen dat en de stereotypen in meisjestekeningen die op het platform te vinden zijn.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

90

Activiteit 5: De Mannendoos en de Vrouwendoos.

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Denk na over de impact die stereotypen en genderrollen op onszelf hebben.

• Zie de beperkende aspecten van de Mannendoos en de Vrouwendoos.

• G na hoe deze beperkingen in je leven spelen.

• Reflecteer op alternatief gedrag in relatie hiermee.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de zes vragen van de quiz te beantwoorden die te vinden zijn in het platform onder de titel «Activiteit 5: De Mannendoos en Vrouwendoos». Deze vragen gaan over het effect dat deze dozen/hokjes op ons hebben, de impact die ze kunnen hebben op onze beslissingen voor de toekomst en dus onze dromen, en over de moeilijkheid om uit deze dozen te komen.

• De quiz vraagt deelnemers ook om enkele mensen te noemen die ze misschien kennen, fictief of echt, die buiten de gebaande paden leven. Bovendien wordt de deelnemers gevraagd na te denken over de moeilijkheid om uit die dozen of hokjes te komen; over de gevolgen van het zich moeten gedragen als «een echte» man of als «een echte vrouw» en de gevolgen waarmee sommige mensen te maken hebben gehad. Ten slotte worden ze opgeroepen om na te denken in hoeverre de persoonlijke helden die elke deelnemer heeft genoemd in activiteit 1 in deze dozen of hokjes passen.

• Instrueer de deelnemers na het voltooien van de quiz om op de knop «Klik hier om verder te gaan» te klikken, waarmee ze naar het volgende deel van deze activiteit gaan. Vraag de deelnemers om na te denken over hun antwoorden op de vorige quiz en om de twee videoadvertenties op het platform te bekijken. De twee video’s gaan over de inspanningen van «hokjes te doorbreken».

• Sluit de activiteit af door de deelnemers te vertellen dat als ze dachten dat er misschien iets mis is met dit hele idee van een «echte man» of een «echte vrouw» zijn, ze zouden kunnen overwegen om «buiten de hokjes te denken».

Tip voor de begeleider

Je kunt de video’s hier ook bekijken:

https://www.youtube.com/watch?v=koPmuEyP3a0

https://www.youtube.com/watch?v=XjJQBjWYDTs

Voorlichting over gender aan tienerjongens 91

Thema 2 Mannelijkheid

Activiteit 6: Wat zou je zeggen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en denk na over het concept van hegemonische mannelijkheid.

Instructies

• Lees met de deelnemers de korte introductie over mannelijkheid en hegemonische mannelijkheid die op het platform te vinden is.

• Leg aan de deelnemers uit dat mannelijkheid wordt gedefinieerd als een reeks kwaliteiten, attributen, gedragingen en rollen die worden geassocieerd met jongens en mannen en dat deze van tijd tot tijd en van samenleving tot samenleving verschillen.

• Vertel de deelnemers dan dat mannen die daaraan aanpassen een machtspositie hebben in de samenleving. Die macht noemen we “hegemonische mannelijkheid”.

• Vraag de deelnemers daarna om de korte quiz getiteld «Activiteit 6: Wat zou jij doen?» te doen. De quiz stelt de volgende vragen:

• «Als je zou moeten raden, waartegen zou hegemonische mannelijkheid dan vechten?»

• «Over wie, zou je zeggen, oefent de hegemonische mannelijkheid controle uit?»

• Als de deelnemers de quiz hebben voltooid, laat u ze op de knop «klik hier om verder te gaan» drukken, waarmee ze naar de volgende activiteit op het platform gaan.

Activiteit 7: Hegemonische mannelijkheid

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

92

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de hegemonische mannelijkheidspiramide (Connell, 1995) en denk na over de gevolgen.

Instructies

• Gebruik de informatieve tekst en afbeelding op het platform om de piramide met de titel «Hegemonic Masculinity and Patriarchy” (hegemonische mannelijkheid en het patriarchaat) te bespreken.

• Leg uit dat dit de theorie van R.W. Connell is over hoe “mannelijkheid en macht” werkt. Connell stelt zich onderlinge verhouding tussen mannen (en vrouwen) voor als een piramide. Aan de top van de piramide staan de mannen die actief hun mannelijkheid gebruiken om macht te krijgen, de echte “hegemonische mannen», in het midden de «medeplichtige mannen die zelf niet echt meedoen met hegemonische mannelijkheid, maar ook niks doen om andere mannen die het doen tegen te houden” en onderaan staan de «gemarginaliseerde mannen, ondergeschikte mannen en vrouwen» die geen macht hebben. Hoe hoger een persoon in de piramide zit, hoe meer macht en privileges ze hebben en hoe meer geld en bezit ze krijgen.

• Dat lijkt leuk, maar om hoger in de piramide te komen is het wel nodig dat je de mannen (en vrouwen) die lager staan, onderdrukt. Vooral door ze uit te maken als zwak, mietje of te vrouwelijk.

• Vraag de deelnemers vervolgens om de quiz met de titel «Activiteit 7: Hegemonische mannelijkheid» op het platform te doen. De eerste drie vragen van de quiz vragen de deelnemers om voorbeelden te geven van mannen waarvan ze denken dat die horen tot de drie niveaus van de eerder genoemde piramide. Ten slotte spoort de vierde vraag de deelnemers aan om na te denken waarom medeplichtige mannen niets doen tegen hegemonische mannelijkheid.

• Nadat ze de quiz hebben voltooid, vraag hen om op de knop «klik hier om verder te gaan» te klikken, die hen naar het volgende deel van deze activiteit op het platform zal leiden.

• Lees met de deelnemers de informatieve tekst over de definitie die de Australische sociaal wetenschapper RW Connell biedt voor ‘hegemonische mannelijkheid’.

• Vraag ze dan na te denken over wie beslist wie een ‘echte man’ is volgens Connell en wie niet.

• Laat ze daarna de korte video op het platform bekijken.

Tip voor de begeleider

Je kunt de video ook hier bekijken

Activiteit 8:Homosocialiteit 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 93

Doelen

• Leer meer over het concept van patriarchale homosocialiteit en homofobie.

• Verken hoe deze concepten in je eigen leven spelen.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de quiz met de titel «Activiteit 8: Homosocialiteit» te maken die te vinden is op het platform onder de korte video van de vorige activiteit. Deze quiz vraagt de deelnemers om na te denken over wat ze hebben gezien in de genoemde video, waarin de statistiek «één op de tien mannen is homo» op een humoristische manier wordt besproken. Concreet wordt hen gevraagd te antwoorden waar de mannen in de video bang voor zijn. Ze krijgen vier antwoorden om uit te kiezen. Wanneer ze hun antwoord kiezen en op «De quiz voltooien» klikken, zullen ze automatisch zien of hun antwoord het juiste was.

Tip voor de begeleider

Het antwoord op de quiz “Activiteit 8: Homosocialiteit” is nummer vier “Ze zijn bang voor wat de andere mannen van hen denken”.

• Instrueer de deelnemers vervolgens om op de knop «klik hier om verder te gaan» te klikken om naar het volgende deel van deze activiteit op het platform te gaan.

• Lees met de deelnemers de informatieve teksten over “homosocialiteit”. Leg aan de hand van de tekst uit wat «homosocialiteit» betekent en wanneer het kan veranderen in giftige «homosocialiteit» of «gender policing».

• Herinner de deelnemers aan de piramide van Connell en vraag hen te bedenken wat een man minder dan een man zou maken. Als het niet wordt genoemd, bied dan het antwoord «je te vrouwelijk gedragen / overkomen». Ga verder door hun aandacht te vestigen op het begrip dat een man die niet de attributen bezit of vertoont die de samenleving associeert met «echte mannelijkheid», niet aan de top van Connell’s piramide zou staan. Sluit af door te zeggen dat ‘homofobie’ betekent dat je een negatieve houding of gevoelens ten opzichte van homoseksualiteit hebt, of naar mensen waarvan je denkt dat ze homo of lesbisch zijn, bijvoorbeeld omdat ze niet mannelijk of vrouwelijk genoeg overkomen. Je afzetten tegen homoseksualiteit kan ook een manier zijn om te “bewijzen” dat je een “echte en dus ook heteroseksuele man” bent, dus als bescherming van je “hegemonische mannelijkheid”.

Activiteit 9: Homosocialiteit 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Denk na over de impact van patriarchale homosocialiteit op ons leven en ons eigen gedrag.

• Kom meer te weten over organisaties en bewegingen die met mannen en jongens werken om een einde te maken aan geweld tegen vrouwen en meisjes.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

94

Instructies

• Na de discussie over homosocialiteit die plaatsvond tijdens de vorige activiteit, vraag de deelnemers om de quiz getiteld «Activiteit 9: Homosocialiteit 2» te doen.

• Vertel de deelnemers dat ze eerst twee scènes uit de film «Grease» op het platform gaan bekijken. De eerste scène is de «openingsscène» en de tweede is de scène over «Danny en Sandy ontmoeten elkaar weer».

Tip voor de begeleider

Je kunt de openingsscène hier bekijken

Je kunt de scène waarin Danny elkaar weer ontmoeten hier bekijken

• Vraag deelnemers daarna de vijf vragen uit de quiz te beantwoorden en hun mening geven over Danny’s gedrag.

• Hierna kunnen de deelnemers op de knop «klik hier om verder te gaan» klikken om naar het volgende deel van deze activiteit te gaan.

• Leg uit dat Danny’s vrienden de zogenaamde «mannelijke krijgers» zijn die vechten om de hegemonische mannelijkheid te behouden.

• Ga met deze activiteit verder door met de deelnemers de tekst te lezen die verwijst naar de definities van de Amerikaanse feministische theoreticus Eve Kosofsky Sedgwick over “homosociale relaties” en “homosociaal verlangen”. Vermeld ook dat haat tegen homoseksuelen en denigrerende taal over vrouwen (seksistische taal) en gedrag worden ontwikkeld in een poging om mannelijkheid en heteroseksualiteit te benadrukken.

• Benadruk dat als we deze sociale ongelijkheid niet willen, we de piramide moeten afbreken. In samenlevingen die prioriteit geven aan mannelijke hegemonie en waar vrouwen onrechtvaardig worden behandeld, streeft het feminisme ernaar politieke, economische, persoonlijke en sociale gelijkheid te definiëren en tot stand te brengen. Naast het werken met vrouwen om ze sterker te maken, is het ook nodig om iets met mannen te doen als we dingen willen veranderen.

• Vertel de deelnemers dat er de laatste tijd een steeds groter aantal nationale en internationale verenigingen, stichtingen en verschillende bewegingen is, die met mannen en jongens werken om geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen. Die bewegingen willen ook gendergelijkheid, plezierige relaties en een nieuwe visie op mannelijkheid te bevorderen.

• Je kunt ze ook vertellen over White Ribbon-beweging, een initiatief dat je vraagt een wit lintje te dragen om te laten zien dat ze tegen geweld naar vrouwen bent.

Tip voor de begeleider

Andere soortgelijke bewegingen zijn:

Promundo www.promundoglobal.org

AHIGE www.ahige.org

Homesigualitaris www.homesigualitaris.cat

Activiteit 10: Wat kunnen we doen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 95

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Bedenk alternatieve manieren om te handelen en een verandering in deze aspecten te bevorderen.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de quiz met de titel «Activiteit 10: wat kunnen we doen?» te doen. Nodig de deelnemers uit om na te denken over wat ze in hun persoonlijke leven zouden doen als ze de piramide willen afbreken.

• Als ze klaar zijn met de quiz, klikken de deelnemers op de knop «klik hier om verder te gaan» om naar het volgende thema te gaan.

Thema 3 Leidt Mannelijkheid Tot Geweld?

Activiteit 11: Wat zou jij zeggen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Begin na te denken over de relatie tussen hegemonische mannelijkheid en geweld.

Instructies

• Begin met de deelnemers te vragen enkele statistieken over misdaad en geslacht te bekijken. Wijs de deelnemers erop dat mannen hoger scoren in alle hier genoemde misdaadstatistieken en vraag hen waarom zij denken dat geweld «dichterbij» zou kunnen staan bij mannen dan bij vrouwen.

• Ga verder door de deelnemers te vragen op de blauwe hand naast de titel “Activiteit 11: Wat zou je zeggen?” te drukken. Dit zal twee vragen onthullen die de deelnemers even de tijd zullen nemen om te beantwoorden. De eerste vraag is: «Hoe zou u deze statistieken verklaren?» en de tweede vraag vraagt van de deelnemers om te zeggen of elk van deze mogelijke verklaringen naar hun mening waar of onwaar is.

Tip voor de begeleider

Alle vijf mogelijke verklaringen op de tweede vraag van “Activiteit 11: Wat zou u zeggen?” zijn incorrect.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

96

Activiteit 12: Patriarchaat

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het concept van het patriarchaat.

Instructies

• Vertel de deelnemers over de Canadese auteur en theoreticus Michael Kaufman die in 1999 zeven concepten introduceerde die volgens hem verklaren waarom jongens en mannen meer ‘verbonden’ zijn met geweld dan vrouwen.

• Vraag de deelnemers om de informatieve tekst te lezen over de eerste “P” die de “Patriarchale Macht” is en om de quiz getiteld “Topic 3:1 Activiteit 12: Patriarchaat” te doen. In de quiz worden de deelnemers gevraagd om een video te bekijken en na te denken over de concepten «machismo» (ook bekend als seksisme of mannelijk chauvinisme) en «feminisme». Als ze klaar zijn met de quiz, vraag ze dan om door te gaan naar het volgende deel op het platform.

Activiteit 13: Privileges

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van privilege.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst over de tweede “P” die de betekenis is van “recht op Privileges”.

• Vraag hen dan om de quiz met de titel “Topic 3.2 Activiteit 13: Privileges” te doen, waarin hen wordt gevraagd vier video’s te bekijken en na te denken over de privileges die een man zou kunnen hebben in een patriarchale samenleving, alleen omdat hij een man is. Wanneer ze de quiz hebben voltooid, gaan ze naar het volgende deel van het platform.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 97

Activiteit 14: Permission (toestemming)

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het concept van toestemming in relatie tot gender-gerelateerd geweld.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst over de derde “P” die staat voor “Permission” oftewel toestemming.

• Vraag hen daarna om de quiz met de titel «Topic 3.3 Activiteit 14: Permission» te doen, waarbij ze worden gevraagd zes video’s te bekijken en drie vragen te beantwoorden. In deze quiz denken de deelnemers na over de vraag of de samenleving geweld straft.

• Als ze klaar zijn met de quiz, vraag ze dan om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken en naar het volgende deel van het platform te gaan.

Activiteit 15: The Paradox Of Men’s Power (de paradox van mannenmacht)

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de Paradox of Men’s Power.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst over de vierde “P” die de “Paradox van Men’s Power” is. Vertel de deelnemers dat samenlevingen in sommige situaties groen licht geven voor geweld. Zoals Kaufman bijvoorbeeld stelt: «daden van mannengeweld en gewelddadige agressie (zowel tegen andere mannen als vrouwen) worden gevierd in sport en film, in literatuur en oorlogvoering. Geweld is niet alleen toegestaan, het wordt verheerlijkt en beloond”.

• Vraag hen daarna om de quiz getiteld «Topic 3.4 Activiteit 15: Paradox of Men’s Power» te doen, waarin hen wordt gevraagd na te denken over hoe een «echte man» moet zijn.

• Als ze klaar zijn met de quiz, vraag ze dan om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken en naar het volgende deel van het platform te gaan.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

98

Activiteit 16: Het masker

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de Psychic Armour of Manhood.

Instructies

• Leg aan de deelnemers de vijfde «P» uit, dat is de «Psychic Armour of Manhood». Dit houdt in dat voor mannen, en vooral jonge mannen, geweld een compenserend mechanisme kan worden dat wordt gebruikt als een manier om hun eigen angst te bestrijden.

• Ga verder door hen te vragen de quiz met de titel “Topic 3.5 Activiteit 16: Het masker” te doen. Hier worden de deelnemers gevraagd een masker te tekenen en op de voorkant de emoties en gevoelens te schrijven die ze aan anderen tonen, en achterin de emoties of gevoelens die ze proberen te verbergen voor anderen.

• Vraag hen om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken en naar het volgende deel van het platform te gaan.

Activiteit 17: De basisemoties

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de Psychic Armour of Manhood beter door na te denken over de eigen emoties.

Instructies

• Vervolg van de vorige activiteit. Vraag de deelnemers om de quiz getiteld “Topic 3.5 Activiteit 17: Basisemoties” te doen. Hier biedt het platform een tabel met vijf basisemoties en vijf zinnen en vraagt de deelnemers om de emoties te verbinden met de zinnen. Hierna worden de deelnemers gevraagd een reeks reflecterende vragen te beantwoorden.

• Vraag hen vervolgens om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken en naar het volgende deel van het platform te gaan.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 99

Activiteit 18: Mannelijkheid als hoge druk pan

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de Psychic Pressure Cooker ( de psychische hogedrukpan) door na te denken over hoe mensen omgaan met hun emoties

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst over de zesde “P” die de “Mannelijkheid als psychische hogedrukpan” heet. Benadruk dat volgens Kaufman “het nogal typisch is voor jongens om van jongs af aan te leren gevoelens van angst en pijn te onderdrukken”. Deze onderdrukking van gevoelens resulteert vaak in wat Kaufman de psychische hogedrukpan noemt.

• Ga verder door de deelnemers te vragen de quiz getiteld «Topic 3.6 Activiteit 18: Psychic Pressure Cooker» te doen en vervolgens naar het volgende deel van het platform te gaan.

Activiteit 19: Past Experiences (ervaringen in het verleden) 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de ervaringen uit het verleden.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst over de zevende “P” dat gaat over “Past Experiences”. Leg uit dat elke ervaring uit het verleden van invloed is op iemands beslissingen.

• Vraag de deelnemers om de quiz getiteld “Topic 3.7 Activiteit 19: Ervaringen uit het verleden, deel 1” te doen en na te denken over hoe ervaringen uit het verleden iemand tot een gewelddadiger persoon kunnen leiden.

100 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Activiteit 20: Past Experiences (ervaringen in het verleden) 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de theorie van Michael Kaufman over de zeven P’s van mannengeweld.

• Begrijp het idee van de ervaringen uit het verleden.

Instructies

• Vervolg van de vorige activiteit. Lees met de deelnemers de informatieve tekst over de zevende «P», dat is de «Past Experiences». Vertel de deelnemers dat kinderen die getuige zijn van geweld, veel vaker zelf geweld gebruiken.

• Instrueer de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 3.8. Activiteit 20: Past Experiences, deel 2” en reflecteer op het idee dat iedereen die gewelddadige situaties heeft meegemaakt in de toekomst zelf geweld zal gebruiken.

• Vraag de deelnemers om naar THEMA 4 op het platform te gaan als ze klaar zijn met het maken van de quiz.

Thema 4 Ideeën En Mythen Over Daders

Activiteit 21: Mythen

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Denk na over de mythen over daders en het belang van het ontmantelen van deze ideeën om gender-gerelateerd geweld te bestrijden.

Instructies

• Begin met het lezen met de deelnemers de informatieve tekst die hen kennis laat maken met de ideeën en mythen over daders.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 101

• Nodig vervolgens de deelnemers uit om de quiz met de titel «Topic 4 Activiteit 21: Mythen» op het platform te doen die hen hun mening vraagt over vier verschillende typische uitspraken met betrekking tot mythes over daders.

Tip voor de begeleider

Hieronder vindt u wat feedback op de vragen van de Quiz getiteld “Topic 4 Activiteit 21: Mythen”:

Feedback op vraag 1: Vanuit een sociaaleconomisch perspectief is er een consensus dat gender-gerelateerd geweld in een vergelijkbaar percentage voorkomt bij rijke mensen, arbeiders of arme mensen.

Feedback bij vraag 2: Hoewel uit sommige onderzoeken blijkt dat een deel van de daders lijdt aan angst, depressie of verschillende persoonlijkheidsstoornissen, zijn de overgrote meerderheid van hen helemaal geen zieke mensen. En zelfs in het geval van een specifieke diagnose, moet dit niet worden opgevat als een eenvoudige oorzaak van geweld, maar als problemen die ingewikkeld verband houden met het gebruik van geweld.

Feedback op vraag 3: Dit is ook een wijdverbreid idee, en de wortel ervan ligt in de onderlinge relatie tussen beide problemen die door veel onderzoeken worden opgemerkt. Een deel, maar niet alle, van de mannen die drugs gebruiken, gebruiken ook gender-gerelateerd geweld tegen hun partners; en veel daders, maar niet allemaal, hebben ook problemen met drugsgebruik. Het is belangrijk om te begrijpen dat het naast elkaar bestaan van beide problemen niet kan worden geïnterpreteerd als een eenvoudige causaliteit (drugsmisbruik veroorzaakt gendermisbruik), maar er is een bi-directionele relatie tussen beide problemen en een groot aantal risicofactoren die tot co-existentie leiden.

Feedback op vraag 4: Deze mythe is misschien bedacht om vrouwen te ontmoedigen. Vrouwen hopen vaak dat hun gewelddadige vriendjes of mannen zullen veranderen. Dat idee kan hen helpen om zich te verweren en om eigen beslissingen te nemen. Maar dat lukt vaak niet omdat de hele maatschappij mannelijk geweld tot op grote hoogte wel waardeert. Wat kan je doen als vrouw alleen? En dan kan je gaan denken dat “zulke mannen” nooit zullen veranderen.

Dat is een paradox: je wilt geweld tegengaan maar je zegt tegelijkertijd dat je dit geweld niet tegen kunt gaan. Zo komen we er nooit uit. We moeten dus beslissen: als mannelijk geweld natuurlijk zou zijn, kan je er niks tegen doen, maar als het aangeleerd is, kan je het dus ook afleren. Wij zeggen: het is misschien lastig, maar je moet er wel iets aan doen.

Activiteit 22: Waarom zoveel aandacht voor die mythen?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Denk na over de mythen over daders en het belang van het afbreken van deze ideeën om gender-gerelateerd geweld te bestrijden.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst op het platform en bespreek dat daderprogramma’s duizenden mannen helpen die hulp willen bij hun eigen gewelddadige gedrag.

• Vraag de deelnemers vervolgens om de quiz met de titel «Topic 4.1 Activiteit 22: Waarom zoveel aandacht voor die mythen?» en vertel hen dat deze activiteit DEEL 1 van deze module afsluit

Voorlichting over gender aan tienerjongens

102

Deel 2 Gender-gerelateerd geweld

Doelen

• Begrijp het verschil tussen agressiviteit en geweld

• Denk na over het concept van gender-gerelateerd geweld

• Leer en begrijp over de geweldpiramide (J.Goltung) en denk na over de classificatie die deze maakt.

• Verken en begrijp de verschillende soorten gender-gerelateerd geweld.

• Verken en begrijp de plaatsen waar gender-gerelateerd geweld vaak voorkomt.

• Bekijk de definitie van gender-gerelateerd geweld en denk erover na aan het eind van dit deel van de module.

Thema 1 Agressie of geweld?

Activiteit 1 & 2: Agressie of geweld? 1 & 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Introduceer de onderwerpen die in dit deel worden besproken.

• Begrijp wat geweld is en waarom gender-gerelateerd geweld anders is.

Instructies

• Begin met het lezen van de informatieve tekst op het platform en informeer de deelnemers dat je in dit deel zult bespreken wat geweld is en waarom gender-gerelateerd geweld anders is.

• Merk op dat hoewel we de woorden agressief en gewelddadig vaak als synoniemen gebruiken, ze in feite verschillend zijn.

• Vraag de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 1 Activiteit 1 & 2 Agressie en Geweld 1 & 2” te doen, die hen naar verwachting zal helpen het verschil tussen agressie en geweld te begrijpen. De quiz bevat vragen over wat de deelnemers als agressief en wat als gewelddadig beschouwen.

• Wanneer de deelnemers klaar zijn met de quiz, vraag hen om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken, waarmee ze naar de volgende activiteit gaan.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 103

Activiteit 3: Agressie of geweld? 3

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Introduceer de onderwerpen die in dit deel worden besproken.

• Begrijp wat geweld is en waarom gender-gerelateerd geweld anders is.

Instructies

• Lees met de deelnemers de informatieve teksten over agressiviteit en geweld.

• Benadruk dat agressiviteit een biologische reactie is die verband houdt met een overlevingsinstinct en dat geweld aan de andere kant aangeleerd gedrag is met een enorme lading voorbedachte rade en opzettelijkheid.

• Ga verder door de deelnemers te vragen deel te nemen aan de quiz, te vinden op het platform, getiteld “Topic 1 Activiteit 3: Agressiviteit of Geweld? 3’ waarin hen wordt gevraagd na te denken over alles wat is genoemd en drie voorbeelden van gewelddadige situaties en drie voorbeelden van agressieve situaties op te schrijven.

• Nadat ze de quiz hebben voltooid, vraag je ze om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken, waarmee ze naar het volgende thema gaan.

Thema 2 Wat is gender-gerelateerd geweld?

Activiteit 4 & 5: Wat is gender-gerelateerd geweld?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Denk na over het concept van gender-gerelateerd geweld.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

104

Instructies

• Vertel de deelnemers dat we gaan proberen een definitie van gender-gerelateerd geweld te bedenken. Spoor ze aan om na te denken over alles wat tot nu toe in deze module is besproken.

• Vraag hen dan om de quiz met de titel “Topic 2 Activiteit 4 & 5: Wat is gender-gerelateerd geweld. Deel 1 & 2” te doen. De deelnemers worden gevraagd om eerst een afbeelding te zoeken die hen aan gender-gerelateerd geweld doet denken en deze dan naar het platform te uploaden. Ze krijgen het advies om de afbeelding op internet, in een tijdschrift te zoeken of, nog beter, een foto te maken met hun telefoon, maar afbeeldingen van personen op de foto te vermijden. Ten tweede wordt hen gevraagd te vertellen waarom ze voor deze afbeelding hebben gekozen. Ten derde worden ze gevraagd om de afbeelding die ze hebben gekozen en de uitleg die ze hebben gegeven met de groep te bespreken. Tot slot wordt de deelnemers gevraagd om hun eigen definitie van gender-gerelateerd geweld te schrijven.

Thema 3 De gender-gerelateerde geweldspiramide

Activiteit 6: De plaats in de piramide

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Leer en begrijp de geweldpiramide van J.Galtung.

• Denk na over de classificatie van de geweldpiramide.

Instructies

• Laat de deelnemers de informatieve tekst lezen over de piramide van geweld, die is bedacht door Johan Galtung. Deze Noorse socioloog definieerde een piramide waarop men verschillende vormen van gender-gerelateerd geweld kan plaatsen. De piramide is gehalveerd in een zichtbaar en een onzichtbaar deel en heeft in totaal vier niveaus. Leg uit dat de piramide-indeling een visie is op de Westerse patriarchale samenleving en dat moord bovenaan de piramide wordt geplaatst omdat men hier moord het ergst vindt.

• Nodig de deelnemers uit om de quiz te maken op het platform onder de titel “Topic 3 Activiteit 6: Plaats in de Piramide” De vragen van de quiz vragen de deelnemers om de daar genoemde acties te plaatsen op de piramide van geweld op basis van wat ze tot nu toe hebben besproken.

• Vertel de deelnemers vervolgens dat ze op de knop «klik hier om verder te gaan» moeten drukken om ze terug te brengen naar de piramide.

• Lees met de deelnemers de acties die op de piramide staan. Stel hen vragen als «Denk je dat zichtbare vormen van geweld zoals verkrachting zeldzamer zouden zijn in een samenleving waar subtiele vormen van geweld, zoals seksistische taal, meer worden veroordeeld?»

• Na deze discussie gaan we verder naar het volgende thema van dit onderdeel.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 105

Thema 4 Soorten gender-gerelateerd geweld

Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Verken en begrijp de verschillende soorten gender-gerelateerd geweld

Instructies

• Laat de deelnemers de informatie op het platform lezen over de verschillende vormen van gender-gerelateerd geweld. Leg uit dat de verschillende soorten fysiek, psychologisch, seksueel, economisch en sociaal geweld zijn.

• Daarna kunnen de deelnemers even de tijd nemen om de quiz te doen die te vinden is op het platform onder de titel «Topic 4 Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld», waar ze fysiek geweld in hun eigen woorden proberen te beschrijven.

• Dring er daarna bij de deelnemers op aan om de feedback op het platform te lezen over de definitie van fysiek geweld van de Raad van Europa.

• Vraag hen daarna om de quiz met de titel “Topic 4.1 Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld” te doen. Hier wordt hen gevraagd drie voorbeelden van fysiek geweld te geven en psychisch geweld in hun eigen woorden te beschrijven.

• Lees verder met de deelnemers de informatieve tekst over het psychologische aspect van geweld.

• Vertel de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 4.2 Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld” te doen. Daar wordt hen gevraagd drie voorbeelden van psychisch geweld te geven en seksueel geweld in eigen woorden te omschrijven.

• Lees vervolgens met de deelnemers de tekst op het platform over de definitie van seksueel geweld van de Wereldgezondheidsorganisatie.

• Instrueer de deelnemers om de quiz getiteld “Topic 4.3 Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld” te beantwoorden en noem daarbij in eigen woorden drie voorbeelden van seksueel / economisch geweld te beschrijven.

• Vraag de deelnemers om de feedback over economisch geweld te lezen van het European Institute of Gender Equality.

• Vraag de deelnemers daarna om de quiz met de titel “Topic 4.4 Activiteit 7: Soorten gendergerelateerd geweld” te doen. Daar moeten ze in eigen woorden drie voorbeelden geven van economisch geweld en sociaal geweld.

• Vraag de deelnemers vervolgens om de tekst te lezen waarin wordt uitgelegd dat sociaal geweld elke vorm van beperking, controle of aansporing van sociaal isolement van een persoon is en doe daarna de quiz met de titel «Topic 4.4 Activiteit 7: Soorten gender-gerelateerd geweld « waar ze worden gevraagd om drie voorbeelden van sociaal geweld te geven.

• Daarna gaan ze door naar het volgende thema van dit onderdeel.

106 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Tip voor de begeleider

Voor meer informatie over de soorten gender-gerelateerd geweld, zie hier:

https://www.coe.int/en/web/gender-matters/physical-violence

https://www.coe.int/en/web/gender-matters/psychological-violence

https://www.who.int/violence_injury_prevention/violence/global_campaign/en/chap6. pdf

Thema 5 Waar gender-gerelateerd geweld plaatsvindt

Activiteit 8: Wat zou je zeggen …?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Identificeer en begrijp de verschillende instellingen van gender-gerelateerd geweld.

Instructies

• Vertel de deelnemers dat ze nu zullen worden gevraagd na te denken over de verschillende scenario’s waarin gender-gerelateerd geweld zou kunnen optreden.

• Vraag hen de quiz met de titel “Topic 5 Activiteit 8: Wat zou je zeggen…?” te doen. Daar wordt hen gevraagd vier verschillende situaties te noemen waar gender-gerelateerd geweld zou kunnen plaatsvinden.

Activiteit 9: Plaatsen van gender-gerelateerd geweld

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 107

Doelen

• Verken en begrijp de verschillende plaatsen waar gender-gerelateerd geweld vaak plaatsvindt.

Instructies

• Bespreek met de deelnemers de vier verschillende situaties waar gender-gerelateerd geweld zou kunnen plaatsvinden, te beginnen met geweld door de intieme partner. Vraag hen om de quiz getiteld “Topic 5.1 Activiteit 9: Plaatsen van gender-gerelateerd geweld” te doen en noem drie voorbeelden van gender-gerelateerd geweld door de intieme partner.

• Lees daarna met de deelnemers de tekst over de tweede plaats van gender-gerelateerd geweld, namelijk in het gezin. Instrueer de deelnemers om de quiztitel “Topic 5.2 Activiteit 9: Plaatsen van gender-gerelateerd geweld” te nemen en geef drie voorbeelden van gendergerelateerd geweld in het gezin.

• Ga verder met het lezen van de tekst over de derde plaats van gender-gerelateerd geweld, namelijk geweld op de werkplek. Vertel de deelnemers om de quiztitel “Topic 5.3

Activiteit 9: Plaatsen van gender-gerelateerd geweld” te nemen en drie voorbeelden op te schrijven van gender-gerelateerd geweld op de werkplek.

• Lees daarna de tekst over de vierde setting van gender-gerelateerd geweld, namelijk geweld in de sociale sfeer en de buurt. Vraag de deelnemers om de quiztitel “Topic 5.4 Activiteit 9: Plaatsen van gender-gerelateerd geweld” te nemen en drie voorbeelden op te schrijven van gender-gerelateerd geweld in de sociale sfeer en de buurt.

• Daarna worden de deelnemers teruggestuurd naar thema 2.

Even terug naar de vraag van Topic 2 Dus…Wat is gender-gerelateerd geweld?

Activiteit 10: Dus… Wat is gender-gerelateerd geweld? Deel 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Bekijk opnieuw de definitie van gender-gerelateerd geweld.

Instructies

• Vraag de deelnemers om terug te kijken naar de eerder gemaakte groepsdefinitie van gender-gerelateerd geweld.

• Na die opnieuw gelezen te hebben, wordt de deelnemers gevraagd om de quiz te maken die op het platform staat onder de titel “Even terug naar de vraag van Topic 2, Activiteit 10 Dus… Wat is gender-gerelateerd geweld? Deel 1”. Willen ze hun groepsdefinitie van gendergerelateerd geweld nu veranderen? Bespreek dit met de groep. Het is belangrijk om de deelnemers aan te moedigen om hun mening te uiten en erover te overleggen. Als ze hun nieuwe groepsdefinitie van gender-gerelateerd geweld hebben geformuleerd, wordt hen gevraagd deze te uploaden naar het platform.

108 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Activiteit 11: Dus… Wat is gender-gerelateerd geweld? Deel 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Bekijk opnieuw de definitie van gender-gerelateerd geweld.

Instructies

• Vervolg van de vorige activiteit. Lees met de deelnemers de definitie die de VN geeft van gender-gerelateerd geweld.

• Vraag ze dan om de quiz getiteld “Even terug naar de vraag van Topic 2, Activiteit 11 Dus… Wat is gender-gerelateerd geweld? Deel 2». Daar wordt hen gevraagd om de VN-definitie te vergelijken met de definitie van de groep en de verschillen als groep te bespreken.

• Sluit dit deel over gender-gerelateerd geweld af met een terugblik op de besproken onderwerpen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 109

Deel 3 Psychologisch geweld

Doelen

• Sta stil bij de ernst van psychologisch geweld in al zijn vormen.

• Begrijp hoe en waarom psychisch geweld moeilijker aanwijsbaar is en dat het daarom gemakkelijker wordt geaccepteerd.

• Begrijp hoe en waarom psychisch geweld een opstap kan zijn tot andere vormen van gender-gerelateerd geweld.

• Denk na over het concept van romantische liefde en de relatie met gender-gerelateerd geweld.

• Weet wat de cirkel van misbruik in gender-gerelateerd geweld inhoudt.

• Weet van de relatie tussen psychisch geweld en onzichtbaar gender-gerelateerd geweld.

• Denk aan alternatief gedrag om psychologisch geweld tegen te gaan.

Thema 1 Is het geweld?

Activiteit 1: Is het geweld?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Identificeer psychisch geweld in een giftige relatie.

Instructies

• Lees de tekst die te vinden is op het platform die de deelnemers introduceert in de onderwerpen die in dit deel worden besproken.

• Ga dan naar de tekst onder de titel «Is het geweld?» in Topic 1 van Unit 3. Leg de nadruk op het feit dat psychologische mishandeling even reëel is als fysieke mishandeling.

• Vraag de deelnemers om de quiz te doen «Topic 1 Activiteit 1: Is het geweld?» Daar worden ze gevraagd om een video te bekijken en drie vragen te beantwoorden op basis van wat ze hebben bekeken. De deelnemers wordt gevraagd om hun eerste mening te geven over psychisch geweld in een relatie.

110 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Thema 2 Laat het iets achter?

Activiteit 2: Hou je er wat aan over?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Breng de piramide van Galtung en de onzichtbaarheid van GENDER-GERELATEERD GEWELD in verband met psychologisch geweld.

Instructies

• Herinner de deelnemers eraan wat er in de vorige deel is besproken over de piramide van Galtung.

• Vraag hen vervolgens om de vraag te beantwoorden van de quiz «Topic 2 Activiteit 2: Hou je er wat aan over?”

• Leg daarna aan de deelnemers uit dat psychisch geweld vaak min of meer onzichtbaar is en dat de gevolgen soms ook onzichtbaar zijn, dus dan lijkt het erop dat er geen gevolgen zijn. En het is daarom gemakkelijk te verbergen.

• Laat de deelnemers naar het volgende thema te gaan.

Thema 3 Is het makkelijker te accepteren?

Activiteit 3: Is het makkelijker om te accepteren?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 111

Doelen

• Begrijpen hoe psychisch geweld gemakkelijker te accepteren kan zijn dan andere vormen van geweld, vooral in het begin van een relatie.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 3 Activiteit 3: Is het makkelijker om te accepteren?” te doen. Daar wordt hen gevraagd hun mening te geven op basis van de drie aangeleverde scenario’s.

Activiteit 4: Wat zou je zeggen …?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Begrijpen hoe psychisch geweld gemakkelijker te accepteren kan zijn dan andere vormen van geweld, vooral in het begin van een relatie.

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst op het platform en benadruk dat het niet altijd zo gemakkelijk is om op geweld te reageren als de persoon die je pijn doet iemand is van wie je houdt.

• Instrueer de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 3.1. Activiteit 4: Wat zou je zeggen?” en beantwoord de daar gestelde vraag.

Activiteit 5: Romantische liefde

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

112 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Doelen

• Begrijp hoe psychisch geweld in het begin van een relatie gemakkelijker te accepteren is dan andere vormen van geweld.

• Denk na over de relatie tussen het idee van romantische liefde en GENDER-GERELATEERD GEWELD.

• Begrijp het effect dat het idee van romantische liefde heeft op GENDER-GERELATEERD GEWELD.

Instructies

• Bespreek met de deelnemers de informatieve tekst en afbeeldingen die op het platform voor deze activiteit te vinden zijn. Leg uit dat het wijdverbreide idee van romantische liefde niet neutraal is, maar veel consequenties heeft. En een daarvan is dat het een gevaarlijk wapen is geworden voor die jongens en mannen die macht, controle of bezit willen hebben van meisjes en vrouwen.

• Na afloop bekijken de deelnemers enkele afbeeldingen van scènes uit animatiefilms. Vraag hen de quiz met de titel Topic 3.2 te doen. Activiteit 5: Romantische liefde’ en schrijf op hoe ze denken dat deze films liefde uitbeelden en of ze ideeën over liefde suggereren die geassocieerd kunnen worden met giftige relaties.

Activiteit 6: Love Actually

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Begrijp hoe psychisch geweld in het begin van een relatie gemakkelijker te accepteren is dan andere vormen van geweld.

• Denk na over de relatie tussen het idee van romantische liefde en GENDER-GERELATEERD GEWELD.

• Begrijp het effect dat het idee van romantische liefde heeft op GENDER-GERELATEERD GEWELD.

Instructies

• Bespreek met de deelnemers het idee dat het patriarchale idee van liefde in al die verhalen zit, en het zit meestal verweven in het model van romantische relaties.

• Vraag hen daarna om de quiz met de titel “Topic 3.3. Activiteit 6: Love Actually”. Daar worden ze gevraagd om een korte video uit de romantische film “Love Actually” te bekijken en een vraag te beantwoorden.

Tip voor de begeleider

Je kunt ook hier de korte video van de romantische film “LoveActually” bekijken

Voorlichting over gender aan tienerjongens 113

Thema 4 Is het een opstapje?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Begrijp dat de subtiele uitingen van psychisch geweld een opstapje kunnen zijn voor ander geweld.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de tekst op het platform te lezen. Merk op dat de subtiele uitingen van psychologisch geweld in het begin vaak moeilijker aanwijsbaar zijn en daarom gemakkelijker te accepteren, waardoor je geleidelijk aan in een spiraal van geweld terecht kunt komen.

Thema 5 Is het er altijd?

Activiteit 7: Psychologisch geweld: is het er altijd?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Verken hoe psychisch geweld voor kan komen in tienerrelaties.

• Begrijp de cyclus van misbruik.

• Denk na over manieren voor wat je kunt doen bij psychisch geweld en manieren om het te voorkomen.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de tekst te lezen en de informatieve afbeelding te bekijken die op het platform staat over psychologisch geweld en de cyclus van misbruik. Vertel de deelnemers dat als je alle andere vormen van geweld nader bekijkt, je ziet dat daar eigenlijk altijd psychisch geweld bij zit. Leg uit wat de drie stadia van de cyclus van misbruik zijn en hoe ze zich herhalen.

• Vraag daarna de deelnemers uit om de quiz «Topic 5 Activiteit 7: Is het er altijd?» te doen. Daar gaan de deelnemers vijf video’s bekijken en twee vragen beantwoorden die relevant zijn voor elk van de video’s. Ze worden gevraagd om aan te geven hoe psychologisch geweld in tienerrelaties kan voorkomen. De activiteit en dit deel eindigen met een vraag om mogelijke reacties of alternatief gedrag te bespreken voor zowel de meisjes als de jongens die in de video’s een rol spelen.

114 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Deel 4 Seksueel geweld

Doelen

• Leer en begrijp de classificatie van seksueel geweld, gebaseerd op het contact en de relatie met de dader.

• Leer, begrijp en reflecteer op de concepten van sexting en sexpreading.

• Leer en begrijp het concept van “rape culture”(verkrachtingscultuur).

• Begrijp, identificeer en reflecteer op de sociale mechanismen die een verkrachtingscultuur bevorderen.

• Bekijk het idee van consent / toestemming.

• Verken mythes over seksueel geweld.

• Onderzoek alternatieven voor geweld in relaties.

• Denk na over de rol van jongens en mannen in de strijd tegen GENDER-GERELATEERD GEWELD.

Thema 1 Soorten seksueel geweld

Activiteit 1: Plaats op de as

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp een classificatie van seksueel geweld, gebaseerd op het contact en de relatie met de dader.

Instructies

• Begin met de deelnemers kennis te laten maken met de onderwerpen die in dit deel aan de orde komen. Benadruk dat seksueel geweld niet kan worden gezien als geïsoleerde handelingen die alleen bepaalde individuen treffen. Het is in feite het resultaat is van een breder geweldsprobleem: de situatie waarin de relaties van mannen met vrouwen gebaseerd zijn op macht en controle.

• Herinner de deelnemers aan de definitie die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft over seksueel geweld.

Tip voor de begeleider

De definitie van seksueel geweld en meer informatie over dit onderwerp vindt u hier

Voorlichting over gender aan tienerjongens 115

• Ga verder door met de deelnemers de classificatie van seksueel geweld te bespreken op basis van assen fysiek contact - niet fysiek contact en intieme relatie - niet intieme relatie op het platform. Leg uit dat seksueel geweld dus ook gebaseerd kan zijn op niet-fysiek contact.

• Vertel de deelnemers ook dat een tweede as van dergelijke handelingen is gebaseerd op de relatie met de dader, en dat ze zowel in intieme als niet-intieme relaties kunnen plaatsvinden.

• Nadat ze dit hebben doorgenomen, vraag dan de deelnemers om de quiz «Topic 1 Activiteit 1: Plaats op de as» te doen.

Activiteit 2: Nieuwe vormen van seksueel geweld

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp en reflecteer op de concepten van sexting en sexpreading.

Instructies

• Vertel de deelnemers dat er nieuwe vormen van seksueel geweld zoals sexting en sexpreading zijn ontstaan in de digitale tijd waarin we leven. Vertel ze ook dat tegenwoordig de weigering om voorbehoedsmiddelen te gebruiken ook kan worden beschouwd als een daad van seksueel geweld.

• Vraag de deelnemers om de quiz met de titel “Topic 1.1. Activiteit 2: Nieuwe vormen van seksueel geweld”. Daar worden de deelnemers gevraagd om drie video’s te bekijken en de vragen te beantwoorden. Als ze klaar zijn met de quiz, vraag ze dan om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken, waarmee ze naar het volgende deel van dit thema gaan.

• Lees met de deelnemers de tekst op het platform die uitlegt dat het weigeren van anticonceptie een vorm van seksueel geweld is.

• Vestig vervolgens hun aandacht op andere vormen van seksueel geweld die op het platform worden genoemd.

Tip voor de begeleider

U kunt hier meer informatie vinden over de verschillende vormen van seksueel geweld.

116
tienerjongens
Voorlichting over gender aan

Thema 2 Verkrachtingscultuur

Activiteit 3 &d 4: Rape Culture

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur (rape culture).

• Identificeer elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

Instructies

• Begin met de deelnemers kennis te laten maken met het onderwerp rape culture. Vertel de deelnemers dat verkrachtingscultuur verwijst naar de sociale en culturele structuur die seksueel geweld normaliseert, rechtvaardigt, accepteert en onzichtbaar maakt.

• Laat de deelnemers de quiz «Topic 2 Activiteit 3 & 4: Rape culture» op het platform te doen.

Activiteit 5: Objectificatie en seksualisering

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Objectificatie en seksualisering van vrouwen kunnen benoemen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 117

Instructies

• Vertel de deelnemers dat, zoals we eerder hebben gezien, seksueel geweld niet inherent is aan de mens, maar iets dat door mensen bedacht en geleerd is, een “sociale constructie”. Om dit tegen te gaan, is het noodzakelijk om je bewust te zijn van de sociale mechanismen die het bevorderen.

• Vertel de deelnemers dat objectivering en seksualisering twee manieren zijn die samen eraan bijdrage dat we vrouwen gaan zien als seksuele gebruiksvoorwerpen in plaats van als personen.

• Vraag de deelnemers om de quiz “Topic 2.1. Activiteit 5: Objectificatie & seksualisering” te doen.

Activiteit 6: De erotisering van de overheersing

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Weten wat erotisering van dominantie en overheersing is.

Instructies

• Gebruik de tekst op het platform om aan de deelnemers uit te leggen dat in patriarchale verhoudingen er vaak sprake is van “erotische dominantie of overheersing». Van mannen en vrouwen wordt verwacht dat ze opgewonden raken door beelden en ervaringen van mannelijke dominantie over vrouwen.

• Vraag de deelnemers om de quiz getiteld «Topic 2.2 Activiteit 6: De erotisering van dominantie» te doen. Hierbij wordt aan deelnemers gevraagd om een voorbeeld hiervan te uploaden. Bespreek de beelden samen na. Hierbij kun je vermelden dat erotisering van dominantie niet altijd seksueel geweld hoeft te zijn. Er is een bloeiende beweging rond sadomasochisme, waarin zowel mannen als vrouwen op vrijwillige basis seksueel “spelen” me dominantie. Om te zorgen dat dit geen geweld wordt, moet je dan wel veel vertrouwen in elkaar hebben en er goede afspraken over maken.

Activiteit 7: Hegemonische pornografie, deel 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

118 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Denk na over hoe hegemonische pornografie bijdraagt aan een verkrachtingscultuur

Instructies

• Vertel de deelnemers om de quiz met de titel «Topic 2.3. Activiteit 7: Hegemonische pornografie” te doen. Daar worden de deelnemers gevraagd om zeven vragen te over hegemonische pornografie te beantwoorden en krijgen ze feedback op hun antwoorden.

Tip voor de begeleider

Feedback op enkele van de vragen in de quiz “Topic 2.3. Activiteit 7: Hegemonische pornografie”.

* De feedback die in het platform aan Nederlandse deelnemers wordt gegeven is anders dan in de Engelse, Spaanse en Griekse versies van het platform. Dat komt omdat de Nederlandse redacteurs menen dat de feedback in de originele versie tendentieus en pornovijandig is. Een meerderheid van de jongens bekijkt porno, doorgaans zonder negatieve gevolgen. We willen hen niet opzadelen met schaamte- en schuldgevoelens op basis van cijfers uit Amerikaanse seksvijandige onderzoeken. Hierin volgen we de mainstream mening van de Nederlandse experts op het gebied van seksuele vorming.

Vraag: “Op welke leeftijd denk je dat jongens porno beginnen te kijken?”

Feedback: Internationaal is de gemiddelde leeftijd dat jongens porno beginnen te kijken 14 en meisjes rond de 16. Sommigen beginnen al tussen hun 8e en hun 14e.

Vraag: “Denk je dat jongens meer porno kijken dan meisjes?”

Feedback: Mannen kijken meer porno. 87% bekijken af en toe pornofilms en 30% denkt van zichzelf dat ze een beetje (of veel) verslaafd zijn aan porno.

Vraag: “Denkt u dat er een verband is tussen hegemonische pornografieconsumptie en risicovol seksueel gedrag?”

Feedback: In een onderzoek zei 50% van de jonge mannen dat ze meer risicovol seksueel gedrag hebben na het kijken van porno.

Slechte “hegemonische” porno kan dus volgens sommigen een reden zijn voor meer risicovol seksueel gedrag, bijvoorbeeld onbeschermde seks (stiekum geen condoom gebruiken), groepseks tegen je wil, seks met geweld… Niet dat we daarmee alles over een kam willen scheren…

Vraag: “Denkt u dat er een verband is tussen hegemonische pornografie en prostitutie? Wat is de relatie denk je?”

Feedback: Sommige mensen denken dat hegemonische porno kan leiden tot een “gedragsescalatie”; dus een uit de hand lopen van het kijken naar porno naar dingen die met prostitutie te maken hebben. In een onderzoek zegt 46,7% van de mannen dat ze bij de porno reclames zagen waarbij ze werden gevraagd een prostituee te huren. 4,5 % zegt dat ze dat wel zouden willen.

Er zijn verschillende meningen over prostitutie. Sommigen vinden het slecht omdat ze denken dat seks slecht is of omdat ze denken dat alle prostituees gedwongen of misbruikt worden. Anderen (waaronder veel prostituees zelf) denken dat het gewoon een beroep is waar je niet raar over moet doen. Als je dat denkt, is het huren van een prostituee dus geen “gedragsescalatie”.

Vraag: “Denkt u dat hegemonische pornografieconsumptie de belangrijkste bron van seksuele voorlichting onder jonge jongens en meisjes zou kunnen zijn?”

Feedback: Veel jongens en meisjes geven aan dat ze denken dat ze wel wat kunnen leren van porno. In Nederland hebben we redelijk goed seksuele Voorlichting, maar veel jongens en meisjes hebben er behoefte aan om echt te zien hoe dat nou gaat. Een tekening van een penis of van en clitoris is immers niet hetzelfde als een foto of een film – en dat laten ze niet zien op school. Ook zijn jongens erg nieuwsgiering naar hoe een penis er bij andere jongens en bij volwassen mannen eruit ziet, is en meisjes naar de borsten van andere meisjes.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 119

Veel jongens en meisjes weten wel dat porno vaak nogal verwrongen beelden geeft van seks. Dat het niet klopt met de werkelijkheid. Maar ze weten vaak niet precies wat klopt en wat niet. Dus kan je gemakkelijk gaan denken dat de (extreme) gender stereotypen die je vaak ziet in porno “gewoon” zijn, en dat de typen dominantie en geweld het toppunt van seksuele opwinding zijn. Het is beter om hierover met elkaar te praten, want porno is fantasie, en niet iedereen houdt van elke fantasie, zeker niet als die “hegemonisch” is.

Activiteit 8: Hegemonische pornografie, deel 2

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Denk na over hoe hegemonische pornografie kan bijdragen aan een verkrachtingscultuur

Instructies

• Lees met de deelnemers de tekst op het platform waarin wordt uitgelegd dat hegemonische pornografie is gebaseerd op de waarden van hegemonische mannelijkheid, objectivering, seksualisering en mannelijke overheersing.

• Vraag hen daarna om de quiz met de titel «Topic 2.4. Activiteit 8: Hegemonische Pornografie II”. Daar beantwoorden ze vragen over hoe volgens hen hegemonische pornografie mannen en vrouwen uitbeeldt en hoe deze weergave verwarrend kan zijn voor jonge mensen die naar pornografie kijken.

Activiteit 9: Blaming The Victim

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Begrijp en reflecteer op het idee van «het slachtoffer de schuld geven» (blaming the victim).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

120

Instructies

• Laat de deelnemers de quiz «Topic 2.5. Activiteit 9: Blaming the victim” maken. Hier wordt hen gevraagd of ze bekend zijn met de zin «ze vroeg erom» en ze woerden gevraagd om na te denken over wat zij denken dat dit betekent en of het iets te maken heeft met seksueel geweld. Als ze klaar zijn met het maken van de quiz, vraag ze dan om op de knop «klik hier om verder te gaan» te drukken die hen naar het volgende deel van dit thema brengt.

Activiteit 10: Consent

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Leer en begrijp het concept van verkrachtingscultuur.

• Verken elementen die bijdragen aan de verkrachtingscultuur.

• Denk na over het idee van consent / toestemming.

Instructies

• Vraag de deelnemers om de tekst op het platform te lezen en uit te leggen waarom «verkrachting de enige misdaad is waarbij de dader zich onschuldig voelt en het slachtoffer zich schaamt».

• Vertel hen dat de kwesties die we in dit deel hebben besproken, leiden tot het concept van ‘consent’ (toestemming) dat we eerder hebben besproken. Vraag hen dan om de video over consent te bekijken.

• Daarna kunnen ze de quiz doen «Topic 2.6 Activiteit 10: Consent/toestemming».

• Sluit dit thema af door de humoristische video met de titel «Vraag erom» te bekijken die op het platform wordt aangeboden.

Thema 3 Mythen over seksueel geweld

Activiteit 11: Is het verkrachting?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 121

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Verken mythen over seksueel geweld

Instructies

• Begin met de deelnemers kennis te laten maken met de onderwerpen die in dit thema aan de orde komen. Benadruk dat er veel mythen bestaan over seksueel geweld die nog eens extra schade toebrengen aan het slachtoffer en bijdragen aan het niet straffen van seksueel geweld.

• Vraag de deelnemers om de informatieve teksten die op het platform worden aangeboden over de mythen rond seksueel geweld te lezen. Bekijk de mythen dat:

- daders worden gemotiveerd door seksueel verlangen

- daders mensen zouden zijn met psychiatrische aandoeningen

- daders alleen vieze oude mannen of monsters zijn

- dat seksueel geweld alleen gebeurt met jonge en mooie vrouwen

- dat een opgewonden man kan zichzelf niet beheersen

- dat verkrachting vindt meestal ’s nacht plaatsvindt op donkere en afgelegen plaatsen

• Vraag de deelnemers daarna om de quiz «Topic 3 Activiteit 11: Is het verkrachting?» te doen. Daar worden de deelnemers gevraagd de video te bekijken en de vragen te beantwoorden.

Thema 4 De consequenties van seksueel geweld

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Verken de gevolgen van seksueel geweld

Instructies

• Laat de deelnemers kennismaken met wat er in dit thema aan de orde komt. Vertel dat seksueel geweld onderdrukking is: je pakt de beslissingsvrijheid af van degene die je dwingt. Dat heeft impact op verschillende aspecten van het leven van het slachtoffer. Het kunnen psychologische, fysieke, economische, sociale en gedragsgevolgen zijn.

• Laat de deelnemers de teksten lezen over de verschillende soorten gevolgen van seksueel geweld. Vermeld dat er gevolgen voor de geestelijke gezondheid zijn: zowel psychologische als gedragsmatige, fysieke gevolgen, gevolgen voor seksuele en reproductieve gezondheid, gevolgen voor sociale relaties en slachtoffers kunnen eraan overlijden.

• Als de deelnemers het gelezen hebben bespreek dan de gevolgen en vraag daarna de deelnemers om naar het volgende thema te gaan.

122 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Thema 5 Een andere manier

Activiteit 12: Is er een andere manier?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Onderzoek alternatieven voor geweld in relaties.

• Denk na over de rol van jongens en mannen in de strijd tegen GENDER-GERELATEERD GEWELD.

Instructies

• Vraag de deelnemers om eerst de quiz met de titel “Topic 5 Activiteit 12: Een andere manier” te doen. Daar worden de deelnemers gevraagd om een video te bekijken en de vragen te beantwoorden op basis van wat ze hebben bekeken.

• Vraag hen daarna om op de knop «klik hier om verder te gaan» te klikken, waarmee ze naar het volgende deel van dit thema gaan. Bespreek met de deelnemers de informatieve tekst over bewegingen en campagnes die zich inzetten voor de bestrijding van gender-gerelateerd geweld.

• Beëindig de activiteit en dit onderdeel door samen met de deelnemers de video met de titel “Boys don’t cry” te bekijken.

Tip voor de begeleider

U kunt de video “Boys don’t cry” ook hier bekijken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 123
124 Voorlichting over gender aan tienerjongens
Module 4: Be the change!

Module 4: Be the change!

Ontwikkeld door het Centrum voor Gendergelijkheid en Geschiedenis (KIIF), Cyprus

Een module op basis van ervaringsgerichte en interactieve activiteiten, ontworpen voor online onderwijs dat diversiteit, identiteit, gelijkheid en verandering onderzoekt. Deze module is geschikt om stereotypen, vooroordelen en alle vormen van discriminatie in brede zin, met een nadruk op gender aan te pakken.

Deel 1 Mijn plaats in de wereld

Doelen

• Definieer «diversiteit».

• Erken het belang van diversiteit.

• Definieer «identiteit».

• Reflecteer op de eigen identiteit.

• Erken dat sociale identiteiten dynamisch zijn in de zin dat ze stabiel of vloeiend kunnen zijn, door geboorte of door keuze, zichtbaar of onzichtbaar.

• Erken dat iedereen meerdere sociale identiteiten heeft en dat deze van invloed zijn op iemands ervaringen.

• Erken dat de samenleving bepaalt welke identiteiten ertoe doen of welke identiteiten als maatschappelijk relevant, gewaardeerd of afgekeurd worden beschouwd.

• Erken dat een identiteit in de ene context prominenter aanwezig kan zijn dan in de andere.

• Begrijp hoe identiteit kan leiden tot voorrechten en discriminatie.

• Detecteer situaties waarin een identiteit versterkend of ontkrachtend is, afhankelijk van de sociale context.

• Identificeer situaties waarin het focussen op een enkele identiteit kan leiden tot geweld.

Thema 1 Kennismaking

Variatie

Als u dit thema begeleidt met een nieuwe groep deelnemers in plaats van als onderdeel van de grotere cursus, kunt u hier de kennismakingsoefening uit “Module 1, 0.2 Kennismaken” gebruiken. Dat is een kennismakingspel waarin de deelnemers zichzelf voorstellen door hun naam, leeftijd en één ding te zeggen waar ze trots op zijn over zichzelf.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 125

Activiteit 1: Kennismakingscirkel

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• Afhankelijk van het aantal deelnemers, circa 2-3 minuten per deelnemer.

Doelen

• Denk na over je verwachtingen van dit cursusonderdeel.

Instructies

• Start een «cirkel» waarin elke deelnemer een of twee dingen zegt over wat ze van deze cursus verwachten.

• Je kunt ze ook twee minuten de tijd geven om een of twee dingen op te schrijven die ze van deze cursus verwachten en ze via sms te sturen (als je bijvoorbeeld zoom gebruikt, kunnen ze het via de ‘chat’ verzenden). Dan zou je ze hardop kunnen voorlezen.

Activiteit 2: Met elkaar kennis maken

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• Afhankelijk van het aantal deelnemers, circa 10 minuten plus 2 minuten per deelnemer.

Doelen

• Bouw vertrouwen op tussen de deelnemers.

• Bouw een veiligere leerruimte.

• Maak kennis met de diversiteit van de groep en de identiteiten van de deelnemers.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in tweetallen, gebruik virtuele kamers, en geef ze vijf minuten om (meer) over elkaar te leren (ongeveer twee en een halve minuut voor elk).

• Leg uit dat de deelnemers na vijf minuten terugkeren naar de plenaire vergadering en dat elke deelnemer zal worden gevraagd om hun duo binnen een minuut aan de plenaire vergadering te presenteren.

• Breng na de vijf minuten iedereen terug naar de plenaire vergadering en geef elke persoon ongeveer één minuut om hun partner te presenteren op basis van de dingen die ze tijdens hun gesprek hebben gehoord.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

126

Activiteit 3: Groepsregels

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Maak of herbevestig de regels voor omgangsvormen die de deelnemers tijdens de cursus willen volgen.

• Deel verantwoordelijkheid en eigenaarschap van de regels.

Instructies

• Als dit een nieuwe groep is, volg dan de instructies in «Module 1, 0.3 Afspraken» van deze handleiding.

• Als de groep al afspraken over omgangsvormen heeft gemaakt, zou u een variatie kunnen maken op de betreffende activiteit. In dit geval kunt u in plaats van elke deelnemer te vragen één tot drie regels te bedenken die zij belangrijk vinden, hen te vragen om één regel te bedenken die zij het belangrijkst vonden tijdens hun deelname aan deze cursus tot nu toe.

Thema 2 Diversiteit en identiteit

Activiteit 1: Vertel me wie je bent!

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Erken dat er diversiteit is tussen de deelnemers.

• Definieer «diversiteit».

• Erken het belang van diversiteit.

• Realiseer je dat diversiteit inherent is aan het leven en het leven interessant kan maken.

• Definieer «identiteit».

• Reflecteer op je eigen identiteit.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 127

Instructies

Stap 1: Een identiteitsboom tekenen

• Vraag de deelnemers om hun identiteitsboom te tekenen. Een voorbeeld van zo’n boom is te vinden in het platform.

• Zoals in het voorbeeld te zien is, krijgt de identiteitsboom zes takken. Op elke tak schrijven ze één identiteit die een aspect vertegenwoordigt van wie ze zijn.

• Leg uit dat de zes identiteiten eigenschappen of kenmerken zijn die belangrijk voor hen zijn en die ze waarschijnlijk zouden gebruiken om zichzelf te beschrijven aan een persoon die ze net hebben ontmoet. Leg uit dat er geen fout of juist antwoord is. Een identiteit verwijst naar elke kwaliteit of kenmerk van een persoon.

• Leg wel uit dat het voor de oefening beter sommige woorden te vermijden, zoals bijvoeglijke naamwoorden als «mooi», «goed» enz. of fysieke kenmerken die verband houden met het uiterlijk zoals «groene ogen», «blond»; TENZIJ ze zijn echt belangrijk voor hen zijn in termen van wie ze zijn. Het is beter om je te richten op identiteiten die te maken hebben met de groep waartoe je behoort. Bijvoorbeeld leeftijdsgroep (tiener zijn), gender (jongen zijn), nationaliteit (Nederlands zijn), ras, hobby’s (atleet zijn), religie enz.

• Om ze te helpen begrijpen hoe ze dit moeten doen, kun je je eigen identiteitsboom maken of het voorbeeld van een beroemd persoon gebruiken om een (hypothetische) boom te maken.

• Geef ze een paar minuten om hun zes identiteiten op te schrijven.

Stap 2: Vind gemeenschappelijke identiteiten

• Verdeel de deelnemers in groepjes van drie tot vier personen met behulp van virtuele subgroepen en vraag hen om uit te zoeken of anderen een of meer gemeenschappelijke identiteiten met hen delen.

• Telkens wanneer ze iemand vinden die een identiteit heeft geschreven die dezelfde is als die van hen, moeten ze hun naam naast de relevante identiteit noteren.

• Herschik de kamers twee keer zodat iedereen uit alle groepen zal passeren om gemeenschappelijke identiteiten te vinden.

Stap 3: Discussie

• Breng iedereen terug naar de plenaire ruimte en leid een discussie op basis van de volgende vragen:

“WAT”- VRAGEN (OM WEER TE WETEN OP WAT ER GEBEURD IS)

- Heb je bij veel of bij weinig mensen dezelfde identiteit gevonden?

- Had je een identiteit die niemand anders had?

- Hoe voelde je je toen je gemeenschappelijke identiteiten vond?

- Hoe voelde je je toen je niemand vond die je identiteit deelde?

- Vond je het leuk om iemand te ontmoeten met wie je een identiteit deelde?

- Vond je het leuk om iemand te ontmoeten die een andere of unieke identiteit had?

“WAAROM”- VRAGEN (OM NA TE DENKEN WAAROM HET GEBEURDE)

- Waarom denk je dat het voor jou belangrijk was (een gemeenschappelijke identiteit met iemand vinden)?

- Denk je dat het hebben van verschillende identiteiten een obstakel is bij het maken van vrienden of het omgaan met andere mensen?

- Is het nodig om een gemeenschappelijke identiteit te hebben om te voelen dat je erbij hoort?

- Kan je iemand alleen accepteren zolang deze dezelfde identiteit heeft als de jouwe?

- Denk je dat je jouw identiteit moet bepalen op basis van de identiteit van anderen of op basis van de verwachtingen van anderen?

- Is het positief/negatief om gemeenschappelijke/verschillende identiteiten te hebben?

- Kan het problemen veroorzaken? Zou het beter zijn als we allemaal hetzelfde waren?

• We denken dat uit de dialoog naar voren zal komen dat we allemaal een aantal identiteiten hebben die we met anderen delen en dat tegelijkertijd ieder van ons unieke of andere

128 Voorlichting over gender aan tienerjongens

identiteiten en kenmerken heeft. In de samenleving wordt het hebben van verschillende identiteiten «diversiteit» genoemd. Op dit punt kunt u samen met de groep de definitie van «diversiteit» lezen (te vinden op het platform).

• Probeer niet om de frictie die kan ontstaan door diversiteit te omzeilen of the ontkennen. Integendeel, dit is een goed moment om ook het ongemak dat veel mensen voelen bij (een voor hen te grote) diversiteit. Wijs erop dat dit ongemak een natuurlijk verschijnsel is; je voelt je nu eenmaal gemakkelijker bij mensen die op je lijken en dezelfde gewoonten hebben. Maar dat het gevoel van ongemak natuurlijk is, wil niet zeggen dast je er klakkeloos naar kan handelen. Als je vanuit ongemak andere mensen gaat beoordelen en veroordelen, leidt dat ertoe dat je de identiteit van anderen niet respecteert en dat zal tot vervreemding, conflicten of zelfs oorlog leiden. Het is dus beter om zowel onze overeenkomsten als van onze verschillen te leren waarderen. Juist het feit dat elke persoon en zelfs elk dier of plant uniek is, maakt ons leven interessant!

Definitie van diversiteit (op het platform)

In het algemeen betekent diversiteit dat een geheel uit verschillende elementen is samengesteld. Bij menselijke samenlevingen, gaat het dan over verschillen tussen mensen. Mensen kunnen bijvoorbeeld verschillen hebben op basis van hun etniciteit, cultuur, gender, leeftijd, religie, politieke overtuiging, seksuele geaardheid en nog veel andere sociale of persoonlijke kenmerken.

Thema 3 Sociale identiteit

Activiteit 1: Ik in de wereld

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Reflecteer op de eigen identiteit.

• Erken de impact van identiteiten op iemands leven.

• Begrijp hoe identiteit kan leiden tot voorrechten en discriminatie.

• Detecteer situaties waarin een identiteit versterkend of ontkrachtend is, afhankelijk van de sociale context.

• Erken dat de samenleving bepaalt welke identiteiten ertoe doen of welke identiteiten als maatschappelijk relevant, gewaardeerd of afgekeurd worden beschouwd.

• Erken dat een identiteit in de ene context prominenter aanwezig kan zijn dan in de andere.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 129

Instructies

• Vraag de deelnemers om te kiezen (uit de zes takken van hun identiteitsboom):

• (A) Twee identiteiten die hen sterker of machtiger maken of waardoor ze zich op hun gemak of zelfs belangrijk voelen in de sociale omgeving waarin ze leven.

• (B) Twee identiteiten die hen het gevoel geven machteloos te zijn of ervoor zorgen dat ze zich ongemakkelijk of ondergewaardeerd voelen in de sociale omgeving waarin ze leven.

• Leg uit dat dit niet noodzakelijkerwijs betekent dat een identiteit hen de hele tijd machtiger/ machteloos geeft. Het kan zijn dat ze zich door een bepaalde identiteit soms op hun gemak/ ongemakkelijk voelen, of dat ze dit gevoel alleen soms hebben tijdens een bepaald voorval of in een bepaalde situatie.

• Deel een virtueel whiteboard met de deelnemers. Bijvoorbeeld met behulp van programma’s met virtuele plaknotities, zoals Mural

• Het bord moet in twee categorieën/gebieden worden verdeeld:

• (A) KRACHT: Identiteiten die je een gevoel van kracht of macht geven.

• (B) KWETSBAAR: Identiteiten die je een gevoel van kwetsbaarheid of onmacht geven.

• Vraag de deelnemers om hun geselecteerde identiteiten in virtuele plaknotities (anoniem) te schrijven en deze onder de juiste kolom te zetten. Geef aan dat je een identiteit ook in beide kolommen kunt plaatsen.

• Sluit de activiteit af met een groepsgesprek aan de hand van de volgende vragen:

• - Was het gemakkelijk/moeilijk voor je om identiteiten in te delen?

• - Wat heb je ontdekt? Welke identiteiten worden in elke kolom herhaald?

• - Zijn er aspecten van identiteiten die in beide kolommen terug te vinden zijn? Waarom denk je dat dat is?

• - Wat maakt een identiteit versterkend of kwetsbaar?

• Verwacht wordt dat de discussie zal opleveren dat een identiteit kan worden ervaren als kracht of kwetsbaar afhankelijk van de sociale context en de sociale hiërarchieën die verschillende samenlevingen of groepen domineren.

Activiteit 2: Ben je dezelfde persoon?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Erken dat sociale identiteiten dynamisch zijn in de zin dat ze stabiel zijn of kunnen wisselen, door geboorte of door keuze, zichtbaar of onzichtbaar.

• Erken dat een identiteit in de ene context prominenter aanwezig kan zijn dan in de andere.

130 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Instructies

• Leg aan de deelnemers uit dat je ze gaat opdelen in virtuele subgroepen van drie tot vier personen. Het doel is om over enkele vragen na te denken en deze aan de plenaire vergadering voor te leggen.

• De vragen zijn:

• - Is identiteit iets stabiels of verandert het? Zijn alle identiteiten in dit opzicht hetzelfde?

• - Zijn er identiteiten die niet kunnen veranderen? Welke zijn dat?

• - Zijn identiteiten iets zichtbaars of onzichtbaars voor anderen?

• Om bovenstaande vragen te beantwoorden, wordt van de deelnemers verwacht dat ze teruggaan naar hun eigen identiteitsbomen en zich laten inspireren door voorbeelden van hun eigen identiteit om er dieper over na te denken. Ze kunnen zichzelf ook andere verdiepende vragen stellen, die helpen bij het beantwoorden van de drie vragen. Zoals: welke van die identiteiten hadden ze drie jaar geleden? Welke van die identiteiten kan je zelf wel of niet veranderen? Welke zijn zichtbaar of onzichtbaar?

• Geef ze acht minuten in de subgroepen.

• Breng iedereen terug naar de plenaire vergadering en vraag elk team om hun gedachten te presenteren.

• Verwacht wordt dat de discussie licht zal werpen op het dynamische karakter van identiteiten. De deelnemers zullen zich realiseren dat sommige identiteiten door geboorte (sekse) zijn, andere naar keuze (gender), sommige identiteiten zijn zichtbaar voor anderen (ras) en sommige zijn onzichtbaar (seksuele voorkeur), sommige identiteiten zijn stabiel (aangeboren handicap) en sommige veranderen (politieke voorkeur). Bovendien is het niveau van vloeibaarheid ook dynamisch. Het kan zijn dat een identiteit één of twee keer in je leven verandert (vóór een bepaalde leeftijd ben je bijvoorbeeld een kind en boven een bepaalde leeftijd ben je volwassen), maar het kan ook zijn dat een identiteit voortdurend verandert (bijvoorbeeld iemands kledingstijl). Ook verandert de context de impact van een identiteit (bijvoorbeeld lang zijn in een basketbalwedstrijd heeft een andere betekenis dan lang zijn in een les Nederlands).

Tip voor de begeleider

In dit gesprek kan het thema sekse/geslacht/gender ter sprake komen. Sommige deelnemers zeggen mogelijk dat sekse door geboorte is en onveranderlijk, met argumenten komen voor het zien van gender als constructie en veranderlijk. Daarom is het raadzaam om ter voorbereiding op deze activiteit de definities van sekse en gender te raadplegen. Die staan ook op het platform onder Module 1, Thema 2, Activiteit 3: Gender, Sekse, Voorkeur en Expressie. Het is goed om in gedachten te houden dat zelfs biologische sekse kan veranderen door hormoontherapie en/of operatie. Maar het is niet de bedoeling van deze activiteit is om in detail in te gaan op het verschil tussen “sekse” (biologisch) en “gender” (sociaal) omdat dit in een later stadium van deze cursus zal worden besproken.

Thema 4 Asluitende discussie

Activiteit 1: Vind het voorwerp!

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens 131

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Geef de groep energie.

Instructies

• Leg aan de deelnemers uit dat je een kort spel gaat spelen!

• Het doel van het spel is om in drie minuten een aantal bijzondere voorwerpen naar hun bureau of laptop te brengen.

• U kunt de voorwerpen op het platform gebruiken of andere kiezen.

• Het spel begint zodra je de wekker zet en ‘’Go’’ zegt.

• Wanneer iemand klaar is, moeten ze een grappig woord roepen. Het woord zou «Halloumi» kunnen zijn, de traditionele kaas van Cyprus, of “gatenkaas”.

• Wie alle voorwerpen klaar heeft liggen voor de wekker gaat, wint!

Tip voor de begeleider

Deze activiteit is mogelijk niet geschikt als de groep mensen met een lichamelijke handicap of blessures omvat. In dat geval dient u deze te vervangen door een meer geschikte warming-up, afhankelijk van de mogelijkheden van de groep.

Activiteit 2: Even terug kijken

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Definieer identiteit.

• Noem verschillende soorten sociale identiteiten (nationale identiteit, genderidentiteit enz.).

• Reflecteer op de componenten van de eigen sociale identiteit.

Instructies

• Vraag de deelnemers na de activiteiten die u heeft meegemaakt hoe zij de term identiteit zouden definiëren.

• Sta een paar antwoorden toe.

• Lees dan de definitie van identiteit (zie hieronder of het platform) en bespreek of jullie het allemaal eens zijn met deze definitie.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

132

Definitie van identiteit

Het woord “identiteit” betekent gewoon zijn wie je bent! Als we verwijzen naar jouw identiteit als persoon, bedoelen we alleen wie jij bent.

Als we het in de hedendaagse samenleving over de persoonlijke identiteit van een persoon hebben, kunnen we verwijzen naar:

- De kenmerken, eigenschappen, gevoelens, overtuigingen, ervaringen, interesses, voorkeuren en al het andere dat hen maakt tot wie ze zijn

- Hoe een persoon zichzelf ziet in vergelijking met anderen en hoe anderen hen zien Wanneer we verwijzen naar identiteiten die gebaseerd zijn op ons gevoel bij een groep mensen of in belangrijke sociale categorieën te horen, zoals geslacht, leeftijd, ras, etniciteit, religie, seksuele geaardheid, klasse en vele andere, dan verwijzen we naar sociale identiteit.

Op basis van de sociale categorie die soms aan identiteit is gekoppeld, kunnen we bijvoorbeeld verwijzen nationale identiteit (Nederlands, Grieks of Turks enz.), religieuze identiteit (christen of moslim enz.), genderidentiteit (vrouw of man of transgender). enz.), seksuele identiteit (homo of hetero enz.). Maar er zijn er nog veel meer.

• Vraag de deelnemers na het lezen van de definitie van identiteit om het plaatje «Onderdelen van sociale identiteit» op het platform te bekijken.

• Leg uit dat elke kleur verwijst naar een sociale categorie die onze identiteit bepaalt.

• Merk op dat de plaats van elke sociale categorie in het wiel niet impliceert dat de ene belangrijker is dan de andere.

• Lees de categorieën hardop voor en bespreek samen de betekenis en het belang van elk onderdeel.

Activiteit 3: Eén identiteit

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Verken situaties waarin het focussen op een enkele identiteit kan leiden tot stereotypering, discriminatie en geweld.

Instructies

• Start een discussie aan de hand van de volgende vragen:

Voorlichting over gender aan tienerjongens 133

- In hoeverre beoordelen we mensen op slechts één identiteit?

- Welke effecten kunnen optreden door mensen te beoordelen op basis van één identiteit?

• Laat de deelnemers daarover kort discussiëren.

• Leg uit dat je, om deze vragen nader te bekijken een foto laat zien (dit is een foto van een voetbalfan die wordt geslagen door een groep supporters van het andere team). De link naar de foto is te vinden op het platform.

• Vervolg de discussie met behulp van de volgende vragen:

- Waarom gebeurt er in dit geval geweld?

- Wat is in dit geval de relatie met identiteit?

• Stel de vraag opnieuw:

- Welke effecten kunnen optreden door mensen te beoordelen op basis van één identiteit?

• Verwacht wordt dat de discussie zal leiden tot de conclusie dat het focussen op één identiteit kan leiden tot de ontmenselijking van een persoon. Als iemand alleen één identiteit ziet (een voetbalfan), mist hij de kans om de andere persoon als een mens te zien. Ze erkennen dan niet dat de andere persoon daarnaast ook eigen gevoelens, worstelingen, geliefden, enz. heeft. Dit leidt tot verschijnselen zoals stereotypering, discriminatie, vooroordelen en geweld. U kunt vermelden dat we enkele van deze termen later in de cursus gaan onderzoeken.

Activiteit 4: Woordenwolk

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Evalueer en reflecteer op de ervaring van het volgen van dit onderdeel van de cursus.

Instructies

• Vraag de deelnemers om een of meer woorden op te schrijven die het gevoel of de gevoelens beschrijven die ze nu hebben, na het voltooien van deze cursus.

• Als u wilt, kunt u een programma gebruiken, zoals «Mentimeter», waarmee je een gedeelde ruimte kunt creëren (via een gedeelde link) waar de deelnemers (anoniem) hun woord kunnen schrijven en het programma automatisch een woordwolk genereert op basis van alle woorden.

• Als alternatief kunt u dit eenvoudig doen door hen te vragen u hun woorden via tekst te sturen en vervolgens voegt u hun woorden (anoniem) in een document in en deelt u uw scherm met iedereen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

134

Deel 2 In jouw schoenen!

Doelen

• Definieer «stereotype».

• Definieer «vooroordeel».

• Definieer «discriminatie».

• Construeer een definitie van «sociaal privilege».

• Identificeer verschillende vormen van discriminatie (seksisme, racisme, agisme, classisme, homofobie).

• Versterk empathie voor mensen van andere geslachten, klassen, kleuren, enz.

Thema 1 Ijsbreker en terugkijken

Activiteit 1: Wie?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 20 minuten

Doelen

• Breek het ijs / Versterk de verstandhouding tussen deelnemers.

• Bouw/versterk vertrouwen tussen de deelnemers.

• Creëer/versterk een ontspannen leeromgeving.

• Bouw een veiligere leerruimte.

Instructies

• Leg de deelnemers uit dat je even een intermezzo doet en iedereen de kans wilt geven om wat meer over elkaar te leren. We gaan een spel spelen met de naam «Raad eens wie»!

• Elke persoon schrijft drie feiten over zichzelf opschrijven die niet op het eerste gezicht duidelijk zijn. Je moet bijvoorbeeld niet schrijven «Ik heb blauwe ogen», maar het zou wel kunnen zijn : «Ik ben enig kind», «Ik hou van voetbal», «Ik spreek Chinees» enz.

• Laat ze hun drie kenmerken naar u [als begeleider] sturen.

• Nadat u de kenmerken van alle deelnemers hebt ontvangen, leest u de drie kenmerken van elke deelnemer hardop voor. Na elke keer dat u iemands kenmerken hebt voorgelezen, vraagt u de groep om te raden wie deze kernmerken heeft opgeschreven.

• Zo kunnen we zien hoeveel we elkaar als groep kennen.

• Als de groep uit hetzelfde klaslokaal komt en u daarom weet dat ze elkaar al kennen, kunt u ze vragen om drie kenmerken te bedenken die hun vrienden niet meteen kunnen herkennen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 135

• Het is raadzaam om uzelf ook in het spel te betrekken. U bent tenslotte ook onderdeel van de groep.

• Wees u tijdens het gesprek bewust van mogelijke stereotypen. Bijvoorbeeld als iemand zegt: «Ik had niet gedacht dat ze van heavy metal zou houden. Ze lijkt zo lief». «Ik had niet gedacht dat hij van romantische films zou houden. Hij ziet er macho en slim uit». Dit soort veronderstellingen en stereotyperingen over anderen komen tijdens deze activiteit heel gemakkelijk naar voren. Hoe ga je daarmee om? Je kunt de deelnemers vragen om – zelfs als ze verbaasd zijn – geen oordelen te geven. Je kunt dit illustreren met de bovengenoemde voorbeelden; dit zijn eigenlijk oordelen.

• Tijdens en aan het einde van deze activiteit kan je dit nogmaals subtiel aan de orde stellen. “We oordelen vaak impliciet over anderen zonder ze echt te kennen”. Leg uit dat dit iets is dat we tijdens het volgende onderdeel nader zullen verkennen.

Activiteit 2: Terugkijken naar deel 1

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Kijk terug op de basistermen en -ideeën die in deel 1 zijn geleerd.

• Versterk de basisafspraken die door de groep zijn gemaakt.

Instructies

• Vraag de deelnemers om een paar dingen te vertellen die ze zich herinneren van deel 1.

• Herzie indien nodig de groepsafspraken over omgangsvormen.

Thema 2 Wat is sociaal privilege?

Activiteit 1: De race van privileges

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

136

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Detecteer en definieer sociale privileges.

• Verken de relatie tussen identiteit en privilege (dat wil zeggen, begrijp dat bepaalde identiteiten, zoals iemands geslacht, ras en klasse, een privilege of een nadeel kunnen zijn in de gegeven sociale context).

• Reflecteer op eigen privileges.

• Erken dat andere mensen het misschien moeilijk hebben vanwege hun identiteit in de gegeven sociale omgeving.

• Ontwikkel empathie.

Voorbereiding van deze activiteit:

• Om deze activiteit uit te voeren, moet u een digitaal bestand maken dat als een digitaal bord zal werken. Dit bord moet een rij virtuele pionnen tonen die elke rol in een «virtuele race» vertegenwoordigen. Geef elke pion een nummer. Je moet de pionnen tijdens de les kunnen verplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld in Mural. Zie hieronder een voorbeeld:

Instructies

• Leg aan de deelnemers uit dat je een spel gaat spelen op basis van verschillende rollen of van denkbeeldige personages.

• Leg uit dat elke deelnemer één rol krijgt.

• Maak wel duidelijk dat ze niet gaan acteren of toneelspelen. Ze zullen gewoon een eenvoudige instructie krijgen op basis van wat ze aannemen dat hun karakter / rol zou doen. Meer specifiek: ze zullen gevraagd worden om een stap voorwaarts te maken in een virtuele race.

• Verdeel eerst de rollen. Dit kan via chat of e-mail of op een andere manier die u praktisch vindt. Als u de deelnemers kent, geef dan de meer geprivilegieerde deelnemers de minder geprivilegieerde rollen en andersom. Dit bewaakt dat de minder geprivilegieerde deelnemers niet extra ontmoedigd worden en dat de leerervaring uitvergroot wordt.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 137

• Hieronder vind je tien rollen die verdeeld worden onder de deelnemers. Als er meer deelnemers in de groep zijn, bedenk dan wat extra rollen geïnspireerd op de bestaande en voeg ze toe aan het spel.

• Voorbeelden van rollen

Houd er rekening mee dat deze rollen zijn ontworpen voor de context van Nederland. U kunt ze aanpassen aan uw context.

1. Je bent een jonge vluchteling uit Syrië. Je bent samen met jouw vrouw en jouw dochtertje na een maandenlange enge reis vol ontberingen door Europa in Nederland aangekomen. Jullie asielaanvraag is ingewilligd. Je werkt nu als postbezorger met een minimumloon.

2. Je bent een 16-jarig meisje uit Palestina. Je hebt je vader verloren in een conflict. Je moeder besloot dat je al je geld moest gebruiken om samen met andere vluchtelingen te vluchten naar Europa. Je woont nu in een opvangcentrum voor vluchtelingen en wacht op de behandeling van je asielverzoek door de IND.

3. Je bent een immigrant uit Nigeria. Je hebt je jeugd in extreme armoede en huiselijk geweld geleefd. Een agent van een universiteit adverteerde dat je een student zou kunnen worden in Nederland, een vreedzaam en financieel welvarend EU-land, terwijl je daar werkt. Je hebt besloten om geld te lenen om de kosten en de tickets te betalen. Maar toen je aankwam, kon je niet genoeg geld verdienen om het tweede jaar van de universiteit te betalen. Je wordt nu dus beschouwd als een illegale immigrant omdat je dit jaar niet meer ingeschreven staat op je universiteit. Hoewel de politie je kan arresteren en uitzetten, blijf je zo lang mogelijk in Nederland werken en spaar je geld.

4. Je bent een blank 15-jarig Nederlands meisje dat in Amsterdam woont. Je zit in een rolstoel omdat je jouw benen niet kunt gebruiken. Je leeft een gelukkig leven in een liefdevol en ondersteunend gezin. Je hebt goede cijfers op school en je familie behoort tot de middenklasse (heeft een redelijk goed inkomen).

5. Je bent een blanke man, eigenaar van een grote verzekeringsmaatschappij. Je hebt een enorm bezit geërfd van je familie die je met liefde en zorg heeft opgevoed. Je ouders zijn erg trots op je.

6. Je bent een vrouw, voorzitter van een voetbalclub. Hoewel je in het begin te maken kreeg met twijfel en vooroordelen van sommige leden van het bestuur, aangezien dit de eerste keer was dat een vrouw voorzitter werd van een voetbalclub in jouw stad, zorgde jouw voorzitterschap voor indrukwekkende resultaten. Daarom heb je, ondanks de roddels en de twijfels, nu het respect verdiend van de overgrote meerderheid van de leden van de club.

7. Je bent een student aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Je ouders ondersteunen je financieel, ze houden van je en zorgen voor je.

8. Je bent een 18 jarige Brabander met een Marokkaanse achtergrond. Je bent net aangenomen om te studeren aan de medische afdeling van de Universiteit van Amsterdam en je hebt al een kamer gevonden om te wonen. Je familie is middenklasse en ondersteunt je altijd. Je bent homo, maar je hebt het aan niemand verteld omdat je bang bent om de reacties van je ouders en je omgeving onder ogen te zien. Je bent aan het daten met een Amsterdamse man, maar je houdt je relatie geheim.

9. Je bent een 19-jarig meisje in je eerste jaar op de universiteit. Je bent blind vanaf je geboorte en je moeder is altijd bij je tijdens de universiteitslessen. Je familie zorgt voor je en houdt van je. Het is echter buitengewoon moeilijk voor je om alleen op straat te lopen, omdat dit erg gevaarlijk is vanwege het autoverkeer en omdat je niet weet of je jezelf zou kunnen verdedigen als iemand misbruik van je zou proberen te maken of je zou lastigvallen.

10. Je bent een man van 55 jaar. Je bent onlangs ontslagen omdat de fabriek waar je de afgelopen jaren werkte, failliet ging. Je vrouw werkt niet omdat ze altijd huisvrouw is geweest. Je leeft nu van je spaargeld en je WW-uitkering. Je bent op zoek naar werk, maar werkgevers vinden je te oud om je in dienst te nemen omdat ze liever investeren in jongere werknemers.

• Geef de deelnemers een paar minuten de tijd om hun rol te lezen en vraag ze privé of ze verduidelijking nodig hebben.

• Vraag hen vervolgens om zich de details van hun rol voor te stellen. Om dit te doen, zul je enkele vragen stellen en ze moeten hun fantasie gebruiken om ze te beantwoorden, om hun rol op te bouwen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

138

Tip voor de begeleider

U kunt de deelnemers vragen na elke vraag hun ogen te sluiten en hun verbeeldingskracht te gebruiken om hun rol in hun geest op te bouwen.

- Hoe stel je je voor dat je jeugd was?

- Wat voor werk deden je ouder(s)?

- In wat voor huis woon je nu?

- Met wie woon je samen?

- Wat doe je ‘s ochtends en ‘s avonds?

- Waar en hoe ontmoet je jouw vrienden?

- Waar word je enthousiast over en waar ben je bang voor?

• Laat de deelnemers nu op het digitale bord inloggen. Ieders pion heeft het nummer van hun profiel.

• Leg hierna uit dat je tijdens het spel een lijst met stellingen voorleest. Als de situatie voor hun profiel geldt, mag de deelnemer diens pion een stap voorwaarts laten doen op de matrix. Als de situatie voor hen niet waar is, moeten ze de ion laten staan.

• Herinner de deelnemers eraan dat ze zich moeten houden aan hun rol.

• Maar maak ook duidelijk dat ze steeds zelf moeten beslissen of de bewering waar is op basis van hun eigen oordeel en veronderstellingen over hun profiel/karakter.

• Als iedereen klaar is, begin je met het voorlezen van de eerste stelling uit de lijst met stellingen:

1. Doe een stap vooruit als je je nooit echt zorgen hebt gemaakt over je volgende maaltijd (bezorgd dat je honger zou lijden).

2. Doe een stap vooruit als je beide ouders hebt om je te steunen, voor je te zorgen en van je te houden.

3. Doe een stap vooruit als je nog nooit in je leven te maken hebt gehad met seksuele intimidatie (zoals ongewenste aanrakingen, verbale intimidatie op straat, etc.).

4. Zet een stap vooruit als je jeugd vol spel en vreugde was.

5. Doe een stap vooruit als je nog nooit echt geweld hebt meegemaakt.

6. Zet een stap vooruit als je nooit het slachtoffer van racisme bent geweest.

7. Zet een stap naar voren als mensen je over het algemeen met respect behandelen.

8. Zet een stap vooruit als je vrij bent om naar buiten te gaan en je geliefde openlijk te knuffelen.

9. Doe een stap vooruit als je tijdens de openingsuren gewoon langs kunt gaan bij de minimarkt van je buurt wanneer je maar wilt.

10. Doe een stap vooruit als je gemakkelijk een doktersafspraak kunt maken wanneer je maar wilt.

• Als een pion de finish bereikt, feliciteert u de winnaar.

• Start daarna een discussie op basis van de volgende vragen:

- Wat vond je van dit spel?

- Hoe voelde je je?

- Waarom gingen sommige mensen meer vooruit dan anderen?

- Kun je raden wat de rol was van het personage dat de race won?

- Kun je raden wat de rol was van het personage die als laatste kwam?

• Vraag de deelnemers om de rollen van de pionnen te vertellen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 139

• Vervolg de discussie met de vragen:

- Is deze activiteit relevant voor het echte leven en de sociale realiteit?

- Hoe is dit gekoppeld aan identiteiten, zoals we die in deel 1 hebben gezien?

• Sluit de activiteit af door aan te kondigen dat we het nu gaan hebben over privileges – oftewel sociale voorrechten - en wat het betekent als mensen of groepen meer of minder bevoorrecht zijn dan anderen.

Tip voor de begeleider

Na de activiteit is het raadzaam om kort iets te doen met als doel de deelnemers symbolisch te bevrijden van de identificatie met hun rol. Vertel de deelnemers dat we nu uit onze rol kunnen stappen en dat we dat doen door middel van een symbolische douche. Vraag de deelnemers om op te staan en elke hand en been acht keer achter elkaar te schudden, dan vier keer, dan twee keer en dan één keer. Schud alsof je iets van je hand of been verwijdert. Hef dan beide handen boven je hoofd en stel je voor dat het water vanaf de bovenkant van je hoofd over je hele lichaam stroomt. Begin je handen van de bovenkant van je hoofd naar je voeten te bewegen. Volg deze beweging terwijl je het geluid van het water maakt (shh..) om je rol weg te spoelen.

Activiteit 2: Waarom bestaat privilege?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 30 minuten

Doelen

• Stel een definitie van sociaal privilege samen.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in virtuele subgroepen van ongeveer drie personen. Vraag hen de volgende vragen te bespreken:

- Op basis van wat we bij de vorige activiteit hebben gezien, waarom denk je dat er sociale ongelijkheden bestaan?

- Wat betekent het om te zeggen dat er mensen of groepen zijn die meer of minder bevoorrecht zijn dan anderen?

- Waarom blijven bepaalde groepen mensen meer hindernissen tegenkomen dan andere groepen?

• Geef vijf minuten voor de subgroepsdiscussies.

• Breng ze terug naar de plenaire ruimte en vraag een vertegenwoordiger van elke subgroep om de antwoorden van hun subgroep kort te presenteren aan de anderen.

• Leg daarna uit dat we in de volgende activiteiten samen de oorzaken van ongelijkheden gaan onderzoeken.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

140

Thema 3 De cirkel van onderdrukking

Activiteit 1: Het beeld dat we hebben

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 50 minuten

Doelen

• Realiseer je dat we vaak willekeurige veronderstellingen maken.

• Een opstapje maken naar het onderwerp stereotypen.

Preparation needed in advance for this Activiteit

• Omdat deze activiteit over gendersegregatie in beroepen gaat, moet u enkele voorbeelden van niet-stereotypische werknemers/professionals bij de hand hebben om te bespreken met de deelnemers in de laatste fase van deze activiteit. Enkele voorbeelden vindt u op het platform waar we enkele relevante links hebben opgenomen. Wel is het raadzaam om vooraf na te gaan of de bestaande voorbeelden geschikt zijn voor uw deelnemers of dat u graag andere beroepen of voorbeelden wilt gebruiken.

Instructies

• Vraag de deelnemers om individueel drie minuten de tijd te nemen om te noteren:

- Hoe ziet een smid eruit? (Hoe is hun fysieke verschijning? Wat dragen ze? enz.).

- Hoe ziet een kleuterjuf eruit?

- Hoe ziet een scheidsrechter eruit?

- Hoe ziet een secretaresse eruit?

- Hoe ziet een verpleegster eruit?

- Hoe ziet iemand met leerproblemen eruit?

Tip voor de begeleider

Je zou de beroepen kunnen ruilen met elk beroep of elke kwaliteit die je geschikt vindt voor een bepaalde groep. Bijvoorbeeld een kapper, een spion, een slager etc.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 141

• Vraag enkele deelnemers om hun mening over de beroepen te geven.

• Laat een echter persoon zien die een van de bovenstaande beroepen heeft. Deze persoon moet iets anders belichamen dan het stereotype. Laat ze bijvoorbeeld een foto zien van een echte vrouwelijke loodgieter die in uw land woont, of een foto van een echte mannelijke secretaresse enz.

• Sluit de activiteit af met een korte discussie aan de hand van de volgende vragen:

- Was je verrast?

- Wat dacht je bij deze oefening?

• Het is beter om deze discussie heel kort te houden, omdat je aan het einde van de volgende activiteit de gelegenheid hebt voor een dieper gesprek over hetzelfde onderwerp.

Activiteit 2: Kaarten

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 50 minuten

Doelen

• Definieer «stereotype».

• Stereotypen kunnen aanwijzen.

• Reflecteer op eigen stereotypen.

Instructies

• Verdeel de deelnemers in groepjes van twee tot drie personen.

• Wijs aan elke groep een paar personen toe die worden beschreven in de kaarten op het platform.

- Eén groep moet de personen op de A- en F-kaarten nemen

- Eén groep moet de personen op de B- en G-kaarten nemen

- Eén groep moet de personen op de C- en H-kaarten nemen

- Eén groep moet de personen op de D- en I-kaarten nemen

- Eén groep moet de personen op de E- en J-kaarten nemen

• Leg uit dat de paren vijf minuten nodig hebben om in subgroepen de antwoorden op de volgende vragen op te schrijven:

- Hoe denken ze dat elk personage eruit ziet?

- Welke persoonlijkheidskenmerken hebben ze?

- Wat zijn hun voorkeuren en antipathieën?

Voorlichting over gender aan tienerjongens

142

- Met welke van de twee personages zouden ze liever een dag doorbrengen, en waarom?

• Zet ze in subgroepen en geef ze vijf minuten.

• Breng de groepen terug naar de plenaire ruimte en vraag hen aan de rest van de groep te vertellen welke personen ze hadden en uit te leggen met wie ze de dag hadden willen doorbrengen en waarom.

• Nadat alle groepen dit hebben gepresenteerd, onthult u dat in werkelijkheid de twee personages één persoon zijn. Meer concreet:

- De A- en F-kaarten verwijzen naar David Beckham. Hij steunt al vele jaren UNICEF, het wereld kinderfonds. In januari 2005 werd hij goodwill-ambassadeur voor UNICEF’s programma voor Sport in Ontwikkelingslanden.

- De C- en H-kaarten verwijzen naar kindsoldaten. Nauwkeurige cijfers over kindsoldaten zijn niet beschikbaar, maar tienduizenden tieners, waaronder meisjes, hebben over de hele wereld gevochten in conflicten.

- De B- en G-kaarten verwijzen naar Yusuf Islam. Hij kreeg in 2004 de vredesprijs Man for Peace. Hij trad op tijdens het Nelson Mandela concert en nam vorig jaar een duet op met Ronan Keating. Hij stond voorheen bekend als Cat Stevens totdat hij zich in 1977 bekeerde tot de islam en een actieve Britse moslim werd.

- De D- en I-kaarten verwijzen naar Ellen Johnson-Sirleaf. Ze werd in 2006 de president van Liberia en was daarmee de eerste gekozen vrouwelijke leider van Afrika. Ze is een voormalig econoom van de Wereldbank.

- De E- en J-kaarten verwijzen naar Tanni Grey-Thompson. Ze werd geboren met spina bifida (een open rug). Ze is een zeer succesvolle rolstoelatleet, die 14 medailles heeft gewonnen, waarvan negen gouden, talloze Europese titels, zes marathons van Londen en meer dan 30 wereldrecords heeft.

* Het materiaal voor deze activiteit is gemaakt door het Britse Rode Kruis (zie https:// sharemylesson.com/teaching-resource/introduction-stereotyping-183354, https://www. redcross.org.uk/get-involved/teaching-resources).

• Sluit de activiteit af met een discussie aan de hand van de volgende vragen:

- Was je verrast door de onthulling?

- Was er iets in deze activiteit dat indruk op je heeft gemaakt? Waarom?

- Heb je ooit het gevoel gehad dat mensen dingen over je aannamen?

- Hoe noemen we dit fenomeen van dingen over iemand aannemen zonder ze te kennen, alleen op basis van een bepaalde identiteit?

• Het antwoord op de laatste vraag is ‘stereotype’. Bekijk met de deelnemers de definitie op het platform.

Definition of stereotype

De term “stereotype”, zoals die tegenwoordig wordt gebruikt, is door Walter Lippmann geïntroduceerd om ideeën en beelden te beschrijven die al in onze geest zijn vastgelegd en die niet noodzakelijkerwijs gebaseerd zijn op onze werkelijke ervaring, maar eerder op een a priori geconstrueerde mening of overtuiging die het ons moeilijk maakt om een onderbouwd oordeel te geven.

Met andere woorden, stereotypen zijn vormen, meningen en beelden die ons zijn ingeprent en die ons misleiden om iets te bekijken met een vooraf vastgelegd oordeel.

Een voorbeeld hiervan kan zijn: “vrouwen zijn slechte chauffeurs”. Als je dit vooraf al in gedachten hebt, zal je elke vrouw die een foutje maakt in het verkeer zien als een bevestiging van je vooraf bepaalde mening (stereotype). Maar als een man een slechte bestuurder is, zal je dat al snel zien als uitzondering op de regel.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 143

Activiteit 3: De cirkel van onderdrukking

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Doelen

• Definieer «stereotype», «vooroordeel», «discriminatie» en «onderdrukking».

• Herken de impact van stereotypen op de reproductie van sociale ongelijkheden.

Instructies

• Introduceer de cyclus van onderdrukking (te vinden op het platform) als een poging om te begrijpen waarom bepaalde ongelijkheden worden gereproduceerd in de hedendaagse samenleving.

• Lees de cyclus samen met de groep.

• Lees het stap voor stap, samen met de definities en de links (van stereotypen tot vooroordelen, van vooroordelen tot discriminatie, enz.).

• Vraag de deelnemers tijdens dit proces om voorbeelden te bedenken. Het voorbeeld kan komen uit hun eigen persoonlijke ervaringen of de ervaringen van vrienden en kennissen, of zelfs uit een boek of een film.

Thema 4 Alsuitende discussie

Activiteit 1: Matrix Of Oppression

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Detecteer en definieer vormen van discriminatie en onderdrukking (op grond van ras, sekse, gender, seksuele voorkeur, sociale klasse, handicap, geloof, en leeftijd).

Voorlichting over gender aan tienerjongens

144

Instructies

• Introduceer de «matrix van onderdrukking» aan de deelnemers, die te vinden is op het platform, en leg uit dat dit een manier is om de verschillende soorten discriminatie en onderdrukking op grond van ras, sekse, gender, seksuele voorkeur, sociale klasse, handicap, geloof, en leeftijd te presenteren. Voeg eraan toe dat dit vaak voorkomende vormen van discriminatie zijn, maar dat er nog wel meer bestaan.

• Vraag de deelnemers om per vorm van discriminatie één voorbeeld te noemen.

• Vertel dat we in deel 3 “gender” zullen onderzoeken en hoe dit verband houdt met wat we al eerder hebben geleerd.

Activiteit 2: Blob

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Kijk terug en beoordeel je eigen leerervaring.

Instructies

• Presenteer de Blob-boom op het platform.

• Vraag de deelnemers om één Blob-figuur te kiezen die weergeeft hoe ze zich op dit moment voelen na het voltooien van dit onderdeel.

• Je kunt ofwel vragen wie zijn keuze met de groep wil delen en uitleggen waarom ze de specifieke blob-figuur hebben gekozen, of je kunt ze vragen om hun antwoord individueel in het relevante vak op het platform te schrijven. Als je de tweede optie kiest, leg dan uit dat hun antwoord alleen door jou [de begeleider] zal worden gezien.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 145

Deel 3 Gender uit de hokjes halen

Doelen

• Erken dat geslacht de basis kan zijn van privilege/discriminatie.

• Erken dat stereotypen niet alleen schadelijk kunnen zijn voor meisjes, maar ook voor jongens.

• Definieer ‘geslacht’ en ‘geslacht’ en begrijp het verschil tussen beide.

• Beoordeel de rol van gender in iemands leven.

• Erken het bestaan van sociale ongelijkheden die gebaseerd zijn op geslacht.

Thema 1 Introductie

Activiteit 1: Welkom en terugkijken

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Denk aan basistermen en -ideeën die in deel (unit) 1 zijn geleerd.

• Versterk de afspraken over omgangsvormen in de groep.

Instructies

• Heet de deelnemers welkom bij het derde deel (unit). Leg uit dat je in de eerste twee delen kwesties hebt onderzocht zoals identiteiten, stereotypen, verschillende vormen van discriminatie, mechanismen van onderdrukking en sociale ongelijkheden.

• Vraag de deelnemers of nog weten wat deze termen betekenen en wat ze hebben geleerd tijdens de twee voorgaande delen.

• Leg uit dat dit deel zich zal richten op een van de belangrijkste aspecten van identiteit, namelijk gender.

• Kijk indien nodig nog eens naar de groepsafspraken over omgangsvormen.

Activiteit 2: Gender inspiratie!

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

146 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Duur

• 45 minuten

Doelen

• Erken dat gender de basis kan zijn van privilege/discriminatie.

• Erken dat stereotypen niet alleen schadelijk kunnen zijn voor meisjes, maar ook voor jongens.

• Verken de rol van gender in iemands leven.

Instructies

• Leg aan de deelnemers uit dat deze activiteit als doel heeft hen een “genderflash” te geven. Een “genderflash” is het moment waarop je jezelf bewust werd van het feit dat je anders werd behandeld vanwege jouw gender. Een jongen kan bijvoorbeeld zo’n moment meemaken als iemand tegen ze zegt dat ze niet met poppen mogen spelen. Een meisje kon zo’n moment meemaken als iemand haar voor het eerst vertelde dat ze niet met de jongens kon voetballen.

• Vraag de deelnemers te denken aan de eerste keer dat ze zich kunnen herinneren dat ze zich ervan bewust werden dat hun gender een reden was om hen anders te behandelen of dat hun gender door hen werd ervaren als een obstakel of een beperking. Leg uit dat als ze zich de eerste keer niet kunnen herinneren, of als ze een bepaald moment niet willen vertellen, ze zelf kunnen kiezen voor een ander “genderflash” moment.

• Nadat je ze een minuutje hebt laten nadenken, begin je een ronde waarin iedereen een moment kan vertellen.

• Sluit de activiteit af met een dialoog aan de hand van reflectieve vragen zoals:

- Wat vond je van deze activiteit?

- Heb je iets interessants ontdekt door het vertellen van je “genderflash” moment?

- Heb je iets interessants ontdekt door te horen over de “genderflashes” van anderen?

- Zijn “genderflashes” iets dat slechts door één sekse of gender wordt ervaren?

Thema 2 Wat is sekse en wat is gender

Activiteit 1: Je gender “worden”

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 147

Doelen

• Analyseer het beroemde citaat van Simone de Beauvoir waarin ze zegt: «Je bent niet geboren als, maar eigenlijk word je een vrouw / man”. Deze activiteit is een startpunt om geïnteresseerd te raken in het onderscheid tussen “sekse” en “gender”.

Instructies

• Lees het citaat gebaseerd op de Franse filosoof Simone de Beauvoir, «Je bent niet geboren als, maar eigenlijk word je een vrouw / man” (zie platform). Leg uit dat we het oorspronkelijke citaat enigszins hebben veranderd (dat was: «Men wordt niet als vrouw geboren, maar wordt eerder een vrouw») omdat het ook voor mannen geldt.

• Verdeel de deelnemers in virtuele subgroepen en vraag hen om te bespreken wat ze denken dat dit citaat betekent. Wat denken ze dat De Beauvoir bedoelde?

• Haal iedereen terug naar de plenaire ruimte en vraag een vertegenwoordiger van elke subgroep om de mening van de groep samen te vatten. Bespreek of de meningen van de groepen vergelijkbaar zijn.

• Leg uit dat een manier waarop we dit citaat kunnen begrijpen, te maken heeft met de scheiding tussen het biologische geslacht (geboren als vrouw/man) en gender (de sociale constructies, rollen en verwachtingen die verband houden met iemands geslacht).

• In die zin zag De Beauvoir dat de samenleving en de cultuur iemand tot een vrouw ‘maken’; dat wil zeggen, de samenleving en de cultuur hebben geconstrueerd wat het betekent om een vrouw te zijn, hoe een ‘behoorlijke’ vrouw zich moest gedragen, kleden, handelen, enz. Dit onderscheid tussen sekse en gender is waar de volgende activiteit over gaat.

Activiteit 2: Het verschil tussen sekse en gender

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Definieer ‘sekse’ en ‘gender’ en begrijp het verschil tussen beide.

Instructies

• Lees samen met de groep de definities van «sekse» en «gender» op het platform.

• Na het lezen van elke definitie kunt u een deelnemer vragen om te parafraseren (door te vragen wat ze onder deze definitie verstaan) om de groep te helpen de betekenis te begrijpen.

• U hoeft niet veel uit te wijden over de definities, want de volgende activiteit heeft tot doel het begrip van de twee termen te verdiepen.

148 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Activiteit 3: Welke zin gaat over gender?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 10 minuten

Doelen

• Definieer ‘sekse’ en ‘gender’ en begrijp het verschil tussen beide.

Instructies

• Lees samen met de deelnemers de stellingen die op het platform staan.

• Vraag de leerlingen na elke uitspraak of die uitspraak betrekking heeft op sekse of op gender.

• Eindig met de laatste uitspraak, waarin wordt beweerd dat «Blauw een geschikte kleur is voor babyjongens en roze een geschikte kleur is voor babymeisjes».

• Laat zien dat deze uitspraak verwijst naar gender, en niet naar sekse, aangezien welke kleur gebruikt kan worden door elke sekse. Dat wordt dus niet bepaald door de natuur, maar eerder door de samenleving en cultuur. Dit is duidelijk te zien in de geschiedenis van blauw en roze, want in vorige eeuwen werd roze als een stoere «jongenskleur» beschouwd en was juist blauw een «typische meisjeskleur». In een artikel uit juni 1918 uit de handelspublicatie Earnshaw’s Infants’ Department stond bijvoorbeeld: ‘De algemeen aanvaarde regel is roze voor de jongens en blauw voor de meisjes. De reden is dat roze, dat een meer uitgesproken en sterkere kleur is, meer geschikt is voor de jongen, terwijl blauw, dat delicater en sierlijker is, mooier is voor het meisje.’” (Jeanne Maglaty, When Did Girls Start Wearing Pink?).

• Moedig de deelnemers aan om de geschiedenis van roze en blauw te onderzoeken als ze het onderwerp interessant vinden!

Thema 3 De genderkloof

Activiteit 1: De Gender Equality Index

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 25 minuten

Voorlichting over gender aan tienerjongens 149

Doelen

• Erken dat geslacht de basis kan zijn van privilege/discriminatie.

• Erken het bestaan van sociale ongelijkheden die gebaseerd zijn op gender.

Instructies

• Begin deze activiteit met een vraag die de deelnemers in subgroepen gaan onderzoeken.

• Leg uit dat de subgroepen zal worden gevraagd om het bestaan van ongelijkheden tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie en de manier waarop we deze ongelijkheden kunnen meten, te onderzoeken.

• Leg uit dat je begint met het voorbeeld van wat we de «loonkloof tussen mannen en vrouwen» noemen. Als we het loon van alle mannen (al hun banen en beroepen) bij elkaar optellen en het gemiddelde loon vinden, en hetzelfde doen voor het loon van vrouwen, we ontdekken dat het gemiddelde loon van vrouwen lager is dan van mannen. Op dit moment bedraagt de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de EU ongeveer 14%. Dit betekent dat het gemiddelde loon van vrouwen 14% lager is dan dat van mannen. Waarom denk je dat dit is? Kun je redenen bedenken?

• Geef de groepjes vijf tot tien minuten de tijd om dit te bespreken en mogelijke redenen te bedenken.

• Breng ze terug naar de plenaire ruimte en laat elke subgroep enkele van de redenen noemen die ze hebben bedacht.

• De verwachting is de deelnemers meerdere redenen noemen, van stereotypen en vooroordelen tot functiesegregatie en de verdeling van verantwoordelijkheden binnen het gezin. Zo zitten er minder vrouwen hiërarchisch in de hoogste functies binnen hun beroepssector; beroepen die traditioneel als «vrouwenberoepen» worden beschouwd (zoals schoonmaken, naaien, baby’s en ouderen verzorgen) worden vaak onderschat/gedevalueerd en daarom minder betaald; vrouwen zijn vaak te vinden in deeltijdbanen vanwege de hogere mate van verantwoordelijkheden in het gezin.

• Vertel daarna over de gendergelijkheidsindex, een instrument om de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid in de EU te meten, ontwikkeld door het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE).

Zie https://eige.europa.eu/gender-equality-index/2021

• U kunt de deelnemers aanmoedigen om individueel naar deze link te gaan: https://eige. europa.eu/gender-equality-index/game/CY/W (ook te vinden op het platform) en de Index Game te spelen waarbij men een geslacht en een land invoert om de verschillende kansen voor mannen en vrouwen in verschillende EU-landen te ontdekken.

Vervolgens kunt u de deelnemers aanmoedigen om naar het platform te gaan en individueel een quizvraag te beantwoorden (zie de quiz “M4 Unit 3 Topic 3”) en deze te laten volgen door een afsluitende discussie. U kunt de ook vraag mondeling stellen.

De vraag van Quiz M4 Unit 3 Topic 3

Op basis van de Gender Equality Index zijn er verschillende ongelijkheden tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie. Als je bijvoorbeeld het loon van alle mannen (inclusief alle banen en beroepen) bij elkaar optelt en het gemiddelde loon vindt, en als je hetzelfde doet voor het loon van vrouwen, dan zie je dat het gemiddelde loon van vrouwen lager is dan het gemiddelde loon van mannen. Waarom denk je dat dat is? Kun je een paar redenen bedenken?

150 Voorlichting over gender aan tienerjongens

Thema 4 Een gender voorwerp

Activiteit 1: Een “gender” voorwerp

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• Varieert afhankelijk van het aantal deelnemers.

Doelen

• Ga na welke rol gender speelt in iemands leven.

Instructies

• Vraag de deelnemers om een voorwerp te kiezen dat voor hen een obstakel symboliseert dat ze moesten overwinnen vanwege hun gender of een persoonlijke / collectieve strijd die ze moesten voeren in verband met hun gender. Het voorwerp kan fysiek bij hen zijn, bijvoorbeeld in hun huis of kamer, of op een andere bereikbare plaats. Als ze het voorwerp bij de hand hebben kunnen ze het via hun camera aan de rest van de groep laten zien. Het voorwerp kan ook niet onder handbereik zijn; dan kunnen we erover vertellen.

• Geef de deelnemers twee tot drie minuten de tijd om hun voorwerp te kiezen of te bedenken.

• Begin een rondje en geef elke deelnemer de ruimte om hun voorwerp te laten zien of erover te vertellen, en erbij te zeggen wat het voor hen symboliseert.

Variatie:

Als je ook deel 1 en 2 van deze module met de groep hebt doorlopen, zou je deze activiteit kunnen verbreden tot “voorbij gender”. Je zou ze bijvoorbeeld kunnen vragen om een object te kiezen dat een persoonlijke/collectieve strijd symboliseert die ze gaan/hebben doorstaan in verband met een sociale identiteit, of een kenmerk waardoor ze tot een groep behoren.

Voorlichting over gender aan tienerjongens 151

Deel 4 Persoonlijk en collectief

Doelen

• Verantwoordelijkheid nemen voor het creëren van relaties en omgevingen van gelijkheid.

• Verwerken van wat men heeft geleerd.

• Ideeën en ambities omzetten in bruikbare stappen.

• Een plan maken voor gendergelijkheid.

• Overwegen in hoeverre iemands gedachten en acties kunnen bijdragen aan het bouwen van een wereld van gendergelijkheid.

• Aspecten ontdekken van persoonlijke ambities die verband houden met het onderwerp van deze cursus.

Thema 1 Introductie

Activiteit 1: Wat is jouw naam?

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• Varieert afhankelijk van het aantal deelnemers.

Doelen

• Ontdek betekenissen en aannames die verborgen zijn in namen.

• Besef dat zelfs het luisteren naar iemands naam tot stereotypering kan leiden.

• Ontdek je eigen stereotype gedachten.

Instructies

• Leg aan de deelnemers uit dat deze activiteit een manier is om de namen van onze mede-deelnemers te leren of te herinneren, maar het is ook een activiteit over de verhalen die we over onszelf en anderen vertellen. Wat we in deze activiteit vooral gaan doen, is onze eigen namen onderzoeken.

• Vraag de deelnemers om individueel over hun voor- en achternaam na te denken met behulp van de volgende vragen:

- Heeft je namen een betekenis?

- Vertelt het iets over jou of over je familie, je gemeenschap of je cultuur?

- Welke identiteiten worden weerspiegeld door je naam?

- Denk je dat mensen dingen over je aannemen alleen vanwege je naam?

• Geef de deelnemers enkele minuten de tijd om over die vragen na te denken.

• Begin een rondje waarin elke deelnemer over hun naam aan anderen vertellen.

• Vraag daarna of het onderzoeken van de eigen namen indruk op hen maakte, of dat ze iets leerden door te luisteren naar anderen.

• Sluit de activiteit af door de groep te vragen of ze verbanden kunnen vinden tussen deze activiteit en de vorige onderdelen van deze module.

• We verwachten dat de uitwisseling zal leiden tot opmerkingen die te maken hebben met “identiteit” en “stereotypen”.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

152

Thema 2 De wereld veranderen!

Activiteit 1: Maak een gender gelijkheid campagne

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 90-120 minuten

Doelen

• Verantwoordelijkheid nemen voor het creëren van relaties en omgevingen van gelijkheid.

• Verwerken wat men heeft geleerd.

• Ideeën en ambities omzetten in bruikbare stappen.

• Een plan maken voor gendergelijkheid.

Instructies

Stap 1:

• Leg uit dat het doel van deze activiteit is dat de deelnemers een campagne plannen voor gender gelijkheid.

• Leg uit dat je de deelnemers in groepjes van drie tot vier personen gaat verdelen.

• Elke groep plant een eigen campagne.

• Om dit te doen, krijgen ze vier basisvragen.

• Laat hen naar het platform gaan en de relevante «quiz» te starten. Daar vinden ze de vier vragen die ze als groep moeten beantwoorden.

• Je kunt ze vragen om het lege vak op het platform te gebruiken om hun antwoorden op te schrijven, of om hun antwoorden ergens anders te schrijven als dat handiger is.

• De vier vragen zijn:

1. HET DOEL VAN JE CAMPAGNE. Wat wordt het doel van de campagne? Dat wil zeggen, ze zullen een onderwerp moeten vinden op basis van een probleem dat ze willen oplossen, of beslissen over een doel waarvoor ze het bewustzijn willen vergroten. Dit kan verwijzen naar een breed onderwerp (bijvoorbeeld het bestrijden van genderstereotypen), of het kan een meer specifiek onderwerp zijn (bijvoorbeeld het uitschelden van meisjes op je school, zoals ze ‘sletten’ noemen, of het gebruik van homofobe taal).

2. DE VERWACHTE RESULTATEN. Dat wil zeggen, een of enkele concrete en liefst meetbare resultaten die het resultaat zullen zijn van deze campagne. Wat heeft hun doelgroep, of hun school, of hun gemeenschap hieraan? Wat gaan mensen doen? Of veranderen ze hun mening ergens over?

3. DE DOELGROEP. Wat is hun doelgroep? Dat wil zeggen, welke groep mensen willen ze bereiken? Zal deze campagne zich bijvoorbeeld richten op hun medeleerlingen, of zelfs een bepaalde categorie leerlingen (bijvoorbeeld alleen jongens of alleen meisjes), gaat de campagne plaatsvinden op hun school, of zullen het de bewoners van hun buurt zijn, of hun vrienden, of een breder publiek via sociale media?

Voorlichting over gender aan tienerjongens 153

4. 4. DE SLOGAN VAN DE CAMPAGNE. Wat wordt op basis van hun antwoorden de slogan of de boodschap van hun campagne?

Stap 2:

• Nadat je de basisvragen plenair hebt besproken, verdeel je de deelnemers in virtuele subgroepen.

• Leg uit dat ze, voordat ze beginnen met het beantwoorden van de vragen, in de subgroep moeten brainstormen over de problemen en kwesties die ze hebben opgemerkt en waar ze iets aan willen doen. Het is raadzaam om als begeleider elke subgroep even te bezoeken om brainstormproces aan te moedigen.

• Vraag hen daarna om een probleem of kwestie te kiezen en met dat in gedachten de vier vragen te beantwoorden.

• Laat de groepen ongeveer 30 minuten aan hun vier vragen werken.

• Breng de groepen dan terug naar de plenaire ruimte en vraag hen hun resultaten te presenteren door over hun antwoorden op de vier vragen te vertellen.

• Laat de rest van de deelnemers aan elke groep een of twee verhelderende vragen stellen. Het doel van deze vragen is om de presenterende groep te helpen een duidelijk beeld te krijgen van hun campagne.

Stap 3:

• Leg na de presentaties uit dat elke groep teruggaat naar hun eigen virtuele subgroep en een poster voor hun campagne ontwerpt. Ze kunnen zelf een programma kiezen dat ze willen gebruiken om gezamenlijk een poster voor hun campagne te ontwerpen. De poster moet de boodschap van hun campagne overbrengen. Dit kan worden bereikt door woorden en uitspraken op te nemen, of het kan alleen uit afbeeldingen en visuele elementen bestaan.

• Geef de groepen ongeveer 15 minuten de tijd om de poster te maken.

• Als je tijd hebt en je ziet dat de deelnemers creatief worden, kun je de tijdlijn aanpassen en meer tijd nemen

• Breng iedereen terug naar de plenaire ruimte en vraag hen om hun posters te presenteren.

• Sluit de activiteit af door hen enkele reflectieve vragen te stellen:

- Wat vonden ze van deze activiteit?

- Was het makkelijk of moeilijk?

- Welk deel van dit proces, van het maken van een campagne, vonden ze gemakkelijker en leuker, en welk deel was moeilijker?

- Willen ze de campagne ook daadwerkelijk uitvoeren?

• Als er bereidheid is, bied dan aan om hen te helpen de campagne daadwerkelijk uit te voeren.

• Je kunt hun posters en slogans ook uploaden op sociale media of in hun schoolnieuwsbrief of op een andere relevante plaats. Als u bijvoorbeeld de resultaten van de workshop verspreidt, kunnen de posters worden geüpload op de website / social mediapagina van uw organisatie, of de site van hun school, enz.

Tip voor de begeleider

Deze activiteit kost tijd en kan uitlopen. Als het wat langer duurt, denk er dan aan om tussendoor pauzes en energizers te doen om online vermoeidheid te voorkomen.

Voorlichting over gender aan tienerjongens

154

Thema 3 Mezelf veranderen

Activiteit 1: Brief aan mijn toekomstige zelf

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 15 minuten

Doelen

• Reflecteer op de leerervaring van deze cursus.

• Verwerken wat men heeft geleerd.

• Ontdek aspecten van persoonlijke ambities die verband houden met het onderwerp van deze cursus.

• Verantwoordelijkheid nemen voor het creëren van relaties en omgevingen van gelijkheid.

Instructies

• Leg uit dat deze activiteit individueel gedaan wordt.

• Het is de bedoeling dat de deelnemers een brief schrijven aan hun toekomstige zelf.

• Zij krijgen deze brief na zes maanden.

• Dit kan worden gedaan met behulp van een “geplande” e-mail. De meeste e-mailprogramma’s hebben deze service. De deelnemers kunnen een e-mail aan henzelf schrijven, hun brief bijvoegen (bijvoorbeeld geschreven als een Word-document op hun eigen PC of laptop) en plannen dat de e-mail op een bepaalde datum wordt verzonden. Dit moet zes maanden na de cursus zijn. Op deze manier is de privacy van hun brief gewaarborgd.

• Zoals de relevante Instructies in het platform aangeven, is het hun taak om een brief aan hun toekomstige zelf te schrijven waarin ze kunnen praten over de ontdekkingen, ervaringen, levenslessen, gedachten of gevoelens die ze hebben gehad tijdens deze cursus of op dit moment. Is er iets dat ze tegen hun toekomstige zelf willen zeggen? Het kan verwijzen naar dingen die ze hebben geleerd en willen onthouden, het kan te maken hebben met hoe ze zichzelf en hun relaties in zes maanden voorstellen, of iets anders dat ze willen uitdrukken!

• Moedig hen aan om geen onrealistische of al te vaste voornemens te maken voor hun toekomstige zelf, omdat er in zes maanden veel dingen kunnen veranderen. In de tussentijd realiseren ze zich misschien nieuwe dingen leren en dan willen we misschien de plannen van dit moment herzien.

• Met andere woorden, het doel van deze brief is dat hun toekomstige zelf iets positiefs ontvangt, iets dat motiveert, inspireert of aanmoedigt. Het gaat niet over het opstellen van doelen, zoals «Frans kunnen spreken», maar eerder om na te denken over wat je hebt geleerd over je houding, vaardigheden, ambities enz.

• Bijvoorbeeld:

• - In plaats van een doel te stellen als «vloeiend Frans kunnen spreken», zou je kunnen schrijven: «Ik heb me gerealiseerd dat het leren van een nieuwe taal interessant kan zijn om na te streven, omdat het nieuwe werelden en nieuwe manieren lijkt te openen om jezelf uit te drukken! Wat denk je, toekomstige ik?”

Voorlichting over gender aan tienerjongens 155

• - In plaats van een doel te stellen als «een vriendin / vriend hebben», wat niet iets is dat je per se moet plannen, zou je kunnen schrijven: «Ik heb me gerealiseerd dat het opbouwen van leuke relaties iemands leven kan verrijken! Misschien is dit iets dat de moeite waard is om te ervaren. Ik ben benieuwd of je dit al meemaakt, future me!”

• Geef de deelnemers 10 tot 15 minuten de tijd om hun brief te schrijven en hun e-mail in te plannen.

• Moedig ze aan om allemaal dezelfde datum te vermelden waarop de e-mail moet worden verzonden, want het kan leuk zijn om te weten dat de rest van de groep hun brief ook tegelijkertijd zal ontvangen!

Thema 4 Actie

Activiteit 1: Een ding dat ik kan doen voor gender gelijkheid

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

• Toegang tot internet.

• Toegang tot het G.EDU-platform.

• Real time begeleiding (met fysieke aanwezigheid of videoconferentie bijv. zoom, skype, teams, Google Classroom etc.).

Duur

• 5 minuten

Doelen

• Verantwoordelijkheid nemen voor het creëren van relaties en omgevingen van gelijkheid.

• Overwegen in hoeverre iemands gedachten en acties kunnen bijdragen aan het bouwen van een wereld van gendergelijkheid.

• Ideeën en ambities omzetten in bruikbare stappen.

• Ontdekken van persoonlijke ambities die verband houden met het onderwerp van deze cursus.

Instructies

• Vraag de deelnemers als afsluitende activiteit van deze cursus om één ding op te schrijven dat ze zouden kunnen doen voor gendergelijkheid. Het punt hier is om een paar dingen op te sommen die ze onmiddellijk kunnen toepassen in hun dagelijks leven en die eraan bijdragen dat hun gezin, hun relaties, hun gemeenschap, hun school, hun buurt, enz. een meer gelijkwaardige en respectvolle plek worden!

156
Voorlichting over gender aan tienerjongens

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.