Pd2016 01

Page 1

de PIJPENDRAAIER ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap

Jaargang 8 Nummer1 01-04-2016

Van de redactie Zoals u ziet heeft De Pijpendraaier een facelift ondergaan. Het nieuwe nieuwsbrief-format sluit beter


aan bij de huidige situatie waarin we het blad vrijwel alleen nog maar digitaal verspreiden. Onze opmaker Jan Deurloo heeft er weer iets heel moois van gemaakt! We moeten het deze keer helaas zonder het woordje van de voorzitter doen. Marlies is aan het bijkomen van een kleine medische ingreep. Zij herstelt gelukkig voorspoedig, maar kan nog geen teksten typen op de computer. Als zij daartoe in staat geweest was zou ze ongetwijfeld hebben geschreven hoe zeer zij uitkijkt naar de presentatie van de Bellman-cd. En zij is zeker niet de enige, het uitbrengen van deze opnamen is een geweldige mijlpaal in het bestaan van ons genootschap! Cornelis zong de Bellman-liederen in bij zijn oom Louis de Fauwe in 1974, hij was toen in Nederland ter gelegenheid van het Grand Gala du Disque. De KRO maakte een tv-special en tijdens de opnames hiervan interviewde Jaap Koopmans de zanger voor hun programmablad Studio. De interviewer lijkt me geen kenner van het werk van Vreeswijk – hij verhaspelt Misschien wordt het morgen beter naar Misschien gaat het morgen beter. In het licht van de cd-presentatie is dit interview weer helemaal actueel met Cornelis’ opmerkingen over z’n oom en over Bellman. Jurjen Oostenveld hield een dagboek bij toen hij samen met Tonny Vreeswijk de geluidsband liet digitaliseren. Dit geeft een leuk inkijkje achter de schermen. Voor het luisterlied was de keuze al snel duidelijk – dat moest een van de Bellman werken zijn die Cornelis heeft vertaald. Ik heb gekozen voor het schitterende epistel 72 - Glimmande Nymf. Vreeswijk nam dit lied op voor een akoestische versie voor zijn elpee Ballades van de gewapende bedelaar, op de nieuwe cd Cornelis zingt Bellman staat een versie met de elektrische bgeleidingsmuziek van zijn Zweedse Bellman-elpee. Vergelijk de vertaling van Cornelis eens met die van Bertie van der Meij: twee sterk verschillende teksten, met ieder een heel eigen klank. In dit nummer natuurlijk ook de in het vorige nummer al aangekondigde recensie van Podium Cornelis.

En dan is er ook nog een leuk nieuwtje over de Rosa Cornelis Vreeswijk: kweker Alex Spek heeft de eerste zending rozen geleverd aan de Zweedse tuincentrum-keten BoGrönt. Dat deze roos maar vele tuinen in Zweden moge opfleuren! Ik wens u veel leesplezier met deze Pijpendraaier en hoop u allemaal de 16e april in IJmuiden te zien op onze jaarvergadering en de presentatie van de Bellman-cd. Wim Boswinkel - redacteur

LUISTERLIED Carl Michael Bellman – Fredmans epistel 72 Glimmande Nymf


Gegeven aan het bed van Cajsa Lisa, laat op een avond…

Achtergelaten bij Cajsa Lisa’s bed, laat op de avond.

Schitterende nimf, ogen die blaken Weelderig vlees op het sneeuwwitte laken Tengere spieren De slaap moet zegevieren Want nu komt, in al zijn pracht Morpheus, de god der nacht. De luiken zijn dicht, de kaarsen gesnoten Wees maar niet bang, de deur is gesloten Je man is er vandoor, en o de nacht is lang Slaap zoetelief, bij mijn gezang Slaap zoetelief, bij mijn gezang.

Glanzende nimf! Fonk’lende ogen! Hemels visioen, ter ruste getogen! Arg’loze tover! Kom, kom, geef je over; Vlij, nu ’t kaarsje is gedoofd, Hier aan Morpheus’ borst je hoofd. ’t Luik is al dicht; niets zal je storen; Nee, ook van Nordström zul je niets horen. Heel zachtjes slaap je in nu ik met mijn lied begin; Slaap maar, mijn liefste, sluimer in. Slaap maar, mijn liefste, sluimer in.

‘t Is middernacht, ‘t slaat in de toren De leeuwerik slaapt en is niet meer te horen Nu slapen de struiken Maar achter onze luiken Zoetelief, het doet me zeer Slapen wij allang niet meer. Hoor je de donder, hoor je de regen? Plotseling hebben we onweer gekregen De bliksem zoetelief, of hij wel nedersloeg Slaap maar weer in, ’t is nog zo vroeg Slaap maar weer in, ’t is nog zo vroeg.

Cajsa, zojuist lieten de vinken Hun allerlaatste slagen verklinken. ’t Zwerk is verduisterd, De zon is ontluisterd; In de stille avondschijn Zal ik Venus’ dienaar zijn. ’t Hemelruim heeft na alle regen Zijn vurig rode welving herkregen Met tinten, zacht ontvouwd, van purper, groen en goud, Nu Jupijns stormen zijn verflauwd. Nu Jupijns stormen zijn verflauwd.

Slaap toch mijn nimf, droom van m’n snaren Straks komt de zon om de dauw te vergaren En wij doen zekerheden Wat wij toch immer deden Eerst een kus en dan een glas Dan ontwaakt de liefde pas. En dan, mon Dieu, zij is bezweken Kijk me toch aan, toe, geef me een teken Goddank, ze ademt weer, en godzijdank ze lacht Schei nu maar uit, slaap zacht, slaap zacht Schei nu maar uit, slaap zacht, slaap zacht.

Slaap nu, mijn nimf! laat in je dromen ’t Spel van mijn lier je sluimer ontzomen, Tot j’in de morgen, In slaap geborgen, Door mijn snarenspel verwarmd, Heet en dorstig mij omarmt. Cajsa, je sterft! Hemel! Zij ademt; Liefde heeft leven en dood omvademd. Je bloed klopt zonder kracht, je oogje sluit zich zacht. Weg mijn viool nu; goedenacht! Weg mijn viool nu; goedenacht!

Vertaling – Cornelis Vreeswijk

Vertaling – Bertie van der Meij


Cornelis VREESWIJK Interview van Jaap Koopmans uit KRO Studio 1974 / Foto's Ad van Denderen

Cornelis Vreeswijk: de Nederlandse Zweed, zanger met de gebarsten stem, de Jaap Fischer van de jaren zeventig. Een schoolvoorbeeld van clichévorming. En dat is tòch vreemd voor een zanger met zo’n eigen geluid. Jaap Koopmans ontmoette hem tijdens een van diens geregelde bezoeken aan Nederland. Vreeswijk zit dezer dagen vaak op de buis, o.a. het Grand Gala, 10 dagen geleden, en nu deze week weer op de zaterdag (ned. 2, 22.00) in een KROprogramma dat door Nico Hiltrop wordt geregisseerd. Naast een gigantische berg roest aan een zij-arm van de Amsterdamse haven wacht een televisieploeg op de komst van Cornelis Vreeswijk, de man die nog maar enkele jaren in Nederland werkt en nu al een platina plaat krijgt uitgereikt. Buiten de fabrieks-bungalow huilt de storm en jaagt de regen, binnen wordt met spijt gekonstateerd, dat het nauwelijks gerechtvaardigd is een zanger enkele uren bloot te stellen aan dit soort elementen. Van Vreeswijk wordt verwacht, dat hij met zijn kostbare gitaar bovenop de roestberg, in een hijskraan en aan de voet van een tientallen meters hoge verzameling autowrakken een lied zal play-backen: het zo hitgevoelige nummer: “Misschien gaat het morgen beter, maar het gaat toch nooit goed”. In de fabriekskantine laaft men zich aan koffie, men belt het KNMI en men roept ten onrechte dan het weer opknapt. De zanger ondergaat het circus lakoniek, tot nu toe is geen enkele storm hem te hoog gegaan. In zijn spreek-stem klinkt dezelfde merkwaardige barst als in zijn zang-stem. Cornelis Vreeswijk – Kees voor zijn vrienden – werd in 1937 geboren te Velzen. Op zijn twaalfde jaar ging het gezin naar Zweden, zeven jaar later keerden de ouders terug naar Nederland. Cornelis bleef in het land van de welvaart, hij bezocht de theater-school en ging daarna studeren aan het Sociaal Instituut. In die tijd werd hij “ontdekt”. “Ik was een soort ceremonie-meester voor de studenten, verzorgde de fuifjes en de wijn en ik zong wel eens een liedje. Een vriend van mij, die een grammofoonplaat had gemaakt, bracht op een avond zijn manager mee. Die man hoorde me zingen, vroeg of ik een plaat wilde maken en gaf me een kontrakt. Bovendien kreeg ik een proef-tournee van een paar maanden door Zweden.”


Vreeswijk begon indertijd zo ongeveer als Jaap Fischer hier in Nederland: met het soort van luisterliedjes dat bij studenten en aanverwanten populair is, maar dat door het grote publiek nauwelijks wordt opgemerkt. “Die eerste plaat was wel leuk, maar exclusief, niet kommercieel. Maar toen ik terug kwam van vakantie zag ik in de etalage van een grammofoonplatenwinkel een bord met de mededeling: “Vreeswijk uitverkocht”. Vanaf dat moment werd het zingen voor zalen. Om wat geld te verdienen vertaalde ik ook Amerikaanse teksten in het Zweeds. Er was op een gegeven moment een liedje op heel fijne muziek, dat heb ik voor de lol vertaald en aan een zangeresje aangeboden. Zij wou het zelf niet hebben. Ik heb het toen zelf op de plaat gezet en het werd een geweldige hit…” Dat was het begin van de ommezwaai: “Ik zat tussen de devil en de deep blue see, de studenten enerzijds en het grote publiek anderzijds. Ik had een zoontje van een half jaar en ik moest geld verdienen…” De keuze tussen de duivel van de kommercie en de diepe blauwe studenten-zee was niet al te moeilijk, want Vreeswijk bleek een magische aantrekkingskracht uit te oefenen op het grote publiek. Wat nog niet wil zeggen, dat hij zijn ziel aan de duivel had verkocht: zijn Zweedse hits (een stuk of tien) waren allerminst van het doorsnee schlager-materiaal gemaakt; Vreeswijk is behalve een dichter-zanger vooral ook een muziek-man, hij werkte in Zweden bij voorkeur met jazz-musici. De Zweedse Vreeswijk klinkt dan ook heel anders dan de Vreeswijk die wij in Nederland kennen. Hij maakte daar swingende liedjes, veelal op een ijzersterk blues-thema. “In Nederland ken ik de musici nog niet waarmee ik dit soort muziek zou kunnen maken. Maar mijn repertoire verandert, dat is zeker. Ik heb hier een pianist gehoord die het helemaal heeft… hoe heet hij?” Die pianist heet natuurlijk Louis van Dijk en schrijver dezes belooft het kontakt te zullen leggen. Er is een goede kans dat Vreeswijk in Nederland een muzikale gedaanteverandering ondergaat, hij spreekt met heimwee over de muzikale vorm waarin hij zijn Zweedse liedjes had gegoten. Cornelis Vreeswijk heeft zo’n kleine zeven jaar geleden al naar Nederland gelonkt, ten slotte is het het land van zijn herkomst. Maar de plaat die Dureco hier toen uitbracht “deed niks”. Op een gezegend moment, een goede drie jaar geleden, stapte de zanger over van Dureco naar Phonogram-Zweden. De spoedig voorgestelde contractwijziging – van Zweden naar Holland – bracht onze zanger niet in verlegenheid: “Ik kreeg de kans tot expansie. De eerste keer was het totaal mislukt, maar nu werd ik geweldig geplugd en het liep meteen.” Toch was de overstap van Zweden naar Nederland geen sinecure. Hij begon met Zweedse liedjes in het Nederlands te vertalen en omdat de Nederlandse spreektaal nu een maal een heel andere muziek heeft dan de Zweedse spreektaal, werd het vaak net niet precies wat hij ervan verwachtte. Bovendien is behalve het kommerciële ook het gedrags-milieu hier anders dan daar: “In Zweden maak je uitsluitend elpees. Epees en singles worden daar zowat niet verkocht.” Geen wonder: het vrijwel kroegloze Zweden kent de populariteit van de jukeboxen nauwelijks.


Met zijn vrouw ging Vreeswijk naar Nederland en in drie dagen maakte hij een elpee, die naderhand door Ruud Bosch werd opgefrunnikt met schone begeleidingsmuziek. Geen ideale werksituatie, maar wel een uiterst verkoopbaar produkt: van die eerste elpee zijn nu zoveel platen verkocht, dat er een z.g. platina plaat voor wordt gegeven. En het zal geen insider verbazen als de tweede Hollandse elpee binnenkort in goud werd gevat. Een sukses-formule dus, maar de charmante zanger, die menig vrouwenhart sneller doet kloppen (“Meen je dat? Nou, ’t kan best, dat zou wel leuk zijn”) heeft meer op zijn hart dan de suksesformule: hij zoekt naar een vormgeving die zowel muzikaal als tekstueel meer het min of meer geëngageerde genre uit Zweden benadert. Een jaar of drie geleden heeft Vreeswijk in Zweden een plaat gemaakt met teksten van de daar zo klassieke dichter-komponist Bellman, een troubadour uit de tweede helft van de achttiende eeuw. “Een soort Vondel,” zegt Vreeswijk, “maar dan als troubadour. Bellman maakte fijne liedjes over het leven in Stockholm. Over Wein, Weib und Gesang. Drie jaar geleden is die elpee in Stockholm uitgekomen. Het zijn heel fijne liedjes, ik heb ze in het Nederlands vertaald.” Zijn vrouw, altijd aan zijn zijde, zegt: “Ze zijn niet erg kommercieel.” “Nee,” zegt Vreeswijk, “misschien niet. Maar ze zijn wel nieuw!” Wie hem ziet als de man van het prettige tekstje en de gemakkelijke melodie, zal binnenkort door Cornelis Vreeswijk duidelijk omgeturnd worden. Als hij gaat doen wat hij van plan is, zal er wellicht een verandering ontstaan in het vaderlandse popwezen. Misschien is uit Zweden wel de Nederlander gekomen, die ons, na de vloedgolfjes als Boudewijn de Groot en de inmiddels helaas in het drijfzand geraakte Herman van Veen, iets aan tekst en muziek geeft waar we met velen tegelijk erg gek op worden. Vreeswijk is te bescheiden om zoiets te beweren, maar de luisteraar naar het steeds mistiger wordende Hollandse popwezen hoopt het misschien wel. Vreeswijk maakt dezer dagen een televisie-special van veertig minuten, begin maart wordt het uitgezonden en het is een geheel nieuw repertoire. Waarschijnlijk nog niet precies het repertoire dat hij zich wenst, maar dat zit er aan te komen. Wil Cornelis Vreeswijk ons nog iets vertellen waar we niet slechter van zullen worden? “Ja. Zet Veronica eens een uurtje af, lees een boek of draai een fijne plaat.”

Podium Cornelis Zondag 29 november was een zeer stormachtige dag, maar dat weerhield de echte muziekliefhebber er niet van om zich ’s middags naar theater Sijthoff Cultuur in Leiden te begeven voor onze najaarsactiviteit: Podium Cornelis. Het programma werd afgetrapt door Ton Tuin. Hij moest een beetje op stoom komen en eerlijk gezegd behoort het door hem vertolkte De haan en de Hen ook niet tot het allermooiste werk uit Vreeswijks oeuvre, maar met Dans om de Bom en Hopeloos Blues vond Ton toch nog z’n draai. Fred Pruim vertelde dat zijn zang wel eens met die van Vreeswijk wordt vergeleken en inderdaad, Fred heeft met Cornelis een rauw rafeltje in zijn stem gemeen. Hij wisselde enkele nummers van Vreeswijk (o.a. Is er nog plaats in de schuilkelder voor een man met een gitaar) af met een paar geslaagde eigen composities.


Matthias MatsĂŠn heeft vaker voor ons opgetreden, voor het eerst in 2013 op het open podium in De Schalm Westwoud. Hij bracht weer een aantal mooie Zweedstalige Cornelis liederen, waaronder Blues fĂśr Fatumeh, dat hij van een nieuw arrangement had voorzien. Mij klonk het wat onwennig in de oren.


Daarna was de beurt aan de jeugd: Anne van der Klein en Amber Wolvers brachten, deels samen, deels solo, een paar mooie nummers uit het rijke repertoire van Cornelis. Hun zanglerares Ilonka Seriese zorgde, samen met pianist Pieter Hiemstra en gitarist Jurjen Oostenveld voor de begeleiding. Anne bracht een fraaie vertolking van Rozenblad, toch niet een van Vreeswijks makkelijkste nummers. Amber zong Deirdres Samba, met een wel wat gewaagde tekst voor een zeventienjarige. Er werden Zweedse teksten gezongen alsof dit dit geen enkele moeite kostte, maar hier moeten ongetwijfeld vele uren oefening in gezeten hebben.


De middag werd afgesloten met Keetje & Co, een ensemble dat er hoorbaar genoegen in schept om bekende nummers van een nieuwe, ironische tekst te voorzien. Van Cornelis kenden ze het nummer Teddybeer, maar dan in de uitvoering van Maarten van Roozendaal. Keetje & Co werkten het nummer om naar Praatvriendin. Bij Cornelis wordt zoals u weet de ik-figuur teddybeer genoemd door zijn geliefde ‘… daar werd ik haast impotent door’. De versie van Keetje wordt gezongen vanuit het vrouwelijk perspectief en ook hier wordt het niet veel met de erotiek: de vriend van de ik-figuur beschouwt haar als een vriendin waarmee je heel fijn en diepzinnig kunt praten, maar blijft tot haar grote frustratie geheel koud onder haar amoureuze avances. Na afloop stonden de medewerkers van Sijthoff klaar met een heerlijke soep, zodat we muzikaal en culinair verkwikt de herfststorm in konden gaan. Tekst en foto’s: Wim Boswinkel

The making of Cornelis zingt Bellman Donderdag 11 oktober 2012 In februari 2007 verscheen in de Nieuwsbrief van het Cornelis Vreeswijk Genootschap een artikel over de oom van Cornelis Louis de Fauwe. Deze heeft begin jaren 70 van de vorige eeuw unieke opnamen gemaakt van Cornelis, die Nederlandstalige versies van werk van Bellman zingt. Nu, ruim vijf jaar later, is het eindelijk zover. De banden zijn in handen van Tonny Vreeswijk en we hebben vanmiddag een afspraak bij Finetune Mastering in Soest. Dit is een studio die


gespecialiseerd is in het restaureren en conserveren van oude geluidsbanden. Een paar weken geleden heeft Tonny de banden overgedragen gekregen van haar nicht Loes de Fauwe. Loes is de dochter van “Ome Loet” - zoals Tonny hem noemt - die in 2011 overleed. Er zijn vijf kostbare jaren verloren gegaan. Maar niet getreurd, we gaan eerst eens kijken wat we precies voor cultureel erfgoed in handen hebben. Daarna is het vooral Tonny die mag bepalen wat er gebeuren gaat. Ons eerste doel is veiligstellen van deze unieke opnamen. Een tweede doel zou publicatie kunnen zijn… In de autorit naar Soest leren Tonny en ik elkaar wat beter kennen. Zij is blij dat ik deze onderneming op touw gezet heb en ik ben blij dat we nu eindelijk werk kunnen maken van dit prachtige materiaal. We zijn allebei erg benieuwd wat ons te wachten staat. De studio bevindt zich op de eerste etage van een bedrijfspand op een industrieterrein in Soest. Je moet via de brandtrap naar boven. Dat valt voor Tonny niet mee op schoenen met een elegant hakje en een tas en twee hondjes. Het draait er op uit dat ik de honden een voor een naar boven draag… Ach ja, alles voor het goede doel. Peter van ’t Riet is een rustige technicus. Na wat puzzelen en proberen blijken we het volgende in handen te hebben:    

Twee 4-sporen tapes, waarop zowel opnamen van het Concertgebouworkest staan als de felbegeerde Bellman-opnamen van Cornelis. Een 2-sporen studiotape met de instrumentale partijen van de Bellman epistels, die Cornelis heeft gebruikt voor de opnamen. Een tape van kleinere afmeting, waarop een uitvoering van Ceclia Lind staat. Een cassettebandje met een voordracht van het gedicht “’De Leeuw” door de jonge Cornelis, opgenomen bij het afscheid van de familie Vreeswijk naar Zweden.

Dat is een mooie verzameling. We beginnen met de kleine tape. Dit is de versie van Cecilia Lind, zoals deze is verschenen op de hommage-cd. Prachtig gezongen, geweldig mooi arrangement. De kwaliteit is prima. Maar het is geen nieuw materiaal. Op de 4-sporenbanden staan meerdere opnames. Naast de Bellman epistels staat er een opname van de TV-uitzending van het Grand Gala du Disque in 1974. De Grand Gala opnames zijn redelijk van kwaliteit maar niet geweldig. Waarschijnlijk is er gewoon een goede microfoon naast de TV gezet. De nummers die Cornelis vertolkt zijn:    

Damrakblues De bekommerde socialist Veronica Ik wou dat ik maar biljarten kon.

Maar de Bellmanliederen blijven het meest bijzonder. Het zijn slechts 11 epistels. Het Zweedse album bevat er 13. Epistel 36 en 71 ontbreken. Dat is erg jammer, maar het is er in elk geval een meer dan de 10 waarvan in het interview met De Fauwe sprake van was. Het bevat flink wat ruis, maar is eigenlijk gewoon erg goed bruikbaar om een cd van te maken. Epistel 40 staat er twee keer op en van epistel 81 zijn drie opnames gemaakt. Bij elk van deze opnames van epistel 81 hoor je Cornelis in het Zweeds zachtjes op de achtergrond zingen. Als we dit materiaal gaan uitbrengen moet er voor de epistels 40 en 81 dus nog beslist worden welke


versie gekozen wordt. Ik had ook wel eens gehoord dat er twaalf epistels vertaald waren. Ik weet nu hoe het zit: Epistel 36 is voor een klein deel vertaald en daarom ook niet opgenomen. De 2-sporen tape met de instrumentale begeleiding is van prima kwaliteit. Misschien handig als er iets gerepareerd moet worden van het geluid van de 4-sporen tapes. Het cassettebandje is van slechte kwaliteit. Niet bruikbaar. Als we afscheid van Peter nemen kunnen we plannen gaan maken voor een cd. Peter geeft een prijs af om alles recht toe recht aan te digitaliseren en om de 11 epistels met zo hoog mogelijke kwaliteit op een master cd te zetten. In de auto onderweg naar huis bespreken we de mogelijkheden. Tonny vindt het leuk als er een cd van gemaakt wordt. Het CVG moet dit regelen en als er een batig saldo is moet dit worden besteed aan een passend doel. Aan zoiets als een Bellmanvereniging in Nederland (maar die bestaat niet). Om het conserveren / digitaliseren uit te kunnen voeren wordt subsidie gevraagd aan het Prins Bernard Cultuurfonds. In december 2013 wordt deze aan het CVG toegewezen. Op naar de volgende stap, nu moeten we zien hoe de opnames op cd uitgebracht kunnen worden.

Vrijdag 28 februari 2014 Ik heb Tonny vorige week gebeld. Ze vindt het wel een gedoe, weer samen naar Soest. De verrassing is er natuurlijk wel af en het zal wel een kwestie van wachten worden tot alles digitaal is opgenomen. Hoewel ze erg zuinig is op de banden, wil ze deze toch aan mij afstaan zodat ik ermee naar de studio kan. Wat een vertrouwen. En nu staat ze in de deur op me te wachten. Kopje koffie, verhalen, gewoon gezellig. De zeldzame geluidsopnames liggen in een plastic tasje voor me op tafel. En ja hoor, ik vertrek, zoals beloofd, met het culturele erfgoed onder mijn arm. Thuis bekijk ik alles op mijn gemak. Handgeschreven indexblaadjes, een paar losse briefjes. Ik herinner het me weer van de vorige keer. Bijzonder idee dat ik nu de enige ben die over dit 40 jaar oude materiaal beschikt. Ik ga maandag gelijk de studio bellen voor een afspraak.

Donderdag 13 maart 2014 Ik arriveer keurig om 10:00 bij Finetune Mastering in Soest. Peter is er helemaal klaar voor. We zullen wel een halve dag bezig zijn met laden, luisteren en beslissen, belooft Peter. Daarna kunnen de banden weer in de tas en kan hij het verder alleen af. Het is toch weer even zoeken waar de nummers staan op de banden. Het is netjes gedocumenteerd, maar dat blijkt toch op verschillende manieren te interpreteren. Als we eenmaal gestart zijn blijkt hoe rustig en vakkundig Peter werkt. Legt zo nu en dan uit wat hij aan het doen is, maakt de koppen van de machine regelmatig schoon en gebruikt zowel de apparatuur als zijn uitstekende gehoor om de juiste instellingen te doen. We luisteren aandachtig naar de nummers die worden ingelezen. Uiteraard moeten alle tracks ook netjes ge誰dentificeerd worden. We luisteren met een technisch oor, maar genieten ook van de prachtige arrangementen van Bjorn J:son Lindh. Die is onlangs overleden, vlak nadat ik ontdekt had


dat hij dit album had gearrangeerd. Toen realiseerde ik me ook pas dat ik hem in augustus nog heb zien optreden in Stockholm. Peter heeft mijn volledige vertrouwen voor het optimalisatieproces. De manier waarop hij weet te benoemen wat hij wel en wat hij niet aan het geluid wil doen stelt mij zeer gerust. We onderzoeken nog even Epistel 81. Daar hoor je Cornelis in het Zweeds zingen op de achtergrond. Onze conclusie is, dat het een fout op de orkestband is. Een lek in de studio heeft ervoor gezorgd dat de zang zachtjes op de orkestband staat. Eigenlijk niets aan te doen en misschien is dat zelfs wel zo leuk, een opname met een verhaal. Het restaureren, optimaliseren en masteren kan beginnen. Maar dat moet Peter vooral zelf gaan doen. Ik rijd terug naar huis, hondsmoe van het luisteren, en ik ben blij dat er nu in elk geval een goede back-up van de tapes is. Er valt een last van mijn schouders.

Zondag 6 april 2014 Peter heeft me eerder een proef-cd toegestuurd. Ik heb nog wat op- en aanmerkingen geplaatst (nooit eerder luisterde ik zo intensief naar een cd), maar er is echt iets heel moois van gemaakt! Gisteren heb ik Tonny de tapes weer teruggegeven. Ik zag haar in Velsen bij de presentatie van de biografie van Cornelis, die Rutger Vahl heeft geschreven. Ook haar nicht Loes de Fauwe was er met een zus en een broer. Even kennisgemaakt. Er is nu ĂŠĂŠn persoon in de wereld die deze prachtige opnamen in digitale vorm heeft. Of nee, er is een kopie in de studio. ;-) Op naar de volgende stap, nu moeten we zien hoe de opname op cd uitgebracht kunnen worden. Maar dat wordt een heel ander verhaal. Jurjen Oostenveld

PRIKBORD Vacature Het CVG zoekt:

ERVAREN WEBMASTER met kennis van Joomla! of ander CMS en met visie op de toekomst van onze website. Aanmelden bij het bestuur cvgbestuur@cornelisvreeswijk.nl

Uitnodiging Op 16 april aanstaande wordt een mijlpaal bereikt: de veelbesproken cd "Cornelis zingt Bellman" komt uit!

CD PRESENTATIE Gemeentehuis Velsen Plein 1945 1971EN IJmuiden De presentatie van de cd wordt voorafgegaan door de Algemene Ledenvergadering. Ledenvergadering: 13.30 uur - 14.20 uur


CD presentatie: 14.30 uur - 16.30 uur We hopen u te mogen verwelkomen op 16 april. Wim van Kooten (secretaris)

CD Cornelis zingt Bellman vanaf 16 april te koop www.cornelisvreeswijk.nl

Website

YouTube

Facebook

Colofon - De Pijpendraaier is het ledenblad van het Cornelis Vreeswijk Genootschap (CVG). - Het CVG heeft als doelstelling: * Het levend houden van de muziek van wijlen Cornelis Vreeswijk, en het toegankelijk maken en houden van diens werk. - Het CVG doet dit door: * informatie beschikbaar te stellen * de website www.cornelisvreeswijk.nl te onderhouden * dit ledenblad te publiceren * muziekbijeenkomsten te organiseren * het vertalen van het werk van Cornelis Vreeswijk uit het Zweeds te stimuleren - De Pijpendraaier verschijnt drie รก vier maal per jaar. - Kopij sturen naar: redactie@cornelisvreeswijk.nl

Disclaimer De Pijpendraaier wordt samengesteld voor verspreiding onder de leden van het Cornelis Vreeswijk


Genootschap (CVG). Omdat delen van de inhoud auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn, is het uitdrukkelijk niet de opzet van de CVG dat deze inhoud buiten de kring en de bijeenkomsten van het Genootschap verspreid of gebruikt zal worden. Het CVG neemt geen verantwoordelijkheid voor zulke verspreiding, door leden of door derden.

Deze e-mail is verstuurd aan jdoostenveld@gmail.com. • Als u geen nieuwsbrief meer wilt ontvangen, kunt u zich hier afmelden. • Voor een goede ontvangst voegt u CVGlaposta@outlook.com toe aan uw adresboek.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.