
6 minute read
² Museo Archeologico Nazionale di Napoli
Het gebouw waar het Museo Archeologico Nazionale di Napoli in gevestigd is, maakte in de 17de en 18de eeuw deel uit van de Universiteit van Napels. Toen rond 1777 koning Ferdinand IV de universiteit verhuisde naar een nieuwe locatie, werd het gebouw ingericht als koninklijk museum en bibliotheek.

Advertisement
De vele kunstschatten die bij de opgravingen in Pompeii, Herculaneum en Stabiae waren gevonden, werden naar hier overgebracht. Pas in 1860, bij de eenmaking van Italië, kwam het museum in handen van de staat en werd het een nationaal museum. Het museum heeft één van de grootste collecties aan artefacten en kunstwerken uit de Antieke oudheid ter wereld Een erg groot deel wordt ingenomen door de zogenaamde Farnese collectie, waarvan zich ook een stuk in het British Museum in Londen bevindt.
De Farnese collectie betreft ronduit indrukwekkende marmeren beelden die opgegraven werden in de thermen van de Romeinse keizer Caracalla. Veel van deze beelden zijn Romeinse kopieën van Griekse originelen die vaak niet meer bestaan. Zo kan je figuren uit de Griekse mythologie zoals Hercules en Atlas herkennen. Bijzonder imposant is de beeldengroep rond de Farnese Stier dat dateert van de 2de eeuw voor Christus. Het museum bezit ook een ruime verzameling aan bustes van keizers en andere Romeinse VIP’s. Wij vonden het wel bijzonder om oog in oog te staan met Julius Caesar, Marcus Aurelius of Seneca, mannen waar we tijdens onze middelbare schooljaren veel over of van gelezen hebben. Ook het grote model van Pompeii, gemaakt uit papier, kurk en hout (eind 19de eeuw) dat tot in de details de vondsten uit de site documenteert, is indrukwekkend.
Wil je meer te weten komen over het dagelijkse leven in de Romeinse tijd, dan kan je je vergapen aan de massa’s dagelijkse gebruiksvoorwerpen die gevonden werden in Pompeii, Herculaneum en Stabiae, helaas wel vaak met de beschrijving enkel in het Italiaans. Ook heel wat kunst die tijdens de opgravingen gevonden werden, is hier te vinden, zoals prachtige bronzen beelden uit de Villa van de Papyri, knappe mozaïeken en fijne muurschilderingen. Een bijzondere plek is het Gabinetto Secreto, of “geheime kabinet” waar erotisch getinte voorwerpen en kunst uitgestald worden. Deze ruimte was tijdens lange periodes in de geschiedenis gecensureerd (enkel mannen van stand die geacht werden “van goede zeden” te zijn, werden toegelaten), maar sinds 2000 is het kabinet door iedereen te bezoeken, al moeten kinderen onder de 14 begeleid worden door een volwassene.
Je vindt hier onder andere de originele fresco’s uit het bordeel (Lupanare) van Pompeii. We zouden het haast vergeten maar het museum heeft ook één van de grootste Egyptische collecties in Italië, waarbij de periode van het oude Egyptische Koninkrijk tot aan de Romeinse tijd wordt getoond. Het museum is een must voor iedereen die de Romeinse cultuur beter wil begrijpen, of die een idee wil krijgen van de schatten die gevonden werden in Pompeii, Herculaneum en Stabiae.

² Chiesa del Gesù Nuovo
De Chiesa del Gesù Nuovo, ofwel de Kerk van de Nieuwe Jezus, ziet er langs buiten heel bijzonder uit: de façade bestaat uit pyramidevormige ornamenten die zelfs iets agressiefs uitstralen. De plek was oorspronkelijk een paleis dat in 1470 gebouwd werd in opdracht van Roberto Sanseverino, prins van Salerno. Eind 16 de eeuw werd het paleis verkocht aan de Jezuïeten die het omtoverden tot de huidige kerk (1601). Het kleurrijke interieur met de overweldigende koepel staat in zeer sterk contrast met de strenge façade. De kerk bevat een verzameling aan religieuze kunstwerken die gemaakt werden door verschillende lokale kunstenaars, zoals Belisario Corenzio, Paolo de Matteis en Gennaro Cali. Er zijn ook heel wat fresco’s te bezichtigen die zowel Bijbelse als de levensverhalen van verschillende heiligen weergeven. Om het altaar heen zijn drie bronzen bas-reliëfs geplaatst, waarbij de middelste een reproductie is van Da Vinci’s Laatste Avondmaal. Op de muren van de kapel vind je verschillende ledematen in het zilver, offeranden van gelovigen die voor die lichaamsdelen voor genezing bidden. In een zijkapel vind je ook een reconstructie van zijn dokterspraktijk en slaapkamer, zoals ze erbij lagen op de dag dat hij stierf.

² Santa Chiara
Santa Chiara is eigenlijk een groot complex dat bestaat uit de Kerk van Santa Chiara, twee kloosters (één voor monniken en één voor nonnen), koninklijke graftombes en tegenwoordig ook een archeologisch museum. Het complex werd in de eerste helft van de 14de eeuw gebouwd door de koning van

Napels, Robert d’Anjou, en zijn vrouw Sancia van Majorca. In 1340 werd Santa Chiara ingewijd en uitgeroepen tot Koninklijke Kerk. Alle koningen van de Anjou-dynastie zouden hier begraven worden, en je vindt er nu enkele van de mooiste Italiaanse, middeleeuwse graftombes. Oorspronkelijk was de bouwstijl gotiek, maar in de 17de eeuw kreeg het geheel een barokke upgrade. Het plafond bestond uit vele fresco’s en de vloer had een prachtig design. In 1943, volle Tweede Wereldoorlog, werd een groot deel van de site helaas verwoest door bombardementen, en de kerk brandde bijna volledig uit. Veel van de originele decoraties werden vernietigd. Je kan er ook archeologische vondsten bewonderen van oude Romeinse thermen die ooit op deze plek stonden en die na de bombardementen ontdekt werden. Ook de kloosters zijn deels te bezoeken. Opvallend is overigens de kloostergang met fraaie pergola’s en opvallende faïencetegels.
² Museo di Cappella di Sansevero
Wanneer je de Museo di Cappella di Sansevero binnengaat word je meteen overrompeld door de overdaad aan marmeren beelden en kunst die je van alle kanten overvalt. De kapel werd in 1590 gebouwd door hertog Giovan Francesco di Sangro als privékapel nadat hij was genezen van een ernstige ziekte. Haar huidige uitzicht dankt ze echter aan Raimondo di Sangro, prins van Sansevero, die in de tweede helft van de 18de eeuw de kapel grondig liet restaureren en versieren met indrukwekkend beeldhouwwerk. Via allegorische beeldengroepen zoals Bescheidenheid (op het graf van de moeder van de prins) of Misleiding (op het graf van de vader van de prins) werden verschillende leden uit de familie uitgebeeld. In totaal zijn er 28 beelden(groepen) te bewonderen, waarvan de meest gekende de Cristo Velato of Gesluierde Christus, een prachtwerk uitgehouwen in 1 blok marmer met lijnen en details zo fijn dat men toentertijd geloofde dat het via een macaber alchemistisch proces tot stand was gekomen. Raimondo di Sangro was immers een berucht beoefenaar van alchemie en het occulte, en werd hiervoor overigens ook een tijd geëxcommuniceerd. De voorliefde van de prins voor het macabere kan je ook terugvinden in de kelder van de kapel, waar twee “anatomische machines” staan: een skelet van een man en een vrouw waarvan het bloedvatenstel en verschillende organen blootliggen. Heel lang dacht men dat Sansevero erin geslaagd was om via zijn alchemie organisch materiaal te bewaren. Later onderzoek heeft echter uitgewezen dat hij gewerkt heeft met ijzerdraad, bijenwas en zijde. Het blijft wel een macaber zicht, en in samenspel met de bijna onderdrukkende sfeer in de kapel zelf, hangt er in het museum een beklemmende sfeer. De kapel is nog steeds eigendom van de Sansevero-familie.

Napoli Sotterranea
40 meter onder het historisch centrum van Napels is een bijzonder gangenstelsel te vinden, waar je als het ware door de tijd kunt reizen, van de oude Grieken en Romeinen tot de meer recente geschiedenis. Veel van de ruimtes die hier gevonden werden, zijn door de oude Grieken voor bouwmateriaal uitgegraven. De holtes en gangen die zo ontstonden, werden vervolgens eeuwenlang als waterreservoirs en aquaducten gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden de ondergrondse ruimtes als schuilkelders. Bij de begeleide rondleiding zie je nog spullen die mensen tijdens hun vlucht meenamen. Het is een tijdscapsule. Een klein museum (bovengronds) geeft extra informatie over hoe Napels en haar bewoners de Tweede Wereldoorlog beleefden. Tegenwoordig worden in de ondergrondse gangen in het kader van biologisch onderzoek ook plantjes gekweekt, bijvoorbeeld om na te gaan in hoeverre groen onder kunstmatig licht kan groeien (nog niet goed, zo blijkt). Een rondleiding van dit Napoli Sotterranea biedt een interessante kijk op de stad. Een klein stukje van de tour verloopt in het licht van je eigen kaars, en brengt je door zeer smalle gangen. Heb je las van claustrofobie, dan kan je dit deel zonder problemen overslaan.
² Duomo di Napoli
De Duomo di Napoli, die eigenlijk voluit de Cattedrale metropolitana di Santa Maria Assunta heet, werd eind 12de -begin 13de eeuw gebouwd in opdracht van Karel van Anjou. Op de plek hadden vroeger ook al kerken gestaan, en ook deze kathedraal zou doorheen de tijd danig van uitzicht veranderen, en er is nu een amalgaam aan stijlen en rijkelijke kunst. Zo vind je onder meer in de Cappela Minutolo een knappe mozaïekvloer.


Via de linkerzijbeuk kan je naar de middeleeuwse Basilica di Santa Restituta die in de 17de eeuw grondig werd aangepakt. Je vindt er wel nog een mozaïek van de Madonna en verschillende heiligen uit 1322. Je kan er ook de oudste doopfont van WestEuropa (550 na Christus) bezichtigen, met mozaïeken die dateren uit dezelfde periode. De kathedraal is echter vooral bekend om het gestolde bloed van de Heilige Januarius (San Gennaro), patroonheilige van Napels. Dat bloed wordt af en toe terug vloeibaar, liefst zelfs tweemaal per jaar om de stad tegen rampspoed te beschermen. Wordt het niet vloeibaar, dan kondigt dit onheil aan, zoals gebeurde in 1944 (een beetje later barstte de Vesuvius uit), in 1980 (erna werd de stad getroffen door een aardbeving) en in 1988 (de dag erna verloor Napels een belangrijke voetbalmatch tegen Milaan). Het bloed wordt bewaard in de indrukwekkende Capella di San Gennaro. De beenderen van de Heilige Januarius zijn bijgezet in de Crypte van de Succorpo, onder de kathedraal.

Italiaanse en Napolitaanse termen Het Napolitaans onderscheidt zich van het Italiaans en is echt een andere taal met een eigen spelling en andere woorden. Door de langdurige Spaanse overheersing vind je veel Spaanse invloeden in het Napolitaans. De taal wordt versterkt door handgebaren. De lange uithalen maken de emotie helemaal duidelijk. Veel (werk)woorden worden ingekort. Non lo so, ik weet het niet, is in het Napolitaans Bo. Amore, liefde, wordt Amo en ik ben moe, sono stanco, wordt so stanc
