Baaz 2.2015

Page 81

euro bilaterale ontwikkelingshulp die Nederland geeft, komt zeventig tot negentig cent terug door een stijging van de export.’ De ontwikkelingshulp blijkt dus een belangrijke motor voor exportbevordering. Naast de internationale handel mag het ontwikkelingsgeld ingezet worden om militaire missies te financieren. Vanaf 2014 wordt jaarlijks 250 miljoen euro beschikbaar gesteld uit de begroting van ontwikkelingssamenwerking voor vredesmissies en ‘crisisbeheersingsoperaties’, zoals de ISAF-missie in Afghanistan, ‘anti-piraterijoperaties’ in Afrika en ‘internationale terrorismeen criminaliteitsbestrijding’. Verdienen aan ontwikkelingssamenwerking, is dat ethisch? De laatste jaren is er steeds meer de nadruk komen te liggen op wat Nederland aan ontwikkelingshulp kan verdienen. Het ministerie kijkt daarbij met name naar de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. Het DGGF heeft onomwonden tot doel de Nederlandse belangen te dienen door Nederlandse bedrijven te financieren die in ontwikkelingslanden willen ondernemen. Handel

gaat voor hulp. Nederland verdient substantieel aan ontwikkelingshulp. Volgens econometrische modellen (gravity model en een time series approach) komt dit neer op 1,5 miljard euro aan export en een totale toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie van 900 miljoen euro.

‘ Verdienen aan ontwikkelingssamenwerking, is dat ethisch?’ Niet alleen ik, maar ook het IOB en de ontwikkelingsorganisatie ONE zijn kritisch op het huidige beleid, waarin het ‘waartoe’ te vaak wordt vergeten: ontwikkelingshulp dient als onderdeel van de nieuwe internationale rechtsorde na de Tweede Wereldoorlog, als onderdeel van de dekolonisering, en na de koude oorlog als een middel om de negatieve gevolgen van globalisering tegen te gaan. Ontwikkelingshulp moet hierbij ‘geïntegreerd zijn in een totaal proces van internationale

samenwerking’, aldus Jan Pronk, oud-minister en thans hoogleraar Theorie en Praktijk van Internationale Ontwikkeling. Sabine Roeser, hoogleraar ethiek aan de TU Delft: ‘Het idee om de morele dimensie te weren uit ontwikkelingssamenwerking is een gotspe. Als je zegt: we beperken ons voortaan tot economische en politieke motieven, dan is dat ook een morele keuze. Maar wel de verkeerde. Want die keuze is enkel strategisch, instrumenteel, pragmatisch onderbouwd. Je laat daarmee alle belangrijke morele argumenten buiten beschouwing. In het rijke westen hebben we, mede dankzij het kolonialisme, een morele schuld en een morele plicht om de situatie te veranderen.’ Volgens Roeser kunnen de vragen wat moreel goed is en wat de gunstigste manier van handelen is in praktische zin toevallig samenvallen. Toch moet de eerste altijd maatgevend blijven, want stel dat het praktische of economische voordeel in een andere situatie wegvalt, zou daarmee ook de motivatie om steun te geven, wegvallen. Terug naar onze uitgangsvraag. Als ‘handel vóór hulp’ het beleid is, hoe kun je dan de vluchtelingenstromen in de regio opvangen? Begin 2014 zijn er wereldwijd 11.703.179 mensen op de vlucht, onder wie meer dan drie miljoen Syriërs. Het merendeel wordt allang opgevangen in eindeloze, troosteloze, uitzichtloze opvangkampen. Het is immoreel uit zo’n schrijnend probleem electoraal winst te willen slaan. Ter geruststelling: omwille van de neutraliteit kom ik een volgende keer terug met een Haasje-over links. BAAZ MAGAZINE | 81


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.