De wens Aan de evenaar, op een warm continent, speurde jij langs de Melkweg naar flonkeringen die jouw wensen volbrachten, maar toch ontheemd verdwaalden in het gesternte. De brieven die wij toegewijd schreven, het geplande weerzien langs verre lijnen, de moonliner die jou zou brengen, het opnieuw verkennen van wat de afstand ons had ontstolen. Verstrijken nu de seizoenen, rukt de stilte om mij op na het sterven van de sprinkhanen, en het uitgeraasd rommelen van het onweer raak ik de wind aan die jouw vreugdevolle woorden aan de vogels schonk, en hoezeer ik ook tracht je te vergeten, en de dagen soms verdraag, mijn wens heb ik in jou gelaten
CIRCUMPLAUDO
13