Van één gezin helpen naar impact in de hele gemeente
OPVOEDEN IS AANKLUNGELEN
En dat is oké!
‘Hulp vragen is vaak taboe Maar vraag hulp als het nodig is, niemand kan het alleen’
Moeder Karin
Opvoeden
Tien jaar Buurtgezinnen. Een bijzondere mijlpaal voor een initiatief dat begon bij één vrouw met een helder idee: gezinnen die het moeilijk hebben, laten helpen door andere gezinnen uit de buurt. Niet met ingewikkelde protocollen, maar met nabijheid en oprechte, menselijke aandacht.
Dat idee werkte. En hoe. Tien jaar later is Buurtgezinnen uitgegroeid tot een landelijk netwerk van betekenis. We zijn actief in meer dan 150 gemeenten, met duizenden matches die blijvende impact hebben op het leven van ouders, kinderen en steungezinnen.
Sinds begin 2025 mag ik in de voetsporen treden van Leontine Bibo als directeur-bestuurder. Van dichtbij zie ik de kracht van Buurtgezinnen: hoe gezinnen opbloeien, hoe vrijwilligers iets terugkrijgen wat ze niet hadden verwacht en hoe professionals samen met ons zorgen voor hulp die dichtbij en toegankelijk is.
In dit magazine lees je verhalen van mensen die het verschil maken. Van gezinnen die elkaar vonden.
dat doen we samen
Soms begint dat met een telefoontje, soms met een schaal zelfgebakken baklava. Maar altijd begint het met het opbouwen van vertrouwen.
We laten graag zien wat voor moois er ontstaat als gezinnen, vrijwilligers, gemeenten en professionals de handen ineenslaan. Informele steun is een waardevolle aanvulling op de zorg. Het vergroot de veerkracht van gezinnen en helpt voorkomen dat kleine zorgen uitgroeien tot grote problemen.
Met deze speciale uitgave willen we inspiratie bieden aan iedereen die betrokken is bij gezinnen. Want de kracht van Buurtgezinnen zit niet alleen in wát we doen, maar vooral in hóe we het doen: dichtbij, eenvoudig, menselijk én samen.
We kijken met trots terug, maar liever nog vooruit. Want opvoeden, dat doe je samen. En die overtuiging blijft de komende tien jaar minstens zo relevant.
Dilek Odabasi
Directeur-bestuurder Buurtgezinnen
Samen opgroeien
Wat gebeurt er als gezinnen elkaar écht helpen? Zonder gedoe, gewoon omdat het goed voelt
Koningin MAxima
‘Al 10 jaar fan van Buurtgezinnen’ 24
BertWIENEN
Wat levert Buurtgezinnen op; ervaringen en cijfers in beeld 29
‘Een perfecte opvoeding is geen perfecte opvoeding’
Gezinnen Interview
van de Nederlandse volwassenen voelt zich
Slechts 25% van de ouders krijgt hulp vanuit hun netwerk
van de ouders voelt zich vaak overweldigd door het gezinsleven met de dagelijkse routine en zorgtaken 28% Ruim 66% van de mensen verstopt zich weleens voor de buren
In 10 jaar tijd is het aantal éénoudergezinnen gestegen van 17% naar 23%
De kosten van jeugdzorg stegen van 3,5 miljard euro in 2015 tot 8,1 miljard euro in 2024 1 op de 9 ouders met minderjarige kinderen is laaggeletterd
Wat gebeurt er als gezinnen elkaar écht helpen? Zonder gedoe, gewoon omdat het goed voelt. Deze portretserie laat zien hoe kleine gebaren grote impact hebben en hoe je samen sterker groeit dan alleen.
SAMEN (OP) GROEIEN
Fotografie
Tekst Esther Audier
Marianne van Eek
Tjitske Agricola
Styling Anne van Lieshout
Arlinda
‘Als steunoma had ik weer een goede reden de deur uit te gaan’
Verbinding maakt het leven de moeite waard
Toen de Kaapveridisch Arlinda artrose kreeg moest ze stoppen als verpleegkundige. Dat was even slikken, want haar verlangen om er voor anderen te zijn was niet gestopt. Ze ging op zoek naar een nieuwe manier om haar zorgzaamheid in te zetten. Dat vond ze dicht bij huis in Crooswijk, waar ze al 30 jaar woont.
Op de Facebookpagina van Buurtgezinnen zag Arlinda een zoekprofiel voorbijkomen van een Marokkaans meisje van 9 jaar dat graag vaker naar buiten wilde. Ze bleken op loopafstand van elkaar te wonen en zo kon Arlinda de wens van Fatima in vervulling laten gaan en begon hun band.
Op woensdag haalt ze haar van school en lopen ze samen naar het buurthuis. ‘Soms denken mensen dat het mijn kleindochter is’, zegt Arlinda met een glimlach. ‘Als blijkt dat dat niet zo is, zijn ze altijd benieuwd hoe we dan bij elkaar zijn gekomen. Dan vertel ik over Buurtgezinnen en dat het fijn voelt om iets voor haar te kunnen betekenen.’
In de eerste periode gaan ze er samen op uit, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij of de speeltuin om de hoek. Maar al snel blijkt dat Fatima ook gewoon behoefte had aan contact met leeftijdsgenootjes met wie ze lekker kan spelen en kletsen. ‘In overleg met haar moeder en de coördinator van Buurtgezinnen, breng ik haar nu naar kinderactiviteiten die worden georganiseerd door een welzijnsorganisatie in het buurthuis. Dat vindt ze heel gezellig en daar bloeit ze van op.’
Het contact doet Arlinda ook goed. ‘Sinds ik gestopt ben met werken, is mijn leefwereld kleiner geworden. Als steunoma heb ik weer een goede reden om de deur uit te gaan.’
‘Mensen zijn benieuwd hoe we bij elkaar zijn gekomen. Dan vertel ik over Buurtgezinnen’
Zelf heeft ze een hoop meegemaakt in haar leven. Onlangs verloor ze één van haar twee volwassen zoons, die een einde aan zijn leven maakte na een zware depressie. Dat verlies draagt ze elke dag met zich mee. Tegelijk is het haar drijfveer geworden: er zijn voor anderen die het moeilijk hebben.
‘Het leven draait uiteindelijk om verbinding’, zegt ze. ‘Het contact met mensen om je heen maakt het de moeite waard.’
Het is maar toeval waar je wieg staat
Elles en Wout uit Hillegersberg openen hun hart én huis voor anderen. Met een druk leven, een lieve Berner Sennenhond en twee veeleisende banen maken ze tijd om steungezin te zijn. ‘Het voelt goed om iets te betekenen voor Ravi (5) én zijn moeder’, zegt Elles.
Wout werkt in een ziekenhuis voor kinderen met kanker en Elles werkt in de hospitality branche. Een vol bestaan waar nog ruimte was voor meer.
Elles: ‘Ik wilde iets doen dat echt impact maakt. Dat je niet alleen iets betekent voor een kind, maar voor het hele gezin. Dit is waarom Buurtgezinnen zo bij ons past.’
Elke woensdagmiddag halen Elles en Wout Ravi van school en gaat hij mee naar hun huis in Hillegersberg. ‘Ravi woont in een flat in Crooswijk samen met zijn alleenstaande moeder en daar kan hij zijn energie niet kwijt. Daarom gaan we veel naar buiten, het strand van Monster is Ravi’s favoriet. Ook leren we hem fietsen. Als hij dat kan, wordt de wereld voor hem en zijn moeder weer wat groter.’
Naast de kostbare band die ze met Ravi en zijn moeder opbouwen, verruimt het ook de wereld van Elles en Wout. ‘In het werk van Wout komen verschillende mensen voorbij, maar mijn bubbel is hartstikke wit. Ik zie hoe dit gezin met een totaal andere achtergrond, vaak moet opboksen tegen een wereld die niet voor hen lijkt ingericht. Daar leer ik veel van. Ook voel ik me verbonden met deze moeder die er alleen voor staat. Na mijn scheiding heb ik mijn twee jongens ook in m’n eentje grootgebracht.’
Het effect van de koppeling overstijgt inmiddels het leven van Elles en Wout.
‘Als onze buurman het gras maait, zwaait Ravi vrolijk vanaf zijn fietsje naar ‘ome Bert’.
‘Als onze buurman het gras maait, zwaait Ravi vrolijk naar ome Bert’
Elles
De hockeymeisjes in de speeltuin laten hem eindeloos van de glijbaan gaan. We nemen hem mee naar mijn ouders in Brabant, naar het studentenhuis van mijn zoon in Kralingen en praten er over met onze vrienden.’
‘Laatst kwamen mijn zoon Lars en zijn vriendin Luca langs toen Ravi bleef logeren. Voor het slapengaan lazen ze een boekje voor. Lars kwam met betraande ogen naar beneden. Wat hem zo raakte? Ravi is heel ontwapenend en met hem kletsen werkt heel relativerend. Ik denk dat Lars zich die avond pas echt realiseerde dat het maar toeval is waar je wieg staat en welke kansen je krijgt in het leven.’
Vanwege
privacyredenen is Ravi een fictieve naam.
‘De band met Ravi
verruimt ook onze wereld’
Elles
‘Hoe moest het met de zorg voor mijn kinderen?’
Anosha
Het voelt als familie
Door de oorlog in Afghanistan moest Anosha haar thuis verlaten, samen met Ahmed en hun dochters Elena (9) en Melissa (3). In Rotterdam vinden ze niet alleen een nieuw leven, maar ook steun bij Barbara en Roosmarijn. Hun warmte maakt dat dromen, zoals Anosha’s kappersopleiding, ineens haalbaar worden.
In 2018 vluchte Anosha samen met haar man naar Nederland. Ze krijgen hier samen hun twee dochters en verhuizen naar het Rotterdamse Crooswijk. Daar proberen ze hun toekomst verder op te bouwen. Ahmed vindt een baan in de bouw. En Anosha volgt een mbo-opleiding om het kappersvak te leren.
Als klein meisje droomde Anosha er al van om kapster te worden. ‘Dat mocht eigenlijk niet van mijn vader, maar ik wil mensen graag mooi en blij maken.’ Ahmed steunt Anosha in het najagen van haar dromen. Haar keuze om zich aan te melden voor de kappersopleiding, zorgt aanvankelijk voor stress in het gezin.
In hun thuisland woonden er vrienden en familie in de buurt, maar hier was er niemand om op terug te vallen. ‘Ik heb geen recht op studiefinanciering of stagevergoeding, dus de gewone opvang was geen optie. Hoe moest het dan met de zorg voor de kinderen?’
Via een Iraanse moeder, komt Anosha in contact met Buurtgezinnen.
‘Deze moeder vertelde mij wat het steungezin voor haar betekent. Ik vond het heel spannend om ons aan te melden. Mijn grootste zorg?
Of mijn kinderen veilig zouden zijn’.
Bij het eerste contact met de steungezinnen verdween die zorg als sneeuw voor de zon.
‘De gezinnen van Barbara en Roosmarijn voelen nu als familie. Het voelt alsof ik er twee oudere zussen bij heb.’
Allebei hun dochters kijken er elke week naar uit om naar hun eigen steungezin te gaan.
‘Door alle steun om mij heen leer ik nu het kappersvak en gaan mijn dochters naar ballet’
Soms gaan ze naar de bieb, het bos of bootjes kijken aan het water. Maar vaak spelen ze ook gewoon lekker thuis. Door te kletsen aan de keukentafel en boekjes te lezen, gaat ook hun taalontwikkeling met sprongen vooruit.
Omdat Anosha’s oudste dochter ook graag wilde sporten, heeft de coördinator een aanvraag gedaan bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Nu gaat ze elke zaterdagochtend samen met haar dochters naar de balletschool.
De toekomst positief tegemoet
In het Liskwartier wonen Rowshan en Nasim met hun vier kinderen. Door gezondheidsproblemen is het gezin vaak aan huis gebonden. Het steungezin dichtbij brengt nieuwe energie. De kinderen spelen en ondernemen vaker iets leuks, terwijl de moeders elkaar ontmoeten en samen genieten van kleine, waardevolle momenten buiten de deur.
Vroeger werkte Nasim als kok lange dagen en nachten in een Chinees restaurant, maar door gezondheidsproblemen moest hij daarmee stoppen. Hij trouwde met Rowshan die, net als hij, oorspronkelijk uit Bangladesh komt. Toen Rowshan in 2012 bij hem in Rotterdam kwam wonen, moest ze haar familie achterlaten en had ze vaak last van heimwee.
‘In de eerste jaren dat ik hier woonde, kende ik niemand en vond ik het heel spannend om iemand aan te spreken op straat.’
Na de bevalling van haar jongste dochter kreeg Rowshan een longembolie en namen de slaapproblemen en de druk op het huishouden steeds verder toe. ‘De kinderen willen elke dag naar buiten, lekker spelen en leuke dingen doen, maar mijn lichaam kon niet meer.’
Via school kwam ze in contact met welzijnsorganisatie SOL. De gezinscoach zag dat hun sociale kring heel klein was en bracht hen in contact met Buurtgezinnen.
Sinds de hulp van het steungezin ziet Rowshan de toekomst weer positiever tegemoet: ‘De kinderen komen veel blijer thuis en leren veel nieuwe dingen. Zelf kan ik even op adem komen als ze daar zijn. Het brengt zoveel meer rust in ons gezin.’
Ook de moeders hebben inmiddels een bijzondere band met elkaar opgebouwd. Zo gaat Rowshan met de steunmoeder mee naar een gymclub voor vrouwen in de buurt.
‘We kenden niemand dus onze sociale kring was heel klein’
Rowshan
‘De eerste keer vond ik het heel spannend. Ik ben de enige moeder met een hoofddoek en mijn conditie is niet goed. Maar alle vrouwen waren zo lief en legden alles uit.
Mijn moeder is nu in de zestig en is fysiek al helemaal opgebrand. Ik wil graag sterker en gezonder worden. Voor mijzelf, mijn man en voor mijn kinderen.’
Met het steungezin in de buurt zetten Rowshan en Nasim al mooie stappen in de goede richting.
‘Bij de gymclub was ik de enige moeder met een hoofddoek’
Rowshan
‘Mijn huis openstellen heb ik van mijn ouders meegekregen’
Esther
Hulp ontvangen is hulp kunnen geven
In Schiebroek woont Esther samen met haar man, hun twee dochters en kat Kees. Sinds anderhalf jaar is ze als coördinator voor Buurtgezinnen in Rotterdam actief. Esthers hart staat niet alleen open voor haar eigen gezin, maar ook voor anderen. Ze organiseert graag een warm en stabiel extra thuis voor kinderen van wie de ouders tijdelijk wat hulp kunnen gebruiken.
‘De vanzelfsprekendheid om je huis open te stellen voor wie er op je pad komt, heb ik van mijn ouders meegekregen’, vertelt Esther. ‘Ze hadden zelf vier kinderen, maar er was altijd ruimte voor nog een bord aan tafel. Zo hebben we in mijn jeugd een poosje twee kleine broertjes en hun zusje in huis gehad, toen het met hun ouders niet zo goed ging.
Mijn vader was huisarts en mijn moeder deed vluchtelingenwerk via de kerk. Er kwamen dus regelmatig mensen met allerlei achtergronden en verhalen over de vloer.’
Die open houding geeft ze haar eigen kinderen ook graag mee en vormt de basis van haar werk voor Buurtgezinnen.
‘We kunnen vaak letterlijk naar elkaar zwaaien vanuit onze huizen. Maar de drempel om aan te bellen en te vragen ‘Wat heb je nodig?’ voelt in een stad toch vaak te hoog, omdat mensen elkaar niet zo goed kennen. Toch merk ik dat de wil groot is om iets voor een ander te doen. En daar begint het mee.’
‘In het contact met vraaggezinnen valt me op dat vooral alleenstaande moeders het gevoel
hebben iets te moéten doen in de vrije tijd die ze krijgen als een steungezin even in de bres springt. Alsof ze het moeten verdienen en legitimeren wat ze met hun gewonnen tijd doen. Het is dan zo’n verademing als het steungezin aangeeft: je hoeft even niets.
‘Aanbellen en vragen ‘Wat heb je nodig? blijkt in de stad vaak een drempel te hoog’
Esther
Ga wandelen in het Kralingse Bos, handwerk of teken weer eens wat als je daarvan houdt. Of zet je favoriete muziek op, doe een mal dansje en krijg de slappe lach met je vriendin. Dat maakt je voor die paar uur echt geen slechte ouder, dat maakt je een volledig mens. Na zo’n periode waarin je hulp ontvangen hebt, ben je vaak ook weer in staat om het aan een ander te geven.’
‘Renée noemt mij haar bonusdochter, geloof ik. Ik voel me thuis bij haar.’
Wayra
‘Ik heb echt een vriendin.’
Rosanne
‘Ze zijn altijd blij om me te zien.’
Adeo
‘Ik miste het om lekker thuis te komen.
Bij Carmen en Frank ervaar ik de huiselijke sfeer.’
Lotus
‘Het was vooral leren kennen, niet wennen.’
‘We gaan om de zaterdag een hele middag. Ik kijk er altijd naar uit.’
Yannick
Keano 3 6 5 5 5 6 4
‘Bij Carolien en Joost is het anders dan thuis: geordender, rustiger, ik kan er meer mijn eigen ding doen.’
Nickita
Wat vinden kinderen van Buurtgezinnen
Waar ik me thuis voel
Kinderboekenschrijver Ellen Stoop ging vanwege ons tienjarig jubileum bij tien kinderen op bezoek om hun verhaal te horen. Ze reisde kriskras door het land om kinderen in de leeftijd van 9 tot 23 jaar te interviewen over hun ervaringen met Buurtgezinnen. De kinderen delen openhartig hoe het is om gekoppeld te zijn aan een steungezin. Wat betekent het als je even mag opladen, spelen of tot rust komen?
Hun ervaringen zijn gebundeld in het boek ‘Waar ik me thuis voel’.
Ook een exemplaar ontvangen? Neem contact op met de Buurtgezinnencoördinator van jouw gemeente. Kijk op buurtgezinnen.nl voor meer informatie.
Boeken met een verhaal
Over kind zijn ondanks een moeilijke thuissituatie
RISICOKIND OF EVENWICHTSKUNSTENAAR?
Elize Lam
Opgroeien met een psychiatrisch zieke, verslaafde of verstandelijk beperkte ouder is voor kinderen vaak balanceren. Hun ouders worden soms zo opgeslokt door problemen dat het ze aan ruimte en aandacht ontbreekt. Op basis van eigen werkervaring en onderzoek, onderbouwt Elize Lam dat niet zozeer hulpverleners nodig zijn als steungevers, maar betrokken volwassenen uit het netwerk van deze kinderen: familieleden, de buurvrouw of de muziekleraar. Mensen die wel duurzaam met hen kunnen optrekken. Dat blijkt cruciaal voor hun welzijn. Een inspirerend boek voor iedereen die iets wil bijdragen aan het kind-zijn van deze kinderen.
Over rust vinden in een drukke wereld
DINGEN DIE JE ALLEEN
ZIET ALS JE ER DE TIJD VOOR NEEMT
Haemin Sunim
De Koreaanse boeddhistische monnik Haemin Sunim geeft les over verschillende levenskwesties, van liefde en vriendschap tot werk, levensdoelen en spiritualiteit. Zijn inzichten en adviezen helpen om in het moderne, drukke leven te zoeken naar rustpunten. Zo legt hij bijvoorbeeld uit hoe je mindful kunt omgaan met negatieve emoties als woede en jaloezie. Sunim laat het belang zien van sterke relaties met anderen en benadrukt dat je vergevingsgezind en mild moet zijn tegenover jezelf.
De kleurrijke illustraties fungeren als kalmerende visuele pauzes die ons aansporen rustig aan te doen. Want als jij rustig bent, zal de wereld ook rustig worden.
Over veerkracht
LIFTEN NAAR DE HEMEL
Lex Paleaux
Na zijn ontslag uit een jeugdinrichting wordt de zestienjarige Quintin naar een afgelegen, religieuze gemeenschap in Canada gestuurd. In een wereld waar de tijd lijkt stil te staan, komt hij terecht bij een liefdeloos gastgezin en een boer die hem met harde hand weer op het rechte pad wil krijgen. Ondanks de barre omstandigheden blijft Quintin met een open blik naar de wereld kijken en sluit onverwachte vriendschappen: met een peuter, een kalfje en een dakloze indiaan.
Zal zijn Canada-avontuur een ommekeer betekenen voor de jongen die niet deugen wil of wordt hij opnieuw getraumatiseerd?
MOEDEREN EN MODDEREN
Margret van Paassen was jarenlang werkzaam bij Buurtgezinnen. Ze is auteur van meerdere boeken.
Regelmatig logeert Mo, een vriendje van onze zoon Fabian, een weekend bij ons als thuis de spanning te hoog oploopt. Hij heeft al op een internaat gezeten. Zijn moeder, die zelf op straat is opgegroeid, wil maar één ding: dat dat haar zoon niet overkomt. Hij haalt rotzooi uit en zij zit hem bovenop zijn nek. Op een keer heeft Mo ruzie met zijn moeder en komt naar Fabian. Als zijn moeder in aantocht is om hem op te halen, nemen Fabian en Mo de benen. Ze zijn onvindbaar en reageren niet op telefoon of app. Zo is Fabian, hij is loyaal en wil zijn vrienden helpen. Omgekeerd gebeurt hetzelfde.
‘Al met al word ik gesterkt in het idee dat opvoeden in de beslotenheid van één gezin veel te beperkt is.’
Soms loopt de spanning hier op en sist er zoveel stoom uit de ketel dat Fabian met een knallende deur het huis uit rent. Ondanks alles appt hij waar hij is en waar hij slaapt. Ik krijg een appje van de moeder van zijn vriend of het oké is dat Fabian bij haar slaapt. Voor haar is het prima en hij mag zo lang blijven als hij wil. We zijn blij met haar aanbod. Af en toe hebben we alle drie wat afstand nodig. We besluiten dat hij dit keer uit eigen beweging naar huis moet komen. We gaan niet meer vragen, trekken en sleuren. Hij zoekt het maar even uit. En dat doet-ie.
Hij blijft tien dagen weg. We zijn trots dat hij gewoon naar school en zijn voetbaltraining gaat. Maar het voelt ook als een machtsstrijd, wie heeft de langste adem, de hardste kop.
Al met al word ik gesterkt in het idee dat opvoeden in de beslotenheid van één gezin veel te beperkt is. Als een kind zich afzet tegen zijn ouders, is het fijn dat er naast zijn vrienden ook andere volwassenen zijn bij wie hij terecht kan.
Uit: Barsten van Liefde (2025), Uitgeverij Elikser
De Oudertelefoon laagdrempelige steun voor elke ouder
‘Help, onze dochter vapet, komt vaak niet thuis en we kunnen niet meer met haar praten. We maken ons echt heel veel zorgen…’
Het is een noodkreet die vrijwillgers van De Oudertelefoon helaas vaker horen. Al jaren bieden zij een luisterend oor aan ouders met grote én kleine zorgen. Laagdrempelig, anoniem en kosteloos. Het doel: problemen vóór zijn, ouders weerbaar maken en het taboe op opvoedstress doorbreken.
Die missie sluit naadloos aan bij de aanpak van Buurtgezinnen. Beide geloven we in het normaliseren van opvoeduitdagingen en het versterken van gezinnen van binnenuit. Daarom hebben we in 2025 besloten onze krachten te bundelen.
Eén missie, twee vormen van steun
Het bestuur van De Oudertelefoon is sinds kort bij Buurtgezinnen ondergebracht. De visie is helder: opvoeden hoef je niet alleen te doen. Dankzij deze samenwerking kunnen ouders makkelijker passende hulp vinden. Anoniem als het moet, dichtbij als het kan.
‘Het gesprek hielp om uit ‘dit overkomt mij’ te stappen en de regie te vinden. Het bracht me zelfinzicht en ik voel weer hoe krachtig ik ben als moeder’
Ons gezamenlijk doel is dat gezinnen nog beter en sneller de juiste ondersteuning krijgen. Ouders die contact opnemen met De Oudertelefoon kunnen, als ze dat willen, worden doorverwezen naar Buurtgezinnen voor praktische ondersteuning in hun eigen buurt. Andersom worden ouders bij Buurtgezinnen gewezen op de mogelijkheid om anoniem in gesprek te gaan via De Oudertelefoon. Een waardevolle aanvulling, juist in een tijd waarin het vertrouwen in formele hulpverlening soms onder druk staat.
Voor een zorgzame samenleving
Door de handen ineen te slaan, bieden
Buurtgezinnen en De Oudertelefoon een krachtig preventief alternatief binnen het jeugddomein. Gemeenten die inzetten op deze samenwerking, versterken het sociale netwerk rondom gezinnen en vergroten de kans dat ouders op tijd en op hun eigen manier hulp durven te vragen.
Want goed ouderschap vraagt soms gewoon om even iemand naast je.
Om mee te denken, mee te leven of gewoon te luisteren.
085-1304658
De Oudertelefoon
Ouders die even vastlopen in de opvoeding, vinden bij De Oudertelefoon een luisterend oor. Of het nu gaat om vragen, twijfels, spanningen of gewoon behoefte aan een gesprek: via telefoon of chat staan vrijwilligers dagelijks klaar om mee te denken. Gratis, anoniem en zonder oordeel.
‘Door de juiste vragen, wist ik wat ons het beste helpt in moeilijke opvoedsituaties. Bemoedigend, een luisterend oor en een heldere spiegel!’
De Oudertelefoon is bereikbaar op werkdagen van 09.00 – 15.00 uur en 20.00 – 22.00 uur via 085 – 130 46 58 of oudertelefoon.nl.
Ouders kunnen bij De Oudertelefoon terecht met alles wat hen bezighoudt in het ouderschap:
• Opvoedvragen
• Stress binnen het gezin
• Twijfels of onzekerheid
• De behoefte om even te sparren
Vrijwillige professionals (met ervaring in zorg, onderwijs of jeugdbeleid) luisteren zonder oordeel, stellen verdiepende vragen en helpen ouders hun eigen oplossingen te vinden.
Koningin Máxima eregast bij jubileum Buurtgezinnen
‘Ik ben al 10 jaar fan van Buurtgezinnen’
Op 15 mei 2025 vierden wij samen met tien kinderen uit het hele land, hun (steun) ouders en collega’s van Buurtgezinnen ons tienjarig jubileum.
Deze feestelijke bijeenkomst vond plaats in het Cultuurhuis in Doorn. De persoonlijke verhalen van de kinderen zijn gebundeld in het jubileumboekje
‘Waar ik me thuis voel’, geschreven door kinderboekenschrijfster
Ellen Stoop. Het eerste exemplaar werd door de kinderen overhandigd aan Koningin Máxima.
Tijdens de viering vertelden ouders en kinderen over de waarde van hun steungezin. Directeur Leontine Bibo nam afscheid en keek terug op tien jaar Buurtgezinnen: ‘Als ziekte, armoede of ellende je gezin raakt, kun je zomaar omvallen. Buurtgezinnen is dan een warme arm om je heen. In een tijd van individualisering en polarisatie voelt dat als een verademing. Mensen willen iets voor elkaar betekenen. Onze droom blijft: een samenleving waarin ouders er niet alleen voor staan.’
Buurtgezinnen begon in 2015 als pilot in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. Sindsdien zijn we stevig gegroeid. In 2017 ontving Buurtgezinnen het Appeltje van Oranje van koning Willem-Alexander. Inmiddels zijn meer dan 150 gemeenten aangesloten en zijn er ruim 8.000 koppelingen tot stand gebracht. Prachtig is dat meer dan de helft van de gezinnen ook na afloop contact met elkaar houdt.
Na de viering sprak Koningin Máxima met een aantal regiocoördinatoren en wethouders. Zij deelden hun ervaringen en onderstreepten het belang van preventieve steun voor gezinnen. ‘Ook al gaat het in hoofdzaak over het welzijn van ouders en kinderen, om meer gemeenten over de streep te trekken is het belangrijk om te laten zien wat de preventieve inzet van Buurtgezinnen kan besparen op de inzet van jeugdzorg. Zeker met het oog op de hervormingsagenda die voor ons ligt en het ravijnjaar dat ons staat te wachten’, aldus een van de aanwezige wethouders.
Meer lezen over de impact van Buurtgezinnen? Kijk dan in het dossier Impact op pagina 29 Buurtgezinnen brengt elk jaar in kaart wat onze informele steun gemeenten oplevert, zowel inhoudelijk als financieel. De uitkomsten verzamelen we in onze Landelijke Effectrapportage. Gemeenten kunnen deze rapportage opvragen via hun regiocoördinator.
Kwetsbaar, maar niet alleen
Delina werkt als coördinator bij Buurtgezinnen
Maastricht en is regiocoördinator Limburg.
Opgroeien in een kwetsbaar gezin, iets wat ik lange tijd heel normaal vond. Mijn moeder kwam op haar 16e vanuit Engeland naar Nederland. Ze viel als een blok voor mijn vader. Ze trouwde en beviel van haar eerste kind op haar 17e. Niet lang daarna kwamen mijn broer, ik en mijn zusje. Ze was 23 jaar, had vier jonge kinderen en kreeg geen steun van haar man, die uiteindelijk verslaafd raakte. Mijn vader was er niet voor ons, eigenlijk nooit geweest.
Toen ik drie jaar was, kwam er een einde aan het huwelijk van mijn ouders. Er volgden turbulente jaren met verschillende partners, die dachten mee te kunnen opvoeden maar waren hier niet zo goed in (op één lieve bonusvader na).
Familie was er wel, maar woonde niet ‘om de hoek’. Wat er wél was, waren de buren. Als een rode draad liep hun steun door ons leven. Ze hadden dezelfde afkomst, zaten in vergelijkbare situaties en hadden
‘Wat er wél was, waren de buren.
Als een rode draad liep hun steun door ons leven.’
De buurvrouw was er voor mijn lieve moeder, en mijn moeder voor haar. Dit gaf mijn moeder kracht. Door deze steun ontstonden vertrouwen, rust en perspectief voor de toekomst. Daarom kan ik terugkijken op een liefdevolle, warme en fijne kindertijd samen met onze ‘buurtjes’.
Ik geloof dat deze ervaring veel ellende in ons gezin heeft voorkomen. Soms is één helpende hand genoeg om een leven te veranderen. Ik weet het, want ik heb het zelf ervaren.
En nu werk ik als coördinator bij Buurtgezinnen en zie ik gezinnen die hetzelfde meemaken. Ouders die uitgeput zijn. Kinderen die te veel moeten dragen. En ik kan ze helpen, door een fijn buurtgezin voor ze te vinden. De cirkel is rond.
Hoe overtuig ik mijn partner steungezin te worden?
Is je partner een mens met een hart?
Nee? Ai. Misschien moet je eerst op zoek naar een upgrade
Mooi!
Je hebt een basis!
Heb je jouw partner al gevraagd om steungezin te worden?
Zei je partner: ‘Ik wil eerst meer weten’
Vertel dat het gewoon begint met een kennismaking zonder verplichting
Zei je partner: ‘Nee, geen tijd’
Vertel dat het om een paar uurtjes per week gaat
Lukt het nog steeds niet?
Ai. Is een nieuwe partner een optie?
Gedachten lezen lukt de meeste mensen nog steeds niet
Vraag je partner
En toen?
Zei je partner: ‘Ja, doen we!’
Kijk op buurtgezinnen.nl voor de coördinator bij jou in de buurt
Is je partner overtuigd? ja nee
Begin klein, praat samen, wees eerlijk. En als je partner nog twijfelt: dan misschien het argument: ‘Je maakt wel een maatschappelijk verschil’
Zei je partner: ‘Ik ben niet zo goed met kinderen’? Of ‘Ik heb te weinig ervaring’
Dan kun je mooi samen oefenen! (En het kind komt niet fulltime bij jullie wonen)
Is je partner nog niet overtuigd?
Laat iemand van Buurtgezinnen op de koffie komen. Ze zijn vriendelijk en komen vrijblijvend langs
Het lukt!
Een Kamer én
Aandacht
Voor veel jongeren is het vinden van een eigen plek een mijlpaal. Maar wat als je 18 wordt en de jeugdzorg stopt, terwijl je nog niet helemaal op eigen benen kunt staan? Voor deze jongeren is er Kamers met Aandacht: een organisatie die bruggen bouwt tussen zelfstandigheid en verbondenheid.
Kamers met Aandacht koppelt jongeren die uit de jeugdzorg komen of een lastige thuissituatie achter de rug hebben, aan mensen die een kamer over hebben en bereid zijn een beetje aandacht te geven. Dat zijn geen hulpverleners, maar gewone mensen die openstaan voor een praatje, een warme maaltijd of een luisterend oor. Ze bieden een veilige plek waar je mag zijn wie je bent, zonder verwachtingen of verplichtingen.
een kans om te groeien
De jongeren zijn tussen de 18 en 23 jaar oud en krijgen vaak al begeleiding van een hulpverlener. Ze hebben geen intensieve zorg meer nodig, maar wel een steuntje in de rug. Deze steun kan zitten in een simpel ‘Hoe was je dag?’ of in hulp bij het regelen van post, geldzaken of het zoeken van werk. En die kleine gebaren blijken vaak van grote waarde.
Degene die de kamer verhuurt bepaalt zelf wat hij of zij kan bieden. Soms is dat alleen een dak boven het hoofd, soms ook een beetje praktische ondersteuning. De begeleiding van de jongere blijft in handen van een professionele hulpverlener. Kamers met Aandacht zorgt voor de screening, maakt heldere afspraken en blijft betrokken zolang de jongere in de kamer woont.
Een kans die alles verandert
Het concept is eenvoudig, maar het verschil dat het maakt is enorm. Jongeren krijgen de kans om in een rustige omgeving hun leven op te bouwen. Verhuurders ervaren hoe verrijkend het is om iemand letterlijk en figuurlijk onderdak te bieden. En samen werken ze aan iets fundamenteels: vertrouwen.
Kamers met Aandacht is inmiddels actief in tientallen gemeenten in Nederland en groeit snel. Want de behoefte is groot. Elk jaar verlaten honderden jongeren de jeugdzorg zonder stabiele woonplek.
Dankzij Kamers met Aandacht krijgen zij meer dan een kamer. Ze krijgen een kans.
Meer weten of zelf een kamer aanbieden? Kijk op kamersmetaandacht.nl
Dossier Impact
Wat Buurtgezinnen
oplevert: ervaringen en cijfers in beeld.
Van één gezin helpen naar IMPACT in de hele gemeente
De gemeenschapszin die Denise en haar man ervaren hebben in hun jaren in Amerika, misten ze bij hun terugkomst in Nederland. ‘Daar is vrijwilligerswerk doen de normaalste zaak van de wereld.’ In haar zoektocht naar een zinvolle invulling stuitte ze in Schagen op Buurtgezinnen en wist meteen: ‘dit past bij ons.’ Ze meldde zich in 2020 aan als steungezin, is nu coördinator in Schagen en heeft Buurtgezinnen mede vormgegeven in de gemeenten Opmeer en Koggenland. Je kunt met recht zeggen dat Buurtgezinnen in haar hart zit.
Denise is zo’n vrouw waar je meteen een kop thee bij wil drinken. Hartelijk, nuchter én betrokken. ‘Het kan ons allemaal overkomen dat we overbelast raken,’ zegt ze. ‘Ook wij hebben een tijd gekend waarin het door onder meer mijn ziekte bepaald niet eenvoudig was om een gezin draaiende te houden. Gelukkig hadden wij fijne mensen om ons heen die ons op alle mogelijke manieren geholpen hebben. Dat gun ik iedereen.’
Kleine gebaren, groot effect
De afgelopen vijf jaar heeft Denise drie uiteenlopende gezinnen gesteund. Zo vangt ze het dochtertje van een alleenstaande moeder op.
‘Vaak zijn ouders geholpen met iets wat voor ons als heel klein voelt; een kindje dat komt spelen of gewoon samen eten. De hond uitlaten, kletsen met de koeien en paarden van de buren of kikkerdril vangen met een schepnetje. Wij wonen landelijk en geven kinderen graag letterlijk en figuurlijk de ruimte. Maar het brengt je als steungezin ook veel. We hebben mensen en culturen leren kennen waar we anders nooit mee in aanraking zouden zijn gekomen. Je bent zo betrokken bij elkaar, je zit vanzelf in elkaars hart. We hebben dan ook met alle gezinnen nog contact. Het is zo veel meer dan elkaar steunen. Het is vertrouwen, nabijheid, er zijn.’
Het mooie werk voortzetten
Toen de Buurtgezinnen-coördinator die Denise had gekoppeld ernstig ziek bleek en haar werk moest neerleggen, twijfelde Denise geen seconde. ‘Ik was in die tijd op zoek naar werk waar mijn bloed sneller van ging stromen en wilde heel graag het mooie werk van de vorige coördinator Marieke voortzetten.
Ik zie wat er gebeurt als ouders weer even op adem kunnen komen. Ze bloeien op, net als hun kinderen. En de steungezinnen? Die groeien minstens zo hard.’
Die uitwerking blijft niet beperkt tot de gezinnen alleen. Ook in de Schagense samenleving is die impact voelbaar.
‘Schagen is een West-Friese gemeente waar van oudsher het gedachtengoed ‘we hangen de vuile was niet buiten’ geldt. Maar ik merk dat vraaggezinnen die het aangedurfd hebben om hulp te vragen ook echt een inspiratie zijn voor anderen. Mijn wens is daarom dat de gemeente het belang van preventieve zorg in het voorveld niet uit het oog verliest.’
Samenwerking met andere organisaties
‘Wat er gebeurt als ouders op adem komen? Ze bloeien op, net als hun kinderen’
Collectief informele steun
KIND & GEZIN
Om informele steun landelijk sterker op de kaart te zetten, nam Buurtgezinnen in 2019 het initiatief om samen met drie andere organisaties het Collectief informele steun kind & gezin op te richten. We zagen dat deze vorm van steun in veel gemeenten én in de landelijke politiek nog onvoldoende aandacht kreeg. Terwijl juist betrokken vrijwilligers, buurtgenoten en andere burgers een groot verschil kunnen maken in het leven van gezinnen.
Hun steun voorkomt vaak dat zwaardere jeugdhulp nodig is.
Met het collectief bundelen we onze krachten om één doel te bereiken: structurele erkenning van de waarde van steun door gewone mensen. We willen dat deze steun een vaste plek krijgt binnen gemeenten en bij landelijk beleid. Het sluit naadloos aan bij ambities als vroegtijdige hulp, netwerkversterking en hulp dichtbij huis.
Meer informatie: informelegezinssteun.nl
Tekst Marianne van Eek
Fotografie
Liesanne Schoon
PRAKTIJKVOORBEELDEN
Zorgen voor elkaar loont
Een adempauze met impact; van zorgboerderij naar steungezin
In een gezin met twee tienerdochters zorgen spanningen rond de oudste, een gevoelig meisje dat veel vraagt van haar omgeving, voor druk op iedereen. De jongste trekt zich steeds vaker terug op haar kamer, vanwege de sfeer in huis. Ook een maandelijkse logeerplek voor de oudste, op een zorgboerderij, biedt geen echte verlichting. Ze voelt zich daar niet op haar plek. Maar dan komt er een ommekeer: de oudste dochter mag logeren bij een steungezin met jonge kinderen en paarden. Vanaf het eerste moment voelt ze zich er op haar gemak. Ze kijkt uit naar haar logeerweekenden en bloeit op. Voor de ouders betekent dit meer dan rust: het geeft ruimte om op adem te komen en aandacht te geven aan hun jongste dochter. Zoals de moeder het verwoordt: ‘Ik ben zó dankbaar. Deze match is bijna te mooi om waar te zijn.’
Zorgboerderij vervalt
Mensen om op terug te vallen
Het contact met Buurtgezinnen wordt gelegd door een GGD-verpleegkundige: een moeder van twee jonge kinderen ligt in het ziekenhuis, 30 weken zwanger. Haar partner werkt fulltime en houdt met moeite alle ballen in de lucht. Zorguren zijn al verbruikt en hoewel BSO op indicatie mogelijk is, past dat niet goed bij hun oudste kind, dat snel overprikkeld raakt. Gelukkig vindt Buurtgezinnen een steungezin in de buurt. Een stel met volwassen kinderen, die één dag per week de zorg overneemt.
Ook als moeder en haar premature baby straks thuiskomen, blijven ze helpen. Voor het gezin voelen zij als de opa en oma die zo gemist worden: oma is overleden, opa woont in het buitenland. Dankzij dit betrokken steungezin is de kinderopvangindicatie niet meer nodig. Het vraaggezin ervaart meer rust en weet nu dat ze ergens op terug kunnen vallen. Dit maakt echt het verschil in een spannende periode.
Een plek om op te laden
Als alleenstaande moeder draagt ze de zorg voor haar energieke dochter, haar werk en het huishouden terwijl ze zelf herstelt van een zwaar ziekteproces. De balans is broos, en om te voorkomen dat ze omvalt, zoekt ze steun voor in het weekend. Via Buurtgezinnen wordt ze gekoppeld aan een gezin met twee kinderen.
Zij openen graag hun deuren voor dit levendige meisje, dat wekelijks meedraait in hun gezinsleven.
Ze gaat mee naar sportactiviteiten en familieverjaardagen, en voelt zich echt onderdeel van het geheel. Als de gezondheid van haar moeder even achteruitgaat, staat het steungezin extra klaar. Zonder hun inzet was een zwaardere vorm van opvang nodig geweest, misschien zelfs pleegzorg. Dankzij deze betrokken match krijgt de moeder de rust die ze zo hard nodig heeft. En haar dochter?
Die heeft er een tweede thuis bij.
Samen sterk voor een veilige basis
Na een melding bij Veilig Thuis is er grote zorg of deze alleenstaande moeder de zorg voor haar vier jonge kinderen (0 t/m 7 jaar) nog aan kan. Door een woningruil is ze nieuw in de gemeente, zonder mensen om op terug te vallen. Zelf groeide ze op in pleeggezinnen en nu dreigt voor haar kinderen hetzelfde. Uithuisplaatsing lijkt onvermijdelijk, maar met intensieve inzet van het Jeugdteam én Buurtgezinnen komt er lucht. In een unieke samenwerking worden maar liefst vier steungezinnen gevonden, die elk om het weekend op zaterdag een kind verwelkomen. Voor Buurtgezinnen is dit de eerste keer dat zo’n brede ondersteuning wordt gerealiseerd binnen één gezin. Dankzij deze veilige, liefdevolle plekken en de professionele hulpverlening blijven de kinderen bij hun moeder wonen. Zij voelt zich gesteund, niet langer alleen. Een nieuwe stap richting stabiliteit, voor haar en haar kinderen.
Uithuisplaatsing voorkomen
TOP 6 BESPARINGEN
De inzet van een steungezin voorkomt in veel gevallen dat zwaardere hulpverlening nodig is. Dat levert niet alleen waardevolle, kwalitatieve effecten op voor gezinnen, maar ook een aanzienlijke besparing voor gemeenten. Buurtgezinnen brengt deze besparingen jaarlijks in kaart in de Landelijke Effectrapportage.
Begeleiding wijkof jeugdteam
Kinderopvang (op indicatie)
Geïndiceerde gezinsbegeleiding
Coaching en therapie
Logeeropvang
Zorgboerderij
Een tiener met een missie
Wat als een meisje van twaalf vraagt of ze mag oppassen, niet om te verdienen, maar om te helpen? Dan ontstaat er iets bijzonders.
Linda (moeder van 2 pubers en pleegmama):
‘Onze dochter Liv is een geboren moedertje. Toen ze op haar twaalfde zei: ‘Mam, mag ik oppassen? Pleéááse?!’, wist ik dat ze het kon. Maar wie vertrouwt zijn kind toe aan zo’n jong meisje?
Omdat ik als jeugdverpleegkundige Buurtgezinnen kende, zei ik: ‘Als we dit doen, doen we het sámen en kiezen we een gezin dat het echt nodig heeft.’
Liv was dolblij toen we in 2022 via Buurtgezinnen werden gekoppeld aan Kitty en haar zoontje Duuk.’
Liv (15 jaar):
‘Het is fijn om te weten dat we iemand rust en hulp geven, terwijl wij gewoon leuke dingen doen met Duuk. Ik was dertien toen hij voor het eerst kwam. Je leert hoe je goed voor een kindje zorgt en hoeveel verschil een klein gebaar kan maken. Dat dit echt belangrijk is voor de mensen om je heen; elkaar gewoon wat meer helpen. Duuk is een lieverd. We spelen samen, ik maak soms eten voor hem of leg hem op bed. Hij hoort erbij.’
‘Met relatief weinig inzet maken we als gezin een groot verschil. Dat geeft zingeving. We krijgen er ook veel voor terug: plezier, verbondenheid en groei’
Linda
HOE TEVREDEN ZIJN GEZINNEN OVER BUURTGEZINNEN?
WAARDERING
VRAAGGEZINNEN
9,2
WAARDERING VRAAG- EN STEUNGEZINNEN
9,1 Bereikbaarheid
8,9 Snelheid
9,2 Betrouwbaarheid
WAARDERING
STEUNGEZINNEN
8,9
9,2 Uitleg en informatie 9,0 Ondersteuning
8,6 Kwaliteit van de match
REACTIE VAN VRAAGGEZIN
‘De afgelopen twee jaar waren zo fijn. Ik weet niet hoe ik het zonder Buurtgezinnen had moeten volhouden.’
REACTIE VAN STEUNGEZIN
‘De Buurtgezinnen-coördinator heeft ons fantastisch begeleid. Met het eerste gezin verliep het contact moeizaam maar we konden altijd op haar terugvallen. We steunen nu een ander gezin, dat verloopt soepel.’
Buurtgezinnen cijfers uit 2024
‘Kreft van de mienskip’
Sinds het voorjaar van 2024 is Buurtgezinnen actief in Opsterland. Beleidsmedewerker Tamara van Houten speelde daarin een belangrijke rol. Vanuit haar overtuiging dat informele steun gezinnen écht verder kan helpen, zocht zij gericht naar een passende partner.
‘Ik kende Buurtgezinnen via een studiegenoot en vond dat initiatief inspirerend. Met mijn collega heb ik verschillende vormen van informele steun onderzocht en collega’s gesproken uit andere Buurtgezinnen-gemeenten. De positieve ervaringen daar gaven voor ons de doorslag.’
Laagdrempelig én zichtbaar
Wat Tamara meteen aansprak, is hoe zichtbaar Buurtgezinnen is. ‘Ze delen verhalen van gezinnen, zijn actief op sociale media. Dat maakt het laagdrempelig. Ik kan me voorstellen dat ouders daardoor sneller de stap durven zetten om hulp te vragen.’ En dat is precies wat de gemeente Opsterland belangrijk vindt: normaliseren dat het soms even niet lukt en dat je hulp mag vragen aan je naasten. ‘In het Fries noemen we dat ‘de kreft van de mienskip’, de kracht van de gemeenschap.’
Meedoen en opbloeien
Tamara ziet in de praktijk dat gezinnen opbloeien. ‘Je merkt dat ouders en kinderen meer zelfvertrouwen krijgen. Ze voelen: ‘ik doe weer mee’. Dat kan voor een gezin het verschil maken.’ De samenwerking met Buurtgezinnen beschrijft Tamara als prettig en professioneel. ‘Ze zijn flexibel, reageren snel en werken echt op maat. Dat past goed bij hoe wij als gemeente willen werken: dichtbij en mensgericht.’
Verhalen die blijven hangen
Tamara is geraakt door de verhalen die ze hoort. Zoals dat van een moeder met een taalachterstand door niet-aangeboren hersenletsel. Het is lastig voor haar om haar kind te helpen met taal. ‘Het steungezin leest veel met haar kind en neemt hem mee naar de bieb. Inmiddels ziet de school dat hij geen taalachterstand meer heeft. Een prachtige aanvulling op de liefde die hij thuis krijgt.’
Tamara van Houten, beleidsmedewerker
Jeugd en projectleider ‘Opgroeien in een Kansrijke Omgeving’ in Gemeente Opsterland
Een ander verhaal dat Tamara bijbleef is dat van een jong gezin waarbij de jongere kinderen naar een steungezin zouden gaan. ‘Uiteindelijk ging hun oudere puberzus ook mee. Daar vond ze een luisterend oor, iemand die haar écht ziet. Voor haar moeder was dat ontzettend waardevol: weten dat je kind ergens veilig is en zichzelf mag zijn.’
‘Je mag zeggen: het lukt me niet alleen’
Tamara gunt het ieder gezin om die warme, veilige kring te ervaren. ‘Een plek waar je kunt zeggen: ‘Het lukt me even niet alleen’ - zonder oordeel. Die normalisering is zó belangrijk. Daar dragen Buurtgezinnen en de mienskip samen aan bij.’
door een koppeling met een buurtgezin 84% kan
Na afloop van elke koppeling vraagt de Buurtgezinnen-coördinator aan het vraaggezin hoe zij de geboden steun hebben ervaren en wat dit hen heeft opgeleverd. De uitkomsten leggen we vast en brengen we jaarlijks landelijk in kaart.
meer sociale contacten
‘Meer dan ooit nodig’
Op Kindcentrum De Bareel staat een veilige en stabiele ontwikkeling van jonge kinderen centraal. Directeur Niels Vermij weet dat die ontwikkeling niet alleen op school plaatsvindt, maar ook thuis en in de wijk. Daarom is hij blij met de samenwerking met Buurtgezinnen, die sinds 2023 een belangrijke rol speelt binnen het Kindcentrum.
Niels kwam in contact met Buurtgezinnen toen een moeder tijdelijk niet in staat was haar kinderen naar school te brengen. ‘Buurtgezinnen zorgde ervoor dat de kinderen tóch op school kwamen. Dat gaf rust, voor de kinderen en voor het team. De continuïteit in hun schoolgang bleef behouden en hun ontwikkeling liep geen achterstand op.’
Inleven
Wanneer Niels of een collega merkt dat een gezin steun kan gebruiken, wordt contact gelegd met de lokale coördinator van Buurtgezinnen. Vaak loopt dit ook via de intern begeleider van de school. ‘We merken dat het voor veel ouders moeilijk is om hulp te vragen. Dan helpt het dat Buurtgezinnen zo laagdrempelig is. De coördinator hier kan zich echt goed inleven in ouders, maar blijft tegelijkertijd realistisch in wat mogelijk is. Dat persoonlijke contact is heel waardevol.’
Ook op praktische manieren blijkt de samenwerking met Buurtgezinnen van grote waarde. ‘Een tijdje terug deden we een oproep voor een lift naar zwemles. Dat lijkt klein, maar betekent veel voor een gezin. Er zijn ook kinderen die nu wekelijks op bezoek gaan bij een fijn gezin in de buurt. Dat soort momenten maken echt verschil.’
Bekendheid helpt
In hun nieuwsbrief besteedt het Kindcentrum geregeld aandacht aan Buurtgezinnen. ‘Dat is een fijne manier om mensen te wijzen op mogelijkheden voor hulp. Ouders kunnen dan zelf op onderzoek uitgaan, bijvoorbeeld via de website. Wij weten niet precies wie contact opneemt, maar dat hoeft ook niet. Zolang ze de weg maar weten te vinden.’
Niels Vermij, directeur
Kindcentrum De Bareel in Heemskerk
Omzien naar elkaar
Volgens Niels is de behoefte aan informele steun toegenomen. ‘Vroeger bracht een buurvrouw kinderen mee van school, nu is dat minder vanzelfsprekend. Mensen leven meer op zichzelf.
Buurtgezinnen brengt dat gevoel van omzien naar elkaar een beetje terug.’
Niels ziet hoe waardevol het kan zijn voor gezinnen om zich gesteund te voelen.
‘Ik hoop dat de drempel om hulp te vragen steeds lager wordt. Idealiter verdwijnt die helemaal. Als ouders horen hoe fijn het is om af en toe op lieve mensen in de buurt te kunnen leunen, wordt het zoveel makkelijker om die stap te zetten.’
‘Vroeger bracht een buurvrouw kinderen mee naar school, nu is dat minder vanzelfsprekend’
Uit de praktijk
Vluchtelingengezin
Een jongetje van vier jaar speelt elke dinsdagmiddag bij een steungezin in de buurt. Zijn ouders zijn gevlucht uit Syrië en proberen thuis zoveel mogelijk Nederlands te spreken. Dat is niet altijd gemakkelijk. In de kleuterklas leert hij al veel, maar op aanraden van de leerkracht is een steungezin gezocht. Dit gezin heeft een kind van ongeveer dezelfde leeftijd. Samen spelen en praten de kinderen volop, wat het jongetje helpt om spelenderwijs meer Nederlands te leren. Ondertussen gebruikt zijn moeder deze momenten om zich te focussen op haar eigen huiswerk voor haar Nederlandse taalopleiding. Zo werken moeder en zoon tegelijk aan hun toekomst.
Verbinder tussen school, gezin en wijk
Als brugfunctionaris vervult Christien Hoek een belangrijke rol in het verbinden van scholen, ouders en de wijk waarin zij wonen. Dagelijks zet zij zich in voor sterke gezinnen en gelijke kansen voor ieder kind, het liefst op een informele manier. Zo komt ze bij gezinnen thuis en signaleert ze zaken die op school vaak verborgen blijven. Bijvoorbeeld financiële zorgen of een gebrek aan bekendheid met beschikbare hulp in de gemeente. Toch verloopt die verbinding niet altijd vanzelfsprekend en merkt Christien soms aarzeling bij leerkrachten om Buurtgezinnen onder de aandacht te brengen. Haar tip? ‘Laat je lokale coördinator langskomen op school. Die kan uitleg geven over hoe Buurtgezinnen werkt. Vraag tijdens oudergesprekken eens hoe het thuis gaat en of ouders steun ervaren in hun omgeving. Dat kan een rustige manier zijn om het gesprek over Buurtgezinnen te openen.’
Aantal kinderen dat naar een steungezin gaat:
Ademruimte voor ouders én zorgverleners
Als praktijkondersteuner GGZ ontmoet Kathelijne van Mierlo ouders die worstelen met psychische klachten, overbelasting of een gebrek aan steun.
‘Wanneer ik merk dat een ouder er alleen voor staat en dreigt vast te lopen, kan Buurtgezinnen iets betekenen’, vertelt ze.
Een warm gezin in de buurt dat een helpende hand biedt. Wanneer Kathelijne hier meer over vertelt, ziet ze dan vaak direct opluchting.
‘Het idee dat er iemand naast je kan staan, maakt verschil. Zeker in situaties waarin psychische klachten samenhangen met eenzaamheid of het ontbreken van een sociaal netwerk. Bijvoorbeeld een alleenstaande moeder met depressieve klachten of een ouder van een zorgintensief kind, waardoor andere kinderen ondersneeuwen. Juist omdat Buurtgezinnen geen zorgtraject is, maar om menselijke nabijheid draait, kan het heel krachtig zijn.’
Herstel
De meerwaarde is voelbaar, voor ouders én voor haarzelf als zorgverlener.
‘Het biedt ouders ruimte om aan herstel te werken. Tegelijk geeft het mij als POH-GGZ verlichting. Zeker met de lange wachtlijsten in de hulpverlening is het fijn als ik op deze manier tóch iets kan betekenen. Zo kwam een moeder na de bevalling van haar tweeling bij mij op het spreekuur. Ze woonde samen met haar partner en hadden allebei een drukke baan. Voor haar zwangerschap had ze al burn-outklachten gehad en ze was nu voor de eerste keer moeder geworden. De combinatie van onzekerheid, perfectionisme en structureel slaapgebrek brak haar op. Door de inzet van een betrokken ‘oma’ op vrijdag via Buurtgezinnen, kreeg ze ademruimte en mentale rust. Hierdoor kon ze echt aan haar herstel werken.’
Kathelijne van Mierlo praktijkondersteuner GGZ in Noordwijk
‘Of die alleenstaande zwangere vrouw. Haar familie woont ver weg en ze voelde zich erg alleen in haar zwangerschap. Ze maakte zich zorgen over hoe ze straks alles zou moeten doen met een baby. Zij vond via Buurtgezinnen niet alleen praktische steun, maar ook een warme vriendschap. En voor mij als POH-GGZ was het heel waardevol om te zien dat die informele steun haar psychische veerkracht versterkt. Iets wat ik met gesprekken alleen niet had kunnen bereiken.’
‘Zeker met de lange wachtlijsten in de hulpverlening is het fijn als ik op deze manier tóch iets kan betekenen’
door een koppeling met een buurtgezin
Na afloop van elke koppeling vraagt de Buurtgezinnen-coördinator aan het vraaggezin hoe zij de geboden steun hebben ervaren en wat dit hen heeft opgeleverd. De uitkomsten leggen we vast en brengen we jaarlijks landelijk in kaart.
88% ERVAART MINDER OPVOEDSTRESS EN VOELT ZICH UITGERUSTER
87% zegt dat hun NETWERK groter is geworden 73%
voelt meer zelfvertrouwen en veerkracht
heeft
VRAAGGEZIN
Mijn man was ernstig ziek, hij overleed aan ALS. Na zes jaar mantelzorg was ik zwaar overbelast en miste extra steun. Familie woonde ver weg. De eerste keren dat de jongens bij het steungezin waren, heb ik alleen maar geslapen.
moeder Eveline
STEUNGEZIN
Als Buurtgezinnen er niet zou zijn, zouden wij niet snel met elkaar in aanraking zijn gekomen. En hadden we minder mooie momenten in ons leven gehad.
moeder Rana
STEUNGEZIN
Mijn kinderen ervaren dat niet alle omstandigheden hetzelfde zijn als die bij ons. Dat achtergronden uiteenlopen, mogelijkheden verschillen en er diverse geloven zijn.
En dat er ondanks die verschillen toch vriendschap kan zijn.
moeder Rianne
DOSSIER IMPACT
VRAAGGEZIN
De zorg voor een zoon met autisme is zwaar. Als de kinderen bij het steungezin zijn, kunnen zij lekker ontspannen. Ik heb dan tijd voor mezelf.
Ook is het voor mijn zoon fijn dat hij opgroeit met een man in zijn leven.
moeder Suzanna
Dit treffende gedicht is geschreven door onze voormalige collega Geke Maes-Van Buiten.
Het gaat over onze gezinnen in moeilijke tijden. Wil je meer mooie gedichten lezen van Geke?
Lees dan haar prachtige dichtbundel ‘Lees mij, tussen de regels door’. Kijk op samegeek.nl voor meer informatie over haar werk.
Zie je gaan zie je staan
Ondanks dat het leven je niet altijd toelacht
Ondanks dat de dingen anders liepen dan verwacht
Zorg jij dat je kinderen vol liefde worden grootgebracht
Durf jij om hulp te vragen in je kwetsbaarheid schuilt kracht
Zie je gaan
zie je staan
Dapper mens in al je pracht
Bert Wienen
is psycholoog, onderwijswetenschapper en bedrijfskundige en is gepromoveerd in de ontwikkelingspsychologie. Hij werkte in de jeugdhulp en het onderwijs, is medeoprichter van het Instituut voor Inclusief Onderwijs en pedagogischperspectief.nl
‘Een perfecte opvoeding is geen perfecte opvoeding’
Opvoeden is aanklungelen. En dat geeft niets, stelt Bert Wienen. ‘Laten we ervoor zorgen dat ouders weer gezamenlijk optrekken en ervaringen over ouderschap uitwisselen.’
Hij noemt dat terug naar de pedagogische basis en vindt dat professionals zich vaker buiten het opvoeden van kinderen mogen houden.
Wat is een pedagogische basis eigenlijk?
‘Dat vroeg ik me ook af. Opeens plopte die term overal op. Hij stond in de Hervormingsagenda Jeugd, in allerlei gemeentelijk beleid en je hoorde het overal. De invulling was iets onduidelijks als ‘de pedagogische basis gaat over instituten die met kinderen te maken hebben en die samenwerken’. Maar ik keek om me heen, verdiepte me in wetenschappelijke literatuur en dacht: we slaan iets over. Namelijk wat ouders samen doen. Eigenlijk gaat het om de mate waarin ouders hun pedagogische ideeën en ervaringen kunnen afstemmen met andere ouders én om het verlangen om dat met elkaar te doen.’
Noem eens een voorbeeld waarbij ouders dat zouden willen?
‘Dat buren met elkaar afstemmen hoe ze het op straat veilig houden voor hun spelende kinderen. Of wat we als opvoeders belangrijk vinden op school. Of hoe we denken over alcoholgebruik van tieners.’
‘Opvoeden is vaker anders en inconsequenter dan je denkt’
Daar zijn toch overheidsregels voor?
‘Ja, de overheid lanceert allerlei spotjes, denk aan NIX18, zodat ouders niet meer hoeven na te denken over wat mag. Alleen lopen ze er thuis met hun puber tegenaan dat er toch drank wordt geserveerd op een feestje met minderjarigen. En dan? Dus moeten we het weer samen hebben over wat we goed vinden voor kinderen en hoe we als ouders onderling zorgen dat die pedagogische basis stevig staat.’
Waarom leg je onderling afstemmen over opvoeden zo sterk bij ouders?
‘Omdat, als we niet oppassen, preventie en hulpverlening nog verder het gezinsleven induiken om te zorgen voor een stevige, verantwoorde pedagogische basis. Waardoor ouders nog afhankelijker worden van instituten en niet eens de mogelijkheid meer krijgen om zelf na te denken wat zij goed vinden voor kinderen. Daarmee haal je de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders weg. En je vergeet dat, overal waar wordt opgevoed, al een pedagogische basis bestaat.’
Professionalisering van opvoeden en ouderschap is dus een risico?
‘Je moet dat niet willen. Bovendien schept het de verwachting dat met hulp van professionals het opvoeden een feest wordt, er het ideale kind uit voortkomt en elke jeugdige veilig opgroeit. Van precies dat maakbaarheidsdenken hebben we de afgelopen 60 jaar gezien dat het niet klopt.’
Welk beeld over opvoeden klopt dan volgens jou wel?
‘Opvoeden is niet efficiënt; je zit vaker met je handen in het haar dan dat je weet wat te doen. Wat of hoe je kind doet gaat dikwijls helemaal anders dan je denkt en ook al weet je hoe je zou moeten opvoeden, dan reageer je zelf toch vaak inconsequent. Dáárover moeten we het hebben. Zodat we onze missers en onze kinderen die uit de pas lijken te lopen, beter verdragen. Zodat we erover kunnen praten en ons als ouders niet zo alleen voelen. Want wie heeft er nou nooit in zijn eentje uren zitten surfen, filmpjes gekeken of boeken geraadpleegd over hoe opvoeden moet?’ 4
Je roept ouders dus op meer met elkaar op te trekken. Is het ook de bedoeling dat ze elkaars kinderen opvoeden?
‘Op het omslag van mijn boek staat het loopfietsje van mijn buurjongetje. Als hij langsrijdt, zwaait hij naar me en soms passen we even op hem.
Ik vraag me af: Wat is mijn verantwoordelijkheid voor zijn opvoeding? Ben ik daarvoor een beetje, erg of medeverantwoordelijk?’
‘Ouders dragen ook de verantwoordelijkheid voor ándere kinderen’
En?
‘Ik ben er niet uit in welke mate, maar wel dat ouders ook voor andere kinderen verantwoordelijkheid dragen.’
Oei, als andere ouders zich met jouw opvoeding bemoeien…
‘… dan kan dat wrijving opleveren. Positief gevolg is dat het normaler wordt wanneer iedereen dat doet en er gedachten over uitwisselt. Misschien komen we dan van die competitiedrang af.
Zoals jonge ouders me laatst vertelden: ‘Het voelt als één grote wedstrijd: wanneer je kind loopt, praat, fietst.’
Hetzelfde zie je langs het voetbalveld, waar het uitmaakt in welk groepje je kind mag. Dat brengt ons nergens.’
Kunnen gemeenten bijdragen aan een betere pedagogische basis?
‘Eerst nodig ik beleidsmedewerkers altijd uit om eens rond te wandelen in de straten waarvan je denkt dat opvoeding versterken nodig is. Meestal zijn ze nog nooit in zo’n wijk geweest. Spreek eens een buurtbewoner aan, onderzoek waar kleine dingen gebeuren die positief bijdragen aan het opgroeien van kinderen. Misschien kun je dat helpen versterken.
Zo hoorde ik laatst over een buurt waar een paar ouders met elkaar afspraken dat hun kinderen elke woensdagmiddag op straat zouden spelen. Al snel volgden er meer en werd het gewoon dat alle kinderen buiten waren.’
Moet je dat aan ouders zelf overlaten?
‘Ouders vragen helemaal niet zoveel institutionele inbreng. Ze kunnen prima zelf nadenken. Alleen moet je er wel gelegenheid voor scheppen. Zoals de groep 7-leerkracht, die op de ouderavond zei: ‘Ik kan jullie van alles over het komende jaar vertellen. Maar ik heb eigenlijk een vraag aan jullie. Wat kunnen jullie als ouders doen om te zorgen dat de leerlingen een goed jaar tegemoet gaan?’
Vervolgens liet hij de ouders achter in de klas en is hij koffie gaan drinken. Vond-ie doodeng natuurlijk. Maar wat schetste zijn verbazing?
Ouders kwamen aan de praat over hoe om te gaan met kinderen die nooit voor feestjes werden uitgenodigd, wat te doen met die mobiele telefoon, enzovoorts.
Toen er later in het jaar sprake was van pesten in de klas, riep hij de ouders weer bijeen. En omdat ze al eerder als groep aangesproken waren en gedachten hadden uitgewisseld, konden ze met elkaar en de docent zorgen dat het pestgedrag de kop in werd gedrukt.’
Ouders als groep aanspreken is dus belangrijk?
‘Precies. Vanuit dit voorbeeld hebben we het Ouderavondspel ontwikkeld, waarmee we ouders helpen in gesprek te gaan. Elke keer verrast het me hoe graag ouders dat willen. De oplossing voor veel hulpvragen van kinderen ligt zó dichtbij!’
Helpt verbinding tussen ouders de grote vraag om jeugdhulp verkleinen?
‘Ja. Nu houden we de situatie in stand waarin kinderen voelen dat ze niet aan de normen voldoen en dat ouders denken: hier kan ik niet meer tegenop, een professional moet het oplossen.’
Jeugdhulp is er toch om kinderen te helpen?
‘Nooit stellen we de vraag of de jeugdhulp wel echt werkt – misschien werkt het wel helemaal niet. Terwijl veel te veel kinderen in de jeugdhulp belanden en kinderen die écht hulp nodig hebben, tegelijkertijd geen hulp krijgen. In mijn boek noem ik dat een van mijn opvoedparadoxen: ik ben voor goede jeugdhulp en daarom moeten we zorgen dat er minder kinderen gebruik van maken. En wat vinden we van een samenleving waar zoveel kinderen naar een psycholoog, coach of begeleider moeten?’
Wat vind jij daarvan?
‘We kunnen niet meer omgaan met afwijkingen. De insteek is nu: wat werkt voor kinderen. En niet: wat vinden we goed voor kinderen? Terwijl we moeten investeren in kinderen, in onderwijs. Want hoe gek is het dat zo ongeveer elk kind een coach heeft, maar niet elk kind een leraar?’
Wat is dan goed voor kinderen?
‘Het gesprek over wat goed is voor kinderen moet je dus niet eerst met professionals voeren, wat nu de neiging is.
Dat – morele – gesprek moet je voeren in een wijk met de mensen die er wonen.’
Is dat niet te hoog gegrepen?
‘Je bedoelt of je zo’n gesprek met iedereen kan voeren, los van taal- of opleidingsniveau?
Tijdens het EK voetbal fietste ik rond in een buurt waar overal de barbecue rookte, televisies in voortuinen stonden, oranje vlaggetjes hingen en iedereen op straat was.
‘Ook een biertje?’ vroeg iemand. Ik was benieuwd of bewoners hier een beetje op de kinderen op straat letten. Zeker, was het antwoord. Daarna fietste ik naar een villawijk. Iedereen zat binnen achter zijn eigen scherm. Ik dacht: als ik hier vraag of mensen op elkaars kinderen letten, snappen ze geeneens wat ik bedoel.’
In zogenaamde achterstandswijken doen inwoners het zo gek nog niet?
‘De gemeente biedt subsidie aan voor een buurt-BBQ in villawijken en tegelijk treedt in buurten waar spontaan voetbal wordt gevierd de handhaving op vanwege rookoverlast. Alleen is de pedagogische basis in wijken met een lagere sociaaleconomische situatie beter voor elkaar dan in die villawijk waar niemand elkaar kent.’
Helpt de inzet van gemeenten op preventie en opvoed- of jeugdhulp dan niet?
‘Besef als beleidsmedewerker of hulpverlener dat je vanuit het instituut nooit helemaal het verschil kunt maken. Want degenen die daarvoor nodig zijn, zitten niet in het instituut. Sluit aan bij wat er al is, bij burgers die al iets doen. Zo kun je helpen pedagogische initiatieven te vergroten, verspreiden of verbeteren.’ 4
‘We moeten van wat werkt naar: wat vinden we goed voor kinderen’
Wat te denken van goed jeugdbeleid
‘De pedagogische basis begint niet als jij het opschrijft in je beleid. Het is er al. En het is niet één ding, het zijn allemaal losse praktijken, initiatieven en gebruiken, passend bij lokale behoeften.’
Wat zou er moeten veranderen op het gebied van jeugdhulp en preventie?
‘Je kent de oproep van de overheid als het over veilig opgroeien gaat? Wel melden, en dat mag anoniem. Niet: wel helpen! We zijn het relationele denken kwijt.’
Hoe dragen gemeenten daar dan wel aan bij?
‘Na de Eerste Wereldoorlog kregen steeds meer kinderen buikklachten. De ene expert dacht dat de oplossing lag in eerder signaleren door de schoolarts. Een ander meende dat educatie over hygiëne aan ouders verbetering zou brengen. Een arts zei: ‘Zorg dat alle huizen worden aangesloten op het riool.’
Wat? Zo’n grote investering en totaal niet in de hoek waar het probleem werd gezien?!
Maar geld vrijmaken voor de inrichting van de omgeving, het riool dus, bleek de grootste gezondheidswinst van afgelopen decennia.’
Wat heeft het riool met jeugdhulp te maken?
‘Met die andere insteek moeten we ook kijken naar ouderschap. Niet nog meer geld naar het sociaal domein, maar buurthuizen oprichten, bankjes plaatsen, een zwembad bouwen, sportverenigingen subsidiëren, speeltuinen aanleggen. Zodat contact ontstaat tussen kinderen en tussen ouders. Ja, misschien worden de speeltuinen als hangplekken voor jongeren gebruikt. De gemeenteambtenaar vindt dat niet de bedoeling; de pedagoog zal zeggen: ‘Mooi dat tieners hun eigenheid ontwikkelen.’’
Welke inzichten uit je boek gebruik jij als vader van drie kinderen?
‘Mijn oudste was een keer mee naar een lezing.
Op de terugweg – ik was erg tevreden over mezelf – zegt hij: ‘Jij bent ook een mooie. Je vertelt daar dat schoolcijfers niet bedoeld zijn voor ouders en dat je Magister dus maar niks vindt. En thuis zeur je altijd over mijn cijfers!’ Dit is dus precies wat opvoeden is: inconsequent. Wat juist goed is. Want een perfecte opvoeding ís geen perfecte opvoeding.’
‘Het verschil maak je niet met instituten en jeugdbeleid’
Waarom?
‘Het leven is een inconsequente, oneerlijke toestand en daar moeten kinderen mee leren omgaan. Word je later op je sterfbed door je kinderen bedankt dat je de optimale opvoedinformatie correct hebt toegepast?
Nee. Je wordt als ouder afgerekend op heel andere dingen. Of je hebt liefgehad, er voor ze bent geweest, ze hebt gezien, ze hebt losgelaten op het juiste moment, de waarden die je meegeeft.’
Kijk je zelf zo op je jeugd terug?
‘Ik had een mooie opvoeding, die gelukkig niet perfect was. In de pubertijd ben ik flink geclasht met mijn vader.
Nu kunnen we erom lachen en ik kijk er positief op terug. Soms kun je als ouder een tijdje beter met het ene kind en pakt de ander het met het andere kind op. Dat is helemaal niet erg.’
Hoe probeer jij de goede ouder te zijn?
‘Door bewust aan te sluiten bij wat de kinderen bezighoudt. Ze te leren luisteren naar elkaar. Niet gemakkelijk, want onze kinderen zijn alle drie totaal verschillend. Maar alle verhalen en interesses mogen gedeeld worden. En de weekenden zijn heilig. Om te voorkomen dat ik met mijn hoofd toch met werk bezig ben, lees ik niet, maar maken we samen muziek. Samen eten zijn ook rustige momenten om echt met elkaar te praten. Ik vind dat heel belangrijk.’
Twijfel je wel eens over je ouderschap?
‘Zeker. Als mijn zestienjarige alcohol wil drinken zoals zijn vrienden. Of toen mijn jongste een opleiding koos waarbij hij, heel jong al, vier dagen werkt en maar één dag naar school gaat. Als onderwijsman moest ik even slikken, omdat ik dacht: leert hij zo genoeg nieuwe dingen? Wat onzin is, want door werk leer je natuurlijk ook veel.
Verder twijfel ik over mijn taak richting andere kinderen. Ik roep wel ‘it takes a village to raise a child’, maar mijn buurjongetje merkt daar niks van. Ik moet nog iets met het gevoel dat daar ook een verantwoordelijkheid voor mij ligt.’
Zoals de intentie is bij Buurtgezinnen?
‘Precies. Met elkaar nadenken over ouderschap, gezinnen koppelen die elkaar helpen, een informele mentor die meekijkt en samen optrekken als ouders, vind ik een prachtige praktijk.
Natuurlijk kom je er niet onderuit om daarvoor iets te organiseren. Dáár ligt wel een taak voor instituties of overheden. Een klein steuntje in de rug is fijn. Verder weten ouders prima wat ze zelf nodig hebben.’ A
Investeer in vertrouwen, nabijheid en gewone relaties. En denk minder in risico’s en problemen. Daarvoor pleit Bert Wienen in zijn recente boek Laat/d de pedagogische basis met rust!, waarin hij gemeenten, onderwijsen zorginstituten oproept anders te kijken naar opvoeding, ouderschap en preventie. Eerder schreef de auteur het boek Van individueel naar inclusief onderwijs, dat in 2024 bekroond is tot Onderwijsboek van het jaar.
Laat/d de pedagogische basis met rust! Opvoeden in tijden van versnelling B. Wienen, uitgeverij Instondo, 2025 ISBN 9789463174190, € 32,50
‘Na een zware schoolweek is het leuk om naar ze toe te gaan.
Ik heb nooit geen zin’
Chimene (13)
Elize Lam is algemeen sociaal wetenschapper en zelfstandig adviseur, procesbegeleider en onderzoeker bij STEUNKRACHT.
Het centrale thema in haar werk is normaliseren en hoe we kunnen bouwen aan een samenleving die de veerkracht van kinderen, ouders en gezinnen met problemen versterkt en waarin informele steungevers actief en gelijkwaardig meedoen. Dit werkt ze onder andere uit in haar boek ‘Risicokind of evenwichtskunstenaar? Kind zijn ondanks een moeilijke thuissituatie’ gebaseerd op interviews met jongvolwassenen, wetenschappelijke studies en ander materiaal.
Aanjagers gezocht
Hoe hard je ook je best doet, je denkt ze niet meer weg. Informele steuninitiatieven als Buurtgezinnen hebben een stevige plek veroverd in het sociaal domein. En terecht. Steun tussen mensen onderling, op vrijwillige basis, blijkt cruciaal voor hun veerkracht. Ook voor kinderen die opgroeien in een onrustige thuissituatie. Zelfs bij onveiligheid en trauma’s is de impact ervan niet te onderschatten. Niet voor niets stelt Elisa van Ee, bijzonder hoogleraar Ontwikkelingspsychologie, in haar boek ‘Mag ik bij jou?’ dat informele steun onmisbaar is voor herstel van trauma.
Je zou dan ook verwachten dat hulpverleners massaal samenwerken met informele steunorganisaties. De praktijk ligt anders. Het draait nog te vaak om het inzetten van het steunaanbod in plaats van gelijkwaardig optrekken. Terwijl dit juist zoveel kan opleveren. Onderzoek wijst uit dat een sterke samenwerkingsrelatie een bepalende factor is voor de effectiviteit van hulp en steun. Ook hulpverleners zelf hebben baat bij een hechtere samenwerking. Het kan hen mentale ruimte en agendaruimte opleveren. Dat er simpelweg meer schouders zijn die meedragen, kan lucht geven, vertellen jeugdconsulenten me die ik begeleid. Ook financieel loont het, al vraagt het wel investeringen van gemeenten. Niet alleen in meer georganiseerde informele steun, maar zeker ook in de ontwikkeling van hulpverleners. Want als zij leniger worden in het samenwerken met hulpvragers en steungevers ontstaan er andere, creatievere en gezamenlijke plannen. Soms blijkt formele hulp helemaal niet nodig, of kan die worden afgebouwd.
Hoog tijd dus dat gemeenten actief gelijkwaardige samenwerking tussen formele hulp en informele steun gaan faciliteren. Bouw aan onderling vertrouwen, waardeer en honoreer de onderlinge verschillen. Ieders perspectief en kennis is waardevol, of het nu van een steungever of hulpverlener is. En durf samen te verblijven op ‘de plek der moeite’ zoals André Wierdsma, hoogleraar Management en Organisatie, dit noemt. Daar wordt ‘het bestaande losgelaten en het nieuwe gezocht’. Een spannende plek, maar essentieel voor duurzame verandering. Wierdsma pleit voor dialoogplatforms waar verschil van mening en respect voor het andere, het onbekende, centraal staat en waar samen geleerd wordt. Het zal er soms schuren maar zoals Henry Ford ooit zei: ‘Coming together is a beginning, keeping together is progress, and working together is success’. Fotografie Tjitske Sluis
In de Maanenschijn
Geniet samen met je kind van waardevolle momenten met de duurzame spellen van Maanenschijn. Met zorg en liefde gemaakt. maanenschijn.nl
Liefdein een pot
Podcast
Denken in oplossingen was nog nooit zo grappig. Zoals wij bij Buurtgezinnen altijd in oplossingen denken, doen Aaf en Lies dat ook in hun humoristische podcast. Spotify: Aaf en Lies lossen het wel weer op
Dichter bij jezelf
Of je nu kiest voor een volle maan wandeling, een zelfzorgtocht of een (online) mindfulnesscursus… elke stap brengt je dichter bij jezelf. Esthersupport.nl
Gestart als crowdfunding om een therapiereis voor hun zoontje mogelijk te maken, nu een heerlijk regulier product: Pindakees. Smullen en tegelijkertijd opent het gesprekken aan de keukentafel over kinderen die anders zijn. Te koop via Insta: pinda.kees
Inspiratie om jezelf (of een ander) blij te
Om d oor een ringetje te halen
maken!
Het begon allemaal met een aanzoek: toen Maikel Leonie ten huwelijk wilde vragen, ontwierp hij zelf een prachtige houten ring. Dat bijzondere moment groeide uit tot De Houten Hollander: een merk voor unieke, handgemaakte ringen op maat. dehoutenhollander.nl
Warmte in je huis
Toen Reggie behoefte had om even te ontsnappen aan de dagelijkse drukte, ontstond er iets bijzonders. Samen met Alex startte ze met het ontwerpen van lampen en lampenkappen; unieke combinaties, helemaal op maat en met een vleugje Italië in elke creatie. atelierpassatempo.com
Recht naar je hart
Zet de wereld even stil met de muziek van Suze. Haar stem vertelt verhalen over dromen, struggle en groei, recht uit het hart. Perfect voor dat momentje voor jezelf, met een kop thee en je hoofd in de wolken.
Spotify: Suze Schoenmaker
Kleur in je leven
Een moment voor jezelf. Zo begon Nadine met het maken van kleine kunstwerkjes boordevol kleur en karakter. Elk schilderij is met de hand gemaakt en uniek, net als jij. Voor jou of een ander een kleurrijk geluksmomentje.
Instagram: n_d.e.s.i.g.n_
Dominique en Jules met dochter Nellie
Desirée met dochter Alma
Desirée
‘Het is zoveel meer dan waar ik op had durven hopen’
Voor Dominique en Jules begon het als een klein gebaar van hulp, maar het groeide uit tot een vriendschap die levens verandert. Met hun dochtertje Nellie (3) zijn zij het jongste steungezin van Rotterdam. Ze staan naast kunstenaar Desirée en aannemer Danny, ouders van Alma (1), voor wie het eerste jaar zwaar was en niet de roze wolk bracht die ze hadden gehoopt. De steun van Dominique en Jules voelt als een warme omhelzing: er is weer ruimte voor rust, vertrouwen en harmonie.4
Omdat ze het een mooi initiatief vindt, volgt Dominique Buurtgezinnen al een tijdje op Instagram. Toen het oproepje van Desirée en Alma voorbij kwam besloot ze direct te reageren.
‘We zijn zelf heel jong en ongepland ouders geworden in onze studententijd en weten daardoor als geen ander hoe belangrijk het is om steun te krijgen van je omgeving. Zeker als je net een baby’tje hebt en even niet meer weet waar je het zoeken moet.’
Voor Desirée was het vragen om hulp niet iets waar ze lang bij stil hoefde te staan. Terwijl haar vriend Danny drie dagen na de bevalling weer aan de slag moet als ZZP-er en lange dagen maakt in de bouw, komen bij Desirée de muren op haar af. Een vriendin op afstand wijst haar op het bestaan van Buurtgezinnen, nadat ze haar een aantal keer huilend aan de telefoon heeft gehad. Ze leest de informatie op de website en meldt zich meteen aan: ‘
Het was uit nood geboren. In mijn hoofd ging het op dat moment helemaal niet goed. Ik was angstig en verdrietig en dacht alleen maar: deze kans moet ik aangrijpen, anders gaat het mis.’
Inspiratiebron
Aanvankelijk had ze eigenlijk geen idee wat ze zou kunnen en mogen verwachten van een steungezin.
‘Ik voelde vooral bescheidenheid en respect voor mensen die met een eigen gezin en een druk leven zoiets voor een ander willen doen.
Het was in mijn beleving geen logisch moment om eisen te stellen.’
Door het huisbezoek van de coördinator, ging ze pas nadenken over wat er voor haar nodig was om ook een emotionele klik met een gezin te kunnen voelen.
‘Waar voel ik me veilig en vertrouwd bij? Welke waarden vind ik belangrijk om aan mijn dochter mee te geven? Het waren dingen waar ik eigenlijk nog helemaal niet bij stil had gestaan.’
Al snel bleek hoe belangrijk het antwoord op die vragen was, toen ze aan Dominique en Jules werden voorgesteld als mogelijke match.
Desirée:
‘
Ik moest
deze kans
aangrijpen, anders ging het mis’
‘Het was zoveel meer dan waar ik op had durven hopen. Er ging een wereld voor me open toen ik zag hoe zij in het leven staan en Nellie samen opvoeden. Ze leven heel erg in het moment en doen het zo sámen. Dat is niet alleen inspirerend, maar voelt ook relaxed en ontwapenend.’
Dominique glimlacht bij de gedachte dat hun gezin een inspiratiebron kan zijn voor anderen. Dat komt mede doordat ze binnen hun vriendenkring nog geen andere referentiekaders hebben, aangezien geen van hun leeftijdsgenoten al kinderen heeft. ‘Jules en ik denken vaak, als we stellen zien die op latere leeftijd bewust aan kinderen beginnen: wat hebben zij het goed voor elkaar, en wat loopt dat allemaal gestructureerd.’
Door het contact met Desirée realiseren we ons dat goed ouderschap niets te maken heeft met leeftijd of planning. We doen allemaal maar wat. Dat is misschien een gekke gedachte, maar het relativeert heel veel en het maakt me dankbaar voor wat we met elkaar hebben.’
Dominique:
‘Ouderschap heeft niets te maken met leeftijd of planning’
Loslaten
Door de slapeloze nachten en het gedoe met borstvoeding geven, zag Desirée in het begin van haar moederschap veel beren op de weg.
‘Ik vond het eng om alleen thuis te blijven, maar ook om de straat op te gaan. Al mijn zintuigen stonden open en ik was helemaal overprikkeld. Zelfs het geluid van de tram of een dakloze op straat konden me overstuur maken. Dat zorgde voor een vicieuze cirkel. Ik denk dat Alma die spanning ook voelde en daardoor moeilijk los kon laten.’
Het contact met Dominique en Jules doorbrak het gevoel van eenzaamheid en bracht een beetje lucht in de situatie.
‘Dominique stopte Alma gewoon in een draagzak, nam Nellie aan de hand en boem, ze viel onmiddellijk in slaap. Ik kon het niet geloven. Ze voelde de ontspanning en dat het oké was om zich over te geven.’
De band tussen de gezinnen groeide net zo organisch als hun vertrouwen in hun eigen ouderschap. De moeders delen een liefde voor creativiteit, activisme en geloven in de kracht van een community.
Desirée: ‘Soms zaten we gewoon een uur te kletsen op de bank over dingen die we beiden interessant vinden. Dat was heel fijn, het voelde als thuiskomen.’
Desirée:
‘Zelfs het geluid van de tram kon me overstuur maken’
De verdiepende gesprekken en de manier waarop ze met de kinderen omgingen, versterkten het vertrouwen van Desirée in het steungezin.
‘Jules en Dominique hebben een intuïtieve en vrije opvoeding die ik zelf ook fijn vindt. Dat gaat echt om de simpelste dingen. Dat de kinderen gewoon vies mogen worden als ze spelen bijvoorbeeld. Dat ze de ruimte krijgen om te ontdekken, zonder dat ze meteen gecorrigeerd worden om hoe het hoort. Ik voel dat ik Alma hier kan loslaten. Het gaat vanzelf.’ 4
Jonger zusje
Alma komt nu elke zaterdagochtend bij Jules en Dominique thuis om te spelen en te rusten. Als het lekker weer is gaan ze samen naar het park, maar ze rommelen ook in en om het huis.
Dominique: ‘Nellie wil net als de andere kinderen op de opvang heel graag een broertje of zusje, maar dat zit er voorlopig nog even niet in. Met Alma heeft ze dat gevoel van een jonger zusje waar ze zich over kan ontfermen toch een beetje. In het begin wilde ze haar ook steeds de fles geven en haar luier verschonen. Ze vindt het heerlijk om voor haar te zorgen.’
Hoewel de meisjes hele verschillende karakters hebben, zijn ze volgens Desirée twee handen op één buik.
‘Alma is echt een extravert. Die doet wat ze wil, is een eigenwijs aapje. Nellie is wat rustiger en meer gericht op harmonie. Dat past heel goed bij elkaar, ze hebben het geweldig samen.’
Wanneer Dominique denkt aan een van de leukste herinneringen tot nu toe, begint ze te lachen: ‘Ze hebben allebei dezelfde humor en kunnen echt schuddebuiken samen.
Laatst ging Nellie ineens voor haar zingen en begon Alma op dat deuntje met van die lekkere peuterbeentjes te dansen. Als je die twee samen ziet opgaan in hun eigen fantasiewereld, dan smelt je gewoon.’
Samen
Desirée vindt het, naast de praktische ondersteuning, ook fijn dat Jules en Dominique ook rolmodellen zijn in het leven van haar dochter.
‘Het geeft lucht dat wij niet alleen elkaars centrum van de wereld zijn, maar dat Alma ziet dat er ook andere mensen om haar geven.’
Van die behoefte aan verbondenheid, is ze zich eigenlijk pas bewust geworden toen ze moeder werd.
‘Vroeger keek ik meer op een beschouwende manier met een zekere afstand naar de wereld om me heen. Maar sinds ik moeder ben geworden, voel ik pas hoe belangrijk het is dat je het samen doet. Dat er meer mensen bij het
opgroeien van je kind betrokken zijn en dat ze mag ervaren dat je dingen op verschillende manieren kunt doen.’
Volgens Dominique is de kracht van Buurtgezinnen dat het zo simpel is en dat het mes aan twee kanten snijdt.
‘Het is fijn dat je als vraagmoeder even ontzorgd wordt, maar we genieten er ook als steungezin van. Jules is gek op Alma en vindt het leuk dat ze zo anders is dan onze Nellie. De dynamiek met z’n vieren is zo anders, dan wanneer we alleen met ons gezin zijn.
Als de meiden samen spelen hebben wij er bijna geen omkijken naar.’
Desirée:
‘Nu ik moeder ben, voel ik hoe belangrijk het is dat je het samen doet’
Desirée: ‘Alma gaat helemaal trillen van blijdschap als ze Nellie ziet. Ze eet daar ook heel gretig. Als ze thuiskomt gaat ze dingen nadoen die ze daar gezien heeft, bijvoorbeeld door druk in haar eigen speelkeukentje te spelen.’
Vrienden voor het leven
Beide moeders geven aan dat het contact met elkaar een verrijking is voor hun leven.
Dominique: ‘We appen regelmatig met elkaar en spreken ook weleens wat af zonder de kinderen. Het is ook niet zo strikt als dat wij alleen maar steun bieden en zij ontvangen. Het vervaagt ook weleens en is meer fluïde. We leren heel veel van elkaar en van de kinderen.’
Desirée: ‘Aanvankelijk hoopte ik vooral op iemand die Alma eventjes kon dragen, zodat ik kon landen. Maar het is zoveel meer dan dat. Ik heb weer vertrouwen gekregen in de mensen om me heen en heb er vrienden voor het leven bij.’ A
Ontroerende verhalen, echte verbindingen
Iedere week delen we op Facebook en Instagram hoe gezinnen elkaar vonden via Buurtgezinnen.
Volg ons en laat je raken door de kracht van herkenning, hoop en liefde.
BAK lava
Even de tijd nemen om iets lekkers te maken: voor jezelf, met de kinderen of om te delen met de mensen in jouw buurt.
Dit heb je nodig
15 baklava filodeeg bladen
200 gr boter
100 gr pistachenoten 220 gr walnoten
Voor de siroop:
500 ml water
450 gr suiker een schijfje citroen
Deze baklava is ideaal om samen te bakken én samen van te genieten. Simpel, smaakvol en met liefde uit eigen oven.
Zo maak je het
Verwarm de oven voor op 180° C. En terwijl deze opwarmt beginnen we met het maken van de siroop. Doe de suiker in het water en zet de pan op het vuur. Al roerend laat je de suiker smelten. Als het water begint te koken, doe er dan een schijfje citroen in. Laat de siroop 15 minuten zachtjes koken totdat de siroop iets dikker wordt. Laat de siroop daarna afkoelen.
Hak ondertussen de walnoten en pistachenoten fijn. En smelt de boter in een pan. Verwijder het schuim.
Snij de 15 filodeeg bladen in tweeën. Nu heb je 30 vellen. Snij eventueel de vellen filodeeg zodat ze precies in de ovenschaal passen.
Smeer de gesmolten boter op de bodem van de ovenschaal. Leg 2 vellen erin en bestrijk met gesmolten boter. Herhaal het totdat je 18 vellen hebt liggen in de ovenschaal. Bestrooi het 18de vel filodeeg met walnoten. Daarna doe je nog 2 filodeeg vellen erop. Bestrijk met boter. Herhaal dit tot alle vellen filodeeg erin liggen. Smeer geen boter op het bovenste vel. Snij nu de baklava in stukken. Het kan in ruitjes vorm of gewoon vierkantjes. Doe de resterende gesmolten boter op de baklava.
Bak de baklava circa 50 minuten in de voorverwarmde oven op 180° C.
Haal de baklava uit de oven en laat 10 minuten rusten.
Giet de lauwe suikersiroop over de gebakken baklava. Verdeel de siroop gelijkmatig op de baklava tot het bovenste velletje. Laat de baklava de siroop absorberen op het aanrecht. Garneer de baklava met pistachenoten.
1. Ondertekening 1e overeenkomst 2015
2. Buurtgezinnen Team 2016
3. Winnaars Appeltje van Oranje 2017
4. Koningin Máxima bezoekt Buurtgezinnen 2017
5. Hartenhuis Award 2021
6. 100ste gemeente 2022
7. Buurtgezinnen zomerdag 2022
8. Libelle zomerweek 2023
9. 10-jarig jubileum 2025
10 Afscheid Leontine Bibo 2025
11. Bestuurswissel 2025
12. VNG congres 2025
13. Buurtgezinnen Team 2025
‘Ieder mens heeft een verhaal.
Dat vergeten we
snel
als we alleen maar in onze eigen bubbel zitten’
Steunmoeder Rianne
Zachte krachten
Omgekeerd stond ze voor de deur met iemand van de jeugdbescherming. Als de dag van gisteren herinner ik me de komst van ons eerste crisispleegkind. Ze wilde naar huis. En haar familie wilde ook niets liever dan dat. Ze waren de wanhoop nabij.
Wat 11 jaar geleden begon met een simpel idee uit onvrede met de zorg voor gezinnen in de knel, sloeg aan op een manier die ik als oprichter niet hadden durven dromen. In dit magazine kwamen belangrijke redenen voorbij: de effecten voor ouders en kinderen zijn positief, ouders waarderen deze vorm van hulp en ook de financiële kostenbatenanalyse voor de gemeente pakt gunstig uit.
Maar de bron van ons succes is de herkenning. Of je nu zelf wel of geen kinderen hebt, iedere volwassene is jong geweest, heeft ouders en maakt deel uit van een gezin.
Iedereen begrijpt hierdoor dat een stabiel gezin kinderen een goede basis geeft en onderkent tegelijkertijd de kwetsbaarheid. Als financiële problemen, ziekte of andere ellende je gezin binnensluipen, valt je gezin als een kaartenhuis in elkaar. Buurtgezinnen is geen ver-vanmijn-bedshow, maar komt heel dichtbij en appelleert aan een diep menselijke behoefte. Het maakt niet uit of je uit het zuidelijke Eysden of het noordelijke Veendam komt. Mensen willen deel uitmaken van een gemeenschap en willen graag iets voor een ander doen.
In deze tijd van ieder-voor-zich, eenzaamheid, politieke polarisatie en oorlogsdreiging voelt Buurtgezinnen als een verademing voor mensen.
Of je het nu noaberschap of mienskip noemt, of naastenliefde; Buurtgezinnen spreekt de zachte krachten in onze samenleving aan. En die zachte krachten vormen een onuitputtelijke bron. Dit betekent dat Buurtgezinnen nog een enorme potentie heeft om door te groeien, om de komende jaren nog veel meer gezinnen aan elkaar te koppelen. Want opvoeden doen we samen!
Leontine Bibo
Oprichter Buurtgezinnen
Heeft Buurtgezinnen jou ook geraakt? Wij werken graag samen!
Werkwijze Buurtgezinnen
In elke gemeente of stadsdeel heeft Buurtgezinnen een coördinator die gezinnen koppelt en begeleidt. Zij is het vaste aanspreekpunt voor zowel gezinnen als verwijzers. Zodra een gezin wordt aangemelddoor een professional of door henzelf - neemt de coördinator contact op. Ze maakt een afspraak en brengt samen met het gezin in kaart welke steun nodig is. Als dat duidelijk is, zoekt ze naar een passend steungezin in de buurt.
Wanneer er een mogelijk steungezin gevonden is, zorgt de coördinator voor een eerste kennismaking tussen beide gezinnen. Zo kunnen ze kijken of er een klik is. Is de kennismaking positief? Dan volgt er een match en worden er samen duidelijke afspraken gemaakt over de invulling van de steun. De gezinnen starten met een proefperiode van twee maanden. Daarna vindt er een evaluatie plaats met de coördinator.
DE 8 STAPPEN
Bij een succesvolle proefperiode blijft de koppeling doorlopen. De coördinator blijft betrokken en voert ieder half jaar een gesprek met beide gezinnen: hoe gaat het, is iedereen nog tevreden, en willen ze verder met elkaar?
De ervaring leert dat er vaak snel een warm en vertrouwd contact ontstaat. Na twee jaar zetten de gezinnen hun band zelfstandig voort, zonder begeleiding van Buurtgezinnen.
1
Aanmelden via buurtgezinnen.nl
2
3
4
De coördinator zoekt naar en heeft gesprekken met potentiële steungezinnen
Het vraaggezin maakt kennis met de coördinator
Beide gezinnen maken kennis
5
De coördinator zet afspraken met gezinnen op papier
6
7
Evaluatie van de proefperiode
Proefperiode (2 maanden)
8
Aanmelden?
Dat kan via buurtgezinnen.nl Zowel vraaggezinnen als steungezinnen kunnen zichzelf eenvoudig aanmelden. Ook verwijzers kunnen via de website een vraaggezin aanmelden.
Buurtgezinnen.nl
Halfjaarlijkse evaluatie
Hoofdredactie
Irma de Groot
Wendy Meerbeek
Vormgeving
Mariska van Ravesteyn
Steun, toeverlaat en advies
Veronique Werz
Interviews en artikelen
Esther Audier
Merel van Dorp
Marianne van Eek
Fiona Langerak-Hessels
Eindredactie
Dianne van Jaarsveld
Verder werkten mee aan deze uitgave
Linda Baerveldt
Leontine Bibo
Jolanda van Eek
Elize Lam
Dilek Odabasi
Ingeborgh Olij-Frima
Delina Overdijk
Margret van Paassen
Denise Wijnker
Fotografie en styling
Fotografie cover: Tjitkse Agricola
Styling cover: Anne van Lieshout
Fotografie achterzijde: Marcel Otterspeer
Druk- en bindwerk Grafistar
Dit magazine is een uitgave van Buurtgezinnen. Het is met veel passie en betrokkenheid gemaakt. Heb je een vraag, opmerking of tip voor de redactie? Stuur dan een mail naar info@buurtgezinnen.nl
Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen, zonder voorafgaande toestemming van Buurtgezinnen