BRUZZ - editie 1733

Page 26

OUD-JOURNALIST GERRIT SIX

BRUZZ | PORTRET

journalist die ooit voet heeft gezet bij Knack’) en redactiesecretaris Karel Anthierens (‘een imposant taalpurist en stylist die zei waar het op stond, maar ook een echte bladenmaker aan wie Knack veel aan te danken heeft’). Verleyen noemt hij ‘een briljante hoofdredacteur en een slechte mens’. Six: “Het enige wat tot nu toe over Knack verscheen, zijn deskundige hagiografieën van Verleyen. Chapeau voor zijn schrijverstalent en politieke inzicht. Maar hij heeft ook onterechte ontslagen op zijn geweten, en evolueerde van een hoofdredacteur met wie we konden fraterniseren tot een logebroeder en directeur die zich liever omringde met Hugo Claus en Gerard Bodifée dan met onze kindertuin, en dermate investeerde in da joenk (de jonge Guy Verhofstadt, red.) dat het een beetje gênant werd. In de bar van het IPC zaten journalisten, persfotografen, lobbyisten, studenten en drankorgels. Maar vooral op maandagen, wanneer Sus zijn ‘Woord vooraf’ schreef, ook Patrick Dewael en Guy Verhofstadt. Journalistieke wegenwachters kunnen niet altijd de pech van politici verhelpen, maar Verleyen is toch een aardige takeldienst geweest voor Verhofstadt, die anders gewoon een fantastische voorzitter van de PVV zou geweest zijn.”

CEMENT EN EEN HIJSKRAAN Six arriveerde zelf in 1977 bij Knack. “Ik had drie maanden als ‘soirist’ (gatenvullende avondredacteur, red.) bij De Nieuwe Gazet gewerkt, maar was opnieuw werkloos. Ik had het idee opgevat om Johan Anthierens te interviewen in de Aula Piet De Somer in Leuven, en Roularta het programmablaadje te laten drukken bij wijze van sponsoring. Omdat ik geen centen had om de trein te nemen, fietste ik daarvoor naar hier. Ik moet mijn mentor en goede vriend Karel Anthierens nog altijd vragen wat hij toen in mij gezien heeft dat hij mij daarop een vakantiejob aanbood, maar ik durf niet goed. Die vakantiejob werd mijn wildcard. Vandaar de ondertitel ‘Kroniek van een verstekeling’: ik was uit een West-Vlaamse werkbroek geschud, totaal nog niet belezen, klaar om ergens

rekken te vullen. Ik zou nooit voor een examen van Knack geslaagd zijn.” Daarna was het zaak om op de redactie te blijven. “Dat kon door mee te gaan in de consensus en die bestond uit het nuttigen van alcohol en koffie, en het achterna zitten van vrouwen.” “Wat misogynie betreft, had alleen de Wiener Symphoniker een nog hardleerser reputatie dan de Knackredactie,” schrijft Six daarover. Maar als ‘vastbenoemd jobstudent’ die fiches voor het archief moest aanmaken, kende ook hij zijn plaats. “In dat eerste anderhalf jaar ging ik boodschappen doen. Voor Verleyen een fles Glenfiddich, voor secretaresse Denise pakjes Belga, voor Anthierens haalde ik kopij op die hij in Dilbeek was vergeten, en voor Johan Struye tien zakken cement en een hijskraan voor zijn verbouwingen.” Tot Six uiteindelijk een paar comfortabele rubrieken te pakken kreeg, en meer en meer op reportage kon. “De andere journalisten moesten op de redactievergadering hun ideeën verdedigen. Bij mij was het: ‘Gerrit, de ‘Verzameld Werk’ en de ‘Feiten en mensen’ zoals gewoonlijk?’ Ik ging dan in de Ardennen op zoek naar de bron van het water dat hier in de badkuip stroomde, of naar de uitvinder van de passe-vite. Developpez votre étrangeté, schreef René Char al.” Six schreef ook over architectuur, theater, dans en opera. De klaarblijkelijk gecharmeerde Munt-directeur Gerard Mortier haalde hem met de Concorde naar New York om daar Mark Morris te interviewen, Mortiers beoogde opvolger voor Maurice Béjart. “Maar het best lag mij de column, en daarvan heb ik de beste pas na Knack geschreven. Knack was mijn universiteit, waar ik Johan Anthierens als epigoon probeerde te kopiëren. Ik vraag me soms af hoe het komt dat er na vijf jaar niet iemand aan mijn bureau is komen staan om te zeggen ‘Gerrit, je bent hier van alles aan het doen, maar dat trekt op geen kl*ten’. Toch kan ik nu nog met terugwerkende kracht in paniek slaan dat ik die fietstocht van dertig kilometer toen niet zou ondernomen hebben. Knackredacteur was het mooiste dat je kon zijn in de jaren zeventig en tachtig.”

In 1985 werd Six zelf heel even een schermgezicht in het panel van het populaire televisieprogramma Namen noemen, gepresenteerd door Kurt Van Eeghem. Een van de onthullingen in Uit de Knack gesproken is dat BRT-journalist Pol Arias hem stiekem antwoorden van Jessie De Caluwe uit het concurrerende vrouwenpanel doorspeelde. “Het was niet dat dat hele spel daar doorgestoken kaart was, maar toen Jessie een uitleg over ‘hete kolen’ begon, moest ik mij inderdaad inhouden om niet meteen ‘Assepoester’ te roepen.”

KOEKJESDOOS

Gerrit Six vandaag in het herenhuis waar de Knackredactie werkte.

26

I

2 DECEMBER 2020

Na Knack was Six nog tot 2001 freelancejournalist. Er volgden nog guerilla-acties met een kandidatuur voor de politieke partij Pro Bruxsel, stadsperformances als de High Fives in de metro of Bedelaar-voor-één-dag. Six zette ooit België op eBay toen dat nog origineel en opzienbarend was, en lanceerde in 2016 een petitie voor een eengemaakte Brusselse politiezone.” Het is niet zo dat hij de stad nog voortdurend doorkruist. “Ik zie ze voortdurend veranderen, maar ik hou het niet meer bij. Ooit schreef ik gidsen over Brussel, maar ik kom nog weinig buiten Ukkel. Ik heb me ingebunkerd als een soort kluizenaar. L’aventure est au coin de la rue. Bij Gemeenschapscentrum Het Huys zorg ik nog voor food and beverage als de artiesten komen. Ik doe wat vrijwilligerswerk voor


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.