
8 minute read
Resultaten
voornamelijk gerelateerd aan de hogere opslagkost (+ 3 % in vergelijking met het basisscenario 1). Deze hogere opslagkost wordt verklaard doordat een grote hoeveelheid materiaal via schip wordt aangeleverd in de eerste week van het referentiejaar en vervolgens gedurende een langere periode dient opgeslagen te worden.
In zijn totaliteit is de extra daling van de totale CO2-uitstoot dankzij transport via de waterweg eerder beperkt (-2 %). Wel is duidelijk dat de CO2-uitstoot gerelateerd aan het wegtransport daalt (i.e. -11 %). De totale afgelegde afstand wordt gereduceerd met 12 % ten opzichte van het to-be-basisscenario. Eén streefdoel van Multimodaal. Vlaanderen om meer vrachtwagens uit het verkeer te halen door integratie met watertransport, wordt hier bevestigd (zie figuur 22).
Advertisement
Slechts een beperkt deel van de materialen wordt getransporteerd via de waterweg, materialen van vier leveranciers met een watergebonden locatie. Het resultaat geeft aan dat enkel grote hoeveelheden materialen die nodig zijn aan het begin van het referentiejaar per schip worden vervoerd. Voor kleine hoeveelheden is het nog steeds voordeliger om een vrachtwagen te laten rijden in de periode dat het voor het eerst nodig is op de werven. Het gaat in dat geval om een afweging tussen logistieke kosten en opslagkosten.
Is een bouwhub relevant?
Een bouwhub fungeert als een punt waar materialen- en goederenstromen worden gecentraliseerd en eventueel geprefabriceerd om van daaruit meerdere werven te bedienen. Een bouwhub biedt services als opslag, kwaliteitscontrole, samenstelling van werfpakketten, pre-assemblage, justin-time levering, gegroepeerde levering en retourlogistiek.
Met het simulatiemodel zijn verschillende scenario’s voor de stad Antwerpen onderzocht. Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat, gegeven de verkregen input data en onderbouwde assumpties, een bouwhub relevant is voor de reductie van de totale kost (met ca. 42 %) en het totale aantal transportbewegingen in de stad (ca. 41 %). Verder kan geconcludeerd worden dat binnen een stedelijke omgeving een bouwhub leidt tot: • Efficiëntere logistiek; • Een reductie van de bouwkosten op de werf; • Verhoging van de productiviteit op de werf (door onder andere werfpakketten); • Een gunstig effect op het milieu; • Een gunstig effect op het aantal transportbewegingen in de stad.
Figuur 22 - Vergelijking tussen het absoluut aantal transportbewegingen in het to-be-scenario bij wegtransport en bij watertransport
100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0 %
as-is to-be Diesel
to-be CNG stad to-be ELEK lev - hub hub- werf werf - hub hub - lev lev - werf werf - lev last meter laden-lossen opslaan faalkost exploitatie
Efficiëntere logistiek
In de as-is-situatie is aangegeven dat het transport naar werven vaak ongecoördineerd verloopt, met laattijdige leveringen, foute leveringen, etc. als gevolg. Tevens zijn er vaak verschillende afzonderlijke leveringen per werf wat resulteert in een veelvoud van transporten in de stad. Zonder regeling van een milk run tussen leveranciers naar de werf, is de gemiddelde beladingsgraad laag (ca. 55 %), zeker wanneer transport van retourproducten in rekening wordt gebracht. Het introduceren van een bouwhub leidt tot een toename van de gemiddelde beladingsgraad (heen & retour) tot circa 80 %.
Daarnaast brengt de bouwhub flexibiliteit in de planning van leveringen. Leveringen naar de bouwhub kunnen immers gebeuren buiten de drukke spits, kunnen gecentraliseerd worden met materialen die op een ander moment naar andere werven dienen geleverd te worden, etc. Uiteraard is de kost voor het opslaan van de materialen hier een sturende factor.
Reductie van de bouwkosten
Een bouwhub kan zorgen voor kwaliteitscontrole, samenstelling van werfpakketten, pre-assemblage, just-in-time levering. Dit reduceert extra kosten die gerelateerd zijn aan verkeerde levering, extra kosten door beschadiging tijdens de levering, extra kosten door oplopende wachttijden op de werf en extra kosten door laattijdige levering van de materialen.
De resultaten tonen aan dat de faalkosten met ca. 65 % afnemen door betere planning via de bouwhub. De reductie van de faalkosten is een drijvende kracht voor het introduceren van een hub, maar zeker niet de enige. Het verbeteren van de logistiek speelt een minstens even belangrijke rol.
Verhoging van de productiviteit op de werf
Op de bouwhub kunnen werfpakketten samengesteld worden of kan pre-assemblage uitgevoerd worden. In de toepassing van het simulatiemodel voor de case Antwerpen is opgenomen dat in de bouwhub werfpakketten worden samengesteld voor tegels, gipskarton en sanitair. Deze werfpakketten hebben het voordeel dat ze door gespecialiseerd verhuispersoneel op de juiste plaats op de werf worden geleverd (i.e. last meter). Dit verhoogt de efficiëntie op de werf voor deze materialen, en dus ook de productiviteit op de werf. Kosten gerelateerd aan de logistiek voor tegels, gipskarton en sanitair op de werf (‘last meter’) dalen met ca 60 % dankzij de introductie van de werfpakketten.
Gunstig effect op het milieu
In vergelijking met de reductie van de totale kost, is de reductie van de totale CO2-uitstoot eerder beperkt (ca. 10 %). Wel introduceert de bouwhub een grote daling van het aantal vrachtwagens in de stad (40 %) om dezelfde hoeveelheid materialen op de werven te leveren en op te halen. De voordelen van deze vermindering van het aantal transportbewegingen zijn zeker niet te onderschatten.
De introductie van alternatieve transportmodi heeft qua kosten een beperkte impact op de relevantie van de bouwhub. Wel verhoogt de bouwhub de praktische slaagkans van het introduceren van alternatieve transportmodi zoals vrachtwagens op alternatieve brandstoffen, binnenvaarttransport, etc. Mochten (op korte termijn) vrachtwagens op diesel uit de stad worden gebannen, kunnen leveranciers dankzij de bouwhub nog wel aan de werven blijven leveren met hun eigen vrachtwagenpark. Dit laat een graduele omschakeling toe van de reguliere dieselvrachtwagens naar milieuvriendelijkere alternatieven.
Gunstig effect op het aantal transportbewegingen
Voornamelijk dankzij de organisatie van de milk run daalt het aantal transportbewegingen in de stad in alle scenario’s. Dankzij de milk run kunnen RTI’s efficiënt geretourneerd worden zonder een noodzakelijke extra vrachtwagen. Hoewel een groot deel van de analyses uitgaat van wegtransport, is ook gebleken dat de introductie van transport via de waterweg reeds een grote invloed heeft op de totale transportafstand met beperkte invloed op de totale kost.
Invloedrijke parameters
De keuze van de locatie van de bouwhub is bepalend voor zijn relevantie in het bouwlogistieke proces. De bouwhub moet enerzijds gelegen zijn op een locatie die goed bereikbaar is voor transporteurs en leveranciers (in de nabijheid van de snelweg) om de tijd van deze transporten te beperken en deze vrachtwagens uit het lokale stadsverkeer te weren. Anderzijds mag de bouwhub ook niet te ver gelegen zijn van de stadskern om toe te laten de milk runs efficiënt te organiseren.
De grootte van de werf heeft enigszins een impact op de relevantie van de hub in die zin dat hoe groter het bouwproject, hoe meer de extra kost van de bouwhub wordt gereduceerd door dalende faalkosten en dalende logistieke kosten. Uit de resultaten blijkt dat er bijkomende voordelen zijn aan de belevering van meerdere werven vanuit een bouwhub. Op deze manier wordt de continuïteit van de bouwhub verzekerd en worden de exploitatiekosten gedeeld tussen verschillende partijen. Verder kunnen ook kleinere projecten in de stad mee gebruik maken van de bouwhub zodat ook
voor deze projecten de transporten uit de stad gehaald worden.
Aanbevelingen
De simulatie van de materiaalstromen wordt gedreven door de faalkost, de transportkost en de opslagkost. Uit de resultaten is reeds gebleken dat bij een lage inschatting van de faalkosten de bouwhub reeds relevant is. Dit doet vermoeden dat de transportkost een grotere impact uitoefent op de relevantie van de bouwhub. Hoewel geen gevoeligheidsanalyse is uitgevoerd naar het effect van de transportkost zijn er indicaties dat goedkoper transport zal leiden tot meer rechtstreekse transporten en minder gebruik van de bouwhub en een hogere transportkost zal leiden tot een hoger gebruik van de bouwhub. Het kwantificeren van dit effect noodzaakt verdere analyses. Ook voor de opslagkost is geen gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Een dergelijke analyse kan uitgevoerd worden om de ideale opslagprijs te bepalen die voor alle partijen voordelen biedt.
In alle simulaties is uitgegaan van rechtstreekse leveringen van de leverancier naar de werf tijdens de piekuren, leveringen van de leverancier naar de bouwhub tijdens de daluren en leveringen vanuit de bouwhub naar de werf tijdens de ochtendspits. Het simulatiemodel laat toe deze rijmomenten (dag/nacht – spits/dal) te variëren om de flexibiliteit in planning van leveranciers en transporteurs na te gaan.

De introductie van transport via de waterweg heeft reeds een grote invloed op het aantal afgelegde kilometers met beperkt invloed op de totale kost. Het loont hier zeker de moeite om meerdere mogelijke watertrajecten te evalueren. De keuze van een dergelijk traject (of meerdere trajecten) zal een invloed hebben op de keuze van de locatie van de bouwhub. Dit vraagstuk kan verder uitgebreid worden met de vraag of de combinatie van bouwhubs leidt tot een grotere relevantie (bv. combinatie van een watergebonden en nietwatergebonden bouwhub, combinatie van twee kleinere bouwhubs, etc.).
In dit project bestaat de VAL op de bouwhub uit het samenstellen van werfpakketten voor de materialen gipskarton, tegels en sanitair die door gespecialiseerd verhuispersoneel ter plekke wordt gebracht om de logistieke handeling op de werf ‘last meter’) sneller en efficiënter te laten verlopen. Voor het Bouwhubsproject is in het simulatiemodel een complexe module ontwikkeld om de pre-assemblage op de bouwhub te simuleren. Deze is echter niet toegepast omdat pre-assemblage op de bouwhub in de praktijk als weinig realistisch wordt ervaren door experten en ervaringsdeskundigen. Bij ideeën rond pre-assemblage laat het simulatiemodel toe een eerste evaluatie door te rekenen.
Hoewel de reductie van de faalkosten uitgesproken is (gemiddeld 65 %), is het niet alleen de (hoofd)aannemer die voordeel haalt uit een bouwhub. Ook leveranciers en transporteurs ervaren voordelen bij het gebruik van een bouwhub, zoals flexibiliteit in de planning, betere bereikbaarheid, meer laad- en loscapaciteit op de bouwhub, hogere beladingsgraad van retourlogistiek. De bouwhub vangt deze fluctuaties immers op. Om het concept van de ‘bouwhub’ mogelijk te maken moet er naar manieren worden gezocht om de kosten en baten billijk tussen de deelnemers te verdelen. Modelmatig kan het simulatiemodel uitgebreid worden met verschillende manieren van kostenallocatie om de beste manier te definiëren.
Bron: WTCB
