»
BN’Er
twee keer Nederlands Amateur Kampioen. In 1973 en 1980. Ik had als spits dan ook het grote geluk om met magnifieke vleugelaanvallers te spelen als Albert Spaanderman en alleskunner Jan Willem Bogers. En achter mij stond middenvelder Sjoerd Boot, spijkerhard en met een geweldige sliding.
Louis van Gaal en Ruud Bröring
26 NEX
Later heb ik begrepen dat een van zijn ogen maar 10 procent functioneerde, waardoor hij geen diepte zag. Ik weet nog goed dat ik na een harde tackel op hem naar hem toe liep om te vragen hoe het ging. Hij keek zoekend onder me langs en mompelde: “Incasseren, nummer noteren en straks even uitdelen.” Nog in diezelfde wedstrijd zag ik uit mijn ooghoeken ergens op het veld het zand opstuiven. Toen dat was neergedwarreld, bleek dat Sjoerd de betreffende tegenstander met bal en al had geschept. En zo zou ik nog uren kunnen doorgaan. Het was toenmalig voorzitter Leen Korbee die het besluit nam om een jongere generatie het eerste te laten bevolken. Ik heb toen nog in de hoofdmacht van Lisse gespeeld en daarna afgebouwd met een jaartje veteranenvoetbal.’
OOk succEsvOl als cOach Na zijn loopbaan als speler werd Ruud een succesvol voetbalcoach. Een periode die hem langs de selecties van de C-tjes en de A-tjes (in vijf jaar tijd vier keer kampioen) van Noordwijk naar Lisse leidde, waar hij het eerste elftal twee keer drie seizoenen onder zijn hoede kreeg. Volgden zeven jaar het eerste van Noordwijk en nog een jaar de hoofdmacht van ARC. Ruuds bemoeienis met de A-jeugd vormde bovendien de start van de carrière van Edwin van der Sar. ‘Louis was hoofdtrainer geworden van Ajax en vroeg of ik nog een keeperstalent wist. Toevallig had de A2 van Noordwijk net met 7-0 van Foreholte A1 gewonnen, een wedstrijd waarin Van der Sar er in zijn eentje voor zorgde dat het geen 20-0 is geworden. Dat meldde ik aan Van Gaal en de rest is geschiedenis.’ BEtrOkkEN gEBOuwhOOfd Naast zijn voetbalcarrière had Bröring ook nog een baan. Van 1974 tot 2000 was hij gymleraar aan het NOVA-college in Amsterdam-West. Daarna was hij, tot zijn pensionering in 2012, samen met een collega als gebouwhoofd verantwoordelijk voor de juiste begeleiding van de multiculturele leerlingengroep. ‘Buitenstaanders noemden de omgeving van het college lange tijd het Wilde Westen. Ik heb mijn ziel en zaligheid erin gelegd om zowel op school als in hun thuissituatie een veilige omgeving voor de leerlingen te creëren. Ik wilde altijd de telefoonnummers van de ouders hebben en ging gewoon bij de familie op bezoek. Schoentjes uit bij de deur, couscous eten en afspraken maken. Leerkrachten van de Pedagogische Academie leren die omgangsvormen niet, maar wij op de ALO kregen die met de paplepel ingegoten.’
tekst: Harm dragt, beeld: arend Jan Hermsen
Ruuds bemoeienis met de a-jEugd voRmde de staRt van dE carrièrE vaN EdwiN van deR saR