Milad Pallesh-Master of Architecture-Pairi Dæza

Page 1

Pairi DĂŚza Een ensemble waar onze ouders, wij en onze kinderen met elkaar wonen en voor elkaar kunnen zorgen.

Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Architectuur 11 mei 2015

Milad Pallesh


Pairi DĂŚza Een ensemble waar onze ouders, wij en onze kinderen met elkaar wonen en voor elkaar kunnen zorgen.

Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Architectuur 11 mei 2015

Milad Pallesh


Commissieleden: Jan-Richard Kikkert (mentor) Machiel Spaan Furkan Kรถse

Toegevoegde leden examen: Peter Defesche Micha de Haas

4

5


Pairi Dæza is een weerspiegeling van het verlangen en de noodzakelijke idylle om op elkaar te kunnen rekenen. Om met elkaar te kunnen leven. Zorgzaam met en voor elkaar te zijn. Van zoon tot vader. Van buurjongen tot buurvrouw. Van kleinkind tot oma. Deze opgave is gevoed door de verzorgende opvoeding die wij hebben meegekregen en uiteindelijk zelf zullen doorgeven. Net zoals dat liefde wordt doorgegeven, wordt ook het zorgen voor elkaar van de ene op de andere generatie overgeleverd. Het is een indirecte erfenis, die niet op papier staat. Dat punt is nu aangebroken. De omwenteling in ons leven dat wij geen zorg meer zijn voor onze ouders, maar hun zorg en zorgen dragen. Pairi Dæza is een ensemble waar onze ouders, wij en onze kinderen mét elkaar leven en vóór elkaar kunnen zorgen.


Informele zorg Onze generatie zal in de nabije toekomst anders moeten omgaan met de consequenties van de ouderdom. De tijd dat er van bovenaf grootschalige zorgvoorzieningen worden aangeboden is voorbij. Wij, de kinderen van onze ouders, zijn genoodzaakt deze veranderingen op te vangen in de vorm van zelf georganiseerde zorg - oftewel: informele zorg. Mijn afstudeeropgave richt zich op huisvesting voor ouderen met als draagvlak het bieden en ontvangen van informele zorg. Dit gegeven is het hoofdthema van dit afstudeerplan. De vraag die hierbij centraal staat is: “Hoe kan architectuur een rol spelen in de stimulering van informele zorg?” Van oudsher wordt er in Nederland informeel voor ouderen gezorgd. In de jaren ’60 veranderde dit doordat de overheid grootschalige zorgvoorzieningen oprichtte. Er werden veel verzorgingshuizen gebouwd, zorg werd relatief goedkoop aangeboden en de verzekeringen waren royaal in het aanbieden van zorgpakketten. Sinds de invoering van WMO (Wet Maatschappelijke Ordening) in 2005 worden er wederom drastische veranderingen in de Nederlandse zorgsector doorgevoerd. Er wordt sterke nadruk gelegd op de informele zorg in plaats van de formele zorg: de Nederlandse maatschappij zal moeten leren terug te grijpen op traditionele patronen, om zelf te zorgen voor haar oudere generaties. Informele zorg wordt onderverdeeld in drie categorieën: instrumenteel (boodschappen, administratie, huishouding etcetera), emotioneel (mentaal welzijn) en structureel (verzorging). Het grootste deel van de zorgverleners die deze taak moeten gaan vervullen is nauwelijks of niet bekend met het bieden van informele zorg, maar ook de ouderen die de zorg moeten

8

ontvangen hebben hier geen ervaring. Er zijn verschillende factoren die het bieden van informele zorg belemmeren: vraagverlegenheid (ouderen durven geen zorg te vragen, zij willen niemand tot last zijn), aanbodverlegenheid (jongeren willen niet te intieme zorg verlenen), sociale afstand (ouders en kinderen wonen ver van elkaar vandaan), individualisatie (er wordt veel waarde gehecht aan privacy) en mantelval (zorgverleners willen niet te veel last op hun schouders om te voorkomen dat ze zich moeten terugtrekken). Een culturele benadering van informele zorg heeft mij geleid naar de vergrijzende nietwesterse allochtone ouderen in Nederland. Doelgroep Pas sinds enkele jaren is er aandacht voor vergrijzende niet-westerse allochtone ouderen in Nederland. Voor het eerst zal er rekening gehouden moeten worden met deze groep, die in Nederland oud wordt. Door de harde lichamelijke arbeid is deze groep bovendien op jongere leeftijd oud – met 55 jaar vertonen zij dezelfde lichamelijke gebreken als Nederlandse ouderen met een leeftijd van 70. Het gevolg hiervan is dat de mogelijkheid om op hogere leeftijd voor zichzelf te zorgen kleiner is dan bij autochtone ouderen. In het land van herkomst zorgen de jongere generaties traditioneel voor de oudere generaties: de ouders wonen in bij hun kinderen, die op latere leeftijd vervolgens weer inwonen bij hún eigen kinderen - een systeem dat zich continu kan herhalen. In Nederland, met zijn strakke rijtjeswoningen en krap bemeten vierkante meters, is deze traditie langzaamaan verwaterd. Daar bovenop heeft zich sinds de jaren ’60 een sterke individualisering binnen de Nederlandse samenleving voorgedaan, wat gepaard ging met een groeiende behoefte aan privacy.

Uit onderzoek blijkt dat de zorg- en woonwensen van de niet-westerse allochtone ouderen, ondanks hun sterke tradities, behoorlijk generiek zijn en zeer vergelijkbaar met die van autochtone ouderen. De zorgwensen hebben een interessant raakvlak. De informele zorg komt in Nederland terug terwijl het voor de niet-westerse allochtonen een onafgebroken traditie is. De doelgroep is hierdoor niet etnisch gespecificeerd, maar de doelgroep niet-westerse allochtone ouderen is als inspiratiebron genomen. De uiteindelijke doelgroep is daarmee breed: ‘zorgbehoevenden en zorgverleners’, ongeacht hun etnische achtergrond. Uitgangspunten Het uitgangspunt van mijn afstudeerontwerp is de stelling dat, om informele zorg te stimuleren, de nadruk niet moet liggen op de zorg maar op het wonen: een bijzondere manier van wonen die de sociale interactie en relaties op verschillende schalen stimuleert en de nadruk legt op nabijheid en kleinschaligheid. Daarbij spelen de overgangen van de verschillende schalen een grote rol; voelbare overgangen zowel in ruimte en licht als in materiaal en tektoniek. Hierbij wordt de openbare ruimte ingezet als intermediair tussen de schalen. De openbare ruimte biedt ruimte voor de sociale interactie en is de verbinding tussen de schalen: van buurt naar ensemble en van woonkwartier tot woning – en alles daar tussenin.

9


Het Nederlandse zorgsysteem verandert ingrijpend. Hoe kan architectuur een rol spelen in de stimulering van informele zorg?


Om informele zorg te stimuleren moet de nadruk niet liggen op de zorg maar op het wonen: een bijzondere manier van wonen, die de sociale interactie en relaties op verschillende schalen stimuleert en de nadruk legt op nabijheid en kleinschaligheid.


Locatie

14

De gekozen locatie ligt in de Bellamybuurt in Amsterdam Oud-West aan de Kostverlorenvaart, op het oude Zimmerterrein, waar ooit de beroemde Amsterdammertjes, lantaarnpalen en putdeksels werden gegoten. Het fabriek is eind jaren ’70 naar de rand van de stad verhuisd en heeft plaats gemaakt voor een veld, waar in de huidige situatie een buurtboerderij, een buurthuisje en een gedeelte van een negentiende-eeuwse woonblok staan. De Bellamybuurt was na de inpoldering, eind 17e eeuw, een plek buiten de stad waar de welgestelde Amsterdammer een recreatiewoning liet bouwen. Bellamystraat nummer 80 was het eerste huis dat is gebouwd. De oriëntatie van de bebouwing is bepaald door de richting van de ontginning. De lange polderlijnen en de steekslootjes hebben de bebouwingsstructuur en ligging van de straten bepaald. Door de jaren heen zijn de sloten gedempt tot straten, waardoor de voorkant van de woningen de achterkant werd. De koppen van de bouwblokken ter plaatse van de steekstraten werden vervolgens dicht gebouwd; van een lintbebouwing werden het gesloten bouwblokken. Karakteristiek aan de Bellamybuurt is het dorpse en huiselijke karakter. Dit is in de Bellamystraat en de Wenslauerstraat het best te zien. De lage woningen tellen hooguit

2 tot 3 lagen met een kap, en hun kleine voortuintjes en de groene straten dragen bij aan het kleinschalige karakter. De grond van de Bellamybuurt is in de loop der jaren op veel delen opgehoogd, waarbij er een niveauverschil van ongeveer 60cm is te zien. Er wordt ook wel gesproken van een polderen stadsniveau. Bij de oudere woningen is er een zone voor de voordeur die op polderniveau ligt en met enkele treden kan het stadsniveau worden bereikt. De verschillende verdiepingshoogten in een bouwblok zorgen voor lucht en licht tussen op de straten en de steegjes naar de binnentuinen wekken nieuwsgierigheid op. De elementen van de gevels in de Bellamybuurt zorgen voor een gevarieerd gevelbeeld; de korrel is kleinschalig, en draagt bij aan het dorpse en huiselijke karakter. Het oude Zimmerterrein in het noorden van de Bellamybuurt, ook wel bekend als het Landje van Ome Kick, is een goed gebruikte plek die echter ruimtelijk verrommeld en versnipperd is. Het buurthuis, De Havelaar, is het vierde belangrijkste buurthuis is Amsterdam-West en staat solitair op de locatie met een achtertuin die zich opent naar de speelweide in het hart van de plek. Op het zuidelijkste punt van het Zimmerterrein, aan de Kostverlorenvaart, staat sinds 1996 een kinderboerderij. Deze Stadsboerderij Zimmerhoeve heeft een belangrijke sociale functie voor de buurt.

15


16

Huidige situatie

17


18

Zimmerterrein aan de Kostverlorenvaart

19


“Het karakteristieke van de Bellamybuurt is het dorpse en kleinschalige karakter. Het Zimmerterrein is daarbinnen een versnipperd rafelrandje - met veel potentie. Hier ontstaat een ensemble waar alle voormalige functies in terugkomen. Het hoofdthema van het ontwerp is informele zorg door collectief wonen, met aandacht voor sociale interactie en relaties.�

Bellamystraat

Eerste huis (Bellamystraat 80)

Steeg

Uitsparingen gevelbeeld

Bestaand 20e eeuws woonblok


Ontwerp

22

Op deze verrommelde maar zeer potentiële locatie is een ensemble ontworpen waar alle voormalige functies in terugkomen. Het hoofdthema van het ontwerp is collectief wonen, met aandacht voor sociale interactie en relaties. Door het mengen van verschillende generaties kan het voor elkaar zorgen weer een vanzelfsprekendheid worden. Uit het onderzoek blijkt de zorg- en woonwensen van de niet-westerse allochtone ouderen, ondanks hun sterke tradities, generiek zijn en zeer vergelijkbaar met de wensen van autochtone ouderen. In de loop van mijn afstuderen heb ik er daarom voor gekozen uit te zoomen, en de doelgroep niet-westerse allochtone ouderen als inspiratiebron te nemen. De uiteindelijke doelgroep is daarmee breed: ‘zorgbehoevenden en zorgverleners’, ongeacht hun etnische achtergrond. Stedenbouw De verschijningsvorm en de enveloppe van het ensemble komt voort uit de historische onderlaag en de contextuele assen. Deze assen worden ingezet om een directe verbinding met de omringende buurt te maken in de vorm van toegangspoorten tot het ensemble. De poorten, die ontstaan door het doortrekken van de Agatha Dekenstraat en de Korte Schimmelstraat, zijn contextueel bepaald. De poort aan de Douwes Dekkerstraat refereert naar de voormalige entree van de Zimmerfabriek. Aan de Schimmelstraat zijn twee secundaire poorten toegevoegd om de gebouwde wand te onderbreken en de korrel te verkleinen. Dit refereert tevens naar de steegjes die zo typerend zijn voor de Bellamybuurt. Door het doortrekken van de assen ontstaat er een specifiek verkavelingsschema, waarbij de rand van de kavel is toegewezen aan de bebouwing. De rand van woningen worden verdeeld in vijf woonkwartieren die gevormd worden door de positie van de poorten. Ieder woonkwartier is voorzien van een collectieve tuin die beheerd wordt door de bewoners van dat kwartier. Deze collectieve kwartiertuin is de intermediair tussen de woningen van het kwartier.

Het ensemble telt twee, drie en vier lagen. De hoogteaccenten reageren op de belendende bebouwing en de twee tot drie lagen refereren naar de oorspronkelijke hoogte van de Bellamybuurt. Door de hoogteverschillen en de poorten lucht- en ademplekken in het gevelbeeld. Het ensemble opent zich naar het water, doordat het in terrassen aftrapt naar de Kostverlorenvaart en zo de gemeenschappelijke binnentuin omsluit. Programma Het ensemble telt 45 woningen, verdeeld over vijf kwartieren. Een kwartier heeft acht tot twaalf woningen, en zeven woningtypes. De woningen, waarbij de begane grond bestemd is voor hulpbehoevenden, variëren van circa 60 m2 tot 120 m2. De voormalige functies van het Zimmerterrein (buurthuis, kinderboerderij en een kapsalon) krijgen een plek in het ensemble waardoor de binding met de buurt behouden en gestimuleerd wordt. De buurtfuncties zijn zodanig gesitueerd dat bezoekers altijd via het ensemble komen. Het ensemble wordt aangesloten op stadsverwarming, en de installatietechnische voorzieningen zijn geïntegreerd in het noordelijkste woonkwartier. Door de introductie van additionele, buurtgerichte functies, wordt het ensemble verrijkt en ontstaat een voor de doelgroep specifieke woonomgeving. In de binnentuin worden een theehuis en boekenhuis geplaatst. In de woonkwartieren worden een zorgcentrum en een wasserette geplaatst.

23


24

Nieuwe situatie

25


Verkaveling aan de hand van contextuele en

Bepaling van de entrees

historische lijnen

Rand van woningen

Kinderboerderij

Collectieve binnentuin

26

Verkaveling

27


Pairi Dæza

28

De bebouwing ommuurt de kern van het ensemble: een gemeenschappelijke binnentuin, geïnspireerd op de elementen en lijnvoering van de Perzische tuin. De Perzische tuin, die zijn oorsprong kent in de 6e eeuw voor Christus, is op zijn beurt weer geïnspireerd op het paradijs. Zo ontstaat ‘Pairi Dæza’, het oud-Perzische woord voor paradijs, oftewel ommuurde (‘pairi’) ruimte (‘diz’). De Perzische tuin is onder andere in Iran een veelvuldig gebruikt thema in de literatuur, dicht- en schilderkunst. De tuin staat symbool voor kalmte, licht, rijkdom en ontmoeting. Op 14e en 15e eeuwse beelden van onder andere Baburnama en Haft Awrang wordt de tuin afgebeeld als een ommuurde ruimte met strakke waterlijnen en -elementen, weelderige en geometrisch verdeelde begroeiing. Een oase van kalmte en ontmoeting. In de Griekse mythologie wordt met het paradijs (parádeisos) gerefereerd naar ‘een park voor dieren’, dat vervolgens inspiratie is geweest voor koninklijke tuinen met een menagerie - oftewel in dit plan: een kinderboerderij. Deze paradijselijke elementen zoals water (symbool voor de eeuwige bron), formele en informele paden, geometrische lijnvoering, fruit- en geurbomen en weelderige begroeiing zijn ingezet om het landschap, de grote binnentuin, te ontwerpen. De tuin en water spelen op verschillende schalen een rol als intermediair; tussen de buurt, het ensemble, de woonkwartieren en de woningen. Pairi Dæza, oud-Perzisch voor ‘de ommuurde ruimte’, is de landschappelijke en architectonische drager van het ontwerp. Water In alle lagen van het ensemble speelt het element water - dat refereert naar de rivieren van het paradijs (Pishon, Gihon, Tigris, Eufraat) - een grote rol. Water wordt ingezet als intermediair tussen de buurt, het ensemble, de woonkwartieren en de woningen. De daken en de terrassen vangen het regenwater op, dat via een betonnen goot naar de opvangbassins in de tuin wordt geleid. Via deze goot, die tevens de beëindiging van de colonnade rondom de tuin is, valt het regenwater op zes verschillende punten in de open en zichtbare watergoten op het maaiveld.

Een orthogonaal stelsel van watergoten van diverse afmetingen transporteert het water door het gehele ensemble. Ondiepe en smalle goten verbinden de woonkwartieren met elkaar en via bredere en diepere watergoten stroomt het water naar de fontein (de bron des levens) die het centrum van de tuin markeert. Het watersysteem eindigt in een opvangbassin aan de rand van de tuin langs de Kostverlorenvaart en de doorgetrokken promenade. Het opgevangen water wordt hergebruikt voor het beheer en onderhoud van de tuinen en in de kinderboerderij dient het als een was- en drinkbassin voor de dieren. Tuinen De tuin vormt het hart van het ensemble en de kwartieren. Het concept van de omsloten tuin kent verschillende verschijningsvormen. De Hortus Ludi is de klassieke middeleeuwse tuin, met tuinmuur, toegangspoort en karakteristieke elementen als een fontein, een loofgang en weelderige begroeiing. Ook de Hortus Catalogi en Hortus Contemplationis worden gekenmerkt door een tuinmuur, met daarin één of meer toegangspoorten en een orthogonaal opgezet padenstelsel die de vakken van de tuinen bepalen. De tuin van Pairi Dæza is een hedendaagse combinatie van de Hortus Catalogi en de Hortus Contemplationis. Net als de Hortus Catalogi wordt Pairi Dæza omarmd door een muur, oftewel een colonnade. Maar Pairi Dæza is ook een Hortus Contemplationis, door zijn ‘tweede muur’ die wordt gevormd door de rand van bebouwing. De tuin zelf is de ontmoetingsplek voor de bewoners, van jong tot oud, een plek voor verstilling en samenzijn. De collectieve binnentuin is verdeeld in vlakken, die ontstaan vanuit de waterlijnen en het padenstelsel. De tuin van Pairi Dæza kenmerkt zich door de afwisseling tussen open en dicht, laag en hoog, lange waterlijnen, doorzichten en beschutte zitplekken in de colonnade. De vlakken zijn dicht begroeid of juist open, en zijn beplant met laagblijvende heesters, fruitbomen en sierbomen die door alle seizoenen heen kleurrijk zijn. In de verdiepte vlakken, die via een afstapje bereikt kunnen worden, zijn fruiten notenbomen geplant. Op drie plekken is

29


een verbijzondering gemaakt in de tuin; het boekenhuis, het theehuis met zijn terras en tot slot de fontein, waar diverse waterlijnen bij elkaar komen en waar een intiem en besloten – ‘contemplationis’ – zitplein is gecreëerd. Paden Een stelsel van orthogonaal opgezette paden verbindt de woonkwartieren met elkaar en met de binnentuin. De binnentuin wordt zowel in noord-zuidelijke richting als in oost-westelijke richting doorkruist door paden. De noordzuid georiënteerde paden zijn de formele looproutes, die vanuit de toegangspoorten de tuin ontsluiten, en de vlakverdeling en de plek voor de paviljoens bepalen. Deze paden zijn verhard; op de overgangspunten (tussen kwartier en colonnade) zijn de paden uitgevoerd in natuursteen, terwijl ze in de duin zijn bestraat. De oost-westelijke richting is veel informeler; deze paden lopen tussen de beplantingsvakken door, en zijn uitgevoerd in halfverharding. Een wandeling door de binnentuin is zo een continue afwisseling tussen verschillende sferen; tussen lange doorzichten en intieme tuinruimtes. Colonnade De binnentuin wordt ommuurd door een colonnade, die een overgang markeert tussen de rand van bebouwing en de tuin. De doorgetrokken tuinpoorten van de woonkwartieren zijn eveneens de toegangspoorten tot de binnentuin. De colonnade is de drager van het watersysteem; vanaf de betonnen goot stroomt het water in de watergoten op het maaiveld. De kolommen van de rand volgen het ritme van de bebouwing, en verdelen de tuin in vlakken. Tussen de kolommen zijn dichte en halfopen muren geplaatst, die een constant wisselend beeld op de binnenwereld bieden. Het is een spel tussen open en dicht, toegankelijk en niet toegankelijk. De kolommen zijn tevens de drager van zitelementen. De bankjes, solitair of met ruimte voor meerdere personen, zijn zowel aan de binnen- als de buitenzijde van de colonnade geïntegreerd. Rondom de tuin ontstaat zo een collectie van zitmogelijkheden, die een sterke relatie

30

aangaan met hun context: van binnentuin tot Kostverlorenvaart, van binnenstraat tot kwartier. Aan de Kostverlorenvaart, aan de nieuwe promenade, is een grote poort die toegang biedt tot de binnentuin. Binnenstraat Tussen de colonnade en de woonkwartieren ligt een ‘binnenstraat’. Deze binnenstraat kan worden gelezen als een ruimte op zich, een intermediair tussen de kwartieren en de tuin. De buurtfuncties – medisch centrum, buurthuis, kapper en wasserette – worden vanuit deze binnenstraat ontsloten, zodat mensen van buiten Pairi Dæza niet persé door de woonkwartieren hoeven te lopen. Alle woonkwartieren openen zich op twee punten naar de binnenstraat; vanuit hier lopen de paden direct door de binnentuin in. De kwartiertuinen lopen over de binnenstraat door naar de binnentuin, waardoor de binnenstraat op vijf punten wordt ‘onderbroken’ door een groene strook, die beplant is met lichte berken en gleditsia’s. Deze intermediaire groenvlakken zijn een koppelstuk tussen de binnentuin en de kwartiertuin. De binnenstraat is als een rondgang; bezoekers en bewoners zullen van deze tussenruimte gebruik maken om ofwel naar de tuin te lopen, naar de promenade aan het water of om bij de buurtfuncties te komen. De binnenstraat omarmd de binnentuin, en via de colonnade en opengewerkte muren aan de kwartiertuinen ontstaan constante zichtrelaties op het leven binnen en buiten de kwartieren. Buurtfuncties Om het ensemble op sociale schaal te verbinden met de buurt krijgen de huidige buurtfuncties een nieuwe plek in Pairi Dæza. De buurtfuncties worden geïntegreerd in de woonkwartieren, en hebben hun entrees aan de binnenstraat rondom de grote tuin. Door de keuze om deze in de architectuur en materialisatie hetzelfde te benaderen als de woningen is een volledige integratie in het ensemble van toepassing. Buurthuis De Havelaar wordt ter plaatse van de doorgang aan de Schimmelstraat over twee woonkwartieren verdeeld. De verdieping worden met elkaar

verbonden waardoor er een letterlijke poort ontstaat. Het buurthuis krijgt hierdoor een prominente rol en plek toegewezen. De kapsalon, in de huidige situatie op de hoek van Douwes Dekkerstraat, krijgt ook een plek in het ensemble. De buurtfuncties steken een meter de binnenstraat in; een accent dat hun publieke rol benadrukt. De toegevoegde buurtfuncties zijn bepaald vanuit het idee dat interactie en ontmoeting moeten worden gestimuleerd. Zo is er bewust een wasserette in het plan opgenomen: een informele sociale ontmoetingsplek, waar zorgverleners en –behoevenden eenvoudig de was kunnen doen. Ook de keuze om de brievenbussen los te koppelen van de voordeuren is gemotiveerd vanuit deze gedachte: de post wordt voor elkaar opgehaald. De kans dat men elkaar bij de brievenbus of de wasserette ontmoet wordt hierdoor vergroot. Tot slot is er een medisch centrum (wijkzorg) opgenomen in het ensemble, waardoor het aanbod van specialistische formele zorg is geïntegreerd in het ensemble. Kinderboerderij De Zimmerhoeve krijgt aan de noordzijde van het ensemble prominente plek en wordt volledig geïntegreerd in het ensemble door de architectuur en materialisatie. Het gebouw bied ruimte voor een educatie- en kantoorruimte, opslag, hokken voor kleine (knaag-)dieren en stallen voor grote dieren zoals varkens, ezels, schapen en geiten. In de ommuurde ruimte kunnen bezoekers vrij bewegen tussen de loslopende dieren. In de grote binnentuin zijn twee solitaire, alzijdige paviljoens te vinden die de rol van een theehuis en een boekenhuis vervullen. In het boekenhuis kunnen de bewoners boeken, tijdschriften en kranten achterlaten en met elkaar delen. Het theehuis is een belangrijke sociale toevoeging; hier kunnen bewoners en bezoekers elkaar ontmoeten. Het theehuis is zichtbaar vanaf de promenade aan de Kostverlorenvaart, en het grote terras opent zich naar de tuin.

31


De Perzische tuin, die zijn oorsprong kent in de 6e eeuw voor Christus, is geïnspireerd op het paradijs. Zo ontstaat ‘Pairi Dæza’, het oud-Perzische woord voor paradijs, oftewel ommuurde (pairi) ruimte (‘diz’). De Perzische tuin staat symbool voor kalmte, licht, rijkdom en ontmoeting. Op 14e en 15e eeuwse beelden van onder andere Baburnama en Haft Awrang wordt de tuin afgebeeld als een ommuurde ruimte met strakke waterlijnen en -elementen, weelderige en geometrisch verdeelde begroeiing. Een oase van kalmte en ontmoeting. Deze paradijselijke elementen zijn water (symbool voor de eeuwige bron), formele en informele paden, geometrische lijnvoering, fruit- en geurbomen en weelderige begroeiing. Pairi Dæza, oud-Perzisch voor ‘de ommuurde ruimte’, is de landschappelijke en architectonische drager van het ontwerp.


34

Baburnama

35


36

Bagh-e Babur

Haft Awrang

37


Buurtfuncties

Kinderboerderij, theehuis, boekenhuis

Entrees

Informele paden in de tuin

Binnenstraat

Overgangen (pleinen, natuursteen vlakken en patio’s)

38

Promenade langs de Kostverlorenvaart

Parkeergarage

Watersysteem

Zitelementen

Colonnade

Boomstructuur

Collectieve tuin

Kwartiertuinen

Formele paden in de tuin

PrivĂŠ

Collectief

Publiek

Schematisering ontwerp ensemble

39


40

Watersysteem

41


42

Plankaart

43


Materialen openbare ruimte

Tuin – beplanting

Patio’s woonkwartieren

Ensemble – publieke functies

bestrating _ petersen tegl D70HF elleboogverband

open vak (kleur) _ prunus, liquidambar, gleditsia

patio woonkwartier 1 _ keramische tegel

buurthuis _ 180 m2

natuursteen _ giallo dorato, grof gebouchardeerd

dicht vak (ruiken) _ els, esdoorn, amberbaom, koekjesboom, krentenboom

patio woonkwartier 2 _ keramische tegel

medisch centrum _ 130 m2

grind _

verdiept vak (proeven) _ fruitbomen: appel, kers, peer, pruim notenbomen: tamme kastanje, walnoot, hazelnoot, amandelboom

patio woonkwartier 3 _ keramische tegel

wasserette _ 18 m2

patio woonkwartier 4 _ keramische tegel

kapperszaak _ 23 m2

patio woonkwartier 5 _ keramische tegel

stadsverwarming _ 15 m2

halfverharding _ mont d’or

bloemenvak (ruiken) _ lavendel, hortensia, jasmijn dahlia, margriet, oleander

colonnadetuin _ prunus berk gleditsia kwartierstuin _ beplanting: lavendel, jasmijn, hortensia, brem bomen: prunus, berk, liquidambar

Tuin – bebouwing theehuis _ 54 m2

opgang parkeergarage _ 45 parkeerplaatsen

brievenbus _

boekenhuis _ 27 m2

kinderboerderij _ 100 m2

44

Renvooi materialisatie ensemble

45


Maquette ensemble  1:200


Vanaf de Kostverlorenvaart  –  Zicht op Schimmelstraat, promenade en tuinmuur


Vanaf de Kostverlorenvaart  –  Zicht op kinderboerderij, promenade en tuinmuur


52

Vanaf de Schimmelstraat


54

Vanaf de Agatha Dekenstraat  –  Zicht op poort, kinderboerderij en hellingbaan parkeergarage


56

Doorsnede A  –  Woonkwartier, binnentuin, kinderboerderij

57


58

Doorsnede A  –  Woonkwartier, binnentuin, kinderboerderij

59


60

Doorsnede B  –  Woonkwartier, binnentuin, promenade

61


62

Doorsnede B  –  Woonkwartier, binnentuin, promenade

63


In de kinderboerderij


In de binnentuin, vanaf het zitplein  –  Zicht op water- en zitelementen, de heesters, fruitbomen en sierbomen


In de binnentuin, vanaf opvangbassin  –  Zicht op de lange waterlijn, theehuis met terras aan de voorzijde en de kleurrijke en weelderige begroeiing van de tuin


70

Overgang stoep naar ensemble  –  30 x 30 cm betontegel, 90 cm natuursteen, bestrating elleboogverband

Overgang poort naar woonkwartier  –  Bestrating elleboogverband, natuursteen, watergoot

71


72

Fragment kwartiertuin  –  Waterelement, watergoot, tuin

Overgang binnenstraat naar binnentuin met tuinmuur

73


74

Tuinmuur met bankje

75


76

Overgang binnestraat naar colonnadetuin

Fragment watergoot tussen tuinmuur

77


78

Waterelement binnentuin

Hoogteverschil in waterelement binnentuin

79


Schimmelstraat, Douwes Dekkerstraat


Woonkwartier

82

De vijf woonkwartieren variëren van acht tot twaalf woningen en vier daarvan dragen een buurtfunctie. In totaal worden er 45 woningen gemaakt met zeven woningtypes. Een- en tweelaagse woningen van ca. 60m2 op de begane grond, maisonnettes van ca. 90-120m2 op de verdieping, appartementen en studio’s van ca. 40-50m2. Het variërende aanbod van de woningen biedt ruimte voor verschillende leeftijden en gezinssamenstellingen. De woningen in het woonkwartier zijn zodanig geplaatst dat er een collectieve kwartiertuin wordt gevormd, waar alle voordeuren aan grenzen. De woningen op de begane grond zijn gereserveerd voor zorgbehoevenden. Met twee buitentrappen worden de woningen op de eerste verdieping ontsloten. Deze woningen worden aangewezen aan de zorgverleners, maar zijn ook geschikt voor fitte ouderen. Door de routing en de afstanden tussen de voordeuren zo kort mogelijk te houden wordt de sociale afstand tussen de bewoners verkleind. De kwartiertuin zal per kwartier collectief worden onderhouden, wat de collectiviteit en de interactie stimuleert. De hoogte van de kwartieren is twee, drie tot maximaal vier lagen aan de straatzijde. De bebouwing opent zich naar de grote binnentuin doordat de daken in terrassen aflopen naar één laag aan de binnentuin. Hierdoor openen alle woningen zich naar de binnentuin toe. Ieder kwartier heeft in totaal vier toegangspoorten; twee hoofdpoorten en twee tuinpoorten naar de binnentuin. De beleving in overgang is zowel in licht, lucht en ruimte te ervaren als in de materialisatie van het maaiveld. De kruispunten, oftewel de overgangen van de verschillende zones in het ensemble, worden geaccentueerd door een natuurstenen vlak in het maaiveld. Woning Ook de woning is benaderd als een overgang van collectief naar privé, waarbij de ‘openbare ruimte’ wederom een intermediair is. De openbare ruimte is hierbij niet perse ingezet als buitenruimte, maar is gebaseerd op de traditionele patio; de tussenruimte die alle ruimten in de woning met elkaar verbindt, ontsluit en samenbrengt. Deze ruimte

staat in verbinding met de collectieve kwartiertuin, waarbij de voordeur een belangrijke rol speelt. De voordeur als architectonisch element doet mee in de overgangen van de verschillende schalen. De patio kan worden gezien als een extra kamer die de gang of verkeersruimte verheft tot een kwalitatieve en multifunctionele ruimte. Hier kan men gasten ontvangen en afscheid nemen. Schoenen kunnen hier worden uitgedaan en worden opgeborgen alvorens men naar de woonkamer, keuken of slaapkamer gaat. De patio’s zijn voorzien van zitplekken en kastruimte. Grote schuifdeuren kunnen naar behoefte open of dicht worden gezet om de ruimten naar wens met elkaar te koppelen. Zo kan de keuken met de woonkamer worden gekoppeld, de slaapkamer met de ‘extra’ kamer en de patio met alle omringende ruimten. De extra kamer in de woningen kan worden ingezet als gasten-, logeer-, thee-, werk-, gebeds- of speelkamer. De toevoeging van deze extra kamer bied flexibiliteit en vrijheid in het gebruik van de woning. Bij sommige doelgroepen is het samenzijn van mannen en vrouwen tijdens bezoek niet gebruikelijk. Deze extra kamer kan in dat geval bijvoorbeeld dienen als het verblijf voor de mannen. De vrouwen kunnen in de woonkamer verblijven, die met een grote schuifdeur direct toegang biedt tot de keuken. Bij bezoek naar het toilet is de intermediaire functie van de patio zeer efficiënt. Via de patio is het toilet bereikbaar zonder dat de andere ruimten daarvoor doorkruist hoeven worden. Een klein fonteintje in de patio voorkomt dat bijvoorbeeld de mannen de keuken moeten betreden voor het omspoelen van theekopjes of het drinken van een glas water. Op de verdiepingen is patio ingezet als ontvangstruimte en lichtvanger; de traditionele daglicht- en verkeersruimte. Vanuit deze ruimte kan de keuze gemaakt worden om naar de bovengelegen woon- en slaapkamers te gaan of om direct naar de extra kamer te gaan. Deze extra kamer kan een kantoor aan huis of bijvoorbeeld een logeer kamer zijn.

83


Woon- en zorgsysteem De toekomstige bewoners van Pairi Dæza moeten bereid zijn om zorg te ontvangen of te verlenen. Alleen als er behoefte is aan informele zorg, kan een zorgbehoevende gekoppeld aan een zorgverlener – in de meeste gevallen een jonger familielid, al dan niet met zijn of haar gezien – in aanmerking komen voor twee woningen. Een zorgbehoevende die in Pairi Dæza gaat wonen kan hier in principe blijven wonen tot zijn of haar overlijden. De zorgverlener die overblijft zal na een wachtperiode van 3 maanden plaats moeten maken voor een nieuw koppel. In de tussenliggende periode kan de leegstaande woning vast worden betrokken door de volgende oudere; er zijn voldoende zorgverleners aanwezig om in de tussenliggende periode informele zorg te verlenen. De balans tussen het aantal woningen voor zorgbehoevenden en zorgverleners is bewust onevenredig; er zijn meer woningen voor zorgverleners dan voor –ontvangers. Daarmee kunnen de lasten worden verdeeld, en wordt mantelval voorkomen.

84

Vanaf Korte Schimmelstraat  –  Zicht op poort ensemble


Overgang van poort naar woonkwartier


In de poort  –  Zicht op de binnentuin  Voelbare overgangen in materialisatie, licht, lucht en ruimte


In de binnenstraat, tussen de woningen en de binnentuin  –  Zicht op de colonnadetuin, tussen de tuinmuren


De woningen in het woonkwartier zijn zodanig geplaatst dat er een collectieve kwartiertuin wordt gevormd, waar alle voordeuren aan grenzen. De woningen op de begane grond zijn gereserveerd voor zorgbehoevenden. Met twee buitentrappen worden de woningen op de eerste verdieping ontsloten. Deze woningen worden aangewezen aan de zorgverleners, maar zijn ook geschikt voor fitte ouderen. Door de routing en de afstanden tussen de voordeuren zo kort mogelijk te houden wordt de sociale afstand tussen de bewoners verkleind. De kwartiertuin zal per kwartier collectief worden onderhouden, wat de collectiviteit en de interactie stimuleert. De hoogte van de kwartieren is twee, drie tot maximaal vier lagen aan de straatzijde. De bebouwing opent zich naar de grote binnentuin doordat de daken in terrassen aflopen naar één laag aan de binnentuin. Hierdoor openen alle woningen zich naar de binnentuin toe.


In de kwartiertuin


Zicht vanaf het terras op de eerste verdieping op de kwartiertuin en de binnentuin


In de collectieve kwartiertuin  –  Zicht op de buitentrap en de voordeuren


Maquette woonkwartier  1:50


Ook de woning is benaderd als een overgang van collectief naar privĂŠ, waarbij de ‘openbare ruimte’ wederom een intermediair is. De openbare ruimte is hierbij niet perse ingezet als buitenruimte, maar is gebaseerd op de traditionele patio; de tussenruimte die alle ruimten in de woning met elkaar verbindt, ontsluit en samenbrengt. Deze ruimte staat in verbinding met de collectieve kwartiertuin, waarbij de voordeur een belangrijke rol speelt. De voordeur als architectonisch element doet mee in de overgangen van de verschillende schalen.


A

104

B

C

Woonkwartier begane grond  1:100

105


A

106

B

C

Woonkwartier verdieping 1  1:100

107


108

Doorsnede A

109


110

Doorsnede B

111


112

Doorsnede C

113


114

Woonkwartier begane grond

Plattegrond woning 1 (75 m2)

1:50

115


116

Woonkwartier begane grond

Plattegrond woning A 2 (73 1:50 m 2)

1:50

117


118

Woonkwartier begane grond

Plattegrond begane woning B A grond 1:50woning 3 (80 m2 totaal) 1:50

119


120

Woonkwartier verdieping 1

Plattegrond verdieping 1 woning 3 (80 m2 totaal) 1:50

121


122

Woonkwartier verdieping 1

Plattegrond verdieping 1 woning 4 (125 m2 totaal)

1:50

Let op: kwart slag gedraaid

123


124

Plattegrond verdieping 2 woning 4 (125 m2 totaal)  1:50   Let op: kwart slag gedraaid

125


126

Woonkwartier verdieping 1

Plattegrond verdieping 1 woning 5 (50 m2 totaal) 1:50

127


128

Woonkwartier verdieping 1

Plattegrond verdieping 1 woning 6 (130 m2 totaal) 1:50

129


130

Plattegrond verdieping 2 woning 6 (130 m2 totaal)  1:50

131


132

Woonkwartier verdieping 1

Plattegrond verdieping 1 woning 7 (75 m2 totaal) 1:50

133


134

Plattegrond verdieping 2 woning 7 (75 m2 totaal)  1:50

135


In de woning, vanuit de patio  –  Zicht op de kwartiertuin


In de woning, vanuit de woonkamer  –  Zicht op de kwartiertuin en patio xxxxxxxxxxxx


Architectonische elementen

Pairi Dæza is opgebouwd uit een aantal architectonische elementen die in het hele ensemble voorkomen. Zowel de woningen, buurthuizen, kinderboerderij als de colonnade zijn ontworpen met deze elementen. • De natuurstenen bank, ingeklemd door de gemetselde penanten, biedt zitplekken in de gevel aan de straatzijde, in de colonnade aan de binnenstraat en aan de binnentuin. • De tuinmuur, opgebouwd uit opengewerkt metselwerk, is een half-open scheiding tussen de woonkwartieren en de binnentuin. • De voordeur is een overgang van collectief naar privé en tweedelig; het bovenste deel kan open worden gezet om de mate van privacy te regelen en een sterke binding met de kwartiertuin te maken. • Het kozijn is een visuele overgang van binnen naar buiten. Het kozijn is opgebouwd uit vast glas en een dicht paneel. Het dichte paneel kan worden opengezet om natuurlijk te ventileren. De kozijnen worden op de begane grond op een hoogte van één meter geplaatst, om zo meer privacy te bieden aan de woningen aan de straat. De kozijnen op de verdiepingen worden op een hoogte van 50 cm geplaatst zodat er in het kozijn gezeten kan worden en de zichtrelaties te vergroten. • Op de eerste verdieping is iedere woning voorzien van een erker aan de straatzijde. Hierdoor krijgt het kozijn een functie als zitplek ‘buiten’ de gevel en de erker draagt bij aan de plastiek van de gevel. • Het badkamerraam is een kozijn met een te openen deel dat naar binnen toe draait. Het metselwerk in de gevel loopt ter plaatse van het badkamerraam door als opengewerkt metselwerk. Hierdoor kan de badkamer worden voorzien van gefilterd daglicht met behoud van privacy.

140

Materialisatie en architectonisch detail Het gehele ensemble, van buurthuis tot openbare ruimte, is opgebouwd uit dezelfde architectonische elementen en materialen, zodat het ensemble als één geheel wordt geaccentueerd en beleefd. Het gevelbeeld aan de straatzijde heeft met een plint, een middendeel en een duidelijke beëindiging een klassiek uiterlijk. De plint van geel-grijs natuursteen, waarvan de hoogte gelijk is aan de natuurstenen zitelementen, draagt het geel en licht gemêleerd metselwerk van het middendeel. De penanten van twee verschillende breedten en de rollagen verdelen de gevel in een formeel grid. De invulling van dit gemetselde grid is vervolgens op een informelere manier vormgegeven. De kozijnen zijn uitgelijnd in de verticale richting maar passen zich in de hoogte aan de achterliggende ruimte aan. Zo begint bijvoorbeeld ter plaatse van de keuken en badkamer het kozijn op één meter hoogte vanaf de vloer, en in de andere ruimten op 50 cm. De lekdorpels onder de kozijnen zijn natuurstenen banden van één metsellaag hoog, die over het gehele gevelbeeld een subtiele verfijning toevoegen. Deze banden refereren tevens naar de betonnen spekbanden die veelvuldig voorkomen in de fijne detaillering van de historische bebouwing in de Bellamybuurt. Er zijn twee verschillende metselverbanden gebruikt in de gevel. De penanten en de rollagen zijn opgebouwd uit halfsteens verband en de invulling is een kettingverband van drie maal strek en één kop. Met hetzelfde materiaal wordt zo een subtiele verfijning aangebracht in de gevel. De balkons en de galerijen worden meegenomen in hetzelfde verband als de rollagen, waardoor de continuïteit in de horizontale banden behouden blijft. Deze worden afgedekt door een natuursteen band van tien centimeter.

141


De beëindiging van de hoogste delen van het gebouw wordt gemarkeerd door een betonnen rand met een zichtbaar houtstructuur. Door het toepassen van een esthetisch zwaar materiaal krijgt het gebouw een robuuste beëindiging. De patio is de eerste ruimte na de voordeur, de intermediair tussen binnen en buiten én tussen de verschillende woonruimtes. Deze ruimte wordt voorzien van een keramische tegel met een bijzonder patroon. Ieder kwartier heeft type patio met een eigen patroon en kleurstelling. Zo wordt er op subtiele wijze bijgedragen aan het collectieve gevoel van ieder kwartier. De materialisatie in het interieur van de woningen en de buurtfuncties is benaderd als een voelbare en zichtbare overgang. Het stenen en stedelijke exterieur wordt binnen verzacht door berken multiplex binnenwanden en een eiken balklaag. De constructie is opgebouwd uit zichtbare houten

142

kolommen, ingeklemd door houtskeletbouw binnenwanden en randbalken van 300mm hoog, die de tussenbalken van 200mm hoog dragen. Hierdoor ontstaat er een tafelconstructie die flexibiliteit biedt in het plaatsen van de binnenwanden. Door de tussenbalken in iedere ruimte een eigen richting te geven wordt er op een esthetische wijze onderscheid gemaakt tussen de verschillende ruimten. De kozijnen zijn een eikenhouten kader, dat de visuele overgang omlijst, waarmee wederom een overgang tussen wordt geaccentueerd. Met deze sociale en architectonische elementen wordt Pairi Dæza een plek die ruimte biedt om met elkaar te leven, op om elkaar te rekenen en voor elkaar te zorgen. Dochters en moeders, buurjongens en buurmannen, kleinkinderen en opa’s – zorgen voor elkaar is vervlochten in onze cultuur en samenleving.

143


Bank met tuinmuur

Kozijn

Erker

Badkamerraam met

Voordeur met dubbele deur

opengewerkt metselwerk

144

145


146

Gevelaanzicht – Schimmelstraat

147


148

Gevelaanzicht – Schimmelstraat

149


150

Gevelaanzicht – Schimmelstraat

151


152

Gevelfragment details verticaal   Gevelfragment aanzicht en details horizontaal

153


154

Fragment gevel  –  Tuinmuur met bank, gemetselde penant breed, natuurstenen plint

Fragment gevel  –  Gemetseld hoekpenant, natuurstenen plint, eikenhouten kozijn met te openen deel

155


156

Fragment gevel  –  Buitenbalkon, penant breed en rollaag

Fragment gevel  –  Penant breed, rollaag en betonnen beëindiging

157


158

Maquette gevelfragment  1:20

159


Met deze sociale en architectonische elementen wordt Pairi DÌza een plek die ruimte biedt om met elkaar te leven, op om elkaar te rekenen en voor elkaar te zorgen. Dochters en moeders, buurjongens en buurmannen, kleinkinderen en opa’s – zorgen voor elkaar is vervlochten in onze cultuur en samenleving.


Met speciale dank aan:

Abdessamed Azarfane Christiaan Schuit

Richard Proudley Leandro van der Lans

Bas van der Horst

Maman, baba Mozhgan, Makan, Mahan, Maral

Hannah Schubert

162

163


Milad Pallesh Hembrugstraat 5-1 1013 WV Amsterdam 06 43 25 98 93 mp@miladpallesh.nl

Š 2015, Milad Pallesh. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Milad Pallesh.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.