4 minute read

PETER NISSEN De boekenkast van

‘Boeken leren mij hoe het leven in elkaar zit’

Peter Nissen is theoloog, kerkhistoricus en hoogleraar Oecumenica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarnaast is hij als predikant verbonden aan ‘ZielZin: een plek voor dromen en dwarse gedachten’ in Nijmegen. Hij voelt zich verbonden met de benedictijnse spiritualiteit. Hij schrijft regelmatig boeken en artikelen over spiritualiteit en (kerk)geschiedenis. Wat zegt zijn boekenkast over hem en welke boeken inspireren hem?

TEKST DIANNE NIJHUIS BEELD CLAUDIA VENHORST, PIXABAY

Leest u veel en wat voor een lezer bent u?

“Ik ben een gretige lezer. Ik lees altijd als ik er de kans toe krijg en heb dus ook vrijwel altijd een boek binnen handbereik. Ik kan gemakkelijk in meer dan één boek lezen: het ene meer wetenschappelijk en het andere meer literair. Ik lees ook altijd voor ik ga slapen; geen zware kost, maar een roman of een gedichtenbundel.”

Wat zegt uw boekenkast over u?

“Mijn vele boekenkasten laten de diversiteit van mijn belangstelling zien. Het zijn er veel en ik schaam me wel een beetje. Maar ik heb ze nodig voor mijn eigen schrijfwerk. De boeken gaan als het ware gesprekken met elkaar aan. In de huiskamer staan de literaire boeken – romans, dichtbundels en schrijversbiografieën – en kunsthistorische boeken. In mijn studeerkamer staan – en liggen op de tafel en de vloer – de boeken op het gebied van kerkgeschiedenis, theologie, spiritualiteit en oecumene. Ze staan en liggen inmiddels twee rijen dik, maar ik weet alles terug te vinden. In een ruimte naast mijn studeerkamer staan boeken over geschiedenis. Een deel van de theologie staat ten slotte op onze slaapkamer. Uit plaatsgebrek, maar ook omdat het vaak heerlijk slaapverwekkende boeken zijn. De boeken helpen mij de wereld en de mens te begrijpen. Zij leren mij hoe het leven in elkaar zit: complex en veelzijdig.”

Welk boek had u graag in uw boekenkast willen hebben maar hebt u nooit kunnen verwerven?

“Ik ben een tevreden mens. Er zijn

nog enkele boeken waar ik naar op zoek ben. Maar als ik ze niet vind, word ik daar niet ongelukkig van.”

Welke drie boeken neemt u beslist mee naar een verblijf in een kluizenaarshut?

“Moet ik daar alleen naar toe, zonder mijn vrouw? Dan hoef ik niet lang na te denken. Ik neem de Bijbel mee in de NBV-vertaling. Natuurlijk in de katholieke uitgave, met de deuterocanonieke boeken. Dan heb je meteen al 73 boeken in één band. En pareltjes als de Wijsheid van Jezus Sirach, zo vol menselijke wijsheid, die wil je toch niet missen? Daarnaast het getijdenboek in de Latijnse versie: Liturgia horarum. Dat verbindt je toch met een traditie van eeuwen. En als derde de Regel van Benedictus, in de uitgave met commentaar van de anglicaanse Esther de Waal (A Life-Giving Way). Zij verbindt de richtlijnen van Benedictus heel goed met het dagelijks leven, ook buiten een klooster.”

Welke drie boeken hebben u het meest beïnvloed?

“Het klinkt misschien vroom, maar dan denk ik toch allereerst weer aan de Bijbel, die bonte bibliotheek vol ervaringen van mensen met God. De laatste twee decennia ben ik vooral veel gaan houden van het evangelie volgens Marcus, het oudste van de vier. Je hebt daar nog het gevoel dicht bij de joodse rabbi Jezus te komen. Maar ook de Psalmen blijven mij raken met hun diversiteit van gevoelens en ervaringen, van hoop tot wanhoop. Een ander boek dat bij mij insloeg als een bom, is het bekeringsverhaal van Pieter van der Meer de Walcheren: Mijn dagboek uit 1913. Dit boek gaat over een ongelovig opgevoede schrijver die de schoonheid van het katholicisme herontdekt. Ik las het als middelbare scholier in het gastenkwartier van een benedictijnenabdij. Vanaf mijn middelbare schooltijd hebben, ten slotte, de bundels van Huub Oosterhuis veel voor mij betekend, zoals Bid om vrede, In het voorbijgaan en Zien, soms even: prachtige teksten die eigentijdse woorden geven aan ons tastende geloven.”

Een dilemma: of al uw boeken weggooien of nooit meer mogen schrijven... wat wordt het?

“Dan toch maar: nooit meer kunnen schrijven. Er is al zoveel moois geschreven door anderen dat er niet per se meer iets van mij bij hoeft. En in mijn boekenkasten staan veel boeken die nog ongelezen zijn of die het verdienen herlezen te worden. Ik hoop daar nog zo lang mogelijk mee te kunnen doorgaan. Al komt er misschien ooit een moment dat je aan één boek genoeg hebt, omdat je vijf minuten later niet meer weet wat je gelezen hebt. Ik zie dat nu bij mijn lieve schoonmoeder. Als dat moment komt, is dat zo, maar ik hoop dat ik het niet hoef mee te maken.”

Is er volgens u toekomst voor het papieren boek?

“Die toekomst is er zeker. Ik zie natuurlijk wel dat bij veel studenten het papieren boek het onderspit delft ten gunste van digitale teksten. Maar er zullen altijd mensen zijn voor wie een boek meer is dan een tekst: mensen die een boek in handen willen hebben en het papier willen ruiken. Ze willen het knisperen van de bladzijden horen, de boekband strelen en stiekem, als niemand kijkt, willen ze boeken zoenen.”

This article is from: