4 minute read

GUNDA & JUDAS AND THE BLACK MESSIAH

GUNDA

De Amerikaanse acteur Joaquin Phoenix stapt in februari 2020 het podium op van het Dolby Theatre in Londen.

Op het podium ontvangt hij een goudkleurig beeldje, een Oscar voor zijn hoofdrol in de speelfilm

Joker. Hij houdt de prestigieuze prijs niet triomfantelijk omhoog, maar begint met zijn speech.

Zijn gezicht staat strak, zijn stem klinkt schor. Phoenix grijpt het moment aan om te pleiten tegen de industriële omgang met dieren: de koeien die we insemineren, zodat ze bevallen van kalfjes en we de melk uit hun volgelopen uiers kunnen wegstelen en in onze koffie kunnen doen.

Niet lang daarna krijgt Phoenix bericht van de Russische documentairemaker Victor

Kossakovsky, die net een nieuwe film heeft afgerond: Gunda. Gunda is een Noors moedervarken, dat centraal staat in zijn in gloedvol en contrastrijk zwart-wit gefilmde nieuwe documentaire.

De Amerikaan en de Rus blijken geestverwanten te zijn wat betreft hun aversie tegen de industriële omgang met varkens, koeien en een Noors productiebedrijf hem geldsteun toezegde. De opnames vonden plaats op boerderijen en opvangen in Noorwegen, Spanje en GrootBrittannië, waar hij behalve varkens ook runderen en kippen observeerde. Maar de meeste aandacht krijgt zoals gezegd het Noorse varken Gunda en haar tweehanden-vol biggetjes. Het enige dat in dit deel van de documentaire in wezen gebeurt, is dat de camera gadeslaat hoe Gunda haar biggen werpt, hoe deze met grote vitaliteit hun melk drinken uit de tepels van hun moeder, en hoe zij al snuffelend met hun grote, gevoelige snuiten rondstruinen. De film is net zoals Kossakovsky als vierjarige meemaakte, in de SovjetUnie van de jaren zestig: hij speelde bij zijn familie maandenlang met het varkentje Vasya, totdat het dier plots geslacht werd voor het diner op oudjaarsdag. Zo is het dier er en zo is het dier er niet meer. Omdat de mens honger heeft.

kippen. Beiden willen ons duidelijk maken dat dieren wezens zijn met een innerlijk. Phoenix deed dat expliciet met zijn speech tijdens in Londen, Kossakovsy doet dat veel implicieter in zijn aartskalme, onnadrukkelijke en allesbehalve prekerige documentaire die nu in de bioscopen wordt uitgebracht. Op de titelrol staat Phoenix als ‘uitvoerend producent’ van Gunda, een functie die in de regel te maken heeft met de financiering van een filmproject. Maar bij Kossakovsky’s film zal Phoenix vooral een rol hebben als publiciteitstrekker, aangezien de Amerikaan een beroemd acteur is. Dat is een groot voordeel, omdat de verstilling en de traagheid van Gunda als nadeel heeft dat de film hondsmoeilijk in de markt te zetten zal zijn. Al dertig jaar wilde Kossakovsky deze documentaire maken, op basis van een jeugdherinnering: geboren in Sint-Petersburg verbleef hij soms bij familie op het platteland, waar hij als vierjarige bevriend raakte met het varkentje Vasya, dat tot zijn ontsteltenis op een dag geslacht werd. Het lukte hem nooit de financiering voor zijn documentaire rond te krijgen, totdat eindelijk

TITEL: GUNDA Regisseur: Victor Kossakovsy

Te zien: sinds 3 juni in de bioscopen Score:

JUDAS AND THE BLACK MESSIAH

De Verenigde Staten zijn een land met een roerige geschiedenis. We hoeven niet eens te denken aan de burgeroorlog en de slavernij op de zuidelijke katoenplantages in de negentiende eeuw. We hoeven ook niet te denken aan de oorlogen die de Amerikanen uitvochten met de

Britten, Mexicanen en Spanjaarden.

Of aan de deelname aan beide

Wereldoorlogen. Of aan de hele en halve proxyoorlogen in Azië, het

Midden-Oosten en Latijns-Amerika.

Neem alleen al de jaren zestig: niet alleen werden de broers John en Robert Kennedy vermoord, maar ook de Afro-Amerikaanse burgerrechtenleiders Martin Luther

King en Malcolm X. Dit decennium was het tijdperk van de vurige protesten tegen de Vietnamoorlog en van de burgerrechtenbeweging, maar ook van meerdere linkse, militante groeperingen als de Black

Panther Party, de Weathermen en

Students for a Democratic Society.

Soms komt het vermoeden op dat de Amerikanen stiekem blij zijn met dit verleden. Want uitgerekend in tijden van nood kunnen helden opstaan. En de Amerikanen houden als geen ander van het narratief van de heroïek, van de moreel onverzettelijke eenling die opstaat tegen kwade krachten. Hadden de Verenigde Staten iets meer geleken op onze Nederlandse verzorgingsstaat, dan was de toevloed aan Amerikaanse boeken, films, tv-series en docu’s minder groot geweest. De speelfilm Judas and the Black Messiah is hier een treffend voorbeeld van. Het script is gebaseerd op het leven van de jonge Afro-Amerikaan William O’Neal, die door de FBI wordt aangezet om informant te worden binnen de Black Panther Party-afdeling in Chicago. Na de dood van Malcolm X in 1965 werd de Black Panther Party opgericht, als militante stormram voor de gediscrimineerde zwarte gemeenschap. In Chicago viel de jonge leider Fred Hampton op, die het oratorische talent van Martin Luther King en Malcolm X had geërfd. Ook al wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van de informant, uiteindelijk gaat het om deze Fred Hampton. Het doel van de filmmakers is om de huidige zwarte gemeenschap weer kennis te laten maken met Hampton als rolmodel, omdat wie hij ten diepste was in de vergetelheid is geraakt na zijn dood in 1969. Hamptons weduwe en zoon zijn uitdrukkelijk gevraagd hun goedkeuring aan de film te verlenen. Om een groot publiek te bereiken, is gekozen voor het thrillergenre. Diezelfde tactiek werd gebruikt bij de film Get Out uit 2017, waarmee acteur Daniel Kaluuya bekendheid verwierf. Hij heeft nu de rol van Fred Hampton, waarvoor hij recent een Oscar kreeg. In Get Out werd het horrorgenre gebruikt om iets te zeggen over de huidige raciale twisten in de Verenigde Staten, dit keer gaat het dus om een thriller in het decor van de jaren zestig. Echt begrijpen wie Fred Hampton was, lukt niet met deze film. Maar het vuur waarmee hij streed, wordt wél voelbaar.

TITEL: JUDAS AND THE BLACK MESSIAH Regisseur: Shaka King

Te zien: sinds 3 juni in de bioscopen Score:

This article is from: