
17 minute read
Nieuws
by BDUmedia
In 1988 kwam ik te werken bij vakblad Houtwereld. Cornelis van Oosterwijk, toenmalig voorzitter van de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten, zei toen met sonore stem: “Zo, u komt in het hout werken. Als u maar weet dat u er nooit meer uitkomt. Dat houtstof gaat in je bloed zitten.” Het bleken profetische woorden, want ik werk nog steeds ‘in het hout’. De sector doet dat met mensen: je blijft er of heel kort of de rest van je leven.
In mijn nu bijna 35 jaar omspannende loopbaan heb ik in de houthandel en timmerindustrie een aantal karakteristieke mensen ontmoet van wie ik veel heb geleerd. Niet alleen omdat ze gul waren met hun lach, maar ook in het delen van kennis. Vooral technisch medewerker Joop Wolff en zijn nooit aflatende energie om voor het hout op te komen. Ik denk nog geregeld aan deze veel te vroeg overleden collega. We deelden een werkkamer in mijn jaren bij Centrum Hout. Hij was de verbinding tussen de houthandel en de timmerindustrie. Met zichtbaar plezier toonde hij mij eens beretrots zijn ‘timmerdas’, een speciale voor NBvT-leden gemaakte stropdas die hij steevast droeg als hij naar alv’s ging. Hij was een van de weinigen buiten het timmervak die er een had ontvangen.
Eenzelfde trots heb ik ook een beetje na zoveel jaren in het hout. Ik werd nu sinds 2011 voor Timmerfabrikant. De timmerindustrie is een eigenwijze sector, maar ook een met een heldere strategie en passie voor de grondstof hout. Betrokkenheid en passie. Dit jubileumnummer doet daar maar ten dele recht aan. Maar het was een feest deze uitgave te mogen maken. Dus veel leesplezier!
Kees de Vries
timmerfabrikant @keesdevriesredactie.nl
Één miljoenste GND-label in een deur geplaatst
Onder toeziend oog van brandspecialist Joric Witlox, voorzitter Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) en GND-directeur Henk Breel is op 17 juni het één miljoenste GND-label in een deur geplaatst. Breel: “Een mooie mijlpaal, want dit betekent dat opdrachtgevers, gebouweigenaren en -gebruikers, controleurs en inspecteurs al bij 1 miljoen deuren kunnen aflezen welke beschermende prestaties de deur heeft op het gebied van brand, rook, geluid, inbraak en isolatie.” BBN is heel enthousiast over het label. Witlox: “Het label zorgt voor transparantie, controleerbaarheid en ook voor een stuk bewustwording. Bij een rood label zijn veel gebruikers toch extra alert. Je vertelt impliciet dat het niet handig is om zo’n deur open te laten staan omdat dat de deur een belangrijke functie heeft bij de bescherming tegen brand of rook. Breel vult aan: “Het GNDzekerheidslabel geeft naast de brandwerendheid ook de rookwerende prestatie van de deur aan. En om in te spelen op de toenemende eisen ten aanzien van de isolatie van de gevel, is de u-waarde ook af te lezen van het GND-zekerheidslabel. Hiermee willen we het bewustzijn voor de keuze van een goed isolerende deur verder vergroten en bijdragen aan het terugdringen van de CO2 uitstoot en verlaging van het energieverbruik.”
Meer informatie:
GND Garantiedeuren www.gnd.nl
Weinig kondigt investering aan
De Weinig Groep heeft in juni een uitgebreid en grootschalig investeringsprogramma van meer dan 120 miljoen euro aangekondigd. De hoofdlocatie Tauberbischofsheim ontvangt alleen al 70 miljoen van de totale investering. Met de investering wil Weinig de groep en haar hoofdlocatie Tauberbischofsheim in de komende vijf jaar fundamenteel herpositioneren. De investering zal met name gebruikt worden om de massief hout-divisie van het bedrijf verder uit te bouwen. Al 117 jaar is Tauberbischofsheim de thuisbasis van Weinig. Voor deze locatie is een plan opgezet, waarbij de productie volledig gemoderniseerd en verduurzaamd zal worden. Hiermee wordt de leveringscapaciteit aanzienlijk geoptimaliseerd en zullen ook de arbeidsomstandigheden voor de werknemers verder verbeterd worden. Er wordt onder andere geïnvesteerd in een nieuw logistiek centrum, een nieuw productieconcept, nieuwe productiefaciliteiten, een nieuwe showroom en scholingsruimten voor klanten en leveranciers. Voor deze transformatie van de infrastructuur is alleen al 70 miljoen euro uitgetrokken. Ceo Gregor Baumbusch geeft aan dat de houtverwerkende industrie een groeimarkt is, die nu een extra impuls krijgt door duurzaamheid en klimaatbescherming. De vraag naar houtbewerkingsmachines is groot en stijgende. Er wordt daarom nog eens 40 miljoen euro geïnvesteerd in het uitbreiden van het productportfolio. Baumbusch ligt toe: “We hebben nu al wereldwijd het breedste productportfolio op het gebied van massief houtbewerking. Vooral in de snelgroeiende markt van houtbouw zullen we onze klanten nog meer en betere oplossingen gaan bieden. Zo hebben ze maar één merk nodig voor alle bewerkingsmachines: Weinig.”
Meer informatie:
Weinig www.weinig.com
2.800 houtschroeven voor kunstwerk
In een kunstwerk van hout, dat op 5 juli op het terrein van ingenieursbureau ABT in Velp werd onthuld, zijn Heco-Topix-plus schroeven gebruikt om de 220 houten onderdelen met elkaar te verbinden. Het trechtervormige kunstwerk is ontworpen door een team van engineers van ABT en gemaakt van Nederlands Larikshout. Hoe fraai het kunstwerk – dat de naam ‘De Houtkroon’ gekregen heeft – ook is; eigenlijk is het bouwwerk een experimenteel proefmodel om de grenzen van houtconstructies te verkennen. “Wij adviseren steeds meer over houtbouwprojecten en door hun groeiende populariteit wilden we ervaring opdoen door te experimenteren met de engineering, de productie en de montage van complexe constructies”, verduidelijkt Chris van der Ploeg, structural engineer bij ABT. “Ons doel was echt de grenzen van de mogelijkheden te onderzoeken. Complexer dan dit kan het in de houtbouw eigenlijk niet.” Het resultaat is een trechtervormig houten kunstwerk van 3,5 meter hoog en 7,5 meter breed, dat op een betonnen sokkel is verankerd. De constructie bestaat uit 74 driehoeken met 49 unieke elementen van schillende afmetingen. In het kunstwerk zijn 220 houten balkjes verwerkt, die met behulp van 2.800 Heco-Topix-plus houtschroeven met elkaar verbonden zijn.

Meer informatie:
Heco Schrauben www.heco-schrauben.nl
(Advertentie)
FELICITEERT DE NEDERLANDSE BRANCHEVERENIGING VOOR DE TIMMERINDUSTRIE MET HAAR 75-JARIG BESTAAN. EEN PRACHTIGE MIJLPAAL!



Milieuwinst houtbouw enorm
Bouwen met hout is weer in opkomst. Veel bouwbedrijven zijn er mee bezig. Hout is goed industrieel te bewerken en het slaat CO2 op in plaats van dat er CO2 vrij komt bij de productie zoals bij beton. Eén houten woning slaat ongeveer de jaarlijkse CO2 uitstoot op van de cv-ketels van acht huishoudens. Houtbouw is nog wel duurder dan ‘traditionele bouw’. Door schaalvoordelen en hogere CO2-heffingen op beton en bakstenen wordt hout naar verwachting de komende jaren echter een steeds concurrerender bouwmateriaal en maakt goede kans de ‘elektrische auto van de woningbouw’ te worden. Dit concludeert ING Research in het recent gepubliceerde rapport over houtbouw.
Meer informatie:
ING Research www.ing.nl
Restauratietimmerlieden ontvangen diploma
Op Kasteel Doorwerth ontvingen 11 restauratietimmerlieden onlangs het diploma van de opleiding Specialist Restauratie Timmeren/Metselen. Student Sander Lenting vat kort en bondig samen wat hij vooral heeft geleerd: de taal spreken van een restauratie-architect of monumentenwachter. Deze opleiding wordt georganiseerd door het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) met het Gelders Restauratie Centrum (GRC). Docent Lammert van Hemert geeft de vakken Bouwgeschiedenis en Restauratietimmerwerk. Zelf is hij namelijk niet alleen bouwhistoricus, maar ook praktiserend restauratietimmerman. Een mooie combinatie blijkt. Hij is trots op de studenten: “Dit zijn mensen met ervaring en passie. Het is erg leuk om bij te dragen aan hun vakmanschap.” Student Sander Lenting wilde zich graag verder specialiseren als timmerman en door zijn liefde voor het erfgoed belandde hij twee jaar geleden bij erkend restauratiebouwbedrijf Witte Bouw met de toezegging de opleiding Specialist Restauratie Timmeren te mogen gaan volgen. Wat Sander vooral geleerd heeft: “Het lezen van een historisch gebouw, benamingen, bouwstijlen, terminologie, natuursteensoorten, geschiedenis, metselverbanden, boerderijen, landhuizen, kastelen, Voor de industriële revolutie was hout het belangrijkste bouwmateriaal, ook in Nederland. De afgelopen twee eeuwen is hout echter verdrongen door beton, bakstenen, staal en ook kunststoffen. Deze materialen hebben echter een grote negatieve impact op het milieu. Om dit tegen te gaan overwegen steeds meer bouwbedrijven te gaan bouwen met biobased materialen zoals hout. “Over bouwen met hout bestaan veel mythes”, aldus Jan van der Doelen, ING Sector Banker Building & Construction, “brandgevaar en de beschikbaarheid van voldoende productiehout zijn de belangrijkste. Beiden kunnen eenvoudig worden ontkracht.” Houtbouw is een trend waar bouwbedrijven de komende jaren rekening mee moet gaan houden. Veel bouwbedrijven hebben echter de afgelopen jaren geïnvesteerd in de industrialisatie van hun bouwproces dat nog voornamelijk op beton en bakstenen is gebaseerd. Om nu om te schakelen naar hout zal voor deze bouwbedrijven leiden tot nieuwe investeringen en ‘sunk costs’ die dan niet meer terugverdiend kunnen worden. Voor bedrijven die nog niet geïnvesteerd hebben in industrialisatie is bouwen met hout zeker een kans. Ze spelen daarbij in op deze nieuwe trend waar de komende jaren meer vraag naar komt.

verdedigingswerken, kapconstructies, kerken, leidekkingen, dakpansoorten, et cetera. Met andere woorden, ik spreek nu dezelfde taal als de monumentenwacht of een restauratie architect.” De kersverse, gediplomeerde restauratietimmerlieden zijn Kilian Hollander (Dijkhof Bouw), Jos Beijeman (Prins Bouw), Jelle Bulten (Jelle Bulten RO), Jeroen Bronkhorst, Martijn Efdé, Christine Slootstra en Wim Tijhuis (Draisma Bouw), Swen Hendriks (PHB Deventer), Berry Huisman (Aannemingsbedrijf Timmer), Marcel Limbeek (Timmer- en aannemersbedrijf De Vries) en Sander Lenting (Witte Bouw en aannemersbedrijf).
Meer informatie:
NCE www.erfgoedopleidingen.nl
Het heden ligt deels in het verleden
Branchehistorie in acht voorwerpen
Bij de verhuizing van Bussum naar Almere kwamen vele met de NBvT-historie verbonden voorwerpen in depot. Adri Bras (interne zaken NBvT) waakt over deze voorwerpen en kent voor een belangrijk deel de verhalen. De beknopte historie van de vereniging in acht voorwerpen.
TEKST EN FOTO’S Kees de Vries

1. Schilderijtje
Eendracht maakt macht. Samen werken is samen leven. Zoveel hoofden zoveel zinnen. Er zijn veel spreekwoorden die passen bij dit schilderijtje van aan elkaar geknoopte ezels. Al voor de oorlog verenigden timmerfabrikanten zich in vrijwel elke provincie in verbanden. Die verbanden werden in de bezettingstijd en kort daarna erg belangrijk. Oudvoorzitter Taeke Jansen: “Hout was tijdens de oorlog en korte tijd daarna op de bon. Als je was aangesloten bij een verband, kreeg je bonnen en dus hout. Niet-leden hadden het nakijken.” In Limburg, met zijn rijke verenigingsleven, en Noord-Holland bestonden redelijk grote en actieve clubs die werden aangevoerd door een bureauhouder. Een functie die te vergelijken is met secretaris/directeur/voorzitter. In Noord-Holland werd die positie bekleed door Dolf van Ommeren. “Hij heeft het initiatief genomen om de verschillende clubjes in 1946 op te laten gaan in regionale afdelingen van de Nederlandse Bond van Timmerfabrieken.”
2. Kasboek(en)
De administratie werd nauwgezet bijgehouden. Niet in de laatste plaats vanwege de inning van de contibutiegelden. De Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten is statutair opgericht op 30 juli 1946, maar pas na de van regeringswege opheffing van vakgroepsorganisaties in 1950 vanaf januari 1951 in werking getreden. Vakgroep en Bond hadden overigens hetzelfde bestuur. Wel werden in 1948 al Algemene Verkoopwaarden opgesteld en kwam in juni 1947 de eerste landelijke cao voor de Timmerfabrieken tot stand. Als secretaris van de vakgroep fungeerde sinds jaar en dag oud-timmerfabrikant J.C. van Ommeren. De Bond werd gevestigd op Jan Luykenstraat 90 in Amsterdam. Vanwege zijn zwakke gezondheid trad Van Ommeren eind 1950 terug, hetgeen per 1 januari 1951 resulteerde in de aanstelling van Jan van der Valk. Deze voormalige financieel verslaggever bij het Algemeen Handelsblad stond in 1951 aan de geboorte van vakblad De Timmerfabrikant. Hij leerde het timmerjar-


1 2 3


gon. “Ik leerde dat een kalf wel of niet ingekroosd kan zijn, trappen een wrong en een kuip kunnen hebben en een verdrijving. Dat tweemaal optree en eenmaal aantree 60 à 65 cm moet zijn en een hoerenkind een horletoet of grondschaaf is”, zo schreef de secretaris zijn het 50-jarig jubileum van de vereniging. Bij zijn eerste hoofdbestuursvergadering zag Van der Valk meer dan 25 personen voor zich. De afdeling Noord-Holland bestond uit meer dan zestig leden. Hij overtuigde in 1951 de Amsterdamse lokale vereniging van timmer- en trappenfabrikanten zich bij de Bond moesten aansluiten. De eerste algemene ledenvergadering vond plaats op 14 juni 1951 in Utrecht. Op de agenda: brandbeveiliging, houtvoorlichting en de maatschappelijke functie van de timmerfabrikant.
3. Wandborden
Bij het vijftigjarig bestaan in 1971 ontving de vereniging twee Makkumer wandborden. Het geschenk van de Friese Combinatie met daarop de Friese spreuk laat zich vertalen als ‘Geen woorden maar daden’. De ander, een geschenk van de vakexaminatoren ‘Erkenning Vakbekwaamheid’, bevat met een spreuk vrij naar schrijverskoppel Betje Wolff en Aagje Deken. De afdeling Friesland, Friese Combinatie, werd reeds in 1932 statutair opgericht. De afdeling Groningen en Drenthe stond te boek als de NoordNederlandse Vereniging met eigen rechtspersoonlijkheid. In Limburg was de afdeling identiek met de R.K, Vereniging van Timmer- en Meubelfabrikanten Sint Jozef, in BrabantOost fungeerde als afdeling eveneens een R.K. vereniging. Uiteindelijk zijn ze allemaal opgegaan in de NBvT. Die landelijke dekking maakte ook de aandacht voor onderwijs en scholing mogelijk. Uitvloeisels daarvan zijn de diverse samenwerkingsverbanden maar ook de oprichting van de timmeropleidingen bij Hout- en Meubileringscollege Rotterdam en de inmiddels opgeheven Stichting Hout en Meubel. De afdeling opleidingen van Centrum Hout werd verzelfstandigd in Hout Opleidings Centrum toen het kennisinstituut voor 100 procent onder de vleugels van de VVNH kwam, de brancheorganisatie voor de houthandel VVNH.
4. Publiciteitsposter
Zoveel timmerfabrieken, zoveel details. Het vormde een waardevol instrument om je van de concurrentie te onderscheiden. De eerste KVT – Kwaliteit van houten gevelelementen – werd in 1961 uitgegeven door het Houtvoorlichtingsinstituut en was het resultaat van een reeds in 1954 ingestelde studiecommissie van het Centrum voor Houtresearch, een samenwerkingsverband tussen HVI, TNO en TU Delft. Invoering van nieuwe Europese houtmaten was de voornaamste aanleiding voor de KVT 1968. Details van kozijnen, ramen en deuren werd voor het eerst geregeld in de Standaarddetails Efficiënte Woningbouw 1961 van Bouwcentrum. Deze werden drie jaar geleden gevolgd door de Standaarddetails EW’64 en door de HVI-publicatie Standaarddetails voor Timmerwerk SVT 1964. De overheid schaarde zich achter deze regelgeving. Uit een samenwerking tussen de Studiegroep Efficiënte Woningbouw en het Centrum voor Houtresearch kwamen de Standaarddetails Efficiënt Geveltimmerwerk 1970, kortweg EG’70, die door Bouwcentrum bijna gelijktijdig werden gepubliceerd met de nieuwe KVT 1970, met daarin voor het eerst verplichtende regels voor de droogtegraad van kozijnhout. De standaarddetails werden vanaf 1 januari 1969 door de overheid verplicht gesteld voor de gesubsidieerde woningbouw. In 1985 verscheen de KVT’80. Ditmaal in de vorm van vier Nederlandse Praktijkrichtlijnen van het Nederlands Normalisatie Instituut. De kwaliteit van het timmerwerk werd eerst zelfstandig en daarna onder paraplu van stichting Komo ondergebracht bij Stichting Kwaliteitscontrolebureau voor Hout (SKH). De KVT’95 sluit aan op de nationale beoordelingsrichtlijn BRL0801 van SKH. Inmiddels is op kvt-online.nl een digitale versie beschikbaar. Stichting Garantiefonds Timmerwerk SGT ziet eind 1982 het licht.


FSC® F000222
(Hoofd Houttechniek en Houtdroging)


Accsys Technologies, producent van Accoya® en Tricoya®, ’s werelds grootste merken op het gebied van gemodificeerd hout, is momenteel op zoek naar kandidaten voor de functie van Head of Wood Engineering and Kilning Operations (Hoofd houttechniek en houtdroging).
De nadruk van de functie ligt in eerste instantie op het beheren en verbeteren van onze interne houtdrogingsprocessen en de uitbestede diensten voor het drogen, vingerlassen en lamineren van Accoya®. Andere taken zijn het maken van analyses en het projectmanagement voor de insourcing van aanvullende houttechnische productiestappen, waaronder houtoptimalisatieprocessen en de uiteindelijke productassemblage.
Voor de functie zal worden samengewerkt met de afdelingen Product Development, Engineering, Supply Chain en Quality. Hoewel de werkzaamheden in eerste instantie zijn gericht op onze locatie in Arnhem en dienstverleners in die regio, zal er ook regelmatig worden samengewerkt met onze andere productielocaties. De kandidaat moet daarom aantoonbare ervaring hebben met het samenwerken met diverse internationale teams.
Wil jij graag werken voor een bedrijf met een doelgerichte missie, met uitstekende prestaties en duurzame merken, kijk dan voor meer informatie op de carrièrepagina van Accsys: www.accsysplc.com/nl/carrieres.
22TIM007 _ 008 _ Accsys _ 100x131mm.indd 1
Houten deuvels bestelt u bij WooX! bestelt u bij WooX!
WooX BV staat voor ‘Connecting Wood’, wij doen wat een deuvel doet; verbinden. Wij verbinden de keten van zagerij tot eindverwerker.

07-07-2022 13:24
Vraag nu eenvoudig & snel uw unieke login aan: WWW.HOUTENDEUVELS.NL
FSC® KOMO


Standaard op voorraad bij WooX BV, deuvels in onderstaande maten:
Diameter x lengte 8 mm 35 50 60 80 14 mm 60 65 70 80 90 100 110 120 135 140 16 mm 70 115 120 150
WooX BV is ook hét adres voor houten trapstokken.


5
5. Plakkaat Jong Management
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. NBvT zag dat al gauw in en gaf de jeugd de ruimte in Jong Management. Netwerken, maar ook bedrijfsbezoeken en meevergaderen. Inmiddels hebben vertegenwoordigers van Jong Management dan ook een zetel in het hoofdbestuur.
6. Gipsmodel tuinornament Bussum
NBvT verwierf in 1975 een pand aan de Nieuwe ’s-Gravelandseweg 16 in Bussum. Een houten sculptuur sierde de tuin waarvan nu alleen dit gipsmodel over is. Lezers van Timmerfabrikant kennen het omdat de gestileerde ‘H’ van ‘hout’ van 1997-1987 de kopregel sierde van het tijdschrift. De naam van de ontwerper is helaas bij de redactie onbekend. Het Bussumse pand herbergde diverse secties, met houtskeletbouw als laatste aanvulling. De introductie van houtskeletbouw begon met studiereizen naar Canada in het kader van een onderzoek naar arbeidsparende bouwmethoden en een in 1976 door het Hout Voorlichtingsinstituut uitgeschreven prijsvraag. Mede door de oliecrisis en de vraag naar goed geïsoleerde woningen nam houtskeletbouw in de jaren tachtig een vlucht. In 1984 werd de Vereniging van Houtskeletbouwers VHSB opgericht met de doelstelling de bouwmethode te stimuleren, de ontwikkelingen te coördineren en de kwaliteit te bewaken. De NBvT-sectie HSB gaat in 1992 op in de VHSB, met een omgekeerde beweging zo’n twee decennia later als de VHSB weer een NBvT-sectie wordt. In samenwerking met Bouwcentrum in Rotterdam werd in de jaren tachtig handboek ‘Kwaliteit in Houtskeletbouw’ opgesteld.
7. Voorzittershamer sectie Trappen
Zowel het pand in Bussum als het huidige kantoor in Almere hebben indrukwekkende trappen die passen bij de kennis en kunde van een zichzelf respecterende maaksector. De groei in de trappenindustrie loopt gelijk aan de woningbouw. Voor 1965 werden er jaarlijks 50.000 tot 55.000 woningen in Nederland gebouwd. In de periode 1965 tot 1970 is dat gegroeid tot ongeveer 130.000. Tot aan 1980 was dat ook het beeld: gemiddeld werden er in die periode tussen de 120.000 en 130.000 woningen met een uitschieter in 1979 naar 145.000. Kom daar heden ten dage maar eens om. In de periode 1965 tot 1987 veranderde er niet veel binnen de werkwijze van de trappenproductie. De intrede van de computer bracht echter een grotere flexibiliteit die ook kwantitatieve aspecten inhield. Trappen worden tegenwoordig uitgetekend in de computer en uitgewerkt door cnc-machines. Dat maakt grote series tot eenstukswerk mogelijk. Zoals de unieke exemplaren in Bussum en Almere.
8. Wandklok vergaderzaal Bussum
Een vereniging is niets zonder de leden, de bestuursleden en het secretariaat. Zij zijn de ogen en oren, handen en voeten van de vereniging. Opvallend is dat veel bestuursfuncties bij de NBvT tot wel decennia lang zijn ingevuld door dezelfde personen. In die 75 jaar is het aantal voorzitters beperkt, net als het aantal directeuren. Deze houten klok uit de vergaderkamer in Bussum zal dan ook velen op het netvlies zijn gebrand. Vooral bij het uitlopen van de rondvraag. Het werk van al die bij het verenigingswerk betrokkenen is gezien en niet onopgemerkt gebleven.
In dit artikel is dankbaar gebruikgemaakt van de 22 jaar omvattende verenigingservaring van Adri Bras en de speciale edities van Timmerfabrikant bij het 25- en 50-jarig jubileum van de vereniging.
7

8







