
10 minute read
Taco Schoonderwoerd aan het woord
by BDUmedia
Van, voor en samen met de leden
Speech Taco Schoonderwoerd
De Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBvT) is een branchevereniging die er primair is voor haar leden, krachten bundelt en belangen behartigt. De NBvT ondersteunt haar leden op het gebied van marketing, advies, netwerken, innovatie, normering en regelgeving, milieu, techniek, personeel en organisatie. NBvT-directeur Taco Schoonderwoerd had corona en kon fysiek niet bij het jubileumfeest in Noordwijk zijn. Hij sprak de aanwezige timmerfabrikanten via een beeldverbinding toe.
TEKST Kees de Vries FOTO’S NBvT
Welkom leden, ere-leden, collega’s en partners, Leuk dat jullie er zijn. 75 jaar is echt een mijlpaal en ik ben trots dat ik dat, zij het vanwege corona in een iets andere vorm dan gedacht, met jullie mag vieren.
Voordat ik de komende 75 minuten de afgelopen 75 jaar ga terugblikken, wil ik proosten op de NBvT en de toekomst. Proost! Drink ondertussen gerust je glas leeg terwijl ik aan het woord ben. Die 75 minuten klonken mooi bij ons 75-jarig bestaan, maar ik ga het kort houden. Het idee voor vanavond is dat wij op informele wijze gezellig bij elkaar zijn met hapjes en drankjes en enkele activiteiten. Bij het bereiken van een mijlpaal als de onze, mag je terugkijken op de afgelopen jaren en vooruitblikken op de toekomst. Het liefst zou ik een verhaal houden met anekdotes en smeuïge verhalen, maar ondanks mijn research bij enkele leden, collega’s en het doorlezen van de eerdere jubileumexemplaren van ons lijfblad ‘Timmerfabrikant’ kom ik meer tot een feitenoverzicht. De roddels moeten jullie dan maar later op deze avond met elkaar delen.
Voor de Tweede Wereldoorlog spraken vijftien timmerfabrikanten al over de vorming van een gezamenlijke vereniging. Daar is toentertijd weinig van terecht gekomen, en alle vijftien bedrijven bestaan heden ten dage niet meer. In 1946, we bestaan bijna 76 jaar, zijn we ontstaan vanuit 14 kleinere regionale verbonden die in
Het NBvT-secretariaat anno 2022.
1 2 3 4 5
de jaren dertig werden opgericht. De oudste regionale bond was de Rooms-Katholieke bond van Sint Jozef in Limburg. Het initiatief tot een landelijk NBvT kwam vanuit de toen al zeer betrokken en grootste verbond Noord-Holland.
De Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten werd gevestigd in Amsterdam aan de Jan Luykenstraat, die parallel loopt aan de PC Hooftstraat. In 1975 is het pand in Bussum gekocht vanwege de (ook toen al) parkeerproblemen in Amsterdam. Het bondsbureau, op een mooie statige locatie, nabij het spoorstation. Aan de Nieuwe ‘s-Gravelandseweg blijft de NBvT gehuisvest om in 2020 te verhuizen naar Almere. Daar zitten we nu ook aan het spoor, zij het ingeklemd tussen een parkeergarage en een tijdelijk winkelcentrum dat al 25 jaar staat.
Vanuit de regionale overgang naar een landelijke Bond werd er na verloop van tijd al op een bepaalde manier naar het bondskantoor gekeken met de gebruikte leuze: ‘Amsterdam beslist maar’. Ik hoop niet dat er onderling nu wordt gesproken over ‘Almere beslist maar’, want we moeten het
1 Adri Bras - interne zaken/facilitair. 2 Desirée van der Kuijl - secretariaat. 3 Helma van Remmerden - marketing en communicatie. 4 Helmer Weterings - technisch secretariaat. 5 Jan van der Burgh - technische secretariaat. 6 Mariëtte Willems - technisch secretariaat. 7 Mieke Vrakking - secretariaat. 8 Paul van Lierop - technische secretariaat. 9 Ton Paalman - sociale zaken. 10 Taco Schoonderwoerd - directeur.
echt samen doen. De NBvT is 75 jaar van, voor en samen mét de leden. In de eerste jaren was men nog niet zo actief. De eerste algemene ledenvergadering was op 14 juni 1951. Het kan ook komen dat informatie uit die tijd onvindbaar is, omdat ons clubblad ‘Timmerfabrikant’ pas in 1951 voor het eerst verscheen. In de eerste vijftig jaar spelen onderwerpen in de top 5 die ook nu nog actueel zijn: • op 5 1970 - Meer aandacht voor marketing ‘Hout in de Sterreclame’ • op 4 1959 - Conjunctuurtekst • op 3 1959 - Representativiteit • op 2 1963 - Houten woningplan • op 1 1954 - Betalingsgedrag aannemers
Wat steeds terugkomt zijn alle bestuur- en sectiereizen. Uiteraard allemaal met als doel om onze grondstoffen te bekijken en de onderlinge branden te verstevigen. Bijkomend voordeel is dat deze in alle werelddelen groeien en meestal op bijzondere locaties. En uiteraard werd de directeur dan uitgenodigd voor het verenigingsgevoel. Ook dit jaar gaat de NBvT op reis: september a.s. trekken wij het land in met mooie regiobijeenkomsten in Urk, Ridderkerk en Groesbeek. U bent van harte uitgenodigd.
Het jubileumprogramma van vandaag omvat zandsculpturen, schilderen en cocktail-shaken. Heb je geen zin, dan kun je naar eigen inzicht ook langs het strand lopen, of op het terras gezellig genieten van een drankje en een hapje van het BBQ-buffet. Er kan worden gedanst, En jullie hebben allemaal een lootje ontvangen. Later vanavond verloten we drie lariks kunstwerken van houtcarver Mervin Goossen. Maak er een gezellige avond van!
6 7 8 9 10
Hout groeiend goud
Taeke Jansen – 1995-2005
Begin jaren negentig staat het gebruik van tropisch hardhout onder druk. Bescherm de bossen, kappen met kappen zegt de milieubeweging. De nieuw aangetreden voorzitter Taeke Jansen krijgt er in 1995 direct mee te maken. Nederlandse delegaties van houthandel en timmerindustrie bezoeken leverancierslanden als Maleisië en Canada die certificering volgens de eisen van de Nederlandse overheid niet zien zitten en worden op andere gedachten gebracht. “Zonder hout uit Maleisië en Canada hadden we toen de boel wel kunnen sluiten en dat hebben we Den Haag ook laten weten.”
TEKST EN FOTO’S Kees de Vries
3 september 1964. Dat was de datum dat de eerste partij van ‘de nieuwe houtsoort’ meranti in Nederland werd afgeleverd. Tropisch hardhout was duurzaam, kon tegen een stootje en een goede vervanger van minder duurzame houtsoorten in de Nederlandse bouwmethodiek met metselkozijnen. De houtsoort zou de volgende decennia de timmerindustrie domineren. Taeke Jansen (89) was er bij. Hij kon niet bevroeden dat die houtsoort en verduurzaming van de handelsketen de eerste jaren van zijn voorzitterschap van de NBvT zou kleuren.
Houkesloot
Jansen kreeg vanaf 1955 zijn houtopleiding bij N.V. Hollandsche Deurenfabriek C. Bruynzeel en Zonen te Zaandam. “Toen was de Houtacademie van Boerhave Beekman min of meer een verplichte opstap in het vak.” Hij was vertegenwoordiger van de deurenfabriek en de schaverij. Vanaf 1964 werkte hij als verkoopleider buitendienst bij de toenmalig vermaarde Maatschappij De Fijnhouthandel aan de Hemweg 1-6 in Amsterdam. “Het kantoor was in de vorm van een boomstam.” Een toevallige ontmoeting leidde tot een commerciële functie bij kozijnfabrikant De Vries Gorredijk om hun toen ontwikkelde standaardkozijn aan de man te brengen. “Dat was een hele andere materie. De timmerindustrie was van oudsher heel ambachtelijk, waarbij de architect bepaalde welk kozijn er in de gevel kwam. Die diversiteit werd onhoudbaar en De Vries kwam met een eigen standaardkozijn in bepaalde afmetingen.” Toen hij in 1983 werd gevraagd de verlieslijdende timmerfabriek van Friso Bouwgroep in Sneek over te nemen, aarzelde hij. “Mijn vrouw gaf het zetje dat ik nodig had. Zij heeft toen ook haar eigen baan opgezegd. We hebben Timmerfabriek Houkesloot ook echt als een team geleid.” Het op de rit brengen van de timmerfabriek begon met opruimen ervan. “Overal lag hout. We hebben het
1 Taeke Jansen tussen boom en kozijn. Grondstofvoorziening en duurzaam bosbeheer speelden in zijn voorzitterschap een grote rol. 2 Taeke Jansen als erelid aanwezig op de ledenvergadering van 31 oktober 2013.
gebundeld, en een advertentie gemaakt: ‘ieder zaterdag houtverkoop. We waren het zomaar kwijt. Toen konden we fabriek herinrichten met een logische routing.” Jansen zocht zijn opdrachten in het westen van het land en Houkesloot kreeg het druk. “Maar lid worden van de NBvT mocht ik niet als onderdeel van een bouwonderneming. En ook De Vries Gorredijk ging ervoor liggen.”
Voorzitter
Toen zijn vrouw in 1992 overleed, verloor Jansen behalve zijn steun en toeverlaat ook de lol van het runnen van een onderneming. Een telefoontje in 1995 van toenmalig NBvT-voorzitter Sip Douma met het verzoek om zijn opvolger te worden, brengt hem weer terug in de sector. Ook heeft hij een bestuursfunctie (van 1994 tot 2004) bij Centrum Hout, het opleidings- en kennisinstituut van de houtsector, eert vice-voorzitter en daarna nog twee jaar als voorzitter. “In 1995 vond ik dat we als brancheorganisatie NBvT te weinig naar de toekomst keken. Ik zag met de opkomst van prefab al een verplaatsing van het werk op de bouwplaats naar de fabriek. Ik heb in vergaderingen ook constant getamboereerd dat de leden moesten investeren in bouwkunde. Daar zijn ook samen met Centrum Hout cursussen voor ontwikkeld. Ik wilde dat de timmerindustrie een eigen positie creëerde met toegevoegde waarde en een eerlijke prijsstelling, los van de inkoper die alles te duur vond. Je moet jezelf onmisbaar maken. Van huis uit ben ik een marketingman. We hadden in de jaren tachtig al brochuremateriaal. We leverden ook al complete woningen. Dat wilde ik in de NBvT ook te promoten. Mensen vergeten wel eens dat de timmerindustrie de tweede poot is in de bouwketen. Je moet je als sector ook bewust zijn van wie je bent.”
2
Kappen met kappen
De jaren negentig waren een hectische tijd in de timmerindustrie. “Er waren problemen met het hout. Niet alleen vanuit de concurrentie van kunststof aluminium. Gebruik van hardhout lag tot in de Tweede Kamer onder vuur. De milieubeweging (Kappen met Kappen) en Marijke Vos (GroenLinks) wilden zelfs een totaalverbod ten faveure van naaldhout. Zij kreeg een wet met die strekking ook door de Tweede Kamer. Houthandel en timmerindustrie zijn toen samen in geweer gekomen. Een reis naar Finland maakte al snel duidelijk dat geupgrade zaaghout voor kozijnen toentertijd geen prioriteit was voor de houtconcerns die hun geld voornamelijk met de papierproductie verdienden.” Tot in zijn eigen afdeling van het CDA lobbyde Jansen om de initiatiefwet in de Eerste Kamer te laten struikelen. Hetgeen lukte. Toen was er op 25 juni 1993 al een Convenant Tropisch Hout gesloten met overheid, vakbeweging en milieuorganisaties. De milieudiscussie heeft de grondstof hout sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eigenlijk nooit meer verlaten. Milieuorganisaties richtte in 1993 de Forest Stewardship Council FSC op voor het verantwoord beheer van bossen. Er ontstonden ook andere initiatieven (PEFC is van 1999). Uit vrees voor wildgroei schaarde de houtsector zich achter stichting Keurhout waarvan het College van Deskundigen in 1997 reeds een officieel protocol opstelt voor ‘duurzaam bosbeheer en handelsketencertificering’. Die ontwikkeling in de inmenging van het bosbeheer ontmoet zowel in Maleisië als Canada wrevel.

Maleisië en Canada
“Wij waren als timmerindustrie afhankelijk van de Malaysian Timber Council en het keurmerk van de Malaysian Timber Certification Council”, zegt Jansen. “Keurhout weigerde op een gegeven moment goedkeuring te geven voor de manier waarop de bossen in Maleisië werden beheerd. We hebben toen het initiatief genomen met een delegatie van werkgevers- en werknemersorganisaties naar Maleisië af te reizen om hen de ernst van die situatie duidelijk te maken. Onze delegatie met onder andere NBvT-directeur Jan Douma, timmerfabrikant Leen Nederlof, Theo van Amersfoort (FNV), Rene Lahoye (CNV) en Bauke van der Werf van Keurhout gingen op audiëntie bij toenmalig minister Lim van Bosbouw. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat aan Maleisische kant stappen zijn ondernomen en het keurmerk wel kon worden geaccepteerd.” Eenzelfde situatie speelde aan de andere kant van de wereld, in Canada. “Die wilden FSC niet omarmen. Ook daar hebben we tijdens een bezoek in september 1998 het belang van certificering van de bossen voor marktbehoud aangegeven. Dat leidde vier weken later tot een gesprek in Bussum met het ministerie van Bosbouw in British Columbia en Frank de Reus van de Canadese ambassade.” Ook daar vond FSC uiteindelijk een ingang. “Zonder hout uit Maleisië en Canada hadden we toen de boel wel kunnen sluiten en dat hebben we Den Haag ook laten weten.” Jansen heeft het voorzitterschap tien jaar met verve vervuld. “Een prachtige tijd”, zo zegt hij zelf. Hij is nog steeds druk met verenigingsleven en kerk. Ook staat hij desgevraagd startende ondernemingen bij met advies. En hij blijft begaan met de houtsector. Een recente bijeenkomst van Hout100% en rondleiding bij Houkesloot bezoekt hij met interesse. Stilstand is immers achteruitgang.






