
14 minute read
Lange adem voor MIMIK
Lange adem
MIMIK, Deventer
TEKST Wilbert Leistra FOTO’S Jan de Vries
De nieuwe culturele ontmoetingsplek MIMIK pal aan de IJssel gelegen, heeft de politieke gemoederen een aantal jaren bezig gehouden. Maar ondanks een budgetoverschrijding en wat vertraging kon afgelopen september de opening worden gevierd. Het gebouw huisvest vier filmzalen, een multifunctionele theaterzaal, een bar, een café-restaurant en een foyer. De afbouw werd verzorgd door Fleurbaaij Totaal Afbouw uit Aalten en zusteronderneming Happy Spaces. Knauf adviseerde onder andere een zeer specifieke wand die voor het eerst in die samenstelling is toegepast. Voor alle betrokken partijen was het een project voor de lange adem.

1 De nieuwe culturele ontmoetingsplek
MIMIK in Deventer huisvest onder andere een multifunctionele theaterzaal. 2 Om het publieke interieur van het gebouw een grootstedelijk karakter te geven is de binnenstraat van het gebouw gedeeltelijk uitgevoerd in metselwerk. 3 MIMIK is ongelofelijk knap ingepast tussen bestaande gebouwen op het grensgebied tussen de Welle en de historische binnenstad van Deventer, strak tegen een toren van de vroegere stadsmuur aan.
Het gebouw is ontworpen door architectenbureau SeARCH onder leiding van Bjarne Mastenbroek. Het is ongelofelijk knap ingepast tussen bestaande gebouwen op het grensgebied tussen de Welle en de historische binnenstad van Deventer, strak tegen een toren van de vroegere stadsmuur aan. Door de slimme indeling is er op de plaats waar vroeger de gymzaal van het Hegius college stond, het culturele centrum MIMIK met een oppervlakte van meer dan 3.000 m2 ontstaan. De ontmoetingsplek bestaat uit twee grote en twee kleinere filmzalen – in plaats van het vroegere Filmhuis de Keizer – en een ruime theaterzaal voor het vroegere Theater Bouwkunde. Ook is er een café-restaurant, een bar en een foyer gehuisvest. Architectenbureau SeARCH heeft er voor gekozen bestaande contextuele elementen te versterken. Zo is de bestaande stadsmuur een van de belangrijke redenen om de bar één niveau te verhogen, zodat de bezoekers kunnen genieten van het mooie uitzicht over de IJssel en de uiterwaarden. Om akoestische redenen is het gebouw rondom de grote theaterzaal ontworpen. De filmzalen zijn boven de entreezone gesitueerd. Naast de entree bevindt zich het café-restaurant en een verdieping hoger de bar. Dit resulteert in een voor het publiek overzichtelijke indeling van de hoofdfuncties. Deze publieke ruimten verdeeld over drie lagen zijn middels een sculpturale luie trap met elkaar verbonden. De gevel van het gebouw bestaat uit wit geglazuurd metselwerk. Om het publieke interieur van het gebouw een grootstedelijk karakter te geven is de binnenstraat van het gebouw gedeeltelijk uitgevoerd in metselwerk. De binnenstraat verbindt de Welle met de Noordenbergstraat. Het metselwerk van de gevel loopt naar binnen door, mede om het geluid binnen de filmzalen en theaterzaal te houden. Hierdoor kan de oude steeg van het bouwblok worden hersteld in een eigentijdse uitvoering.
Later
Door wat politieke tegenstand als gevolg van onder andere budgetoverschrijdingen werd het project regelmatig uitgesteld. Dit had ook gevolgen voor Fleurbaaij Totaal Afbouw uit Aalten. Het afbouwbedrijf had samen met aannemer Hegeman de aanbesteding in 2016 gewonnen, vertelt directeur Pieter Haafkes. “De uitvoering van de werkzaamheden was echter heel wat later. We mochten alle vloeren, wanden,


4

5 plafonds en het stuc- en tegelwerk verzorgen. Maar door het uitstel kwam er niet echt ‘schwung’ in het project. Het heeft zelfs een tijdje helemaal stilgelegen. Om de betrokkenheid bij het project te stimuleren werden enkele activiteiten georganiseerd. Zo konden de werkmensen op een dag hun lunch bestellen bij een mobiele friettent, die daarvoor was geregeld.”

Advies
Voor de samenstelling van de wanden heeft Fleurbaaij advies ingewonnen bij Knauf. Projectadviseur Jacco van ‘t Hof van Knauf werkte samen met Fleurbaaij een voorstel uit op basis van het Knauf AfbouwZeker-principe. “Conform AfbouwZeker staat Knauf garant voor de prestaties van de producten en systemen. Fleurbaaij staat garant voor een correcte verwerking van de Knauf producten en systemen conform de verwerkingsrichtlijnen van Knauf. Fleurbaaij garandeert bovendien te voldoen aan alle Nederlandse wet- en regelgeving”, legt Van ’t Hof uit. In 2015 stond bim nog redelijk in de kinderschoenen, maar Knauf heeft het project ingetekend in het informatiemodel, vertelt Van ’t Hof. “Hierdoor had Fleurbaaij direct door welke verschillende wandsystemen waar moesten komen. Ook stond in het model dat alle wanden op IVImetaalsystemen moesten worden gemonteerd. Grotendeels betrof dat voorzetwanden die tussen de zalen op kalkzandsteen werden bevestigd. Daar waar geen kalkzandsteen was, hebben we een speciale wand ontwikkeld. Deze heeft een totale dikte van 290 mm. De eerste laag bestaat uit de zogenoemde extra brandwerende Knauf DF-plaat in een dikte van 15 mm, de tweede uit 12,5 mm Knauf Silentboard DF en de derde weer uit de Knauf DF-plaat, wederom in een dikte van 15 mm. Hier wordt voor de extra isolatie twee keer een laag Knauf Acoustifit glaswol in een dikte van 75 mm toegevoegd. Dit levert een akoestische waarde op van Rw 87 dB. Het is voor de eerste keer dat we deze wand in deze samenstelling hebben toegepast.”
Eenvoudig
De akoestische isolatie kwam in het project tot stand met de wandoplossingen van Knauf. In de bioscoopzalen moest het plafond ook hieraan bijdragen, vertelt directeur Haafkes van Fleurbaaij. “Hier hebben we zwarte systeemplafonds van Rockfon gemonteerd, Cinema 600 x 600. Het is een
4 Daar waar geen kalkzandsteen was, heeft Knauf een speciale wand ontwikkeld met een Rw-waarde van 87 dB. (Foto:
Knauf) 5 De zusteronderneming Happy Spaces van Fleurbaaij Totaal
Afbouw ontwikkelde voor de wanden in de bioscoopzalen een speciaal akoestisch doek die op de metalenstaanderwanden zijn gespannen (zie detail). (Illustratie: Fleurbaaij
Totaal Afbouw) 6 Fleurbaaij Totaal Afbouw heeft in het horecadeel en de gangen een akoestische spuitplafond aangebracht.
6

traditioneel inlegplafond – een relatief eenvoudige oplossing – maar wel met zeer goede akoestische waarden. En door een zwarte uitvoering toe te passen, vormt het esthetisch één geheel met de zwarte wanden.” De zwarte wanden in de bioscoopzalen zijn het resultaat van de samenwerking tussen drie bedrijven. Haafkes legt uit. “De opbouw is als volgt: het zijn metalenstaanderwanden met dubbele beplating, een zware uitvoering met de stootvaste Knauf Diamond Board. Die hebben wij gemonteerd. Tegen de wand is akoestisch doek gespannen, die ontwikkeld is door Happy Spaces. Dit is een zusteronderneming van ons, gespecialiseerd in oplossingen voor akoestische absorptie en kantoorrenovatie. De geluidsabsorptie zat namelijk niet in de oorspronkelijke opdracht. Hiervoor zijn we rechtstreeks door de gemeente Deventer ingehuurd. In de wand hebben we koven getimmerd, waar de verlichting in is geïntegreerd. De akoestische beleving van de theaterzalen is echt heel gaaf geworden en daar zijn we natuurlijk ook trots op. Bezoekers ervaren die akoestische beleving ook echt en dat is natuurlijk waar we het voor doen!”
Special
Voor de wanden in de theaterzaal heeft Fleurbaaij een special ontwikkeld. “De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het een ontwerp is van onze oud-projectleider John Gerrits. Hij is vanwege de liefde naar het zuiden verhuisd, maar niet voordat hij de prachtige wand op basis van een lattensysteem van Oregon Pine met een akoestische backing heeft ontworpen”, vertelt Haafkes. Voor de akoestiek in het horecagedeelte heeft het afbouwbedrijf uit Aalten een akoestisch spuitplafond aangebracht. Volgens Haafkes zat hier nog een uitdaging aan. “We hebben het spuitwerk direct op het beton aangebracht. Het spuitwerk moest aansluiten op de schuine gipsplaten. De overgang hiervan was nog wel een dingetje, van recht naar schuin. Maar het is een esthetisch mooie oplossing geworden.”
Pontje
Het project moest worden uitgevoerd op een spreekwoordelijke postzegel, aldus Haafkes. “De logistiek was wel een aandachtspunt, want je moet werken op een dichtbebouwde omgeving, zonder veel parkeerruimte. Daarom parkeerden onze mensen aan de overkant van de IJssel bij De Worp. Vervolgens kwamen ze met het pontje naar de MIMIK. Dan kun je niet vaak zeggen, dat je met een pontje naar je werk gaat”, lacht Haafkes. Het was echt een project voor de lange adem. Maar Haafkes heeft er ondanks de vele vertragingen een goed gevoel aan over gehouden. “Elk jaar vaar ik mijn bootje met mijn zoon Ties van de Achterhoek naar Friesland. Toen ik afgelopen zomer over de IJssel hierlangs kwam, had ik wel een gevoel van trots. Het is een mooi project op een geweldige locatie. Ik zie me nog wel eens met een biertje in het café-restaurant van MIMIK zitten, genietend van het uitzicht over de IJssel.”
Bouwpartners Opdrachtgever: Gemeente Deventer Architect: SeARCH, Amsterdam Aannemer: Hegeman Bouw Partners, Arnhem Fabrikant wanden: Knauf, Utrecht Fabrikant plafonds: Rockfon, Roermond Fabrikant en montage akoestische absorptieproducten: Happy Spaces, Aalten Montage wanden en plafonds: Fleurbaaij Totaal Afbouw, Aalten
Beste verhaal van de stad
Stories, Amsterdam
Ontwikkel en realiseer een uniek en uitgesproken ontwerp met een houten constructie als ruggengraat, circulair gebouwd en met een groene gevel. Betrek alle partijen en toekomstige bewoners in de vorm van een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap continu bij het proces, zodat iedereen zijn wensen maximaal kan verwezenlijken. Dat was de opdracht voor Heutink Bouwgroep. Het ontwerp van het eerste houten hoogbouwpand in Nederland kwam tot stand door een samenwerking tussen Heutink Bouwgroep, Olaf Gipser Architects en de bewoners. Het resulteerde in een gebouw van twaalf verdiepingen waarin 27 appartementen zijn gerealiseerd, ieder met een eigen plattegrond. Voor de Kwakman Groep ook een primeur. Het bedrijf had niet eerder de afbouw verzorgd in een pand dat volledig opgetrokken is uit massief hout. Het resultaat is spectaculair, het beste verhaal van de stad.
TEKST Wilbert Leistra FOTO’S Olaf Gipser Architects

1 Stories in Amsterdam is het eerste houten hoogbouwpand in Nederland. 2 Het ontwerp van het pand kwam tot stand door een samenwerking van Heutink Bouwgroep, Olaf Gipser Architects en de bewoners. 3 Rondom de houten constructie is een staalconstructie geplaatst. Die draagt de balkons en de balustrades of de glazen puien voor de wintertuinen of de loggia’s.
In de levendige Amsterdamse wijk Buiksloterham – waar onder andere aan het water het EYE Filmmuseum is gevestigd – is een gebouw gerealiseerd waar bijna eindeloze verhalen over verteld kunnen worden. De werktitel BSH20A die architect Olaf Gipser van het gelijknamige architectenbureau aan het project had gegeven, kreeg dan ook al snel de toevoeging Stories. Stories is gebouwd in collectief particulier opdrachtgeverschap. Dit houdt onder andere in dat de bewoners heel veel keuzevrijheid is gegeven bij de plattegrond en de indeling van de appartementen. Het ontwerp en de plan van aanpak is samen met de bouwgroep – architect, aannemer en bewoners – tot stand gekomen. Heutink Bouwgroep en Gipser Architects waren samen initiatiefnemer voor kavel 20A, die zij na selectie hebben verkregen. De 27 appartementen variëren in grootte van ruim 43 tot 185 m2. Geen verdieping is op dezelfde manier ingedeeld. Sommige appartementen omspannen ook meerdere verdiepingen, waardoor de plafondhoogte varieert van 2,87 m tot zelfs 6,12 m. In de plint van het gebouw is horeca gevestigd. Bij Stories zijn verschillende materialen toegepast. De onderste twee lagen en de kelder zijn uitgevoerd in beton. De woontoren daarboven bestaat compleet uit een geprefabriceerd draagconstructie uit kruis-gelamineerd hout (CLT). Dus alle wanden, balken en vloeren. Hiermee is Stories het eerste houten hoogbouwpand in Nederland.
Staal
Rondom de houten constructie is een staalconstructie geplaatst. Die draagt de balkons en de balustrades of de glazen puien voor de wintertuinen of de loggia’s. De opdracht was ook om een groene gevel in het ontwerp op te nemen, als een groene baken in het decor van Amsterdam-Noord. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking door de 57 dubbelhoge plantenbakken, elk met een gewicht van maar liefst twee ton. Ook is een verticale tuin in de architectuur verwerkt, waarbij verschillende boomsoorten de natuurlijke afscheiding vormen tussen de terrassen. De bomen zijn ruim twee jaar voor oplevering geselecteerd en in speciale potten opgekweekt om ervoor te zorgen dat de wortelkluit niet te groot werd. Het dak van het gebouw – dat door de bewoners voor urban farming kan worden gebruikt – staat in verbinding met een gemeenschappelijke inpandige ruimte met 57 planten units, ter hoogte van twee verdiepingen. De invulling hier-
2

3

van is ook tot stand gekomen in samenspraak met de bewoners. Met de groenvoorzieningen wilde architect Gipser een gezonde omgeving en microklimaat creëren, de lokale biodiversiteit verrijken en het gebouw een zachte, gevoelige uitstraling meegeven. Het resultaat is een combinatie van een strak design met een organische schil, de seizoenen weerspiegelend in het water.
Adviseurs
Architect Gipser en aannemer Heutink Bouwgroep werkten nauw samen bij dit project dat in 2015 startte. Uitgangspunt was dat het een circulair en demontabel gebouw moest worden. Gipser bedacht in zijn ontwerp CLT als materiaal voor de constructie, een tot dan toe nog niet veelvuldig voor die functie gebruikt materiaal. En zeker niet voor een hoogwaardig appartementengebouw van 45 m hoog. Door de relatieve onbekendheid met hout als constructief bouwmateriaal werd bij veel partijen informatie ingewonnen en kennis opgedaan. Het team aan adviseurs groeide gestaag in het voortraject van het project. Zo bestond het team voor de constructie uit een hoofdconstructeur, een expert van de CLT-leverancier en een gespecialiseerde houtconstructeur. Voor vrijwel elk aandachtspunt werd een multidisciplinair team geformeerd. Bijvoorbeeld voor brandveiligheid en akoestiek.
4

5

4 De massief houten wanden en de balken die daarop liggen zijn afgewerkt met isolatiemateriaal en gipsbeplating. 5 Kwakman ontwikkelde op basis van testen een nieuwe bevestigingsmethode om de gipsplaten rechtstreeks op de houten constructie te monteren. Gipsbeplating
De massief houten wanden en de balken die daarop liggen zijn afgewerkt met isolatiemateriaal en gipsbeplating. In het bestek stond een dikke en zware gipsplaat voorgeschreven. Kwakman uit Volendam was verantwoordelijk voor de afbouw van Stories. Het bedrijf ging samen met partner Saint-Gobain Gyproc Nederland op zoek naar oplossingen voor een alternatieve plaat. “Welke compensatie is nodig om aan de zelfde eisen te voldoen als die van de voorgeschreven plaat. Dat was in feite de vraag die wij allebei beantwoord wilden zien”, vertelt Stephan Vlaanderen, technisch adviseur bij Saint-Gobain Gyproc Nederland. De gezamenlijke keuze viel op de DuraGyp-plaat. De winst die de keuze voor de plaat opleverde, zat volgens Vlaanderen vooral in de besparing op arbeidsbelasting. “De voorgeschreven 18 mm dikke plaat heeft een gewicht van zo’n 20 kg/m2, de DuraGypplaat 12,5 kg/m2. Om dezelfde waarden te behalen, moesten de monteurs weliswaar drie en soms vier platen monteren, maar de fysieke belasting was minder. Daarnaast scheelde het in de verwerking, want de voorgeschreven plaat moest worden gezaagd, terwijl de monteurs nu genoeg hadden aan een Stanleymes.” De technisch adviseur noemt nog een voordeel van het toepassen van de gipsplaat van zijn werkgever. “Omdat onze plaat direct over de grens in het Antwerpse havengebied wordt geproduceerd, is de CO2 footprint lager dan die van de buitenlandse producent. Voor architect en aannemer was dit een belangrijk punt, gezien het duurzame karakter van het project.” De Kwakman Groep heeft de afbouw van Stories verzorgd. Hiervoor is zo’n 16.000 m2 DuraGyp-platen gemonteerd, vertelt projectleider Jan Tol. “Daarnaast hebben we voor een optimale akoestiek in de hoge openbare ruimtes circa 400 m2 akoestisch afgehangen plafonds gemonteerd, bestaande uit twee lagen Duragyp en glaswolisolatie. Deze zijn vervolgens voorzien van akoestisch spuitwerk.”
Uitdaging
De DuraGyp-platen voldeden aan de akoestische eisen voor geluidsisolatie tussen de woningen. De volgende uitdaging betrof de brandwerendheid. Vlaanderen: “Alle data van de DuraGyp-beplating die wij op het gebied van brandwerendheid hebben, betreffen de brandwerendheid van een MetalStud-systeem van ruimte naar ruimte. De eisen bij dit project lagen anders. Dat had natuurlijk alles te maken met de houten constructie van het gebouw. De brandwerendheid van ruimte naar ruimte moest niet alleen honderdtwintig minuten bedragen, het hout dat zich tussen de woningen bevond mocht bovendien niet bezwijken. Daarom zijn wij naar de fabriek in Duitsland geweest waar de CLT-elementen zijn geproduceerd. Aanvullende brandtesten bleken niet nodig. Men was overtuigd door onze bestaande data en berekeningen”, aldus de projectadviseur van Saint-Gobain Gyproc Nederland. De volgende uitdaging bestond uit het monteren van de gipsplaten. Projectleider Tol van Kwakman: “Normaal gesproken worden de platen met gipsschroeven in het MetalStud-profiel bevestigd. Nu moesten de platen rechtstreeks op de houten constructie worden gemonteerd. Wij hebben samen met een partner testen uitgevoerd om tot de juiste bevestigingsmethode te komen. Op sommige plekken moesten we namelijk door vier platen heen schroeven. Daarnaast is hout als materiaal veel beweeglijker dan beton. Er moest bijvoorbeeld voorkomen worden dat bij het inzakken van de vloer de gipsplaten bol kwamen te staan.”