Rechtspraak voor medezeggenschap

Page 21

Arbo & bedrijfsmilieu Klacht over vermeend ongewenst gedrag niet ontvankelijk

Mr. drs. P. Maarsen

Een klachtenadviescommissie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) acht de klacht van een ex-medewerker van een gemeente over vermeend ongewenst gedrag door een leidinggevende niet-ontvankelijk. Ook de rechtbank komt tot dit oordeel. Het betekent dat de werknemer geen beroep toekwam op de Klachtenregeling 2011. Daarnaast voorzag de Klachtenregeling 2017 niet in een mogelijkheid om bij de landelijke klachtencommissie (LKOG) zelf te klagen over het functioneren van de LKOG. De LKOG kon daarom in redelijkheid besluiten om de desbetreffende klacht van de werknemer niet in behandeling te nemen. Er is volgens de rechtbank ook geen sprake geweest van onrechtmatig handelen aan de kant van de LKOG.

Artikel 9.15 Algemene wet bestuursrecht Rechtbank Den Haag, 23 maart 2022 ECLI:NL:RBDHA:2022:2537

Feiten De werknemer was tot medio 2019 werkzaam als juridisch beleidsmedewerker handhaving bij een gemeente. De VNG is een koepelorganisatie van alle gemeenten in Nederland. De Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) is een onafhankelijk adviesorgaan voor decentrale overheden. De LKOG is een commissie in de zin van artikel 9:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en adviseert de bij haar aangesloten decentrale overheden over de wijze van afhandeling van klachten over ongewenst gedrag. De LKOG behandelt klachten in overeenstemming met een klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid. De gemeente heeft zich sinds 1 januari 2010 aangesloten bij de LKOG. In de loop van 2018 is tussen de werknemer en zijn teammanager een meningsverschil ontstaan over een door de werknemer gewenste herinpassing van diens functie. De werknemer drong aan op plaatsing in een functie met een hogere inschaling, terwijl de teammanager een eventuele herinpassing eerst teambreed in plaats van per individu wilde bekijken. Over deze kwestie heeft de werknemer diverse e-mails aan zijn teammanager verstuurd, deels met daarin termijnstellingen en aankondigingen van mogelijke juridische stappen. Hij heeft in zijn e-mails en gesprekken de teammanager ook beschuldigd van (onder meer) het niet adequaat optreden tegen het lekken van informatie en het schenden van geheimhoudingsverplichtingen ter zake van zijn verzoek tot herinpassing. Ook heeft hij de ondernemingsraad van de gemeente benaderd. Vervolgens hebben meerdere gesprekken tussen de

RVM

werknemer en de teammanager plaatsgevonden in het bijzijn van een medewerker van de afdeling personeelszaken van de gemeente. Bij brief van 27 juni 2019 heeft de werknemer en klacht ingediend bij de LKOG gericht tegen de teammanager. De klacht had betrekking op een sociaal onveilige werkomgeving, integriteitsschendingen en ongewenst gedrag. Bij brief van 25 juli 2019 heeft de LKOG aan de werknemer bericht dat de klacht niet-ontvankelijk is verklaard. De LKOG motiveert dit onder meer door aan te geven de voorbeelden van ongewenst gedrag die de werknemer beschrijft door haar beschouwd worden als een arbeidsconflict en daarmee als een rechtspositionele aangelegenheid. De werknemer heeft bij brief van 27 juli 2019 bezwaar gemaakt bij de LKOG tegen deze niet-ontvankelijkverklaring. Hij stelt dat volgens hem het ongewenst gedrag losstaat van het arbeidsconflict. Op 30 juli 2019 heeft hij met een beroep op artikel 11 van de Klachtenregeling 2011 een klacht bij de LKOG ingediend over het handelen en/of nalaten van de LKOG met betrekking tot de uitvoering van haar taak. Volgens de werknemer had de LKOG zijn klacht ontvankelijk en gegrond moeten verklaren. De LKOG heeft ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen de rechtspositionele aangelegenheid en het ongewenst gedrag van de teammanager. Daarmee heeft de LKOG volgens de werknemer een onjuiste uitvoering aan haar taak gegeven en de geldende wet- en regelgeving onjuist toegepast. In reactie op het bezwaar van de werknemer heeft de LKOG bij brief van 31 juli 2019 bericht dat zij het bezwaar niet in behandeling kan nemen, omdat zij geen bestuursorgaan is in de zin van de Awb. De LKOG heeft hem er verder op gewezen dat hij zo nodig een beroep kan doen op de Nationale Ombudsman. Uiteindelijk is de werknemer een procedure bij de kantonrechter begonnen die, na verwijzing, heeft geleid tot dit vonnis.

Oordeel rechtbank Het gaat hier om de vraag of de LKOG onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de werknemer door de door de werknemer ingediende klacht over zijn teammanager niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn klacht over het functioneren van de LKOG niet in behandeling te nemen. Omdat de Awb noch de klachtenregeling van de LKOG voorzien in de mogelijkheid van een hoger beroep en een procedure bij de Nationale Ombudsman hoogstens kan leiden tot een niet-bindende aanbeveling aan de gemeente (en daarmee indirect aan de LKOG) over de wijze van klachtbehandeling, moet de werknemer de door hem gestelde onrechtmatige wijze van uitvoering van de klachtbehandeling aan de burgerlijke rechter kunnen voorleggen.

JUNI 2022

21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.