25 minute read

Over zichzelf en anderen, waar houden ze zich vooral mee bezig? Ruud Vat - pag

Ruud Vat gaf veertig jaar leiding aan zijn bedrijf, dat hij uitbouwde van een ‘eenvoudige autogroupagespecialist’ uit Rotterdam tot een internationale logistiek dienstverlener. Het loslaten van de dagelijkse leiding over het familiebedrijf viel de ‘babyboomer’ zwaar, maar Vat blijft aan de zijlijn volop betrokken. “Ik kan er nog altijd van genieten hoe diverse generaties met elkaar samenwerken.”

TEKST BAS DIJKHUIZEN

‘Huidige generaties ervaren meer psychische druk’

In januari 1974 zwaaide Ruud Vat na anderhalf jaar dienstplicht af en op dat moment wist hij niet wat hij exact wilde. “Ik ben toen maar in dienst getreden bij het transportbedrijf van mijn vader”, zegt Vat. Dat bedrijf ging - toen Vat er een jaar werkte - failliet, en op dat moment besloot hij om voor zichzelf te beginnen als wegvervoerder. “Daarbinnen ben ik al heel snel overgestapt richting het groupagevervoer. Daarvoor maakte ik in eerste instantie gebruik van een collega met een eigen magazijn in de oude Rotterdamse binnenhaven. Die stap heeft ertoe geleid dat ik echt de warehousingkant op wilde. Op een gegeven moment deed zich daar een kans voor, met als gevolg dat ik binnen de kortste keren over zeven kleine magazijnen beschikte. We hebben uiteindelijk het bedrijf steeds verder kunnen uitbouwen nadat we onze vestiging in Distripark Eemhaven hadden geopend.”

JE WAS DUS VOORBESTEMD VOOR DE LOGISTIEK?

“Ik ben eigenlijk in dit vak gerold. Bij ons in de familie is het – wat ik noem - een ‘defect in de genen’. Mijn grootvader had een transportbedrijf, maar door vroeg overlijden was er nog geen opvolging mogelijk binnen de familie. Drie van zijn zonen besloten na de Tweede Wereldoorlog om ieder voor zich opnieuw te beginnen met een soortgelijk bedrijf. Ik als derde generatie heb vervolgens om hiervoor genoemde reden noodgedwongen hetzelfde gedaan, want ik kon het bedrijf van mijn vader niet overnemen. Ook ik ben dus wederom opnieuw in het wegtransportvak begonnen. Mijn zoon Cuno, die mij in 2015 opvolgde, heeft dat uiteindelijk wel gedaan.”

WAT HEEFT HET JE GEBRACHT?

“Veel. Nu terugkijkend is het vooral mooi om te zien hoe dit bedrijf zich heeft ontwikkeld van een ‘simpele’ wegvervoerder tot een logistieke dienstverlener die niet alleen actief is in warehousing, maar ook in lucht- en zeevracht met buitenlandse vestigingen. De dynamiek en de buitenlandse contacten hebben mij in die veertig jaar veel gebracht. Heel belangrijk in die periode was voor mij het samenwerken met mensen.”

HOE GA JE ALS ‘BOOMER’ OM MET ANDERE GENERATIES?

“Ik heb het werken met verschillende generaties als heel prettig ervaren. Het is heerlijk om met zowel jonge als met ervaren mensen te werken. Als je het hebt over het vak dan is het mooi om te zien, hoe dat zich de afgelopen jaren heeft doorontwikkeld in de opleiding van de mensen. In mijn jonge jaren waren de mulo of meao al prima, maar dat is geëvolueerd naar hbo’ers en wo’ers. Neele-Vat heeft als logistiek dienstverlener – ook gezien zijn omvang – mensen nodig met de meest uiteenlopende opleidingen: van vmbo-niveau tot en met een wetenschappelijke achtergrond. Het is harstikke leuk om met jonge mensen te werken. Vooral met hbo’ers en wo’ers waar het gaat om hun ontwikkeling. Zij hebben op hun manier geleerd om abstract te denken en komen met ideeën, waarvan ik denk: zo kunnen we het ook doen. Ik vond en vind het vooral belangrijk dat je continu bezig moet zijn met je mensen – welke generatie het dan ook mag zijn – en ze vooral ook moet uitdagen.”

HEEFT DE HUIDIGE GENERATIE HET BETER VOOR ELKAAR?

“Dat betwijfel ik. In onze tijd was misschien de psychische druk minder. Tegenwoordig is de wereld zo klein geworden dat de druk om snel te reageren heel groot is. In mijn tijd hadden we nog de telex of de telefoon. Dat waren de enige vormen van communicatie, en dan kon een reactie wel even een paar uur duren of een dag. De huidige generatie heeft veel meer handvatten met IT. In die zin denk ik dat zij veel meer tijd en ruimte krijgen voor ontwikkeling en uitdagingen. Ik heb in het zakendoen in het verleden veel gedaan vanuit de onderbuik, en soms ging het fout. Dat kan nu niet meer, vooral ook als je het afzet tegen de grootte van ons bedrijf.”

RUUD VAT (70)

is: pensionaris, maar is nog lid van de raad van advies van Neele-Vat Logistics, strategisch adviseur bij De Koeijer Transport en voorzitter van de raad van bestuur van CCT Moerdijk was: directeur-eigenaar van Vat Logistics dat hij in 1975 oprichtte. In 2015 droeg Vat de dagelijkse leiding van zijn bedrijf over aan zijn zoon Cuno Vat.

VIJF GENERATIES LOGISTICI Generatie Baby Boomer- 1945-1955

Een hoge werkdruk en een lage vergoeding drijven zelfstandige pakketbezorgers tot het uiterste. Regelmatig komen berichten in het nieuws waaruit blijkt dat bezorgers of hun werkgevers niet over de juiste papieren beschikken. Wat moet er gebeuren om de negativiteit rondom pakketbezorging om te zetten naar positiviteit? Of is het helemaal niet zo slecht gesteld met ‘onze’ bezorgers?

TEKST DIANE ESSENBURG BEELD ROEL DIJKSTRA, SHUTTERSTOCK

Pakketbezorging - iedereen is er wel een beetje klaar mee

In december 2021, piekdrukte voor pakketbezorgers, was bijna één op de vijf gecontroleerde bezorgers in overtreding. Dat meldde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Bezorgers hadden bijvoorbeeld geen vergunning voor beroepsgoederenvervoer. Inspecties op pakketvervoer worden vaak in TIEC-verband (Transport Informatie en Expertise Centrum) uitgevoerd, in samenwerking met de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en de politie. Bedoeld om misstanden in de transportsector terug te dringen. De NLA stelt vragen aan chauffeurs en controleert daarmee de arbeidsomstandigheden. ILT en politie controleren onder andere op vergunningen en rij- en rusttijden. In 2021 zijn ‘diverse’ (nacht)controles uitgevoerd in het groottransport pakketvervoer, en naar aanleiding daarvan kregen bedrijven een onaangekondigde bedrijfsinspectie. Het gaat uitsluitend om de ingezette onderaannemers in het pakketvervoer, aldus ILT. In verband met onder meer de privacyregels verstrekt de inspectie geen details over hoe vaak ze controleren, met hoeveel inspecteurs, hoeveel of welke bedrijven ze bezoeken en/ of op welke locaties de controles plaatsvinden.

VEILIGHEID EN EERLIJKE CONCURRENTIE

Een van de ILT-inspecteurs is Ester Boogaard. “Naleving van wet- en regelgeving door pakket- en koeriersdiensten is belangrijk voor het tegengaan van oneerlijke concurrentie, de bevordering van veilig vervoer van goederen en voor de veiligheid van de chauffeurs en hun medeweggebruikers”, legt ze uit. Door de gezamenlijke aanpak met de NLA en de politie wordt volgens haar een grotere zichtbaarheid gecreëerd en worden misstanden sneller ontdekt. Volgens Boogaard is het risico op overtredingen in de sector hoger nu we in Nederland meer online bestellen. De druk is flink toegenomen en er zijn meer koeriersbe-

PAKKETBEZORGERS LATEN ZIEN HOE HET ANDERS KAN

Dagelijks gaan vele bezorgers voor de Nederlandse consument de weg op. Wie zijn deze mensen? Hoe kijken pakketbezorgers tegen het vak aan en wat is voor hen de reden geweest om dit beroep uit te gaan oefenen? Vier bezorgers vertellen welke problemen zij in het werk ervaren en ook wat ze zelf zien als een mogelijke oplossing om uit het negatieve sfeertje te komen.

SEVKET COLAK

Is: sinds september werkzaam bij een onderaannemer van PostNL. Leuk aan het vak: actief bezig zijn en het contact met mensen. Verbeterpunt: deze periode is rustiger, maar ondanks de mindere stops moeten wel de auto- en benzinekosten betaald worden. “We moeten nu twee keer harder rennen dan tijdens corona en maken meer kilometers, voor dezelfde inkomsten.” Oplossing: het stoptarief mag met 5 tot 10 cent omhoog.

GERRIE DE WIT

Is: net begonnen bij Hubbel, specialist in stadslogistiek. Leuk aan het vak: vrijheid en rijden. Bij Hubbel rijdt De Wit voor het eerst elektrisch (“vreselijk snel!”) en werkt ze op gunstige tijden. Verbeterpunt: als je per pakketje uitbetaald krijgt, kan De Wit zich voorstellen dat je alleen maar aan het racen bent. Bij Hubbel wordt het werk beter uitvoerbaar met een elektrische pompwagen. Oplossing: een uurloon voor elke pakketbezorger.

SURESH JAGESSER

Is: bijna 4 jaar werkzaam bij een onderaannemer van UPS. Leuk aan het vak: buiten werken. En hij heeft nu geen onregelmatige diensten meer zoals op de vrachtafdeling van Schiphol. Verbeterpunt: verhalen over in elkaar geslagen bezorgers baren hem zorgen. Soms is hij er zelf ook bang voor bij particulieren. Oplossing: pakketten moeten ook eerder in de route afgegeven kunnen worden. Mensen snappen niet waarom dat niet kan.

SALIH OZMEN

Is: zo’n 6 jaar ondernemer. Hij heeft een subcontract met GLS. Leuk aan het vak: eigen baas zijn, eigen bus hebben. Verbeterpunt: het is lastig om goed personeel te vinden. Veel chauffeurs blijven maar een jaar of twee. Oplossing: er moet een goede opleiding komen, want het werk is meer dan ‘een pakketje geven en doei’. “Je zit op de weg, dan moet je rekening houden met factoren. Je moet van het vak houden.”

Het aantal pakketjes dat dagelijks bezorgd wordt, is enorm gestegen door de groeiende e-commercemarkt. drijven opgestart. “Sommige weten vooraf niet genoeg van wet- en regelgeving. Daarnaast besteden postbedrijven de pakketbezorging veelal uit aan onderaannemers, die dit op hun beurt uitbesteden aan onderaannemers. Ook zij weten niet altijd aan welke regels ze dienen te voldoen”, zegt de inspecteur. Tijdens controles op rij- en rusttijden loopt ze er wel eens tegenaan dat er geen bestuurderskaart is of dat chauffeurs op de kaart van iemand anders rijden om meer uren te kunnen maken. Daarnaast ontbreekt soms de eis van dienstbetrekking. Of de transportonderneming heeft geen vergunning voor het uitvoeren van beroepsvervoer. ILT controleert ook op overbelading. Voor commercieel vervoer van pakketten met bestelbussen en (kleine) vrachtwagens moet een koeriersbedrijf of zzp’er in veel gevallen een vergunning beroepsgoederenvervoer (Niwo) hebben. Dit geldt bij een laadvermogen van meer dan 500 kg.

ONDERAANNEMERS VAN ONDERAANNEMERS

De misstanden die ontstaan in het vakgebied lijken het gevolg van een hoge werkdruk en de uitbesteding van werk. Niet alle (onderaannemers van) onderaannemers en subcontractors nemen het altijd nauw met de wet- en regelgeving. In hun verweer geven de bezorgers aan dat ze moeten valsspelen om geld over te houden aan het werk. “De huidige markt is schadelijk voor wie het wel netjes doet”, weet Ruud Wassenaar, voorzitter van de Belangenvereniging voor Pakketdistributie (BVPD). Vanuit de pakketbranche klinken naast naleving op wet- en regelgeving ook andere voorstellen om de misstanden op te lossen. Meer salaris, of in elk geval niet per stop maar per uur betaald krijgen, is de belangrijkste. De wens van subcontractors is dat pakketvervoerders 35 euro per uur krijgen, om zowel directe als indirecte kosten te kunnen dekken. BVPD-voorzitter Wassenaar heeft het over een ‘eerlijk bodemtarief’, zonder een exact bedrag te noemen. Daarin moeten kosten voor personeel, brandstof, verzekeringen, sociale verplichtingen en ondernemersloon worden meegenomen. Hij ging er op 9 maart, op de Dag van de Pakketbezorger, voor de barricades op in Den Haag. Ook wil Wassenaar een marktmeester: een loket waar bedrijven misstanden kunnen aankaarten en waar erop wordt toegezien dat er eerlijke contracten zijn en er niet wordt uitgebuit.

FNV: ‘NEEM BEZORGER IN DIENST’

Dat de problemen in mindere mate spelen bij pakketbezorgers die in loondienst zijn van een pakketbedrijf, blijkt ook uit een gesprek met FNV-vakbondbestuurder Pakketten Jacqueline Lohle. Zij reageerde op het bericht dat DHL Express in oktober de titel ‘World’s Best Workplace’ kreeg. Later kreeg DHL Nederland ook de stempel ‘Top Employer’. Qua omgang met koeriers is DHL Express volgens Lohle inderdaad beter bezig dan PostNL, DPD, GLS, UPS en FedEx. Dit heeft er vooral mee te maken dat DHL een hoog percentage mensen in eigen dienst heeft, waardoor het bedrijf beter grip heeft op de naleving van de cao beroepsgoederenvervoer. PostNL heeft volgens haar maar 25 procent in eigen dienst. Partijen als DPD en GLS werken alléén maar met charters. Bij charters/subcontractors wordt de cao minder goed nageleefd, aldus de FNV-bestuurder. Bij misstanden worden contracten vaak maar tijdelijk opgezegd of gaat de bezorger simpel weer door met werken na het betalen van een boete. Wat Lohle betreft is het in dienst hebben van bezorgers de beste aanpak om misstanden in pakketbezorging tegen te gaan. DPD Nederland heeft inderdaad geen pakketbezorgers in dienst, laat Lieke van Lieshout desgevraagd weten. “Wij werken met vervoerders met wie wij contractuele afspraken hebben die vastleggen dat pakketbezorgers in loondienst moeten zijn met een vast maandelijks inkomen in plaats van betaling per pakket of per rit.” DPD eist van de vervoerders dat ze een PayChecked-certificaat hebben, een transportkeurmerk dat aantoont dat de ondernemer zijn beloningsafspraken nakomt. Dit gaat gepaard met controles op onder andere de loonadministratie. “Daarnaast doen wij zelf controles voor zo-

MISSTANDEN IN BELGIË

Eind maart waren er invallen in drie Belgische depots van PostNL vanwege mogelijke misstanden. De Belgische autoriteiten namen onder meer topman Rudy Van Rillaer en zijn rechterhand, operations manager John De Bruin, mee voor verhoor. Ze worden verdacht van betrokkenheid bij onder andere mensenhandel, valsheid in geschrifte en van deel uitmaken van een criminele organisatie. Het is niet voor het eerst dat de Belgische autoriteiten depots van pakketbedrijven binnenvallen. En het gaat niet alleen om sorteercentra van PostNL. Om de misstanden terug te dringen heeft minister Petra De Sutter van Overheidsbedrijven inmiddels een nieuwe postwet aangekondigd. “Het gerecht moet zijn werk doen”, meldt ze eind maart op Twitter. “Eén ding is duidelijk: Ik wil voorkomen dat we nog langer pakketjes uit handen kunnen krijgen van bezorgers die het risico lopen op uitbuiting. Het voorontwerp van wet om - via de postwet - de arbeidsomstandigheden te verbeteren, ligt klaar.”

ver dat binnen onze wettelijke mogelijkheden kan”, laat ze weten. “En tot slot werken we mee met controles door derden en toezichthouder SZW.”

NA TWEEDE OVERTREDING CONTRACTSTOP

Als een overtreding wordt aangetoond, gaat DPD naar eigen zeggen meteen met de vervoerder in gesprek om te vragen de nodige maatregelen te nemen. Een volgende overtreding betekent dat de samenwerking wordt stopgezet. GLS Nederland lijkt nog strenger. Als een vervoerder de regels met betrekking tot hun werknemers overtreden, zegt het pakketbedrijf de contracten op, aldus Nina Usmany. Bij GLS is 10 procent van de koeriers in loondienst en 90 procent in dienst bij vervoerders. Ook dit bedrijf eist dat de vervoerders een PayChecked-certificaat hebben. Daarnaast controleert GLS naar eigen zeggen op vergunningen, verklaringen van dienstbetrekking, en zijn er dagelijkse controles met behulp van ID-checks. “Ook zijn er maandelijkse audits, recentelijk zelfs in samenwerking met SZW”, sluit Usmany de opsomming af. De reden om voor deze werkstructuur te kiezen is volgens Usmany het streven naar lokaal ondernemerschap. DPD zegt de pakketten via onderaannemers te verspreiden vanwege het flexibeler kunnen opschalen als de volumes heel hoog zijn. Om diezelfde reden maakt DHL Nederland nog wel gebruik van een flexibele schil, om de pieken op te vangen. Woordvoerder Ewout Blaauw zegt dat nu zo’n 75 procent van de medewerkers in loondienst is. Naast die 9.750 medewerkers werken ongeveer 2.500 mensen via onderaannemers en uitzendbureaus. Volgens een eigen governancestructuur worden alle onderaannemers gecontroleerd op het hebben van een Niwo-vergunning en PayChecked-certificaat. Een route mag nooit meer dan één keer worden doorgeschoven naar een volgende onderaannemer, en meerdere keren per jaar vinden er audits plaats. “De governancestructuur beschermt ook de pakketbezorger die werkt voor een servicepartner.”

MISVERSTANDEN OVER MISSTANDEN

DHL is het zat dat pakketbezorging zo vaak negatief in de media komt. Deels moet er meer handhaving komen, maar voor een ander deel berust het beeld op misverstanden, aldus Blaauw. Zo doet het bedrijf er naar eigen zeggen veel aan om eigen medewerkers en die van onderaannemers tevreden te houden en wordt van partners geëist dat zij hun personeel volgens de cao betalen. DHL betaalt per uur. Het aantal stops dat mogelijk is, is gebaseerd op ervaringscijfers per wijk in Nederland. Een ander ‘misverstand’ is dat grote spelers geen verantwoordelijkheid nemen, terwijl DHL naar eigen zeggen al sinds 2013 in gesprek is met ministeries en Kamerleden om de zzp-problematiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt te bespreken. “We blijven aanlopen tegen de onbalans aan de onderkant van de arbeidsmarkt als gevolg van de perverse fiscale prikkel om werkzaamheden door een zzp’er te laten uitvoeren. Maar daar hebben we de politieke daadkracht voor nodig om tot fundamentele oplossingen te komen.” DPD vindt de misstanden in de branche ‘onacceptabel’ en zet zich daarom naar eigen zeggen actief in om verbeteringen door te voeren. Het bedrijf is in februari 2022 overigens nog beoordeeld met een 7,2 (tevredenheid over organisatie) en 7,0 (tevredenheid over werk) in een medewerkerstevredenheidsonderzoek. Van Lieshout: “Dat neemt natuurlijk niet weg dat er incidenteel nog steeds misstanden kunnen voorkomen en/of ontevreden medewerkers kunnen zijn. Meldingen worden door DPD heel serieus genomen en wij doen alles wat in onze macht ligt om incidentele misstanden zo snel mogelijk op te lossen.”

POSTNL ZOEKT OPLOSSING MET BEZORGERS

PostNL zoekt samen met pakketbezorgers naar verbetermogelijkheden. Zo worden routes volgens Viola Steegmans regelmatig aangepast en extra routes aangemaakt. Ook heeft PostNL ‘uiteraard’ hard gewerkt aan veilige en gezonde werkomstandigheden in coronatijd. Even voor de volledigheid: zo’n 30 procent van de bezorgers werkt in loondienst van PostNL. Daar bovenop is circa 60 procent in loondienst van een bezorgondernemer die voor PostNL ritten uitvoert. Steegmans: “Ze hebben vaste roosters, goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en doen werk dat zeer wordt gewaardeerd.” De bezorgondernemers worden op meerdere momenten gecontroleerd. Zo zijn er checks bij het aangaan van de samenwerking. Verder is er een jaarlijkse controle in het kader van de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) op betaling conform beroepsgoederenvervoer-cao en werkt PostNL volgens de woordvoerder samen met Inspectie SZW om de sector eerlijker en veiliger te maken. “Met name de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) krijgt veel aandacht”, zegt Steegmans. “We hebben ons intake-proces voor nieuwe bezorgers bij onze bezorgondernemers recentelijk verder geautomatiseerd, waarbij we samenwerken met extern bedrijf Datachecker dat voor ons de geldigheid en juistheid van de identiteitsdocumenten verifieert. Er vinden verder controles op onder andere identiteit van bezorgers plaats op diverse plekken in het logistieke proces. We hebben onze vervoerscontracten aangescherpt en we nemen zo nodig afscheid van ondernemingen die zich niet houden aan wetten en regels.”

POSITIVITEIT BINNEN HANDBEREIK?

De laatste misstand in pakketbezorging is allicht nog niet geweest, en er zal nog lang ruimte zijn voor belangenbehartigers als Wassenaar. Toch lijkt meer positiviteit over het vak binnen handbereik, zo lang niet alle bezorgers over één kam worden geschoren en zo lang ILT bedrijven op hun overtredingen wijst.

‘HET NEGATIEVE BEELD BERUST DEELS OP MISVERSTANDEN’

Zou het zou kunnen zijn, dat mensen uit de horea op basis van hun skills gemakkelijk te koppelen zijn aan vacatures in de logistiek? TNO deed er onderzoek naar, samen met onder andere twee hogescholen. De overeenkomsten tussen functies zijn vaak groter dan het op het eerste gezicht lijkt.

TEKST HERES STAD

Van kok naar transportplanner

Snel nieuwe mensen vinden die direct aan de slag kunnen, daar is iedereen naar op zoek. Met het innovatieproject Transfer moet blijken of een skillsmatching tussen functies in de horeca en in de logistiek misschien wel verrassend inzicht oplevert. Eline Westbeek en Malte Steinhoff denken van wel. “In dit project onderzoeken we de mogelijkheid om kandidaten aan te nemen op basis van hun persoonlijke loopbaan tot nu toe, vertaald naar vaardigheden. Dat noemen wij skillsmatching.” Specifiek kijken de onderzoekers naar de overstap van medewerker in een fastfoodservicebedrijf naar orderpicker. Maar ook van kok naar (transport)planner en van horecamanager naar logistiek supervisor. Door de overstap in deze functies te testen, proberen ze te achterhalen hoe skillsmatching geschikt kan zijn voor allerlei functies.

GEVOEL VOOR PLANNING

Bij skillsmatching gaat het om vaardigheden, capaciteiten en kennis die een kandidaat naast scholing meebrengt uit vorige (werk-)ervaringen. Dat past goed bij mensen die van de ene naar de andere sector zouden willen overstappen. Skills zijn namelijk minder functie- of sectorspecifiek dan opleidingen. Het gevoel voor planning in de keuken kan een oud-kok wellicht heel goed toepassen om vervoersactiviteiten te roosteren. Project Transfer is klein begonnen. “We kijken of het mogelijk is om op basis van een skillsprofiel uit de horeca aan de slag te gaan in de logistiek. De komende maanden onderzoeken we het succes van deze aanpak in sollicitatieprocedures via uitzendbureau Olympia.” Naast Olympia en TNO zijn ook de Hogeschool Rotterdam, de Hotelschool Den Haag en 21CC bij dit project betrokken als partner.

HOOG MATCHINGSPERCENTAGE

Uit het onderzoek tot nu toe bleek dat werkzoekenden met ervaring in de horeca gedeeltelijk matchen op logistieke functies. Zij hebben verschillende skills die van pas komen in de logistiek. De matchingspercentages binnen deze aanpak waren zo’n 20 tot 50 procent. “Dit lijkt op het eerste gezicht laag, maar veel werkgevers geven aan dat veel skills ook on the job te leren zijn. Wel is het zaak om, met een ogenschijnlijk laag matchingspercentage, werkzoekenden enthousiast te houden en te benadrukken wat ze al wél kunnen voor de functie.” Een paar eerste lessen willen Steinhoff en Westbeek delen. Bijvoorbeeld dat het skillsprofiel van een functie flexibel moet zijn. In het ene bedrijf is de supervisor meewerkend voorman, in het andere is dit meer een managementfunctie. Het idee is nu om te werken met een vaste set skills die ieder bedrijf kan aanvullen. Goed om te weten is verder dat skillsmatchingaanpak uit verschillende stappen bestaat. “Het zoeken naar en reageren op vacatures in een app is daar één van. Het is belangrijk dat er ook in andere stappen, zoals de sollicitatiegesprekken door intercedenten en recruiters, aandacht voor skills is. In deze stappen kunnen de kandidaat en intercedent of recruiter bovendien bespreken of de kandidaat nog aanvullende skills heeft.” Het project Transfer maakt onderdeel uit van Sharehouse, een fysieke labomgeving waar meerdere zogenaamde living communities samen werken aan de toekomst van het werken in warehouses op het kruisvlak van technologische innovatie en de inzet van medewerkers.

Eveline Westbeek en Malte Steinhoff, onderzoekers TNO.

De krappe arbeidsmarkt zorgt ervoor dat steeds meer bedrijven magazijnprocessen robotiseren. Technisch kan er inmiddels veel meer dan pakweg een paar jaar geleden, maar de combinatie mens-robot of het nou in een productie of magazijnomgeving is, blijft voor veel dilemma’s zorgen. Wetenschap en hoger onderwijs zoeken samen met het bedrijfsleven naar oplossingen. “Robots die snel bewegen naast mensen is per definitie bijna altijd een uitdaging.”

TEKST BAS DIJKHUIZEN

Samenwerking mens-robot: ‘Het blijft een grijs gebied’

Studenten en onderzoekers verbonden aan de opleiding Mechatronica van Fontys Hogeschool Engineering in Eindhoven doen op dit moment volop onderzoek naar hoe de combinatie mens-robot in een (hoogdynamische) productie- of magazijnomgeving het beste tot zijn recht komt. Daarvoor is binnen Fontys een onderzoeksteam onder andere bezig met een project genaamd Smartness waarin vanuit verschillende disciplines wordt onderzocht welke invloed robotica heeft op de mens in een hoogdynamische werkomgeving, en dan met name op het vlak van veiligheid. “We doen hier op Brainport Industries Campus in Eindhoven (zie kader) experimenten met diverse robotarm- opstellingen om te kijken hoe een mens reageert als de arm te dichtbij komt of opeens versnelt terwijl hij bezig is met het aandraaien van schroeven of het sorteren van artikelen”, zegt Lucas Brouns, onderzoeker aan het lectoraat Mechatronica & Robotica aan de Fontys Hogeschool Engineering.

EMOTIES AFLEZEN

Om die emoties van de mens te registreren wordt gebruik gemaakt van een camera en speciale software om de emoties van de mens te analyseren aan de hand van

Lucas Brouns (links) instrueert derdejaars studenten Enigneering aan de Fontys Hogeschool.

gezichtsuitdrukkingen. Mocht een robot die in de nabijheid werkt bijvoorbeeld ineens een onverwachte beweging maken, dan kan dat invloed hebben op de persoon die er staat te werken. Brouns: “Vraag is natuurlijk wat ‘onverwacht’ is en welke emotie dat opwekt bij de persoon die aan het werk is naast een robot. Is dat een stress- of paniekreactie of wat anders. Dat proberen we binnen dit onderzoek te classificeren.”

WAT DOET FONTYS OP DE BIC?

Fontys is de grootste hbo-instelling in het zuiden van Nederland, met 24 instituten in tien verschillende steden. Eén daarvan bevindt zich in Eindhoven, op het bedrijventerrein Brainport Industries Campus (BIC), waar een dependance is gevestigd van Fontys Hogeschool Engineering. Hier wordt gewerkt aan hightech concepten voor met name de maakindustrie. Onderzoekers, docenten en derde- en vierdejaars studenten van de Fontys Hogeschool voor Engineering hebben in een living lab in het BIC een manier ontwikkeld om de efficiëntie van een bestaande productielijn te verbeteren met de inzet van assemblagerobots, waarvoor de onderdelen bij productieactiviteiten worden aangevoerd door een AGV. Kerstjens: “Het idee hierachter is de opzet van een flexibel productiesysteem waarin meerdere typen producten vervoerd, geassembleerd en op kwaliteit kunnen worden gecontroleerd. De AGV voorziet in een vervoersbehoefte in het verplaatsen van producten van A naar B. Van de robots in het systeem is het de bedoeling dat ze assemblageactiviteiten kunnen uitvoeren, maar het zouden ook in- en uitpakactiviteiten kunnen zijn of palletiseren. Wat hier staat, is een compleet productieproces dat normaal ook plaatsvindt, maar dan in het klein.” In het Smartness-onderzoek wordt volgens Brouns en Kerstjens ook nauw samengewerkt met de opleiding toegepaste psychologie van Fontys. “Wij zijn techneuten en hebben onvoldoende verstand van neurologische reacties van mensen. Wij kunnen een robot wel een beweging laten maken met een bepaalde acceleratie en snelheid, maar de uiteindelijke beoordeling hoe mensen hierop reageren doen we samen met collega-onderzoekers of studenten toegepaste psychologie.”

GRIJPTECHNIEK

Brouns’ collega en docent-onderzoeker Randy Kerstjens stelt dat in de praktijk blijkt dat de meeste mensen naast robots werken en niet zozeer mét robots. “Wij kijken hier vooral hoe we de interactie met robots kunnen aangaan op een intuïtieve manier. Dat betekent dat als je hier aan het werk bent en de robot komt bij je in de buurt om iets aan te geven, dat de robot ‘snapt’ hoe een mens op natuurlijke wijze een onderdeel of voorwerp aanpakt.” Kerstjens geeft als voorbeeld dat een programmeur vaak de neiging heeft om een robotarm zo in te programmeren dat deze een voorwerp aan de bovenkant kan vastgrijpen, volledig omklemt en vervolgens aangeeft aan een mens. “Dat is niet altijd handig bij mens-robot interactie, want de mens is gewend om een voorwerp – neem een koffiebeker – in het midden vast te grijpen zodat iemand anders het bekertje simpel kan overpakken. Wij zoeken naar oplossingen waarbij een robot een voorwerp aangeeft op zo’n manier dat mensen veel beter het voorwerp kunnen overpakken of erbij kunnen, zonder dat het gewricht van de robot in de comfortzone of het gezichtsveld van de mens komt.”

INTUÏTIEF BEWEGEN

Volgens de docent-onderzoeker spitsen diverse onderzoeken door studenten Mechatronica zich toe op het ontwikkelen van robotsystemen die intuïtiever bewegen dan traditionele robotsystemen. Kerstjens: “De meeste robotapplicaties zijn heel traditioneel ingericht. Ze gaan omhoog en omlaag om iets neer te leggen of over te geven. Dat is functioneel heel logisch en werkt ook robuust en betrouwbaar voor een robot in een afgesloten geïndustrialiseerde omgeving, maar dat is niet altijd zo in een directe samenwerking in bijvoorbeeld een magazijnomgeving. We willen met de robots overigens niet menselijke bewegingen volledig gaan imiteren, maar vooral zien te achterhalen hoe een robot reageert op bepaalde bewegingen en wat daarbij logisch is om te doen.” Ook is het mogelijk volgens de docent-onderzoeker om op basis van de bevindingen van de collega’s van psychologie in lopende onderzoeken een vertaalslag te maken naar technologie. “In theorie is het mogelijk dat we de gelaatstrekken kunnen registreren van iemand die angstig kijkt. Stel dat dit een conclusie is van het onderzoek, dan is dat een vraagstuk, waar wij vervolgens met onze studenten technologisch iets mee zouden kunnen doen. Dat is best wel een moeilijk vraagstuk en dat vergt vervolgens ook

Randy Kerstjens (foto midden, wijzend) is een van de architecten van de robot-productielijn van Fontys in het Brainport Industries Campus (BIC).

veel onderzoek en experimenteren om te kijken hoe een mens op een robot reageert en vice versa.”

GRIJS GEBIED

Volgens Kerstjens en Brouns ontstaat hierdoor een hele nieuwe vorm van technologie. “Het is heel moeilijk om al die disciplines in één persoon te combineren. Daarom zoeken we – om onderscheidend te zijn - binnen Fontys heel actief bepaalde disciplines op binnen andere opleidingen. Op beurzen zie je heel mooie demo-opstellingen van robots, maar dat is vaak niet zoals ze in werkelijkheid gebruikt worden. Vooral ook omdat er in de samenwerking tussen robots en mensen een relatief grijs gebied is van hoe richt je dit proces in en wanneer doe je het goed en vooral ook veilig als bedrijf?” Reden hiervoor is dat het voor programmeurs en producenten vaak lastig is om aan te geven hoe hun oplossing zich zou moeten gedragen als er mensen mee samenwerken. Kerstjens: “Daarbij komt dat het ook heel complex voor beide is om te garanderen dat een robot onder alle omstandigheden veilig is. Dat wringt, want technologisch en producttechnisch kan het misschien allemaal wel, de praktijk wijst echter uit dat robots die snel bewegen in een hoogdynamische omgeving en mensen in hun nabijheid elkaar bijten. Deels komt ook doordat menselijke handelingen niet altijd even voorspelbaar zijn en je daardoor veel risico’s vooraf moet tackelen.”

VOORSPELBAAR BLIJVEN

Zowel Brouns als Kerstjens geven aan dat de complexiteit tussen mens en robot ligt in het vinden van oplossingen, waardoor deze combinatie logisch en vooral voorspelbaar blijft. “Daar komt ook nog bij dat er een bepaalde performance moet worden bereikt van een robotoplossing die ook nog eens veilig is. Dat is een jongleerspel, waar ook wij nog geen antwoord op hebben. Van mensen is het geaccepteerd dat ze fouten maken, bij technologie is dat in veel mindere mate het geval.” Als voorbeeld geeft Kerstjens een heftruckchauffeur die een collega aanrijdt in een magazijn. “Dan is de reactie meestal van oeps, dat had de chauffeur niet moeten doen. Als een AMR of robot deze magazijnmedewerker had omgereden met dezelfde snelheid als de heftruck, dan wordt al snel gezegd dat de fabrikant beter had moeten nadenken en deze risico’s af had moeten dekken. We houden elkaar dus in een houdgreep in de zoektocht naar de beste oplossing. Een gezonde houdgreep, want het is essentieel dat veiligheid gewaarborgd wordt.”

‘MENSELIJKE HANDELINGEN ZIJN NIET ALTIJD EVEN VOORSPELBAAR’

This article is from: