4 minute read

Prefab-units van de lopende band Marc Doodeman

INDUSTRIALISERING

Een fabriek voor het hart van het huis

Een fabriek neerzetten voor het ‘hart van het huis’, dat wil Peter Horsten van Vorm. Met plug-and-play prefab-units kunnen woningen vervolgens in de helft van de tijd worden gebouwd.

DOOR MARC DOODEMAN

Zijn hele werkende leven zat hij in de wereld van de maakindustrie. Van apparatenbouw, aluminiumtoelevering en automotive-toelevering tot winkelinrichting, meubilair en Bruynzeel-keukens. De laatste twintig jaar was de Brabander ook verantwoordelijk voor de productie. Begin 2021 werd Peter Horsten (51) gestrikt door Vorm, dat de lat hoger wil leggen bij de productie van prefabunits, zoals badkamers en installatie-units. Het bedrijf wil kampioen betaalbare woningen worden, zei algemeen directeur Hans Meurs onlangs. Prefab bouwen moet rigoureus anders. Simpel gezegd; minder tegelzetters, meer robots. “Echte topsport bedrijven in het industrieel produceren”, zegt Horsten.

Dat betekende ook afscheid van het verleden. Vorm stapte dit voorjaar uit Homeblocks, een samenwerkingsverband met Giesbers en TBI, dat tot doel had prefabwoonelementen te maken die op de bouwplaats plug-and-play geinstalleerd konden worden. De samenwerking bestond nog maar sinds mei 2019. “We zetten ze op vrachtwagens en schuiven ze als dozen onze betaalbare woningen in”, kondigde Vorm toen aan. Het Rotterdamse bedrijf beloofde nog meer samenwerkingen aan te gaan met maakbedrijven.

“De ontwerpkeuze van Homeblocks leent zich minder goed voor geautomatiseerde productie”, zegt Horsten, die met de directie van mening was dat het bruikt, zoals een vloer en een plafond, die ook al in de ruwbouw zitten.

Naast snelheid en betaalbaarheid is duurzaamheid een factor waar het prefabbedrijf op wil scoren. Geen verspilling van materialen, en een lange levensduur van de onderdelen. De units zullen met een nieuwe bouwmethode gemaakt worden, met minder materiaal. Het materiaal is zoveel mogelijk cradle-to-cradle en demontabel.

De fabricage zal op een industriële manier plaatsvinden, legt Horsten uit. Dat wil zeggen: optimaliseren van het product, het proces en vooral de productie. Parametrisch ontwerpen krijgt een belangrijke rol. “En er zal maximaal geautomatiseerd worden.” Productielijnen met alleen maar robots zitten er nog niet in. “Assembleren zal eerst nog deels handwerk worden.” Maar de Vorm-prefabfabriek gaat stukje bij beetje een heel eind komen, zegt hij. “Industrieel bouwen is continu verbeteren.”

“Alles wat je vooraf in de fabriek kunt fabriceren, gaan we in de fabriek fabriceren”

goed was om uit Homeblocks te stappen en met Vorm een eigen koers te varen. “We hebben een andere kijk op de toekomst van prefabelementen. Dan moet je deze stap durven maken.”

Voorlopig is hij nog de enige medewerker van Vorms dochteronderneming en wisselt hij zijn werk thuis af met bezoekjes aan maakbedrijven waarmee Vorm mogelijk in zee gaat. Vorm wil namelijk in 2022 zijn eerste stappen zetten in het produceren van prefabunits. Horsten kan nog niet verklappen waar hij precies mee bezig is, daarvoor is het net te vroeg, maar een tipje van de sluier wil hij wel oplichten.

Hart van het huis

De prefabunit die Horsten voor ogen heeft is het hart van het huis. Een badkamer, toiletruimte en installatie-unit in één. Soms zelf met ontvangstruimte erbij. “Alles wat je vooraf in de fabriek kunt fabriceren, gaan we in de fabriek fabriceren.” Niet alleen badkamer, toilet en keuken, maar denk ook aan stroomvoorziening, kabels en verwarmingsleidingen.

Als de units klaar zijn en naar de bouwplaats worden gereden, moet het volgens hem kinderlijk eenvoudig zijn om de eenheden in de ruwbouw te monteren. “Er moet zo min mogelijk vakmanschap nodig zijn op de bouwplaats.” De units zullen maatvaster zijn en meer foolproof dan gewoonlijk bij prefab.

Doel is dat dankzij de productie van units woningen 50 procent sneller gebouwd kunnen worden en 20 procent betaalbaarder worden dan bij traditionele bouw. Dat doel haal je volgens Horsten alleen als je de factor arbeid minimaliseert. Dat zal niet eenvoudig worden, want voor een gewone prefabbadkamer is het al best lastig om de kostprijs onder die van een traditioneel gebouwde badkamer te krijgen. Dat komt omdat je extra materialen ge-

Vorm zal maximaal automatiseren, zegt Peter Horsten. Foto: Erald van der Aa

ductie, zoals wachten en zoeken naar materialen. Maar ook minder arbeidstijd in het ontwerp en het proces. Afhankelijkheden van andere partijen kunnen ook roet in het eten gooien. “Als halffabricaten niet op tijd geleverd worden, kunnen productielijnen stil komen te liggen. Zoveel mogelijk just in time aanleveren is het beste. Je hebt te maken met takttijden, een vast productieritme, je kunt niet afhankelijk zijn van partijen van buiten.” De fabriek moet blijven draaien. Lean. “Dat wil zeggen dat je maximaal stuurt op tijd. Alle tijd die je erin steekt, moet waardevermeerdering betekenen. Dat betekent geen wachttijden, geen onnodige voorraden, maar bijvoorbeeld ook geen verspilling van talent.”

Dit wordt het nieuwe prefab bouwen, als het aan hem ligt. Of Vorm koploper wordt als het gaat om prefabunits, durft Horsten nog niet te zeggen. Maar Vorm gaat een heel eind komen, is zijn overtuiging. De vruchtbare grond is er. Horsten is blij met de steun van algemeen directeur Hans Meurs. “Hij is de grootste ambassadeur.”

This article is from: