Prefab is keuzes maken Yvonne Ton

INDUSTRIALISATIE

Besluiteloosheid belemmert industrieel bouwen

Prefabriceren is de toekomst, maar daarvoor moeten alle betrokken bouwpartijen vroegtijdig durven kiezen voor een prefabmethode en daar niet meer van afwijken. “We willen in Nederland zo lang mogelijk alle opties openhouden. Dat is heel irritant.”

DOOR YVONNE TON

Prefab of industrieel bouwen wordt steeds meer mainstream, constateert Marjet Rutten, bouwpublicist en aanjager van ontwikkelingen als industrieel bouwen en duurzaamheid. Dat meet ze af aan het aandeel woningen dat inmiddels al uit een fabriek komt. Bij corporaties en ontwikkelaars neemt de vraag duidelijk toe en ook politiek staat het inmiddels hoog op de lokale en landelijke agenda’s. “Vanuit het oogpunt van de opdrachtgever breekt er een nieuwe fase aan. De pioniersfase is voorbij. We komen in het stadium van de early majority.”

Rutten stelt jaarlijks een overzicht samen met productiecijfers (gerealiseerd en waar cijfers ontbreken zelf ingeschat) en een lijst met industriële bouwers. Dit jaar verwacht ze dat de 37 industriële bouwers (vorig jaar 26) gezamenlijk ruim 14.300 woningen industrieel produceren, zo’n vierduizend meer dan daadwerkelijk afgezet vorig jaar. En dat aantal zal snel oplopen, denkt Rutten een paar maanden na het publiceren van haar meest actuele overzicht. Over tien jaar zou het weleens kunnen gaan om 70 tot 80 procent van wat er jaarlijks aan woningen gebouwd wordt.

Snelheid en verduurzaming

Voor producenten en afnemers zijn bouwsnelheid, het gebrek aan vakmensen en de noodzaak om te verduurzamen belangrijke redenen om te kiezen voor huizen uit de fabriek. Hoewel het woord fabriek volgens Rutten niet altijd de lading dekt. De ene productielocatie is een stuk geavanceerder dan de andere. Soms is er meer sprake van een overdekte bouwplaats.