GOEDE VRIJDAG LEZING
ANNA ENQUIST

VERRASSEND LICHT OP DE MATTHÄUS
Al meer dan honderd jaar zet de Nederlandse
Bachvereniging zich met hart en ziel in om Bachs muziek met de wereld te delen. Door alle generaties heen vinden mensen bij Bach inspiratie, ontroering, schoonheid, troost en bezinning. Wij gunnen iedereen zo’n rustpunt in een hectische wereld. Daarom is Bach voor iedereen onze missie.
Van alles wat we doen om onze missie uit te voeren, is de uitvoering van de Matthäus-Passion in de Grote Kerk Naarden op Goede Vrijdag onbetwist de meest dierbare traditie. Sinds enkele jaren heeft de Bachvereniging hier een nieuwe traditie aan toegevoegd: in de pauze van onze Matthäus-Passion spreekt een prominent persoon, exclusief voor de genodigden van de Bachvereniging, live de Goede Vrijdag-lezing uit. In deze lezing werpt de spreker vanuit het eigen vakgebied een verrassend licht op de Matthäus-Passion, door het verhaal en/of de muziek te verbinden aan een universeel of actueel thema. Met deze maatschappelijke invalshoek illustreren we de relevantie van het stuk, plaatsen we Bach in de huidige tijd en leggen we verbindingen met andere expertises.
We zijn bijzonder verheugd dat we dit jaar schrijver, psychotherapeut en musicus Anna Enquist bereid hebben gevonden voor deze vierde editie van de Goede Vrijdaglezing. Zij beschouwt de Matthäus-Passion vanuit haar diverse vakgebieden en stelt scherp op de rol van verdriet in Bachs meesterwerk, en het leven. In deze uitgave leest u haar gesproken tekst integraal terug.
Janneke Slokkers directeur – bestuurder Nederlandse Bachvereniging

MATTHÄUSPASSION, HET VERDRIET
door Anna Enquist
In de documentaire ‘Erbarme dich’ van Ramon Gieling, uit 2015, spreekt regisseur Peter Sellars zich uit over de MatthäusPassion. ‘Deze muziek gaat over huilen’, zegt hij verbijsterd, ‘drie uur lang huilen, in het begin, het midden en het eind. Wie wil er zo lang naar gehuil luisteren, waarom willen mensen dat steeds maar horen?’ En waarom zien mensen daarnaar uit, zou je eraan toe kunnen voegen, waarom kopen ze er kaarten voor, waarom verheugen ze zich erop?
Dat moet wel zijn omdat het op een of andere manier aan een behoefte voldoet. Mensen willen kennelijk graag getuige zijn van tomeloos huilen, misschien beantwoordt het aan iets dat in hen leeft en buiten de uren van luisteren naar deze passie niet zo vaak aan bod komt, niet zo duidelijk vorm krijgt. Het meest voor de hand liggende antwoord op deze kwestie is: verdriet. Je huilt omdat je verdriet hebt en verdriet is niet te ontlopen, iedereen maakt dat mee. Maar wat stellen we ons voor bij dat begrip, wat ís het eigenlijk?
Ik denk dat alle verdriet in essentie over gemis gaat. Wat er precies wordt gemist kan een variëteit aan zaken zijn, maar het ontberen, het missen is altijd de kern. Een huilende baby mist de basisveiligheid van nabijheid; een kleuter die een gat in zijn knie valt mist de onaantastbaarheid van het lichaam; een wat groter kind mist een
Anna Enquist schrijft romans, dichtbundels en verhalen. Daarnaast is zij psychotherapeut en pianist. Muziek speelt in haar literaire werk een grote rol.
Anna Enquist (1945) studeerde psychologie en piano. Zij werkte als docent psychologie en psychotherapeut aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam. Na het voltooien van de psychoanalytische opleiding werd zij staflid van het toenmalig Nederlands Psychoanalytisch Instituut. In 1991 debuteerde Anna Enquist als dichter. Poëzie van haar werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. In 2013 schreef ze het Poëziegeschenk (Een kooi van klank) van de allereerste Poëzieweek. Recent, in maart 2025, verscheen haar tiende dichtbundel, De Onderkant. Het oeuvre van Anna Enquist telt daarnaast vele romans (waaronder haar debuutroman Het meesterstuk, Het geheim, Contrapunt en Sloopt de avond) en verhalenbundels. Haar literaire proza bezorgde haar een breed en internationaal lezerspubliek. Van haar werk zijn miljoenen exemplaren verkocht.
vriendje dat net is verhuisd of een docent die de school heeft verlaten. Het missen gaat een leven lang door: geliefden, kansen op een opleiding, een werkkring, op kinderen. Het mislukken van een sollicitatie, het opdoemen van een ziekte, het verbreken van een vriendschap – het levert allemaal gemis op, niet alleen ten aanzien van het verlorene maar zeker ook wat de fantasieën omtrent het gemiste aangaat. Verdriet om een onvervulde kinderwens gaat over het verlies van de fantasieën betreffende het afwezige kind. Verdriet over een ziekte gaat over de kapot geslagen fantasie over de onaantastbaarheid van het gezonde lichaam.
Verdriet kan gekleurd zijn door andere emoties die erbij komen of er doorheen schemeren: angst, twijfel, schuld, woede. Soms lijken die gevoelens vooraan te liggen maar achter dit alles ligt het verdriet – over verlies van macht, van veiligheid, van intimiteit, van lichamelijke integriteit. Verdriet begeleidt ons een leven lang en ieder mens zal moeten leren daarmee om te gaan. *
In de vroege geschiedenis van Bach heeft verdriet een grote rol gespeeld. In het jaar na zijn geboorte stierf eerst zijn tien jaar oudere broer en daarna
een zusje van zes. Dat moet de gemoedsgesteldheid van Bachs moeder hebben beïnvloed. Misschien is zij somber geweest of was zij angstig om ook dit nieuwe zoontje te verliezen. We weten het niet. Wel is bekend dat kinderen van depressieve ouders geneigd zijn om later zeer goed te presteren om hun ouders gelukkig te maken en erg hun best te doen om vader en moeder op te vrolijken. Toen Bach zes jaar was stierf zijn achttien jaar oudere broer. Dat heeft hij dus bewust meegemaakt. Het bleef niet bij dit verdriet want toen hij negen jaar was stierven zijn beide ouders kort na elkaar. Ik noem niet alle sterfgevallen – er bezweken nog inwonende kinderen die bij de familie hoorden – maar het is duidelijk dat de omstandigheden waarin Bach opgroeide waren getekend door wat wij nu trauma’s zouden noemen. Het ligt voor de hand om ervan uit te gaan dat zijn muzikale gaven een tegenwicht boden tegen al deze droefenis. De kleine Bach trok in bij zijn oudste broer en wijdde zich ijverig aan zijn gymnasiumopleiding en zijn muziekstudie.
Als we de geschiedenis verder volgen stuiten we op Bachs huwelijk met zijn eerste vrouw, Maria Barbara. Ze kregen uiteindelijk zeven kinderen waarvan er drie jong stierven: een tweeling vlak na de geboorte en later, in 1719, een
zoontje als peuter. In 1720 vond er een uiterst ingrijpende gebeurtenis plaats: tijdens een verblijf van Bach met zijn werkgever prins Leopold van Anhalt-Köthen in Karlsbad, waar hij concerten gaf, stierf thuis zijn vrouw. Bach hoorde dat pas bij de voordeur. Vier kinderen bleven moederloos achter. De jongste daarvan, Bernhard, die later een zorgenkind zou blijken te zijn, was vier jaar. Het verdriet moet immens zijn geweest en over de invloed van het verlies van de moeder op een vierjarig kind kunnen we onze gedachten hebben. Het kan zijn dat het rusteloze onvermogen van zoon Bernhard om zich later ergens te hechten daar iets mee te maken heeft.
Vader Bach hertrouwde na enige tijd met zangeres
Anna Magdalena, die haar muziekambities opgaf en voor de vier kinderen ging zorgen. Het gezin verhuisde naar Leipzig, er werd een dochtertje geboren en, een jaar later, een zoon. Hadden de ouders angst dat het deze kinderen niet goed zou gaan?
De zoon, Gottfried Heinrich, had ernstige ontwikkelingsproblemen, kon niet naar een gewone school en bleef thuis wonen tot hij later, na de dood van Bach, ondergebracht werd bij diens schoonzoon en oud-leerling Altnickol. Het meisje ging dood in 1726, toen zij drie jaar was.
Op het gebied van het werk ging het Bach voorspoedig. Hij was goed in staat zijn gezin te verzorgen en werd alom gerespecteerd om zijn gaven als componist en orgeldeskundige. Op het terrein van het persoonlijk leven lagen de zaken dus anders, daar vinden we volop aanleiding tot verdriet en gemis. Er zal bezorgdheid zijn geweest over de toekomst van de mogelijk zwakbegaafde zoon Gottfried Heinrich en over de ontwikkeling van de getroebleerde Bernhard. Misschien was er woede over het feit dat hem zoveel kinderen moesten ontvallen. Bach heeft zich wellicht ook schuldig gevoeld over de reis naar Karlsbad, of had spijt dat hij niet was thuisgebleven om bij zijn kinderen te zijn toen hun moeder stierf. We weten het niet, maar dat deze verdrietige zaken aan de orde waren in de jaren dat Bach zijn ‘grote passie’ ontwierp en componeerde is historie, is een feit.
De omgang met verdriet biedt een staalkaart van zeer uiteenlopend gedrag. Soms zien we een simpele ontkenning: er is niets bijzonders gebeurd, er is niets aan de hand. Ligt zo’n afweermanoeuvre achter het idee dat kindersterfte in de achttiende eeuw zó vaak voorkwam dat het niet erg was? Het lijkt mij dat de impact van het verlies door die gedachte ernstig wordt gebagatelliseerd.
Ook zien we wel dat het verdriet wordt overdekt met activiteit. Er is geen verdriet zichtbaar, alleen manisch aandoende drukte. Er moet heel hard gewerkt worden en zodra de verliezer gaat zitten of liggen welt er een ondraaglijke onrust in hem op.
Somatiseren, het vertalen van verdriet en de bijbehorende gevoelens in lichamelijke termen, is ook een poging om het werkelijk voelen van de ramp naar een ander gebied te verleggen. De verliezer krijgt fysieke klachten: hij is niet woedend maar heeft hoofdpijn, er is geen angst maar hevige buikpijn, emotionele overbelasting komt tot uiting in rugklachten waar de huisarts geen raad mee weet. Somatiseren onttrekt zich aan de taal en is mede daardoor moeilijk te bespreken en te behandelen.
Soms is het verdriet zo slecht te verdragen dat er permanent een andere emotie vóór wordt geschoven. Dan zou Bach bijvoorbeeld meer bezig zijn met woedende verwijten aan het adres van prins Leopold die hem had meegesleurd naar Karlsbad dan met het verlies van Maria Barbara. Vaak schuift een apathische somberheid over het pijnlijke gevoel heen en verzeilt de verliezer in een depressie.
Is er een gebied te bedenken waar het verdriet niet wordt weggemaakt, maar gevoeld
en verdragen kan worden? Hier komen we op het terrein van de muziek. Je kan muziek begrijpen als taal zonder woorden, het is de eerste taal waar ieder mens kennis mee maakt. Al voor de geboorte luistert de baby naar de hartslag van de moeder en lang voordat de taal van de woorden zijn intrede doet, laat het kleine kind zich bij angst of ongemak geruststellen door ritmisch wiegen of het zingen van slaapliedjes. Ook na de verwerving van de echte, secundaire taal blijft muziek een grote rol spelen als primaire toegang tot het gevoelsleven. Muziek komt veel directer bij ons binnen dan woorden dat kunnen. Bij het beluisteren van muziek kan je ervan overtuigd zijn dat een frase precies uitdrukt wat je voelt, maar als je dat probeert te vertellen schieten de woorden tekort. Toch weet je dat de componist je heeft begrepen. Bij begrafenissen kunnen de aanwezigen met droge ogen naar de toespraken luisteren, maar moeten ze huilen als de muziek klinkt.
Hoe kan het dat muziek in staat is heftige emoties op te roepen en te laten beleven zonder dat de luisteraar in paniek raakt en overspoeld wordt? Verdriet is beangstigend omdat je er totaal in kan wegzinken en omdat het eindeloos is en eeuwig zal doorgaan. Muziek bezweert de angst voor wegzinken en overspoeld worden door haar structuur. Zij

De opening van het koraal ‘O Mensch, bewein dein Sünde groß’ uit de Matthäus-Passion.
geeft door middel van frasering, harmonisering, ritmiek en melodisch verloop vorm aan de emotie. Dat maakt het mogelijk om werkelijk te voelen wat er in de binnenwereld omgaat. De angst voor het eindeloos verzonken blijven in verdriet verdwijnt, omdat muziek wel gebonden is aan tijd en een voorspelbaar einde heeft. Door het opheffen van angst fungeert muziek als troost.
Tot nu toe ging het over luisteren en niet over actief musiceren en componeren. Vanuit de psychologie weten we dat musici als baby al erg gevoelig zijn voor muzikale prikkels en daarom al vroeg die prikkels leren ordenen zodat ze herkend en gehanteerd kunnen worden. Door deze muzikale structurering kan de muzikale mens een grotere hoeveelheid verwarrende en tegenstrijdige impulsen verdragen dan iemand die dit vermogen mist. Bij volwassen musici zijn de ontwikkelingsfasen minder tot afsluiting gekomen en blijft problematiek uit alle fasen levend en bereikbaar. Er is spraken van een dubbel bewustzijnsniveau: enerzijds het openstaan voor invallen vanuit het onbewuste, anderzijds het behouden van het kritisch denken dat de musicus in staat stelt aan die invallen vorm te geven.
Bij het verdragen en verwerken van verdriet heeft de praktiserend musicus ook steun aan het dagelijkse handwerk: studeren op het instrument. Dat neemt het denken tijdelijk totaal in beslag en geeft ritme aan de dag. Vanuit de liefde voor de muziek brengt de musicus dat steeds weer op en zien we een wonderlijke afwisseling tussen diepe concentratie en het toelaten van emoties. Een muzikale ‘verdoving’ die tegelijkertijd ook troostrijk en helend is.
Hoe ging Bach om met het verdriet in zijn persoonlijk leven? Als voorbeeld uit een latere levensperiode noem ik het verlies van zijn zorgenkind Bernhard, die zo vroeg zijn moeder verloor. Bach heeft zich voor deze zoon, die een zeer begaafde organist was, bijzonder ingespannen. Hij schreef aanbevelingsbrieven zodra er ergens een organistenpost vrijkwam maar moest aanzien dat Bernhard steeds de dienst weer opzegde en uiteindelijk spoorloos verdween. Bach schreef een wanhopige brief aan de man die Bernhard voor zijn laatste post had aangenomen op voorspraak van zijn vader. De zoon was daar na een jaar vertrokken, de vader betaalde alle schulden en niemand kon hem vertellen waar Bernhard was. Uiteindelijk bleek dat die zich voor een rechtenstudie aan de universiteit van Jena had
ingeschreven en daar al zeer snel was gestorven.
In de jaren van intense angst, ongerustheid en verdriet over deze zoon componeerde Bach zijn Goldbergvariaties, een ingenieus bouwwerk van dertig variaties op het basthema van een aria. Het werk is gestructureerd door om de drie variaties terugkerende canons waarbij de stemmen steeds verder uit elkaar liggen. Het geheel is zo doordacht in elkaar gezet dat het van de componist totale aandacht moet hebben gevraagd en afleiding van achterliggende emoties moet hebben geboden. Kon Bach hierdoor afstand nemen van wat hem in zijn persoonlijk leven bezig hield? Vast en zeker, maar niet helemaal, niet overal. Het werk kent drie tragische mineurvariaties waarvan de laatste, nummer zesentwintig, het dramatisch hoogtepunt van de cyclus vormt. Daarnaast is er, hoe vrolijk of onstuimig de muziek ook klinkt, in elke variatie - als een wak in het ijs - een wonderlijke passage te horen in de maten 23 en 24, in het tweede gedeelte. Bach moduleert daar naar e klein en het lijkt of op die momenten het verdriet even wordt toegelaten. Het maakt te midden van het virtuoze compositorische en klaviertechnische geweld een hartverscheurende indruk.
Dit is de rijpe Bach die het liefst zeer gecompliceerde fuga’s schrijft en zijn gevoelens heel beheerst tot expressie brengt. Hoe was dat voor de Bach in de kracht van zijn jaren, toen hij de Matthäus-Passion componeerde? Is zijn reactie op de ellende die hem tot die tijd was overkomen explicieter en minder terughoudend terug te vinden in zijn werk?
We horen het vandaag, alle besproken elementen van verdriet: schuld over gepleegd verraad, woede over de wrede bestraffing van onschuld, angst voor lichamelijke vernietiging en voor verlating, hopeloosheid in de confrontatie met gemis. Bach heeft het allemaal op dramatische wijze verklankt, zo levendig dat het aan een opera doet denken. Het is een caleidoscoop waarin alle aspecten van verdriet ronddraaien en de ingetogen koralen de enige rustpunten vormen. De overal hoorbare dalende melodielijnen zijn de tranen waar regisseur Peter Sellars het over had: ‘elke traan is een parel waar doorheen je een diepere betekenis ziet.’ Het storten van de tranen zal doorgaan tot het einde van het slotkoor, tot de laatste maat wordt er gehuild en wordt er een troostende vorm gegeven aan een groot verdriet.
Anna Enquist Naarden, 18 april 2025

BACH VOOR ALTIJD
Help mee om Bachs erfenis te laten voortbestaan.
Neem de Bachvereniging op in uw testament. Zo ontfermt u zich over toekomstige generaties en maakt u de prachtige en tijdloze muziek van Bach ook voor hen toegankelijk. Uw nalatenschap zorgt ervoor dat wij Bach levend kunnen houden en wij zijn muziek op het allerhoogste niveau kunnen blijven uitvoeren.

Ga voor meer informatie naar
bachvereniging.nl/steun