BEHANDELING VAN PEDIATRISCHE URGENTIES Onze aanpak Zuid-Kivu
VOORSTELLING VAN HET PROJECT PEDIATRISCHE URGENTIES 2021-2022
VOORSTELLING VAN HET PROJECT PEDIATRISCHE URGENTIES
CONTEXT Een urgentie is elke situatie die zonder of zelfs met medische interventie snel verslechtert of kan verslechteren, en waarbij fouten maken geen optie is. Iedere zorgverlener heeft de ethische plicht de patiënten persoonlijk een plichtsbewuste, toegewijde en op feiten gebaseerde zorgverlening te bieden. In Zuid-Kivu wordt de context van de pediatrische urgenties gekenmerkt door diverse problemen die te maken hebben met de kinderen zelf en met de referentieziekenhuizen. Bij kinderen: Hoge kindersterfte in de provincie. De opvolgingsindicatoren wijzen op een gemiddelde van 2,1%, of 1 op de 20 kinderen. (1) Hoge kindersterfte in de referentieziekenhuizen, zeker in de eerste 24 à 48 uur na opname. We tellen gemiddeld 162 overlijdens/1000 geboortes. (2) Onaangepaste praktijken vóór de opname en laattijdige hulpvraag in het ziekenhuis. In de referentieziekenhuizen: We stellen vast dat er voor nationale en/of internationale programma’s weinig of zelfs geen schriftelijk materiaal beschikbaar is over de behandeling. Anderzijds merken we dat de praktijken bij de behandeling van zieke kinderen heel sterk variëren. Dit geldt vooral bij kinderen met signalen van aandoeningen die een dringende behandeling vereisen, zoals chronische anemie of sikkelcelanemie.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Bron: (1)nationale gegevensbank DHIS2 (2) EDS 2013 – 2014
1
ONTWERP VAN PROTOCOLLEN EN EEN CASE REPORT IDENTIFICATIE VAN DRINGENDE PATHOLOGIEËN In haar publicatie ‘Memento van pediatrische ziekenhuiszorg’ van 2015 staat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stil bij 4 pediatrische urgenties: 1. ademhalingsproblemen 2. hartproblemen 3. neurologische problemen 4. ernstige uitdroging Het kader wordt dus bepaald door 4 overheersende urgenties.
ZOEKEN NAAR BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES De referenties moeten aan de volgende criteria beantwoorden: De referentie bestaat in de vorm van een publicatie. De referentie is bestemd voor een referentieziekenhuis en dus voor nietgespecialiseerde zorgverleners. De referentie verstrekt informatie die expliciet betrekking heeft op kinderen. Nationale referenties/programma’s genieten de voorkeur. Zijn deze niet beschikbaar, dan gaat de voorkeur naar de publicaties van de WHO of andere erkende internationale instellingen.
INHOUD VAN EEN KLINISCH PROTOCOL Het klinische protocol wordt afgedrukt op een tweezijdige A4-fiche met de te volgen stappen. Op de voorzijde: de onmiddellijke stappen. De belangrijke signalen of aandachtssignalen vaststellen. Het kind stabiliseren, een duidelijke en gestandaardiseerde levensreddende interventie uitvoeren en de onderzoeken starten. De stabilisering verderzetten en ondertussen de diagnose of de oorzaak zoeken. Op de achterzijde: de referenties in 2 delen. Bibliografische referenties Aanvullende informatie Bijzondere aandacht gaat naar bloedtransfusie. Hetzelfde geldt voor de reanimatie van pasgeborenen. 2
INHOUD VAN ANDER INFORMATIEMATERIAAL Fiches/diagrammen Medicijnenfiches Bijlage over een case report (of ‘klinische audit’) voor de evaluatie van de kwaliteit van de behandeling van een kind door het hospitalisatiedossier te analyseren op volledigheid en relevantie van de inhoud ten aanzien van de normen Bijlage over het juiste gebruik van de medicijnen Bijlage over de laboratoriumonderzoeken zonder waarden Deze documenten zitten in twee verschillende mappen: 1) Een map voor pasgeboren baby’s 2) Een map voor kinderen vanaf 28 dagen
VALIDERING VALIDERING IN 5 REFERENTIEZIEKENHUIZEN In eerst instantie werden de protocollen en case reports gedurende 2 weken 1,25 uur per dag voorgelegd aan het medisch personeel (artsen en verpleegkundigen) in 5 referentieziekenhuizen. Dit bevorderde niet alleen de inclusie, maar maakte het ook mogelijk om bepaalde voorstellen in de referentieziekenhuizen en bij het personeel in de context te plaatsen of te verduidelijken.
VALIDERING DOOR EEN PROVINCIAAL PEDIATRISCH COMITÉ Vervolgens werden de door de referentieziekenhuizen goedgekeurde en aangepaste documenten voorgelegd aan een Provinciaal Pediatrisch Comité, dat speciaal voor de gelegenheid werd opgericht door de provinciale gezondheidsdivisie (DPS). Dit comité kwam enkele halve dagen bijeen om de protocollen en andere informatiedragers goed te keuren. Het comité bestaat uit 8 pediaters en 5 huisartsen die in de referentieziekenhuizen werken en erkend zijn voor hun competentie in pediatrie. Vervolgens werd het comité uitgebreid met verpleegkundig personeel. Daardoor werd het Comité essentieel voor de ondersteuning van de DPS bij de sturing van het project.
3
VOORLICHTING VOORLICHTING IN 49 ZIEKENHUIZEN IN ZUID-KIVU De
doelstellingen
van
referentieziekenhuizen geformuleerd:
en
een 15
voorlichtingsandere
en
verspreidingsproject
ziekenhuisstructuren
werden
als
in
34
volgt
Voorlichtingsstrategie De provinciale gezondheidsdivisie (DPS) steunt op de volgende actoren om de protocollen en case reviews te verspreiden en de correcte toepassing ervan te evalueren: Het Provinciaal Pediatrisch Comité 2 pediatrische aanspreekpersonen in elk van de 49 ziekenhuizen: arts die verantwoordelijk is voor pediatrie en verpleegkundige die verantwoordelijk is voor pediatrie of neonatologie Artsen Zonder Vakantie (AZV) via de technische ondersteuning van een pediater 1) Voorbereidende activiteiten op het niveau van de provincie Het comité voltooit de protocollen en de case review formulieren, evenals de tools die nuttig zijn bij de opleiding, het beheer en de evaluatie van het project. 2) Verspreiding door de provincie naar 49 ziekenhuizen De opleiding duurt 3,5 dagen, in de vorm van seminars/workshops. Er zijn 4 sessies met telkens 24 à 25 aanspreekpersonen. 3) Verspreiding van de aanspreekpersonen naar de dienstverleners van 49 ziekenhuizen Elke aanspreekpersoon zorgt voor de verspreiding van de protocollen bij de pediatrische dienstverleners van zijn ziekenhuis. De aanspreekpersonen staan ook in voor de implementatie van de case reviews. 4) Evaluatie van de goede toepassing van de protocollen De evaluatie steunt op de case reviews en het evaluatieplan van het project. 5) Opvolging en evaluatie van de activiteiten Het project wordt opgevolgd en geëvalueerd via coaching/toezichtsbezoeken aan de 49 ziekenhuizen. 4
COACHING/TOEZICHT IN DE ZIEKENHUIZEN
Onder coaching en toezicht verstaan we ondersteuning van het ziekenhuispersoneel in het algemeen en bepaalde aanspreekpersonen in het bijzonder. De coach/toezichthouder is een lid van het Provinciaal Pediatrisch Comité, pediater of huisarts. Hij wordt begeleid door een medewerker van de DPS tijdens een bezoek op het terrein om de correcte toepassing te controleren.
VOORBEREIDENDE EDUCATIEVE ACTIVITEITEN De samenstelling van de tools, de coachinggids en het feedbackverslag was het werk van het Provinciaal Pediatrisch Comité met technische ondersteuning van AZV. Tijdens 4 bezoeken van telkens 3 dagen aan 4 referentieziekenhuizen werden de haalbaarheid van de aanpak, de aanvaarding door de dienstverleners onder toezicht en de functionaliteit van de ondersteunende tools getest. Zo werd de deugdelijkheid van de aanpak bevestigd en vonden er waar nodig enkele aanpassingen plaats. Het ziekenhuispersoneel gaf te kennen de aanpak erg te waarderen.
45 COACHING/TOEZICHTSBEZOEKEN In 2017 kregen 45 ziekenhuizen coaching of educatief toezicht. Door een vertraging in de financiering vonden deze activiteiten in sommige ziekenhuizen helaas meer dan een jaar na de basisopleiding plaats. De prestatiescores zijn onvoldoende en vertonen grote variaties tussen de verschillende ziekenhuizen. Ze variëren van 0 tot 72%, met een mediaan van 27%. Een waarde van 70% wordt in principe als voldoende beschouwd. De belangrijkste conclusies: 1) Het toezicht moet frequenter gebeuren. 2)De prestaties van het personeel van de ziekenhuizen die het minder goed doen, moeten worden opgekrikt.
5
DE PARTNERS Artsen Zonder Vakantie UNICEF PROSANI-USAID WHO Bureau Diocésain des Œuvres Médicales
GELEERDE LESSEN Negatieve punten: Te veel tijd tussen de opleidingen en de coaching/het toezicht Gedragswijzigingen duren lang Onstandvastigheid van het personeel Verlies van de mappen met protocollen Positieve punten: Protocollen samengesteld op basis van nationale (of bij gebrek daaraan, internationale) referenties Protocollen getest bij het personeel van 5 referentieziekenhuizen voor wijzigingen en goedkeuringen Steun van een Provinciaal Pediatrisch Comité in de DPS Inclusie van huisartsen en paramedisch personeel in het pediatrisch comité Identificatie van een vraag naar een gestandaardiseerd hospitalisatiedossier
DE VOORUITZICHTEN Validering van de protocollen op centraal niveau Ondersteuning van de voorlichting in de andere provincies Digitalisering van de protocollen Pleidooi voor schenkingen in de vorm van basisapparatuur en -medicijnen Integratie van de protocollen in het onderwijs aan de medische technische scholen
6
AUTEURS: Dr. Douchan BEGHIN Vrijwilliger bij Artsen Zonder Vakantie Dr. ZOZO MUSAFIRI Hoofd van het Bureau voor technische ondersteuning bij de DPS, expert in volksgezondheid Dr. Kash KARUBARA Marcellin Wettelijk vertegenwoordiger, adviserend geneesheer Oost-Afrika voor Artsen Zonder Vakantie
ARTSEN ZONDER VAKANTIE Zwartzustervest 21 2800 Mechelen België info@azv.be www.azv.be Verantwoordelijke uitgever : Stefaan Bonte