AS-magazine | het magazine voor de ambtelijk secretaris en adviseur medezeggenchap | #7 jun 2024
“IK HEB MIJN LEVEN NOOIT HELEMAAL GEPLAND. IK LAAT HET OP ME AFKOMEN” - STEVEN JELLINGHAUS
WOUTER KOOLMEES IN LANGS DE MEETLAT
JITSKE KRAMER OVER TIEN JAAR DEEP DEMOCRACY
“NA 24 JAAR MIJN HART GEVOLGD EN VOOR DE MEDEZEGGENSCHAP GEKOZEN” EVIE KEUS WERD VAN FILIAALMANAGER AMBTELIJK SECRETARIS
Ben jij een gepassioneerde schrijver met kennis van medezeggenschap?
Voor ons toonaangevende AS-Magazine zoeken wij een getalenteerde redacteur. In deze rol ben je verantwoordelijk voor het creëren van boeiende en informatieve content die onze lezers inspireert en informeert over alles wat met het vakgebied te maken heeft.
Je werkt nauw samen met een team van vier personen waaronder twee redacteurs. Het blad brengen we 3 keer per jaar uit, Je krijgt de vrijheid om jouw creativiteit en expertise in te zetten.
Wat ga je doen?
• Samenwerken met het team om ieder nummer weer te voorzien van interessante en actuele en kwalitatieve content
• Schrijven van artikelen en interviews
• Mede ontwikkelen van nieuwe rubrieken en formats om het magazine verder te verbeteren.
Wat vragen we van je?
Naast je kennis van medezeggenschap heb je ook kennis van het vak van AS/AM. Je hebt een vlotte pen of een journalistieke achtergrond.
OR-ondersteuning is sinds kort de trotse huurder van 100m² moestuin bij Bouwlust Reeuwijk.
Gelegen naast ons oude kantoor. Aan de rand van de drukke ‘randweg’ en onder de uitlaatgassen van de A12, besloten we groen te gaan. Met een ambitieus plan in de hand, begonnen we te enthousiast en iets te vroeg met zaaien. Na ijsheiligen hebben we met enige trots de paar plantjes die het hadden overleefd in de grond gezet. Toen begon het te regenen... en te regenen... en nog eens te regenen. De plantjes die de stortbuien doorstonden, werden vervolgens het slachtoffer van een slakkenplaag. Maar met wat bijsturing en een flinke investering bij het tuincentrum, hopen we binnenkort toch nog iets te kunnen oogsten.
En eigenlijk voelt het op ons werk ook zo. Zaaien, zaaien, zaaien en duimen dat er straks geoogst kan worden. Om te beginnen heb ik samen met Corry Oosterhoorn een heel hoofdstuk geschreven over de ambtelijk secretaris voor de nieuwe editie van OR voor Dummies. Dit boek wordt vooral gelezen door nieuwe OR-leden en HR-adviseurs. Wat begon met 3 pagina’s tekst bij de eerste druk van de Dummies is nu uitgegroeid tot een eigen AShoofdstuk met bijna 20 pagina’s over de voordelen van het aanstellen van een AS. In september komt de nieuwe druk uit. Ik verwacht dat het beeld van de ambtelijk secretaris hiermee flink zal verbeteren.
Onlangs was ik op bezoek bij de Stichting Economisch Onderzoek om te praten over de rol van de ambtelijk secretaris in de kwaliteit van de medezeggenschap. Zij hebben het Nalevingsonderzoek uitgevoerd. Ik heb gevraagd of ze uit de resultaten van het onderzoek onderscheid kunnen maken tussen OR’s met en OR’s zonder een AS. Zou er dan een significant verschil zichtbaar zijn? Dit kan, hebben de onderzoekers aangegeven. Echter, de data zijn van het Ministerie van SZW en zij hebben ons laten weten dat OR-ondersteuning –als commerciële partij – hier geen gebruik van mag maken. We zijn nu druk op zoek naar andere mogelijkheden.
Ook hadden we een boeiend gesprek met de adviseur van FWG. Na 7 jaar werd het tijd om de functiebeschrijving van de ambtelijk secretaris in de zorg te herzien. OR-ondersteuning heeft al eigen functiebeschrijvingen laten maken. In een interessant gesprek deelden we onze praktijkervaringen en visie op het vak. Hoe dit gaat uitpakken? Dat vergt nog wat geduld.
Kortom, wat gaat de lobby voor de AS allemaal opleveren? We gaan het zien. Voor nu gaan we gewoon door. De volgende afspraak is met een AI-expert om te onderzoeken of de ambtelijk secretaris nog wel toekomst heeft. Wordt vervolgd!
Liza Arends
in de ondernemingsraad?
Een kennismakingsgesprek met Steven Jellinghaus
Margo Hendrik - AS-opleidingen
Mark Jordens - Edmond
Niek van Leeuwen (startend AS) en Jorinde Koenen (Coach) - Stadgenoot
Evie Keus werd van filiaalmanager ambtelijk secretaris
NA EEN LOOPBAAN VAN MAAR LIEFST 24 JAAR BIJ ZEEMAN HEEFT EVIE KEUS DE MOEDIGE
STAP GEZET OM EEN HOOFDSTUK AAN HAAR CARRIÈRE TOE TE VOEGEN. ZE IS EEN ANDER
PAD INGESLAGEN EN IS GESTART MET DE VAKOPLEIDING TOT AMBTELIJK SECRETARIS. VIA
OR-ONDERSTEUNING IS EVIE AMBTELIJK SECRETARIS BIJ ZOWEL AVR, EEN
AFVALVERWERKER, ALS ISS, EEN BEDRIJF GESPECIALISEERD IN FACILITY MANAGEMENT. WE ZIEN DAT STEEDS MEER MENSEN INTERESSE TONEN IN HET VAK VAN AMBTELIJK
SECRETARIS EN ZICH LATEN OMSCHOLEN. WIJ ZIJN BENIEUWD HOE EVIE TOT HAAR
BESLISSING IS GEKOMEN EN HEBBEN HAAR UITGENODIGD VOOR EEN ONTMOETING IN ONS KANTOOR IN GOUDA.
Door Liza Arends en Angèla Abbo
Je had een lange carrière bij Zeeman. Hoe kwam je daar in aanraking met de medezeggenschap? “Ik ben bij Zeeman opgeklommen van verkoopmedewerker tot assistent filiaalmanager en uiteindelijk filiaalmanager. Op een gegeven moment was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik merkte dat ik me op een andere manier wilde inzetten voor het bedrijf. Een collega, Inge van Weerden1, stelde voor om zitting te nemen in de OR. Zij dacht dat het wel een leuke, nieuwe uitdaging voor me zou zijn en vooral een kans om me verder te ontwikkelen. Zo is het begonnen. Ik kwam tijdens een lopende zittingsperiode in de OR. Enige tijd later waren er verkiezingen, maar zoals wel vaker bij Zeeman het geval is, waren er meer zetels dan kandidaten, dus ik bleef OR-lid.”
En hoe was je eerste ervaring als OR-lid?
“Ik dacht wel: wat gebeurt hier allemaal? De eerste vergaderingen heb ik alleen maar zitten luisteren en de sfeer proberen te ervaren; ‘waar gaat het over en wat speelt er nu?’. Ik heb vooral gekeken en nagedacht over hoe ik me kon inzetten. ‘Welke rol kan ik spelen en waar pas ik?’, dat waren mijn eerste vragen. Sommige OR-leden waren verbaal heel sterk en ik vond het nog wat lastig om mezelf daartussen te positioneren. Al snel ben ik begonnen met het verzamelen van informatie voor de OR, dat samenvatten en er een goed geheel van maken. De andere OR-leden konden met dat verhaal naar de bestuurder. Ik werd vervolgens vicesecretaris, stelde als zodanig agenda’s op en notuleerde de
1 Inge van Weerden is via OR-ondersteuning als ambtelijk secretaris indienstgetreden bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
vergaderingen. Bovendien onderhield ik de communicatie met onze achterban. De OR wilde zich beter profileren en laten zien wie ze zijn en wat ze doen om zo het contact met de achterban te versterken. Ik heb deze rol lange tijd vervuld zonder de ondersteuning van een ambtelijk secretaris. We deden het allemaal zelf. Dat maakte dus wel dat we veel met het proces bezig waren. Ik heb er veel van geleerd. Volgens mijn oud-collega’s was mijn sterkste punt het kritisch lezen van stukken van de bestuurder en het stellen van scherpe vragen erover.”
De WOR van A tot Z
Evie gaat verder: “Op een gegeven moment merkte ik dat er bij Zeeman eigenlijk vrij weinig met de WOR werd gedaan. Toen ben ik onderweg in de bus naar Rijswijk, waar mijn filiaal was, zelf de WOR gaan lezen; helemaal van A tot Z. Ik wilde weten wat erin staat en wat we konden gebruiken. Met die kennis heb ik het reglement van de OR van Zeeman weer up-to-date gemaakt. Mijn interesse voor het proces van de medezeggenschap was daarmee gewekt, maar ik kwam nog niet op de gedachte om ambtelijk secretaris te worden. Dat kwam pas veel later.”
Eerste sollicitatiegesprek in 24 jaar
Nadat Evie uit de OR stapte, besloot ze weer te gaan studeren. Ze begon met een cursus Engels en schreef zich later in voor een opleiding tot schuldhulpverlener, maar besefte al snel dat dat niet was wat ze zocht.
Ondertussen vertrok haar collega Inge van Weerden
bij Zeeman. Zij begon aan de hbo Vakopleiding Ambtelijk Secretaris en kon via OR-ondersteuning aan de slag bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Inges enthousiasme voor haar nieuwe rol maakte Evie nieuwsgierig. Toen er een vacature voor junior ambtelijk secretaris bij JenV kwam, besloot Evie te solliciteren.
“Dit was mijn eerste sollicitatiegesprek in 24 jaar. Ik was dan ook enorm blij dat ik werd uitgenodigd. Hoewel ik niet werd aangenomen, heeft het gesprek me wel weer aan het denken gezet. Ik heb me met zoveel gedrevenheid beziggehouden met de medezeggenschap bij Zeeman en er zoveel energie uit gekregen. Ik zag nu de mogelijkheid om er mijn werk van te maken. Ik heb me meteen aangemeld bij AS-opleidingen en OR-ondersteuning en mijn baan bij Zeeman opgezegd. Na 24 jaar zekerheid een baan opzeggen om mijn hart te volgen; dat was heel spannend en tegelijkertijd wist ik dat dit de juiste stap was.”
Heeft de Vakopleiding Ambtelijk Secretaris je een ander zicht op het vak gegeven?
“Een deel van de stof is herkenbaar, een ander deel is nieuw. Dat is verfrissend. Medezeggenschap is op zich niet nieuw voor me, maar wel mijn eigen rol als ambtelijk secretaris. Als ambtelijk secretaris ben je natuurlijk vooral bezig met het proces en niet zozeer
“Na 24 jaar Zeeman mijn hart gevolgd en voor de medezeggenschap gekozen”
met de inhoud. Waar ik ook veel van leer is de mogelijkheid om tijdens de opleiding de stof samen met een professional en medestudenten te bespreken. Dit geeft me een andere invalshoek. Voorheen interpreteerde ik als OR-lid de WOR vooral vanuit mijzelf, nadat ik de WOR in de bus had gelezen. Nu krijg ik van een expert te horen: ‘Dit is wat de WOR inhoudt en vooral wat de toepassingen zijn’. Het is toch net even een andere insteek.”
Sinds januari werk je als ambtelijk secretaris bij AVR en ISS. Hoe bevalt je opdracht bij AVR?
“AVR is een heerlijke OR om voor te werken. Het zijn Rotterdammers, dus heel direct en heel eerlijk. Als iets niet goed gaat, dan hoor je het. Als het wel goed gaat, krijg je een oprecht compliment. Ik heb de eerste drie maanden coaching en ondersteuning gehad van Karlijn Scholtes, de ambtelijk secretaris die ik ben opgevolgd. Zij werkt ook via OR-ondersteuning. Karlijn heeft mij ingewerkt en op weg geholpen. In het begin vond ik het lastig om iemand op te volgen met meer ervaring. Dat begint wel minder te worden en ik kan nu beter mijn eigen weg vinden. Mijn doel is om meer vertrouwen te krijgen in mijn rol, vooral tijdens vergaderingen. Daarnaast wil ik mijn organisatorische vaardigheden verder verbeteren. Op de lange termijn hoop ik ook in staat te zijn om advies te geven op instemmings- of adviesaanvragen of bijvoorbeeld de structuur van de OR. Hoe mooi is het dat ik alles wat leer tijdens mijn studie in mijn werk kan toepassen en de OR help verder te ontwikkelen.”
En je zit ook bij ISS, hoe is het daar?
“ISS is een facilitair bedrijf met een vrij jonge OR die qua samenstelling heel verschillend is. Van schoonmaak, technische dienst tot accountmanagement en ook medewerkers van het hoofdkantoor. Een hele brede groep dus. Voor mij is het nog wat zoeken naar mijn rol en wat ik daar kan betekenen. Toen ik daar begon was er enige achterstand in de werkzaamheden, dat heb ik aangepakt. Eerst ben ik aan de slag gegaan met het opzetten van een archief. Verder is er onlangs een DBverkiezing geweest. De komst van een nieuw DB is een goed moment om te kijken naar een efficiëntere taakverdeling. Het nieuwe DB heeft de ambitie om de achterban veel meer te betrekken bij het OR-werk. Daar wil ik graag een ondersteunende rol in spelen. Ook het betrekken van OR-leden staat hoog op de agenda, waarbij ik een actieve ondersteunende rol hoop te hebben. Er ligt nu vrij veel werk op het bordje
van het DB. Een grotere betrokkenheid van de ORleden zal een verlichting van de werkdruk geven.”
Welke kennis en vaardigheden uit jouw tijd als filiaalmanager kan je nu inzetten in jouw rol van ambtelijk secretaris?
“Als filiaalmanager leerde ik dat te veel zelf willen doen, in plaats van delegeren, een valkuil is. Je krijgt dan een team dat met de armen over elkaar staat, terwijl jij je een slag in de rondte werkt. Met mijn ervaring kan ik een (startend) DB helpen om de ORleden te activeren. Het belang van samenwerken heb ik ook meegekregen. Ik was dan wel eindverantwoordelijk, maar ik had mijn team nodig voor goede resultaten. Het vormen van een samenhangend team is essentieel. Ik leerde ook dat iedereen een andere aansturing nodig heeft en dat je met aanpassing van communicatie- en leiderschapsstijl het beste resultaat krijgt. Die inzichten neem ik mee in mijn huidige rol. De detailhandel leerde me verder nog omgaan met wisselende drukte en onverwachte veranderingen, wat ik ook ervaar bij de ondernemingsraden die ik ondersteun. Ik ben gewend meerdere taken tegelijk uit te voeren en mijn planning aan te passen.”
“Het is belangrijk te beseffen dat je er bent om te ondersteunen, niet om te leiden”
Hoe is het om van ‘baas’ en leidinggevende degene te worden die uitvoert wat anderen bedenken?
“Dat was even wennen. Als ambtelijk secretaris voer ik opdrachten van de OR uit, ondersteun ik hen en werk ik nauw samen om stukken zoals adviezen en instemmingen op te stellen. Hoewel ik niet meer de kar trek, geef ik nog steeds sturing door overzicht te houden en actiepunten te communiceren. Ik werk zelfstandig, net als voorheen, en waardeer die zelfstandigheid.
Wat ik inmiddels ervaren en geleerd heb, is dat je niet bij een OR kan binnenstappen en vertellen hoe zij moeten werken. Dat geeft enkel weerstand. Het is belangrijk te beseffen dat je er bent om te ondersteunen, niet om te leiden. Ideeën of veranderingen moeten van de OR-leden zelf komen
EVIE KEUS
voor het beste resultaat. Dit kan lastig zijn, vooral als je weet dat een andere aanpak beter zou kunnen werken. Geduldig afwachten en je ideeën op het juiste moment voorleggen helpt. Sparren met collega's, trainers of de OR biedt ook inzicht. En soms moet je, denk ik, ook gewoon accepteren dat je van mening verschilt.”
Wat is de stip op je horizon in je carrière als ambtelijk secretaris
“De opleiding tot adviseur medezeggenschap. Absoluut! Als ik dat kan bereiken, dat zou toch wel heel mooi zijn. Dan kan ik in mijn werk ook echt die adviseursrol pakken. Ik ben al wel volop bezig met het schrijven van adviezen en instemmingen. Bij AVR maak ik nu nog schaamteloos gebruik van de opzetjes die Karlijn eerder heeft gemaakt. Dat is heel fijn om als basis te hebben. Bij ISS heb ik straks een nieuwe voorzitter met een juridische achtergrond. Die kijkt ook weer op een andere manier, waar ik ook weer veel van kan leren. En dan met name op het vinden van de nuance en goed aan kunnen geven waar je voor de OR aandachtspunten ziet.”
En wat zie je nog als uitdaging voor jezelf?
“Meer zelfvertrouwen krijgen in mijn werk, dat is belangrijk. Bij alles wat ik doe, bedenk ik: ‘wat ging er goed? Wat doe ik de volgende keer op dezelfde manier? Wat kan beter, waarom kan het beter en hoe pak ik het de volgende keer aan?’. Door er gewoon rustig naar te kijken, zie ik wat mijn sterke punten en ontwikkelpunten zijn. Dat helpt. Ik kan nu meer mijn eigen weg vinden, Opmerkingen die ik krijg, van bijvoorbeeld de OR, zie ik als opbouwende kritiek, waarmee ik aan de slag kan gaan. Soms gaat dat heel goed en soms is dat even wat lastiger, en dan zeg ik tegen mezelf: ‘adem in, adem uit’.
Ik kreeg onlangs een heel mooi compliment bij AVR. Ik sprak met iemand over mijn rol binnen de OR en gaf aan dat ik voor de OR werk, maar dat ik er geen deel van uit maak. Toen was de reactie meteen: ‘jawel hoor, je hoort er gewoon bij, je bent gewoon een van ons!’ Dat was toch wel fijn. Want het blijft lastig. Als ambtelijk secretaris ben je geen onderdeel van het de OR, maar wel van het team. Daar moet je de balans in zien te vinden.”
Evie Keus is in dienst bij OR-ondersteuning en wordt als ambtelijk secretaris gedetacheerd bij afvalverwerker AVR en ISS facilitymanagement. Zij volgt daarnaast de Vakopleiding Ambtelijk Secretaris bij AS-opleidingen.
Evie is 42 jaar en woont met haar kat in Zoetermeer
OR-ONDERSTEUNING WERKT MEE
AAN ONDERNEMINGSRAAD VOOR DUMMIES
De ambtelijk secretaris/adviseur medezeggenschap krijgt in de nieuwe uitgave van Ondernemingsraad voor Dummies een eigen hoofdstuk!
Corry Oosterhoorn en Liza Arends hebben samen geschreven aan het hoofdstuk. De meerwaarde van de ambtelijk secretaris voor de medezeggenschap krijgt hiermee de aandacht die het verdient. De nieuwe Dummies komt naar verwachting in september uit.
PODCAST
Half mei hadden we Inger de Louw op bezoek voor een opname van de ORcast met Liza Arends als gast. Inger maakt voor Orcast podcasts over medezeggenschap, en alles wat daarbij komt kijken. Uiteraard sprak ze met Liza over de ambtelijk secretaris/adviseur medezeggenschap.
De podcast is te beluisteren op https://open.spotify.com/episode/ 2DrRwX6xGAzygxTtDtxmY9
MET VLAG EN WIMPEL DOOR DE AUDIT
OR-ondersteuning is door Safex geïnspecteerd en met wederom met vlag en wimpel geslaagd voor het SNA keurmerk. Het SNA-keurmerk is ontwikkeld om de risico’s van inleners van arbeid en opdrachtgevers van werk te beperken. SNA logo staat op onze website
WOORDZOEKER
WOORDZOEKER
Anne-Marie van Zanten - van Rooijen van Diakonessenhuis Utrecht-Zeist-Doorn had de oplossing van de eerste woordzoeker (AS-magazine #05) gevonden en kreeg een taart toegestuurd voor de hele OR. We ontvingen een foto van Anne-Marie (met taart) en de OR.
Anne-Marie van Zanten - van Rooijen van Diakonessenhuis Utrecht-Zeist-Doorn had de oplossing van de eerste woordzoeker (AS-magazine #05) gevonden en kreeg een taart toegestuurd de hele OR. We ontvingen een foto van Anne-Marie (met taart) en de OR.
MOESTUIN
OR-ondersteuning heeft een eigen moestuin! Na wat horten en stoten zijn we nu toch op gang gekomen. Wie weet kunnen we straks genieten van bietjes, wortels, prei, courgette, boontjes en pompoenen.
De kracht van medezegenschap over de grenzen
Michael Hanze over de Europese
Ondernemingsraad bij Randstad
NEDERLAND HEEFT EEN TRADITIE ALS HET GAAT OM INSPRAAK EN BETROKKENHEID VAN WERKNEMERS BIJ BESLUITVORMINGSPROCESSEN BINNEN ORGANISATIES. VAN EEN PERSONEELSVERGADERING OF PERSONEELSVERTEGENWOORDIGING IN KLEINERE BEDRIJVEN TOT EEN ONDERNEMINGSRAAD IN GROTERE ORGANISATIES, EN ZELFS CENTRALE OF GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGSRADEN VOOR DE ZEER GROTE CONCERNS. EEN WELLICHT IETS MINDER BEKENDE, MAAR WEL BELANGRIJKE VORM IS DE EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD (EOR), DIE MULTINATIONALE BEDRIJVEN MET VESTIGINGEN IN VERSCHILLENDE EUROPESE LANDEN VERTEGENWOORDIGT. HOE IS ZO’N EOR GEORGANISEERD?
MICHAEL HANZE IS BIJ RANDSTAD ADVISEUR MEDEZEGGENSCHAP EN DAARMEE OOK SECRETARIS EN ADVISEUR VAN DE EOR. HIJ BIEDT ONS EEN INKIJKJE IN HET FUNCTIONEREN VAN DE EOR VAN RANDSTAD. HIJ DEELT ZIJN INZICHTEN EN ERVARINGEN EN ADVISEERT HOE ORGANISATIES ZELF EEN EOR KUNNEN OPRICHTEN.
Door Liza Arends en Angèla Abbo
Hoe is de EOR van Randstad ingericht?
Michael: "De EOR van Randstad is ontstaan uit wat eerst het European Platform werd genoemd. In 1999 werd het Platform, na veranderingen in de Europese wetgeving, omgevormd tot een EOR. De EOR heeft nu tussen de 23 en 25 zetels, verdeeld over 15 tot 19 Europese landen, inclusief het Verenigd Koninkrijk. Het aantal zetels per land hangt af van de omvang van hun personeelsbestand. Drie grote onderdelen binnen Randstad (namelijk Randstad Sourceright, Randstad Digital en Monster) hebben Europese aansturing en hebben daarom elk een eigen zetel. Het dagelijks bestuur (DB) bestaat uit de voorzitter, vier leden en ikzelf als adviseur en secretaris. Alle afspraken tussen
de EOR en de directie van Randstad zijn vastgelegd in een overeenkomst die om de paar jaar wordt vernieuwd. Deze afspraken betreffen onder andere de zetelverdeling, de afvaardigingsprocedure per land, de frequentie van bijeenkomsten, de samenstelling van het DB en de te behandelen onderwerpen. In landen als Frankrijk, België, Nederland en Duitsland worden de EOR-afgevaardigden gekozen vanuit de lokale ondernemingsraad. In andere landen is het de vakbond of het management die afgevaardigden aanwijst, vooral in kleinere landen."
Welke bevoegdheden heeft de EOR?
“De EOR van Randstad heeft consultatierecht (of recht
Randstad is wereldwijd de grootste HR-dienstverlener die al meer dan zestig jaar werkgevers en werkzoekenden samenbrengt. Met het hoofdkantoor in Diemen, Nederland, opereert Randstad in 39 landen en heeft ruim 43.000 medewerkers. In Nederland werken ongeveer 4.500 medewerkers.
Michael Hanze - Randstad
WAT ZEGT DE SER OVER DE EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD?
Voor Nederlandse ondernemingen met vestigingen in het buitenland geldt dat zij verplicht zijn ten minste eenmaal per jaar de werknemers te informeren en te raadplegen over grensoverschrijdende aangelegenheden. Ze kunnen daarvoor een Europese ondernemingsraad instellen. Sinds 1999 moet een Europese ondernemingsraad (EOR) worden ingesteld door een onderneming als deze voldoet aan twee hoofdvoorwaarden:
• ten minste duizend werknemers gemiddeld gedurende twee jaar binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en
• minimaal twee vestigingen in verschillende EER-landen met elk minstens honderdvijftig werknemers.
Het hoofdbestuur van de onderneming is verantwoordelijk voor het oprichten van de EOR. De EOR bestaat uit werknemers die gekozen of aangewezen zijn uit de betrokken landen, meestal door het hoogste medezeggenschapsorgaan van de onderneming in Nederland (COR, GOR of OR). In sommige landen kunnen ook vakbondsfunctionarissen zetels hebben in de EOR. De EOR heeft recht op informatie over belangrijke aangelegenheden die de gehele onderneming of minstens twee vestigingen in verschillende EER-landen aangaan. Dit omvat onder andere de structuur, economische situatie, toekomstige ontwikkelingen, producten en afzet van de onderneming. Bovendien heeft de EOR in bepaalde gevallen het recht om geraadpleegd te worden over bijvoorbeeld werkgelegenheid, investeringen, organisatorische veranderingen, verplaatsing van productie, fusies, inkrimpingen en collectief ontslag.
op raadpleging zoals de SER dat noemt) en informatierecht, maar geen bindende bevoegdheid en mogelijkheden om zaken af te dwingen. Collegaambtelijk secretarissen noemden het dan ook wel eens een praatclubje. In mijn beginjaren als lid van de EOR, ervoer ik die dynamiek ook. De grotere landen, zoals Nederland, Frankrijk en Duitsland, deelden er vooral hun kennis en aanpak met de kleinere landen. Recent is er echter een positieve verandering. Onder de nieuwe bestuurder is er meer betrokkenheid. Zij betrekt de EOR meer van tevoren bij plannen en vraagt om feedback, wat bijdraagt aan een constructievere samenwerking.”
Hoe werkt de samenwerking met de medezeggenschap in de verschillende landen?
“In Noord-Europese landen, waar een echte ondernemingsraadcultuur bestaat, zie je dat de afgevaardigden van de EOR actief terugkoppelen en de inhoud van de bijeenkomsten bespreken met hun achterban. Daar is een echte wisselwerking en betrokkenheid. In landen zoals Spanje, Portugal, Italië en Denemarken, waar vakbonden afgevaardigden sturen, zie je die interactie veel minder. Dit zijn vaak vakbondsbestuurde landen (de landen waar de vakbond de belangen van werknemers behartigtred.), zonder een sterke traditie van medezeggenschap binnen organisaties.”
Kun je iets meer vertellen over jouw rol als adviseur en secretaris?
“Ik adviseer het DB over de inhoudelijke agenda van de tweejaarlijkse EOR-bijeenkomsten. Signaleer ik via mijn netwerk interessante zaken, dan bespreek ik die zeker met het DB. Verder hebben we een shortlist van onderwerpen. Soms neem ik een sturende rol in om het DB tot een besluit te laten komen, gezien de
(culturele) diversiteit van de leden. Als het DB ideeën heeft die niet relevant zijn, is het mijn taak om te zeggen dat ze die wellicht beter direct met hun bestuurder kunnen bespreken. Tussen de bijeenkomsten door ben ik aanjager en bewaker van actiepunten en zorg voor opvolging van actiepunten. Tot slot kun je ook wel zeggen dat ik eventmanager ben. Als de EOR bijeenkomst in Nederland is, organiseer ik de hele logistiek van de vergaderingen, inclusief registratie, afspraken, hotels, catering en taxi’s. De hele mikmak.”
Michael is niet alleen adviseur en secretaris van de EOR, hij is ook adviseur medezeggenschap bij Randstad. Samen met zijn collega adviseur medezeggenschap zijn ze er voor de medezeggenschap binnen Randstad. In die hoedanigheid adviseert hij naast de OR, ook de bestuurder en geeft gevraagd en ongevraagd advies over medezeggenschapszaken.
Wat is voor jou het grootste verschil in het ondersteunen en adviseren van de OR versus de EOR?
“Het grootste verschil zit in het activeren van mensen. Bij de EOR werk je met veel verschillende culturen. Nederlanders, Belgen en Duitsers zijn vaak mondig door hun ervaring met OR’s, terwijl leden uit andere landen formeel kunnen zijn in aanwezigheid van de bestuurder. Dan moet ik ze eraan herinneren om ook in die setting actief en mondig te blijven. Hier ligt een belangrijke taak in coaching en activeren. Ook teambuilding is essentieel. Vanwege het hoge verloop en het feit dat leden elkaar eigenlijk weinig spreken. Tijdens bijeenkomsten is de samenwerking hecht, maar daarna gaat iedereen weer zijn eigen weg. Ook wisselt de EOR geregeld in samenstelling. We
organiseren op de eerste dag dan ook altijd een sociaal element.”
Wat kun je ambtelijk secretarissen adviseren die voor een organisatie werken waar een EOR zou moeten komen? Dan bedoel ik niet zozeer de formele stappen, maar hoe krijg je als ambtelijk secretaris de boel in beweging, zeker als de organisatie niet aanmoedigt om een EOR op te richten?
“Als je de kans krijgt om een EOR te ondersteunen, moet je dat zeker doen. Behalve dat je ervaring opdoet, maak je ook kennis met aansturing van een internationale organisatie en de politiek die daarbij komt kijken. Bovendien leg je contacten op Europees niveau.
Toen ik bij Randstad begon te werken was de EOR er al. Als die er niet is, is mijn advies om als ambtelijk secretaris pro-actief in gesprek te gaan met de directie. Kijk of je ze kunt overtuigen van het belang van een EOR. Laat zien wat de voordelen zijn; bijvoorbeeld directe input van medewerkers bij een strategiewijziging. Als de organisatie vroegtijdig de mening van medewerkers polst, kan dat helpen om implementatieprocessen soepeler te laten verlopen. Ook is het belangrijk om te netwerken met andere
ondernemingsraden buiten je organisatie of vakbonden (bijvooreeld UNI Europa) in andere Europese landen om ervaringen en inzichten te delen. Het komt uiteindelijk neer op netwerken, praten en mensen overtuigen.”
‘’MIJN OR’’ EN ANDERE VALKUILEN VAN DE AMBTELIJK SECRETARIS
Op woensdag 19 juni was er weer een editie van Na-Tafelen. Dit keer met Peter Reinerink van Traniac over Mijn OR en andere valkuilen van de ambtelijk secretaris.
Het leverde boeiende discussies op over de rol van de AS/AM en ook in hoeverre je als AS/AM een houdbaarheidsdatum hebt. Met houdbaarheidsdatum bedoelen we: blijf je onafhankelijk als je langer voor een OR werkzaam bent? De meningen stonden soms loodrecht tegenover elkaar.
Programma Na-Tafelen
Woensdag 9 oktober
HOE BEDWING JE POLARISATIE?
Polarisatie is een begrip dat steeds vaker opduikt, variërend van groeiende meningsverschillen tot extremisme en politieke tegenstellingen. Margo Hendriks geeft uitleg over het teamontwikkelingsmodel van Tuckman en gaat in op het begrip polarisatie. Ze laat zien hoe je als ambtelijk secretaris/adviseur medezeggenschap de fasen kunt herkennen, partijen kunt begeleiden, ze weer nader tot elkaar kunt brengen en vooral hoe je je eigen standpunt daarin kunt innemen.
Woensdag 13 november ACTUALITEITEN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
De Arbowetgeving is de afgelopen tijd op diverse onderdelen gewijzigd. Om jullie op de hoogte te brengen van deze wijzigingen organiseren we een Na-Tafelavond samen met adviseur/veiligheidskundige Porto Franco van Tri-Plus. We gaan dieper in op de essentiële aspecten van de nieuwe regelgeving, ook aan de hand van business cases. Daarnaast delen we praktische richtlijnen en beste praktijken om inzicht te geven in wat dit betekent voor het OR-werk.
Vrijdag 20 december
TERUGBLIK 2024 EN VOORUITBLIK 2025 - MEDEZEGGENSCHAPSRECHT
Up to date het nieuwe jaar in? Steven Jellinghaus blikt terug op de belangrijkste rechtspraak en wetswijzigingen van 2024! We kijken ook alvast vooruit en vertellen in een notendop wat 2025 voor het medezeggenschapsrecht in petto gaat hebben.
DE IDEALE WERKPLEK IN DE CHOCOLADEFABRIEK GOUDA
Sinds kort worden de Na-Tafel-avonden georganiseerd in de Chocoladefabriek Gouda. Een bijzondere locatie waarin verschillende organisaties zijn gehuisvest, waaronder de bibliotheek Gouda, de Goudse drukkerswerkplaats, Kruim eten en drinken, Streekarchief Midden-Holland. Er is hier altijd wat te doen.
Het is ook een leuke plek om te werken. Op de eerste verdieping zijn er voldoende werkplekken, waaronder ook vier stiltecabines. De werkplekken zijn kosteloos en alleen de stiltecabines dienen van tevoren gereserveerd te worden.
IN DE AFGELOPEN JAREN IS HET AANBOD AAN TRAININGEN EN SCHOLING VOOR ZOWEL DE ONDERNEMINGSRAAD ALS DE AMBTELIJK SECRETARIS AANZIENLIJK GEGROEID, ZOWEL IN DIVERSITEIT ALS IN KWALITEIT.
EÉN GEBIED BLIJFT NOG ONONTGONNEN: HOE WORDT OP ACADEMISCH NIVEAU NAGEDACHT OVER EN ONDERZOEK GEDAAN NAAR MEDEZEGGENSCHAP EN WAT KUNNEN
ONDERNEMINGSRADEN EN AMBTELIJK SECRETARISSEN DAARVAN LEREN? VOOR AS-MAGAZINE NEEM IK DIT IN EEN REEKS ARTIKELEN ONDER DE LOEP. IN DIT NUMMER EEN INTERVIEW MET JAN EKKE WIGBOLDUS, OR-ADVISEUR EN TRAINER EN IN 2011 GEPROMOVEERD OP DE ECONOMISCHE EFFECTEN VAN DE ONDERNEMINGSRAAD. IN DE VOLGENDE EDITIE (OKTOBER) EEN INTERVIEW MET SARAÏ SAPULETE. ZIJ PROMOVEERDE IN 2013 OP DE ECONOMISCHE MEERWAARDE
VAN MEDEZEGGENSCHAP. EN TOT SLOT (FEBRUARI 2025) EEN
INTERVIEW MET SIMON KUIJPERS, EEN POSTDOC AAN DE FACULTEIT RECHT, ECONOMIE EN BESTUURSKUNDE VAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT, HIJ IS IN MAART DIT JAAR GESTART
MET EEN ONDERZOEK NAAR MEDEZEGGENSCHAP IN RELATIE TOT HET BEHOUD VAN ARBEIDSKRACHTEN IN ORGANISATIES.
Door Jan Willem Dorr
De OR als bron van meerwaarde Hoewel we de afgelopen jaren regelmatig contact hadden via LinkedIn en e-mail, heb ik Jan Ekke Wigboldus nog nooit persoonlijk ontmoet. Toen ik in 2011/2012 in een van de OR-bladen over zijn proefschrift Bron van Meerwaarde, bestelde ik het meteen. Ik was blij dat er eindelijk een proefschrift verscheen over de meerwaarde van medezeggenschap. Het boek bleek zeer bruikbaar; de kanalen waarvan een OR zich kan bedienen, waren voor mij een eyeopener wat betreft het denken over medezeggenschap.
Jan Ekke ondersteunt tegenwoordig de OR van de Noordwest Ziekenhuisgroep, waar ik dertig jaar heb gewerkt en negentien jaar lang de OR heb ondersteund. Een reden te meer om hem eens te ontmoeten. We hebben afgesproken in Houten, de woonplaats van Jan Ekke. Op een zonnig terras in het centrum van Houten treffen we elkaar voor een gezamenlijke lunch. Op deze locatie gebruikt Jan Ekke soms de bovenzaal voor een OR-training; ‘dan kan ik er op de fiets heen’. Hij heeft een exemplaar van zijn proefschrift voor mij meegebracht, wat goed uitkomt, want het exemplaar dat ik destijds kocht, staat op de
boekenplank van het bureau medezeggenschap van de Noordwest Ziekenhuisgroep. Jan Ekke heeft veertig jaar ervaring in het trainen en adviseren van ondernemingsraden. Ongeveer 25 jaar bij SBI, daarna als zelfstandig trainer/adviseur. De start als zelfstandig trainer en het afronden van het promotieonderzoek vielen ongeveer samen in 2011.
Aanleiding voor onderzoek
Jan Ekke ervoer dat in de praktijk ondernemingsraden met name de nadruk leggen op wat bereikt wordt vanuit de belangen van medewerkers, zoals arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Dit terwijl de Wet op de ondernemingsraden in artikel 2 toch écht de opdracht aan ondernemingsraden geeft om bij te dragen aan de onderneming in ál haar doelstellingen.
Met name in Duitsland is veel onderzoek gedaan naar
JAN EKKE WIGBOLDUS
Bron van Meerwaarde
de positieve economische effecten die ondernemingsraden bewerkstelligen. Er is veel data verzameld in grote onderzoeken. Die kwantitatieve benadering geeft echter weinig inzicht in wat nu precies de specifieke bijdrage is geweest van de medewerkersmedezeggenschap. Lastig is ook dat de Duitse onderzoeken sterk gericht waren op het ‘wat’ (verschil in economische prestaties tussen bedrijven met en zonder OR) en niet op het ‘hoe’ (hoe ontwikkelt een ondernemingsraad meerwaarde).
Kwalitatief onderzoek
Daarom besloot Jan Ekke kwalitatief onderzoek te doen, gebaseerd op een aantal case studies. Als model ontwikkelde hij drie kanalen die de OR kan gebruiken om bij te dragen aan de organisatie, en vier condities die van belang zijn. De kanalen, het innovatieve, het sociale en het politieke, heeft hij zelf op basis van
Eerder onderzoek (vooral uit Duitsland) heeft al aangetoond dat ondernemingsraden positieve economische effecten bewerkstelligen. Jan Ekke Wigboldus laat in zijn proefschrift Bron van Meerwaarde zien op welke wijze ondernemingsraden positieve economische effecten bewerkstelligen en aan welke voorwaarden een OR daartoe moet voldoen. Het onderzoek is gebaseerd op een uitgebreide literatuurstudie en op acht intensieve casestudies naar besluitvormingsprocessen, waarin de OR overtuigend aan de organisatieresultaten wist bij te dragen.
Opbrengst van het onderzoek is een theorie die bestaat uit drie kanalen, die gebruikt worden voor de economische impact, en vier condities die de OR daarbij nodig heeft. Het onderzoek heeft belangwekkende implicaties voor de praktijk van ondernemingsraden en bestuurders, maar biedt ook de basis voor vervolgonderzoek.
De drie kanalen waarmee de OR bijdraagt aan de organisatie:
1. Innovatief kanaal: inbreng van nieuwe informatie en oplossingen vanuit de werkvloer, die nieuw zijn voor het management.
2. Sociaal kanaal: creëren van acceptatie onder medewerkers voor managementplannen, wat de effectiviteit van deze plannen waarborgt.
3. Politiek kanaal: corrigeren en blokkeren van managementgedrag dat niet in het belang van de onderneming is.
Voor het effectief benutten van deze kanalen zijn vier condities essentieel:
1. Macht: zowel subtiele als harde varianten zijn noodzakelijk.
2. Legitimiteit: de OR moet als legitiem worden gezien door bestuurders, hun superieuren en medewerkers.
3. Urgentie: het gewicht van het belang en de tijdsdruk.
4. Complementariteit: de OR moet leemtes aan managementzijde opvullen om economische effecten te bereiken.
Bron van Meerwaarde, Jan Ekke Wigboldus, 2011. Info via www.consultraining.nl en verkrijgbaar via wigboldus@consultraining.nl
onderzoek en ervaring opgesteld. De condities macht, legitimiteit en urgentie, zijn gebaseerd op een bestaand model voor stakeholderonderzoek. Jan Ekke heeft een conditie toegevoegd: complementariteit Deze laatste conditie is specifiek voor medezeggenschap, namelijk dat een ondernemingsraad ook leemtes in kennis binnen de organisatie kan vullen.
Wat betreft de condities merkt Jan Ekke op dat ondernemingsraden met name moeite hebben met macht. Bestuurders, maar ook ondernemingsraden, ontwijken het machtsbegrip vaak. ‘We komen er samen wel uit’, wordt dat vaak genoemd. Terwijl macht in organisaties toch altijd aanwezig is en de OR zijn eigen macht niet moet ontkennen of bagatelliseren.
OR - meerwaarde voor de organisatie
Een belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat met name de houding van de OR en hoe deze zich inhoudelijk opstelt essentieel is om een bijdrage te leveren aan de onderneming. Kortom, het onderzoek geeft duidelijk de meerwaarde aan. Interessant was dat de OR vaak aan een onderwerp begon vanuit sociale overwegingen en vervolgens met voorstellen en voorwaarden kwam die ook in economisch opzicht voordelen hadden. Het is dus niet of/of maar juist een combinatie van sociale doelen en economische effecten.
Aanscherping denkkader
Wat het onderzoek Jan Ekke zelf heeft gebracht, is het aanscherpen van het denkkader. Aanleiding voor het promotieonderzoek was onvrede over onduidelijkheid hoe artikel 2, als doel van de Wet op de ondernemingsraden, uit de verf komt. Opbrengst is dat op een systematische manier te ontrafelen, waarbij de echte opbrengst vooral is het (opnieuw) nadenken over medezeggenschap.
Naar aanleiding van het onderzoek heeft Jan Ekke lezingen gegeven en gesproken op conferenties. En
dat levert contacten op met anderen die bezig zijn met de ontwikkeling van medezeggenschap. Kennis ontwikkelt zich vooral in netwerken.
Vervolgonderzoek
Wat betreft follow-up: het onderzoek van Saraï Sapulete naar economische meerwaarde kan als een vervolgonderzoek worden gezien. Er zijn verder wel onderzoeken geweest naar participatie binnen ondernemingen, maar die gaan niet specifiek over ondernemingsraden. Onderzoek naar organisaties die niet onder een cao vallen zou aardig zijn.
In de marge van ons gesprek pleit Jan Ekke ook voor een herziening van de BW-criteria (uit 1970!) voor een verplichte raad van commissarissen of raad van toezicht. Vanwege de kapitaalseis hebben grote dienstverlenende ondernemingen (en vooral die met een buitenlandse moeder) geen onafhankelijk toezicht op het bestuur. Een omzeteis zou correcter zijn dan een kapitaalseis.
Tot slot
Het interview was voor mij aanleiding om Jan Ekke’s proefschrift na twaalf jaar weer eens door te nemen. Met name het omgaan met macht door ondernemingsraden en de complementaire rol die medezeggenschap kan hebben zijn vanuit mijn eigen praktijk heel herkenbaar. Zeer kort samengevat: wees als OR ambitieus en streef naar impact en blijf als ambtelijk secretaris/adviseur medezeggenschap vooral nieuwsgierig. Jan Ekke licht ook nog toe dat wetenschappelijke onderzoeken best lastig te lezen zijn. Veel van de tekst gaat over modellen en methoden, die wetenschappelijk verantwoord moeten worden. Een geïnteresseerde medezeggenschapper zou eigenlijk eerst de casussen moeten lezen en van daaruit kijken naar de modellen. Dus sla de inleiding en verantwoording over, begin bij de kern en gebruik een onderzoek vooral om je denkkader over medezeggenschap aan te scherpen.
Verbonden als medezeggenschapsadvocaat aan Pallas Advocaten en als universitair docent aan de Tilburg University.
Goede besluiten nemen door alle perspectieven en emoties de ruimte te geven
Jitske Kramer over tien jaar Deep Democracy
JITSKE KRAMER IS DE GRONDLEGGER VAN DE NEDERLANDSE VERSIE VAN DEEP DEMOCRACY. ZIJ IS ANTROPOLOOG EN BEKEND ALS SPREKER EN AUTEUR. DE KERN VAN HAAR WERK IS HET ZOEKEN NAAR VERBINDING. VERBINDING TUSSEN MENSEN BINNEN EN TUSSEN CULTUREN. DEEP DEMOCRACY IS ZO’N METHODE OM MENSEN IN ALLERLEI GROEPEN EN SITUATIES MET ELKAAR TE VERBINDEN. OOK ONDERNEMINGSRADEN MAKEN ER TEGENWOORDIG VAAK GEBRUIK VAN. SOMS ONDER LEIDING VAN EEN GECERTIFICEERDE TRAINER, MAAR OOK VAAK MET DE AMBTELIJK SECRETARIS ALS BEGELEIDER.
ONLANGS VERSCHEEN JITSKES NIEUWSTE BOEK: TRICKY TIJDEN. ONDANKS EEN VOLLE AGENDA WAS ZE GRAAG BEREID MET ONS TE PRATEN OVER DEEP DEMOCRACY. JITSKE IS NOG ALTIJD ONTZETTEND ENTHOUSIAST OVER DEZE METHODE EN DAT DRAAGT ZE GRAAG UIT – MET EEN BREDE LACH, HELDERE OOGOPSLAG ÉN AANSTEKELIJK EN INSPIREREND VERHAAL. DE NEDERLANDSE DEEP DEMOCRACY KENT NOG VEEL ENGELSE TERMEN. WIJ LEERDEN ER TIJDENS HET GESPREK NOG EEN PAAR BIJ.
Door Liza Arends en Helene Hubers
Dit jaar is het precies tien jaar geleden dat je boek Deep Democracy verscheen. De methodiek was in Nederland toen nog volslagen onbekend. Hoe ben je er zelf mee in aanraking gekomen?
“Ik ben antropoloog en dat betekent dat ik probeer te begrijpen hoe mensen een cultuur vormen en hoe een cultuur mensen vormt. Tien jaar geleden was ik bezig met internationale teams en met diversiteit binnen Nederland. Bij intercultureel goed handelen moet je inzicht hebben in wat anderen willen en je moet het ook begrijpen. Op een gegeven moment ‘struikelde’ ik over een workshop Deep Democracy, gegeven door Moraan Ghilad. Ik was meteen gegrepen: dit is fantastisch! Ik was namelijk op zoek naar hoe je het veilig maakt voor verschil. En ik was op zoek naar hoe je al die verschillen kunt benutten. Zelfs als je het veilig hebt gemaakt voor verschil en alles ligt op tafel, is het vaak toch altijd de oude
machtsstructuur die kiest; de leider, degene met een grote bek of de meerderheid. Hoe ik in de besluitvormende fase nog steeds al die verschillen kon benutten, vond ik in Deep Democracy.”
Was omgaan met verschillen oorspronkelijk ook de basis van de methode?
“De methode is ontwikkeld door Myrna en Greg Lewis in de context van post-apartheid in Zuid-Afrika. Dat was in de eind jaren ‘90 van de vorige eeuw.”
Hoe heb je de methode naar Nederland gebracht?
“Ik zat bij de eerste generatie trainers die door Myrna Lewis werden opgeleid. Ik heb met Myrna besproken hoe het naar het Nederlandse taalgebied te brengen. Daarvoor had ik een syllabus nodig en bedacht om er dan maar een boek van te maken, wat in 2014 verscheen. Doordat het boek er was, konden meer
Wie is Jitske Kramer
Jitske Kramer (1973) is cultureel antropoloog, auteur en spreker. Samen met haar team van Human Dimensions heeft zij deep democracy in Nederland op de kaart gezet. In 2014 verscheen haar boek Deep Democracy. Dit jaar is haar boek ‘Tricky Tijden’ verschenen, waarin ze de huidige tijd waarin we verkeren beschrijft als een transitiefase.
mensen erover lezen en kreeg de methode meteen meer bestaansrecht.”
In 2006 richtte Jitske Kramer Human Dimensions op. De ambitie van Human Dimensions is ‘Organisaties activeren om voor alle medewerkers, klanten, leveranciers en de wereldwoest aantrekkelijkte zijn. En het liefst ook nogverrukkelijk eenvoudig’. Het team verzorgt trainingen en masterclasses en doet op verzoek cultuuronderzoek in organisaties.
Wat heb je zien veranderen in de afgelopen tien jaar Deep Democracy?
“In de beginperiode heb ik mensen in een ruimte gezet – ik zeg altijd ‘met een lichte dwang’, omdat niemand Deep Democracy nog kende en ik het echt zo’n goede methode vind. We zijn mensen gaan opleiden. In het begin gaf ik vier trainingen per jaar. Inmiddels hebben we een heel team instructors die trainingen geven. Ik geloof dat we nu een à twee trainingen per week geven, plus leergangen. Als ik voor een zaal sta en ik vraag het publiek wie Deep Democracy kent, was dat tien jaar geleden nog niemand. Nu kent vaak de helft van de zaal het. Dat is gewoon heel gaaf. Wat het nu is… het is echt waanzinnig in tien jaar tijd.
In het begin trainden we vooral mensen die op
externe posities zaten, trainers, consultants, therapeuten. Op een gegeven moment merkten we dat ook leiders instapten. Er zijn nu veel meer leiders en bestuurders die naar ons toe komen om te leren Deep Democracy in hun leiderschap te integreren. Als je eindverantwoordelijk bent, kun je de methode onwijs goed gebruiken. Overigens net als wanneer je als teamlid überhaupt niet verantwoordelijk bent.”
Heb je zelf ervaring met trainingen voor ondernemingsraden?
“Ik kom als spreker wel op conferenties waar veel ondernemingsraden in de zaal zitten. Maar ik heb geen dagen doorgebracht met ondernemingsraden.”
We horen regelmatig dat de ambtelijk secretaris de OR begeleidt bij het toepassen van Deep Democracy. Dat zijn doorgaans geen gecertificeerde trainers. Welke competenties moet je als begeleider hebben?
“Meta skills. Dat zijn vaardigheden die boven de methode hangen: neutraliteit en compassie. Niet neutraliteit in de zin dat je eruit stapt en niks voelt. In Deep Democracy betekent neutraliteit dat je alle perspectieven in de ruimte kunt invoelen. Het is een heel actieve neutraliteit. Je zegt niet: ‘ik snap die wel maar die niet’; dat is niet neutraal. Het is ook niet
Wat is Deep Democracy
Deep Democracy is interessant voor iedereen die in en met groepen werkt. Het is een filosofie, theorie en methode ineen. Het biedt een andere manier van kijken en praktische handvatten voor besluitvorming.
In 1988 sprak de Amerikaanse psycholoog, fysicus en auteur Arnold Mindell voor het eerst over Deep Democracy. Hij meende dat positieve en duurzame veranderingen alleen tot stand kunnen komen als we niet alleen feiten en cijfers meenemen in onze overwegingen, maar ook onze emoties.
De Zuid-Afrikaanse Myrna en Greg Lewis ontwikkelden begin deze eeuw een methode van technieken en gespreksmodellen om Deep Democracy toe te passen in groepen.
Deep Democracy streeft naar een unaniem besluit, waarbij het meerderheidsstandpunt uitgangspunt is. De ‘wijsheid van de minderheid’ wordt aan dit standpunt toegevoegd. Het doel is een gedragen ‘ja’ van alle betrokkenen, waarbij alle gevoelens en standpunten zijn uitgesproken en meegenomen.
Besluitvorming via Deep Democracy begint met de check in. Dan volgen vijf stappen:
1. Verzamel alle invalshoeken
2. Zoek actief naar ‘het alternatief’
3. Verspreid ‘het alternatief’
4. Voeg de wijsheid van de minderheid toe
5. Werken met de onderstroom
En tot slot de check uit.
neutraal om te zeggen: ‘ik voel er niks bij, het is allemaal aan jullie’. Dat is te onpersoonlijk. Neutraliteit is dat je in zo'n groep stapt waar allemaal verschillende meningen zijn en dat je je daarmee vanuit compasie kunt verbinden. Dat klinkt op papier makkelijker dan in de praktijk. Want als ik ergens zit en iemand heeft een racistische mening, terwijl dat niet mijn mening is, kan ik er toch contact mee maken. Dan kan ik er ook zijn voor die persoon. Dat is een levensskill, een meta skill. En dat betekent dus heel erg zoeken: waar herken ik mijzelf, op wat voor manier dan ook in wat diegene zegt. En waar herkent die ander zich? Deep Democracy beoogt wat wij noemen rolfluïditeit. Dat betekent dat niemand in de groep vastzit in een rol, een mening of een emotie. Je kunt je juist inleven in alles. Dat betekent niet dat je ‘blurry’ wordt en dat alles wel goed is. Nee, je mag vinden wat je vindt. Je kunt absoluut tegen iets zijn en tegelijkertijd wél contact maken met dat andere. Als de begeleider dat kan, dan leeft hij het voor, dan gebeurt er iets in de groep.”
Dat kan vast wel eens flink verkeerd gaan. “Waar ik niet zo goed zicht op heb, maar wat ik wel eens hoor, is dat de methode ‘een kunstje’ wordt. Dan werkt het niet. Mensen die niet zo heel vaardig zijn, pakken het als een platgeslagen gespreksmodel. Dan duurt het lang, werkt het niet en is de besluitvorming rommelig. Deep Democracy is een methode én een zienswijze. Als je die twee loskoppelt dan verlies je de diepgang daarvan en die is wel echt belangrijk. En tegelijkertijd: maak ik me daar zorgen om? Nee. Je zet zo’n methode neer en dan is het niet meer van mij of van Myrna Lewis of van wie dan ook. Ik zie anderen er ook dingen mee doen waarbij ik denk: dat is
fantastisch! Maar het is geen Deep Democracy, want zo is het nooit bedoeld. Maar zelfs als je alleen maar ‘hoekig’ de stappen volgt, ben je al een heel eind verder dan wanneer je dat niet doet. Soms is het heel gaaf wat mensen ermee doen. En soms denk ik ‘oh my goodness, dat meen je niet. Heb je dat gedaan?’.”
Heb je een tip voor de ongetrainde ambtelijk secretaris die een OR begeleidt?
“De templates van check in, stap 1 tot en met stap 3 en de check out relatief eenvoudig toe te passen. Die stappen vormen eigenlijk een onwijs goede dialoog. En die is prachtig om in te trainen. Stap 4, de besluitvorming, kan ingewikkelder zijn, zeker als er veel speelt. En werken met de onderstroom van conflicten vraagt vaak wel wat extra training.”
Je benadrukt in lezingen en in het boek vaak het belang van de check in.
“De check in is relatief eenvoudig om te trainen. Als begeleider moet je met rust en aandacht uitstralen dat je het belangrijk vindt om alles te horen. Dat is zo’n meta skill; dan gebeurt er al iets in de groep. De check in is ‘sharing en dumping’. Je zorgt dat iedereen zendtijd heeft en kan zeggen wat hij wil zeggen. Over de zendtijd op zich moet je het van tevoren wel even hebben, want soms heb je mensen die heel lang praten. Je mag het een beetje timeboxen door de beschikbare tijd te benoemen en de verantwoordelijkheid van de tijdsbewaking bij iedereen neer te leggen: zeg alles wat je belangrijk vindt hier en nu te zeggen, en wees tegelijkertijd tijdsbewust. Wat de magie van de check in bepaalt, is welke vraag je stelt. Als je vraagt: hoe was je dag? En je hoort dan elke keer ‘toen had ik koffie en daarna had
ik enzovoorts….’ Ja, daar is niks aan. Je moet de vraag heet maken, spannend maken. Bijvoorbeeld: welke roddel zouden we eigenlijk met elkaar moeten delen? Of: waar ligt iedereen wakker van als we kijken naar het voorgenomen besluit? Waar hebben we nu al buikpijn van? Of positief: Wat vinden we fantastisch? Heel belangrijk: je moet zelf beginnen met inchecken. Wat ik nog graag wil meegeven: soms is er veel gedoe in een team en vindt men het niet veilig voor de check in. Dan roep ik ‘nee!, dat is juist het moment om een check in te doen!’. De check in is een veilige manier om alles te horen. Maar je moet wel de vraag durven stellen. Waarom pesten wij elkaar online? Hoe komt het dat altijd dezelfde mensen aan het woord zijn?”
Onlangs verscheen Tricky tijden. Waarom zouden medezeggenschappers dat moeten lezen?
“In het boek beschrijf ik mijn zoektocht naar de dynamiek die ik zie in de samenleving en hoe ik dat vanuit antropologie duid. Op allerlei gebieden zijn er crisissen. De systemen zoals we die afgelopen decennia hebben gebouwd, kraken. Het zorgsysteem kan zo niet verder. Onderwijs doet vaak niet wat het werkveld nodig heeft, maar ook niet wat leerlingen willen. Er is echt iets met het klimaat aan de hand. En ga zo maar door. Veel organisaties hebben te maken met grote veranderingen. En dat zijn geen veranderingen waarin we helder zicht hebben op de huidige situatie. Noch hoe we via een stappenplannetje van A naar B komen. Wat ik zie is
dat we in veel veranderingen zitten waarbij we wel zien dat A niet meer klopt, maar dat we B helemaal niet helder hebben. Laat staan dat we een route hebben om daar te komen, noch een wenkend perspectief. Dat betekent dat we met elkaar, met organisaties, met directies, en ook met de medezeggenschap stappen moeten nemen. We kunnen niet pas gaan bewegen als we alles zeker weten, want daarvoor zijn de transformaties te groot. Ik denk dat het vraagt dat we durven te experimenteren. En dat we elkaar ruimte geven om dingen uit te proberen. Het zou natuurlijk afschuwelijk zijn als ondernemingsraden dat tegenhouden vanuit zorg voor veiligheid en een willen weten waar je aan toe bent. Die zorg is wel terecht, maar hoe gaan we die vormgeven? Hoe navigeer je door grote veranderingen heen én door het ‘messy middle’ – het gekmakende stuk waarin je eigenlijk niet meer zo goed weet wat het beste besluit is en wat juist niet. Ik denk dat we daar nu op veel plekken middenin zitten.”
Meer informatie over Deep Democracy is te vinden op de website www.deepdemocracy.nl.
Jitske en haar team delen op de website veel informatie, zoals mini-colleges en downloads. Die informatie is gratis, omdat het team ervan overtuigd is dat gesprekken en besluiten daarmee beter worden, en daarmee ook Nederland en de wereld.
Onafhankelijk ondersteuner van drie raden
Bas Linssen heeft zijn eigen functie gecreëerd bij Envida
HET AANTAL AMBTELIJK SECRETARISSEN DAT MEERDERE RADEN ONDERSTEUNT EN ADVISEERT, NEEMT
TOE. WE SPREKEN BAS LINSSEN, ADVISEUR MEDEZEGGENSCHAP EN PARTICIPATIE BIJ ENVIDA, EEN ZORGORGANISATIE IN MAASTRICHT. BAS ONDERSTEUNT NIET ALLEEN DE ONDERNEMINGSRAAD, MAAR OOK DE CENTRALE CLIËNTENRAAD (CCR) EN DE PROFESSIONELE ADVIESRAAD (PAR). HIJ LAAT ZIEN DAT HET MOGELIJK IS OM DRIE RADEN EFFECTIEF TE ONDERSTEUNEN EN DEELT ZIJN VERHAAL OVER HOE HIJ IN DEZE VEELZIJDIGE FUNCTIE IS TERECHTGEKOMEN.
Door Liza Arends en Angèla Abbo
Hoe ben je in de medezeggenschap terechtgekomen?
“In 2006 startte mijn carrière als planner bij de voorloper van Envida. Op een gegeven moment wilde ik meer betrokken zijn bij de organisatie en leek het me een interessante uitdaging om lid te worden van de OR. Dat werd ik in 2015 na verkiezingen. Een jaar later, in maart 2016, deed zich de kans voor om te solliciteren naar de functie van ambtelijk secretaris van de OR. Ik greep deze mogelijkheid aan en zo ben ik ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad geworden.”
Inmiddels ben je adviseur medezeggenschap en participatie. Hoe is dat gegaan?
“In de coronatijd werkte ik thuis en had ik minder directe binding met collega’s. Dat zette me aan het denken over mijn functie. Het werk als ambtelijk secretaris begon voor mij de uitdaging te verliezen. Vergaderingen met de OR, overleggen met de bestuurder of management, contact met de achterban, adviseren en conceptadviezen schrijven. Dat is leuk en afwisselend werk, maar al die taken kwamen steeds in een vast patroon terug. Ik wilde iets anders, iets meer uitdaging. Ik keek al rond naar vacatures voor ambtelijk secretaris bij andere organisaties. Nou wilde het toeval dat de ambtelijk secretaris van de Professionele Adviesraad (PAR) met pensioen ging, terwijl de ambtelijk secretaris van de Centrale Cliëntenraad (CCR) uitviel. Envida vroeg mij daarom of ik de ondersteuning voor alle drie raden op me wilde nemen en mijn eigen functie daarop zou willen herschrijven. Dat heb ik gedaan en mijn eigen functiebeschrijving samengesteld voor de adviseur medezeggenschap die erop toeziet dat de medezeggenschapsprocessen binnen Envida soepel en effectief verlopen.”
Wat was de uitdaging van je nieuwe functie?
“Het was een uitdaging om de raden en raadsleden te overtuigen van mijn rol. Vooral OR-leden vonden het spannend dat ik ook de CCR en de PAR ging ondersteunen. Ik wilde laten zien dat ik een onafhankelijke ondersteuner ben en niet 'Bas van de OR'. Dat label had ik inmiddels wel een beetje gekregen. Met mijn nieuwe functiebeschrijving heb ik ook voorgesteld om de functienaam te veranderen van ambtelijk secretaris OR naar adviseur medezeggenschap en participatie. Hiermee overstijgt de functie de drie raden. Mijn doel is om mijn onafhankelijke rol zo goed mogelijk te vervullen, en tot nu toe heb ik daarover geen klachten ontvangen. Ik vind dat ik de hoedjes wel kan scheiden.”
Je ondersteunt nu drie gremia in dezelfde hoeveelheid tijd (fulltime – 36 uur) als toen je alleen de OR ondersteunde.
Hoe heb je dat gerealiseerd?"
“Dit lukte door binnen mijn contracturen de medezeggenschapsprocessen van Envida efficiënter in te richten, waaronder minder en korter vergaderen met een goede agenda. Toen ik net begon als ambtelijk secretaris, vergaderde de OR van 15 leden elke maandagmiddag van half twee tot vijf uur. Dat waren ontzettend veel uren. De huidige OR vergadert veel minder en efficiënter. De vrijgekomen tijd besteden de ORleden nu aan achterbanraadpleging of uitzoekwerk. En de OR is met commissies gaan werken, volgens het BOB-model. De beeldvorming vindt plenair plaats om input van alle OR-leden mee te nemen. De commissies werken het vervolgens uit en leggen hun oordeel voor aan de OR-vergadering ter besluitvorming. Ik begeleid alleen de commissies die dat vragen en nodig hebben.
Omdat ik drie raden ondersteun, heb ik een goed zicht op de zaken die spelen. Dat helpt om meer samen te werken. Of in ieder geval van elkaar te weten wat de inzichten zijn op die dossiers die alle drie de raden aangaan. Denk dan aan de grote strategische uitdagingen van Envida en hoe we in de toekomst de zorg inrichten. Als ik merk dat iets op meerdere plekken speelt, kaart ik dat aan bij de DB’s van de raden, of bij de bestuurssecretaris. En ik stel voor om iets gezamenlijks te organiseren. Dat is voor iedereen prettiger, want dan hoeft het niet drie keer over de bühne.”
Hoe vaak is er een gezamenlijke bijeenkomst?
“We organiseren twee keer per jaar een geledingenmiddag voor de OR, de CCR, de PAR, directieleden en de voorzitter van de raad van bestuur. Een keer per jaar zijn ook alle leden van de raad van toezicht aanwezig. Aan bod komen actuele thema’s zoals de meerjarenstrategie van Envida of het Deltaplan voor de zorg, van regionale zorg- en maatschappelijke organisaties hier in Zuid-Limburg. Het doel is vooral om input op te halen bij de geledingen, maar ook om de onderlinge verbinding te versterken.
Ik zit deze middagen voor, praat alles aan elkaar, en begeleid het. Samen met de bestuurssecretaris bepaal ik de agendapunten en organiseer ik de dag inhoudelijk. Dit geeft me enorm veel energie. Het is echt hartstikke leuk om te doen!”
Wat zijn je toekomstplannen?
“Voorlopig blijf ik bij Envida. Met mijn nieuwe functie heb ik een traject ingezet om de medezeggenschap zo goed mogelijk te organiseren in en tussen de drie raden. In september zijn er OR-
Envida is een zorg en welzijnsorganisatie in Zuid-Limburg op het gebied van ouderenzorg met wijk- en verpleegzorg. Ruim 4.000 medewerkers en 750 vrijwilligers ondersteunen bijna 10.000 mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte. De medezeggenschap bij Envida bestaat uit de OR, de Centrale Ciëntenraad en de Professionele Adviesraad. Daarnaast zijn er twee Chief Nursing Officers (CNO’s).
verkiezingen en komt er een nieuwe OR. Het zou mooi zijn als we de medezeggenschap zo laag mogelijk op de werkvloer kunnen krijgen. Dat is een best een uitdaging voor de OR in een organisatie met meer dan 4000 medewerkers; van Maastricht tot Vaals. De OR kan beginnen om medewerkers meer bij thema’s te betrekken in bijvoorbeeld projectgroepen. Dan heb je ook meteen potentiële nieuwe OR-leden voor de toekomst. En ik streef naar nog meer verbinding tussen de geledingen. Genoeg te doen de komende tijd.”
Je hebt je carrière zelf opgebouwd, ook door verschillende opleidingen en trainingen te volgen en lid te worden van netwerken. Wat kun je andere ambtelijk secretarissen meegeven die zich ook verder willen ontwikkelen?
“Een paar puzzelstukjes vielen voor mij natuurlijk wel op de juiste plek. Maar ik heb drie Vasmo-opleidingen gevolgd, de leergang Dialoog en participatie en ik ben lid geworden van het SER jongerenplatform medezeggenschap. Een belangrijk tip is om vooral ook
Bas is 40 jaar en woont met zijn partner Bas in Heerlen.
buiten je eigen organisatie te kijken voor nieuwe inzichten. Het grootste nadeel van de functie van ambtelijk secretaris is misschien het ontbreken van directe collega’s om mee te sparren. Daarom ben ik altijd actief op zoek naar uitbreiding van mijn netwerk buiten mijn directe werkomgeving, bijvoorbeeld via LinkedIn en door deelname aan diverse vakgroepen. Ik zit in het MZ-platform van Brabant, die komen één of twee keer per jaar bij elkaar. Dat geeft me waardevolle inzichten over verschillende benaderingen binnen ons vakgebied.
Ga sowieso in gesprek met je leidinggevende. Zorg ervoor dat je helder hebt wat je precies wilt bereiken en welke stappen je daarvoor moet zetten. Durf voor jezelf op te komen, want uiteindelijk ben jij degene die je eigen groei en ontwikkeling moet sturen. Tot slot mogen we trots zijn op het vak van ambtelijk secretaris. Het is een heel mooi vak, waar je echt van waarde bent!”
Nieuwe opdrachten OR-ondersteuning
WEKELIJKS STARTEN NOTULISTEN / AMBTELIJK SECRETARISSEN / ADVISEURS MEDEZEGGENSCHAP BIJ EEN NIEUWE OPDRACHTGEVER.
SOMS INTERIM, SOMS STRUCTUREEL. IN DIENSTVERBAND, ALS ZZP’ER OF UITZENDKRACHT. FULLTIME OF PART-TIME.
Welkom in ons team!
Patricia Bartiméus CRVV
Jeanne OWM Centramed B.A. Celine
Sanquin DAR Evie AVR Afvalwerwerking B.V. Aster
Rijkswaterstaat Paula Kraamzorg Zuid Gelderland Evie ISS
Petra Petrogas E&P Ingrid Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Johan
Gemeente Den Haag Barbara Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra & James Hardie Nederland Eric Ministerie Sociale zaken en Werkgelegenheid
Tirza Velosophy Don Parnassia Hanneke Cargill Cocoa & Chocolate
Gerdien Claris Zorgvilla's Saskia KNMG Michiel TIEM Patricia Rosa Spier
Bovenstaand overzicht is van 1 januari 2024 tot 1 mei 2024
De ondernemingsovereenkomst
AFSPRAKEN MAKEN LIJKT EENVOUDIG. MAAR ALS HET GAAT OM AFSPRAKEN TUSSEN ONDERNEMINGSRADEN EN DE BESTUURDER ZIJN ER TOCH WEL WAT PUNTEN OM OP TE LETTEN.
Door Maarten van Kempen
Verschillende soorten afspraken
De OR en de bestuurder kunnen verschillende soorten afspraken met elkaar maken.
› Algemene afspraken over faciliteiten en budget;
› Procesafspraken over de overlegvergadering;
› Afspraken over besluiten waarover advies of instemming moet worden gevraagd. Deze worden door de OR vaak op voorhand gemaakt;
› Specifieke afspraken voor instemmings- of adviestrajecten, zoals:
‐ monitoringafspraken waarbij de OR wordt geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering;
‐ afspraken waarbij de ondernemer bepaalde acties moet initiëren. Bijvoorbeeld het opzetten van een nieuwe pensioenregeling of de belofte om arbeidsvoorwaarden te harmoniseren na een fusie;
› Specifieke afspraken met de OR die direct effect hebben op de individuele werknemers. Bijvoorbeeld het opstellen van een arbeidsvoorwaardenregeling of een sociaal plan bij een reorganisatie.
Vastleggen afspraken
Gemaakte afspraken worden op verschillende manieren vastgelegd. Soms zijn het toezeggingen van de bestuurder die in de notulen van de overlegvergadering zijn opgenomen. Dan weer zijn het voorwaarden van de OR, neergelegd in een advies- of instemmingsdocument. Tot slot zijn er de specifieke overeenkomsten door beide partijen ondertekend. De vraag is of de wijze van vastleggen iets uitmaakt. In de perfecte wereld natuurlijk niet, omdat de afspraken daar voor iedereen helder zijn en alle partijen onverkort hun afspraken nakomen.
In Nederland zijn mondelinge afspraken ook rechtsgeldig. Probleem daarvan is alleen dat deze afspraken soms moeilijk te bewijzen zijn als de andere partij ontkent. Een ander probleem ontstaat als partijen van mening verschillen over de reikwijdte of de uitleg van de afspraken. Om dit soort problemen te voorkomen is het belangrijk om afspraken goed vast te leggen, in de notulen van de overlegvergadering of in een overeenkomst.
De ondernemingsovereenkomst De ondernemingsovereenkomst zoals we die nu kennen, dateert uit 1998. Je kunt in de praktijk vier soorten ondernemingsovereenkomsten onderscheiden1:
1. de medezeggenschapsrechtelijke ondernemingsovereenkomst 2. de facilitaire ondernemingsovereenkomst 3. de vennootschapsrechtelijke ondernemingsovereenkomst 4. de arbeidsvoorwaardelijke ondernemingsovereenkomst.
Onder de medezeggenschapsrechtelijke ondernemingsovereenkomst vallen ondernemingsovereenkomsten die worden aangegaan ter invulling en uitbreiding van de bevoegdheden die de WOR aan de OR toekent. Te denken valt aan interpretatieafspraken over de term 'belangrijk' uit art. 25 lid 1 WOR, procedureafspraken, competentieafspraken en de eerdergenoemde uitbreiding van het wettelijke advies- en instemmingsrecht.
De facilitaire ondernemingsovereenkomst gaat over afspraken over faciliteiten die de ondernemer aan zijn OR beschikbaar stelt. Denk daarbij aan de toekenning van een ambtelijk secretaris of extra uren die leden
1 Bron: J. P. Wiewel, Overgang van de ondernemingsovereenkomst uit TAO 2027/3
2 Hof Den Haag, 3 november 2006, ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ4149
aan de OR mogen besteden. Uit rechtspraak volgt dat dergelijke afspraken ook op grond van art. 32 lid 2 WOR als ondernemingsovereenkomsten worden gekwalificeerd.
In de vennootschapsrechtelijke ondernemingsovereenkomst worden bevoegdheden toegekend aan de OR op grond van Boek 2 BW. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de benoeming van de raad van commissarissen of de toekenning van enquêtebevoegdheid aan de OR op grond van art. 2:346 lid 1 sub e BW.
Met de arbeidsvoorwaardelijke ondernemingsovereenkomst bedoelen we ondernemingsovereenkomsten waar niet de OR maar ook werknemers rechten aan kunnen ontlenen. Bijvoorbeeld een sociaal plan en loonafspraken. Hoewel onderhandelen over primaire arbeidsvoorwaarden doorgaans geen taak is van de OR heeft de wetgever dit via de OR wel mogelijk willen maken. Deze afspraken hebben echter weer niet de status van een cao.
Wijzigen of opzeggen ondernemingsovereenkomst Omdat er sprake is van een overeenkomst geldt voor ondernemingsovereenkomsten dat het civiele contractenrecht van toepassing is. Volgens dat contractenrecht kunnen overeenkomsten alleen met instemming van de wederpartij worden gewijzigd, tenzij sprake is van heel bijzondere omstandigheden. Dat is bijvoorbeeld van belang als afspraken zijn gemaakt over faciliteiten. Die kan de ondernemer dan niet eenzijdig terugdraaien.
Als de ondernemer niet gemakkelijk kan wijzigen, is het de vraag of hij de overeenkomst wel kan opzeggen om vervolgens nieuwe afspraken te kunnen maken. In dat geval is het goed om te kijken wat hierover in de overeenkomst staat. Tenzij anders is afgesproken, is een ondernemingsovereenkomst namelijk een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat soort overeenkomsten, waarin geen regeling omtrent de opzegging is opgenomen, kunnen op ieder moment worden opgezegd. Natuurlijk geldt dan wel dat de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, die bevoegdheden kunnen inperken. Zo oordeelde het Hof Den Haag2 bijvoorbeeld in 2006 dat het in strijd zou zijn met de aard van het convenant als de ondernemer het zonder enig voorafgaand overleg met de OR zou kunnen opzeggen. Dit specifieke convenant bevatte extra adviesbevoegdheden, extra instemmingsbevoegd-
LEES VERDER OP PAGINA 29
BOEK
recensie
Door Helene Hubers
Agnes Nibbeling is docent, trainer, adviseur en coach. Toen ze dertig jaar geleden startte als trainer, miste ze een overzicht van kennis en inzichten op het gebied van menselijke inzichten en communicatie. Dat boek heeft ze nu zelf geschreven. Tussen mensen is een bundeling van kennis uit haar studies, praktijkervaring en intervisie met collega’s. Doel is haar inzichten door te geven aan een volgende generatie trainers en adviseurs.
In Tussen mensen komen tachtig begrippen aan bod. Deze begrippen zijn alfabetisch geordend. Het is niet de bedoeling om het boek van A (aandacht) tot Z (zondebokken) door te lezen. Al kan dat natuurlijk wel. Het is meer bedoeld als naslagwerk voor wie meer over een bepaald onderwerp wil weten.
Bij dat laatste knelt het een beetje. De stukjes zijn doorgaans nogal kort. Eigenlijk is het boek meer een woordenboek of een beknopte encyclopedie van sociologische begrippen. Als ik trainer was en meer wilde weten over bijvoorbeeld empathie, had ik niet zoveel aan anderhalve pagina uitleg over wat empathie is. Dat had ik ongetwijfeld in mijn opleiding al geleerd. En zelfs als ik als ambtelijk secretaris met een ondernemingsraad werk, is het kennis die je als bekend mag veronderstellen. En wat moet een trainer of coach nog met een beknopte uitleg over begrippen als agressie of zelfkennis?
Gelukkig heeft Nibbeling bij sommige stukken methodes opgenomen die je als (amateur)trainer of coach kunt gebruiken. Ook dat is erg beknopt, maar inspireert wel om je er verder in te verdiepen. Bij het begrip ‘rollen’ noemt Nibbeling bijvoorbeeld het model van Belbin. Je kunt na het lezen van dat hoofdstuk niet met de ondernemingsraad met Belbin aan de slag. Je moet die informatie ergens anders zoeken. Maar je weet dan wel dat dat model bestaat. Eigenlijk zijn het vooral de verwijzingen die het boek nuttig maken. Maar eerlijk gezegd denk ik dat een nieuwe generatie trainers en coaches geen papieren ‘encyclopedie’ meer pakt om te kijken hoe rollen in een team te duiden of op te zoeken wat ‘onderhandelen’ inhoudt. Ik vermoed dat zij voor dat soort informatie meteen naar Google of – nog waarschijnlijker – Chat GPT gaan.
Aansluiting op praktijk
Vernieuwend
Leerzaam
Leesbaarheid
Inspirerend
Gemiddeld
heden en het verlenen van faciliteiten. Ook het overleg was nader geregeld.. Als er zwaarwichtige redenen zijn die nopen tot aanpassing van het convenant zal de ondernemer daarover overleg met de OR moeten voeren. In dat overleg zullen partijen zich redelijk tegenover elkaar moeten opstellen. Alleen als de OR zich onredelijk opstelt bij redelijke voorstellen tot aanpassing van het convenant, kan de ondernemer het convenant met inachtneming van een redelijke termijn geheel of gedeeltelijk opzeggen.
Het is voor een OR dus zaak om goed na te denken wat hij wil afspreken. Bij afspraken over faciliteiten, kun je denken aan een overeenkomst voor bepaalde tijd, namelijk de zittingsduur. Daarbij kun je afspreken dat deze overeenkomst niet tussentijds kan worden opgezegd. Wel is het zaak om te bekijken, voor zowel de ondernemer als de OR, of gewijzigde omstandigheden die zich voordoen tijdens de zittingsduur aanleiding kunnen geven om de bestaande afspraken te wijzigen. Daar kun je ook afspraken over maken.
Afspraken bij advies- en instemmingstrajecten Bij advies- en instemmingstrajecten neemt de OR vaak voorwaarden op in het uiteindelijke advies of instemmingsbesluit. Door die voorwaarden over te nemen, kan de ondernemer vervolgens starten met de uitvoering. Het komt meer dan eens voor dat de
Webinar Uitdagingen en valkuilen bij het vastleggen van afspraken tussen or en ondernemer
Maarten van Kempen heeft het vastleggen van afspraken tussen OR en ondernemer onlangs ook in een webinar besproken. Het webinar is terug te zien op de website van ORondersteuning.
Op deze pagina staat ook de presentatie die Maarten heeft gebruikt tijdens de webinar.
ondernemer de voorwaarden wel overneemt in het besluit, maar in het vervolg toch in strijd hiermee handelt. Denk bijvoorbeeld aan de voorwaarde om de OR te informeren over de voortgang. Of een voorwaarde dat de ondernemer een bepaald scenario onderzoekt. Of besluiten waarvan de invoeringsdatum telkens wordt opgeschort in strijd met de gemaakte afspraken. Als de ondernemer de voorwaarden niet nakomt, kan de OR alsnog naar de Ondernemingskamer (bij adviesrecht) of nietigheid inroepen (instemmingsrecht). Dat kan een stevige stok zijn, maar het kan ook leiden tot grote schade aan het ingezette proces. Beter is het dan om nakoming van die afspraken van tevoren af te dwingen door deze afspraken daadwerkelijk als afspraken vast te leggen. Nakoming daarvan kan worden afgedwongen bij de kantonrechter op grond van de geschillenregeling van artikel 36 WOR.
Tot slot, wat spreken we af ‘Wat spreken we af?’ Dat is de dus vraag die aan het einde van elk overleg gesteld moet worden. Afspraken moeten worden nagekomen. Die nakoming kan de OR afdwingen. Die vraag is de start van een goede vastlegging. Dat is goed voor de ondernemer en de OR. Iedereen is immers gebaat bij duidelijkheid.
Advocaat bij Pallas Advocaten in Rotterdam
PALLASAdvocaten
www.pallas.nl
T:0850704712 M:info@pallas.nl
VERVOLG VAN PAGINA 27
MAARTEN VAN KEMPEN
LANGS DE MEETLAT
IN DEZE LANGS DE MEETLAT IS HET WOORD AAN
WOUTER KOOLMEES, PRESIDENT-DIRECTEUR VAN NS. IN TIEN VRAGEN HOREN WE ZIJN VISIE OP DE FUNCTIE VAN AMBTELIJK SECRETARIS EN WELKE ROL DE AMBTELIJK SECRETARIS BIJ NS HEEFT.
Door Liza Arends en Helene Hubers
Wat is jouw visie op de medezeggenschap?
“Ik vind het belangrijk. Dat klinkt gratuit, maar ik denk altijd: je komt verder als je het samen doet. Als minister van Sociale Zaken had ik veel contact met werkgevers en werknemers, met de Stichting van de Arbeid en de Sociaal-Economische Raad. Zo kijk ik ook naar de medezeggenschap; zeker in een bedrijf als NS. Het is daar een co-creatie tussen de zeggenschap en de medezeggenschap. Als we allebei onze rol goed spelen, kunnen we elkaar versterken, en daarmee het draagvlak voor maatregelen vergroten.
Een voorbeeld van die co-creatie is het intensieve traject afgelopen jaar over de concessie voor het hoofdrailnet voor de komende jaren. We hebben informatie en standpunten met elkaar gedeeld. De medezeggenschap heeft op bepaalde belangrijke momenten gezegd: pas op, weet wat er in het verleden is afgesproken en weet wat dit voor de organisatie betekent. Dat zijn belangrijke momenten in zo’n traject. Ik ben heel blij dat we dat in een cocreatie hebben gedaan.”
Wat voor rol vervult de ambtelijk secretaris in de medezeggenschap?
“We hebben heel veel ambtelijk secretarissen. Dat zijn de oliemannen en olievrouwen tussen de geledingen. De ambtelijk secretaris deelt informatie en bewaakt voor alle spelers aan tafel de structuur en informatiepositie. Hij is ook de beheerder van de agenda en de stukkenstroom.
De ambtelijk secretaris moet vertrouwen genieten van beide partijen. Dat is een belangrijk punt. Mensen worden betaald door de werkgever; dus door de zeggenschap. Als het beeld bestaat: ‘je praat alleen voor de zeggenschap’, dan kun je je rol niet goed invullen. Je moet echt een ‘trusted partner’ zijn, ook voor de medezeggenschap.”
Wat is volgens jou de top-3 van belangrijkste taken van de ambtelijk secretaris?
“Overzicht; weten wat waar speelt. En de voelsprieten goed aan hebben tussen zeggenschap en de zeggenschap.” Lachend: “Ik weet niet of dat
mag zeggen in jullie magazine, maar ‘assumption is the mother of all fuck ups’. Vaak worden allerlei dingen verondersteld, die vervolgens een eigen leven gaan leiden. Als je begint met de vraag: ‘ik denk dat je dit bedoelt, maar bedoel je dit werkelijk?’ dan voorkom je al veel problemen. En in het verlengde van die voelsprieten zit een goed beeld kunnen vormen van waar de echte issues zitten.”
Over welke competenties moet de ambtelijk secretaris beschikken?
“Hij moet goed kunnen luisteren. Zeker bij een groot bedrijf als NS lijkt het soms verdacht veel op politiek. Daarom moet hij ook tussen de regels door kunnen luisteren. En hij moet goed kunnen ordenen.”
Vind je dat de bestuurder betrokken met worden bij de werving van de ambtelijk secretaris?
“Nou, niet zozeer bij de werving, maar misschien wel bij het functioneringsgesprek. We
hebben een aparte directie arbeidsverhoudingen/ arbeidsvoorwaarden binnen ons bedrijf. Dat is professioneel georganiseerd, dus ik ga me niet bemoeien met het personeelsbeleid. Ik zou me wel uitspreken als ik het gevoel heb dat de ambtelijk secretaris niet goed functioneert of er geen goede klik is met de zeggenschap en medezeggenschap.”
Wanneer doet een ambtelijk secretaris het goed?
“Je moet als ambtelijk secretaris echt weten hoe het zit. Je moet een eigen mening hebben, maar zodanig dat je vanuit je eigen positie op een goede manier de beïnvloeding kunnen pakken. Ik denk dat dat belangrijk is.”
Wanneer doet een ambtelijk secretaris het minder goed?
“Ik denk dat je dan wordt geconfronteerd met meer ruis op de lijn. Dat uit zich niet letterlijk in de uitspraak dat de ambtelijk secretaris het minder goed doet. Het uit zich volgens mij meer in: waarom heb ik deze stukken niet gekregen? Waarom weet ik dit niet? Wat ben je nu aan het doen in die
WOUTER KOOLMEES
Wouter Koolmees is sinds 1 november 2022 president-directeur van NS. Hij werd dat op voordracht van de raad van commissarissen en na positief advies door de centrale ondernemingsraad.
Koolmees studeerde economie aan de Universiteit van Utrecht. Vervolgens werkte hij bij het ministerie van Financiën waar hij onder andere hoofd begrotingsbeleid was. Van 2010 tot 2017 zat hij namens D66 in de Tweede Kamer waar hij optrad als financieel specialist. Koolmees was van 2017 tot begin 2022 minister van Sociale Zaken.
Bij NS werken ruim 20.000 mensen. De medezeggenschap bestaat uit een centrale ondernemingsraad, vier ondernemingsraden en vierentwintig onderdeelcommissies. De raden worden ondersteund door zes ambtelijk secretarissen en vier adviseurs medezeggenschap.
adviesaanvraag? Dat kan worden geïnterpreteerd als inhoudelijke verschillen. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat procedures niet lekker lopen. Maar het is gissen voor mij, want ik heb het nooit meegemaakt.”
Kan de ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap de OR en bestuurder tegelijkertijd adviseren?
“Ja, ik denk dat dat kan. En ik denk dat het ook goed is als je je kunt inleven in beide perspectieven. Je moet alleen wel continu oog blijven houden voor wat je rol en taakopvatting is. We hebben adviseurs die zowel het bestuur als de ondernemingsraad adviseren. Er is wel eens een discussie à la ‘de ambtelijk secretaris zit te veel op de stoel van de bestuurder’ en ‘het is meer het secretariaat van de medezeggenschap’. Dat zijn kleurverschillen.
Het werkt niet als je een trucje probeert te doen door één van de twee partijen te bevoordelen. Het is een beetje vergelijkbaar met polderoverleg. Je kunt als het ware ‘too big for your boots’ zijn, maar dan kun je een week later de rekening verwachten.”
Hoe ziet jouw contact met de ambtelijk secretaris eruit?
“Ik ben zelf de vaste bestuurder van de centrale ondernemingsraad. Ik heb wekelijks overleg met het dagelijks bestuur van de COR plus de ambtelijk secretaris. Dat is een soort benen-op-tafelsessie, waarbij we even bijpraten over alles wat er speelt. En ik koppel ook terug van de bestuurstafel. Een keer in de vier weken hebben we een overlegvergadering van maximaal een uur met de voltallige COR. Het dagelijks bestuur van de COR heeft contact met de ambtelijk secretaris en met mijn adviseur medezeggenschap. In die driehoek ontstaan de agenda en de prioritering. Persoonlijk heb ik daar niet veel mee te maken.”
Welke tip heb je voor andere bestuurders?
“Geef de ambtelijk secretaris de ruimte om te kunnen fungeren als brug tussen zeggenschap en medezeggenschap. Dwing de secretaris niet te veel naar een van de kampen. En, oh ja, nog een: accepteer dat het proces gaat zoals het gaat.”
“Ik ben het gezicht van MNO, maar ik ben niet MNO”
Bijpost , voorzitter bestuur MNO
EVEN VOORSTELLEN
Een
platform voor meer dan vier miljoen werknemers wereldwijd
WIJ MAKEN KENNIS MET STICHTING MULTI NATIONALE ONDERNEMINGSRADENOVERLEG (MNO)
MEDEZEGGENSCHAPSLAND KENT VEEL
SAMENWERKINGSORGANEN EN PLATFORMS. WE WAREN AL BIJ DE NVMZ (APRIL 2022), LOMOZ (FEBRUARI 2023) EN DE BVMP (FEBRUARI 2024). DIT KEER GINGEN WE OP BEZOEK BIJ STICHTING MULTI NATIONALE ONDERNEMINGSRADENOVERLEG (MNO). WE SPRAKEN ER MET ANNELIE BIJPOST, SINDS DECEMBER 2022
VOORZITTER VAN HET BESTUUR VAN MNO. ANNELIE IS LID VAN DE ONDERNEMINGSRAAD VAN KLM, WAAR ZE WERKT ALS SENIOR PURSER. OOK DE ANDERE LEDEN VAN HET BESTUUR WERKEN BIJ BEKENDE MULTINATIONALS, ZOALS TATASTEEL, FEDEX EN AKZONOBEL.
DoorLizaArendsenHeleneHubers
‘Hot issues’
Doel van MNO is professionele medezeggenschap te bevorderen bij de aangesloten ondernemingsraden van multinationals. Dat doet ze door netwerken, kennisuitwisseling, onderzoek, lobbyen en samenwerken met organisaties zoals de SER, AWVN, Nationaal Register en het Nationaal Contact Punt. Vier keer per jaar organiseert de stichting een dag voor alle deelnemers. Die bijeenkomst vindt plaats bij een van de deelnemende bedrijven die als gastheer optreedt. Er staat steeds een ander thema centraal. Zoals Annelie zegt: ‘hot issues’. Afgelopen jaar kwamen het nieuwe werken, gezondheid en duurzaamheid aan de orde. De laatste netwerkdag was bij KLM over Diversiteit & Inclusie. OR-leden van de multinationals zijn er samen met hun ambtelijk secretarissen welkom.
Waar is de medezeggenschap?
De bijeenkomsten zijn een belangrijk onderdeel van het werk van MNO. Een ander doel is stimuleren van onderzoek. Annelie: “Dat gaat bijvoorbeeld via de Stichting Onderzoek Medezeggenschap (SOMz). We waren onlangs bij een bijeenkomst en tot onze verbazing waren er alleen maar onderzoekers over de medezeggenschap. We vroegen ons af: waar is de medezeggenschap zelf? Wij wezen SOMz erop dat ze voor de grote vraagstukken van multinationals, bij MNO moeten zijn. Dan heb je al vijftig organen bij elkaar die je als bron of als klankbord of wat dan ook kunt benutten. Die onderzoekers waren dan ook aangenaam verrast dat wij erbij zaten.”
SER
MNO is een van de partners in de Alliantie Medezeggenschap en Governance (AMG) van de SER. Ook hier viel het MNO op dat er bij bijeenkomsten van
Annelie
de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van de SER weinig medezeggenschappers waren. “Daar waren voornamelijk trainers, adviseurs, advocaten en ook ambtelijk secretarissen. Toen dacht ik: dit is de Commissie Bevordering Medezeggenschap maar waar zijn de medezeggenschappers zelf?”
Daarom zorgt het bestuur van MNO ervoor dat uitnodigingen voor bijeenkomsten van CBM ook bij de MNO-leden terechtkomen. In het bestuur van MNO ligt de focus op het meenemen van de leden in de activiteiten van het bestuur.
Een onoverzichtelijke wereld
Er is nog meer dat bij Annelie verbazing wekte toen ze voorzitter werd. Ze vond de medezeggenschapswereld onoverzichtelijk. “Ik wist niet dat er zo'n hele wereld met van alles rondom de medezeggenschap bestond. Serieus! Er ging een wereld voor me open.”
Het lijkt bovendien of veel organisaties hetzelfde doen. Ze zou graag zien dat bijvoorbeeld onderzoek meer wordt geclusterd, omdat het soms overlapt.
Ambitie
MNO heeft nog meer ambities. Het is de stichting een doorn in het oog dat de ‘medezeggenschapsprofessionals’ de trainers, coaches enzo zijn. Zij vergeten wel eens dat de echte medezeggenschappers zelf een andere professie hebben. Even kijken we verbaasd; is medezeggenschap niet je professie? Maar Annelie bedoelt dat de medezeggenschappers het naast hun eigenlijke werk ‘erbij doen’. Ze benadrukt dat het haar professie, haar vak is om stewardess te zijn en de medezeggenschap komt erbij. Weinig medezeggenschappers hebben de luxe het fulltime te doen. De meesten worden er maar een paar uurtjes voor vrijgesteld. En dan is er niet voldoende tijd om bij te houden wat er in de medezeggenschap allemaal te doen en te halen is. Annelie: “Dat is jammer en het komt invloedrijke medezeggenschap niet ten goede. Dus het bestuur probeert de theorie en alle ondersteuning richting de gewone medezeggenschapper te brengen. Dat is een beetje de zoektocht waar we mee bezig zijn.” De ambitie van het MNO-bestuur is dat ondernemingsraadleden van
multinationals allemaal weten dat ze met hun vragen bij MNO terechtkunnen. MNO kan dan doorverwijzen naar een informatiebron of een bestaand netwerk. “Vaak begin je met een zoekfunctie of een belletje. Als de medezeggenschap van de multinationals ons daarvoor weet te vinden, dan vind ik ons geslaagd.”
Het gezicht van MNO
Annelie beseft dat zij als voorzitter de blikvanger is. Gevraagd hoe zij haar rol ziet, zegt ze heel beslist: “Ik ben tijdens de netwerkdagen en dit soort interviews wellicht het gezicht van MNO maar ik ben niet MNO. MNO is de organisatie, en mijn rol is faciliterend. Ook via het MNO-bestuur komt informatie vanuit het veld bij de leden terecht. Die informatie komt van veel verschillende stakeholders en bijvoorbeeld ook van jullie. En natuurlijk kan een voorzitter ook sturend en begeleidend zijn, zo coördineer ik ook de bijeenkomsten en zorg dat de sprekers op elkaar aansluiten en de inhoud elkaar niet overlapt.”
Ambtelijk secretaris
“Onontbeerlijk”, dat is het duidelijke antwoord op de vraag hoe MNO de rol van de ambtelijk secretaris ziet. Als redenen noemt Annelie dat de ambtelijk secretaris een professionele secretaris is, administratief ondersteunt en dat het bovendien een stabiele factor is. Ze voegt eraan toe dat een ambtelijk secretaris ook een inhoudelijk beleidsadviseur kan zijn. Bij de OR van KLM denkt de ambtelijk secretaris niet inhoudelijk mee, al heeft zij wel een adviserende rol naar het dagelijks bestuur. “Zonder dat ik daar een oordeel over heb hoor, want als het werkt, dan werkt het.”
Kleinere bedrijven
Recent ontdekte het bestuur van MNO dat MNO een andere definitie hanteert voor ‘multinational‘ dan de SER. Voor de SER is een bedrijf een multinational als het een Europese ondernemingsraad heeft. MNO keek tot nu toe naar de omzet, het aantal fte’s en het aantal betrokken landen. Ondernemingsraden van kleinere multinationale bedrijven kunnen nu nergens terecht. Om ervoor te zorgen dat die ook bij MNO terechtkunnen, is MNO bezig met een wijziging van haar statuten.
Stichting Multi Nationale Ondernemingsradenoverleg (MNO) is een samenwerkingsorgaan en netwerkorganisatie. De stichting is opgericht in 1982. Op dit moment zijn er ongeveer vijftig Nederlandse ondernemingsraden van multinationals aangesloten. Zij representeren tien verschillende branches en vertegenwoordigen een achterban van ruim 600.000 werknemers in Nederland. Doordat alle deelnemers werknemers van multinationals zijn, is MNO verbonden met meer dan vier miljoen werknemers wereldwijd.
Meer informatie over MNO op www.stichting-mno.nl
Op dit moment werkt de stichting aan een nieuwe, interactieve website, om netwerken en kennis delen voor de leden makkelijker te maken.
ZZP’ers in de ondernemingsraad?
Poll OR-ondersteuning
Door Lotte Lippe
Medezeggenschap is belangrijk voor alle werkenden, ook voor flexwerkers zoals oproepkrachten, uitzendkrachten, payrollers of, gedetacheerden. Volgens de WOR hebben deze flexwerkers na 15 maanden zowel actief als passief kiesrecht bij de inlener, de organisatie waar ze werkzaam voor zijn. Dit geldt niet voor zzp’ers. Voor het eerst in twee jaar krimpt het aantal uitzendkrachten, 7% in 2023 en naar verwachting 5% in 2024 (volgens een rapport van ING Research). Volgens het CBS is het aantal zzp’ers sinds 2019 met 2% toegenomen. In 2023 werkte ongeveer 13% van de beroepsbevolking als zelfstandige.
We vroegen daarom aan jullie:
Is het wenselijk dat zzp’ers formeel betrokken worden bij de medezeggenschap van de opdrachtgever?
15,5%
Nee, helemaal niet is het antwoord van 28% van de inzenders. De redenen hiervoor zijn divers. Ten eerste kiezen zzp'ers er bewust voor om zonder vaste dienstverbanden te werken, waardoor ze vaak geen intrinsieke betrokkenheid hebben bij één specifieke organisatie. Daarnaast is hun inzet vaak kortdurend of beperkt in uren, en werken ze voor meerdere opdrachtgevers. Bovendien is het inhuren van zzp'ers voor de OR kostbaar en niet bedoeld voor dit doel. Zzp'ers hebben geen arbeidscontract met de organisatie en willen onafhankelijk blijven, wat niet
past bij de betrokkenheid die van een OR-lid wordt verwacht. Tot slot kunnen zzp'ers de balans in de OR verstoren, vooral als ze in adviserende of interim-rollen werken.
Ja, zowel stemrecht als zitting nemen in de OR vindt 27% van de inzenders. De reacties benadrukken dat hoewel zzp'ers doorgaans minder binding hebben met de organisatie, ze waardevolle inzichten kunnen bieden. Sommige organisaties reserveren specifieke zetels in de OR voor zzp'ers. Verder wordt aangegeven
dat de duur en betrokkenheid van de zzp'er bij de organisatie belangrijke voorwaarden zijn voor hun deelname aan de medezeggenschap.
Ja, maar alleen in klankbordgroepen en themagroepen vindt 42% van de inzenders. Ook hier worden waardevolle inzichten van zzp’ers, dankzij hun externe ervaring, genoemd. Hun betrokkenheid wordt als positief gezien. Zzp'ers zijn kwetsbaar in besluitvormingsprocessen met hun opdrachtgever, maar hun externe perspectief kan waardevolle adviezen opleveren.
En wat vindt het werkveld ervan?
Ja, maar alleen stemrecht is het antwoord van 3%. De inzenders vinden dat zzp'ers doorgaans minder binding hebben met de organisatie omdat ze ondernemers zijn en niet in dienst. Lid worden van de OR zou hun ondernemerschap en relatie met de organisatie kunnen schaden. Daarom wordt overwogen hen alleen stemrecht te geven.
We vroegen Martin Pikaart (AVV), Dennis Schwartz (Sprengers advocaten) en Jurrien Koops (ABU) om hun reactie:
MARTIN PIKAART | VOORZITTER AVV: DE DEMOCRATISCHE VAKBOND
Het antwoord op bovenstaande vraag kan alleen maar als volgt luiden: Nee!
In de hele wetsgeschiedenis van de WOR is duidelijk dat het gaat om inspraak van werknemers. Zij staan onder gezag van hun werkgever. Zij hebben het meeste belang bij continuïteit van de onderneming. Zij willen invloed op hun roosters, de plaats van vestiging en dus hun reistijd, en een heleboel zaken meer. Dit zijn allemaal redenen om een ondernemer te dwingen zijn werknemers inspraak te geven op het besluitvormingsproces.
Zelfstandigen zijn formeel volgens de huidige wetssystematiek ondernemers. Zij staan mogelijk in concurrentie met de opdrachtgever. Waarom zou die in vredesnaam zijn potentiële concurrenten inspraak moeten geven bij het vormgeven van de bedrijfsprocessen?
Ik vermoed dat de reden achter deze vraag is, dat er tegenwoordig zoveel mensen werken in een constructie waarin ze samen met de ‘opdrachtgever’ zijn overeengekomen dat ze niet in loondienst zijn, maar als ‘zelfstandig ondernemer’ werken. Als gevolg daarvan hebben ze dan geen inspraak in het reilen en zeilen van de onderneming waar ze eigenlijk werkzaam zijn.
Als die kwalificatie ‘zelfstandig ondernemer’ de realiteit weergeeft, is een gevolg dat ze niets te maken hebben met de medezeggenschap. Als die kwalificatie onjuist is, en het eigenlijk ‘schijnzelfstandigen’ zijn, kunnen ze, eventueel via de rechter, een arbeidsovereenkomst claimen bij de ‘opdrachtgever’.
DENNIS SCHWARTZ | ADVOCAAT - SPRENGERS ADVOCATEN
Medezeggenschap is een grondrecht en de Grondwet maakt geen onderscheid tussen mensen die werken op basis van een arbeidsovereenkomst of mensen die werken als zzp’er. Daarnaast zou de ondernemingsraad een afspiegeling moeten zijn van de organisatie en van de ‘populatie’ die er werkt. Dat is ook de reden dat uitzendkrachten medezeggenschapsrechten hebben gekregen en die inmiddels ook eerder krijgen dan vroeger.
Medezeggenschap heeft tot doel om werknemers invloed te kunnen laten uitoefenen op de omgeving waar ze werken. Het is lang niet altijd zo dat zzp’ers in een gelijkwaardige positie staan tot hun opdrachtgever en er daarom geen noodzaak is voor hen om mee te praten over het reilen en zeilen van de organisatie waarin ze werkzaam zijn.
Het formeel betrekken van zzp’ers bij de medezeggenschap als lid van de ondernemingsraad brengt wel een aantal uitdagingen met zich mee. Werknemers hebben bijvoorbeeld recht op het verrichten van OR-werk tijdens werktijd. Betekent dat dat zzp’ers een factuur mogen sturen voor de tijd die ze werken voor de ondernemingsraad? Zzp’ers zijn niet altijd langdurig verbonden aan een onderneming, waardoor de vraag zou kunnen ontstaan of ze wel voldoende oog zullen hebben voor de langetermijnontwikkelingen van de onderneming. En hebben zzp’ers recht op ontslagbescherming als ze in de OR zitten?
Al met al denk ik dat het wenselijk kan zijn om zzp’ers formeel te betrekken bij de medezeggenschap. Maar alleen als ze een belangrijk onderdeel uitmaken van de populatie die werkt in de organisatie en als ze (over het algemeen) langdurig betrokken zijn bij de organisatie. De optie die 42% van de stemmen heeft gekregen, het deelnemen van zzp’ers aan klankbordgroepen en themagroepen vind ik ook een goed idee, omdat je daarmee een deel van de praktische problemen kunt ondervangen.
JURRIËN KOOPS | DIRECTEUR ALGEMENE BOND UITZENDONDERNEMINGEN
Traditioneel zijn medezeggenschapsrechten voorbehouden aan werknemers. Artikel 6 lid 4 van de Wet op de ondernemingsraden biedt echter de mogelijkheid om andere groepen personen toe te laten tot de ondernemingsraad, mits dit bevorderlijk is voor de goede toepassing van de WOR. Toch lijkt het niet raadzaam om de WOR specifiek aan te passen voor zzp'ers. Deze groep is zeer divers en heeft uiteenlopende belangen. Terwijl werknemers gericht zijn op langdurige werkzekerheid en arbeidsvoorwaarden, richten zzp'ers zich meer op de voorwaarden van hun specifieke opdrachten en de vrijheid om meerdere projecten tegelijkertijd te beheren. Zzp'ers hebben vaak meerdere opdrachtgevers en werken op projectbasis, waardoor hun relatie met een bedrijf wezenlijk anders is. Deze verschillen in belangen kunnen tot conflicten binnen medezeggenschapsorganen leiden, wat verklaart waarom actieve deelname van zzp'ers aan een ondernemingsraad niet passend wordt geacht. In plaats daarvan zouden zzp'ers wel kunnen worden geraadpleegd voor input of advies, aangezien zij vaak specialistische kennis en waardevolle externe perspectieven meebrengen naar een organisatie.
De ABU pleit voor een contractneutraal sociaal stelsel. Vanuit dit oogpunt is deelname van zzp’ers in de ondernemingsraad niet ondenkbaar. Werknemers en zelfstandigen hebben immers veel gedeelde belangen, zoals een gezonde en veilige werkomgeving en de bevordering van een goede samenwerking binnen de organisatie. Besluiten hierover vallen onder de instemmingsplicht van de ondernemingsraad. Het toekennen van medezeggenschapsrechten aan zzp'ers vergroot de representativiteit en kan bijdragen aan een meer inclusieve, dynamische en goed geïnformeerde ondernemingsraad. Dit kan een OR nu zelf al regelen. Dit zorgt voor meer draagvlak en kan de organisatie ten goede komen bij de genomen besluiten.
Nieuwe Poll:
Vind je dat ambtelijk secretarissen een actieve rol moeten hebben tijdens overlegvergaderingen van de ondernemingsraad?
De rol van ambtelijk secretarissen in overlegvergaderingen van de ondernemingsraad kan variëren. Sommigen vinden dat zij een actieve rol moeten hebben – en dus niet alleen notuleren - terwijl anderen van mening zijn dat hun rol meer faciliterend of adviserend moet zijn. Wat vind jij?
Wij zijn benieuwd hoe jij erover denkt. Op de website van OR-ondersteuning, onder nieuws, vind je de poll. In het volgende AS-magazine publiceren we de resultaten en gaan er inhoudelijk op in. Doe je weer mee?
INCLUSIVITEIT INVLOED LUISTEREN MACHTSEVENWICHT METAVAARDIGHEDEN MINDERHEIDSSTEM NIETCONSENSUS OPENHEID PARTICIPATIE POLARISATIE RANG ROL STEM STEMRECHT VERANTWOORDELIJKHEID VERSTORING
STUUR JE OPLOSSING NAAR AS-MAGAZINE@OR-ONDERSTEUNING.NL EN MAAK KANS OP EEN TAART!
Oplossing
WINNAAR VORIGE WOORDZOEKER
Astrid Conings-Jacobs, ambtelijk secretaris COR Zuyderland stuurde de juiste oplossing in en ontvangt binnenkort een taart voor de gehele COR.
De oplossing van de vorige woorzoeker was: Advies en instemmingsonderwerpen volgens de wet op de ondernemingsraden
“Ik
heb mijn leven nooit helemaal gepland.
Ik laat het op me afkomen”
Een kennismakingsgesprek met Steven Jellinghaus
LIZA ARENDS: STEVEN JELLINGHAUS EN IK KENNEN ELKAAR AL ZO’N TWINTIG JAAR. DE EERSTE ONTMOETING WAS TIJDENS EEN EVENEMENT VOOR DE MEDEZEGGENSCHAP. DESTIJDS WAREN WE BEIDEN RELATIEF
NIEUW IN DAT VAKGEBIED, MAAR AL SNEL ONTDEKTEN WE EEN GEDEELDE VISIE OP MEDEZEGGENSCHAP. ER ONTSTOND EEN NAUWE SAMENWERKING ÉN EEN VRIENDSCHAPPELIJKE BAND. STEVEN IS IN DE TUSSENTIJD UITGEGROEID TOT DÉ JURIDISCH EXPERT IN DIT GEBIED EN IS ADVOCAAT EN MEDE-EIGENAAR VAN PALLAS ADVOCATEN. ONDERTUSSEN BEN IK VAN AMBTELIJK SECRETARIS DIRECTEUR VAN OR-ONDERSTEUNING GEWORDEN EN OPRICHTER EN MEDEDIRECTEUR VAN AS-OPLEIDINGEN.
DE AFGELOPEN JAREN HEEFT STEVENS LEVEN EEN AANTAL INGRIJPENDE VERANDERINGEN DOORGEMAAKT, WAARBIJ VOORAL ZIJN ZIEKTE EN DWARSLAESIE VORIG JAAR EEN GROTE IMPACT HEEFT GEHAD. DE NIEUWE WENDING IN ZIJN LEVEN HEEFT HIJ MET VEERKRACHT EN HUMOR OMARMD. TIJD OM TE HOREN HOE HET MET HEM GAAT, ZIJN VISIE OP MEDEZEGGENSCHAP TE LEREN KENNEN EN TE ONTDEKKEN HOE HIJ IN DIT VAKGEBIED IS TERECHTGEKOMEN.
Door Liza Arends en Angèla Abbo
Van Oegstgeest naar Leiden
Je ouders vestigden zich in Oegstgeest vanuit Nederlands-Indië. Daar groeide je op met een oerHollands uitzicht, recht tegenover de molen. Na je middelbare school begon je met de studie Nederlands recht aan de Universiteit van Leiden. Waarom eigenlijk rechten?
“Ik ging naar Leiden voor het gemak. Mijn ouders wilden dat ik voor baanzekerheid ging en dachten in de richting techniek of de medische wereld. Maar ik ben atechnisch, geen bèta en ik kan niet tegen bloed. Dat was voor mij een ‘no-go’. Het liefst wilde ik geschiedenis studeren, maar ik dacht dat je dan alleen geschiedenisleraar kon worden. Ik zag mijzelf niet voor de klas staan. Bij gebrek aan beter en omdat ik niet wist wat ik moest studeren, ben ik maar rechten gaan doen. Het is niet dat ik er altijd al van droomde om advocaat of rechter te worden. Ik wilde politieman worden, of cowboy, of ridder.”
En ben je cum laude afgestudeerd?
“Nee, absoluut niet. Ik was niet echt gedreven en deed er heel veel dingen naast. Zo was ik actief in de politiek, bekleedde een bestuursfunctie bij een studentengezelligheidsvereniging, was een jaar student-assistent en ik zat bij de Rechtswinkel in Leiden. Daarnaast sportte ik regelmatig en had ook nog een baan; ik moest werken naast mijn studie. Ik heb als verkoper bij de V&D gewerkt en werd ook wel eens een weekend ingehuurd als mangokeurder. Dan keurde ik in een weekend een container mango’s op restaurant-, winkel- of blikkwaliteit. Mijn aandacht was dus behoorlijk verspreid en ik hield me niet echt bezig met mijn studieresultaten.”
Je studeerde af op voetbaltransfers (Sportrecht), maar ook in een vrije studierichting bedrijfsrecht. Daarmee behaalde je zowel je meester- als doctorandustitel. Meteen na je studie kon je als bedrijfsjurist bij de KNVB aan de slag. Een droombaan, zoals je dat zelf noemde. Het liep echter anders, want….
“Ik moest als één van de laatste lichtingen in dienst. Dienstweigeren vond ik toch te ver gaan. Dus ik ben het leger ingegaan en werd verbindingsofficier in Ede. Ik zou sergeant worden op een straalzender. Nou ja, ik en techniek….. Dat vond ik wel hilarisch.”
En hoe heb je je diensttijd ervaren?
“Ik werd bij aankomst in Ede meteen met plunjezak en al in een auto gegooid en naar de Ginkelse Heide gebracht voor een basistraining. Na een week
training, waarin ik leerde handgranaten werpen, helm wassen, Uzi schieten en marcheren door het bos, ben ik gevallen tijdens een partijtje voetbal. Ik werd afgevoerd naar het ziekenhuis en zat daarna twee maanden thuis met mijn been in het gips. Na mijn herstel was mijn hele opleidingsgroep opgeleid en verspreid over allerlei locaties. ‘Ga maar weer naar huis’, zeiden ze en ik werd vervroegd afgekeurd. De verbindingsdienst of straalzender heb ik nooit gezien.”
In de advocatuur
Na je diensttijd solliciteerde je en kwam je terecht bij De Voort Advocaten, dat toen nog Beunen, Leemans, De Bont en Hermes heette.
“Ja, dat was eigenlijk niet mijn eerste keus. Ik wist niet goed wat ik wilde en ik had ook niet het idee om de wereld te verbeteren. Kijk, mijn CV was zo breed, dus ik solliciteerde op heel veel; van advocatuur op de Zuidas, assistent in opleiding (aio), een functie als management trainee bij ING en op aio in milieurecht en ruimtelijke ordening, want daar was ik ook in afgestudeerd. En ik had me aangemeld als managementtrainee bij Procter & Gamble. Voor hetzelfde geld had ik nu wasmiddelen verkocht. Ik heb er zelfs wel eens aan gedacht om een café te beginnen, maar het werd dus advocaat medezeggenschap in Tilburg. Ik begon echter in de algemene praktijk. Dit betekende veel echtscheidingen en strafzaken, maar langzaam rolde ik in de medezeggenschap en bouwde ik mijn eigen praktijk op. Ik besloot ook te promoveren aan de Universiteit van Tilburg op harmonisatie van arbeidsvoorwaarden. Ik zocht een onderwerp dat relevant en boeiend zou blijven en wat niet meteen zou verouderen bij nieuwe uitspraken of wetswijzigingen. Ik ben daarna ook gevraagd om docent te worden. Ik doceer nu alweer 25 jaar arbeidsrecht en sportrecht.”
STEVEN JELLINGHAUS
1969 Geboren in Oegstgeest
Middelbare school in Oegstgeest
1993 Afgestudeerd Nederlands Recht en Bedrijfsrecht – Universiteit van Leiden; 1993 Dienstplicht
1994 In dienst bij Beunen, Leemans, De Bont en Hermes, later De Voort advocaten
2003 Promotie aan Tilburg University. Proefschrift ‘harmonisatie van arbeidsvoorwaarden’
2003 Universitair docent/onderzoeker Tilburg University
2022 Advocaat en mede-eigenaar van Pallas Advocaten
Steven is getrouwd met Ingrid en woont in Scheveningen
Overstap van De Voort Advocaten naar Pallas Advocaten
Twee jaar geleden besloot je na 28 jaar weg te gaan bij De Voort Advocaten en naar Pallas Advocaten te gaan. Hoe kwam dat?
“Na 28 jaar vond ik het wel tijd voor verandering. Ik was inmiddels verhuisd van Tilburg naar Scheveningen, wat veel reizen betekende. En ik zocht een omgeving die meer ‘dedicated’ gericht is op arbeidsrecht. Bij Pallas houden vijftien advocaten zich uitsluitend met arbeidsrecht bezig. Bovendien hebben ze een internationale focus. Daar vond ik de uitdaging. Het was een logische stap en ik heb er geen spijt van.”
Heb je in die dertig jaar advocatuur ook veranderingen gezien in de geschillen of zaken die je krijgt voorgelegd?
“Toen ik begon, werd ik als adviseur met een heel adviesteam in een zaak getrokken. Tegenwoordig word ik gebeld of ik even een sociaal plan kan beoordelen. De zaken zijn kleiner en minder strategisch geworden. Ook de Ondernemingskamer heeft minder zaken. Wat ik wel zie is dat zaken veel internationaler zijn geworden. Ondernemingsraden van grote internationale bedrijven worstelen met een Nederlands besluit versus de wens of eis van het bedrijf. We hadden een Spotify-achtige zaak, waarin op internationaal niveau werd gezegd: er moet gewoon 10% van het personeel uit. Ik zeg altijd: je hebt de WOR en je hebt de POR - dat noem ik de ‘Praktijk op de OR’. Juridisch kun je wel van alles roepen, maar de praktijk blijkt soms toch weerbarstiger.”
Veranderingen in de medezeggenschap
Heb jij in afgelopen jaren veranderingen gezien binnen de medezeggenschap?
“Zeker, ik zie wel een paar echte ontwikkelingen. Ondernemingsraden zijn kritischer op wat ze doen en wie ze inhuren, vaak onder de druk van werkgevers. Toen ik begon in 1994, nodigden ondernemingsraden standaard bij elke OR-vergadering een adviesteam uit. Je had toen ook nog een vijfdaagse OR-opleiding met overnachtingen en goede wijnen, of een boswandeling met ademhalingsoefeningen…. Je ziet dat ze nu eerder kiezen voor een training op vaardigheden of coaching-on-the-job of zich door een ambtelijk secretaris laten trainen of coachen. Het is veel gerichter.”
Er wordt dus minder geschoold. Is de kwaliteit van de medezeggenschap daarmee achteruitgegaan?
“Je hebt echt wel vernieuwingen in de medezeggenschap, maar die worden wettelijk niet altijd gepruimd’
“Nee, Ik vind dat de kwaliteit zelfs beter is geworden. Het probleem is wel Liza, en dat geldt voor ons allebei, dat wij niet de onderkant van de markt zien. Ik zie alleen die OR die mij belt en jij komt bij de OR’s die een ambtelijk secretaris hebben of willen hebben. Wij zien over het algemeen de happy few die al een professionaliseringsslag hebben gemaakt. Raden die zelfstandig rommelen, zien wij niet. Maar over het algemeen zie ik wel dat de kwaliteit van de medezeggenschap beter is geworden en dat raden veel mondiger zijn, mede dankzij online informatie. Vroeger belde de OR een trainer om een inleiding over arbo te krijgen. Nu google je het.”
Zie je ook veranderingen in het werkveld van de ambtelijk secretaris?
“Ik heb de positie van de ambtelijk secretaris zien groeien. Het is steeds meer het continuïteitsbaken en de spin in het web geworden. Toen ik begon was de ambtelijk secretaris een soort secretaresse, die zich vooral bezighield met verslaglegging, archiveren en het verspreiden van vergaderstukken. Nu is die functie veel meer ontwikkeld naar coaching en advisering en wordt de ambtelijk secretaris ook steeds serieuzer genomen. Hij wortelt zich meer in organisaties. Kijk maar naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waar een heel bureau medezeggenschap is, dat ook heel serieus investeert in de kwaliteit van ambtelijk secretarissen. Vroeger ging de OR twee keer per jaar op training bij een trainer, die na de training als coach en adviseur fungeerde. Als je een probleem had, belde je de trainer. Nu neemt de ambtelijk secretaris die rol steeds meer over.”
Dwarslaesie
Na je overstap naar Pallas advocaten heb je het afgelopen jaar te maken gehad een grote, persoonlijke verandering in je leven. Een jaar geleden bezocht je het Eurovisie Songfestival in Liverpool. Daar belandde je met hele erge rugpijn en verlammingsverschijnselen in het ziekenhuis. Wat is er gebeurd?
“Ik had kaartjes voor het Songfestival, echt mijn guilty pleasure. Voor vertrek had ik enorme rugpijn. Met heel veel pijnstillers ben ik toch naar Liverpool gegaan en kon ik twee voorrondes bijwonen. De volgende dag werd ik ‘s ochtends wakker en kon ik niet meer op
mijn benen staan. Ik wist meteen dat het niet goed was en ben met een taxi naar de Spoedeisende hulp gegaan. Daar wilden ze me meteen drie dagen opnemen. Maar dat kon niet, vond ik. Ik wilde toch echt de finale bijwonen.
Ik heb keihard onderhandeld en gevraagd of ze me
“Songfestival, echt mijn guilty pleasure”
niet een pilletje konden geven. Weer terug in Nederland zou ik dan meteen naar het ziekenhuis gaan. Het resulteerde in één nacht opname. Heel veel onderzoek volgde en een overplaatsing naar ander ziekenhuis in Liverpool, gespecialiseerd in neurologie. Daar werd ik meteen geopereerd om een abces uit een ruggenwervel te halen. Op de een of andere manier was ik heel ziek, bijna dood, alleen wist ik het zelf niet. Na de operatie heb ik nog twee, drie dagen op de intensive care gelegen en ben ik nog twee keer geopereerd.”
Wat was de diagnose?
“Een streptokokkenbacterie in een ruggenwervel, die inmiddels ook mijn hartklep aantastte. Ik heb acht weken in het ziekenhuis gelegen met zware infusen. De artsen in Liverpool zeiden dat ik een dwarslaesie had en weinig kans op herstel.”
Hoe ging je daarmee om?
“Dat viel mee, eigenlijk. Ik kon er al snel in berusten. Ik had ook al vanaf het begin psychologen aan mijn bed. Sowieso was ik allang blij dat het Songfestival in
Liverpool was en niet in Oekraïne ofzo. Ik spreek tenminste Engels en ik was in het beste ziekenhuis voor dit soort aangelegenheden in Engeland.”
Zie je het leven altijd zo? Met berusting?
“Ik zag het al heel snel als iets waar niemand schuld aan had. Ik ben niet van een trapje gevallen en ben ook niet aangereden door iemand waar ik boos op kan worden. In het revalidatiecentrum in Nederland zag ik dat het altijd erger kan. Ik ben blij dat ik nog veel kan en een goed leven heb.”
Wanneer ga je naar huis?
“Mijn stip op de horizon is half augustus, als ons huis klaar is. Mijn vrouw overziet de verbouwing en ik denk mee op afstand. Het is heel vreemd, na een jaar kom ik dan weer thuis in een verbouwd huis en een andere situatie. Maar, ik heb mijn leven nooit helemaal gepland. Ik laat het op me afkomen.”
Inzicht in de OR
Steven Jellinghaus is mede-auteur van Inzicht in de OR Hij werkt momenteel aan een grondige herziening van het boek. Met een frisse blik scherpt hij de tekst aan en actualiseert wetswijzigingen, zeker als het om WORaangelegenheden gaat. In de nieuwe editie van Inzicht in de OR is er ook aandacht voor de rol van de ambtelijk secretaris.
Vergader slim: Zo maak je een vergadering efficiënter
DE TIJD VAN EINDELOOS VERGADEREN LIGT ACHTER ONS. WE WILLEN DAT VERGADERINGEN ZO EFFICIËNT EN EFFECTIEF MOGELIJK VERLOPEN. DE KEUZE VOOR DE JUISTE WERKVORM KAN DAARBIJ HELPEN. EEN
VERGADERWERKVORM IS EEN SPECIFIEKE METHODE OF STRUCTUUR OM DE INTERACTIE, COMMUNICATIE EN EFFECTIVITEIT VAN EEN VERGADERING TE VERBETEREN. DEZE WERKVORMEN VARIËREN AFHANKELIJK VAN HET DOEL, AANTAL DEELNEMERS EN DE GEWENSTE UITKOMST. OF HET NU GAAT OM BRAINSTORMSESSIES, BESLUITVORMENDE VERGADERINGEN OF TEAMBUILDINGACTIVITEITEN; DE JUISTE VERGADERWERKVORM MAAKT HET VERSCHIL TUSSEN EEN VRUCHTBARE BIJEENKOMST EN TIJDVERSPILLING. IN DIT ARTIKEL LEES JE WELKE STAPPEN JE MOET ZETTEN OM EEN WERKVORM IN TE ZETTEN EN VERKENNEN WE ALVAST TWEE WERKVORMEN. IN DE KOMENDE EDITIES VAN ONS MAGAZINE VOLGEN MEER WERKVORMEN.
Door Margo Hendriks
De moderator
Het is prettig als er tijdens het overleg één persoon is die de werkvorm kan leiden – de moderator. Deze moderator legt de werkvorm uit, helpt de groep bij de goede toepassing van de werkvorm, houdt de tijd in de gaten en stuurt aan op het trekken van conclusies.
Als je moderator bent, is het belangrijk dat je jouw neutraliteit in de gaten houdt. Dat betekent dat je je verbindt aan alles wat er wordt gezegd, ook al ben jij het er zelf niet direct mee eens. Door de neutraliteit van de moderator voelen de groepsleden zich vrij om alles in te brengen. Ben je als moderator niet neutraal en ben je hier niet open over dan loop je de kans dat je onbewust gaat sturen op bepaalde uitkomsten. Ben je niet neutraal, geef dit dan direct in het begin aan.
Werkvorm kiezen
De keuze voor de vergaderwerkvorm is afhankelijk van:
1. Het doel van het agendapunt:
› In welke fase van het proces zit de OR?
› Wat is de kern van het agendapunt? Wat moet de bespreking van het agendapunt opleveren?
2. De fase van de behandeling van het agendapunt (beeldvorming, oordeelsvorming of besluitvorming)
› Brainstorm: verkennen/verzamelen van meningen en ideeën
› Beeldvorming: kennis overdragen aan elkaar/ meningen en ideeën verkennen
› Oordeelsvorming: discussie, hoe staan we tegenover een voorgenomen besluit?
› Besluitvorming: de knoop doorhakken
› Evaluatie: terugkijken op eigen handelen.
3. Het gedrag van de deelnemers.
› Bepaal het gedrag. Stel je voor dat je in het overleg zit, welk gedrag is nodig voor het bereiken van het doel op de agenda? En wat wil je voorkomen?
› Welk gedrag is nodig en wat wil je voorkomen? Heb je veel input nodig uit de groep, kies dan voor een activerende werkvorm.
Kies op basis van het doel, de fase van behandeling en het gewenste deelenemersgedrag de juiste werkvorm.
De werkvormen passend bij de verschillende fasen van behandeling van agendapunten
De voorbereiding
› Bepaal wie de moderator is
› Teken de flappen
Wat zet je op de flap?
Brainstormfase
• Welke ideeën leven er?
• Welke invalshoeken zijn er?
Input verzamelen
preadvies/initiatiefvoorstel
• Wat vinden we belangrijk?
• Wat willen we aan input meegeven?
Beeldvormende fase
• Wat weten we?
• Wat weten we?
• Weten we genoeg?
• Weten we genoeg?
• Begrijpen we de informatie?
• Begrijpen we de informatie?
• Kunnen we het stuk inhoudelijk in behandeling nemen?
• Kunnen we het stuk inhoudelijk in behandeling nemen?
• Is het stuk compleet?
• Is het stuk compleet?
Oordeelsvormende fase
• Wat vinden we ervan?
• Welke mogelijke verdiepingsvragen hebben we nog?
Besluitvormende fase
• Welk besluit nemen we?
• Welke acties vraagt dit?
Evaluatiefase
• Hoe hebben we met elkaar samengewerkt?
• Wat kunnen we ervan leren?
Bespreking met bestuurder
• Hoe zorgen we voor een gelijkwaardig gesprek?
• Hoe zorgen we ervoor dat we ons standpunt helder overbrengen?
• Alle rollen/stappen van de werkvorm
• Wat elke rol moet doen
• Procedure in subgroepjes in steekwoorden
• Eventueel: wat doen we hierna in de grote groep
› Verzamel het materiaal.
D-day
1. Neutraliteit moderator
Heb je als moderator voorkeur voor een uitkomst, zoek dan verbinding met de andere standpunten.
2. Heldere doelstelling van het agendapunt
Het is belangrijk om op voorhand aan te geven wat de kern van het agendapunt is.
- ‘Bespreking van dit agendapunt levert ….. op’.
Brainstorm
Open space
Hoeden van De Bono
Stellingen
Gesprek op voeten
World café
Mindmapping
Brainwriting
Vissengraad
WOL-analyse
World café
Open space
SWOT
Gesprek op voeten
Samenvatting op flappen
World café
Mindmapping
Hoeden van De Bono
PIN-analyse
Lagerhuis
Samenvatting op flappen
Gesprek op voeten
World café
Mindmapping
Cirkelevaluatie WWW
Talkshowtafel
PIN-analyse
3. What’s in it for me?
› Het is belangrijk om aan de leden te vertellen wat de werkvorm ze oplevert.
› Wees zelf ook enthousiast over de werkvorm (stemtaal, lichaamstaal). Als het een korte werkvorm betreft, helpt het om de leden meteen in de actie te zetten (‘kom allemaal even staan’).
4. Helder instrueren
› Geef eerst een overzicht van de opzet
› Leg stap voor stap uit wat de groep precies moet doen
• Ondersteun met een flap
• Doe de werkvorm voor als de werkwijze nieuw of ingewikkeld is
• Check of je helder bent
• Zo niet: vraag wat onduidelijk is. Leg het zelf nog een keer uit of vraag of iemand uit de groep het kan uitleggen.
› Bij een werkvorm op papier: deel hem eerst uit en laat hem lezen.
› Geef aan wat je gaat doen met het resultaat/de output.
5. Logistiek
› Laat groepjes vormen: zorg dat mensen mengen
› Geef een eindtijd mee
› Geef het startsein
6. Check
› Loop binnen vijf minuten alle groepjes langs om te checken of ze doen wat de bedoeling is.
Werkvormen uitgelicht
Tijdens de brainstormfase helpen de werkvormen Brainstorm en Open space om de creativiteit en productiviteit van de groep te maximaliseren. Met deze werkvormen kunnen de deelnemers aan de vergadering meningen en ideeën verkennen en verzamelen. Per werkvorm is op de pagina hiernaast een korte uitleg gegeven.
Vergadervormen en Deep Democracy
Margo Hendriks geeft bij AS-opleidingen het vak Vergadervormen en Deep Democracy. Tijdens deze sessie leer je hoe je diverse vergadervormen kunt inzetten om tot inhoudelijk sterke en breed gedragen besluiten te komen.
Optimalisatie van het vergaderproces
Margo behandelt technieken om vergaderprocessen te stroomlijnen, inzicht te krijgen in groepsdynamiek en werkvormen en interventies effectief toe te passen. Dit helpt bij het faciliteren van processen en ondersteunt het dagelijks bestuur bij het voorzitten van vergaderingen.
Deep Democracy: basisprincipes en praktische Toepassing
Ook leer je de basisprincipes van Deep Democracy kennen en toepassen. Deze methode bevordert inclusieve besluitvorming door diverse perspectieven binnen een groep te integreren.
Data
In het volgende AS-magazine volgt een uitgebreide toelichting van andere werkvormen en geven we een handige checklist voor ambtelijk secretarissen om effectief om te gaan met weerstand tijdens vergaderingen. woensdag 3 jul 2024 woensdag 2 jul 2025
09:00 – 17:00 uur Seats2Meet Amersfoort
Meer informatie en aanmelden op de website van AS-opleidingen.nl (https://www.as-opleidingen.nl/vakken/vergadervormen-en-deep-democracy/)
Brainstorm
Doel
Brainstormen is een techniek die in groepsverband creatief denken stimuleert om daardoor in korte tijd ideeën te verzamelen.
Tijdens het overleg
Tijdens een brainstorm mag iedereen ongeremd ideeën spuien, waarbij ze op andermans ideeën kunnen voortborduren. Bijvoorbeeld allemaal oplossingen die de OR-leden kunnen bedenken voor een specifiek probleem. Pas na de brainstorm wordt bekeken of de ideeën haalbaar en passend zijn.
Stap 1: Bepaald het doel van de brainstorm
• Omschrijf helder het probleem of het doel van de nieuwe ideeën
‐ ‘Probleem oplossen, input verzamelen, nieuwe ideeën voor de achterbancommunicatie’
• Geef iedereen een minuut nadenktijd
• Geef iedereen post-its of wijs één lid aan als notulist.
Stap 2. Moedig aan!
• Creëer een sfeer waarin iedereen met gedurfde en onverwachte ideeën kan komen.
• Geen ‘Ja, maar…’
• Moedig aan met complimenten: ‘Goed idee, zeg!’
• Noteer alles zoals het wordt gezegd, geen discussie over de formulering
• Hoe meer, hoe beter
• Hoe gekker, hoe beter
• Bouw voort op elkaars ideeën
Heeft iemand een idee op een post-it? Ga de groep rond om de ideeën voor te lezen.
• Analyseer en evalueer de aangedragen ideeën op bruikbaarheid
• Bepaal met elkaar de vervolgstappen.
Open Space
Doel
Input ophalen over een onderwerp. De deelnemers bepalen zelf bij welke onderwerpen ze langer stil willen blijven staan. Hierdoor ontstaan er gesprekken en discussies in kleine groepjes waardoor deelnemers beter in staat zijn om elkaar te beïnvloeden.
Voorbereiding
• Bepaal de titels van de flappen
‐ Op welke thema’s willen we input ophalen?
‐ Bijvoorbeeld: wat zijn de taken van de verschillende rollen in de OR: één flap AS en één flap OR-lid
Tijdens het overleg
• Hang de flappen op in de ruimte
• Vraag deelnemers om bij een flap te gaan staan en hun input op te schrijven
• Wanneer er meerdere deelnemers zijn dan kunnen ze met elkaar in gesprek en de uitkomsten daarvan op de flap zetten
• Wanneer ze klaar zijn met het gesprek kunnen ze naar een andere flap lopen; iedereen lekker door elkaar!
• Laat een aantal deelnemers de flappen samenvatten en plenair presenteren
• Bespreek met elkaar: wat halen we hieruit? Wat wordt onze volgende stap?
Geslaagd! Gefeliciteerd!
Op 10 juni hebben we weer een feestelijke diploma-uitreiking georganiseerd voor de ambtelijk secretarissen die de vakopleiding Ambtelijk Secretaris succesvol hebben afgerond.
Astrid Conings-Jacobs, Regina Wolf, Elly Verbeek, Marije Hulleman, Sandra Elast,Francis Reekers, en Menno Tangenbergh (niet aanwezig) zijn geslaagd voor hun hbo-diploma en zijn opgenomen in het Abituriëntenregister van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland.
Extra trainingen
Naast de vakopleidingen voor ambtelijk secretarissen en adviseurs medezeggenschap biedt AS-opleidingen ook een reeks van aanvullende trainingen aan, gericht op specifieke kennis en vaardigheden binnen het vakgebied. Deze trainingen zijn ontwikkeld in samenwerking met experts uit de diverse vakgebieden.
Wat de AS absoluut moet weten over Arbo
Aanmelden kan via: www.AS-opleidingen.nl
Vrijdag 18 oktober | 9:00-17:00u
Jij als ambtelijk secretaris levert een belangrijke bijdrage aan het goed functioneren van een ondernemingsraad. Je biedt professionele ondersteuning, waardoor de leden zich optimaal bezig kunnen houden met de inhoudelijke taken van de ondernemingsraad. De laatste jaren zijn er belangrijke wetswijziging doorgevoerd in de Arbowet. Jij kunt jouw rol nog beter vervullen wanneer je op de hoogte bent van de Arbowet en de laatste wetswijzigingen in relatie tot de WOR.
Slim digitaal notuleren
Donderdag 24 oktober | 9:00-17:00u
De verslaglegging van de vergaderingen van de ondernemingsraad is een intensieve taak voor de ambtelijk secretaris. Je kunt dit leuker maken door er vernieuwend mee om te gaan. Er zijn allerlei interessante (digitale) ontwikkelingen die het notuleren structureel kunnen veranderen en makkelijker maken. Je moet dan wel weten hoe je hierop kunt inspelen. In deze training leer je volgens de nieuwste methodieken efficiënt en accuraat notulen maken.
Begeleide intervisie Adviseur Medezeggenschap
Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij je met een vaste groep vakgenoten aan de slag gaat met een vraagstuk van één van de deelnemers. Het uitgangspunt is niet om oplossingen aan te dragen, maar elkaar juist via helpende en prikkelende vragen een andere kijk op het vraagstuk te geven.
De expertise en ervaringen van je vakgenoten geven waardevolle inzichten die je vervolgens weer zelf kunt toepassen in je eigen werk.
• Donderdag 7 november | 13.30-15.30u
Keuzebegeleiding bij
is ook pakkie-an voor de ondernemingsraad
DAT ER EEN NIEUW PENSIOENSTELSEL AANKOMT WETEN WE NOU ONDERHAND WEL. VEEL BEDRIJVEN
ZIJN ER AL MEE BEZIG (EN BEDRIJVEN DIE DAT NOG NIET ZIJN, VERDIENEN EEN TRAP ONDER HUN, UHM………MANAGEMENTOVERLEG). DE NIEUWE WET BRENGT OOK DE VERPLICHTING TOT KEUZEBEGELEIDING MEE VOOR PENSIOENUITVOERDERS ZOALS PENSIOENFONDSEN EN VERZEKERAARS. NOU KUN JE TOT DE CONCLUSIE KOMEN DAT ONDERNEMINGSRADEN ZICH DAAR NIET MEE HOEVEN TE BEMOEIEN. MAAR HET KAN WEL VERSTANDIG VAN ZE ZIJN OM DAT WÉL TE DOEN. DAT HEBBEN ZE NIET ALTIJD ZELF SCHERP, DUS DAAR LIGT EEN ROL VOOR DE AMBTELIJK SECRETARIS OF TRAINER/CONSULTANT.
Door Mark Jordens
Veel ondernemingsraden zien geen rol voor zichzelf bij het onderwerp keuzebegeleiding bij pensioen
De wet geeft de pensioenuitvoerder de plicht om de keuzebegeleiding op een goede manier te bieden. En de werkgever heeft niet meer plichten rondom pensioencommunicatie dan uit zijn plicht tot goed werkgeverschap volgt. Omdat de uitvoerder de keuzebegeleiding al biedt, menen veel werkgevers en hun ondernemingsraden dat ze daar verder niet naar hoeven te kijken. Zonde!
Elke OR kán wel het onderwerp keuzebegeleiding naar zich toetrekken. Want of de OR een formeel recht op bemoeienis heeft of niet, informeel bemoeien kan altijd. En als het ook een positieve bemoeienis voor de werkgever is – en dat is het – zal die dat alleen maar omarmen. Dat is in elk geval wat wij steeds zien.
De verplichte keuzebegeleiding is een open norm en de ene keuzebegeleiding is de andere niet
De pensioenuitvoerders doen hun best om zo goed mogelijke keuzebegeleiding te bieden. De wet zegt dat ze daar een omgeving voor moeten inrichten die zorgt dat mensen in staat worden gesteld een passende keuze te maken. De wet zegt niet hoe ze dat dan moeten regelen of waar zo’n omgeving verder aan moet voldoen. Dat geeft ze veel ruimte om dat zelf in te vullen. Je mag verwachten dat de ene invulling beter bij het ene bedrijf past en de andere bij het andere. Of andersom, je mag verwachten dat de
invulling die een bepaald pensioenfonds kiest, beter bij het ene aangesloten bedrijf past dan bij het andere.
Elke OR kan de werkgever suggesties doen om de keuzebegeleiding te verbeteren. En het is geen slecht idee om dat ook te doen
Past de beschikbare keuzebegeleiding wel bij het bedrijf? Elk bedrijf is anders, maar de omgeving van keuzebegeleiding is niet per bedrijf anders. De kans dat de manier van keuzebegeleiding precies past bij alle groepen werknemers van een bedrijf is niet groot. Het is jammer als werkgevers daar niet over nadenken. Of als ze denken dat dit nu eenmaal is wat geboden wordt en ze daar weinig invloed op hebben. Daar kan de OR een belangrijke rol bij spelen. Hoe, hangt af van de vraag of het bedrijf verplicht is aangesloten bij een bedrijfstak-pensioenfonds of zelf zijn uitvoerder kan kiezen Die twee situaties bespreek ik apart.
Ondernemingsraden van werkgevers die niet verplicht zijn zich aan te sluiten bij een bepaald pensioenfonds kunnen rechtsreeks op twee manieren de invulling van de keuzebegeleiding beïnvloeden
Via het instemmingsrecht heeft de OR een beslissende stem op de invulling van de pensioenregeling en welke uitvoerder die gaat uitvoeren. De OR kan dan bij zijn besluit om al dan niet in te stemmen meewegen in hoeverre de
pensioen
voorgestelde uitvoerder voldoet aan de door hem opgestelde criteria voor passende keuzebegeleiding. Dat is de eerste manier van beïnvloeden van de invulling van de keuzebegeleiding.
De tweede manier is door de werkgever te vragen om naast de keuzebegeleiding door de uitvoerder, aanvullende pensioenbegeleiding te bieden. Begeleiding in een vorm die goed bij het bedrijf en de doelgroepen daarbinnen past. Daar zijn veel verschillende mogelijkheden voor.
Ondernemingsraden van werkgevers die verplicht zijn zich aan te sluiten bij een bepaald pensioenfonds kunnen indirect de invulling van de keuzebegeleiding beïnvloeden
Deze ondernemingsraden kunnen alleen meebeslissen voor zover de onderhandelende partijen dat toestaan. En ze kunnen al helemaal niet beïnvloeden welke uitvoerder het wordt want daar heeft de werkgever ook geen keuze in. Maar de OR kan altijd de werkgever vragen om naast de keuzebegeleiding die de uitvoerder biedt een aanvulling te bieden. Op die manier kan de keuzebegeleiding toch passend gemaakt worden voor de verschillende doelgroepen binnen het bedrijf.
Er bestaan veel verschillende manieren om de keuzebegeleiding aan te vullen en daarbij speelt in elk geval één belangrijk aandachtspunt
De kosten en effectiviteit van al die verschillende manieren varieert. Welke mix het best past hangt af van het bedrijf en de omstandigheden. Daarbij geldt in ieder geval één belangrijk aandachtspunt. Veel uitvoerders kiezen als omgeving een online portaal. De portalen variëren sterk in opzet, complexiteit en mate waarin ze zich plooien naar verschillende groepen en situaties. Recent onderzoek van NetSpar1 kwam daarover tot een belangrijke conclusie: Mensen die alleen gebruikmaken van online keuzebegeleiding zijn daar overwegend positief over. Ze zijn ook tevreden en gerust over de keuzes die ze maken. Maar ze overschatten ook hoe goed ze de informatie begrijpen die het keuzeportaal biedt. Daardoor overzien ze de gevolgen van hun keuzes minder goed
dan ze denken. Het is dus maar de vraag of die tevredenheid en gerustheid terecht is en of ze daadwerkelijk de voor hen goede keuzes hebben gemaakt. Mensen die samen met een adviseur de online tool gebruiken, hebben een beter begrip van de gevolgen van hun keuzes en overschatten hun pensioenkennis minder. Ze vinden de ervaring ook waardevoller dan de mensen die alleen de onlineomgeving gebruiken. Of dat objectief gezien ook tot betere keuzes leidt is alleen te zeggen als over een aantal jaar de pensioensituatie van beide groepen wordt vergeleken. Maar de betere waardering en inzicht in impact van keuzes is in elk geval een wapenfeit.
Zet keuzebegeleiding op de agenda van de OR Elke OR kan invloed uitoefenen op de kwaliteit en waardering van de keuzebegeleiding. Niet altijd direct, maar wel altijd indirect. De OR kan altijd de werkgever vragen om de geboden keuzebegeleiding aan te vullen. Daarvoor zijn diverse aanvullende middelen en methoden beschikbaar. In elk geval heeft keuzebegeleiding via een online-portaal dat met ondersteuning door een persoonlijke adviseur een positief effect.
Kans voor jou, om hier een kans voor het bedrijf en de medewerkers van te maken door het op de agenda van de OR te plaatsen.
Programmamanager bij Edmond Halley
EdmondHalley.nl
Telefoon:0302519881 E-mail:advies@edmondhalley.nl
MARK JORDENS
LEERTRAJECT AMBTELIJK SECRETARIS
NIEK EN JORINDE DELEN HUN
ERVARINGEN ALS STARTENDE AMBTELIJK
SECRETARIS EN COACH BIJ STADGENOOT
Niek: “Toen mijn studiegenoot Nico enthousiast vertelde over het vak van ambtelijk secretaris, werd ik nieuwsgierig. Hij werd voor deze functie al opgeleid via OR-ondersteuning. Ik had op dat moment een tussenjaar en werkte als teamleider bij de Jumbo. Ik heb mij aangemeld bij OR-ondersteuning en na een intakegesprek kon ik ook instromen in de Vakopleiding Ambtelijk Secretaris bij ASopleidingen. Eigenlijk wist ik nog heel weinig van het vak.
Nu ik ruim een jaar als ambtelijk secretaris werk, kan ik zeggen dat ik het heel leuk vind. Je krijgt een heel breed beeld van een organisatie en je ziet bijna alles wat er speelt. Op een andere afdeling zie je meestal alleen wat daar gebeurt. Je krijgt ook te maken met de bestuurder, wat natuurlijk best bijzonder is als starter. Je ziet de verschillende aspecten die op directieniveau aan de orde komen. Daarnaast heb je als ambtelijk secretaris een breed scala aan werkzaamheden en is je functie heel divers. Je werkt samen met ORleden die op verschillende afdelingen werken. Zo krijg je overal een beetje van mee. Dat vind ik leuk en interessant. Juist die diversiteit aan ervaring en gesprekken met tal van mensen, maakt dat ik veel meekrijg. Dat helpt mij ook in het maken van de keuzes voor wat ik later wil gaan doen.
De samenwerking met Jorinde heb ik als heel prettig ervaren. Jorinde heeft mij de basisvaardigheden goed bijgebracht. Na de vakken Wet & Regelgeving (WOR 1 en WOR 2) denk je dat je best zicht hebt op wat bijvoorbeeld instemming- of adviesplichtig is, maar de praktijk is een stuk weerbarstiger. Jorinde heeft de verschillende aanvragen met mij doorgenomen zodat ik het wat beter zou snappen. Ook heeft ze mij goed begeleid bij de verslaglegging. Wat leg je vast, wat niet. In het begin typte ik maar gewoon alles mee. Waar we ook veel over hebben gesproken was de rol en positie van de ambtelijk secretaris en leren wanneer je wat zegt en wanneer niet. Dat je niet over de inhoud gaat en goed in de gaten houdt dat je het proces niet gaat sturen. Het is niet allemaal zwart-wit en je moet hier als ambtelijk secretaris altijd alert op blijven. Ik heb van Jorinde een mooi
IN JANUARI 2023 KREGEN WE EEN AANVRAAG BINNEN VAN STADGENOOT AMSTERDAM. ZIJ WAREN OP ZOEK
NAAR EEN ‘STEVIGE’ INTERIM AMBTELIJK SECRETARIS VOOR 12 UUR PER WEEK. IEMAND DIE DE NIEUWE OR WEGWIJS KAN MAKEN IN HET OR-WERK EN DAARNAAST INVENTARISEERT HOEVEEL ONDERSTEUNING DE OR STRUCTUREEL NODIG HEEFT. STADGENOOT HAD NAMELIJK DE WENS OM LATER EEN (RECHTEN)STUDENT AAN TE NEMEN VOOR DE STRUCTURELE ONDERSTEUNING VAN DE OR.
OR-ONDERSTEUNING WAS AL EVEN AAN HET WERK MET STUDENTEN EN NA EEN PAAR GESPREKKEN WAS DE OPZET ROND. WE GINGEN VOOR EEN COMBINATIE VAN EEN STUDENT VOOR 12 UUR PER WEEK IN COMBINATIE MET EEN ADVISEUR MEDEZEGGENSCHAP / COACH VOOR 4 UUR PER WEEK. ZO ZIJN NIEK VAN LEEUWEN (STUDENT BESTUURSKUNDE) EN JORINDE KOENEN (ADVISEUR/COACH) IN MAART 2023 SAMEN
GESTART BIJ STADGENOOT. INTUSSEN ZIT DE TAAK VAN JORINDE EROP EN HEEFT NIEK EEN DIENSTVERBAND BIJ STADGENOOT ALS AMBTELIJK SECRETARIS. TIJD OM SAMEN MET JORINDE BIJ NIEK OP BEZOEK TE GAAN
OM TE KIJKEN HOE HET NU MET HEM GAAT. EN OM TE HOREN HOE BEIDEN TEGEN HET VAK AANKIJKEN. WE HEBBEN OOK DE OR-VOORZITTER VAN STADGENOOT OM EEN REACTIE GEVRAAGD.
Door Liza Arends
Jorinde: “Nadat ik de overstap had gemaakt van OR-lid naar ambtelijk secretaris had ik gelijk al leuke opdrachten. Gezien mijn achtergrond kon ik ook vrij snel doorgroeien naar het adviseurschap. Toen ORondersteuning mij benaderde met de vraag of ik een nieuwe OR wilde ondersteunen en tegelijkertijd een student wilde inwerken in een combinatiefunctie, dacht ik: ‘Leuk. Dat heb ik nog nooit gedaan’. Ik vind het ook heel bijzonder dat ik mag bijdragen aan en zorgen voor nieuwe aanwas. De jongeren zijn nu aan de beurt, ook al ben ik op mijn 63e nog lang niet uitgewerkt.
Wat deze opdracht zo leuk maakte, was enerzijds helpen van Niek als starter en anderzijds was het ook een reflectie van mij en mijn werk. Wat doe ik nu als ambtelijk secretaris en waarom doe ik het zo? En ik had aan Niek zeker een goeie, want hij stelt veel vragen. Tegelijkertijd was ik heel kritisch op hem. Als voormalig redacteur betekende dit natuurlijk ook concrete, heldere en nette verslagen. Toch ben ik er best blue in gestapt zonder een concreet inwerkplan en heb ik al doende geleerd. Een starter op de arbeidsmarkt heeft een andere begeleiding nodig dan alleen een starter in het vak. Bijvoorbeeld hoe stel je een zakelijk emailbericht op? Ook hulp bij het plannen van vergaderingen hoort erbij. En hoe maak je een agenda op? Het coachen tijdens vergaderingen heb ik rustig afgebouwd en ik heb Niek zijn rol laten pakken. Ik heb voor Niek een overzichtsdocument opgesteld met aandachtspunten voor een ambtelijk secretaris. Hierin komen niet alleen de praktische en organisatorische zaken aan bod, maar ook hoe de OR ontlast kan worden en welke ‘softskills’ hij kan gebruiken.
Wat ik een volgende keer anders ga doen, is mij beter voorbereiden. Ik ben er nu blanco ingestapt en heb Niek al doende ingewerkt in het vak van ambtelijk secretaris. In de toekomst start ik eerst met een (onboarding) plan voor een meer gestructureerde aanpak, waarbij alle onderdelen voldoende aan bod komen. Zo raad ik ook alle ambtelijk secretarissen aan om aan het begin een rondje langs de velden te doen. Ga bijvoorbeeld koffiedrinken met de belangrijke
LEES VERDER OP PAGINA 52
VERVOLG
NIEK
overdrachtsdocument gekregen met alle zaken waar ik als ambtelijk secretaris mee te maken krijg en waar ik op moet letten. Daar heb ik in de praktijk veel aan.
Nu ik zo’n vijf maanden ‘solo vlieg’, merk ik duidelijk verschil. Mijn notulen komen nu vaker terug met opmerkingen van de OR. Jorinde was altijd positief-kritisch op mijn notulen, wat mij heeft geholpen om de inhoud beter te begrijpen.
Het leukste onderdeel van mijn werk vind ik nu het uitzoeken van de verschillende onderwerpen. Het advieswerk dus. Dit zie ik als een mooie uitdaging, maar (lachtend) de verslaglegging zie ik een beetje als corvee.
Nu ik het werk van ambtelijk secretaris me eigen heb gemaakt, realiseer ik me hoe belangrijk het is om te weten wat er speelt in de organisatie. En ook te weten hoe de hazen lopen. Ik heb aan het begin onderschat hoe belangrijk dit is. Mijn tip is om goed te kijken en te begrijpen wat er zowel in de OR als in hele de organisatie gebeurt. Dus zorg dat je je de organisatie snel eigen maakt.
Ik ben ook nog bezig met mijn scriptieonderzoek dat ik eveneens bij Stadgenoot mag uitvoeren. In augustus rond ik de scriptie af en dan zou het mooi zijn als ik er nog een OR bij kan doen en verder kan leren. Al weet ik nog niet helemaal wat ik in de toekomst ga doen, adviseur medezeggenschap is zeker een optie!”
Abe, co-voorzitter OR twijfelde aanvankelijk over de aanpak om een startende ambtelijk secretaris te verbinden aan een ervaren ambtelijk secretaris/coach. De OR kwam uit een woelige periode en was gewend aan een zeer ervaren ambtelijk secretaris.
VERVOLG JORINDE
stakeholders. Zo kom je te weten wat overal speelt. Lees notulen en het jaarverslag, et cetera.
Het was ontzettend leuk om te doen en een erg leerzaam traject. Vooral het reflecteren heb ik veel aan gehad. Is het zoals ik het doe wel de beste manier. Dit leverde gelukkig geen schokkende dingen op!”
Abe: “Vanaf het moment dat Niek en Jorinde begonnen, ging het heel goed. Ze hebben niet echt lang hoeven zoeken naar een werkwijze. De rolverdeling was duidelijk en de OR wist precies bij wie ze terecht konden. De vorige ambtelijk secretaris kende de organisatie en de historie goed, dus daarin heeft de OR zowel Niek als Jorinde moeten inwerken. Op de inhoud echter niet.
Zou ik dit andere OR’s aanbevelen? Het zorgt voor een andere dynamiek. Maar juist het aantrekken van een jonge student, die nog niet gepokt en gemazeld is in het begeleiden van ondernemingsraden kan een belangrijke afwisseling zijn. Het is wel even uit je comfortzone en je zult ook iets meer tijd moeten investeren in de begeleiding en uitleg, maar het betaalt zich wel uit. Anders blijf je op de plek waar je altijd al was. Onze organisatie is in beweging en dan is het fijn om een jonger persoon te hebben die een iets andere blik heeft op werk en werken. Ook om andere ideeën te krijgen en je creativiteit te laten prikkelen.”
Stadgenoot is een van de grootste Amsterdamse woningcorporaties. Ze verhuren ongeveer 30.000 sociale huurwoningen, 1.700 bedrijfsruimtes en 2.700 parkeerplekken. Stadgenoot verhuurt ook ruimtes aan zorginstellingen.
ANNA
Hoe je als adviseur medezeggenschap zorgt dat de OR goed geïnformeerd blijft
Door Huub Brinkhof
Ik sta op het perron. Naast mij arriveert een lege intercity, de deuren gaan open. Boven ons, een bord met in hoofdletters ‘NIET INSTAPPEN’. Wat nu? In de verte zien we twee conducteurs. Zij kijken naar het bord. En wij kijken naar hen. Gaat de trein naar Heerlen of niet? Waar blijft nou die informatie? Ik stap toch maar in, de twijfelaars blijven op het perron staan. Nog geen vijf seconden later klinkt het signaal, sluiten de deuren en trekt de trein langzaam op in zuidelijke richting, verdwaasde reizigers achterlatend op het perron. Dus deze trein gaat toch naar Heerlen.
Deze situatie deed me denken aan een situatie die ik bij een ondernemingsraad tegenkwam. De bestuurder had de OR summier geïnformeerd over een voorgenomen reorganisatie. Hij zou de leden goed betrekken bij en op tijd informeren over het vervolg. Naarmate de kerstperiode dichterbij kwam begon het bij drie leden te kriebelen: nog steeds geen plannen of een adviesaanvraag ontvangen. De overige zes ORleden gingen er nog altijd van uit dat de bestuurder zijn belofte wel zou nakomen. Ondertussen was er al een kwartiermaker gestart met een opdracht om een nieuwe afdeling te vormen met daarin nieuwe rollen (later bleek nieuwe functies), collega’s werden alvast gepolst en vacatures uitgezet. Nu begonnen ook andere OR-leden zich hardop af te vragen wat hier gaande was. Voorzitter Bianca begreep het ook niet helemaal. De afgelopen maanden had ze in informele overleggen met de WOR-bestuurder begrepen dat er op korte termijn informatie naar de OR zou komen. Maar de informatie kwam niet. En de voorzitter had ook niet schriftelijk vastgelegd wat er in het informele overleg was afgesproken (“Want dat is toch informeel?”). Eén lid meldde dat het toch niet uitmaakt, want volgens de WOR moet informatie op een dusdanig tijdstip komen, dat de OR er nog redelijkerwijs iets van kan vinden. Maar hoe weet je dan dat de trein de goede kant op gaat en wanneer stap je in?
ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen Misschien wel het belangrijkste fundament voor goede medezeggenschap. En in de praktijk een van de moeilijkste. Altijd navragen, nooit aannemen is dan ook een centrale les die ik meebreng in de leergang Adviseurschap voor ambtelijk secretarissen. In deze situatie had de voorzitter wel navraag gedaan, maar geen concrete afspraak vastgelegd. Ook in een
informeel overleg is het belangrijk om in de vorm van een mail of appbericht de hoofdlijnen schriftelijk te delen. De OR kan later altijd terughalen welke afspraken zijn gemaakt en in hoeverre de OR/ voorzitter de directie actief om informatie gevraagd heeft (Gaat deze trein naar Heerlen?). Een voorbeeld van zo’n berichtje naar aanleiding van een informeel overleg:
Hallo directeur/voornaam, fijn om net even te kunnen bijpraten over de komende reorganisatie. We hebben afgesproken dat ik als voorzitter de OR summier zal informeren over de voortgang en dat deze informatie nog vertrouwelijk is. Jij zal ons elke twee weken bijpraten over de voortgang. Ook liet je me weten dat er nog geen onomkeerbare besluiten worden genomen t.a.v. nieuwe rollen/functies zonder dat we daar vooraf in het kader van de WOR met elkaar over gesproken hebben. Succes met de voortgang!
Het mooie aan dit soort korte informele berichten is dat ze samenvatten wat er is besproken en zowel de OR als de bestuurder aangehaakt blijven. De toon is zacht op de relatie maar duidelijk op inhoud en proces. Dit maakt de OR voorspelbaar en betrouwbaar. En heeft hij een haakje om op terug te komen als afspraken ‘anders worden uitgevoerd’ dan verwacht.
Als bijstander toekijken of actief navragen Veel mensen nemen in groepsverband de klassieke bijstanderspositie in. Afwachten tot iemand actie onderneemt en aannemen dat een ander navraag zal doen, dan wel het antwoord al zal weten. Het ene ORlid weet niet zeker of wat de bestuurder beweert ook echt wordt uitgevoerd, maar doet de aanname dat een andere (meer ervaren) collega het toch wel zal laten weten als dat niet zo is. Maar als je zelf niet checkt of iedereen hetzelfde beeld heeft, moet je ervan uitgaan dat iemand anders het ook niet precies weet. Gevalletje op het perron blijven staan of toch maar instappen?
Het is menselijk aannames te doen, helemaal als men ook andere OR-leden dat ziet doen. (Voorbeeld doet volgen). Des te meer reden om als adviseur de OR te blijven houden aan ANNA. Ook ik. Volgende keer loop ik dus gewoon even naar de conducteur toe.
HUUB BRINKHOF
Haagse Beek organisatieadvies en docent AS-opleidingen
Voorbereid zijn op de Nieuwe
SECURITY IS AL LANG NIET MEER ALLEEN EEN IT-FEESTJE! DE IMPACT VAN EEN CYBERAANVAL IS VOOR DE MEESTE ORGANISATIES ZEER GROOT (GEMIDDELD BEDRAGEN DE KOSTEN NA EEN HACK 300.000 EURO) EN DE KANS DAT JE ALS ORGANISATIE TE MAKEN KRIJGT MET EEN CYBERAANVAL IS GROOT…. VEEL GROTER DAN DE MEESTE MENSEN DENKEN, NAMELIJK VEERTIG KEER GROTER DAN BIJVOORBEELD DE KANS OP EEN BRAND. DE EU ERKENT DE CYBERSECURITY-UITDAGINGEN WAAR WE VOOR STAAN EN LEGT MET DE NIS2 STRENGERE REGELS OP AAN STEEDS MEER ORGANISATIES.
Door Bouke van Kleef
NIS2 vanaf oktober 2024
Veel organisaties worden door wet- en regelgeving (AVG,BIO) of door hun eigen ambities (bijvoorbeeld met een ISO 27001-certificering) min of meer gedwongen om hun cybersecurity op orde te hebben. De nieuwste prikkel hiervoor is de NIS2. De NIS2 (NIS: Netwerk en Informatie Systemen) is een nieuwe Europese wetgeving/richtlijn die vanaf oktober 2024 van kracht wordt voor kritische infrastructuur en essentiële bedrijven. Het doel van de NIS2 is om de
cyberbeveiliging van essentiële en belangrijke sectoren te verbeteren en te harmoniseren. Deze richtlijn vervangt de bestaande NIS-richtlijn uit 2016 en stelt strengere eisen aan de beveiliging en melding van cyberincidenten. NIS2 moet voor oktober 2024 in nationale wetgeving worden omgezet. Ik verwacht dat de NIS2, net als de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), op veel organisaties impact gaat hebben. Ik merk dat veel organisaties er nog niet klaar voor zijn.
Belangrijk om te weten: ook als jouw organisatie géén onderdeel is van de essentiële en belangrijke sectoren, maar wél levert aan deze sectoren, heb je verplichtingen ten aanzien van de NIS2 richtlijnen. De security moet namelijk binnen de gehele keten worden gewaarborgd; van essentiële organisaties en sectoren tot hun toeleveranciers én hun onderaannemers. (Zie ook het artikel op de site van ‘Samen Digitaal Veilig’ door MKB Nederland overtoeleveranciers die onder de NIS2 vallen).
Enkele belangrijke verschillen met voorganger NIS:
• Meer organisaties moeten voldoen: meer organisaties vallen onder de NIS2. Naast kritische infrastructuur zoals water, energie en gas, nu ook bijvoorbeeld IT-dienstverleners, clouddiensten, zorgaanbieders en gemeenten.
• Leveranciers moeten ook voldoen: organisaties die leveren aan kritische infrastructuur krijgen ook te maken met NIS2, omdat de organisaties die vallen onder NIS2 aanvullende eisen moeten opleggen aan hun ketenpartners.
• Bestuurdersaansprakelijkheid: bestuurders die verwijtbaar niet voldoen aan NIS2 zijn hoofdelijk aansprakelijk volgens de NIS2.
• Datalekken moeten binnen 24 uur worden gemeld, ook als ze bijvoorbeeld door een leverancier zijn veroorzaakt. Dit is vergelijkbaar met de vereisten van de AVG, maar met een termijn van 24 uur in plaats van 72 uur.
Als ambtelijk secretaris is het belangrijk om op de hoogte te zijn van deze nieuwe wetgeving en de impact die het kan hebben op de organisatie. De NIS2 stelt meer eisen aan de beveiliging en melding van cyberincidenten en moet uiterlijk voor oktober 2024 worden omgezet in nationale wetgeving.
Als ambtelijk secretaris kun je een belangrijke rol spelen bij het voorbereiden van jouw organisatie op de komst van de NIS2. Dit kan door het informeren van het management en het personeel over de nieuwe wetgeving en de eisen die het stelt aan de beveiliging en melding van cyberincidenten. Ook kun je helpen bij het opstellen van een plan van aanpak om te voldoen aan de eisen van de NIS2.
De ambtelijk secretaris kan de OR stimuleren om de organisatie voor te bereiden op de NIS2:
• Het gesprek aangaan met directie/bestuur om te bepalen welke impact de NIS2 heeft op de organisatie. Valt de organisatie onder essentiële of kritische infrastructuur of alleen als toeleverancier?
• Voer gesprekken met de (interne) specialisten zoals de huisjurist, IT en/of security officer.
• Ga na of de organisatie al voldoet aan bijvoorbeeld de ISO27001 of de BIO. Veel van de eisen vanuit de NIS2 worden afgedekt wanneer de organisatie al voldoet aan de ISO27001.
• Vraag na of er al een nulmeting, een scan of een audit heeft plaatsgevonden. Zo kun je de kloof identificeren tussen de huidige beveiligingsmaatregelen en de eisen van de NIS2.
• Zorg dat personeel ‘digitaal vitaal’ is. Vraag na hoe het staat met het trainen van de collega’s ten aanzien van digitale vaardigheid, privacy en security awareness. Kennis rondom security is namelijk niet een eenmalige interventie. Er is doorlopend aandacht nodig voor security.
• Tot slot kan de ambtelijk secretaris een rol spelen bij het monitoren en rapporteren van de voortgang en de resultaten van de implementatie.
De toekomst is digitaal, AVK Training & Coaching helpt jeorganisatie Digitaal Vitaal (https://avk.nl/digitaalvitaal/) te zijn, en dankzij deze nieuwe EU-wetgeving, worden we min of meer gedwongen de basis security beter op orde te hebben.
BOUKE VAN KLEEF
Telefoon:0852083388
E-mail:info@avk.nl
HELP! Financiën!
SOMMIGEN VINDEN FINANCIËN VOORAL EEN LASTIG ONDERWERP DOORDAT ZE HET VAKJARGON MOEILIJK VINDEN. DAAROM BESTEDEN ZE ER WEINIG AANDACHT AAN. DAT IS JAMMER, WANT KENNIS VAN FINANCIËN KAN JE HELPEN OM INVLOED TE KRIJGEN IN DE BESLUITVORMING. EN HET IS EIGENLIJK NIET HEEL INGEWIKKELD OM MET EEN BEETJE KENNIS VAN HET VAKJARGON EEN LEUK GESPREK TE VOEREN.
DAAROM IN DEZE EDITIE EEN PAAR BEGRIPPEN KORT EN KRACHTIG UITGELEGD. VOORAL BEDOELD OM TOCH DAT EERSTE GESPREK TE KUNNEN STARTEN.
Door Rob Latten
De basis: kosten versus uitgaven
Een eerste belangrijk onderscheid is het verschil tussen kosten en uitgaven. Uitgaven zijn de daadwerkelijke bestedingen in geld. Als je iets betaalt (met euro’s) zijn dat uitgaven. Naast uitgaven, kun je ook geld ontvangen. Dit heet inkomsten. Inkomsten en uitgaven worden samengebracht in het kasstroomoverzicht (Cashflow).
Als ik de uitgaven ga rapporteren, is de vraag over welke periode ik een rapportage ga maken. Stel dat ik over een maand of een jaar wil rapporteren, dan moet ik de inkomsten en uitgaven verdelen over die maand of dat jaar. Dat noem je dan opbrengsten (of omzet) en kosten. Als je dit rapporteert, heet dat een winsten-verliesrekening.
Een voorbeeld: je koopt in 2024 een auto voor de zaak. De uitgave van de auto (zeg 20.000 euro) zie je terug in het kasstroomoverzicht van 2024. Die auto ga je bijvoorbeeld vier jaar gebruiken. Dan moet je in de winst-en-verliesrekening die uitgave over die vier jaren verdelen. Dus daar wordt vier jaar lang 5.000 euro kosten gerapporteerd.
Hier zie je direct een probleem. Het financiële vakjargon is oud (het stamt uit de middeleeuwen), soms modern (we rapporteren steeds meer in het Engels) en er zijn diverse woorden die hetzelfde betekenen; zo wordt de winst-en-verliesrekening ook resultatenrekening of exploitatierekening genoemd.
EBITDA?
Earnings Before Interest en Taxes (EBIT) is feitelijk het bruto bedrijfsresultaat: het resultaat voordat je kijkt naar belastingen en rentebetalingen. Vaak wordt de EBIT gebruikt om managers aan te sturen. Die geven dan echter aan dat zij geen invloed hebben gehad op investeringen uit het verleden. De afschrijvingen op die investeringen zijn immers niet een gevolg van hun beslissingen en daarom willen ze die eruit halen. Zo kun je zuiverder kijken naar hoe de organisatie dat jaar heeft gepresteerd. Daarom worden dan de Depreciations (afschrijvingen op materiële vaste activa) en Amortization (afschrijvingen op immateriële vaste activa) buiten beschouwing gelaten, en ontstaat EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization). EBITDA biedt een zuiverder beeld van de huidige operationele prestaties van een organisatie.
KPI-KSF?
Een KSF (kritieke succesfactor) geeft vooral inzicht in de belangrijkste factoren die ervoor zorgen dat de vastgestelde strategie ook daadwerkelijk kan worden gehaald. Een KPI (kritieke prestatie-indicator) is vervolgens het concrete cijfer waarop gemonitord kan worden. Oftewel, als dit onze richting is, zitten we dan nog op koers? Veelal zijn deze KPI’s terug te vinden in de managementrapportages.
Een voorbeeld: als kwaliteit een belangrijke succesfactor is (KSF) zou je dat kunnen meten met de levertijd en levensduur (KPI’s).
Liquiditeitsbegroting
Deze begroting laat zien welk kasstromen er binnenkort te verwachten zijn: ingaand (inkomsten) en uitgaande (uitgaven). Op basis hiervan kan de organisatie een plan maken om te kijken of er (bijvoorbeeld voor de uitgaven) voldoende geld beschikbaar is. Voor een OR is dit vooral belangrijk als de verwachting is dat de organisatie binnenkort failliet gaat of anderszins in de problemen komt.
Managementletter
De (externe) accountant voert een controle uit van de financiële administratie (boekhouding) en stelt vervolgens een jaarrekening op. Dit controleproces wordt ook wel een financiële audit genoemd. Tijdens het doen van deze audit, zal de accountant zorgen formuleren, risico’s zien of aanbevelingen hebben. Deze moeten in een managementletter worden gerapporteerd. Als de OR inzicht wil hebben in financiële zorgen, risico’s en aandachtspunten kan de ambtelijk secretaris deze managementletter voor de OR opvragen.
Heb je een vraag over de financiële begrippen? Of wil je meer begrippen uitgelegd krijgen?
Stuur je vraag dan naar info@or-ondersteuning.nl
Wil je meer inzicht in de begrippen?
Lees het boek OR en Financieel management van Rob Latten en Jako van Slooten.
ROB LATTEN
Organisatieadviseur bij De VerandermotOR, docent op de Hogeschool Rotterdam en bij AS-opleidingen en hij doet onderzoek naar de bedrijfseconomische effecten van thuiswerken op de Radboud Universiteit
www.deverandermotor.nl
T +31 (0)85 080 5666
M info@DeVerandermotOR.nl
ACHTER DE SCHERMEN BIJ HET FNV OR-VERKIEZINGSBUREAU: Wat gebeurt er met mijn aanmelding?
Ondernemingsraadverkiezingen vormen een essentieel onderdeel binnen de wereld van de medezeggenschap. De vakorganisaties moeten op de hoogte worden gesteld van aankomende verkiezingen (artikel 9 WOR). Ambtelijk secretaris Nico Verschoor is sinds afgelopen maart via ORondersteuning gedetacheerd op het OR-Verkiezingsbureau van de FNV in Rotterdam. Hij geeft ons een kijkje achter de schermen.
We vroegen Nico wat er precies gebeurt met de aankondigingsbrief:
• Zodra de brief met de aankondiging van de OR-verkiezing in de mailbox van het verkiezingsbureau binnenkomt (or-verkiezingsbureau@fnv.nl), wordt deze verwerkt. Dagelijks melden OR’s ongeveer 10 nieuwe verkiezingen aan. In totaal meer dan 1200 verkiezingen vorig jaar!
• Hierna wordt een motiverende brief met een kandidaatstellingsformulier verstuurd naar de FNV-leden. De brief en het formulier worden afgestemd op de verkiezing (kiesgroepen, OC-verkiezingen, et cetera).
• De leden sturen de ingevulde kandidaatstellingsformulieren retour aan het verkiezingsbureau.
• De FNV-bestuurder gaat met de leden in overleg over de volgorde van de lijst.
• Als iedereen tevreden is over de volgorde, stuurt het verkiezingsbureau de lijst naar de ambtelijk secretaris of verkiezingscommissie van de ondernemingsraad.
Het verkiezingsbureau ontvangt graag de uitslagen van de OR-verkiezingen! “Het is altijd leuk om te horen dat iemand van de FNV plaats zal nemen in de nieuwe ondernemingsraad. Bovendien moet ons systeem altijd up-to-date blijven!”
DE ONDERNEMINGSRAAD OP HAVO EINDEXAMEN BEDRIJFSECONOMIE
De havisten die in mei eindexamen bedrijfseconomie deden, kregen bij een case de volgende vraag over de ondernemingsraad voorgeschoteld:
De OR heeft meerdere bevoegdheden. Noem twee andere bevoegdheden van de OR dan het instemmingsrecht.
Mooi om te zien dat ook de jongere generatie al medezeggenschap meekrijgt.
Meer informatie op de website van OR-ondersteuning - evenementen
Begeleide intervisie 2024/2025
Datum Niveau Bijzonderheden
Woensdag 4 september 2024 VAS1 VOL
Intervisiebegeleider
Huub Brinkhof
Woensdag 2 oktober 2024 VAS2 In de ochtend nog 1 plek Huub Brinkhof
Woensdag 2 oktober 2024 VAS2 In de middag nog 1 plek
Vrijdag 11 oktober 2024 VAS1
Woensdag 6 november 2024 VAS1 Nog 2 plekken
Donderdag 7 november 2024 VAM
Donderdag 21 november 2024 VAS2
Woensdag 5 februari 2025 VAS1
Woensdag 5 maart 2025 VAS2
Huub Brinkhof
Manon Krol - Steggerda
Manon Krol - Steggerda
Huub Brinkhof
Huub Brinkhof
Manon Krol - Steggerda
Manon Krol - Steggerda
Meer informatie en aanmelden op de website van AS-opleidingen - Persoonlijke ontwikkeling
Ambtelijk secretaris cliëntenraad
16 uur p/w | Huizen en Baarn
De centrale cliëntenraad, deelraad vertegenwoordigers (CCR-V), bestaat momenteel uit zeven leden die elkaar met een brede deskundigheid, verschillende achtergronden en cliëntervaring goed aanvullen. Als ambtelijk secretaris zorg je ervoor dat alle processen soepel en efficiënt verlopen en werk je nauw samen met de voorzitter.
Maar er is meer: als tijdelijke uitbreiding van deze functie ondersteun je onze managers Zorg & Ondersteuning bij het opzetten van lokale vertegenwoordigersraden per locatie of doelgroep, waarbij wordt toegewerkt naar zelfstandig functionerende lokale vertegenwoordigersraden. Ook ondersteun en adviseer je de (beginnende) lokale vertegenwoordigersraden in deze opstartfase.
Als ambtelijk secretaris van de OR heb je een veelzijdige en allesbehalve traditionele functie. Wat onze OR uniek maakt, is de manier waarop medezeggenschap uitgedragen wordt. Gesprekken vormen de basis van ons werk. Gesprekken met de bestuurder, HRM en medewerkers, om in een vroeg stadium aansluiting te vinden bij de vraagstukken die er spelen. Samen bekijken we hoe hiermee wordt omgegaan vanuit het advies- en instemmingsrecht. Je hebt een cruciale rol in begeleiding en adviseren van de leden. Daarnaast draag je proactief bij aan de implementatie van een nieuwe medezeggenschapsstructuur. De werkdagen worden in overleg ingepland, waarbij dinsdag een vaste werkdag is.