Aveve Perspectief - Maart 2025

Page 1


perspectief

“Teelt van gele erwten, de ontbrekende rendabele rustteelt in je rotatie”

8 Tips voor een goede start van het maïsseizoen

16 Nieuw jongveevoeder met gehakseld stro gelanceerd

30 Terugblik naar Kraamstal van de Toekomst

passie voor landbouw

Wat mag je verwachten

REDACTIETEAM

Frederik Goossens

Lotte De Vos

Els Van Looveren

Anne Vandelannoote

Laurens Niclaes

Evy Vandebosch

Anouk Van den Kerkhof

Delphine Cobbaert

Lotte Beyens

Anke Van Tighelt

Maarten van Horen

Hendrik-Jan Vandepoel

David Langenraedt

LAY-OUT

APPS graphic design Hasselt

EINDREDACTIE

Nele Kempeneers

OPMAAK

Berlin Creative Studio

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Kristof Douven Aveve

Aarschotsesteenweg 80 3012 Wilsele Tips voor

Jaaroverzicht voersaldo 2024 Nieuw jongveevoeder met gehakseld stro gelanceerd 8 16 14

Ontvang je Perspectief liever online?

Scan hier:

Terugblik naar kraamstal van de toekomst

Het voorjaar van 2025 staat voor de deur en brengt zoals altijd nieuwe uitdagingen en kansen met zich mee. Terwijl we ons voorbereiden op een nieuw seizoen, willen we je in deze editie van Perspectief voorzien van waardevolle inzichten en praktische tips. In deze editie vind je onder andere artikels over ons nieuwe jongveevoeder met gehakseld stro en de innovatieve Pig Monitor. Daarnaast delen we praktische tips voor de inzaai van je beschermingsstrook en maïs. En dat is nog maar het begin! Er valt nog veel meer te ontdekken in deze editie van Perspectief.

Veel leesplezier!

Kurt

“Teelt van gele erwten, de ontbrekende rendabele rustteelt in je rotatie”

Praktische

tips

Praktische tips voor een goede opname van prestarters in de kraamstal

Ga voor voldoende, vaak en vers!

Lien Vandecasteele - Commercieel vertegenwoordiger varkens

Een goede opname van de prestarters is uitermate belangrijk voor een goed speenmoment en een goede prestatie na het spenen. De darmen moeten zich voorbereiden op een 100% plantaardig voeder. Daarnaast verhoog je de overlevingskans en het speengewicht van je biggen. Met deze handige tips willen we de voederopname verhogen.

We streven naar een voederopname per big van:

3 weken >150 gram >300 gram

3,5 weken >250 gram >300 gram

4 weken >300 gram >450 gram

(Deze Laka voederpan is verkrijgbaar bij je agrarische zaakvoerder)

Tips:

1. Begin vroeg met bijvoederen. Zorg eerst voor een goede biestopname, na 24 uur kan je starten met het bijvoederen.

2. Maak minimaal 1 keer per dag de pan proper, haal oud voeder, melk of mest eruit.

3. Geef het voeder terwijl de zeugen aan het eten zijn. Zien eten, doet eten.

4. Voeder minimaal 2 maal per dag.

5. Plaats de voederpan vooraan bij de kop van de zeug. Zo blijft de pan proper en geeft de zeug aan dat het voeder veilig is.

6. Geef kleine porties en bouw geleidelijk aan op. Gebruik verschillende voerschepjes volgens leeftijd.

7. Begin met een papje en ga geleidelijk over naar droog voeder. Gebruik een melkmenger voor het maken van de pap, zo maak je hem homogeen.

8. Gebruik een goede voederpan.

• Een pan waar meerdere biggen tegelijktijdig aan kunnen eten

• Die makkelijk te reinigen is

• Een open pan waarbij de biggen een vrij zicht hebben

• Deze Laka voederpan is verkrijgbaar bij je agrarische zaakvoerder

In de volgende editie van Perspectief gaan we dieper in op de kraamstalvoeders.

Volle zalen voor fytolicentievergaderingen van Aveve

Goosens - Technical Expert Arvesta

Naar goede gewoonte werden er eind vorig jaar evenals dit voorjaar fytolicentievergaderingen door ons sterke merk Aveve georganiseerd. Dit gebeurde met diverse onderwerpen en op verschillende locaties in Vlaanderen, helemaal van Limburg tot West-Vlaanderen. Met meer dan 2000 deelnemers in totaal kunnen we ook dit jaar weer spreken van een succes.

Korte terugblik op 2024

Links foto van 18/06/’24, rechts foto van slak in de aren van granen op 17/06/’24

vergaderingen

Voorbereiding op 2025

Tijdens de teeltvergaderingen trachten onze technische vertegenwoordigers de klanten maximaal te informeren met het oog op een geslaagde teelt voor 2025. We leggen hier steeds de focus op de actualiteiten rond enerzijds de rassenkeuze van onder andere maïs, granen, groenten,… en anderzijds het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen in akkerbouwteelten, fruit, groenten, sierteelt en tuinaanleg. Daarbij houden we uiteraard rekening met de huidige IPM-maatregelen. Ook het wetgevend kader met de recente wijzigingen van onder andere MAP7 spelen hierin een belangrijke rol. Nadien kon men nagenieten met een hapje en een drankje, netwerken en zich uiteraard optimaal voorbereiden op de uitdagingen voor het komende seizoen.

We willen je via deze weg nogmaals bedanken voor je aanwezigheid en wensen je een vruchtbaar 2025!

Hier alvast enkele sfeerbeelden van afgelopen maanden:

Waar 2024 officieel het natste jaar ooit was en slakken overal opdoken, stonden zowel onze telers als ook de vertegenwoordigers op het veld letterlijk met de voeten in het water. 2025 startte nat, maar reeds in de week van 17 februari brak de eerste (lente)zon door, waardoor de eerste telers de werkzaamheden konden hervatten. Fytolicentie-

• Graanavond Aveve, zaal Glazuur in Glabbeek - 14/01

• Akkerbouw en fruit bij Hermoo - 23/01

• Witloofvergadering Kampenhout De Krop

• Tuinaanleg - sierteelt Sabgro & Zwijnaarde - 18/02, 12/02

Ken je Link2Milk al?

Dries Vermander - Productmanager Aveve Dieter Ceuppens - Robotspecialist Link2Milk

In het najaar van 2024 zijn we bij Aveve gestart met het gebruik van Link2Milk. Een data analyse programma waarmee we data uit zowel robot- als melkstallen kunnen streamen en op een overzichtelijke manier kunnen analyseren.

Met Link2Milk kunnen we als adviseur dichter op de bal spelen, bezoeken beter voorbereiden en diepgaandere analyses maken om op die manier de rendabiliteit bij onze klanten te verhogen. Daarnaast kunnen we aan de hand van historische data ook terugkijken in het verleden, We zien waar het verkeerd liep en hoe we hier op kunnen anticiperen in de toekomst. Intussen volgen we op deze manier al 120 klanten op, met verschillende positieve verhalen tot gevolg.

Robotefficiëntie

Bij robotmelken wordt in sommige omstandigheden de ondergrens van vrije tijd van de robot behaald. Er kalven tijdelijk meer koeien en vaarzen of er moeten weinig dieren worden drooggezet, en plots zit de

robot overbezet. Bij één van onze klanten was dit ook het geval. Anderhalf jaar geleden werd daar opgestart met robotmelken. Op 4 robots werd toen gekozen om licht onderbezet op te starten om een vlotte opstart te hebben. Er kwamen steeds meer koeien op de robot, maar eens boven de 240 koeien, en 2200 liter per robot, daalde het aantal melkingen richting 2,3. Daarnaast steeg het aantal ophaalkoeien, met extra werk tot gevolg.

Aan de hand van onderstaand overzicht (Figuur 1) uit Link2Milk werd kritisch gekeken welke koeien nefast waren voor de robotefficiëntie. Voor de koeien met 25 kg melk werd er beslist om enkele dieren vervroegd op te ruimen. Daarnaast worden de koeien nog frequenter geschoren aan staart en uier om winst te behalen in aanhangtijd. Door deze kleine aanpassingen zijn de melkingen intussen terug gestegen naar 2,7.

Figuur 1: Overzicht melktijd/dag (minutes of milking) ten opzichte van productie/dag (milk yield)

Krachtvoerinstellingen

Een belangrijke taak voor de voeradviseur is om te zorgen dat de juiste krachtvoerinstellingen in de robot zitten. Worden er fouten gemaakt bij deze instellingen, dan bestaat de kans dat een aantal koeien te veel of te weinig krachtvoer krijgen. In onderstaand overzicht uit Link2Milk (Figuur 2) zien we hoeveel krachtvoer de koeien krijgen en hoe lang ze op dat moment gekalfd zijn. De krachtvoerinstellingen waren opgemaakt door een vroegere partner van de klant. Het valt hier op dat de koeien langs op de maximale krachtvoedergift blijven. Het ideale scenario is om de koeien van krachtvoedertabel te wisselen op het moment dat de krachtvoedergift hetzelfde kan blijven. Dat moment is rond de productiepiek. In het programma is ook de melkproductiecurve beschikbaar. Op basis van de productiepiek werd beslist om de koeien vanaf 60 dagen na klaven volgens de melkproductie te voederen. Dit betekende concreet dat de koeien vanaf 60 dagen op de melktabel komen, en de vaarzen vanaf 80 dagen. De productiepiek van vaarzen is later.

Figuur 2: Overzicht krachtvoergift (kg/koe/dag) in functie van lactatiedagen

Opvolgen wissel krachtvoer

Als er door een bepaalde reden een wissel wordt gedaan in rantsoen of krachtvoer, is het altijd interessant om te zien welk effect dit heeft op de verschillende lactatiegroepen. In dit geval koos de klant om wegens kostprijs even te stoppen met N°20 Linex Hisweet als startvoer. Aan de hand van onderstaand overzicht (Figuur 3) in Link2Milk werd de productie van de vers gekalfde koeien opgevolgd. Bij het stoppen met Linex, begin december, zat de BSK van de vers gekalfde koeien (aangeduide lijn ‘<41 dagen gekalfd’) ongeveer op 52. Een maand later, begin januari, was de BSK van dezelfde groep gedaald onder de 45. Dit terwijl de andere groepen wel een stabiele BSK aanhielden. Half januari werd terug Linex ingezet, en een kleine maand later zat de BSK van de vers gekalfde koeien terug op het gewenste niveau.

Figuur 3: BSK van de verschillende lactatiegroepen tussen 9 december 2024 en 9 maart 2025

Dit zijn maar een aantal voorbeelden van wat allemaal mogelijk is met Link2Milk. Wens je nog meer info, of wil je je bedrijf ook laten opvolgen via deze tool, contacteer dan zeker je voeradviseur!

Tips voor een goede start van het maïsseizoen

Laurens Niclaes - Product manager zaden

Als het weer het toelaat zal begin april de eerste maïs worden in gezaaid. Daarom nemen we graag de belangrijkste aandachtspunten voor een succesvol maïsseizoen door.

Slimme rassenkeuze

Alles begint bij een goede rassenkeuze. Kies een ras met focus op droge stofopbrengst als je verwacht een tekort aan rantsoen te hebben en kies een variëteit met focus op verteerbaarheid als je zo efficiënt mogelijk wilt melken. Naast silomaïs is er natuurlijk ook nog korrel- en CCM-maïs. Hier kun je focussen op een droge korrel of op een maximale korrelopbrengst per hectare. Afhankelijk van voorvrucht en zaaitijdstip neem je een ras met een hoger of lager FAO-getal. Houd er bovendien ook rekening mee dat dentmaïs iets minder tegen koude temperaturen kan dan flintmaïs, zorg dus zeker dat dat bodemtemperatuur voldoende hoog is als je deze wilt

zaaien. Dit compenseert de dent-korrel wel door sneller in te drogen op het einde van het seizoen.

Optimale zaadontsmetting Eenmaal een ras gekozen denk je ook best na over de optimale zaadontsmetting. De standaardontsmetting met Redigo-M zal de mais beschermen tegen de meeste kiemschimmels. Zit je in een streek met resistente pythium, dan is Korit aangewezen. Naast een werking tegen pythium heeft Korit ook een vogelwerende eigenschap. Daarnaast kan je ook nog kiezen voor een insecticide coating tegen ritnaalden en andere insecten. De bekendste coatings hiervoor zijn Force en Lumiposa.

Nieuwe regels MAP7

Een goede bemesting is de basis voor een geslaagde maïs teelt. Hou rekening met de wetgeving wanneer je aan je bemesting begint, aangezien er nieuwe regels zijn in het MAP7. Zo moet alle vloeibare mest met GPS uitgereden worden tenzij op eigen grond voor 1 juli. Type 2 en 3 meststoffen mogen pas vanaf 16 maart uitgereden worden wanneer er geen voorteelt aanwezig is én is er een nieuwe kaart voor de gebiedstypes. Voor alle info bezoek je best de site van de VLM (https://www.vlm.be/nl/themas/ waterkwaliteit/MAP7/Paginas/default.aspx).

Vergeet fosfor niet

Voor een goede wortelontwikkeling is fosfor een zeer belangrijk element, 60 tot 70 percent van zijn fosforbehoefte neemt de mais op tijdens zijn jeugdgroei. Daarom is het aangeraden om microgranulaten met fosfor te gebruiken omdat dit type meststof rond de maïskorrel gestrooid wordt en zo snel en efficiënt kan worden opgenomen door de plant. Ook kun je nog een rijbemesting uitvoeren met kunstmest. Indien je bij opkomst ziet dat er zich een fosfor gebrek voordoet kun je ook nog met een bladmeststof dit gebrek wegwerken. Naast fosfor zijn stikstof en kalium nutriënten die zeker voldoende aanwezig moeten zijn voor een goede plant en kolf ontwikkeling.

Aandacht voor grondbewerking

Na de bemesting moet de grond goed klaargelegd worden. Dit doe je pas als de bodem voldoende opgedroogd is om hem fijn en egaal te krijgen. Leg de grond ook niet te fijn want dit verhoogt het risico op verslemping. Het doel is om een losse bovenlaag van 5 cm te bekomen omdat deze gemakkelijk kan opwarmen. Een warme bodem zorgt voor een vlotte kieming en beginontwikkeling. De laag hieronder mag wat vaster liggen zodat deze het vocht beter kan vasthouden. Verder zorgt een egaal zaaibed voor een gelijke zaaidiepte, wat op zijn beurt een homogene opkomst zal stimuleren. Ook is een egaal zaaibed belangrijk voor een goede onkruidbestrijding, want er moet een film gelegd worden met bodemmiddel. Wanneer er te veel oneffenheden zijn in de bodem wordt deze film onderbroken en krijgen onkruiden een kans.

Zaaidiepte en temperatuur

Wanneer de bodem voldoende opgewarmd en opgedroogd is, is het tijd om de maïs te zaaien. Bij koudere temperaturen en natte bodem zal het zaad veel trager groeien en krijgen bodemschimmels meer kans om het zaad af te doden. Daarom adviseren we om te zaaien vanaf een bodemtemperatuur van 8°C-10°C, vaak is dit vanaf midden april. Je zaait best op 5 cm diepte, dit om te garanderen dat het zaad in een voldoende vochtige omgeving ligt en moeilijker te bereiken is voor de vogels. Let wel op om niet te diep te zaaien want dit kan een lagere opbrengst veroorzaken. Een uitzondering op deze 5 cm regel zijn zaden die met Force behandeld

zijn. Force is een insecticide met een dampwerking die tot 3 cm van het zaadje beschermt. Als je dus op 5 cm zaait zal bij het kiemen van de plant maar de eerste 3 cm beschermd zijn. Wanneer je voor het insecticide Lumiposa kiest is dit niet van tel aangezien dit een systemisch insecticide is.

Optimale zaaidichtheid

Afhankelijk van de datum en type maïs dient ook de zaaidichtheid aangepast te worden. Bij vroege zaai dient er dikker gezaaid te worden om uitval van maïs te compenseren. Bij vroege zaai, zaai je best aan 100.000 korrels. Bij late zaai beperk je je best tot 85.000 à 90.000 korrels. Bij dunnere zaaidichtheden zal er een betere kolfontwikkeling zijn, daarom raden we aan om voor korrel maïs 5.000 zaden minder te zaaien dan bij silo maïs.

Efficiënte onkruidbestrijding

Na de zaai is het belangrijk om een goede onkruidbestrijding uit te voeren. Een vooropkomstbehandeling is aangewezen, zeker bij een vochtige bodem, aangezien deze vaak zeer effectief is en maïs niet afremt. Indien je liever na-opkomst sproeit doe je dit best in het derde blad-stadium, rekening houdend met de onkruidflora.

Met deze tips hopen we je te kunnen helpen om er een top-opbrengst van te maken! Houd er wel rekening mee dat dit standaardadviezen zijn, voor een advies op maat contacteer je best je Aveve-zaakvoerder.

Terugblik

Terugblik op het Vleesveecongres december 2024

De uitdagingen vandaag en morgen in de vleesveehouderij

Eind 2024 vond in Tienen en Eeklo het Vleesveecongres plaats. Vanuit Aveve brachten we hier het thema ‘Haal meer kracht uit je ruwvoeder’. Nu we het voorjaar induiken, nemen we jullie nog even mee terug in onze belangrijkste boodschappen gericht op grasland. Bij het aansluitend bezoek aan het BWBfokbedrijf ‘Van de Uilenvlucht’ van klant Frederik en

Alexander Vandermeulen in Tienen werd geluisterd naar hun visie op de bedrijfsvoering. Ze leggen een specifieke focus op het jong afkalven van de vaarzen en een korte tussenkalftijd bij de zoogkoeien. Zo kunnen de koeien met hun jonge leeftijd, de aanbreng van 2 tot 3 geboren kalveren en een goed afzetgewicht, het rendement van het bedrijf vergroten.

Eiwit van eigen grasland

De streefwaarde voor graskuil in vleesveerantsoenen, stellen we op 900 tot 950 VEVI per kg droge stof en minimum 17 tot 20 procent ruw eiwit. Kuilen met deze kwaliteit zorgen niet alleen voor een betere smaak en opname, ze zijn efficiënter en vragen minder bijsturing met krachtvoeder. In de praktijk zien we dat er nog ruimte tot verbetering is bij het winnen van graskuil. In het voermanagement kan je door de ruwvoederkwaliteit te analyseren het rantsoen nog tijdig corrigeren. Door in te zetten op meer eiwit van eigen grasland kan je meer groei halen uit ruwvoeder en besparen op krachtvoeder.

Slim bemesten

Meer kwaliteit in het gras kan je behalen door een gerichte bemesting op grasland uit te voeren en vroeger te maaien. Benut het maximaal bemestingspotentieel op maaiweides door te kijken welke hoeveelheden uit kunstmest nog wettelijk aangevoerd mogen worden. Op percelen die op jaarbasis 275 tot 300 kilogram werkzame stikstof per hectare kunnen ontvangen, is het mogelijk om een drogestofopbrengst van 10 ton gras of meer te realiseren. Tegelijk zien we bij deze bemestingshoeveelheid ook hogere eiwitgehaltes. Stikstof die zowel uit drijfmest als kunstmest kan aangebracht worden, heeft de voorkeur omwille van de versterkende werking. Het toedienen van snel opneembare stikstof uit kunstmest zorgt namelijk voor een activatie van de bacterie-activiteit, waardoor de bodem- en drijfmestvertering sneller op gang komen. Het bemestingsseizoen is intussen gestart en de temperatuursom van 180 °C werd bereikt. Vanaf dat moment is het gunstig om te starten met de bemesting mits de bodemtoestand dit toelaat. Zodra drijfmest op de percelen kan of wanneer enkel kunstmest een optie is, is het belangrijk om ook effectief te beginnen, zodat je optimaal de start van de grasgroei kan benutten. Gefractioneerd bemesten biedt ook voordelen voor een hoger eiwitgehalte in het gras.

De tweede maatregel om de graskwaliteit te verbeteren, is vroeger maaien. Kiezen voor massa door een zware en latere snede te oogsten, zorgt voor een lager eiwitgehalte en een daling van de verteerbaarheid van het gras. Door jong te maaien, heb je een lagere hoeveelheid ruwe celstof en een snellere hergroei van het gras. Figuur 1 toont hoe het ruw eiwit toeneemt, naarmate aan een lagere hoeveelheid ruwe celstof wordt geoogst. Voor de eerste snede adviseren we om, bij gunstige weersomstandigheden, vóór 1 mei te maaien. Veehouders hoeven in deze situatie niet te vrezen dat ze door jong te maaien opbrengst zullen verliezen. Door de snellere hergroei van het gras en het beter benutten van het vroege groeiseizoen, zal de totale drogestofopbrengst van de eerste 4 snedes immers gelijk zijn als wanneer de eerste snede na 1 mei gemaaid

wordt. Een korter maai-interval tussen de verschillende snedes zorgt voor een hogere drogestofopbrengst. Bemesten en maaien in functie van kwaliteit heeft de voorkeur voor het beste rendement.

Figuur 1: Ruw eiwit daalt naarmate ruwe celstof in het gras toeneemt.

Foto hieronder: De jonge vaarzen worden tijdens het weideseizoen ‘s nachts op stal bijgevoerd.

Bedrijfsbezoek

Van de Uilenvlucht

Van collega’s kunnen horen en zien hoe deze hun bedrijf uitbaten: dat was het opzet van de bedrijfsbezoeken tijdens het Vleesveecongres. In Tienen vond dit plaats bij Frederik en Alexander Vandermeulen. Dit bedrijf metr iets minder dan 200 Belgisch Witblauwe runderen met 105 kalvingen focust op economisch vleesvee houden. Dat uit zich enerzijds door vaarzen te laten afkalven vanaf 20 maanden en anderzijds door een korte tussenkalftijd. De dieren blijven doorgroeien tot ze het bedrijf verlaten. In de genetica wordt gekeken naar grote dieren met sterk beenwerk, een goede jeugdgroei en weinig sterfte. Enkele stieren worden aangehouden voor de fokkerij of voor opname in de testfase van KI-centra. Jarenlange selectie in vruchtbaarheid en een goede voeding en omgeving zijn voor Alexander belangrijke succesfactoren.

Inzetten op jeugdgroei

De kalveren worden na de geboorte in iglo’s gehuisvest. Na enkele weken komen ze in de groepsiglo’s terecht.

Tijdens deze periode krijgen de kalveren naast kunstmelk en water een vast rantsoen met hooi en nr 112 Startkorrel AD LIB. Dit kalvervoeder van 18% Ruw eiwit wordt naar lust verstrekt en zorgt voor een veilige vertering bij hoge opnames. De kalveren eten zo’n 3 kg per dier per dag bij het spenen. Eens de kalveren 4 maanden oud zijn, gaan ze over naar een ruwvoederrantsoen bestaande uit maïskuil, voordroog, perspulp en voederbieten. Het kalvervoeder wordt dan rustig omgeschakeld naar 2,5 kg krachtvoeder gericht op de groei van de vaarzen. Het rantsoen wordt berekend op basis van ruwvoederanalyses. De maïskuil van 2024 heeft 36% drogestof (DS) met 1032 VEVI en 37% zetmeel per kilogram drogestof.

De eerste snede gras van 2024 heeft een analyse van 33% DS met 938 VEVI en 25% ruw eiwit (RE). Dit is een zeer eiwitrijke kuil. Het bedrijf zet naast de akkerbouwtak ook voor de ruwvoederteelten in op kwaliteit. In het huidig rantsoen wordt aangevuld met een krachtvoeder voor vaarzen van 23% RE, zijnde een mengeling van 70% nr 116 Femin Korrel en 30% nr 119 TMR Beef Korrel. De vaarzen ouder dan 12 maanden krijgen 1,7 kg van dit krachtvoeder. Het rantsoen laat toe dat de dieren zich sterk ontwikkelen op jonge leeftijd. De dieren komen vroeg bronstig en worden vanaf 11 maanden geïnsemineerd. Omdat de dieren jonger dan twee jaar afkalven, streeft Alexander ernaar dat de vaarzen ook tijdens de dracht voldoende blijven doorgroeien. Zo zullen deze in de weideperiode overdag buiten gaan en ’s avonds opnieuw binnenkomen om bij te voederen. De koeien doen het omgekeerde, deze gaan ’s nachts buiten. Het krachtvoeder wordt doorgegeven tot de vaarzen voor de tweede maal drachtig zijn.

Sprekende cijfers

De bezoekers van het vleesveecongres in Tienen mochten ervaren hoe dit bedrijf van elk dier op de hoogte is over de cijfers. Wanneer zijn de jonge vaarzen voor de eerste maal geïnsemineerd? Op welke leeftijd zijn deze afgekalfd? Hoe snel zijn deze terug drachtig? Hoeveel kalveren heeft een koe op het bedrijf op de wereld gebracht als ze op jonge leeftijd vertrekt uit het bedrijf? Het houdt de blik op het rendement scherp en toont aan dat data op een vleesveebedrijf onmisbaar is om gerichte keuzes te maken.

Foto boven:

BWB-vaarzen kalven voor de leeftijd van 2 jaar af op het bedrijf van Frederik en Alexander Vandermeulen.

Duurzame en kwalitatieve meststof

3 Hogere resistentie tegen ziekten en plagen

3 Verbetering van bodemleven en -structuur

3 Betere bewaring en kwaliteit van groenten en aardappelen

3 Hogere drogestof- en eiwitopbrengst van ruwvoedergewassen

3 Formule op maat van uw teelt

Voor een advies op maat of bestellingen kan u terecht bij uw Aveve-zaakvoerder. www.aveveagrarisch.be

Haspargit
Lees hier hoe Haspargit jouw opbrengst en kwaliteit verhoogt

Voersaldo

Jaaroverzicht voersaldo 2024

Hendrik-Jan Vandepoel - Voedingsadviseur Rundvee

In het eerste kwartaal van 2025 kijken we terug op de gemiddelde voersaldo’s (melkopbrengsten min de voerkost) van het afgelopen jaar. In 2024 werden er maandelijks gemiddelden opgemaakt van de berekende voersaldo’s en bijhorende parameters. De trends in deze gemiddelden geven bijkomende inzichten in de factoren die het voersaldo beïnvloeden.

In januari startte het jaar met een gemiddelde reëel uitbetaalde melkprijs van 43.22 cent/L, deze bleef even stabiel en steeg dan snel vanaf augustus tot 55.62 cent/L in december (Figuur 1). In januari 2025 begonnen we het nieuwe jaar met een gemiddelde reële uitbetaalde melkprijs van 57.63 cent/L. Het jaar 2024 startte met een gemiddelde melkproductie van 30.3L/koe, de gemiddelde melkproductie bereikte een maximum in de maand mei (32,56 liter), maar begon toen te dalen tot oktober naar 28,8 liter (Figuur 1). Traditioneel daalt de productie gedurende de zomer, maar in 2024 was er onder andere een sterke invloed van blauwtong. Gedurende de maanden augustus, september en oktober ondervonden veel bedrijven hier problemen mee, met productiedaling tot gevolg. Vanaf november 2024 is er echter opnieuw een toename van het productieniveau en steeg de gemiddelde productie opnieuw tot 30.25L/koe.

Figuur 1: Melkproductie (L/koe) en melkprijs (Eurocent/L) in 2024 en januari 2025

Verschillen doorheen het jaar

De gemiddelde melkproductie volgens de berekende voersaldo’s in 2024 bedroeg 30.56L/koe met 4,37% vet en 3,59% eiwit. Enerzijds hadden we een melkdaling in de 2de helft van het jaar door blauwtong. Anderzijds is ook de kwaliteit van de graskuilen in 2024 minder goed. Met gemiddeld 876 VEM en een verteringscoëfficiënt van de organische stof van 72,9% hadden deze graskuilen meteen ook een negatief effect op de productie. We zien dit ook terug in het percentage krachtvoer die in de rantsoenen werd gebruikt. Terwijl dit in de eerste helft van het jaar 23 à 24% was, steeg dit in de tweede helft van het jaar naar 26 à 27%. Op een droge stof opname van 23 kg droge stof komt dit overeen met gemiddeld 0,7 kg extra krachtvoer per koe per dag. We zien ook in de praktijk dat wanneer er niet extra gecorrigeerd wordt voor de mindere graskuilen, zowel de VEM als de eiwitbehoefte niet wordt gehaald met productiedaling tot gevolg. We zien hiervan ook de invloed op de voerkost. Gemiddelde koste het rantsoen in 2024 5.53 euro/koe/dag. Gedurende het jaar daalde wel de prijs van de eiwitkernen en bijproducten, maar diezelfde daling zagen we niet terug in de voerkost. Door iets meer krachtvoer en minder ruwvoer bleef de voerkost zo goed als gelijk in 2024. Als we dan kijken naar het voersaldo zelf (Figuur 2) dan zien we eerst een stijging van 0.67 euro/koe/dag in januari tot 9.17 euro/koe/dag in mei, onder invloed van de stijgende melkproductie. Vanaf mei daalde het voersaldo dan terug naar 8.73 euro/koe/dag door de vermelde daling in productie. Toen in november en december de productie terug steeg, mede gestuurd door de melkprijs, zagen we voersaldo’s van 10.36 en 10.93 euro/koe/dag op het einde van het jaar.

Figuur 2: Melkopbrengsten (€/koe/dag), voerkosten (€/koe/dag) en voersaldo (€/koe/dag) vanaf januari 2024 tot en met januari 2025

Verschillen tussen bedrijven Naast de verschillen gedurende het jaar, zien we ook sterke verschillen tussen de bedrijven. Het saldoverschil tussen bedrijven wordt weergegeven door de opsplitsing van het gemiddelde voersaldo in december 2024 en de 25% hoogste voersaldo’s voor deze maand (Tabel 1). In december was het gemiddeld voersaldo 10.93 euro/koe/ dag. Bij de 25% bedrijven met hoogste voersaldo was dit 12.49 euro/koe/dag. Dit verschil kan voornamelijk worden verklaard door de hogere melkproductie (2,7 liter verschil). Om deze meerproductie te bekomen lag het percentage bijproducten en krachtvoer nagenoeg

gelijk ten opzichte van het gemiddelde. Er lag wel een verschil tussen de VEM en DVA concentratie van de rantsoenen. Bij deze met het hoogste saldo bedraagt de VEM concentratie 1020. Gezien er niet meer krachtvoer of bijproducten wordt gevoerd, ligt de oorzaak vooral in betere kwaliteit van het ruwvoer. Daarnaast wordt op die bedrijven soms ook de keuze gemaakt om met geconcentreerder krachtvoer te gaan werken. De rantsoenkost bij de bedrijven met de hoogste saldo’s ligt iets hoger, maar ook hiervoor is er een verklaring. Hoogproductieve koeien eten gemiddeld iets meer, wat natuurlijk zorgt voor een hogere voerkost. Terwijl de gemiddelde drogestofopname 22,8 kg was, lag deze op 23,7 kg bij de hoogproductievere groep. Tot slot zien we ook een verschil in voerefficiëntie (productie/kilo’s droge stof) 1.3=gemiddelde, 1.37 bij 25% hoogste saldo’s. Dit wil zeggen dat ze hun voeder efficiënter omzetten in melk. De mate van verteerbaarheid en dus kwaliteit van het ruwvoer speelt hier een zeer grote rol in.

Tabel 1: Kengetallen van alle bedrijven en bedrijven met de 25% hoogste voersaldo’s in december 2024

Wat brengt 2025?

Het nieuwe jaar startte qua voersaldo alleszins prima. Met gemiddeld 11.57 euro/koe/dag werd de lat meteen zeer hoog gelegd. Hier en daar was er nog een stijging in melkprijs, maar vooral de productie steeg nog verder door. Er wordt langzaam maar zeker uit het dal van blauwtong gekropen en de snellere maiskuilen van 2024 compenseren de tragere graskuilen. Wat de rest van het jaar zal brengen blijft moeilijk te voorspellen. Op de markten van grondstoffen en melkprijs heb je als veehouder immers geen invloed. Probeer dus vooral te focussen op een goede ruwvoerkwaliteit. Samen met een goed management helpt dit het voersaldo al een stuk in de juiste richting.

Nieuw jongveevoeder met gehakseld stro gelanceerd

Nr 107 Startmixx All-In Stro VLOG

Op Agriflanders lanceerden we een nieuw jongveevoeder met gehakseld stro. Deze all-in formule is eenvoudig in gebruik en kan ongelimiteerd gevoederd worden. Het is niet nodig om nog aanvullend ruwvoeder te verstrekken.

Ideale opstart

Voor een goede pensontwikkeling is het belangrijk om te starten met krachtvoer en ruwvoer vanaf week 1. Het ruwvoer stimuleert de ontwikkeling van het pensvolume en het krachtvoer werkt in op de penspapillen op de penswand. Om het spenen optimaal te laten verlopen is het belangrijk om de melkgift voldoende traag af te bouwen zodat de opname van vast voer verhoogd wordt. We streven naar een opname van 2,5 kg krachtvoer bij spenen. Voor deze nieuwe all-in formule komt dit neer op bijna 3 kg bij spenen, omdat het ruwvoer (stro) hierin verwerkt zit.

Optimale voederopname

We zien positieve effecten van een all-in voeder, omdat de verhouding krachtvoer en ruwvoer optimaal is voor een goede dagelijkse groei. Door een weloverwogen grondstoffenkeuze is dit voeder stabiel en zeer smakelijk. Bovendien behaalt deze combinatie de hoogste voeropname bij het spenen. Dit complete jongveevoeder heeft 15% ruw eiwit voor een goede groei met 11% ruwe celstof voor een veilige vertering. Het kan tot een leeftijd van 5 maanden gevoerd worden. Vanaf een opname van 4,5 kg kan je best omschakelen naar rantsoen van de volgende fase.

Het all-in jongveevoeder nr 107

Startmixx All-in Stro Vlog is beschikbaar in big bags van 500 kg.

Scan en lees meer:

Jens Goossens - Jongveespecialist

Ontdek hier de voordelen voor jou

Actyvium Green Mn

Start

het seizoen met een solide basis

NIEUW

Mangaanbemesting met dubbele snelheid

• Ideale combinatie van de langzame maar constante werking van het mangaanchelaat met de onmiddellijke actie van mangaannitraat voor continue groei

• Mangaan en magnesium stimuleren de groei en de vitaliteit van het gewas voor een betere opbrengst

• Een najaarstoepassing voorkomt mangaangebrek in het voorjaar

Contacteer uw Aveve-zaakvoerder voor meer informatie over deze bladvoeding. www.aveveagrarisch.be

Tips inzaai

Tips voor de inzaai van je beschermingsstrook

Eind vorig jaar werd het voorstel van decreet voor het nieuwe mestactieplan (MAP7) goedgekeurd in het parlement. Eén van de maatregelen die hierin zijn opgenomen is het aanleggen van een beschermingsstrook ter hoogte van de VHA-waterlopen. We leggen je uit welke afstanden je dient aan te houden en welke mengelingen je hier kan inzaaien. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de vier ecoregelingen die mogelijk zijn ter hoogte van deze stroken.

Tip: Ben je niet zeker of jouw perceel gelegen is langs een VHA-waterloop? Controleer dit in je verzamelaanvraag.

Perceel gelegen langs VHA-waterloop in gebiedstype 2 en 3 met inzaai van nitraatgevoelige hoofdteelt

In dit geval dien je een fyto- en bemestingsvrije beschermingsstrook van 5 m aan te leggen. Deze 5 m start vanaf de talud en jouw 1 m teeltvrije strook telt hierin mee, zie afbeelding hieronder.

Perceel gelegen langs VHA-waterloop in gebiedstype 2 en 3 met inzaai van niet-nitraatgevoelige hoofdteelt of perceel gelegen langs VHA-waterloop in gebiedstype 0 en 1 (het maakt niet uit of de teelt niet-nitraat of nitraatgevoelig is)

Zoals te zien op afbeelding hieronder moet de strook 1 m teeltvrij, 3 m fytovrij en 5 m bemestingsvrij zijn, gerekend vanaf de talud. Vanaf volgend jaar zal hier een 3 m beschermingsstrook aangelegd moeten worden.

Perceel met niet-nitraatgevoelige hoofdteelt in gebiedstype 2 en 3

in gebiedstype

5m bemestingsvrije strook

Perceel gelegen langs oppervlaktewater dat geen VHA-waterloop is

In dit laatste geval blijft de situatie hetzelfde als vorig jaar en dien je 1 m teeltvrij, 1 m fytovrij en 5 m bemestingsvrij aan te houden langs de kant van het water. Een oppervlaktewater is bijvoorbeeld een waterloop die niet bestempeld is als VHA-waterloop of een poel.

Oppervlaktewaterlichamen die geen VHA-waterloop zijn

1m teeltvrije strook 1m fytovrij

5m bemestingsvrije strook

Mogelijkheden voor inzaai

Op deze beschermings-, fyto- of bemestingsvrije stroken kan je kiezen voor een productief mengsel van grasklaver of gras, zoals de Superstar Beltop Blanc of Superstar Extra. Hou er bij inzaai van een productief mengsel rekening mee dat je de strook niet mag maaien tussen 15 maart en 15 juli. Als je graag zo weinig mogelijk onderhoud hebt aan de strook, ga dan voor onze mengeling Rijstroken Traag waarin roodzwenkgras en veldbeemdgras zitten, die beiden traaggroeiend zijn. Tot slot kan je ook kiezen voor een ecoregeling.

De 4 ecoregelingen op een rij

Er bestaan 4 ecoregelingen die je kan aanvragen voor bemestings-, beschermings- of fytovrije stroken.

Let op, je dient actieve landbouwer te zijn en mag geen rustpensioen ontvangen om deze ecoregeling en bijhorende premie te kunnen aanvragen!

De eerste is de grasbufferstrook langs kwetsbare landschapselementen. De breedte van de strook wordt bepaald op basis van de erosiegevoeligheid en bedraagt minstens 6 m, startend vanaf de talud. Aveve heeft verschillende producten in het gamma die in dit geval gezaaid kunnen worden. Deze strook dient vanuit de ecoregeling minstens 1 keer per jaar gemaaid te worden, dit mag dus niet gebeuren in de periode tussen 15 maart en 15 juli.

De tweede is de grasbufferstrook ter hoogte van VHAwaterlopen. Deze ecoregeling is enkel geldig indien je perceel, en dus ook je strook, gelegen is langs een VHAwaterloop. Deze strook is minimaal 5 m breed, startend vanaf de talud. Ook hier biedt AVEVE verschillende producten aan die kunnen gezaaid worden. Ook hier dient deze strook vanuit de ecoregeling minstens 1 keer per jaar gemaaid te worden, dit mag dus niet gebeuren in de periode tussen 15 maart en 15 juli.

De derde is de bufferstrook graskruidenmengeling. Deze ecoregeling betreft een graskruidenmengeling, waardoor de 1 m teeltvrije strook niet meetelt, aangezien deze beschouwd wordt als gras en geen graskruidenstrook. Je mag op de 1 m teeltvrije strook geen grondbewerking uitvoeren en dus ook geen graskruiden inzaaien. Startend vanaf de 1 m teeltvrije zone dien je nog minstens 6 tot 9 m in te zaaien, afhankelijk van de erosiegevoeligheid van je perceel. In dit geval kan een combinatie van onze mengelingen Rijstroken Traag en Clovermix Herbamax ingezaaid worden. In deze ecoregeling dient minstens 1 keer per jaar gemaaid te worden, indien dit gebeurt voor 15 maart, moet minstens 1/3e van de strook ongemaaid blijven. Tussen 15 maart en 15 juli mag er niet gemaaid worden. Vraag de specifieke voorwaarden na bij je Avevezaakvoerder.

De vierde en laatste ecoregeling die mogelijk is, is de ecoregeling bufferstrook bloemenmengsel . Deze kan enkel ingezaaid worden ter hoogte van niet-, heel laag en laag erosiegevoelige percelen. Ook hier telt de 1 m teeltvrije strook niet mee en dient startend vanaf de 1 m teeltvrije zone nog minstens 6 m ingezaaid te worden. Voor deze ecoregeling kan je onze mengeling Bufferstrook Plus inzaaien. Deze strook dient gemaaid te worden tussen 15 september en 31 december.

Voor meer informatie kan je steeds terecht bij je Aveve-zaakvoerder.

Voor meer informatie aangaande de regelgeving kan je ook terecht op de website van het Agentschap Landbouw en Visserij (Ecoregeling: aanleg van bufferstroken | Landbouw en Zeevisserij) en de website van de VLM (Nieuwe mestmaatregelen vanaf 2025 | Vlaamse Landmaatschappij).

Perceel

Pig Monitor: nieuwe tool om zeugenresultaten nog beter op te volgen

van Horen - Product manager Varkens

De varkenssector is in continue ontwikkeling. Zeker op zeugenbedrijven zijn er de laatste jaren enorme stappen gezet. De productiviteit is gestegen en veelbedrijven zijn groter geworden.

Voor zeugenhouders is een goed management en het gemakkelijk kunnen opvolgen van technische resultaten dus van groot belang. Om dit nog vlotter te laten verlopen heeft Aveve de Pig Monitor geïntroduceerd.

De cijfers uit het zeugen managementsysteem bieden een schat aan informatie. Het is een dagelijks werkinstrument voor de zeugenhouder.

Met de Pig Monitor

willen we een stap verder gaan. De tool laat toe zeugenbedrijven te monitoren door resultaten op te volgen, evoluties te bekijken en verbeterpunten aan te duiden. Daarnaast biedt de Pig Monitor de mogelijkheid om uitgaande van de cijfers uit het managementsysteem analyses te maken. Dit kan erg nuttig zijn als er een probleem is zoals een hoger percentage doodgeboren biggen of meer herdekkingen. Een derde voordeel is de benchmarking. Je kan resultaten van jouw bedrijf vergelijken met andere bedrijven die bijvoorbeeld met hetzelfde type zeug of identiek meerwekensysteem werken.

Praktisch

Hoe werkt Pig Monitor? Met jouw toestemming wordt er een connectie gemaakt tussen je zeugen boekhoudsysteem en Pig Monitor. Het gaat echter alleen over de technische gegevens. Aveve werkt hiervoor samen met Agrovision. Alle Agrovision systemen (PigManager , Farm, Ceres, Agrisyst en Pigexpert) zijn dus te koppelen. Als je dat wil kan je vertegenwoordiger de resultaten op het bedrijf volgen. De Aveve-specialist kan daardoor een bedrijfsbezoek voorbereiden en op je bedrijf de resultaten overlopen.

Maarten

Diverse mogelijkheden

In de Pig Monitor kunnen de klassieke overzichten zoals een periode- en een cyclusoverzicht in een tabel of in een grafiek weergegeven worden. Daarnaast worden de bedrijfsprocessen (dekken, werpen, spenen) apart onder de loep genomen.

Voorbeeld weergave levend geboren/worp

Pig Monitor biedt ook de mogelijkheid om meer inzicht in kengetallen te verkrijgen. Als voorbeeld een overzicht van de verdeling in zoogduur. Deze tabel zegt veel meer dan enkel het gemiddelde.

Verdeling zoogduur per periode

Ook gegevens van spekdiktemetingen (of gewichtsmetingen) kunnen in Pig Monitor verwerkt worden. In dit voorbeeld zien we een duidelijk effect van spekdikte en leeftijd 1e dekking op aantal biggen in de eerste worp:

Ben je geïnteresseerd in de Arvesta Pig Monitor, neem dan contact op met je Aveve adviseur.

Items Pig Monitor

Gele erwten

Teelt van gele erwten en fabrieksbezoek Mettet

Frederik Goossens - Technical Expert Arvesta

Op 17 februari bracht Arvesta met sterke merken Hermoo, Aveve en Sanac een bezoek aan de nieuwe innovatieve eiwitverwerkende installatie in Mettet. Dit unicum binnen België en de Benelux staat in voor de productie van hoogwaardige plantaardige eiwitconcentraten uit lokale grondstoffen zoals gele erwten.

Gevestigd in Mettet

Hoe teel je gele erwten?

Arvesta werkt nauw samen met landbouwers in België en Frankrijk voor de teelt van gele erwten en zorgt voor een gegarandeerde afzetmarkt. Zo zetten we een nieuw verdienmodel op voor onze landbouwers. Voor de prijs van het product voor telers baseren we ons op de Synagra tarweprijs aangevuld met een toeslag.

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5

zomererwten wintererwten wintergerst suikerbieten aardappelen

€ 600 € 108 € 108 € 108 € 108

Eenjarige eiwitteelt

Vruchtafwisseling vlinderbloemige

Vruchtafwisseling vlinderbloemige

Vruchtafwisseling vlinderbloemige

Tabel: beschikbare premies voor de teler via ecoregelingen voor de teelt van gele erwten.

Vruchtafwisseling vlinderbloemige

Daarnaast kunnen telers beroep doen op de ecoregeling voor éénjarige eiwitteelt en de ecoregeling voor vruchtafwisseling met een vlinderbloemige. Met een gemiddelde opbrengst van 4 ton/ha die we in 2024 haalden met de gele erwten bekomen we op deze manier een mooie rentabiliteit en netto winst van zo’n 1100 euro/ha, rekening houdend met een variabele kost en pacht van 1300 euro. Daarnaast moet je rekening houden met een voorvrucht meerwaarde van +- 125 euro/ha in graanrotaties voor het jaar nadien, vanwege enerzijds de stikstof die ze in de bodem voorzien via hun wortelknobbeltjes en anderzijds ook een verbeterde bodemstructuur.

De teelt van gele erwten

Gele erwten zijn vlinderbloemigen of stikstoffixeerders en vragen daarom minder input. Ze hebben een kort groeiseizoen en gemakkelijkshalve kunnen de teelthandelingen uitgevoerd worden met graanmachines voor het zaaien en het oogsten. Bijvoorbeeld met een klassieke maaidorser, al moet je iets trager rijden dan in graan. Oogst met 14% vocht en wacht niet te lang, want anders kunnen de gerijpte peulen openspringen.

Voorbereiding van de bodem

Zorg voor een goede bodemstructuur met een pH hoger dan 6 voor de wortelknobbeltjes. Tijdens de bloei is voldoende vocht in de bodem cruciaal. Daarnaast is een vruchtwisseling van 1 op 5 vereist om problemen met voetziektes zoals aphanomyces, fusarium en pythium te vermijden. Daarnaast is een zaaizaadbehandeling vereist. Hou ook rekening met slakkenschade aangezien vorig jaar de druk in alle teelten enorm hoog was. Bestrijden kan met bv. Metarex One of Sluxx korrels.

Bemestingsstrategie

Stikstofbemesting is niet gewenst, fosfor en kalium kan je aanvullen indien nodig, want erwten nemen moeilijk fosfor op. Zeker in de beginfase voor de ontwikkeling van het wortelstelsel is dit belangrijk. Een aangewezen bemesting kan bestaan uit 60 kg P2O5 /ha en 100 kg K2O/ha. Baseer je hiervoor eventueel op de resultaten van een bodemanalyse. Daarnaast zijn ook andere elementen zoals Mg, Ca en Mn belangrijk. Kies hier voor een toepassing met bladvoeding zoals Optima Vigor+ of Actyvium Green Mn.

Optima Vigor+ is een complete bladvoeding geschikt voor diverse gewassen die plantgroei stimuleert en tevens het gewas mee beschermt tegen abiotische stressfactoren (droogte, nattigheid,...). Bij een typische geelverkleuring van de bladeren door Mn-gebrek is Actyvium Green Mn ideaal. Naast Mn bevat dit product ook Mg, S en N. Beide middelen hoef je niet aan te geven bij de mestbank.

Gewasbescherming

1. Onkruidbestrijding

Voor onkruidbestrijding steunen we in vooropkomst op Novitron Damtec en Stomp Aqua waarin we 3 actieve stoffen combineren. In correctie vanaf +/- 10 cm gewashoogte kan een bentazon-houdend product zoals Basagran of Corum (+ Dash), Butizyl of waar nodig een grassenmiddel zoals Fusilade Max. Let wel op, meng nooit een grassenmiddel met een bentazon-houdend product om gewasverbranding te vermijden. Gebruik bentazon-houdende producten enkel op een afgehard gewas.

2. Insecten

Een eerste belangrijk schadeorganisme zijn de bladluizen. Naast hun steek- en zuigschade dragen bladluizen virussen over die voor de grootste schade kunnen zorgen. Daarnaast legt de erwtenpeulboorder eitjes op jong gevormde peultjes. De larven dringen de peultjes binnen en veroorzaken zo schade. De bladrandkever veroorzaakt vraatschade aan de rand van blaadjes. Echter nog groter is de schade onder de grond, waarbij de wortelknolletjes worden afgevreten en de stikstoffixerende rol van de plant verloren gaat. Voor bladluizen hebben we de typsiche bladluismiddelen. Sivanto Prime met 3 weken nawerking, heeft een contactwerking. Ook Teppeki is mogelijk, maar heeft een kortere nawerking van 1-2 weken. Pirimor heeft niet meer de beste bladluiswerking maar is in bepaalde omstandigheden wel goed, zeker als al een vroege behandeling vereist is. Pyrethroïden zoals Karate Zeon hebben een toelating tegen onder andere bladluizen, bladrandkever en erwtenpeuldoder. Mavrik heeft een toelating tegen bladluis, trips, bladvretende rupsen en galmuggen. Controleer fytoweb voor de toelating per product.

Let voor een insecticidebehandeling op voor bestuivers (bijen e.a.), zeker wanneer u pyrethroïden toepast. Voer deze behandeling steeds s’avonds uit en let goed op met een gewas in bloei.

3. Fungiciden

Valse meeldauw is een waterschimmel die goed overleeft in de bodem bij koelere temperaturen. Voor de bestrijding zijn geen toegelaten bestrijdingsmiddelen beschikbaar.

Anderzijds hebben we de ascomycete schimmels die profiteren van een verzwakt gewas onder stress, waarna ze de plant bijvoorbeeld via wondjes binnendringen. Anthracnose geeft kleine bruine vlekken op bladeren die verder uitbreiden. De schimmel overleeft lang in de bodem en verspreidt snel bij regen. Kieming gebeurt bij hoge relatieve vochtigheid. Anthracnose overwintert in de bodem, vruchtafwisseling is daarom erg belangrijk. Botrytisch is minder aanwezig in de bodem, maar komt in principe overal voor. Sclerotinia is dan weer meer aanwezig in de bodem en kan daar lang overleven. Echte meeldauw, welke eerder voorkomt bij warm weer, heeft voldoende vocht nodig om te kunnen kiemen. Zeker bij hoge luchtvochtigheid ’s ochtends is er veel risico. Luna Sensation werkt zeer goed tegen anthracnose, botrytisch en witziekte. De werking is systemisch met een lange nawerking. Behandel daarom best op een nog groeiend gewas, vanaf dat er een knop is gevormd. Als de bloemblaadjes afvallen zit het middel in het gewas en biedt het optimale bescherming. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan een vervolgbehandeling nodig zijn. Zeker als er veel regen en vocht is. Doe dus best 10 tot 14 dagen later een vervolgbehandeling tegen sclerotinia en botrytisch.

Daarnaast kunnen ook middelen zoals Scala, Switch, Amistar. Amistar heeft een zekere werking tegen valse meeldauw al blijft dit zeer beperkt. Het heeft een heel goede werking tegen anthracnose, en een meerwaarde

tegen botrytisch en witziekte. Scala heeft een degelijke werking tegen zowel anthracnose en botrytisch. We vullen aan met Switch welke ook een degelijke werking heeft tegen deze 2 ziektes, maar aanvullend ook tegen witziekte. Hermovit werkt preventief zeer goed tegen witziekte.

LE 846 kan in combinatie met de fungicidebehandeling. Dit product past hier perfect als uitvloeier aangezien erwten een moeilijk blad met een dikke waslaag hebben. LE 846 heeft als veresterde koolzaadolie een zeer goede formulering en kan worden toegepast aan een dosis van 1 l/ha samen met de fungiciden. Op deze manier krijgen we een grote verbetering van het spuitresultaat.

Een kijk achter de schermen in Mettet

In de namiddag van 17 februari brachten we een bezoek aan de verwerkingsinstallaties te Mettet. Hier zullen onder andere de Vlaamse gele erwten worden verwerkt tot hoogwaardige eiwitconcentraten. In de eerste plaats worden de erwten in bulk geleverd, waarna ze voor de verwerking in een stortbak worden gegoten.

Scheiden van fracties

In eerste instantie worden de erwten gezeefd, waarbij grove fracties zoals stenen en aarde via een schudder worden gescheiden.

Het product wordt uiteindelijk gescheiden in een zetmeel en proteïnefractie, op basis van soortelijk gewicht. Zetmeel is zwaarder en zal naar beneden vallen, proteïnes zijn lichter en komen dus naar boven. Deze installatie zal 2 ton gele erwten per uur kunnen verwerken.

Op bezoek bij familie De Blanger

Familie De Blanger voegt al vier jaar

OmniGen AF toe aan het rantsoen

Werken aan een optimale weerstand

Annelies Debergh - Melkveebedrijf

Ze blinken in hun vel, de zestig rood- en zwartbonte melkkoeien van Wilfried en Chiel De Blanger uit Vrasene. Al jaren leggen de bedrijfsleiders de nadruk op diergezondheid. Kruisen met Brown Swiss-genen was één manier om de weerstand van de koeien naar een hoger niveau te tillen. Al vier jaar werken de

melkveehouders met mineralenmixen met OmniGen in zowel de droogstand als de lactatie om ook aan de kant van het voeder een bijdrage te leveren aan de weerstand. “We zien dat koeien minder ziek worden en als ze dat toch doen ook sneller weer genezen.”

Er huist een bonte verzameling van rood- en zwartbonte melkkoeien en jongvee in de stallen van Wilfried en Chiel De Blanger uit het Oost- Vlaamse Vrasene. Behalve traditionele rood- en zwartbonten toont een aantal koeien nog duidelijke Brown Swiss-invloeden met onder meer egaal zwarte of bruinrode kleur en een typerende witte rand rond de neus. Het gaat om nazaten van de tweede en derde generatie, zo blijkt. “Om een sterkere koe te fokken hebben we destijds een deel van de koeien gekruist met Brown Swiss-genen. Zo hoopten we koeien te fokken die langer meegaan en daarbij ook tegen een stootje kunnen.” Chiel De Blanger legt zorgvuldig uit waarom de keuze op het ras viel en wijst zo onder meer op de sterke klauwen. “We zagen wel vooruitgang in de levensduur van de koeien, maar het verlies van melk bracht ons ertoe om toch weer voor Holstein-genetica te kiezen.”

Inmiddels telt de stal ongeveer een derde zwartbonte en twee derde roodbonte koeien. De voorkeur gaat uit naar roodbonte koeien, al is uiteindelijk een hoge melkproductie het echte doel in de stal. De melkkoeien produceren nu gemiddeld 10.600 kilogram melk met 4,06 procent vet en 3,38 procent eiwit. “We hebben de laatste jaren de melkproductie zien stijgen en blijven werken aan de productiecijfers. Het werk is eigenlijk nooit af.”

Kalven in een seizoen

Omdat het systeem goed past in de bedrijfsvoering, werken Wilfried en Chiel altijd al met een vaste periode voor het kalven. “Het werkt gemakkelijk om alle werk op de boerderij in blokken op te delen”, zegt Wilfried De Blanger. De inseminaties gebeuren vanaf 1 november en worden tegen eind februari afgerond. Een enkeling krijgt nog langer een kans. Het insemineren doet Chiel zelf en de nadruk in de fokkerij ligt op brede, sterke koeien die vlot melk produceren. “We houden vast aan onze werkwijze. In de herfst en winterperiode worden de koeien hard doorgevoerd op stal. Eind lactatie gaan de koeien vervolgens op een goedkoop rantsoen over. Dat systeem van seizoenskalven past ons

bedrijf goed.”

Momenteel krijgen de koeien een gemengd rantsoen voorgeschoteld. Dat bevat graskuil, maiskuil, bietenpulp, protistar, voederbieten en eiwitkern. Het rantsoen wordt individueel bijgepast in de krachtvoerautomaat. Daar werkt het bedrijf met twee soorten krachtvoer. De koeien krijgen krachtvoer op basis van geëxtrudeerd lijnzaad, nu aangevuld met lactatiestarter. Later op de lactatie krijgen de koeien een goedkopere brok in plaats van lactatiestarter. “Doordat de koeien allemaal in een korte tijdspanne herkalven kunnen we de krachtvoergift op deze manier organiseren. Het is een duurdere manier van werken maar de koeien worden zo begin lactatie beter ondersteund, later compenseren we de duurdere krachtvoergift door een goedkoper krachtvoeder te geven.”

Convenant enterische emissies

Door koeien tweehonderd dagen krachtvoer op basis van geëxtrudeerd lijnzaad te voeren, voldoet het bedrijf aan het convenant enterische emissies, een maatregel om de methaanuitstoot van koeien te beperken. “Het is gemakkelijk in te passen in onze manier van werken omdat we het lijnzaad in de stalperiode kunnen voeren”, legt Chiel uit waarom het bedrijf van meet af aan is meegegaan in de klimaatmaatregel. “We voeren lijnzaad vanaf het kalven tot de start van de weideperiode en voldoen zo aan de wettelijke eisen.”

De melk gaat sinds medio 2023 naar FrieslandCampina. Door geëxtrudeerd lijnzaadkrachtvoer te geven aan de melkkoeien willen Wilfried en Chiel op een eenvoudige manier als melkveehouder mijn steentje bijdragen voor het klimaat. “Daar komt bij dat de maatregel ook geld opbrengt omdat het ons extra punten oplevert bij de klimaatscan.”

Wilfried en Chiel

De Blanger

OmniGen voor meer weerstand Het management bij de familie De Blanger kenmerkt zich door een continue zoektocht naar het verbeteren van de bedrijfsresultaten. Zo trachten vader en zoon mineralen correct te voeren en maken ze daarenboven al vier jaar gebruik van OmniGen, een voederadditief dat weerstandverhogend werkt. Doordat OmniGen in het mineralenpreparaat van Aveve zit gemengd, is het product eenvoudig in de mengvoerwagen toe te voegen. “We staan open voor alles wat de weerstand van onze melkkoeien kan verbeteren. Als melkveehouder wil ik graag de beste resultaten van mijn koeien.” Hoewel het product relatief duur is, zien Wilfried en Chiel het vooral als een verzekering om de koeien goed te laten presteren. “Het verbetert de weerstand van de koeien”, legt Sander Van Beneden uit. Als voedingsadviseur bij Aveve helpt hij de rantsoenen op het bedrijf samenstellen. “Heel veel gezondheidsproblemen worden gelinkt aan stress en dat kan het gevolg zijn van allerhande factoren. Stress onderdrukt het immuunsysteem en zorgt ervoor dat koeien minder weerstand hebben tegen ziekte. Door OmniGen te geven kunnen de koeien eventuele stress beter bufferen.” Wilfried De Blander voegt toe: “Als je er één koe op een jaar mee kan redden, dan is het al de moeite waard om het te gebruiken.”

Zowel bij de lacterende als de droogstaande groep wordt OmniGen toegepast. Dat heeft tot doel dat de koeien begin lactatie ook goed opstarten. Maar het voordeel reikt verder. “We hadden bijvoorbeeld niet zoveel last van blauwtong”, zegt Chiel. Wie de open gebouwde melkveestal ziet, kan het moeilijk geloven dat muggen geen impact hadden op de koeien hier.

Toch is de virusziekte zonder noemenswaardig productieverlies of sterfte voorbijgegaan. “We hebben de ziekte wel gehad, zagen bij sommige koeien enkele dagen minder melk, maar echt grote verliezen hebben we niet gehad.”

MPR als leidraad

Ook op vlak van uiergezondheid zien de melkveehouders een verbetering in de bedrijfsresultaten sinds het product aan het rantsoen wordt toegevoegd. “We zijn daarom een jaar geleden ook gestart met selectief droogzetten en gaan alleen bij koeien met 150.000 cellen per ml melk nog antibiotica gebruiken. Onder die grens komt er alleen een teatsealer in.” Melkproductieregistratie vormt daarbij een gouden leidraad. “Met MPR krijg je veel meer controle over de melkgift van de koeien in de stal. Het houdt je scherp.”

Voor de toekomst focust Chiel verder op het verbeteren van de kengetallen. “Ik wil proberen met hetzelfde aantal koeien het bedrijf rond te zetten en focus vooral op de resultaten om vooruitgang te boeken.” De huidige melkproductie van 10.600 kilogram melk ziet hij dan ook het liefst verder stijgen, gecombineerd met winst in de gehalten. “Geef mij maar groeien in cijfers. Dat is belangrijker dan groeien in aantal koeien.”

Het mineralenpreparaat bevat OmniGen voor een betere weerstand bij de koeien.

Varicare: de kracht van data

Varicare is een complete precisielandbouwservice die zich richt op het maximaliseren van het potentieel van je perceel door inputs zoals meststoffen en zaaigoed optimaal te benutten. Met behulp van meerjarige data wordt een taakkaart gemaakt voor variabele toepassing. Bovendien biedt Varicare veel meer mogelijkheden, waardoor we in diverse situaties een aanzienlijke meerwaarde kunnen leveren.

Machines bieden mogelijkheden

Landbouwmachines zoals strooiers, aardappelplanters en spuitmachines die variabel toepassen, maken gebruik van geavanceerde technologieën om inputs zoals meststoffen, zaden en plantgoed nauwkeurig en efficiënt te verdelen. Dit gebeurt aan de hand van Isobus-technologie in combinatie met een trekker voorzien van GPS. Isobus is een gestandaardiseerd communicatiesysteem dat compatibiliteit tussen verschillende machines en systemen mogelijk maakt. Bij recentere machines is deze technologie vaak standaard geïnstalleerd en kan deze al dan niet door de dealer worden vrijgegeven. Om te controleren of variabele toepassing mogelijk is, kunnen we het merk, model en serienummer doorgeven aan de juiste dealer, die kan nagaan of de functie beschikbaar is. Daarnaast is het mogelijk om de machine te controleren met behulp van een test-taakkaart.

De kracht van data

Satellietbeelden (biomassakaarten) van een perceel geven een duidelijk beeld van de staat van het perceel. Dankzij meerjarige data kunnen we eenvoudig de slechte en goede stukken onderscheiden. We vergelijken deze gegevens ook met weerdata om een verband te leggen tussen minder goed groeiende stukken en de weersomstandigheden op dat moment (bijvoorbeeld droge of natte periodes). Naast biomassakaarten bekijken we ook bodemtypekaarten. Wanneer een perceel verschillende bodemtypes bevat, kunnen we dit koppelen aan bepaalde zones. Tot slot kunnen we gebruikmaken van andere data zoals opbrengstkaarten, bodemscans en bodemstalen.

Deze afbeelding toont een biomassakaart die enkele weken voor de oogst is genomen. Er zijn duidelijke overeenkomsten met de opbrengstkaart van de oogstmachine. Hieruit kunnen we concluderen dat biomassakaarten zeer nauwkeurig zijn en zeker een meerwaarde bieden om verder mee te werken. Met Varicare kunnen we al deze data combineren voor het maken van een taakkaart.

1: Biomassa-Opbrengst-Variabel toepassen

Precisielandbouw naar een hoger niveau

Varicare combineert geavanceerde technologieën en uitgebreide data-analyse om precisielandbouw naar een hoger niveau te tillen. Door gebruik te maken van variabele toepassing met behulp van Isobus-technologie en GPS, kunnen landbouwmachines zoals strooiers, aardappelplanters en spuitmachines inputs nauwkeurig en efficiënt verdelen. De kracht van meerjarige data, zoals biomassakaarten, stelt ons in staat om een gedetailleerd beeld van het perceel te krijgen en de juiste beslissingen te nemen. Dit resulteert in een optimale benutting van middelen, hogere opbrengsten en een duurzamere landbouwpraktijk. Varicare biedt hiermee een aanzienlijke meerwaarde in diverse situaties, waardoor je perceel maximaal kan presteren. De gemiddelde meeropbrengst van Varicare ligt tussen 85 tot 400 euro per hectare afhankelijk van het perceel en de teelt.

Biomassakaart Opbrengstkaart Taakkaart
Figure
Lotte De Vos - Concept Manager Arvesta

Studiedag

Kraamstal van de toekomst: terugblik op een geslaagde studiedag

Graag blikken we met jullie terug op onze geslaagde studiedag met als onderwerp “Kraamstal van de toekomst”.

“De toekomst” een onderwerp dat niet alleen ons als AVEVE, maar ook onze klanten bezighoudt. Elke varkenshouder wordt op vandaag door stijgende dierenwelzijnseisen, hervergunning en PAS namelijk geconfronteerd met de vraag: hoe zie ik de toekomst van mijn bedrijf, waarop wil ik focussen, wat kan er, wat moet er en wat is haalbaar?

Daarnaast de specifieke keuze voor de kraamstal, het startpunt van de varkenshouderij. Want zonder kraamstal geen biggen en zonder biggen geen verdere vleesvarkenshouderij.

Hoewel wij bij AVEVE helaas geen glazen bol in ons bezit hebben, nog een pasklaar antwoord. Willen we toch samen met onze klanten aan tafel gaan zitten als kennispartner om zo op zoek te gaan naar oplossingen en het meest geschikte antwoord voor hun bedrijf.

Aan complexiteit geen gebrek. De hoogste tijd dus voor een studiedag als basis en hoe kunnen we die basis beter leggen dan door een aantal experten aan het woord te laten. Het experten pannel werd zorgvuldig uitgekozen met aan de ene kant

SBB voor de theoretische en wettelijke basis gevolgd door 5 installateurs voor een eerder praktische kijk op de zaak. Onder de leuze samen staan we sterk besloten we voor deze studiedag de handen in mekaar te slaan met onze collega’s van Proxani, een ander sterk merk van Arvesta. Op 14 februari beten we voor het Oosten van het land de spits af met onze studiedag te Brecht, ruim 100 enthousiaste deelnemers waren present. Op 28 februari trokken we naar Hooglede en hier mochten we zelfs 180 enthousiaste varkenshouders welkom heten.

Anke Van Tigchelt, Lien Vandecasteele, Jolien Picard

De succesformule werd op beiden locaties gelijkaardig ingevuld en zag er als volgt uit:

• 10u30: ontvangst met koffie en zoetigheden. De hoogste tijd voor een blij weerzien tussen collega varkenshouders uit de regio die samen de toekomst tegemoet gaan.

• 11u00: Salesmanager Steven Bax heet namens het ganse team de aanwezige varkens-houders van harte welkom en geeft zo de officiële aftrap.

• 11u05: Jan Meykens en Heidi Deleu van SBB bijten de spits af en duiken samen met ons de theorie in. Onder de gepaste titel “De vergunning voor de kraamstal van de toekomst” geeft hij ons meer inzicht in het huidige vergunningen kader. Samen staan we stil bij de uitdagingen binnen het geur+kader en de verplichtingen binnen het PAS met ondermeer de PASreferentie tegen 2030 en bijhorende emissiereducties. Onderstaande visual vat het gedeelte rond PAS, reducties en hervergunning kort samen.

• 11u30: Bij vergunning of hervergunning van onze kraamstal van de toekomst komen de nodige kosten kijken. De nodige VLIF steun is dan ook meer dan welkom. Christel Covens en Dirk Cool van SBB nemen ons mee in de mogelijkheden maar vestigen vooral onze aandacht op de do’s en don’ts binnen onze VLIFaanvraag. Van offertes die nu wel ondertekend mogen zijn bij de aanvraag tot facturen die niet mogen vallen voor het einde van de blokperiode tot normbedragen en het belang van het zeker juist indienen, want correcties die zijn verleden tijd.

• Middagpauze: Hoogste tijd om de innerlijke mens te versterken en het voormiddagdeel te laten bezinken. In Oost was het culinair chauvinisme ten top onder andere broodjes met spek en pulled pork zorgden voor de nodige energie. In West was er een uitgebreide broodjeslunch met koude pasta en verse soep.

• Namiddaggedeelte: In Oost en West nemen 5 gerenommeerde installateurs ons mee in hun visie op de kraamstal van de toekomst. Dit doen ze aan de hand van hun eigen concepten en manier van aanpak uiteraard aangevuld met het nodige beeldmateriaal van praktijkvoorbeelden. Wij danken Van Peteghem stalinrichting, Nooyen Pigflooring, Karl Van Den Plas (I-TEK dealer), firma Van Limpt en Matthys Construct dan ook hartelijk voor hun aanwezigheid en de gedeelde kennis op beide events.

Netwerkmoment: Na de installateurs volgde een netwerkmoment met koffie en allerhande lekkers. Er

werd uitgebreid nagekaart over het namiddaggedeelte. Wijzelf namen alvast deze boodschappen en aandachtspunten vanuit de installateurs mee naar huis:

• Op heden is het gokken naar het ideale oppervlak voor het kraamhok van de toekomst we kunnen namelijk niet terugvallen op wettelijke norm hier in Vlaanderen/ België. Wie vandaag bouwt gokt echter niet blind, de installateurs kijken naar de normen in de Europese buurlanden. Hierbij houden ze ook rekening met de fysiologie van de zeug. Met name welke draaicirkel heeft een zeug nodig in zo’n vrijloop kraamhok.

• Zeugen en biggen hebben zoals we al langer weten andere temperatuurbehoeften. Het kraamhok van de toekomst speelt hierop in met afzonderlijke zones voor zowel de zeug als haar biggen. Dit vertaalt zich niet enkel naar plaats indeling maar ook naar vloerkeuze met koude en warme zones.

• Werkgemak en arbeidsefficiënte voor de varkenshouder, maar eventueel ook personeel zijn van cruciaal belang. Denk hierbij aan verlaagde instappen, werkgangen zowel vooraan als achteraan de zeug, veiligheid bij het loslaten van zeugen, makkelijk afsluitbare biggennesten voor behandeling enzovoort.

• Kostenplaatje: vrijloop kraamhokken bestaan er in verschillende uitvoeringen, van een degelijke basisvariant tot volledig uitgebouwd en hightech elk met eigen kostenplaatje.

Na twee geslaagde edities kijken wij vanuit AVEVE tevreden terug op deze studiedagen. Wij willen dan ook alle aanwezigen hartelijk danken voor hun aanwezigheid en hopen dat jullie er allemaal even enthousiast op terugkijken als wijzelf. De volle aandacht van de zalen op onderstaande foto’s en het enthousiasme van de varkenshouders die wij achteraf spraken zijn leveren hier alvast een mooi bewijs.

Kortom de uitdagingen zijn er op vandaag, maar de mogelijkheden zijn er evenzeer op naar de kraamstal van de toekomst dus, want wat ons betreft gaan we die uitdaging samen aan!

Nog niet uitgepraat over de kraamstal van de toekomst? Onze experten bij Aveve gaan graag samen met jou op weg. We brengen je graag in contact met de sprekers of delen onze voederstrategie voor jouw bedrijf. Kon je er zelf niet bijzijn en wil je graag meer info? Aarzel dan niet om jouw commercieel vertegenwoordiger te contacteren.

Iedere firma heeft zijn eigenkijk op de kraamstal van de toekomst en heeft verschillende kraamstallen hierbij een aantal voorbeelden:

Links: Protek van I-tek

Rechts: Matek van I-tek

Links: Pro Domi van Vanpeteghem

Rechts: Kraamopfokhok van Vanpeteghem

Links: Well-nest kraamhok van Matthys Construct

Rechts: Vrijloopkraamhok Matthys Construct

Links: Verlaagd en verwarmd biggennest van Nooyen Pig Flooring

Rechts: Nooyen Pig Flooring vrijloopkraam met balanskooi

Links: Coppens vrijloopkraamhok van Van Limpt

Rechts: Vrijloop multi-suckling kraamhok van Van Limpt

• Hogere opbrengst door uitstekende mix van nutriënten en biostimulanten

• Goede stresstolerantie door aanwezigheid van zeewierextracten

• Specifiek ontwikkeld voor granen en vlas

• Flexibel inzetbaar in combinatie met gewasbeschermingsmiddelen

Voor meer informatie over IPO Marine neem contact op met uw Aveve-zaakvoerder.

Nieuwtjes uit de regio

Investeren in de toekomst, investeren in landbouw

Bij het verschijnen van deze editie wordt in Vlamertinge de laatste hand gelegd aan de investering in een geautomatiseerd maïsreceptiestation. Deze nieuwe installatie zorgt ervoor dat de landbouwer tijdens de oogst via een stortput zijn maïs kan aanleveren, dit gaat vervolgens naar de maïsdroger en wordt via een redlersysteem afgevoerd naar het stockagemagazijn. De afhaling van de gedroogde maïs verloopt eveneens volautomatisch waar via een redlersysteem de maïs uit het stockagemagazijn terug naar de laadsilo’s wordt afgevoerd.

Deze investering was een logische stap voor Opsommer BV en versterkt hun imago op het gebied van een sterke service en logistiek. Aveve Opsommer, onder leiding van vader Patrick en zoon Frederik, biedt naast graan- & maïsontvangst ook een breed assortiment van bulkvoeders, enkelvoudige voeders, zaden, veehouderijproducten en meststoffen (bulk en blends) aan. Tot slot is er nog de verhuring van strooiers voor kalk en Haspargit.

Zoals Patrick Opsommer aangeeft: “Onze klanten weten dat ze ons altijd mogen bellen, we zullen ervoor zorgen dat ze zo snel mogelijk beleverd worden. Ook buiten de openingsuren.”

Je kan de firma Opsommer BV bereiken:

Dikkebusseweg 304, VLAMERTINGE, België opsommer.roger.bvba@aveve.be GSM: 0497 52 36 64

“Onze klanten weten dat ze ons altijd mogen bellen, we zullen ervoor zorgen dat ze zo snel mogelijk beleverd worden. Ook buiten de openingsuren.”

Speel mee en win!

Ontcijfer deze rebus en maak kans op een Aveve-waardebon van €50!

Mail je antwoord naar agrarisch@aveve.be met als onderwerp ‘ Rebus wedstrijd ’. Vergeet zeker je naam en adres er niet bij te vermelden.

Het antwoord op de vorige rebus was: Met Link2milk kan jouw voedingsadviseur nog gerichter advies geven en op elk moment de gegevens van jouw bedrijf bekijken en analyseren om jou zo te ontzorgen en samen te werken aan nog betere resultaten.

De volgende personen hebben het juiste antwoord gevonden en vallen in de prijzen. Proficiat!

• Stallaert Freddy - Hamme

• Vantoortelboom Johan - Leke

• Vanderwegen Chris - Bierbeek

• Dehaemers Isabel - Gistel

• Van Osselaer Lien - Hamme

Nr 400

3-maandelijks

April-mei-juni ’25

P-nr : P706402 Masspost Hasselt

passie voor landbouw

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.