ANS-krant 7 (J37)

Page 3

Sjansjes Vier RU studenten gooiden een hengeltje uit in deze liefdesadvertenties.

Column ‘De zogenaamde elite van ons land heeft het hygiënebesef van een proleet.’

8 3 2

Interview

Over de kook ‘Ik heb nog nooit met saffraan gekookt. Volgens mij wordt dit een soort VOC-gerecht.’

EWA JA, DAT IS ESCAPISME

Pagina 4: ‘Studentenrapper’ Gotu Jim brengt met zijn nieuwe album niet eerder vertoonde gelaagdheid. ‘Sommige boomers zeggen dat mijn muziek alleen over drugs gaat, maar er zit meer in dan ze willen horen.’

Tijdgeest

Pagina 5: Al lang heerst er een taboe op het kijken van porno. Is deze negatieve associatie er altijd al geweest en hoe zal dat in de toekomst zijn?

Achtergrond

Pagina 6: Terwijl ChatGPT furore maakt kijken onderwijsinstellingen voorzichtig toe. Wat gaan de ontwikkelingen op het gebied van AI betekenen voor het onderwijs?

Email redactie@ans-online.nl Adres Heyendaalseweg 141 6525AJ Nijmegen Tel. 06-45176456
Editie 7 - 1 februari 2023
Algemeen Nijmeegs Studentenblad ans.online ANS_online
illustratie Vera Joosten

Hier rust de actieve student

Afgelopen november was het weer zover: de toetsing van de bestuursmaanden. Om de drie jaar moeten studentenorganisaties verplicht meedoen aan deze toetsing om te bepalen hoeveel bestuursmaanden ze ontvangen. Het mondt steevast uit in een soort pissing contest voor verenigingen. Wie doet het meeste voor het Nijmeegse studentenleven, bereikt de meeste studenten en werkt er het hardst voor? Dat zijn de criteria waar Student Life naar zegt te kijken. Als dat werkelijk de criteria zijn die worden gehanteerd, zou je zeggen dat de pisstraal van ANS veel verder klatert dan enig andere studentenorganisatie. Toch is de geldkraan naar ANS de afgelopen jaren stukje bij beetje verder dichtgedraaid. Met knikkende knieën, maar vol goede moed, hebben we onze bezigheden en ons bereik daarom zo uitgebreid mogelijk uiteengezet zodat we niet konden worden genaaid. Dit keer kon het niet fout gaan, toch?

Inmiddels hebben we het advies voor de bestuursmaanden ontvangen en jawel, het is grondig fout gegaan. Tot onze schrik is het plan om ANS te korten op maar liefst twee bestuursmaanden. Dit advies werd ‘onderbouwd’ met een paar zinnen pure nonsens alsof ChatGPT het had uitgekakt. Zo werd als argument gebruikt dat Student Life de schatting van het bereik van ANS aan de hoge kant vindt. Dit argument hebben we met liefde de grond ingetrapt door een simpel kopietje van de statistieken op te sturen. Daarnaast zegt Student Life dat het aantal bestuursmaanden niet in verhouding staat met het aantal uur dat de redactie werkt. Onze werkzaamheden zijn echter nog altijd hetzelfde als voorgaande jaren en toen werd de redactie van ANS al flink onderbetaald. We zitten namelijk dag in dag uit in het kantoor op de smerige Ondergang te ploeteren terwijl de muizen langs onze voeten rennen. Je kan niet verwachten dat er nog studenten zijn die een bestuursjaar gaan doen wanneer je zo slecht wordt gecompenseerd. Om te voorkomen dat nog een studentenorganisatie ten onder gaat, zijn we in beroep gegaan. Verder wordt ook de subsidie die verenigingen krijgen stelselmatig verminderd. Onze subsidieaanvraag is dan ook afgewezen waardoor we geen geld zouden krijgen om de krantjes te drukken. Blijkbaar is het idee om meer kranten te maken dit jaar niet in de smaak gevallen en past dit niet in het duurzaamheidsbeleid van de RU. Toch een beetje hypocriet als de universiteit vervolgens duizenden plastic bekertjes inslaat voor haar evenementen en boekwerken laat drukken over de geschiedenis van de universiteit voor het lustrumjaar.

Ons doemt de gedachte op dat ANS langzaam maar zeker in een verstikkende wurggreep wordt gemanoeuvreerd door de universiteit. Is de RU geen aanhanger van journalistieke vrijheid? Werkt ze misschien toe naar alleenheerschappij van de VOX, het gedweeë universiteitsblaadje, vrij van ook maar een enkele kritische noot? Het is slechts een theorie, maar het blijft bijzonder dat de geldkraan elk jaar verder wordt dichtgedraaid en dat de gele ANS-bakken telkens op magische wijze verdwijnen als universiteitsgebouwen worden gerenoveerd.

De hoofdredactie

Volg ANS op Instagram

SJANSJES

tekst Sophia van Engelshoven illustraties Vera Joosten

Valentijnsdag staat weer voor de deur en om daarvoor een date te vinden, gooien deze vier studenten een hengeltje uit. Heb jij ook nog niet beet? Zoek dan hier naar je date!

2
COMMENTAAR
Ben jij geïnteresseerd in een van deze spetterende singles? Stuur dan een mail naar redactie@ans-online.nl en wie weet ga jij straks op date!

Wat er verscheen op ANS-online

SPAR op campus schaalt

controles bij kassa’s op

De SPAR University op de campus van de Radboud Universiteit is meer gaan controleren bij de kassa’s om diefstal in te perken. Volgens bedrijfsleider Nils Jacobs worden meerdere mensen per dag betrapt op diefstal. De SPAR kijkt ook naar de inzet van steekproefcontroles.

In november is de opschaling van de controles bij de SPAR op de campus begonnen. Onder het bewind van de oude bedrijfsleider werd dat volgens nieuwe storemanager Nils Jacobs onvoldoende gedaan terwijl er veel wordt gestolen. ‘Het is echt een probleem’, stelt Jacobs. De concrete cijfers houdt hij er niet op na, maar volgens hem worden meerdere malen per dag studenten betrapt op diefstal. ‘Niet iedereen wordt natuurlijk betrapt. Ik denk dat veel meer mensen iets meenemen zonder af te rekenen’, zegt hij.

Diefstal

Binnen de organisatie van de SPAR is de afspraak dat er vrijwel altijd iemand aanwezig moet zijn op het kassaplein om controles uit te voeren. ‘Dat werd niet gedaan’, vertelt Jacobs over de periode voor hij bedrijfsleider werd. Sinds november wordt dit beleid wel nagestreefd en tijdens drukke periodes zoals de pauze staan nu standaard medewerkers te controleren.

Op deze manier hoopt Jacobs dat de verleiding om te stelen minder groot is, maar het gebeurt nog altijd. ‘Er zijn genoeg

studenten die dit op slinkse wijze doen. Ze slaan bijvoorbeeld een kaiserbroodje van 50 cent aan zodat het lijkt alsof ze iets hebben betaald en nemen dan een wrap mee van vier euro’, zegt Jacobs. ‘We proberen dat nu netjes op te lossen door te zeggen dat ze iets zijn vergeten te scannen maar op een gegeven moment moeten we andere maatregelen nemen.’

Maatregelen

De SPAR University gaat frequenter een telling houden om meer zicht te krijgen op de hoeveelheid producten die worden meegenomen zonder af te rekenen. Bij deze tellingen wordt gecheckt of de aantallen van de inkoop overeenkomen met wat er verkocht is. ‘Dat gebeurt nu een keer in het jaar omdat het lang duurt, maar dit gaan we opschalen naar drie of vier keer’, vertelt Jacobs. Als dan blijkt dat veel wordt meegenomen gaat de organisatie er nog strakker op zitten. De SPAR kijkt momenteel sowieso naar de mogelijkheid om steekproefcontroles te doen zoals bij andere supermarkten ook gebeurt. Het is nog onduidelijk wanneer dit nieuwe beleid in werking treedt.

ANS Leest: Arthur Japin – Wat stilte wil

Gevangen zitten in maatschappelijke normen die je beletten te zijn wie je wil zijn, daarover gaat Wat stilte wil , Arthur Japins nieuwste roman. Tegen de achtergrond van de Nederlandse literaire kring van de negentiende eeuw vertelt Japin met zorg het waargebeurde verhaal van Anna Witsen.

Het verhaal volgt Anna Witsen aan het einde van de negentiende eeuw. Ze is een vrouw van goede komaf en heeft groot talent voor zingen. Ze wil graag beroemd zangeres worden en ziet niets in een traditioneel leven van thuisblijven om voor de kinderen te zorgen. Dat is echter wel wat vrouwen van haar stand behoren te doen. Wanneer ze op het conservatorium wordt aangenomen, zet vader Witsen een streep door zijn dochters ambities. Zij mag haar talent van hem louter in huiselijke kringen tentoonspreiden. Verslagen en somber schikt ze zich hiernaar. Ondertussen komt ze door haar broer, die onderdeel is van de Amsterdamse literaire wereld, in aanraking met veranderende normen. In gezelschap van mensen als Willem Kloos en Albert Verwey, die later grote literaire figuren zullen worden, kan ze in tegenstelling tot bij haar familie, zichzelf zijn. Daarnaast sterken haar tantes nieuwe ideeën over vrouw-zijn en socialisme Anna’s geloof dat er voor haar meer in het leven is dan het huishouden. Na lang vechten krijgt Anna een kans om haar droom te verwezenlijken en op te treden. Als dat echter in een drama verandert, ziet zij geen andere optie dan terug te kruipen in de kaders die al voor haar vastlagen.

Luchtigheid en ernst

Japins romantische schrijfstijl leent zich uitstekend voor het verwoorden van Anna’s binnenwereld en de dialogen die ze voert met anderen. Aan het verfijnde taalgebruik is duidelijk af te lezen dat Japin oog heeft voor detail en de woorden en zinnen zijn met zorg uitgekozen. Deze geven nauwkeurig weer en doen compleet recht aan wie Anna is: een gevoelige, vrijgevochten vrouw met een groot hart. Daarnaast helpt het archaïsche taalgebruik ook bij het creëren van tijdsgevoel. De lezer wordt niet alleen meegenomen in de emoties van Anna en andere personages, maar voelt zich ook aanwezig in de donkere, groezelige negentiende-eeuwse kamers en straten. Hoewel je hierdoor als lezer goed in het verhaal wordt gezogen, dreigt deze bij tijd en wijle ook zwaarmoedig te worden. Japin weet de lezer echter iedere keer tijdig uit dat zwaarmoedige gevoel te halen met luchtige en haast theatrale personages. Zij dienen duidelijk als een pauze van de heftige emoties, maar gebeurt wonderwel zonder aan ernst in te leveren. Zo zie je al voor je hoe Kloos en Verwey onderuitgezakt en dronken in hun stamkroeg lallen over hoe vreselijk inhoudsloos de oude garde schrijft, of hoe haar tante geheel in karakter op het toneel verschijnt, om Anna’s somberheid te verdrijven met nieuwe kleren. De roman vormt zo een aangename balans waarin zowel groot verdriet als kleine vreugdes een plaats hebben.

Verrassend herkenbaar

Hoewel het verhaal zich aan het einde van de negentiende eeuw afspeelt, zijn de thema’s in de roman vandaag de dag nog altijd herkenbaar. Net als toen wordt deze tijd onder andere gekenmerkt door een feministische golf, aandacht voor sociale ongelijkheid en afrekening met oude ideeën. Wat in het bijzonder opvalt, is dat de problemen waar Anna en andere vrouwelijke personages tegenaan lopen nog steeds spelen in het heden. Welke plaats je dient in te nemen in de samenleving en hoe deze anders is dan hoe je het zelf hebt bedacht, is iets waar velen nog altijd mee worstelen. Anna staat model voor zoveel vrouwen die iets anders hebben gewild dan wat van ze verwacht werd vanuit het systeem waar ze aan onderhevig waren. Vrouwen die tegen die verwachting hebben gevochten tot de laatste snik, om uiteindelijk met hangend hoofd terug in het gareel te gaan. Japin geeft haar verhaal met zorg en aandacht voor de verschillende kanten ervan weer. Daarom is deze roman niet alleen een feest om te lezen, maar ook nog bijzonder relevant voor deze tijd.

Raak uw medestudenten niet aan!

G. J. Wood (pseudoniem) is een tweedejaars student die het liefst breekt met de bestaande studentikoze en universitaire tradities. Hij schrijft zijn ontsteltenis van zich af in de vorm van een studentkritisch stukje proza, dat zelden onomstreden blijft.

De mens is ten diepste een smerig en onhygiënisch wezen. En als smoezeligheid inherent verbonden is aan het mens-zijn, dan is de student van al het gedierte op aard het meest mens. Dit werd me op uiterst onfortuinlijke wijze duidelijk toen ik, enigszins onvrijwillig, op bezoek ging bij de ‘exclusieve’ residentie van een studentenvereniging. De dispuutsleden durfden de locatie zelfs een ‘villa’ te noemen. U begrijpt, ik verwachtte kroonluchters, Perzische tapijten en een indrukwekkende entree.

In plaats daarvan moest ik mezelf door een laag rioolwater slepen, aangezien de toiletten en de daarbijbehorende gang al een week blank stonden ten gevolge van een heuse closet-watersnood. Het plamuur hing met vellen van de wanden af, de vloer was in haar totaliteit plakkerig en het stonk er naar alcohol en zweet. Bij thuiskomst was een bad in een chloor-allesreinigercombinatie dan ook onontkoombaar. De naam ‘villa’ schiep volstrekt onwaargemaakte verwachtingen. ‘De aftandse, vooroorlogse bunker waar menig middeleeuws beerput nog van zou gruwelen’ zou een gepaster predikaat zijn, alhoewel het gebouw zelfs dan een teleurstelling zou zijn geweest.

De zogenaamde elite van ons land heeft het hygiënebesef van een proleet. Sommige studenten lijken wel weken niet in contact te zijn gekomen met water of zeep. Dikwijls zit ik in de collegezalen naast onwelriekende medestudenten. De enige vloeistoffen waarmee zij wel in aanraking komen lijken lichaamssappen en alcohol te zijn, en in dat laatste geval jammer genoeg niet in ontsmettende verschijningsvorm. Daar waar studenten samenkomen stapelt de zwijnerij zich dan ook op.

De oorzaak van de formule ‘meer studenten betekent minder hygiëne’, is mijn inziens een blijk van een doorgeslagen individualisatie. Van studenten, die toch óók drager van de menselijke coöpererende natuur zijn, verwacht je bij samenkomsten nu juist samenwerking, het verdelen van taken en het in staat zijn compromissen te sluiten, die allen zullen leiden tot een welzijnsverbetering voor iedereen in het studenten- of clubhuis.

Maar in de praktijk zien we dit niet gebeuren. De student is vervreemd geraakt van haar verantwoordelijkheidsgevoel. De studenten-individualisatiegolf heeft ertoe geleid dat de student niet meer let op de ander, waardoor studenten als los zand naast elkaar leven. In de gezamenlijke context is de student niet in staat ook maar iets tot stand te brengen. De onverschilligheid regeert. Niemand neemt verantwoordelijkheid voor een taakverdeling en alle klussen worden afgeschoven op de niet nader te noemen ’ander’, waardoor per saldo elk klusje onaf overblijft. Op deze wijze kan een toilet-overstroming wekenlang de hal van een ‘villa’ bevochtigen.

En dan zou dit ‘de toekomstige elite van ons land’ zijn? Geatomiseerde individuen waarbij elke vorm van samenwerkingsvaardigheden ontbreekt, maar die later wel een land, ministerie of multinationale onderneming zouden moeten aansturen? Voorlopig lijkt me een land te hoog gegrepen voor diegenen die zich niet eens inzetten voor hygiëne-bevorderende maatregelen ten behoeve van het algemeen studentenhuisbelang.

3
G.J. Wood
De studentopponent tekst

EWA JA, DAT IS ESCAPISME

Gotu Jim brak in 2018 als student door met het nummer Tweede klas shit. Zijn hiphopmuziek, gekenmerkt door een goede dosis autotune en een zware knipoog, viel vooral bij studenten in de smaak. Tweeënhalf jaar nadat hij afstudeerde, komt zijn tweede album uit. Op welke manier zijn de artiest en zijn muziek veranderd?

In een Amsterdamse koffiebar die zich ergens tussen knus en hipster bevindt, wandelt Jim Lageveen binnen. Lageveen, alias Gotu Jim, is gekleed in een oversized zwarte trui en modieuze laarzen en draagt een aftandse middelbareschoolrugzak op zijn rug. Met zijn zachte stem en gereserveerde houding komt hij op deze grauwe dinsdag over als een ingetogen jongen. Een paar dagen later, op 13 januari, verschijnt zijn tweede album Niet geslapen, wel gedoucht . ‘We zijn hard bezig met de voorbereiding op de albumrelease en het maken van de nieuwe show’, vertelt hij. De artiest tourt met zijn nieuwe album door het hele land en staat op 11 maart in Doornroosje.

Lageveen brak als tweedejaars student Sociale Geografie aan de Universiteit van Amsterdam door met hiphopnummers die doorspekt zijn met overdreven ervaringen over uitgaan, drugs en vrouwen. De muziek sloeg vanaf het begin aan bij studenten, die de bezongen thema’s herkennen. Dit gaf hem het imago van een studentikoze rapper. Inmiddels is Lageveen al ruim twee jaar student af. De muzikant heeft aangegeven dat er een moment zou komen waarop hij zou moeten accepteren dat zijn studentenleven voorbij was en zich moest beginnen te gedragen in zijn muziek. Hoewel Lageveen nog steeds zijn kenmerkende thema’s en een knipoog in zijn muziek verwerkt, lijkt er emotie en diepgang in het nieuwe album te zitten die in eerder werk ontbraken. Hoe heeft deze ontwikkeling plaatsgevonden en hoe kijkt de muzikant hier zelf naar?

Een studentikoze grap

Het startsein van Lageveens muziekcarrière was een freestyle op een beat van een van zijn jeugdvrienden en producer van veel Gotu Jim-nummers, IJsbrand van Eerdenburg. De freestyle mondde uit in het nummer Tweede klas shit . Van Eerdenburg zette het stiekem op SoundCloud, wat resulteerde in een underground hit. ‘Het is allemaal begonnen als een uit de hand gelopen grap, maar ik kwam erachter dat ik muziek maken heel leuk vind’, glimlacht Lageveen. ‘Ik wilde op een heel overdreven manier zingen over de dingen die ik meemaak als jongen in Amsterdam.’ Hoe spontaan het begin van zijn carrière was, blijkt uit hoe de persoon Jim Lageveen zich tot de artiest Gotu Jim verhoudt. ‘Er is nooit serieus nagedacht over hoe Gotu Jim zou worden vormgegeven’, bekent hij. ‘Het is geen alter ego, maar ligt in het verlengde van mezelf, zonder dat ik weet waar ik ophoud en Gotu Jim begint.’ Niet iedereen was te spreken over de overdreven teksten in het vroege werk van Lageveen. Een fragment uit een nummer van zijn eerste EP geeft een sfeerimpressie. ‘Slechte assie, geen vloei en tip, in de club dat is Gotu Jim. Een lelijk wijf, maar ja ze pijpt, ewa ja dat is Gotu Jim.’ Drugs, uitgaan en vrouwen komen in elk nummer terug en het laatste thema mondt dikwijls uit in vrouwonvriendelijkheden. ‘Ik kreeg veel commentaar op die vrouwonvriendelijke teksten, wat ik echt wel snap’, begint Lageveen zijn uitleg. ‘Maar mijn bedoeling was om zo erg te overdrijven dat het te dom was voor mensen om serieus te kunnen nemen. Ik vind het heel interessant wat mensen voor waar aannemen in muziek, en wilde daar toen ook een beetje mee spelen.’

‘Als studenten mij niet hadden omarmd, was dit nu niet mijn baan geweest.’

De hiphop à la Gotu Jim sloeg goed aan bij studenten en in het bijzonder bij studenten van het corps en traditionele studentenverenigingen. Met name de single Oranje Etiket , die over zwemmen in champagne gaat, werd populair. ‘Ik heb nooit muziek gemaakt met een doelgroep in mijn hoofd. Het is tegelijkertijd best logisch dat de muziek die ik over mijn ervaringen als student maakte, studenten aanspreekt’, verklaart Lageveen. Dat de corporale studenten zulke grote fans zouden worden, had hij echter niet zien aankomen. De populariteit bezorgde hem veel optredens op sociëteiten. ‘Het label van studentenrapper deed me eigenlijk nooit wat. Al moet ik eerlijk zijn, als die studenten mij niet hadden omarmd, was dit

nu niet mijn baan geweest’, vertelt de artiest.

Tijd om na te denken

Na enige tijd begon Lageveen meer na te denken over zijn muziek en zijn achterban. De artiest ontwikkelde een dubbel gevoel over zijn populariteit bij studenten. ‘Bij sommige studentenverenigingen was het echt fucking leuk, maar ik ben ook bij verenigingen geweest waar ik nooit meer wil terugkomen.’ De artiest vervolgt met overpeinzingen over de hie rarchische sfeer die hangt bij bepaalde studentenverenigingen. ‘Ik vond dat af en toe best wel ongemakkelijk. Door die slechte ervaringen veranderde mijn kijk op die verenigingen’, bekent Lageveen. ‘Ik heb weleens op het punt gestaan om anti-studentenmuziek te gaan schrijven, om van mijn imago als studentenrapper af te komen,’ vertelt de artiest. ‘Uiteindelijk besloot ik om me niet te laten leiden door wat mensen van mij vinden. Ik ben muziek blijven maken zoals ik dat wil.’ Een deel hiervan is het experimenteren met verschillende stijlen. ‘Ik heb een fase gekend waarin ik serieuze muziek maakte,’ geeft hij als voorbeeld. Lageveen vond de serieuze stijl echter niet bij Gotu Jim passen, waardoor deze muziek niet is uitgebracht.

Lageveen werd tegelijkertijd zelf wel serieuzer. Hij werd zich meer bewust van de problemen in de wereld om hem heen.

Zijn studie Sociale Geografie droeg hieraan bij. ‘Een groot deel van mijn studie ging over de problemen van de toekomst, op het gebied van klimaat, migratie en steden’, vertelt hij. ‘Mijn denkwijze over de toekomst is daardoor wel beïnvloed, met name wat betreft klimaatverandering.’ Naarmate Lageveen meer over het onderwerp leerde, is het hem meer gaan interesseren. ‘Aan het begin van mijn carrière was ik daar nog helemaal niet mee bezig, maar in de afgelopen jaren is dat veranderd. Er is gewoon zo fucking veel gebeurd in de wereld in een korte tijd.’ Lageveens toegenomen kennis over klimaatverandering leverde hem vooral pessimisme op. ‘Ik kwam erachter dat het allemaal faya is, het is gewoon helemaal kut. Mijn coping mechanism op dit moment is het uitschakelen van mijn bezorgde gevoelens, omdat ik nu toch geen bijdrage kan leveren.’

Diepgang in het vluchten

In Lageveens nieuwe album, dat muzikaal experimenteler is dan het eerdere werk, lijkt er nu toch wat pessimisme te zijn doorgelekt. ‘Ik zing nog steeds over de dingen die ik meemaak en leuk vind, maar in het nieuwe album zitten af en toe serieuze momentjes waardoor mensen toch even gaan nadenken’, vertelt Lageveen. ‘De toevoeging van deze extra gelaagdheid is een manier om het voor mezelf leuk te houden,

4
Interview

in plaats van steeds dezelfde grap te maken.’ De manier waarop de serieuze thema’s worden aangesneden, komt overeen met de escapistische houding die hij aanneemt tegenover klimaatverandering. In de teksten worden de problemen erkend, maar hij is vooral bezig om eraan te ontsnappen. Zo zingt hij in het nummer After : ‘Ze heeft het over bomen kappen, baby alsjeblieft, stop meer drugs in m’n gezicht.’ Volgens Lageveen is deze houding zelfs alomvattend voor het hele album: ‘Het overkoepelende thema is dat de wereld helemaal kut is, en dat ik me verschuil in de uitgaanswereld en drugs.’ Écht serieus wordt het dan ook niet op het nieuwe album. ‘Ik heb op het moment eigenlijk een heel fijn leven, dus het zou nep aanvoelen om het album helemaal serieus te maken’, zegt Lageveen. ‘Het is altijd mijn kracht geweest om mensen blij te maken met mijn muziek. Als de hele wereld al moeilijk is, moeten mensen niet ook nog naar muziek luisteren waar je het moeilijk van krijgt.’ Een voorbeeld van de humor is terug te zien in de bijdrage van radio-dj Frank van der Lende op het album. Van der Lende kondigt tussen twee liedjes, als de fictieve dj Emo Sjors op Radio 69FM, het volgende nummer van Gotu Jim aan als de ‘Ketaknaller van de week’.

Bij kleine problemen, waarbij hij het gevoel heeft wél impact te hebben, lukt het Lageveen om aan zijn escapisme te ontsnappen. Hij zet zijn bewustzijn over maatschappelijke problemen om in een bijdrage aan een oplossing. Het lied Ik betaal me Stufi niet terug , een collab tussen Hang Youth en Gotu Jim, werd geschreven voor een groot studentenprotest. In navolging van het nummer presenteerde Lageveen de webserie Generatie genaaid voor NPO3 over de problemen van studenten die onder het leenstelsel studeerden, zoals hij zelf deed. ‘Mijn vrienden en ik hebben allemaal een torenhoge studieschuld, dus wij waren echt zuur over die situatie. Nadat het protest was afgelopen, voelde het nog niet alsof mijn bijdrage klaar was’, vertelt hij rustig. ‘Toen ik voor de serie werd benaderd, was het een mooie manier om een extra dimensie aan mijn bijdrage te geven.’ Doordat Lageveens achterban veelal uit studenten bestaat, had hij het gevoel dat het ertoe deed wat hij over het onderwerp zei. ‘Ik zag het ook als een kans om antwoorden te krijgen op vragen die anderen en ikzelf hadden over al het gedoe en gezeik met het leenstelsel.’ Of Lageveen in de toekomst ooit concrete acties gaat ondernemen omtrent klimaatverandering? Als de zesentwintigjarige in de toekomst de kans krijgt om zijn stem en kennis vanuit zijn studie op grotere schaal in te zetten, is hij daartoe zonder te twijfelen bereid. ‘Nu probeer ik vooral nog te ontsnappen. De wereld is kapot, dus waarom gaan we niet heel veel drugs doen?’ ANS

Tijdgeest

‘HARDER, HARDER, HARDER!’

tekst Delphine Broasca illustratie Rivke van Collem

In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van de kijk op een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: Pornografie.

Terwijl de mensen om je heen volop daten en hartstikke verliefd zijn, zit jij eenzaam op je studentenkamertje. Het is Valentijnsdag en zoals elk jaar ben jij alleen. Het is onderhand een gewoonte geworden op deze dag: het klaarleggen van tissues en het openen van Pornhub. Achteraf voel je je een beetje beschaamd. Op de dag van de liefde heb jij namelijk genoten van bdsmvideo’s. Als iemand vraagt wat je vandaag hebt gedaan, zeg je liever dat je jouw zelfmedelijden hebt verwekt door een romcom te kijken. Al lange tijd heerst er een taboe op het bekijken van pornografie. Hadden mensen altijd al een negatieve associatie met pornografie en hoe zal dat in de toekomst zijn?

Verleden: trekken door de tijd

Vanaf het moment dat pornografie ontstond in de 17de eeuw, werd het gecensureerd door de staat en kerk. ‘In tegenstelling tot eeuwenoude erotische afbeeldingen met kunstzinnige doeleinden, is pornografie bedoeld om lust op te wekken’, definieert Inger Leemans, hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het opwekken van lust ging in tegen de waarden van de instituties, waardoor zij het aan banden probeerden te leggen. Ondanks de censuur verspreidde pornografie door Europa, met Nederland als een van de grootste exporteurs. ‘Het was de seksshop van Europa’, lacht Leemans. Porno verscheen in veel vormen: ‘Naast teksten en afbeeldingen had je theaterstukken en liedjes’, noemt ze. Porno viel in de smaak bij het grote publiek: ‘Mensen namen dit gretig tot zich’, vertelt de hoogleraar. Er zat echter wel een dubbele moraal achter: ze durfden niet voor deze interesse uit te ko -

men vanwege de censuur.

Pornografie werd niet alleen gecensureerd vanwege erotische elementen die tegen het kerkelijke moraal ingingen, maar ook vanwege de radicale, filosofische ideeën die pornografie ondersteunde. ‘Radicale filosofen stelden namelijk dat het lichaam los van de geest kon staan’, vertelt Leemans. ‘Lezers werden ondanks hun religieuze moralen opgewonden door porno. Dit was bewijs voor de claim dat het lichaam los van de geest kon bewegen’, duidt Leemans. Waar burgers veel interesse hadden in het lezen van porno, spraken de kerk en staat dus van een schande.

In de 18de eeuw kreeg de censuur in Nederland meer grip, wat als gevolg had dat Nederland zijn Europese marktpositie verloor. Pas tijdens de industriële revolutie in de 19de eeuw bloeide pornografie weer kortstondig op. ‘De meeste mensen konden lezen en hadden relatief veel geld’, verklaart Leemans. Dit konden ze uitgeven aan porno. Ondanks de grote vraag onder de burgers was de overheid beter in staat por-

no te reguleren, omdat porno voor het eerst een naam kreeg: ‘pornografie’. Hieronder vielen verschillende categorieën: van hard erotisch werk tot de romantische verhalen. ‘Daarvoor vielen porno, radicale filosofische ideeën en onkerkelijke gedachten onder één dakje. Nu porno een naam had, kon het apart worden aangepakt’, verheldert de hoogleraar. Vanaf de 20ste eeuw reguleerde niet enkel de overheid pornografie, ook verschillende burgerbewegingen zorgden voor sociale controle. ‘Ze vonden dat ze kinderen moesten beschermen tegen de steeds extremere pornografie’, zegt Leemans. In de tweede helft van deze eeuw wortelde porno zich echter steviger in de samenleving, waardoor de censuur afnam. ‘Zo deed de Hoge Raad in 1970 de uitspraak dat de overheid niet meer mocht censureren op seksueel expliciete beelden’, vertelt Leemans. ‘Tijdens de seksuele revolutie normaliseerde porno bovendien in enkele kringen van de middenklasse’, stelt Linda Duits, media- en cultuuronderzoeker aan de Universiteit Utrecht.

5
‘De wereld is kapot, dus waarom gaan we niet heel veel drugs doen?’

Heden: Bezorgde jongeren

Met de komst van het internet ontstonden pornowebsites zoals Pornhub. ‘Ook de smartphone was een enorme ontwikkeling: tegenwoordig kan je overal en altijd naar porno kijken’, vertelt Duits. Bredere toegang leidt echter niet tot meer acceptatie van pornografie. ‘Het leidt juist tot heel veel zorgen over jongeren die toegang hebben tot deze enorme bibliotheek’, benoemt ze. Men vindt namelijk dat extreme vormen van seks worden getoond in pornovideo’s. ‘Dit wijkt af van vaginale penetratie, wat de norm is op dit moment’, legt Duits uit. Deze zorgen over dat jongeren beïnvloed raken door porno komen niet enkel van volwassenen, ook jongeren zelf maken zich druk. ‘Ze zijn bezorgd om elkaar en om kinderen die jonger zijn.’

Over het algemeen heerst er een negatief beeld over porno. ‘De laagdrempelige toegankelijkheid van porno heeft kennis over vrouwelijke seksualiteit kwaad gedaan’, stelt Ingeborg Beugel, journalist en maker van de serie Geloof, Seks & (Wan) hoop . Ze vertelt dat de leeftijd waarop kinderen naar porno kijken steeds lager ligt. ‘Ze hebben nog geen echte seksuele ervaring gehad en denken daarom dat wat ze in video’s zien echte seks is. Vervolgens doen ze dat na.’ Ze gaat verder: ‘Omdat porno steeds vrouwonvriendelijker is geworden, zie je dat meisjes dingen laten gebeuren die ze eigenlijk niet willen. Dat zien ze immers in porno.’ Bovendien hebben tieners minderwaardigheidscomplexen door onrealistische porno met extreme schoonheidsidealen en misinformatie over vrouwelijke orgasmes, zo stelt de journalist.

Spijtig bevestigt Duits het negatieve beeld dat rondom porno hangt in de maatschappij. De negativiteit komt volgens haar op allerlei verschillende manieren naar voren. ‘Mensen denken dat porno niet echt is en dat het een te makkelijke manier is om aan zelfbevrediging te doen. Volgens hen zou het beter zijn om je fantasie te gebruiken’, schetst Duits. Pornonegativiteit komt veel voor in de media. Ze geeft het voorbeeld van de NoFap-movement op sociale media. ‘Influencers kijken niet meer naar porno en zeggen daardoor beter gefocust te zijn. Daarmee zetten ze porno in een negatief daglicht’, noemt Duits.

‘Deze pornonegativiteit komt voort uit het taboe dat op masturbatie rust’, beweert Duits. Dit wordt door de maatschappij gezien als een lagere vorm van seks. ‘Als een stelletje samen naar porno kijkt om hun seksleven heter te maken, vinden mensen dat niet zo erg. Als een van de partners naar bed gaat en de ander porno gaat kijken omdat diegene het fijn vindt om nog even met zichzelf bezig te zijn, vindt men dat problematisch’, illustreert de onderzoeker.

Toekomst: Plaats voor pornopositiviteit?

Door de komst van vrouwelijke pornoregisseurs verwacht

Beugel een toename van realistische porno op het internet: ‘Porno kan zo vrouwvriendelijker worden en recht doen aan de werkelijke seksualiteit van zowel vrouwen als mannen.’ Als

Achtergrond

porno seks realistischer zou weergeven, zouden de minderwaardigheidscomplexen van zowel jongens als meisjes volgens haar kunnen afnemen. Hierdoor zou de maatschappij positiever naar porno kunnen gaan kijken.

Bovendien kan educatie de blik op porno positiever maken. ‘Er zitten gevaarlijke consequenties aan het kijken van vrouwonvriendelijke porno. Jongeren moeten daarom leren dat pornografie anders is dan werkelijke seks’, stelt Beugel. ‘De overheid is volstrekt onverantwoord bezig door porno niet mee te nemen in seksuele voorlichting’, is ze van mening. Als porno onderdeel wordt van de voorlichting zouden kinderen volgens haar het verschil tussen echte seks en seks op het beeld leren kennen.

Pornografie zou bovendien kunnen worden opgenomen in de beweging die positiviteit rondom seks belangrijk acht. Door deze beweging wordt de laatste jaren al openlijker over seks gepraat, wat ook met porno kan gebeuren. ‘Veel feministen hebben aandacht voor sekspositiviteit’, vertelt Duits. Deze maatschappelijke beweging, die seksueel plezier meer naar voren wil laten komen, ziet onder andere kansen in het onderwijs. ‘Op dit moment is voorlichting vaak alleen een waarschuwing voor bijvoorbeeld zwangerschap en soa’s’, beredeneert Duits. ‘Ik hoop dat deze beweging positiviteit over porno ook meeneemt’, glimlacht ze.

Een positieve blik vindt Duits belangrijk omdat er een heleboel positieve effecten zitten aan het kijken van porno. Hier zou volgens haar meer aandacht voor moeten zijn. ‘Klaarkomen is fijn en goed voor je gezondheid’, legt Duits uit. Bovendien kan porno je helpen ontdekken wat je lekker vindt. ‘Dit is van groot belang omdat je problemen rondom communicatie en consent kunt voorkomen als je duidelijk kan aangeven wat je fijn vindt’, vertelt Duits.

Ze verwacht echter dat er voorlopig een negatve sfeer rondom porno blijft hangen, zeker als het gaat om verschillende vormen van seks die afwijken van de norm. ‘Ik schat in dat de media een belemmerende rol spelen in het normaliseren van andere en verschillende seksvormen.’ Ze geeft als voorbeeld een nieuwsbericht over de toenemende populariteit van anale seks. ‘Deze populariteit wordt door de media gezien als een negatief gevolg van porno. Er wordt helaas nooit aangegeven dat het goed is om te ontdekken wat je lekker vindt.’ ANS

AI AI AI, AI IN HET ONDERWIJS

tekst Philip Schröder illustratie Inge Spoelstra

De stormachtige opkomst van het Artificial Intelligence (AI) systeem ChatGPT heeft voor een groot publiek de potentie van AI-toepassingen duidelijk gemaakt. Ook in het onderwijs wordt gekeken naar de mogelijkheden die dit soort AI-systemen kunnen bieden. Wat gaat de komst van AI betekenen voor het hoger onderwijs?

Terwijl de tentakels van AI langzaam allerlei dagelijkse aspecten van ons leven omsluiten, is er onder deskundigen nog geen consensus over de definitie van AI. ‘AI houdt zich bezig met het nabootsen van intelligent gedrag. Voor mij komt het neer op het analyseren van data en het daaraan koppelen van een bepaalde automatische handeling, zonder dat een mens daaraan te pas komt’, vertelt Duuk Baten, adviseur Responsible AI bij SURF. ‘Zo’n AI-systeem zou bijvoorbeeld kunnen bepalen of iemand een student is of niet, aan de hand van informatie die het is gevoed over studenten’, legt hij uit. AI doet volgens Baten per definitie iets wat we niet verwachten van computers. ‘Vroeger dachten we dat een schaakcomputer AI was, maar nu vinden we dat een domme rekenkracht’, voegt hij toe. Bij elke innovatie op het gebied van AI verschuift de definitie dus langzaam. De laatste jaren zijn er grote stappen gezet op het gebied van AI. Zo kan het recente fenomeen ChatGPT allerlei opdrachten uitvoeren die vijf jaar geleden nog onmogelijk leken, van het maken van een filmscript tot het opstellen van een dieet. Menig student

zal stiekem al eens hebben geprobeerd een te lang uitgesteld verslag uit te besteden aan ChatGPT, om er vervolgens achter te komen dat het resultaat toch niet helemaal van academisch niveau is. Desondanks zijn onderwijsinstellingen beducht voor de mogelijkheden van AI. De komst van ChatGPT lijkt het startsein te zijn van een heuse wedloop tussen AI-schrijvers en fraudedetectie. Tegelijkertijd werken Nederlandse onderwijsinstellingen en de private sector hard aan het toepasbaar maken van allerlei AI-mogelijkheden voor het hoger onderwijs. Hoe kan AI worden toegepast in het hoger onderwijs, wat zijn daar de gevaren van en wat zal dit betekenen voor de vorm van het onderwijs?

Kunstmatig onderwijzen

De nabije toekomst zal er wat betreft AI in het onderwijs waarschijnlijk niet zo spectaculair uitzien als de opkomst van ChatGPT doet vermoeden. De komende jaren zullen we vooral toepassingen zien die het onderwijs op kleine manieren verbeteren. Sommigen worden zelfs nu al op kleine schaal ingezet. Een van die toepassingen is learning analytics, zegt Bart Karstens, onderzoeker bij het Rathenau Instituut en expert op het gebied van

digitalisering van het onderwijs. ‘Bij learning analytics gebruik je data van grote aantallen studenten om allerlei dingen te voorspellen, zoals studieuitval of studievertraging’, legt hij uit. Op basis daarvan kan vervolgens een andere studierichting worden geadviseerd of de student kan in een groep met extra docentbegeleiding worden geplaatst. Karstens vertelt dat learning analytics daarnaast kan zorgen voor een betere samenstelling van studieprogramma’s. Hij geeft het voorbeeld van de studie Culturele Antropologie aan de Vrije Universiteit. ‘Studenten gingen altijd op excursie naar het buitenland. Uit data-analyse kwam een telkens terugkerend patroon van studievertraging naar voren. De oorzaak bleek te liggen in de samenstelling van het curriculum, waarin de uitwerking van het onderzoek van de excursie samenviel met andere belangrijke knooppunten van de studie.’ Karstens eindigt: ‘Dat curriculum hebben ze toen slimmer in elkaar gestoken, waardoor het veel studievertraging scheelde voor veel studenten.’

Een andere toepassing die we de komende jaren gaan zien is gepersonaliseerd leren. Dit soort AI-systemen analyseren wat de student wel of niet kan en passen op basis daarvan het niveau

6

van de lesstof aan. ‘Iedereen leert op een andere manier. AI kan meehelpen om studenten de lesstof op maat aan te bieden’, vertelt Karstens. ‘Een praktisch voorbeeld kan bijvoorbeeld zijn dat je sommen maakt voor statistiek en dat het programma opmerkt dat je de basis beheerst, waarna het je moeilijkere opgaven geeft’, legt Baten uit. Een aantal van deze gepersonaliseerde toepassingen, zoals Squirrel AI, zijn nu al in gebruik bij verschillende hogescholen. ‘Ze worden de komende jaren veel beter, zeker in combinatie met learning analytics’, stelt Tommy van der Vorst, onderzoeker bij Dialogic, een bedrijf dat overheden adviseert op het gebied van AI.

In de gepersonaliseerde toekomst van het onderwijs kan AI ook een belangrijke rol gaan spelen in tussentijdse toetsing en nakijken. ‘AI zou bijvoorbeeld tussentijds de kennis van studenten kunnen toetsen, waardoor studenten een beter gevoel krijgen over hoe ze ervoor staan qua progressie’, vertelt Baten. Tegelijkertijd zou AI docenten ook kunnen ondersteunen in het nakijken. ‘Als een essay bijvoorbeeld in een bepaalde stijl moet zijn en bepaalde elementen moet bevatten, dan zou een AI daar van tevoren al naar kunnen kijken en bepaalde dingen kunnen markeren of suggesties voor feedback kunnen geven’, stelt Van der Vorst. ‘Daarmee kan het nakijken veel sneller gaan’, concludeert hij.

Terminator-toekomst

Deze ontwikkelingen hebben allemaal implicaties waar we volgens deskundigen nu over moeten nadenken. ‘We moeten de dialoog aangaan over hoe we omgaan met de grote hoeveelheid data die AI nodig heeft voor toepassingen’, stelt Baten. Die grote omvang hoeft niet per se slecht te zijn, maar er moet wel verantwoord mee worden omgegaan. Van der Vorst wijst erop dat er naast datalekken meer gevaren schuilen in het verzamelen van grote hoeveelheden data. ‘Er verschuift heel veel macht naar de partijen die de data en AI in handen hebben. Daar moet over worden nagedacht.’ Van der Vorst noemt daarbij het schrikbeeld van China, waar universiteiten persoonlijke data koppelen aan videobeelden om te kijken wie er niet oplet in de collegezaal.

‘Zo ver zal het in Nederland niet komen, maar het geeft wel aan hoe ver het kan gaan.’ Volgens Van der Vorst moeten studenten dan ook de mogelijkheid hebben te weigeren dat er data over hen wordt verzameld. De privacy-implicaties hangen ook samen met het feit dat data

veelal wordt verzameld door bedrijven, gezien zij veel van de applicaties van AI in het hoger onderwijs ontwikkelen. We moeten volgens Karstens inzien dat hun doeleinden niet op dezelfde lijn hoeven te liggen als die van onderwijsinstellingen. ‘Zij kunnen geld verdienen met data als als hun primaire doel hebben, terwijl het verbeteren van het onderwijs met digitale producten voorop moet staan.’ Data van studenten is heel waardevol en kan worden doorverkocht aan derden voor bijvoorbeeld gerichte advertenties. ‘Het is daarom nodig om nu duidelijke afspraken te maken op het gebied van privacy, transparantie en eigenaarschap van het hoger onderwijs van de toekomst’, stelt Karstens. Daarnaast dreigt het gevaar dat studenten door AI steeds meer worden gekneed om in een bepaalde mal te passen. Bij het nakijken is AI bijvoorbeeld getraind met een dataset van ‘goede essays’. Het kan dat deze essays allemaal overeenkomen op een bepaald punt, waardoor de AI dit gaat associëren met een goede essay. Dit hoeft echter niet daadwerkelijk criterium voor een goede essay te zijn. ‘Het zou dan kunnen dat je wel een goed, bevlogen essay schrijft, maar dat de AI jouw woordgebruik correleert met lage cijfers en je daarom een laag cijfer geeft’, legt Baten uit.

Er moet ook worden nagedacht over de invloed van voorspellende algoritmes op studenten. Is het wenselijk dat een AI door middel van learning analytics voorspelt of een student een vak wel of niet gaat halen? En wat voor consequenties mogen er aan die voorspelling hangen? De discussie is nog nauwelijks op gang, maar Pim Haselager, hoogleraar Artificiële intelligentie aan de RU, ziet dat soort voorspellingen liever niet. ‘Ze zorgen ervoor dat je te vroeg gaat zeggen wat mensen wel en niet kunnen’, begint hij. ‘Het kan een self-fulfilling prophecy worden en dat kan heel stigmatiserend werken.’ Hij vervolgt: ‘Ik hoef helemaal niet te weten hoe jij gaat presteren, dat zie ik in het moment zelf wel.’

Van kennis naar vaardigheden

De ontwikkelingen op het gebied van AI zullen op allerlei manieren de huidige onderwijsvormen uitdagen. Door de makkelijke toegang tot enorme hoeveelheden kennis en de mogelijkheid om hele lappen tekst voor je te laten schrijven, moet het onderwijs opnieuw bedenken wat ze studenten wil leren volgens Haselager. ‘Vaardigheden als creativiteit, aanpassingsvermogen en communicatie worden veel belangrijker, net als zelfmanagement en het kunnen redigeren van AI-teksten’, zegt hij. ‘Kennis zal nog

wel van belang blijven, vooral omdat AI nog steeds soms onzin zal uitkramen. Dat moet je kunnen herkennen’, vervolgt Haselager. ‘De tijden van het stampen van kennis gaan we echter achter ons laten.’

De verschuiving van kennis naar vaardigheden zorgt ervoor dat een nieuwe manier van toetsing nodig zal zijn. Wat die nieuwe manier precies zal zijn, is nog niet duidelijk. ‘Omdat AI alleen maar kennis reproduceert, zou je in toetsing meer kunnen focussen op de toepassing van deze kennis. Een AI kan prima kennis uit boeken reproduceren, maar het kan voorlopig nog niet op basis daarvan nieuwe kennis of conclusies maken’, stelt Van der Vorst. Met dat in het achterhoofd zou je er volgens hem ook voor kunnen kiezen om AI te omarmen, omdat die middelen er buiten school ook gewoon zijn. ‘Wellicht zou je studenten juist eens kunnen vragen met een AI een essay te schrijven, en hen vervolgens te laten reflecteren op de gebruikte prompts en de beperkingen’, vertelt Van der Vorst.

Daarnaast moet er worden gewaakt voor het stiekem gebruiken van AI tijdens bijvoorbeeld het schrijven van essays. Nu ontloopt ChatGPT de fraudedetectie al in veel gevallen. De kans is groot dat AI altijd een stapje voor blijft lopen op fraudedetectiesoftware. ‘Je krijgt een soort rat race, waarbij AI steeds beter wordt naarmate de detectie ook beter wordt’, stelt Van der Vorst. Voor Haselager zijn de moeilijk te herkennen AI-teksten al een reden geweest om toetsing aan te passen. Hij heeft ervoor gekozen om zijn studenten geen essays meer te laten schrijven. In plaats daarvan neemt hij mondelinge toetsen af. ‘Ik wil me tijdens het nakijken niet de hele tijd afvragen of een AI het heeft geschreven. Dan ben ik met hele andere dingen bezig dan de kwaliteit van een essay beoordelen’, stelt hij. ‘Je kan ook de andere kant op gaan, dat je de opdracht moet maken in een kamer zonder laptops en wifi’, zegt Van der Vorst.

De komende jaren gaan we dus steeds meer AI-toepassingen zien die het onderwijs gaan veranderen. Het zullen toepassingen zijn die op de achtergrond spelen, zoals learning analytics en gepersonaliseerd leren, of hulpmiddelen die nog in een vroeg stadium zitten, zoals chatbots. Toch moet er nu al worden nagedacht over de implicaties van de komst van AI, aangezien er ook veel mogelijke nadelen aan kleven. Om die dialoog nu en in de nabije toekomst te voeren is het cruciaal om de kennis over AI te vergroten. ‘De AI-geletterdheid binnen de onderwijssector moet echt omhoog. Daar ligt de uitdaging’, concludeert Baten. ANS

7

OVER DE KOOK

tekst en foto’s Gijs Wortelboer

Dit is de rubriek voor echte fijnproevers. ANS bedenkt iedere editie een bepaald thema en een budget voor een gerecht. Het is aan de student om de uitdaging aan te gaan en een hoogstaand staaltje kookkunst te laten zien. Staat de student nog aan het begin van zijn bachelor of is hij al een masterchef? Deze keer: koken volgens een 16de-eeuws recept

De schrik zit er direct in als Hagar (21, Sociologie) te horen krijgt dat ze moet koken volgens een recept uit het oudste gedrukte kookboek uit de Lage Landen, genaamd Een notabel boecxken van cokeryen uit 1514. Vandaag op het menu: ‘roffioelen’. Deze destijds populaire snacks, die afgeleid zijn van ravioli, waren deegflapjes gevuld met vlees, vis of fruit. Omdat het binnenkort carnaval is en we daarna de ‘vastenen’ ingaan, is gekozen voor de vegetarische versie die het kookboek aanbiedt.

Behalve de tekst van het recept krijgt Hagar geen hints, wat een flinke opgave blijkt. ‘Wat wordt dit, een soort apple crumble , of een beignet?’, twijfelt ze. De Middelnederlandse tekst noemt ingrediënten als ‘sofferaen’ en ‘pepercoecx’, geeft geen hoeveelheden aan en laat veel ruimte over voor eigen invulling. Zo vraagt het recept om niet nader gespecificeerd ‘cruyt’ en vertelt het dat sommigen roffioelen in vet bakken, maar ‘somighe backent oock wel in den oven’. Op advies van haar huisgenoot en diens zus, die toekijken hoe Hagar worstelt met de onduidelijke instructies, kiest ze voor de oven. ‘Ik heb nog nooit met saffraan gekookt. Volgens mij wordt dit een soort VOC-gerecht,’ denkt Hagar hardop onderweg naar de Albert Heijn. ‘Zal ik kruidenmix voor speculaas halen?’, vraagt ze zich af in de supermarkt. Uiteindelijk kiest ze voor gember en kaneel als ‘cruyt’ en de

‘pepercoecx’ interpreteert ze als ontbijtkoek. Eenmaal thuis begint het kookproces voorspoedig. ‘Ik sta graag in de keuken, maar maak nooit zoete dingen.’ Ze blijkt inderdaad een keukenexpert en verzint in een mum van tijd eigentijdse alternatieven voor de oubollige kooktechnieken. Zo mengt ze met haar moderne vijzel, oftewel haar mixer, vijgen, appels en ontbijtkoek tot een egale vulling.

Als de vulling klaar is en Hagar aanstalten maakt om de roffioelen in elkaar te zetten, blijkt ze toch iets te haastig te zijn geweest: ‘Ik ben het deeg helemaal vergeten!’ In het recept stond enkel dat de bakker de vulling ‘in’t deech leyt’, zonder aanwijzingen over hoe men dit zou moeten bereiden. Hagar tovert een weegschaal tevoorschijn, weegt bloem en water af en maakt een stevig, dik deeg. Bij gebrek aan een deegroller rolt ze het deeg uit met haar thermosfles. Van het deeg en de vulling bouwt ze gemakshalve één grote afgedekte taart en stopt deze in de oven. ‘Je bent de saffraan vergeten!’ roept Hagars huisgenoot verschrikt als de mega-roffioel enkele minuten in de oven heeft gestaan. ‘Shit!’ Snel haalt Hagar de schaal uit de oven, snijdt de taart met chirurgische precisie open en stopt er drie saffraandraadjes in. Een kwartier later kijkt Hagar daas naar het bleke baksel dat uit de oven komt. Om te verhullen dat de roffioel nog niet gaar is en dat ze te ongeduldig is om hem nog een aantal minuten in de oven te zetten, strooit ze er een laagje kaneel overheen.

Budget : 12 euro voor vijf personen

Boodschappen: Appels, vijgen, saffraan, gemberpoeder, ontbijtkoek, kaneel

Overige toegestane

ingrediënten: Bloem, poedersuiker, water

IS DE SMAAK RAAK?

De reusachtige roffioel die Hagar op tafel zet heeft meer weg van een uit de kluiten gewassen bapaobroodje van de campus-SPAR dan van appelpasteitjes. Het spierwitte, pizza-achtige deeg is niet goed gegaard, de binnenkant is zompig en van de saffraan is niks te proeven. Bovendien hadden het meerdere kleine roffioeltjes moeten worden in plaats van één afgeraffelde appelcalzone. Als alle roffioelen in de 16e eeuw smaakten als deze, is het niet gek dat het gerecht in de loop van tijd in vergetelheid is geraakt. Toch valt niet te ontkennen dat de milde vulling met vijgen verfrissend is voor onze hedendaagse, suikerverslaafde smaakpapillen. Al met al heeft Hagar bewezen dat vijfhonderd jaar oude recepten nog steeds interessant kunnen zijn, maar veel zorgvuldigheid vereisen – in ieder geval meer dan Hagar heeft vertoond. ANS

Resultaat: groot-groot-grootmoeders appelroffioel

37e jaargang

Redactie

Medewerkers

Illustraties

Foto’s

Eindredactie

Druk

Uitgave, abonnementen en advertentie-acquisitie

Stichting MultiMedia: stichtingmultimedia@gmail.com

Redactieadres

Heyendaalseweg 141, 6525 AJ Nijmegen

Mail: redactie@ans-online.nl Tel. 06-45 176 456

8
Hoofdredactie Sophia van Engelshoven en Philip Schröder Vera Joosten, Tom Steenblok, Michelle Tang, Ellen Theeuws en Claire Vaessen Delphine Broasca, Stijn Lintsen, Mirthe Tetsch en Gijs Wortelboer Rivke van Collem, Vera Joosten en Inge Spoelstra Nienke Cremers en Gijs Wortelboer Columnist Gerald Wood Richard van den Berg, Pim Dankloff, Maan Heijthuijsen, Stijn Lintsen, Thijs Meeuwisse, Isis Okker, Marjolein Smetsers, Mirthe Tetsch, en Gijs Wortelboer Lay-out Philip Schröder Logodesign voorpagina Noah Kleijne Dagelijks bestuur Khalid Abouzia (voorzitter), Yunus Sahin (penningmeester) en Sem Wilbers (secretaris) Flevodruk Harlingen BV

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
ANS-krant 7 (J37) by Algemeen Nijmeegs Studentenblad (ANS) - Issuu