ANS-krant 3 (J37)

Page 1

Over de kook

het deze

een lekkere

Email redactie@ans-online.nl Adres Heyendaalseweg 141 6525AJ Nijmegen Tel. 06-45176456 Editie 3 - 26 oktober 2022 Algemeen Nijmeegs Studentenblad ans.online ANS_online PLAATJES VOOR POLITIEKE PRAATJES Interview foto Dario König Column ‘De gemiddelde student is doodsbang voor burgerlijkheid en gemiddeldheid.’
Lukt
student om
maaltijd te maken met meelwormen? Het Laatste Oordeel ‘Wie weet waar Nietszsche begraven ligt krijgt een fles champagne.’ 732 MeeloopreportageTijdgeest Pagina 6: Hoe heeft het mannelijke schoonheidsideaal zich ontwikkeld? foto Philip SchröderiIllustratie Roos in ‘t Veld Pagina 4: Hoe strijden de Rollende Mina’s binnen en buiten het skatepark voor inclusiviteit? Pagina 7: Nugah Shrestha is de grootste politieke influencer in Nederland met zijn Instagram-account @politieke_jongeren. Welke mogelijkheden ziet hij om jongeren meer politiek te engageren?

Traantjes

De tentamenweek is van start en daarmee klinkt het eindsignaal van de eerste periode van het acade misch jaar. De studenten hebben een turbulente tijd achter de rug. De inflatie doet een aanslag op de portemonnee en gulle ome DUO laat zijn ware gierige aard zien met een stijging van de rente op de studieschuld. De koelkast van menig student is dan ook leeg en kan maar beter uit worden gezet, samen met de verwarming, om de energierekening koest te houden. De studenten die ondertussen een plekje in een studentenhuis hebben weten te veroveren, hebben geluk. Een onverschillige huisbaas zorgt niet alleen voor een huis vol lekkages en scheuren, maar ook voor een huis waar het krioelt van de insecten. Daar kan toch een proteïnerijke appel-meelwormen crumble mee worden gebouwd.

Hoewel studenten veel traantjes kunnen laten om de huidige gang van zaken heeft het voor veel gezellig heid op het ANS-kantoor gezorgd. De medewerkers kwamen regelmatig uit hun koude kamers om te genieten van de warmte op kantoor en natuurlijk om de te dure kaas uit de koelkast te stelen. Het was echter misschien te gezellig op kantoor waardoor er op de deadlineavonden veel moest gebeuren en de laatste avond een lange zit werd. Zo’n tien uur en een gesneuveld opiniestuk verder verlieten de laatste ANS’ers het kantoor.

Al dat harde werk wordt echter niet door ieder een gewaardeerd. We hebben namelijk het eerste haatbericht van ons redactiejaar binnengekregen. Via via werden we op de hoogte gesteld van de kritiek, aangezien de persoon in kwestie zijn tirade niet richting ons had gecommuniceerd. Met verhoogde hartslag gingen we op zoek naar het bericht. Toen we hem uiteindelijk hadden gevonden zakte de moed ons volledig in de schoenen. In de eerste zin repte de auteur namelijk al gelijk over ‘woke’ en dat mensen tegen een stootje moeten kunnen, maar dat er ook bij hem grenzen liggen aan wat acceptabel is. Met grote ogen keken we elkaar aan. We zouden toch niet nu al gecanceld zijn?

Angstig pakten we het betreffende artikel erbij. De auteur was het kennelijk niet eens met de schunnige grapjes. Toen we het artikel echter lazen, maakte onze grimas al snel plaats voor een glimlach. Eén dubieus grapje daargelaten vonden we de woordspelingen stuk voor stuk leuk. Gelukkig kan de beste man als redactieraadlid van de VOX voorkomen dat dit soort ‘onacceptabele’ artikelen in hun magazine staan. We laten ons echter niet ontmoedigen door deze kri tiek van een boomer en zullen de stem van de student blijven laten horen, zeker nu de studentenwereld met het verlies van asap een spreekbuis heeft verloren. We gaan dus door tot in de late uurtjes, zo ook deze deadlineavond. Om half vijf ‘s ochtends trokken we de deur van het kantoor achter ons dicht zagen we tot onze verbazing het licht aan gaan in het kantoor van de man. Met moeite zagen we een silhouet in het raam die fervent aantekeningen aan het maken was in een notitieblok. Een nieuw haatbericht is vast in aantocht.

De hoofdredactie

Volg

HET LAATSTE OORDEEL

Duffe opsommingen of ultiem entertainment?

ANS verschanst zich in de collegebanken om een genade loos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.

STUDIE : Filosofie

COLLEGE : Ethiek, woensdag 28 september 08:30 - 10:15

DOCENT : Prof. dr. J. P. Wils

UITSTRALING : Enthousiast vogelbekdier

PUBLIEK : Geïnteresseerde maar niet al te snuggere boomers

INHOUD : De categorische imperatief van Kant

Terwijl de laatste studenten binnendruppelen, zet prof. dr. J.P. Wils zijn FFP2-mondmasker op. De combinatie met zijn groe ne trui maakt dat hij iets weg heeft van een vogelbekdier. Vervolgens mompelt hij iets onverstaanbaars over waarom hij nog steeds een ‘kapjesmens’ is. Pas wanneer hij zijn micro foontje aanzet, is hij luid en duidelijk te verstaan. Het college ethiek begint. ‘Wat is de betekenis van het goede?’ en ‘Is God dood?’ zijn de eerste vragen die Wils aan de zaal stelt. Half negen ‘s ochtends in een kleine, bedompte collegezaal in het Erasmusgebouw lijkt niet de ideale tijd en plaats om naar het antwoord op deze vragen te zoeken. Toch begint Wils vol enthousiasme te vertellen over Nietzsche en verschillende stromingen binnen de ethiek. Zijn verhaal is echter slecht te volgen doordat hij allerlei vage filosofische begrippen zoals ‘supererogatorisch’ gebruikt.

Desondanks lijkt het verhaal van Wils aan te slaan bij de boo mers in de zaal. Ze stellen volop vragen en zijn druk bezig om aantekeningen te maken op de oldskool manier: met pen en papier. De aanwezige jongere studenten zoeken daar entegen al snel afleiding op hun Twitter-tijdlijn of Bol.com.

Wils doet een poging de jongere generatie om te kopen met drank: ‘Wie weet waar Nietzsche begraven ligt, krijgt een fles champagne.’ Eerst schieten zoals verwacht de handen van wat boomers omhoog. Opvallend genoeg geven zij allemaal het verkeerde antwoord. Dan steekt een jonge student toch aarzelend zijn hand op en geeft hij bijna het goede antwoord. Hij gokt op het Duitse Lützen in plaats van het dorpje Röcken. Wils doet het ermee: ‘Goed genoeg voor een glas cola.’ Het is een leuke poging van Wils, die zich zichtbaar inspant om de studenten te enthousiasmeren. Waar de tijd voor de studen ten traag voorbij kruipt, vindt Wils dat deze juist te snel gaat. Hij zegt met zijn Vlaamse accent: ‘Ik probeer steeds sneller

te spreken.’ Uitendelijk is het tijd voor pauze. Die geeft Wils gelukkig gewoon.

Na de pauze zijn de studenten Wils’ omkooppoging al snel weer vergeten. Dat ze zo snel afgeleid zijn, komt grotendeels doordat hij zijn ongestructureerde verhaal volledig uit het hoofd doet, zonder digitaal hulpmiddel. Hoewel dat natuurlijk zeer indrukwekkend is, was een powerpoint geen overbodi ge luxe geweest om de rode draad te kunnen volgen. Wils springt van de hak op de tak en in een onleesbaar hand schrift kalkt hij vrolijk het whiteboard vol. Waarschijnlijk ligt de korte spanningsboog van veel studenten ook aan de lage temperatuur in de collegezaal. Daar kan Wils natuurlijk niets aan doen, behalve voor een student, die tegen zijn buurman fluistert: ‘Ik word ijskoud van deze man.’ Toch lijkt het ontbre ken van de structuur en warmte de boomers niet te deren. Die blijven enthousiast het verkeerde antwoord geven.

Het Laatste Oordeel der Studenten

Het onderscheid tussen de boomers en de jonge re studenten is goed te zien in hun eigen oordeel. Waar de een vindt dat de docent op ‘associatieve en organische wijze vertelt en contact maakt met de studenten’, vindt de ander het college kort ge zegd ‘heel matig’. Dat matige zit hem vooral in het gebrek aan structuur in het college. Sommigen kun nen hun aandacht er dan ook niet langer bijhouden dan twintig minuten en vragen zich vooral af waar ze koffie kunnen halen. Toch vindt iedereen Wils wel een sympathieke man en geven ze hem gemiddeld een 6,25. De studenten hebben wel een gezamen lijk advies: gebruik een powerpoint! ANS

2
COMMENTAAR
ANS op Instagram
tekst Marit van den Hoek en Cato Bruinewoud illustratie Ande Cremers

ISO: pilots korter collegejaar risicovol

Minister Dijkgraaf nodigt instellingen uit pilots te doen met een ‘slimmer’ col legejaar. Hierbij wordt het aantal weken in het academisch jaar teruggedron gen door een betere inrichting van het onderwijs. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) staat achter de doelen van de pilots, maar ziet risico’s.

Op 4 oktober nodigde minister Dijkgraaf univer siteiten en hogescholen uit om te experimente ren met pilots waarbij er wordt gewerkt aan een ‘slimmer’ collegejaar. In deze pilots, die in 2023 beginnen, wordt het aantal weken in het acade misch jaar teruggebracht door het onderwijs beter te organiseren. Zo wordt overlap tussen onderdelen en vakken geschrapt, wordt de hoe veelheid tussentoetsen verminderd en worden roosters beter ingericht. Daarnaast wordt er ge streefd naar een goede manier om online con tact in te zetten en herkansingsmogelijkheden te reduceren.

Het doel van de pilots is om meer rust en ruimte te creëren voor zowel studenten als onderzoe kers en docenten. Met minder weken onderwijs blijft er daarnaast meer ruimte over voor stages, extracurriculaire activiteiten, zomerschool en verblijven in het buitenland. Terri van der Vel den, voorzitter van het ISO, vertelt dat het ISO de ambitie om het welzijn te verbeteren deelt, maar wel risico’s ziet in de pilots. ‘Het is niet de be doeling dat dezelfde hoeveelheid colleges over minder weken wordt verdeeld.’ De organisatie is daarnaast bang dat er minder stof wordt gegeven en dat het verminderen van herkansingsmoge lijkheden de druk voor studenten juist opvoert.

Twee maanden langer

Het Nederlandse collegejaar duurt negen weken langer dan dat van vergelijkbare universiteiten in de Europese Unie. ‘Als blijkt dat die negen we ken er puur zijn vanwege onhandige roosters en overlap tussen vakken, kunnen wij het schrappen van die weken alleen maar toejuichen’, aldus Van der Velden. Er is dan meer ruimte voor bij voorbeeld stages en onderzoek. ‘Studeren in het buitenland wordt dan ook makkelijker, omdat het collegejaar dan gelijk loopt met dat van andere landen.’ Het ISO hoopt echter dat de pilots niet betekenen dat er stof wordt geschrapt. ‘Je diplo ma moet nog evenveel waard blijven.’

De druk afnemen Minister Dijkgraaf heeft gesprekken gevoerd met studenten, onderzoekers en docenten, waaruit bleek dat zij veel druk ervaren en behoefte heb ben aan ademruimte. Naar aanleiding van deze gesprekken heeft Dijkgraaf de pilots ingericht. Van der Velden geeft aan dat het ISO graag een verhoging van het welzijn zou zien, maar nog niet inziet hoe een korter collegejaar daaraan zou bij dragen. ‘Als dezelfde hoeveelheid onderwijs in minder weken wordt gegeven, gaat de druk juist omhoog.’ Er wordt daarnaast gesproken over het beperken van herkansingsmogelijkheden. ‘Daar zien wij ook moeilijkheden in’, zegt Van der Vel den. ‘Het hebben van minder herkansingen zou ook de druk verhogen.’

De studentopponent

De burgerlijke student

G. J. Wood (pseudoniem) is een tweedejaars student die het liefst breekt met de bestaande studentikoze en universitaire tradities. Hij schrijft zijn ontsteltenis van zich af in de vorm van een studentkritisch stukje proza, dat zelden onom streden blijft.

Universiteiten mogen het zelf weten Instellingen kunnen met maximaal drie opleidin gen of organisatie-eenheden deelnemen aan de pilots. Zij bepalen dan zelf wat er nodig is om het collegejaar korter te kunnen maken. ‘Het lijkt als of er weinig regels worden opgelegd aan de in stellingen die meedoen’, vertelt Van der Velden. ‘Hierdoor worden valkuilen als evenveel colleges in minder weken proppen, of minder stof behan delen, extra groot.’ Ze ziet daarnaast een organi satorisch probleem. ‘Je weet nu niet precies wat er wordt geprobeerd, dus je weet niet wat wel en niet werkt.’

Ondanks de mogelijke risico’s van de pilots vertelt Van der Velden dat het ISO blij is dat er aandacht wordt besteedt aan de lengte van het collegejaar. ‘Zoiets voelt vrij onveranderlijk. We vinden het mooi om te zien dat er fundamenteel naar het systeem wordt gekeken.’

Noodopvang voor asielzoekers op terrein van Radboud Universiteit

De gemeente Nijmegen gaat 200 tot 250 asielzoekers opvangen op de voorma lige manege in Brakkenstein. Dit behoort tot het terrein van de Radboud Universiteit (RU). Naar verwachting wordt de opvang in de week van 24 oktober in gebruik genomen en zal minstens tot eind dit jaar worden gebruikt.

Op 11 oktober maakten de gemeente Nijme gen en de RU bekend dat er een noodopvang komt op het terrein van de RU. Het gaat om het voormalige manegegebouw in Brakkenstein aan de d’Almarasweg. De manege wordt omge bouwd tot tijdelijke opvang met verwarmde sa nitair en slaapruimtes. Daarnaast zal op het ter rein een paviljoen worden gebouwd met meer slaapruimtes, sanitair en een ontmoetingsplek. ‘We denken dat het ongeveer anderhalve week in beslag zal nemen om dit te regelen’, zegt San dra Bronkhorst, woordvoerder van burgemees ter Bruls. ‘De ingebruikname is naar verwach ting in de loop van de week van 24 oktober.’ Er zullen 200 tot 250 mensen worden opgevangen in de nieuwe noodopvang.

‘Het gebouw werd tot nu toe gebruikt voor de opslag van materialen en spullen van sportver enigingen’, vertelt Martijn Gerritsen, woord voerder van de RU. ‘Daar worden nu andere plekken voor gezocht op de campus. Misschien worden er containers bijgezet.’

De RU is niet betrokken bij het opzetten van de noodopvang. ‘Dat doet de gemeente alle maal’, aldus Gerritsen. De gemeente heeft de leiding over de opvang en zorgt voor 24-uurs toezicht. Ook organiseert gemeente Nijme gen een informatiebijeenkomst en rondleiding op 23 oktober voor omwonenden. De opvang wordt minstens tot eind dit jaar gebruikt. ‘Lan delijk is de afspraak gemaakt dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de opvang na 1 januari weer zelf gaat verzorgen. Het kan zijn dat toch enige verlenging nodig zal zijn’, zegt Bronkhorst.

Noodopvang

Oproep

De noodopvang wordt door de gemeente opge zet na oproep van de overheid aan veiligheids regio’s om extra crisisnoodopvangenplekken aan te bieden. In het aanmeldcentrum in Ter Apel is namelijk te weinig plek om alle asiel zoekers op te vangen. Naar aanleiding van die oproep heeft de gemeente Nijmegen de RU benaderd met de vraag of het voormalige ma negegebouw beschikbaar kan worden gesteld.

Naast de nieuwe noodopvang op het terrein van de RU, komt er ook een tijdelijk asielzoekers centrum in een voormalig belastingkantoor aan de Stieltjesstraat. Hier wordt de opvang gere geld door het COA en komt ruimte voor 120 mensen. Verder zal het asielzoekerscentrum aan de Dommer van Poldersveldtweg worden uitgebreid. ‘De bestaande locatie wordt ver groot van 325 naar 400 plaatsen’, aldus Bronk horst.

Laatst sprak ik een maatje van mij die dispuutslid is. Hij maakte in ons gesprek het merkwaardig on derscheid tussen ‘burgers’ en de groep waar hij zichzelf kennelijk onder schaart. Hij maakte deze scheidslijn zoals ik meerdere studenten heb horen doen: zonder te specificeren wie of wat de tegen hanger van de ‘burger’ is en waarom dit onder scheid nuttig of relevant zou zijn. Ik vertelde hem dat je strikt juridisch niet ontkomt aan burger-zijn als je inwoner van een natie bent. Ook Mark Rutte is gewoon burger.

Edoch, zo had hij de term ‘burger’ blijkbaar niet be doeld. Hij bedoelde met zijn onderscheid dat ‘de burger’ het antoniem van ‘de elite’ is. Hij betitelde zichzelf en al zijn dispuutsgenoten daarmee als eli tair. Dit is zeer opvallend aangezien ik me nauwe lijks een minder elitair groepje kan voorstellen dan studenten die lid zijn van studentenverenigingen. In het leven van studenten spelen namelijk feesten, al coholische versnaperingen nuttigen en de SOA-bin gokaart vol sparen een prominente rol. Niet per se het toonbeeld van beschaafdheid dus. Als elite dien je een voorbeeldfunctie te vervullen.Dit is denk ik hét kenmerkende onderscheid tussen de elite en de burger. Daar past elegantie en beschaving bij. Ie dereen kan volgens deze definitie tot de elite beho ren, ongeacht afkomst of scholing. Het draait name lijk om het geëtaleerde gedrag. Bij veel studenten ontbreekt echter jammer genoeg deze verfijning en fatsoen. De student is daarmee juist zeer burgerlijk, als je burgerlijkheid definieert als het niet vervullen van een voorbeeldfunctie.

Mijn maatje hanteerde het woord burgerlijkheid kennelijk compleet anders dan ik. Ik proefde bij hem een angst om saai of ‘gewoon’ gevonden te worden. De gemiddelde student is doodsbang voor burgerlijkheid en gemiddeldheid. Door deze vrees voor het ‘normale’ bladeren veel studenten door de imaginaire subculturen-catalogus om zich vervol gens aan te sluiten bij hun knotsgekke subcultuur of vereniging naar keuze. Voorheen punker en hippie, tegenwoordig woke, emo of vsco. Met als tijdloze mogelijkheid: de elitaire, verheven bal. Dat terwijl er weinig als gewoner getypeerd kan worden dan dergelijk gedrag onder studenten. Juist diegenen die zich van deze activiteiten onthouden kun je met recht ongewoon en bijzonder noemen. Zij breken zich hiermee namelijk los van het genormaliseerde en het gemiddelde en worden daarmee dus minder burgerlijk. Nu juist door niet bijzonder te willen zijn verwordt je tot een bijzonder persoon.

Er is weinig burgerlijker dan je krampachtig bij een bepaalde groep te willen aansluiten opdat je daar mee denkt elitair, prestigieus of bijzonder over te komen. Als student is het lid worden van één van de verenigingen het meest burgerlijke wat je zou kunnen doen.

3
tekst G.J. Wood Illustratie Vera Joosten
Wat er verscheen op ANS-online
tekst Sophia van Engelshoven
‘Het kan zijn dat verlenging nodig is’
‘Het lijkt alsof er weinig regels worden opgelegd’

zich gepasseerd op de skatebaan. Het Nijmeegse queer skatecollectief de Rollende Mina’s wil dit veranderen. Zij organiseerden onlangs een panelgesprek over consent culture en zijn momenteel bezig met het oprichten van hun eigen skatecafé. Hoe strijden de Rollende Mina’s binnen en buiten het skatepark voor inclusiviteit?

‘We vinden het een probleem dat er weinig queers op de skatebaan staan.’ Met die gedachte richtten Simone Bauhuis, Eva Steverink en Pien Pullens skateplatform de Rollende Mina’s op. ‘Veel queers en vrouwen die willen beginnen met skaten zijn bang om alleen naar het skatepark te gaan. Dat wordt voornamelijk gedomineerd door mannen, die soms intimiderend kunnen overkomen’, vertelt Steve rink. De Rollende Mina’s willen dit veranderen en hebben daarom een safe space binnen de Nij meegse skate community gecreëerd.

Vanuit hun kleedkamer lopen de Mina’s een geborgen theaterzaaltje in cultuurcentrum de Lin denberg binnen. Terwijl ze de podiumstoelen klaarzetten, neemt Steverink de planning door: ‘We hebben vandaag een panelgesprek georganiseerd met achteraf een skateles voor beginners.’ Het overkoepelende thema van het gesprek is consent culture. Dit sociologische concept berust op we derzijdse instemming en respect. Het streeft naar een sociale cultuur waarbinnen een strenge norm bestaat omtrent het aankaarten en tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Voorheen richtte de Rollende Minas zich alleen op het geven van skatelessen en het organiseren van meet-ups met vrou welijke en queer skaters, maar inmiddels zijn hier workshops, feesten en kunstprojecten bijgeko men. Op die manier strijden ze niet enkel binnen, maar ook buiten de skatebaan voor inclusiviteit.

De Rollende Mina’s in gesprek Wanneer de stoelen klaarstaan, worden de lichten gedimd en schieten de schijnwerpers aan. Het gesprek wordt ingeleid met het voordragen van een spoken word door Simone Bauhuis over de noodzaak van consent culture op de skatebaan: ‘Aan de kant gezet, in hun schulp geduwd, aan de rand van het park gezet.’ Bauhuis benoemt onder andere hoe een man, zichzelf betastte terwijl zij skatete. Ook deelt Bauhuis dat zij op haar kont werd geslagen en dat dit voor alle omstanders de normaalste zaak van de wereld was. ‘Mijn stuk heeft betrekking op de gehele maatschappij, ondanks dat het aan skaters is geadresseerd’, benadrukt zij krachtig. Vervolgens vertelt Bauhuis aan wie zij dit stuk opdraagt: ‘Dit is aan hen die niet zien dat een ruimte onzichtbaar is ommuurd.’ Bauhuis schetst hoe meiden zoals zij na dit soort incidenten trillend thuiskomen van een middagje skaten.

Na Bauhuis’ voordracht trekken de Rollende Mina’s het onderwerp breder en bespreken het belang van consent in het algemeen. Op het podium zitten Rollende Mina Celia, genderdeskundige Sam en Judith Holzmann, mede-oprichter van het intiatief Catcalls of Nimma dat straatintimidatie lokaliseert. Vrouwen die omlopen uit angst voor opmerkingen, telkens worden nagefloten of worden aange sproken met de vraag om een pijpbeurt: volgens het panel komen deze praktijken in Nijmegen dagelijks voor. Celia vertelt: ‘Omdat ik geen zin had om iedere keer mijn punt te maken, hield ik mijn mond.’ Het initiatief om straatintimidatie aan te kaarten moet voornamelijk vanuit de slachtoffers zelf komen, waardoor straatintimidatie genormaliseerd blijft.

Voor het aankaarten van grensoverschrijdend gedrag beroept het panel zich op de hele samen leving. ‘Collectieve actie van zowel mannen als vrouwen is noodzakelijk om ons doel te bereiken’, beweert Holzmann. Een groep is fysiek sterker, biedt een netwerk van steun en kan de noodzaak van het probleem snel verspreiden. Door middel van gezamenlijke actie worden de daders op hun plaats gezet en kunnen slachtoffers hun harten luchten. Zodoende wordt grensoverschrijdend ge drag gedenormaliseerd en komt consent centraal te staan.

Een stevig lesje empowerment

Even later rollen de beginnende skaters onhandig voort over de Waalkade. ‘Doordat er weinig queers en vrouwen op de skatebaan staan, vinden beginnende skaters het lastig door te zetten’, al dus Bauhuis. ‘Tegelijkertijd hebben ervaren skaters vaak niet door hoeveel ruimte zij innemen, want het is hun scene en deze kennen zij goed.’ De Rollende Mina’s spreken de ervaren skaters aan op dit gedrag en proberen zo een veilige plek te creëren voor queers en vrouwen op de skatebaan. ‘Ze reageren daar heel chill op’, zegt Steverink. ‘Vaak komt hun gedrag voort uit puur enthousiasme.’ Dit juichen de Rollende Mina’s toe, maar het moet niet ten koste gaan van een ander.

Al pogend het suizen van de wieltjes te overstemmen, vertelt Steverink meer over hun skatelessen. ‘Sinds de oprichting geven we les aan kinderen en gebruiken daarbij het skaten om weerbaar heid te creëren.’ Hiermee vormen de skatelessen van de Rollende Mina’s een voorlichting over empowerment, waardoor een bewustzijn van consent culture al vanaf jongs af aan wordt ontwikkeld. ‘We vertellen onze leerlingen over het belang van lichaamshouding, identiteit en het aangeven van grenzen’, legt Steverink uit. ‘Skaten maakt kinderen met vallen en opstaan zelfverzekerder in wie ze zijn.’

Naast kinderen onderwijzen de Rollende Mina’s ook volwassenen en middelbare scholieren, zodat alle leeftijdsgroepen de kans krijgen zich met de skatecultuur te verbinden. Door het volgen van lessen wordt de drempel voor beginnende skaters verlaagd, omdat zij hierdoor skatevrienden kun nen maken van gelijk niveau. ‘Onze lessen verbinden de leerlingen met een groep, waarmee zij zelfverzekerd kunnen skaten’, vertelt Steverink. Een belangrijk deel van de lessen bestaat uit het aanleren van omgangsvormen. Zo wordt er geleerd na het landen van een trick te applaudisseren. Steverink legt uit: ‘Mensen voelen zich op die manier veilig, fijn en verbonden met de groep tijdens het skaten.’

4 W O R D E N E R G I E C O A C H ! W A T I S E E N E N E R G I E C O A C H ? H O E W O R D I K E N E R G I E C O A C H ? W A A R O M J I J E N E R G I E C O A C H W I L W O R D E N Aanmelden doe je door een e mail te sturen naar: aardgasvrij@nijmegen.nl Als energiecoach help je andere studenten met energie besparen in huis Dat doe je onder meer door tips te delen en energiebesparende gadgets aan te raden tijdens een huisbezoek. Je leert over efficiënt energiegebruik tijdens een korte training georganiseerd door de gemeente Je helpt anderen hun energieconsumptie en impact op het klimaat te verkleinen Je doet een mooie nieuwe ervaring op voor je CV en krijgt een vrijwilligersvergoeding Advertentie Meeloopreportage EEN SAFE SPACE VOOR NIJMEEGSE SKATERS Veel queer skaters voelen
tekst Pablo Vinkenoog en Eline Zoutendijk foto’s Philip Schröder

De strijd is nog niet voorbij Terwijl er op de achtergrond wordt geapplaudisseerd voor het landen van een trick, werpen de Rol lende Mina’s een blik op de toekomst. Ze willen op nieuwe manieren bewustzijn creëren, ook buiten de skatebaan. Zo willen ze een zine uitbrengen: een magazine in eigen beheer. Dit betekent dat ze zelf bepalen hoe alles wordt vormgegeven. Daar blijft het niet bij: er staan nog meer dingen op de agenda, zoals een fotoserie bestaande uit portretten en een expositie genaamd ‘A woman’s place on the board’. Deze hebben het doel om queer skaters zichtbaar te maken en een stem te geven. De Rollende Mina’s denken dat al deze dingen goed passen bij hun platform. ‘Skateboarden is heel creatief, dus dat trekt ook mensen die geïnteresseerd zijn in visuele cultuur.’

De Rollende Mina’s zijn verder bezig met de komst van een café waarmee hun safespace een fysieke plek krijgt. Dit wordt het eerste skatecafé van Nijmegen, iets waar de Rollende Mina’s erg trots op zijn: ‘Er wordt een mini-schans geplaatst, buiten komt een terras en we willen veel evenementen gaan organiseren’. Dit alles doen ze in samenwerking met café en culturele broedplaats Hubert. Ze willen de deuren openhouden voor iedereen: ‘Kom je skaten dan is dat nice, kom je een biertje drinken dan is dat ook goed en kom je voor de muziek dan is dat helemaal prima.’ Het café zorgt voor een samensmelting van de strijd voor inclusiviteit binnen en buiten de skatebaan. Het belang van het skatecafé ligt volgens de Rollende Mina’s ook in het feit dat er meer plekken nodig zijn waar kan worden geskate. Ze leggen uit: ‘Naast Waalhalla is er op dit moment niet echt een andere plek waar je kan skaten. Tenzij je het skatepark in Goffert meetelt, maar dat is een soort kaasrasp als je daar op valt, echt verschrikkelijk.’

Niet alles verloopt op rolletjes

Terwijl de laatste spullen worden opgeruimd bespreken de Rollende Mina’s hun ambities en vele ideeën, die ook voor uitdagingen zorgen. Het platform breidt zich in rap tempo uit: afgelopen jaar

hebben ze meer dan 480 mensen weten te bereiken en dit aantal blijft nog steeds groeien. Deson danks doen Steverink en Bauhuis bijna alles nog zelf waardoor ze vaak handen tekortkomen. ‘Ik heb net iemand proberen te strikken die erg enthousiast was en toen vroeg ze of we ook open dagen hadden’, vertelt Bauhuis. Hierop reageert Steverink met volle overtuiging: ‘We moeten een open vrijwilligersavond organiseren.’ Als Bauhuis zich afvraagt wanneer ze dat dan zouden moeten doen, daalt de realiteit snel in: ‘Zo gaat het vaak, we hebben heel veel toffe ideeën, maar er is niet altijd tijd voor.’

De Rollende Mina’s zijn erg blij met hun groeiende platform, maar dit betekent ook dat de focus soms komt te verliggen. Van het opzetten van een skatecafé tot het uitbrengen van een eigen zine: met de vele ideeën en projecten is het lastig het overzicht te behouden en niet uit het oog te verlie zen wat centraal staat, namelijk het skaten. De Rollende Mina’s leggen uit: ‘Het skaten verdwijnt soms helaas naar de achtergrond, maar wat we daarvoor in de plaats doen is ook belangrijk.’ Wat ooit begon als een safe space voor mensen die samen wilden skaten, is ondertussen uitgegroeid tot een creatief platform waar zowel aandacht bestaat voor skaten als voor het aankaarten van maat schappelijke thema’s zoals straatintimidatie. Door veel samen te werken met andere organisaties hopen de Rollende Mina’s sterk te staan in hun strijd voor inclusiviteit. Waarom hun bestaan nog steeds zoveel belang draagt, wordt diezelfde dag op de Waalkade bevestigd. Een man die zijn ker miswagen staat schoon te boenen, vindt het nodig een opmerking naar de groep te maken: ‘Ik wist niet dat er zulke leuke skater- meisjes bestonden.’ Met rollende ogen lopen de Mina’s verder: ‘We zijn nog altijd hard nodig.’ ANS

5
‘Het skaten verdwijnt soms helaas naar de achtergrond, maar wat we daarvoor in de plaats doen is ook belangrijk.’

DE TREND VAN DE LEKKERE VENT

In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van de kijk op een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: Westerse mannelijke schoonheidsidealen

Als paddenstoelen schieten ze uit de grond: filmpjes van gespierde mannen die je, al dan niet financieel gemotiveerd, de sportschool in proberen te lokken. Je feed staat er vol mee, maar tegenover elke fitfluencer op TikTok staat ook een foto op Instagram van een man in bloemetjesblouse, pronkend met zijn gelakte nagels. Ze volgen alle twee een hedendaags mannelijk schoonheidsideaal, al verschillen ze in uiterlijk als dag en nacht. Hoe zag dit ideaal er in het verleden uit en hoe zal het zich in de toekomst gaan ontwikkelen?

Verleden: Van saai naar fraai

‘Mannen hoefden eigenlijk weinig te doen aan hun uiterlijk in de vroege 20ste eeuw’, vertelt Anneke Smelik, hoogleraar Visual Culture aan de Radboud Universiteit (RU). Volgens haar heeft dit te maken met de toen heersende machtsverhoudingen: ‘Mannen stonden heel duidelijk bovenaan in de hiërarchie van man-vrouwverhoudingen en konden het zich daarom veroorlo ven om niet aan hun uiterlijk te denken.’ Een schoonheidsideaal voor het mannelijk lichaam bestond simpelweg niet. ‘De aan trekkingskracht van mannen was geld,’ vertelt Smelik. Dit leidde ertoe dat mannen in de vroege 20ste eeuw gekleed gingen in een simpel, verhullend pak.

In de daaropvolgende decennia werd het mannelijk lichaam langzaam maar zeker onthuld en ontstond er een lichamelijk schoonheidsideaal. Bodybuilding, dat opkwam als beweging in de marge van de jaren dertig, kreeg in de jaren vijftig en zestig meer aandacht in de mainstream cultuur. ‘Vanaf deze tijd zie je dat fitness en bodybuilding populair worden en dat bodybuil ders publieke figuren worden. Een goed voorbeeld hiervan is Arnold Schwarzenegger’, vertelt Looi van Kessel, docent Cultu ral Studies aan de Universiteit van Leiden. Doordat deze body builders zo bekend werden, werd dit lichaamsideaal gepopula riseerd. Als gevolg hiervan was de alledaagse man steeds meer in de sportschool te vinden.

Waar in de mainstream samenleving de ideale gespierde man opkwam, ontstond er in subculturen juist een adoratie voor vrou welijke mannen. Beroemdheden begonnen in de jaren zeventig en tachtig namelijk steeds meer te spelen met vrouwelijkheid volgens Van Kessel. Artiesten zoals David Bowie, Boy George en Freddie Mercury begonnen te experimenteren met make-up en vrouwenkleding. Mannelijke fans van deze artiesten namen dit als inspiratie en begonnen hierdoor zelf met vrouwelijkheid te experimenteren. ‘Het zijn beroemde mannen die beginnen met het dragen van nagellak. Hierdoor is de drempel om dit ook te doen voor andere mannen lager’, vertelt Liedeke Plate, hoogle raar Culture & Inclusion aan de RU.

‘De feminisering van deze artiesten zorgde voor enige backlash vanuit de samenleving, maar ze werden wel ongekend popu lair’, zegt Van Kessel. De door Bowie en Mercury opgeworpen speling met vrouwelijkheid leidde tot de opkomst van de ‘me troman’ in de mainstream van de jaren negentig, volgens Van Kessel. Dit was een man die er goed uit wilde zien door mee te gaan in modetrends en daarnaast heteroseksueel was. Door het onderstrepen van zijn heteroseksualiteit zette de metroman zich af tegen het homoseksuele beeld van Bowie en Mercury. Dit schoonheidsideaal werd ook gerepresenteerd in de media: denk aan voetballer David Beckham en zanger Brandon Flowers.

Heden: Zowel gespierd als versierd

Het uiterlijk van de man is in het heden veel belangrij ker geworden. Dit is deels uit het metroman-fenomeen gegroeid en komt daarnaast voort uit verschuivende machtsverhoudingen tussen man en vrouw. Smelik: ‘Door dat vrouwen economisch onafhankelijker zijn geworden, kunnen zij hun partners selecteren op uiterlijk in plaats van financiële stabiliteit.’ Als gevolg hiervan moeten man nen zich steeds meer gaan onderscheiden van de rest. ‘Dit vertaalt zich voor de hedendaagse man bijvoorbeeld in modebewustzijn en het gebruik van nagellak of huidver zorgingsproducten’, stelt zij.

Deze behoefte aan differentiatie in uiterlijk laat zien dat allerlei soorten mannen een mooie man kunnen zijn. ‘Het interessante aan deze tijd is dat er door het internet en sociale media een toenemende pluriformiteit aan schoon heidsidealen ontstaat’, aldus Van Kessel. Hij verklaart dat dit voortkomt uit algoritmes die een bubbel creëren voor de gebruiker, waarbij diegene steeds meer dingen te zien krijgt die hij zelf leuk vindt. ‘Zo krijgt iedereen verschil lende ideeën voorgeschoteld over hoe mannelijkheid en vrouwelijkheid ingevuld zouden moeten worden’, stelt Van Kessel.

Dit betekent echter niet dat alle schoonheidsidealen even zwaar wegen. ‘Ondanks dat het idee van een schoon heidsideaal pluriformer is dan dat we ons vaak inbeelden, worden al die schoonheidsidealen ook gespiegeld en vergeleken met de dominante norm’, aldus Van Kessel. Dit ideaal blijft volgens hem dat van de gespierde witte man: ‘Ik denk dat dat een heel duidelijk dominant schoonheidsi deaal is in onze maatschappij. Het is precies dat ideaal dat via de media ons voorgeschoteld wordt. Dus in films en reclames, maar ook op sociale media.’

Via sociale media is het dominante ideaal van de witte gespierde man steeds dwingender geworden. ‘Dat komt deels doordat we op het internet van alle kanten worden geconfronteerd met lichamen waarvan ons wordt verteld:

‘jij moet er zo uitzien om begeerlijk te zijn’, stelt Van Kessel. Smelik legt uit: ‘Als je jong bent, is het moeilijk om je aan deze sociale druk te onttrekken. Ik denk dat het schoon heidsideaal veel dwingender is dan vroeger. Dat veroor zaakt veel onzekerheid. Hierdoor streven jonge mannen vaker naar het hebben van een begeerlijk lichaam, iets wat in recente jaren heeft geleid tot een ware opleving in fitnesscultuur,’ aldus Van Kessel. Dit heeft ook gevaarlijke kanten: ‘Er is de afgelopen jaren een enorme groei ont staan in jongens met een eetstoornis.’

Toekomst: Nagellak of herenpak?

‘Er duiken steeds meer bewegingen op die tegen het domi nante schoonheidsideaal ingaan, omdat er toenemend bewust zijn is over de druk die sociale media uitoefent’, legt Smelik uit. Dit is een trend die ze verder ziet ontwikkelen. Als voorbeeld hiervan noemt ze de relatief recent opgekomen body positivi ty-beweging, die ervoor zorgt dat bijvoorbeeld mannen met overgewicht steeds vaker als aantrekkelijk worden benoemd. Ook Van Kessel stelt dat er steeds meer tegengeluid komt te gen het dominante schoonheidsideaal: ‘Andere schoonheidsi dealen binnen de samenleving worden geforceerd om zich te conformeren aan of zich juist af te zetten tegen die dominante norm.’

Het probleem met het dominante schoonheidsideaal is dat het op natuurlijke wijze bijna niet haalbaar is. ‘Ik vrees dat de po pulariteit van plastische chirurgie zal toenemen in de toekomst’, zegt Van Kessel. ‘Alle media die wij consumeren zit behoorlijk vol mensen die er fantastisch mooi uitzien, mede omdat ze supplementen gebruiken en waarschijnlijk ook chirurgische ingrepen ondergaan om aan dit schoonheidsideaal te voldoen.’ De toename van tegenbewegingen zorgt dus nog niet voor een afzwakking van het dominante schoonheidsideaal. Plate verwacht dat de feminisering van de man ook door zal zetten, mede dankzij de invloed van niet-westerse schoon heidsidealen. Deze worden hier steeds meer overgenomen door globalisering en technologisering. Plate legt uit: ‘Een van de dingen die heeft bijgedragen aan deze vrouwelijke vorm van mannelijkheid is bijvoorbeeld het fenomeen K-Pop in Azië, waar het gebruik van make-up door mannen al langere tijd is genormaliseerd.’ Ook dit leidt volgens haar tot meer plurifor miteit. ‘Die verschillende normen zorgen ervoor dat je meer diversiteit ziet in de schoonheidsidealen.’

Een minder voordehandliggende oorzaak van veranderende schoonheidsidealen zijn tijden van crisis. Denk aan de huidige economische crisis en oorlog in Europa, die invloed uitoefe nen op het heersende schoonheidsideaal. Volgens Van Kessel kan dit betekenen dat de samenleving teruggaat naar de con servatieve, traditionele normen van het verleden, die veilig en vertrouwd aanvoelen. Zo werd er tijdens de crisis van de jaren dertig ook weer teruggegrepen naar de idealen van voorheen. Hieruit bloeide destijds de bodybuilding subcultuur, waarbij je de oude normen van fysieke arbeid terug zag. Ook nu ziet Van Kessel dit gebeuren. ‘Wat je nu ziet is een beweging die streeft naar het bevestigen van traditionele sociale normen, omdat deze nog als zeker en bekend gezien worden.’ Wie weet lopen mannen als gevolg hiervan over een paar jaar op nieuw in een verhullend pak, zonder nagellak. ANS

6
Tijdgeest tekst Maan Heijthuijsen en Guul Stienen illustratie Roos in ‘t Veld

OVER DE KOOK

Dit is de rubriek voor echte fijnproevers. ANS bedenkt iedere editie een bepaald thema en een budget voor een gerecht. Het is aan de student om de uitdaging aan te gaan en een hoogstaand staaltje kookkunst te laten zien. Staat de student nog aan het begin van zijn bachelor of is hij al een masterchef? Deze keer: Koken met insecten.

Lucca

(21, Psychologie) en haar twee assisterende huisgenoten lopen zo als gewoonlijk naar de dichtstbijzijn de supermarkt, al zit er dit keer een klein bruin addertje onder het gras. Ze hebben namelijk een pak meelwormen meegekregen. Lucca reageert nonchalant en proeft er zelfs eentje. ‘Crunchy’, zegt ze over de smaakloze wormpjes. ‘Ik neig ernaar om hier iets zoets van te maken’, werpt de uitgedaagde kok op om de discussie over het eten te ope nen. ‘Je kan de wormen als een soort nootjes gebruiken’, reageert een van de assistenten. Onderweg smeden de huisgenoten het plan om een apple crumble te bakken. Eenmaal in de supermarkt begeleiden ze Luc ca naar het bakschap, maar daar begint de kok toch te twijfelen of een zoet baksel wel kan dienen als avondmaal. ‘Ik weet niet wat ik moet maken’, aarzelt ze. Haar huisgenoot sugge reert bananenbrood, dus pakt Lucca een pak bananenbroodmix uit het schap. ‘Voeg boter, bananen en noten toe’, leest ze op. Lucca staart vragend naar het pak: ‘Speel ik eigenlijk vals als ik deze gebruik?’ Haar huisgenoot reageert nuchter: ‘Baseer het anders gewoon op het re cept achterop.’ Lucca maakt twijfelend nog een rondje door de supermarkt, maar uiteindelijk keert ze terug bij het bakschap. Ze ziet de combinatie van bananenbrood met meelwor

men niet zo zitten en kiest voor iets dat zij vaker heeft gemaakt. ‘Het wordt toch een apple crum ble’, mompelt ze. Met de laatste centen van het budget kan een tasje worden gekocht om de spullen mee terug te nemen.

Ter ere van de gelegenheid is de keuken he lemaal schoongemaakt. Terwijl Lucca rustig de appeltjes schilt, vraagt ze om een ovenschaal.

Ze verduidelijkt dat bakken voor haar een ontspannende bezigheid is: ‘Ik wil niet te veel praten tijdens het koken.’ De kleingesneden stukjes appel doet ze samen met de diepvries frambozen en de kaneel in de ovenschaal. Eén ding is ze vergeten: ‘Ik luister normaal gespro ken jazz tijdens het bakken.’ Ze sommeert snel een huisgenoot om een boxje te pakken. Niet veel later klinken zachte pianotonen op de ach tergrond. Als de ovenschaal dieproze van het fruit is gekleurd, begint Lucca aan de kruime lige stukjes. Boter, suiker en bloem kneedt ze tot ongelijke deegstukjes. ‘Vooralsnog ziet alles er lekker uit’, roept een huisgenoot met gevoel voor timing. Het is namelijk tijd om de meelwor men aan de crumble toe te voegen. Een van de huisgenoten is bezorgd over de insecten: ‘Ga je ze nog kleiner maken?’ Lucca is niet onder de indruk van de wormpjes en schudt het zakje nonchalant uit over haar baksel. Ter garnering strooit ze nog wat meelwormen over de apple crumble. Het kan de oven in.

Budget : 10 euro voor vier personen

Boodschappen : appels, diepvriesframbozen, tarwebloem,

roomboter, basterdsuiker en kaneel Overige toegestane ingrediënten: water, olie, knoflook, ui, peper en zout

De apple crumble met wormen is een simpel maar zalig baksel. De meelwormen worden gecamoufleerd door de warme smaak van de kaneel en het zoete fruit. Wel voegen ze wat meer knapperigheid toe. ‘Het bevat extra proteïne’, merkt een huisgenoot grappend op. Het aanzicht van het baksel is daarentegen moeilijker te verdragen. Zodra je met je vork in het baksel prikt, lijken de meelwormen tot leven te komen. Hierdoor neig je toch soms het volgende hapje te laten schieten. De wormen in de crumble zijn een mentaal obstakel, maar met je ogen gesloten is deze apple crumble heerlijk. ANS

Resultaat: apple crumble met wormen

VOOR POLITIEKE PRAATJES

Nugah

Shrestha komt op een druilerige dinsdag middag natgeregend binnen in een bruin café vlakbij de Universiteit van Amsterdam (UvA). Alhoewel er bij een beheerder van een politiek account met een uitgesproken mening allicht een luide persoonlijkheid wordt verwacht, lijkt Shrest ha niet aan dit stereotype te voldoen. Hij kiest zijn woorden nauwkeu rig en praat, zeker in vergelijking met de luide muziek in het café, zacht. Hij bestelt een verse muntthee en begint rustig te vertellen over zijn docentschap en Instagramaccount.

‘Ik begon mijn Instagramaccount om dingen te delen waar ik in de maatschappij tegenaan liep’, vertelt Shrestha. Inmiddels heeft het account 140 duizend volgers en plaatst hij vooral screenshots van tweets van vaak jonge, politiek geëngageerde twitteraars. Shrestha voorziet de posts vaak van zijn mening in de caption. Recent uitte hij bijvoorbeeld zijn afkeuring jegens de situatie in Ter Apel, bekritiseer de hij uitspraken van minister Yesilgöz over woke als gevaar voor de

rechtsstaat en steunde hij de stakers van het NS personeel. Naast be heerder van zijn Instagramaccount is hij docent binnen de bachelor Sociale geografie en Planologie aan de UvA, waar hij uiteraard gere geld met jongeren in contact komt. Zowel met zijn Instagramaccount als in zijn docentschap ziet hij kansen om jongeren meer politiek te engageren. Hoe ziet hij dit voor zich?

Politiek in de comments ‘Het doel van @politieke_jongeren is om jongeren te laten nadenken’, vertelt Shrestha. ‘Via sociale media kan ik de politiek toegankelijker maken voor mensen die hier in het dagelijks leven niet veel mee be zig zijn.’ Hij probeert via zijn posts en bijstaande meningen de discus sie aan te zwengelen. Dit ziet hij al duidelijk gebeuren in de reacties onder zijn posts: sommige posts hebben wel meer dan driehonderd reacties. ‘Er zijn veel discussies en gepolariseerde meningen in de comments’, vertelt de beheerder. In dat opzicht vindt hij het Instagra maccount al succesvol: ‘Het is goed om te zien dat zoveel jongeren

geïnteresseerd zijn in de thema’s die ik aankaart en hierover het ge sprek willen aangaan.’

De beheerder wil niet alleen de discussie over onderwerpen aan wakkeren, hij probeert mensen ook bewuster te maken van me ningen die volgens hem onderbelicht zijn in de media. ‘Ik probeer dingen van mijn eigen kant te laten zien en de algemene beeldvor ming zo te veranderen’, vertelt hij. Dit is volgens hem broodnodig. ‘Politieke partijen proberen geregeld andere partijen of ideeën af te schilderen als het kwaad’, vertelt Shrestha. Aan het begin van de oor log tussen Rusland en Oekraïne werden vluchtelingen uit Oekraïne door de VVD bijvoorbeeld geframed als ‘echte vluchtelingen’. ‘Veel grote kranten en media nemen dit soort meningen dan over’, stelt Shrestha. ‘Daardoor gaat een groot deel van de mensen geloven in het beeld dat door deze partijen wordt geschetst.’ Shrestha hoopt dat zijn account een alternatief voor deze beeldvorming kan bieden. Bij het eerdere voorbeeld over vluchtelingen plaatste @politieke_jonge ren bijvoorbeeld kritiek op dit frame.

7
tekst en foto’s Simon Swelsen
IS DE SMAAK RAAK? PLAATJES
Sociaal geograaf Nugah Shrestha geeft les op de UvA, maar is beter bekend als het brein achter het Instagram-account @politieke_jongeren. Hij merkt op dat jongeren in deze hectische tijd nauwelijks politiek geëngageerd zijn en probeert dat te veranderen. Welke mogelijkheden ziet hij in zijn omgeving om jongeren met de politiek te engageren?

Van bespreken naar bewegen

probeert via de berichten op zijn

ervoor te zorgen dat jongeren hun meningen vaker omzetten

Hij heeft het gevoel dat zijn posts mensen kunnen activeren om de straat op te gaan. ‘Via het account kan ik mensen bereiken die dan mis schien de stap zetten om naar een protest te komen’, aldus de online opiniemaker. ‘In de afgelopen jaren heb ik een bijdrage geleverd aan een aantal demonstraties, bijvoorbeeld in de vorm van promotie’, ver volgt hij. ‘Het contact met het woonprotest en het compensatieprotest was erg goed en dan zie je dat veel mensen de straat op gaan’, aldus Shreshtha. Daarnaast merkt hij dat zijn posts online invloed hebben op het politieke engagement van jongeren. ‘Ik hoor vaak dat mensen die normaal niet politiek bezig zijn door @politieke_jongeren toch politieke berichten delen’, vertelt Shrestha. Hij plaatst hier echter wel een kritische kanttekening bij. Hij vraagt zich namelijk hardop af hoe veel deze personen echt met politiek bezig zijn: ‘Misschien is online politiek delen wel activisme vanuit je luie stoel.’ In dat geval zouden deze posts een façade van politiek engagement laten zien.

Dat een van Shrestha’s doelen is om mensen politiek te activeren, be tekent niet dat hij jongeren voor elke politieke kwestie tot actie aan wil zetten. Hij kiest zijn posts namelijk vaak op basis van dingen die hem persoonlijk aanspreken. Zijn eigen visie probeert hij dan door middel van het onderschrift te verduidelijken. Bij de keuze over wat hij plaatst, hebben de meningen van zijn volgers dus geen invloed. Zijn eigen voorkeuren zijn leidend. ‘Ik post niet om mensen tevreden te houden. Wie het account volgt, moet het zelf weten’, aldus Shrestha. Alhoewel hij dus niet post om anderen naar de mond te praten, had hij soms moeite met de comments die mensen achterlieten toen hij het ac count pas net beheerde. ‘Aan het begin was ik steeds met de reacties bezig en raakten die mij soms ook,’ vertelt hij. ‘Nu heb ik geleerd dat de reacties voor zich spreken en laat ik me vaak afzijdig.’

De kamer in het klein

Alhoewel Shrestha bij zijn baan als docent niet de mogelijkheid heeft om rechtstreeks voor verandering te zorgen, ziet hij binnen het hoger onderwijs ook manieren om jongeren meer met de politiek te laten engageren. ‘Op dit moment moet je bij de meeste vakken heel neu traal zijn en de stof reproduceren’, vertelt Shrestha. Deze manier van doceren op de universiteit is volgens hem achterhaald. ‘Ik denk dat het klaslokaal meer als een politieke arena zou kunnen dienen, als een plek waar je met elkaar van gedachten kan wisselen en waar je taboes kan doorbreken.’ Dit zou volgens hem kunnen door bepaalde onderwerpen die nu gedepolitiseerd zijn opnieuw te politiseren. ‘Bij een vak bespreek ik bijvoorbeeld dat armoede vaak niet meer wordt gezien als een gevolg van politieke keuzes’, vertelt Shrestha. ‘Als je studenten daar een artikel over laat lezen en hen dan daarover in dis cussies laat gaan, kun je dat opnieuw politiseren.’

Ook via het ontwerp van het onderwijs kan meer ruimte worden ge creëerd voor politiek, vindt Shrestha. Hij ziet hier mogelijkheden om meer ruimte voor politiek te maken en studenten meer inspraak te bieden in hun curriculum. ‘Bij de meeste vakken krijgt de docent een werkgroepplan en moet hij dat volgen’, vertelt Shrestha. ‘Ik heb ooit een vak gegeven waar dit heel anders was. Daar hadden studenten meer invloed op de lesstof en was er gelijkheid tussen student en docent in plaats van een hiërarchie’, vertelt Shrestha. Door de de min der vastliggende stof en de afwezigheid van een uitgebreid werk groepplan zag hij meer ruimte om politiek bij lessen te betrekken.

‘Je kan op die manier heel politiek zijn in hoe je lesgeeft en wat voor discussies je gaat voeren’, aldus Shrestha. Hij merkt tevens op: ‘Ik had toen ik dat vak gaf totaal niet het idee dat studenten kwamen omdat het moest, terwijl ik dat bij andere vakken wel vaak merk.’

Toekomstplannen

Wat de toekomst van @politieke_jongeren betreft, denkt Shrestha aan verscheidene opties om jongeren verder te engageren en hun stem te vertegenwoordigen. ‘De toekomst van het account ligt helemaal open. Misschien kan het zich gaan scharen achter een partij en zo invloed hebben op de electorale politiek, of misschien kan het meer

een mediaplatform worden’, vertelt Shrestha. Voordat hij een beslis sing maakt, wilt hij daar echter goed over nadenken. Zijn account kan namelijk wezenlijk effect hebben op de politiek en politici zien dit ook in. ‘Ik word vaak benaderd door politici of ik hen twee dagen voor de verkiezingen nog wil interviewen. Dat doe ik niet zomaar, ik wil eerst goed overwegen welke partij bij me past’, vertelt Shrestha. Een eigen politieke partij zit er echter niet in: ‘Ik denk dat er al te veel partijen zijn.’

Hoe Shrestha in de toekomst jongeren verder met de politiek in con tact zal brengen is dus onduidelijk. Waar de toekomst van zijn account nog onzeker is, is de toekomst van Shrestha’s carrière wel duidelijk. Omdat zijn contract niet wordt verlengd, gaat hij het docentschap ach ter zich laten en aan de slag in de gebiedsontwikkeling, waar hij zich bezig gaat houden met het aanpassen van ruimtelijke plannen voor allerlei gebieden. Bij zijn nieuwe baan zal hij voortdurend in gesprek gaan met bijvoorbeeld gemeentes en wethouders. In elk geval zal hij zowel met het Instagramaccount als met zijn nieuwe baan dicht bij het politieke vuur blijven. Hij sluit het interview af met een oneli ner die voor zijn toekomst, de politiek, en jongeren in het algemeen geldt: ‘Laat je niet beperken in je inzichten, wat je doet of hoe je kan denken.’ ANS

Hoofdredactie

Lay-out

Druk

8 37e jaargang
Sophia
van Engelshoven en Philip Schröder
Redactie Vera
Joosten, Marieke van Ruiten, Tom Steenblok, Michelle Tang en Claire Vaessen
Medewerkers
Cato Bruinewoud, Maan Heijthuisen, Marit van den Hoek, Guul Stienen, Simon Swelsen,
Pablo Vinkenoog
en
Eline Zoutendijk Illustraties Ande Cremers,
Vera Joosten en Roos
in ‘t Veld Foto’s Dario König,
Philip Schröder en
Simon
Swelsen
Columnist Gerald James Wood Eindredactie
Richard van den Berg, Jochem Bodewes, Cato Bruinewoud, Jarda Bruurmijn, Delphine Broasca, Britt Duijzer, Maan Heijthuijsen, Stijn Lintsen, Julia Meilink, Marjolein Smetsers, Guul Stienen, Simon Swelsen, Pablo Vinkenoog en Eline Zoutendijk
Philip Schröder Logodesign voorpagina Noah Kleijne Dagelijks bestuur Sem Wilbers (secretaris), Yunus Sahin (penningmeester)
en Khalid Abouzia
(voorzit ter)
Flevodruk Harlingen BV Uitgave, abonnementen en advertentie-acquisitie Stichting MultiMedia: stichtingmultimedia@gmail.com Redactieadres Heyendaalseweg 141, 6525 AJ Nijmegen Mail: redactie@ans-online.nl Tel. 06-45 176 456
Shrestha
Instagramaccount
in daden.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.