Ans tippelt

Page 1

Sinan Can ziet het kwaad, maar gelooft in het goede

STELUCKY Nederland wijnland:

de idyllische heuvels van Groesbeek

Tjeerd Royaards over bevoorrecht Nederland

ANS TIPPELT Algemeen Algemeen Nijmeegs Nijmeegs Studentenblad Studentenblad // jaargang jaargang 32, 31, nummer nummer 2 5


Vooraf Tekst: Redactie P. 2

commentaar Docenten die zeuren over tentamens en Career Service die benadrukt dat je vanaf het begin van je studie bezig moet zijn met de toekomst: als student heb je het niet makkelijk. Na een hoop slapeloze nachten en kilometers ijsberen besluit je de knoop door te hakken: geen studie meer voor jou. Werken is vast en zeker een stuk minder stressvol dan deze ellende. Werken op een wijngaard klinkt als het ideale baantje. Ontspannen wandelen over een prachtige heuvel vol druivenstruiken, af en toe een trosje plukken en rondjes rijden op een tractor. Helaas blijkt niet het hele proces zo idyllisch: de wijnkelder staat vol met grote machines die piepen en kraken en voor je het weet zie je nooit meer daglicht. Dan waren die lokalen op de universiteit misschien toch beter. Een vriend raadt je aan van je hobby je werk te maken. Driftig blader je al je oude kladblokken door. Tekenen was altijd je passie en bovendien hing je moeder vroeger al je tekeningen op de koelkast. Snel stuur je een inzending naar The Cartoon Movement, maar helaas: je krabbels zijn zo vaag dat zelfs IS hier geen belediging in zou herkennen. Liever lui dan moe solliciteer je maar bij De Kindertelefoon. De hele dag op een stoel zitten en bellen, hoe intensief kan dat zijn? Toch eindig je de dag mentaal uitgeput door alle aangrijpende verhalen. Een wandeling door de natuur brengt je weer bij zinnen. Langzaam keert je innerlijke rust terug. In de wei blaten schapen en ze spreken wijze woorden: het is tijd om de draad weer op te pakken. Thuis zet je op een rijtje waar je nu eigenlijk echt goed in bent en je komt tot een duidelijke conclusie. Jongens versieren in De Fuik gaat je altijd goed af. Tijd voor de laatste optie, dus: op naar de tippelzone. Helaas verstrekt de gemeente sinds 2011 geen pasjes meer. Had je nu toch maar tijdig naar Career Service geluisterd… De hoofdredactie

ans

Online Een tijd van komen en gaan Het leven op de Radboud Universiteit (RU) is de afgelopen maand weer op gang gekomen. De Heyendaalshuttle puilt weer uit en RUQuest werkt nog steeds voor geen meter. Toch blijft niet alles bij het oude. Dit jaar zijn er meer studenten dan ooit op de RU, Blackboard gaat weg in 2018 en de basisbeurs komt misschien juist weer terug. Een andere kwestie die de gemoederen de afgelopen tijd bezighield, is de huisvesting van internationale studenten. Waar het in andere steden een groot probleem is, zijn buitenlandse studenten die in Nijmegen komen studeren over het algemeen wel verzekerd van onderdak. Wetenschappelijk verantwoord Voor het derde jaar op rij wordt begin november InScience georganiseerd, het filmfestival waarbij de wetenschap centraal staat. Tussen 8 en 12 november zijn in het kader van het thema ‘No Facts, No Future’ meer dan 45 wetenschapsfilms te zien bij LUX. Uiteenlopend aanbod, met speelfilms als Hidden Figures en The Young Karl Marx, maar ook documentaires, bijvoorbeeld Food Evolution. Nieuw dit jaar zijn een Virtual Reality programma en wetenschappelijke experimenten waarbij bezoekers zelf aan de slag kunnen met de wetenschap. ANS kijkt mee en brengt verslag uit in woord en beeld. Literair plezier November is de maand van de meerdaagse festivals: na de wetenschappers is de beurt aan de boekenwurmen met het Wintertuinfestival, van 22 tot en met 26 november. De hele week vinden op diverse plekken in het centrum van Nijmegen evenementen plaats rond het thema ‘de vrije lezer’, met optredens en lezingen van schrijvers, dichters, muzikanten en andere kunstenaars. Grote namen als Fresku en Adriaan van Dis zijn van de partij, maar er is ook ruimte voor aanstormend talent. Een ding is zeker: Wintertuinfestival laat cultureel Nijmegen niet in de kou staan. ANS zal een van de sprekers interviewen en is bovendien aanwezig om zich de les te laten lezen tijdens het festival zelf. Op de hoogte blijven van al het studentennieuws? Check dan www.ans-online.nl, volg ons op Twitter (twitter.com/ANS_Online) of like de ANS-pagina op Facebook (facebook.com/ANSnijmegen).


deze ANS

Tekst: Redactie Deze ANS P. 3

04 Nog niet uit met de pret Pieter Duisenberg, oud-Tweede Kamerlid van de VVD, pleitte voor de afschaffing van studies met een nadelig baanperspectief. Dit zou flinke gevolgen hebben voor de Geesteswetenschappen en de Sociale Wetenschappen. Deze faculteiten worden hiermee zwaar ondergewaardeerd.

13 Achter de ruïnes 04

Nijmeegs documentairemaker Sinan Can maakt documentaires waarin hij conflicten in onder andere het Midden-Oosten in beeld brengt. Voor zijn nieuwste documentaire reist hij af naar IS-gebied. ‘Ik wil ervoor zorgen dat de ellende die 5000 kilometer verderop plaatsvindt de Nederlandse huiskamers binnenkomt.’

18 Vrij veilig Na acht uur ‘s avonds verandert de Nieuwe Martkstraat in een plek voor straatprostitutie. Andere tippelzones in Nederland zijn inmiddels gesloten wegens criminaliteit, mensonterende omstandigheden en overlast. Hoe is het gesteld met de tippelzone in Nijmegen?

13

18

22

22 Buiten de lijntjes Politiek cartoonist Tjeerd Royaards zette een platform op om cartoonisten over de hele wereld een podium te geven. Met zijn eigen tekeningen wil hij mensen aan het denken zetten. ‘Je ziet dat de onderwerpen waar ik me het drukst om maak, de beste cartoons opleveren en de meeste reacties opwekken bij anderen.’ 05

Side Salad

07

Het Laatste Oordeel

08

Leven als God in Groesbeek

16

Middenpagina

21

De Graadmeter

25

De Pipet

26

Het Issue

28

Kamervragen

30

Deze ANS niet/ GoedVoorEenConsumptie/ Colofon

31

Crypto

32 Van de baan


Nog niet uit met de pret Tekst: Danique Janssen en Eva Vervoort/ Illustratie: Bibi Queisen P. 4

Nog niet uit met de pret

Wat de VVD betreft kunnen studies met een slecht baanperspectief, zogenaamde “pretstudies”, beter worden opgeheven. De partij vergeet het maatschappelijke belang van deze studies. Een goede baankans is niet de belangrijkste maatstaf voor de relevantie van een studie.

Na jarenlang zwoegen in de collegebanken breekt voor veel studenten de volgende fase in hun leven aan: het is tijd voor een serieuze baan. Voor een aantal afgestudeerden verloopt de zoektocht hiernaar helaas niet zo soepel, omdat hun opleiding niet aansluit bij de kwalificaties waar veel werkgevers om vragen. Op de website van de Radboud Universiteit (RU) is te lezen dat slechts 53 procent van de afgestudeerde Filosofiestudenten binnen anderhalf jaar een baan vindt. Daar staat tegenover dat 97 procent van de Molecular Life Sciences alumni binnen zes maanden al werk vindt. Frank Steenkamp, directeur van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie en hoofdredacteur van de Keuzegids, ontwikkelde een lijst met “crepeerstudies”. Hierin zijn de studies met slechte arbeidsprognoses op een rijtje gezet. Zo kunnen studenten zich bewust worden van de nadelige arbeidsperspectieven die aan hun studie kleven en hier tijdig rekening mee houden. Studenten met een diploma in de Geesteswetenschappen of de Sociale Wetenschappen komen er in deze lijst slecht vanaf en moeten het regelmatig doen met lage salarissen, werkervaringsplekken en banen onder niveau. Ondanks deze ontmoedigende cijfers mag niet worden vergeten dat pretstudies wel degelijk belangrijk zijn, namelijk voor de ontwikkeling van een dynamische maatschappij.

De stekker eruit Pieter Duisenberg, oud-Tweede Kamerlid van de VVD en voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU), heeft een radicale oplossing voor het banenprobleem bij “pretstudenten”: ‘Hbo- en universitaire studies met weinig perspectief op de arbeidsmarkt moeten wat ons betreft verdwijnen’, aldus Duisenberg op zijn persoonlijke website. Het statement is inmiddels verwijderd, maar met deze uitspraak heeft hij studies die geen direct economisch belang hebben ernstig gedegradeerd. Hij suggereert namelijk dat ze alleen ‘voor de lol’ en niet rendabel zijn. Duisenberg vergeet hierbij dat ze wel degelijk een grote maatschappelijke relevantie hebben, zoals vaak het geval is bij de Geesteswetenschappen en de Sociale Wetenschappen. De samenleving worstelt bijvoorbeeld met vraagstukken omtrent de integratie van Islamitische immigranten. Als Islamstudies-alumnus heb je misschien wel een pretstudie gedaan, maar met deze opleiding heb je verhoogd inzicht in zulke vraagstukken en kun je hier gepaste oplossingen voor aandragen. Bruikbare vaardigheden Daarbij hebben pretstudies wel degelijk een vorm van economisch belang. ‘We kunnen iedereen met universi-


Column Thom Wijenberg P. 5

tair niveau gebruiken op de arbeidsmarkt’, aldus Caroline Termaat, career officer en voorzitter bij de Radboud Career Service. Ondanks dat afgestudeerden in pretstudies vandaag de dag harder moeten werken om hun plek op de arbeidsmarkt te veroveren, komen ook hun academische vaardigheden van pas in het arbeidsleven. Dit maakt het afschaffen van deze studies overbodig. Zo kwam Merel Doreleijers, afgestudeerd in Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de RU, heel ergens anders terecht dan ze had verwacht. Ze werkt bij HealthLink, een internationale firma die diensten verleent aan bedrijven voor logistieke afhandelingen. ‘Ik denk dat mensen vaak vergeten dat een universitaire opleiding, naast een gerichte baan, ook een analytisch vermogen oplevert dat bij alle banen bruikbaar is. Als antropoloog heb ik gemerkt dat ik veel heb gehad aan de manier van denken die mij is aangeleerd, namelijk een holistische manier van vraagstukken benaderen. Dit is toepasbaar op allerlei problemen die zich kunnen voordoen binnen een bedrijf, van maatschappelijke tot technische.’ Dynamische arbeidsmarkt Voorlopig hoeven pretstudenten zich dus geen zorgen te maken, mits ze rekening houden met het perspectief op de arbeidsmarkt. Ook over de toekomst moet geen onnodige paniek worden gezaaid. ‘Het is gevaarlijk om iets wat nu als pretstudie wordt gezien, af te schaffen. Dezelfde studie kan over een aantal jaar ontzettend relevant zijn’, zegt Ignace De Haes, career officer voor de faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen bij de Radboud Career Service. De arbeidsmarkt is volgens hem erg dynamisch en dus zullen pretstudies mogelijk niet altijd pretstudies blijven. Op dit moment heeft het genezen van mensen en het ontwikkelen van machines de prioriteit in onze maatschappij, maar de wereld begrijpen blijft van enorme waarde. Het is onverstandig om nu studies te schrappen terwijl er een kans bestaat dat er over een aantal jaar meer vraag is naar bijvoorbeeld sociologische of theologische denkers. Steenkamp sluit zich hierbij aan: ‘Zo’n VVD-politicus heeft een bepaald maakbaarheidsidee en denkt zeker te weten waar de maatschappij over vijf of zes jaar behoefte aan heeft, maar dat weet natuurlijk niemand. Dat er nu veel vraag is naar informatici en technisch ingenieurs, betekent niet dat dit altijd zo zal zijn.’ Baankans is dus een korte termijnbegrip en niet zo relevant bij het kiezen van een studie als sommigen het laten lijken. We moeten streven naar een veelzijdige en dynamische maatschappij die in kan spelen op veranderingen op de arbeidsmarkt. Hiervoor hebben we alle studies, van alfa tot gamma, hard nodig. Het is voorbarig om pretstudies af te schaffen vanwege hun nadelige baanperspectief, aangezien de baankansen in de toekomst zomaar om kunnen slaan door een veranderende arbeidsmarkt. Daarbij zijn de academische vaardigheden die worden opgedaan bij elke universitaire studie relevant op de arbeidsmarkt. Laat je dus niet tegenhouden om te studeren wat je echt leuk vindt. Zoals De Haes het verwoordt: ‘Doe wat je hart je ingeeft. Als je dat doet met de nodige voorbereiding, dan komt het met je toekomst vanzelf goed.’ ANS

side salad Thom Wijenberg serveert in het ANS een vers en gezond bijgerecht op basis van studentikoze belevenissen en frustraties. Kan sporen van ironie, fictie en zelfverheerlijking bevatten. We zijn weer begonnen, ANS-lezend Nijmegen. Met die veel te korte vakantie nog vers in het geheugen zijn we eind augustus weer massaal afgereisd naar onze geliefde campus. Inmiddels zijn we talloze koppen koffie en tomaat-ciabattabroodjes verder en loopt de boel weer als een geoliede machine. Een goed moment om even terug te blikken op die moeizame start, lijkt mij zo. Zoals gewoonlijk hadden we weer last van opstartproblemen. De een sukkelde in slaap tijdens een vroeg college, terwijl de ander in een moment van zwakte zijn hele maandbudget uitgaf in de SPAR University. Toch was het niet alleen maar kommer en kwel. Voor alle vervelende verplichtingen, kregen we namelijk ook een hoop moois terug. Zo zijn we herenigd met de vrienden die we in de zomermaanden hebben moeten missen en kunnen we ons weer bezighouden met de studiegebieden waarvoor we (een klein beetje) passie voelen. Dickens’ welbekende ‘It was the best of times, it was the worst of times’ lijkt mij dan ook een passende slogan voor de afgelopen weken. Toegegeven, ik heb een kleine fetisj voor het begin van een nieuw collegejaar. Zo word ik ontzettend gelukkig van het openslaan van een lege agenda en het aanmaken van mappen voor nieuwe cursussen op mijn laptop. Het zal je dan ook niet verbazen dat ‘Start of Something New’ uit de cultklassieker High School Musical de afgelopen weken mijn persoonlijke anthem was. Het voelt gewoon goed om met iets nieuws te beginnen, dat weten zelfs Troy en Gabriella. Ben jij nou niet bekend met dat magische gevoel en had je in september vooral veel medelijden met jezelf, denk dan eens aan alle eerstejaarsstudenten in Nijmegen. Voor hen zijn die eerste weken nog een stukje zwaarder. Het afgelopen jaar zijn ze op proefstudeerdagen, infoavonden en open dagen lekker gemaakt met een geromantiseerd beeld van de universiteit, een soort academische Efteling. In werkelijkheid bleek de wachtrij bij bus 10 een van de weinige overeenkomsten met het attractiepark. En vergeet het hoge risico te verdwalen niet. Zo heb ik al flink wat eerstejaars de doodlopende trap in de laagbouw van het Erasmus zien beklimmen. Om nog maar te zwijgen over de betoverde doolhof dat TvA heet. Dus, zie je komende weken nog zo’n verdwaalde eerstejaars, neem hem dan op sleeptouw. Laat hem het kleurrijke Carnaval Festival op de campus zien en vertel hem waar hij ’s avonds terecht kan met zijn dansende schoentjes.


Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 6

ansjes Het Kadampa Meditatie Centrum Nederland organiseert 3 halve dagcursussen over de boeddhistische levensbeschouwing en meditatie. Op de zaterdagen 30-9/4-11/2-12. Tijd:13.3017.00. Locatie: Terra, Bosduifstraat 1 Nijmegen. Meer info www. kmcnederland.nl tel 043-4592459 Wil jij jezelf persoonlijk ontwikkelen in een fijne groep? Heb je zin om toffe trainingen, workshops en coaching te volgen? Kijk dan op groeitraject.nl. De aanmelddeadline is nabij, dus wees er snel bij! Ben jij jong, heb je een rijbewijs en ben je op zoek naar een bijbaantje? Wij zoeken nog medewerkers, o.a. voor de bezorging en keukenwerkzaamheden. INDIAAS VEGA(N) | WWW.VCATERING.NL | 06-51043106 | VAN WELDERENSTRAAT 97B, NIJMEGEN

Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro voor studenten en 10 euro voor externen. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar: stichtingmultimedia@gmail.com


Tekst: Tijn Oostenbrink/ Foto: Ted van Aanholt Het Laatste Oordeel Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7 P. 7

het laatste oordeel Duffe opsommingen of ultiem entertainment? ANS verschanst zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. Studie: Informatica

Eindcijfer:

College: Computer Security, 5 september, 13.45-15.30, CC4 Docent: Prof. dr. B.P.F. Jacobs Uitstraling: Docent en dominee Publiek: Computernerds zonder laptop Inhoud: Informatica en intimidatie

Met de intro net achter de rug nemen de gemotiveerde eerstejaars plaats in CC4 voor hun eerste college Computer Security. Met 230 studenten trekt Jacobs volle zalen. Koeltjes kijkt hij de zaal in en neemt het publiek in zich op. Zijn bril met een dik hoornen montuur doet een beetje denken aan de schoolmeester op de zwart-witfoto’s van je ouders. Zijn raspende stem en onberispelijke pak dragen bij aan dit imago. Jacobs blijkt een professor van de oude stempel. ‘Telefoons en laptops behoren uit te staan. Mocht een telefoon toch afgaan, dan moet het toestel in kwestie worden ingeleverd voor wetenschappelijk onderzoek.’ De studenten grinniken vertwijfeld, ze weten niet of ze deze bangmakerij serieus moeten nemen. Wanneer hij vraagt wie van de studenten allemaal in Nijmegen wonen, vertelt een student dat hij uit Oss komt. Droogjes merkt Jacobs op: ‘Oss is toch niet echt het intellectuele zwaartepunt van Nederland.’ Over tot de orde van de dag: Computer Security. Een uur lang weidt Jacobs uit over de organisatie van het vak, waarbij hij vooral stilstaat bij de dingen die je niet moet doen. ‘Studenten die mij mailen met vragen waarvan de antwoorden in de powerpointpresentatie staan, dalen aanzienlijk in mijn achting.’ Ook de ICT-afdeling van de universiteit komt er bekaaid vanaf: ‘Diegene die verantwoordelijk is voor Blackboard verdient publiekelijk stokslagen.’ Jacobs is op dreef en na twintig minuten gaat het jasje uit. Hij lijkt zichtbaar te genieten van de ongebreidelde aandacht van zijn toehoorders. Als de aandacht van de studenten verslapt, gebruikt hij wat onschuldige intimidatie waar de eerstejaars in de zaal gevoelig voor zijn. ‘Mocht u het tentamen om een goede reden missen, dan kunt u een aanvraag doen bij de examencommissie

voor een mondeling tentamen. Ik kan u verzekeren dat u daar niet naar uitkijkt, ik wel.’ Jacobs is voorzitter van de examencommissie en bepaalt het lot van deze studenten. Enkele eerstejaars kijken verschrikt op en Jacobs glimlacht tevreden. In de tweede helft van het college komt de inhoud van de cursus aan bod. Jacobs begint met een belangrijke voorspelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek: over vijf jaar is de helft van alle misdaad naar het internet verplaatst. ‘Je bent een loser als je tegenwoordig nog een carrière ambieert als bankrover. The bad guys have gone digital.’ Als laatste wil Jacobs zijn studenten nog meegeven dat een sterk moreel kompas van groot belang is in zijn vakgebied. ‘Je leert hier dingen die strafbaar zijn.’ De studenten mompelen nieuwsgierig, maar helaas voor hen laat de professor het hierbij. De studenten kijken in ieder geval reikhalzend uit naar het tweede college. Jacobs heeft zijn visitekaartje afgegeven en weet de interesse in zijn vak alvast aan te wakkeren onder de toekomstige informatici.

Het Laatste Oordeel der Studenten ‘Duidelijk, goed opgebouwd en interessant.’ De studenten zijn eenduidig in hun oordeel. Jacobs maakt veel grapjes en gebruikt actuele voorbeelden. Dit lijken de studenten ook te waarderen. Als suggestie voor verbetering komt vooral ‘iets minder bangmakerij’ naar voren. De studenten typeren hem in één woord als een ‘baas’, wat te danken is aan zijn scherpe humor en vlotte manier van presenteren. ANS


leven als god in groesbeek

Bij wijn denkt men al snel aan Frankrijk. Toch telt Nederland diverse wijngaarden. Zo ook in Groesbeek, waar wijnen worden gemaakt die internationaal in de prijzen zijn gevallen. ANS ging op bezoek bij de Groesbeekse Ilja Gort, wijnboer Freek Verhoeven van wijnhoeve De Colonjes.


Tekst: Vince Decates/ Foto’s: Ted van Aanholt Leven als God in Groesbeek P. 9

Op een van de heuvels aan de zuidkant van Groesbeek ligt wijnhoeve De Colonjes. Bij de ingang staat een verweerd bord waarop de naam van de wijngaard te lezen valt, het toegangspad is bezaaid met kiezelstenen en hier en daar staan oude wijnvaten opgestapeld. De hoeve zelf is een laag boerderijtje dat onderaan een heuvel vol druivenranken staat. Een idyllisch plekje, waar de bezoeker zich op een wijngaard in de Franse Bordeaux waant in plaats van in het koude Nederland. Geheel in Franse stijl komt eigenaar Freek Verhoeven aangelopen, gekleed in een flets flanellen overhemd en met een baret op. Enthousiast begint hij te vertellen over de geschiedenis van de wijngaard. ‘Toen we in 2001 begonnen, waren we de eerste wijnboeren in Groesbeek. Een vriend had een stuk land over en vroeg aan mij of ik daar misschien druiven op wilde verbouwen. Ik had geen flauw idee hoe dat moest. Het enige wat hij tegen mij zei was: “Doe mij maar gewoon na.” Nou, dat deed ik toen maar.’ ‘Afkijken’, zo omschrijft Freek de manier waarop hij begon. Toch had hij het trucje al snel door en groeide zijn bedrijf. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. ‘In 2003 werd ik ervan beschuldigd mijn eigen etiket te plakken op Franse wijn. Dat verwijt heeft mij op mijn ziel getrapt. Ik wilde aan de wereld laten zien dat ik wel degelijk mijn eigen goede

wijn kan maken.’ Volgens de wijnboer is dat inmiddels gelukt. ‘Nu hebben we 13 hectare grond, verdeeld over drie locaties, waarop we druiven verbouwen. In totaal maken we tien soorten wijn, zowel witte als rode.’ Freek steekt zijn trots niet onder stoelen of banken. Op een prikbord aan de muur hangen meerdere krantenartikelen over de wijngaard en enkele oorkondes. ‘We hebben met onze wijnen een paar internationale prijzen gewonnen.’ Daarnaast zijn er het afgelopen jaar ook stappen gezet voor de toekomst van het bedrijf. Freek heeft samen met andere wijnboeren uit de regio het nieuwe Nederlands Wijnbouwcentrum in Groesbeek opgezet. ‘Als je iets doet, moet je het goed doen’, besluit hij met een brede lach. Skilatten op een helling vol druiven Freek is nog niet uitgepraat over de geschiedenis van het bedrijf, of er komt een groep van ongeveer veertig wijnproevers het terrein oplopen. Terwijl hij hen begroet en naar het met druiven overdekte terras dirigeert, wijst hij met zijn andere hand naar enkele mensen die halverwege de heuvel aan het werk zijn. ‘Daar ergens staat mijn broer, Cees. Hij kan meer vertellen over hoe we hier druiven oogsten.’ Aan het einde van de lange rijen vol druiven, waar de

De broers Freek (links) en Cees Verhoeven (rechts) werken al meer dan vijftien jaar op wijnhoeve De Colonjes.


Leven als God in Groesbeek Leef, woon, werk, feest... met ANS P. P. 10 10

vlinders continu tussendoor fladderen, klinkt het geluid van een oude tractor. ‘Ik kom eraan’, roept de bestuurder, die verdacht veel gelijkenissen vertoont met wijnboer Freek. Hij parkeert zijn trekker behendig naast de schuur en stapt af. ‘Ik ben Cees’, stelt hij zich voor. ‘Ik ga geen handen schudden, want mijn hele handschoenen plakken van het druivensap.’ Het plukken van de druiven gaat nog steeds met de hand. De plukkers gooien die druiven in een krat en brengen dat vervolgens naar boven, vertelt Cees. Het oogsten wordt deels gedaan door vrijwilligers. Opvallend genoeg komen er ook ieder jaar leden van de studenten handbalvereniging Hastu een handje helpen op de wijngaard. Freek was vroeger, in de tijd dat hij nog werkzaam was op het sportcentrum van de Radboud Universiteit, nauw betrokken bij de vereniging. Om het tilwerk makkelijker te maken, hebben ze bij De Colonjes een systeem bedacht om de kratten met druiven mee naar boven te kunnen slepen. Dit gebeurt niet met moderne machines, maar met een soort slee: een simpele constructie van twee skilatten waarop een krat druiven wordt gezet. Vervolgens trekt de plukker het sleetje de berg op. ‘Dat scheelt een hoop gesjouw’, aldus Cees. Eenmaal boven op de helling gooien de plukkers de druiven in grote bakken die in een karretje achter een pick-up truck staan. ‘In het plukseizoen, grofweg van begin augustus tot half oktober, vullen we zeven van die bakken op een dag’, legt Cees uit. ‘Als de druiven in de bak liggen, hoef ik alleen nog maar te controleren of ze in orde zijn.’ Hij wroet

wat door de bak en pikt er een trosje uit. ‘Kijk, hier zie je dat de druiven helemaal verpulverd zijn. Die moeten eruit, die zijn niet goed.’

‘In totaal kan er 40.000 liter wijn worden opgeslagen.’ Het werk dat hij doet is belangrijk, want de druif heeft volgens de wijnboer veel natuurlijke vijanden, die ervoor zorgen dat de vrucht niet meer bruikbaar is voor wijn. ‘Denk aan hevige regenval, hagel, vogels die met hun snavels in druiven pikken en verschillende insecten die eraan knagen. Het lastigste is hagel. Je ziet de inslag pas enkele dagen later op de druiven, als ze al aan het uitdrogen zijn.’ Om de geplukte druiven te beschermen tegen uitdroging wordt er een soort kleilaagje op gespoten. ‘De klei zorgt ervoor dat het vocht niet weg kan uit de druiven. De schil van de druif blijft daardoor steviger. Als de schil barst dan bestaat de kans dat er schimmel in de druif komt. Dat moeten we natuurlijk niet hebben.’ De klei is gemaakt van natuurlijke producten en beïnvloedt de smaak van de druiven niet. Om dit te bewijzen, knipt de wijnboer enkele druiven af en stopt ze in zijn mond. ‘Prima te eten’, luidt het oordeel.

Adam Dijkstra is als ‘wijningenieur’ verantwoordelijk voor het technische proces achter het wijnbrouwen.


Leven als God in Groesbeek Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 11 P. 11

Van de druiven die op de wijngaard groeien, worden tien verschillende soorten wijn gemaakt.

Twee wijnbroers en een wijningenieur Hoewel het plukken nog met de hand gebeurt, gaat het gisten en het bottelen bijna geheel machinaal. Bij De Colonjes gaat Adam Dijkstra over dat proces. Cees wijst naar een gebouw in de verte. ‘Dat is het nieuwe wijnbouwcentrum, daar werkt Adam.’ Het wijnbouwcentrum is een moderne replica van de boerderij van De Colonjes. De functie en vorm van het pand zijn hetzelfde, maar het is vele malen groter en praktischer ingericht volgens de broers. De kelder van het pand, waar de druiven in wijn veranderen, is het domein van Adam. De twee wijnbroers hebben hem bestempeld tot ‘wijningenieur’ en zien in hem de ideale opvolger voor het bedrijf, mede door zijn opleiding. Waar de broers zich namelijk vooral bezighouden met het telen van de druiven, richt Adam zich voornamelijk op het op bijna microscopisch niveau samenstellen van de perfecte wijn. ‘Ik ben afgestudeerd als oenoloog, oftewel een wijnbouwtechnisch wetenschapper. Dat houdt in dat ik me bezig hou met de microbiologische processen in wijn’, legt hij uit. Hoewel de werkruimte van Adam meer weg heeft van een moderne fabrieksloods dan van een traditionele wijnkelder, is het toch duidelijk dat het wel degelijk om een wijnkelder gaat. Binnen staan namelijk dezelfde bakken vol druiven als achter de wagen van Cees. ‘Dit is de ontsteel- en kneusmachine’, vertelt Adam enthousiast terwijl hij zijn hand op de stalen constructie naast hem legt. ‘Eigenlijk is het heel

simpel. Je gooit de druiven er aan de ene kant in, en aan de andere kant komen ze er verpulverd uit, zonder de steeltjes en pitjes.’ Die gekneusde druiven stopt Adam in tonnen. Vervolgens dekt hij die af met een plastic zeil, zodat ze kunnen gisten. Bij dat proces zetten de cellen in de schil van een druif de suikers van het druivensap om in alcohol. ‘Wij laten die tonnen hier dan veertien tot twintig dagen staan voordat we het goedje in een opslagtank gieten. Dat geldt overigens alleen voor blauwe druiven. Het gistproces van witte druiven is namelijk anders, die gaan direct in een tank om te gisten.’ In totaal kan er ongeveer 40.000 liter wijn worden opgeslagen in de nieuwe wijnkelder. Het overgrote deel hiervan zit in de gistingsfase. Bovenop de tanks in de kelder zit een waterslot waar zo nu en dan zichtbaar is hoe er lucht opborrelt. ‘Dat is onderdeel van het gisten’, legt Adam uit. ‘Bij het gistproces komt namelijk naast alcohol ook koolzuur vrij, dat kan via die buisjes ontsnappen.’ Het eindproduct zelf proeven zit er voorlopig nog niet in. ‘De druiven die nu geplukt worden, komen pas september volgend jaar in de winkel’, vertelt Adam. ‘Witte wijn moet ongeveer zes maanden staan voordat we het bottelen, voor rode wijn is dat ongeveer een jaar.’ Wie benieuwd is naar de wijnen van De Colonjes moet dus nog een tijdje geduld hebben, of genoegen nemen met een wijn van de voorgaande jaren. ANS


Interview Roy Santiago Tekst: Tijs Sikma/ Foto’s: Simone Both P. 12

Universitaire Studentenraad NU!Medezeggenschap Wil jij op de hoogte blijven van de bezigheden van de USR? Houd dan NU!Medezeggenschap in de gaten! Like ons op Facebook, volg ons op Twitter en neem eens een kijkje op onze website. Heb je tips of opmerkingen? Loop gerust even langs bij de USR-kamer (TvA 3) of stuur een mail naar usr@ru.nl. Website: www.numedezeggenschap.nl Twitter: @NUMedezeggsch Facebook: www.facebook.com/NUmedezeggenschap E-mail: usr@ru.nl

werkgroepen ‘privacy’ en ‘cultuur’ zullen zich met deze thema’s bezighouden.

Beste studenten van de Radboud Universiteit, Wij als Universitaire Studentenraad voor dit collegejaar zijn ondertussen alweer anderhalve maand bezig met jullie belangen behartigen. In deze periode hebben we de eerste cyclus, waarbij we vergaderstukken bespreken met het College van Bestuur, alweer doorlopen en zijn we druk bezig geweest met het opstarten van werkgroepen. Kortom, het jaar is begonnen! Dit jaar zullen wij zaken doorzetten waarmee de vorige USR is begonnen, maar zullen we zeker ook met nieuwe ideeën komen. Zo zullen wij bovenop de pilot ‘flexibel studeren’ blijven zitten, gaan we hopelijk de bestuursminor realiseren en zal ook de discussie rondom de bestedingen van het studievoorschot vervolgd worden. Echter hebben wij ook al belangrijke nieuwe onderwerpen aangekaart. De nieuwe

Verder vinden wij het natuurlijk zeer fijn als jullie met input komen! Dus loop je ergens tegenaan, heb je een goed idee of wil je gewoon een keer gezellig met ons praten? Dan kan je altijd een keer langskomen op de USR-kamer in de Thomas van Aquinostraat of een mail sturen naar usr@ru.nl. Ook kan je een van ons natuurlijk altijd even aanspreken als je ons tegenkomt. Wij hopen er een mooi medezeggenschapsjaar van te maken! Groetjes, De XXIe USR

(Advertentie)


achter de ruïnes Documentairemaker Sinan Can brengt de conflicten in het Midden-Oosten in beeld. In zijn nieuwste serie reist hij af naar wat ooit het kalifaat was, om de gevolgen van de opkomst en ondergang van deze organisatie te laten zien. ‘Vaak denk ik: “Tering, dat dit bestaat: real evil”. Je ziel krijgt bijna een donker randje van deze ellende.’


Achter de ruïnes Tekst: Chiel Nijhuis/ Foto: Kelley van Evert P. 14

Met zijn documentaires over de Arabische wereld probeert Sinan Can de conflicten in dit gebied op een toegankelijke wijze in beeld te brengen. ‘Volgens mij kampt de wereld met drie grote problemen: armoede, discriminatie en onwetendheid. Onwetendheid vind ik daarvan het grootste probleem.’ Hij begon in 2011 met 9/11 De dag die de wereld veranderde, een serie over de aanslagplegers op het World Trade Center. ‘Dit was mijn eerste documentaireserie over jihadisme. Het ging mij om de motieven van de vliegtuigkapers. Een deel van de daders bestond uit hoogopgeleide mannen die in het Westen woonden. Hoe kan het dat juist zij zich bij Al Qaida aansloten en die vliegtuigen in het World Trade Center hebben gevlogen?’ Hierop volgde de documentaire Uitgezet, over gewortelde migrantenkinderen die gedwongen werden Nederland te verlaten. Voor de opnames van deze serie volgde hij een kind naar Armenië. Can, die zelf een Turks-Nederlandse achtergrond heeft, werd daar geconfronteerd met de vraag waarom veel Turken de Armeense genocide ontkennen. ‘Daar had ik geen goed antwoord op, ik wist er simpelweg te weinig van af.’ Om dit uit te zoeken, maakte hij samen met Aral Halici, een musicalacteur van Armeense afkomst, de documentaireserie Bloedbroeders. Daarna maakte Can de documentaire De Arabische Storm, over de Arabische Lente en Onze missie in Afghanistan, over de vraag of de Nederlandse missie in Uruzgan succesvol was. Zijn nieuwste documentaire, In het spoor van IS, wordt dit najaar uitgezonden. In deze tweedelige serie reist Can opnieuw door de Arabische wereld, dit keer om de opkomst en ondergang van Islamitische Staat in beeld te brengen. Thuis in Nijmegen vertelt hij over zijn nieuwe

serie en zijn drijfveren als documentairemaker. ‘Wat in het Midden-Oosten gebeurt, raakt me. De verontwaardiging over het onrecht dat daar plaatsvindt, is mijn brandstof om documentaires te maken, om ervoor zorgen dat de ellende die 5000 kilometer verderop plaatsvindt de Nederlandse huiskamers binnenkomt.’ Spiraal van vergelding Can laat in zijn nieuwe serie aan de hand van sleutelmomenten zien hoe Islamitische Staat is opgekomen. In het begin van de documentaire reist hij bijvoorbeeld af naar de plaats waar Abu Mushab al-Zarqawi de organisatie die zou uitgroeien tot IS oprichtte. ‘We zijn op de plek geweest waar al-Zarqawi, samen met ongeveer dertig man, begon met trainen voor de jihad.’ Een ander belangrijk moment is volgens Can de inval van de Amerikanen in Irak in 2003, waarbij het Soennitische regime van Saddam Hoessein ten val kwam. Hierdoor kon de Sjiitische meerderheid van het land aan de macht komen, die voorheen werd onderdrukt door Saddam. ‘Je ziet dat dit het begin is van de Soennitische opstand, omdat zij nu op hun beurt worden onderdrukt door de Sjiieten. De onderdrukking van Soennieten na de inval van de Amerikanen in Irak verklaart waarom zoveel mensen van het regime van Saddam nu in de top van IS zitten.’ De opkomst van IS hangt ook samen met de Arabische Lente, die door Can in beeld is gebracht in De Arabische Storm. ‘In zekere zin liggen deze twee documentaires in elkaars verlengde. De Arabische Lente heeft namelijk een domino-effect in gang gezet, waardoor de regimes in Tunesië, Libië en Egypte ten val zijn gekomen. De regio is instabiel geworden en hierdoor heeft IS, bijvoorbeeld in Syrië, snel aan terrein kunnen winnen.’


Achter de Leef, woon, werk, feest... metruïnes ANS 15 P.P.15

Dat de Arabische wereld zo explosief is, komt volgens Can omdat de mensen in deze regio zich niet met elkaar kunnen verzoenen. Conflicten blijven daarom dooretteren. ‘In het Midden-Oosten reiken ze elkaar niet de hand, maar is alles gericht op vergelding. Zodra een groep aan de macht komt, nemen ze wraak op de oude machthebbers. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel van geweld.’ De constante gevechten hebben ook gevolgen voor de mentaliteit van de mensen in deze regio. Zij raken afgestompt voor het geweld. ‘Vorig jaar, tijdens het maken van Onze missie in Afghanistan, werd ons konvooi twee uur lang in een hinderlaag van de Taliban onder vuur genomen. Daarbij zijn veertien mensen omgekomen. De commandant van het kamp deed daar lacherig over en vroeg of ik bang was geweest voor het vuurwerk. Wat nou vuurwerk? Door dat vuurwerk zijn mensen om het leven gekomen.’

‘Ik kom de meest donkere voorbeelden van menselijk gedrag tegen.’ Vertrouwen in de mensheid Can vertelt aan de hand van persoonlijke interviews met ooggetuigen over de conflicten in de Arabische wereld. Door deze manier van werken, belicht hij de menselijke kant van de krantenkoppen en brengt hij veel leed in beeld. ‘Ik kom de meest donkere voorbeelden van menselijk gedrag tegen. Vluchtelingen die 250 dollar moeten betalen voor een plek in een vluchtelingenkamp. Mensen gaan zich daardoor prostitueren of hun organen verkopen. Vaak denk ik: “Tering, dat dit bestaat: real evil” Je ziel krijgt bijna een donker randje van deze ellende.’ Het is volgens Can makkelijk om in het Midden-Oosten het vertrouwen in de mensheid te verliezen, maar niet alle mensen zijn slecht. ‘In Syrië ben ik een man tegengekomen die vijfhonderd kinderen heeft gered van het kalifaat. Deze hedendaagse Oskar Schindler wilde niet in beeld verschijnen omdat hij de aandacht niet op hemzelf wilde richten, maar op de vijfhonderd kinderen die waren gered. Dat soort mensen vind ik de parels van het Midden-Oosten. Zij hebben misschien niet de bekendheid van een Gandhi of een Mandela, maar de gevolgen van hun daden hebben net zoveel impact.’ Ondanks alle narigheid die hij heeft gezien, maakt Can een vrolijke en opgewekte indruk. Dat hij niet verbitterd is geraakt, wijdt hij aan zijn geloof in het Soefisme. Dit is een mystieke stroming binnen de Islam die grotendeels gebaseerd is op de teksten van de dertiende-eeuwse mysticus Jalal ad-Din Rumi. ‘Nadat ik van een reis ben teruggekomen, trek ik mij terug in mijn werkkamer. Daar lees ik de boeken van Rumi. Dat geeft mij ontzettend veel rust.’ In het Westen is het Soefisme vooral bekend van de derwisjen die dansen door om hun as te draaien. Enthousiast haalt Can een derwisjpoppetje tevoorschijn. ‘De

hoed symboliseert een grafsteen en het witte kleed een lijkwade. Rumi is gaan draaien uit liefdesverdriet voor zijn vermoorde zielsmaatje Sjems. Deze dans symboliseert in feite wederkerigheid. Daarom wijst tijdens het draaien een hand naar boven, richting de hemel en de andere hand naar de grond.’ Wederkerigheid is ook voor Can erg belangrijk. Hij gelooft dat de wereld hierdoor in balans blijft. ‘Het Soefisme gaat ervan uit dat voor elk slecht mens ook een goed en gewetensvol mens bestaat. De wereld blijft zo in balans. Daardoor zullen er altijd mensen zijn die onder moeilijke omstandigheden voor het goede zullen kiezen.’ Leven in IS-gebied Het vele reizen heeft Can anders naar de wereld doen kijken. Volgens hem is er geen grotere rijkdom dan het inzicht dat je hierdoor verkrijgt. ‘Mijn reizen door het Midden-Oosten hebben mij een zachter mens gemaakt.’ Als voorbeeld noemt hij een man die hij heeft ontmoet in Syrië. Deze man moest samen met zijn zoon van vijf overleven in IS-gebied. ‘Hij werd daar, net als alle inwoners van Islamitische Staat, gedwongen om executies en publieke martelingen bij te wonen. Zijn zoon werd ook gedwongen om te kijken naar handen die werden afgehakt en hoe mensen werden gekruisigd. Hij vroeg toen aan zijn vader: “Papa, gaan ze dit ook bij ons doen?” Zijn vader heeft toen gezegd dat het maar een spelletje was, dat de mensen die zaten te schreeuwen acteurs waren. Als je zoiets hoort, ga je heel anders kijken naar de manier waarop wij onze kinderen opvoeden.’ Can vindt het daarom ontzettend belangrijk dat informatie over de oorlog in Syrië op een toegankelijke wijze beschikbaar wordt gemaakt. Dat reizen in dit land gevaarlijk is, neemt hij op de koop toe. ‘Afreizen naar deze gebieden is het risico waard, zelfs al breng ik slechts tien mensen tot een ander inzicht over hoe het er in IS-gebied aan toe gaat.’ Can is nog niet klaar met zijn missie. Op dit moment is hij alweer bezig met een volgend project. Behalve dat de serie weer over de Arabische wereld gaat, wil Can er niet veel over kwijt. ‘Dit keer reis ik af naar de Golfstaten. Ik ben druk bezig met het regelen van een visum voor Saudi-Arabië. Gelukkig is dat geen oorlogsgebied, dat is weer eens iets anders.’ ANS


Tweedejaars psychologiestudent Jack Lack maakt street art die van de ene op de andere dag weer verdwenen kan zijn. ‘I don’t like to give away www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16 the thoughts I had while painting as it narrows the viewer’s interpretation. Street art comes to life because of the impression it makes, not because of the ideas of the artist, who is usually hidden in anonymity. Originally planned as a sketch for a wall, I realised a smaller canvas fits these hands much better.’ Meer werk kan je zien op zijn Facebook: jacklackarts.


Ans deze maand P. 17


Vrij veilig Tekst: Aaricia Kayzer/ Foto’s: Kelley van Evert P. 18

vrij veilig De Nieuwe Marktstraat in Nijmegen is een van de laatst overgebleven zones in Nederland waar straatprostitutie is toegestaan, maar de plek is zeker niet onomstreden. Verslaving, psychische problemen, mensenhandel: wat wordt er gedaan om de problemen op de tippelzone aan te pakken? Overdag is er op de Nieuwe Markstraat weinig te zien: regelmatig fietsen er kletsende scholieren langs of laten mensen hun hond uit. ’s Avonds valt er een stuk meer te beleven. Tussen 20.00 en 2.00 uur is de straat een afgebakende zone voor tippelprostitutie: schaars geklede vrouwen wachten in de kou tot een automobilist langsrijdt. Soms is 30 euro al genoeg voor een beurt. Een deel van de mannen is er alleen om denigrerende dingen te roepen; ze rijden rondjes en draaien af en toe hun raam naar beneden. Een enkeling kijkt liever vanaf de brug naar wat beneden plaatsvindt. Voordat de gemeente in het jaar 2000 de tippelzone opende, vond straatprostitutie vooral plaats in en rondom het Kronenburgerpark en aan de Stieltjesstraat. Wegens toenemende geluidsoverlast en criminaliteit heeft de gemeente een aparte zone aangewezen met speciale openingstijden. Op de Nieuwe Markstraat is een particulier beveiligingsbedrijf ingehuurd voor de veiligheid van de prostituees en de politie rijdt regelmatig langs. Ondanks deze regulering werkt de gemeente sinds 2007 met een uitsterfbeleid en sinds 2011 worden vergunningen in de vorm van pasjes om legaal te mogen tippelen niet meer verstrekt. Andere steden hebben ervoor gekozen om de zone volledig te sluiten wegens criminaliteit, illegale prostitutie en mensonterende werkomstandigheden. De gemeente Nijmegen geeft aan de zone niet te sluiten zolang er nog vrouwen met een vergunning werkzaam zijn. Toch is de plek niet vrij van problemen. Hoe wordt op de Nieuwe Marktstraat omgegaan met deze complexe problematiek? Prostitutieproblemen ‘Vrijwel alle prostituees op de tippelzone hebben te maken met ernstige psychische problemen, schulden of een verslaving’, vertelt Suzanne Baks, woordvoerder van de gemeente Nijmegen. Om deze vrouwen toch te voorzien van voldoende zorg, heeft IrisZorg een avondopvang op de zone, De Cirkel. Hier kunnen ze uitrusten, spreken met medewerkers van de opvang en koffie of condooms halen. Ook voert de GGD regelmatig controles uit. Door toezicht van IrisZorg, maar ook doordat vrouwen elkaar onderling in de gaten houden, valt het vaak snel op als tippelaars in

de put zitten. ‘We spelen dit dan door naar het hulpverleningsteam van de vrouw in kwestie. De meesten hebben namelijk een behandelaar of maatschappelijk hulpverlener die ze begeleidt’, vertelt Dorine Ringlever, begeleider bij De Cirkel. Ook wordt er gelet op signalen van mensenhandel: als iemand veel telefoontjes krijgt, weinig naar de huiskamer van IrisZorg komt, snel weer weggaat of weinig contact zoekt met anderen, kan IrisZorg het Prostitutie Controle Team van de politie inschakelen. In de vier jaar dat Ringlever op De Cirkel werkt, is dit echter pas een keer gebeurd.

‘Het is een misvatting dat alle vrouwen zo snel mogelijk uit de prostitutie willen.’ Het valt niet te zeggen of dit betekent dat er weinig tot geen sprake is van mensenhandel. ‘Een paar jaar geleden was de groep vrouwen die vanuit de mensenhandel in de prostitutie terechtkwam best groot’, vertelt Winy de Kleyn, vrijwilliger bij straatpastoraat Het Kruispunt. Samen met een collega gaat De Kleyn regelmatig naar de tippelzone en biedt daar een luisterend oor aan de vrouwen die er werken. Hierdoor weet ze veel van het reilen en zeilen op de zone. ‘De vrouwen die vanuit de mensenhandel komen, zie je nu veel minder, dus ik twijfel wel eens waar ze zitten. Misschien bevinden ze zich in particuliere huizen.’ Van structurele overlast van de openbare orde is volgens de gemeente weinig sprake. Wel vinden er af en toe kleine incidenten plaats. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is er beveiliging op de zone aanwezig. ‘In de afwerkloods zit een toezichthouder die snel kan ingrijpen als een van de vrouwen roept dat er iets mis is’, vertelt Ringlever. Hoewel er dus voldoende beveiliging aanwezig is, zal tippelen voor velen alsnog niet als de ideale baan klinken. Het is echter niet zo dat alle vrouwen aan sekswerk doen omdat ze verslaafd zijn of in de schulden zitten. ‘Het is een misvatting dat alle vrouwen zo snel mogelijk uit de prostitutie willen’,


Overdag verraadt alleen het bord met regels voor de tippelzone en afwerkloods dat de Nieuwe Marktstraat een plek is voor straatprostitutie.

zegt Ringlever. De Kleyn bevestigt dit. ‘Soms hoor ik van vrouwen dat ze het eigenlijk wel prima vinden. Ze verdienen makkelijk geld en hebben thuis een vriendje of man. De gemiddelde Nederlander denkt er misschien niet aan, maar voor sommigen is het een manier van leven waar ze niet per se verdrietig van worden. Als je zegt: “Ga anders op zoek naar een schoonmaakbaantje”, dan zeggen ze: “Ben je gek, dan moet ik de hele dag keihard werken en hier heb ik het in twee uur verdiend”.’ Ga die wereld uit Vrouwen die toch liever een andere baan willen, kunnen terecht bij de Ketenaanpak Prostitutie. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties, waaronder IrisZorg. ‘We kijken samen hoe we bijvoorbeeld hun financiën op orde kunnen krijgen en helpen bij het zoeken naar een andere baan. Op die manier kunnen we ze verder helpen’, legt Ringlever uit. Het percentage tippelaars dat op deze manier succesvol is uitgestapt, ligt echter laag. ‘Slechts drie of vier vrouwen hebben naar mijn weten gebruikgemaakt van het uitstapprogramma’, aldus De Kleyn. Velen zien geen alternatief en het is daarom moeilijk om ze los te weken van de straatprostitutie. Van de tippelaars die in 2011 een pasje hebben aangevraagd, zijn er nog een hoop actief: zeventien vrouwen zijn legaal werkzaam op de tippelzone.

In totaal tippelen er op de Nieuwe Marktstraat iets meer dan veertig vrouwen en dat betekent dat een groot deel zonder pasje werkzaam is. ‘Momenteel hebben wij op de bezoekerslijst van De Cirkel meer tippelaars zonder pasje staan, dan met’, vertelt Ringlever. Vrouwen zonder pasje worden ondanks hun ‘illegale’ werkstatus toch toegelaten op de avondopvang, maar de afwerkloods mogen ze niet in. ‘Die vrouwen moeten van de zone af en ergens een beschut plekje zoeken.’ Dit heeft grote gevolgen voor hun veiligheid: een klant kan daar in feite zonder toezicht doen wat hij wil.

‘Praten over seks is voor net geklede mannen in een raadhuis heel moeilijk.’ Chique sekswerk Of het uitsterfbeleid van de gemeente goed werkt, is dus nog maar de vraag. Veel vrouwen tippelen zonder vergunning en bovendien zijn tippelaars moeilijk te verleiden tot uitstappen, omdat ze weinig alternatieven zien. Volgens Yvette Luhrs, voorzitter van PROUD, de belangenorganisatie voor en door sekswerkers in Nederland, is het echter niet per se beter om de tippelzone dan maar te sluiten.


Vrij veilig P. 20

‘Tippelaars zijn niet per se beter af als ze hun werk niet meer mogen doen.’ Ook De Kleyn denkt dat sluiting meer nadelen dan voordelen met zich meebrengt. ‘Het tippelen verplaatst zich dan naar andere plekken. Parken, particuliere huizen, zones zonder controle. Ik weet dat er in Dukenburg een plek is waar zoiets nu al gebeurt.’ Volgens Luhrs wordt er bij het sluiten van tippelzones weinig rekening gehouden met het verbeteren van de levens van sekswerkers. Gemeentes sluiten de zones vooral omdat ze het ‘niet chique’ vinden. ‘Praten over seks is voor net geklede mannen in een raadhuis ingewikkeld. Daardoor worden er veel ongeïnformeerde keuzes gemaakt.’ Voor gemeentes die kritiek hebben op mensonterende omstandigheden heeft Luhrs een oplossing. ‘Zorg dat je prostituees een goede werkplek biedt. Bouw faciliteiten die ervoor zorgen dat sekswerkers hun werk zo veilig mogelijk uit kunnen voeren.’ In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Heerlen en Eindhoven heeft deze oplossing het niet gehaald. Nijmegen blijft voorlopig een uitsterfbeleid hanteren, maar Ringlever betwijfelt of de gemeente daadwerkelijk wacht met sluiting tot er geen vrouwen met vergunning meer zijn. De Kleyn gelooft er in ieder geval niet in dat tippelprostitutie ooit echt uit zal sterven. ‘Zolang er mannen zijn die willen betalen voor seks, zijn er vrouwen die daarop inspelen.’ ANS Een van de tippelaars staat ‘s avonds voor de geopende deuren van de afwerkloods terwijl automoblisten heen en weer blijven rijden.


Tekst en foto’s: Jean Querelle en Vincent Veerbeek/ Illustraties: Joost Dekkers De Graadmeter P. 21

De graadmeter In De Graadmeter zijn de mogelijkheden niet te overzien. Waar kun je het beste wildkamperen, wat is het hipste kapsel en hoe scoor je het snelst een bedpartner? In De Graadmeter onderzoekt ANS de opties. Deze keer: Innerlijke rust

Wat: Real life schaapjes tellen Moeite: Je ogen openhouden Rust: Woloverwogen de dag door Een van de bekendste methodes om zorgeloos weg te dommelen nadat je ’s avonds onder de wol kruipt, is toch wel het tellen van denkbeeldige schapen. Maar werkt het overdag ook? Als je tussen de colleges door even tot jezelf wilt komen, kunnen de blatende viervoeters best een pootje helpen. Per toeval ontdek je een weiland vol wol in de buurt van de d’Almarasweg. De grote volkstelling kan beginnen. Met enkel het geluid van de rustig kauwende grazers op de achtergrond en de geur van vers gras tijdens het turven, ontspan je volledig. De lome dieren hebben duidelijk geen last van deadlines of tentamenstress. Na verloop van tijd vraag je jezelf af waarom jij niet het leven van een schaap kan leiden. De teller blijft steken op 46, meer dan het aantal studiepunten dat jij dit jaar gaat halen.

Wat: Doe-het-zelf yoga Moeite: Sport zonder spierpijn Rust: Afgemat maar voldaan Wanneer de prijs van een sportabonnement je innerlijke rust teveel verstoort, is thuis yoga beoefenen een makkelijk en goedkoop alternatief. Op internet staan genoeg filmpjes van yogameesters die je graag alle hoeken van de kamer laten zien. Bovendien doet een oud vloerkleed prima dienst als yogamat en kan je trainingsbroek gewoon aanblijven. Op commando ga je in de eerste houding staan, om vervolgens de ene na de andere pose vloeiend in elkaar over te laten lopen – Twister is er niks bij. Naarmate je je lichaam in steeds gekkere bochten wringt, verdwijnen alle aardse zorgen en eerdere scepsis over de hele onderneming. Je waant je even in sferen van hemelse rust. Toch zou wat meer oefening de kalmte vergroten, want je stijve lijf is duidelijk nog niet gewend aan al deze halsbrekende capriolen.

Benieuwd naar meer mogelijkheden tot innerlijke rust? Kijk op ANS-Online.nl.

Wat: Blowen Moeite: Beetje bijdraaien Rust: Mindblowing Volgens menig hangjongere is de beste manier om aan de dagelijkse sleur te ontsnappen het gebruik van geestverruimende middelen. Een ritje langs de plaatselijke McBlunt is snel gemaakt. Een papiertje oprollen lijkt simpel, maar in de praktijk gaat het een stuk minder vloeiend dan gedacht. Wanneer je uiteindelijk tevreden bent met je toeter zoek je met wat vrienden een plekje in de buitenlucht. Door de wind is het lastig om de pretsigaret aan te steken, maar na drie pogingen brandt het vreugdevuur dan toch. Sommige voorbijgangers werpen je een verwijtende blik toe, wat ervoor zorgt dat je innerlijke onrust groeit met iedere hijs. Je vrienden paffen vrolijk door, voor hen lijkt er geen wolkje aan de lucht. Terwijl zij een zak chips leegeten, blaas jij de aftocht. ANS


buiten de lijntjes


Tekst: Eva Vervoort/ Foto: Aaricia Kayzer/ Illustratie: Tjeerd Royaards Buiten de lijntjes P. 23

Politiek cartoonist Tjeerd Royaards stuurt met zijn tekeningen krachtige boodschappen de wereld in. Dat gaat niet overal zo gemakkelijk als in Nederland. Buiten onze grenzen komen zijn collega’s regelmatig in de problemen door hun cartoons. ‘Mensen met macht weten heel goed dat cartoons veel impact kunnen hebben en zijn daar bang voor.’ Een politiek cartoonist vertelt via tekeningen wat er mis is met de wereld en wat er beter kan. Deze tekeningen lijken vaak onschuldig, maar voor sommige cartoonisten betekent het een enkeltje naar de gevangenis. Tjeerd Royaards ziet zichzelf en zijn collega’s als waakhonden van de democratie. Met zijn werk wil hij mensen aan het denken zetten. Cartoons verdienen volgens hem dan ook meer belangstelling en waardering dan ze nu krijgen. Samen met een Amerikaanse collega zette hij in 2010 The Cartoon Movement op, een online platform dat een podium biedt aan cartoonisten over de hele wereld. Zo’n driehonderd tekenaars uit tachtig verschillende landen hebben zich inmiddels aangesloten en samen zijn zij goed voor tienduizenden cartoons. Door de diversiteit biedt het platform verschillende perspectieven op bijvoorbeeld de acties van Donald Trump, digitalisering en milieuproblematiek. ‘Sinds de Arabische Lente zijn er ook veel Arabische vrouwen aangesloten bij het platform. Daar ben ik heel trots op.’ ANS nam de trein naar Amsterdam om daar te praten met de idealistische kunstenaar over angst, censuur en Trump. Waarom heb je The Cartoon Movement opgericht? ‘Ik wilde het vak een nieuwe impuls geven. We hebben het platform opgezet met het idee dat heel veel cartoonisten uit de wereld bijeen kunnen komen en hun werk mogen presenteren. We wilden ervoor zorgen dat de cartoonisten geld krijgen voor hun werk, want het is niet eenvoudig om iets te verdienen in dit vak. We zijn een publicatieplatform waarop elke dag cartoons van mensen over de hele wereld worden gepubliceerd. Daarnaast zijn we een agentschap met inmiddels vijftigduizend cartoons in onze database die we doorverkopen aan media, universiteiten en ngo’s. Daar betalen we de cartoonisten weer van. Sinds 2013 zijn we financieel onafhankelijk, dus dat is heel tof.’ Mogen de cartoonisten alles publiceren op de website? ‘We hebben een heel duidelijk niet-censuurbeleid. In zeven jaar is er een geval geweest waarbij ik heb getwijfeld dit aan te passen. Een strenggelovige, vrij conservatieve Rus had gesolliciteerd en dat vond ik heel gaaf, want zo iemand hadden we nog niet binnen ons platform. Blijkbaar had ik mijn onderzoek niet goed gedaan, want toen ik hem had aangenomen en hij cartoons kon uploaden op onze website, publiceerde hij een boel homofobe cartoons. Wat moet je dan? Censureren? Voor een cartoonplatform dat

zich beroept op de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en het belang daarvan, vond ik het heftig om het weg te halen. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om zijn werk te laten staan en er een blog over te schrijven. Deze meningen bestaan toch wel en die verdwijnen niet door de cartoons te censureren. Dan kun je deze beter laten staan en erover discussiëren.’ Zijn vrijwel alle cartoonisten dan links en progressief? ‘Dat weet ik vrij zeker. Ik ken veel cartoonisten en in Nederland kan ik er maar een noemen die een beetje rechts is. Die werkt voor GeenStijl. Ook wereldwijd zijn ze vaak links en progressief, met uitzondering van de VS, waar je een vrij grote groep rechts conservatieve cartoonisten vindt. Zelfs in die groep vind je bijna niemand die iets positiefs over Trump wil tekenen. Je moet eens proberen een cartoonist te vinden die Trump steunt. Dat is gewoon onmogelijk.’

‘In Nederland hebben we ontzettend veel geluk.’ In veel cartoons heb je zelf ook kritiek op Trump. Vind je het belangrijk om je politieke standpunt over hem uit te dragen? ‘Het is een heel leuk onderwerp en daarnaast is het bijna onmogelijk om een week niet over hem te tekenen. Zijn acties leveren zoveel stof tot satire. Ik heb laatst eens geteld hoeveel cartoons ik in totaal heb gemaakt over Obama binnen zijn ambtsperiode, dat waren er zo’n vijftien. Ik heb nu al rond de vijftig keer getekend over Trump in minder dan een jaar. Het maximale aantal onafgebroken dagen dat ik niet over Trump heb getekend, staat op veertien. Ik moet mezelf echt dwingen het niet te doen. Daarnaast is tekenen over Trump ook een kwestie van marktwerking. Ik verkoop mijn cartoons internationaal en Trump is een onderwerp waar veel vraag naar is.’ Teken je ook dingen in opdracht of geven je publicaties alleen jouw eigen mening weer? ‘Als politiek cartoonist teken ik altijd naar mijn eigen mening. Natuurlijk zijn er mensen die vragen of ik over iets specifieks wil tekenen, maar dat is dan altijd mijn eigen kijk op dat onderwerp. Ik zal nooit het idee van een ander


uitwerken. Ik heb financieel de luxe dat ik dingen kan doen die ik leuk vind en waar ik achter sta. Een cartoon is in mijn ogen ook minder goed als je niet achter de inhoud staat. Je ziet dat de onderwerpen waar ik me het drukst over maak, de beste cartoons opleveren en de meeste reacties opwekken bij anderen. Vaak komt mijn emotie en gevoel van urgentie het sterkst naar voren in deze cartoons.’ Wat maakt een cartoon nog meer goed? ‘Ik geloof in less is more. Hoe simpeler, hoe beter je cartoon meestal is. Zelf ben ik fan van cartoons zonder woorden, die geen tekst nodig hebben om een punt te maken. Dan is er ook geen taalbarrière en kun je veel mensen bereiken.’ Ben je ooit bang na het publiceren van een kritische cartoon? ‘Dat valt wel mee. In Nederland hebben we ontzettend veel geluk. We staan sinds jaar en dag in de top drie van de World Press Freedom Index, dat betekent dat je niet bang hoeft te zijn dat de staat je oppakt wanneer je kritisch tekent. De enige keer waarvan ik weet dat dit wel gebeurde, was in 2006 bij Gregorius Nekschot. Hij werd aangeklaagd voor discriminatie en is toen om zes uur ’s ochtends van zijn bed gelicht en gearresteerd. Daar is

veel ophef over geweest. Ik denk zelf niet zoveel na over de gevolgen van wat ik teken, mijn vriendin doet dat wel. Zij was een van de eersten die mij belde na de aanslag op Charlie Hebdo en zei: “Goh, ons adres staat nog op je website, zou je dat er niet afhalen?” Twee maanden later was er in Nederland een evenement voor cartoonisten en daar was geen enkele vorm van beveiliging. Een jaar na de aanslag werd ik in Frankrijk onder politiebegeleiding naar een geheime locatie gebracht voor een conferentie. Dat was een groot contrast.’ Komen andere cartoonisten van The Cartoon Movement weleens in de problemen? ‘Helaas wel. De Maleisische cartoonist Zunar heeft al decennialang kritiek op de regering van zijn land en wordt daarom vervolgd. Vorig jaar heeft de regering een grote rechtszaak tegen hem aangespannen. Nu lopen er zo’n negen aanklachten op basis van opruiing. Maleisië beroept zich op wetten uit de koloniale tijd. Dat zijn allemaal draconische wetten, bijvoorbeeld dat je het volk niet mag aanzetten om in opstand te komen tegen de regering. Dit doet Zunar volgens de regering wel. Hij gaat 43 jaar lang de cel in voor zijn tekeningen als hij schuldig wordt bevonden aan alle aanklachten. Verder is er een Jordaanse cartoonist die laatst doodsbedreigingen van IS heeft ontvangen vanwege een redelijk onschuldige


Column Maurits Vercammen/ Foto: Chiel Nijhuis P. 25

tekening van vrouwen in boerka’s en bikini’s op het strand. Het engste van het vak is misschien wel dat het onvoorspelbaar is waarmee je in de problemen kunt komen. Met The Cartoon Movement proberen we de cartoonisten ook te helpen als ze in de problemen komen. We houden een vinger aan de pols, kijken wat we kunnen doen en werken samen met persvrijheidorganisaties.’ Ben je dan ook extra dankbaar dat je in Nederland werkt? ‘Jazeker, ik kan het me niet voorstellen om in een land te wonen zonder persvrijheid. De cartoonisten die in de problemen komen, zijn ook gewoon mensen met een familie en kinderen. Door jouw werk kan niet alleen jou iets overkomen, maar ook de mensen om je heen. Dat vind ik heel heftig. Ik ben dankbaar dat ik nauwelijks ergens rekening mee hoef te houden. De cartoonisten die onderdrukt worden zijn veel moediger. Hun werk is in landen zonder persvrijheid urgenter. Ik kan wel iets over onderdrukking tekenen, maar zij zijn de gasten aan de frontlinie. In die zin is het werk voor hen veel relevanter dan wat ik doe. Ik ben blij dat ik The Cartoon Movement heb opgericht en hen een podium kan geven.’ ANS

De Pipet is hét satirische nieuwsmedium voor (studerend) Nijmegen, dat als doel heeft lezers op een luchtige en humoristische manier te informeren over het campusnieuws en het Nijmeegse studentenleven. De Pipet: geen speld tussen te krijgen! Refter krijgt Michelinster voor uitmuntend matig voedsel De Refter is beloond met een Michelinster voor haar uitmuntend matige voedsel. Het universiteitsrestaurant kreeg van de jury de hoogste beoordeling voor haar zeer uitdagende en verse gerechten. ‘Met name de ingeblikte zalmfilet was indrukwekkend: deze komt vers vanuit de Lidl-koeling. Zonder blikopener erbij is het zeer uitdagend gerecht!’ Daarnaast viel ook de rauwe, Bourgondische aardappelschotel zeer in de smaak. ‘Deze aardappel komt direct van het platteland, ik heb nog nooit zoiets vers gegeten. Het beetje aarde dat nog op de aardappel zit zorgt voor een verfrissende scrub van je darmen’, aldus een lid van de vakjury. Ondanks het feit dat de Refter de prijs van de gerechten heeft verhoogd naar 38 euro, blijven ook studenten enthousiast. ‘Als ik bij de Refter eet, komt het er altijd gelijk weer uit. Hierdoor kan ik gewoon blijven eten, fantastisch!’ Met name over Texture Free Tuesday blijft men enthousiast: ‘Normaal moet ik kauwen, maar nu kan ik mijn biefstuk gewoon met een rietje opdrinken. Wat makkelijk, zeg’, aldus studente Eva. Naast de smaaktest werden de gerechten aan nog een aantal andere tests onderworpen. Zo werd een aantal gerechten van de bovenste verdieping van het Erasmusgebouw gegooid. De gerookte kip met lauwe diepvriesgroenten overleefde de test. ‘Als een blok beton zo stevig’, luidde het oordeel van de vakjury. Zelfs het Refterbord overleefde de test, maar deze werd snel meegenomen door een oplettende student die Refterservies spaart, aldus een woordvoerder van de universiteit.


Het Issue Tekst: Danique Janssen en Aaricia Kayzer/ Illustratie: Anne Rombouts P. 26

HET ISSUE

In deze rubriek staat iedere editie een ander issue centraal dat de gemoederen flink bezighoudt. Deze editie: de maatschappelijke dienstplicht.

Iedere Nederlandse jongen ontvangt op zijn 17de een brief van de overheid, met daarin een oproep tot militaire dienst. In het verleden gold er een opkomstplicht, maar hier hoeft een jongere tegenwoordig geen gehoor meer aan te geven. Ter vervanging van de militaire dienstplicht pleiten sommige partijen, zoals het CDA en de PvdA, voor een maatschappelijke dienstplicht. Stel je voor: wanneer je 17 bent, ontvang je een brief met daarin het bevel je een jaar lang in te zetten voor de maatschappij, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen bij een zorginstantie. De kans is reëel dat de regering er in de toekomst inderdaad voor kiest een maatschappelijke dienstplicht in te voeren. ANS zocht daarom uit wat de voor- en nadelen zijn. Leidt de maatschappelijke dienstplicht tot betrokken burgers of werkt zo’n verplichting averechts? Mirjam Kaptein, directeur van de Vrijwilligerscentrale Nijmegen ‘Of de maatschappelijke dienstplicht een goed idee is, hangt sterk af van de leeftijdsfase waarin jongeren deze uit moeten voeren. Zo verliepen de maatschappelijke stages die op het voortgezet onderwijs werden ingevoerd voor jongeren van 12 tot 16 jaar erg goed. We hebben toen samengewerkt met scholen om de doorstroom naar vrijwilligersorganisaties zo soepel mogelijk te laten verlopen. Leerlingen gingen zich door deze stages meer interesseren in vrijwilligerswerk. De maatschappelijke stage is inmiddels afgeschaft, en dat vonden veel scholieren jammer. ‘Bij jongeren boven de 18, die net geslaagd zijn, kan een maatschappelijke dienstplicht echter behoorlijk in de weg staan. Op dat moment zijn ze net bezig met het inrichten van hun eigen leven. Voor de ene persoon zal een maatschappelijke dienstplicht geen probleem zijn, maar voor een ander kan het een hele onderbreking zijn van het uitgestippelde pad. Een maatschappelijke dienstplicht doet in die zin geen recht aan de persoonlijke ontwikkeling en levenssituatie van jongeren in deze leeftijdscategorie. ‘Ik ben er dus een groot voorstander van dat mensen een eigen keuze hebben in wat ze doen en waar ze dit doen, zodat het aansluit bij de leefsituatie en toekomstvisie van die persoon. De vraag naar vrijwilligers die zich inzetten voor de maatschappij is erg groot, maar als iemand zich door het verplicht uitvoeren van vrijwilligerswerk belemmerd voelt in zijn pad en daardoor ongelukkig wordt, heeft dat ook invloed op de maatschappij. Dan wordt het werk dat diegene aflevert namelijk van mindere kwaliteit.’

Tariq Sewbaransingh, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) ‘De LSVb is een uitgesproken tegenstander van het invoeren van een maatschappelijke dienstplicht. Wij vinden dat jonge mensen zelf moeten kunnen kiezen hoe zij hun leven inrichten. Daarbij geeft een groot gedeelte van de jongeren aan zich ook zonder wettelijke verplichting maatschappelijk in te willen zetten, dus we zien niet in wat een dienstplicht zou toevoegen. Jongeren moeten vrijwilligerswerk gaan doen uit intrinsieke motivatie, niet omdat het ze wordt opgelegd. Als jonge mensen er dan inderdaad voor kiezen om zich maatschappelijk in te zetten, krijgen ze voor die keuze ook de waardering die ze verdienen. ‘De ChristenUnie (CU) heeft zelfs geopperd om de dienstplicht aan je studieschuld te koppelen. Dan zou je dus korting op je studieschuld krijgen als je aan die plicht hebt voldaan. Dit vinden we al helemaal zorgelijk: in dat geval hangt het van het inkomen van de ouders af of iemand aan deze plicht zal hoeven voldoen. Jonge mensen met welgestelde ouders die de studiekosten betalen, zullen er waarschijnlijk voor kiezen zich niet in te zetten. Studenten uit gezinnen met lagere inkomens zullen dit daarentegen wel moeten doen. Dat zou erg oneerlijk zijn. Mocht er toch een dienstplicht worden ingevoerd, dan vindt het LSVb dat er in ieder geval een onderwijsprogramma omheen zou moeten zitten. Op die manier kunnen jongeren reflecteren op het werk dat ze uitvoeren en op de relevantie voor de maatschappij. Dat is echter heel anders dan de maatschappelijke dienstplicht zoals deze nu wordt voorgesteld.’


Het Issue P. 27

Ammar Selman, fractielid van PvdA Nijmegen ‘Wij vinden dat de voordelen van een maatschappelijke dienstplicht vele malen groter zijn dan de nadelen. Je ziet in Nederlandse steden grote verschillen tussen arme en rijke wijken en dit komt ook terug in het onderwijs. Kinderen van 12 jaar gaan naar de middelbare school en trekken vanaf dat moment vrijwel alleen op met leerlingen van hun eigen niveau. In de rest van hun carrière komen ze mensen met andere onderwijsniveaus bijna niet meer tegen. Dat baart ons zorgen. We denken dat onze samenleving er juist sterker van wordt als mensen bij elkaar gebracht worden. Denk bijvoorbeeld aan televisieprogramma’s zoals Puberruil: hierbij ruilen twee pubers een week van gezin. Je ziet hier hoe begripvol mensen aan het einde van de afleveringen voor elkaar zijn, dat is zoiets moois. Als we de kans hebben om deze verbintenis in onze maatschappij te stimuleren met zo’n maatschappelijke dienstplicht, dan moeten we die grijpen. ‘Jongeren hebben het recht om hun eigen leven in te richten, maar hierbij is enige sturing niet overbodig. We zien bijvoorbeeld dat onze samenleving de afgelopen decennia steeds meer aan het individualiseren is, terwijl wij het juist belangrijk vinden dat mensen voor elkaar kunnen en willen zorgen. Het belang van het collectief staat voor ons voorop. De overheid kan een grote rol spelen in de stimulatie hiervan, en wat ons betreft mag dat ook best wat geld kosten. We zouden dan ook het liefste zien dat die maatschappelijke stages weer terugkomen.’

Hoe ziet de maatschappelijke dienstplicht eruit? De maatschappelijke dienstplicht was tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 een belangrijk onderwerp: onder andere het CDA had het onderwerp hoog op haar agenda staan. Ook PvdA, CU, SGP, VNL, Nieuwe Wegen en PVV spraken zich positief uit over het idee. Hoe deze plicht er precies uit zal zien, is nog onduidelijk, maar in principe dient de maatschappelijke dienstplicht ter vervanging van de militaire dienstplicht. Jongvolwassenen – de CU spreekt over mensen tussen de 18 en 28 – worden opgeroepen zich een jaar lang in te zetten voor de samenleving door vrijwilligerswerk te doen in de zorg of in het leger. De maatschappelijke dienstplicht moet er volgens het CDA voor zorgen dat ‘jongeren direct iets terugdoen voor de maatschappij’, aldus lijsttrekker Sybrand Buma in de Telegraaf. ANS


Kamervragen Tekst: Jules Schmeits/ Foto’s: Guusje van den Ouweland P. 28

kamervragen In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wie er achter de kamer schuilgaat?

Fien op bezoek bij Veerle ‘Hier in de kelder valt er weinig licht naar binnen’, zegt Fien als ze in het midden van Veerles grote kamer staat. Ze denkt dat de bewoner een vrouw is. ‘Of heel homo’, zegt ze erachteraan. ‘Ik gok dat ze 23 is, maar ze kan ook zo’n oude hippie zijn, vanwege de manier van inrichten.’ Gezien de vele literaire boeken in de kamer, van onder andere Edgar Allan Poe, doet Fien er niet lang over om te bedenken welke studie Veerle doet. ‘Ik denk dat ze een Letterenstudie volgt. Het moet iets met literatuur zijn en zo niet dan is deze persoon heel fancy. Dan leest ze al die boeken niet voor haar studie maar heeft ze die meer om te showen.’ Veerle schat Fien in als een zweverig persoon. ‘Een alternatief iemand, maar die zijn meestal wel lief. Ik wvermoed dat ze heeft opgeruimd omdat ik langskwam. Normaal doet ze dat waarschijnlijk niet, omdat ze heel veel spullen heeft.’ Dan valt haar blik op een

Veerle op bezoek bij Fien ‘Wat een klein kamertje!’, is Veerles eerste reactie als ze Fiens kamer binnenkomt. Meer dan een hoogslaper met daaronder een bank, een bureau en een ingebouwde kledingkast past er niet in. ‘Haar naam is waarschijnlijk Fien’, zegt Veerle en ze wijst naar de naam op een krijtbord. ‘Ik denk dat ze begin twintig is.’ Veerle loopt naar het bureau en bestudeert de boeken die erop staan. ‘Haar studie is iets met Nederlands of taalwetenschappen. De bewoner heeft duidelijk iets met taal, er staat hier namelijk veel Nederlandse literatuur.’ Dan valt Veerles oog op een poster van het Scapino Ballet. ‘Ze houdt van dansen, of ze vindt de poster gewoon mooi vanwege de compositie.’ Op de vraag wat voor soort huisgenoot Fien is, antwoordt Veerle: ‘Volgens mij is ze een heel net persoon en draait ze niet vaak harde muziek. Waarschijnlijk zit ze het grootste deel van de tijd stil op haar kamer


Kamervragen P. 29

vragenuurtje Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?

Veerle

Fien

naaktschilderij achterin de kamer. ‘Aan dat onafgemaakte doek te zien, zal ze ook vaak schilderen. Volgens mij mediteert ze ook, vanwege de wierook en het meditatiekussen.’ Fien pakt een paar stenen op die op een kastje in de hoek staan. ‘Deze stenen vind ik ook een beetje hippie-achtig, al weet ik niet waar ze voor zijn.’ ‘Ik zou hier best willen wonen. Het is een rustig plekje, want je hebt maar één buur. Op mijn eigen gang wonen juist heel veel mensen. De kamer is ook best donker. Daar zou ik aan kunnen wennen, maar blijkbaar vindt de bewoonster weinig licht niet erg, anders had ze wel felle verlichting opgehangen. Sommige dingen, zoals die stenen, zou ik weghalen, maar met al die leuke boeken zou ik me best kunnen vermaken. Het is een grote kamer met twee banken, dus je kunt overal chillen. Of seks hebben. Niet dat ik daarvoor van plek zou ruilen, maar zoveel ruimte is wel fijn.’

met haar telefoon, of maakt ze huiswerkopdrachten. Ik denk dat ze alles graag onder controle wil hebben en dat ze daarom goed schoonmaakt. Zelfs het plankje boven de wasbak is netjes. Ook de kraan is gepoetst, alles zit mooi in tasjes en er ligt geen borstel met vieze haren. Bij mij ziet dat er wel anders uit.’ Veerle denkt dat Fien ook aan sport doet: ‘Ik denk dat ze fitnest of danst. Ik weet niet waarom. Ik vind het moeilijk om te zeggen wat haar hobby’s zijn, omdat er vanwege de kleine ruimte weinig persoonlijke dingen in haar kamer staan. Dat vind ik jammer. Veerle zegt stellig dat ze hier niet zou kunnen wonen: ‘Zelf kan ik namelijk echt niet tegen witte muren, daar word ik heel zenuwachtig van. Het daglicht is wel prettig. Met zo weinig ruimte zou ik me al snel opgesloten voelen. Ik kan ook niet tegen hoogslapers, daar kan ik niet in slapen. Het liefst slaap ik zo dicht mogelijk bij de grond, dus waarschijnlijk zou ik op de bank gaan liggen.’

‘Ik vond mijn kamer een beetje saai vergeleken met die van jou’, begint Fien (18), eerstejaars student Nederlandse Taal en Cultuur, nadat ze zich aan elkaar hebben voorgesteld. ‘Maar ik heb ook helemaal geen plek voor zoveel spullen.’ Veerle (21), vierdejaars Psychologie, knikt. ‘Ik vond het best moeilijk om in te schatten wat voor een persoon je bent. Jouw kamer is zo neutraal, alles zag er netjes uit. Ben je een geordend type? Het lijkt alsof je elke keer je spullen op precies dezelfde plek terugzet.’ Daar blijkt Veerle toch een verkeerde inschatting gemaakt te hebben. Fien is naar eigen zeggen eerder een rommelig en chaotisch type: ‘Normaal gesproken ligt alles op de grond en mijn afwas laat ik vaak een paar dagen staan. Ik heb vandaag speciaal een trein eerder genomen om alles op te kunnen ruimen.’ Dan is het de beurt aan Fien om kamervragen te stellen. ‘Je hebt veel leuke boeken. Doe je een Letterenstudie?’ Helaas leren boeken je niet alles en had Fien lang naar Veerle kunnen zoeken in het Erasmusgebouw. In de alternatieve scene is Veerle daarentegen wel te plaatsen. Tot slot wil Fien nog weten waarvoor Veerle de stenen in haar kamer gebruikt. ‘Niet iedereen is ervan overtuigd, maar zelf geloof ik in de werking van edelstenen. Ik denk dat ze een helende kracht hebben. Soms gebruik ik ze ook voor meditaties.’ Dat laatste heeft Fien goed geraden, ook al waren de stenen voor haar een raadsel. Al met al hebben beide meiden best een goede inschatting van elkaar weten te maken. ANS


Deze ANS niet/ GoedVoorEenConsumptie/ Colofon Tekst: Redactie P. 30

DEZE ANS NIET Werkloos Dolenthousiast was de redactie toen het na uren zwoegen loon na werken kreeg met het bedenken van een nieuwe rubriek. Vol trots werd ‘Baanbrekers’ bijgeschreven in het rubriekenboek en werd er gezocht naar een student met zuurverdiende centen. Alle vreugdekreten werden echter bruut tot zwijgen gebracht toen bleek dat de Vox ook wel brood zag in deze voortreffelijk gekozen titel. Na een emotioneel afscheid werd besloten dat ‘Baanbrekers’ van de baan was.

Oud nieuws Op 22 september jongstleden vond ANS een bijzonder smakelijk attribuut op de ruit: een taart. Het bleek een cadeautje te zijn van de buren Campus in Beeld. In de derde ANS van jaargang 31 beschuldigde ANS hen van ideeëndiefstal. Goed om te zien dat de filmmakers zo strak op de actualiteiten zitten. Om de vicieuze cirkel van wraak te doorbreken, besluit ANS geen vergeldingsactie te ondernemen. In plaats daarvan wensen wij Campus in Beeld veel succes toe met het verslagleggen van de invoering van het leenstelsel!

32e jaargang Hoofdredactie Aaricia Kayzer en Vincent Veerbeek Redactie Danique Janssen, Jean Querelle en Eva Vervoort Medewerkers Vince Decates, Bram Jodies, Chiel Nijhuis, Tijn Oostenbrink en Jules Schmeits Illustraties Joost Dekkers, Bibi Queisen, Anne Rombouts en Tjeerd Royaards Foto’s Ted van Aanholt, Kelley van Evert, Aaricia Kayzer, Guusje van den Ouweland, Jean Querelle en Vincent Veerbeek Voorpagina Kelley van Evert Columnisten Maurits Vercammen en Thom Wijenberg Eindredactie Noor de Kort, Julia Mars, Tom Oomen, Pam Oostwouder, Tom Plaum, Tijs Sikma, Marit Willemsen en Wout Zerner Crypto Janneke Elzinga Cartoon Dennis van der Pligt Ontwerp Marloes de Laat en Roel Vaessen Lay-out Aaricia Kayzer Dagelijks bestuur Stijn Verhagen (voorzitter), Aniek de Vries (secretaris), Roy van den Heuvel (penningmeester)

Druk MediaCenter Rotterdam Uitgave, abonnementen en advertentie-acquisitie Stichting MultiMedia: stichtingmultimedia@gmail.com Redactieadres Heyendaalseweg 141 6525 AJ Nijmegen Tel: 06-36428931 Mail: redactie@ans-online.nl

Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk blad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 7 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:


CRYPTO

Crypto Ans deze maand P. 31 P. 31

Nijmegen heeft een hoop bekende Nederlanders voortgebracht. Sommigen wonen er nog, anderen zijn inmiddels overleden of met de noorderzon vertrokken. Weet jij welke bekende Nijmegenaren worden omschreven? 1 2

3

5

4

6

7 8

9

10

De oplossingen van de crypto in de eerste editie van ANS vind je op www.ans-online.nl.

11

ANS mag dit keer twee kaarten weggeven voor LaserQuest. Bij LaserQuest kun je al jaren terecht met je vereniging. Op dinsdag, woensdag en donderdag organiseren ze ‘s avonds het studentenuitje: een spel LaserQuest, een spel LaserSquash en een biertje of fris voor €10. Zie de website voor de voorwaarden, www.laserquestnijmegen.nl

12

13

Wil jij kans maken op kaarten voor twee personen? Stuur dan voor 13 november je oplossingen naar redactie@ans-online.nl.

Horizontaal: 2. de moenen trail past goed bij een van de hits van deze broers (3, 5), 4. gebruikte zijn voetbaltalent aan de andere kant van de rivieren (4, 3), 6. bij deze band zit het niet (2, 5), 7. klinkt alsof hij zijn eigen peulvrucht presenteert (5, 7), 9. hij heeft echter geen houterige stem (6, 3, 3, 4), 10. ‘de grasloper’ zou ook een artiestennaam kunnen zijn (4, 7), 12. d’n oranje heks? gaat vast over voetbal (5, 7), 13. vader jan is ook beschikbaar (3, 3). Verticaal: 1. (voormalig) model met grote cupmaat (6, 7), 3. een band opgericht voor losgeslagen engelse neushoorns (2, 4, 2, 3, 3), 5. tevens zoon jan is een optie (3, 3), 8. een echte ‘kronen’-burger: zo te horen kan hij de interesse van een munteenheid wekken (5, 7), 11. drie lettergrepen en een draaiorgel (7).


VAN DE BAAN www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32

Tekst: Bram Jodies/ Foto: Ted van Aanholt

Wie: Maarten Dubbeld (25), eerstejaars masterstudent Gezondheidszorgpsychologie Bijbaan: Vrijwilliger bij De Kindertelefoon, onbetaald Hoe ben je bij De Kindertelefoon terecht gekomen? ‘Ik zag een poster hangen in het Spinozagebouw en ik wist van een studiegenoot dat zij bij De Kindertelefoon werkte. Toen ik een sollicitatie stuurde werd ik uitgenodigd voor een gesprek, waarin je onder andere een rollenspel speelt. Hierna volgt een training van drie maanden waarin je leert om kinderen te helpen, zodat je met zekerheid aan de telefoon kan zitten.’ Hoe vaak ben je aan de telefoon te vinden? ‘Ik draai zo’n zeven diensten per maand van ongeveer drie uur. De gesprekken kunnen erg zwaar zijn, dus je draait maar één dienst per dag. Kinderen mogen over allerlei onderwerpen contact opnemen met De Kindertelefoon, of het nu een heftige of een wat luchtigere kwestie is. Daarnaast werken we met een landelijk systeem, waardoor kinderen anoniem worden doorverbonden met de eerste beschikbare medewerker. Het kind hoeft pas uit de anonimiteit te treden wanneer hij dat wil. Indien nodig kunnen we hem ook nog doorverbinden met een organisatie als Veilig Thuis, waar professionals binnen de Jeugdzorg werken.’

Het is dus een serieuze bijbaan? ‘Meestal wel, maar als kinderen prankcallen staan we ze ook te woord. Soms gaan we erop in en maken we er een leuk gesprek van. Wanneer ze heel flauw een pizza of een kapsalon proberen te bestellen, weten we al snel hoe de vork in de steel zit. We gaan er nooit lang op in, omdat prankcallers de lijnen bezet houden. Gelukkig leer je vrij snel de neppe klachten van de serieuze te onderscheiden. In de periode dat killerclowns veel in het nieuws waren, belden er veel kinderen dat ze werden achtervolgd door zo’n clown. Als je ze dan vraagt of ze al contact hebben opgenomen met de politie, antwoorden ze dat hun beltegoed bijna op is.’ Wat zijn de moeilijke kanten van het beroep? ‘Bij de langere, serieuze gesprekken hoor je vaak dingen die je niemand zou toewensen. Pesten, bijvoorbeeld, of onzekerheid over seksualiteit, maar ook eetstoornissen, suïcidale gedachten, mishandeling of zelfverminking. Ook als je heel aangedaan bent, is het belangrijk dat je het kind goed te woord kan staan. Soms moet je accepteren dat je alleen maar kunt handelen naar je eigen vermogen, en dat je daar uiteindelijk tevreden mee moet zijn. Over het algemeen blijven gesprekken anoniem, dus je hoort niet vaak of het verhaal een goede afloop heeft.’ ANS