Column Jackie de Bree P. 5
je eenzaam te voelen, maar het is van belang dat je hier niet te lang in blijft hangen en een nieuw sociaal netwerk opbouwt.’ Volgens de hoogleraar kunnen er zowel fysieke als mentale problemen optreden als dit niet gebeurt. In zulke gevallen zou er toch echt een expert bij het probleem moeten komen kijken, maar voorop staat dat verenigingen ook een preventieve rol kunnen spelen. Zij kunnen met hun informele activiteiten een vorm van ondersteuning faciliteren die een studentenpsycholoog, studieadviseur of huisarts nooit kan bieden.
‘De nieuwe aanwas vormt een cruciale voedingsbodem voor latere commissieleden.’ Vissen in de introductievijver Niet alleen eerstejaars hebben er baat bij dat zij goed worden opgevangen, ook voor studie- en studentenverenigingen is dit van belang. Voor hen is het belangrijk om de nieuwe aanwas bij hun vereniging te betrekken en zo het aantal actieve leden op peil te houden. De nieuwe aanwas vormt immers een cruciale voedingsbodem voor latere commissieleden en op de lange termijn zelfs bestuursleden. Om die leden betrokken te houden, is er in de coronatijden meer nodig dan een korte online introductieweek. In de weken na de introductie zal het namelijk ook lastiger zijn om iemand nonchalant mee te vragen naar een borrel of iemand die minder actief is toch in de wandelgangen te overtuigen om mee te gaan zuipen vanavond. Een manier om de studentencultuur toch bruisend te houden, is bijvoorbeeld voor studieverenigingen om een speciale commissie aan te stellen die zich langer bezighoudt met de eerstejaars. Deze commissie zou onder andere extra activiteiten kunnen organiseren waardoor de eerstejaars meer als groep worden verbonden.
‘In eenzame tijden is een gemeenschapsgevoel belangrijker dan ooit.’ In eenzame tijden is een gemeenschapsgevoel namelijk belangrijker dan ooit. Een praatje na college, een toevallige ontmoeting of een bezoek aan The Yard na een bevredigende squashsessie: het zijn allemaal sociale gelegenheden die nog maar sporadisch voor zullen komen. Dit zijn uitzonderlijke tijden die vragen om uitzonderlijke inzet. Verenigingen zullen dan ook veel hulp nodig hebben van actieve leden. Iedereen heeft zich wel eens eenzaam gevoeld, vooral die studenten wiens studie- en sociale leven vanwege de crisis aan eind van het vorig jaar volledig wegvielen. Dit is hun kans om te voorkomen dat anderen ook in eenzaamheid vervallen en een kans om zelf nieuwe ontmoetingen op te zoeken. Dus surf op het internet, duik dat sociale netwerk in en open die ogenschijnlijk krakkemikkige zoomvrijmibo van je studievereniging om te proosten met een eerstejaars. Je bent tenslotte nodig. ANS
HET SCHAAMROOD Tweedejaarsstudent Jackie de Bree observeert zo nu en dan confronterende situaties. Doorgaans blijkt daaruit dat gevoelens van schaamte vaker op de loer liggen. Zowel voor haar als haar omgeving. In deze column beschrijft zij met licht ironische toon zo’n geval Vorige week zat ik met mijn familie rond de tafel toen mijn zus plotseling vroeg wat ons favoriete spreekwoord is. Haar spontaniteit verraadde een zekere drang om haar eigen voorkeur met ons te delen. ‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’, begon mijn zus breed grijnzend. ‘Dit spreekwoord gaat voor iedereen op.’ Als je oordeelt over iemand anders zegt dat oordeel meer over jou dan over die ander, zo beweerde ze. Zo had ik niet eerder naar mijn eigen oordelen gekeken. Warempel de volgende dag bleek ook ik een typische waard te zijn. Een vriendin vertelde me dat ze pas geleden samen met haar kersverse liefde op straat liep en toen een kennis tegenkwam. Zij was direct op haar hoede. Deze kennis is namelijk berucht om haar slinkse en uiterst jaloerse sneren. Verrassend genoeg prees ze het koppel de hemel in. Van jaloezie was niets te merken. Mijn vriendin leek hoopvol: misschien hadden we ons op de kennis verkeken. Terwijl mijn vriendin door ratelde, dacht ik er verder het mijne van. Ik was in eerste instantie niet van plan om mijn oordeel over de kennis te veranderen. Volgens mij reageerde ze alleen maar zo enthousiast omdat ze haar jaloezie wilde verhullen. Dit deed ze niet voor de buitenwereld zoals zo vaak gebeurt, maar voor zichzelf. Op deze manier hoefde ze niet aan zichzelf toe te geven dat ze überhaupt jaloers was. Haar compliment was dus niet werkelijk gemeend, maar eerder een persoonlijk schouderklopje. Een geniepige doch behendige zet. Die truc had ik toch maar mooi doorzien! Plotseling hoorde ik mijn zus lachen in mijn hoofd. Doorzag ik de truc door mijn geslepen mensenkennis of omdat ik in een spiegel keek? Had ik deze strategie niet juist zelf meerdere malen toegepast om mijn eigen gezicht te redden? Driemaal kraaide de haan. Mijn oordeel over onze kennis bleek slechts gebaseerd op mijn eigen gedrag. Alleen omdat ik zelf sluw ben, heb ik inzicht in haar slinksheid. Ik voelde me schuldig en kleurde rood. Ik zat ernaast met mijn oordeel en hiermee veroordeelde ik ook mezelf. De kennis lijkt op mij: jaloers is ze namelijk wel, maar een geniepige slang zeker niet.