Baas in eigen bordeel? Tekst: Aaricia Kayzer en Thom Wijenberg/ Illustratie: Inge Spoelstra P. 26
Tijdgeest
BAAS IN EIGEN BORDEEL?
In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: Sekswerk
In 2000 werd in Nederland het bordeelverbod opgeheven. Met de decriminalisatie van bordelen gaf de overheid een duidelijk signaal: sekswerkers voeren een volwaardig beroep uit en dienen in openheid te kunnen werken. De legalisering van bordelen pakte echter weinig positief uit voor mensen die met seks hun brood verdienen. Gemeentes voerden massaal repressieve maatregelen in waardoor het aantal tippelzones, ramen en andersoortige werkplekken in Nederland de afgelopen twee decennia drastisch daalde. Volgens sekswerkers en belangenorganisaties wordt bij de beleidsvorming voor de sekswerkbranche nauwelijks naar hen geluisterd. Met het oog op het beleid rondom sekswerk: hoe is de kijk op deze beroepsgroep door de tijd heen veranderd en hoe zal dit beeld er in de nabije toekomst uitzien? Verleden: Gedwongen prostitutie Sekswerk mag dan het oudste beroep ter wereld worden genoemd, er gaan nog veel stigma’s mee gepaard. Zo heerste in de jaren zestig het idee dat sekswerkers psychisch beschadigd zijn. Van dat idee zijn we inmiddels af, maar het beeld van de gedwongen sekswerker is hardnekkig, aldus Ine Vanwesenbeeck, hoogleraar Seksuele ontwikkeling, diversiteit en jeugd aan de Universiteit Utrecht. Ons huidige beeld van dit beroep gaat volgens Vanwesenbeeck terug op een reeks VN-conferenties uit de jaren tachtig en negentig. ‘In die conferenties was er een kamp bestaande uit radicaalfeministen en christelijke partijen dat de opvatting koesterde dat sekswerk per definitie een vorm van dwang en mensenhandel is’, aldus Vanwesenbeeck. De alliantie van deze twee partijen kon onder de regering Bush die de strijd tegen mensenhandel hoog op haar agenda plaatste, rekenen op grote financiële steun vanuit de Verenigde Staten. Het resultaat: wereldwijd zijn de woorden prostitutie en mensenhandel onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt. Om mensenhandel te beperken heeft Nederland rond de eeuwwisseling besloten om bordelen te legaliseren en sekswerk in openheid te brengen. Met dit reguleringsbeleid, waarbij sekswerkers zich kunnen melden zonder te hoeven vrezen voor strafrechtelijke repercussies, hoopte de regering onvrijwillige prostitutie de kop in te drukken. Deze wetgeving leidt echter vooral tot repressieve maatregelen. Gemeentes hebben sinds de invoering van dit beleid het laatste zegje over sekswerk in hun domein: zij mogen hier zelf voorschriften over opstellen. In Nijmegen leidde dit in 2011 bijvoorbeeld tot een uitsterfbeleid voor de tippelzone en in ook in andere steden loopt het aantal ramen terug.
Heden: Hogere minimumleeftijd en vergunningsplicht Het hedendaagse beeld van sekswerkers is inderdaad gestoeld op het idee dat sekswerk een vorm van mensenhandel is, beaamt Sietske Altink, beheerder van het online archief Sekswerkerfgoed. ‘In 2008 waren er een aantal gevallen van mensenhandel in de vergunde prostitutie’, vertelt ze. ‘Tegelijkertijd was er veel ophef over loverboys. Dat heeft de publieke opinie ook gestuurd.’ Hoewel het slechts om een aantal gevallen gaat, is het bestrijden van mensenhandel dé pijler in wetgeving rondom sekswerk. In 2019 was het terugdringen van mensenhandel voor coalitiepartijen CDA en ChristenUnie de voornaamste reden om het wetsvoorstel Wet regulering sekswerk in te dienen. Met deze wet komt er een landelijke vergunningsplicht voor sekswerkers. Vergunningen worden pas toegekend als een aspirant-sekswerker door een ambtenaar zelfredzaam genoeg wordt geacht. ‘Zo’n zelfredzaamheidstest bevestigt het beeld van sekswerkers als zielige mensen die door een exploitant worden uitgebuit’, vertelt Altink. Vanwesenbeeck ziet dat het voor veel sekswerkers moeilijk is om met hun beroep naar buiten te treden en de beeldvorming te bestrijden. ‘Veel sekswerkers houden de aard van hun beroep geheim voor familie en vrienden’, stelt ze. ‘De straf op openbaarheid is bij sekswerk groot.’ Het is niet ongewoon dat sekswerkers door buren of klanten worden gechanteerd met de manier waarop zij hun brood winnen. Belangenorganisaties voor sekswerkers zoals PROUD trachten negatieve beeldvorming rondom sekswerk te bestrijden, maar volgens Altink zullen bepaalde stigma’s nooit compleet verdwijnen. ‘We kunnen hoogstens het leed verzachten door te benadrukken dat sekswerk een legitiem beroep is waarbij lang niet altijd sprake is van dwang en mensenhandel.’