Allinq Visie #40 - Maart 2023

Visie

“Innovatie is een belangrijke kernwaarde en met onze totaaloplossing rondom digitaal inmeten lopen we voorop.”

• In control zijn door slim digitaal inmeten

• Terschelling klaar voor het nieuwe toeristenseizoen

• Erik Dekker professionaliseert

Allinq Continental Cyclingteam

4

In control zijn door slim digitaal inmeten

6 Terschelling klaar voor het nieuwe toeristenseizoen

8

Erik Dekker directeur Allinq Continental Cyclingteam

10

Aanleg glasvezel op basis van huidige KPN-infrastructuur

12

Glasfaser Nordwest vindt betrouwbare partner in Allinq

14

Allinq bereidt zich voor op de toekomst

16

Innovatieve tillift maakt het onmogelijke mogelijk

Samen met jou en andere professionals hebben we de afgelopen jaren bérgen werk verzet. De glas-dichtheid van Nederland is maar liefst ca. 60%, ruim 4,5 miljoen aansluitingen op 8 miljoen woningen, en het vaste netwerk is één van de beste en snelste van heel Europa. Een prestatie waar we als branche écht trots op mogen zijn. Maar nu… gaan we lekker achteroverzitten en genieten van al dat succes? Ik dacht het niet!

Bij Allinq hebben we de laatste jaren flink gepionierd, gespeeld en getest met alles wat we met onze kennis, ervaring en innovatiedrang nog méér voor de wereld kunnen doen. En voor onszelf, want van stilzitten wordt een Allinq’er over het algemeen niet zo gelukkig.

Allereerst kunnen we alles wat we in Nederland leerden natuurlijk inzetten om ook andere landen aan een geweldig glasvezelnet te helpen. Hetzelfde spelletje, met een andere cultuur, bodem en markt als leuke uitdaging. Met onze vestigingen in Duitsland en Denemarken zetten we mooie stappen met lokale vakmensen, zoals ook op pagina 12 van deze Visie te lezen is.

Daarnaast helpen we onze klanten met vooruitstrevende technieken als Smart Asset Management, digital twinning, VR, AR en uitvindingen als digitaal inmeten (pagina 4) om hun glasvezelnetwerk slim te beheren. Zo kan de combinatie van data en sensors problemen voorspellen, kunnen 3D-asset-modellen helpen bij het maken van gedegen keuzes, zijn VR-brillen bijvoorbeeld ideaal voor onsite ondersteuning op afstand en legt digitaal inmeten alles onder de grond veel beter vast. Zo staat digitalisatie écht in dienst van vakmensen.

Maar de grootste eyeopener is misschien wel dat we met alles wat we in huis hebben ook andere branches kunnen helpen. Met praktische dingen als de lift op de achterkant van deze Visie, maar ook door écht mee te bouwen, zoals bij het versterken van het energienetwerk.

Een belangrijke opgave waar we onze kennis, ervaring, drive, middelen en uitvindingen graag voor inzetten! Heb je dus een uitdaging die wel een dosis Allinq kan gebruiken? Laat het gerust eens weten, we worden graag uitgedaagd!

Wim Beukers Algemeen Directeur

“Maar de grootste eyeopener is misschien wel dat we met alles wat we in huis hebben ook andere branches kunnen helpen.”

In control zijn door slim digitaal inmeten

Het aanleggen van glasvezelkabels onder de grond is precisiewerk. Allinq introduceert een oplossing, die nauwkeurig vastlegt waar en op welke diepte leidingen gelegd zijn. De graafploeg scant eenvoudig de omgeving waar de kabel is gelegd met een mobiele telefoon of tablet. De data wordt vervolgens verwerkt in een 3D-platform, oftewel een driedimensionale landkaart. Deze digitale meetoplossing In Control biedt een schat aan informatie.

Door de geul digitaal in te meten is precies bekend waar de kabels liggen en op welke diepte. “We versnellen het inmeetproces en tonen daarmee eenvoudig en snel aan onze klanten wat we leveren”, vertelt Hessel van der Bij, Product Owner bij Allinq. “Voor alle betrokken partijen is het prettig om op deze manier de productie in beeld te brengen. Dit levert niet alleen veel voordelen op bij de aanleg, maar ook in de toekomst voor het serviceproces en het realiseren van na-aansluitingen.”

Vastleggen in het kadaster

Onder de grond liggen ongelooflijk veel kabels en leidingen van diverse leveranciers. Alle gas-, water- en elektra-aansluitingen in

Nederland zijn vastgelegd in een kadaster. “Partijen die een schop in de grond willen zetten zijn wettelijk verplicht dit te melden bij Kabels en Leidingen Informatiecentrum (KLIC)”, zegt Hessel. “Door kabels in te meten kunnen aannemers veilig werken en zijn schades aan netwerken zo veel mogelijk te voorkomen.”

Driedimensionale wereld

Tot dusver gebeurt het inmeten van kabels handmatig of door een externe partij. “Met In Control maakt de graafploeg eenvoudig zelf opnames van de glasvezelkabels als de geul open is”, legt Jalbert Landwaart, Operational Productmanager bij Allinq, uit. “Deze aanpak en methode kent veel voordelen. Het digitaal inmeten van de locatie

van de kabels gebeurt accuraat, waardoor we de situatie onder de grond goed in kaart krijgen. Daarnaast hebben we bewijslast richting overheden en opdrachtgevers over de uitgevoerde werkzaamheden. Ook kunnen we andere relevante informatie toevoegen, zoals foto’s, specifieke kenmerken, plattegronden, landkaarten en gegevens van gebouwen. Zo ontstaat een zeer volledig platform: een driedimensionale wereld boordevol gegevens. Bovendien vinden we kabels en leidingen onder de grond bij eventuele storingen makkelijker en sneller terug, dan op losse foto’s, schetsjes of tekeningen.”

Ondergrondse infrastructuur

In Control werkt met LiDAR scanning en maakt een 3D-model van de werkelijkheid. In dit 3D-model verschijnt allerlei nuttige data over de locatie van de kabels, zoals diepte, lengte en bodembedekking. Kennis over de bodembedekking is waardevol, omdat graven door de berm bijvoorbeeld makkelijker is dan door tegels of klinkers. De diepte- en lengtebepaling zijn zeer nauwkeurig en geven een uiterst zorgvuldig beeld van de ondergrondse infrastructuur. Bovendien biedt In Control veel meer informatie. Het visueel vastleggen is dan ook een enorme verbetering en vooruitgang ten opzichte van het schetsen van de situatie of het inmeten met een GPS-stok. Bij deze laatste techniek is Allinq afhankelijk van derden. Het inmeten vergt een hoge mate van complexiteit en wordt vaak door een externe landmeetkundige dienst uitgevoerd. Als civiele teams het inmeten niet meer hoeven af te stemmen met derden en voortaan zelf kunnen doen, levert dat veel tijdwinst op.

Intern testen

“In 2021 ontstond het idee om zelf een app en platform voor slim digitaal inmeten te ontwikkelen”, zegt Jalbert. “Zie nu waar we staan! De techniek draait zoals gewenst en we verwerken data tot accurate digitale tekeningen. Intern zijn we de app volop aan het testen voordat we ermee de markt op gaan en deze gaan inzetten bij onze klanten. In Control geeft ons meer flexibiliteit en schaalbaarheid voor de toekomst.”

Eenvoudig in gebruik

De civiele medewerkers van Allinq gaan het digitaal inmeten inpassen in hun dagelijkse werkproces. “We staken daarom veel tijd en energie in de gebruiksvriendelijkheid van de app”, vertelt Hessel. “De app is simpel en eenvoudig in gebruik”, vult Jalbert aan. “Je scant de locatie van de glasvezelkabels, uploadt de opname en deze verschijnt op het platform. Je hebt zo meer inzicht in wat je doet, bent onafhankelijk van derden en bent in de toekomst minder tijd kwijt aan het zoeken van de juiste tekeningen of distributiepunten.

Je bent dus in control! Collega’s zijn zelfs zo enthousiast, dat ze ideeën hebben om de app uit te breiden.” Eén van die ideeën is: eerst het resultaat bekijken voor het versturen van de opname. Stel, je bent een stuk van de geul vergeten te filmen, dan kun je een nieuwe opname maken. Andere wensen zijn het toevoegen van een apart veld voor opmerkingen, mededelingen of extra foto’s. Deze feedback uit het veld pakt Allinq direct op.

Meer grip op de uitvoering

Allinq volgt ontwikkelingen op de voet. “Innovatie is een belangrijke kernwaarde en met onze totaaloplossing rondom digitaal inmeten lopen we voorop”, zegt Hessel trots. “De ontwikkelde applicatie is een springplank voor verdere digitalisering van aanlegprocessen. Als onze civiele medewerkers straks dagelijks digitaal inmeten, krijgen ze beter zicht op de voortgang van de productie. We zijn minder tijd kwijt aan administratie, waardoor we gebieden sneller kunnen opleveren aan onze klanten. Kortom, we krijgen meer grip op de uitvoering.”

Waardevolle informatie

“We staan met de ontwikkeling van In Control pas aan het begin”, concludeert Jalbert. “Ons primaire doel was een methode realiseren die het inmeten van de geul sneller, accurater en makkelijker maakt. De app biedt een schat aan waardevolle informatie. We gaan het product stap voor stap uitbreiden en vervolmaken, zodat we onze klanten optimaal kunnen blijven bedienen.”

“Door de combinatie van continue checks en sterk dalende kosten per vierkante meter, kunnen we nu grootschalig nulmetingen inwinnen om zo alle projecten een vliegende start te geven.”

Via onze In Control app wordt een PointCloud gemaakt van het gegraven tracé.

Deze PointCloud wordt in de luchtfoto verwerkt. Het resultaat is een overzichtelijk dashboard van het gegraven tracé.

Sinds november werkt Allinq aan het unieke project om Waddeneiland Terschelling aan te sluiten op glasvezel. Het werk overzee vereist een goede planning en improvisatievermogen. Bij projectmanager Frank van Doorn en zijn team is die uitdaging in goede handen. In plezierige samenwerking met opdrachtgever Glaspoort en vele andere partijen zorgt Allinq dat de eilandbewoners en ondernemers een solide internetverbinding krijgen, precies op tijd voor het toeristenseizoen.

De hoofdkabel vanaf de vaste wal is al aanwezig, Allinq legt de glasvezel op het eiland aan. Het gaat in totaal om circa 4.700 aansluitingen. Niet alleen bewoners worden aangesloten, maar ook campings, vakantiehuizen en bedrijven. Zij zitten daar met smart op te wachten, vertelt Frank. “Het internetgebruik is op het eiland flink toegenomen, onder meer door de vele zakelijke internettransacties tussen ondernemers en hun klanten en leveranciers. Het huidige netwerk raakt daardoor in piekperioden overbelast, wat leidt tot storingen bij het televisie kijken, het doen van online bestellingen en al het andere online communicatieverkeer. Zowel de bewoners als de ondernemers hebben daarom grote behoefte aan een sneller en betrouwbaarder internet.”

Knowhow

Frank heeft veel ervaring om grote glasvezelprojecten in goede banen te leiden. Die knowhow komt in dit project goed van pas, want bij het werk op het Waddeneiland komt meer kijken dan bij projecten op het vaste land. Zo moest Allinq medewerkers vinden die doordeweeks op het eiland wilden verblijven en onderdak voor hen regelen. Ook de aanvoer en het transport van materialen zijn op een eiland een uitdaging. “Je kunt niet snel naar een leverancier toe om extra materialen te halen, dus een goede planning is heel belangrijk”, legt Frank uit. “Fijn is dat ik het eiland goed ken. In mijn studententijd werkte ik er in de horeca en nog steeds ga ik er twee à drie keer per jaar in mijn vrije tijd heen.”

Wat hem erg aanspreekt op het eiland en ook heel plezierig is voor zijn team, is de gemoedelijkheid. “De bewoners van Terschelling zijn heel dankbaar. Ze brengen bijvoorbeeld wat lekkers wanneer de

werkmannen in hun buurt aan de slag zijn. En als ze hinder ondervinden van ons werk, spreken ze onze mensen op straat daar vriendelijk op aan, zodat zij het gelijk kunnen oplossen. Die gemoedelijkheid waarderen onze jongens enorm. Omgekeerd staan zij ook graag klaar om bewoners soms een handje te helpen, bijvoorbeeld wanneer ze slecht ter been zijn en ondersteuning nodig hebben om over de tijdelijke loopplanken hun woning te bereiken.”

De bewoners worden over de vorderingen van het project goed op de hoogte gehouden. Zo waren er onlangs de providerdagen. Naast informatie over de verschillende internetproviders waaruit ze kunnen kiezen, kregen ze ook te horen hoe Allinq vordert met het aanleggen van de kabels.

Kruisbestuiving

Al drie jaar leidt Frank ook een groot project om de stad Groningen op glasvezel aan te sluiten. Op Terschelling profiteert hij van de kennis en contacten die hij daar opdeed. Zo hielp de gemeente hem aan een projectleider voor het civiele werk op het eiland. “Die kruisbestuiving is mooi”, zegt hij enthousiast. “Met mijn team in Groningen ga ik nog een keer een bezoek brengen aan Terschelling, zodat de teams van elkaar kunnen leren, bijvoorbeeld hoe je op een druk kruispunt of bij een harde ondergrond zo slim mogelijk te werk kunt gaan.”

Op Terschelling werkt het team ondertussen hard door om al het werk tijdig af te krijgen. Frank is heel blij met die inzet: “Ik ben er trots op dat wij in een korte periode zoveel werk weten te verzetten en dat heel zorgvuldig doen. Na de aanleg van de kabels leveren we

“De bewoners van Terschelling zijn heel dankbaar.”

“Ik ben er trots op dat wij in zo’n korte tijd zoveel werk weten te verzetten.”

Terschelling klaar voor het nieuwe toeristenseizoen

het straatwerk weer keurig op. Daarvoor krijgen we veel waardering van gemeente Terschelling en de bewoners. Ook van collega’s die een kijkje komen nemen, krijg ik complimenten.”

Denken in mogelijkheden

Wat volgens Frank enorm helpt bij het uitdagende project is de behulpzaamheid van de vele samenwerkingspartners. “De behulpzaamheid op het eiland geeft veel energie. Iedereen denkt in mogelijkheden”, zegt hij. Zo prijst hij onder meer het goede en intensieve contact met gemeente Terschelling. “Om lange stukken tracés te graven, mogen we nu ook op zaterdag gaan graven, zodat we flink meters kunnen maken. Daarnaast speelt de gemeente een belangrijke rol in het contact met de bewoners en bedrijven. Op enkele adressen waarvoor nog toestemming ontbrak, kunnen we nu toch de aansluitingen gaan realiseren.”

Ook op vele andere vlakken heeft het team profijt van organisaties die goed meedenken. Met Verkley, het bedrijf dat op het eiland kabels en leidingen legt voor de energietransitie, zijn samen buizen neergelegd. Met Liander, de beheerder van het energienet, is het tracé afgestemd. Met Staatsbosbeheer en Waterschap Friesland is goed overleg over het duin- en heidegebied. En lokale aannemers delen hun knowhow over de ondergrond en leveren waar nodig en mogelijk extra materialen. Last but not least plukt het team de vruchten van een goede interne samenwerking bij Allinq, zoals met de FttS-afdeling die op het eiland zorgdraagt voor het onderhoud van de zendmasten.

Strakke planning

Het project vereist een strakke planning die Frank scherp in de gaten houdt. In de zomer van 2022 startte de voorbereidingen voor het project en in november ging Allinq van start met de civiele werkzaamheden. Het aanvankelijke plan behelsde circa 4.400 aansluitingen.

Door een later besluit om ook de vakantieparken mee te nemen, breidde dit aantal zich uiteindelijk uit naar circa 4.700. “Dat betekende voor Allinq ook terug naar de tekentafel om de benodigde aanpassingen in de technische tekeningen te maken”, vertelt Frank. Hij stelt nu alles in het werk om eind april klaar te zijn met het civiele werk op straat. “Rond mei barst op het eiland het toeristenseizoen los met vele fietsers en wandelaars. Dan is het onwenselijk om nog opengebroken straten te hebben.” Eind december zullen vervolgens naar verwachting alle huisaansluitingen zijn gerealiseerd.

Het project in cijfers

• Allinq realiseert 4.700 aansluitingen.

• Het nieuwe netwerk telt 550 kilometer aan kabels.

• Op topdagen werkt het team met wel 80 man tegelijkertijd.

• Voor de planning en uitvoering zijn in totaal circa 120 medewerkers betrokken.

“Rond mei barst op het eiland het toeristenseizoen los, met vele fietsers en wandelaars. Opengebroken straten zijn dan onwenselijk.”

Allinq is heel blij en trots dat voormalig wielerprof Erik Dekker in 2023 is gestart als directeur van het Allinq Continental Cyclingteam. Dekker was van 1992 tot 2006 beroepsrenner en tot 2016 ploegleider van het Rabobankteam. Inmiddels heeft hij een eigen bedrijf in wielerevents. Aan hem nu daarnaast de taak om het gedreven Allinqwielerteam verder te professionaliseren. Enthousiast vertelt hij over zijn rol en verwachtingen.

Waarom ben je deze uitdaging aangegaan?

Ik maakte kennis met dit team via mijn zoon die vorig jaar ploegleider was, maar nu de stap heeft gezet naar het WorldTour-team van Team DSM. Ook organiseerde ik vanuit mijn eigen bedrijf voor Allinq afgelopen jaar een fietsevent voor relaties. Vlak voor kerst vroegen ze mij of ik deze rol als directeur wilde vervullen. Hoewel ik gelijk enthousiast was, wilde ik wel even met mijn partner overleggen. Inmiddels ben ik met veel plezier van start gegaan. Ik vind het een mooie uitdaging dit team verder te professionaliseren, waarbij mijn ervaring als beroepsrenner en ploegleider ongetwijfeld goed van pas zullen komen.

Wat is je voornaamste rol?

Mijn focus ligt op het intensiveren en stroomlijnen van de contacten met sponsoren. Zo wil ik zorgen voor een goed fundament voor de toekomst, de randvoorwaarden creëren om de beste Continentalploeg van Nederland te worden. Ook vind ik het belangrijk dat de ploegleden zich goed bewust zijn van de relatie met de sponsoren. Sponsoren willen commitment zien. Het gaat om win-win.

Wat voor ploeg heb je onder je hoede?

We hebben een mix van jonge talenten en ervaren renners. Dat is een mooie mix voor de wedstrijden die we rijden. We rijden voornamelijk wedstrijden in Nederland en België. De wind is dan vaak een belangrijke factor en vereist veel kracht. De ervaren renners zijn daar goed in getraind, de jonge renners zullen daar nog in groeien. Dat vergt tijd en goede begeleiding.

De komende periode zal ik de renners steeds beter leren kennen. Een goede start is nu ons trainingskamp in Spanje, ter voorbereiding op de eerste wedstrijden in maart. Sportief manager Marc Zonnebelt begeleidt de jongens bij het fietsen, maar ook ik fiets elke dag een stukje met ze mee. Het is een mooie manier om een steeds beter beeld te krijgen van de capaciteiten en kenmerken van de ploeg en afzonderlijke renners. We zijn met veel enthousiasme aan de slag gegaan en kijken uit naar een mooi seizoen met allereerst de traditionele openingswedstrijd Craft Ster van Zwolle op 4 maart en de toffe meerdaagse Olympia’s Tour van 22 tot en met 26 maart.

Wat vind je ervan dat Allinq jullie hoofdsponsor is?

Dat vind ik heel leuk. Het komt voort uit het sponsorschap van Wielervereniging de IJsselstreek, een wielerclub in Harderwijk. Ik vind het prijzenswaardig dat Allinq in dit ‘project’ stapt om deze ploeg in de derde divisie verder te professionaliseren. Met elkaar gaan we nu vol energie ertegenaan om dat doel te bereiken.

Kunnen lezers van Allinq Visie een keer naar een wedstrijd komen kijken?

Dat kan zeker. Iedereen is van harte welkom om naar een van de wedstrijden te komen waar de ploeg actief is. We laten partners van Allinq graag zien wat we doen en maken ze graag enthousiast om deze mooie ploeg ook te ondersteunen. Voor nog meer beleving kunnen we daar desgewenst ook zelf een fietstour aan vastplakken!

“Ik vind het een mooie uitdaging dit team verder te professionaliseren”

Zie voor contactinformatie en meer informatie over het team en het wedstrijdprogramma

Over het team

Zestien renners strijden voor de winst op UCI Continentaal niveau. Allinq Continental Cyclingteam is een Nederlandse wielerploeg die in 2022 is opgericht en haar oorsprong vindt op de Veluwe. De ploeg wil zichzelf uitdagen, innoveren, grenzen verleggen en (internationaal) groeien. Daarmee deelt het team dezelfde waarden als Allinq.

In 2022

• behaalden ze 8 overwinningen

• eindigden ze 9 keer in de top drie

• reden ze wedstrijden in 10 landen

Allinq pionier in Brownfield:

Aanleg glasvezel op basis van huidige

KPN-infrastructuur

Splitters

OAP (Optical Aggregation Point)

Bestaande glasvezelkabel

Feeder

Reeds aangelegde infrastructuur Glas benutten voor nieuwe aansluitingen van Fiber to the Home (FttH)? Het kan. Alling verzorgt in opdracht van KPN voor heel Noord-Nederland deze Brownfield-aansluitingen. Een unieke opdracht, vertelt Harry Selles.

“Wij doen de hele uitvoering: het vooronderzoek, het testen van de verbindingen, de plaatsing van de straatkast, de aanleg van de feeder, het plaatsen van de apparatuur in de wijkcentrale en straatkast, de huisaansluitingen én het beheer en onderhoud. Dat is uniek. Andere bedrijven hebben maar een deel van die expertise in huis”, zegt Harry. Hij is bij Allinq eindverantwoordelijk voor deze opdracht en neemt ons in dit artikel mee in dit pioniersavontuur.

Greenfield versus Brownfield

Waar eerst overal nieuwe glasvezelkabels werden aangelegd, maakt Allinq nu gebruik van de kabels die al in de grond liggen. Harry: “Bij Greenfield wordt alles nieuw aangelegd, bij Brownfield bouw je voort op de bestaande assets. Het hergebruiken van de infrastructuur, zoals de buizen en glasvezels, is duurzamer en goedkoper. Uit testen bleek dat je het bestaande, zogenoemde backhaul-netwerk kunt gebruiken voor de aanleg van een nieuw optical aggregation point (OAP), de straatkast van waaruit de verschillende huishoudens worden bediend.”

Pilots

Omdat de Brownfield-aanpak nieuw is, startte Allinq met drie pilotprojecten in Oost-Nederland, in de dorpen Hoog Soeren, Hoenderloo en Klarenbeek. De eerste uitdaging was om de routes te testen. Als voorbeeld noemt Harry Hoog Soeren: “Als we vanuit de bestaande glasvezelkabel van Apeldoorn-West naar Hoog Soeren ook de OAP in Hoog Soeren konden voorzien, dan konden we alle 136 huishoudens daar van FttH voorzien. Uit de test bleek dat de vezels in de route van Apeldoorn-West naar Hoog Soeren voldeden aan de dempingsnorm en alle seinen op groen stonden voor de uitrol.” Die uitrol bestaat uit vier fasen: plaatsing van de straatkast, aanleg van de feeder tot aan de straatkast, de apparatuur in de straatkast voorzien van de juiste splitters en aanleg van de glasvezelkabels tot aan de woning.

Tevreden kijkt Harry terug op het begin. “In november 2021 zijn we met het project Brownfield gestart. Een jaar later is de testfase voor een groot deel achter de rug en kunnen we meters maken met de aanleg van OAP’s. Ondertussen zijn al meer dan honderd routes getest en klaar voor de uitrol.”

Wekelijks overleg

Harry is blij met de goede samenwerking met opdrachtgever KPN en concullega VolkerWessels Telecom die de aansluitingen voor Zuid-Nederland doet. Wekelijks hebben ze constructief overleg. “Er is in Nederland niet alleen een grote vraag naar snel internet, maar ook naar bijvoorbeeld de aanleg van laadpalen en zonnepanelen. Zo ontstaat een flinke druk op de civiele capaciteit. We onderzoeken daarom continu hoe we werkprocessen slimmer kunnen maken.”

Vliegwieleffect

Het pionieren betaalt zich uit in een vliegwieleffect. Meer en meer worden nu ook de landelijke gebieden in Nederland op glasvezel aangesloten. Over vijf jaar is snel internet in vrijwel heel Nederland gemeengoed, verwacht Harry. En dan? “Bij Allinq hoeven we dan niet met de armen over elkaar te zitten”, lacht hij. Uiteraard is beheer en onderhoud nodig, maar ook staat de techniek niet stil. “In ons mooie lab werken medewerkers iedere dag gedreven aan innovaties, vernieuwingen om de telecombranche bovengronds en ondergronds nog verder te verbeteren.”

“Continu onderzoeken we hoe we werkprocessen slimmer kunnen maken.”

“Bij Brownfield bouw je voort op de bestaande assets.”

Noordrijn-Westfalen

Bremen

Nedersaksen

Glasfaser Nordwest vindt betrouwbare partner in Allinq

Glasfaser Nordwest heeft als doel om in 2030 1,5 miljoen klanten in de provincies Bremen, Nedersaksen en het noorden van Noordrijn-Westfalen op het glasvezelnetwerk aan te sluiten. Allinq begeleidt Glasfaser Nordwest in het bereiken van dit doel. Sven Kesten, die binnen het management van dit traject verantwoordelijk is voor de uitbreiding van de telecommunicatie infrastructuur, vertelt graag over de samenwerking tussen Glasfaser Nordwest en Allinq.

“Hoe lang bestaat de samenwerking met Allinq al en hoe is die in de eerste plaats tot stand gekomen?”

We hebben een nogal ambitieus doel om in 2030 1,5 miljoen mensen op het glasvezelnetwerk aan te sluiten. Dus zowel particuliere huishoudens als bedrijven. We hebben operationele partners nodig die onze plannen betrouwbaar en volgens schema uitvoeren. We waren destijds actief op zoek naar partners en kwamen toen bij Allinq terecht. Zoals in elke branche gaat het woord over goed werk snel de ronde. Vervolgens zijn we in 2021 met ons eerste project gestart. Er werd perfect aan onze eisen voldaan, want we waren op zoek naar een partner die als ervaren hoofdaannemer in de telecommunicatiesector de volledige afhandeling van de lopende projecten volgens onze specificaties zou overnemen. En dat is precies waar Allinq in is gespecialiseerd. Na de eerste pilot was het voor ons meteen duidelijk dat we dan ook het volgende project samen zouden aanpakken.”

“Op welke gebieden ondersteunt Allinq Glasfaser Nordwest precies?”

“Je zou kunnen zeggen: op alle gebieden. Want in de projecten treedt Allinq op als hoofdaannemer. We specificeren een gebied waar de glasvezeluitbreiding moet plaatsvinden en Allinq zorgt voor de ‘rest’: planning, communicatie met de lokale autoriteiten, materiaalaankoop, civieltechnische werkzaamheden, het aanleggen van de infrastructuur, het inblazen van de glasvezelkabels, documentatie en nog veel meer. Dit zijn zogenaamde turnkey projecten. Als klant krijgen we “kant-en-klaar”, operationele FttH-netwerken die precies voldoen aan onze eisen.”

“Wat waardeert u vooral aan de samenwerking met Allinq?”

“Het belangrijkste voor mij is een vast contactpersoon. In ons geval is dat Marco Klein Paste. Dat scheelt enorm in zulke complexe projecten. Als iemand aan de andere kant altijd goed op de hoogte is en met je meedenkt, gaat alles veel makkelijker en uiteindelijk ook efficiënter. Ja, en dan de ruime ervaring in de breedbandsector en het complete dienstenpakket dat Allinq biedt. Dat inspireert mij en helpt ons bedrijf enorm. Een paar cijfers: In 2022 heeft Allinq 61 km glasvezelnetwerk voor ons aangelegd. In 2023 zal het meer dan 100 km zijn.”

“Wat kunt u over de gezamenlijke toekomst van Glasfaser Nordwest en Allinq zeggen?”

“Die zal er zeker zijn. Want we werken momenteel aan een raamovereenkomst die de langdurige samenwerking moet definiëren. Er zijn altijd twee partijen in een partnerschap. En als beiden zich er prettig bij voelen, staat niets een samenwerking in de weg. We hebben nog veel te doen voor 2030 en hebben hier veel hulp bij nodig.”

“Wat zijn uw wensen van Allinq met betrekking tot de toekomst?”

“Een simpele, maar belangrijke wens: dat het team van Allinq ons, Glasfaser Nordwest, altijd zal vertegenwoordigen bij de verantwoordelijke gemeenten en de naleving van bouwschema’s verder perfectioneert.

Allinq bereidt zich voor op de toekomst

Innovatie staat bij Allinq altijd hoog op de agenda. Terwijl het bedrijf flink in touw is met glasvezelprojecten in binnen- en buitenland, bereidt het zich ondertussen ook voor op de toekomst. “Naast de aanleg van de glasvezelinfrastructuur kunnen we ook van grote waarde zijn voor de energietransitie.”

Aan het woord zijn CEO Wim Beukers en COO Klaas Talma, samen vertellen zij over de plannen van Allinq voor de toekomst. Over de uitbreiding van de glasvezelactiviteiten in het buitenland, over de bijdrage die ze kunnen leveren bij onder meer de aanleg van laadpalen en warmtenetten, en over de snelle ontwikkelingen in digitalisering die het bedrijf benut om klanten nog beter van dienst te zijn.

Mouwen opstropen

Enthousiast vertelt Wim over de meters die ze maken met de aanleg van glasvezel in Nederland. “We moeten flink de mouwen opstropen, want de telecomsector wil vaart maken.” Belangrijk is bijvoorbeeld een goede afstemming met overheden en andere operators, vult Klaas aan. “Gemeenten willen het werk op straat doseren, zodat inwoners zo min mogelijk hinder ondervinden. De groeiende vraag naar infrastructuur voor duurzame energie heeft bijvoorbeeld al impact op onze glasvezelprojecten. Met elkaar moeten we daarom goed kijken naar de planning en heldere afspraken maken.”

Allinq is ook flink actief over de grens, onder meer met de aanleg van glasvezel in Duitsland en Denemarken, waar de komende jaren eveneens nog veel projecten in het verschiet liggen. Ieder land brengt volgens Wim en Klaas weer andere uitdagingen met zich mee. Om goed te kunnen voldoen aan die verschillende behoeften investeert Allinq veel in kennisopbouw. In Duitsland is de aanleg van glasvezel in kleine stappen in gang gezet vanuit kleinschalige lokale initiatieven. Vanwege de grote omvang heeft het land nog veel werk te verzetten. Een extra uitdaging is de ondergrond. Die vergt veel

inspanning bij het graafwerk, vertelt Klaas. In Denemarken is de aanleg van glasvezel al ver gevorderd. De hulp van Allinq gaf daar een impuls aan. “Telecombedrijven zijn er gewend veel regelwerk zelf te doen en werk aan meerdere bedrijven uit te besteden. Nu kunnen ze voor zowel ontwerp, aanleg als onderhoud bij ons terecht. Die totaalontzorging wordt erg gewaardeerd”, vertelt Wim.

Hulp aan de energiemarkt

Terug naar eigen land. Net als in Denemarken is in Nederland de infrastructuur voor glasvezel al voor een groot deel gereed. Ondertussen staat ons land voor een grote nieuwe uitdaging. Nederland wil in 2050 alleen nog energie uit duurzame bronnen gebruiken. Dat betekent werk aan de winkel, want voor alle laadpalen, zonnepanelen, windparken en warmtenetten is een flinke uitbreiding van het energienetwerk nodig. Ook voor die infrastructuur kan Allinq van grote waarde zijn, vertelt Wim. “Het aanleggen van dat energienetwerk toont veel gelijkenissen met het aanleggen van glasvezelnetwerken. Bij zowel het ontwerp, de bouw als de logistiek komen de werkzaamheden voor een groot deel overeen. Daarnaast hebben we veel kennis van de markt in huis, omdat veel medewerkers ervaring hebben in de energiebranche. We treffen daarom nu voorbereidingen voor dienstverlening op de energiemarkt en kijken ernaar uit een bijdrage te leveren aan dit belangrijke doel.”

“Het aanleggen van dat energienetwerk toont veel gelijkenissen met het aanleggen van glasvezel.”

Facts & Figures digitale dienstverlening

In 2022 ontwikkelden we een multiplayer VR demo, waarin we virtueel onze diensten laten zien.

Datzelfde jaar scanden we 2.300.000 vierkante meter aan assets en verwerkten we die in digital twins.

Ook plaatsten we afgelopen jaar 2.000 sensoren waarmee we een half miljard records aan data binnenhaalden.

Innovatielab

Voor het werken aan innovaties heeft Allinq een mooie experimenteeromgeving ingericht: Allinq Labs. Hier vertaalt een multidisciplinair team toekomstige trends naar de toepassingen van nu. Via experimenten en prototypes bepalen we de toegevoegde waarde voor onze dienstverlening. We werken daarbij veelvuldig samen met studenten, partners en klanten We doen bijvoorbeeld experimenten met boven- en ondergrondse netwerken, structuren, toepassingen, technieken of technologieën. Naast fysieke testfaciliteiten maken we ook gebruik van virtual en augmented reality.

Digitale dienstverlening

Een andere ontwikkeling waar Allinq veel effort in steekt, is digitale dienstverlening. Klanten hebben volgens Wim bijvoorbeeld veel profijt van de digital-twin-techniek. Gedreven licht hij de mogelijkheden daarvan toe: “Met behulp van scantechnieken en drones kunnen we een digitale kopie van een gebouw of object maken. Zo kunnen we de asset tot in detail weergeven op het scherm. Als een zendmast moet worden aangepast, geeft de digital twin binnen no time uitsluitsel of de gewenste aanpassingen mogelijk zijn. Met één druk op de knop ziet de klant of het verstandig is een investering wel of niet te doen.” Met deze modelleringtechniek wil Allinq niet alleen telecombedrijven van dienst zijn, maar ook bedrijven in andere sectoren, bijvoorbeeld om te helpen bij ontwerpkeuzes voor de bedrijfsinfrastructuur of om inzicht te geven in de impact van renovaties.

netwerk aanpassingen nodig zijn.” Daarnaast biedt volgens hem smart asset management veel voordelen. “Met sensoren kunnen we assets van klanten monitoren en zo heel nauwkeurig bepalen wanneer onderhoud nodig is.”

“Mensen kunnen zich binnen het bedrijf op verschillende vlakken verder ontwikkelen.”

Creatief meedenken

In het dagelijks werk van Allinq komen digitale technieken ook goed van pas, vertelt Klaas. “Door routes voor het glasvezelnetwerk digitaal in te meten, kunnen we heel nauwkeurig en efficiënt werken, ook wanneer bijvoorbeeld op een later moment in het

Kortom, veel dynamiek bij Allinq. Aan al die ontwikkelingen goed invulling geven, kan alleen met een team van ambitieuze, gedreven medewerkers die samen de schouders eronder zetten om alle klanten goed van dienst te zijn, benadrukken zowel Wim als Klaas. Voor een goede interne samenwerking is bij Allinq veel aandacht en dat werpt zijn vruchten af, vertelt Wim. “Mensen werken graag bij ons. Veel medewerkers werken al lang bij ons en met regelmaat dragen collega’s mensen aan bij recruitment. Mensen kunnen zich binnen het bedrijf op verschillende vlakken verder ontwikkelen en we investeren veel in een goede bedrijfscultuur. Bij nieuwe ontwikkelingen vinden we het bijvoorbeeld belangrijk dat iedereen zijn visie kan geven. We zien graag dat iedereen creatief meedenkt en nodigen iedereen daartoe uit. Dat zijn allemaal ingrediënten die maken dat we een hecht team zijn.”

“Met één druk op de knop wordt duidelijk of het verstandig is een investering wel of niet te doen.”

Innovatieve tillift maakt het onmogelijke mogelijk

Het leek een onmogelijke opgave: verplaats loodzware FttH-apparatuur in straatkasten van boven naar beneden, terwijl alle verbindingen blijven functioneren. Toch kreeg Allinq dit voor elkaar. Samen met studenten van hogeschool Windesheim ontwikkelden we een innovatieve tillift. Inmiddels zijn daarmee circa 700 apparaten succesvol verhuisd.

Storingen of uitval voorkomen

“Verhuizen van apparatuur gebeurt meestal ‘s nachts”, zegt Marcel Kleinveld, field engineer bij Allinq. “De apparatuur gaat dan tijdelijk uit, we koppelen alle kabels los en tillen het lege omhulsel handmatig uit de kast. Het risico op storingen of uitval van netwerken kunnen we met deze aanpak voorkomen. De economische gevolgen daarvan zijn namelijk niet te overzien.”

Uitdaging aangaan

“Toch liep het dit keer anders”, begint Paul Vennix, development engineer bij Allinq, afdeling innovatie en ontwikkeling. “Het verplaatsen van de apparatuur moest overdag gebeuren, terwijl ze blijven draaien. Uitdagingen gaan wij niet uit de weg, daarom pakten we dit verzoek direct op.” In Allinq Labs gingen groepjes studenten van hogeschool Windesheim aan de slag. De teams bestonden uit diverse expertises, zoals werktuigbouwkunde, technische bedrijfskunde, elektrotechniek en industrieel product ontwerpen. Samen bogen ze zich over de uitdagende opgave: bedenk een solide oplossing om loodzware apparatuur te verhuizen, zonder kabels los te koppelen. De apparatuur staat hoog en strak in het rek en is te zwaar om te tillen. Bovendien is dat volgens de Arbowet niet toegestaan. De kruisbestuiving tussen de verschillende disciplines leverde veel goede ideeën op. De tillift kwam als beste uit de bus.

Speciaal op maat maken

“Vervolgens hebben we een bestaande tillift doorontwikkeld en specifiek gemaakt voor onze werkzaamheden”, legt Paul uit. “Het is een soort steekwagen met een elektromotor, waarmee we de klep omhoog en omlaag bewegen. De snelheid van de tillift is aangepast, zodat we de apparatuur langzaam kunnen laten zakken. Ook is de klep langer gemaakt, waardoor het meer gewicht aankan. De steun boven zorgt ervoor dat het apparaat stabiel staat en gecontroleerd kan dalen.”

Behendigheid en precisie

In korte tijd lukte het Allinq de innovatieve tillift te realiseren. Vooraf is de lift uitvoerig getest en uitgeprobeerd. “Het bedienen van de tillift vergt behendigheid en precisie”, geeft Marcel aan. “We hebben veel geoefend om dit goed onder de knie te krijgen. Eén persoon bedient voorzichtig de lift, terwijl een ander de glasvezelverbindingen begeleidt, zodat er geen kabels klem komen te zitten.”

Succesvol verplaatsen

Intussen zijn alle apparaten, zo’n 700 stuks, succesvol verplaatst. De klant is tevreden en de duo’s zijn goed op elkaar ingewerkt. Paul: “We kunnen de tillift nu ook voor andere klanten inzetten als verplaatsingen overdag nodig zijn en de netwerken moeten blijven draaien.”