

Grip op de zaak Inhoud
Wat is zekerheid als het gaat om een data netwerk? In mijn ogen is het inzicht. Het bovenen ondergrondse netwerk écht kennen. Weten hoe het ervoor staat. Wat er speelt. En wat er staat te gebeuren. Want met die wetenschap houd je grip op de zaak. Ga je van reactief naar proactief. Dát is zekerheid voor mij.
Die zekerheid is belangrijk voor ál onze klanten. Natuurlijk voor de telecomaanbieders, hun netwerk is tenslotte hun product. Faalt hun dienst – zeker in deze digitale tijd – dan heeft dat veel impact op hun gebruikers en daarmee hun tevredenheid. Maar ook voor instanties als Defensie of Schiphol, voor wie een storing grote gevolgen heeft. We zijn er trots op dat wij steeds worden gekozen om onze klanten die zekerheid te brengen.
Een belangrijk Allinq-product om grip op de zaak te houden, is Smart Asset Management. Met precisiescanning geeft SAM inzicht in de actuele, maar ook toekomstige werking van installaties. Met sensors, data en parameters, kunnen we zien wat zich nu in bijvoorbeeld een PoP afspeelt, maar kunnen we ook voorspellen wat er met een verouderde straatkast kan gebeuren als heel Nederland op een bloedhete dag massaal aan de buis gekluisterd zit omdat Max Verstappen kan winnen. Dát is grip.

Dit jaar is het precies 60 jaar geleden dat onze grondleggers hun eerste PTT-telefoonkabel keurig op de gevraagde plek in de grond legden. Zes decennia later leggen we nog steeds betrouwbare netwerken aan, maar leveren we als volwaardige partner in business flink wat extra waarde. Met Allinq Labs, Smart Asset Management, Allinq Insite, Yungo en een enorm bedreven team vakmensen dat gráág vooruit wil, komen we altijd proactief met voorstellen hoe het beter kan. Zo bieden we onze klanten al zestig jaar elke dag een beetje meer. Daar zijn we intens trots op en vooral ook erg dankbaar voor. Want we kunnen wel altijd vooruit willen; het kan alleen met ambitieuze klanten die dat avontuur met ons aan durven gaan!
Wim Beukers Algemeen Directeur
3D-modellering geeft elk project op Schiphol een vliegende start

Allinq vervangt kritieke infrastructuur op oefenterrein Defensie op Vlieland
Allinq Infra GmbH Sterk en betrouwbaar in civiel werk

Allinq verbindt ook in virtuele wereld

Allinq: 60 jaar verbinding


Bij Allinq draait alles om verbinding. Niet alleen in fysieke zin, maar ook omdat verbinden diep verweven is in de bedrijfscultuur. Een goede relatie tussen medewerkers en met klanten, daar zet het bedrijf al 60 jaar op in. Met algemeen directeur Wim Beukers en directeur Co Klaassen blikken we in dit jubileumjaar terug op 60 mooie jaren Allinq.



Het verhaal van Allinq start bij de heer Schuuring. Bij zijn werkgever zag hij dat meer en meer behoefte ontstond aan een ondergrondse infrastructuur voor telefonie. Met ondernemersbloed in zich besloot hij zelf een bedrijf te beginnen dat hierin kon voorzien. Op 1 april 1962 was het zover: Aannemingsbedrijf A. Schuuring ging aan de slag. Vele jaren later werd deze naam omgedoopt in Allinq.



Van uitvoerend aannemer naar meedenkend partner Aanvankelijk hield de aannemer zich alleen bezig met civiele activiteiten. Naast de telefoonnetwerken kwam daar al snel ook de aanleg van tv-kabels bij en zo bouwde het bedrijf zijn activiteiten steeds verder uit. Begeleiding van projecten, toezicht op aanleg werk, engineering… alles werd opgepakt. Zo ontwikkelde het bedrijf zich stap voor stap tot een turnkey aannemer die met de klant meedenkt van ontwerp tot uitvoering en onderhoud.
De klant voorop
Om welke dienstverlening het ook gaat, in al die 60 jaar staat bij Allinq het klantperspectief centraal. Wim kan het niet genoeg benadrukken: “Het perspectief van de klant is ons perspectief.” Dat werpt zijn vruchten af: het leidt tot langdurige samenwerkingen en een hoge klanttevredenheid. Voor grote telecombedrijven en ook netwerkeigenaren buiten de telecomsector ontwerpt, bouwt, beheert en ontmantelt Allinq netwerken. Die activiteiten beperken zich niet meer tot Nederland, maar vinden inmiddels ook in het buitenland plaats.
Aan die internationale ambities dankt Allinq haar naam, een strategische keuze in 2015 om in meer landen actief te worden. Met twee vestigingen in Duitsland, een engineeringsteam in Tsjechië en de eerste projecten in België en Denemarken krijgt die ambitie steeds meer vorm. Van klein team is het bedrijf uitgegroeid naar meer dan 3.000 medewerkers internationaal, die allemaal de drive hebben om de dienstverlening voor de klant steeds verder te verbeteren.
Digital twins
Om te innoveren, maakt Allinq dankbaar gebruik van nieuwe digitale ontwikkelingen. “Wij zijn koploper in het maken van digital twins”, vertelt Wim. “We scannen en digitaliseren objecten, zodat we inzicht hebben in de status en werking van bijvoorbeeld telecommasten of andere assets van de klant. Zo kunnen we eenvoudig testen uitvoeren en goed monitoren op welke momenten onderhoud nodig is.”
“Met de zorg voor telecomruimtes en datacentra hebben we meer dan ooit een belangrijke impact”, zegt Co trots. Wim beaamt dat. Ook hij is trots op waar ze nu staan: “Het was geweldig om in juni op ons jubileumfeest met alle medewerkers en hun families stil te staan bij wat we hebben bereikt en hun enthousiasme te voelen.” Dat enthousiasme geeft veel energie om weer in volle vaart vooruit te gaan met mooie projecten, in Nederland én in het buitenland.
Alles om verbinding
Allinq is een samenvoeging van samen ondernemen (all), verbindingen leggen (linq) en kwaliteit leveren (q).
3D-modellering geeft elk project op Schiphol een vliegende start

Wanneer alle informatie vanaf de start van een project aanwezig is, worden risico’s beperkt en kosten bespaard. Als deze informatie vervolgens up-to-date gehouden wordt, blijven verassingen uit. Het resultaat? Een vliegende start voor ieder project en zo een stap dichterbij gestructureerde data. Een product van de open samenwerking tussen Allinq en BAM voor Schiphol.
In maart 2020 zette Schiphol de PointCloud Innovation Challenge uit, waarbij slimme oplossingen zijn ontwikkeld rondom Schiphols uitgebreide assetportefuille. Allinq liet daarbij een positieve indruk achter en heeft sindsdien een vruchtbare samenwerking met BAM voor Schiphol. We spreken Luuk Moonen, manager procesbeheersing bij BAM bouw en techniek Schiphol services, Nijs Korevaar, innovatiemanager bij Schiphol en Leander Goor, manager bij Allinq Insite, over deze ontwikkeling. Luuk: “Mijn belangrijkste doel is een digitale versie van Schiphol te realiseren, zodat je altijd terug kan vallen op kwalitatief goede informatie en daarmee je processen kan verbeteren. Daarom is de PointCloud Innovation Challenge uitgezet, en van daaruit gekeken met welke partijen we kunnen samenwerken om dat doel te bereiken.”
Afwijkingen zichtbaar door 3D-modellering Niet lang na het uitzetten van de challenge breekt er een wereldwijde pandemie uit, met grote gevolgen voor de luchthaven. Geen reizigers, geen inkomen, dus budgetten om grootschalig te innoveren vallen weg. De uitgelezen kans voor Allinq om te laten zien wat efficiënt werken is. Nijs: “We moesten nadenken hoe we onze bestaande assets slimmer konden inzetten.” Leander stelt voor om als pilot met beelden van bestaande security camera’s te werken, om zo veranderingen in de terminal in kaart te brengen. Als start van de pilot wordt het beschikbare BIM-model van de F-pier gedeeld met Allinq. De cameraposities worden op de juiste plek in het model gezet, en beeldmateriaal uit de camera’s wordt gebruikt om het model kloppend te maken. Vervolgens maken de camera’s elke
nacht snapshots, welke worden ingeladen in het 3D-model. Deze vergelijkt de situatie met het 3D-model, waardoor afwijkingen zichtbaar worden en ook direct in het model kunnen worden verwerkt. “Een krachtig iets van Allinq”, zegt Nijs. “Andere partijen die meededen met de challenge, waren gefocust op het starten van een menselijke actie na het detecteren van veranderingen ten opzichte van het vorige PointCloud-beeld. Allinq kon door haar ervaring in uitgebreide 3D-modellering een verandering direct omzetten naar een gewijzigd model. Deze innovatie maakt het mogelijk om een continue check uit te voeren of het 3D-model van Schiphol nog klopt met wat de camera’s zien.”
Ook het inrichten van beheer en onderhoud heeft profijt bij een goed 3D-model. Luuk: “Wanneer bijvoorbeeld een lamp kapot is, kan een monteur in het 3D-model zien welk type lamp het is, waar de meterkast staat en welke groep hij uit moet zetten om de lamp te kunnen vervangen. Dat scheelt heel veel tijd, en dus geld. Op deze manier gaan we stap voor stap naar gestructureerde data waar je informatie uit kan halen.” De 3D-modellen van parkeergarage P-Excellence en bagagekleder BB2E vormen hiervoor een basis.
Assets tot in detail inzichtelijk De camera-innovatie heeft laten zien dat de inwinning van de nulsituatie van een project eerder uit te voeren is, tegen acceptabele kosten en risico’s. Om deze pilot op te schalen naar heel Schiphol heeft de luchthaven wel eerst een goed 3D-model nodig, concludeert Leander. Hierin ziet Luuk mogelijkheden waarmee ze één van de grootste problemen van Schiphol kunnen oplossen. “Er is veel geld nodig om elk project qua informatie goed op de rit te krijgen.” Door de expertise van Allinq op het gebied van Brownfield Scan to BIM, kan BAM vanaf de start van een project alles tot op de millimeter in kaart brengen en informatie hergebruiken. En daarmee kosten besparen. Luuk: “Wij hebben de domeinkennis, en jullie zijn echt heel goed in bestaande situaties in kaart brengen met Scan to BIM-technologieën.” Leander vult aan: “Dát is wat Allinq Insite efficiënt doet. Voor domeinkennis hebben we de hulp nodig van BAM, om ervoor te zorgen dat de geometrieën welke wij genereren, voorzien worden van de juiste informatie.” Nijs: “Door de combinatie van continue checks en sterk dalende kosten per vierkante meter, kunnen we nu grootschalig nulmetingen inwinnen om zo alle projecten een vliegende start te geven.”
Digitalisering van de luchthaven
In plaats van projectgewijs, worden nu grote delen van de terminal als geheel gedigitaliseerd. Zo worden alle vijf verdiepingen van garage P1 digitaal ingewonnen. Hiermee loopt Allinq voor op wat Schiphol wil, namelijk een digitaal airport in 2040. Nijs: “Door de innovatie die we ooit met de PointCloud Challenge zijn gestart, is dit nu iets dat mogelijk is.” Schiphol te laten bewegen zo’n initiatief te starten is volgens Luuk “één van de coolste dingen” die hij heeft
gedaan. “Wat je ziet is dat we samen de richting van digitalisering op de luchthaven ontwikkelen, in plaats van dat Schiphol dat voorschrijft en wij het moeten uitvoeren.” Het is voor hem dan ook duidelijk waardoor dit komt: “Open samenwerking, afspraken nakomen en een stukje enthousiasme.” “En elkaar gunnen!” vult Leander nog aan. “Ja! En begrijpen van elkaar dat dit een leerproces is. Soms moet je ook gewoon iets laten starten en accepteren dat het geen 8 of 9 is , maar zorgen dat het resultaat steeds beter wordt.” Nijs: “Het moet gezellig en leuk zijn met aandacht voor elkaar, maar er moet ook een reeks aan projecten zijn waarin je samen een innovatie kan testen en verder ontwikkelen. Daarin is de combinatie BAM en Allinq met Schiphol als klant, een goede fit. Wij zien een gelijk ontwikkelpotentieel van nieuwe toepassingen. Niet alles gaat vanzelf, je komt allerlei problemen tegen als je iets nieuws gaat doen. Maar als je het niet doet dan mis je de boot!”
De juiste mensen op de juiste plek
In de toekomst willen de mannen nóg innovatiever kijken wat er mogelijk is met deze BIM informatie, samen met meer ketenpartners. Luuk: “De core business van een aannemer is de juiste mensen op de juiste plek krijgen, op de juiste tijd. Als je nadenkt over innovatie is dat niets meer dan dat. En je ziet dat het werkt, dus je blijft doorgroeien met elkaar.” Nijs: “Het is mooi dat we van een PointCloud Innovation Challenge met een informeel enthousiasme, naar een project zijn gegaan waarbij we grootschalig inwinningen doen en ervoor zorgen dat elk project op Schiphol een vliegende start gaat krijgen!”
v.l.n.r. Leander, Nijs en Luuk.

“Door de combinatie van continue checks en sterk dalende kosten per vierkante meter, kunnen we nu grootschalig nulmetingen inwinnen om zo alle projecten een vliegende start te geven.”
Allinq houdt passieve infrastructuur op Schiphol gezond
Schiphol is al behoorlijk geautomatiseerd en dat wordt in de toekomst alleen maar meer. Maar de luchthaven kan alleen functioneren als het netwerk, verbindingen en de energievoorziening goed werkt en de bekabeling en data klopt. Sinds 2020 werkt Allinq er hard aan om de data die op de luchthaven wordt gegenereerd op orde te brengen en inzichtelijk te maken of de technische installaties en infrastructuur goed werken. Want alleen dan kan er proactief worden bijgestuurd op basis van inzicht.

Lifecyclemanagement (LCM) is eigenlijk niets meer dan zorgen dat het passieve netwerk up-to-date is, legt Jaco Mazier, lifecycle management consultant bij Allinq, uit. “Op Schiphol moet je denken aan de technische installaties en infrastructuur. Die moeten goed werken, op tijd service krijgen en waar nodig geheel of gedeeltelijk vervangen worden. Op al die dingen letten wij bij LCM en brengen wij desgewenst een advies uit richting Schiphol.” Dat dit heel belangrijk is, kan Jaco illustreren met een voorbeeld.
“Stel, de stroom valt uit. Dan neemt een UPS, een Uninterruptible Power Supply, de stroomvoorziening over totdat de noodstroom voorziening het doet. Zo’n UPS-systeem werkt op accu’s. Als deze niet meer voldoende werken, dan is de connectiviteit voor een deel van het netwerk niet meer gewaarborgd. De impact daarvan kan enorm zijn. Door goed lifecyclemanagement weten wij tijdig dat de UPS’en niet meer goed werken en kunnen we deze vervangen door nieuwe. Zo voorkomen we problemen.”
Luchthavenprojecten Data op Orde en LifecyclemanagementKlaar voor de toekomst
Ook helpt Allinq de luchthaven met het vervangen of verwijderen van oude bekabeling. “Niet alleen wordt koper vervangen door glas, ook moet er steeds meer data door de bestaande kabels heen. Daar waar mogelijk halen we het koper eruit en koper dat in dienst moet blijven, upgraden we waar nodig. Door de ontstane kastruimte is er weer uitbreidingsruimte voor de toekomst”, legt Jaco uit. Want het op peil houden van de passieve infrastructuur capaciteit is eveneens een verantwoordelijkheid van Allinq. Als de klant vraagt om een dienst, moet er ruimte zijn in bekabeling en kasten om aan die vraag te voldoen.” Allemaal met als doel overal connectiviteit te kunnen leveren. “We kijken ook waar we mogelijke storingen kunnen voorkomen. Neem een switch in een kast die te warm wordt en daardoor kapot gaat. Wij plaatsen sensoren in zo’n kast om de temperatuur te meten. Deze data maken wij inzichtelijk in een door ons gebouwd dashboard.”
Data kloppend in systeem Dergelijke data, van temperatuursensoren maar ook waar welke kabels lopen, wat er doorheen gaat, welke systemen erop draaien, welke winkel op Schiphol op welke kast is aangesloten et cetera, is essentieel voor goed lifecyclemanagement. Sander Wolschrijn, projectleider Allinq Advance Solutions, ging met de data op Schiphol aan de slag, want daarin kon nog een verbeteringsslag worden gemaakt. “Ten eerste wilden we ervoor zorgen dat de situatie zoals die in werkelijkheid is, ook kloppend in het systeem staat. Denk aan een kast met kabels en aansluitingen: zijn die hetzelfde als in het systeem staan, neemt de vermelde klant ook echt diensten af uit die kast, of is hij aangesloten op een andere verbinding? Je moet weten of dit correct is, anders heb je geen kloppende data om mee te werken.” Daarvoor worden fieldengineers op pad gestuurd, die de kasten checken, fouten registreren en corrigeren in het systeem. “Daar boeken we goede resultaten mee.”
Systemen verbinden
Al die data komt terecht in verschillende beheersystemen.”Wij brengen alle data van die drie systemen bij elkaar in één systeem. Daarbij zoeken we naar een sleutel om alle systemen aan elkaar te verbinden, zodat je met één druk op de knop de gewenste data uit kunt lezen. Daar plukken we nu de vruchten al van. Zo komt er bepaalde informatie binnen vijf minuten binnen, waar dat eerder een week duurde”, vertelt Sander enthousiast.
Er komen echter ook nieuwe vragen bovendrijven. “Waarom staat bepaalde data wel in het ene systeem en niet in het andere? Veel systemen op Schiphol zijn door de jaren heen vernieuwd, daar is nogal wat ruis door ontstaan. Dit zorgt er voor dat, als er een storing is, je niet snel over de juiste informatie beschikt.” Het kan ook andere problemen opleveren. Bijvoorbeeld als er in het systeem staat dat een kabel vrij is, maar deze in werkelijkheid toch wordt gebruikt. “Als er dan een andere dienst op wordt gezet, heeft de eerste gebruiker geen verbinding meer.”
Zelf beheren
Nu zijn er, weet Sander, ruim 2.000 kasten op Schiphol. Als een field engineer gemiddeld drie uur per kast bezig is, zou je ruim tien jaar bezig zijn om alle verbindingen te checken. Daar heeft Allinq wat op bedacht. “Door ons project kunnen we zien welke ruimtes verdacht zijn, de kans dat er iets niet klopt daar is groter. Daar beginnen we dus met checken.” Elke ruimte, kast of domein die is gecheckt, wordt schoon opgeleverd. “Het dak gaat dicht, noemen we dat. De data klopt en het systeem is op orde. We zorgen er daarbij ook voor dat er geen nieuwe vervuiling in komt.”

“Stel, de stroom valt uit. Dan neemt een UPS, een Uninterruptible Power Supply, de stroomvoorziening over totdat de noodstroomvoorziening het doet”.
De klant, in dit geval Schiphol, kan zelf het beheer doen via een dashboard, dat precies aangeeft wanneer en waar er bepaalde acties moeten worden ondernomen. “Kortgezegd brengen we de werkelijkheid in overeenstemming met de systemen en stemmen we de systemen goed op elkaar af. Daar boeken we heel mooie resultaten mee voor de klant. Die is dan ook erg tevreden met de resultaten. Zo helpen we Schiphol gereed te maken voor de toekomst”, besluit Sander Wolschrijn.
“Data en systemen op orde met als doel overal connectiviteit te kunnen leveren.”
Allinq vervangt kritieke infrastructuur op oefenterrein Defensie op Vlieland
Het kan met recht een krachttoer worden genoemd: in september klaarde een vijfkoppig team van Allinq, een uitdagende klus op Vlieland. Daar werd binnen twee weken tijd de infrastructuur van de controletoren op het oefenterrein van Defensie aangepakt. Ook werd een storing in één van de straaljagerdoelen op het wad verholpen. ‘’De unieke locatie en tijdsdruk waren een uitdaging, maar verbinden is nu eenmaal onze corebusiness’’, kijkt projectmanager Stèfan Bouw tevreden op het project terug.
Bij Allinq zijn we wel gewend om complexe projecten op te pakken. Of het nu gaat om aanleg, onderhoud en het vervangen van koper, glasvezel en elektra of het oplossen van problemen met data, wifi of telefoniestoringen; onze specialisten draaien hun hand er niet voor om. Dat was ook het geval toen de opdracht van Defensie kwam om de kritieke infrastructuur van de controletoren op het militaire oefenterrein op Vlieland te vervangen. Projectmanager Stèfan Bouw ging op vooronderzoek naar het Waddeneiland, om de situatie in kaart te brengen. “Het is een bijzondere locatie. De basis van Defensie ligt op een afgelegen stuk van het eiland. De doelen waarop straaljagers kunnen oefenen en de controletoren waar we aan het werk gingen, staan op het wad en zijn dus niet altijd even makkelijk toegankelijk.”
Projectleider Alain Kok vult aan: “De inpandige bekabeling van de toren op het oefenterrein was verouderd, werkte niet meer optimaal en moest vervangen worden. Dat zou aanvankelijk in het voorjaar gebeuren. In eerste instantie kregen we hier een maand de
tijd voor. We hadden alles geregeld, toen het bericht kwam dat we niet in mei terechtkonden, maar alleen gedurende twee weken in september. Dat had te maken met de oorlog in Oekraïne, het oefenterrein moest daardoor open blijven.”
Wad trotseren
De planning werd omgegooid en een team van vijf fieldengineers – elk professioneel op hun eigen vakgebied – verbleef twee weken op Vlieland om de klus te klaren. Alain: “Waar we dus eerst een maand zouden hebben voor het project, werd dat nu de helft. De mannen konden niet in het weekend naar huis en hebben lange dagen gemaakt. Dat vraagt natuurlijk wel wat van het team.”

Op het eiland moest er van alles worden geregeld: de hotel overnachtingen, de overtocht van mannen en materiaal, vergunningen om over Vlieland te rijden en speciale voertuigen om het wad over te steken. “Dag en nacht stonden er Defensie medewerkers paraat om de jongens over het wad naar de toren te brengen. Dat ging met een Unimog-vrachtwagen, want met vloed
Oefenterrein Vliehors Range

Op het meest westelijke deel van Waddeneiland Vlieland ligt een belangrijk oefenterrein voor Nederlandse jachtvliegtuigen (F16’s en F35’s) en helikopters: de Vliehors Range. Het is een NAVO-schietterrein dat zo’n 17 vierkante km beslaat. Op het terrein zijn doelen opgesteld voor bommen, boordwapens en raketten en er staat een controletoren. Er zijn het hele jaar door oefeningen met oefenmunitie, in de wintermaanden mogen vliegtuigen ook echte bommen afwerpen. Tijdens oefeningen is de Vliehorse Range voor publiek gesloten.
bron: www.defensie.nl/onderwerpen/vliegbewegingen/oefenen
kan het water tot aan de onderste tree van de controletoren komen te staan. De graafkraan is met een shovel over het wad getransporteerd”, vertelt Alain.


Nieuwe infrastructuur
De controletoren, die vol zit met communicatieapparatuur, werd grondig aangepakt. “Via die apparatuur communiceren piloten met de basis en wordt informatie vanuit de doelen doorgegeven. Een straaljagerpiloot kan zelf niet kan zien of hij een doel heeft geraakt tijdens een oefening. Dat gaat ook via de toren”, licht Stèfan het belang van goed werkende communicatieapparatuur toe. De toren was al aangesloten op glasvezelkabel, maar inpandig werd het glas vervangen. “De complete technische ruimte inclusief bekabeling is ook vernieuwd, net als een oude patchkast en de aansluitingen die vanaf de begane grond naar het torengedeelte met de koepel lopen. Alles werkt weer naar behoren en men kan jaren vooruit met deze nieuwe infrastructuur.”
Tijdens de schouw dit voorjaar bleek uit een storingsmelding dat één van de straaljagerdoelen niet meer werkte. Alain: “Dat hebben we ook meteen aangepakt. De doelen zijn op de toren aangesloten met telefoniekabels. Glasvezel zou mooier zijn, maar dat is lastig op het wad, omdat de buis steeds komt bovendrijven. We zijn er in geslaagd om de storing bij het doel op te lossen, daarvoor hebben wij bij Allinq de kennis van koperlassen nog in huis. De doelinstallatie werkt nu weer naar behoren.”
Complexe projecten corebusiness
Het was hard werken, maar de klus werd geklaard. Alain: “Dat we het konden, wisten we. De vraag was alleen of het binnen de gestelde tijd zou zijn, zeker omdat dit twee weken, in plaats van de eerder afgesproken vier weken was. Daarom hebben we er ook monteurs heen gestuurd die samen alle aspecten van ons werk beheersen. En, niet onbelangrijk bij zo’n project, goed door één deur kunnen met elkaar. De opdrachtgever is blij dat alles er weer netjes bijligt en de infrastructuur in de toren helemaal klaar is voor de toekomst.”
“Tijdsdruk en locatie waren een uitdaging, gelukkig zijn we gewend om complexe infrastructuurprojecten op te pakken”, vult Stèfan aan. “Dit is onze corebusiness; het aanleggen, vervangen of repareren van verbindingen, hoe lastig ook.”
Het Vlieland-team
• Guido Meijer (glasvezel & kraanspecialist)
• Barry Blauw (data & glasvezelspecialist)
• Joop Chaigneau (koper, meet (telefonie) & kraanspecialist)
• Ronald Westerveld (allround monteur, data en elektraspecialist)
• Wim Olofsen (koper & meet (telefonie) specialist)
Allinq klantportaal Klant zelf aan de knoppen
Klanten van Online.nl kunnen sinds eind 2020 zelf online een afspraak maken met een monteur, via het klantportaal dat Allinq voor de internet en tv-provider ontwikkelde. Niet alleen maken heel veel klanten hier dankbaar gebruik van, ook scheelt het veel werk voor het callcenter. Daarom wordt het klantportaal nu ook ingezet bij Delta Fiber Netwerk en CAI Harderwijk. En er zijn nog veel meer mogelijkheden, weet Fieneke Kakkenberg, manager afdeling Beheer, Service en Installatie (BSI) bij Allinq.
Als een klant van Online.nl een televisie- of internetstoring heeft of een installatie-afspraak wil maken, meldt hij dit bij zijn provider. Voorheen werd dan telefonisch een afspraak gepland voor een tijdstip waarop de storingsmonteur kon langskomen. Dat ging over een aantal schijven: van provider naar Allinq die de monteurs op pad stuurt. Met het nieuwe digitale klantportaal dat Allinq heeft ontwikkeld, is een fikse efficiëntieslag gemaakt in dit proces, legt Fieneke uit: “Nog steeds meldt de klant de storing naar de provider, maar vervolgens worden de klantgegevens automatisch
doorgegeven aan Allinq en krijgt de klant binnen enkele minuten een linkje via sms en e-mail toegestuurd. Door erop te klikken komt hij in het klantportaal terecht. Daar kan hij een afspraak maken op een dag en tijd die hem het beste uitkomt. De monteur ontvangt automatisch zijn opdrachten en op de dag van de afspraak krijgt de klant een sms’je waarin wordt aangegeven dat de monteur onderweg is.”
In eigen tijd De ervaringen met het klantportaal zijn zeer positief. “We zien dat het goed werkt. In 91% van de gevallen reageren klanten binnen vier uur na verzenden op het linkje om een afspraak te maken. Ze kunnen dit bovendien in hun eigen tijd doen, bijvoorbeeld ‘s avonds na het werk.
En komt het onverhoopt toch niet uit, dan kan de klant de afspraak ook weer makkelijk wijzigen of annuleren. De klant zit echt zelf aan de knoppen”, aldus Fieneke. Het is mogelijk om binnen 24 uur een afspraak te maken, maar later mag natuurlijk ook. Naast gemak voor de klant levert het
klantportaal ook andere voordelen op. “Het callcenter heeft er minder werk mee, alles gaat automatisch en de doorlooptijd van een call is daardoor korter. Na een storingsmelding moet er binnen vier uur contact worden opgenomen met de klant. Nu heeft hij binnen een paar minuten het linkje binnen.”
Veel mogelijkheden Vanaf november wordt het klantportaal ook ingezet bij Delta Fiber Netwerk en CAI Harderwijk. In andere situaties kan het klantportaal eveneens veel voordelen bieden, weet Fieneke. “Er zijn heel veel mogelijkheden, bij alle projecten waarbij een klantafspraak nodig is. Bijvoorbeeld bij bulkprojecten, zoals een grootschalige modemswap. Je kan zo’n afsprakenlinkje naar meerdere mensen tegelijk sturen. Die hoef je dan niet allemaal meer te bellen, waardoor de planafdeling van Allinq minder wordt belast. En niet te vergeten het gemak voor de klant, daar doen we het voor!”

“Klanten reageren binnen vier uur op het linkje om een afspraak te maken.”
Van 6 op naar 60 jaar Yungo
Waar telecombedrijven het ontwerpen van FttH-netwerken in het verleden vaak outsourceten in India, kunnen ze sinds 6 jaar veel dichter bij huis terecht. In 2016 richtten Allinq en twee andere ondernemers dienstverlener Yungo op in Praag. Met CEO Wilfred de Wildt blikken we terug en vooruit. Van 6 op naar 60 jaar Yungo, daar gaat hij voor.

Aan de wieg van Yungo staan Allinq en ondernemers Han Wijns en Paul Hendriks, die beiden veel ervaring hebben in de telecom industrie. Het trio ziet dat de behoefte aan FttH-netwerken flink toeneemt en wil in plaats van outsourcing naar India de designdienstverlening naar Europa halen. Als standplaats kiezen ze heel bewust voor Praag. Dat doen ze om drie redenen. Ten eerste is het een universiteitsstad die internationale studenten aantrekt met veel engineeringspotentieel. Ten tweede is het een stad waar de inwoners altijd streven naar vernieuwing. En ten derde is Praag een stad waar de arbeidskosten lager zijn. Wilfred: “Wij willen klanten niet simpelweg helpen met technisch de meest logische bekabelingsroute, maar ook met een zo efficiënt mogelijk design. Altijd denken wij met de klant mee hoe het nog beter kan.”
Software-onafhankelijk
Een goede standplaats was één. Daarna kwam het aan op het aantrekken van goede medewerkers, waarin Yungo met creatieve wervingscampagnes snel resultaat boekte. Via het netwerk van Allinq en de andere ondernemers werd daarna stap voor stap een mooie klantenkring opgebouwd. Een grote pre: ze zijn niet afhankelijk van één softwaretool. Wilfred: “Onze klanten werken met wel 10 verschillende systemen. Dankzij een goede samen werking met softwareleveranciers kunnen wij al onze klanten helpen.” Nog een voordeel: Yungo kan snel schakelen. Of het nu gaat om 100 of 100.000 woningen, het tekenwerk is binnen enkele weken gestart. Zeker in piekperioden is die snelheid voor klanten zeer welkom.

Een hecht team Wilfred is trots op zijn mensen, een hecht team dat in korte tijd een bloeiend bedrijf wist op te bouwen. Yungo startte met 6 mede werkers, van wie drie nog steeds bij het bedrijf werken. In 2020 groeide het bedrijf door naar 40 medewerkers. En nu, 2 jaar later, telt het bedrijf zo’n 100 medewerkers. Het is een enthousiast jong
30 verschillende landen, die wij rekruteren onder mensen die al in Praag wonen en telecomspecialisten in hun thuisland. Allemaal zijn ze het avontuur aangegaan om te komen werken in een ander land. Dat maakt de sociale cohesie heel groot.”
Expansie
Niet alleen in aantal medewerkers is Yungo flink gegroeid, ook in het aantal klanten. Yungo heeft inmiddels klanten door heel Europa
en in de Verenigde Staten. In België staan ze nu aan de vooravond van een grote uitrol van glasvezel, waarbij Yungo zorgde voor de high level designs. Voldaan kijkt Wilfred terug op dit project voor niet alleen een telecombedrijf, maar ook diverse joint-ventures van onderaannemers. Met veel vertrouwen gaat het bedrijf voorwaarts, als onderdeel van Allinq dat sinds 2021 nog de enige aandeelhouder is.
Innovatie
Net als bij Allinq gaat bij Yungo al vanaf de start veel aandacht uit naar innovatie. Meer en meer maken ze bij hun dagelijkse werk gebruik van slimme digitale toepassingen. Een mooi voorbeeld is de Geo-oplossing waarmee ze gps-coördinaten aan planningen verbinden. En ook Smart Build biedt ze veel soelaas. Daarmee kunnen ze na oplevering van het design het aanlegwerk monitoren en zo nodig tijdig bijsturen. Het zijn ontwikkelingen die nog een mooie toekomst beloven. Wilfred heeft er zin in.
Op naar 60 jaar Yungo!

“Als standplaats kiezen ze heel bewust voor Praag. Het is een universiteitsstad die internationale studenten aantrekt met veel engineeringspotentieel.”
Allinq Infra GmbH Sterk en betrouwbaar in civiel werk
Allinq timmert ook internationaal hard aan de weg. Zo is de Duitse tak in haar inmiddels tienjarig bestaan enorm gegroeid. Begin dit jaar werd een onderaannemer overgenomen en was Allinq Infra GmbH een feit. Deze dochter van Allinq is een zelfstandig opererend civiel infrabedrijf, met alle kennis en materieel in eigen huis. Zij zorgen ervoor dat steeds meer Duitse huishoudens snel en goed worden voorzien van glasvezelverbinding.

Duitsland zou in 2035 voor 80 procent moeten zijn aangesloten op glasvezel. Dat is een serieuze ambitie in een land van die omvang, maar wel één waar Allinq Infra GmbH graag haar steentje aan bijdraagt, stelt bedrijfsleider Richard Lansink. Hij was voorheen werkzaam bij Venneman, de eerste onderaannemer van Allinq in Duitsland, en is na de overname meegegaan naar Allinq Infra. Net als het voltallige personeel.
“We wilden graag bij Allinq horen. Het is een sociaal bedrijf, dat oog heeft voor haar werknemers. Dochter zijn van zo’n grote onder neming brengt zekerheden met zich mee. Dat geeft een bepaalde rust en stabiliteit, waar we erg blij mee zijn”, vertelt hij.
Alles in eigen huis De werkzaamheden zijn na de overname hetzelfde gebleven. “Eigenlijk doen we niets anders dan voorheen: we leggen glasvezel aan in Duitsland en verbinden mensen. Daarbij doen we alle werkzaamheden zelf: van het geulen graven, kabels leggen, grond verdichten, straatwerk herstellen, glas inblazen tot de kabel in de woning brengen. Alleen het engineerwerk, dus het maken van tekeningen, doen we niet. Daar hebben we de kennis en capaciteit niet voor. We zijn echt gericht op civiele infrastructuur.”
Om het werk uit te voeren heeft het bedrijf ook al het materieel en het wagenpark in eigen beheer. Van zo’n zestig man begin dit jaar, werken er inmiddels ruim tachtig
Hoewel er heel veel werk is, krijgt Allinq Infra de personeelsbezetting goed rond. “Van oudsher hebben we veel Poolse medewerkers. Ook een paar Nederlanders trouwens, omdat Venneman van oorsprong een Hollands bedrijf was. We zouden in de toekomst nog wel iets meer willen inzetten op diversiteit onder de werknemers. Met Allinq als betrouwbaar en sociaal moeder bedrijf moet dat geen probleem zijn.”
medewerkers bij Allinq Infra GmbH. Dat zijn naast vijf mensen op kantoor – onder wie Richard – projectleiders, uitvoerders en teams die graafwerk doen, huisaansluitingen verzorgen, kabels monteren en inblazen, afmonteren en lassen. “We werken in principe niet met onderaannemers. Dat werkt in Duitsland wat anders, daarvoor moet de hoofdopdrachtgever ook toestemming geven. Doordat we alles zelf doen, kunnen we garanderen dat het goed gebeurt. We zijn leading in projecten: dat wil zeggen dat we zelf met de hoofdaannemer aan tafel zitten en de projecten van begin tot eind afwikkelen. Dat biedt veel zekerheid voor de klant.”

Meerdere projecten
Het kantoor van Allinq Infra GmbH staat in Gronau, niet ver bij Enschede de grens over. Richard: “Momenteel wordt er voor Allinq gewerkt aan projecten in Vechta en Westoverledigen. In Halle loopt tot eind 2023 een project voor Firma Beermann. Voor EWE Netz zijn we op dit moment bezig in Garrel met aansluitend een project in Osterholz. In Gronau zelf zijn we begin november als één van de vier aannemers gestart aan een project voor Stadtwerke Gronau met een looptijd tot eind 2024. Daarnaast zijn we in onderhandeling met EWE Netz over vervolgprojecten.”
“We wikkelen projecten van begin tot eind af. Dat geeft zekerheid aan de klant.”
Kostenefficiëntie met Smart Asset Management
Waar het ontwerpen, bouwen en beheren van telecomnetwerken voorheen vooral bestond uit fysiek werk, komt er nu meer en meer digitalisering aan te pas. Zo kan Allinq met Smart Asset Management klanten helpen met onderhouds-, kwaliteits- en energiemanagement. Jasper Habermehl, manager Data & IoT bij Allinq, neemt ons mee in deze mooie ontwikkeling.
bedrijf helpt meer inzicht te krijgen in het functioneren van verschillende assets en een transitie te maken van reactief naar preventief beheer. Het is volgens Jasper plezierig pionieren, waarbij de partners elkaar goed aanvullen. “We zijn duidelijk in de verwachtingen naar elkaar en projecten pakken we telkens samen proactief op.”
Smart Asset Management geeft realtime inzicht in apparaten en de mogelijkheid het werkingsmechanisme van die apparaten voortdurend te monitoren. Wanneer assets van klanten toe zijn aan vervanging of onderhoud vereisen, kan Allinq nu zorgen dat dit tijdig gesignaleerd wordt. “Wij zorgen voor een verbeterde uptime”, zegt Jasper. “De betrouwbaarheid van de apparaten verbetert, waardoor klanten minder kosten kwijt zijn aan onderhoud en vervanging.” Niet alleen kun je zo beter onderhoud plegen en bijvoorbeeld kapotte kabels voorkomen, ook voor slim energiemanagement en het vrijmaken van ruimte op apparaten biedt deze digitale ondersteuning mooie mogelijkheden. Jasper: “Je kunt goede analyses maken. Vervolgens vereist het wel daadkracht om te handelen naar die inzichten.”
Partnership met VodafoneZiggo Allinq ziet onder klanten een toenemende interesse voor de digitale mogelijkheden. Zo groeide een project met VodafoneZiggo uit tot een partnership voor langere tijd. Van een traditioneel uitvoerende organisatie wil het bedrijf toe naar een datagedreven organisatie. De samenwerking begon met het verzoek aan Allinq een opera tioneel dashboard te maken. Dat dashboard leidde al snel tot de behoefte aan meer gedetailleerde analyses. De partners zetten daarom in op een langdurige samenwerking, waarbij Allinq het
Energie besparen Door de energiecrisis is er bij bedrijven veel interesse voor slim energiemanagement. Ook hiervoor kan Smart Asset Management uitkomst bieden. Bedrijven weten vaak per gebouw wat ze aan energie verbruiken, maar niet per apparaat. Sensoren maken het mogelijk dit wel te meten en die gegevens worden benut om analyses te maken. Je kunt zien wat het stroomverbruik op een bepaald moment is en zo nagaan waar de meeste kansen liggen om te besparen. Ook kun je vergelijkingen maken tussen gebouwen en zo je energie management verder optimaliseren. Daarbij is het belangrijk niet alleen naar de energiecrisis te kijken, meent Jasper. “Het kan nu bijvoorbeeld aantrekkelijk lijken veel energie te besparen op koelingen, maar als een lange periode van hitte aanbreekt, zul je andere maatregelen willen nemen.”
“Je kunt goede analyses maken. Vervolgens vereist het wel daadkracht om te handelen naar die inzichten.”
Preventief en slim beheer van al je assets
“Smart Asset Management is erop gericht het hele systeem te verbeteren en niet losse problemen te tackelen”, benadrukt Jasper. Een pre is dat Internet of Things (IoT) nu ook voor grote bedrijven tot wasdom is gekomen. Binnen apparaten zijn er tal van zaken die de dagelijkse gang van zaken kunnen beïnvloeden, zoals de kwaliteit ervan, het energieverbruik en de uptime. Die zaken goed monitoren en analyseren verschaft waardevolle inzichten. De inzet van IoT helpt daarbij.
Meer weten?
Op onze website vind je meer informatie over onze dienstverlening in Smart Asset Management.
Allinq verbindt ook in virtuele wereld
Allinq Labs liet de bezoekers van de FttH-conferentie in Wenen eind mei met een VR-bril in een virtuele wereld stappen. Daar leidde de avatar van new technologies specialist Roel Hoppenbrouwers ze rond langs de mogelijkheden en diensten die Allinq met onder meer Smart Asset Management te bieden heeft. Het was een doorslaand succes.

De digitale manier van werken
Van een traditioneel uitvoerende organisatie naar een – op basis van output –datagedreven organisatie, met zoveel mogelijk geautomatiseerde processen. Dat is waar Vera Vreeburg, transitiemanager bij VodafoneZiggo, naartoe wil. En daar heeft ze Allinq voor nodig.

Van reactief naar proactief
De samenwerking begon met een operationeel dashboard. “Binnen de afdeling Datacenters Infrastructure hadden we een partner nodig om de data inzichtelijk te krijgen, en daar analyses op te doen. En dat is Allinq geworden.” Inmiddels is er sprake van een langdurig partnership, vertelt Vera. “Wij zien nog heel veel uitdagingen, waar wij de competenties niet voor aan boord hebben.” Allinq helpt VodafoneZiggo met analyses van verschillende domeinen. Met als doel om van reactief naar preventief beheer te gaan. En straks ook voorspellend onderhoud door middel van Artificial Intelligence. Vera: “Doordat wij van reactief naar proactief gaan, kunnen we de operationele kosten substantieel reduceren, en een enorme efficiency realiseren!” Daarnaast geeft Allinq ook advies op basis van data, bijvoorbeeld over de optimale lifecycle van apparatuur.
Partnership
Niet weten wat het eindproduct zal zijn, staat centraal bij Smart Solutions. We hebben een doel wat we willen bereiken, en daar werken we stapsgewijs naartoe. Dat vraagt om een sterke band tussen beide partners, goede communicatie en onderling vertrouwen. “Het is experimenteren, het is pionieren. Je krijgt informatie die eerder niet beschikbaar was. Zo kom je weer tot nieuwe vragen en ideeën.” Dat brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee. Want hoe stuur je een team aan als je niet weet wat het eindproduct zal zijn? Dan is het fijn om een partner te hebben. “Als ik ergens mee zit of een vraag heb, kan ik gewoon bellen en vragen hoe zij iets doen. Je begrijpt elkaar meteen. Allinq is dus ook een sparringpartner.”

De samenwerking is groeiend. Partnership betekent ook dat dingen anders kunnen lopen dan verwacht. “Fouten kunnen gemaakt worden, dat is inherent aan wat we aan het doen zijn met elkaar. Dat is helemaal niet erg. Als we maar eerlijk zijn en elkaar erop aan kunnen spreken.”
Ambitie
Als stip aan de horizon ziet Vera de transformatie van traditioneel opereren, naar op basis van data en output keuzes maken en zoveel mogelijk processen automatiseren. De invloed die Allinq daar op heeft is volgens haar enorm. “Voor deze ambitie hebben we Allinq nodig om analyses te doen, en tot adviezen te komen wat de beste manier is om onze nieuwe digitale werkwijze optimaal in te richten. Als we dat allemaal niet doen komen we nooit bij die digitale manier van werken.”
Deze vorm van marketing voor Smart Solutions blijkt heel succesvol. Roel Hoppenbrouwers: “Je visualiseert in een virtuele wereld welke diensten wij bieden. Op de beurs nam ik de mensen bijvoorbeeld mee naar een POP-gebouw, liet zien wat er misgaat bij een oververhitte switch en wat wij kunnen doen om dat te voorkomen. Bezoekers zagen meteen wat we te bieden hebben en welke voordelen dat oplevert. En natuurlijk vonden ze het cool om in een virtuele wereld rond te lopen”, lacht hij. Virtual Reality biedt nog veel meer mogelijkheden, zoals data inzichtelijk maken, iemand scenario’s of trainingen laten volgen of samen virtueel vergaderen. Dan is er ook nog Augmented Reality. “Dit is geen afgesloten virtuele wereld zoals bij VR, maar de digitale informatie wordt over de werkelijke wereld gelegd. Dat geeft inzicht. Zo kun je via je AR bril bijvoorbeeld kabels in de grond zien liggen. Of een monteur kan zien welke stappen hij moet nemen bij een storing in een kast.” Hiermee wordt al volop geëxperimenteerd bij Allinq Labs. Zodra ook de hardware en data naar behoren werken, is Allinq klaar om de nieuwe technologieën in het werkveld toe te passen.
“Duurzaam zit in ons DNA”


Allinq maakt haar werkprocessen steeds duurzamer. Maar hoe goed doet Allinq het eigenlijk? Op die vraag heeft EcoVadis het antwoord. Zij beoordeelt de duurzaamheid van organisaties op onder meer milieu, arbeidsen mensenrechten, ethiek en inkoop. “We scoren zilver”, vertelt QHSSE coördinator Hans van Eck met trots. “Wereldwijd staan we nu in de duurzaamheidstop 25% van de telecombranche.”
en kijken continu waar we duurzamer kunnen
motto is “iedereen met elkaar verbinden”. Dat lukt alleen in een leefbare wereld, door goed om te gaan met de materialen en energie die we gebruiken. Het is belangrijk de aarde netjes achter te laten.”
Repareren of upgraden Allinq werkt zo energie- en klimaatneutraal mogelijk. Bij defecte apparatuur kijken monteurs eerst of het toepassen van nieuwe materialen wel nodig is. Vaak kunnen ze onderdelen aanpassen,
repareren of upgraden, zodat de apparatuur weer jarenlang mee kan. Of ze kijken naar duurzame alternatieven, zoals recycled plastic voor glasvezelbuizen. Het is een kwestie van onderzoeken, uitproberen en testen. Vervangen is de laatst denkbare optie, mede ook door de huidige schaarste van chips en andere grondstoffen en de lange levertijden.

Lees het hele artikel op onze website
