1 minute read

CONCLUSIE

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat er nog een lange weg te gaan is wat betreft de positie van stripmakers in ons land. De lage vergoedingen en de hoge werkdruk maken de beroepsgroep zeer kwetsbaar. Stripmakers zijn op hun beurt gefrustreerd dat hun werk niet serieus wordt genomen door het grote publiek.

Maar goed nieuws is er ook. Uit de resultaten blijkt dat Nederlandse stripmakers al zeer professioneel met hun werk bezig zijn. Het overgrote deel is ZZP’er, is werkzaam buiten de grenzen en verdient geld met verschillende (bij)banen. Ze werken hard, soms meer dan 40 uur per week. Zelfs voor een vergoeding die te wensen over laat.

Advertisement

Dat het grootste deel van de deelnemers ver onder het minimum maandloon verdient, is verdrietig en onterecht. Daar zal iets moeten veranderen. Toch moet er ook gekeken worden naar de positieve dingen die in de stripwereld gebeuren. Zoals de successen in het buitenland, of het feit dat er sinds enkele jaren een Stripmaker des Vaderlands is die actief het stripverhaal promoot. Radio- en TV besteden vaker aandacht aan de strip. En er is een lijst samengesteld voor docenten in het middelbaar onderwijs, om wegwijs te raken in het aanbod van literaire strips voor de leeslijst.

We hopen stilletjes dat, als er over 10 jaar weer een enquête gedaan zou worden, alle resultaten een stukje positiever zullen zijn. In elk geval is er nu een ijkpunt van waaruit stripmakers kunnen vertrekken en vergelijken. En of er nu een nieuwe beroepsvereniging wordt opgericht of niet, het zal niks veranderen aan het plezier en de urgentie waarmee stripmakers hun vak uitoefenen. We zijn heel benieuwd waar de strip de komende jaren naartoe gaat. Op naar een mooie toekomst!

De auteurs willen graag bedanken: Het Stripschap, De Kunstenbond, Remco Holtzer, Jos van Waterschoot, Kenny Rubenis.

Production baby: Vos Ringelberg.

Eerste druk, juni 2023