Energie+ #1 2022

Page 1



Inhoud 08

ARTIKELEN: 08 Van jaren ‘50 wijk tot parel Sloop/ nieuwbouw in de wijk Jerusalem 16 Een warme douche dankzij de fabriek om de hoek Een open warmtenetwerk in Zaanstad 24 Transitievisie warmte Meekrijgen van bewoners of participatie? 32 Sav€ the Homes Een geïntegreerde aanpak

16

42 Enkhuizense wijk aardgasvrij door warmte lokale bollenteler Warmte uit de sloot 46 De moeizame stappen rond de energietransitie Systeemwereld versus leefwereld 54 Daken op st(r)oom Terugkijken en vooruitkijken 62 Van project naar programma Project-overstijgend werken

#1 2022

54

EN VERDER 06 Evenwicht tussen leefwereld en systeemwereld Hoofdredactioneel 44 Weg met de akkoordverklaring! Column Wim Meijer 72 Eindelijk verduurzamen Column Otto Kokke

Beeld cover Kick Smeets

#1 2022

3


RENDA MENUKAART 2022

renda.nl

Heb jij verstand van renoveren? Renda stelt professionals in staat hun werk beter te doen door betrouwbare vakkennis te delen. Is jouw bedrijf deskundig op het gebied van renovatie of een aspect daarvan? En wil je die kennis delen met woningcorporaties, renovatiebedrijven of toeleveranciers? Word dan partner van Renda. Eenpitters en start-ups Adviesbureaus, kleine bedrijven en corporaties Bedrijven

€ 999 € 1.779 € 2.829

Wat krijg je daarvoor? Redactioneel

Netwerk

Commercieel

• Welkomstinterview • Deel je nieuws met het netwerk • Een plek in ons blogpanel • Plaats een inhoudelijk artikel op de Renda website (inclusief eindredactie door Renda) • Deelname aan Renda-rubrieken: - Hoe woon jij? - Leerling & Leermeester

• Bepaal de koers van Renda • Gratis toegang tot besloten events • Korting op open events • Toegang tot de online omgeving voor het hele bedrijf • Partnerlidmaatschap voor medewerkers • Renda Magazine

• Logo in nieuwsbrief, op website en Renda Magazine • 25% korting op advertentietarieven • Plaatsing in Innovatiedatabase • Plaatsing in Vacaturebank en vacaturenieuwsbrief

Wil je nog meer zichtbaarheid? Redactioneel

Netwerk

• Een artikel geschreven door een Renda-journalist ± € 600 • Andere journalistieke uitingen mogelijk in overleg n.o.t.k.

• Organiseer een Renda Event • Organiseer een Online Webinar

Commercieel n.o.t.k.

n.o.t.k.

• Advertentie in magazine • Halve advertentie in magazine • Banner in nieuwsbrief • Banner op website • LinkedIn advertentie

€ 1990 € 1095 € 375 € 565 € 395

Wil je meer weten over het partnerschap neem contact op met Elleke van de Westeringh: e.vandewesteringh@aeneas.nl Wil je graag meer informatie over de advertentieverkoop neem contact op met Leo Nijs l.nijs@aeneas.nl


AGENDA • 24 maart 2022

Open dialoog opbouwwerkers Er is niet 1 partij die de energietransitie voor elkaar bokst. Daarvoor is een brede basis nodig, diep geworteld in wensen van bewoners. Geen wensen in de zin van cadeautjes of “u vraagt, wij draaien”. Maar wensen in de zin van haakjes, om tot nieuwe perspectieven te komen die leiden tot breed gedragen oplossingen in de energietransitie. Welzijnswerk helpt daarbij!

• 14 april 2022

Lang leve de liefde Op een ‘verleidelijke’ manier contact leggen, is de eerste stap van een relatie. Oók van de relatie tussen jou, als organisatie, en ‘jouw’ bewoners. Tijdens onze eerste online sessie First Date zijn we hierover in gesprek gegaan. Maar hoe gaat het verder nadat de eerste vonk is overgesprongen? Hoe verduurzaam je het

contact, hoe verbind je mensen voor langere tijd aan jou en de ambities van je organisatie? Daar kan de creatieve industrie je ook bij helpen! In de tweede online sessie Lang Leve De Liefde lichten we opnieuw een tipje van de sluier op.

• 30 juni 2022

Dag van de Bewoner 2022 Zie je buurten steeds kwetsbaarder worden en vind je het moeilijk om in contact te komen met iedereen en te weten wat er speelt? Komen elke keer dezelfde mensen op een bewonersavond en leveren enquêtes geen respons op? Moet je trekken en sleuren om draagvlak te krijgen voor jouw ideeën? Bestaat 80% van de telefoontjes die je krijgt uit klachten? Dat kan anders! Kom op 30 juni naar de Dag van de Bewoner en ontdek hoe je al deze vraagstukken aan kunt pakken samen met de creatieve industrie.

Bekijk onze evenementen online op renda.nl/events

#1 2022

5


DYNAMISCH EVENWICHT TUSSEN LEEFWERELD EN SYSTEEMWERELD De leefwereld (van ­bewoners) kan zich vaak moeilijk een voorstelling maken van de systeemwereld (van de overheid). Dat is niet zo gek. Want het is een wereld van protocollen, verantwoordingsmechanismen, procedures, meerdere opgaven tegelijkertijd. En een ander soort logica: gemeenten hebben niet alleen een taak om burgers te faciliteren, maar hebben de taak om iederéén te faciliteren. Je kunt niet een groep burgers bevoorrechten; dan komt de democratische legitimiteit in de knel. Dat verlamt ze. Dat is koudwatervrees, lopen op eieren. Want een precedent is snel geschept. En ook:

Dáár ligt de opgave en uitdaging. 6

#1 2022

wet- en regelgeving lopen achter bij de beweging van onderop, om meer eigenaarschap neer te leggen bij huiseigenaren en bewoners in de energietransitie. Participatie is vaak te veel een draagvlakmachine voor de plannen van de overheid. Terwijl je de plannen samen moet maken. Dat zou de Omgevingswet moeten faciliteren. Deze wet ademt de uitnodiging om de plannen die bewoners zelf maken serieus te nemen en te faciliteren. Dat is een stimulans om het om te draaien: de overheid participeert in plannen van bewoners. Helaas is deze wet weer een jaar uitgesteld. We zullen daarom nog even moeten wachten op de cultuuromslag die de wet veroorzaakt. Circa twintig procent van de nieuwe wet is inhoud, tachtig procent is verandering van houding,


HOOFDREDACTIONEEL

gedrag en werkwijze. De omvang van de veranderopgave is afhankelijk van de ambitie die de gemeente heeft met de Omgevingswet: in hoeverre wil of durft de gemeente de ruimte te benutten die de Omgevingswet biedt voor initiatieven? De leefwereld is misschien te weinig empathisch richting gemeenten: burgerinitiatieven willen hard gaan en gemeenten strompelen erachteraan. Dat is een tragisch doch komisch beeld. Maar eigenlijk is het niet om te lachen. Wij zijn bang dat het onnodig voor polarisatie zorgt op basis van veronderstellingen als: Die overheid is dom, achterlijk, niet te vertrouwen en ga zo maar door. Het is cynisme wat wij proeven en dat helpt niemand voorruit. Daar doe je de overheid, en met name hardwerkende

ambtenaren te kort mee. Zij lopen soms vast binnen een systeem dat nog niet op de toekomst is ingericht. We vinden het spannend om hier te zeggen ‘participatie moet gaan over eigenaarschap’. Het is belangrijk dat er gelijkwaardigheid ontstaat en we nu niet gaan verketteren. Onze oproep is om niet te snel te oordelen over de systeemwereld. Dat is iets te makkelijk. Er mag wel wat meer wederkerigheid voelbaar zijn in het begrip voor de verschillen tussen die twee werelden. We vragen de systeemwereld om begrip, maar laten we dat andersom ook hebben. Het is niet zwart-wit en dat moeten we ook niet willen. Het meeste essentiële voor beide “werelden” is het gezamenlijke doel niet uit het oog verliezen. Dat is, in deze context, de verduurzaming van het vast-

goedbezit. Ook de generaties die na ons komen moeten nog genieten van al het moois wat de aarde en het leven te bieden hebben. Dáár ligt de gezamenlijke opgave en uitdaging. Jan Baarends, Hoofdredacteur Renda Jeroen Boon Hoofdredacteur Energie+

ARTIKEL SCHRIJVEN?

Heb je een idee voor een artikel en past dit binnen de thema’s van Renda? Stuur dan een mail naar renda@aeneas.nl

#1 2022

7


Jerusalem nieuw versus oud.

8

#1 2022

BEELD TALIS


Van jaren ‘50 wijk tot parel In de buurt Jerusalem in Nijmegen realiseert woningbouwcorporatie Talis 220 nieuwe woningen. De huidige woningen worden gesloopt en op de bestaande fundering worden nieuwe energiezuinige woningen gebouwd. Bewoners hebben de keuze voor een geheel aardgasvrije woning. Naast de woningen krijgt ook de openbare ruimte een opknapbeurt; de gemeente richt deze klimaatadaptief in. Energie+ sprak met Sietse Jager, projectmanager bij Talis, Pieternel Blankenstein en Redmar van Steen van de gemeente Nijmegen. Tekst Yvette Vierhout

Hoe is dit project tot stand gekomen?

Sietse: “Aan deze woningen moest echt iets gebeuren. We hebben gekeken naar renovatie, maar uiteindelijk bleek sloop/nieuwbouw de beste oplossing. We zijn begonnen met het maken van tekeningen en in gesprek gegaan met betrokken partijen zoals de gemeente, nutsbedrijven en bewoners. Daar is een plan uit gekomen. Eind 2019 hebben we 70% akkoord opgehaald.” Pieternel: “Nijmegen heeft een warmtevisie en van daaruit maken een aantal wijken (startwijken) de transitie naar een aardgasvrije wijk. Jerusalem behoort niet tot een van deze ‘startwijken’. Oorspronkelijk zat de aardgasvrij-oplossing bij Jerusalem niet in het plan. In de zomer van 2020 hebben de gemeente en Talis zich samen ingezet om de woningen voor de bewoners die daarvoor kozen ook aardgasvrij te maken. We vonden het zonde als de woningen tot in de puntjes werden verduurzaamd, maar dat ze toch nog werden aangesloten op het gasnet. Ook hebben we besloten de openbare ruimte aan te pakken.” Redmar: “De gemeente is medio 2019 gestart met het proces om te komen tot een inrichtingsplan van de openbare ruimte van de buurt Jerusalem. Talis had al plannen voor het verduurzamen van de woningen in deze buurt. Hierbij ging het gesprek ook over ‘kunnen we niet ook de openbare ruimte duurzaam opknap#1 2022

9


VAN JAREN ‘50 WIJK TOT PAREL pen?’. Met een intern projectteam zijn we hiermee aan de slag gegaan. De opdracht die we hebben meegekregen is: maximaal inzetten op participatie en duurzaamheid, het samen met de bewoners doen en het klimaatadaptief inrichten. Vanwege de beheerbehoefte, spullen die aan onderhoud toe zijn, moest het asfalt en het rioleringssysteem vervangen worden. En in een 30-kilometerwijk gaat asfalt eruit en komen daar klinkers voor in de plaats. Je krijgt op deze manier een compleet andere uitstraling van de wijk. Niet zo’n grijze rijbaan, maar mooie klinkers. Daarnaast gaan we kijken hoe we de buurt klimaatadaptief kunnen inrichten met oog op hittestress, circulariteit en duurzaamheid. Met een duidelijk oog op groen, maar bijvoorbeeld ook ‘hoe gaan we om met het hemelwater dat valt?’. Gaan we dat naar het vuil-waterriool brengen of kunnen we slim ontwerpen waardoor we dat kunnen infiltreren?”

Wat zijn de grote veranderingen die doorgevoerd gaan worden? Redmar: “Het asfalt gaat eruit, daarvoor komen klinkers terug. Het wordt een leesbare straat: je weet wat de stoep is, waar je fietst, wat de straat is en wat een stukje groen is. Er zijn nu geen parkeerplaatsen, iedereen zet zijn auto overal neer. In de nieuwe situatie is dat georganiseerd. We brengen het hemelwater dat valt niet naar de vuilwater-riool, maar we gaan infiltratievoorzieningen plaatsen. Dus het water dat valt, geven we meteen weer terug aan de aarde. Dit doen we door middel van het plaatsen van infiltratieputten onder het wegdek, maar we gaan ook het water naar de parkjes brengen door een wadi te graven. Daarnaast willen we veel investeren in bomen, groen en de verbetering van de parkjes. Als er overbodig ‘grijs’ ligt, gaan we kijken of we daar groen voor in de plaats kunnen maken. Ook met het oog op hittestress.”

Wat is er concreet verduurzaamd aan de woningen?

Sietse: “De grootste verandering is dat de woningen heel goed geïsoleerd zijn en tochtdicht gemaakt zijn. Er zit een warmte terugwin-installatie in. Je krijgt geen koude lucht binnen. En de opwekking van de energie gaat met een zonneboiler-systeem met na-verwarming. Voor zowel tapwater als voor de vloerverwarming. Deze wordt gevoed door zonnecollectoren en er liggen acht zonnepanelen op de daken voor de elektriciteit. Doordat de woningen goed geïsoleerd zijn, is er maar een kleine warmtevraag. De warmte die nog nodig is, wordt opgewekt met een simpel systeem. Niet met een warmtepomp, want daar waren mensen heel kritisch op.” Pieternel: “Daarnaast richten we ons op het energetische stuk: het afkoppelen van regenwater en het inrichten van de openbare ruimte. We willen de wijk Jerusalem een van de duurzaamste wijken van Nijmegen maken. Daarom nemen we klimaatadaptieve maatregelen. Denk aan klinkers in plaats van asfalt.”

Op welke manier zijn de bewoners betrokken?

Sietse: “Voor het proces sloop/ nieuwbouw hebben we een bewonersprojectgroep opgericht. Aan deze groep hebben we uitgelegd waarom we de wijk gaan aanpakken, wat er mogelijk is en hoe we dat gaan doen. We hebben gedurende het hele proces contact gehouden. Voor het aardgasvrij maken van de woningen hebben we een apart traject doorlopen. Mensen mochten zelf kiezen of ze hun huis van het aardgas af wilden hebben. We hebben hierbij de bestaande bewonersprojectgroep betrokken en ze geïnformeerd over de plan10

#1 2022


We willen de wijk Jerusalem een van de duurzaamste wijken van Nijmegen maken.

PIETERNEL BLANKENSTEIN #1 2022

11


Presentatie plannen Jerusalem.

BEELD TALIS

nen om van het aardgas af te gaan. Deze groep heeft vervolgens geholpen om andere bewoners uit de buurt te informeren.” “Bij de keuze om wel of niet van het aardgas af te gaan, hebben we de apparaten neergezet in een oude woning zodat mensen konden zien hoe een zonneboilervat en een ventilatiesysteem eruitziet. We hebben vanuit Talis ook kookworkshops georganiseerd om mensen kennis te laten maken met koken op inductie.” “Het is echt in samenspraak gedaan. Ik ben er ook van overtuigd dat dit de enige manier is om het goed te doen. Niet alleen omdat je het goede verhaal wil vertellen, maar ook omdat je in je eigen gedachtenkronkels zit, terwijl de informatiebehoefte heel anders ligt. Je moet dus voortdurend met elkaar in gesprek blijven. Dat is de enige weg naar een succesvol einde.” Redmar: “Wij hebben de bewoners gevraagd wat ze willen zien, voelen en ervaren als ze de voordeur opendoen. Wil je een brede stoep of wil je graag bomen? Ze hebben opgeschreven wat ze belangrijk vonden en wat ze wel- of niet - prettig vonden. De bewoners vonden het bijvoorbeeld belangrijk om te weten hoe het verkeer door de straat gaat: waar zit de fietser op de weg? Wat ook naar voren kwam was dat ze het belangrijk vonden dat er mooie spullen gebruikt worden en dat er ingezet wordt op groen en parkeren. We hebben de wensen verwerkt in een Ambitieweb. Dit is een visuele weergave van de duurzaamheidsthema’s en de daaraan gekoppelde ambitieniveaus. Het Ambitieweb helpt om de ambities in één oogopslag helder te maken. En met een akkoord op het Ambitie12

#1 2022


VAN JAREN ‘50 WIJK TOT PAREL web zijn wij het eerste ontwerp gaan maken. Het leuke is dat je de bewoner mee kunt nemen in hun eigen straat waarvoor mooie schetsen zijn gemaakt. Het helpt als je voor de bewoners visualiseert wat er ontworpen is.”

Was er waardering bij de bewoners voor deze aanpak?

Redmar: “De mensen uit de bewonersprojectgroep waren heel enthousiast. De bewoners hadden de ruimte om te zeggen wat ze wilden. Het was een open gesprek, waarin wij ook hebben aangegeven waar de uitdagingen zitten en dat we keuzes moeten maken. We hoefden als gemeente ook niet meteen ‘nee’ te zeggen op ideeën. Door deze gesprekken wisten we wat mensen belangrijk vonden.”

Als een bewoner kiest om van het gas af te gaan, komen daar dan nog extra kosten bij? Sietse: “Nee, de bewoners hoeven hier niet voor te betalen. Alle extra kosten zijn uit subsidies gekomen.” “En er wordt flink bespaard op het energieverbruik door de bewoners. Ik ben bij drie huishoudens geweest. De verschillen met de oude woningen zijn groot.

Wat wil je zien, voelen en ervaren als ze de voordeur opendoen. De woningen waren tochtig en hadden veel energielekken. Deze zijn nu goed geïsoleerd en zonder aardgasaansluiting. En als je de zonneboilervat en het ventilatiesysteem goed gebruikt, kun je heel energiezuinig wonen. En dat voordeel zit allemaal bij de huurders. Tijdens de verbouwing en met de oplevering hebben de bewoners uitleg gekregen over de apparatuur. Een maand of drie na oplevering gaan we nog een keer langs om in gesprek te gaan met de bewoners over het gebruik van de apparatuur in hun woning. We vragen bijvoorbeeld of ze weten hoe ze de vloerverwarming goed kunnen gebruiken. We hebben hier ook spreekuren en nieuwsbrieven voor, maar we merken dat een een-op-eengesprek wel heel goed werkt.”

Wat levert het de bewoner op?

Sietse: “We hebben nu 84 woningen opgeleverd en we merken dat er rust komt in de wijk. Mensen zien het resultaat en dat stelt ze gerust. ‘Zo ziet het eruit en #1 2022

13


VAN JAREN ‘50 WIJK TOT PAREL het is een veel comfortabelere woning’. Dit hoor je ook terug tijdens de persoonlijke gesprekken met bewoners. Sommige bewoners hebben een hoop andere dingen aan hun hoofd. Voor hen is hun woning ook de basis om de rest op orde te krijgen.”

Wat is de rol van de gemeente geweest?

Pieternel: “Wij zijn betrokken bij het aardgasvrij maken van de woningen. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om in 2045 energieneutraal te zijn en dat de woningen aardgasvrij zijn. Uiteindelijk is het aan Talis om te bepalen om daar iets mee te doen, maar als gemeente hebben wij meegedacht hoe we dit haalbaar en betaalbaar kunnen maken voor de buurt Jerusalem. De wijk ging helemaal op de schop en dat geeft mogelijkheden om samen op te trekken. Zo was de riolering toe aan vervanging en dit was de uitgelezen mogelijkheid om zo’n impactvolle verandering in een wijk door te voeren.”

Wat zouden anderen van jullie kunnen leren?

Sietse: “Dat het wel kan! Met een goed Kick-off, de juiste begeleiding en regelmatig tussenevaluaties plannen, kom je een heel eind. En je hebt lef nodig om te zorgen dat dingen voor elkaar komen. Dit kan alleen als je elkaar vertrouwt en open en transparant bent. Het traject naar aardgasvrij hebben we goed aangepakt. Door te laten zien hoe een woning eruit komt te zien en door bijvoorbeeld de kookworkshop te organiseren hebben we 99% van de bewoners enthousiast gekregen, waardoor ze de keus hebben gemaakt voor een aardgasvrije woning. Daarnaast hebben we ingezet op goede informatievoorziening. Er was ruimte voor de bewoners om kritische vragen te stellen en we zijn met een projectwoning in de buurt aanwezig zodat bewoners naar ons toe kunnen komen.” Pieternel: “Je moet echt de tijd nemen voor dit intensieve traject. Talis heeft veel tijd vrijgemaakt voor persoonlijk contact met bewoners en hen op de juiste manier van informatie voorzien. Zodat bewoners snappen waar ze ‘ja’ tegen zeggen.” Sietse: “Ook de mensen die in het voortraject aan tafel zaten, zaten er met passie en geloof, maar ook met eigen ervaringen. Pieternel en ik wonen al langere tijd aardgasvrij en dat helpt, want je kunt je eigen ervaring delen.” Redmar: “We hebben op verschillende manieren contact gehad met de bewoners. We hebben meerdere avonden samen met de bewonersprojectgroep van gedachten gewisseld, naar de hele buurt zijn brieven gestuurd om ze op de hoogte te houden, liften we mee op de nieuwsbrief vanuit Talis en we hebben de bewoners uitgenodigd voor een digitale bijeenkomst. We kregen regelmatig de reactie van bewoners ‘ik weet niet hoe een digitale bijeenkomst werkt’. Dan ga je mensen missen in je communicatie, wat we heel jammer zouden vinden. Daarom hebben we 2 grote borden in de wijk gezet met alle ontwerptekeningen en informatie erop. Zo kunnen bewoners via de borden zien wat we doen en hoe de buurt eruit komt te zien. Dit is goed ontvangen in de buurt. Daarnaast hebben we nog met een kraam op een bewonersavond gestaan. Daar hebben we ook tekeningen laten zien. Het is belangrijk om een tekening toe te lichten, wat zie je precies en wat gaat er veranderen. Ook hebben we foto’s van hoe het er nu uitziet en daar leggen we een beeld naast van hoe het eruit komt te zien. Dat is begrijpelijk voor de bewoners.” 14

#1 2022


Vergroenen Boksdoornstraat Jerusalem BEELD GEMEENTE NIJMEGEN

Waar ben je tegenaan gelopen in dit project?

Pieternel: “De financiële haalbaarheid blijft een uitdaging. We laten met de wijk Jerusalem zien dat je een wijk aardgasvrij kunt krijgen. Maar we zien ook dat het niet realistisch is om dit bij de andere 70.000 woningen (of meer) op deze manier te doen. Daarvoor moeten we echt op zoek naar een andere oplossing.” Sietse: “Om een voorbeeld te geven, we betalen ongeveer 10.000 tot 11.000 euro extra per woning voor een duurzame warmteoplossing.” Pieternel: “Ik ben trots op het resultaat. Het gaat hier om 220 woningen en we hebben het wel samen voor elkaar gekregen. Er zitten behoorlijke uitdagingen in, maar we leren veel in de hele transitie die we nu met elkaar doorlopen. Om de motivatie vast te houden is het fijn om te zien dat een project geslaagd is.” #1 2022

15


Een warme douche dankzij de fabriek om de hoek Wat er bijzonder is aan dit warmtenet? In Zaanstad heb je tussen de woonwijken door fabrieken staan. Dat is altijd al zo geweest. De fabrieken betalen om hun warmte kwijt te kunnen, terwijl een bewoner 30 meter verder (letterlijk!) betaalt voor een warme douche. Dat moet anders kunnen dachten ze bij de Gemeente Zaanstad. Daarom hebben zij samen met Firan een open warmtenetwerk opgezet. Daar kan iedereen energie aan toevoegen en afnemen en dat is voor heel Zaanstad een win-win. Tekst Birgit Barten

16

#1 2022


Jan Schreuder en Ruben ­Zondervan. BEELD BIRGIT BARTEN

#1 2022

17


EEN WARME DOUCHE DANKZIJ DE FABRIEK OM DE HOEK

L

opend richting de Zaanse Schans staan links en rechts idyllische huizen, haalt een vrouw brood bij de bakker en zie je de schoorstenen van fabrieken achter en soms ook tussen de huizen door komen. Industrie hoort echt bij Zaanstad. Je ruikt regelmatig de cacao van de chocoladefabriek en het deeg van een beroemde koekjesfabriek. Bij al die fabrieken hoort ook restwarmte en er moet betaald worden om die warmte af te voeren. Willen de overburen hun jaren dertig huis verwarmen, betalen zij juist om de warmte hun huis in te krijgen. Nu de gasprijzen alleen maar stijgen, is dat een dure grap aan het worden. “Ons warmtenet is een open net. Het is open voor leveranciers en afnemers. Hier zie je een geografische, historische en economische configuratie, waardoor het plan van een warmtenet de juiste voedingsbodem heeft gekregen”, vertelt Ruben Zondervan, regisseur duurzaamheid bij de gemeente Zaanstad. “Dat is een heel mooi begin van het antwoord op de vraag hoe dit warmtenet is ontstaan”, vult Jan Schreuder, adviseur bij dezelfde gemeente toe. “We zijn gaan kijken naar de stad. Daarnaast heb je de energietransitie, daar zie je een aantal belangrijke dingen gebeuren.” Zo noemt Schreuder de decentralisatie van voorzieningen. Daarnaast zegt hij dat het geen eenrichtingsverkeer is, maar tweerichtingsverkeer is geworden.

Hoe zit het warmtenet in elkaar?

Het warmtenet wordt gevoed door duurzame warmte van Bio Forte, een lokale kleinschalige biomassacentrale. Naast de biomassacentrale zijn er ook twee gasgestookte HulpWarmteCentrales, die aangesloten zijn op het warmtenet. Deze centrales fungeren alleen als achtervang bij piekmomenten en als reservevoorziening. De warmte wordt afgenomen door diverse woningcorporaties, Verenigingen van Eigenaren, particulieren, in de nabije toekomst het nieuwe zwembad De Slag en mogelijk 18

#1 2022

ook een aantal andere utiliteitsgebouwen, waaronder scholen en regiogebouwen. De gemeente Zaanstad heeft de ambitie om in de periode van 2030 tot 2040 volledig klimaatneutraal te worden en in versneld tempo van aardgas los te komen. De ontwikkeling van het warmtenet sluit aan bij deze ambitie; de nieuwbouwwijken Gouwpark en Oostzijderpark worden geheel aardgasvrij opgeleverd. Firan, expert in warmte-infrastructuren, werkt met gemeenten, woningcorporaties, projectontwikkelaars en andere partners aan slimme energiesystemen voor de duurzame wereld van vandaag en morgen. Firan vindt het belangrijk om bij te dragen aan klimaatdoelstellingen en de match tussen de gemeente Zaanstad en Firan was dan ook snel gemaakt.

Gaan we dit volhouden?

“Er is een druk ontstaan door de prijs van fossiele energie. Gaan we dit volhouden met elkaar? Bedrijven krijgen bijvoorbeeld boetes voor CO2uitstoot”, illustreert Schreuder. “In deze regio zien we bijvoorbeeld

DRIE TIPS VAN RUBEN EN JAN BIJ HET OPZETTEN VAN EEN WARMTENET • Zet de klant centraal. De klant moet worden overgehaald, een ziekenhuis kan een klant zijn, maar een huishouden kan ook een klant zijn. • Redeneer dat de warmte-infrastructuur een vitaal onderdeel is van het energiesysteem, dat doe je er niet even bij. Je moet erover nadenken dat je het warmtenet in publieke handen houdt. Dat hoeft niet per se de gemeente te zijn, het kan ook een netwerkbedrijf zijn bijvoorbeeld. • Zorg ervoor dat je het organiseert als lokale overheid. Je moet niet denken ‘energie is voor de markt’, dit vraagt om capaciteit en een lange adem. Richt je daarop in. Je moet wel een beetje een marathon mindset hebben. Kortom; organiseer jezelf.


Je moet niet denken ‘energie is voor de markt’.

#1 2022

19


EEN WARME DOUCHE DANKZIJ DE FABRIEK OM DE HOEK dat het water in de Zaan teveel opwarmt in de zomer. De fabrieken die hun restwarmte lozen op de Zaan, moeten betalen om de warmte af te voeren. Twee minuten later betalen de buren, maar letterlijk de buren, voor hun warme douche. ‘We moeten die twee verbinden’, was een van onze eerste gedachten. We zijn vervolgens gaan onderzoeken of we vraag en aanbod kunnen samenbrengen. Er is heel veel restwarmte vanuit de industrie beschikbaar en er zijn woningen die betaalbaar die warmte willen afnemen. Dat is eigenlijk een beknopte samenvatting van het ontstaan van het Zaanse warmtenet”, lacht Schreuder. “Het

De een moet betalen voor het afvoeren en de ander betalen voor het inkopen van de warmte. is schoon, het is lokaal en betaalbaar. Dat zijn toverwoorden die we steeds meer zijn gaan gebruiken. Vanuit daar zijn we gaan proberen, experimenteren en pionieren. Een aantal jaar later (2013), hadden we onze eerste contractbespreking met potentiële bronnen, zoals een koekfabriek. We nodigden ook inwoners uit, de hele raadzaal zat hier vol. We gingen in gesprek met bronnen, klanten en verbindende partijen. 20

#1 2022

We daagden iedereen uit. Zo vroegen we de Albert Heijn om prepaid energiekaarten in de supermarkt te hangen. Gewoon om het te laten rollen. De fabrieken gingen in gesprek met de buren, dat was mooi om te zien”, blikken Schreuder en Zondervan terug. “Dat toont ook aan dat we dit dus niet in een paar jaar hebben opgezet, daar zit heel wat bloed, zweet en tranen achter.”

Lokale economie

“We willen onze inwoners betaalbare energie kunnen aanbieden, dan blijven ze hier tenminste wonen. Dat is goed voor alles en iedereen.” Ruben: “Dit warmtenet is een lokaal net. Het geld dat erin omgaat, dat blijft hier. Dat geeft meer maatschappelijk draagvlak. Het geld vloeit nu niet af naar een anonieme identiteit buiten de gemeentelijke- of landsgrenzen. Het geld blijft in de regio.”

Doelstellingen

Waar zijn we als Zaanstad in de energietransitie? Wat is er hier anders? We zijn een stad waar energie en wonen naast elkaar en door elkaar plaats vinden. Daarin zit een oplossing voor de energietransitie, meer dan in andere plaatsen. De gemeente Zaanstad heeft de ambitie om tussen2030 en 2040 energieneutraal te zijn. Er is een Zaans Klimaatakkoord waar in detail alle plannen van de gemeente in te lezen zijn. “We hebben de doelstelling een aantal jaar voor de landelijke doelstelling gelegd”, legt Zondervan uit. Als ondernemende stad zien wij de duurzaamheidstransitie niet alleen als noodzaak, maar ook als kans. De veranderingen kunnen namelijk ook als vliegwiel dienen voor innovatie, werkgelegenheid, kostenbesparing én samenwerkingen. Het unieke aan het Zaanse model is de opzet voor een onafhankelijk warmtenet waarin de rollen van de verschillende partijen (producenten, transporteurs en leveranciers) volledig gescheiden zijn. Jan: “Als gemeente hebben we ingezet op een open


Een doorkijkje in Zaanstad met de fabriek in het m ­ idden. BEELD BIRGIT BARTEN.

en onafhankelijk warmtenet, waar verschillende partijen, die duurzame warmte leveren, kunnen aanhaken. Voor de gemeente is belangrijk dat de klant uiteindelijk bepaalt welke inkoopvoorwaarden voor de warmte gelden. Bijvoorbeeld: wat wordt de rekening, welke bronnen kunnen op dat systeem worden aangesloten en hoe verduurzamen we die verder?”

Draagvlak en betaalbaarheid

Belangrijk was ook het meekrijgen van bewoners. In gesprek met bewoners kwam al snel de betaalbaarheid ter sprake. “De eerste reactie was ‘het moet niet duur worden’. Als deze oplossing ervoor zorgt dat je je woning niet massaal hoeft aan te passen, wat ben je als klant dan bereid te betalen? We hoorden telkens dat het niet te duur

moest worden. Het moest woonlastenneutraal zijn, maar is dat inclusief verbouwing of hypotheek? Komt de rekening via de netbeheerder alsnog bij mij op de mat? Dat waren vragen die vanuit klanten bij ons kwamen.” “Energie is lange tijd geen sexy onderwerp geweest. Opeens is dit een onderwerp wat op de politieke agenda terecht is gekomen. Mensen krijgen meer betrokkenheid bij het onderwerp door de aandacht voor het onderwerp. Het raakt mensen in hun portemonnee, is het niet linksom, dan wel rechtsom.” Schreuder legt verder uit: “De subsidies die je erin stopt of de rekening die je op de mat krijgt. Het zal toch betaald moeten worden.” “We zijn erg veel bezig met energiearmoede, dat is een onderliggend probleem. Betaalbaar en goed leven in de 21eeeuw, #1 2022

21


De Duyvis fabriek in Zaanstad.

22

#1 2022

BEELD BIRGIT BARTEN


EEN WARME DOUCHE DANKZIJ DE FABRIEK OM DE HOEK dat is iets dat leeft in Nederland, maar zeker ook in Zaanstad. Dat is ook waarom we het zo belangrijk vinden dat de energie uit het net betaalbaar is. Je kunt daar eendimensionaal naar kijken; puur naar de kosten. Als jij een energierekening hebt van 200 euro per maand, omdat je een slecht geïsoleerd huis huurt, en je hebt een inkomen van 1.000 euro per maand, dan is dat een hoge rekening. Wat

Maak maatwerk­ oplossingen mogelijk, denk niet in one-size-fits-alloplossingen. gebeurt er? Dan zet je de kachel uit. We willen een groeiende ongelijkheid tegengaan. Wij zijn met dit model in staat een lagere rekening te realiseren. Het kan goedkoper, het is gelukt. We vinden het zó belangrijk dat iedereen mee kan doen en dat mensen erop vooruitgaan.”

Wat te leren bij het opzetten van een warmtenet?

“Het belangrijkste is het respecteren van de klant. Uiteindelijk gaat het erom dat je een product aanbiedt waar de klant op zit te wachten. Elk huis ziet er anders uit. De een heeft geïsoleerd, de ander heeft al een warmtepomp, ga daar maar eens mee om. Dat is het spannende van de totstandko-

ming van een warmteafspraak. In Zaanstad staan 70.000 woningen en allemaal zijn ze anders. Maak dus maatwerkoplossingen mogelijk, denk niet in one-size-fits-all-oplossingen, dat gaat niet werken. De goede afspraak staat echt vooraan en niet de buizen in de grond. Vaak wordt gedacht ‘waar ligt die buis het beste?’, maar die buis komt er wel. De afspraak is het belangrijkste.” “In het begin hadden we flankerende principes. In het proces zijn technische en juridische vragen aan bod gekomen, businesscase berekeningen, maar het is wel gelukt. Het net is open. Iedereen kan zijn warmte leveren of afnemen. We hebben hiermee een mooie stap vooruit gezet. Wat we oorspronkelijk van plan waren, dat is gelukt”, blikken de twee mannen terug. Jan sluit af: “Ik ben heel trots op dat idee van toen, dat het is gerealiseerd. Het is ook een inspiratiebron voor veel anderen geworden. We zijn de agenda rondom de warmtetransitie aan het inspireren. We hopen een inspiratie te kunnen zijn voor andere gemeenten.”

Over het open warmtenetwerk In Zaanstad is in 2019 een nieuw warmtenet in gebruik genomen in Zaandam-Oost. In de eerste fase van dit open warmtenet zijn door Firan 2.200 woningen en 250 nieuwbouw woningen aangesloten. De energiebron van het warmtenet wordt in eerste instantie gevormd door een biomassacentrale (die gebruikmaakt van gecertificeerd lokaal snoeihout) in combinatie met twee (gasgestookte) hulpwarmtecentrales. Op termijn kan het warmtenet verder worden verduurzaamd met lokale bronnen, zoals restwarmte, geothermie en aquathermie. #1 2022

23


TRANSITIEVISIE WARMTE

Meekrijgen van bewoners of participatie? ‘t Ven, Eindhoven.

24

#1 2022

BEELD KICK SMEETS


Vrijwel elke gemeente stelde in 2021 een eigen Transitievisie Warmte vast. Een document waarin de gemeente beschrijft hoe de gemeente aardgasvrij wordt, uiterlijk in 2050. Uit alle visies spreekt het belang van betrokkenheid van bewoners, van plannen maken tot en met de uitvoering. Ik was een van die actieve en betrokken inwoners van de gemeente Eindhoven, waar ik woon. Terugblikkend heb ik zo mijn twijfels over de inbreng van inwoners in de Transitievisie Warmte en vraag ik me oprecht af of deze een solide basis vormt voor de zogenoemde wijk uitvoeringsplannen (WUP). Ik ben bang van niet. Tekst Kees Bakker

#1 2022

25


MEEKRIJGEN VAN BEWONERS OF PARTICIPATIE?

O

p het eerste gezicht lijkt het volop over burgerparticipatie te gaan. In de teksten en berichtgeving de bekende ronkende zinsneden: ‘we doen het samen’, ‘we willen.’, ‘we gaan…’. Aandacht voor ‘voldoende draagvlak’. Een enkele gemeente organiseerde een ‘stads brede digitale dialoog’ of een ‘gemeentelijke klimaattafel’. Veel gemeenten zetten de enquête onder de bewoners in: ‘vindt u het belangrijk dat de gemeente aardgasvrij wordt?’. Burgerparticipatie op zijn smalst, als je het mij vraagt.

Corona

Elk nadeel heeft zijn voordeel, dat blijkt maar weer. Door de beperkende maatregelen organiseerde gemeente Eindhoven de betrokkenheid van bewoners online. De ontwikkeling van de transitievisies kreeg daarmee een grote transparantie: iedereen kon sessies gaan volgen. Ik heb dat gedaan, ik volgde ook een aantal sessies waarin andere gemeenten hun bewoners meenamen in de ontwikkeling van hún visie. En ik ontwaarde een grote kloof tussen de wereld van de gedreven beleidmakers en de leefwereld van bewoners. Een greep uit de onlinesessies die ik zag: sheets met ambities en uitgangspunten vliegen langs. ‘We moeten van het aardgas af’. Verre tijdshorizonnen: 2030, 2035, 2050. ‘Parijs’ en ‘Klimaatakkoord’ steevast opgevoerd als legitimatie. Kansen en technische oplossingen (‘warmtenet’, ‘all electric’) in fraaie infographics. Soms een filmpje met een vrolijk muziekje over hoe je in stappen aardgasvrij kunt wonen (‘…plaats kanalen voor ventilatie met warmteterugwinning…’), gevolgd door een analyse van de wijken en buurten, compleet met plankaarten en voorkeursvarianten. Het geheel verpakt in het verhaal van ‘Wij doen graag ons best om een goed plan voor u te maken. We horen graag uw mening, we houden u graag op de hoogte’. Gemeen26

#1 2022

ten, beleidmakers en hun adviseurs lijken gevangen in hun eigen systeemwereld.

Eindhoven: waarom vraagt de gemeente bewoners niet om sámen een plan te maken?

De gemeente Eindhoven presenteerde medio augustus 2021 de inspraakversie van haar transitievisie. Natuurlijk, toegelicht in een online sessie. Ik stuurde een kritische reactie (‘zienswijze!’). Het Eindhovens Dagblad plaatste een samenvatting op haar opi-

ENERGIETRANSITIE WOONLASTEN NEUTRAAL?

Het klimaatakkoord kent de afspraak dat de energietransitie woonlastenneutraal moet worden uitgevoerd. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid gekregen te zorgen voor een woonlastenneutraal alternatief voor bewoners in die wijken die van het gas af gaan. De praktijk blijkt weerbarstig. VNG stelde in februari 2021 (bron: Binnenlands Bestuur): ‘Gemeenten kunnen onmogelijk de financiering opbrengen voor het woonlastenneutraal uitvoeren van de energietransitie’. Voormalig minister Ollongren publiceerde in juli 2021 de resultaten van een onderzoek naar de betaalbaarheid van de energietransitie. Zij stelde ‘Maar de onderzoeken laten ook zien dat de betaalbaarheid nog verder verbeterd moet worden en er nog flinke investeringen nodig zijn om de doelen van 2030 te halen’ (bron; nieuwbericht rijksoverheid 06-07-2021). Niet voor niets dat gemeenten met het vaststellen van een transitievisie in een lastig pakket zitten: woonlastenneutraliteit is een uitgangspunt waarvoor zij vooralsnog niet zelf borg voor kunnen staan. Terecht dat zij dit aankaarten bij de rijksoverheid.


Waarom niet méér inzetten op het delen van het probleem?

KEES BAKKER #1 2022

27


MEEKRIJGEN VAN BEWONERS OF PARTICIPATIE? niepagina. De kern van mijn reactie: waarom niet méér inzetten op het delen van het probleem? En: de visie is te veel te lezen als een prioriteitstelling voor warmtelevering in (start) wijken / buurten met voornamelijk corporatiewoningen? Een benadering vanuit de gedachte dat de energietransitie met technische middelen te realiseren is waarbij, om draagvlak te verkrijgen, bewoners ‘serieus betrokken moeten worden’. Als neveneffect signaleerde ik dat bewoners van andere wijken kunnen denken: in mijn wijk gebeurt er niks voor 2035! Doet mijn gemeente daarmee voldoende recht doet aan de urgentie van het klimaatvraagstuk? Mijn reactie sneed hout. Tot mijn verbazing - ik was er blij mee - kwam de wethouder in de raadsvergadering met een belangrijke aanvulling. Hij presenteerde aanvullend op de concept transitievisie een energiebesparingsprogramma gericht op een groot aantal van de niet-startbuurten. De definitieve visie heeft daarmee een veel bredere focus die meer recht doet aan de urgentie van het klimaatvraagstuk.

Echte participatie in uitvoeringsplannen?

Ondanks de moeite van gemeenten en inzet van beleidsmakers is de participatie van bewoners op uitzonderingen na beperkt van de grond gekomen. De indruk ontstaat dat gemeenten hun hoop op het betrekken van bewoners vestigen op de volgende fase van de energietransitie: het uitwerken van de buurtuitvoeringsplannen voor de aangewezen startbuurten. En dat zijn meestal buurten met een groot aandeel corporatie-woningen. Met de focus op een afgebakend gebied lijkt een gesprek met betrokken bewoners beter te organiseren. Dat er dan al een voorkeursvariant is (‘er is nog geen besluit hoor!’), wordt óf als voordeel gezien óf op de koop toe genomen. Of de veronderstelling dat een buurtuitvoeringsplan meer kans op succes biedt in het betrekken van bewoners ook in de 28

#1 2022

praktijk zo uitpakt? Wellicht geeft een evaluatie van de aanpak in de Proeftuinen Aardgasvrij daar inzicht in.

Drijfveren en tijdhorizonnen

Waarom is betrokkenheid, participatie bij een transitievisie zo lastig te realiseren? Als je die vraag stelt wijzen beleidsmakers vaak naar de complexiteit van de opgave, de

KAN HET OOK ÁNDERS?

Zéker! Er zijn voorbeelden van gemeenten waar bewoners een actieve rol spelen bij het tot stand komen van de transitievisie warmte. Het Programma Aardgasvrije Wijken geeft voorbeelden. In gemeente als Gouda, Goeree Overflakkee, Tilburg is veel moeite gedaan om inwoners actief te betrekken bij de ontwikkeling van de transitievisie. Fraaie voorbeelden zijn er van bewonersinitiatieven op niveau van wijk, buurt of dorp. Denk aan Horst aan de Maas (burgercollectief EnergieKronenberg) en Terheijden (Traai’s Energie Collectief). CONCLUSIE Heeft elke gemeente een eigen transitievisie warmte? Het lijkt eind 2021 grotendeels gelukt. Hoewel gemeenten erg hun best hebben gedaan – waarvan een aantal meer dan dat – lijkt de betrokkenheid van de bewoners in de gemeenten vooralsnog niet heel groot. Of dat erg is? Niét als je de warmtevisie opvat als een startpunt, waarin vooral mogelijkheden in beeld zijn gebracht. Wél als terug moet worden gegrepen op de warmtevisie om bij weerstand in de startbuurten voor voorkeursvarianten te legitimeren. Beleidsmakers en regisseurs doen er in ieder geval goed aan hun systeemwereld te spiegelen aan de leefwereld van huurders en huiseigenaren.


BEELD KEES BAKKER

opgave ‘aardgasvrij’. Met de berusting dat daar nu eenmaal niet veel aan te doen is. Ten onrechte gaan beleidmakers hierbij voorbij aan het onderliggende knelpunt: de systeemwereld van de beleidsmakers en hun adviseurs sluit niet aan bij de leefwereld van de bewoners. Een paar voorbeelden: • Waar de zorg voor het klimaat hen drijft tot het streven naar aardgasvrij hebben bewoners heel andere drijfveren voor hun handelen. Zeker, zorg om klimaat wordt gedeeld, maar vooralsnog niet vertaald naar de wil en noodzaak om hun woning aan te pakken, om te investeren in hun woning. Huurders en particuliere eigenaren hebben andere drijfveren. Intrinsieke drijfveren zijn verlangen, noodzaak en, in mindere mate, voordeel halen. Vooralsnog is er een zeer kleine

groep die de zorg om het klimaat als intrinsieke drijfveer heeft ontwikkeld. Individuele huishoudens stellen zich niet voor de opgave ‘van het aardgas af te gaan’. Zij laten zich niet sturen door ‘Parijs’ en het landelijke ‘Klimaatakkoord’.

OVER DE AUTEUR

Kees Bakker werkt als zelfstandig onderzoeker en adviseur in de wereld van energietransitie en duurzaamheid. Onderzocht afgelopen jaren de routes en drijfveren van particuliere woningeigenaren in Zuidoost Brabant (EnergieHuis Slim Wonen). Kijkt met persoonlijke én professionele belangstelling naar de ontwikkelingen in de energietransitie. #1 2022

29


Quirijnstok, Tilburg.

BEELD KICK SMEETS.

Waar beleidmakers uit de voeten kunnen met verre tijdhorizonnen (2030, 2050) is voor een huishouden een periode van enkele jaren te overzien. Huishoudens met kinderen zien wisseling van scholen, afronding studies, kinderen het huis uit als tijdhorizon. In andere levensfasen vormen wisselen van banen, pensioenfase de tijdshorizonnen. 10 jaar of meer vooruitkijken is bijna onmogelijk.

30

#1 2022

Waar beleidmakers scenario’s voor aanpak en technieken in de vingers hebben, is dat voor huishoudens vaak volledig nieuwe materie.

De notie van maakbaarheid

Een opvallend punt in de transitievisies, is de notie van de maakbaarheid die eruit spreekt. Kop van een infographic: ‘Onze route naar een aardvrije gemeente’. Tek-


MEEKRIJGEN VAN BEWONERS OF PARTICIPATIE? sten als ‘We willen op tijd beginnen om alle buurten van het aardgas af te krijgen. Wat gaan we doen en wanneer?’ Hoe maakbaar wil je het hebben? In dat licht is de optie van een warmtenet aantrekkelijk. Niet voor niets domineert de optie van ontwikkeling van warmtenetten de eerste tranche van de proeftuinen aardgasvrij. Een warmtenet komt immers gunstig uit berekeningen over maatschappelijke kosten en een warmtenet is een oplossing met belofte van maakbaarheid. Breng enkele partijen bij elkaar en doe bewoners een aanbod ‘dat je niet kunt weigeren’. Voor andere opties – individuele oplossingen met isolatie en warmtepomptechnieken - is maakbaarheid veel minder aanwezig. De notie van maakbaarheid doet de burger achteroverleunen in zijn of haar stoel en vormt een drempel voor betrokkenheid. ‘Prima, laat maar horen als het zover is’. En als dat de perceptie is, zal de opmerking ‘We doen het samen, we hebben iedereen nodig’ geen uitnodiging zijn voor een daadwerkelijke samenwerking.

'Dit kunnen we niet waarmaken…'

Natuurlijk kunnen beleidsmakers, met een krachtige persoonlijke drijfveer en met legitimatie van landelijke en internationale akkoorden, niet anders dan inzetten op maakbaarheid. Maar met de weerbarstigheid van de opgave, de belofte van woonlastenneutraliteit (zie kader Energietransitie woonlasten neutraal) én het gebrek aan grip op juist de particuliere huishoudens is die maakbaarheid ook een behoorlijk valkuil. Waarom is er geen enkele gemeente die zegt: wij kunnen het niet waarmaken? In het verlengde hiervan speelt de discussie over hoe gewenst of noodzakelijk betrokkenheid of participatie is. En wat het verschil daartussen is. Interessant zijn de bewonersinitiatieven die – vaak los van de ontwikkeling van de transitievisie – in

Nederland op gang zijn gekomen. Hoewel beleidsmakers dergelijke bewonersinitiatieven herkennen en waarderen, lukt het nauwelijks uit die systeemwereld te stappen. Dat laatste is echter nodig om écht met bewoners samen aan de slag te gaan!

TIPS EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GESLAAGDE SAMENWERKING VAN OVERHEID EN BEWONERS

Wat kunnen de overheid en bewoners doen om effectief samen te werken bij de aanpak van de energietransitie? • Maak bij iedere stap in een buurttraject (uitvoeren onderzoek, opstellen van een uitvoeringsplan en aanpak) afspraken over hoe de overheid, bewoners, woningcorporaties en welzijnsorganisatie gaan samenwerken. • Geef de bewoners een deelnemende rol in het overleg, die bij hen past. • Besteed niet alleen aandacht aan de technische opgave, maar ook aan de sociale aspecten van het traject. • Stel budget beschikbaar voor het onderzoek, voor buurtbijeenkomsten en voor voorlichtingsactiviteiten. Geef bewoners ook eigendom over het budget. • De gemeente houdt de eindverantwoordelijkheid en accordeert de inspanningen van de bewoners. Die kunnen meebeslissen over communicatie en hun meedoen. • Zorg er voor dat de samenwerking werkt op basis van vertrouwen van alle betrokken partijen. Maak dit ook regelmatig bespreekbaar in het overleg met alle partijen. #1 2022

31


EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK

SAV€ THE HOMES 32

#1 2022


#1 2022

33


SAV€ THE HOMES

Langzaam maar zeker landt het besef dat we moeten verduurzamen. Het nieuwe kabinet heeft zelfs twee ministers met Klimaat in hun titel. Maar van beleid naar realisatie is een lange weg waarover we allemaal sprintend onze route moeten vinden. Het betekent vooral dat we op zoek moeten naar manieren om oplossingen toegankelijk te maken en aan de slag te gaan. Maar hoe? Tekst Haico van Nunen

O

p nationaal niveau zijn de afspraken verdeeld in thematafels en via de regionale energiestrategie (RES) bij de gemeente gekomen en vertaald naar gemeentelijke warmtevisies. Maar dat betekent ook dat men nu in de gemeenten zelf aan de bak moet. De corporaties zijn zoekende hoe daar invulling aan te geven is voor huurwoningen. Voor gemeenten de nobele taak om op zoek te gaan naar een passende oplossingen voor het verduurzamen van particuliere woningen. Maar hoe ga je dat inrichten?

Sav€ the Homes

Het verduurzamen van woningen in particulier bezit kent twee grote dilemma’s. Het eerste dilemma gaat over het gebrek aan bewezen oplossingen om uit te kiezen, gekoppeld aan het gebrek aan beschikbare vakmensen om deze oplossingen uit te voeren. Er is daardoor niets om uit te kiezen. En doordat het zoveel opdrachtgevers betreft (>5 miljoen) vindt de markt de opgave niet zo interessant. Het imago van particuliere woningeigenaren is veel overleg, wachten op betalingen en maatwerk. Het tweede dilemma is de betaalbaarheid van de gekozen oplossingen. Bovendien 34

#1 2022

gaat het niet om dubbel glas en een spouwmuur, maar om een goed geïsoleerd dak, een nieuwe gevel of een andere installatie, en daarmee hoge bedragen. Dit vraagt om zorgvuldige besluitvorming bij personen die slechts één- of tweemaal in hun leven hierover na moeten denken. Daarom is er een Horizon2020 subsidieaanvraag ingediend bij de Europese Unie getiteld ‘Sav€ the Homes’. Met als doel innovatieve 'geïntegreerde huisrenovatiediensten' te creëren, door de introductie van een nieuw op ‘One-Stop-Shop’-gebaseerd model, dat de hele klantreis van de huiseigenaar omvat. Zoals een technische beoordeling, een aanbod met bijbehorend contract, oplossingen voor de financiering en kwaliteitsborging. Dit alles met ondersteuning voor de bewoner gedurende het hele proces. Hiervoor is een consortium[1]opgericht dat het onderzoek gedurende een periode van 3 jaar uitvoert en evalueert. Onze demonstratie speelt zich af in Rotterdam, specifiek Prins Alexander. Een stadsdeel met bijna 46.000 woningen, waarvan 44% in particulier bezit, 45% in handen van corporaties en het restant in particuliere verhuur.


We hebben zelfs twee ministers met Klimaat in hun titel.

HAICO VAN NUNEN #1 2022

35


SAV€ THE HOMES Integrale wijkaanpak

Bij een dergelijke aanpak gaat erom een integrale wijkaanpak te realiseren. De opgave is namelijk niet om één woning te verduurzamen, dat kunnen we wel. Maar wat is ervoor nodig om een continue stroom op te zetten van individuele verbeterprojecten? Immers het doel is 2050 energieneutraal, en daar gaan we niet in een keer komen. Het vraagt om een systeem dat in een wijk of een stad continue kwaliteit kan leveren, bijvoorbeeld door het organiseren van diverse bouwstromen. In de EU-projecten heeft men het dan over ‘Integrated Home Renovation Services’ (IRHS), het aanbieden van diensten voor een geïntegreerde aanpak. Voor BouwhulpGroep een bekende aanpak die wij al jaren op projectniveau, voor professionele opdrachtgevers, voor wijken en buurten in de praktijk brengen. Nu de taak verschuift naar een systeemoplossing, voor niet-professionele opdrachtgevers en met hoge ambitie vraagt dit om een nieuwe benadering op basis van bestaande methoden en tools. De IHRS-aanpak onderscheidt tien stappen om tot dat eindresultaat te komen[1]. Sommigen zijn bekend, maar financiering en arbeid zijn, zoals genoemd, grote knelpunten. In dit artikel lopen we deze stappen door en geven we vanuit de praktijk binnen Sav€ the Homes aan hoe de vlag erbij hangt in Nederland.

1. Informatie

De informatie over verduurzaming is nog beperkt in Nederland. Mensen hebben ervan gehoord, maar aan de andere kant staat het niet hoog op hun agenda. Met de huidige energieprijzen worden mensen met de neus op de feiten gedrukt, maar over het algemeen weten ze niet dat woningen in 2050 écht hoge prestaties moeten hebben. Dat vraagt om duidelijk communicatie. Op dit moment zijn vooral de energieloketten hiermee bezig, bijvoorbeeld met keukenta36

#1 2022

felgesprekken. Een duidelijk beleidsstandpunt is er wel (Klimaatakkoord gericht op 2050), maar wat dat voor de burger betekent, is niet duidelijk. Mensen weten dan ook niet waar ze naar moeten zoeken, of welke keuzes ze moeten maken. Ondertussen heeft men wel geleerd dat de tijd voor (keuken-)tafelgesprekken schaars begint te worden. Zodoende hebben we de Ikwoon web-applicatie ontwikkeld, een digitale opbouwwerker die woningbezitters helpt om interessante verduurzamingsmogelijkheden voor hun woning te laten zien. Met de app kunnen ze, na het invullen van een aantal vragen, precies zien wat de slimste, snelste en goedkoopste oplossingen zijn.

2. Wie begint?

Veel mensen geven aan dat ze opkijken tegen de veranderingen. Anderen gaan niet tot actie over vanwege de kosten[2]. Het is daarom zoeken naar de juiste redenen om te verduurzamen. Zo is het moment dat je een woning koopt een gelegenheid voor verduurzaming, omdat je toch het huis naar je smaak gaat maken. Maar ook een badkamer- of keukenverbouwing kan reden zijn om bewust te kiezen voor duurzamere materialen of energiezuinigere installaties. Het heeft daarom wellicht meer effect om mensen bij een makelaar te informeren over kansen voor verduurzaming dan op straat of bij de supermarkt. Daarnaast heb je meer kans op verduurzaming bij iemand waar al zonnepanelen liggen of een elektrische auto voor de deur staat. Uiteindelijk zullen we iedereen moeten bereiken, maar laten we beginnen bij mensen waar het overtuigen niet de grootste opgave is. Door de inzet van actieve buurmannen en buurvrouwen kan het zoeken naar mensen die willen eenvoudiger en vertrouwelijk worden gehouden.

3. Eenvoudig advies

De volgende stap die onderscheiden wordt is om mensen te voorzien van een eenvou-


Verduurzaming door middel van zonnepanelen BEELD: MAXPIXEL

dig advies. Dat hoeft nog niet tot achter de komma doorgerekend te zijn, maar een eerste idee van opbrengsten en uitgaven. Dit gaat vooral over de verwachtingen, ambities en de portemonnee. Omdat niet veel mensen op de hoogte zijn wat energieneutraal betekent voor hun woning en woonlasten, denken ze met zonnepanelen en spouwisolatie direct klaar te zijn. Dat de route naar energieneutraal veel langer en kostbaarder is, is onbekend. Het is daarom goed om werkelijke voorbeelden in de buurt te laten zien van maatregelen en ambities. Maar zolang mensen niet weten of een ingreep € 1.000 of €10.000 kost, is de stap om tot verduurzaming over te gaan vele malen kleiner. Binnen de integrale wijkaanpak pleit dit ervoor om te laten zien wat er kan. Bijvoorbeeld door kant-en-klare pakketoplossingen

(concepten) te presenteren die toe te passen zijn op de bepaalde woningen in dat gebied. Binnen Sav€ the Homes werken we daarvoor met componenten zoals in het vorige artikel “Een warmtevisie…en nu?” in Renda #4 2021 is toegelicht.

4. Project ontwerp

Wanneer mensen weten wat ze aan kwaliteit hebben en wat ze aan kwaliteit willen toevoegen komt de stap van idee tot een definitief ontwerp te komen. Omdat je bij een dergelijke stap vaak ontwerpkosten gaat maken neem je deze stap meestal enkel als je ook daadwerkelijk je ideeën uitgevoerd wilt hebben. Het is de kunst om hier een balans te zoeken tussen individuele oplossingen (die veel tijd vergen) en het aanbieden van meer standaardoplossingen. Je #1 2022

37


Sociale huurwoningen in Sloterdijk, Amsterdam.

38

#1 2022

BEELD: CORPORATIENL


SAV€ THE HOMES bent hier in feite op zoek naar een collectieve uitvraag in de buurt, maar wel met zo min mogelijk variatie. Dan is de kans op een passend en betaalbaar aanbod van de markt het grootst. Door vooraf de potentie voor herhaling van oplossingen zichtbaar te maken wordt het voor marktpartijen steeds aantrekkelijker om voor grote groepen particulieren een aantrekkelijk aanbod te doen. Een belangrijke en complexe barrière lijkt met deze methode van component renovatie te zijn beslecht voor opschalen van verduurzaming.

5. Selecteren partijen

Veel One-stop-shops zijn daarom op zoek naar vaste partijen die hun producten en

Ga mensen niet overtuigen, maar zoek overtuigde mensen. diensten willen leveren in ruil voor continuïteit. Echter in de volle Nederlandse bouwsector is die ruimte niet altijd aanwezig, of wordt die door partijen niet gezien. Want zeg nu zelf, als je in een bepaalde wijk een continue bouwstroom van 100 woningen per jaar kunt garanderen, dan is dat een mooi project, zelfs al valt het uiteen in plukjes van 10 woningen per keer. Het activeren van bewoners, het aanjagen van wijken om vervolgens op het moment van uitvoering erachter te komen dat er niemand is die een passend aanbod heeft of wil uitvoeren, zal

niet gaan leiden tot opschalen. De Onestop-shop lijkt een noodzakelijke hub om dit onderdeel te borgen als onafhankelijke entiteit tussen vraag en aanbod.

6. Financieringsplan

Een wens en een plan is niet voldoende om te kunnen starten met uitvoeren. Het moet ook gefinancierd worden. Verduurzamen levert wellicht geld op door een lagere energierekening of het opwekken van energie, maar het vergt ook een flinke investering. Kun je die zelf betalen (uit spaargeld), zijn er subsidies beschikbaar of moet je op zoek naar ander geld? Ook hierin kan de Onestop-shop informeren, uitrekenen en tips geven over hoe de ingreep betaalbaar te houden is. Het vertrouwen dat de hub heeft van de buurt mede door haar onafhankelijkheid lijkt een ‘gamechanger’ te zijn om tot een continue stroom van vraag en aanbod te gaan komen.

7. Financieringsoplossing

Dit leidt automatisch tot de volgende stap, namelijk hoe krijg je het gefinancierd? De meeste Nederlanders hebben namelijk geen tienduizenden euro’s klaarliggen voor een renovatie. Er zijn wel subsidies beschikbaar, maar vaak worden die pas achteraf vergoed. Je zult dus op voorhand de investering moeten doen en daarmee zelf het risico moeten dragen. De Onestop-shop adviseert in de manier waarop financiering kan worden aangetrokken. Het Warmtefonds biedt in Nederland kansen voor het financieren van verduurzaming, en sommige gemeenten hebben eigen regelingen hiervoor. Voor het H2020 project Sav€ the Homes in Rotterdam kunnen we gebruik maken van het EnergieTransitieFonds waar mensen van €2.500 tot onder voorwaarden €65.000 kunnen lenen voor verduurzaming én onderhoud van hun woning. Daarmee wordt het in ieder geval mogelijk om over de middelen te beschikken. #1 2022

39


8. Werkzaamheden

We spraken eerder over het zoeken naar geschikte uitvoerende bedrijven. Het is echter nog niet zo makkelijk om a) voldoende en b) gekwalificeerd personeel te vinden. Renoveren is een vak op zich. Je werkt in bestaande wijken en buurten, je komt bij mensen thuis waarvan iedere woning anders is maar de gekozen oplossingen hetzelfde kunnen zijn. De One-stop-shop speelt hier een belangrijke rol door de mensen die het werk doen enerzijds te monitoren en te beoordelen. En aan de andere kant worden ze voorzien van specifieke training en scholing ten behoeve van renovatie. Juist omdat de oplossingen veelal gelijk zijn, kun je goed mensen trainen op de meest voorkomende werkzaamheden en kun je werken aan een optimaal renovatieproces. 40

#1 2022

Met een beetje geluk kan het arbeidstekort in de bouw worden verkleind.

9. Uitvoering van het werk

Als particulier blijft het vooraf altijd de vraag of je waar gaat krijgen voor je geld. Er is behoefte aan een partij die onafhankelijk kan kijken naar de kwaliteit van het werk. Zodat je als opdrachtgever weet dat er goed werk geleverd gaat worden. Bij grote projecten is dat een opzichter of bouwmanagement, in dit geval kan de One-stop-shop deze rol op zich nemen in de buurt.

10. Kwaliteitsborging

Tot slot is er een bredere kijk op kwaliteit. Niet alleen de uitgevoerde kwaliteit, maar denk ook aan de werking van systemen of misschien zelfs wel een overeengekomen


SAV€ THE HOMES energiereductie. Via de One-stop-shop kunnen hier afspraken over worden gemaakt en hoe deze afspraken bij te houden. De kwaliteit van het hele proces, stap 1 tot en met 10 valt hieronder.

One-stop-shop als oplossing voor opschaling

Als we kijken naar dit H2020 voorbeeldproject dan lijkt de One-stop-shop een

Het vertrouwen dat de hub heeft mede door haar onafhankelijkheid lijkt een 'gamechanger' te zijn. perfecte oplossing voor de verduurzamingsopgave. De buurt als ideaal platform om samen met bewoners de komende decennia het verduurzamen stapsgewijs te realiseren. Maar waarom zijn ze er dan nog niet op grote schaal? De belangrijkste oorzaak zit toch in de beschikbaarheid van geld. Iedereen is overtuigd van de voordelen, maar om daar geld voor te betalen is een ander vraagstuk. Denk bijvoorbeeld aan het advies onder punt 3. Als daar niet voldoende omzet tegenover staat zal een aannemer geen advies geven. Hetzelfde

geldt voor een opzichter. Eigenlijk weet iedereen wel dat de blik van een expert waardevol is, maar als die uren bovenop de toch al hoge kosten van verduurzamen komen, wordt dat weggestreept. Een mogelijkheid om deze opgave behapbaar te maken is om niet als individuen gebruik te maken van de One-stop-shop, maar als collectief. Bij het bundelen van de vraag kunnen veel werkzaamheden gecombineerd worden, en kan er efficiënter gewerkt worden. Dit leidt tot een kostenreductie, die voor een betaalbare prijs zorgt, maar ook ingezet kan worden om de gewenste kwaliteit te realiseren. Over 1,5 jaar zullen we weten of Sav€ the Homes dit doel heeft bewerkstelligd.

Bronnen 1 ConsortiumVoor deze opgave is er een consortium gevormd tussen Spaanse partners (GNE Finance, Valencia Institute of building) en Nederlandse partners (BouwhulpGroep en Huygen) en de demonstratie van verduurzaming vindt plaats in Valencia en in Rotterdam. Daarnaast zijn er volgsteden, zij kijken nauw mee met de ontwikkelingen, in de hoop dat ze de informatie zelf kunnen inzetten in hun stad. Het gaat dan over San Cugat (Spanje), Ljubljana (Slovenië). Bovendien zijn de Europese vertegenwoordigers van gemeenten ((ICLEI) en de Europese vertegenwoordigers van eigenaren (UIPI) onderdeel van het team. [1]Towards large-scale roll out of "integrated home renovation services" in Europe, Milin C., Bullier A., 2020 geeft een weerslag van meerdere EU projecten die uitgaan van het One-stop-shop principe. 2 https://www.nu.nl/economie/6182796/ een-op-de-vijf-huizenbezitters-heeftgeen-geld-voor-verduurzaming.html #1 2022

41


Enkhuizense wijk aardgasvrij DOOR WARMTE LOKALE BOLLENTELER De Gommerwijk in Enkhuizen wordt aardgasvrij door de aanleg van een zeerlagetemperatuurwarmtenet. Het initiatief hiervoor is genomen door de bewoners zelf, die de coöperatie Buurtwarmte Enkhuizen hebben opgericht om hun wijk te verduurzamen. Een lokale bollenteler gaat de warmte leveren, dat wordt nog aangevuld met warmte uit aquathermie.

“H

et plan is om deze wijk met 270 huizen op een zeerlagetemperatuurnetwerk aan te sluiten. Hierbij wordt een waterwaterwarmtepomp in de huizen toegepast die aangesloten is op de wko van bollenteler Karel Bolbloemen BV. Deze houdt warmte over omdat hij veel moet koelen.” Met deze woorden legt Ad Verhage van coöperatie Buurtwarmte Enkhuizen in het kort uit wat de plannen zijn voor de Gommerwijk in Enkhuizen. “Dit is een wijk met huizen die gebouwd zijn tussen 1980 en 2000 en

42

#1 2022

dus een redelijk isolatieniveau hebben. Het betreft veel twee-onder-een-kapwoningen en een aantal appartementen. Ongeveer 80 % zijn eigen woningen en 20% huur.”

Warmte uit de sloot

Verhage vertelt: “Deze warmte wordt uit de aangrenzende sloot gehaald in de zomermaanden en in de bron opgeslagen.” Technisch bekeken kan het warmtenet zeker gerealiseerd worden, vertelt Verhage. “Dat blijkt uit het haalbaarheidsrapport dat we


ENKHUIZENSE WIJK AARDGASVRIJ

hebben laten uitvoeren. Maar feit is dat we nogal wat geld nodig hebben om het te realiseren. Daarvoor loopt nu een subsidieaanvraag bij het Programma Aardgasvrije Wijken.” De warmtepompen en de aanleg van het warmtenet zouden de woningeigenaren in principe zelf moeten betalen. Verhage: “Het plan kan alleen slagen als we voldoende subsidie krijgen om woningeigenaren tegemoet te komen in de kosten.”

Lage temperatuur

Het warmtenet in Enkhuizen wordt een zeerlagetemperatuurnet. Dit betekent dat het water in het net, bijvoorbeeld tussen de 12 en 18 raden is. Dat is onvoldoende om een woning mee te verwarmen, beaamt Verhage. “Daarom wordt er in alle woningen een waterwaterwarmtepomp geplaatst. Vergelijk het maar met een warmtepomp die gebruik maakt van een bodembron. Alleen onttrekken wij de warmte niet uit de bodem, maar ontvangen we die uit de wko van de tuinder.” Verhage denkt dat wat in Enkhuizen kan, ook elders in Noord-Holland kan. “Er staan hier meer kassen in de omgeving waar warmte uit geoogst kan worden. En ook water is er genoeg in onze provincie.”

Coöperatief

Het warmtenet is geïnitieerd door de coöperatie Buurwarmte Enkhuizen. In de afgelopen periode bezochten de enthousiaste vrijwilligers de bewoners van de wijk om mensen te motiveren om lid te worden van de coöperatie. Deze telt nu 75 leden en is ontstaan uit de zonnecoöperatie West Friesland. Volgens Verhage is een coöpe-

ratie een ideaal vehikel voor dit doel. “We doen dit voor en met de bewoners van onze wijk. We willen zoveel mogelijk zelf doen, zodat we uiteindelijk voor meer dan 50% eigenaar worden van het warmtenet en veel zeggenschap hebben.”

Bron: Stichting Warmtenetwerk Stichting Warmtenetwerk is het platform voor de warmtesector waar spelers informatief met elkaar netwerken en zich inzetten voor de energietransitie. Wij geven de warmtewereld een gezicht. Deelnemers initiëren bij ons events, werkgroepen of excursies en leren elkaar persoonlijk kennen. Partijen uit de warmtesector, van gemeenten tot leveranciers, van adviesbureaus tot woningcorporaties inspireren elkaar door op ons platform te delen hoe zij bijdragen aan de energietransitie met bijvoorbeeld nieuwsberichten en blogs. Doordat we berichten en evenementen breed verspreiden hebben wij een stem binnen en buiten de warmtesector.

#1 2022

43


WEG MET DE AKKOORDVERKLARING! Tijdens de klimaattop in Glasgow (november 2021) werd weer eens duidelijk dat ‘versnellen’ noodzakelijk is. Na een redelijk hoopvolle start van deze top verzandde ook deze 12 dagen durende bijeenkomst weer in een enorm onderhandelingscircus: Wie gaat het nu morgen anders doen? Bla-bla-bla, riepen betogers buiten, onder leiding van de bekende activiste Greta Thunberg. En zo is het natuurlijk ook. Het economische belang van iedere deelnemer is te groot om andere keuzes te maken. En dan natuurlijk de politieke consequenties die dat met zich meebrengt. Om het klimaat te redden is versnelling van eenieder van ons noodzakelijk, maar

Eigenlijk zouden we ieder project aan moeten grijpen om het gedrag van de bewoner sterk te beïnvloeden. 44

#1 2022

nog steeds zit de handrem er behoorlijk op. Herken je dit? Heeft jouw organisatie hier zelf ook last van? Waarschijnlijk wel. Eigenlijk zou je het proces veel sneller willen laten lopen. Het zou veel simpeler, sneller moeten kunnen. De verduurzaming van het vastgoed binnen de corporatiesector moet veel rigoureuzer, massaler. Waar kunnen we versnellen? Als je naar de prestaties van onze ‘Renda-aannemers’ kijkt dan scoren ze hoog op bewonerstevredenheid: minimaal 8. Blijkbaar zijn ze daar zo langzamerhand erg goed in. Voor de woningcorporaties geldt hetzelfde; ook voor hen leveren de plannen altijd een hoge klanttevredenheid op. Blijkbaar kennen zij dit kunstje onderhand ook erg goed. De vraag die opkomt: is het dan nog


COLUMN

noodzakelijk dat een huurder moet instemmen met de door de verhuurder geplande ingrepen bij een verduurzamingsproject? Is het noodzakelijk dat minimaal 70% van de huurders in moet stemmen om een plan op te kunnen starten? Ik vraag me het af omdat: • De woningcorporatie jaarlijks prestatieafspraken met de gemeente maakt waarin doelstellingen worden afgesproken; • De woningcorporatie jaarlijks afspraken met de Huurders Belangen Vereniging maakt waarin huurverhoging, onkostenvergoedingen, duurzaamheidsbeleid, etc. worden vastgelegd; • De woningcorporatie de beschikking heeft over middelen als de Vergoedingentabel voor Labelstappen (afspraken tussen Aedes en de Woonbond). Voeg daarbij een goede communicatie en informatievoorziening naar de huurders vanuit de corporatie. Als de plannen passen bin-

nen de gemaakte afspraken met gemeente, HBV’s en de geldende beleidsuitgangspunten, dan kan het project de dag na de informatiebijeenkomst voor de huurders starten, of niet soms? Kan het anders? Eigenlijk zouden we ieder project aan moeten grijpen om het gedrag van de bewoner sterk te beïnvloeden. Want een project is toch ook een kans om de huurder meer bewust te maken van duurzaamheid? Kunnen we zijn gedrag positief beïnvloeden? Door hem bijvoorbeeld te ‘dwingen’ na te denken over de opties die zijn verhuurder aanbiedt? Dus niet meer de instemming van de huurder ophalen, maar zijn keuze. Dit zou er als volgt uit kunnen zien: Het plan dat de woning van een energielabel F naar A brengt is de standaard (niveau 2030). Dit vormt de basis van het plan en behoeft geen instemming van de huurder. Maar de verhuurder biedt ook een alternatief aan: van energielabel F naar nul-op-de-

meter en all-electric (niveau 2050). Voor deze optie betaalt de huurder meer, maar zijn woning is 100% toekomstproof. We voldoen daarmee gelijk op het niveau van de Klimaatdoelstellingen van de overheid richting 2050. De huurder kiest voor 1 van de 2 opties. Utopie, denk je misschien? Dat kan, maar onder invloed van de huidige prijsexplosie van de energiemarkt kan de huurder weleens veel meer willen dan jij in gedachten hebt. Kortom, scherp je ambitie aan, denk eens creatief na over de mogelijkheden om te versnellen, sla eens een andere weg in. Hoe kun je versnellen? Voor een sector die koploper is in de energietransitie is dat moment nu aangebroken. Wim Meijer

Meer columns lees je op renda.nl/columns. Ook deze column is daar terug te vinden.

#1 2022

45


De moeizame stappen rond de energietransitie

Het Zand, 's-Hertogenbosch.

46

#1 2022

BEELD KICK SMEETS


De besluiten eind 2021 over de transitievisie warmte in twee grote Brabantse steden, in 's-Hertogenbosch en Eindhoven, maken zichtbaar dat politici en ambtenaren enerzijds en bewoners anderzijds uiteenlopende wensen en verwachtingen hebben over de urgentie en de aanpak van de energiecrisis. In dit artikel zetten we de fricties tussen de 'systeemwereld' en 'leefwereld' bij de plannen voor de energietransitie in de twee steden op een rij: de actieve bewoners willen sneller dan hun gemeente. En we schetsen de kansen op weg naar een constructieve samenwerking tussen overheid en actieve bewoners, met name in dié buurten die nu door de gemeenten zijn 'aangemerkt' als 'startbuurten'. Tekst Gabbie van der Kroef

#1 2022

47


STAPPEN ROND DE ENERGIETRANSITIE

De 'systeemwereld' pleit voor bewonersparticipatie

Het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) organiseerde in december 2021 een webinar met de welluidende titel ‘Wat je moet weten over participatie en communicatie aardgasvrij?’. Op grond van de ervaringen in meerdere proefwijken pleitten de sprekers voor ‘samenwerken vanuit gelijkwaardigheid’: gemeenten, bewoners, woningcorporaties en andere partijen doen er goed aan coöperatief samen te werken om de energietransitie tot een succes te maken. Samenwerken dús. Met afspraken vóóraf over hoé je dat wilt doen. Een vergelijkbaar pleidooi deed het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving: ‘De overheid zou niet alleen bewoners moeten informeren, maar vooral moeten samenwerken en soms zelfs de besluitvorming kunnen overdragen aan de gemeenschap’, zo schreef het OFL in mei 2021 in de publicatie ‘Empowerment Raamwerk voor Participatie’. Dit klinkt hoopvol voor bewoners; vooral voor actieve bewoners die het voortouw nemen om aan de slag te gaan met de energietransitie en de aanpak van woningisolatie. De besluiten rond de warmtevisies in twee grote Brabantse steden eind 2021 tonen aan dat de praktijk echter weerbarstig is: er ontstaan regelmatig fricties tussen de systeemwereld van de overheid en de leefwereld van bewoners. Actieve bewoners willen sneller dan hun gemeente. De gemeenten willen ‘in control’ blijven. Hoe kunnen overheid en bewoners vanuit hun verschillende systeemen leefwerelden desondanks samenwerken?

Mei 2019: Het College van B&W wijst vijf proefbuurten aan

Het Bossche College van Burgermeester en Wethouders besloot in mei 2019 vijf ‘proefbuurten aardgasvrij’ aan te wijzen. Aanleiding voor het besluit was de wens van het College om vanuit deze vijf buurten uiteindelijk één buurt voor te dragen als mogelijke PAWbuurt. Dat is in 2020 ook gebeurd: voor een 48

#1 2022

DE ‘SYSTEEMWERELD’ VAN DE OVERHEID

De gemeenten willen aan de slag met de energietransitie. Met welke communicatie en participatie gaan de beleidsmakers op pad naar de bewoners die wonen in de proef- of startbuurten? Hoe presenteert de overheid zich aan de bewoners? Wat zijn drijfveren van de overheid bij de aanpak van de energietransitie? • Het Klimaatverdrag van Parijs (2015) vraagt om beleid in ons land. • Het Klimaatverdrag in Nederland (2019) moet omgezet worden in regionaal en lokaal klimaatbeleid: de Regionale Energiestrategie (RES) en de Transitievisie Warmte (TVW.) Wat is de horizon van de overheid bij de aanpak van de energietransitie? • De warmtetransitie is een kwestie van korte en lange termijn planning. • Afhankelijk van de ‘kleur’ van het College van B&W kiezen gemeenten voor aardgasvrij in 2050 of in 2040 (Amsterdam) of 2030 (Amersfoort). • De overheid denkt in termijnen van vijf jaar voor de RES en de TVW. Wat zijn de afwegingen van de overheid bij de aanpak van de energietransitie? • De keuzes voor de aanpak zijn rationeel en afhankelijk van kosten en van onderzoeken naar alternatieven voor aardgas. De planning moet in samenhang met de wijkaanpak. • We moeten dit alles samendoen: met woningcorporaties, bedrijven en ook met bewoners. Welke begrippen en taal gebruikt de overheid rond de energietransitie? • De overheid gebruikt jargon, zoals ‘warmtenetten’, ‘koppelkansen’ en ‘kostenneutraal’. • Voor de bewoners heeft de overheid ‘participatie en communicatie’ bedacht: ‘bewoners kunnen meedoen’. • De overheid heeft de ‘regie’ (ook jargon) over de energietransitie; ook over de ‘participatie’ (ook jargon).


De 'leefwereld' van actieve bewoners schuurt tegen de 'systeemwereld' van wethouders.

GABBIE VAN DER KROEF #1 2022

49


STAPPEN ROND DE ENERGIETRANSITIE aanvraag voor de proefbuurt ’t Zand haalde de gemeente ’s-Hertogenbosch een Rijksbijdrage van 5 miljoen euro binnen. Bij de bewonersgroepen in de vier andere buurten ontstond er echter ook dynamiek: er kwam een aanpak om andere bewoners enthousiast te maken over woningisolatie. En de bewoners deden zelf onderzoek naar alternatieven voor aardgas. Dat gebeurde deels met steun van de gemeente, die de buurten in mei 2019 ook had uitgenodigd ‘mee te doen’ en ‘mee te denken’.

Najaar 2019: voortvarende start

Twee proefbuurten kregen een stevig ‘bewonerstraject’ met ondersteuning van een voortvarende projectleider van Buurtkracht: eerst in De Buitenpepers en daarna in Hintham. Buurkracht organiseerde bewonersbijeenkomsten en een ‘meedenkteam’. Dat leverde flink wat respons op: circa tien procent van de bewoners bezocht een of meer informatiebijeenkomsten. Na een half jaar stopte de opdracht aan Buurkracht: in de twee buurten nam een bewonersgroep de aanpak van de energietransitie over. In de andere proefbuurten, ’t Zand, Sparrenburg en Zuid, ontstonden eveneens bewonersgroepen. De aanpak in de buurten verschilde vanzelfsprekend. Deels was de aanpak gericht op informatie over woning- en flat-isolatie en deels op het vergaren van kennis over alternatieven voor aardgas.

2020: PAW en de coronapandemie

Begin 2020 hebben drie proefbuurten een PAW-voorstel gedaan aan de gemeente. Uit de aanvragen koos het College voor het voorstel van ’t Zand. Dit is nu een PAWbuurt. Positief was ook de uitnodiging van energiewethouder Mike van der Geld: hij nodigde de vertegenwoordigers van de PAW- en proefbuurten drie keer per jaar uit voor een gesprek op het stadhuis. Tijdens de lockdowns gebeurde dit online. Door de komst van de coronapandemie stokte echter 50

#1 2022

DE 'LEEFWERELD' VAN BEWONERS

De gemeenten starten de aanpak van de energietransitie in enkele proef- of startbuurten. De bewoners in deze buurten krijgen als eerste te maken met voorstellen voor het aardgasvrij maken van hun buurt. Wat is hun leefwereld? Wat zijn drijfveren van een huiseigenaar of huurder om een woning te isoleren en mee te doen mee te energietransitie? • Ik wil misschien wel mijn woning isoleren, zodat ik minder energie verbruik. Dat levert een lagere energienota op, meer woningcomfort. • Wat kan ik doen om mijn CO2-uitstoot te verlagen, voor het klimaat? Wat is de horizon van bewoners bij de aanpak van de energietransitie? • Een planning tot 2030 is bewoners ver weg en abstract. Ik weet niet wat dan mijn situatie is. • Waarom zou mijn buurt sneller dan in 2050 aardgasvrij moeten worden? • Waarom zo’n haast? 2050 is vér wég! Wat zijn de afwegingen van een huiseigenaar of huurder de woning te isoleren en mee te doen mee te energietransitie? • Wat zijn de kosten van woningisolatie? Wat is de opbrengst voor mijn energienota? Wat is extra comfort? • Wat zijn de subsidiemogelijkheden? • Op welke moment heb ik voldoende geld om te investeren in de isolatie? Wat is het moment dat mijn c.v.-ketel toe is aan vervanging? • Ik wil tot niets verplicht worden! Welke begrippen en taal gebruikt de bewoners rond de energietransitie? • Wat wil mijn gemeente nu precies? • Is de overheid te vertrouwen, als mijn buurt wordt ‘uitgenodigd’ om ‘proefbuurt aardgasvrij’ te worden? Wat is hier de ‘verborgen agenda’? • Als ik meedoe door mijn woning te isoleren of meer huur te betalen, dan wil ik ook invloed bij de keuze voor een warmtenet voor aardgas.


Leden van de Bewonersgroep Energietransitie De Buitenpepers in overleg op het stadskantoor van ‘s-Hertogenbosch met de projectleider en beleidsmedewerkers van de afdeling Energie over de stappen rond de energietransitie. BEELD GABBIE VAN DER KROEF

in de vijf buurten de aanpak om bewoners te enthousiasmeren om met woningisolatie aan de slag te gaan. Fysieke gesprekken met de buren werden onmogelijk.

2020 en 2021: 'sleutelen' aan een Bossche Transitievisie Warmte

In een van de gesprekken informeerde de wethouder de vertegenwoordigers van de proefbuurten over het opstellen van de Transitievisie Warmte: een ‘routekaart’ voor de drie decennia tot 2050 om alle 107 Bossche buurten aardgasvrij te maken. Iedere gemeente moest in 2021 – op basis van het Klimaatakkoord van 2019 – een ‘routekaart’ opstellen voor het

gefaseerd aardgasvrij maken van alle steden, buurten en dorpen. Wethouder Van der Geld beloonde het verzoek van de proefbuurten om met een vertegenwoordiging mee te doen in de gemeentelijke projectgroep, die de transitievisie warmte zou opstellen. Het traject vanaf de eerste bijeenkomst van de projectgroep tot een besluit van de gemeenteraad duurde uiteindelijk langer dan een jaar. De vertegenwoordigers van de proefbuurten vonden de uitgewerkte Transitievisie Warmte te mager en te weinig ambitieus. Met een inspreekbeurt en een brochure presenteerden de vijf buurten nauwgezet hun bezwaren bij de gemeenteraad. #1 2022

51


Het Zand, 's-Hertogenbosch.

52

#1 2022

BEELD KICK SMEETS


STAPPEN ROND DE ENERGIETRANSITIE Op 7 december 2021 besloot de raad desondanks om de magere warmtevisie te accepteren. De Raad gaf daarbij B&W de opdracht om € 100.000 uit de reserves te gebruiken als budget voor de onderzoeksbuurten in 2022. Ook moet er uiterlijk in het vierde kwartaal van 2022 een uitvoeringsplan gemaakt zijn samen met de bewoners van de onderzoeksbuurten.

2022: een onderzoeksjaar

De leden van de vijf energiegroepen uit de PAW- en proefbuurten zijn teleurgesteld in de trage aanpak van de gemeente. In een interview voor het buurtblad van De Buitenpepers maakte wethouder Mike van der Geld helder wat volgens hem het spanningsveld is: ‘De proefbuurten willen sneller dan de gemeente gaat. Dat houdt ons scherp, maar we kunnen niét alle verwachtingen waarmaken’. Voor 2022 is de concrete gemeentelijke steun aan de proefbuurten nog niet vastgesteld. Als het aan de gemeenteraad ligt, gaan beleidsmedewerkers in 2022 in de vier onderzoeksbuurten aan de slag gaan met een onderzoek naar passende alternatieven voor aardgas per buurt. De bewonersgroepen hebben de gemeente gevraagd wat de regierol wordt van de projectleiders en beleidsmedewerkers van de afdeling energie. Een antwoord blijft nog uit: de beleidsmedewerkers beraden zich nog op de uitwerking van de moties van de gemeenteraad. De actieve bewoners van de buurten stellen daarom nu zelf een voorstel op voor de onderzoekstappen in 2022. Met het dringende verzoek daarover een gesprek te voeren met de wethouder en de beleidsambtenaren. Al is het maar om te voorkomen dat de betrokkenheid van de actieve bewoners niet hierdoor wordt afgeremd. Hoe de gemeente, de actieve bewoners en de woningcorporaties in 2022 precies gaan samenwerken is nog onduidelijk. In de tekst van de transitievisie warmte

staat dat per buurt afspraken gemaakt moeten worden over de participatie van bewoners.

Waarom gaan de actieve bewoners dóór?

De ervaringen in de samenwerking met de gemeente zijn voor de actieve bewoners in de Bossche PAW- en proefbuurten aardgasvrij niet uitgesproken bemoedigend. Tóch gaan ze dóór. Daar zijn verschillende goede redenen voor… • De actieve bewoners vinden weerklank in hun eigen buurten. In samenwerking met welzijnsorganisatie Farent en de onafhankelijke energieadviseurs van EnergieNul73Advies lukt het om telkens weer bewoners te enthousiasmeren om minder energieverbruik te gebruiken en om bewoners te interesseren voor woningisolatie. Daarbij spelen ook de hoge energieprijzen een rol. De concrete aanpak in de straten en buurten levert de actieve bewoners energie op om dóór te gaan. • De oppositie van de actieve bewoners rond het opstellen van de Transitievisie Warmte kreeg weerklank bij vrijwel alle partijen in de Bossche gemeenteraad. Mede door de kritiek vanuit de bewoners kreeg het onderwerp ruime aandacht in de raad. De uitdaging is nu er voor te zorgen dat de energietransitie ook een thema wordt bij de coalitievorming na de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart. • Duidelijk is dat de gemeente de regie voert bij de transitie. De actieve bewoners zijn vasthoudend in hun pogingen om sámen te werken met de gemeente. Liefst in een cocreatie, waarbij de gemeente de bewoners erkent als een serieuze en gelijkwaardige gesprekspartner. • Het klimaatprobleem vraagt om een blijvende inzet. Ook in andere buurten in de stad komen bewoners in beweging rond thema’s als klimaatadaptatie, groendaken, tegelwippen en biodiversiteit. #1 2022

53


DAKEN OP ST(R)OOM Het programma Dakenstroom van Casade is op stoom. In 2020 en de eerste maanden van 2021 zijn 185 woningen in ‘fase I’ van de Brabantse corporatie voorzien van nieuwe no-regret daken, welke maximaal zijn vol gelegd met zonnepanelen. Met die zonnepanelen is iets bijzonders aan de hand: ze zijn eigendom van ‘Zonnecoöperatie Dakenstroom’ en leveren voordeel op voor de huurders van Casade die lid zijn van deze coöperatie. Op 14 december 2021 plaatste het Dakenstroomteam het 250e dak. Een mooi moment om terug te kijken en vooruit te blikken! Tekst Sean Vos

54

#1 2022


Nieuwe Dakenstroomdaken aan de ­Beethovenlaan in Waalwijk. BEELD SEAN VOS #1 2022

55


DAKEN OP ST(R)OOM

N

et als veel andere Brabantse woningcorporaties heeft Casade veel naoorlogse rijwoningen in bezit, waarvan de daken in dit decennium aan vervangingsonderhoud toe zijn. Natuurlijk kunnen daken worden geïsoleerd en worden voorzien van nieuwe dakpannen, maar met de route naar een CO2-neutrale woningvoorraad in beeld, koos Casade er in 2018 voor om te onderzoeken welke ingreep nodig is om het dak na de onderhoudsingreep meteen te laten voldoen aan de eisen van 2050. De uitkomst is het ‘Dakenstroomdak’: een dak met een hoge Rc-waarde, ruime overstekken, geïntegreerde flora- en faunavoorzieningen, één centrale dakdoorvoer en zónder nieuwe dakpannen. Daarnaast worden de daken maximaal vol gelegd met zonnepanelen. “Met die zonne-

panelen is iets bijzonders aan de hand”, legt Marco Matheeuwsen, manager duurzaamheid en financiën bij Casade uit. “Bewust legt Casade geen losse setjes van zes of acht panelen op deze daken, zoals gangbaar is binnen de salderingsregeling. Voor de nieuwe daken kiezen we voor een dakvlak vol om maximaal duurzaam op te wekken. De zonnepanelen worden geëxploiteerd door Zonnecoöperatie Dakenstroom die speciaal daarvoor is opgericht.” Huurders kunnen lid worden van de coöperatie en zo meeprofiteren van het financiële voordeel van de zonnepanelen. Hoe meer panelen gelegd worden, hoe meer lidmaatschappen er beschikbaar komen. Zo kunnen dus ook huurders die zelf geen zonnepanelen op hun dak krijgen, meeprofiteren van het voordeel van de duurzaam opgewekte stroom.

Award Natuurinclusief Bouwen. Op de foto Marco Matheeuwsen van Casade (links) en Sicco Jansen van Unitura (rechts). BEELD MIRJAM VERSCHOOR

56

#1 2022


Het komen tot een sluitende planning voor de uitvoering van Dakenstroom fase II was nog een hele toer.

SEAN VOS #1 2022

57


Groene daken van Dakenstroom in de Waalwijkse wijk Zanddonk. BEELD: SEAN VOS

Natuurinclusief renoveren

In Renda partners Weijerseikhout en Coen Hagedoorn vond Casade twee proactieve dakaanbieders die samen met partner INNAX en een aantal co-makers, de daken, zonnepanelen en gemoderniseerde meterkasten realiseren. Fier Dakcontrol en SlimRenoveren verzorgen de procesbegeleiding en verificatie van ontwerp en uitvoering. Dit alles in een prettige samenwerking met tal van Casade-collega´s die allen in het proces hun steentje bijdragen. Eerder dit jaar werd fase I van het programma afgerond, bestaande uit 185 daken in Waalwijk, Dongen, SprangCapelle, Waspik en Kaatsheuvel. Op deze 185 daken zijn 4.235 zonnepanelen gelegd met een totaal opwekvermogen van 1.345.650 Wattpiek. Gemiddeld zijn er 58

#1 2022

daarmee 23 zonnepanelen per woning gelegd. In alle daken zijn in totaal 891 nestvoorzieningen opgenomen voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen en daarnaast zij 33 groendaken gerealiseerd op de dakhelften die niet gunstig genoeg waren gesitueerd voor zonnepanelen. De aandacht voor natuurinclusief renoveren leverde het Dakenstroom team in oktober de Award Natuurinclusief Bouwen op. De nieuwe daken zorgen niet alleen voor CO2-reductie en lagere woonlasten, maar geven de woningen ook een nieuw en modern aanzien, met name door de grotere overstekken en de strakke afwerking met geprofileerde staalplaat. Architect Erik Heijnen (Comzone Architect) ontwikkelde samen met de dakaanbieders een set aan kleurstellingen en randafwerkingen, die in


DAKEN OP ST(R)OOM

Met die zonnepanelen is iets bijzonders aan de hand. teamverband ook met de welstandscommissie is besproken. “De integrale aanpak waarin onderhoud, brandveiligheid, isolatie en kierdichting, duurzame opwekking, toekomstbestendigheid, soortenbescherming en meer groen in de wijk samenkomen, maar zeker ook de integrale samenwerking in planning en proces, maakt Dakenstroom tot een compleet programma”, vertelt Matheeuwsen. “Juist door in een programma te werken, kunnen we standaardiseren en veel processtappen voor alle woningen tegelijk voorbereiden in plaats van per complex. Zo hoeven we niet langer voor ieder deelproject langs het MT voor goedkeuring, zijn tijdrovende flora en faunaonderzoeken overbodig omdat we werken met een collectieve vrijstelling en is de aanpak voor alle clusters in één procesgang met welstand afgestemd.”

was nog een hele toer”, vertelt Sean Vos van SlimRenoveren, die zich bezighoudt met de voortgang en procesbewaking. “In sommige buurten is een verzwaring van het elektriciteitsnet nodig en Enexis moet daarvoor flink wat werk verrichten. In het begin was het vanwege de vele formele processen lastig om met de netbeheerder tot de juiste afstemming te komen. Door eerder af te stemmen en de planningen van alle partijen vanuit de verschillende belangen te stroomlijnen, is daar verandering in gekomen. Doorgaans lopen de aanpassingen van het net nu vooruit op de Dakenstroom en kunnen de zonnepanelen dus direct na het leggen worden aangesloten. We hebben in onze planning voorrang gegeven aan complexen die relatief eenvoudig aan te sluiten zijn, zodat Enexis meer tijd heeft om voorbereidingen te treffen voor de buurten waar het netwerk verzwaard moet worden. Daarnaast moeten we ook rekening houden met beschermde flora en fauna. Casade werkt daarvoor met een collectieve vrijstelling op basis van zogenaamde soortenmanagementplannen. Dat zijn gebiedsgerichte plannen voor het zorgvuldig omgaan met beschermde soorten. Naast de voorbereidingstijd van Enexis is het ook belangrijk om ervoor te zorgen dat we conform het soortenmanagementplan niet te veel woningen in één gebied tegelijkertijd aanpakken om beschermde soorten voldoende huisvestingsgelegenheid te blijven bieden.”

Aansluiting op het net

Inmiddels is Dakenstroom fase II in volle gang. Recentelijk werd daarmee het 250e dakenstroomdak gerealiseerd. Matheeuwsen: “Met het hele team hebben we daar feestelijk bij stilgestaan”. Gezamenlijk bestaan de eerste en tweede fase uit 546 woningen, waarmee er in 2022 nog ongeveer 250 woningen op de planning staan voor uitvoering. “Het komen tot een sluitende planning voor de uitvoering van Dakenstroom fase II

DAKENSTROOM

Dakenstroom is een initiatief van Casade. Voor dit project werkt de corporatie samen met Fier Dakcontrol, SlimRenoveren, INNAX, Coen Hagedoorn Brabocon, Weijerseikhout, ladies@work, Comzone Architect, Tausch Projects, Unitura en huurdersorganisatie SHC. #1 2022

59


Zonnecoöperatie Dakenstroom

De zonnepanelen op de Dakenstroomdaken worden voor 15 jaar beheerd door de speciaal daarvoor opgerichte ‘Zonnecoöperatie Dakenstroom’. De zonnecoöperatie is geheel gericht op de situatie waarin een woningcorporatie via haar eigen daken collectieve zonne-energie opwekt. “Juridisch gezien was het best een complexe puzzel om voor onze situatie tot een optimale regeling te komen, maar uiteindelijk is het gelukt en is Casade nu in staat om de nieuwe daken maximaal te benutten voor stroomopwekking én tegelijkertijd een groot aantal huurders hiervan te kunnen laten profiteren”, vertelt Joris Loefs van de zonnecoöperatie. Huurders van Casade hebben allemaal het

Het blijft de kunst om alle interne en externe invloeden goed met elkaar te verbinden. aanbod gehad om voor drie zonnepanelen lid te worden voor € 0,10 per paneel. Via de ‘Regeling verlaagd tarief’, ook wel de Postcoderoosregeling genoemd, ontvangen de leden via hun energieleverancier de energiebelasting terug over de opgewekte zonnestroom. Het voordeel dat zij behalen is afhankelijk van hoe vaak de zon schijnt en het tarief van de energiebelasting. Indicatief gaat het om € 80 tot € 90 per jaar. Inmid60

#1 2022

dels telt de zonnecoöperatie bijna drieduizend leden en zijn alle lidmaatschappen voor alle zonnepanelen van Dakenstroom fase I en fase II vergeven. De huurders die nu geen lid meer konden worden, staan op een wachtlijst en komen bij een volgende fase als eerste aan bod. De Postcoderoosregeling is per 1 april 2021 vervangen door de ‘Subsidieregeling Collectieve Energie’ (SCE). Een complex van 50 woningen binnen Dakenstroom fase II draait al mee in deze nieuwe regeling.

Blijven ontwikkelen

In de overgang van fase I naar fase II hebben de dakaanbieders een menukaart ontwikkeld waarin verschillende keuzes en varianten voor de Dakenstroomdaken overzichtelijk bij elkaar zijn gebracht en bovendien gewerkt is aan kostenreductie door onderling kennis en ervaring te delen. Daarnaast is er ook een optimalisatie gevonden in de wijze waarop de zonnepanelen worden aangesloten. “Zo blijven we in teamverband continu ontwikkelen in proces en product”, legt dakexpert Joost Stemkens van Fier Dakcontrol uit. “Tegelijkertijd komen we hier en daar ook tegenvallers tegen, zoals explosief stijgende materiaalprijzen, uitdagingen in de levering van materialen en veranderingen in regelgeving. Binnen het teamverband proberen we die uitdagingen zo goed mogelijk op te pakken en dat vraagt inzicht in elkaars belangen en bottlenecks. Soms leidt dat tot stevige discussies, maar ‘zonder wrijving geen glans’! Om dit in goede banen te leiden, hebben we een stuurgroep opgericht en zijn er een centraal coördinatieteam en een communicatieteam ingericht om de planning en communicatie te stroomlijnen.”

Wat vinden de bewoners ervan? Om de belangen van de huurders goed te borgen, zijn de plannen voor Dakenstroom voor de start van het programma uitvoerig met huurdersorganisatie SHC besproken.


Werk in uitvoering bij één van de eerste blokken binnen het Dakenstroom programma aan de Dongense Doormanstraat. BEELD RV FOTOPRODUCTIES TILBURG

En nog steeds is de SHC een waardevol klankbord in de ontwikkeling van Dakenstroom. Over het algemeen zijn de bewoners die een nieuw dak hebben gekregen tevreden met het eindresultaat. Gemiddeld krijgt het eindresultaat een cijfer 7,5 en worden de uitvoeringsteams met een rapportcijfer 7,9 beoordeeld, zo laten recentelijke klanttevredenheidsmetingen zien. Hoewel de uitvoering van de dakrenovatie natuurlijk hinder veroorzaakt, vinden huurders deze in de meeste gevallen acceptabel. “Bij een programma van dergelijke omvang zijn klachten niet altijd te vermijden en gaat ook wel eens iets mis. Binnen het team zetten we ons in om in dat geval de getroffen huurder snel en adequaat te helpen”, licht sociaal projectleider Robert van Mersbergen toe. “Voor vragen over de zonnepanelen en zon-

necoöperatie heeft de zonnecoöperatie een eigen serviceafdeling ingericht waar huurders eenvoudig terecht kunnen.” De komende maanden pakt Casade door met het realiseren van de daken. De uitvoering van fase II loopt door tot na de zomervakantie. Ondertussen wordt geïnventariseerd of er ook een aanbod ontwikkeld kan worden voor blokken met gemengd bezit. Wellicht krijgt Dakenstroom daarmee ook na fase II nog een vervolg.

Meer informatie vind je op www.dakenstroom.nl #1 2022

61


VAN PROJECT NAAR ­PROGRAMMA 62

#1 2022


#1 2022

63


VAN PROJECT NAAR PROGRAMMA

Steeds meer woningcorporaties werken project-overstijgend samen met marktpartijen bij de verduurzaming van hun woningen. Onderzoek van de Tu Delft laat zien dat deze samenwerking voor de corporaties, hun bewoners en de ketenpartners voordelig is. Het samenwerken stelt wel forse eisen aan de organisatie, het beleid en de taken en rollen van corporaties en partners. Dit artikel geeft een beeld van de algemene ervaringen bij "koplopers". Om te illustreren dat er geen blauwdruk is voor project-overstijgend samenwerken, belichten we twee voorbeelden uitgebreider: de Alliantie en ZOwonen. Tekst Ad Straub en Frits Meijer

P

roject-overstijgend samenwerken bij verduurzaming, of een programma-aanpak, met vaste partners kan een corporatie veel opleveren. Het leidt niet persé tot forse verlagingen van de investeringskosten, maar wel tot een effectiever en efficiënter voorbereidings- en uitvoeringsproces. Sleutelwoorden voor een succesvolle project-overstijgende samenwerking zijn: openheid, transparantie, vertrouwen, vernieuwen en innoveren. Het werken met vaste teams draagt bij aan het vergroten van de effectiviteit en efficiëntie, door continuïteit en stabiele werkstromen. Dit leidt tot voorspelbare en betrouwbare planningen en begrotingen, kortere doorlooptijden in de uitvoering, betere kwaliteit van het werk en (vooral) een versnelling van de verduurzaming van de voorraad met meer tevreden bewoners. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een onderzoek dat de TU Delft heeft verricht binnen het programma Integrale Energietransitie Bestaande Bouw.

64

#1 2022

Het onderzoek

Op basis van een eerste inventarisatie is een lijst opgesteld met corporaties die samen met ketenpartners hun woningen project-overstijgend verduurzamen. Er zijn zeven woningcorporaties geselecteerd. Het doel is vooral een beeld schetsen van de stand van zaken, de achtergronden, de inhoud en de resultaten van de project-overstijgende verduurzamingsaanpak. Op deze manier kunnen corporaties hun kennis en ervaring van delen. Eerst is schriftelijke, openbare informatie verzameld over de aanpak bij deze corporaties. Verdere verdieping heeft plaatsgevonden via interviews met vertegenwoordigers van de corporaties en partners. Vervolgens zijn in een bijeenkomst met alle geïnterviewden de overkoepelende resultaten gepresenteerd en de ervaringen onderling uitgewisseld en gediscussieerd over (het belang en de toekomst van) project-overstijgend verduurzamen. “Project-overstijgend samenwerken kan je niet een beetje doen”, aldus een van de


Wat doen we nog zelf en wat laten we over aan partijen die dat vaker en beter doen?

ZOWONEN #1 2022

65


VAN PROJECT NAAR PROGRAMMA geïnterviewden. De keuze voor om op deze manier samen te werken heeft (ingrijpende) gevolgen voor de corporaties en bedrijven, hun beleid en werkwijzen.

Waarom anders?

Allereerst moet er binnen de corporatie de wens leven dat een andere aanpak dan de traditionele zinvol is. Leidend daarbij is de vraag: “Wat doen we nog zelf en wat laten we over aan de onderhoudspartijen en -partners?” De directe redenen bij alle cases om project-overstijgend te gaan samenwerken is te vangen in de zin: “Het stroomlijnen en versnellen van het verduurzamingsproces, tegen een hogere (energetische) kwaliteit, een hoger comfortniveau en lagere woonlasten.” Belangrijke succesfactoren daarbij zijn dat er gewerkt wordt met kleine, vaste teams met een heldere rol, taak en verantwoordelijkheidsverdelingen. Dit vergroot het vertrouwen en de betrokkenheid bij elkaar. Men heeft veel beter inzicht in en waardering voor elkaars werk- en besluitvormingsprocessen. Dit versnelt niet alleen het proces, maar vergroot ook het werkplezier.

De organisatie moet er klaar voor zijn

Project-overstijgend samenwerken heeft weinig kans van slagen als de interne zaken qua beleid en organisatie niet op orde zijn. Er is een cultuur en -gedragsverandering nodig. Er moet bereidheid zijn om taken te veranderen en te vernieuwen en samen te werken met partners buiten de eigen organisatie. Dat vraagt nogal wat en vereist tijd en aanpassingen. De voorbeelden laten zien dat de transformatie naar een nieuwe invulling van de ‘rollen’ en intensievere samenwerking soms erg wennen is. Ook zijn er nieuwe overlegvormen opgezet. Het is essentieel dat in het proces van voorbereiding tot aan oplevering van het project-overstijgend samenwerken er goede overleg- en besluitvormingsstructuren zijn. 66

#1 2022

….en het beleid ook

Niet alleen in organisatorische zin (qua cultuur, competenties en vaardigheden), maar ook in het vastgoedbeleid zijn er aanpassingen nodig. In plaats van jaarlijkse planningen en begrotingen, is het van belang te streven naar een samenhangend vastgoedbeheer met een integraal karakter. Het portefeuillebeleid en assetmanagement moet aansluiten op het meerjarige en programmatische verbeterprogramma (inclusief planning en – begroting) dat in samenwerking wordt uitgevoerd. Het uiteindelijke doel is dat de partners samen de verantwoordelijkheden en kennis delen bij het zoeken en vinden van oplossingen en het optimaliseren van de scenario’s. Het programmatisch combineren van planmatig onderhoud (gevel en dak) en de groot onderhoud- en verduurzamingsstromen lijkt qua opgave, scenario’s, aanpak, planning en investerings- en exploitatiekosten (TCO’s), voor de toekomst een realistische ontwikkeling te zijn. Enkele van de onderzochte corporaties hebben al stappen in deze richting gezet.

Selecteren van partners

De corporaties hebben hun uitvraag functioneel geformuleerd en de selectie van hun partners op een nieuwe leest geschoeid. Men gaat niet meer op zoek naar de goedkoopste aanpak, maar naar “de beste partners om de beste plannen mee te maken.” De cases laten zien dat dit proces door de corporaties uitgebreid en zorgvuldig is ingevuld, waarbij met name ook gekeken wordt naar de cultuur en visie van de beoogde partners. De bedrijven moeten bijvoorbeeld eerst een document opleveren, waarbij ze – naast de concreet voorgestelde aanpak - ook moeten aangeven hoe zij gaan voldoen aan ’zachtere’ criteria als ‘meedenken’, ‘rol in bewonerscommunicatie’ en ‘openstaan voor veranderingen’. Deze criteria wegen vaak bijna net zo zwaar mee bij de selectie. In een enkel geval hebben medewerkers van de corporatie ook de bedrijven


bezocht om te kijken hoe ze intern te werken gaan en om de bedrijfscultuur te ‘proeven’.

Voorbereiding en uitvoering van de verduurzaming

Wat de concrete aanpak betreft, zijn in vrijwel alle gevallen de bedrijven in het voorbereidingsproces naar voren geschoven. Het uitgangspunt is dat de partners op basis van hun specifieke kennis en expertise met aanpakscenario’s of variantenstudies komen voor de complexen, vaak met een looptijd van 30 jaar er met een TCO-berekening. De partners brengen vervolgens samen de risico’s in beeld. Op basis van de vraag “Wat is het beste haalbare plan van aanpak voor dit complex?”, bepaalt de corporatie uiteindelijk voor welke aanpak wordt gekozen. Een aanpak die het beste past binnen de eigen

beleidsmatige en budgettaire randvoorwaarden. Dit is het ideaalbeeld. In sommige cases loopt dit proces gestroomlijnd, terwijl in andere gevallen corporaties toch nog iets meer moeten sturen dan vooraf verwacht.

Twee voorbeelden: De Alliantie en ZOwonen De Alliantie

Het vastgoedbeleid van de Alliantie (ca. 50.000 woningen, actief in verschillende woningmarkten in de Randstad) is al geruime tijd gericht op strategische samenwerking met vaste partners voor meerjarige en integrale onderhoud- en verbeterprocessen. In 2013 werd de strategische beleidskeuze gemaakt voor deze programmatische vastgoedsturing onder de naam Sequent. #1 2022

67


68

#1 2022


VAN PROJECT NAAR PROGRAMMA Het begon met E-Sequent (energetische verbetering), later gevolgd door samenwerkingsconstructies voor het gevel-, mutatie en reparatieonderhoud en funderingsherstel. Sinds 2020 is de programmatische aanpak gecontinueerd onder de naam Sequent NXT, waarbij de modulaire aanpak centraal staat: “Duurzaam onderhouden en verbeteren op natuurlijke momenten met als doel een volledig CO2-neutrale woningvoorraad in 2050.” Daarbij moeten de woningen vei-

Project-overstijgend samenwerken kan je niet een beetje doen. lig, gezond en comfortabel zijn en moet de huurder meer regie hebben bij de keuze voor woonproducten en –diensten. De Alliantie heeft daarnaast een reeks van concrete doelen (KPI’s) geformuleerd, die onder meer betrekking hebben op directe investeringskosten en TCO, uitvoeringskwaliteit, team en bewonerstevredenheid, datasturing en proces- en productinnovaties. In het kader van de programmatische vastgoedsturing heeft de Alliantie structurele organisatorische veranderingen doorgevoerd: met onder andere de introductie van een commitment team, programmamanager, programmaregisseurs vastgoedonderhoud, regionale programmateams, specialistenteams en contractmanagers. Ook de ketenpartners hebben geïnvesteerd in cultuur- en organisatorische veranderingen. Hierbij zijn

ze niet alleen aan de slag gegaan met het stroomlijnen van de werkprocessen, maar ook het verbeteren van de klantgerichtheid en de communicatie met bewoners. Bij de selectie van de partners is gezocht naar minder partners die meer ‘specialist’ moeten zijn en in staat zijn om hun kennis over de eigen discipline af te stemmen met de kennis van de anderen om zo tot integrale programma’s te kunnen komen: “Kennis verbinden staat centraal.” De selectie vond corporatie breed plaats, waarbij een scala aan criteria werd gebruikt zoals vakbekwaamheid, de manier van aanpakken, bereidheid tot samenwerken en kennisdelen met andere specialisten, openstaan voor veranderingen, overleg met en de rol van de bewoner in het proces. Inmiddels werkt de corporatie met 12 vaste partners samen. Bij het bepalen van de aanpak spelen de multidisciplinaire programmateams een centrale rol. Op basis van de complexstrategie vanuit het assetmanagement maken zij per complex verschillende scenario’s voor de komende 30 jaar op met een TCO-berekening. Elk complex krijgt wat dat betreft een andere ‘onderlegger’. De partners brengen samen de risico’s in beeld. “Wat is het beste voor dit complex?” De assetmanager bepaalt uiteindelijk voor welk scenario gekozen wordt. Voor het ophalen van draagvlak en instemming van bewoners zijn de partners verantwoordelijk. “Sequent NXT is niet alleen ontstaan omdat de opgaven en uitdagingen veranderen, maar ook vanuit de wens om de manier van ketensamenwerking te vernieuwen. Voor de modulaire aanpak is gezocht naar minder partners, maar wel meer specialisten. Specialisten die in staat moeten zijn om hun kennis over de eigen discipline af te stemmen met de specialistische kennis van de anderen om zo tot integrale programma’s te kunnen komen. Het ‘kennis verbinden’ staat centraal”, aldus De Alliantie. #1 2022

69


ZOwonen

Bij ZOwonen (ca. 14.500 woningen; actief in een aantal gemeenten in Zuid-Limburg), kwam ook zo’n tien jaar geleden de vraag: “Wat doen we nog zelf en wat laten we over aan partijen die dat vaker en beter doen?” Voorwaarde daarvoor was dat de eigen organisatie klaar moest zijn. “Niet alleen in organisatorische zin (qua cultuur, competenties en vaardigheden) maar ook wat betreft het bepalen van de gewenste portefeuilleontwikkeling.” Vooruitlopend op de

Niet op zoek naar de goedkoopste aanpak maar naar de beste partners. samenwerking werd de interne organisatie uitgebreid voorbereid. Naast de instelling van een stuurgroep en diverse projectgroepen zijn er verder geen specifieke organisatorische veranderingen doorgevoerd. Wel werd er constante aandacht besteed en actief gewerkt aan de noodzakelijke cultuur en -gedragsverandering. Uiteindelijk ging men in 2016 op zoek naar ketenpartners om bij te dragen aan de vastgoedopgave voor de komende tien jaar met focus op duurzame renovatie. Ook hier volgde er een intensieve zoektocht “naar de beste partners om de beste plannen mee te maken.” Naast technische kennis en vaardigheden, moesten de partners bereid zijn tot organisatorische veranderingen, open staan voor een andere manier van werken, zich kwetsbaar 70

#1 2022

durven opstellen en beseffen dat zo’n samenwerkingsproces tijd vergt. Naast het overkoepelende doel om de voorbereiding en uitvoering van projecten sneller, beter en kosten efficiënter te laten verlopen, zijn de door ZOwonen opgestelde KPI’s qua thema vergelijkbaar met die van De Alliantie en de andere onderzochte corporaties. Het financiële rendement, de kwaliteit en de bewonerstevredenheid moet worden verhoogd en er moet in het proces voldoende ruimte zijn voor verbeteren en innoveren. Vanaf de start van een project wordt op basis van de specifieke kennis en expertise van de partners gekozen wat het best haalbare plan is binnen de vastgestelde scenario’s. Communicatie met de huurders doen de partners samen. De vorm is afhankelijk van het precieze project, maar persoonlijk langs de deur bewoners informeren met een boekje is het meest gebruikelijk. De bedrijven stemmen de communicatiemiddelen en -methodes onderling af om ze eenduidig bij alle projecten te kunnen gebruiken. “De ketensamenwerking heeft (los van de productie) veel kennis en meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid opgeleverd. De constante monitoring en gegevensverzameling levert waardevolle inzichten op”, aldus ZOwonen.

Worden de doelen gehaald?

Het project-overstijgend samenwerken richt zich vooral het isoleren van de schil, soms aangevuld met het vervangen van de installaties. De nadruk ligt op een stapsgewijze aanpak en het nemen van ‘no-regret’ maatregelen. We zien dit ook bij niet verder onderzochte programma-aanpakken in verduurzaming. Ander onderzoek komt tot dezelfde conclusie. Woningcorporaties moeten nog stappen maken naar een energietransitie: de woningen aanpassen op een ander aanbod van energie of warmte. Opvallend is dat de corporaties weinig sturen op de inzet van gestandaardiseerde producten en de ontwikkeling van productinnovaties. De ketenpartners werken wel


VAN PROJECT NAAR PROGRAMMA veel onderling samen, met name gericht op periodieke uitwisseling van kennis, afstemming van processen en procesinnovaties. Bij een deel van de cases zijn er nog weinig ‘harde’ resultaten bekend, omdat de samenwerking recent gestart is en de programma’s nog niet zijn geëvalueerd. Bij andere samenwerkingsconstructies zijn de resultaten veelbelovend. Binnen relatief korte termijn is een fors aantal woningen verduurzaamd (vaak naar label A), waardoor ze veel energiezuiniger en comfortabeler zijn geworden. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een stevige reductie van de stichtingskosten (variërend van 10% tot 15%, oplopend tot bijna een kwart besparing). Dit geldt ook voor de exploitatiekosten: doordat het cyclische onderhoud van complexen kan worden uitgesteld, levert dit al gauw een besparing tussen de 15% en 20% op. En de kosten voor de corporatie zijn fors lager geworden. Er is veel minder menskracht nodig voor de voorbereiding en uitvoering van de projecten. Het bewonersdraagvlak voor de verduurzaming is groot. De gemiddelde klanttevredenheid over de aanpakken is hoog. Andere (minder concreet meetbare) resultaten die worden genoemd zijn dat de voorspelbaarheid, transparantie en betrouwbaarheid van het onderhoud- en verbeterproces veel groter geworden is. Ook is de onderlinge communicatie tussen de partners geoptimaliseerd, waardoor men veel meer oog heeft gekregen voor elkaars belangen en hoe daarmee kan worden omgegaan. Een inzicht dat essentieel is voor een goede samenwerking.

nerstevredenheid. Steeds meer corporaties willen hun verduurzamingsopgave op deze manier aanpakken. Er is sprake van een voorzichtige trend, maar lang niet alle corporaties zijn zover. Bij project-overstijgende samenwerkingsverbanden gaat het nog om een beperkt aantal (vrij grote) corporaties en een min of meer vaste ‘pool’ van bedrijven dat zich opwerpt als ketenpartner en voldoet aan de selectie-eisen van corporaties. Er is behoefte aan meer bedrijven die, samen met hun ketens van gespecialiseerde bedrijven en toeleveranciers, als strategisch partner van corporaties kunnen optreden. Hier ligt mogelijk een taak voor de brancheorganisaties. In de project-overstijgende samenwerkingsvoorbeelden ligt het accent op procesinnovaties. Deze procesinnovaties leiden tot versnelling en in beperkte mate tot kostenreductie (transactiekosten). Er wordt weinig direct gestuurd op productinnovaties, de betrokken bedrijven wisselen wel veel kennis uit en passen wel in beperkte mate innovaties toe. Van een aanpak met (deel)concepten voor bouwdelen is (nog) geen sprake. De vraag is waarom de toepassing van productinnovaties niet of nauwelijks van de grond komt, terwijl de voedingsbodem ideaal lijkt? Er is vertrouwen gegroeid, er is sprake van continuïteit in vaak meerjarige samenwerking. Samenwerking tussen vragers en aanbieders, maar ook tussen vragers onderling en aanbieders onderling.

Tot slot

Een project-overstijgende samenwerking met partners kan een corporatie veel opleveren. Het leidt niet persé tot forse verlaging van investeringskosten, maar wel tot een effectiever en efficiënter voorbereidings- en uitvoeringsproces. Met als gevolg: voorspelbare en betrouwbare planningen, begrotingen, uitvoeringsstromen en doorlooptijden, een duurzame woningvoorraad en een hogere bewo-

Het onderzoek is uitgevoerd als project van het consortium Integrale Energietransitie Bestaande Bouw (IEBB) met ondersteuning vanuit de MMIP 3&4 regeling van het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties. De rapportage van het onderzoek is beschikbaar op de website van het IEBB consortium: www.btic.nu/iebb-consortium #1 2022

71


EINDELIJK VERDUURZAMEN? Misschien krijg ik deze week "de uitslag". Na zes weken van uitpluizen, formulieren invullen, bellen, doorvragen, wachten, wijzigingen doorvoeren, checken en zo voort, komt binnenkort het verlossende antwoord: of mijn aanvraag voor de regeling om mijn huis te verduurzamen wordt goedgekeurd. Ik krijg dan een lening die in depot blijft. De overheidssubsidies zijn daarin alvast verrekend. Wanneer ik straks een rekening krijg van een aanbieder, betaal ik die niet zelf maar wordt die vanuit mijn depot door de uitvoerende instantie betaald. Namens mij dus. Ik neem aan om fraude te voorkomen. So far so good. Gemeenten zijn van goede wil, althans, de gemeente Nijmegen waar ik woon. Als actieve bewoner van de wijk Bottendaal heb ik vaak gezien dat de gemeente op

We hebben nog een hele weg te gaan. 72

#1 2022

argwaan van haar inwoners kan rekenen. Dat gaat dan om beleid en plannen. Maar als het om hulp gaat, is dat anders. Dan wordt de gemeente gezien als betrouwbare partner. Als zij een regeling aanbieden moet dat wel gedegen zijn! De financiële regeling Toekomstbestendig Wonen (een lening voor duurzame aanpassingen) is daarvan een goed voorbeeld. Als actieve bewoner met duurzaamheidsambities deed ik met vol goede moed mijn aanvraag. Het viel behoorlijk tegen om helder te krijgen hoe alles in elkaar steekt en wat je precies moet doen bij welk loket, maar mijn vertrouwen in de degelijkheid van de overheid sleepte me erdoor-


COLUMN

heen. Er moest licht zijn aan het eind van de tunnel, want duizenden aanvragen zijn me toch voorgegaan? Een beetje humor is een hele goede om het vol te houden: de bureaucratie houdt het overheidscliché in ruime mate in stand, maar wanneer je dit kunt zien als een klassiek drama (!) tussen overheid en burger, heb je tenminste nog gelachen. Een maatje helpt ook. Waar kom je achter, als je zover gekomen bent als ik? Dat de beloofde subsidie op HR glas uitgaat van de oppervlakte en niet de totale kosten waardoor het feitelijk gaat om slechts 8% van het totaalbedrag. Dikke korting, jongens! Dat de offerte van de aanbieder (die spreekt van ramen in plaats van totale vierkante meters) niet matcht met de werkwijze van de regeling. Dat niemand antwoord heeft op de voor de hand liggende vraag hoe de meerkosten (in 99% van de gevallen) van het uitvoe-

rend werk betaald worden als het depot op basis van de offerte bepaald wordt. Om zo maar eens een paar dingen te noemen. Zucht. We zien wel. Iedereen is van goede wil, en ik blijf erin geloven dat iedereen z’n best doet, maar de vraag of al deze moeite, investeringen en hobbels het uiteindelijk waard zullen zijn is nog niet beantwoord. Daarin hebben we nog een hele weg te gaan! Otto Kokke

Meer columns lees je op renda.nl/columns. Ook deze column is daar terug te vinden.

#1 2022

73


PARTNERS Renda wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:

Founding partners

Partners

74

#1 2022


RENDA NETWERK PARTNERS

#1 2022

75


PARTNERS Energie+ wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:

76

#1 2022


Word jij onze nieuwe partner?

Kennismaken, Kennismaken, kennis kennis delen delen en samen kennis ontwikkelen en samen kennis ontwikkelen Is Is onze onze doelgroep doelgroep ook ook jouw doelgroep? jouw doelgroep? Wat Wat dacht dacht je je van van een een samenwerking tussen samenwerking tussen jouw jouw bedrijf bedrijf en en Energie+? Energie+?

Wij laten huiseigenaren kennis maken met concrete Wij laten huiseigenaren kennis maken met concrete mogelijkheden om hun huis te verduurzamen. Energie+ mogelijkheden om hun huis te verduurzamen. Energie+ heeft volop mogelijkheden om ervaringen, producten heeft volop mogelijkheden om ervaringen, producten en nieuwe innovaties te laten zien via onze website, en nieuwe innovaties te laten zien via onze website, nieuwsbrief en magazine. Ook die van jou. nieuwsbrief en magazine. Ook die van jou.

GESPONSORD ARTIKEL GESPONSORD ARTIKEL

Partnerschap: €1.500,Partnerschap: €1.500,Voor dit bedrag kun je onbeperkt artikelen plaatsen

€500 €500

In onze online innovatie-database, In onze online innovatie-database, inclusief vermelding in onze digitale inclusief vermelding in onze digitale nieuwsbrief nieuwsbrief

BANNER OP WEBSITE BANNER OP WEBSITE

Per maand Per maand

€500 €500

BANNER IN NIEUWSBRIEF BANNER IN NIEUWSBRIEF

Per keer Per keer

Voor dit bedrag kun je onbeperkt artikelen plaatsen in onze online innovatie-database. Daarnaast ontvang in onze online innovatie-database. Daarnaast ontvang je als partner 25% korting over de overige exposure je als partner 25% korting over de overige exposure mogelijkheden van Energie+. mogelijkheden van Energie+.

€500 €500

ADVERTENTIE IN ONS MAGAZINE ADVERTENTIE IN ONS MAGAZINE

Per keer Per keer

€500 €500

GESPONSORD ARTIKEL IN ONS MAGAZINE GESPONSORD ARTIKEL IN ONS MAGAZINE

Per keer. Of laat ons het schrijven Per keer. Of laat ons het schrijven voor een meerprijs van €800. voor een meerprijs van €800.

Hebben we je interesse gewekt? Hebben we je interesse gewekt? Neem contact op met: Marjolein Heijmans Neem contact op met: Marjolein Heijmans T 06-57676351 E m.heijmans@aeneas.nl T 06-57676351 E m.heijmans@aeneas.nl

€500 €500


COLOFON

#1 2022

Vakredactie Energie+ Jeroen Boon Kees Bakker Gabbie van der Kroeff Otto Kokken

Dit magazine is onderdeel van Renda, het kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouwsector. Meer informatie op www.renda.nl. Energie + is het kennisplatform voor energietransitie in de wijk. Meer informatie op www.energieplus.nl Uitgave Aeneas Media bv Veemarktkade 8, ruimte 4121 5222 AE ’s-Hertogenbosch T 073 205 10 10 www.aeneas.nl, mail@aeneas.nl Team Renda Elleke van de Westeringh Dionne Verstegen Wikke Peters Myrtle Matthijssen Birgit Barten Energie+ Yvette Vierhout Vakredactie Renda Jan Baarends Ad Straub Haico van Nunen Jetske Thielen Wim Meijer

78

#1 2022

Bijgedragen deze editie: Kees Bakker, Gabbie van der Kroeff, Otto Kokken, Sean Vos, Frits Meijer, Stichting Warmtenetwerk. Advertentieverkoop Leo Nijs T 073 205 10 26 Lezersservice lezersservice@aeneas.nl T 073 205 10 25 Lidmaatschap 2022 Light Renda – 132 euro Standaard Renda – 285 euro Jaarlidmaatschap Energie + online + vakblad – 135 euro Jaarlidmaatschap Energie + online – 115 euro Prijzen zijn exclusief BTW. Lidmaatschappen lopen voor één jaar en kunnen elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot twee maanden voor de vervaldatum, telefonisch via de Lezersservice. Vormgeving Twin Media bv Voorwaarden Renda/Energie+ wordt tevens

elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/ of inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de redactie ter inzage en zijn op te vragen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn de redactie en uitgever van Renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.

ISSN 2211-5358




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.