‘Violent games don’t make you violent’ 28

‘Violent games don’t make you violent’ 28
‘Bij porno denk ik: liever zij dan ik’ 14
Dick Stuut werkt al jaren bij de IT-helpdesk
‘Medewerkers hingen huilend aan de telefoon’ 6
Tot nu toe nog geen grote cyberaanval: een mix van geluk en redelijk goede beveiliging 8
‘Students are the best customers’ Adib Edlbi runs the popular kebab stall 22 Culture shocks and small comforts International students on how they’re settling in 24
Jong, alleen, van haar fiets gesleurd: de dood van Lisa past in standaardideeën over geweld tegen vrouwen. Maar femicide vindt plaats onder allerlei omstandigheden, of het nou donker is of licht.
DOOR JASMIJN GROOT
ILLUSTRATIE BAS VAN DER SCHOT
Vandaag vroeg mijn vader tijdens het theeleuten opeens waarom ik aankomende winter ’s avonds alleen door het donker naar Wormer wil fietsen voor een theatervoorstelling. “Waarom ga je niet met het openbaar vervoer?” vraagt hij. “Waarom gaan we niet samen met je moeder?
Dan gaan we met de auto!” Als ik even doorvraag, komt de aap uit de mouw.
De moord op Lisa uit Abcoude gaat maar niet uit zijn hoofd.
Alles aan de dood van Lisa is tragisch. Ze was jong en in de bloei van haar leven. Ze had net haar middelbareschooldiploma gehaald. Haar potentie is in de kiem gesmoord. Ze was helemaal alleen, op de fiets, bijna thuis, waar ze veilig zou zijn.
Wat opvalt is dat de nationale aandacht voor een femicidezaak vaak pas enorm groot is wanneer een aantal specifie -
ke vakjes kan worden afgevinkt: jong slachtoffer met nog een heel leven voor haar, alleen, van haar fiets gesleurd, door een dader die zij niet kende en die mogelijk een veelpleger is. Al deze omstandigheden corresponderen direct met de standaardideeën die de meeste mensen – en dan vooral de meeste mannen – hebben van geweld tegen vrouwen.
Femicidezaken zouden willekeursdaden zijn, gepleegd door mannen, die makkelijk weg te zetten zijn als kwaadaardige mensen waar zij zich onmogelijk mee kunnen identificeren. Dat de opgepakte verdachte in Lisa’s zaak een asielzoeker is, bevestigt dat idee alleen maar. Het speelt een enorme rol bij de weigering van veel mannen in Nederland om mee te praten over wat zij kunnen doen tegen femicide. Slechts enkele uren na de ontdekking van Lisa’s lichaam ontstonden er in het hele land al gesprekken en discussies
over verbetering van de veiligheid van vrouwen die in direct verband staan met de heersende stereotyperingen. Met een duidelijke tweedeling tussen enerzijds de conservatievere oplossingen dat vrouwen beter moeten opletten als ze ’s avonds laat uitgaan en nooit alleen naar huis moeten fietsen, en anderzijds de progressievere oplossing dat mannen simpelweg met hun poten van vrouwen af moeten blijven.
We zullen pas weer vereniging van die kampen merken wanneer de schuld van de dader is bewezen en hij veroordeeld kan worden. We zullen dan nogmaals de discussie of we niet zwaardere straffen moeten opleggen voor geweldsmisdaden/ gruweldaden van het soort dat tegen Lisa en talloze andere vrouwen wordt gepleegd. Of dat we de doodstraf maar weer eens moeten invoeren.
Lossen we daar het probleem van femicide mee op? Nee.
De recente aandacht die het onderwerp femicide heeft gekregen dankzij boegbeelden als Tessel ten Zweege, Saskia Belleman en de Dolle Mina’s probeert onze samenleving juist bij te brengen dat femicide veel verschillende gezichten heeft.
Femicide discrimineert niet op leeftijd. Haar slachtoffers zijn van alle leeftijden. De daders van femicide zijn meestal doodnormale en op het eerste oog onopvallende participerende burgers, die werken, vrienden en familie hebben, en naar de stembus gaan. De meeste daders van femicide zijn bekenden van het slachtoffer.
We mogen het verhaal van Lisa absoluut niet vergeten. Tegelijkertijd moeten we ons land ervan bewust blijven maken hoeveel verschillende verhalen er zijn.
Jasmijn Groot is VU-alumna, genderhistorica en oprichtster van online platform Historical Women Project.
In deze situatie lijkt wetenschap volstrekt nutteloos
Jacintha Ellers hoogleraar evolutionaire ecologie
Het is nu bijna twee jaar geleden dat de nachtmerrie begon. Elke keer beleef ik dezelfde afschuwelijke droom waaruit maar niet te ontsnappen is. Sinds maanden wordt Amsterdam gebombardeerd door een buurland. Eerst was ons verteld dat we veilig zouden zijn als we de militaire bevelen van het buurland zouden opvolgen. We trokken naar het zuiden om aan de bommen te ontsnappen en werden vervolgens weer naar het noorden gedirigeerd, waar nauwelijks meer een huis overeind stond. En al die tijd vielen de bommen en waren we nergens veilig. Mijn werk op de universiteit hield op, want de universiteit werd al snel gesloten: de laboratoria lagen in puin, de microscopen onder een laag gruis. Mijn onderzoek richtte zich op ecosystemen en veerkracht. Nu leef ik opeens in een stad waar ecosystemen instorten, waar mensen proberen te overleven op een halve broodkorst. Velen lukt dat niet en de honger maakt ontelbare doden. Ik heb altijd geloofd in de kracht van kennis en onderzoek, maar in deze situatie lijkt wetenschap volkomen nutteloos. Om niet te verdrinken in machteloosheid, werkte ik als vrijwilliger in het enige nog functioneren-
de ziekenhuis van de stad. Een wankel symbool van zorg en hoop, totdat ook dat gebombardeerd werd. Patiënten, artsen, burgers; iedereen probeert te overleven in een ecosysteem dat doelbewust kapotgemaakt wordt. Ik kijk naar de puinhopen en vraag me af hoe dit kan gebeuren. Hoe kan een land straffeloos universiteiten, ziekenhuizen, een hele bevolking vernietigen? Waarom kijkt de wereld weg? Zelfs hulp aan zieke kinderen wordt geweigerd door landen die internationale verdragen over mensenrechten en humanitaire plichten ondertekend hebben.
Dit keer kan niemand achteraf zeggen dat ze het niet geweten hebben. Al vanaf het begin van de oorlog zijn er de beelden van bloggers en verslagen van journalisten. Een VN-commissie heeft een oordeel uitgesproken dat geen enkele twijfel laat over wat er gaande is. En toch kan het buurland ongestoord zijn gang gaan.
Dan volgt het ontwaken en het besef dat Amsterdam ongeschonden is, mijn leven onverstoord. Het brengt nauwelijks opluchting, want de nachtmerrie woedt elders in het volle daglicht voort. Ik weet het, maar wat kan ik doen?
DOOR MAURICE TIMMERMANS
Dick Stuut werkt al jaren bij de IT-helpdesk. Problemen oplossen geeft de kersverse politicoloog een goed gevoel, ‘maar soms moet je je cliënten eerst kalmeren.’
‘Je erkent hun emoties en maakt verbinding. Daarna zoek je pas naar de oplossing’
Met welke vragen komen studenten en medewerkers?
“De meeste studenten hebben problemen met wifi, kunnen geen verbinding maken met het draadloze netwerk. Of ze hebben moeite met het instellen van de printers. Wat ook best lastig is, en op de Mac helemaal een drama. Vooral in september, als de eerstejaars beginnen, krijgen we veel vragen over wifi en de printers. Medewerkers hebben meestal ander gedoe, met Outlook of met specialistische software.”
Hoeveel vragen krijg je op een doorsnee dag? “Dat verschilt. Van tien tot tachtig, zou ik zeggen. Laatst was er een storing, waardoor een paar honderd medewerkers niet meer konden inloggen op hun laptop. Ineens stond er een enorme rij bij de balie. Alle laptops moesten omgeruild. Van alle problemen die we voor onze kiezen krijgen, kunnen we er negen van de tien meteen oplossen. Eén blijkt te ingewikkeld en die sluizen we door naar een medewerker van de backoffice, die er dan dieper induikt.”
Hoe is het om de hele dag problemen op te lossen? “Als je ze kunt oplossen, geeft dat een goed gevoel. De keerzijde is dat iedereen die naar je toe komt, min of meer gefrustreerd is. Ik heb studenten aan de balie gehad die witheet van woede waren, maar ook medewerkers die huilend aan de telefoon hingen. Dat gebeurde regelmatig tijdens het Mars-project, toen de introductie van meerdere digitale systemen in 2021 tot veel ICT- en HR-ellende leidde.”
Het was toen ook nog coronatijd. “Ja, gekke tijd was dat. We stonden hier op een spookcampus. Dagenlang verscheen er niemand aan de balie, die we openhielden voor mensen met laptopproblemen, maar de telefoon stond roodgloeiend.’
Hoe ga je om met mensen die witheet van woede zijn? “Belangrijk is dat je de emoties van mensen erkent, dat je oog hebt voor de ernst van hun probleem, dat ze zich gehoord voelen. Je maakt verbinding en zorgt ervoor dat mensen kalmeren. We hebben daar een training over gehad, een avond lang, met acteurs en rollenspellen. Pas als mensen weer rustig zijn, maak je een begin met de oplossing.”
Word je zelf weleens boos of ongeduldig? “Nee, het lukt me altijd wel om mensen te kalmeren en verder te helpen. We zijn allemaal VU’ers, en iedereen snapt dat wij ons best doen en niet onderdeel zijn van het probleem.”
Waar moet je als medewerker van de IT-helpdesk nog meer goed in zijn? “Je moet creatief kunnen denken, en in het algemeen goed met mensen kunnen omgaan. De meeste ICT-problemen zijn niet technisch van aard. Dit klinkt misschien onaardig maar zo bedoel ik het niet. De meeste problemen bevinden zich tussen stoel en toetsenbord. De één klikt op een verkeerde toets, de ander is vergeten om het beeldscherm aan te zetten of om de stekker in het stopcontact te steken. Ik wil de technische skills niet bagatelliseren, technisch inzicht is handig, maar het is geen harde vereiste. Sommige collega-studenten hebben computerwetenschap of AI gestudeerd, maar die kennis hebben ze aan deze helpdesk meestal niet nodig. Ik heb ooit een ICT-opleiding gedaan, maar ben nu politicoloog, net afgestudeerd. Ik put vooral uit mijn jarenlange ervaring, kijk wat collega’s doen, hoor wat er speelt en google vooral heel veel.”
Er is een vacature voor IT-ondersteuner. Zou je het studenten aanraden? “Ja, want het verdient goed en je krijgt een koffiepas. Die pas is dé reden waarom ik ooit heb gesolliciteerd. Bovendien kun je je werktijden makkelijk aanpassen. Als je ingeroosterd bent op een dag waarop je tentamen hebt, dan valt daar altijd over te praten. Onderwijs gaat voor. Aan een universiteit snappen ze dat.”
26
2024 – heden
IT-ondersteuner
2024 – 2025
Master Crisis and Security Management, Universiteit Leiden
2023 – 2025
Raad van Advies, SRVU Studentenbond 2023
Community Specialist, Tourism Kelowna, Canada
2022 – 2023
Algemeen bestuurslid, SRVU Studentenbond
2019 – 2023
Bachelor politicologie, VU 2019 – 2023
IT-ondersteuner
2016 – 2019
Opleiding HBO-ICT, Hogeschool ArnhemNijmegen
De IT-helpdesk van de VU behandelt per jaar zo’n 61.000 vragen van studenten en medewerkers. Dat gebeurt via de telefoon (5980000), twee balies (in het hoofd- en W&N-gebouw), e-mail en chat. De IT-helpdesk werkt met een pool van ongeveer 20 studenten voor de balies. De vaste medewerkers, 5 á 10, beantwoorden de telefoon. Dan zijn er nog tientallen medewerkers in de backoffice, van wie 8 ‘werkplekondersteuners’ voor de problemen die nadere inspectie behoeven.
De VU is interessant voor hackers. Dat er nog nooit een grote cyberaanval is geweest, is deels een mix van geluk en redelijk goede beveiliging.
DOOR WELMOED VISSER
ILLUSTRATIE BEREND VONK
“Je kunt alle veiligheidsmaatregelen van de wereld nemen, maar zolang mensen nog geeltjes met het wachtwoord op hun computer hangen, is het dweilen met de kraan open”, zegt Jan-Willem Vermeulen, directeur IT van de VU.
Ik voel me betrapt. Tot voor kort zat er namelijk precies zo’n geeltje met wachtwoord op mijn laptop. Mijn dochter leende mijn VU-computer een middag toen haar eigen apparaat stuk was. Dat geeltje bleef er vervolgens maandenlang op zitten, handig dacht ik, maar fout natuurlijk en gemakzuchtig. En precies door die gemakzucht gaat het vaak mis. Digitale veiligheid kost moeite, net als een kettingslot om je fiets leggen, maar als je niks doet, maak je het cybercriminelen wel erg gemakkelijk. Tweestapsverificatie, het versleutelen van data, vertrouwelijke bestanden niet als attachment meesturen en je mailbox schoonhouden; het is allemaal net wat meer werk dan de minder veilige manier van werken.
Data redden in onzekere
> Met de toegenomen geopolitieke instabiliteit in de wereld is de discussie opgelaaid of Europese kennisinstellingen zoals de VU niet te afhankelijk zijn van Amerikaanse computerbedrjven. Hoe veilig zijn onze data bij Google en Microsoft? “Voorlopig zijn er geen Europese alternatieven die ver genoeg ontwikkeld zijn”, stelt ICT-directeur Jan-Willem Vermeulen, “wel houden we onze dataopslag heel bewust op Europese bodem.”
> Sommige onderzoeksdata die voorheen vrij beschikbaar waren, dreigen te verdwijnen sinds Trump aan de macht is. Data van weerstations op Antarctica bijvoorbeeld, of van Amerikaanse satellieten.
“Een groot deel van ons werk bestaat uit het creëren van bewustzijn bij de gebruikers”, stelt Vermeulen, “ik durf te stellen dat onze systemen op de VU technisch best goed in orde zijn, maar we hebben een open cultuur. Dat hoort bij een universiteit, iedereen loopt hier zo naar binnen, onderzoekers willen maximale vrijheid in hun werk, studenten en medewerkers moeten gemakkelijk dingen kunnen delen. Die open cultuur is mooi, maar staat soms op gespannen voet met de veiligheid.”
Geen attachments meer
De zwakste schakel blijkt dan ook vaak de medewerker of student die een databestand deelt via Google Drive, of die een sollicitatiebrief als attachment doormailt. Toch vindt Irma Meinema, chief security officer aan de VU, dat het te gemakkelijk is om de gebruiker dan de schuld te geven. “Eigenlijk moet je je systemen zo inrichten dat de veiligste manier van werken ook de meest voor de hand liggende wordt”, stelt ze.
Ze noemt als voorbeeld de personeelsdossiers.
Die staan afgeschermd in het programma Service Now en je kunt er als geautoriseerde alleen bij met tweestapsverificatie. “Het best zou het zijn als je zo’n document helemaal niet meer kunt downloaden. Dat je het alleen op die beveiligde plek kunt inzien en bewerken. Daar willen we uiteindelijk naartoe met alle gevoelige informatie”, zegt Meinema. “Ik droom ervan dat we niks meer met attachments doen.”
Betalen aan criminelen
Databeveiliging is een wapenwedloop. Criminelen kunnen steeds gerichtere aanvallen doen, bijvoorbeeld door phishingmails te personificeren. Erik van der Kouwe, assistant professor Computer Systems, noemt het waargebeurde voorbeeld van de financieel directeur van Pathé Nederland die in 2018 mail dacht te krijgen van het Franse hoofdkantoor met het verzoek om geld voortaan op een andere rekening te zetten. Uiteindelijk werd Pathé voor 19 miljoen opgelicht en werd de financieel directeur ontslagen. “Spear phishing noemen we dat”, vertelt Van der Kouwe, “dat criminelen een phishingmail sturen die echt is toegesneden op jouw situatie.” Als criminelen eerst via een lek mailadressen buitmaken, kunnen ze vervolgens AI gebruiken om hun spear phishing op grote schaal te personificeren.
De meeste grootschalige aanvallen op universiteiten tot nu toe waren DDoS-aanvallen, waarbij servers van een instelling zoveel informatie te verwerken krijgen dat ze plat gaan, maar er zijn ook al verschillende ransomware (gijzelsoftware) aanvallen geweest, waarbij hackers binnendrongen in gevoelige gegevens en deze dreigden te vernietigen of openbaar te maken als de instelling niet zou betalen. Onder meer Universiteit Maastricht betaalde in 2019 200.000 euro aan criminelen. De VU heeft in het verleden wel te maken gehad met DDoS-aanvallen, maar, voor zover bekend, nooit met een grootschalige aanval door ransomware.
Volgens Vermeulen gebeurt het een paar keer per jaar op de VU dat er virussen door
Maxim Februari ontving veel literaire prijzen, maar het eredoctoraat van de VU is zijn eerste wetenschappelijke onderscheiding.
TEKST MAURICE TIMMERMANS FOTO YVONNE COMPIER
Als student woonde
Maxim Februari ooit een uitreiking bij van een eredoctoraat in Leuven. “En toen dacht ik: als me dit ooit overkomt, dan weiger ik. Het had alles van een toneelspel met acterende wetenschappers. Of van een pr-feest, zoals sommige mensen in mijn omgeving het nu nog steeds zien. Oneerbiedig gezegd word je een mascotte van de universiteit of, deftiger geformuleerd, een ambassadeur. Toch snap ik goed wat de inzet daarvan is. Dat een universiteit lijntjes wil uitgooien naar de samenleving, in gesprek wil met de burger en via een eredoctoraat laat zien wat de instelling belangrijk vindt.”
Hoe waardevol is het eredoctoraat voor u? “Literaire prijzen zijn iets anders dan bijval vanuit de wetenschap. Dat maakt het zo bijzonder voor mij. Het wordt gezien wat je doet, wat je zelf vaak beleeft als het gehannes van een eenzaam ploeterende freelancer.”
In het persbericht prijst de VU uw jongste essay Doe zelf normaal, waarin u laat zien hoe de rechtsstaat en democratie in het gedrang komen door de digitale technologie. Waaruit blijkt dat volgens u? “Het recht verandert op twee manieren. Op de eerste plaats doordat de overheid en bedrijven met behulp van digitale technologie de regels à la minute kunnen aanpassen. Denk aan de coronapas, die soms alleen toegang gaf als je was gevaccineerd. Of kijk naar de
VS waar ambtenaren na ontslag hun werkkamer niet meer in komen. Als je zo dwingend handhaaft, ontneem je mensen hun relatie met de wet, hun eigen verantwoordelijkheid om zich al dan niet aan regels te houden. Op de tweede plaats verandert het recht doordat we niet meer kijken naar het gedrag van mensen maar naar hun dataprofiel. Na koppeling van allerlei data, van verkeersovertredingen tot belastinggegevens, kun je zonder dat je het weet worden verdacht van iets dat consequenties heeft voor je hypotheek of uitkering. En waartegen je je niet kunt verweren. Dat wringt natuurlijk met allerlei eisen van de rechtsstaat.”
Albanië heeft een AI-minister van aanbestedingen in het leven heeft geroepen, om corruptie te bestrijden. Een goed idee? “Nou nee, want deze technologie wordt waarschijnlijk ingezet en gebruikt door diezelfde corrupte ambtenaren, die knoeiden met de aanbestedingen. Vaak vragen mensen waarom ik zo kritisch ben op nieuwe technologie. Ik ben helemaal niet voor of tegen, maar als je veel overheidsgeld in innovatie stopt, vind ik dat je net zoveel moet investeren in onderzoek naar de maatschappelijke gevolgen daarvan. Wat doet het met de democratische rechtsstaat, met de rechtsbescherming van burgers? Daar moet je over nadenken.”
Welk toekomscenario jaagt u de meeste schrik aan? “In het zwartste scenario ben ik bang voor defaitisme. Dat we dingen gaan opgeven, stoppen
‘We kijken niet meer naar het gedrag van mensen, maar naar hun dataprofiel’
met nadenken, vanuit het gevoel dat de werking van alle systemen ongrijpbaar is geworden, dat we niet meer weten hoe we erop moeten reageren. Het is wat mij betreft aan universiteiten om dat te voorkomen. Toen Doe zelf normaal uitkwam, stuurde één universiteit me een bos bloemen. Dat was me nog nooit gebeurd. De instelling waardeerde het boek omdat je studenten ermee aan het denken kunt zetten. Verder valt het me heel erg tegen hoe weinig mensen meedenken over de impact van de digitale technologie in de samenleving. Ik vind dat we veel te veel met ons gezicht naar de geschiedenis staan.”
Hoe bedoelt u dat? “Ik vind dat de intellectuele cultuur sterk gericht is op het verleden. Plat gezegd gaat het aan de dinertafels wel over Napoleon, maar niet over wat ons met de informatietechnologie te wachten staat. Ik ben enigszins teleurgesteld over hoe weinig wetenschappers dit onderwerp hebben opgepakt, ook wanhopig omdat we veel mensen nodig hebben om na te denken over de gevolgen van deze digitale revolutie.”
Vinden mensen het nu al te ongrijpbaar? “Ze denken misschien dat je informatica moet hebben gestudeerd om hierover mee te praten, maar de invloed van technologie op de samenleving behoort echt tot het domein van de sociale wetenschappen.”
U bent nu bezig met een roman. Gaat die ook over de schaduwkanten van digitale technologie? “Nee, die gaat over iets heel anders. Ik wil daar liever nog niets over zeggen, ik ben bang dat ik daarmee een vloek over mezelf afroep, de magie verbreek. Het schrijven van een roman staat in groot contrast met de dataficering. Met data reduceer je en versimpel je de werkelijkheid, terwijl je in romans gebeurtenissen uitvouwt. Het mooiste voorbeeld hiervan is To the lighthouse van Virginia Woolf. Het gaat nergens over, de hoofdpersonen vragen zich af of ze de volgende dag wel of geen uitstapje zullen maken naar de vuurtoren. Je leest wat iedereen daarover denkt, voelt en beleeft. Wat een rijkdom!”
Maxim Februari (1963) wordt eredoctor van de VU op de dies, donderdag 20 november. De schrijver en rechtsfilosoof ontvangt het eredoctoraat vanwege ‘zijn bijdrage aan het publieke debat over de betekenis van het recht, met name in tijden van technologische ontwikkeling’, meldt de VU. In 2020/2021 was hij Vrije Schrijver aan onze universiteit. Februari ontving onder meer de J.L. Heldringprijs (voor zijn columns in de Volkskrant en NRC), de Multatuliprijs en de P.C. Hooftprijs - voor zijn hele oeuvre.
Geen libido, een jeugdtrauma of gewoon nog niet de juiste bedpartner gevonden: aseksuelen kampen op datingapps, in hun sociale leven én in de gezondheidszorg met schadelijke aannames. Voor Livia en Qevin was het label vooral een opluchting.
‘Als ik porno kijk denk ik: liever zij dan ik’
Toen geneeskundestudent
Livia (21) een jaar of 15 was, deden zij en haar vriendinnen een spelletje ‘wie zou het eerst...’. Bij de vraag wie het eerst zou wachten tot ze getrouwd zijn om seks te hebben, stak een gelovige vriendin haar hand op. “Dat snapte ik eigenlijk wel, terwijl de andere twee vriendinnen zeiden dat ze dat nooit zouden kunnen doen. Ergens dacht ik: dat gevoel komt bij mij later nog wel.” Ook de net afgestudeerde Qevin (niet zijn echte naam, 26) ging ervanuit dat hij een laatbloeier was. “Vrienden om mij heen begonnen allemaal dingen te ontdekken en te doen. Ik zat daar tussen en dacht: als jij daar blij van wordt, ga je gang. Ik ging ervanuit: straks ga ik de puberteit door en dan komt het allemaal wel.” Maar de puberteit passeerde, en zijn gevoel veranderde niet. Uiteindelijk vroegen zijn vrienden hem of hij niet gewoon aseksueel was. “Toen klikte het. Ik kende het label wel, maar had het nooit op mezelf geplakt. Ik probeerde de sticker uit – en hij is blijven plakken.”
Biologische opwinding
Naar schatting van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn in Nederland 1,2 procent van de vrouwen boven de 15 aseksueel, en 0,7 procent van de mannen. Volgens de Nederlandse Organisatie Aseksualiteit (NOA) denken veel mensen onterecht dat aseksualiteit gelijkstaat aan het ontbreken van een libido, of celibatair zijn. NOA-voorzitter Amber Witsenburg legt uit dat aseksualiteit een spectrum is. Onder die parapluterm vallen nog grijs-aseksuele mensen, die onder bepaalde omstandigheden of af en toe wel seksuele aantrekkingskracht ervaren, en demiseksuele personen, die een emotionele band nodig hebben voordat seksuele aantrekking kan ontstaan. Witsenburg: “Als je aseksueel bent, ervaar je weinig of geen seksuele aantrekking, maar dat staat los van wat je wel of niet doet op seksueel vlak. Het verschilt per aseksueel persoon of ze wel of geen seks hebben, en wel of niet masturberen. Maar hetzelfde geldt voor niet-aseksuele personen. Eigenlijk zit iedereen op dat spectrum. Alleen is het bij ons vaak wat opvallender, omdat
‘Aseksualiteit is een seksuele oriëntatie, geen symptoom of aandoening’
mensen het gek vinden dat je geen seksuele aantrekking ervaart en soms wel seks hebt.”
Qevin bijvoorbeeld, kijkt porno, en masturbeert daarbij. “Ik vind het leuk om te zien en over te fantaseren, zolang ik geen actieve participant in het echte leven hoef te zijn. Ik kijk ernaar, maar denk ook: liever zij dan ik.” Tijdens een practicum werden de hartslagreacties van Livia en haar medestudenten gemeten op afwisselend neutrale en pornografische beelden. “In principe reageerde ik wel op de pornografische beelden, maar een stuk minder dan mijn medestudenten. Dat vond ik grappig om te zien. Maar ook niet gek: ik ben biologisch gezien gewoon in staat tot opwinding. Ik denk dat ik minder reageerde omdat er alleen visuele prikkels waren, die mij gewoon minder doen.”
Nog niet de juiste penis
In het sociale leven heeft dat nog weleens op onbegrip gestuit. Nadat het uitging met Livia’s eerste vriendje (“we hadden nooit seks, hij was er oké mee en heel begripvol”), zette ze in haar profiel van een vriendenzoekapp, dat ook een soort verkapte datingapp was, dat ze aseksueel is. “Toen heb ik wel berichten gekregen als: ‘ik kan je fixen’ of ‘je hebt gewoon nog niet de juiste penis gehad’; dat soort dingen. Maar ik heb het nooit als heel naar ervaren, kon er met vrienden wel om lachen.” Inmiddels heeft ze al vier jaar een vriendin, die op het aromantische spectrum zit. “Best grappig toch?” Ze hebben geen seks, beiden hebben daar geen behoefte aan. “Maar áls ik het zou doen, zou ik me er bij haar wel comfortabel bij voelen. Ik ben denk ik ook iets opgeschoven in hoe extreem ik denk dat ik zit op het aseksuele spectrum. Ik heb me denk ik altijd gemeten aan een soort heteronorm van hoeveel seks je zou moeten willen hebben. Voor mannen zit ik misschien op een extremer punt dan voor vrouwen.”
Qevin heeft ‘aseksueel’ ook uit zijn datingprofiel gehaald. “Ik kreeg de raarste vragen. Op een eerste date vroeg een jongen of ik er oké mee zou zijn als hij, mochten we een relatie
krijgen, wel zou blijven masturberen. Op de eerste date!” Hij date verder ‘met alles’. “Als seks niet verbonden is aan de liefde, gaat het echt om de persoon. Het maakt me niet uit wat er in je broek zit, ik hoef het toch niet te zien.” Wel kan hij zich voorstellen dat hij een seksuele handeling bij iemand anders zou doen, “zoals je graag dingen doet voor je partner.” Zolang hij zelf niet aangeraakt hoeft te worden.
Wetsvoorstel tegen conversiehandelingen
Uit een rapport van Rutgers blijkt dat wanneer aseksuele personen bij een zorgverlener terechtkomen, aseksualiteit als optie vaak over het hoofd wordt gezien, of dat er aannames over de geaardheid worden gedaan. Ook gaat men er vaak vanuit dat aseksualiteit een resultaat zou zijn van een trauma. NOA-voorzitter Witsenburg: “Sommige mensen kunnen dat natuurlijk zo ervaren. Maar aseksualiteit is een seksuele oriëntatie, geen symptoom of aandoening.” Toen Qevin als tiener naar een psycholoog ging voor zijn depressieve klachten, vertelde hij ook dat hij aseksueel was. “Ik dacht dat dat iets was wat de psycholoog zou moeten weten. Ze zei: ik denk dat je jezelf limiteert. Ik heb gelukkig altijd veel attitude gehad dus ik kon denken: zoek het lekker uit. Maar als je wat minder sterk in je schoenen staat, kan ik me best voorstellen dat je zoiets gaat geloven.” Aannames van artsen leiden soms tot misdiagnoses of onnodige behandelingen. Zo kunnen zorgverleners libidoverhogende middelen voorschrijven – die vervolgens geen verandering brengen. Witsenburg: “Dat suggereert ook dat er iets mis is met aseksuele mensen, of dat ze ziek zijn. Ik heb gehoord van mensen dat ze het advies kregen porno te kijken, of meer te tongzoenen. Dat is net alsof je tegen iemand zegt dat je ze van hun homo -
seksuele gevoelens af gaat helpen, of hun genderidentiteit gaat veranderen – het zijn dezelfde soort handelingen.” En dus heeft Witsenburg vanuit de NOA input geleverd aan het net aangenomen wetsvoorstel dat het verboden moet maken om bij mensen hun seksualiteit of genderidentiteit aan te passen, wat in religieuze kringen wordt geprobeerd met therapie of gebedsgenezing.
Blij met het label
Door zich aan te sluiten bij het wetsvoorstel tegen deze conversiehandelingen benadrukt de NOA dat ook aseksuele mensen bescherming nodig hebben – en dat ze deel uitmaken van de lhbtia+-gemeenschap. Toch zijn de meningen verdeeld over of de ‘a’ toegevoegd moet worden aan het rijtje van lhbti, omdat sommige mensen van mening zijn dat aseksuele mensen niet dezelfde tegenslagen of discriminatie ervaren als queer personen. “Het is vooral lastig voor aseksuele mensen die heteroromantisch zijn om in de lgbtq-community te komen”, zegt Qevin. “Maar of je wel of niet gediscrimineerd wordt, zou niet de doorslaggevende reden moeten zijn om erbij te mogen horen”, vindt hij. “Waar we juist naar werken is dat niemand discriminatie ervaart.”
Die ‘a’ in de afkorting zorgt voor hoognodige zichtbaarheid, vindt Witsenburg. “Ik kwam er pas op mijn 22ste achter dat aseksualiteit überhaupt bestaat. Ik had op mijn veertiende al kunnen weten dat ik aseksueel ben. Dat voelt best onrechtvaardig. Ik had altijd het gevoel dat seks bij het leven hoorde. Gelukkig heb ik nooit iets tegen mijn zin in gedaan.” Ook voor Qevin was het belangrijk om zijn ervaring een naam te kunnen geven: “Ik ben blij dat er een labeltje voor is. Voorheen dacht ik: er is vast iets mis met me.” Twee jaar geleden stond hij namens Pride University op
een boot tijdens de Canal Pride Parade met de aseksuele vlag (zwart, grijs wit en paars) als cape om. “Om te laten zien: dit bestaat ook.”
Niet-menselijk
Ook in series en films groeit de representatie van aseksuele mensen. Witsenburg schreef zeven jaar geleden diens scriptie over aseksualiteit in sciencefictionfilms. Daarin werd aseksualiteit vooral belichaamd door robots en aliens. “Alsof je geen mens bent als je geen seksuele aantrekking ervaart.” Inmiddels zijn er meer personages als Todd Chavez in Bojack Horseman, en Florence in Sex Eduation. Die representatie is belangrijk, vindt geneeskundestudent Livia, “Uit onderzoek blijkt dat toen Ellen Degeneres bijvoorbeeld vaker op mainstream tv kwam in Amerika, dat gay mensen meer werden geaccepteerd.” Wel vindt ze dat de nadruk bij aseksuele personages vaak nog ligt op het aseksuele karakter van de personage. “Representatie perfect maken is heel moeilijk. Gay karakters zijn helaas nog steeds soms de valse nicht.”
‘Het maakt me niet uit wat er in je broek zit, ik hoef het toch niet te zien’
Hoe is het om aseksueel te zijn in een samenleving waarin ‘sex sells’? Livia: “Ik vind het wel grappig. Dan zie ik een Coca Cola-reclame met allemaal mensen in bikini en denk ik: oh, dat werkt dus voor sommige mensen – dat ze dat dan ook willen kopen. Als je niet met seks bezig bent, heb je niet door hoeveel het om ons heen is.” Qevin: “Je hebt ook die overgeseksualiseerde parfumreclames. Zo van: als je dit opspuit dan wil iedereen je hebben. Wel handig want dan weet ik dus: die hoef ik niet te kopen.” Hij vindt de overseksualisering van dingen soms wel irritant. Seksscènes in films vindt hij saai. “Ik dacht eigenlijk dat iedereen die stom vond.” En dat in een videogame waar personages een romantische queeste hebben vaak de climax, de piek van romantiek, seks hebben is, vindt hij zonde. Wat voor hem de ultieme piek van romantiek is? “Dat je samenleeft, elkaar snapt zonder iets te hoeven zeggen. Eigenlijk zoek ik in een relatie hetzelfde als iedereen, maar dan zonder seks.”
Jeroen Geurts is onlangs beëdigd voor een tweede termijn als rector en hoopt dat de VU een plek blijft waar moeilijke gesprekken worden gevoerd.
DOOR PETER BREEDVELD
In het vorige magazine van Ad Valvas hebben we de VU als woke bolwerk in het zonnetje gezet. Wat vond u daarvan? “Het deed me denken aan de uitspraak van Sigrid Kaag, die in haar speech bij de opening van het academisch jaar zei dat woke kennelijk een scheldwoord is geworden. Zij vindt dat duidelijk geen scheldwoord, en daar ben ik het mee eens. Als woke betekent: inclusief en pluriform zijn, je realiseren dat er ook andere perspectieven zijn dat dat van jou, daarin geïnteresseerd zijn, verschillen opzoeken, dialoog met elkaar aangaan en leren van elkaar.”
Je realiseren dat er structurele discriminatie is... “Dat er machtsverschillen zijn, inderdaad. Als je dat allemaal realiseren woke is, is woke zeker geen scheldwoord. In die zin zijn we dan een woke universiteit. Maar woke kan ook radicale kanten krijgen. Ik denk dat dát is waar mensen zich vaak tegen afzetten.”
Hebt u daar een voorbeeld van? “Eigenlijk altijd als er een situatie ontstaat waarin je moet kiezen tussen with us or against us. Dan vind ik het te radicaal. Daar moet de universiteit op sturen, dat die radicaliteit weer teruggaat naar dialoog.”
Maar wie vóór discriminatie is, ís toch ook against us?
“Natuurlijk zijn we tegen discriminatie. Het gaat vaak om subtielere dingen. Ik denk dat iedereen zich wel een situatie kan voorstellen waarbij je op je woorden moet letten,
voorzichtig zijn met wat je zegt. Dat kan contraproductief worden.”
Maar daar is toch niks mis mee? Iedereen moet toch op zijn woorden letten? “Jawel, maar je moet ook fouten kunnen maken. Ik hoop dat we een universiteit kunnen zijn waar je niet meteen een kopje kleiner wordt gemaakt als je een fout maakt, we zijn hier wel om te leren samen.”
Aan de andere kant is de academie toch ook de plek om mensen uit hun comfortzone te trekken, om te duwen en te schuren. “Absoluut! Een safe space en een brave space wordt wel gezegd. Dat zijn mooie beginselen. Het betekent dus wel dat je elkaar de ruimte geeft, de veiligheid, om brave te kunnen zijn.”
Wat is eigenlijk het probleem met politiek zijn?
Staan voor diversiteit ís toch politiek? “Daar heb ik het de laatste tijd vaak over. Is de universiteit een politieke instelling? Het is een vraag met meerdere antwoordmogelijkheden. Mensen verhouden zich politiek tot elkaar. Er zijn belangen, waarden en machtsverhoudingen, ook in onze gemeenschap. Dat maakt dat er sprake is van politiek daarbinnen. Maar de universiteit, als instituut, moet zeer terughoudend zijn met politieke uitspraken. Wél staan we natuurlijk voor onze waarden.”
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Op het campusplein stonden twee escaperooms waar je alleen uitkomt als je denkt als een hacker. Het is een creatieve manier om medewerkers en studenten bewuster te maken van digitale veiligheid. Ook VU-voorzitter
Margrethe Jonkman en bestuurslid Marcel Nollen (midden) trekken er 30 september een half uur voor uit. Als je je kunt verplaatsen in een hacker, zie je beter waar de gevaren zitten. (WC)
FOTO PETER GERRITSEN
en krijg journalistieke bijscholing in ruil voor een prachtig podium om op te publiceren.
Mail de redactie: redactie.advalvas@vu.nl, of loop binnen in de redactiekamer 1H43 (gebouw Bellevue), dan bespreken we samen de mogelijkheden.
Ad Valvas, journalistiek platform van de Vrije Universiteit
JOURNALISTIEK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT WWW.ADVALVAS.VU.NL
Redactieadres
De Boelelaan 1105
BelleVue, Kamer 1H-43 1081 HV Amsterdam redactie.advalvas@vu.nl
Hoofdredacteur
Peter Breedveld (interim)
Redactie
Bryce Benda, Nour Khamis, Emma Sprangers, Welmoed Visser
Eindredactie
Win Castermans, Emma Sprangers
Secretariaat en VU-advertenties
Anna Jansen (020) 5985630 secretariaat.advalvas@vu.nl
Art-direction/vormgeving Rob Bömer – rbbmr.nl
Medewerkers
Sjoukje Bierma, Yvonne Compier, Dido Drachman, Peter Gerritsen, Hannah Kamp, Tabbe Mourits, Bas van der Schot, Taalcentrum-VU, Maurice Timmermans, Peter Valckx, Berend Vonk, Wout van Zaale
Copyright HOP-kopij Hoger Onderwijs Persbureau, Amsterdam
Commerciële advertenties Bureau Van Vliet (023) 5714745
Druk
Senefelder Misset, Doetinchem
Bijdragen aan een betere wereld, door onderscheidend onderwijs en grensverleggend onderzoek. Dat is de ambitie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Persoonlijke vorming en maatschappelijke betrokkenheid staan hierbij centraal. Vanuit verschillende disciplines en achtergronden werken wij samen aan innovaties en nieuwe inzichten op het hele wetenschappelijke spectrum.
Aan de VU werken ruim 6.150 medewerkers en volgen ruim 31.000 studenten wetenschappelijk onderwijs. De uitstekend bereikbare VU-campus ligt in het hart van de Amsterdamse Zuidas.
Ben jij geïnteresseerd in werken bij de VU? Kijk dan op: werkenbij.vu.nl
Werk jij al bij de VU? Hou dan de interne vacatures in de gaten op: interne-vacatures.vu.nl
JOURNALISTIEK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
Nieuws, interviews, blogs en achtergrondverhalen
Elke dag actueel op advalvas.vu.nl
Niks missen? Abonneer je op onze wekelijkse Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
Twee VU-studenten die meevoeren als onderdeel van de Global Sumud Flotilla om hulpgoederen aan Gaza te leveren, werden vorige week onderschept door de Israëlische marine en opgesloten in een gevangenis. Inmiddels zijn ze weer terug in Nederland en Italië.
In deze tijden wordt duurzaamheid al snel gezien als iets drammerigs. Met de Green Fair in het hoofdgebouw hoopten de organisatoren bezoekers in contact te brengen met duurzaamheid, zonder dat het zo “in your face” is. Zo leerden ze veganistische hapjes te maken, kleding te repareren en planten te stekken.
WETENSCHAP
De VU kreeg de satirische Meester Kackadorisprijs voor bevordering van de kwakzalverij, omdat ze dit jaar een chiropractor tot bijzonder hoogleraar benoemde. ‘We realiseren ons dat voornoemde behandelingen minder systematisch bestudeerd zijn dan ‘mainstream’ behandelwijzen’, schreef de VU in een reactie. ‘Dat is precies de reden voor de instelling van de leerstoel.’
JOURNALISTIC PLATFORM OF VU AMSTERDAM
News, interviews, blogs, features Daily updated on advalvas.vu.nl/en
Don’t miss out! Subscribe to our weekly Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
At first glance, the VU employee survey report shows fairly positive results, but not when it comes to social safety. Lecturers state feeling pressured by students who bring up Gaza during class. Female lecturers, in turn, say they’ve been treated differently because of their gender.
Many researchers bend the rules for money and prestige, science journalist Stan van Pelt says in his new book Sloppy Science. Fake data, bogus journals and sham conferences are corrupting academia, driven by competition, insecure jobs and a toxic funding system.
STUDENTS
Student and Educational Affairs, the department responsible for the student workspace and meeting room ‘Studentendok’, decided student union SRVU is no longer allowed to manage the space. This decision follows violent incidents during the student council elections and VU for Palestine meetings, which reportedly made Jewish students feel unwelcome in the Dok.
‘Students are the best customers, they’re always hungry’
BY BRYCE BENDA PHOTO YVONNE COMPIER
Adib Edlbi’s popular kebab stall is a fixture at the intersection of De Boelelaan and Parnassusweg. For 18 years, Edlbi has been feeding hungry students and workers.
‘The council told us we have to leave here in two years’
Who are your customers? “Half of my customers are students, the other half are construction workers, VU employees, tram drivers and local residents. I love young people, even though I’m not that young anymore. My younger colleagues are friends with everyone. They know the standard orders of our regular customers, and who wants extra sambal or no tomato. The customers who come here most often are students who don’t feel like eating a sandwich, which I understand. Nowadays, every student has a side job, so they have the money to buy their own food.”
What do you enjoy about working with young people? “Look, I’m old and I complain a lot, ha ha! Young people are the best customers. Why? Because they’re always hungry! They’re healthy, they want to taste everything. I can’t eat much myself – if I eat a little more than usual, I put on weight. Young people don’t have to worry about that, even if the food is a bit greasy.”
Why is your stall such a success?
“It’s hot food that’s tasty and filling, and we’re not expensive. At some of the other places around here, you pay two or three times as much, and our portions are bigger. The most popular item on our menu is the kebab. If you get that without bread or fries, so just vegetables and meat, it’s also quite healthy.”
Do you have vegan options as well? “Absolutely, we have two vegan options: falafel and a broad bean salad – a tasty Syrian dish with tomatoes,
parsley, onion, lemon and olive oil. We also have a variation with pureed broad beans, chickpeas and a yoghurttahini sauce. Falafel is more popular because it’s better known, but I prefer the broad beans. And it’s not fried, so it’s healthier too.”
I think a lot of people love your stall. “Our customers are very friendly, and I get a lot of nice compliments. People tell me the food was delicious, or that they’ll definitely be back. Sometimes students come to say goodbye when they graduate because they’ve been coming to my stall since their first year. One student from Indonesia, who was Muslim like me, even gave me a prayer rug as a parting gift.”
Is this intersection opposite VU Amsterdam the perfect place for you? “We’re doing well here – I now have four employees. But the council has told us that we have to leave here in two years. I’d like to stay near the university. Maybe in a kiosk, although I’d prefer to stay in this stall – it cost me €100,000.”
What does the future look like for you? “I’m 55 now, so if I can keep doing this for another ten years I’ll be happy. It’s a lot of work: we’re open six days a week and I work twelve hours a day. When it’s really busy or if one of my colleagues is sick, I work fourteen hours a day. But I hope to be able to keep doing this work – I’ve been working in the hospitality industry since I was 15. In Syria, I also made pastries similar to baklava. My dream is to pick that up again, but there has to be demand for it and it has to be profitable. And this stall provides for a family of five, so I can’t just risk our income. But who knows.”
2008 – present Owner of kebab stall Daily Snacks, Amsterdam 2002 – 2008 Market stall operator, Rotterdam
1985 – 2000 Chef, Damascus, Syria
Every day, Adib Edlbi commutes from Rotterdam to his kebab stall, Daily Snacks. At 15, he started working in the kitchen of a restaurant in his hometown of Damascus, Syria, and has worked in hospitality ever since. Edlbi came to the Netherlands in 2000 and started selling kebabs at markets around Rotterdam in 2002. In 2008, he and his wife opened their own kebab stall in Amsterdam, starting on the east side of Parnassusweg before moving to the intersection of Parnassusweg and De Boelelaan in 2017.
In the previous magazine we interviewed Alissa Hiegentlich. Her correct age is 35.
After finishing her bachelor’s in Bologna, Lea Varini was looking for a bigger city to do a master’s. Upon hearing positive reviews about the city and the Netherlands’ reputation in her field, Varini found her new home in Amsterdam. Here, she lives with her sister and temporarily shares a bed with her. This is not the living situation she envisioned, so she is looking for a room of her own. “But people just don’t respond when I apply for a vacant room”, she says. After contacting countless potential leads, “only four or five respond”, and once at the viewing, “you’re one of fifty others” trying to secure a room.
Many rooms are also reserved for Dutch students, which makes it difficult to feel welcome in the city. But as someone from Venice, Varini understands Amsterdam’s struggles with international crowds. Not speaking Dutch sometimes earns judgmental looks, so she focuses on connecting with other international students. The large Italian community was a happy surprise: they bond over food and cooking, bringing a slice of Italian “warmth” to the city.
Still, Varini is settling in. Having visited Amsterdam before, she is already familiar with the city centre. Rather than sticking to tourist spots, she and her sister explore local bars and cafés in the Osdorp area, discovering the quieter, hidden corners of their new home and making the city feel like theirs.
‘It’s important to learn the language to understand the culture’
While she had heard warnings about the Netherlands’ more hostile stance against international students, Cao’s focus was on pursuing her master’s in Amsterdam, and thanks to the university’s housing support, her move to the city has been a positive experience. Convinced the Netherlands is the best place to study sustainability, Tam Cao moved here after graduating from the University of Texas and working in Vietnam. Besides struggling with arranging her BSN (personal identification number) – and only because she didn’t attend the Practical Matters Days organised by VU – the move has been smooth. The university has been extremely accommodating, finding her a room at Uilenstede and offering help with other integration matters.
In Uilenstede, Cao shares her floor with other international students. They like using the shared kitchen to study and eat together, making it easier to feel at home; “it already feels like a family”. While mainly surrounded by other international students, Cao has been putting in a lot of effort to learn Dutch. She started learning Dutch two months ago; “it’s important to learn the local language to really understand the culture,” she says.
Missing spicy peppers, paying for toilets, sharing beds – Amsterdam can take some getting used to. Six newly arrived international students share how they’re settling in.
Growing up in multiple countries, Nora Due Kular is no stranger to moving to a new city. After high school in Gothenburg, Sweden, she took two gap years to work in London and visit family in Oslo. Now, she joins her best friend, who already worked in Amsterdam as an au pair, to study Literature and Society. Together, they live close to Vondelpark.
Compared to London, Amsterdam is very compact, allowing for bike rides to explore the entire city. Living with her best friend, whose boyfriend is Dutch, has made it easy to discover what the city has to offer. She only misses the abundance of nature that Gothenburg has, where she was close to both the sea and the forest.
The biggest surprise so far? “That I have to pay to go to the toilet in clubs.” For Kular, part of the going-out experience is “being in the bathroom with the girls.” Despite this slight culture shock, however, it has not stopped her and her friends from finding the best clubs in Amsterdam.
Her friends are mostly international. “The Dutch, like the Swedes, mainly have their friends from childhood”, making it difficult to get to know them. Her experience in international environments has taught her to navigate different cultural norms. For instance, understanding that the close-knit nature of Dutch friend circles isn’t a sign of unfriendliness.
‘The Dutch mainly have their friends from childhood’
Antonio Pascarella – 22, Italian
During just a few visits to the city, Antonio Pascarella “fell in love with Amsterdam”. So, after completing his bachelor’s in Computer Engineering in Naples, Pascarella left to pursue his master’s in Computer Science. It is a joint programme between VU and the University of Amsterdam, allowing Antonio to not only discover the VU campus but also UvA’s Science Park in Amsterdam-Oost.
At Science Park, Pascarella hopes to work at Bit, an AI consultancy that develops software, hardware, and AI-driven tools for companies. Since Bit exclusively recruits students, it is an excellent opportunity not only for gaining valuable work experience but also for integrating into the student community.
Integrating into Dutch culture will take a bit more time. Pascarella met many fellow Italians during his master’s Introduction Day, both his professors are Italian too. However, the sunny first weeks of his arrival allowed for plenty of exploration. He has already taken a boat through the canals, found a favourite neighbourhood (the Jordaan), and lain in the Vondelpark grass. So far, Pascarella feels like the city fits him well, and plans to extend his master’s by a year to enjoy Amsterdam.
‘Mijzelf vooruithelpen ervaar ik als een enorme vrijheid’
Homa uit Afghanistan studeerde Internationaal
Recht aan de VU.
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF begeleidt sinds 1948 gevluchte studenten, professionals en wetenschappers bij hun scholing en aansluiting op het Nederlandse onderwijssysteem en de arbeidsmarkt. Met persoonlijke begeleiding, financiële ondersteuning en toegang tot netwerken helpen we hen hun kennis, talenten en ambities volop te benutten. Dat is goed voor vluchtelingen én goed voor Nederland.
Het UAF helpen kan op veel manieren. Met geld, met tijd of door een actie te organiseren.
Doe mee! Help gevlucht talent op weg via uaf.nl/help-mee
or Florida International University alumnus Benz Abas, VU’s “exemplary reviews” and strong alumni network were what drew him to Amsterdam. VU has made settling in much easier than they did in the US, making his transition “convenient and efficient”. Housing was also sorted by VU; Abas lives in Uilenstede, which he calls much more pleasant, compared to US dorm life. Living with other internationals also gives him a sense of comfort, knowing that if anyone needs help with something, they’ll help one another. His key tip for other international students? “Get out of your comfort zone! Finding a support network will make the homesickness and university stress less overwhelming.”
Abas is also keen to feel at home in Amsterdam and explore Dutch culture. Right after checking into his room, Abas visited Eetsalon Van Dobben to enjoy the iconic kalfskroketten (breaded and fried veal ragout balls). He has also already explored city classics like the Rijksmuseum, flea market IJ-Hallen and the shopping area Negen Straatjes, as well as local activities like een terrasje pakken (‘grab a terrace’, i.e. sit on a terrace) and visiting markets. The only thing missing for him? Real Surinamese Madame Jeanette peppers. “They just aren’t strong enough here; you should want to cry from a pepper!”
‘A support network makes the homesickness less overwhelming’
As an exchange student from Brandeis University, located just outside of Boston, Binyamin Friedman has a very different international student experience from the rest. Here for only the first semester, he’s focused not just on studying, but also on the European experience. Organised by the Institute for the International Education of Students (IES), Friedman has access to trips and activities designed to help him make the most of his time.
IES also arranged his housing at SocialHub City. Together with the other IES American exchange students, Friedman lives in a spacious room there. Here, he has his own bathroom and a queen-sized bed, two luxuries he does not have back home. “Many students here don’t either”, he notes.
The bike-centric culture of Amsterdam has inspired him to rent a Swapfiets (a bike subscription), and in true Dutch fashion, he biked through pouring rain to the Muiderslot castle outside of Amsterdam. Though about an hour each way, it made him “feel like a local”.
Looking ahead, Friedman is excited to “start from scratch” and enjoy his independence in a new country. “People are really friendly here”, he says, and to get more involved, Friedman hopes to join student groups or clubs, especially ones for bouldering and climbing, to meet people and make the most of his semester.
‘Violent
TEXT AND PHOTO BY
TABBE MOURITS
At student association Boosted Gryffins, you can play video games, board games, or chat about your relationship crisis. ‘At other associations, you often don’t belong if you don’t drink.’
“Look around you, the people here would never have met otherwise”, says the treasurer of Boosted Gryffins, a gaming association at Uilenstede for students from the VU, UvA and HvA. On a Friday evening in September, eighteen people are playing games such as Mario Kart, FIFA and Tekken on PlayStations and a VR set. There is also a goat simulator, in which you can live the life of a goat, but there seems to be little interest in it.
You don’t have to be a gamer to fit in. In the corner of the office-like room, five people decide to play board games all evening. The spectrum is broad, ranging from the most inexperienced gamers asking how to move their vehicle forward in Mario Kart to serious esports players. Morgan Leushuis (22) explains that Boosted Gryffins is part of the Dutch College Esports Series (DCES). That means the association gets to select a team for a number of tournaments, such as Rocket League and League of Legends, where the top prizes are 1,000 euros and 1,500 euros, respectively.
The GeoGuessr contest is almost soothing: participants are dropped in a random location on Google Street View and have to indicate on a map where in the world they think they are. Relaxation for those who want it to be relaxing, and a contest for those who feel like competing.
Even though the association – which has thirty paying members – is active on social media such as Instagram and Discord, the members prefer to meet in person and do not talk much online. Discord is mainly used to announce events and tournaments; a bot recommends games members might like. Users mostly share cat videos in the channel.
The Boosted Gryffins WhatsApp group, on the other hand, is quite active and contains nine separate groups for the individual teams in the tournaments. In the general group, a handful of people share memes, messages about politics, racism and relationship crises, and a forty-minute video about where Nazis got their gold. It’s like a conversation in a café, but with more than two hundred people.
The game night takes place well over a week after the shooting of far-right American activist Charlie Kirk, whose killer has since been arrested: Tyler Robinson, an avid gamer himself. The casings of Robinson’s bullets contained game references. Robinson told his housemate: “It was basically one big meme.” “Every utterance is a joke, piled on top of even more jokes and mainly intended to amuse insiders. From which political direction such an utterance comes from is often hard to find out – if there is any political intention behind it at all”, writes NRC gaming editor Len Maessen about this type of ‘internet language’.
It doesn’t really keep the Boosted Gryffins members busy. “It’s such nonsense to frame gamers based on the texts on those bullet casings”, explains the treasurer. He does not want his name in Ad Valvas because he is speaking on behalf of the association. “Playing a violent game does not make you violent.” Ironically, as he says this, three gamers trying to shoot each other end up losing because a fourth throws a grenade between them. They laugh about it and continue gaming together as friends.
The association can be found at Uilenstede 106 in Amstelveen. You can contact them via boostedgryffins@gmail. com. The next game nights are on October 17 and 24. A yearly membership costs €25, but you don’t need to be a member to attend a game night.
In her VU research, media psychologist Ewa Wiedzobrodzka looked at the relationship between aggression and games. She found no evidence that playing violent games affects empathy or emotion recognition. Any short-term effects disappear quickly.
While there is heated debate in the media about possible radicalisation among gamers, the association itself tries to remain apolitical in order to be open to everyone, and therefore does not talk much about Charlie Kirk. “We’re just a bunch of nerds who play video games”, says student Kabir Mallok (25).
“At other associations, you meet up in a bar to talk with friends. If you don’t drink, you quickly feel left out”, the treasurer continues. “Our association is accessible; you walk in here and do what you want.” Soft drinks are more popular than beer. The association has become more cautious with alcohol anyway, following a noise complaint and since someone tripped over the rather expensive Wii.
De oprichters van de VUvereniging wilden in 1879 een andere universiteit in Nederland. Los van de overheid, voor eigen keuzes met een eigen kompas. Een universiteit die staat voor rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld. Zo ontstond de bijzondere universiteit waar iedereen welkom is: de Vrije Universiteit.
De VUvereniging subsidieert jaarlijks met 1 miljoen euro bijzondere projecten en activiteiten op het snijvlak van onderzoek, onderwijs, zorg en maatschappij. Daarnaast organiseren we verrassende en inspirerende evenementen.
De VUvereniging is een maatschappelijk netwerk voor vrienden van de VU.
Lid van de VUvereniging ben je al voor €10 per jaar.
Je bent van harte welkom.
Lid worden kan hier
The university student council is the representative participation council of and for students of VU Amsterdam. The council concerns itself mainly with the quality and accessibility of education at VU Amsterdam and with the student policy of this university. The council consults with the executive board periodically.
Navigating trust and openness can be an exhausting mental and physical challenge. To constantly be aware of how you conduct yourself in public, to always look at things such as the way you walk and talk, is something most LGBTQI+ people experience in their lives. I’m aware of these things every waking hour of the day, and it’s definitely getting exhausting.
Hi, I’m Oskar, Vice Chair of the University Student Council. I’m a second-year bachelor’s student of political science, I’m a 22-year-old Swede, and I’m gay. Probably not the three things I introduce myself with when I meet new people, but it is necessary for the sake of this blog. When I do meet new people, I skip mentioning my sexuality, like most people do. The difference between most people and me, however, is that it doesn’t just stop there: I ask myself, ‘Is it safe for me to reveal who I am to this person?’ And I go into hiding; As I suddenly become highly aware of the way I stand and conduct myself, I try to reveal as little information about this part of me as possible. I stand straight (pun intended), I lower the tone of my voice, and my beloved boyfriend of four years suddenly becomes my ‘partner’. Every
Every time a student has to hide who they are, that’s a failure
time this happens, a big part of me degrades a little. I feel ashamed, small, like I’m lying to the world, and most importantly, to myself. Feeling at home and being able to be yourself is a cornerstone of VU’s identity; It’s an open university where diversity is celebrated, not penalized. Yet during last year’s student council elections, many students - including myself - felt uncomfortable and, at times, not safe. As a consequence, I had to hide my VU Pride sticker under my jacket and reveal it only at times I knew for sure I was safe. Reflecting on this, I feel shame. Nonetheless, I know in my heart that what I did was an effort to hide myself from getting hurt, verbally or otherwise. Unfortunately, this is a reality for many students on campus.
Every time a student has to hide who they are, that’s a failure. Every time a student feels unsafe on campus because of their sexuality, gender, or identity, that too is a failure. A failure of the system, of the university, of humanity. I refuse to accept this as normal, and I will do everything in my power to make sure no student at VU ever has to feel the way I did that day.
Oskar Siri Vice
Chair usr.oskar.siri@vu.nl
A selection of the topics that the USC is currently considering or negotiating.
• Student facilities
• Earth Sciences
• Government and university budget cuts
E: OR@VU.NL | WWW.VU.NL/OR | JAARGANG 73, AD VALVAS NUMMER 2, OKTOBER 2025
Na volhardende inspanningen van de medezeggenschap (Ondernemingsraad en Onderdeelcommissie) om geen overhaaste beslissingen te nemen heeft het College van Bestuur besloten adviesbureau Roland Berger een quickscan te laten uitvoeren naar de situatie bij de afdeling Aardwetenschappen.
Quickscan Aardwetenschappen: ruimte voor bijsturing en samenwerking
De aanleiding voor de quickscan was het fors oplopende financiële tekort van de afdeling, met een geraamde €2,6 miljoen in 2028. Het oorspronkelijke reorganisatievoorstel voorzag in het opheffen van de bacheloropleiding, het beëindigen van acht onderzoeksgroepen en het ontslag van 42 fte.
Uit het onderzoek blijkt echter dat het werkveld sterk betrokken is en bereid is om financieel en inhoudelijk bij te dragen aan het behoud van onderdelen van de afdeling. Negen veldpartijen hebben intenties uitgesproken voor een gezamenlijke bijdrage van circa €1,1 miljoen. Het gaat onder meer om ondersteuning bij onderwijs, veldwerk, afstudeerbegeleiding en het gebruik van laboratoria zoals NIGeL en VUSIL.
De quickscan onderstreept ook dat interne bijsturing noodzakelijk blijft, maar hopelijk kan zo een groter deel van Aardwetenschappen aan de VU behouden blijven, al zullen hiervoor nog grote ingrepen nodig zijn.De Ondernemingsraad verwelkomt het besluit van het CvB om het oorspronkelijke besluit voorlopig uit te stellen tot het najaar van 2025.
Aanbevelingen van de Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad doet in het verlengde van de quickscan enkele aanbevelingen aan het College van Bestuur. Allereerst roept de raad op tot voorzichtigheid en terughoudendheid: vermijd stappen die het eerdere besluit onomkeerbaar maken, zoals het stopzetten van aanvragen of het informeren van studenten over een dreigende sluiting.
Binnenkort verwelkomen wij een nieuwe ambtelijk secretaris van de Ondernemingsraad. Deze is het eerste aanspreekpunt voor vragen aan de OR en zal zorgen voor de organisatorische ondersteuning van het overleg.
De nieuwe ambtelijk secretaris volgt Klaske van den Berg op, die deze rol drie jaar met grote inzet en scherp politiek gevoel heeft vervuld. Klaske blijft gelukkig verbonden aan de OR: zij is per direct benoemd als Adviseur Bijsturing, en zal het de OR de komende jaren begeleiden bij de bijsturingsopgave. De raad is blij dat haar ervaring op deze manier behouden blijft.
De OR is positief over het instellen van een onafhankelijke taskforce die alternatieven onderzoekt. Deze is samengesteld met wetenschappelijke én praktische expertise, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Ook leden van de medezeggenschap zijn vertegenwoordigd te zijn in de klankbordgroepen.
Daarnaast is het cruciaal dat alle alternatieven worden meegenomen, inclusief voorstellen uit de afdeling zelf. Er moet helderheid komen over de financiële uitgangspunten, de werkelijke labkosten en mogelijke nieuwe opdrachtgevers binnen andere ministeries (zoals Defensie of Infrastructuur en Waterstaat).
De OR adviseert het CvB om naast de bestaande toetsingscriteria (maatschappelijke relevantie, betaalbaarheid, doceerbaarheid en organiseerbaarheid) ook bestuurbaarheid als criterium toe te voegen. Vertrouwen en samenwerking zijn daarbij essentieel – zowel binnen de afdeling als binnen de bredere context van de Bètafaculteit.
Op weg naar de OR-verkiezingen in 2026
In maart 2026 vinden weer verkiezingen plaats voor de Ondernemingsraad en de Onderdeelcommissies. Overweeg je om je kandidaat te stellen? Dat kan via een vakbond zoals FNV, CNV of AOb, of - indien mogelijk - als onafhankelijke kandidaat. Meer informatie hierover volgt binnenkort.
Als OR-lid lever je een waardevolle bijdrage aan de koers van de VU. Je denkt strategisch mee, onderscheidt hoofd- en bijzaken, en werkt actief mee in twee vaste commissies. De centrale vergaderingen vinden op woensdagen plaats, soms met het CvB of studentenvertegenwoordiging.
Wil je meer informatie over de OR of heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Stuur een bericht naar OR@vu.nl
Dr. Marius Rietdijk, voorzitter OR
Colofon
Commissie Communicatie OR:
Marius Rietdijk , Aalt Smienk , Marlies de Vries en Remko van der Vos
Beeld: Peter Valckx
Vormgeving: VU Designstudio
facebook.com/ondernemingsraad.vu
Nieuw
Universiteitsgebouw De Boelelaan 1111
Bugonia
Draait vanaf donderdag 30 oktober
Check de agenda en speeltijden op rialtofilm.nl
Buitenaardse wezens, afkomstig van het Andromedastelsel, zijn naar de aarde gekomen met maar één doel: het vernietigen van alle bijen om zo de mensheid uit te roeien. Na eindeloos online onderzoek is pakketscanner en imker Teddy hiervan overtuigd geraakt. Hij weet ook zeker dat Michelle Fuller, de CEO van een groot internationaal farmaceutisch bedrijf, zo’n alien is. Maar Teddy is niet van plan dat allemaal te laten gebeuren. Hij bedenkt samen met zijn neef Don een waanzinnig plan: ze willen Fuller ontvoeren om haar te dwingen contact op te nemen met haar moederplaneet. Het plan lukt, maar Fuller – kaalgeschoren en vastgebonden – laat zich niet intimideren door de alienjagers.
Isis van der Knaap, online marketing
Het Sportcentrum VU is niet alleen een kleurrijke muurschildering rijker, ook bieden wij twee nieuwe sporten aan. Bij het populaire uurtje hyrox wissel je hardlopen af met krachttraining, zoals SkiErg, sled push, sled pull, burpee broad jump, rowing, kettle bells farmers carry, sandbag lunges en wall balls. We nodigen iedereen uit om deel te nemen aan onze hyroxtraining-events op zaterdag 1 en zondag 23 november.
Naast hyrox verovert nu ook een mix van tennis, badminton en tafeltennis genaamd pickleball Nederland én onze zalen. Deze toegankelijke sport is ideaal voor jong en oud. Ontdek het zelf.
Eline Schüchner, communicatie & marketing
VU campus (OZW-gebouw) Boelelaan 1109 020-5983656
maandag–vrijdag: 12–20 uur zaterdag en zondag: gesloten Uilenstede Uilenstede 100 020-5985090
maandag–vrijdag: 08–23 uur zaterdag en zondag: 10–18 uur sportcentrumvu.nl
Nieuw
Universiteitsgebouw De Boelelaan 1111
Djûke
Stammeshaus –Hoeveel kunnen we aan?
Dinsdag 9 december
Aanvang: 20 uur
Toegang: 13 euro voor studenten, 7,50 euro voor VU-medewerkers griffioen.vu.nl
Stel, je werkt in Brussel, en denkt mee over migratie. Wat zou je willen: grenzen dicht? Iedereen toelaten? Klakkeloos beleid uitvoeren?
Djûke Stammeshaus maakte een carrièreswitch en verruilde haar diplomatieke werk bij de Europese Unie (EU) voor het theater. In haar voorstelling Hoeveel kunnen we aan? stap je in het avontuur van werken op het migratiedossier. Stammeshaus geeft in dit theatercollege een unieke blik achter de schermen van de EU. Hoe behoud je je eigen idealen in een omgeving waar deadlines en landsbelangen topprioriteit zijn? Met anekdotes, liedjes, een lach en een traan neemt zij het publiek mee: van Brussel tot kamp Moria. Energiek duikt Stammeshaus in de tegenstrijdige meningen over migratie, van compassie tot afkeer en alles daartussenin. Meesterlijk toont zij aan hoe gelaagd ieder mens is.
Maaike Baas, cultuurmarketeer
SFEER Dit restaurant in de Pijp is vrij klein, waardoor het meteen intiem voelt. Roodwitgeblokte kleedjes sieren de tafels. En in de keuken hoor je ze al Italiaans praten. Droom je al weg? Dit is heel geschikt voor een romantische date of een gezellig vriendenuitje.
ETEN We genieten van ravioli met pompoen, een pesto-ricotta-pizza en focaccia met oregano. Al het eten is vegan, verwacht dus niet de smaak van normale kaas. Het deeg van de pizza en focaccia is heerlijk luchtig. De andere gerechten met gegrilde groenten zien er ook veelbelovend uit.
BEDIENING Italiaans, met karakter.
TIP De tiramisu is verrassend lekker! Hier mag je me ’s nachts voor wakker maken.
AANRADER Zeker, hoe vernieuwend is dit?
Een vegan Italiaan! En dan ook nog zo’n knus interieur.
PRIJS Betaalbaar, wij redden het met 50 euro.
Rivka Elbaz, masterstudent marketing
Trevi’s Pijnackerstraat 6 trevisamsterdam.nl
Wil je ook GRATIS ETEN, in ruil voor een restaurantrecensie? Mail naar redactie. advalvas@vu.nl.
Als je vanaf de tramhalte studentencampus Uilenstede oploopt, valt je oog onvermijdelijk op een gigantisch spandoek. Daarop de vraag: What is the correct spot for your smoke detector? Eronder staan vier foto’s als antwoordmogelijkheden.
Op eentje hangt de brandmelder netjes aan het plafond.
Als Uilenstedebewoner weet ik dat deze apparaatjes al afgaan zodra er ook maar iets te veel stoom uit een pan komt. En dan niet alleen die boven het fornuis, maar alle melders in het hele huis. Het gepiep uit die krengen is een regelrechte aanslag op het trommelvlies.
Je kunt je wel wat voorstellen bij de haatliefdeverhouding die wij campusbewoners hebben met de brandmelder. Enerzijds is-ie van levensbelang, want Uilenstede staat met enige regelmaat in de hens. Anderzijds loopt de irritatie over het snerpende gepiep in veel huizen zo hoog op dat ze de brandmelders maar van het plafond halen. Dat ludieke spandoek hangt er dus niet voor niets.
Er is nog een andere plek waar zo’n spandoek niet zou misstaan: het huis van Thorbecke. Dat is de symbolische naam voor ons staatsbestel, dat door de bedenker van onze grondwet, Johan Rudolph Thorbecke, in 1848 is ingericht. Het bouwjaar laat aan brandveiligheid wel wat te wensen over, dus zijn er in de loop van de jaren ook heel wat brandmelders opgehangen die onze democratische rechtsstaat moeten beschermen.
De belangrijkste daarvan is misschien wel de Raad van State. Als kabinetsplannen onwettig zijn, begint de Raad te piepen. Een negatief advies is dus een alarmistisch signaal aan de regering om op te passen met hun pyromane plannetjes. Maar een groeiend aantal politici vindt dat gepiep maar irritant. Die spreken openlijk van een “politiek bevooroordeelde” Raad die ze tegenwerkt. Daarmee vergroten ze het draagvlak om hem maar van het plafond te schroeven.
Nog zo’n melder: de AIVD. Toen extreemrechtse relschoppers politiek Den Haag kort geleden letterlijk in de fik wilden zetten, ging de veiligheidsdienst voor haar doen op een ongekend volume te keer: “We moeten allemaal in de spiegel kijken, ook de politiek.” En toch zijn er “charismatische” leiders die hun vingers diep in hun oren steken als de AIVD waarschuwt voor de gevolgen van hun opruiende taalgebruik. Dat willen ze niet horen. Gelukkig is het huis van Thorbecke voorzien van nog meer melders: rechters, journalisten, ombudsmannen, activisten. Alleen worden ook deze instituten door bepaalde partijen afgeschilderd als hinderlijk. Of ze worden zelfs gedemonteerd, bijvoorbeeld door ze in een motie lukraak als terroristische organisatie te classificeren. Ons huis organiseert binnenkort een hospitatie. Voor de potentiële nieuwe bewoners van de vrijgekomen Kamer heb ik eigenlijk maar één vraag: what is the correct spot for your smoke detector? Dan weet ik alvast wie ik af kan strepen.