ABSOLUUT 9

Page 54

Absoluut Column

Speedy Gonzales is een gek! Reizen is een soort fastfood geworden, vindt reisjournalist Gerrit Op de Beeck. Maar het kan ook anders. Een pleidooi voor slow travel.

V

olgens velen was ik ziek. De diagnose luidde dat ik leed aan dromomanie, de sterke zucht tot zwerven of - vrij vertaald - de niet te onderdrukken drang om op reis te gaan. Het is een erkende ziekte in dit nieuwe millennium, en ik was blij te kunnen stellen dat ook ik besmet was met het virus. Dromomanie is een sluipend gif, en het wordt erger met de jaren. Een terminale patiënt wil uiteindelijk een reis rond de wereld maken. Omdat zo’n onderneming vandaag minder voeten in de aarde heeft dan toen Phileas Fogg in 1872 op weg ging, gaf ik al viermaal toe aan de drang. Ik was dan ook heel ziek. Mijn voorlopige orgelpunt was de around-the-worldtrip in amper twee stops. Het ultieme onderweg-zijn. Vliegen om te vliegen. Bewijzen dat er geen afstanden meer zijn. De wereld is een dorp. Officieel. Vier wereldreizen. Dat is een slordige 160 000 km, zowat 180 uren vliegen. Ik had plots één spontane conclusie: de wereld is te klein. Of anders gesteld, ik heb altijd gedacht dat onze aardbol groter was. Dat is ook het punt waarop de ziekte een hoogtepunt bereikt. Zeer gevaarlijk! En dus greep ik in. Sedertdien ga ik vaak anders op reis. Niet omdat ik het reizen beu ben - integendeel, wie reist, leeft dubbel - maar omdat het de laatste tijd iets té veel van het goede is geweest. De ziel reist met de snelheid van een paard, zegt een levenswijsheid. Wel, mijn ziel wil het anders.

54

De oplossing heet slow travel. Tien jaar geleden reed ik per trein dwars door Australië. Traag, op het ritme van de kangoeroe. Heerlijke dagen in trance met de spoorcadans als hartslag. Een trein vol schitterende figuren, geschikt voor lange gesprekken, veel sfeer en prachtige landschappen. Ik hou ook van lange autoritten. Door pampas en rockies op de Alaska Highway bijvoorbeeld. Stoppen voor een koffie, benzine en een plas. Of de cirkeltour in Canada. Vierduizend kilometer alsof je in een viewmaster zit. Zalig … Een glas wijn drinken aan een vuurtje in the middle of nowhere, met de jeep stoppen wanneer de zon ondergaat, uren op een terrasje naar een waterval kijken of een ochtendwandeling maken op een verlaten Pacific-strand met alleen de zee en de wind. Waarom wil de hedendaagse toerist overal zo haastig naartoe? Treinen kunnen niet snel genoeg rijden, vliegtuigen

met een half uur vertraging worden als een schokkend probleem gemeld op de commerciële televisie. Autoritten naar het zonnige Zuiden ontaarden in nachtelijke non-stopkamikazeprojecten. Er heerst onrust alom. Wat is er gebeurd met het zogenaamde hippe onthaasten? Waarom kan de trip zelf niet langer als een essentieel onderdeel van de bestemming gezien worden? Ik denk dat reizen te vaak fastfood geworden is. We willen steeds meer, steeds sneller; het liefst zes tochten per jaar. Maar ze worden afgehaspeld aan een waanzinnig tempo. Ik steek de hand in eigen boezem, beken dat ik zelf te dikwijls tegen deze stelling gezondigd heb. Té jachtig. En voor je het beseft, tekent het je, en verleer je de kunst van het echte reizen. Ik beraad me dan ook momenteel over de aankoop van een motorhome. Doel: Scandinavië ontdekken. En de Faroër. Weer naar IJsland ook. Ja, we gaan naar het Noorden, met het huis op de rug. Slow travel als tegengewicht voor het professionele, snelle reizen. Laat de rust en stilte me maar als een boemerang in het gezicht slaan. Leve het shockeffect! Want slow is het nieuwe klassiek.

Gerrit Op de Beeck begon zijn loopbaan als persfotograaf bij De Morgen. Vandaag doorkruist hij als freelance journalist-fotograaf meer dan 150 dagen per jaar alle continenten en reist hij van Patagonië over Spitsbergen tot Polynesië.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.