ABB Busch-Jaeger overzichtsbrochure

Page 72

72

OV E R Z I C H T S B R O C H U R E

DA LI

— DALI Het systeem Het gerenommeerde DALI (Digital Addressable Lighting Interface) is een bussysteem dat zijn oorsprong heeft in de verlichtingsindustrie. Het maakt het mogelijk om elektronische voorschakelapparatuur voor lichttechniek via het gestandaardiseerde DALI-protocol eenvoudig aan te sturen. Voor de installatie is standaard installatiemateriaal voor netspanning nodig. Voor het DALI-besturingscircuit zijn een tweetal kabels nodig (DALI is ongevoelig voor fase-/ nulverwisseling). De netspanning en buskabel kunnen in dezelfde kabel worden aangelegd. Dit komt overeen met een 5-draads kabel (L, N, PE, DA, DA), bijvoorbeeld NYM-J 5x1,5.

Via de DALI-bus kunnen de armaturen individueel, in groepen of in broadcast-bedrijf worden aangestuurd (alle armaturen op één DALI-lijn). Met name bij het broadcast-bedrijf is het programmeren via software en een USB-interface niet absoluut noodzakelijk. Naast de grote flexibiliteit is een voordeel van DALI dat de ‘belasting’ in de afzonderlijke armaturen wordt geschakeld en dus niet centraal. Vooral bij het gebruik van fluorescentielampen en led-armaturen ontstaan vaak hoge inschakel­ stromen die bij DALI over de afzonderlijke voorschakelapparaten worden verdeeld. DALI wordt overigens vaak gebruikt als opvolger van de 0-10 V-regeling, omdat de bekabeling identiek is.

DALI-SYSTEEM Maximaal aantal DALI-componenten: 64 Maximaal aantal DALI-groepen: 16

Afbeelding: typische structuur van de gebruikte kabels DALI (DA) DALI (DA)

Maximaal aantal DALI-scènes: 16 Maximale kabellengte: 300 m bij een aderdoorsnede van 1,5 mm² DALI-spanning: 9,5 V-22,5 V DC De polariteit (+/-) van de DALI-stuurleiding is ongevoelig voor fase-/nulverwisseling. DALI-systeemstroom: max. 250 mA (afhankelijk van de geïnstalleerde DALI-voeding) Voor de werking van een DALI-lijn altijd een voeding nodig.

Opmerking Volgens DIN VDE 0100/T520/deel 6 mogen hoofdstroom­ kringen en bijbehorende hulpstroomkringen samen worden aangelegd, ook als de hulpstroomkringen een lagere spanning hebben dan de hoofdstroomkringen. Hierbij moeten er kabels worden gebruikt die overeenkomen met de hoogste voor­komende bedrijfsspanning. Streng-, ster- en maasbekabeling toegestaan. Geen ring- en maasbekabeling.

N PE L


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
ABB Busch-Jaeger overzichtsbrochure by Partout - Issuu