BEVEILIGING VAN DE INSTALLATIE, ELEKTRISCHE APPARATEN EN PERSONEN

Installatieautomaat

Een installatieautomaat (ook: stroomonderbreker) beschermt de elektrische installatie tegen overbelasting en kortsluiting. Deze activeert bij: • Overbelasting • Kortsluiting • Handmatige activering • Activering door externe modules

Aardlekschakelaar

De aardlekschakelaar wordt gebruikt voor de bescherming van personen en apparatuur door het detecteren en uitschakelen van foutstromen. De schakelaar zorgt voor: • Beveiliging tegen foutstroom • Extra bescherming (persoonsbescherming met IΔn ≤ 30 mA) • Bescherming tegen brand (IΔn ≤ 300 mA) bij foutstroom naar aarde.

Aardlekautomaat

De compacte serie aardlekautomaten voor het beveiligen van foutstromen, kortsluiting en overbelasting in een apparaat, door middel van aadlekautomaten zorgen ze voor een uitgebreide beveiliging van mensen en apparatuur.

Type aardlekschakelaars (RCD's)

01 02 03 04

Typ

A A AP-R F B

B+

01 Type A

Volledige type AC-functionaliteit + detectie van pulsstroom met DC-lekstroomcomponenten van max 6 mA

02 Type A AP-R

Volledige type A-functionaliteit + hoge ongevoeligheid voor ongewenst trippen (kortvertragend)

03 Type F

Volledige type A AP-R-functionaliteit + pulsstroom met DClekstroomcomponenten van max. 10 mA + detectie van mengfrequentiestroom tot 1 kHz

04 Type B

Volledige type Ffunctionaliteit Volledige type Ffunctionaliteit + detectie DC foutstromen, hoogfrequente stroom tot 2 kHz, hoge systeembeschikbaarheid

Preventieve bescherming tegen elektrische vlambogen met behulp van vlamboogbeveiliging (AFDD's)

Volgens de NEN1010 wordt het aanbevolen om vlamboogdetectie te installeren in: • Ruimtes met slaapgelegenheid • Ruimtes of plaatsen met een verhoogd brandrisico • Ruimtes met brandbare bouwmaterialen met een lagere brandwerendheid dan een brandvertrager • Ruimtes met onvervangbaar cultureel erfgoed

Volgens de norm is de AFDD een installatietechnische maatregel die in alle opzichten aan de eisen voldoet. Er geldt een algemene aanbeveling om een AFDD te installeren in alle bovengenoemde ruimtes, zelfs als het risico laag is. Dit heeft ook gevolgen voor eengezinswoningen. Met de AFDD is een optimale preventieve brandbeveiliging gegarandeerd.

Belangrijk om te weten:

• AFDD's mogen alleen in eindstroomkringen worden geïnstalleerd. • AFDD's hoeven niet regelmatig te worden gecontroleerd, omdat er permanent een interne functietest wordt uitgevoerd. • AFDD's voldoen 100% aan de eisen voor bescherming tegen vlambogen. • Volgens de NEN1010 moet voor sommige toepassingen een risicobeoordeling worden uitgevoerd en gedocumenteerd. • De backupbeveiliging en selectiviteitstabellen van de AFDD zijn te vinden in het datablad.

Overspanningsbeveiliging

In moderne gebouwinstallaties worden steeds meer gevoelige elektronische hulpmiddelen en systemen gebruikt, die voor meer veiligheid en comfort in ons leven zorgen. Overspanningsbeveiligingen worden gebruikt om de effecten van overspanningen op de elektrische installatie en de eindapparatuur te beperken tot een aanvaardbaar niveau en om beschadiging of uitval te voorkomen.

Daarom moet worden gewaarborgd dat het beschermingsniveau van de overspanningsbeveiliging lager is dan de isolatiesterkte van de apparatuur en de installatie op de plaats van installatie. Dit wordt ook wel isolatiecoördinatie genoemd.

Afhankelijk van het type overspanning en de toepassing worden verschillende soorten overspanningsbeveiligingen (SPD) onderscheiden.

De criteria om te bepalen wanneer een beschermingsmaatregel moet worden genomen, zijn beschreven in de norm NEN1010 zodra er schade te verwachten is door overspanning in het elektrische systeem, moeten er overspanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.