18 Hier zit ik nu. In een verder lege wachtkamer. Het mondmasker jeukt en prikt, de elastieken trekken pijnlijk aan mijn oren. Het is nu al meer dan een uur geleden dat ze Belinda kwamen halen. Ik probeer met mijn telefoon mijn gedachten af te leiden, want alles is nu beter dan nadenken. Maar het lukt me niet. Het scherm met de kleurrijke icoontjes van de apps is nu niet langer een poort tot nieuws of entertainment, maar een koud stuk plastic waarachter een miniatuurversie van een sowieso al te klein geworden wereld schuilt. De radio die stilletjes uit onzichtbare luidsprekers klinkt, snijdt door mijn hoofd. Het is alsof ik geen geluid meer kan verdragen. Mijn hele lichaam is op het heden, op dit moment gefocust. Mijn spieren lijken verkrampt. Er is geen gisteren of vandaag meer, alleen het nu is overweldigend aanwezig, en op de klok die boven de deur hangt tikt elke seconde tergend langzaam weg in dikke, gestolde druppels. In Scandinavië werd er lang geleden een verhaal verteld over de Zwarte Dood. De ziekte werd daarin voorgesteld als een jongen en een meisje, meestal nog kleine kinderen, die van dorp tot dorp trokken. Het meisje hield een bezem vast, de jongen een schop. Wanneer het meisje je stoep kwam vegen, zou iedereen in het huis sterven. Als de jongen met de schop aanklopte, dan zouden er sommige leden van het gezin overleven. De mythe heeft vermoedelijk zijn oorsprong in de realiteit. Weeskinderen wier familie aan de pest was bezweken, waren soms genoodzaakt om van dorp tot dorp te zwerven op zoek naar eten. En zo brachten ze ook de ziekte met zich mee. Hoewel het tegenwoordig niet meer voor waar wordt aangenomen, hebben heel wat wetenschappers lange tijd geloofd dat het Engelse kinderrijmpje ‘Ring-a-round the rosie’ terug te voeren was op de doortocht van de pest. Het rijmpje gaat als volgt: Ring-a-round the rosie, A pocket full of posies, Ashes! Ashes!