OOG Magazine -srgb

Page 1

25 jaar verbinden, stimuleren & organiseren 25 jaar OOG voor onderwijs en jeugd


Aart Nolen · Aart Jan Huizing · Abdel Kaddour · Abdesamad Oulad Boutahar · Aimee Kommer · Alain Janssen · Alexander Nijssen · Alexli van Linden Tol · Angela Schrauwers - Blank · Angelique Wattimena · Anita Jager · Anke Vlietstra · Anna Thorbecke - Smeenk · Anne-Floor Bakker · Annelies van Bolhuis · Annelies Rem · Annemarie van Asseldonk · Annemiek Maatje - Eyderberg · Anne-Miek Bulters · Annetta Klaassen · Annette van den Berg · Ans van Zanten · Arie van Tol · Arjo Verweij · Astrid de Keijzer · Barry Haan · Bas Warner · Bas Wesseldijk · Bernadette Oosterling - de Lange · Bernard Homans · Betty Ferwerda · Betty Zwaan · Bram Roelofsen · Carin Pirovano - Bosma · Carla Braet · Caroline van Amerongen · Caroline Kooistra · Chaneequa Chin-ten-Fung · Charita Hazeleger · Charlotte Floor · Charlotte Hendrikx - Broos · Christopher Boyer · Cindy Ament · Cindy Timmerman · Claartje Koenderink · Co de Custer · Daan van Gent · Dalibor Vrebac · Dana Sarlui · Daniel Rodenburg · Danielle Brink · Danielle Sipkens · Daniëlle Clement · Daniëlle Schrauwers · Daphne de Kreek · David de Beer · Debbie ten Klei · Deliana van Leeuwen · Dennis van Veen · Dick Bentvelzen · Dick Rasenberg · Dorothea Novak · Dylan Beerepoot · Dyon Bleeker · Edwin Luth · Edwin Post · Eelco Lelieveld · Elgithe Bos · Eline Vogel · Ellen Bijvoet - Arends · Ellen Nieuwenhoff · Elly Vleeskens · Emmanuel van der Zwan · Emmy Lughthart - Baans · Eric Borst · Erika van Aken · Esli Verheggen · Esther Duijvekam · Eva Gijsbers · Fatima Charaf · Fetin Penning - Ayek · Filsan Hussein Yssef · Floor de Jonge · Fons Maas · Frank Sengers · Fraukje Selen · Gabriella Magnolfi · Gerard van de Burgwal · Gerard Elferink · Gerrie Osinga · Gerrit Biemans · Gilbert Noslin · Guillermo Holman · Han Paulides · Hanna ten Harmsen van der Beek · Hanneke van Noort - van der Weerd · Hans van den Broek · Hans Frazer · Harriet Kollen · Harry Dobbelaar · Heleen Groeneveld · Heleen Robben · Helmie Smole - van Ravenstein · Henk Broersen · Hennie Groot Haar · Hester Tollenaar · Ilithya Braat · Ilja de Voogd · Inge Dieters · Inge Uilenreef · Ingrid van Gerwen · Ingrid Kamper · Iris Frederking · Irma Pieper · Jaap Willem Kuit · Jacob Bax · Jacobijn de Mos · Jan van Hoeflaken · Jan Hus · Jan Onrust · Jan Schreuder · Jan Welboren · Janet Vrij · Jante Janssens · Jantine Slootweg · Jeannet Buurman · Jeannine Paauw · Jefke Wübbels Boogert · Jelle Ruijterman · Jelly Brinkman - van Dijk · Jenny Falke · Jenny Houtepen · Jeroen Bardoel · Jeroen Goes · Jeroen Rasenberg · Jeroen van Tongeren · Jesse van den Doren · Jessica Hoekstra · Jessie de Groot · Jochem van Bloois · Johan Wiggerink · Joke Koudenburg · Joke Krapels - Bisschop · Jolanda van Hoeflaken · Jolanda Inpijn - Boekestijn · Joleen Kramer · Joost Elsenburg · Joost lsenburg · Joost Jan Ruijter · A


25 jaar betekenisvolle beweging

VOORWOORD

Af en toe moet je een steen in de vijver gooien om dingen in beweging te krijgen, zegt een van de geïnterviewden in dit magazine. Op 22 maart 1994 (Jaap Willem werd die dag 25 jaar) werd in Scheveningen een grote steen in zee gegooid waarvan de golven nog steeds zichtbaar zijn. Onder leiding van de sociaaldemocratische staatssecretaris Jacques Wallage kwamen bestuurders uit het onderwijs en landelijke en lokale overheden bij elkaar om afspraken te maken over het onderwijs. Ze hadden visie en lef. Zij realiseerden een bestuurlijke omslag die als doel had om kansengelijkheid te vergroten en gelijkwaardigheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs te bereiken. Een nieuwe rol- en taakverdeling tussen schoolbesturen, gemeenten en rijksoverheid zag het licht, de bodem onder een nieuw stelsel. Het voorwerk was al verricht door Jos van Kemenade, minister van onderwijs van 1973 tot 1977 en opnieuw in 1981 en 1982. Zijn ideeën voor de Middenschool en de opwaardering van de eerst nog informele ‘gewichtenregeling’ waren bedoeld om te werken aan kansengelijkheid. Hij bundelde zijn visie in een serie opstellen onder de titel ‘Over Onderwijs Gesproken’ – OOG dankt er zijn naam aan. Het boekje, geschreven voor de Nationale Onderwijstentoonstelling in 1983, is niet meer te krijgen, maar staat prominent in de OOG-bibliotheek. Lees er eens in, het zou gisteren geschreven kunnen zijn. Van de Middenschool kwam het niet. De ambities werden het slachtoffer van een misschien wel té idealistische pedagogiek. Of zaten er ook toen al te veel institutionele belangen achter de ideologische tegenstellingen? Ook het thema kansengelijkheid heeft nooit hoog op de agenda gestaan. Misschien wel in woorden, maar tot krachtig consistent beleid kwam het niet. Intussen nam de tweedeling en kansenongelijkheid in de samenleving verder toe en is er meer behoefte dan ooit aan beleid waardoor iedereen wél kan meedoen. Gelukkig zijn er lichtpuntjes: zo kunnen we na 25 jaar gewoon open over ‘inclusie’ praten; je hoort er zelfs niet bij wanneer je dat níet doet. Wat een verschil met 25 jaar geleden. Vanaf de start in 1996 heeft OOG zich met hart en ziel ingezet voor gelijke kansen voor ieder kind. Het begon met de gelijkschakeling van het openbaar en bijzonder onderwijs. Een nauwe samenwerking met lokale overheden, en een heldere afbakening van rollen en taken, waren hiervoor de randvoorwaarden. “De dubbele petten van de wethouders begonnen te knellen”, zoals een geïnterviewde in dit magazine opmerkt. De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten werd mogelijk. Zonder deze transitie was de Holland-Rijnlandmethode die we voor het onderwijs en gemeenten mochten ontwikkelen niet mogelijk geweest. B

25 jaar OOG Voorwoord

3


Op steeds meer plekken mocht OOG zich inzetten om te doen waar we goed in zijn: verbinden, stimuleren en organiseren, met kennis van zaken, en altijd gericht op samenwerking op alle niveaus. Met Inschool Academie, faciliterend aan school- en gemeentebesturen, staan we met de voeten in de praktijk en leggen we de verbinding met bestuurstafels waar gepolderd wordt. Samenwerken is ons credo. En waar kan dat beter dan bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs waar de samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en zorg centraal staat. De samenwerkingsverbanden komen steeds beter in positie, al is het een lange weg. Te lang ging het over “wie het voor het zeggen heeft en wie de rekening betaalt; over de inhoud ging het zelden”, aldus enkele betrokken bestuurders in dit magazine. En een ander: “Die weeffout moet hersteld zodat we echt kunnen werken aan een onderwijssysteem waarin alle kinderen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.” Zolang iedereen die werkt binnen het prachtige werkveld van onderwijs en jeugd daarvan doordrongen is, komt het wel goed met de samenwerking. Hopelijk duurt het niet nog eens 25 jaar voordat we met elkaar een innovatief, flexibel continuüm van onderwijs, jeugdhulp en zorg (het ‘dekkend netwerk’) hebben gerealiseerd dat niemand uitsluit en gelijke kansen biedt aan iedereen. En wat zou het helpen wanneer deze opdracht een nog steviger wettelijke basis krijgt. Aan OOG zal het niet liggen. Laagdrempelig, naast onze opdrachtgevers, blijven we investeren in de mensen van OOG die onvermoeibaar werken aan het verbinden, stimuleren en organiseren van alles wat nodig is om tot effectieve samenwerkingen te komen binnen de domeinen van onderwijs en jeugd. Of we nu naast een directeur gaan staan om te helpen met een professionele leercultuur, of samen met een groep voorlopers werken met de eigen ervaringen van ouders en jongeren om te doen wat zíj vinden dat nodig is. Wie de mensen van OOG zijn, met wie ze werken, wat ze drijft en wat ze mee willen geven, daarover gaat het in dit magazine. En wat blijkt? Iedereen heeft hetzelfde doel, dat zo mooi wordt verwoord door een van onze oud-medewerkers: “Wat we doen moet betekenis hebben voor kinderen.” Jaap Willem Kuit en Dick Rasenberg

Colofon samenstelling en eindredactie: Dick Rasenberg, Jaap Willem Kuit interviews: Richard Stuivenberg fotografie: Wendy Bos vormgeving: Hans van der Woerd productie: Aart Jan Huizing

4

© 2021, OOG onderwijs en jeugd Maassluisstraat 2 bg 1062 GD Amsterdam www.oog.nl

25 jaar OOG Voorwoord


Inhoud 6

25 jaar OOG – Zij waren erbij

8

Oprichters Jaap Willem Kuit en Dick Rasenberg: ‘Wat ons drijft, is altijd: wat is goed voor kinderen?’

12

Aart Jan Huizing: ‘Op de fax naar Dick’

14

Sabrien van Dijk, Tineke Postma en Rob Groot: ‘Mensen gaan vliegen als je ze de ruimte geeft’

16

Thijs Hendrikx: ‘Het was echt pionieren in het begin’

18

Hans Frazer: ‘OOG heeft kennis van de zachte én harde kant van het onderwijs’

20

Jan Hus: ‘OOG is een bedrijf waar je je snel thuis voelt’

22

Marieke van der Ros: ‘OOG was vaak de verbinder’

24

25 jaar mensen van OOG

26

Gerard van de Burgwal: ‘OOG is goed in mensen bij elkaar brengen’

28

Rob Naarden: ‘Wat we doen, moet betekenis hebben voor kinderen’

30

Ron Benjamins: ‘Hoe krijg je je verhaal helder?’

32

Jeroen van Tongeren: ‘Wij weten wat er van de toekomstige IB’er wordt gevraagd’

34

Barend Verkerk: ‘OOG brengt de ervaring van elders binnen in je eigen organisatie’

36

25 jaar OOG in groepsfoto’s

38

Ger Schinning: ‘Besturen met vrijwilligers lukt alleen als je goede ondersteuning hebt’

39

Ellen Voskuilen: ‘OOG is voor mij een goede critical friend’

40

Guillermo Holman: ‘De publieke zaak heeft af en toe een boost nodig om tot innovatie te komen’

42

Vera Jansen: ‘We doen wat we zeggen, en zeggen wat we doen’

44

Daniëlle Sipkens, Hanna ter Harmsen van der Beek en Jesse van den Doren: ‘Een goede vraag is net zo belangrijk als een goed advies’ OOG & KIDS:

48

Jan en Yannick Onrust: Klaar voor de toekomst met het administratiekantoor 2.0

50

Teddy Beijersbergen en Puck Pinxt: ‘Het leukste blijft het contact met de mensen’

52

25 jaar betekenisvolle beweging

54

Hennie Groot Haar en Irma Pieper: ‘Wij helpen mensen het zelf te doen’

56

Peter Lakke: ‘In goed onderwijs staat de leerkracht centraal’

58

Wim Ludeke: ‘De belangrijkste vraag moet zijn: worden kinderen er beter van?’

62

Rinda den Besten en Nicole Teeuwen: ‘Je kunt alleen iets bereiken door samen te werken, vanuit de kracht van het collectief’

66

Herbert de Bruijne: ‘OOG is sterk in het edele handwerk’

68

Lieke Thesingh: ‘Af en toe een steen in de vijver gooien kan heel nuttig zijn’

70

Rutger Hageraats: ‘Je moet iemand aan het stuur hebben die snapt hoe het werkt’

72

Tijl Koenderink: ‘OOG kent en snapt het systeem zonder erin te geloven’

25 jaar OOG Inhoud

5


6

25 jaar OOG Zij waren erbij


25 JAAR OOG ZIJ WAREN ERBIJ Pionieren is het leukst. Maar de kunst is om na 25 jaar nog net zo fris en relevant te zijn als in het begin. 25 jaar geleden werd de basis gelegd voor OOG als verbinder, als bedrijf waar je je thuis voelt, waar je de ruimte krijgt, een bedrijf met kennis van onderwijs, jeugd en bestuur, met één ding voor ogen: doen wat goed is voor kinderen.

25 jaar OOG Zij waren erbij

7


Oprichters Jaap Willem Kuit en Dick Rasenberg:

‘Wat ons drijft, is altijd: wat is goed voor kinderen?’ In 1989 zaten Dick Rasenberg en Jaap Willem Kuit op een bankje bij Zeilschool Stipe Wente in Balk toen ze ontdekten dat ze er allebei plezier in hadden om zeilkampen te organiseren. Jaap Willem was op dat moment net begonnen als student bestuurskunde in Leiden, Dick werkte als hoofd welzijn & onderwijs bij de gemeente Uithoorn. Later kwam daar de sociale dienst bij. Naast een bestuurlijk-juridische opleiding had Dick de Pedagogische Academie gedaan en Jaap Willem kwam uit een onderwijsnest. Behalve een liefde voor zeilen, deelden ze dus een liefde voor onderwijs (en werden ze ook privé onafscheidelijk). De ondernemingslust die ze in elkaar ontdekten bij het verkopen van 7.000 zeilkampen per jaar konden ze misschien ook inzetten in het onderwijs.

B

8

25 jaar OOG Zij waren erbij


25 jaar OOG Zij waren erbij

9


‘Misschien komt het omdat ik zelf nogal lastig was op school – ik zat niet vooraan, maar ónder het krijtbord.’

N

a een tijdje ontstond zo het idee om samen een bedrijf op te richten, gericht op onderwijsondersteuning. Als naam kozen ze de titel van een inspirerende bundel opstellen over onderwijs en onderwijsbeleid van oudminister Jos van Kemenade: Over onderwijs gesproken. “Wat ons dreef, was al vanaf het eerste begin: wat is goed voor kinderen, hun ouders en de professionals die met ze werken?” zegt Dick. “Misschien komt het omdat ik zelf nogal lastig was op school – ik zat niet vooraan, maar ónder het krijtbord. Daarom wil ik er alles aan doen om iets te betekenen voor kinderen die net wat meer ondersteuning en begeleiding nodig hebben, op een manier waar ze de rest van hun leven baat bij hebben. Ik heb overigens een prachtige schooltijd gehad. Ik kon goed organiseren en mocht graag dóen, dat hebben ze toen goed gezien. Dat is ook een kwaliteit. Ik heb er nog steeds gemak van.”

De eerste klus De directe aanleiding voor de oprichting van OOG (officieel: OOG onderwijs en jeugd BV) in 1996 was de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Dit viel tot hal-

10

verwege de jaren negentig nog direct onder de wethouders, maar dat werd niet langer wenselijk geacht. Het openbaar onderwijs werd verzelfstandigd, vergelijkbaar met de situatie in het bijzonder onderwijs. Dat werd beter gevonden voor de verhoudingen ten opzichte van elkaar, met name gezien de toename van het aantal lokale onderwijstaken. Bij de ondersteuning en begeleiding van deze verzelfstandigingsprocessen, maar ook van voor het bieden van ondersteuning aan schoolbesturen, zagen Dick en Jaap Willem een rol weggelegd voor zichzelf. De eerste klus van OOG: schrijven van het directiestatuut van Openbaar Onderwijs Zeeburg. Het tarief: 60 gulden per uur. Al snel meldden zich andere klanten: het openbaar onderwijs in Diemen, Aalsmeer, De Ronde Venen, gevolgd door een aantal Amsterdamse stadsdelen. De eerste medewerker kwam in dienst: officemanager Aart Jan Huizing, eerst voor 4 uur per week, al snel fulltime. Na het eerste kantoortje van twee vierkante meter in Amsterdam Zuid-Oost, betrok OOG een pand aan de Dorpsstraat in Amstelveen. Dick en Jaap Willem konden na een tijdje hun eigen banen – Dick nog steeds bij de gemeente Uithoorn, Jaap Willem als beleidsmedewerker onderwijs eveneens in Uithoorn – opzeggen om zich volledig te wijden aan OOG.

25 jaar OOG – Zij waren erbij


De weg naar Passend Onderwijs Een volgende groeispurt kwam met de komst van Weer Samen Naar School (WSNS), de voorloper van Passend Onderwijs, en de inrichting van samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. OOG werd gevraagd de coördinatie te verzorgen in het Amsterdamse stadsdeel Watergraafsmeer. Al snel volgden de andere Amsterdamse samenwerkingsverbanden. Een verhuizing van Amstelveen naar Amsterdam lag voor de hand. In 2002 betrok OOG het pand aan de Postjesweg waar het 20 jaar zou blijven. Naast het WSNS-werk voor schoolbesturen werd OOG steeds vaker door de lokale overheden van Amsterdam (stadsdelen en de centrale stad) gevraagd voor de uitvoering van allerlei overheidstaken. Voor de zuiverheid en een goede scheiding van verantwoordelijkheden besloot OOG zich nog alleen te richten op de samenwerking tussen schoolbesturen en hun opdracht om steeds intensiever met de gemeente samen te werken. De medewerkers van OOG die vooral lokale gemeentelijke taken verrichtten kwamen uiteindelijk bij de gemeente Amsterdam in dienst. Vanaf dat moment sloeg OOG zijn vleugels uit over de rest van Nederland met opdrachten in onder meer de regio Holland Rijnland, Utrecht en Rotterdam. Vanaf 2011 begeleidde Dick, als projectleider Invoering Passend Onderwijs gedetacheerd bij de PO-Raad, de omvorming van 235 WSNS-samenwerkingsverbanden naar 75 samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs die over moesten blijven na de start van Passend Onderwijs in 2014. “Het is een proces van lange adem, maar langzaam zie je dat we de goede kant op gaan”, zegt Dick. “We hebben, vergeleken met landen om ons heen, een heel behoorlijk en efficiënt systeem voor het organiseren en geven van onderwijs, met eigenaarschap bij het maatschappelijk middenveld. Natuurlijk kunnen we nog veel leren van andere landen waar onderwijs en bijvoorbeeld jeugdhulp in één hand zijn. De kunst is nu om het goede te bewaren en onderwijs en jeugdhulp zo efficiënt mogelijk dicht bij elkaar ín en bij de school te organiseren. Zodat we het gehannes met budgetten – wie betaalt wat? – achter ons kunnen laten. Wanneer we in ons denken en doen steeds centraal

blijven stellen wat het beste is voor het kind, komt het zeker goed.”

Ondernemingen van OOG Vanuit de overtuiging dat je niet goed kan adviseren over beleid en organisatie zonder ook verstand en praktijkervaring te hebben van personeel en financiën startte OOG vrij snel na de oprichting een administratiekantoor onder leiding van Rob Naarden, toen nog in dienst bij Bureau Servicetaken Onderwijs (BSO) van de gemeente Amsterdam. Later, toen de verplichting werd losgelaten dat scholen 25% van hun scholingsbudget moesten besteden bij de schoolbegeleidingsdienst, werd er een opleidingstak aan het bedrijf gevoegd: Inschool Academie. Onder het motto ‘OOG maakt de onderwijsmens in je wakker, niet de pennenlikker’ konden met opleidingen en trainingen de adviezen ook in praktijk worden gebracht. OOG beschikt over veel expertise in het helpen opzetten van brede scholen, later IKC’s. En sinds 2019 is er een nauwe samenwerking met Novilo op het gebied van het beleid voor (hoog)begaafde leerlingen: Ondersteuning voor Talent. Deze samenwerking beviel zo goed, dat de Inschool Academie en Novilo/VO op Niveau/Feli-X inmiddels gefuseerd zijn tot één bedrijf.

Van grijs haar en rimpels naar energie en talent Belangrijk in dit alles is dat je als bedrijf oog blijft houden voor veranderingen. De omgeving verandert voortdurend, OOG verandert mee, initieert, faciliteert, verbindt en versnelt. Ook de mensen van OOG veranderen. Zochten Dick en Jaap Willem in de beginjaren nog vooral naar ervaren krachten “met grijs haar en rimpels, omdat we die zelf niet hadden”, inmiddels zoeken ze mensen met energie en talent. Niet dat ze dat zelf niet meer hebben: het vuur voor goed onderwijs en jeugdbeleid brandt nog even hard als in de beginjaren. Dick Rasenberg en Jaap Willem Kuit: “We zijn er nog niet, ook niet na 25 jaar met hart en ziel ondernemen met OOG. Onze beweging is nog volop nodig, dat merken we iedere dag.”

A

‘Wanneer we in ons denken en doen steeds centraal blijven stellen wat het beste is voor het kind, komt het zeker goed.’

25 jaar OOG – Zij waren erbij

11


12

25 jaar OOG – Zij waren erbij


Aart Jan Huizing over 25 jaar OOG

Op de fax naar Dick

D

e eerste brief die binnenkwam, het eerste telefoontje, dat waren wel momenten”, weet hij nog. “We bestaan!” In de beginjaren zat Aart Jan nog grotendeels alleen op het kantoor. “Dick en Jaap Willem kwamen dan aan het eind van de dag langs om samen lasagne te eten. Communiceren deden we grotendeels via de fax. Als er wat belangrijks binnenkwam, ging dat op de fax naar Dick, en die faxte zijn antwoord dan weer terug. Voor de eerste mobiele telefoons moest je tegen de buitenmuur gaan staan om contact te krijgen.”

Meters uitgaande post E-mail kreeg OOG pas vanaf 2002 aan de Postjesweg. Het grootste deel van het documentenverkeer bleef echter nog jaren via de post gaan. “Meters uitgaande post lag dan klaar om gesorteerd te worden. Iedereen werd bij elkaar geroepen om te helpen vergaren.” Sinds een jaar of tien werd dat snel minder, en tegenwoordig gaat zo goed als niets meer via de post. In de coronatijd is daar ineens het vele vergaderen via Teams en Zoom bijgekomen. “Die mogelijkheid was er al jaren, maar het kwam nooit goed van de grond. In het onderwijs zijn ze daar tamelijk conservatief in, men hecht erg aan direct contact. Maar corona heeft het digitale vergaderen een enorme boost gegeven. En het blijkt in veel gevallen uitstekend te werken. De kunst is nu om toch momenten te creëren om elkaar te blijven ontmoeten.”

minder werkplekken omdat er meer vanuit thuis gewerkt zal worden, maar ook weer een OOG-plein om elkaar te ontmoeten en aan de bar te kunnen zitten. Want de kracht van OOG blijven toch de mensen van OOG. Sollicitatiegesprekken vinden traditioneel plaats in de kroeg, en de jaarlijkse zomerafsluiting en kerstviering met het voltallige personeel behoren tot de hoogtepunten van het jaar. “Mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten, anders gebeurt er niks”, daar is Aart Jan van overtuigd, “desnoods in een pubquiz via Zoom.”

A

‘Corona heeft het digitale vergaderen een enorme boost gegeven’

Pubquiz via Zoom Bij de laatste verhuizing van OOG eind 2020, van de Postjesweg naar de Maassluisstraat in Amsterdam NieuwWest, is volop rekening gehouden met de nieuwste ontwikkelingen. Zo zijn er drie kleinere vergaderruimtes met faciliteiten om digitaal te kunnen vergaderen, iets

Aart Jan Huizing was de eerste medewerker van OOG en is als officemanager tot op de dag van vandaag de onvermoeibare spin in het web van alles wat er voorbijkomt bij OOG.

25 jaar OOG – Zij waren erbij

13


‘Mensen gaan vliegen als je ze de ruimte geeft’ Rob Groot, Tineke Postma en Sabrien van Dijk Drie oud-collega’s van de gemeente Uithoorn over de beginjaren van OOG

S

abrien van Dijk kende Dick al van Vinea, een reisorganisatie die zeilkampen organiseerde voor de jeugd. “Ik studeerde bestuurskunde in Leiden, net als Jaap Willem, en Dick vroeg mij of ik niet in Uithoorn wilde komen werken. Nou was ik geen bestuurskunde gaan studeren om bij een gemeente te gaan werken. Dick bleef echter aandringen en ik moet zeggen: ik heb er nooit spijt van gehad. De mogelijkheden op de afdeling waren geweldig. Dick ronselde allerlei jonge, gretige academici en gaf ze enorm veel vrijheid.” Het ‘eliteclubje van Dick’, zo stonden de jonge honden bekend, vertelt Tineke Postma, de secretaresse van de afdeling. “Ze gaven een enorme boost aan de gemeente. Ook mijn functie was nieuw. Ze waren het niet gewend dat werk uit handen werd genomen. Maar voor Dick was het een uitkomst, omdat hij een enorme workaholic is, zeker toen hij het steeds drukker begon te krijgen met OOG.”

Zijn tijd vooruit Rob Groot werkte al twaalf jaar bij de gemeente Uithoorn, toen Dick er kwam als leidinggevende. “Dick was iemand van de grote lijnen: hij legde de fundamenten en zette de muren neer. De uitwerking liet hij aan anderen. Hij ging dan weer naar de volgende klus. Hij vertrouwde erop dat wij wel binnen de wettelijke kaders zouden blijven. Tegenwoordig zou dat niet meer zo kunnen, denk ik. Alles is nu veel meer vastgelegd in stramienen en procedures. Dick had daar niet veel mee.”

‘Dick ronselde allerlei jonge, gretige academici en gaf ze enorm veel vrijheid.’

“Eigenlijk was Dick zijn tijd vooruit met zijn stijl van leidinggeven”, zegt Sabrien. “Hij gaf ons zoveel kansen, met zoveel energie. Ik had in die tijd geen andere leidinggevende willen hebben. Mensen gaan vliegen als je ze de ruimte geeft.”

Geweldige start In 1994 kwam ook Jaap Willem bij de gemeente Uithoorn. Zijn oud-collega's herinneren hem als iemand die voortdurend verliefd was op alles en iedereen. Daar werd echter niet over gesproken. In ieder geval vulden Dick en Jaap Willem elkaar goed aan: Dick voor de grote lijnen en de energie om dingen voor elkaar te krijgen, Jaap Willem voor de planning, de structuur, de grondigheid. De werklust van Dick, en ook van Jaap Willem, zijn ongeevenaard en legendarisch. Dick zit vaak al om 5 of 6 uur achter zijn bureau en werkt onvermoeibaar de hele dag door. Het gevaar daarvan is dat je denkt: dit wordt ook van mij verwacht. Het heeft Sabrien er in ieder geval van weerhouden om mee te gaan naar OOG. “Ik zou nooit zo volledig alleen maar voor mijn werk kunnen gaan, ik waardeer ook mijn privéleven”, zegt ze. “Toch ben ik nog altijd dankbaar voor de geweldige start die ik heb gekregen. Ik heb daardoor mijn eigen weg kunnen gaan in de boeiende gemeentewereld.”

Feestjes en uitjes Mooie herinneringen hebben ze aan hun tijd met Dick en Jaap Willem. Zoals het feestje dat Tineke organiseerde voor een schooldirecteur. “De directeur kwam echter niet opdagen en toen bleek het feestje voor mij te zijn: het was secretaressedag!” Rob herinnert zich nog een conflict met een schoolbestuur en hoe Dick dat in goede banen leidde met de burgemeester als bemiddelaar. “Dick wist altijd wel een weg om toenadering te zoeken.” Feestjes, uitjes en etentjes waren er volop. Ook dat hoort bij hard werken. Dat was al zo in Uithoorn. En dat is bij OOG zo gebleven.

A

14

25 jaar OOG – Zij waren erbij


De wortels van OOG liggen eigenlijk in Uithoorn. Daar was Dick Rasenberg sinds 1988 hoofd onderwijs, welzijn en de sociale dienst en Jaap Willem Kuit een van de beleidsmedewerkers. Enkele van hun oud-collega's blikken terug op het allereerste begin, toen zij OOG zagen ontstaan en het werk bij de gemeente steeds meer iets werd wat Dick en Jaap Willem erbij gingen doen.

25 jaar OOG – Zij waren erbij

15


‘Het was echt pionieren in het begin’

E

en carrière zoals Thijs Hendrikx die heeft gemaakt zou in de huidige tijd niet meer mogelijk zijn. Vanuit zijn militaire dienst solliciteerde hij naar een financiële functie bij de Brabantse gemeente Someren waar hij geboren is. Toen bleek dat hij geen affiniteit had met financiën werd hem gevraagd of hij interesse had in een vacature bij de afdeling onderwijs. “Ik was toen een jaar of twintig en wist niets van onderwijs. In mijn eentje worstelde ik mij door de ‘gele katernen’ van het ministerie, vol met wetjes en regelingen. Maar ik kreeg er plezier in en ik besloot me verder te scholen via de Bestuursacademie. Via de gemeente Hilvarenbeek besloot ik te solliciteren in Uithoorn. Dat was voor mij interessanter omdat ze daar ook openbaar onderwijs hadden. Dat was er in Brabant nog nauwelijks. En zo ‘emigreerde’ ik dus eind jaren zeventig van Brabant naar Vinkeveen, zo voelde het toen echt.”

‘De dubbele petten van de wethouders begonnen te knellen.’ 100 gulden per uur Na tien jaar Uithoorn stapte hij over naar Amstelveen, en vervolgens naar Diemen. Dick Rasenberg volgde hem destijds op als ‘chef onderwijs’ in Uithoorn. De grootste verandering in die tijd: de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. “De dubbele petten van de wethouders begonnen te knellen: aan de ene kant waren ze wethouder van het hele onderwijsveld, aan de andere kant waren ze bestuurder van het openbaar onderwijs. Dat moest anders, was de breed gedragen opvatting: ook het openbaar onderwijs moest los van de overheid komen te staan.” OOG begeleidde in de beginjaren van haar bestaan veel van die verzelfstandigingsprocessen en ondersteunde de

16

stichtingsbesturen voor het openbaar onderwijs. En zoals dat gaat bij OOG, op een gegeven moment komt de vraag: waarom kom je niet bij ons werken? “Ik heb toen ruim een jaar de eerste directeur van OOGmogen zijn. Het was echt pionieren in het begin. Alles moest nog ontwikkeld worden: leveringsvoorwaarden, klachtenprocedures, tarieven – ik herinner me nog een discussie over een tarief van 100 gulden per uur: was dat niet wat te veel? Het bedrijf groeide snel, maar ik had al gauw door dat het optuigen van een compleet nieuwe organisatie niet mijn ding is. Ik gedij beter in een organisatie met een heldere structuur, waarin de procedures al een beetje zijn uitgekristalliseerd.”

25 jaar OOG – Zij waren erbij


Thijs Hendrikx vertrok dus na ruim een jaar weer bij OOG om zich te gaan bezighouden met de scholenbouw in de nieuwe wijk Leidsche Rijn in Utrecht. En daarna was hij nog vijftien jaar werkzaam bij de gemeente Amsterdam als onder meer hoofd beheer en hoofd onderwijs in stadsdeel Oost en als beleidsmedewerker onderwijshuisvesting in Oost en in de centrale stad. Inmiddels is de cirkel rond en woont hij opnieuw in Brabant. Het jaar bij OOG had hij niet willen missen, maar wat niet bij je past, moet je ook niet doen. Ook dat is typisch OOG.

Thijs Hendrikx Relatie met OOG: de eerste directeur van 1998 tot 2000

A

25 jaar OOG – Zij waren erbij

17


‘OOG heeft kennis van de zachte én harde kant van het onderwijs 18

25 jaar OOG – Zij waren erbij


I

Hans Frazer

k ben geboren in een katholiek gezin uit Ulft in de Achterhoek, een streek vol ijzerindustrie. Mijn vader was schilder van potten en pannen in oudHollands motief. Zelf wilde ik wel weg uit het dorp en aangezien ik goed kon leren, was onderwijzer worden daarvoor een goede manier. Ik koos voor de aartsbisschoppelijke kweekschool in Hilversum, een zeer gedegen opleiding met een enorme hoeveelheid vakken en een stevige basis didactiek. Na vijf jaar was ik hoofdonderwijzer en klaar voor de praktijk. Toch koos ik daar uiteindelijk niet voor, omdat ik op mijn stagejaar op een school in Blaricum merkte dat een school bestond uit allemaal eilandjes en koninkrijkjes. Ik zag mijzelf daar niet tussendoor laveren. Ik besloot toen verder te gaan studeren: psychologie en filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Mijn specialisatie werd ontwikkelingspsychologie, met het accent op onderwijsbeleid. Ik liep een vol jaar stage bij Co van Calcar, een in die tijd beroemde onderwijsvernieuwer, die zijn ideeën in praktijk bracht op onder meer de Bentinckschool in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Jan Hus (zie pag. 20/21) was hier de directeur. Samen organiseerden we bijeenkomsten om het nieuwe rekenonderwijs, gebaseerd op de leerpsychologie uit de Sovjet-Unie, uit te leggen aan ouders. Dat waren dynamische avonden, mag ik wel zeggen.

Aan geld geen gebrek Na mijn studie kon ik halverwege de jaren zeventig aan de slag bij Onderwijsbegeleidingsdienst ABC, in de arbeiderswijken van Amsterdam-West. We hadden een groot team van psychologen, orthopedagogen en andere specialisten. Aan geld was geen gebrek. Ook het bedrijfsleven investeerde in onderwijsachterstanden, dat was toen nog heel normaal. Zo had je de Bernard van Leer Foundation (die overigens nog steeds bestaat, red.) die een langjarige sponsorrelatie aanging met ABC. Waar ik minder blij van werd was de decentralisatie van het stedelijke onderwijsbeleid naar de stadsdelen. Het effect was dat je overal weer opnieuw moest beginnen. Ik vond dat zonde van wat er allemaal was opgebouwd. Ik ben toen een tijdje in Alkmaar gaan werken als hoofd openbaar onderwijs, en maakte daar de verzelfstandiging mee van het openbaar basis- en speciaal onderwijs, en de komst van Weer Samen Naar School, de voorloper van

Relatie met OOG: in dienst als adviseur van 2006 tot 2014

passend onderwijs. Het werd daar echter al snel een politiek wespennest waarin PvdA en D66 elkaar dwarszaten. Ik besloot terug te gaan naar Amsterdam, waar ik hoofd onderwijs kon worden van stadsdeel De Baarsjes, en voorzitter van het stedelijk onderwijsoverleg. Ik merkte dat de stadsdelen intussen volwassener waren geworden, ik voelde me er thuis.

Mensen verbinden en bij elkaar houden In die tijd, in de begin jaren van de nieuwe eeuw, kwam ik overal Dick Rasenberg en Aart Jan Huizing tegen, van OOG. Zij waren op talloze plekken bezig met de begeleiding van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs en ze vroegen mij: waarom kom je niet bij ons? Voor mij voelde dat als een logische stap. Amsterdam liep toen nog wat achter op het gebied van de verzelfstandiging en OOG bood me de kans mijn ervaring en inzichten breed in te kunnen zetten. Ik hield me dus vooral bezig met de verzelfstandiging en begeleiding van de nieuwe openbare schoolbesturen, in Amsterdam, en een brede ring daaromheen. Ook aan de inrichting van de Weer-Samen-Naar-Schoolregio’s heb ik een bijdrage mogen leveren. Het meest trots ben ik denk ik op de oprichting van de BOVO, de Federatie Eenpitters Amsterdam. We hebben daar een hechte club mensen van gemaakt, die nu echt op stedelijk niveau een vuist kon maken naar de grotere schoolbesturen. Ik denk dat daar vooral de kracht ligt van OOG: mensen verbinden en bij elkaar houden, op basis van kennis en goede onderlinge relaties. OOG is in staat snel te reageren op nieuwe ontwikkelingen, en heeft de kennis in huis van zowel de zachte als de harde kant van het onderwijs. Ambtenaren hebben die kennis veel minder. Gelukkig maar, want wij hebben er daardoor veel lol en werk van!” A

‘Daar ligt vooral de kracht van OOG: mensen verbinden en bij elkaar houden, op basis van kennis en goede onderlinge relaties.’

25 jaar OOG – Zij waren erbij

19


‘OOG is een bedrijf waar je je snel thuis voelt’ Jan Hus is een onderwijsman in hart en nieren. Zoals de meeste onderwijsmensen begin je dan voor de klas. Wie talent heeft voor leiding geven wordt directeur. En wie verder kan denken en kijken dan de eigen school, die wordt uiteindelijk bestuurder.

20

25 jaar OOG – Zij waren erbij


V

an 1992 tot 2004 bestuurde Hus het Protestants Christelijk Oecumenisch Onderwijs Amsterdam (inmiddels AMOS), met vijfendertig scholen toentertijd het grootse schoolbestuur van de stad. “Mijn belangrijkste taak: met alle stadsdelen onderhandelen over het onderwijsbeleid. Mijn inzet: voer overal hetzelfde beleid, dat is wel zo praktisch. Ik was bij alle ontwikkelingen betrokken, van kunstmagneetscholen tot oplossingen voor het lerarentekort, en had over alles wat te zeggen. Mijn positie was op een gegeven moment zo sterk dat men zei: als Hus zegt, we doen het, dan doen we het. Toen dacht ik: misschien is het nu tijd om wat anders te gaan doen.”

Stevig team Dick Rasenberg had al een paar keer gepolst of hij niet voor OOG wilde komen werken. Op 1 januari 2004 zette hij de stap. Hij kende Dick al sinds 1996 toen OOG in de meeste stadsdelen Weer Samen Naar School ging coördineren. “Ik leerde OOG kennen als een club jonge honden die alles aannam en pas dan ging kijken wie het kon gaan doen. Er werd altijd hard gewerkt, de sfeer was goed en er was altijd oprechte aandacht voor elkaar. Er is veel deskundigheid in huis bij een stevig team mensen dat op een hoog niveau weet te acteren. OOG is ook een bedrijf waar je je snel thuis voelt, omdat je er de ruimte krijg jezelf te ontwikkelen op een manier die bij je past.”

Een heerlijk chaotische klus Wat vooral bij Jan Hus paste waren bestuurlijke interimmanagementklussen. Zijn eerste opdracht: procesmanager van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in Amsterdam. “Dat was een heerlijk chaotische klus, omdat iedereen een andere visie had, en het toch gelukt is om het tot een goed einde te brengen.” Een van de klussen waar hij het meest trots op is: de oprichting van het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg) Amsterdam. Mooi daaraan was dat het alle 42 schoolbesturen in de stad om één tafel bracht. Besturen is wat hij het liefste deed. Het was dan ook met een bestuursklus dat hij in 2016, een paar jaar voor zijn pensioen, afscheid nam van OOG. “Een bestuurder van het openbaar onderwijs in Purmerend vroeg me om hem waar te nemen tijdens zijn ziekte. Toen hij overleed, adviseerde ik om niet meteen te zoeken naar een opvolger, maar de organisatie de tijd te geven om te rouwen. Toen ze mij vroegen om tot die tijd het bestuur te leiden, vond ik dat ik niet kon weigeren. Ik vond het een mooi einde van mijn lange carrière.” A

‘Ik leerde OOG kennen als een club jonge honden die alles aannam en pas dan ging kijken wie het kon gaan doen.’ Jan Hus Relatie met OOG: teamleider Bestuursen Managementondersteuning van 2004 tot 2016 (en tot op heden: de vaste OOGhulp-Sinterklaas)

25 jaar OOG – Zij waren erbij

21


‘OOG was vaak de verbinder’ Marieke van der Ros Huidige functie: Inspecteur van het Onderwijs (Samenwerkingsverbanden PO & VO) Relatie met OOG: in dienst als adviseur van 2005 tot 2009

M

arieke van der Ros is opgeleid als musicus (gitaar en piano) en werd daarna orthopedagoog. Ze studeerde af op zelfstandig leren en effectief leerkrachtengedrag ten aanzien van onderpresteerders. In 2005 werkte ze bij de Inspectie voor het speciaal onderwijs. “Op een dag belde Dick: wil je niet bij ons komen werken? Ik was meteen enthousiast: voor mij was het een mooie kans om in korte tijd veel te leren.” Marieke adviseerde vanuit OOG schoolbesturen en de samenwerkende Amsterdamse stadsdelen op het gebied van onder meer ICT, leerplicht en naschoolse arrangementen. “Het was vooral een uitdaging om een naschools aanbod voor het speciaal onderwijs voor elkaar te krijgen. Dat was een complexe puzzel, met name op het gebied van financiën en vervoer. Uiteindelijk zijn we op één locatie een heel eind gekomen.” Haar tijd bij OOG was vooral zo waardevol omdat ze in korte tijd bij heel veel verschillende organisaties kon rond-

kijken. “Ik heb bij OOG goed projectmatig leren werken, en leren samenwerken. Aan de andere kant maakten opdrachtgevers graag gebruik van mijn ervaring bij de Inspectie. Daarom deed ik ook diverse klussen binnen het speciaal onderwijs. OOG was dan vaak de verbinder, bracht teams verder in hun proces en zorgde voor samenhang.”

Verankerd in het onderwijsveld Regelmatig kreeg ze bij opdrachtgevers een baan aangeboden, maar lang hield ze dat af omdat ze de diversiteit in het werk in die fase van haar carrière nodig had. In 2009 kwam er een baan voorbij die ze niet wilde weigeren: kwaliteitsmanager bij een grote VSO-school met drie locaties. Haar uiteindelijke doel had ze ook toen al voor ogen: ze wilde weer terug naar de Inspectie, met name op het gebied van passend onderwijs, waar haar passie ligt als orthopedagoog. “Ik denk met heel veel plezier terug aan mijn tijd bij OOG. Ook aan de kerstvieringen en zeilweekeinden. En die keer dat we een overleg hadden in Amsterdam over de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School, de voorloper van passend onderwijs. OOG was de verbindende factor tussen alle partijen en kon die rol waarmaken door haar brede expertise en verbinding met het onderwijsveld van Amsterdam, met name op het gebied van wat nu passend onderwijs heet.”

A

‘OOG bracht teams verder in hun proces en zorgde voor samenhang.’

22

25 jaar OOG – Zij waren erbij


25 jaar OOG – Zij waren erbij

23


24

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


25 JAAR MENSEN VAN OOG Hoe verschillend de mensen van OOG ook zijn, ze delen een gemeenschappelijke houding: ze houden ervan mensen bij elkaar te brengen; ze denken graag breed en buiten de lijntjes; aan cv’s of studies hechten ze niet bijzonder veel waarde, het gaat om de juiste instelling: open, nieuwsgierig, op verbetering gericht; ze weten waar ze het over hebben en durven kritisch te zijn; ze zijn ambitieus, maar nooit voor zichzelf; en niet onbelangrijk: je kunt vaak goed met ze lachen.

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

25


‘OOG is goed in mensen bij elkaar brengen’

H

et is een rode draad in de verhalen die in dit magazine verzameld zijn: ‘Op een dag kwam ik Dick tegen…’ Veel van de huidige en oud-medewerkers van OOG zijn ‘gespot’ door Dick Rasenberg. Zo ook Gerard van de Burgwal. In het begin van de jaren nul van deze eeuw werkte hij als beleidsmedewerker onderwijs bij het Amsterdamse stadsdeel de Pijp, met onder meer Weer Samen Naar School in zijn portefeuille. “Het was een interessante periode, en ik had het naar mijn zin. Toch heb ik ja gezegd tegen Dicks verzoek bij OOG te komen. De avontuurlijkheid sprak me aan. En de invloed die je uit kunt oefenen door op alle niveaus van het proces actief te zijn. Zo is notuleren een onderschatte factor, heb ik ervaren. Door het zo op te schrijven dat iedereen zichzelf herkent, geef je kracht aan de bedoeling van het overleg en voelen de deelnemers zich gewaardeerd voor de eigen inbreng.” Typisch voor OOG vond hij dat de adviseurs alles aanpakten wat op hun pad kwam, ook al wisten ze er (nog) weinig vanaf. “OOG is goed in mensen bij elkaar brengen, zodat ze met elkaar gaan praten. De mensen van OOG kunnen gesprekken leiden en bruikbare rapportages maken. Dat die rapporten wel eens wat arm zijn aan literatuurverwijzingen tekent de praktische resultaatgerichtheid van het bedrijf.”

teams studiereizen naar Amerika om te bekijken hoe ze het daar aanpakten. “We zijn echt overal geweest: New York, Chicago, Miami, North-Carolina. Mensen kregen daar veel ruimte om het onderwijs vorm te geven zoals zij dat wilden. Ze waren heel goed in samenwerkingen met cultuur, welzijn, en maatschappelijk werk. Dat schiep veel mogelijkheden voor de kinderen. Ze waren ook al veel verder dan wij met inclusief onderwijs. Zo herinner ik me een campus waar een apart gebouwtje stond voor autistische kinderen die mee konden doen met veel van de schoolactiviteiten. Ik zal ook nooit die muziekles vergeten waarin alle kinderen door elkaar, ook in hun rolstoel, muziek maakten op zelf ontwikkelde instrumenten. Heel inspirerend was dat.” Hoe verschillend het onderwijssysteem in Amerika en Nederland ook is – in Amerika wordt het openbaar onderwijs bijvoorbeeld gefinancierd uit een belasting op grond en eigendom – veel van de inspirerende werking van brede scholen en inclusiever onderwijs hebben hun weg naar Nederland inmiddels gevonden. Brede scholen heten tegenwoordig Integrale Kindcentra. En iedereen heeft het tegenwoordig over inclusiever onderwijs. Misschien mede dankzij de studiereizen van Gerard van de Burgwal.

A

‘De avontuurlijkheid sprak me aan. En de invloed die je uit kunt oefenen door op alle niveaus van het proces actief te zijn.’ Studiereizen naar Amerika Wat op zijn eigen pad kwam, waren de brede scholen die aan het begin van deze eeuw booming business werden. Gerard van de Burgwal begeleidde de oprichting van veel van deze scholen, met kinderopvang en onderwijs onder één dak. Het ging daarbij zowel om de inhoud als om de gebouwen. “Wij werkten met de teams aan de missie en visie van de nieuwe organisatie, stelden het inhoudelijke en technische programma van eisen op, zochten een architect, en begeleidden het proces van het eerste idee tot de opening en soms nog daarna.” Inspiratie vond hij vooral in Amerika. Jarenlang organiseerde hij voor schoolbesturen, gemeenten en onderwijs-

26

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


‘Ik zal nooit die muziekles vergeten waarin alle kinderen door elkaar, ook in hun rolstoel, muziek maakten op zelf ontwikkelde instrumenten.’

Gerard van de Burgwal Relatie met OOG: Teamleider Brede Scholen Lokaal Beleid van 2001 tot 2014

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

27


Rob Naarden Relatie met OOG: directeur OOG 1999-2021

‘Wat we doen, moet betekenis hebben voor kinderen’ 28

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


R

Rob Naarden is de eeuwige rebel. Op zijn 24e was hij al hoofd van een school in Holendrecht. Hij gaf leiding aan een groot ruziemakend team dat uit elkaar spatte over visie. Het oudere deel van het team stond het liefst voor de klas met een krijtje. De jonge mensen wilden het onderwijs op de schop gooien. Het waren boeiende tijden. Maar na vier scholen en de zoveelste ontvangst van Sinterklaas wilde Rob wel wat anders. Hij stapte over naar Bureau Binnenstad, in een Amsterdam waar 13 stadsdelen het openbaar onderwijs bestuurden. Van achter in de klas mocht hij leerkrachten beoordelen en meehelpen met formatieplannen. Van daaruit stapte hij over naar het gemeentelijke Bureau Servicetaken Onderwijs, met als opdracht de afdeling groter te maken en te ‘vermarkten’. Dat liep te goed, waardoor het bureau verzelfstandigd moest worden.

Groeien als kool Rob Naarden: “OOG stelde zichzelf kandidaat voor de overname, maar was toen nog te klein. Een ander bedrijf kreeg de eer, en ging jaren later failliet. Ik zag het niet zitten in zo’n sterk bureaucratische omgeving te blijven. Ik kreeg toen de aanbieding van Dick Rasenberg en Jaap Willem Kuit om directeur te worden van OOG. Kort daarna kwamen zij al met de vraag of OOG geen administratiekantoor moest beginnen. Ik was daar aanvankelijk tegen, maar ben later toch gezwicht. Een AK was de meest logische stap om een goede integratie tussen beheer en beleid voor elkaar te krijgen. De gedachte was: voor klanten die bestuurs- en managementondersteuning afnemen gaan we ook de administratie doen. OOG groeide in die tijd als kool, vooral dankzij de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs en de komst van Weer Samen Naar School. We deden het hele pakket: bestuursondersteuning, personeel, financiën, huisvesting, juridisch en organisatieadvies. Als adviseur ben ik in de eerste jaren veel op scholen met problemen geweest, om met iedereen te praten en de beste uitweg te zoeken. Wat altijd hielp was dat ik goed met directeuren kon praten omdat ik hun wereld goed ken en weet welke pijlen er op ze worden afgeschoten.”

Cowboytent In de eerste 10 tot 15 jaar van Robs tijd bij OOG was het bedrijf een beetje een cowboytent. Aan cv’s of studies werd niet veel waarde gehecht. Het ging om de juiste

houding. Mensen werden bij voorkeur aangenomen in de kroeg, op basis van intuïtie. In de praktijk was er weinig tijd voor het inwerken van nieuwe collega’s. “We gooiden ze als het ware in het diepe. Als ze bleven drijven, mochten ze blijven. Gelukkig kwam er later meer aandacht voor inwerken en begeleiden. In die jaren was het vooral belangrijk een sterk collectief te bouwen van mensen met een gedeelde humor.” OOG is volgens Rob Naarden weliswaar een zakelijke dienstverlener, “maar we willen wel iets bereiken dat maatschappelijke impact heeft. Wat we doen, moet betekenis hebben voor kinderen. Dan sta je wel eens voor dilemma's als je als adviseur aan bestuurstafels zit die groter en groter worden en steeds verder wegraken van de werkvloer. Wie heeft daar nog iets aan? Soms moet je ook nee kunnen zeggen.”

‘Het lerarentekort maakt het onmogelijk om de lat hoog te leggen.’ ’Soms is het beter wat anders te gaan doen' Over de ontwikkelingen die het onderwijs de afgelopen kwart eeuw heeft doorgemaakt is Rob Naarden niet optimistisch. Zijn handen jeuken soms als hij schoolteams ziet ploeteren. “Voor de kinderen is het soms beter als mensen wat anders gaan doen. Dat geldt voor leraren én directies. Maar we durven mensen niet meer weg te sturen; het lerarentekort maakt het onmogelijk om de lat hoog te leggen.” De grootste verandering volgens hem: de afbraak van de zelfstandigheid van leraren. “Dat frustreert vooral de goede leraren. Ook de doorgeslagen toetscultuur vind ik een slechte ontwikkeling: een kind is niet zijn toetsuitslag. En de status van het beroep leraar is aanzienlijk verminderd in 25 jaar.” Zijn stokpaardje is overigens: wat doen we kinderen aan door ze iedere dag in een schoolgebouw op te sluiten? Hij blijft daarin een rebel. Misschien moet hij daar nog eens een boek over schrijven. Een boek dat betekenis heeft voor kinderen. Want daar gaat het om, tenslotte. A

‘Aan cv’s of studies werd niet veel waarde gehecht. Het ging om de juiste houding.’

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

29


‘Hoe krijg je je verhaal helder?’ Via een studie theologie in Groningen kwam Ron Benjamins terecht in de wereld van het onderwijs. Zijn opleiding werd zijn kompas: “Ik hielp scholen zoeken naar de zin van hun bestaan: wat wil ik mijn leerlingen leren?”

H

ij werkte als adviseur, uitgever en redacteur. Op een tweedaagse Weer-SamenNaar-Schoolconferentie in Lunteren kwam hij Dick Rasenberg tegen. Ze raakten in gesprek over communicatie, over hoe een goede communicatie steeds belangrijker werd in de steeds complexere wereld van (passend) onderwijs. “We hebben mensen nodig die het allemaal goed kunnen opschrijven”, zei Dick. “Kortom: ik heb je nodig.”

April werd Inschool Als zzp’er ging Ron Benjamins aan de slag voor OOG. “Ik vond OOG een leuke bijenkorf waar iedereen in en uit vloog en waar veel gebeurde. Met een team van heel

talentvolle mensen kreeg ik het plan voor een zusterbedrijf dat zich zou richten op communicatie, training en begeleiding binnen het onderwijs. Dat werd April, vanwege het opgewekte voorjaarsgevoel dat die naam uitstraalde. Vanuit een kantoor in Amersfoort begeleidden we scholen en schoolbesturen bij onder meer hun interne en externe communicatie en de inrichting van Professionele Leergemeenschappen. Hoe krijg je je verhaal helder, en hoe vertel je dat verhaal aan de wereld? We waren daar tamelijk uniek in.” In 2010 werd April omgevormd tot Inschool, later Inschool Academie, dat zich meer ging richten op opleidingen. Ron Benjamins werd weer vooral senior-adviseur. Met Dick was hij onder meer betrokken bij het Netwerk Weer Samen Naar School, inmiddels het Netwerk Leidinggevenden Passend Onderwijs. Hij maakte de omslag mee naar Passend Onderwijs en begeleidde diverse beginnende samenwerkingsverbanden. “Daarna waren OOG en ik een beetje op elkaar uitgekeken. Ik stapte over naar B&T, waar ik werkte als adviseur en als interim-bestuurder. Daar leerde ik weer nieuwe dingen. OOG is goed op inhoudelijk vraagstukken en bij B&T was ook veel aandacht voor het proces van organisatieontwikkeling. Ik leerde hoe leuk het is om leiding te geven aan processen.” Sinds kort doet hij dat niet meer als interim, maar als bestuurder van een scholengroep in het VO. Hij was eraan toe om voor langere tijd de verantwoordelijkheid te nemen voor een grote scholenorganisatie. En zijn studie theologie, doet die er nog toe? “Mijn werk is altijd gekleurd gebleven door de vraag: wie ben je, en waar gaat het je om? Dus: ja, ik denk het wel.”

A

Ron Benjamins Huidige functie: directeur-bestuurder bij Christelijke Scholengemeenschap Groningen (CSG) Relatie met OOG: directeur zusterbedrijf April, senior-adviseur van 2005 tot 2015

30

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


‘Mijn werk is altijd gekleurd gebleven door de vraag: wie ben je, en waar gaat het je om?’ 25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

31


Jeroen van Tongeren Huidige functie: directeur Inschool Academie sinds 2017

‘Wij weten wat er van de toekomstige IB’er wordt gevraagd’

32

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


Z

oals veel mensen van OOG begon ook Jeroen van Tongeren voor de klas. Hij maakte daar een carrière als intern begeleider, lid van het managementteam en schoolleider. Uiteindelijk maakte hij de overstap naar de adviespraktijk. Tien jaar lang reisde hij van school naar school om onderwijsteams te leren hoe het beter kon. “Op een gegeven moment begon ik me wel een beetje de ‘crazy consultant’ te voelen: Je komt, doet een project en je bent weer weg. Ik miste de trainersrol. Ik miste het werken in een team en ik miste het leidinggeven.” Bij het samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek deed hij 6 jaar geleden een project over hoogbegaafdheid. Dick Rasenberg was toen interim-bestuurder van het samenwerkingsverband. Dick zette Jeroen van Tongeren samen met Tijl Koenderink op de bühne met een verhaal om de extra ondersteuning voor hoogbegaafden lokaal te organiseren. “Na afloop vroeg Dick: kun je nog even blijven? Hij kwam vrij snel tot de kern: of ik directeur wilde worden van Inschool Academie. Voor mij was het een goed moment.”

Veel potentieel Jeroens eerste analyse van OOG en Inschool Academie was best confronterend: “Wat is er veel potentieel, maar wat gebruiken jullie dat weinig! Ik zag dat de samenwerking tussen de bedrijfsonderdelen zoveel beter kon. Van beleidsmakers tot administrateurs en trainers, ze waren allemaal in huis. Alleen de verbindingen ontbraken. Daar wilde ik aan bijdragen.” Inschool Academie ziet hij als een verzameling professionals die inhoudelijk een passie en missie delen. In het commerciële zit het spanningsveld. Onderwijsmensen zijn niet gewend om commercieel te denken. “Toch is het goed te verdedigen om als organisatie wat hogere tarieven te rekenen dan een zzp’er die werkt vanuit de woonkamer. Je huurt een team in, geen losse adviseur.”

‘Je moet mensen kunnen lezen’ Waar hij naar zoekt zijn mensen die voor een groep kunnen staan, die kunnen analyseren wat er gebeurt op alle niveaus, die verbanden kunnen leggen een conclusies kunnen trekken, die de boven- én onderstroom kunnen benoemen binnen teams. “Je moet goed mensen kunnen lezen, daar komt het op neer. Dat moet in je zitten, het zit niet zozeer in je opleiding. Ik ben geïnteresseerd in de kilometers die je hebt gemaakt, de bouwstenen die je hebt verzameld.” De praktijk is altijd de basis. Inschool Academie werkt niet voor organisaties met een specifieke onderwijsvisie, maar dient het gehele onderwijsveld. “Onze expertise

‘Ik ben geïnteresseerd in de kilometers die je hebt gemaakt, de bouwstenen die je hebt verzameld.’ vindt zijn oorsprong in passend onderwijs. We geloven in het eigenaarschap van leerlingen, in begrippen als persoonsvorming en socialisatie, naast kwalificatie.” De recente fusie met Novilo, dat meer gespecialiseerd is in opleidingen op het gebied van hoogbegaafdheid, biedt een kans op grotere schaal te gaan werken. De core business van Inschool Academie blijven de opleidingen Intern Begeleider en Coördinator Passend Onderwijs. “Door onze actuele expertise en ons brede netwerk weten we wat er gaat veranderen en weten we ook wat er van de toekomstige IB’er wordt gevraagd. Mede dankzij onze thuisbasis bij OOG lukt het ons om net steeds een stuk voor de troepen uit te lopen.” A

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

33


‘Voor mij is het belangrijk om een klik te hebben met de personen waarmee ik werk.’ 34

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


‘OOG brengt de ervaring van elders binnen in je eigen organisatie’

V

eel mensen wisselen graag van baan zo eens in de zoveel jaar. Zo niet Barend Verkerk. Al sinds 2004 zwaait hij de scepter over het passend onderwijs, voorheen het samenwerkingsverband vmbo, pro en lwoo, binnen het voortgezet onderwijs in de regio Gouda en Alphen aan den Rijn. “Ik woon zelf ook in Gouda, voel me hier thuis en heb geen enkele behoefte op zoek te gaan naar iets anders. Het mooie aan mijn baan is dat je op alle niveaus, van leraar tot en met schoolbestuur en van ambtenaar tot wethouder, mag en kunt meepraten”. Met OOG kwam hij voor het eerst in aanraking in de tijd van de regionale netwerken passend onderwijs, zo rond 2012. Hij kende OOG als een bureau dat vooral in Amsterdam actief was en zijn grenzen ging verleggen naar buiten de stad. “Ik vond het meteen een prettig bedrijf, zonder pretentieuze managementuitstraling. Ze hadden een brede kijk op beleidsontwikkeling, ze werkten snel en schreven toegankelijke stukken in heldere taal. Voor mij is het belangrijk om een klik te hebben met de personen waarmee ik werk. De organisatie waarvoor ze werken is voor mij minder belangrijk. Met veel van de mensen van OOG heb ik een klik. Mensen als Vera Jansen en Hanneke van Noort hebben veel kennis van zaken van onderwijs en jeugdhulp en zijn prettig to the point, met adviezen waar je echt iets mee kunt.”

Kansen voor jonge mensen Voor de drive en werklust van Dick Rasenberg heeft hij bewondering: “Hij heeft een enorm netwerk en beschikt daardoor over de meest actuele informatie die benut kan worden in beleidsprocessen. Hij mag wel wat meer oog hebben voor de mensen in een organisatie: hij komt vaak binnen met een telefoon aan zijn oren en vertrekt ook weer al bellend.” Wat hij ook sympathiek vindt aan OOG is dat jonge mensen de kans krijgen zich te ontwikkelen. “Ze lopen een tijdje mee met een ervaren adviseur en doen in korte tijd veel kennis op. Voor mij is dat ook de meerwaarde van een bedrijf als OOG: ze komen op meerdere plekken en brengen de ervaring van elders binnen in je eigen organisatie. Ze zijn flexibel en hebben een grote kennis van zaken. Soms heb je dat echt nodig omdat je zelf vaak in beslag wordt genomen door de waan van de dag en onvoldoende toekomt aan studie en reflectie.” A

Barend Verkerk Huidige functie: directeur-bestuurder Samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek Relatie met OOG: opdrachtgever voor diverse projecten op het snijvlak onderwijs-jeugdhulp

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

35


25 JAAR OOG IN GROEPSFOTO’S

36

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


Alle groepsfoto’s zijn te bekijken op www.25-jaar.oog.nl

25-jaar.oog.nl

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

37


‘Besturen met vrijwilligers lukt alleen als je goede ondersteuning hebt’

59

% van alle schoolbesturen bestaat uit maximaal vijf scholen. 42% van alle schoolbesturen bestaan zelfs maar uit één school. In veel van die schoolbesturen zitten vrijwillige bestuurders aan het roer. Vaak zijn dat ouders die het besturen van een school er naast hun werk bij doen. Wanneer hun kinderen van school zijn, blijven ze vaak nog lang betrokken. Want wie kan hen opvolgen? Ger Schinning is zo’n bestuurder. Achttien jaar lang was hij penningmeester en daarna voorzitter van het bestuur van Stichting Katholiek Primair Onderwijs Sint Antonius in Mijdrecht. Er is in die tijd zoveel gebeurd dat je bijna zou vergeten dat zijn ‘echte’ werk leidinggevende was van de afdeling beheer syndicaatskredieten bij de ING. Hoe combineer je een zo verantwoordelijke vrijwilligersfunctie als schoolbestuurder met een zware baan in de bankenwereld? “Dat lukt alleen als je een goede ondersteuning hebt, zoals Antonius dat al die jaren heeft van OOG”, zegt Schinning.

met discussies met de Inspectie, bleek OOG ook over veel onderwijsinhoudelijke kennis te beschikken om ons bij te staan. Jaap Willem Kuit en Sofie Rijnberg van OOG hebben ons uitstekend geholpen om de zaak tot een goed einde te brengen en de kwaliteit weer op orde te krijgen.”

A

Kwaliteit op orde OOG zorgt bij Antonius voor de bestuurs- en directieondersteuning en verzorgt ook de financiële en personeelsadministratie vanuit het OOG administratiekantoor. “Ik heb OOG altijd ervaren als bijzonder professioneel en prettig om mee te werken. Het is natuurlijk een commercieel bedrijf, maar het gaat bij OOG nooit primair om het geld, altijd om de inhoud. Van kleine tot grote kwesties, wij kunnen altijd bij OOG terecht. Zo hadden we een keer een stekelige situatie met een ouder. Dick Rasenberg is toen gaan bemiddelen en heeft ons begeleid het goed op te lossen. En toen twee van onze scholen te maken kregen

Ger Schinning Functie: manager afdeling beheer syndicaatskredieten bij ING / oud-bestuurslid St. KPO Sint Antonius Relatie met OOG: afnemer van Bestuursen Managementondersteuning voor Sint Antonius

38

‘Ik heb OOG altijd ervaren als bijzonder professioneel en prettig om mee te werken.’

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


Ellen Voskuilen Huidige functie: bestuurder Zaan Primair Relatie met OOG: bestuurs- en managementondersteuning al sinds haar tijd bij Almere Speciaal

H

et speciaal onderwijs in Almere heeft een bijzondere ontwikkeling doorgemaakt. Volledig inclusief was het oorspronkelijke doel. Toch moesten veel kinderen die extra zorg nodig hadden naar het ‘oude land’. Er werden nevenvestigingen opgezet om toch ook in Almere speciaal onderwijs te kunnen krijgen. Op een gegeven moment werden die nevenvestigingen zo groot dat het zelfstandige scholen werden met een zelfstandig bestuur. Ten slotte werd dat bestuur onderdeel van de coöporatie Passend Onderwijs Almere. Ellen Voskuilen werd rond 2010 de bestuurder. “Ik begon op een pas gewit kantoortje in een vso-school. Er stond nog niet eens een tafel. Het was symbolisch voor hoe we begonnen: volledig vanaf nul. Een staf was er ook nog niet. Dat werd volledig belegd bij OOG. Ik merkte al snel dat ze op alle onderdelen thuis waren en dat ze heel zorgvuldig op alle vragen een antwoord wisten. Wat ik altijd erg waardeerde was dat ze je keuzes gaven met daarbij een advies wat volgens hen het meest verstandig was. Voor een bestuurder is dat een prettige manier van werken.”

‘OOG houdt mij scherp’ Toen ze verhuisde naar Castricum, ging ze op zoek naar een baan in de buurt. Het werd Zaan Primair en daar kwam ze opnieuw OOG tegen: OOG ondersteunde verschillende net opgezette afdelingen en Jaap Willem Kuit was de controller van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Ook hier merkte ze weer hoe prettig het is een beroep te kunnen doen op mensen die hun vak verstaan, die ook op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen en wetswijzigingen. “Ik kan ze opbellen voor verschillende soorten vragen. Bijvoorbeeld: wat voor type controller hebben we nodig, of waar zijn mogelijkheden om te bezuinigen? OOG is voor mij altijd een goede critical friend: ze houden mij scherp en prikkelen mij om keuzes vanuit verschillende kanten te bekijken.”

‘OOG houdt mij scherp en prikkelt mij om keuzes vanuit verschillende kanten te bekijken.’

‘OOG is voor mij een goede critical friend’ ‘Elke ziekmelding is een probleem’ De grootste uitdaging waar zij als bestuurder voor staat, is om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden in de huidige krapte van de arbeidsmarkt. “Elke ziekmelding is momenteel een probleem. Binnenkort gaan vijf directeuren met pensioen; hoe gaan we die op een kwalitatief goede manier vervangen? En ook, als luxeprobleem, waar gaan we het geld aan besteden dat beschikbaar komt vanuit de NPO-gelden als we niet eens de mensen hebben om alle klassen van een gekwalificeerde leerkracht te voorzien? De kunst is dan om je als bestuurder te concentreren op die zaken waar je invloed op hebt.” Wat ook helpt is af en toe een adviseur te kunnen bellen om mee te sparren. Ze hoopt dan ook dat OOG nog heel lang kritisch durft te zijn. “Daar kan OOG zich echt mee onderscheiden: vanuit kennis de juiste vragen durven stellen.”

A

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

39


‘De publieke zaak heeft af en toe een boost nodig om tot innovatie te komen’ Guillermo Holman Huidige functie: directeur-bestuurder SWV PO De Meierij Relatie met OOG: directeur OOG Advies 2020-2021

G

uillermo Holman werkte nietsvermoedend bij de VNG als beleidsmedewerker onderwijs toen Dick Rasenberg – “de man met het koffertje” – hem ronduit zei: ‘Ik wil dat je bij ons komt werken.’ “Ik had geen plannen om weg te gaan bij de VNG, maar ik begon toch na te denken: waarom vraagt hij dat? We zijn een paar keer koffie gaan drinken en toen begon het te leven. De overstap van de publieke sector naar een commercieel bedrijf was een nieuwe en spannende uitdaging. Ik ben goed in netwerken, het onderhouden van relaties en ik ben extravert. Uiteindelijk durfde ik ja te zeggen.”

Superprofessionals Hij werd directeur van OOG Advies, als opvol-

40

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


ger van Rob Naarden die met pensioen zou gaan. In het begin had hij wel wat moeite met de commerciële kant, “maar ik zie ook de meerwaarde. De publieke zaak heeft af en toe een boost nodig om tot innovatie te komen. Daar kunnen externe partijen voor zorgen. En bovendien: het gaat niet om het geld alleen. Zoals Rob Naarden zegt: we doen het voor de maatschappelijke impact, daar gaat het om.” Hij heeft OOG leren kennen als een bedrijf vol superprofessionals. De wereld die hij kende vanuit het onderwijs – eerst als leerkracht daarna als directeur – en bij gemeenten zit heel anders in elkaar. “Wat ik kende waren teams waarin 25% ambitieus is, 50% meehobbelt en de rest tegenwerkt en lid is van de vakbond. Bij OOG is iedereen ambitieus en gemotiveerd. Wat een verademing was dat!”

Nieuwe verbindingen Toch kiest hij ervoor om na ruim een jaar weer weg te gaan bij OOG om directeurbestuurder te worden bij samenwerkingsverband De Meierij in Den Bosch. “Uiteindelijk ben ik niet echt een ondernemer en past dit nu het beste bij mij”, zegt hij: “Onderdeel zijn van een community om iets voor elkaar te krijgen voor kinderen. Bij OOG ben je steeds bezig met losse opdrachten, en dan vertrek je weer. Toen deze kans voorbijkwam, wilde ik die niet laten lopen.” Waar OOG volgens Guillermo sterk in is, is het aangaan van unieke samenwerkingen in inhoudelijke processen rond complexe thema’s. “Er is veel kennis in huis bij de proactieve senior-adviseurs die de junioren meenemen in projecten zodat zij in korte tijd veel

‘OOG past zich goed aan bij de nieuwe tijd, waarin het gaat om het met open vizier aangaan van nieuwe verbindingen’ leren. OOG past zich goed aan bij de nieuwe tijd, waarin het gaat om het met open vizier aangaan van nieuwe verbindingen. Ik wens ze daarin nog een hele mooie toekomst.”

A

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

41


‘We doen wat we zeggen, en zeggen wat we doen’ Vera Jansen Functie bij OOG: senior beleidsadviseur en interim-directeur OOG Advies

V

era Jansen werkte als beleidsmedewerker Sociaal Domein bij de gemeente Gouda toen Dick Rasenberg haar vroeg: zullen we een keer koffiedrinken? Ze was meteen enthousiast toen hij vroeg of ze voor OOG wilde komen werken: “Een ambtelijke cultuur paste uiteindelijk minder goed bij me. Ik miste het werken in een commerciële omgeving, waarin je voor meerdere opdrachtgevers kunt werken aan boeiende projecten.” Het spanningsveld van commercieel werken binnen het publieke, sociale domein vindt ze interessant: “Je maakt daardoor steeds een gedegen belangenafweging. Natuurlijk moet een opdracht goed zijn voor het bedrijf, maar ik ben ook burger en wil dat mijn belastinggeld goed wordt besteed. De afweging bij wat ik wil doen, is steeds: draagt dit bij aan het welzijn van de jeugd? Soms betekent het dat je een opdracht moet weigeren. Waar ik veel aan heb, zijn de kernwaarden van OOG zoals die op het briefpapier staan, en in de linker balk van de website, en de gedragscode die OOG hanteert. Als ik het even niet goed weet, vind ik daarin een goed moreel kompas.”

‘Opdrachtgevers kunnen altijd rekenen op een onpartijdig advies dat ethisch goed in elkaar zit.’

Naar Singapore Bij OOG trof ze een ontspannen werkcultuur aan die haar meteen beviel. “We hebben echt een geweldig team mensen dat gezamenlijk veel kan en veel kennis heeft. Het is belangrijk dat je zelfstandig bent en je eigen werk kunt genereren. Wat ook fijn is – en daarin onderscheidt OOG zich wel van de wat grotere adviesbureaus – is dat er geen onderlinge competitiesfeer heerst.” Binnen korte tijd was Vera Jansen binnen het bedrijf dé expert op het gebied van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. Ze heeft een groot aantal opdrachten kunnen doen, en had het bijzonder naar haar zin. Met pijn in het hart diende ze eind 2020 haar ontslag in omdat ze besloten had om met haar jonge gezin naar Singapore te vertrekken; haar man kon daar een mooie baan krijgen. Na drie weken trok ze al aan de bel: kan ik toch weer wat gaan doen vanuit Singapore? Inmiddels heeft ze alweer een behoorlijk gevulde orderportefeuille: de meeste opdrachtgevers werken sinds corona toch al voornamelijk digitaal, en of je dat nou vanuit Amsterdam doet, of vanuit Singapore, vaak is er niemand die het merkt.

Gretigheid om te leren Wat daar onlangs nog is bijgekomen sinds het vertrek van Guillermo Holman als directeur is dat ze tijdelijk de leiding op zich heeft genomen van OOG’s adviesunit. Een van haar prioriteiten is investeren in de junior-adviseurs van het bedrijf. “Het is voor hen wel eens lastig om aan te haken. OOG is niet altijd even goed in ‘doen wat we zeggen, en zeggen wat we doen’. Daardoor weten ze misschien niet altijd goed wat er allemaal speelt en dreigen ze de grip te verliezen. Aan de andere kant verwachten we ook een bepaalde houding van nieuwe medewerkers: ze moeten over een zekere gretigheid beschikken om te willen leren, te willen groeien.” Kansen voor OOG liggen de komende jaren volgens Vera vooral bij gemeenten. “OOG is goed in het leggen van verbindingen tussen alle onderdelen van het sociale domein. Vooral gemeenten hebben daar een taak in. De waarde van een bedrijf als OOG is dat wij een vraagstuk vanuit meerdere perspectieven kunnen benaderen en dat we onafhankelijk zijn. Opdrachtgevers kunnen altijd rekenen op een onpartijdig advies dat ethisch goed in elkaar zit. Je bouwt een vertrouwensband met ze op, waardoor ze een opdracht aan jou gunnen, en niet per se aan het bedrijf. Daarin ligt de kracht van de mensen van OOG.”

A

42

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


Foto: Karlynne Wintels

‘De afweging bij wat ik wil doen, is steeds: draagt dit bij aan het welzijn van de jeugd?’

25 jaar OOG – Zij waren erbij

43


Hanna ten Harmsen van der Beek Functie bij OOG: traineeadviseur onderwijs en jeugd sinds 2021 Daniëlle Sipkens Functie bij OOG: adviseur onderwijs en jeugd sinds 2019 Jesse van den Doren Functie bij OOG: adviseur onderwijs en jeugd sinds 2021

44

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


‘Een goede vraag is net zo belangrijk als een goed advies’ Niet zo heel lang geleden zaten ze nog in de collegebanken. Inmiddels werken ze bij een adviesbureau vol ervaren beleidsadviseurs en specialisten op ieder denkbaar terrein in de wereld van onderwijs en jeugd. Hoe is dat voor ze? Wat leren ze, en wat dragen ze bij? En voldoet het werken bij OOG een beetje aan hun verwachtingen? B

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

45


M ‘De blik van de buitenstaander is vaak nodig om net een andere vraag te kunnen stellen die een proces weer in beweging brengt.’

46

et deze vragen in het achterhoofd spreken we ‘de drie jongeren van OOG’ in een fase dat collega’s weer steeds meer op kantoor zijn en er steeds meer bijeenkomsten fysiek plaatsvinden in plaats van alleen maar digitaal. Vooral Daniëlle merkt goed het verschil: “Toen ik in april 2019 begon, werkte iedereen nog voornamelijk op kantoor. Het voelde als een warm bad en er was veel onderlinge interesse voor waar je mee bezig was.” Hanna en Jesse werken pas sinds kort bij OOG en hadden wat meer moeite om aansluiting te vinden: “Digitaal duurt het even voordat je de mensen leert kennen”, zegt Jesse. “Er wordt hard gewerkt, iedereen is voortdurend heel inhoudelijk bezig, maar ik mis soms wel een beetje het sociale element.” Ze nemen zich voor om snel weer te starten met een vrijdagmiddagborrel, en een appgroep aan te maken voor de sociale en andere nieuwtjes.

Luisteren en vragen stellen Ze hebben OOG leren kennen als een bescheiden adviesbureau dat niet per se overal zijn logo op hoeft te zien. Voordat ze bij OOG kwamen werken, kenden ze het bedrijf dan ook niet. Ze begrijpen die bescheidenheid wel, vanuit de rol die OOG speelt. “OOG is vooral goed in luisteren en vragen stellen”,

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

zegt Jesse. “Een goede vraag is net zo belangrijk als een goed advies. De blik van de buitenstaander is vaak nodig om net een andere vraag te kunnen stellen die een proces weer in beweging brengt.” Dat is vooral wat ze doen als adviseur: processen begeleiden, door vragen te stellen en de antwoorden zo op te schrijven dat een opdrachtgever er iets aan heeft. “Wat het werken bij OOG zo prettig maakt”, zegt Hanna, “is dat je op allerlei niveaus mee mag kijken. Tijdens mijn stage bij het ministerie van OCW was ik alleen bezig met beleid, op grote afstand van de praktijk. Ik vroeg me dan vaak af: voor wie doe ik dit eigenlijk, wie heeft hier iets aan? Dat gevoel heb ik niet bij OOG, omdat we altijd dicht bij de praktijk staan.” Wanneer Daniëlle aan familie en vrienden moet uitleggen wat voor werk ze precies doet, zegt ze dat ze een soort consultant is voor gemeenten en het onderwijs om ze op alle niveaus te adviseren hoe processen beter kunnen verlopen. “Het is behoorlijk ingewikkeld hoe de systemen in elkaar zitten. En er zijn heel veel partijen in het veld die daarbij hulp nodig hebben. Zij zien zelf maar een stukje van het systeem, wij kijken meer naar het geheel.”

Dicht bij jezelf Dat OOG een commercieel bedrijf is, vinden


ze wel eens lastig. “Het voelt soms dat je geld verdient met middelen die bedoeld zijn voor kinderen die ondersteuning nodig hebben”, zegt Hanna. Aan de andere kant zien ze ook de meerwaarde: “Wij kunnen efficiënter werken, en zijn vaak de motor om dingen in beweging te krijgen”, zegt Daniëlle. En Jesse: “Belangrijk is dat we integer zijn, dat we werken in het belang van de opdrachtgever. Wij voegen als externe partij kwaliteit toe waaraan we ons committeren. Dat kan alleen als je dicht bij jezelf blijf, bij waar je goed in bent.” Die integriteit vinden ze ook belangrijk in hun eigen ontwikkeling: ze hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen zoals zij dat willen, en bij OOG krijgen ze die ruimte, merken ze. Hanna beweegt zich van het hoge beleidsniveau van het ministerie steeds dichter naar de werkvloer om uiteindelijk, zo is haar droom, misschien een school te mogen leiden, of les te geven op een universiteit. Jesse maakt een bijna tegengestelde ontwikkeling door: van het scholenniveau, onder meer als leraar maatschappijleer, steeds meer richting beleid: “Ik wil graag begrijpen hoe het werkt op alle niveaus. Dat ik zelf voor de klas heb gestaan, maakt mij daarbij denk ik een betere adviseur.” “De afwisseling binnen het werk is belangrijk”, zegt Daniëlle. “Binnen OOG kan ik tot nu toe steeds weer nieuwe stappen zetten, en er wordt goed meegedacht met waar ik naartoe wil. Onze generatie heeft niet als ideaal om 50 jaar bij hetzelfde bedrijf te werken, maar zolang ik me kan ontwikkelen, voelt het goed.”

Werk en privé Daniëlle ziet zichzelf nog wel eens een eigen bedrijf oprichten waarin ze alles wat ze geleerd heeft met elkaar verbinden kan, ook haar opleiding tot kind- en jeugdpsycholoog. “Ik zie mijzelf dan als een soort aanjager om de werkvloer te verbinden met beleid en management. Maar eerst wil ik mijzelf nog verder ontwikkelen in dit vak.” Hanna denkt wat minder ver vooruit: “Ik ben wel een dromer, en probeer te leven naar wat ik wil, maar wat dat precies is… Uiteindelijk gaat het er vooral om dat je gelukkig bent, in je werk, en in je privé.” En Jesse, hoe ziet hij zijn toekomst? “Ik zou uiteindelijk in een positie willen komen waarin ik de mensen die dán jong zijn kan coachen in hun loopbaan. Dat kan in een baan zijn, waarin ik het naar mijn zin heb, waarin ik iets goeds kan doen voor het onderwijs, waarin ik mensen kan helpen. Maar het belangrijkste is dat het je privé goed blijft gaan. Als het daar niet goed gaat, is werk ook maar gewoon werk.” A

‘Onze generatie heeft niet als ideaal om 50 jaar bij hetzelfde bedrijf te werken, maar zolang ik me kan ontwikkelen, voelt het goed’

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

47


‘Klaar voor de toekomst met het administratiekantoor 2.0’ Yannick Onrust Huidige functie: student accountancy Relatie met OOG: vakantiehulp op de afdeling van zijn vader

Jan Onrust

OOG & KIDS

Huidige functie: senior medewerker applicaties & PSA OOG administratiekantoor sinds 1999

48

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


H

et motto van Jan Onrust was altijd: ik blijf niet langer dan vijf jaar op dezelfde plek. Inmiddels is hij begonnen aan zijn 23e jaar bij OOG. Wat zegt dat? “Dat ik vergroeid ben met het bedrijf”, zegt hij. “Het voelt toch een beetje als mijn kindje. Ik heb het bedrijf zien groeien vanaf het allereerste begin op een zolderkamertje in Amstelveen toen Rob Naarden mij vroeg: kom je me helpen?, tot wat het nu is: een groot kantoor met tientallen collega’s.” Het administratiekantoor bevindt zich in een spannende fase. Er verandert veel, vooral op het gebied van automatisering. Waar de klanten vroeger vanzelf toestroomden, vragen ze nu

steeds vaker: kunnen we niet meer zelf doen? Automatisering maakt dat mogelijk. En dat verandert de rol van een administratiekantoor: van voornamelijk uitvoerder naar meer een rol als adviseur, met de uitvoering ernaast, maar minder allesbepalend. Wordt het werk daar interessanter van? “Zeker”, zegt Jan. “Zolang we iedereen in het bedrijf maar goed meenemen in de verandering. Want dat is toch de kern van OOG: de vakkundige mensen waarmee het goed werken, én goed wijn drinken is. De betrokkenheid van iedereen bij het onderwijs is groot, en er is een grote bereidwilligheid elkaar te helpen. Mooi is ook dat je elke dag weer wat nieuws leert. En dat iedereen zijn eigen plek heeft in het radarwerk om het met elkaar steeds een beetje beter te maken.” Jans zoon Yannick werkt ook regelmatig voor OOG: scannen van personeelsdossiers, dat soort werk. Maar ook: instructiefilmpjes maken voor diverse processen van het administratiekantoor. Wat zei hij vroeger eigenlijk op school als ze vroegen wat zijn vader deed? “Dat hij leraren betaalde. Ik weet nog dat hij zelfs in onze vakanties aandacht had voor de uitbetaling van salarissen. Dat mag natuurlijk nooit fout gaan. Thuis merkte ik nooit zoveel van zijn werk. Hij weet werk en privé goed te scheiden. Al klaagt mijn moeder wel eens als hij zegt dat hij nog even een uurtje wat gaat doen en dan natuurlijk veel later pas weer tevoorschijn komt.” Zelf is Yannick inmiddels begonnen aan een studie accountancy. Betekent dat dat we hem over een paar jaar ook bij OOG kunnen verwelkomen? “Wie weet”, zegt hij. “Al weet ik niet of ik zoveel wil werken als mijn vader doet. Misschien ben ik meer een ondernemer die zijn eigen tijd indeelt. OOG is in ieder geval een bedrijf waar alles goed is geregeld en er wordt serieus en hard gewerkt.” Misschien soms wat te hard? “Soms zijn er dagen dat je alleen maar bezig bent met noodverbandjes aanleggen”, zegt vader Jan, “met het weer aan de praat krijgen van systemen. De begintijd van OOG was het leukst, omdat we toen aan het pionieren waren en alles nog mogelijk was. Nu zitten we in een overgang. Alles hangt af van de kracht van het team, van de mensen van OOG. Als we iedereen weten mee te nemen en de lijnen open houden tussen de verschillende afdelingen van het bedrijf, zijn we als AK 2.0 klaar voor de toekomst. Als dat lukt, ben ik erbij.”

A

‘De betrokkenheid van iedereen bij het onderwijs is groot, en er is een grote bereidwilligheid elkaar te helpen.’

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

49


‘Het leukste blijft het contact met de mensen’ Teddy Beijersbergen Huidige functie: medewerker PSA OOG administratiekantoor sinds 2001

Puck Pinxt

OOG & KIDS

Relatie met OOG: vakantiewerk archivering

50

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG


A

ls je begin jaren negentig de Sociale Academie volgde wist je één ding zeker: werk was er niet in je vakgebied. Teddy Beijersbergen ging daarom bij de gemeente Amsterdam aan de slag. Ze notuleerde onder meer commissievergaderingen. Daarnaast volgde ze de opleiding bestuursambtenaar aan de Bestuursacademie. Na de afdeling Onderwijs op het Saskiahuis en Stadsdeel Zuid kwam ze terecht bij Bureau Servicetaken Onderwijs. Toen dit Bureau verzelfstandigd werd, solliciteerde ze in 2001 bij OOG waar ze al wat mensen kende, meest oudcollega's van BSO. “Het sollicitatiegesprek met Rob Naarden vond bij mij thuis plaats, aan de keukentafel. De kinderen zaten In de zandbak. Mijn dochter Puck was toen net twee.” “Op school zei ik altijd dat mijn moeder iets deed met salarissen van de juffen en meesters”, vertelt Puck. “Ik herinner me een horloge dat ze kreeg met allemaal oogjes, als kerstpakket. En ik weet nog dat bij ons op school kunstenaars kwamen die door OOG waren geregeld.”

Eén computer voor vijf mensen Teddy heeft veel zien veranderen in de ruim 20 jaar dat ze nu bij OOG werkt. “Ons werk is verregaand gedigitaliseerd en geautomatiseerd. Op het Saskiahuis hadden alle onderwijsmedewerkers nog een papieren stamkaart en we stuurden faxen naar het ministerie. We hadden één computer voor vijf mensen. En aan het eind van de dag lag er een stapel post. Nu is alles digitaal en er zijn veel systemen bijgekomen. Maar het leukste blijft toch het contact met de mensen: dat je ze blij kunt maken met iets dat je voor ze geregeld hebt. Ik vind het ook interessant dat we wat meer richting de rol van adviseur toegroeien. De combinatie van administratie en advies maakt ons werk diverser.”

A

‘De combinatie van administratie en advies maakt ons werk diverser.’

Klein en informeel “In de beginjaren was OOG nog heel klein en de sfeer was heel informeel”, zegt Teddy. “Er werd hard gewerkt in een goed team dat over veel kennis beschikte. Al snel werden we steeds groter en kregen we steeds meer medewerkers erbij.” Leuk aan haar werk is dat alles voortdurend verandert. Goed op de hoogte blijven van al die veranderingen is de kunst. Nieuwe opleidingen volgen doet ze ook graag, zoals Sociale Verzekeringen en de Fuwasys-opleiding, een functiewaarderingssysteem voor overheid en onderwijs.

Gezellig en leuk Haar dochter Puck doet al sinds haar 14e vakantiewerk voor OOG. “Samen met kinderen van andere OOG-medewerkers ruimden we dan bijvoorbeeld het archief op. Een nieuw jaar ging naar het archief en een oud jaar werd versnipperd. Ik heb ook dagenlang achter de scanner gestaan om dossiers te digitaliseren. Dat was minder leuk maar het betaalde goed, beter in ieder geval dan de supermarkt. Bij een kantoorbaan denk je al snel: wat saai. Maar ik heb hier gezien dat het ook heel gezellig en leuk kan zijn. Iedereen kent me hier als de dochter van Teddy en is heel lief voor me.” Zelf ziet ze zich niet op een kantoor gaan werken. Ze studeert fysiotherapie en is een fanatiek sporter. “Toen ik 18 was heb ik vier keer de Alpe d’Huez beklommen, gesponsord door OOG. Ik kom uit een sportief gezin.”

25 jaar OOG – 25 jaar mensen van OOG

51


52

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


25 JAAR BETEKENISVOLLE BEWEGING ‘Wat we doen moet betekenis hebben voor kinderen’, zegt een van de geïnterviewden in dit magazine. Het is de kern van het bestaansrecht van OOG: bijdragen aan betekenisvolle beweging in de wereld van onderwijs en jeugd, van werkvloer tot bestuurstafel, van wetgeving tot onderwijsconcept. Omdat het beter kan, en beter moet.

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

53


‘Wij helpen mensen het zelf te doen’

H

ennie Groot Haar werkte in 2007 in Zutphen als stedelijk bredeschoolcoördinator toen ze een vacature bij OOG zag in de Volkskrant. “Ik werkte toen vier jaar in Zutphen en was wel toe aan een volgende stap. Bij OOG kreeg ik de kans om landelijk te gaan werken en mijn ervaring met brede scholen, later Integrale Kindcentra, breder in te zetten.” Irma Pieper kende Hennie toen al als bredeschoolcoördinator. Samen wisten ze een mooi aanbod aan naschoolse activiteiten te ontwikkelen voor verschillende scholen in Zutphen. Toen Irma haar eigen school wilde omvormen tot Integraal Kindcentrum maakte ze graag weer gebruik van Hennies expertise als programmamanager bestuurlijke samenwerking onderwijs en kinderopvang. “De waarde van een OOG-adviseur als Hennie is dat ze meteen de juiste vragen stelt zonder je een bepaalde richting op te duwen. Hennie laat je altijd in je waarde. Ze zorgt ervoor dat je zelf gaat nadenken, zodat je zelf de eigenaar blijft van het proces. Hennie doet dat vanuit zoveel kennis van de wereld van opvang en onderwijs, dat je het je niet kunt permitteren om niet naar haar te luisteren. Vervolgens trek je daaruit je eigen plan. Dat is de kracht van een goed advies.”

Vertrouwen in kinderen Sinds 2016 werkt Irma zelf ook geregeld als adviseur voor OOG. Het liefst gaat ze met teams aan de slag om met elkaar een veranderingsproces aan te gaan. “Irma is echt een specialist op inhoud”, zegt Hennie. “Haar kernvragen zijn steeds: hoe breng je kinderen tot leren? Hoe moet de omgeving eruitzien waarin kinderen zich kunnen verwonderen?” Irma werkt heel intuïtief: ze komt een ruimte binnen en voelt meteen wat er goed is, en wat er beter kan. “Ik heb daarin een grenzeloos vertrouwen in kinderen”, zegt ze. “Wat zij zeggen, neem ik altijd serieus. Hetzelfde geldt voor de medewerkers binnen het team: iedereen heeft talenten waarop je kunt vertrouwen en die ruimte nodig hebben om te groeien. Hoe meer regels er zijn, hoe treuriger de organisatie eraan toe is, vind ik. Het gaat erom dat je met elkaar zoekt naar een organisatievorm waarbinnen ieders talenten tot bloei kunnen komen.”

Verleiden en inspireren Deze visie past goed bij hoe OOG meestal te werk gaat. OOG adviseert op basis van een inhoudelijke vraag: wat is goed voor kinderen? Vervolgens kijkt de OOG-adviseur samen met de opdrachtgever wat er nodig is om dat te bereiken. Daarvoor bestaan geen vaste routekaarten, maar

54

wel manieren om gezamenlijk het veranderingsproces aan te gaan. Bij de ontwikkeling van een Integraal Kindcentrum betekent dat bijvoorbeeld dat je de wereld van kinderopvang en onderwijs bij elkaar probeert te brengen, werelden met twee soorten regelgeving, twee cao’s, verschillende manieren van werken. “Je probeert dan eerst met elkaar een gezamenlijke taal te ontwikkelen, zodat de professionals in het team als geheel elkaar begrijpen en het over dezelfde dingen hebben. Dat ze met elkaar in gesprek gaan, is het belangrijkst. Met elkaar bedenken ze de beste ideeën. Wij geven daar natuurlijk wel sturing aan, maar de ideeën komen uit de teams zelf. Wij geven tips, wij verleiden en inspireren.” Basis onder de adviezen is de grote kennis van het werkveld. En weet je het zelf niet, dan is er altijd wel een collega bij OOG die het weet. Iedereen binnen OOG heeft weer zijn eigen specifieke inbreng. Wanneer bijvoorbeeld Irma en Hennie bij hetzelfde schoolbestuur een opdracht doen, gaat Irma meteen met het team aan de slag, terwijl Hennie de bestuurskamer binnenstapt en zich buigt over de grotere beleidslijnen. “Achter de schooldeur kan Irma alles”, zegt Hennie, “van ouderbeleid tot onderwijsvernieuwing. Ikzelf zet graag met bestuurders en directies de strategische koers uit.”

‘Als het vertrouwen er is, vertellen mensen je alles.’ Betekenisvoller Het vertrouwen en de vrijheid die de OOG-adviseurs krijgen om hun werk in te vullen zoals zij dat zelf het beste vinden, geven ze door aan de klanten waarvoor ze werken. “Als het vertrouwen er is, vertellen mensen je alles”, zegt Irma. “We gaan dan samen puzzelen om de beste oplossingen te bedenken. Wij helpen ze het zelf te doen. Net zoals wij dat op ons montessorikindcentrum aan de kinderen overbrengen.” De meeste voldoening halen Hennie en Irma uit opdrachten waarbij het lukt om echt één organisatie te smeden van de zo verschillende werelden van opvang en onderwijs. Of om de mensen binnen een team weer dichter bij hun wortels te brengen, zodat ze weer weten waarom ze voor het mooie werkveld van onderwijs gekozen hebben. “Het doel is altijd om samen met alle professionals, de kinderen en de ouders een omgeving te creëren waar kinderen gelukkiger van worden. Hun werkelijkheid weer iets betekenisvoller maken, daar doen we het voor.” A

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Irma Pieper Hoofdfunctie: directeur montessorikindcentrum de Plotter in Zutphen Relatie met OOG: klant sinds 2007, adviseur bij OOG sinds 2016 op het gebied van doorgaande leerlijn en visieontwikkeling van Kindcentra

Hennie Groot Haar Huidige functie: adviseur IKC, Kindcentra en Community schools bij OOG sinds 2007

‘Het gaat erom dat je met elkaar zoekt naar een organisatievorm waarbinnen ieders talenten tot bloei kunnen komen.’ 25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

55


‘In goed onderwijs staat de leerkracht centraal’

56

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


‘Als je allemaal hetzelfde bent, wordt het heel vervelend.’

A

Als Dick Rasenberg je eenmaal in het vizier heeft en je uitnodigt om een hapje te gaan eten, dan betekent dat meestal dat je binnenkort een andere baan hebt.” Peter Lakke werkte als interim-directeur in het basisonderwijs toen hij Dick ontmoette. Bij OOG werd zijn werkveld breder. Zo mocht hij samen met Gerard van de Burgwal een grote klus doen in Rotterdam: verzorgen van trainingen aan de buurtmakelaars aldaar. Met Inschool Academie, als opvolger van April, wilden ze de scholen in, waar OOG tot nu toe voornamelijk buiten de school opereerde, op bestuursniveau. “Daarmee werd ons aanbod compleet: we konden nu scholing verzorgen voor teams, voor directeuren, IB'ers.” “Het mooiste product dat we gemaakt hebben was de opleiding excellente leerkracht. Twee jaar lang gingen we met groepen van vijftien uiterst gemotiveerde leerkrachten aan de slag om een volgende stap in hun carrière te zetten. We werkten voor deze opleiding samen met twee partnerbureaus uit Limburg en Rotterdam. Ieder bedrijf verzorgde zijn eigen module. De kracht van de opleiding was dat we begrepen wat goed onderwijs inhoudt. In goed onderwijs staat de leerkracht centraal. Het gaat om zijn of haar denken en handelen. We hielden leerkrachten een spiegel voor. We keken mee in de klas en gaven daar de handvatten om nog beter les te kunnen geven.”

“Het is beter dat ze dat van een externe horen zodat hun dossier op een positieve manier kan worden afgesloten.”

Terug de scholen in Na een jaar of tien bij OOG/Inschool begon hij te merken dat hij zichzelf aan het herhalen was. “Bij de opleiding ICTcoach draaide ik voor de zoveelste keer hetzelfde riedeltje af. De deelnemers zeiden na afloop dat ze een geweldige dag hadden gehad maar bij mij begon het te wringen.” Wat hij eigenlijk weer wilde, merkte hij, was terug de scholen in. Via een interim-klus als schoolleider, maakte hij de overstap naar het Amsterdamse schoolbestuur INNOORD. In de documentaireserie Klassen konden we hem aan daar het werk zien als directeur van OBS de Weidevogel. Lesgeven gaat hij vast ook wel weer. “Ik mis het wel om met een groep leerkrachten aan de slag te gaan, om met teams te werken. Waar ik goed in ben is vanuit enthousiasme mensen beter maken op de inhoud. Als dat lukt, is dat voor mij echt een cadeautje.” A

Humor en intelligentie Een van de leukste dingen om te doen vond hij het scouten van mensen die bij Inschool zouden passen. “In tien minuten heb je door of iemand geschikt is of niet. Het gaat erom of ze een beetje positief in het leven staan, of ze humor hebben, en een zekere intelligentie en creativiteit. Ze moeten iets nieuws kunnen brengen in een team. Als je allemaal hetzelfde bent, wordt het heel vervelend.” Assessments heeft hij ook veel afgenomen, mensen helpen inzien dat ze beter wat anders kunnen gaan doen.

‘Het mooiste product dat we gemaakt hebben was de opleiding excellente leerkracht.’ Peter Lakke Huidige functie: directeur bij INNOORD, eigenaar Pollanentheater Amsterdam Relatie met OOG: adviseur, oprichter en eerste directeur Inschool Academie (2006-2016)

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

57


‘De belangrijkste vraag moet zijn: worden kinderen er beter van?’ Wim Ludeke over de invoering van passend onderwijs in 2014

Passend onderwijs is een mooi concept, voortkomend vanuit het ideaal dat er voor ieder kind een passende onderwijs- en ontwikkelplek moet zijn. Daar kan niemand iets tegen hebben. Maar zoals het vaak gaat met idealen, verdwijnen ze naar de achtergrond zodra het over geld gaat. In het kort is dat de tragiek waar passend onderwijs onder te lijden heeft, in de analyse van Wim Ludeke, tot voor kort voorzitter, inmiddels bijna scheidend bestuurslid van de Sectorraad GO. B

58

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Wim Ludeke Huidige functie: bestuurslid Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs (GO) Relatie met OOG: Wim Ludeke was bestuurslid PO-Raad ten tijde van implementatie Passend Onderwijs, met Dick Rasenberg als projectleider vanuit OOG

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

59


W

im Ludeke schetst graag eerst de context: “Toen aan het eind van de jaren nul de raden werden opgericht – de PO- en VO-raad – heeft het speciaal onderwijs getracht een eigen sectorraad op te richten. Dat mislukte omdat er te veel strijdige belangen waren. Het belang van een collectief was nog niet voldoende doorgedrongen. Wel bedongen we dat er iemand van Lecso (de voorganger van de Sectorraad GO, red.) werd toegevoegd aan het bestuur van de PO-Raad. Dat werd ik. Zo was ik vanaf het begin nauw betrokken bij de invoering van passend onderwijs.”

Passend onderwijs als financieel beheersingssysteem Het hoofddoel van passend onderwijs werd al snel: het kleiner maken van het speciaal onderwijs, zo merkte hij.

“Er moest grip komen op de open-eindfinanciering van het SO. Passend onderwijs werd op die manier een financieel beheersingssysteem in plaats van een ideëel project om segregatie In het onderwijs tegen te gaan. Wij vinden dat het gesprek moet gaan over het verbreden van de toegang tot regulier onderwijs. Wij merken dat een visie daarop ontbreekt. Er zou geen onderscheid meer moeten zijn tussen regulier en speciaal onderwijs. Het gaat om het vergroten van de expertise van de leerkracht zodat meer kinderen met een ondersteuningsvraag geholpen kunnen worden. Dat gesprek wordt nu onvoldoende gevoerd.” Wat verandering in de weg zit, is onder andere de governance van samenwerkingsverbanden. Samenwerkende schoolbesturen vormen het bestuur. Het samenwerkingsverband is daarmee in veel gevallen een loopjongen van de schoolbesturen geworden, vindt Ludeke. Bovendien zit

‘Wij vinden dat het gesprek moet gaan over het verbreden van de toegang tot regulier onderwijs.’

60

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


er een perverse financiële prikkel in het systeem: iedere plaatsing op een school voor gespecialiseerd onderwijs gaat direct ten koste van het budget dat beschikbaar is voor de ondersteuning op andere scholen. Ludeke noemt dit een weeffout in het systeem. Als dit niet verandert, zal passend onderwijs nooit gaan werken.

Altijd relevant Met Dick Rasenberg werkte hij voor het eerst intensief samen in de periode dat het gedoogkabinet Rutte I het VVD-voorstel overnam om 300 miljoen weg te halen bij het SO om een prestatiebeloning in te kunnen voeren voor docenten. Er kwam een enorme lobby op gang, uitmondend in een grote demonstratie van 54.000 onderwijsprofessionals in de Amsterdam Arena. “Deze operatie zou het einde hebben betekend van het SO. Pas toen het kabinet viel in 2012 ging de maatregel van tafel.” Dick Rasenberg was intussen begonnen met de voorbereidingen voor de implementatie van passend onderwijs. “Ik heb hem leren kennen als iemand die enorm veel werk verzet en weet waar hij het over heeft. In besprekingen hoor je hem niet zoveel. Hij luistert goed en op cruciale momenten trekt hij het dan naar zich toe en zegt: zal ik een voorstel maken? Er komt dan een stuk dat altijd relevant is.”

‘Die weeffout moet worden hersteld zodat we echt kunnen werken aan een onderwijssysteem waarin alle kinderen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.’

Verstrengeling van belangen Eén van de gedachten was om schoolbesturen collectief verantwoordelijk te maken voor passend onderwijs. Van daaruit zijn de samenwerkingsverbanden ontstaan. Maar volgens Ludeke hadden met name reguliere schoolbesturen geen idee waar het over ging. Ze organiseerden passend onderwijs liever weg naar een directeur of coördinator, zonder duidelijke richtlijnen. Je krijgt daardoor ongelijkheid tussen de samenwerkingsverbanden, zegt Ludeke, en dat moeten we niet willen. Waar hij zelf voor pleit is om schoolbesturen uit het bestuur van de samenwerkingsverbanden te halen, en ze in een soort deelnemersraad te plaatsen. Het samenwerkingsverband wordt daarmee onafhankelijk en de inspraak kun je regelen, ook met betrekking tot het Ondersteuningsplan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs komt dan weer te liggen waar deze thuishoort: bij de schoolbesturen. “De belangrijkste vraag moet zijn: worden kinderen er beter van? Nu kom je vaak niet aan die vraag toe, omdat er sprake is van een verstrengeling van belangen. Die weeffout moet worden hersteld zodat we echt kunnen werken aan een onderwijssysteem waarin alle kinderen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.”

A

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

61


‘Je kunt alleen iets bereiken door samen te werken, vanuit de kracht van het collectief’

Rinda den Besten Loopbaan: wethouder Jeugd, Onderwijs, Sport en Volksgezondheid in de gemeente Utrecht (20062013), voorzitter PO-Raad (2013-2021) Huidige functie: bestuurder Jeugdbescherming Brabant en Veilig Thuis Brabant Noordoost en Zuidoost-Brabant (sinds 2021)

Nicole Teeuwen Loopbaan: wethouder WMO en (Jeugd)zorg, Onderwijs en Cultuur in de gemeente Houten (2006-2014), directeur-bestuurder Vereniging Passend Primair Onderwijs Rotterdam (2014-2018) Huidige functie: voorzitter Sectorraad Praktijkonderwijs (sinds 2018) Publicaties: ‘Vijf jaar passend onderwijs en nu verder’ (met Marieke Dekkers, B&T, 2019); in voorbereiding: ’25 jaar praktijkonderwijs’ (verwacht in augustus 2023)

62

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


D

e een was wethouder in Utrecht, de ander in buurgemeente Houten. Beiden waren vanaf 2006 acht jaar lang verantwoordelijk voor onder meer de portefeuilles onderwijs en jeugdbeleid. Van dichtbij maakten ze de voorbereidingen mee van de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten, en de omvorming van Weer Samen Naar School naar passend onderwijs. Ze waren beiden actief in de commissies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) die zich bogen over deze grote beleidsoperaties. Daarbij was het vanaf het begin de bedoeling dat er één Jeugdwet zou komen, en één ministerie van Jeugdzaken. Dat dit niet gelukt is, ervaren ze als een gemiste kans. Maar waarom kon het eigenlijk niet? Nicole Teeuwen en Rinda den Besten herinneren zich dat het te maken had met artikel 23 van de Grondwet: “Volgens OCW konden het gemeentelijke jeugdbeleid en het rijksonderwijsbeleid niet in één wet worden verenigd. De vrijheid van onderwijs zou in het geding kunnen komen als een samenwerkingsverband of gemeente een school zou kunnen overrulen op het gebied van passend onderwijs. Levensbeschouwelijke denominaties hebben een in de grondwet verankerd recht in vrijheid een school te kunnen stichten en inrichten. Een Jeugdwet zoals ons die voor ogen stond, zou daarmee kunnen botsen.”

‘Het gedoogkabinet Rutte I wilde per se nog een wet aangenomen krijgen in de nadagen van zijn bestaan en dat werd de Wet passend onderwijs.’ Zo loopt het soms… Aanvankelijk was de gedachte: laten we dan de Wet passend onderwijs een paar jaar uitstellen, totdat eerst de decentralisatie van de jeugdzorg zijn beslag had gekregen. “Maar het gedoogkabinet Rutte I wilde per se nog een wet aangenomen krijgen in de nadagen van zijn bestaan en dat werd de Wet passend onderwijs.” Zo loopt het soms in de politiek. De bedoeling was aanvankelijk ook om het geld voor passend onderwijs rechtstreeks in beheer te geven van de schoolbesturen. “De besturen gaven zelf echter aan dat zij het systeem van samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School wilden handhaven. Dat was al een bestaand netwerk en het functioneerde goed. Zo kwamen er dus samenwerkingsverbanden passend onderwijs.”

Overlappende grenzen Die samenwerkingsverbanden moesten wel een stuk groter worden dan ze waren. Het was de tijd van door het Rijk gewenste opschaling van provincies en gemeenten. Het plan was dat er alleen nog maar grote gemeenten B

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

63


Groot en invloedrijk Een ander minpunt van de Wet passend onderwijs, waar ze misschien wel het meeste last van hebben gehad, is dat er in de wet niets staat over de inhoud van passend onderwijs. “In de wet staat alleen hoe je een samenwerkingsverband moet realiseren. En dat er moet worden samengewerkt met jeugdzorg. Er is geen financiële prikkel ingebouwd om onderwijs- en jeugdzorgbudgetten te combineren. Het resultaat: een jarenlange strijd om de ‘macht’. Wie heeft het voor het zeggen en wie betaalt de rekening? Over de inhoud ging het zelden.” Bij de invoering van passend onderwijs in 2014 hadden Rinda den Besten en Nicole Teeuwen beiden een nieuwe functie: Rinda als voorzitter van de PO-Raad, Nicole als directeur-bestuurder van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam. Veel van hun tijd ging op aan structuurdiscussies over governance, onafhankelijk toezicht en budgetten. Er was ook veel wantrouwen naar de samenwerkingsverbanden. “Het vermoeden bestond dat het Rijk erop aanstuurde de samenwerkingsverbanden zo groot in en invloedrijk te maken dat de schoolbesturen overbodig zouden worden. Gemeenten en samenwerkingsverbanden zouden dan samen het onderwijsbeleid vorm kunnen geven in veel handzamer eenheden dan de bijna 1.000 schoolbesturen die er nu zijn. In het buitenland is een dergelijke constructie niet ongebruikelijk. Momenteel is het zo dat de samenwerkingsverbanden zich hebben ontwikkeld tot een stevige extra laag in een toch al versnipperd onderwijsveld.”

OOG als verbinder

‘Het resultaat: een jarenlange strijd om de ‘macht’. Wie heeft het voor het zeggen en wie betaalt de rekening? Over de inhoud ging het zelden.’ zouden komen. De samenwerkingsverbanden werden alvast op die schaal heringericht, zodat we uiteindelijk van de ruim 150 samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School in het primair onderwijs teruggingen naar 77 samenwerkingsverbanden passend onderwijs. “Ook in dat proces – het bepalen van de geografische grenzen van samenwerkingsverbanden – zijn helaas vreemde keuzes gemaakt. Zo zijn er 42 jeugdzorgregio’s, 35 arbeidsmarktregio’s en dus 77 samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De grenzen tussen al die regio’s lopen dwars door elkaar heen – uitzonderingen daargelaten. Ook dat is een gemiste kans.”

64

Dick Rasenberg van OOG was nauw betrokken bij de invoering van passend onderwijs. Wat was precies zijn rol in dit proces? “Hij was als projectleider passend primair onderwijs gedetacheerd bij de PO-Raad”, zegt Rinda. “Hij was inhoudelijk enorm goed ingevoerd en adviseerde ons op het gebied van onze visie. Ik heb heel veel van hem kunnen leren: hoe het netwerk, de regelgeving en de bekostiging in elkaar zat, wat er nodig was. Dick is iemand die gelooft In de kracht van verbinden op inhoud. Hij weet veel van het onderwijsveld en is ervan overtuigd dat je alleen iets kunt bereiken door samen te werken, vanuit de kracht van het collectief.” Ook Nicole heeft de specifieke vaardigheden van Dick als verbinder van nabij meegemaakt toen ze in 2015 betrokken raakte bij de oprichting van een intervisieachtige organisatie van leidinggevenden van samenwerkingsverbanden, vanaf 2018 het Netwerk LPO. “Het idee was om vanuit de inhoud te leren van elkaar. Iedereen wilde meedoen en Dick was de ideale ondersteuner vanwege zijn enorme kennis. Eindelijk was er een plek waar we het over de inhoud van passend onderwijs konden hebben.”

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Nieuwe kansen voor nieuw beleid Over inhoud gesproken: hoe moet het nu verder met passend onderwijs? Ontwikkelt passend onderwijs zich nu onherroepelijk door in de richting van inclusiever onderwijs? “De vraag is wel: wie wil dat? Willen de mensen op het schoolplein het? Of vooral de bestuurders en beleidsmakers? Echt inclusief werken zou natuurlijk de opdracht moeten zijn voor iedereen, maar dat is nu nog een te grote stap.” Als ze toch een voorschot mogen nemen: “Er is beslist een nieuwe wet nodig, daar is iedereen wel van overtuigd. Die wet zou moeten regelen dat er in iedere grootstedelijke regio één organisatie komt die alles regelt wat te maken heeft rond de jeugd, vanuit één centrale Jeugdwet. School-

besturen kunnen zich daarbij aansluiten. De ondersteuning en ontwikkelkansen die kinderen nu krijgen zijn door alle versnippering nu te veel afhankelijk van waar je woont. Dat mogen we niet accepteren”, zeggen beide sociaaldemocratische topbestuurders. In de komende kabinetsperiode zal het wel niet meer van komen van een nieuwe wet. Hoewel alle systemen momenteel lijken vast te lopen, ontbreekt het aan voldoende politieke kracht om structurele veranderingen door te voeren. Maar Rinda den Besten en Nicole Teeuwen hebben ook het vermoeden dat het nieuwe kabinet, als het er al komt, niet heel lang stand zal houden. En voor je het weet, zijn er dan weer nieuwe kansen, voor nieuw beleid, om opnieuw te proberen het beter te doen. A

‘De ondersteuning en ontwikkelkansen die kinderen nu krijgen zijn door alle versnippering nu te veel afhankelijk van waar je woont. Dat mogen we niet accepteren.’

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

65


Herbert de Bruijne Huidige functie: Lid College van Bestuur Openbaar Onderwijs Groningen (sinds 2021) Relatie met OOG: voorzitter Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam, met OOG (Jan Hus en Aart Jan Huizing) als ondersteuner (2012-2021)

66

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


‘OOG is sterk in het edele handwerk’

I

k heb OOG vooral leren kennen In de tijd van Weer Samen Naar School”, zegt Herbert de Bruijne. “OOG was vernieuwend en stond dicht bij de praktijk. WSNS werd wat technocratisch en minder makkelijk te volgen. Dick Rasenberg begreep het goed en speelde een rol in de hele stad, met een grote kennis van zaken. OOG ging ook steeds meer aanvullende werkzaamheden verrichten in alle Amsterdamse stadsdelen en zat aan vele tafels. Zelf had ik daar nooit zo'n probleem mee – de inhoudelijke kennis was groot en het werd nooit onzuiver – maar er kwam steeds meer kritiek. Toen passend onderwijs stedelijk werd vormgegeven met een nieuw samenwerkingsverband werd OOG daar buiten gehouden. Toch hadden ze OOG weer snel nodig. Niemand wist de bekostigingssystematiek zo inzichtelijk te maken als Rob Naarden van OOG.”

Kennis van zaken OOG deed ook de administratie voor zijn eigen schoolbestuur Openbaar Onderwijs aan de Amstel. “Dat deden ze altijd met veel kennis van zaken. Ze wisten precies hoe de bekostiging en de regelgeving in elkaar zat, en ook over de oprichting van Integrale Kindcentra hadden ze veel kennis.”

Soms was er nog wel eens een dubbele pet. Zo herinnert De Bruijne zich een discussie over de hoogte van ouderbijdragen binnen het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam waarvoor OOG het secretariaat verzorgde. Jaap Willem Kuit van OOG vertegenwoordigde in dit overleg de Federatie BOVO van eenpitters in Amsterdam. Zij wilden geen afspraken maken over de ouderbijdragen. Dat botste even maar een probleem werd het niet. “Zelf was ik voorzitter van het BBO en dat kon ik alleen maar doen naast mijn fulltimebaan dankzij OOG. OOG is sterk in het edele handwerk, staat dicht bij de praktijk en heeft mensen die echt iets kunnen. Een goed rapport schrijven is belangrijk, maar nog belangrijker is het dat de opdrachtgever er iets mee kan.”

A

‘Een goed rapport schrijven is belangrijk, maar nog belangrijker is het dat de opdrachtgever er iets mee kan.’

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

67


‘Af en toe een steen in de vijver gooien kan heel nuttig zijn’

A Lieke Thesingh Huidige functie: Voorzitter BBO (Breed bestuurlijk overleg PO) Relatie met OOG: als stadsdeelwethouder in Amsterdam Zuid en Oost (2002-2014) veel van de diensten van OOG gebruik gemaakt; nu: administratie BBO

68

ls samenwerkende stadsdelen hadden we vaak bonje met de centrale stad”, vertelt Lieke Thesingh. “Ze wilden zich met alles bemoeien en liefst alles centraal regelen. Wij huurden dan Dick Rasenberg of Gerard van de Burgwal in van OOG. Dat waren onze vaste kompanen om dingen mee uit te werken, goede projectleiders ook. We hadden er plezier in om af en toe wat stenen in de vijver te gooien, een beetje actie te voeren wanneer dat nodig was om de centrale stad wat terug te dringen.” Onderwerpen die speelden in haar tijd waren onder meer het lerarentekort (toen ook al), de kwaliteit van het onderwijs met een discussie over kleine scholen, en de voortijdige schoolverlaters. “Samen met Ahmed Aboutaleb (toentertijd de Amsterdamse wethouder onderwijs, red.) hebben we het probleem van de schoolverlaters goed in beeld gekregen en konden we gericht actie ondernemen. We brachten alle partners bij elkaar In de ambtswoning van de burgemeester en ze mochten er pas uit als het probleem was opgelost. De scholen moesten met hun billen bloot: we wilden een meldingsplicht. Dat lag gevoelig omdat scholen altijd in concurrentie zijn met elkaar. Ze willen hun verzuimcijfers dus liever voor zichzelf houden. Het ROC ging als eerste overstag. Daarna volgde de rest.”

Denken vanuit mensen Een ander ingrijpend proces was de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs, dat toen nog onder de stadsdelen viel. Lieke Thesingh zag daar het belang wel van in maar in de stadsdeelraad lag het moeilijk. “Belangrijk voor de kwaliteit vond ik vooral dat er een zekere schaalgrootte werd bereikt. Verder vond ik het van belang niet teveel vanuit systemen te denken maar zoveel mogelijk vanuit de mensen. Dat is de rode draad geweest door mijn hele carrière. Ik heb altijd gevonden dat de mensen op de werkvloer betere ideeën hebben dan de ambtenaren uit het systeem. En dat je mensen dus altijd serieus moet nemen.” Inmiddels zijn de stadsdelen opgeheven en ligt alle macht weer bij de centrale stad. Vindt ze dat jammer? “Ja, ik ben geen voorstander van centralisering. Dat wil niet zeggen dat er niets moest veranderen. Iedereen bemoeide zich overal mee. Het was hard nodig om te komen tot gezamenlijk beleid onder regie van de centrale stad. Maar de verantwoordelijkheid voor de uitvoering had bij de stadsdelen kunnen blijven. Zij staan dicht bij de mensen. Nu is het veel technocratischer geworden.”

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Voeling met de buurten Eenzelfde ontwikkeling merkt ze bij OOG: “De tijd dat ze echt onze zakenpartners waren, was het leukst. Af en toe een steen in de vijver gooien kan heel nuttig zijn. Maar OOG is ook gewoon een dienstverlenend bedrijf en is zakelijker geworden. Wat mij betreft mogen ze wel weer wat zichtbaarder worden in de stad. Het is goed om af en toe even de boel op te schudden. Daar zijn bedrijven als OOG voor nodig.”

Het grootste probleem op dit moment in de stad vindt ze de tweedeling: aan de ene kant de mensen met wie het heel erg goed gaat, aan de andere kant de achterblijvers. Om daar echt iets aan te doen staat de stad op een te grote afstand, vindt ze. “We hebben een goede wethouder onderwijs (Marjolein Moorman, red.), maar de voeling met de buurten ontbreekt. Scholen vormen daarin het middelpunt. Misschien hebben we weer stadsdelen nodig om dichter bij de mensen te kunnen staan.” A

‘Ik heb altijd gevonden dat de mensen op de werkvloer betere ideeën hebben dan de ambtenaren uit het systeem.’

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

69


R

utger Hageraats is iemand die het altijd zo druk had dat hij aan studeren niet is toegekomen. “Ik ben al werkend opgegroeid”, zegt hij met enige zelfspot. “Mijn eerste baan was bij de Balie in Amsterdam. Ik was politiek actief in Bussum in de jaren tachtig. Daarna werkte ik 28 jaar bij de gemeente Amsterdam, de laatste jaren als hoofd Publiek, Welzijn en Economie.” In zijn tijd bij de gemeente groeide hij langzaam richting het sociale domein en maakte hij de verzelfstandiging mee van het openbaar onderwijs. Zijn laatste grote klus was de transitie van de jeugdzorg. “Daarna wilde ik wel weg om iets landelijk te gaan doen. Dat werd het Nederlands Jeugdinstituut, een prachtorganisatie.”

Deskundig met de juiste contacten Hij kent OOG vooral van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in Amsterdam. “Ik stond daar inhoudelijk wel achter. Er was een professionalisering nodig van het bestuur. Het past ook bij hoe ik de rol van de overheid zie. Een ambtelijk apparaat leent zich niet voor de uitvoering. Dat moet je professioneel inrichten. Een gemeente moet zich meer bezighouden met de regierol. Hoe het zich uiteindelijk ontwikkeld heeft, daar kun je wel je vraagtekens bij zetten. Veel schoolbesturen zijn zo groot gewor-

den dat ze nauwelijks nog te regisseren zijn, en ook daar is weer een grote afstand tot de uitvoering.” OOG begeleidde veel van die verzelfstandigingsprocessen. “Ik heb daar goede herinneringen aan”, zegt Hageraats. “Ze waren heel deskundig en beschikten over de juiste contacten. Je moet iemand aan het stuur hebben die snapt hoe het werkt. Ze waren ook heel transparant en namen mij goed mee in de keuzes die moesten worden gemaakt, in het beoordelen van de risico’s voor de stadsdelen. En ook: wat betekent het voor de beleidsmensen binnen de eigen organisatie. Het proces verliep met horten en stoten, maar al met al toch vrij soepel.”

Dubbele petten OOG begon wel last te krijgen van de verschillende petten van bestuurders. “OOG werkte niet alleen voor de stadsdelen en de gemeente maar ook voor de nieuwe schoolbestuurders. Als gemeente hebben we toen met OOG overlegd over het overnemen van het personeel dat voor de stadsdelen werkte. De stadsdelen waren daar niet blij mee, maar voor de zuiverheid was het beter.” Voor een commercieel bureau is het belangrijk om je rol zuiver en herkenbaar te houden, vindt hij. “Hoe meer kennis je hebt en hoe groter je netwerk, hoe groter de invloed is die je kunt uitoefenen. Je moet dan een sterk ontwikkeld moreel kompas hebben om niet in een positie van woordvoerder of belangenbehartiger terecht te komen. Ook bij het NJi komen we regelmatig in die verleiding. Ik moet dan heel helder stellen: wij zijn er voor kennis, niet voor belangen.” Hij heeft altijd respect gehad voor de manier waarop OOG werkte. “Inhoudelijk zat het altijd slim en professioneel in elkaar. Ze hadden een sterk netwerk en een goede backoffice. Dat was bij de gemeente meestal slecht georganiseerd. Ook technisch, op het gebied van ICT, waren ze altijd goed bij de tijd. Ik was daar wel eens jaloers op. Wat me ook altijd opviel was de grote maatschappelijke betrokkenheid van waaruit ze werkten. Ze zochten altijd vanuit de inhoud naar een zo hoog mogelijke kwaliteit. En je kon een biertje met ze drinken, ook niet onbelangrijk.” A

‘Je moet iemand aan het stuur hebben die snapt hoe het werkt’ 70

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Rutger Hageraats Huidige functie: directeur Nederlands Jeugdinstituut Relatie met OOG: in zijn functie bij de gemeente Amsterdam met OOG gewerkt aan de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs

‘Hoe meer kennis je hebt en hoe groter je netwerk, hoe groter de invloed is die je kunt uitoefenen.’

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

71


Tijl Koenderink Huidige functies: bestuurder Novilo, VO op Niveau en InSchool Academie, bestuurder School of Understanding Amstelveen

72

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


‘OOG kent en snapt het systeem zonder erin te geloven’ Wie met Tijl Koenderink praat, moet snel kunnen typen. En als je dan je aantekeningen terugleest, denk je: maar hoe maak ik hier nu een logisch verhaal van? Tijl Koenderink denkt snel, zegt veel en springt ook graag van de hak op de tak.

E

erst zijn voorgeschiedenis dan maar: oprichter van Novilo, een opleidingsinstituut over hoogbegaafdheid (of, zoals hij zelf liever zegt: cognitief getalenteerde leerlingen); auteur van verschillende boeken over talent en motivatie in het onderwijs; oprichter van Feniks Talent (intussen voortgezet als Feniks Ontwikkelingsbegeleiding), een landelijke jeugdzorgvoorziening die uitgevallen hoogbegaafden helpt reactiveren; oprichter en bestuurder van de innovatieve eenpitter School of Understanding in

Amstelveen, met vergevorderde plannen er ook een afdeling voor voortgezet onderwijs aan toe te voegen. Sinds kort is hij 40 jaar. Na een sabbatical van zes maanden in Amerika dacht hij: wat wil ik nu verder? Minder bestuurlijk-uitvoerend bezig zijn, dat in ieder geval. Meer tijd hebben om ideeën te bedenken, meer tijd voor reflectie, voor adviezen op een hoger niveau. OOG bleek voor hem het ideale bedrijf om mee te gaan samenwerken. Hij vond er mensen met een gemeenschappelijke drive B

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging

73


‘Een bedrijf met zo'n sterk hart voor onderwijs op de juiste manier, dat kom je niet vaak tegen.’ socialist wordt. Het is belangrijk om met één been in de praktijk te blijven staan. En die praktijk is voor mij de wereld van onderwijs en jeugdzorg. Het is een prachtig veld met uitstekende professionals. Door de recente stelselwijzigingen is er veel ruimte om unieke passende oplossingen te vinden, maar de samenwerking komt niet altijd goed van de grond. Er is een bepaalde mate van origineel denken nodig, gecombineerd met kennis en ervaring om nieuwe antwoorden te kunnen vinden. En geduld en toewijding om net zo lang door te gaan tot het antwoord er is. Wat nodig is, zijn veranderexperts met een mening, om het verschil te kunnen maken. Die omgeving vind ik bij OOG.”

Een hub van verandering

om te werken aan goed onderwijs in het belang van kinderen. “Een bedrijf met zo'n sterk hart voor onderwijs op de juiste manier, dat kom je niet vaak tegen”, zegt hij. “Ze kennen en snappen het systeem zonder erin te geloven. Ze snappen dat uitzonderingen nodig maar vooral ook mogelijk zijn. Ze combineren dat met een hart op de goede plek. Met die basis kom je tot unieke antwoorden.”

Veranderexperts met een mening De afgelopen periode kwam hij door allerlei ontwikkelingen maar ongeveer tien tot twintig procent van zijn tijd toe aan inhoudelijke vraagstukken. “Ik wil dat weer terugbrengen naar minimaal de helft. Uitvoerend bezig zijn blijft belangrijk om te voorkomen dat je een armchair

Een dergelijke houding brengt ook risico's met zich mee. Je wijst klanten er soms op dat pragmatisme of werkgeverschap te veel de agenda is gaan bepalen en dat het belang van het kind op de achtergrond is geraakt. Tijl Koenderink is ervan overtuigd dat het beter is om te worden weggestuurd doordat je te confronterend bent, dan dat je gecomplimenteerd wordt omdat je zo aardig bent. “Dat is best een spannende houding omdat je niet altijd zeker bent van werk. Maar ik geloof echt dat dit onze opdracht is de komende jaren: een soort hub creëren van verandering in mentaliteit en kennis, en daaromheen een netwerk van mensen die daaraan willen bijdragen. Het gaat dan vooral om mensen die openstaan voor verandering en die de verandering ook in praktijk kunnen brengen. Kennis kun je opdoen, de wil tot verandering moet in je bloed zitten.” A

‘Wat nodig is, zijn veranderexperts met een mening, om het verschil te kunnen maken. Die omgeving vind ik bij OOG.’

74

25 jaar OOG – 25 jaar betekenisvolle beweging


Jos van Egmond · José Dankers · Judith Onrust - Sijmons · Karel Hendriks · Karijn in 't Veld · Karin van der Arend · Karin Hagen · Karin Vollenweider · Kees van den Berg · Kim Jansen van Galen · Kim Massaro · Lea Waaijman Noordermeer · Leontien van der Leeden · Lia Jordens · Lia Zandvliet · Lieke Hoogland · Liesbeth Luycx · Liesbeth Stolwerk - Verbraak · Linda Kooistra · Liselotte Kerkhof · Loek Schings · Loes de Ruiter · Lonneke van der Burg den Hartog · Lorenzo Beers · Maaike Hofman · Maarten Vermeulen · Malkita Sandelowsky · Marc Opdam · Marc van Westreenen · Marcia Stam · Marco Bot · Marco Stoute · Marga Hooyman · Margit Terpstra · Maria Jongsma · Marianne Hulshof · Marianne Tiggers · Marieke van der Ros · Marij Bosdriesz · Marijke Bos · Marinka van Hemert · Marion Nielen · Marit van Luijn · Marjolein Huijser · Marjon Lust - Welgraven · Mark Scheffer · Marlijn Olde Hartman · Martijn Droog · Martine Modderman · Mary Buuts · Mascha Stolwijk · Mats Bleeker · Meia Goossens · Meike Neve - van Riet · Meike Smit · Meint Helder · Meta Buis · Michel van Dongen · Michiel de Bruijn · Miep Dam · Mijke Vreeburg · Mireille Bleeker - Spijker · Mirella Glansbeek · Mirelle Janssen · Mirjam van Tol · Monic Keurentjes · Monique Boelijn · Monique Kooyman · Monique Lochan · Monique van Thienen · Monique Witlam · Naïma Ait Kassi · Natasja van Wijngaarden · Nathalie Bremer · Nel Cambridge · Nicole Teeuwen · Nicolette van Galen · Nicolette Looij · Niels Vierling · Nienke Schut · Niko Verbeek · Olaf Verheij · Olav Wartenbergh · Olga Huisenga - Wendelgeest · Olga Veldman · Patricia Slump · Patrick Meijer · Paul Holt · Peter Lakke · Peter Lambregts · Peter Seitner · Peter Truijens · Piet Hein Clijsen · Ralf Zaal · Rebecca Kroes · Reinie Hamer · Remko van der Werf · Rene Punt · Ria Holvast · Rianne van de Lagemaat · Richard Stuivenberg · Rimke Majoor · Rob Hendrikx · Rob Naarden · Robert den Hartog · Robert Zwaan · Roekiea Badoella · Ron Benjamins · Ryan Beerepoot · Sabina van der Horst · Saida Hanin · Saïda Bouchta · Sander Tambach · Sandrijn Eggink · Sanne Vagevuur · Sigrid van der Lei · Silke Lauteslager · Silvan Snik · Simone van Dijk · Sofia Bouamrani · Sofie Rijnberg · Susanne Dijkstra · Suzanne Bunnik · Suze Korse · Sylke Kleijzen · Teddy Beijersbergen · Thea Tolenaars · Thérèse Hoen · Thijs Hendrikx · Thijs van Noort · Thomas Nobbe · Tijl Koenderink · Tineke Dooms · Tiny van Hoeijen - Timmers · Titia Wassenaar · Tommy van den Bergh · Trudie Westen · Veerle Franzani · Veerle Stoute · Vera Jansen · Vincent Vollemans · Wil Snippe · Willemijn Beekman · Willemijn Mulder · Wilma Vermeulen · Wim Hartog · Wim van der Plas · Wouter Breedt Bruijn · Yannick Onrust · Youssef el Allali · Yvette Wettstein · Yvonne Wilmink A


Maassluisstraat 2 bg 1062 GD Amsterdam www.oog.nl

25-jaar.oog.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.