Giesbaergske Koleuren Gazette
Activisme Youssef Kobo
‘Optimism is a moral duty’ Met dit citaat zal hij straks dit interview afsluiten; maar eerst blikt Youssef Kobo kritisch op de samenleving van vandaag. Hij is activist, rechtenstudent aan de VUB en bestuurslid bij KifKif, een interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme: ‘Er is een grote nood aan een degelijk maatschappelijk debat om de ongelijkheid en de discriminatie ten gronde aan te pakken.’ ‘In dit klimaat kunnen we geen vooruitgang boeken: op gebied van discriminatie, achterstelling van minderheden, armoede en ongelijkheid moet een degelijk maatschappelijk debat gebeuren en met het huidig politiek beleid is daarvoor weinig of geen ruimte. Zo eenvoudig is het. Er zou nog heel wat moeten veranderen, er is nog veel werk aan de winkel.’ Eerst moet de politiek ten gronde veranderen? Abslotuut, we kunnen niet anders. Zijn er dan helemaal geen partijen die verandering kunnen brengen? Er wordt bij sommige partijen -CD&V, SPa, Groen, Pvda- wel met streefcijfers gewerkt, maar daar blijft het bij. Ik ben daar niet van overtuigd: je moet ook zien wat die partijen de afgelopen jaren, decennia zelfs, hebben uitgevoerd op het vlak van bestrijding van ongelijkheid, discriminatie en armoede. En dan zie je daar helemaal niets van. In tijden van verkiezing passen ze hun programma natuurlijk wat aan, afhankelijk van naar welke groep ze zich richten: als eender welke partij gaat praten over ondernemerschap, hebben ze het over positief ondernemerschap, lastenverlaging enz. en als ze praten voor een groep minderheden dan zeggen ze ongelijkheid en discriminatie te gaan aanpakken, maar er is geen vooruitgang. Wat vooral ontbreekt is een maatschappelijke draagvlak om dat probleem aan te kaarten. En zeker als je kijkt naar de reacties van de vox populi, is de reactie ronduit negatief. Wat bedoel je daarmee, dat er geen www.giesbaergskekoleurengazette.be
draagvlak is? De modale burger staat negatief tegenover ingrijpende maatregelen, zoals het afschaffen van het hoofddoekenverbod, om de disriminatie op de arbeids- en huisvestingsmarkt aan te pakken. We hebben nog een lange weg af te leggen. Bij momenten zetten we zelfs een stap achteruit! Hoe kan dat maatschappelijk draagvlak groter worden? Er zijn daarin twee belangrijke actoren, die daarin veel verandering kunnen brengen: enerzijds de media, anderzijds de politiek, omdat deze twee actoren het maatschappelijk debat aanzwengelen. En het discours over rechten en plichten en het neutraliteitsdebat: voor mij zijn dat twee politieke instrumenten om discriminatie verder te bewerkstellingen i.p.v. het tegen te gaan. De vrijheid van burgers blijft daarin beknot, bv. in het hoofddoekenverbod. Stel je voor dat politici morgen in het parlement bespreken of een vrouw in minirok de publieke ruimte al dan niet mag betreden of achter het loket van een openbare functie mag staan. De media, dat is nog een ander verhaal: het grote probleem in Vlaanderen is dat er te weinig gekleurde mensen op de redacties werken. Redacties zijn vooral blank, met journalisten uit de middenklasse en die ook schrijven voor een middenklasse: zij willen niet te veel gaan botsen met de opvattingen van het publiek waarvoor ze schrijven. Dus zal je in de media niet veel tegengestelde meningen terugvinden. Vanuit hun commercieel perspectief -media moeten verkopen- willen sommige redacties wel diversifiëren om zich aan te passen aan de demografische veranderingen van de maatschappij, maar ze doen niet veel moeite. Dat is ook wat Bleri Lleshi (activist en auteur van o.a. ‘De neoliberale strafstaat’ (uitg. Epo), red.) zegt: het debat wordt gevoerd door het foute soort mensen: blanke, hoogopgeleide burgers uit de middenklasse. Dat klopt. Er wordt vaak gesproken pagina 4
óver minderheden, maar niet bij minderheden. Probeer je ‘s voor te stellen dat er morgen in Terzake een debat is over de vakbonden, maar men laat daarbij niemand van de vakbonden aan het woord. Dat is onvoorstelbaar. Maar bij minderheden gebeurt dat dus al jaren, al decennia. Ze hebben het over die mensen, maar ze gaan de dialoog niet aan. Dat is werkelijk schandalig. Als je de integratiemonitor van minister Bourgeois bekijkt, blijkt daaruit dat een op twee Vlamingen wantrouwig staat tegenover minderheden. Uit onderzoeken is verder gebleken dat het net die mensen zijn die nooit contact hebben met minderheden, die daar wantrouwig tegenover staan! Dus waar halen die mensen hun informatie over de minderheden? Uit de media, die een negatief beeld geven van de minderheden. De beeldvorming is cruciaal in onze samenleving. En die staat negatief tegenover minderheden. Zo zal je bijvoorbeeld de woorden ‘fundamentalistisch,’ ‘radicaal’ en ‘extremistisch’ enkel terugvinden in berichtgeving over moslims. Ik heb die woorden nog nooit gelezen of gehoord bij berichtgeving over christenen of orthodoxen. Door de kracht van de herhaling in de media worden die begrippen ook geïnternaliseerd door die groepen zelf! Ook moslims gaan mee in dat verhaal en zich de vraag stellen ‘zitten we met een probleem in onze gemeenschap?’. Als volgende week moslim-jongeren in Antwerpen iets fout doen, zorgt dat in de mainstream-media voor minstens drie weken overbelichting van die feiten, met debatten die dan gevoerd worden over ‘waar gaan we heen met onze multi-culturele samenleving?’. Daarentegen staat dan dat als er betogingen en rellen zijn in Vlaanderen, er helemaal niet wordt gewezen naar religieuze of culturele achtergrond van de relschoppers; die mensen vormen geen gevaar, want ze maken deel uit van de dominante meerderheid. Dat heten dan Youssef Kobo 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014