Susan Huijbregts - Kijken door de bril van de emotionele ontwikkeling

Page 1

Susan Huijbregts

Kijken door de bril van de emotionele ontwikkeling


Emotionele ontwikkeling

Kijken door een andere bril


KUNNEN

versus

AANKUNNEN

levensgeschiedenis, levenservaring

Het emotioneel niveau bepaalt de

en cognitief niveau bepalen de

met dingen om kan gaan: het

inhoud van de communicatie en

‘aankunnen’. (SEO)

wat men kan (leren) bijvoorbeeld in zelfverzorging en in de maatschappij. (DSM)

inhoud van gedrag, van hoe men


Ontwikkelings-dynamisch model (Došen 1990, 2014)

• focust op de persoonlijkheidsontwikkeling • En legt de nadruk op de emotionele ontwikkeling

Anton Došen, op het symposium van de NVBT in 2017


Persoonlijkheidsontwikkeling

Ontstaat door de geïntegreerde ontwikkeling van de • Neurobiologische aspecten • Sensomotorische aspecten • Cognitieve aspecten • Sociale aspecten • Emotionele aspecten


Hermeneutische cirkel


Grondslagen van het ontwikkelings-dynamisch model (I) • Basale emoties ontstaan als resultaat van de biologische processen in de diepe hersenen, aangelegd in het eerste en het tweede trimester van zwangerschap

• Basale emoties (angst, boosheid, plezier, sociale interesse) zijn een uiting van de basale overlevingsbehoeften (voeding, bescherming, sociaal contact en voortplanting. Basale emoties en basale emotionele behoeften wisselen per niveau van emotionele ontwikkeling.

• Bevrediging van de basale behoeften is bepalend voor positieve emoties, voor motivatie en voor adaptief (aanpassings) gedrag. Door positieve emoties wordt psychisch gezonde ontwikkeling gestimuleerd.


Grondslagen van het ontwikkelings-dynamisch model (II) • Basale emoties initiëren cognitieve ontwikkeling 🡪 voorwaarde dus!

• Emoties en cognitie zijn functies van twee verschillende neurale systemen en kunnen zich tot een bepaalde hoogte onafhankelijk van elkaar ontwikkelen

• Integratie van emoties en cognitie leidt tot sociale ontwikkeling

• Niet bevredigde basale emotionele behoeften leiden tot afwijkende motivatie en probleemgedrag


Emotionele ontwikkeling gezien vanuit een ontwikkelings-dynamisch perspectief (Došen) • verloopt in verschillende fasen • Uitgangspunt = de normale ontwikkeling van het kind • Iedere fase gekoppeld aan ontwikkelingsleeftijd, met specifieke gedragingen en behoeften • In iedere fase opnieuw afstemmen op de omgeving (en dus begeleiding!) wat betreft

→ Hierdoor gedrag bekijken, gekoppeld aan de emotionele ontwikkelingsfase waarin de cliënt zich bevindt.


Overzicht fasen in model Došen Fase:

Ontwikkelingsleeftijd:

Adaptatiefase 0 tot 6 maanden 1e socialisatie 6 maanden tot 1½ jaar 1e individuatie 1½ tot 3 jaar Identificatiefase

3 tot 7 jaar

Realiteitsbewustwording 7 tot 12 jaar ------------------------------------------------------------------------------Tweede socialisatiefase 12-17 jaar Tweede individuatiefase 17-25 jaar


Mantra’s voor VB: - Meten = weten!

- Weet, zie en begrijp het emotioneel ontwikkelingniveau van je cliënt!


Cliënt Peter • 35 jaar oud • Cognitief niveau: TIQ 65 🡪 jaar of 10 • Emotionele ontwikkeling 🡪 per fase!


Adaptatiefase 0 tot 6 maanden • • • •

Bereiken van psychofysiologische homeostase (evenwicht) staat centraal. Leren eigen maken van de structuur van ruimte, tijd en personen. Integreren (ontvangen en plaatsen) van sensorische prikkels. taak = intern organiseren!

Gerichtheid ‘Autistische fase’ → preoccupatie met prikkels eigen lichaam (= NIET perse ASS) Niet gericht op de ander, los van volledig functioneel. Geen lichamelijke grenzen (geen onderscheid ‘ik’ en de ander).


Adaptatiefase 0 tot 6 maanden (probleem) gedrag • Diffuus & ongecontroleerd • grote opwinding bij onlusten • Moeite met ‘arousal’ • Ontregeling bij verandering omgeving • De agressie / controleverlies vooral veroorzaakt door angst / onlust, en is gericht naar de persoon zelf Begeleidingsbehoeften • Nabijheid, individueel en begrenzen (kaderen) • Veiligheid, voorspelbaarheid en beschikbaarheid • 3 R’s. • Reguleren van lichaamsfuncties • Inspanning – ontspanning • Aanpassing van de omgeving in plaats van verandering bij de cliënt zoeken


Peter in de therapieruimte


Socialisatiefase 6 maanden tot 1½ jaar • • • • •

Hechting Ontwikkelen van basaal emotionele veiligheid Objectpermanentie Lichamelijk contact Onderscheid leren maken tussen personen

Gerichtheid op belangrijke ander (veilige haven/veilige basis). sociale interacties/relaties centraal.

Still face experiment


Socialisatiefase 6 maanden tot 1½ jaar (probleem) gedrag • diffuus en ongecontroleerd (onrust, apathisch, wanhoop, wisselende stemming) • vaak gericht naar de hechtingsfiguur • veroorzaakt door angst

Begeleidingsbehoeften • Individueel, begrenzen en nabijheid • Lage expressie van emotie (affectief neutraal) • Regels en afspraken in plaats van emotionele betrokkenheid/appèl (verwarrend) • Rituelen (veiligheid en duidelijkheid) • Correctie door aanpassing omgeving

Emotionele afhankelijkheid Solomon en sudocreme


Peter in de therapieruimte


Individuatiefase 1½ tot 3 jaar Verkrijgen van autonomie en individuatie centraal (zelfdifferentiatie) • Internalisering van het veiligheidsobject (hechting deel 2) • Zich als zelfstandig individu ervaren 🡪 eigen wil • Afstand in lichamelijk contact; communicatie op afstand • Begin persoonlijkheidsopbouw ‘ik ontwikkeling’ •

Gerichtheid • “ik wil”, koppig, negatief, uitdagend, ontremd, destructief, agressief, asociaal (ik ben 2 en ik zeg nee) • reageren volgens lust/onlust • ontdekkend (destructief 🡪 constructief) • egocentrisch, afhankelijk van- en imiteren van belangrijke ander


Individuatiefase 1½ tot 3 jaar (probleem) gedrag • impulsief, ongecontroleerd • uitgelokt door woede, angst • gericht naar andere personen die frustratie veroorzaken • agressie bij beperkingen van eigen wil • niet praten over gevolgen van eigen agressief gedrag Begeleidingsbehoeften • regie voeren, begeleiding regisseert (verticaal) • niet bewegen op de “ik wil…” • “de toon maakt de muziek” • niet overal over strijden, maar wel; grenzen stellen, kaderen, regels en routines (voorkomt discussie!) • confronteren • minder fysieke nabijheid nodig • herhalen, leren van concrete ervaringen/voorbeeld

Peuter wil buiten spelen


Peter in de therapieruimte


Filmpje gewetensvorming / impulscontrole

http://www.youtube.com/watch?v=QX_oy9614HQ


Identificatiefase 3 tot 7 jaar • • • • •

BEGIN van Ego vorming (ik-functie) Vorming van geweten, voornamelijk extern, niet geïnternaliseerd (extern super-ego) Beginnend normbesef (sociale consequenties in relatie tot gedrag) Initiatief name: durven en kunnen zich openstellen t.o.v. anderen en activiteiten Gericht op leeftijdsgenoten

Gerichtheid • neemt regels van sociaal gedrag over • identificeert zich met de ander • magisch denken (almachtig) / fantasie - realiteit


Identificatiefase 3 tot 7 jaar (probleem) gedrag • impulsief, kan gecontroleerd (motivationele drive) • aangeleerd en in stand gehouden door beloning • uitgelokt door woede, angst (let op verplaatste agressie) • gericht naar leeftijdgenoten • kan redeneren over oorzaak en gevolg, spijt vertonen en ‘goed maken’

zoontje zet vader voor schut in supermarkt

Begeleidingsbehoeften • begeleiding fungeert als extern geweten • voorbeeldfunctie (leren van concrete voorbeelden en herhalen) • monitoren (toezicht houden) • confronteren • Regels&grenzen, maar binnen de kaders stimuleren 🡪opbouw zelfvertrouwen • Reguleren emoties, benoemen, toon begrip (je bent boos…maar) en bevragen


Peter in de therapieruimte


Realiteits- bewustwordingsfase 7-12 jaar • Groei van zelfvertrouwen en eigenwaarde • Toename frustratietolerantie • Erkenning van eigen prestaties • Sociale competenties EN sociale angst; faalangst • Loyaliteit, volwaardigheid

Gerichtheid • Meer en meer zichzelf in relatie tot de ander


Realiteits- bewustwordingsfase 7-12 jaar (probleem)gedrag • negatief zelfbeeld • piekeren of zeer angstig zijn • geremdheid / dwangmatigheid • faalangst • schuldgevoel door normbesef • antisociaal gedrag • uitgelokt door woede, motivationeel of angst Behandelings-behoeften • stimuleer geweten (extern 🡪 intern) • affectie tonen en vragen: emotioneel appél • confronteren en verantwoordelijkheid geven • stimuleren


Peter in de therapieruimte


IQ en verstandelijke beperking IQ

ontwikkelingsleeftijd

benaming

± 125

-

Hoogbegaafd

± 100 – ± 125

-

Hoog gemiddeld

± 100

-

gemiddeld

± 85 - ±100

-

Laag gemiddeld

± 71- ± 85

-

Zwakbegaafd

± 51 - ± 71

6.5 jaar – 12 jaar

Licht verstandelijk beperkt

± 36 - ± 51

4 jaar - 6.5 jaar

Matig verstandelijk beperkt

± 20 - ± 36

2 jaar – 4 jaar

0 - ± 20

0 – 2 jaar

Ernstig verstandelijk beperkt Zeer Ernstig verst. beperkt


Emotionele ontwikkeling Leeftijd

Fase

uitleg

0 - 6 maanden

Adaptie

Afhankelijk van verzorger, driften, geen verschil baby - ouder

6 -18 maanden

Socialisatie

Hechting, lust – onlust (huilen – lachen)

18 - 36 maanden

Individuatie

Vormen eigen wil, ontstaan ‘zelf’

3 - 7 jaar

identificatie

Ikke zelf doen, egovorming

7 - 12 jaar

Realiteit bewust-wording

Uitbreiden egovorming; extern geweten!


Diagnose Zorg voor Verstandelijke Beperking

Emotionele Ontwikkeling

maatschappij (GGZ / Jeugdzorg)

DSM 5


Hoe komt het?

Verklarend (o.a. SEO, anamnese, hermeneutische cirkel)

Hoe heet het?

GEDRAG

Beschrijvend (o.a. DSM5)

Gedrag is hetzelfde, manier van kijken is anders; continuüm


Weet welke bril je op hebt!


Hoe heet het? 🡪 hoe komt het?

hoe komt het? 🡪 welke fase ligt hieraan ten grondslag?

Fase bekend?🡪 wat zijn de behoeften van het kind / cliënt?


vragen


Susan Huijbregts GZ-psycholoog meer psychologie susan@meerpsychologie.nl www.meerpsychologie.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.