4.3 Graduate School

Hoewel het aantal wetenschappelijke artikelen in refereed tijdschriften in het verslagjaar boven de streefwaarde lag, liep het ten opzichte van de voorgaande jaren iets terug. Datzelfde geldt voor wetenschappelijke artikelen in non refereed tijdschriften. Intussen lag het aantal artikelen in wetenschappelijke bundels en boekhoofdstukken in 2020 boven het gemiddelde van de afgelopen jaren, terwijl er minder boeken werden gepubliceerd. Door de coronacrisis moesten in 2020 veel wetenschappelijke conferenties worden afgelast c.q. uitgesteld naar een volgend jaar. Onze onderzoekers toonden zich flexibel door in te spelen op de urgente vragen waarvoor de crisis de hele samenleving stelt. Met internationale partners en binnen het Nederlandse veld hebben wij webinars opgezet waarin theologisch gereflecteerd werd op de uitdagingen van de actualiteit. Meer hierover in hoofdstuk 5: Valorisatie.

4.2.4 Resultaten nieuwe onderzoeksgroepen

Aangezien de nieuwe onderzoeksgroepen pas in september 2020 van start gingen, kunnen we in dit verslag nog niet over behaalde resultaten rapporteren. Verschillende eerste ontwikkelingen zijn echter het vermelden waard.

Mediating Good Life

Onder leiding van de hoogleraren De Roest en Van den Toren is het onderzoeksprogramma Mediating Good Life (MGL) in het verslagjaar verder ontwikkeld. De centrale onderzoeksvraag is: ‘Wat dragen christelijke theologische perspectieven en praktijken met betrekking tot het concept van “het goede leven” bij aan een constructieve en kritische omgang met hedendaagse opvattingen over en praktijken van “goed leven” in kerk en samenleving?’ Het betreft een thematiek die van breed maatschappelijk en kerkelijk belang is en waaraan wij, vanuit onze eigen expertise en onderzoekstraditie, een cruciale bijdrage kunnen leveren. In andere academische disciplines blijft deze vraag veelal onderbelicht, terwijl vooronderstellingen over goed leven het maatschappelijk debat en veel academisch onderzoek wel degelijk bepalen.

Per 1 september gingen onze onderzoekers formeel aan de slag binnen het nieuwe onderzoek en werden er drie onderling samenhangende clusters geformeerd. Daarin wordt de hoofdvraag verder uitgewerkt rond ‘God and Morality’ (waarin het Moral Compass Project een plaats heeft en die focust op moraal als aspect van het goede leven, met speciale aandacht voor de vraag naar de betekenis van een transcendente moraal en goddelijke wet in een laatmoderne context), ‘Christ, Community and Care’ (met een focus op de betekenis van de wijze waarop de vele gezichten van Christus in de christelijke gemeenschap bron zijn van goed leven) en ‘Spirit and Matter’ (dat de relatie tussen de spirituele en materiële dimensie van goed leven en heil in kritisch gesprek met diverse dualismen onderzoekt).

Moving Identities

Onder leiding van prof. dr. A.B. Merz en prof. dr. H.E. Zorgdrager is het programma Moving Identities in het verslagjaar verder ontwikkeld. De centrale onderzoeksvraag is: ‘Hoe worden religieuze identiteiten gevormd, zowel in vroegere als in hedendaagse interculturele, mondiale samenlevingen, en hoe kunnen (inzichten in) deze processen bijdragen en vormgeven aan het streven naar een veerkrachtige en duurzame wereld?’ Het onderzoeksprogramma wordt gedragen door de overtuiging dat theologie op een eigen wijze kan en moet bijdragen aan de analyse van brandende maatschappelijke kwesties en aan het zoeken naar oplossingen. In een interdisciplinaire dialoog onderzoekt het programma ontwikkelingen van christelijke identiteit in heden en verleden. Uniek hierbij is het longue durée perspectief, met een oog voor concrete vragen naar christelijke en anderszins religieuze identiteiten in omgang met onder meer voedsel, gender, seksualiteit, migratie, slavernij, economische en sociale in/uitsluiting en de klimaatcrisis.

Op 1 september begon de formele samenwerking binnen de onderzoeksgroep. De hoofdvraag van het programma wordt nader uitgewerkt in projectgroepen (clusters of ‘wolken’) rond de thema’s ‘Bijbel en autobiografie’; ‘Performing Food Identities’; ‘Christianity and Law and Order’; ‘Sophia in East and West’; ‘Kerk en slavernijverleden’; ‘Kerk en Israël’; en ‘Building Character of Church Professionals’ (samen met onderzoekers uit Mediating Good Life).

De Initial Graduate School, een aanbeveling van de Visitatiecommissie in 2018, hebben we in het verslagjaar verder ontwikkeld. Het betreft een intensief programma van zes weken (15 ECTS) met als onderdelen research skills, research design en research management. Hierna krijgen studenten nog een aantal maanden de tijd om hun papers af te ronden en vervolgens een onderzoeksvoorstel te schrijven en ter beoordeling voor te leggen aan de Commissie Wetenschapsbeoefening en het College voor Promoties. Op grond van de eerste ervaringen is het programma geherstructureerd, waarbij de studenten afwisselend werken in plenaire colleges, seminars en peer groups. De samenwerking met de Theologische Universiteit Kampen (TUK) is geïntensiveerd. De TUK doet mee met een aantal studenten en levert twee van de zes docenten. Vanwege de beperkingen door de coronacrisis besloten we de cursus geheel online aan te bieden, waardoor studenten uit vier continenten mee konden doen. De ervaring met deze aanpak was redelijk goed, maar kon nog niet geheel worden geëvalueerd. Aan de Initial Graduate School deden zestien deelnemers uit twaalf verschillende landen mee.

In oktober 2020 werd een nieuw promotiereglement aangenomen, waarin de plaats van de vernieuwde Graduate School is vastgelegd. Bij de Graduate School stonden op de peildatum 31 december 2020 in totaal 69 promovendi ingeschreven: