RESOURCE - Nr. 02 2025 (NL)

Page 1


OKTOBER ❷⓿❷❺ JAARGANG ❷⓿

Bijen verklikken gebruik pesticiden

Grote renovatie bacheloronderwijs

Journalistiek platform over Wageningen University & Research

Straatintimidatie laait weer op

Populatie niet op peil

Commentaar: vaker staan achter onderzoekers

Ranking geeft dubbele signalen

Inhoud

Ingezonden: broodje (niet) Gelderse Vallei

Column Joshua Nieuw leiderschap, nieuw WUR? WUR-werkplaats:

Burgermeester over veiligheid, depressie en protest 20

Van twee kanten COP: zinloos of essentieel?

VOORWOORD

Onbeantwoord

Het protest was luid, het bestuur bleef uiteindelijk stil. Van een echte dialoog over WUR's banden met Israëlische instituten is het tot op de dag van vandaag niet gekomen. Het bestuur bleef en blijft verwijzen naar eerdere statements. Als kennisinstituut voelde het zich ongemakkelijk in de grote politieke wereld, zo leek het.

Veel makkelijker is dat in de eigen comfortzone van de wetenschap. Lees ons commentaar maar eens, op pagina 4. Over het wolvenonderzoek en de reactie van minister Rummenie op WUR­ onderzoek. Daar sloten de rijen direct: WUR staat achter haar werk. Ook in de klimaathoek bleek het geen punt om kleur te bekennen. Hoewel de meningen verschillen, gingen twee betrokken klimaatwetenschappers in Resource met elkaar in gesprek over de COP. Laat dat gesprek ook maar borrelen en bruisen; want de politiek zal onvoldoende stappen zetten voor een beter klimaat, vrees ik.

30

Keihard gezocht bestuursleden studenten- en studieverenigingen

Dit keer in Resource ook – uiteraard – een aardige portie politiek. Na vier jaar burgermeesterschap was het tijd om eens uitgebreid met Floor Vermeulen in gesprek te gaan (pagina 14). En op pagina 26 bespreken we de verkiezingskoorts en portretteren we twee collega’s die een stap wagen naar de Tweede Kamer.

Kortom: veel om wat van te vinden of gewoon om van te genieten (zie pagina 22, de werkplaats).

Verkiezingskoorts

Meanwhile in Frankrijk: protest!

Kijk voor meer verhalen en nieuws op onze website via deze QR-code:

Willem Andrée Hoofdredacteur

This is not a drill

Meer dan honderd teams deden vorige week woensdag mee aan de jaarlijkse grondboorwedstrijd van studievereniging Pyrus, ditmaal was het thema This is not a drill. Links en rechts van een platgetrapt weiland waren kleine veldjes waarop telkens twee teams het grondboor-duel aangingen. De groepen studenten waren verkleed als kikkers, bunny’s, brandweerlui, boeven of reptielen. De winst ging naar de ene helft van Huize Bibo – die in de finale de andere helft van Huize Bibo versloeg. De avond eindigde met veel moddergeworstel en onder luidkeels gezang van het verenigingslied van Pyrus: ‘Wij zijn helden, wij zijn Pyrus, samen gaan wij door het vuur.’

Commentaar Pal staan voor de wetenschap

Ruzietjes tussen onderzoekers en de opdrachtgever blijven meestal binnenskamers. Het jongste wolvenrapport van WUR is een uitzondering op die regel. Toen staatssecretaris Jean Rummenie de wolvenstudie onlangs naar de Tweede Kamer stuurde met de kwalificatie ‘onbruikbaar’, reageerde WUR als door een wesp gestoken. De studie brengt in kaart voor hoeveel wolven er ecologisch en juridisch ruimte is in ons land. Het antwoord, minimaal twee keer zoveel dan er al zijn, bevalt Rummenie niet. Hij kan er niks mee als hij wil ingrijpen om maatregelen te nemen tegen wolven. Strikt genomen heeft hij gelijk: het rapport is daarvoor onbruikbaar.

Die term schoot WUR evenwel in het verkeerde keelgat. ‘Dat de conclusies de staatssecretaris niet goed uitkomen, maakt ze niet minder waar’, liet de WUR-persvoorlichter boos weten. De onderzoekers hadden precies aan de opdracht voldaan. Oog voor maatschappelijk draagvlak maakte daar geen onderdeel van uit.

Dat gaf het ministerie in reactie ook ruiterlijk toe.

De relatie tussen onderzoekers en opdrachtgevers is delicaat.

Je bijt immers niet zomaar in de hand die je voedt. Onenigheid komt vaak bij toeval naar buiten. Zoals in 2021 toen WUR-ecologen een nieuwe methode presenteerden om de gevolgen van stikstof voor de natuur in kaart te brengen. Die methode was volgens de onderzoekers betrouwbaar.

Dat woord veranderde in de versie die de minister naar de Kamer stuurde in ‘plausibel’. Een nuanceverschil, waar achter de schermen een flink robbertje vechten met opdrachtgever LNV aan vooraf ging. De storm werd vervolgens op klassieke wijze geluwd: de onderzoekers kregen geld voor aanvullend onderzoek.

Waar de belangen groot zijn, wordt elk woord gewogen. Een studie (uit 2007) naar mogelijke gezondheidseffecten van biologisch voedsel bij kippen kreeg vijf jaar geleden alsnog een staartje. Onderzoeksprogramma Zembla legde de ruzie bloot tussen de onderzoekers over de conclusie of biologisch voer gezonder is. De ophef leidde ook hier tot nieuw onderzoek. De resultaten daarvan zijn in de loop van volgend jaar beschikbaar. Het akkefietje tussen Rummenie en WUR werd overigens ook opgelost met vervolgonderzoek. Niet door WUR, maar een externe derde partij. Pal staan voor de wetenschap heeft kennelijk een prijs. Dat WUR pal staat voor haar onderzoekers en de wetenschap is niet meer dan normaal. Dat het zo openlijk en in felle bewoordingen gebeurt is dat niet. Dat zou best vaker mogen als opdrachtgevers of andere belanghebbenden op oneigenlijke manier met resultaten aan de haal gaan.

Het commentaar verwoordt standpunten en analyses van de redactie. Het komt tot stand na een discussie tussen redactieleden.

Times-Higher-ranking geeft WUR dubbele signalen

Op de wereldranglijst van universiteiten van het tijdschrift Times Higher Education stijgt WUR van plek 67 naar 66. Daarmee is Wageningen van de Nederlandse universiteiten derde achter Delft en de Universiteit van Amsterdam.

Uit de achterliggende cijfers blijft dat het onderwijs bij WUR flink in de lift zit. Sinds 2018 is de waardering twaalf punten gestegen, tot een totaal van 58,6 van de maximaal 100 punten. Tegenover die gestage groei staat evenwel een neergang van zeven punten op de kwaliteit van het onderzoek. Dat is overigens nog steeds respectabel: van de maximale 100 punten haalt WUR er 90,4. Het verbeterde onderwijs redt dus de tanende prestaties op wetenschappelijk gebied. Bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara ziet in de cijfers ‘de eerste impact van de onderwijsbezuinigingen.’ ‘Bijna alle Nederlandse universiteiten dalen op de ranglijst. Er ontstaat echt schade aan de kennispositie van Nederland internationaal. De bezuinigingen moeten dus stoppen.’

Tegen de stroom

Tegelijkertijd is WUR nog steeds de derde Nederlandse universiteit op de ranglijst, ziet Heimovaara. ‘En dat we tegen de stroom in zelfs een plekje stijgen is een enorm compliment aan onze medewerkers. Specifiek het onderwijs(ondersteunend) personeel. De ranking voor onderzoek daalt weliswaar iets, maar de score is nog steeds ontzettend goed. Met de bezuinigingen in aantocht zullen we de komende jaren er met elkaar de schouders onder moeten zetten, om de kwaliteit zo goed mogelijk te bewaken.’

Van de twaalf Nederlandse universiteiten zakten er acht. Vorig jaar gaf eenzelfde aantal ook al terrein prijs. Het jaar ervoor waren dat er zeven. Volgens THE loopt de kwaliteit van het onderzoek aan Nederlandse universiteiten terug en worden publicaties over het algemeen minder vaak geciteerd. rk

De kwaliteit van het onderzoek bij WUR volgens de THE. Zie meer op Resource-online.nl

6105

Sportieve Ceres-leden hebben 6105 euro opgehaald met hun jaarlijkse ALS-loop. Deelnemers legden een parcours af van 6 of 10 kilometer rond de Wageningse Berg en haalden zo geld op voor stichting ALS. De studentenvereniging begon ooit met de loop nadat de dodelijke spierziekte bij een oud-lid werd geconstateerd. Ceres speelt met de gedachte om de hardloopwedstrijd open te gooien voor heel studerend Wageningen. lz

Straatintimidatie laait weer op

Recent zijn er op en rond de campus weer een aantal voorvallen geweest waarbij

WUR’ers zijn lastiggevallen door Wageningse jongeren. De daders hebben het voornamelijk gemunt op mensen met een Aziatisch uiterlijk, die werden bespuugd en racistische taal naar hun hoofd kregen.

WUR en de politie zijn op de hoogte van de incidenten, vertelt woordvoerder Jan-Willem Bol. Naast melding bij WURs Social Safety Contact Point is het zaak is om altijd aangifte te doen, benadrukt hij. Dat kan online via politie.nl, en ook in het Engels. ‘Dat is cruciaal voor de opsporing, wat een politietaak is. Soms kan WUR daarbij helpen bij door camerabeelden te delen.’ Ondertussen heeft de gemeente Wageningen ook een meldpunt geopend voor straatintimidatie. me

Lees verder op resource-online.nl

Grote renovatie bacheloronderwijs

Het aanbod Wageningse bacheloropleidingen moet de komende jaren flink op de schop, vindt de raad van bestuur.

‘We gaan kijken hoe we bacheloropleidingen kunnen samenvoegen of opnieuw vormgeven’

Een van de meest in het oog springende plannen is om van de huidige 21 opleidingen – die soms overlap hebben met elkaar en elkaar beconcurreren om dezelfde studenten – terug te gaan naar 12 tot 16 bredere opleidingen, waarbinnen studenten zich kunnen specialiseren. Ook lijkt het doek te vallen voor de opleidingen Tourism en Communicatie & Life Sciences. Aan beide opleidingen begonnen de afgelopen jaren telkens minder dan 25 nieuwe studenten.

De plannen komen van de werkgroep Portfolioanalyse. Die onderzocht hoe het Wageningse bacheloronderwijs overeind kan blijven in tijden van dalende studentenaantallen, stijgende concurrentie van

andere universiteiten en een toenemende druk op de onderwijsfinanciering. De raad van bestuur onderschrijft de conclusies van de werkgroep, zegt onderwijsdecaan Dick de Ridder. ‘We gaan de plannen uit hun adviesrapport uitwerken en kijken hoe we bacheloropleidingen kunnen samenvoegen of opnieuw vormgeven.’

Vijf hoofdrichtingen

Het plan is om alle opleidingen te verdelen over vijf hoofdrichtingen (‘subsets’): Biological Sciences; Food Nutrition and Health; Earth and Environmental Sciences; Technology and Engineering; en Sustainable Transitions for Society and Business. ‘Elke opleiding past bij een of meer subsets’, vertelt De Ridder. ‘We gaan subset voor subset met alle betrokken opleidingen verkennen hoe we tot bredere opleidingen kunnen komen.’ Een stuurgroep begeleidt dit proces. Met de huidige overheidsfinanciering moeten opleidingen volgens het rapport minimaal 63 studenten aantrekken om quitte te spelen. Vorig collegejaar begon-

nen er gemiddeld 67 studenten per Wageningse bacheloropleiding, maar bij sommige opleidingen ligt die instroom al jaren fors lager. Ter vergelijking: landelijk ligt de gemiddelde instroom bij bacheloropleidingen rond de 140. ‘We willen toe naar minder opleidingen die sterker, breder en toekomstbestendig zijn’, zegt De Ridder. Daarbij wordt gemikt op een minimale instroom van 80 nieuwe studenten per opleiding per jaar. lz

Zie pagina 24 voor reacties op de plannen.

Meer lezen over de plannen?

Scan de QR-code

ingezonden brief

Broodje niet uit de Gelderse Vallei

In navolging van onder meer Utrecht en Nijmegen krijgt ook Wageningen een eigen broodje met lokaal geproduceerde, duurzame ingrediënten: Broodje Gelderse Vallei. Zo begint een artikel op de website van Resource. Mooi initiatief totdat je verder leest en je je realiseert dat er vrijwel geen enkel ingrediënt uit de Gelderse Vallei komt. Zelfs de eieren niet! En dat in de pluimveeregio van Nederland, met ook meer dan genoeg biologische pluimveehouderijen (ik ben net nog langs een bedrijf gefietst op weg naar de campus). De ingrediënten komen overal uit Gelderland zoals de Achterhoek, De Ooipolder, De Betuwe en Land van Maas en Waal. Een paar van die bedrijven ken ik en zijn koplopers op het gebied van duurzaam­

heid maar ze zitten dus niet in de Gelderse Vallei. Een eerlijker naam zou zijn Broodje Gelderland (naar analogie van het al langer bestaande broodje Utrecht). Nog eerlijker zou zijn‘broodje Gelderland en de rest van Nederland’ want het vlees komt uit Utrecht en de biologische kaas uit Nederland. Waarom toch? De beste biologische kaas komt uit de Gelderse Vallei.

Waarom maak me hier zo druk om? Een belangrijke reden om met lokale producten te werken is om lokale boeren de kans te geven hun productie te verduurzamen. De Gelderse Vallei, de achtertuin van WUR, staat voor een grote transitieopgave. Van intensieve veehouderij naar een meer natuurinclusieve wijze van

Advertentie

produceren. Daar zijn al een aantal producenten mee bezig maar ze hebben het moeilijk. Hoe vinden ze (lokale) afnemers voor hun producten die bereid zijn een (geringe) meerprijs te betalen? Door zulke producten in het broodje op te nemen, help je niet alleen de producenten maar help je ook nieuwe regionale ketens bouwen waar ook andere initiatieven van kunnen profiteren. Zo versterk je elkaar. Een broodje met lokaal geproduceerde, duurzame ingrediënten. Wie kan daar tegen zijn? Ik zeker niet maar laten we er dan wel een echt broodje Gelderse Vallei van maken.

Marcel Vijn, Onderzoeker Landbouw & Samenleving

Voeding maakt verschil bij nachtdiensten

Wie nachtwerk of ploegendiensten doet, wijkt af van het traditionele slaap-waakritme. Dat verstoort je interne biologische klok, met negatieve gevolgen voor de gezondheid. Promovendus Perdana Suyoto (Humane Voeding en Gezondheid) onderzocht of en hoe voeding bescherming kan bieden tegen deze verstoringen. Hij promoveerde begin september.

Tekst Dominique Vrouwenvelder

Elk menselijk lichaam heeft een interne biologische klok die staat afgesteld op een 24-uurscyclus. Biologische processen – zoals je glucosehuishouding – werken sneller overdag dan ‘s nachts omdat je dan in principe slaapt. Wordt deze biologische klok, het zogenoemde circadiaanse ritme, langdurig verstoord – bijvoorbeeld door nachtdiensten – dan stijgt het risico op obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten. Het lijf moet dan namelijk op volgens de biologische klok vreemde tijden ineens toch hard werken om de bloedsuikerspiegel in balans te houden na een maaltijd. Voeding kan deze gezondheidsrisico’s deels beperken.

Suyoto: ‘Het gaat niet alleen om wat je eet, maar ook om hoeveel en wanneer.’

Verpleegkundigen

Suyoto onderzocht vrouwelijke verpleegkundigen die nachtdiensten draaien in het ziekenhuis. Hij liet hen nul, één of drie maaltijden eten met een hoge of lage glycemische index, dat wil zeggen met snelle of langzame suikers, zoals aardappelen, witbrood en cornflakes (snel) en zuivel, peulvruchten en fruit (langzaam). ‘Maaltijden met een hoge glycemische index veroorzaakten flinke bloedsuikerschommelingen, ongeacht het aantal maaltijden. Dat zagen we niet alleen tijdens de nachtdienst, maar ook de ochtend erna.’ Bij de lage glycemische index verdwenen die schommelingen. ‘Dit laat zien dat het type maaltijd belangrijker is dan de frequentie. Maaltijden met een lage glycemische index zijn een goed alternatief voor vasten tijdens nachtdiensten.’

Daarnaast ontdekte Suyoto dat deze

bloedsuikerschommelingen de alertheid verminderden. ‘Om alert te blijven, is het belangrijk hoge bloedsuikerpieken te vermijden, blijkt uit deze resultaten. Maaltijden met een hoge glycemische index kun je

‘Om alert te blijven, is het belangrijk hoge bloedsuikerpieken te vermijden’

tijdens nachtdiensten beter laten staan.’ Ook zonder nachtdiensten kan de biologische klok uit balans raken. Dat kan al gebeuren door veranderingen in slaaptijden, zoals bij een sociale jetlag: wanneer iemands sociale verplichtingen niet overeenkomen met diens natuurlijke ritme. Sociale jetlag is het verschil tussen de slaaptijden op werkdagen en vrije dagen. ‘Dat is het geval bij avondmensen die vroeg

moeten opstaan voor college of werk. Hoe groter het verschil tussen slaap-waaktijden op werkdagen en vrije dagen, hoe groter de sociale jetlag.’

Een hoge sociale jetlag – van meer dan twee uur – vergroot het risico op diabetes type 2 met 45 procent. Dit heeft deels te maken met voeding, zag Suyoto. ‘Mensen met een hoge sociale jetlag eten ongezonder: meer alcohol, suikerhoudende dranken en bewerkt eten. Hun hogere vet- en suikerinname vergroot het risico op diabetes, terwijl plantaardige eiwitten juist beschermen.’

Verstoringen van het circadiaanse ritme leiden tot een ontregelde glucosehuishouding en een hogere kans op type 2 diabetes. ‘Het goede nieuws is dat je met de juiste voeding de schommelingen in de bloedsuikerspiegel als gevolg van verstoringen van het circadiaanse ritme kunt beheersen.’

Foto Shutterstock

Falen & opstaan

Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Adriaan Mels, leerstoelhouder Water Technology and Metropolitan Solutions.

Tekst Nicole van ’t Wout Hofland  Illustratie Stijn Schreven

‘Sinds dit jaar ben ik leerstoelhouder bij Milieutechnologie en coördineer ik een onderzoeksgroep. Leidinggeven aan professionals heb ik echt moeten leren, met de nodige faalmomenten onderweg. Mijn eerste leidinggevende functie, jaren geleden, was een grote stap: van collega in een klein, gelijkwaardig team naar leidinggevende van datzelfde team. Als onderdeel van het management moest ik besluiten uit het directieteam verdedigen, maar tegelijkertijd voelde ik loyaliteit naar mijn vroegere collega’s. Ik zat klem tussen mijn team en het management.

‘Dat bleek bijvoorbeeld toen we als management besloten de arbeidsvoorwaarden te herzien. Individuele afspraken werden vervangen door een uniform beleid. Toen ik mijn team inlichtte, stuitte ik op flink wat weerstand. Niet verrassend, want op de lange termijn gingen sommige teamleden erop achteruit. Uit begrip voor hun situatie suggereerde ik dat er misschien uitzonderingen mogelijk waren. Dat was een misser. Het ging in tegen de beslissing die we als directie genomen hadden en dus kon ik die belofte niet waarmaken. Uiteindelijk moest ik mijn team tóch teleurstellen. Het vertrouwen in mij als leidinggeven-

de kreeg daarmee een knauw.

‘Iets soortgelijks speelde bij de invoering van een nieuw ict-systeem. Ook toen ging ik te ver mee in de bezwaren van mijn team, terwijl de beslissing al genomen was. Die situaties bestempel ik echt als falen. Ik gaf geen duidelijke koers; noch binnen mijn team, noch binnen het management.

‘Uiteindelijk moest ik mijn team tóch teleurstellen. Het vertrouwen in mij als leidinggevende kreeg daarmee een knauw.’

Pas later leerde ik via een cursus hoe je als leidinggevende omgaat met weerstand. Geef ruimte aan emoties, maar blijf wel consequent in je standpunt. Bovendien is het belangrijk je mensen vroegtijdig te betrekken bij beslissingen, zodat er draagvlak ontstaat. Die lessen gebruik ik nog steeds. Ik plan tijd in voor een-op-een-gesprekken en hecht waarde aan open communicatie en duidelijke afspraken met mijn team. Wat ik toen verkeerd deed, helpt me nu een betere leidinggevende te zijn.’

Bijen verklikken gebruik pesticiden

Onbedoeld verzamelen bijen op hun vlucht allerlei materiaal. Pesticiden bijvoorbeeld die blijven kleven aan hun lijf. Daarmee zijn het potentieel goede biomonitoren. Een studie met bijenhouders in alle EU-landen laat zien dat dat prima werkt.

De methode komt erop neer dat strips van hard plastic worden opgehangen in de korf. De strips zijn voorzien van een laagje tenax dat vluchtige stoffen bindt. Aan de proef deden 315 bijenhouders uit de 27 EU­landen mee. De bijenkasten werden in 2023 een hele zomer bemonsterd en op ruim 400 verschillende pesticiden gescreend. Daarvan werden er in totaal 188 aangetroffen. Geen van de strips was zonder pesticide.

Dat de bijen zoveel stoffen meevoerden is op zichzelf niet verwonderlijk, zegt onderzoeker Ivo Roessink. ‘Als een bij op een landbouwgewas vliegt dat net een behandeling heeft gehad met een gewasbeschermingsmiddel, is het natuurlijk niet gek dat je dat ook terug vindt. Voor een groot deel matchen de middelen met landbouwkundig gebruik.’

Verboden

Maar dat was lang niet altijd het geval. In één op de drie kasten Europabreed werd de bijenkiller imidacloprid aangetroffen. Het gebruik daarvan is, op uitzonderingen na, al tien jaar geleden verboden voor gebruik in teelt in de volle­grond. In één op de vijf kasten werden verboden insecticiden zoals thiacloprid en chlorpyrifos aangetroffen.

De bijenmonitor laat zien of een pesticide aanwezig is, maar niet in welke concentratie. Roessink: ‘Je meet alleen een hoeveelheid stof per strip. Die stof wordt langsgebracht vanuit de hele omgeving, door enkele of misschien wel duizenden bijen. Hoe groot de blootstelling in de omgeving is kun je hier niet uit afleiden. De monitor levert kwalitatieve informatie die aanvullend kan zijn aan bestaande monitoringsprojecten.’ rk

Omvang, omvang, omvang

Bijen, vlinders en andere bestuivers hebben het zwaar in door landbouw gedomineerd landschap. Het verbeteren van dat landschap met meer bloemen kan helpen. Maar die kwaliteitsslag zet veel minder zoden aan de dijk dan gedacht. Bestuivers hebben vooral baat bij meer leefgebied.

Dat is de kern van een internationale studie onder leiding van WUR, die onlangs is verschenen in Science. ‘Omvang, omvang ,omvang, is kortgezegd de boodschap’, zegt hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer David Kleijn. ‘Investeer in de omvang van de habitat. Investeren in de kwaliteit is geen short-cut als de vereiste omvang er niet is.’

In het artikel worden de effecten becijfert van omvang en kwaliteit van half­natuurlijke habitats op de aantallen bestuivers.

Half­natuurlijke habitats zijn niet­productieve stukken land in agrarisch gebied,

‘Maatregelen op boerenland die de kwaliteit voor bestuivers verbeteren, kun je eigenlijk vergeten’

zoals slootkanten, houtwallen, heggen en bosjes. ‘Bij vergelijking van habitats meten we doorgaans verschillen in dichtheden van insecten’, licht Kleijn toe. ‘De omvang van zo’n leefomgeving blijft daarbij buiten beschouwing. Dat is een omissie.’

In zijn groep werd daarom een statistische

methode ontwikkeld die de effecten van omvang en kwaliteit van habitats op insecten van elkaar onderscheidt. Het rekenwerk laat zien welke van beide belangrijker is voor de populatieomvang van insecten. De methode werd vervolgens toegepast op datasets wereldwijd.

Omslagpunt

Het resultaat is een eye­opener voor natuurbeheerders. De afmeting van een leefgebied doet er veel meer toe dan gedacht. Tot een bepaald omslagpunt is bereikt, waarboven de kwaliteit van het gebied belangrijker wordt. Maar het is niet one-size-fits-all; voor elke groep bestuivers ligt dat omslagpunt anders.

Voor solitaire bijen bijvoorbeeld ligt het omslagpunt op 16 procent van het landschap. Boven die omvang aan half­natuurlijk landschap tikt kwaliteit meer aan dan omvang. Bij zweefvliegen is dat omslagpunt al bij ruim 5 procent bereikt. Vlinders zijn het ‘gevoeligst’ voor omvang. Hun omslagpunt ligt op 37 procent half­natuurlijk landschap.

Het omslagpunt voor vlinders wordt in agrarisch gebied nooit gehaald. Dat betekent volgens Kleijn overigens niet dat

vlinders in agrarisch gebied geen bestaansrecht hebben. Kleijn: ‘Ook voor vlinders geldt: meer habitat is meer vlinders. Maar de kwaliteit van die habitat vergroten, heeft pas zin als er veel habitat is.’

Belangrijke bestuiver

Kleijn is zelf ook verrast door de resultaten. ‘Dit onderzoek laat zien dat het effect van kwaliteitsverbetering beperkt is als de omvang van het gebied onder het omslagpunt ligt. Maatregelen op boerenland die de kwaliteit voor bestuivers verbeteren, kun je eigenlijk vergeten. Maatregelen zoals kruidenrijk grasland op melkveebedrijven of meer gewasdiversiteit op akkerbouwbedrijven zijn een stuk minder effectief dan simpelweg een beetje meer ruimte voor de natuur reserveren en boeren daarvoor te compenseren.’

Een belangrijke bijsluiter is wel dat de omslagpunten niks zeggen over hoeveel bestuiversvriendelijk landschap nodig is. Kleijn: ‘Wij geven aan tot welke omvang het loont om te investeren in meer oppervlak. We geven omslagpunten, geen absolute ondergrenzen van wat nodig is. Dat laatste hangt af van hoeveel bestuivers je uiteindelijk wilt hebben.’

Een akkerhommel doet zich tegoed aan een blauwe knoop.

proefschriften

Gemengd bedrijf

in 't kort

Zijn gemengde bedrijven (vee, gewas en boslandbouw) in Europa beter voor het milieu dan intensieve landbouw? Zijn ze beter bestand tegen extreem weer? Nou nee, laat onderzoek van de Brit Guy Low zien. Boeren die van vee naar gemengd overstappen doen het economisch gezien zelfs minder goed dan voorheen. Beide bedrijfsstijlen hebben evenveel te lijden van extreme droogte. Dat kan evenwel anders uitpakken, zegt Low, als de milieu­ en ecologische voordelen van het gemengde bedrijf beter worden verwaard rk

Perspectives on the Economic Performance of Mixed Farming and Agroforestry Systems in Europe. Guy Low Promotor Miranda Meuwissen

Zelf doen

Kinderen (3­7 jaar) eten de helft meer groente als ze kunnen kiezen uit meerdere groenten. Ze eten ook (iets) meer groente als ze dat zelf mogen beslissen en er geen ouderdwang is. Dat laat onderzoek van Femke de Gooijer zien. Zij ontwikkelde daarvoor een snackbox. Het apparaatje, een soort weegschaaltje, meet nauwkeurig eetgedrag. De snackbox vervangt de vaak onnauwkeurige zelfrapportages bij voedingsonderzoek. rk

From Self-report to Sensors. Femke de Gooijer Promotor Edith Feskens

DE STEL LING

Promovendi lichten hun meest prikkelende stelling toe. Deze keer is dat Maaike Besteman, die op 11 september promoveerde. Haar onderzoek gaat over syntrofe interacties tussen vetzuurafbrekende bacteriën en methaanproducerende archaea in anaerobe digestiesystemen.

Tekst Ning Fan

Plastic afbreken

Plastics in alle soorten en maten komen in het milieu terecht. Zijn er micro ­ organismen die deze plastics kunnen afbreken? De Braziliaan Davi Munhoz probeerde tal van bacteriën uit, alleen of in combinatie, onder diverse omstandigheden en in verschillende bodems. Het resultaat houdt niet over. Afbraak komt bovendien vaak neer op versnippering van plastic in kleinere stukjes. Voorkomen is beter dan genezen, is dan ook zijn conclusie. rk

Piece by piece, plastics in soil

ecosystems Davi R. Munhoz Promotor Violette Geissen

‘Wetenschap en zuurdesem bakken vragen allebei om creativiteit en een persoonlijke, flexibele aanpak’

‘In het vierde jaar van mijn promotieonderzoek kreeg ik een zuurdesemstarter van een collega. Sindsdien ben ik in de ban van het bakken van zuurdesembrood. Het is lastig onder de knie te krijgen, deels omdat de fermentatie door een mix van bacteriën en gisten wordt gedaan. Er zijn eindeloos veel recepten en handleidingen, maar echt leren doe je door te oefenen. Je moet het deeg leren lezen, weten wanneer je het moet aanpassen en hoe. En zo kwam ik op het verband met wetenschap. Tijdens mijn promotieonderzoek werkte ik met micro-organismen die moeilijk te kweken zijn. Mijn experimenten waren vallen en opstaan en leren aanvoelen wat een microbiologische cultuur nodig heeft. Hetzelfde ervoer ik bij het bakken met zuurdesem. Mijn eerste broden waren eigenlijk oneetbaar, maar door te blijven oefenen leerde ik geleidelijk aan

hoe ik het deeg moest behandelen. Bakken is ook een kwestie van plannen, want een brood bakken kan wel twee dagen in beslag nemen. Net als bij een uitgebreide laboratoriumproef moet je je tijd goed indelen en wachten op de resultaten. En soms mislukt het en moet je opnieuw beginnen. Maar ik kan echt trots zijn op een goed gelukt brood. Bakken is ook een creatieve bezigheid. Door noten, zaden of kaas toe te voegen, verandert het deeg en moet je nadenken over aanpassingen. Net als in de wetenschap is brood bakken een proces van proberen en optimaliseren.

Brood bakken is voor mij een manier om te ontstressen en even weg te zijn van mijn computer. Het enige probleem is dat ik vaak te veel brood bak, maar gelukkig vinden mijn collega's, vrienden en familie dat helemaal niet erg!’

COLUMN

Nieuwe leiders, nieuwe WUR?

Het afgelopen jaar hebben we een wisseling van de wacht meegemaakt met nieuwe leiders: een nieuwe rector, een nieuwe projectleider voor de AID, een nieuwe decaan en binnenkort een nieuw lid van de raad van bestuur die verantwoordelijk wordt voor de portemonnee van WUR. En dan zijn er nog allerlei andere benoemingen bij afdelingen die stilletjes hebben plaatsgevonden en uit de schijnwerpers bleven. Wat betekenen deze leiderschapswisselingen? Openen ze de deuren voor progressieve verandering of versterken ze alleen maar de status quo?

‘Helaas was er geen enkele vraag over de oneerlijke en ongelijke beloning van promovendi zonder contract’

Ik heb met plezier samengewerkt met veel van de leiders die nu zijn opgevolgd en ik zag van dichtbij hun toegewijde visie op progressieve en verantwoorde verandering. Helaas heb ik weinig contact gehad met het bureau van de onderzoeksdirecteur – een situatie die moeilijk uit te leggen is. Misschien zorgt de eenzijdige focus op het verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie van onderzoek, in combinatie met vertragingen bij het aanpakken van de ongelijke beloning van promovendi, voor een onwelkome omgeving voor studenten, waardoor de toegankelijkheid ervan verder

Joshua Wambugu

wordt beperkt. Deze kloof komt duidelijk naar voren in de recente WUR 2025 PhD-enquête. Helaas was er geen enkele vraag over de oneerlijke en ongelijke beloning van promovendi zonder contract. In plaats daarvan richtte de enquête zich op procedures, de onderzoeksomgeving, de relevantie en rol van graduate schools, begeleiding en daarmee samenhangende uitdagingen. Hoewel de anonieme gegevens zullen worden geanalyseerd en de informatie zal worden gebruikt om het WUR-promotieprogramma te verbeteren, blijven de echte en diepere structurele problemen onaangeroerd en worden ze verre van opgenomen in een kritische agenda. Er is weliswaar een wisseling van de wacht geweest, maar als de WUR zich echt inzet voor het tot stand brengen van verantwoorde veranderingen, dan moet de leiderschapsoverdracht gepaard gaan met een oprechte betrokkenheid bij degenen die het meest worden getroffen – met name PhD-studenten die te maken hebben met systemische uitdagingen. De verwachte verandering moet meer zijn dan een symbolisch; ze moet inclusief, responsief en realistisch zijn. Zonder dat blijft de status quo de orde van de dag.

Joshua Wambugu (41) uit Kenia is promovendus bij de leerstoelgroepen Marine Animal Ecology en Environmental Policy. Hij is social safety guide en houdt van koken, wandelen en vogels kijken.

LEVEN MET DE WOLF

Er kunnen nog veel meer wolven bij. Dat moet zelfs, want de populatie is nog niet op peil.

Het gros van de Nederlanders heeft buiten de dierentuin nog nooit een wolf gezien. En dat zal waarschijnlijk zo blijven ook. Wolven zijn schuwe dieren en jagen ’s nachts. Volgens de jongste telling zijn er dertien roedels en meer dan honderd wolven in ons land, de spreekwoordelijke lonesome wolves meegerekend.

De aandacht voor de wolf daarentegen is enorm. Wolven die problemen veroorzaken, wakkeren maatschappelijke onrust aan en doen de roep om maatregelen toenemen. Die ruimte is evenwel beperkt, blijkt uit een recent advies van de Raad van State. Ingrijpen is lastig zolang de populatie wolven nog niet ‘in gunstige staat van instandhouding’ is. In gewoon Nederlands: de populatie moet eerst op orde zijn.

Wat dat betekent, laat het pas verschenen rapport Gunstige referentiewaarden voor de wolf in Nederland zien. In dit stuk van hoofdauteur Fabrice Ottburg, onderzoeker bij Dierecologie, wordt aangegeven hoeveel wolven er in Nederland volgens Europese regelgeving minimaal

aanwezig zouden moeten zijn, om aan die gunstige staat van instandhouding te voldoen. Om meteen met de deur in huis te vallen: dat zijn minimaal twee keer zoveel roedels wolven als nu.

Duitse wolven

Op de cover van het wolvenrapport dartelen drie jonge welpen. Dat is niet toevallig, zegt Ottburg. ‘Dit rapport gaat over de gunstige referentiewaarden voor de wolf, dus voor hoeveel wolven er ruimte is. Jonge wolven symboliseren die groei.’ Dat er nog flink wat ruimte voor groei is, is overigens niet nieuw. WUR­ onderzoekers becijferden anderhalf jaar geleden al dat het Nederlandse landschap in principe geschikt is voor 23 tot 56 roedels.

‘Onder de 50 roedels gaat ten koste van de duurzaamheid van de populatie’

Aan die aantallen ligt een modelstudie ten grondslag, gebaseerd op het aanwezige landschap en kennis van territoriumgrootte van gezenderde Duitse wolven. Dat moet wel, want historische gegevens zijn niet beschikbaar. De ruime spreiding in de aantallen weerspiegelen een strenge (23 roedels) of soepele (56) rekenmethode, afhankelijk van hoe kieskeurig de wolf is qua leefgebied. Met vijf wolven per roedel gaat het dan om 115 tot 280 wolven, de rondzwervende exemplaren niet meegerekend. Die 23 tot 56 roedels zijn op zichzelf bij lange na niet voldoende voor een duurzame populatie wolven. Daarvoor zijn theoretisch minimaal 500 roedels nodig, legt Ottburg uit. ‘Dat is wat genetisch nodig is, zodat de kans op uitsterven de komende honderd jaar minder dan vijf procent is.’ Wie nu de schrik om het hart slaat: die 500 roedels betreft de hele Centraal­Europese populatie wolven, waarvan die in ons land deel uitmaken. Het gaat hier om de wolven in oostelijk Polen, Duitsland, Denemarken, België, Luxemburg en Tsjechië. Van die 500 roedels hebben zich er al 322 gevestigd, waarvan verreweg de meeste (209) in Duitsland. Dat laatste is niet verwonderlijk. Als groot en bosrijk land heeft Duitsland ecologisch gezien ruimte voor 700 tot 1400 roedels, ruim voldoende voor een zelfstandige duur­

Tekst Roelof Kleis

zame populatie. Dat roept de vraag op of de andere landen dan misschien met wat minder wolven toekunnen? ‘Nee’, zegt Ottburg. ‘Zo werkt dat niet. Elke lidstaat is verplicht zelf een gunstige referentiewaarde vast te stellen en daaraan te voldoen.’

Uitgangspunt daarbij is dat Nederland als klein land van die 500 roedels er 23 tot 56 voor zijn rekening neemt. Voor een genetisch effectieve populatie zijn volgens Ottburg 50 roedels het minimum. ‘Als je daaronder komt, gaat dat ten koste van de duurzaamheid van de populatie als geheel. Als de overheid evenwel 23 roedels genoeg vindt, dan moeten andere lidstaten meer roedels herbergen. Dat kan, maar daar moet je dan over in gesprek met die landen.’

Sterke groei

De val van de muur in 1989 maakte de weg vrij voor de wolf. Tot die tijd stonden Poolse wolven voor een dicht hek. Daarna ging het snel. Begin jaren ‘90

‘Onbruikbaar’

Het wolvenrapport leidde tot een korte ruzie tussen WUR en BBB-staatsecretaris Jean Rummenie van opdrachtgever LVVN. Die deed het rapport af als ‘onbruikbaar’. Hij miste de economische en maatschappelijke gevolgen van een groeiend aantal wolven in ons land. WUR reageerde ongemeen fel op die diskwalificatie. De opdracht was juist om de studie te beperken tot de ecologie en de jurisdictie. In een aanvullend onderzoek – niet door WUR – wordt nu op die ontbrekende aspecten ingegaan. WUR doet voor LVVN daarnaast onderzoek naar de economische gevolgen voor de agrarische en toeristische sector. Daarna is de politiek aan zet om keuzes te maken ten aanzien van het aantal wolven dat Nederland aankan.

vestigde het dier zich in Duitsland. In 2015 werd de eerste wolf in Nederland gesignaleerd. Inmiddels telt ons land 13 roedels en dat aantal groeit. ‘Dat het zo hard zou gaan, had niemand gedacht toen we in 2013 met het Vakblad Natuur Bos Landschap een special maakten

over de wolf’, kijkt Ottburg terug. ‘Op dat moment was er nog geen wolf in ons land. Maar we zagen wel dat­ie eraan kwam. Waar dit naartoe gaat is heel interessant om te volgen. Het is alleen jammer dat alles rond de wolf zo gepolariseerd is. De wolf gaat niet meer weg, we zullen moeten leren samenleven met de wolf, zonder dat­ie zoveel schade toebrengt aan landbouwhuisdieren. Maar niemand weet precies hoe je dat doet. Het onderzoek daarnaar zou meer de diepte in moeten.’ ■

Illustratie Valerie Geelen

‘Als studenten me uitnodigen, probeer ik altijd te komen’

Er waren wel wat gefronste wenkbrauwen toen hij aantrad: een VVD’er als burgemeester van het linkse Wageningen? Maar door altijd en overal enthousiast op te komen dagen, groeide Floor Vermeulen al snel uit tot een vertrouwd gezicht in de stad. Hij protesteert mee tegen de onderwijsbezuinigingen van kabinet-Schoof en vraagt aandacht voor jongerenwelzijn. Een gesprek over veiligheid op straat, het taboe rondom depressie en zijn socialistische familiegeschiedenis. Tekst Luuk Zegers  Foto’s Duncan de Fey

In juni 2021 begon Floor Vermeulen op 36­jarige leeftijd aan zijn eerste ambtstermijn als burgemeester van Wageningen. In augustus van dat jaar volgde zijn eerste echte kennismaking met de WUR­student: de AID ­introductieweek. ‘Bij de AID heet ik nieuwe studenten welkom in Wageningen. Dat doe ik altijd samen met de rector. Een kans voor mij om iedereen even in de ogen te kijken. Superleuk, omdat je bijna iedereen later wel weer tegenkomt in de stad, zeker als ze hier een bachelor en een master doen.’

Tijdens dat welkom heten roept Vermeulen studenten steevast op om actief mee te doen. ‘Wees niet alleen bezoeker, maar word onderdeel van de stad. Veel studenten doen dat ook, met projecten zoals Oma’s Soep, waar studenten en senioren samen soep koken en spelletjes spelen, door te helpen bij een sportdag voor mensen met een beperking of door vrijwilligerswerk te doen op Bevrijdingsdag.’

FLOOR VERMEULEN

1984 Geboren te Boskoop

2004-2007 bachelor Politicologie, Leiden

2007-2015 lid Provinciale Staten

2015-2021 Gedeputeerde voor provincie Zuid Holland

2021-heden Burgemeester van Wageningen

Andersom probeert Vermeulen zich ook in te zetten voor de Wageningse student. ‘Als studenten iets organiseren, verenigingen een pand willen verduurzamen of als er een keer iets te vieren is en ze me uitnodigen, probeer ik altijd te komen. Dat is soms lastig voor de work-life balance en leidt bij mijn secretariaat weleens tot hoofdpijn, maar goed.’

Wat voor student was jij zelf eigenlijk?

‘Mijn bachelor Politicologie in Leiden heb ik keurig nominaal gehaald en ik deed er allerlei dingen naast zoals de opleidingscommissie en de faculteitsraad. Daarna ben ik enorm verzand in de master. Die heb ik ook nooit afgerond. Een klassiek verhaal: wél alle vakken gehaald maar nooit m’n scriptie ingeleverd. Op dat moment was ik al fractievoorzitter van de Provinciale Staten, dus ik had er gewoon geen tijd meer voor.’

Je werd burgemeester toen je 36 was en daarvoor was je al veertien jaar actief in de provinciale politiek. Je was er vroeg bij. Hoe kwam dat?

‘Ik kom uit een politiek geïnteresseerde omgeving. Mijn vader was een van de eerste boomkwekers die meedeed aan Milieu Project Sierteelt, waarbij ze probeerden om de milieu­impact van de sector te verminderen door te werken met natuurlijke bestrijdingsmiddelen zoals sluipwespen. Mijn moeder was onderwijzeres. Zij was actief voor de PSP, een voorloper van GroenLinks. In het gezin van mijn oma waren ze aanhanger van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de eerste anarchist in de Nederlandse politiek. Oma was mijn grootste fan: ze zou

nóóit op mijn partij hebben gestemd, maar ze stemde wel op mij als ik op de lijst stond. Toen ik gedeputeerde werd van de provincie Zuid­Holland, heb ik een beeldje van Nieuwenhuis gekocht als aandenken. Dat staat nog steeds in mijn werkkamer en houdt in de gaten of ik de socialistische familiegeschiedenis niet vergeet.’

Hoe ben je met zo’n achtergrond bij de VVD uitgekomen?

‘Toen ik jong was, heb ik veel gelezen over het liberalisme, dat veel nadruk legt op vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu. Even heel open: mijn vader is overleden toen ik elf was. Omdat mijn ouders niet getrouwd waren, kregen we geen weduwe ­ of wezenpensioen. Een maand later hebben ze die wet aangepast – en terecht – maar wij moesten het als gezin zelf zien te rooien. We hebben er met z’n drieën de schouders onder gezet en dat is gelukt. Er is bij mij toen een diepe overtuiging ontstaan dat je in het leven uiteindelijk je eigen boontjes moet zien te doppen.’

‘Als ik de sterflats zie, voelt dat als thuiskomen’

Je hebt bijna je hele leven in Boskoop, ZuidHolland gewoond. Inmiddels ben je ruim vier jaar burgemeester van Wageningen. Voel je je al een beetje thuis?

‘Zeker. Als ik vanuit Ede Wageningen binnenrijd en ik zie de sterflats en de campus, dan is dat thuiskomen. De stad heeft alles: een bioscoop en theater, twee keer in de week markt, fijne winkels, gezellige cafés en veel vrijwilligers die de stad draaiende houden. Er is een grote doorloop – tien procent van de inwoners ververst ieder jaar – maar desondanks is er gemeenschapsgevoel. Dat kan alleen als men openstaat voor elkaar.’

‘Grote innovaties uit het verleden zijn niet door bezuinigingen tot stand gekomen’

De laatste tijd is er landelijk veel aandacht voor veiligheid op straat. Ook in Wageningen is dat een thema. Vorig jaar werd een promovendus op de campus mishandeld, waarna internationale studenten aangaven zich niet veilig te voelen in Wageningen. Ook recent zijn er weer geluiden van straatintimidatie (zie pagina 5).

‘Schandalig. Gelukkig zijn er drie mensen opgepakt voor die mishandeling, waarvan twee ook echt zijn veroordeeld (de derde verdachte was minderjarig en is vrijgesproken

door de kinderrechter, red.). Dat laat zien dat daders er niet mee wegkomen: ze krijgen straf én een strafblad. Wel vind ik dat slachtoffers vaak te lang moeten wachten op een uitspraak. Er zijn te weinig rechters, rechercheurs en officieren van justitie. Dat is zorgelijk. In dit geval duurde het langer dan een jaar. Ik snap heel goed dat je als slachtoffer denkt: pak die lui! Maar in Nederland ben je een verdachte totdat je bent veroordeeld.’

‘Vanwege de zorgen bij een deel van de internationale studenten hebben we toen samen met de politie en de universiteit een bijeenkomst gehouden over veiligheid. Daarin werd ook uitgelegd hoe het Nederlandse rechtssysteem werkt. Met zoveel internationale studenten die vaak andere soorten rechtssystemen gewend zijn, moeten we dat misschien elk jaar doen. En misschien moeten we als land eens gaan kijken of de manier waarop we veiligheid regelen nog wel bij de huidige tijd past.’

‘Ik maak me zorgen over de krapte bij de politie. Twee jaar geleden kreeg ik te horen dat ik minder agenten krijg. Er is een landelijk tekort van 800 miljoen euro. Ja, maar wat als het hier dan een keer uit de hand loopt?

Dan krijgen we vanzelf weer meer agenten, zeiden ze. Maar dan is het dus te laat. Dat kan niet. We moeten als land meer investeren in veiligheid.’

Je bent voorzitter van Netwerk Kennissteden

Nederland. Daar probeer je het thema jongerenwelzijn te agenderen. Waarom is dat belangrijk?

‘Sinds ik burgemeester ben, heb ik vier keer meegemaakt dat een student zelfmoord pleegt. Dat raakt mij diep. Ook persoonlijk, want zo heb ik mijn vader ook verloren. Ik vind het mooi dat studenten het voortouw nemen om het taboe rondom depressie te doorbreken. Bijvoorbeeld met het symposium over suïcidale gedachten in de Grote Kerk afgelopen mei door Ceres. Precies in die week besloot iemand om uit het leven te stappen, dat was heel verdrietig. Toch ging het symposium door. Ik ben enorm trots op hoe de vereniging daarmee is omgegaan. Dat geldt ook voor de andere verenigingen die hiermee te maken hebben gehad.’

‘In Nederland vinden we mentale gezondheid een moeilijk onderwerp. Des te belangrijker dat we erover praten. De een krijgt een hartinfarct, de ander wordt depressief. De vraag is: hoe vind je de weg terug? Bij een hartprobleem wordt iemand geopereerd, accepteren we

dat herstel tijd kost en vragen we hoe het gaat. Maar als er iets in iemands hoofd gebeurt, vinden we dat ineens ingewikkeld. Terwijl depressie óók een ziekte is, een die we net zo serieus moeten nemen, waar we met dezelfde zorg en openheid over moeten praten en waarbij we mensen ook de ruimte moeten geven om te herstellen.’

Ook op dat terrein zie je de rijksoverheid een terugtrekkende beweging maken.

‘Iedereen zegt jongerenwelzijn belangrijk te vinden, maar ondertussen wordt er wel bezuinigd op het Trimbos Instituut, dat een belangrijke rol speelt bij het tegengaan van excessief middelengebruik. Wat de effecten daarvan gaan zijn, zullen we over een paar jaar zien. En dan wordt tegen ons als steden gezegd: los het maar op.’

Afgelopen jaar heb je je op meerdere manieren uitgesproken tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs, bijvoorbeeld met een interview in het NRC of door mee te doen aan een protest in Den Haag.

‘De universiteit is ontzettend belangrijk voor Wageningen. Een kwart van onze inwoners is student, en dan tel ik de medewerkers dus nog niet eens mee. De grote innovaties uit het verleden zijn bovendien niet door bezuinigingen tot stand gekomen. Slimme landen investeren in kennis, innovatie en onderwijs. Het huidige kabinet bezuinigt erop en probeert kennismigranten buiten de deur te houden, terwijl wij hen hard nodig hebben voor de toekomst van ons land.’

‘Die boodschap probeer ik over te brengen, al voelt het soms alsof je praat tegen een muur. Gelukkig lukt het bedrijven zoals ASML soms toch door die muur te breken. Maar er zijn meer sectoren om trots op te zijn en waar investeringen hard nodig zijn. Ik blijf me dus uitspreken. Vindt het nu geen gehoor, dan misschien in de toekomst, want er komt altijd weer een volgend kabinet.’

Hoe kijk je naar de relatie tussen de stad en de universiteit?

‘De relatie is goed, we nemen elkaar serieus. We hebben regelmatig overleg met de raad van bestuur, dus we zullen elkaar ook snel vinden als het een keer moeilijk wordt. Elke week praten we over zaken zoals studentenwelzijn, de bezuinigingen, vastgoed en het vestigingskli­

‘In Nederland vinden we mentale gezondheid een moeilijk onderwerp’
‘Slachtoffers moeten te lang wachten op een uitspraak’

maat. Ook zijn er leuke initiatieven zoals Wetenschappers op de Markt, waarbij de verbinding met inwoners wordt gezocht, of Wageningen 2120, een toekomstvisie voor de stad met Tim van Hattum.’

De verkiezingen staan voor de deur. Je hebt veel dingen genoemd waarin moet worden geïnvesteerd, van onderwijs en innovatie tot jongerenwelzijn en veiligheid. Wat moet een nieuw kabinet straks als eerste doen?

‘We zitten in een tijd van ongekend wantrouwen in de landelijke politiek. Ik hoop dat een nieuw kabinet de rust een beetje terug kan brengen en naar de lange termijn kijkt. Investeer in de toekomst van dit land, in innovatie en onderwijs en in sectoren waarin we al vooroplopen, zodat we daar nog beter in worden. Waar wachten we op? Andere landen en continenten wachten niet. We hebben een deltacommissaris om ons land te behoeden voor overstromingen. Er zou ook een innovatiecommissaris moeten komen om over alle ministeries heen te zeggen: zo kan Nederland innovatief blijven.’

‘Tegelijkertijd moeten we ook investeren in veiligheid en defensie. Ook dat kost geld. Maar investeringen in innovaties kunnen bijdragen aan een sterkere economie, waardoor je weer meer aan defensie kan bijdragen. Je moet het allebei doen.’ ■

Denk jij aan zelfdoding? Of maak je je zorgen over anderen? Praat erover. Bij 113 staat 24/7 iemand voor je klaar. Bel gratis en geheel anoniem met telefoonnummer 0800-0113 of chat via 113.nl.

TUFTEN EN QUILTEN

Het is je vast al opgevallen: in Forum hangt een wandkleed van vijf bij twee meter lang. Indrukwekkend groot, maar het is lang niet alles. Het tapijt is onderdeel van het veel grotere kunstwerk Draden van Ons Nederlandse slavernijverleden, dat de geschiedenis van het regionale koloniale slavernijverleden verbeeldt. Kunstenaar Richard Kofi maakte het ontwerp, nu is het aan de inwoners van Gelderland om te helpen borduren, tuften en quilten, en zo met elkaar in gesprek te komen. Iedereen kan helpen. Kom je voor het eerst?

Dan krijg je uitleg tussen 12:30 en 14:30 en op donderdagavond tussen 19:30 en 21:30.

Van twee kanten

COP30: Zinloos of essentieel?

In Belém, Brazilië, onderhandelen in november opnieuw 193 landen over klimaatmaatregelen tijdens de 30ste COP. Hoogleraar Europees Bos Gert-Jan Nabuurs noemde het afgelopen zomer in een opiniestuk in Trouw een zinloze exercitie. Maar hoogleraar Global Environmental Governance Aarti Gupta vindt de COP’s juist essentieel. Een gesprek over de (on)zin van grootschalige klimaatconferenties. Tekst Dominique Vrouwenvelder  Foto’s Guy Ackermans

Nabuurs: ‘COP’s zijn niet het juiste instrument om klimaatverandering tegen te gaan. Het aantal mensen dat aanwezig is bij een COP voor de onderhandelingen neemt elk jaar af, terwijl het aantal deelnemers dat aanwezig is bij de side events toeneemt. Het lijkt meer op een zakelijke beurs waar onderhandelaars van 193 landen proberen overeenstemming te bereiken over elk woord in de slotovereenkomst. We hebben dit circus niet nodig – met de wetenschappelijke kennis die we nu hebben, kunnen we al grote stappen vooruit zetten.’

Gupta: ‘Dat zo veel landen bijeenkomen, is juist iets om te koesteren. Al die landen proberen samen een manier te vinden om dit zeer complexe en wereldwijde probleem, dat enorme politieke en economische belangen met zich meebrengt, aan te pakken.’

Nabuurs: ‘De energie en geestdrift om klimaatverandering te bestrijden die ik in de jaren ‘90 zag, is verdwenen. Het Akkoord van Parijs, gesloten tijdens COP21 in 2015, was een kleine stap voor­

uit, maar dat akkoord berust alleen op vrijwillige toezeggingen van landen en is niet wettelijk bindend. Sindsdien zijn de resultaten van de COP’s alleen maar zwakker geworden.’

Gupta: ‘Dat spreek ik niet tegen, maar in mijn ogen zijn COP’s en andere VNinstituties absoluut essentieel. Ze geven wereldwijd richting aan het klimaatbeleid. Geen enkel ander platform doet dat. Aangezien klimaatverandering een mondiaal probleem is, is een mondiale aanpak nodig.’

Nabuurs: ‘Landen maken misbruik van de onderhandelingen over de IPCC­samenvattingen (Intergovernmental Panel on Climate Change, een groep experts die de actuele wetenschappelijke literatuur samenvat voor beleidsmakers, red.) die aan de basis staan van de COP: ze passen teksten aan hun politieke voorkeuren aan. Dat is wat er gebeurt als je met 193

‘We hebben dit circus niet nodig’

Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europees Bos

‘Waar zou de druk om maatregelen te nemen vandaan komen zonder COP’s?’

Aarti Gupta, hoogleraar Global Environmental Governance

landen bijeenkomt en over elk woord overeenstemming probeert te bereiken.’

Gupta: ‘Niet het platform faalt, bepaalde deelnemende landen falen. Tijdens de laatste COP in Bakoe in Azerbeidzjan bijvoorbeeld, weigerden de van oudsher grootste vervuilers een duidelijke formulering over financiën te accepteren en daarom werd de COP als een mislukking beschouwd.’

Nabuurs: ‘Ik ben het ermee eens dat we met de vinger moeten wijzen naar de historisch grootste uitstoters. Die verschuilen zich achter de COP en VN­instituties. Ze zijn blij met deze COP’s omdat die zorgen voor uitstel en vertraging van maatregelen. Ze lijken te denken dat ze niets hoeven te doen zolang er geen akkoord is. Daarom geloof ik meer in bilaterale, dan in multilaterale overeenkomsten.’

Gupta: ‘In plaats van de COP’s stel je in jouw opinieartikel voor om een kleine klimaatclub op te richten of om onderhandelingen een­op­een voort te zetten met grote uitstoters. Als je de COP’s daarmee vervangt, verliezen de minder machtige landen hun stem. Daarom geloof ik niet dat bilateraliteit de oplossing is.’

Nabuurs: ‘Het echte probleem is de uitstoot van de VS, de EU en een paar andere grote uitstoters. Als zij bij elkaar komen, dan dekt dat ongeveer 80 procent van het probleem. Met dit voorstel wil ik niet zeggen dat de grote, machtige landen voor iedereen moeten beslissen, maar er

is wel dringend actie nodig. Onder meer de EU en de VS moeten beginnen met het terugdringen van hun uitstoot, in plaats van zich te verschuilen achter de COP’s met niet­bindende afspraken.’

Gupta: ‘Elke selectie van landen is cherry picking. Jij noemde in het opiniestuk in Trouw bijvoorbeeld de EU, Brazilië, China en Afrikaanse landen. Iemand anders kan een andere lijst voorstellen, wat ook het politieke karakter van dit probleem duidelijk maakt. Wie beslist er over het lot van onze planeet?’

Nabuurs: ‘Als het kiezen van een kleinere groep landen leidt tot klimaatactie, laten we dat dan doen. Het is tijd voor strenge klimaatwetgeving die landen zelf maken, in plaats van dat ze die krijgen opgelegd door anderen.’

Gupta: ‘Het probleem is dat ze dat dus niet doen. Waarom zou de EU altruïstisch handelen in een kleine klimaatclub, zoals jij suggereert?’

Nabuurs: ‘Het is natuurlijk niet eenvoudig, maar de manier waarop de VN – en de COP – functioneert, met al deze grootschalige overleggen, leidt niet tot resultaten.’

Gupta: ‘Toch wel. We hebben een wereldwijde temperatuurdoelstelling. We hebben nationaal vastgestelde doelstellingen, de NDC’s.’

Nabuurs: ‘Allemaal niet­bindende, vage beloften.’

Gupta: ‘Dat toont opnieuw het falen van de landen aan, niet van het platform. Waar zou de druk vandaan komen zonder COP’s? Zonder de VN zou de wereld niet beter in staat zijn om klimaatverandering aan te pakken. Ik ben het ermee eens dat de COP’s hervormd moeten worden, maar

we moeten ze versterken, niet afschaffen.’

Nabuurs: ‘Hoe dan ook, ik verwacht geen grote doorbraak van COP30.’

Gupta: ‘De COP is nog steeds de enige plek waar kleinere landen een stem hebben en waar de EU leiderschap kan tonen. Als we dit globale proces afwijzen en landen onderling afspraken moeten maken, zal het resultaat een veel chaotischer wereld zijn. COP’s zijn niet alleen praatclubs – er is echte druk om actie te ondernemen. De vraag is of landen willen handelen. En dat is uiteindelijk een politieke kwestie.’ ■

De werkplaats van WUR

‘WIJ MAKEN ALLES WAT JE NIET KUNT KOPEN’

Tientallen meters lange verlengsnoeren voor tentamenzalen, microscooplichtfilters of onderdelen voor kweekvleesapparaten: de werkplaats van Wageningen Technical Solutions maakt alles wat onderzoekers nodig hebben, maar wat nergens te koop is. Ook een naar Taylor Swift vernoemde onderzetter voor voedingsonderzoek, bijvoorbeeld.

Hans Meijer werkt al meer dan dertig jaar in de werkplaats van de universiteit. Hoewel elektronica en technische automatisering zijn oorspronkelijke expertises zijn, beheerst hij inmiddels ook technieken als 3D ­printen en lasersnijden van kunststof. ‘We werken in opdracht van onderzoek en onderwijs van WUR en maken alles wat je niet kunt kopen’, zegt hij terwijl hij een dunne, zilverkleurige rechthoek van zijn bureau pakt. Het is het derde model van de zogenoemde ‘smart tray’ die hij ontwikkelde met en voor Guido Camps, docent Humane Voeding & Gezondheid. Het stukje slimme technologie wordt gebruikt voor voedingsonderzoek en is bedoeld als onderzetter voor een dienblad dat kan meten hoe en hoeveel proefpersonen eten – tot op de gram nauwkeurig. De onderzetter die Meijer als voorbeeld van zijn werk laat zien, is een compleet ander model dan de eerste versie uit 2018. Daar zaten de sensoren namelijk nog in het dienblad zelf, in plaats van in de onderzetter. ‘De sensoren in de tray moesten heel dun zijn’, herinnert Meijer zich. ‘Normale weegsensoren pasten niet. We vonden ze bij gespecialiseerde krachtsensorfabrikanten. Het slimme dienblad had op dat moment nog drie ronde vakjes en in

‘IK MOEST AANTONEN DAT WE GEEN RAKETTEN AAN HET BOUWEN WAREN’

Tekst Dominique Vrouwenvelder

elk vakje moesten drie weegsensoren, dus we hadden er bijna dertig nodig voor de drie dienbladen die we wilden maken. Bij het bestellen van de sensoren kregen we moeilijke vragen omdat de sensoren ook in wapensystemen gebruikt kunnen worden. Ik moest aantonen dat we geen raketten aan het bouwen waren.’

Afwasmachine

Het slimme dienblad heeft sindsdien een aanzienlijke transformatie doorgemaakt. De onderzoeksdiëtisten – die er veel mee werken – vonden het bijvoorbeeld onhandig dat­ie niet in de afwasmachine kon. Camps en Meijer brainstormden over de klacht en ontwikkelden vervolgens de slimme onderzetter waar je een dienblad opzet. Meijer: ‘Veel gebruiksvriendelijker, want nu mag er geknoeid worden: de onderzetter zelf wordt niet vies en het dienblad kan gewoon in de afwasmachine.’

Bij de overgang van een slim dienblad naar de slimme onderzetter kwam er een ander, technologisch vraagstuk kijken, waar Camps’ promovendus Florian Walter nu aan werkt. Camps: ‘Het dienblad rust op de gewichtssensoren. Voor een nauwkeurige gewichtsmeting zijn drie contactpunten nodig om wiebelen te voorkomen, een driehoek dus. Uit berekeningen bleek dat de onderzetter, met alle sensoren erin die het dienblad ook had, een afmeting

van ongeveer een meter breed bij een halve meter diep moest krijgen.’ Dat is onpraktisch – het past niet eens op een normale eettafel. Nu werken ze met vier sensoren op elke onderzetter van ongeveer 50 bij 30 centimeter. Walter: ‘Het feit dat­ie vierkant is, brengt kalibratieproblemen met zich mee (juist dat wiebelen, omdat plastic dienbladen gemakkelijk vervormen en daardoor niet meer perfect contact maken met de vier weegsensoren) die ik nu probeer op te lossen.’

Vallen en opstaan

Doordat werkplaatsmedewerkers alleen dingen maken die nog niet bestaan, gaat er ook weleens wat mis. ‘Dat je achteraf inziet dat iets op een andere manier veel gemakkelijker had gekund. Of dat je door voortschrijdend inzicht nu andere keuzes maakt’, legt Meijer uit. Dat vindt ook Camps. Hij werkt inmiddels met de derde generatie van zijn slimme meetinstrument. Na 2018 bleven Meijer, Camps en zijn promovendi het apparaat verbeteren, van kleine tot grote aanpassingen. Het eerste model streamde zijn data nog naar een server, maar dankzij snellere processoren slaat het huidige model alle data op naar zijn lokale minicomputer. Ook is de onderzetter nu van aluminium en roestvrijstaal gemaakt, wat steviger en stabieler is dan het oorspronkelijke plastic dienblad – daardoor zit er minder ruis in de onderzoeksdata die het meetinstrument verzamelt.

‘Nieuwe’ plek

Begin oktober heropende de werkplaats officieel op de campus. Tot vorige zomer had WUR nog twee werkplaatsen: de Technical Development Studio van Agrotechnologie & Food Science en Tupola van de Plantgroep. Die twee fuseerden en kregen een flink verbouwde, gezamenlijke plek in Innovatron.

Alle kinderziekten lijken inmiddels verholpen en de huidige onderzetter lijkt een blijvertje. Camps: ‘De serie die we nu hebben is modulair zodat we kunnen blijven aanpassen en repareren. We hebben nu zestien onderzetters. Aanvankelijk kregen ze allemaal een nummer, maar laatst hebben we met de promovendi van mijn groep een namenwedstrijd uitgeschreven. Zo is onder meer TRAYlor Swift geboren.’

Meijer en zijn werkplaatscollega’s maken niet alleen nieuwe instrumenten, maar houden ook apparaten in leven. ‘Soms is apparatuur zo oud dat leveranciers geen vervangende onderdelen meer leveren. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een speciale maalmolen. Op dat ene onderdeeltje na, werkte het nog helemaal goed – zonde om deze weg te gooien en een nieuwe te kopen. Helemaal in deze tijd waarin de universiteit op de centen moeten letten. We hebben het onderdeel ontworpen en daarna geprint in de 3D ­printer – nu functioneert het weer als nieuw.’

Kunnen ze dan écht alles maken? Meijer: ‘Eigenlijk alleen glasinstrumenten niet. Voorheen had WUR een eigen glasblazerij. Die kennis en vaardigheden hebben we niet meer in huis. Hoewel we wel glasplaten kunnen snijden en we werken ook samen met een glasblazerij.’ ■

Hans Meijer in de werkplaats van Wageningen Technical Solutions in Innovatron.  Foto Guy Ackermans

RENOVATIE BACHELORONDERWIJS : GOED/SLECHT IDEE?

Het Wageningse bacheloronderwijs moet van 21 naar 12 tot 16 opleidingen in 2030. Alle opleidingen moeten onderzoeken of ze samen verder kunnen in een bredere opleiding met verschillende specialisaties, die straks minimaal 80 nieuwe studenten per jaar trekt. En voor Tourism en Communicatie & Life Sciences valt het doek. Resource peilde de reacties op de plannen. Tekst Luuk Zegers  Foto Shutterstock

‘Ik zie onze opleiding niet zomaar fuseren met opleidingen met een minder fundamentele aanpak’

Docent Soil Geography and Landscape group

‘Het is een goed idee om te kijken of we dezelfde inhoud kunnen aanbieden in minder opleidingen, want nu is er wel heel veel te kiezen. Opleidingen met overlap die weinig studenten trekken, kunnen misschien beter samen verder als brede opleiding.

‘Tegelijkertijd moeten we ons niet blind staren op aantallen, zoals een minimum van 80 studenten per opleiding. Zelf ben ik betrokken bij Earth System Sciences (voorheen bekend als Soil Water Atmosphere, red.), een opleiding met een fundamentele kijk op het landschap. Die trekt bijna nooit 80 nieuwe studenten, maar die opleiding zie ik niet zomaar fuseren met andere opleidingen met een minder fundamentele aanpak. Ook opleidingen zoals Bos­ en Natuurbeheer, Landschapsarchitectuur en Marine Sciences hebben een eigen niche en trekken genoeg studenten. Het lijkt me beter als die zelfstandig verder kunnen.

‘Kortom: in grote lijnen een goed plan, maar laten we niet het kind met het badwater weggooien.’

‘Ik snap de keuze, maar ik denk dat dit veel voeten in de aarde heeft’

Julia Diederen Docent Food Technology

‘Bij Food Technology is de instroom redelijk stabiel, maar de laatste jaren trekken we steeds meer internationale studenten en minder Nederlandse studenten. Blijkbaar sluiten we niet meer goed aan bij wat Nederlandse leerlingen zoeken. Andere universiteiten bieden – met succes – bredere opleidingen aan. Stel je voor dat we bijvoorbeeld samen met Biotechnologie, Voeding en Gezondheid en Levensmiddelentechnologie zo’n bredere opleiding zouden hebben. Dan volgt een student eerst vakken van verschillende richtingen en kan hij daarna bewuster kiezen voor wat hij écht leuk vindt.

‘Maar ook een brede opleiding moet de diepte ingaan. Wij zijn de enige opleiding Food Technology op academisch niveau in Nederland. Als dat straks niet meer op een diploma staat, doet dat wel pijn.

‘Doordat opleidingen in Wageningen veel vakken delen, is het momenteel al een gigantische puzzel om een vak op een ander moment aan te bieden. Dan moet bij alle andere opleidingen waar dat vak wordt gegeven en de leerstoelgroepen die de vakken verzorgen, ook alles op de schop. Stel je eens voor wat er dan bij komt kijken om twee, drie of vier opleidingen samen te voegen in één nieuw ontworpen curriculum. Kortom: ik snap de keuze om opleidingen samen te voegen heel goed, maar ik denk wel dat dit veel voeten in de aarde heeft.’

‘Dat ze de stekker uit Communicatie & Life Sciences willen trekken, was een onaangename verrassing’

Rens Vliegenthart

Hoogleraar Strategische Communicatie

‘Studentenaantallen lopen terug en concurrentie op klassiek Wageningse thema’s neemt toe. Dat er iets moet gebeuren is logisch en dat je naar het bachelorportfolio kijkt snap ik ook.

Maar dat ze de stekker uit Communicatie & Life Sciences willen trekken, was een onaangename verrassing.

‘Sanne Kruikemeier (hoogleraar Digital Media & Society, red.) en ik zijn in 2022 onder meer naar Wageningen gekomen om het onderwijs een boost te geven. Er is hard gewerkt aan nieuwe vakken die vorig jaar voor het eerst zijn gegeven. Voor een deel is dat voor niets geweest. Dat is erg frustrerend.

‘Ook zetten we vraagtekens bij het proces. Onze bachelor is de goedkoopste van Wageningen, met veel gedeelde vakken en keuzevakstudenten. Waarom nu al besluiten te stoppen, in plaats van eerst met andere opleidingen kijken of er een gezamenlijke toekomst mogelijk is?

‘Communicatie speelt een cruciale rol bij vraagstukken zoals biodiversiteit, klimaatverandering en gezonde voeding. Het zou enorm zonde zijn als daar straks geen aparte opleiding meer voor is.’

‘Als we de opleidingen samen sterker en toekomstbestendiger maken, is dat winst’

Renske van Dijk

Teamleider studentenwerving

‘Ik vind het belangrijk dat we kritisch kijken naar ons opleidingsportfolio. We hebben veel opleidingen in verhouding tot onze studentenaantallen. Sommige opleidingen zijn klein en blijven krimpen, ook als studentenwerving er extra aandacht aan besteedt. Ondertussen neemt het aantal vwo ­ scholieren af en verschuiven hun interesses.

‘Studenten Communicatie & Life Sciences doen een relevante en waardevolle opleiding. Tegelijkertijd is er veel concurrentie van andere universiteiten en loopt de interesse bij studiekiezers voor alle communicatieopleidingen terug.

‘Ook hebben we meerdere opleidingen die zich op dezelfde doelgroep richten. Als we die krachten kunnen bundelen en opleidingen samen sterker en toekomstbestendiger maken, is dat winst.’

‘Behalve het besluit te stoppen met Communicatie en Tourism, is het allemaal niet zo spannend’

Rolf Marteijn

Opleidingsdirecteur Voeding en Gezondheid

‘De afgelopen twintig jaar hebben we vooral gekeken wat erbij moest komen. Soms moet je ook een stapje achteruit zetten om te zien of wat wij aanbieden nog past bij wie wij zijn en wat studiekiezers willen.

‘Levensvatbaarheid is belangrijk, maar ik denk dat het genoemde minimumaantal van 80 studenten te zwart­wit is. Als je een paar sterke opleidingen met veel studenten hebt, kunnen er ook een paar bestaan met minder instroom als we die thema’s belangrijk vinden.

‘Behalve het besluit om te stoppen met de opleidingen Communicatie en Tourism, is het allemaal niet zo spannend. Het is goed dat opleidingen worden uitgenodigd om mee te denken. In het plan wordt gemikt op 12 tot 16 bredere opleidingen, maar als er aan het einde van de rit straks 18 levensvatbare opleidingen zijn, is dat vast ook goed.

Reageren kan op

resource-online.nl

Drie keer ‘Gelderse Vallei’ op een broodje

De regio Gelderse Vallei heeft sinds kort een eigen broodje: Broodje Gelderse Vallei. Het is samengesteld met lokaal geproduceerde, duurzame ingrediënten en kent drie varianten: lupine, kaas of gehaktbal. Sinds begin oktober ligt het ook in de WUR-kantines. Het regionale broodje is ook onderwerp van onderwijs en onderzoek.

Tekst Dominique Vrouwenvelder  Illustratie Mathijs Megens/SeaBlueBird Studio

Marjolein Elings, onderzoeker bij Agrosysteemkunde, noemt het broodje een goed voorbeeld van ontwikkelingen die volgen uit onderzoeksprojecten waar zij en haar collega’s aan werken. ‘We proberen te achterhalen wat de succesfactoren van zulke lokale initiatieven zijn, zodat we het regionale voedselsysteem kunnen versterken. Denk aan het hebben van een sterk netwerk met de juiste partijen, maar ook een duidelijk verhaal aan de consument.’ WUR-studenten van het vak Consumer Studies gaan zich buigen over die laatste vraag: hoe stimuleer je dat consumenten zo’n volledig regionaal willen kopen?

Regionaal

De ‘regio’ Gelderse Vallei moet je bij dit broodje overigens ruim zien: de seizoensgroenten komen uit de buurt van

Nijmegen, de cressen uit de Achterhoek en de ui-chutney uit het Betuwse Beesd. Maar de overige ingrediënten vinden hun oorsprong ergens in het gebied daartussenin.

‘Een van de doelen van het broodje is de toeleveringsketens te verkorten’, vertelt WUR-contractmanager Marcha Sperna Weiland. ‘De ingrediënten gaan vanuit de producent naar een collectieve inkoper en vanuit daar direct naar de cateraars. We willen er straks nog meer inkopers, producenten en boeren bij betrekken. Zo kunnen we het assortiment uitbreiden en natuurlijke landbouw zichtbaarder en toegankelijker maken.’ ■

Meer over het broodje en het onderzoek op www.resource-online.nl

Wat zit er op welk broodje?

Broodje Vallei met lupine: een Veluwse Twister (pistolet) met kerrie-lupinespread, gefermenteerde seizoensgroenten, cressen en noten-pittenmix.

• Broodje Vallei met kaas: een bierbol belegd met biologische Nederlandse kaas, een gekookt biologisch ei, mosterd en noten-pittenmix.

• Broodje Vallei met gehaktbal: een bierbol met gehakt, een Mediterraanse lupinespread en ui-chutney.

WUR-wetenschappers over en in de politiek

Verkiezingskoorts

Eind deze maand staan de verkiezingen voor de Tweede Kamer op de agenda, wel getypeerd als ‘de meest gepolariseerde ooit’. Op de kieslijst staan ook twee Wageningse collega’s. In hoeverre is daar een olifantshuid voor nodig?

Vier promovendi van de Wageningen School of Social Sciences (WASS) organiseerden eind september het seminar From pillarisation to polarisation, dat duiding gaf bij de Nederlandse verkiezingsdynamiek en ­retoriek. Wat valt er bijvoorbeeld in historische context te zeggen over het huidige politieke landschap? En wat vertelt Wagenings onderzoek over polarisatie: is die echt zo extreem als wel wordt beweerd? (Spoiler: nee.)

Koen Vossen, universitair docent Political Sciences aan de Radboud Universiteit, was uitgenodigd om de naoorlogse parlementaire geschiedenis van Nederland te duiden. Hij typeerde het vroegere, sterk verzuilde Nederland met een citaat van Robert Dahl, Yale­hoogleraar politieke wetenschappen: ‘In theorie kan jullie land helemaal niet bestaan’. Het is namelijk bijna altijd een recept voor burgertwisten en maatschappelijke instabiliteit als een land verschillende religies kent en een segregatie die zo sterk is dat de bevolkingsgroepen ‘op een bijna apartheid­achtige manier gescheiden van elkaar leven’ (dixit Vossen). ‘Maar in Nederland bracht de verzuiling lange tijd juist een grote mate van sociale en politieke stabiliteit,’ aldus Vossen: ‘de naoorlogse hegemonie van de christelijke partijen duurde langer dan de Sovjet­Unie heeft bestaan.’ Met die stabiliteit is het sinds begin deze eeuw gedaan, volgens Vossen vooral doordat de gevestigde politieke orde niet adequaat reageerde op de maatschappelijke onrust na de aanslagen van 11 september en de moorden op politicus Pim Fortuyn en film­ en opiniemaker Theo van Gogh. Nederland zag sindsdien een reeks aan nieuw opgerichte politieke partijen, waarvan een deel ook alweer verdwenen is. Die veelheid aan politieke partijen wordt weleens geïnterpreteerd als teken van

polarisatie. Maar Vossen betwist dat. ‘Nederland heeft altijd al veel politieke partijen gekend. Belangrijk om in ogenschouw te nemen is dat de onderlinge verschillen vaak minimaal zijn.’

Polarisatie

De (vermeende) polarisatie is ook onderdeel van de Wageningen Election Study, de werktitel van een langjarig panelonderzoek door de leerstoelgroep Strategische Communicatie naar de invloed van (sociale) media op politieke voorkeuren en politieke fenomenen zoals populisme en polarisatie. De voorlopige onderzoeksresultaten schetsen een ander beeld van polarisatie dan de ondervraagden zelf hebben, concludeerde universitair docent Strategische Communicatie Emma Turkenburg: ‘De meesten zien een sterk gepolariseerd land en maken zich daar grote zorgen over. Dat kan te maken hebben met de veranderde mediaomgeving, waardoor mensen meer worden blootgesteld aan extreme standpunten. Misschien komt het ook doordat politici sterk hameren op de verschillen: om stemmen te winnen kan het strategisch handig zijn een beeld te schetsen van een verdeelde samenleving.’ Turkenburg wees erop dat een verkeerde perceptie van polarisatie risicovol kan zijn. ‘Als mensen denken dat de samenleving super verdeeld is en dat de verschillende groepen elkaar haten, dan kunnen ze zich er ook naar gaan gedragen. Dan kan de perceptie van een sterke polarisatie een self-fulfilling prophecy worden.’

Op de kieslijst voor de Tweede Kamer verkiezingen ontdekte Resource ook twee Wageningse collega’s: Judith Westerink (CU) en Simone Ritzer (Volt). Lees wat hen beweegt op de volgende pagina’s.

‘Ik vind het niet erg om mijn mond open te doen’

Judith Westerink, senior researcher Landscape Governance bij het Biodiversity & Policy team van Wageningen Environmental Research en de Land Use Planning Group en #15 op de lijst van de ChristenUnie.

‘Ik vind het niet erg om mijn mond open te doen. Als iedereen maar aan de zijlijn blijft staan, dan gebeurt er ook niks. Ik ben politiek actief uit betrokkenheid met natuur, platteland en landbouw; thema’s waar ik ook vanuit WUR al jarenlang aan werk. Als ik ook via de politiek invloed kan uitoefenen, dan doe ik dat graag.

‘Rond ‘mijn’ onderwerpen is best veel polarisatie: pesticiden, de wolf en überhaupt natuur en landbouw. Ik ben er trots op dat onze partij ook op die ingewikkelde onderwerpen uiteenlopende mensen en meningen bij elkaar weet te brengen om een goed gesprek te voeren. Volgens mij hebben we dat nodig in de politiek. Dat je niet gaat moddergooien, maar dat je elkaar hoort en samen tot een oplossing probeert te komen. De ChristenUnie neemt heel vaak die verbindende rol. En die zit ook in mij.

‘Het is de tweede keer dat ik op de lijst sta voor de Tweede Kamer, nadat ik eerst een tijd provinciaal actief was voor de ChristenUnie.

‘De ChristenUnie neemt vaak de verbindende rol. En die zit ook in mij’

De kans is niet groot dat ik in de Kamer kom; de ChristenUnie heeft nog nooit vijftien zetels gehaald. Maar zeg nooit nooit. Als ik toch verkozen word, dan ga ik natuurlijk de Kamer in – je moet je kiezers niet voor de gek houden.

‘Het is zorgwekkend dat bij deze verkiezingen weer minder vrouwen op de kieslijst staan dan de vorige keer. Dat heeft veel te maken met het politieke klimaat. Ik vind het een grof schandaal dat juist vrouwen zo onder vuur liggen in de politiek dat ze zich extra achter de oren krabben. Zelf heb ik daar nog niet veel last van gehad. De provinciale politiek verloopt veel gemoedelijker en ik sta niet hoog genoeg op de lijst om in de Haagse frontlinie te belanden.

‘Juist nu is het belangrijk dat we elkaar opzoeken en de goede dingen doen. Nederland heeft een politiek systeem met veel verschillende partijen, dus je móet met elkaar samenwerken. Als je daar niet meer toe bereid bent, dan komt er ook geen verandering. Gelukkig zijn er best een hoop partijen die dat ook willen. Niet allemaal hoor, dat zien we heel helder. Maar er zijn er genoeg die wel willen samenwerken. Ik hoop dat de kiezer daar zijn of haar stem aan geeft.’

‘Onze

democratie werkt niet meer als

politiek

vooral marketing wordt’

Simone Ritzer, programmaleider bij Wageningen Dialogues en #4 op de lijst van Volt.

‘Ik heb me altijd afgevraagd wat iemand bezielt om de politiek in te gaan, juist omdat er ook veel andere manieren zijn waarop je impact kunt hebben. Maar bij de vorige verkiezingen zette Volt­lijsttrekker Laurens Dassen me aan het denken. Hij zei: als je er van buiten naar kijkt, dan lijkt de politiek een grote slangenkuil. Maar in de Kamer gebeuren ook hele mooie dingen.

‘Toen mij bij deze verkiezingen opnieuw werd gevraagd te solliciteren, woonde ik net een lezing bij van Jacinda Ardern, de oud­premier van Nieuw­Zeeland. Ze schetste dat van politici eigenlijk wordt verwacht dat je een olifantshuid hebt en niet te veel empathie toont, want dat breekt je op en maakt je kapot. Zij pleitte voor precies het tegenovergestelde: méér empathie in de politiek, want dat brengt mensen samen. Ik zat driftig mee te schrijven, met tranen in m’n ogen.

‘Dus tja, dan kan ik wel van buiten blijven roepen dat het anders moet, maar ik kan ook van binnenuit proberen om dingen te veranderen… al zal ik niet onderschatten hoe pittig het is. Politici en wetenschappers die zich in de publieke arena begeven, krijgen ongeveer hetzelfde te verduren. Les één: lees niet zelf de reacties op je socials. Je hebt een filter nodig, al moet je als politicus mensen natuurlijk wel blijven horen.

‘Mijn drijfveer om politiek actief te worden, wortelt misschien wel in mijn studie Consumentenwetenschappen. Ik zie dat de politiek

‘Les één: lees niet zelf de reacties op je socials’

zo ongeveer alle trucjes uit de gedragspsychologie gebruikt om maar stemmen te winnen. Dat vind ik kwalijk. Ik snap dat een partij stemmen nodig heeft, maar dit is een recept voor populisme. En als politiek vooral marketing wordt, dan werkt onze democratie niet meer.

‘Ik vond het best spannend om mijn politieke kleur uit te spreken, omdat ik mijn rol als facilitator bij Wageningen Dialogues altijd zo neutraal mogelijk heb geprobeerd te vervullen. Maar ik was erg onder de indruk van de vele positieve reacties.

‘Omdat ik nu natuurlijk wel positie ga innemen over een aantal onderwerpen, heb ik verlof opgenomen tot een week na de verkiezingen. Zo kan ik me zowel mentaal als praktisch volledig richten op de campagne.

‘Natuurlijk vind ik het spannend hoe het verder loopt. Maar ik kan alleen maar winnen. Of Volt wint veel zetels en dat is goed voor de toekomst van de politiek. Of niet, en dan keer ik terug naar WUR om een ontzettend mooie rol te vervullen.’ ■

Landelijke studentenorganisaties schreven afgelopen zomer een brandbrief aan de minister van onderwijs over ‘bestuurdersarmoede’. Ook in Wageningen is het moeilijk om mensen te vinden, blijkt uit een rondvraag. ‘Bij de eerste deadline had slechts één iemand zich opgegeven voor ons zevenkoppig bestuur.’

De Batavierenrace, een klassieke studentenestafetteloop van Nijmegen naar Enschede, ging voor het eerst in vijftig jaar niet door. Dat de Groningse introductieweek doorging was een ‘klein wonder’ aldus de voorzitter van het studentenbestuur tegen de NOS. En in Leiden werden afgelopen jaar vijf studieverenigingen opgeheven omdat er geen nieuw bestuur kon worden gevormd. In een brandbrief aan de minister van onderwijs wijzen meerdere landelijke studentenorganisaties naar onderzoek waaruit blijkt dat studenten een bestuursjaar als ‘financieel risico’ zien. Ook de studievertraging die vaak met een bestuursjaar gepaard gaat, een hogere studielening en prestatiedruk worden genoemd als oorzaken van de gebrekkige animo. Dat moet anders, vinden de studentenorganisaties, want ‘studentenorganisaties zijn cruciaal voor het studentenleven.’

Hoe gaat het in Wageningen? Bij de grote studentenverenigingen lukt het nog wel om besturen te vormen, blijkt uit een rondvraag. Bij KSV Franciscus waren er tien aanmeldingen voor het huidige achtkoppige bestuur. Voorzitter Matthijs Heutinck: ‘Gelukkig kunnen wij nog mensen teleurstellen, dan zijn er voldoende kandidaten.’ Ook bij Ceres is het weer gelukt, vertelt president Daan Smit, maar hij herkent de zorgen: ‘Er waren veel geïnteresseerden die uiteindelijk toch niet solliciteerden. Dat had vaak te maken met zorgen over uitloop en een hogere studieschuld. En met de dalende studentenaantallen wordt het straks nóg moeilijker om besturen te vullen.’

Studieschuld

Bij SSR­W, toch ook een van de grotere verenigingen, ging het vormen van het huidige bestuur wel moeilijker, vertelt voorzitter Sarah Vegter. ‘Wij hebben een zevenkoppig bestuur, waarvoor leden in februari moesten solliciteren. Vroeger waren er dan zo’n tien tot twaalf sollicitanten, maar nu had bij de eerste deadline slechts één iemand zich opgegeven.’ Zelf was ze toen ook nog aan het twijfelen. ‘Het is financieel lastig. Mijn eerste jaar was nog in het leenstelsel. Een bestuursjaar doen betekent minimaal

één jaar uitloop én een hogere studieschuld. Je krijgt wel FOS (Financiële Ondersteuning Student; voor fulltime bestuurders 470 euro per maand, red.), maar dat weegt daar niet tegenop.’ Nadat de aanmelddeadline tot twee keer toe was verlengd, waren er negen sollicitanten en kon er alsnog een bestuur worden gevormd. Ook Vegter besloot het te doen: ‘Ik voel een intrinsieke motivatie me in te zetten voor deze vereniging. Ik verwacht dat de ervaringen die ik opdoe, opwegen tegen de kosten en de studievertraging.’

Nji­Sri is een iets kleinere studentenvereniging en heeft dan ook een kleinere poule om uit te vissen. Voorzitter Tom Seijsener: ‘Dit jaar hadden we vier kandidaten voor zes functies. Toen hebben we mensen persoonlijk benaderd om het bestuur rond te krijgen. Gelukkig hebben we zeer actieve leden, waardoor wij als kleinere vereniging kunnen voortbestaan.’

Bij sportstichting Thymos lukte het niet om een volledig bestuur te vinden, dus moeten ze het dit jaar met vier bestuurders doen in plaats van de gewenste zes.

be · stuur · ders · ar · moe · de (de; v(m); geen meervoud) <Situatie waarin het zeer moeilijk is om nieuwe bestuurders te vinden voor studenten ­ en studieverenigingen> ‘Een bestuursjaar doen, betekent minimaal een jaar uitloop en een hogere studieschuld’
Tekst Luuk Zegers

Secretaris Matthijs Wimmenhove: ‘Onze kerntaken uitvoeren moet wel lukken met z’n vieren. Maar waarschijnlijk zullen we vaker ‘nee’ moeten zeggen tegen nieuwe ideeën. We gaan het zien.’

Doomsday

Dan de studieverenigingen, waar een bestuursfunctie vaak parttime kan worden ingevuld, zodat er ook nog een beetje gestudeerd kan worden. Maakt dat het makkelijker om bestuurders te vinden?

Niet per se, blijkt bij Genius Loci, de studievereniging van Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning. Voorzitter Pieter de Leede: ‘We steken veel moeite in de zoektocht naar bestuurders, maar desondanks zijn er slechts vier van de zes zetels gevuld. We hebben van alles geprobeerd, van interesselunches en ­borrels tot filmpjes over een dag in het leven van een bestuurslid. Iedereen die we als serieuze kandidaat beschouwden, hebben we persoonlijk benaderd. We hadden

zelfs een Doomsday­poster opgehangen waarin we onze leden waarschuwden: zonder bestuur geen vereniging.’

In februari staat er weer een bestuurswissel gepland. ‘Dat zal spannend worden.’ Volgens De Leede hebben ook andere studieverenigingen het moeilijk. Een betere vergoeding zou kunnen helpen om de animo te vergroten, denkt hij. ‘In een bestuursjaar kun je niet alle vakken volgen, waardoor je sowieso uitloop hebt. Dat kost meer collegegeld, meer huur en meer boodschappen. Extra compensatie in de vorm van FOS, of bijvoorbeeld door studiepunten toe te kennen voor bestuursfuncties, zou kunnen helpen om besturen weer aantrekkelijker te maken.’

Intrinsieke motivatie

Rutger Kroes onderhoudt als coördinator studentenvoorzieningen bij het Student Service Centre veel contact met verenigingen, onder meer over de toewijzing van FOS. Hij begrijpt dat verenigingen een hogere vergoeding zien als manier om de animo voor besturen te vergroten. ‘Maar uiteindelijk draait het om intrinsieke motivatie. Je krijgt een vergoeding,

‘Studiepunten voor bestuursfuncties, zou kunnen helpen’

maar dat is geen salaris en dat kan het ook niet worden. Bovendien is de vergoeding twee jaar geleden al verhoogd van 350 naar 470 euro.’

Extra geld zit er in tijden van bezuinigingen op het hoger onderwijs waarschijnlijk niet in, verwacht Kroes. Toch ziet hij een sprankje hoop: ‘De basisbeurs is nu voor het derde jaar terug, dus het aantal actieve studenten met zorgen over het leenstelsel wordt steeds kleiner. Ook de langstudeerboete is van tafel. Een bestuursjaar doen zou daardoor beter behapbaar moeten worden.’ Het blijft een investering, zegt hij. ‘Maar wel een die het waard is. Want de overgrote meerderheid zegt achteraf: wat fantastisch dat ik dit heb gedaan.’ ■

Eerstejaars tijdens de infomarkt in het Arboretum warm maken voor het verenigingsleven, AID 2025.  Foto Yijun Zhu

Podium

Ze komen geen boetes uitdelen en de orde handhaven al zeker niet. Politie Warnsveld – Popo Warra voor de kenners – veroorzaakt liever chaos. De Nijmeegse skapunk-band, die eerder al te zien was in Doornroosje en de Melkweg, komt tijdens de Popronde jongerenvereniging Unitas onveilig maken.

Tekst Coretta Jongeling

DO

30-10-25

Op verschillende locaties in het centrum vanaf 19:30

Gratis entree

Politie Warnsveld (Popronde)

Van september tot november gaat de Popronde als een reizend circus Nederland rond, met optredens in cafés, bibliotheken en winkels. De selectie acts is in elke stad een beetje anders maar de overeenkomst is vaak dat de bands nog niet heel bekend zijn. Politie Warnsveld timmert al wat langer aan de weg en was afgelopen jaar onder meer in de Melkweg en Doornroosje te vinden. De band speelt poppy skapunk met ‘loeiharde tunes en doodzieke teksten’ – aldus hun bio.

Commissaris Podium Kaelen Koops is blij dat de band Unitas aandoet. ‘Ze hebben heel Doornroosje uit weten te verkopen. Voor een relatief klein bandje is dat behoorlijk netjes.’ Dezelfde avond zijn er drie andere acts te zien bij Unitas. ‘Jackie and the Facts brengt hele vrolijke, uptempo dance-punk en de zangeres is megagoed. Als tweede hebben we Inherited, een

groove-metal band die alle Metal Battles in Nederland heeft gewonnen en daardoor op Wacken Open Air, hét metal festival van Europa, mocht staan.’ De afsluitende act is een live dance duo, M2K. Voor wie dan nog niet wil slapen, draait een Unitas-dj op de afterparty tot 4 uur.

‘Het is een hele diverse line-up. Alle aspecten van de vereniging zitten erin, aldus Koops. ‘We gaan van female fronted punk, naar metal, naar ska, wat we niet heel vaak meer hebben hier. En dan als laatste een echte herrie artiest.’

De hele programmering van de Popronde vind je op popronde.nl. De optredens zijn gratis. ‘Je kan overal in- en uitlopen. Het enige nadeel is dat je niet meer terug naar binnen komt als er een leuke band speelt. Het is altijd super druk. Als je iets zeker wilt zien, kom op tijd!’

TIPS

Vrijdag 17 oktober

Wagenings bierfestival • Bierproeverij • Sociëteit Ceres

Donderdag 23 oktober

Dinner aan de Rijn met The Meeting • Diner en live muziek • Restaurant de Blaauwe Kamer

Donderdag 6 november

Roomservice • Studentenkamerfestival • Door de hele stad

Shaemless tijdens een eerdere Popronde bij Unitas  Foto Unitas

LOOK!

Op de Wageningse campus spot je de mooiste mensen en de coolste outfits. In deze rubriek zetten we ze in de spotlights. Dit keer Anna Suze Faya Hettema (22), masterstudent Food Technology. Tekst en foto Eva de Koeijer

‘De laatste tijd kleed ik me steeds iets meer ‘business casual’, maar dan wel studentikoos. Deze laarzen en warme panty heb ik net gekocht, dus ik ga voor een rokjesherfst. Ik draag graag sjaaltjes, oversized blazers of een bloesje dat ik dan opknoop. Die ‘extra touch’ geven aan een outfit, vind ik echt leuk.

‘Mijn kleding haal ik overal en nergens vandaan. Bij Bar’s Bargain Vintage in de Hoogstraat haal ik altijd mijn sjaaltjes, mijn blazers bij NA-KD. Verder ga ik niet vaak shoppen; ik kom zo af en toe gewoon wat tegen.

‘Eigenlijk vind ik het van kinds af aan al leuk om een persoonlijke stijl te hebben. Ik lette op jonge leeftijd al op hoe kledingstukken met elkaar combineren. Mijn stijl is door verschillende fases gegaan. Op de middelbare school had ik de ultieme ‘emo ­fase’, met felrood haar, zwart haar, een zelf geknipte pony. Aan het begin van mijn studie ging ik van alles uitproberen: felle printjes, coole topjes. Echt een beetje uitvogelen.

‘Nu heb ik mijn stijl wel gevonden, denk ik, al blijft het natuurlijk evolueren. Het is vooral fijn dat ik gewoon zin krijg om dingen te gaan doen als ik een leuke outfit aan heb: een goede outfit werkt altijd motiverend!’

In Wageningen kom je alle smaken van de wereld tegen. Hazel Htun, student Voedingsmiddelentechnologie uit Myanmar, deelt een recept voor rijstnoedels.

Smaken van WUR

Nan Gyi Thoke

‘Nan Gyi Thoke is een klassiek ontbijtgerecht in mijn thuisland. Het is een rijstnoedel­thoke met kip. Ik heb het recept vereenvoudigd, maar het zou nog steeds een vleugje van thuis moeten hebben.’

1 Kook de kippendijen met knoflook, gember en vissaus gaar. Bewaar de bouillon voor soep, scheid het vlees van de botten en snijd de kip fijn;

2 Verhit olie en bak de gesnipperde ui en gehakte knoflook goudbruin;

3 Voeg kurkuma, paprikapoeder en de gesneden kip toe en meng gelijkmatig. Breng op smaak met vissaus en voeg 2 el kippenbouillon toe. Kook 5 min. tot het vocht verdampt is;

4 Laat de kip uitlekken en bewaar de olie; kook intussen de noedels;

5 Rooster kikkererwtenmeel op middelhoog vuur tot het goudkleurig is;

6 Verhit olie en bak gehakte knoflook; haal de pan van het vuur, roer er gedroogde chilivlokken door en zet apart;

7 Verwarm de noedels 2 min. in kokend water en laat uitlekken;

8 Meng de noedels met olie uit stap 4, geroosterd kikkererwtenmeel en kipfilet. Breng op smaak met vissaus, limoen en knoflookchili­ olie;

9 Serveer met plakjes hardgekookt ei en koriander.

NIEUW!

Resource’s kookvideo Scan de QR-code

Ingredienten (3 tot 4 porties):

Voor de kip

- 650 gr kippendijen (of oesterzwammen)

- 5 teentjes knoflook

- 2 cm gember (gesneden)

- 3 el vissaus (uit een potje)

- 3 kopjes water

Voor de saus

- kopje plantaardige olie

- 1 kopje gehakte sjalotten

- 2 el gehakte knoflook

- 1 tl kurkumapoeder

- 3 tl paprikapoeder

- 1 el vissaus

Voor chili-olie

- 5 el gedroogde chilivlokken

- 3 el plantaardige olie

- 3 teentjes knoflook (fijngehakt)

Voor noedelmix

- 600 gr Japanse udonnoedels

- 7 el kerrieolie

- 7 el geroosterd kikkererwtenmeel (zie bereiding)

- 1½el vissaus

- 1½el limoensap

- 1/2 tl knoflook-chiliolie

Garnering

- Handvol gehakte koriander

- 3 hardgekookte eieren (in plakjes gesneden)

Hazel Htun Student voedingsmiddelentechnologie

Meanwhile in… Frankrijk – Protest!

WUR is zeer divers; er werken en studeren honderden internationals. In de rubriek Meanwhile in vragen we een van hen te reageren op een gebeurtenis in het thuisland. Deze keer deelt uitwisselingsstudent Dorothée Bellégo (20) haar mening over de aanhoudende protesten in Frankrijk, die ontstonden als reactie op de politieke onrust in het land. Tekst Machteld van Kempen

‘Toen de Franse stakingen begonnen in september, was ik al hier in Nederland. Ik schaam me er een beetje voor, maar het kon me niet echt schelen eigenlijk. Mensen zeiden de hele tijd: wat vervelend dat Frankrijk staakt. Maar ik dacht: het zal ook eens niet zo zijn. Staken is onze nationale sport. En wat betreft de Franse regering, daar is het altijd een puinhoop. Hier in Nederland heeft jullie regering twee keer gefaald, dat is niet best, maar op de een of andere manier lijkt het in Frankrijk erger omdat mensen er zo heftig op reageren. En ook omdat het al jaren een soort strijd is. Op dit moment vraag ik me niet eens meer af waar het over gaat. Misschien moet ik er meer aandacht aan besteden, maar in Frankrijk zit het in de cultuur om ons niet te laten kleineren door autoriteiten. En alleen het feit dat we protesteren, betekent niet dat het niet de moeite waard is om te protesteren. Ik denk dat de regering dat soms vergeet en ons een beetje ziet als een bevolking die af en toe een driftbui heeft, zonder echt te luisteren naar wat we zeggen.

Column Willy Contreras-Avilés

‘De media stelt demonstranten vaak in een kwaad daglicht. Ze zeggen dat het werklozen zijn of jongeren die niets beters te doen hebben. Maar wij, jongeren, zijn degenen die de schulden moeten oplossen en op wie de wetten de meeste invloed hebben. De gevolgen van de wetten die worden aangenomen moeten wij dragen. Jongeren zijn gefrustreerd, omdat ze meer links dan rechts zijn, in tegenstelling tot de meeste ouderen. En omdat er veel meer ouderen zijn dan jongeren, is het erg moeilijk om gehoord te worden. Jongeren zijn bezig met hun studie en het vinden van hun plek in de wereld, dus ze hebben niet altijd de tijd om naar politici te luisteren en te stemmen, wat betekent dat er helemaal niet naar hen wordt geluisterd. Dan raken ze gefrustreerd door het beleid dat wordt gevoerd, dus protesteren ze.

‘Ik denk dat de oplossing ligt in een daadkrachtiger regering. Anders wordt er niets opgelost. Zeker in deze tijd, met alle oorlogen die gaande zijn en steeds meer regeringen in Europa en Amerika die naar extreemrechts opschuiven. Dit is waarschijnlijk het slechtst denkbare moment om zo besluiteloos te zijn.’

Tapijt van de wrede werkelijkheid

Kort geleden kregen we in Wageningen een prachtig kunstwerk in handen: een wandkleed dat door studenten en medewerkers geborduurd en getuft moet worden. Het gaat om een landelijk project dat het slavernijverleden en het koloniale erfgoed van Gelderland in herinnering brengt en met elkaar verbindt. Het hangt de komende weken in de hal van Forum. Het kunstwerk dat we in Wageningen hebben, is slechts één deel van het 35 meter lange wandkleed. Aan de andere stukken werken momenteel inwoners van andere delen van Gelderland. Ik heb ook een dag meegewerkt aan het wandtapijt. Ik vroeg naar de deelname van studenten aan het kunstwerk. Het antwoord vond ik nogal ontmoedigend: ‘niet zo veel’. Maar er waren wel veel

mensen in Forum toen ik er was. Die kunnen het kunstwerk allemaal zien. Op de een of andere manier is er geen nieuwsgierigheid naar het kleed. Er is een trieste onverschilligheid voor de ongemakkelijke boodschap die het in zich bergt.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit onze samenleving in het klein is: iedereen lijkt zozeer op te gaan in de drukte van alledag en zo individualistisch bezig te zijn, dat men het belang van de gemeenschap en van gezamenlijkheid vergeet.

Wageningen is een bubbel binnen de bubbel van privileges. We genieten allemaal van de geluk hier geboren te zijn en dat is goed, maar is het een reden om apathisch en onverschillig te staan tegenover de geschiedenis

van slavernij, genocides en de onderdrukking van mensen die minder geluk hebben dan wij?

Willy Contreras-Avilés (36) is promovendus Tuinbouw en Biochemie van medicinale cannabis uit Panama. Hij houdt van dansen (perreo), Italiaans koken en zwemmen.

HOKJESDENKEN

Vul de puzzel in en ontdek welk(e) woord(en) er in de gekleurde vakjes staat(n). Stuur dit als oplossing naar resource@wur.nl vóór 11 november.

Tip: zoek ook naar antwoorden in dit magazine en op resource-online.nl.

Horizontaal

1. Het WUR-rapport over die populatie deed stof opwaaien

5. Begin van een romantische brief 10. In die stad is Jezus héél groot

11. Egyptische god

13. Sesamstraatfiguur

15. Zie je niet veel op de WUR

16. Heel nuchter

18. 3!

19. Is Donald van Kwik, Kwek en Kwak 20. Santa __

26. Opschepperig

27. Zo heet de klimaattop die binnenkort in Brazilië plaatsvindt

28. Staat op auto's uit Oekraïne

30. __Geim, won zowel de Nobel- als Ig Nobelprijs

31. __ bun, broodje

32. Reptiel dat plat-Amerikaans spreekt

34. (Vakantie)eiland

35. Oningewijden

36. Die cateraar heeft een personeelsprobleem

37. Zijn hel is al eeuwen populair

Verticaal

1. It's a __

2. Midnight __, zongen Beds are Burning

3. Groenteverheerlijking

4. Gaat de theaters in met Klassenmigrant

5. Vod

De oplossing van de puzzel uit Resource #1 is ‘kanteltheorie’.

De winnaars zijn Elise Mutsaers, Joris Langenkamp, Marit Bos en Jonah van Loo. Gefeliciteerd! We nemen contact met je op.

Winnaars mogen kiezen uit het boek Zeven dieren bijten terug van WUR-alumnus Frank Westerman of de Wageningen Verjaardagskalender met dronefoto’s gemaakt door DroneWageningen.

6. Moet uiteindelijk de winst opleveren

7. Die Wageningse burgermeester bleek een gesjeesde student Politicologie

8. Schaakpunten

9. Musks efficiëntie-departement

11. Schepen in Duitsland

12. Cats, Hadestown, Evita

14. Losse mouw

17. Droog

18. Moedermelk

Colofon

21. Halve lekkernij

22. Niet sneeuwwit, wel erg groen

23. Lange slierten

24. Hoofdband met veren

25. Zonder kleren

26. __ des Princes, stadion Paris Saint-Germain

29. Expositie in bibliotheek ter ere van veertigjarig bestaan __.

31. Heel grote viool

32. Vind je in een kapsalon

33. Heb je

34. Gelul

Resource is het onafhankelijke medium voor studenten en medewerkers van Wageningen University & Research. Resource brengt nieuws, achtergronden en duiding. Op resource-online.nl verschijnen dagelijks nieuwe berichten. Het magazine verschijnt maandelijks.

Contact Vragen en opmerkingen voor de redactie: resource@wur.nl | www.resource-online.nl

Redactie Willem Andrée (hoofdredacteur), Helene Seevinck (eindredacteur), Roelof Kleis (redacteur), Luuk Zegers (redacteur), Marieke Enter (redacteur), Coretta Jongeling (online coördinator), Dominique Vrouwenvelder (redacteur).

Vertalingen Clare Wilkinson

Vormgeving Alfred Heikamp, Larissa Mulder

Basisontwerp Marinka Reuten

Coverillustratie Valerie Geelen

Druk Tuijtel, Werkendam

Abonnement Een abonnement op het magazine kost €59 (buitenland €135) per academisch jaar. Opzeggen voor 1 augustus.

ISSN 1874-3625

Uitgever Corporate Communications & Marketing, Wageningen University & Research

[DE NEUS]

Nieuws met een luchtje

MINDER VAN ALLES

Na de kaalslag in de bacheloropleidingen is het hek van de dam. Alles kan minder.

Met de aankondiging van zijn grote renovatieplan voor de bacheloropleidingen – ook wel actie

Kaalslag genoemd – lijkt de nieuwe onderwijsdecaan Dick the Knight de weg gebaand te hebben voor een grote schoonmaak. Plotseling duiken meer initiatieven op over minderen.

Profiterend van het momentum laat rector Caroline Cruise weten ook de leerstoelen tegen het licht te gaan houden. Daarvan heeft WUR er op dit moment een stuk of 90. ‘Precies weten doe ik het ook niet en dat zegt al genoeg. Het kan minder’, laat Cruise opgewekt weten.

‘Bovendien: veel varkens maken de spoeling dun. En met een dunne spoeling is het slecht kersen eten.’

Na zijn eerste succes, heeft The Knight ook de 44 masterstudies op de korrel. ‘Dat zijn er lachwekkend veel voor een instituut dat pretendeert One Wageningen te zijn.’ The Knight gaat overigens niet over één nacht ijs. ‘Een werkgroep gaat eerst de haalbaarheid bekijken van een commissie, die als doel heeft een Taskforce Meer met Minder op te tuigen.’

Maar is minder wel meer? En is minder beter? Een groep kritische studenten zet vraagtekens bij het radi-

‘Het kan nog een stuk minder. We moeten nog even doorzetten’

caal minderen. ‘Minderen staat haaks op diversiteit en inclusiviteit’, zegt actievoerder Storm van der Meer. ‘Minderen is gewoon bezuinigen. Niets meer en niets minder. Met minder moeten we geen genoegen nemen.’

De roep om minder vindt intussen in den lande weerklank. De jongste inschrijvingscijfers laten al een aanzienlijke daling zien van het aantal studenten dat voor Wageningen kiest. ‘Dat is bemoedigend, maar we zijn er nog niet’, waarschuwt Minske Halfwerk van Studentenvoorlichting & Werving. ‘Het kan nog een stuk minder. We moeten nog even doorzetten.’

Studentenhuisvester Idealis ziet grote voordelen in de nieuwe wind die over de campus waait. ‘Wij beloven altijd dat in april iedereen een kamer heeft’, zegt directeur Art van Bas. Met minder studenten kan dat een stuk sneller. Misschien is de ideale situatie haalbaar dat over enige tijd er helemaal geen kamernood meer is. Hoe mooi is dat!’

Foto Shutterstock

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.