2016 inmotion september nr 03

Page 1

r 201

Jg 02

embe | sept

6

Verschijnt twee keer per jaar | Jg. 2 nr. 03 | Dag van de Zorg vzw, Lievestraat 6, 9000 Gent

Dag van de Zorgmagazine over uitdagingen in zorg en welzijn

Topdokter en toppatiënt SAMEN ZORGKRACHTIG IN HET ZIEKENHUIS

12

20

27

30

ROND DE TAFEL MET DE WELZIJNSSECTOR Een gesprek over veranderingen, kansen en de toekomst

ERVARINGS­DESKUN­DIGEN AAN HET WOORD Deelnemers Dag v/d Zorg getuigen

DE MOED VAN DE MANTELZORGER Een openhartige getuigenis van Thomas Vanderveken

OP DE KOFFIE BIJ BELEIDSMAKERS Samen naar een kwalitatieve zorg


COLOFON inMotion is het magazine van Dag van de Zorg vzw. inMotion verschijnt twee keer per jaar. Redactie: Evelien Chiau Vormgeving: Karlien Beaumont en dotplus Coördinatie: Els De Smedt Werkten mee aan dit nummer: Karlien Beaumont, Stefaan Couvreur, Nico De Fauw, Els De Smedt en Geert Van Hijfte Fotografie: Evelien Chiau, Peter De Schryver, Geert Van Hijfte en met dank voor de ingezonden foto’s Verantwoordelijke uitgever: Geert Van Hijfte, Lievestraat 6, Gent Wenst u InMotion toegestuurd te krijgen of een adreswijziging door te geven, contacteer dan Karlien Beaumont, karlien@dagvandezorg.be. Met dank aan onze partners: KBC, Janssen Pharmaceutica, Spa, SD Worx en Flanders Care

VINGER AAN DE POLS p zondag 19 maart 2017 gooien zorg- en welzijnsvoorzieningen opnieuw hun deuren open voor het brede publiek tijdens de zesde editie van Dag van de Zorg. Het wordt een dag om naar uit te kijken. ‘Samen Zorgkrachtig’ is ons nieuwe jaarthema en staat ook centraal in deze editie van InMotion. We spraken onder meer met prof. dr. Tessa Kerre, de Gentse hematologe uit Topdokters, en een van haar patiënten, zelf een voormalig chirurg, over hoe zorgverleners en -gebruikers samen kunnen bouwen aan een sterkere sector met sterkere mensen. Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen en directeur van het Vlaams Patiëntenplatform Ilse Weeghmans zaten samen aan de dis rond kwalitatieve en transparante zorg; of hoe overheid en patiënt de handen in elkaar slaan voor betere zorg. Daarenboven verzamelden we enkele keyspelers uit de welzijnssector voor een stevig gesprek over de veranderingen, kansen en toekomst binnen de welzijns­sector in Vlaanderen. Dat en nog zoveel meer. We houden de vinger aan de pols. Veel leesplezier. Geert Van Hijfte Voorzitter Dag van de Zorg vzw


INMOTION

INHOUD 04 - TOPDOKTER EN TOPPATIËNT Samen zorgkrachtig in het ziekenhuis

10 - SAMEN ZORGKRACHTIG Op Dag van de Zorg

12 - ROND DE TAFEL MET DE WELZIJNSSECTOR Een gesprek over veranderingen, kansen en de toekomst

17 - CONGRES DAG VAN DE ZORG Terugblik en save the date

19 - LANGER THUIS WONEN MET VALÈRE EN VITAL

Zorgbedrijf Antwerpen lanceert slim alarmsysteem

20 - ERVARINGSDESKUNDIGEN A/H WOORD Deelnemers Dag van de Zorg getuigen

22 - TUINIEREN OP MAAT VAN JE VOORZIENING Tips voor een geslaagde warme tuin

SAMEN ZORGKRACHTIG amen zorgkrachtig’, het thema van Dag van de Zorg 2017, sluit perfect aan bij de evoluties in de zorg- en welzijnssector. Onze voortdurend veranderende omgeving noopt ons tot nieuwe samenwerkingen, zowel binnen als buiten de zorgsector. Een krachtige co-creatie tussen beleid, ondernemers, kennisinstellingen én de maximale betrokkenheid van de zorggebruikers bewijst dat samenwerking resultaten oplevert. Het doel van Flanders’ Care is dan ook verbetering van de zorgkwaliteit na te streven, door verantwoord ondernemerschap in de zorgeconomie te stimuleren. De sector is in grote verandering, en dit betekent dat ook zorgverleners veranderen. Lon Holtzer, onze Vlaamse zorgambassadeur, bekijkt continu welke profielen en vaardigheden hiervoor nodig zijn. Met de campagne “Ik ga ervoor” blijven we inzetten op het aantrekken van nieuw talent. Met een krachtig beleid bieden we samen een antwoord op de komende uitdagingen en kunnen we de hoge kwaliteit van onze zorg duurzaam vrijwaren. Samen versterken we elkaar. Daar zit onze grote kracht en bezieling. Dat kan u laten zien tijdens de Dag van de Zorg 2017. Dank aan de initiatiefnemers en veel succes aan alle deelnemers! Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

23 - BACHELOR VERPLEEGKUNDE GAAT VAN DRIE NAAR VIER JAAR

Nieuw opleidingstraject voor verpleegkundigen

24 - VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK Voormalig lector runt woonzorgcentrum

27 - DE MOED VAN DE MANTELZORGER

Een openhartige getuigenis van Thomas Vanderveken

28 - DE PSYCHOLOOG IN DE HUISKAMER Zorgvernieuwingsproject PIOT brengt therapie naar thuiswonende ouderen

29 -BETREK JE WERKNEMERS IN JE BELEID Gemotiveerd personeel krijg je niet zomaar

30 -OP DE KOFFIE BIJ BELEIDSMAKERS Samen naar een kwalitatievere zorg

34 - TECHNOLOGISCHE INNOVATIE IN DE ZORG Sirris helpt de zorgsector groeien

35 - ONLINE HULP AAN JONGE OUDERS iBaby.help beantwoordt je vragen via Skype

37 -ZORGVERHAAL VAN HET JAAR De plannen van winnaar Onafhankelijk Leven

37 - SOCIAL PROFIT-CONGRES SD WORX Leeftijdsdiversiteit op de werkvloer

38 - HIBBOT HELPT KINDEREN MET HERSENVERLAMMING STAPPEN

Wanneer klinische expertise en technologie elkaar vinden

41 - SLIMME VOEDING VOOR EEN BETERE GEZONDHEID

Verschillende sectoren slaan handen in elkaar om ondervoeding tegen te gaan

3


4

TOPDOKTER

Dokter is het mooiste beroep van de wereld, maar je moet een stukje afstand kunnen en durven nemen van je beroep om het leefbaar te houden.


EN

5

INMOTION

SAMEN ZORGKRACHTIG IN HET ZIEKENHUIS

TOPPATIËNT “Zeg maar gewoon Tessa, hoor.” “En spreek mij maar aan met Bert.” Geen gemevrouw, gemeneer of gedokter voor Tessa Kerre en Bert Vanhaesebrouck. Artsen zijn tot slot ook maar mensen, net als patiënten. En een arts kan net zo goed patiënt zijn of worden, dat ondervond ook Bert aan den lijve. Het is wellicht dat besef dat er, onder andere, toe heeft geleid dat we de laatste jaren een steeds warmere en menselijkere zorg ervaren. Dag van de Zorg sprak met de Gentse hematologe uit Topdokters en een van haar patiënten, zelf een voormalig chirurg, over hoe zorgverleners en -gebruikers samen kunnen bouwen aan een sterkere sector met sterkere mensen.

ert, jij was ooit zelf chirurg en kwam nadien bij Tessa terecht als patiënt. Ga je anders om met iemand die zelf arts is of was?

Tessa: “Nee, absoluut niet. Ik zorg voor al mijn patiënten met evenveel passie en respect. Of iemand nu vuilnisman of chirurg is: dat maakt niets uit. Het is natuurlijk wel zo dat je, bij iemand die de sector goed kent, een ander woordgebruik kan hanteren. Maar zelfs dan: hematologie is een vrij specifiek en complex domein, waardoor het ook buiten de comfortzone van veel artsen ligt.”

Bert: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Een patiënt is een patiënt. Welke titel iemand heeft of had: iedereen verdient het om op gelijke wijze behandeld te worden. Toen ik na zes maanden een stamceldonor vond, kreeg ik wel eens te horen dat ik wellicht een voorkeur genoten had omdat ik vroeger zelf arts was. Dat is natuurlijk nonsens. Ik vroeg zelf ook nooit het beroep van mijn patiënten, omdat dat bij een plastisch chirurgische ingreep absoluut niet ter zake doet.” Tessa: “Wij vragen dat wel, maar enkel omdat het van medisch belang kan zijn.” Bert: “Voor ik een patiënt van Tessa werd, had ik al een voorbehandeling

achter de rug met verschillende bloedtransfusies. Die behandeling bleek op een bepaald moment niet meer voldoende, waardoor ik in aanmerking kwam voor een stamceltransplantatie. Ik was tot dan prima behandeld in AZ Nikolaas te Sint-Niklaas, maar moest doorverwezen worden voor de transplantatie. En zo kwam ik in Gent terecht. Ik heb hier zelf mijn opleiding gehad, en heb een groot vertrouwen in UZ Gent. En dat is misschien wel het belangrijkste: dat je vertrouwen hebt in de arts die je kiest. Zonder vertrouwen lukt het gewoon niet. Ik ben als geneesheer misschien wat bevooroordeeld omdat ik een zekere basiskennis bezit, maar zoals Tessa ook al aanhaalde is hematologie een heel complexe wetenschap. Als je daar niet professioneel mee bezig bent, weet je daar bijzonder weinig over. Je geeft je leven als het ware in handen van je dokter.”

Tessa: “Voor een stamceltransplantatie krijgen mensen een twee uur durende uitleg. Wie in aanmerking komt voor zo’n transplantatie, heeft vaak al heel wat achter de rug. En dan krijg je nog eens twee uur lang te horen wat er allemaal kan mislopen bij de volgende stap in de behandeling. Dat is ontzettend zwaar, je ziet die mensen steeds kleiner en kleiner worden. Ik probeer de zaken wat te relativeren, maar wil zeker geen verbloeming geven. Mensen hebben het recht om te weten welke gevolgen een behandeling kan hebben. Ik vergelijk die voorbereidende uitleg vaak met een bijsluiter: de kans dat elke bijwerking zal optreden, is erg klein, maar je moet het wel weten. We geven die uitleg uiteraard niet vlak voor de transplantatie, maar enkele weken ervoor. Zo krijgen mensen

Waar ligt volgens jullie de kracht van de patiënt zelf, en hoe kan de arts hem of haar daarin steunen?

Openheid en eerlijkheid zijn ontzettend belangrijk. Alles moet bespreekbaar zijn.

Tessa: “Openheid en eerlijkheid zijn ontzettend belangrijk. Alles moet bespreekbaar zijn.”

Bert: “Absoluut. Veel dokters hebben de neiging om de waarheid te verbloemen. Dat is op zich niet verkeerd, maar het moet binnen de perken blijven.”


6 Bert Vanhaesebrouck

de kans om alles op hun eigen tempo en eigen manier te laten bezinken en te verwerken, zodat ze nadien weer de moed kunnen opbouwen voor de transplantatie zelf.” Bert: “Ik herinner me nog goed toen mijn vrouw en ik na dat gesprek naar huis reden; er werd niet veel meer gezegd. Je bent gewoon op na zo’n uitleg. Maar langzaamaan bezinkt alles en kan je er verder over praten en nadenken. Op die manier krijg je de kans om de zaken een plaats te geven, en dat is ontzettend belangrijk. Je moet geloven - en durven hopen - dat alles goed komt. Anders hou je het niet vol. Maar ik ben het helemaal eens met Tessa: je moet die waarheid durven vertellen, ook wanneer ze zo pijnlijk is.”

Geneesheer ben je niet enkel voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen. Als je de kans krijgt om informatie te delen, dan moet je die nemen.

Tessa: “Ik herinner me nog goed dat ik tijdens mijn studies in het auditorium zat voor een klinische les waar ook een patiënt met een pancreascarcinoom aanwezig was. De chirurg zei dat het een klein bolletje betrof dat ze volledig hadden kunnen weghalen, en dat de man in kwestie er volledig bovenop zou komen. Eens de patiënt de deur uit was, echter, vertelde hij ons dat hij het carcinoom niet had kunnen verwijderen en dat die man er helemaal niet bovenop zou komen. Op dat moment was ik echt geschokt en ik besefte des te meer dat ik altijd de waarheid wilde vertellen aan mijn patiënten. Ik mag er niet aan denken dat ik over zoiets zou liegen. De manier waarop je iets zegt, kan wel een gigantisch verschil maken, al moét je soms pijnlijk duidelijk zijn. Het is een kwestie van een gulden middenweg vinden en daarna bij je patiënt peilen of hij alles goed begrepen heeft. Ik heb het aan het begin van mijn opleiding meegemaakt dat een patiënt de dag na ons gesprek waarin ik had verteld dat we niets meer konden doen, plots grootse plannen aan het uitstippelen was voor de toekomst, waardoor ik het gevoel had dat ik hem telkens opnieuw moest teleurstellen door telkens opnieuw hetzelfde slechte nieuws over te brengen. Maar intussen weet ik ook dat dat vaak een manier is van mensen om met de hele situatie om te gaan. Sommige mensen hebben de hoop die er eigenlijk niet meer is nodig in hun verwerking, en dat moet je ook toelaten. Zo’n dingen leer je niet uit een cursus, dat leer je uit ervaring. “

Wat kan volgens jullie nog beter om ervoor te zorgen dat de band tussen dokter en patiënt zo goed mogelijk wordt?

Tessa: “Tijd. Ik merk dat tijd zo kostbaar is geworden, dat alles steeds snel moet gaan, en we daarom voor een deel moeten inboeten op kwaliteit. Heel vaak zitten mensen met bepaalde vragen die ze niet goed durven stellen. Als een arts dan ook nog eens de hele tijd op zijn of haar horloge zit te kijken, komt die vraag er al helemaal niet. Efficiënte tijdsbesteding wordt steeds vaker gezien als een kwaliteitscriterium, hoe meer patiënten je ziet binnen een bepaalde tijd, hoe beter je scoort. Terwijl voor mij de kwaliteit van de zorg primeert, en dat duurt soms wat langer, en dan moet de volgende patiënt wat wachten. Mijn patiënten hebben er trouwens alle begrip voor als ze even moeten wachten. Zij weten natuurlijk dat ze zelf ook de nodige aandacht en tijd krijgen eens het hun beurt is. Bovendien haal je als arts zelf ook je energie uit de voldoening die je krijgt wanneer je goede zorg kan bieden. Als je dat gevoel niet langer hebt, dan hou je de job ook niet vol.” Bert: “Tijd is uiteindelijk relatief. Je voelt als arts soms dat mensen willen


7

INMOTION

Was dat een van je redenen om deel te nemen aan Topdokters, Tessa, om de menselijkheid van dokters meer in beeld te brengen?

Tessa: “Goh, nee, daar heb ik eigenlijk niet eens bij stilgestaan. Ik heb wel heel lang nagedacht over mijn deelname. Toen ik de vraag kreeg, had ik het programma nog nooit gezien, maar ik had er wel al heel veel positieve feedback over gehoord. Eens ik enkele afleveringen bekeken had, vond ik het wel meteen erg knap in beeld gebracht. Er waren natuurlijk heel wat zaken om te overwegen, zoals welk effect het zou hebben op mijn gezin en op mezelf. Maar mijn grootste bekommernis lag bij mijn patiënten: zouden zij in beeld willen komen? Zou het programma en de tijd die ik eraan spendeerde niet ten koste van hen gaan? Zij waren dan ook de doorslaggevende factor in mijn beslissing om deel te nemen, want de meeste patiënten waren erg enthousiast en gemotiveerd om mee te doen. Hematologie is een vrij onbekende specialisatie

voor wie er nooit mee geconfronteerd wordt, en net daarom wilden mijn patiënten zo graag deelnemen. Eindelijk kregen ze de kans om hun verhaal te delen met de buitenwereld. Iedereen weet wat long- of borstkanker is, maar leukemie blijft vaak onder de radar. Mensen gaven ook aan dat ze na het programma meer begrip kregen van hun omgeving.” Bert: “Ik denk dat het belangrijk is dat, als je aan zo’n programma deelneemt, je het doet in het belang van je specialisatie en je patiënten. Ik ben er zeker van de deelname van Tessa heel wat betekend heeft voor alle leukemiepatiënten in ons land. Van zodra je zoiets doet uit eigenbelang, loopt het fout. Maar dat is wel het laatste dat ik Tessa zou verwijten.” Tessa: “Ik moet eerlijk toegeven dat ik me tijdens en ook na de opnames vaak afgevraagd heb waar ik aan begonnen was. Het nam vrij veel tijd in beslag, en dat was niet altijd vanzelfsprekend. Bovendien kwam er plots ook heel wat persaandacht op me af, en had ik vaak de indruk dat de media een soort stempel van ‘wonderdokter’ op me wilde plakken. Daar had ik het moeilijk mee, want ik zie mezelf zo niet. En ik ben lang niet de enige die zorgt voor het herstel van een

patiënt. Nu alle drukte wat geweken is, ben ik heel blij dat ik heb deelgenomen, en dankbaar om de boodschappen die ik heb kunnen verspreiden. Een van mijn patiënten besliste tijdens de opnames om euthanasie aan te vragen. De manier waarop dat in beeld werd gebracht, vond ik prachtig. Ik heb me in het verleden vaak geërgerd aan wat er allemaal over euthanasie verteld wordt. Maar in dit geval zijn de programmamakers er in geslaagd te tonen waar het echt om draait, en hoe belangrijk het is dat het kan. De keuze kunnen maken dat je genoeg geleden hebt; de keuze om te sterven voor je volledig aftakelt, omringd door wie je wil, die verdient ieder mens. Bovendien vond ik het heel mooi hoe de aflevering ook toonde wat het met een arts doet. Velen denken misschien dat zoiets voor een dokter gewoon routine is, maar na het uitvoeren van een euthanasie voel ik me compleet leeg. Ik moest de dag van die reportage nog even doorgaan voor mijn andere patiënten, maar het liefste wil ik op zo’n moment gewoon naar huis. Bovenal ben ik erg dankbaar dat ik in een ziekenhuis werk waar euthanasie kan. Want dat is nog lang niet in elk ziekenhuis zo. Begrijp me niet verkeerd: ik wil geen enkele arts verplichten om euthanasie te begeleiden.

Prof. dr. Tessa Kerre

babbelen. Als je beslist om dat te negeren, dan blokkeren heel wat mensen. En het laatste dat je als dokter wil, is toch dat je patiënten niet bij jou terecht kunnen met hun vragen?”


Een wakkere kijk op zorg. KBC blijft investeren in een wereld vol verandering. Als sectorspecialist zijn we daarom graag uw partner in al uw bank- en verzekeringszaken.

KBC Social Profit staat voor u klaar.

ondernemen.kbc.be/socialprofit


INMOTION

Ook daar verdient iedereen zijn vrijheid in. Maar dat, wanneer een arts het wel wil, het ziekenhuis soms besluit om te weigeren, dat snap ik niet. Ik zou het heel erg vinden om, na samen zo’n lange tocht te hebben afgelegd, een patiënt in de steek te moeten laten op zo’n cruciaal moment.” Bert: “Ik vond dat ook absoluut een van de topmomenten van de reeks. En ik begrijp helemaal wat Tessa verwoordt, ook vanuit de visie als patiënt. Je geeft een dokter niet alleen het vertrouwen om te leven, maar ook het vertrouwen om eerbiedig te sterven in handen. Daar staan maar weinig mensen bij stil. Sterven hoort nu eenmaal ook bij het leven, en zeker binnen de geneeskunde kom je er hoe dan ook mee in aanraking. En net daarom vind ik het zo belangrijk dat zoiets op tv kan en mag komen. Geneesheer ben je niet enkel voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen. Als je de kans krijgt om informatie te delen, dan moet je die nemen. Dat kan op heel wat manieren: zoals Tessa deed bij Topdokters, tijdens een vorming voor collega’s, tijdens een lezing, noem maar op. En, dit kan misschien gek klinken, maar ik vind dat dat ook voor patiënten geldt. Ik ben niet enkel patiënt voor mezelf, maar ook voor anderen. Dat doe ik door met patiënten te praten, door infosessies te geven, of door zoals nu te getuigen. Als ik anderen kan helpen door mijn verhaal met hen te delen, waarom zou ik het dan niet doen? Iedere persoon moet dat uiteraard voor zichzelf beslissen; ik snap ook wel dat niet iedereen weerbaar genoeg is om over zijn of haar situatie te praten.” Tessa: “Ik zie dat ook bij ons, dat patiënten elkaar opzoeken en een hechte band opbouwen. Niet onlogisch natuurlijk: zij begrijpen elkaar als geen ander.”

Bieden jullie vanuit het ziekenhuis een mogelijkheid voor patiënten om elkaar te ontmoeten in, bijvoorbeeld, een praatgroep?

Tessa: “Er zijn heel wat patiëntengroepen aanwezig in ons ziekenhuis, maar die worden door de patiënten zelf georga­ niseerd. Onlangs kwam er wel een weduwe van een van mijn patiënten naar me toe met de vraag of ze kon aansluiten bij een vereniging van nabestaanden. Maar wij hebben dat niet. Het was ook de eerste keer dat ik die vraag kreeg. Ik ben er toen verder over gaan nadenken, en besefte dat de meeste van mijn patiënten en hun nabestaanden elkaar

onderweg leren kennen, waardoor we die vraag nog nooit hadden gekregen. Je ligt samen op de kamer, zit samen in de wachtzaal, maakt intieme en kwetsbare momenten mee van elkaar. Dat zet aan tot praten. Met dit koppel was dat anders: zij waren hingen enorm samen, zaten als het ware in een cocon, afgezonderd van de anderen. Iets waarvoor ik uiteraard alle respect en begrip kan opbrengen, maar wat er dus voor zorgde dat de vrouw er achteraf alleen voor stond en niemand kende die hetzelfde had meegemaakt. Zij zag op dat moment niet meer hoe ze ooit nog opnieuw een leven kon opbouwen. Ik heb haar dan ook in contact gebracht met twee andere jonge vrouwen die hun partner verloren, en die intussen wel al verder stonden en hun leven weer hadden opgenomen. Dat heeft haar enorm geholpen. Op basis daarvan zijn we beginnen nadenken of we geen groep voor nabestaanden moeten opstarten. In dat kader zijn we nu bezig met een stuurgroep rond zo’n vereniging, om te polsen wat ieders verwachtingen zijn.”

Bert, had jij zelf ook nood om met andere patiënten te praten toen je zelf ziek was?

Bert: “Ja, enorm. Voor ik mijn transplantatie onderging, heb ik zelf

ook contact opgenomen met een man die een gelijkaardig ziekteverloop had meegemaakt. Hij stond toen waar ik nu sta: drie jaar na de transplantatie, een vlot herstel achter de rug. Ik heb ontzettend vaak aan hem gedacht toen ik me zorgen lag te maken. En daarom spreek ik nu zelf ook af en toe met patiënten, al probeer ik het wel te beperken. Het confronteert me natuurlijk ook telkens weer met mijn eigen ziekte en lijden. Ik denk steeds dat ik er wel tegen kan, maar merk toch dat ik vaak moet slikken bij het horen van andermans verhaal.” Tessa: “Je moet in zo’n geval ook wat aan zelfbescherming doen. Anderen willen helpen is erg mooi, maar het mag niet ten koste van je eigen gezondheid of welbevinden gaan. Mochten mijn patiënten zijn zoals ik, zou ik er kwaad op worden. Ik zeg altijd dat ze moeten luisteren naar hun lichaam, iets dat ik zelf veel te weinig doe. Dokter is het mooiste beroep van de wereld, maar het kan je ook opvreten. Je moet een stukje afstand kunnen en durven nemen van je beroep om het leefbaar te houden.”

Prachtige afsluiter, lijkt me. Bedankt!

Wil je zelf stamceldonor worden? Je vindt alle info op www.stamceldonor.be

9


10

SAMEN ZORGKRACHTIG OP DAG VAN DE ZORG De kracht van samen zorg dragen voor elkaar vormt de ruggengraat van Dag van de Zorg 2017. Eerst en vooral willen we de samenwerking tussen patiënt, client, bewoner, mantelzorger, vrijwilliger en zorgverlener in de schijnwerpers zetten. We slaan de handen in elkaar om te bouwen aan de zorg- en welzijnssector van de toekomst. Ook de wissel- en samenwerking tussen profit en non-profit komen aan bod. Welke innovaties kunnen het aanbod van kwaliteitsvolle zorg verbeteren? Met Samen Zorgkrachtig willen we ook de sterkte van de zorgeconomie tonen. En dat doen we niet alleen. Talloze organisaties bieden met hun deelname aan Dag van de Zorg het brede publiek een blik op en in de sector. Een toepasselijker thema hadden we ongetwijfeld niet kunnen vinden. Startdag Gent

STARTDAGEN Naar goede gewoonte verwelkomt Dag van de Zorg alle deelnemers op een boeiende startdag met tal van tips, praktijkverhalen en do’s-and-don’ts. Deelnemers ontmoeten en inspireren er elkaar. Enkele deelnemers van vorig jaar komen met volle passie hun Dag van de Zorgverhaal vertellen. Bovendien komt er een sterke externe communicatiespecialiste spreken. Evelien Chiau is naast (eind)redacteur, (copy)writer en content creator ook bijzonder actief op sociale media. Zij weet als geen ander hoe je communiceert, hoe je de pers bereikt en hoe je je verhaal vertelt. De startdagen gaan door op 8 november in Mechelen en op 10 november in Gent. Meer info hieromtrent volgt snel op www.dagvandezorg.be.

Ook jongeren actief op Dag van de Zorg


INMOTION Heel veel belangstelling op Dag van de Zorg

DEELNEMEN

IN 2017 TWIJFEL JE NOG OM DEEL TE NEMEN? Kom gerust een kijkje nemen op een van de startdagen. inschrijven kan via karlien@dagvandezorg.be. Je organisatie registreren voor deelname aan Dag van de Zorg kan nog tot 16 december via www.dagvandezorg.be/inschrijven.

TOCH NOG EEN VRAAG?

Stuur een mailtje naar info@dagvandezorg.be of bel 09-224 06 84.

EXCLUSIEF VOOR DEELNEMERS VAN DAG VAN DE ZORG 2017 Rode Kruis-Vlaanderen en Dag van de Zorg organiseren voor de tweede keer op rij het Zorgverhaal van het jaar. De laureaat van deze award wordt bekend­gemaakt tijdens het Dag van de Zorgcongres en ontvangt een geldprijs van € 10 000. Nieuw dit jaar is de publieksprijs van € 2 500. Iedereen kan stemmen via de website van Rode Kruis-Vlaanderen en bepaalt zo mee wie de publiekstrofee mee naar huis neemt.

zorg verhaal

Meer info over deze wedstrijd vind je op www.rodekruis.be/zorgverhaal. Op pagina 37 lees je het verhaal van de winnaar van vorig jaar.

NIEUW!

Publieksprijs t.w.v. € 2 500.

v/h jaar

11


12

ROND DE TAFEL

MET DE WELZIJNSSECTOR m meteen met de deur in huis te vallen: welke veranderingen hebben jullie de voorbije jaren ervaren in de zorg- en welzijnssector?

Luc Jaminé: “De grootste verandering is volgens mij dat de rechten van gebruikers vandaag veel centraler staan. Een heel mooie evolutie.” Frank Sioen: “Ik denk dat die shift inderdaad positief is, maar meer rechten houdt ook meer verantwoordelijkheden in, en dat is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Om de vermaatschappelijking van de zorg verder te kunnen uitbouwen, is vooral een evolutie naar een toegankelijke, inclusieve maatschappij nodig. En dat ontbreekt nu soms nog. Het verschil tussen integratie en inclusie

is dat je bij integratie steeds moet blijven vechten voor je rechten, terwijl die rechten bij inclusie breder ingevoerd zijn. Neem nu het openbaar vervoer in ons land: dat is voor rolstoelpatiënten allesbehalve vanzelfsprekend. Zelfs voetpaden zijn vaak niet voldoende toegankelijk.” Jan Hertecant: “Wat volgens mij ook beter kan, is het informeren van gebruikers. Momenteel moeten zij vaak ontzettend veel stappen nemen om hun basisrechten in te vullen. Mijn bezorgdheid ligt daar vooral in het feit dat ook personen met een mentale beperking zelf moeten kunnen opkomen voor hun rechten.” Hendrik Delaruelle: “Ik denk dat we onmiddellijk in de kern van het debat zitten. Vermaatschappelijking mag niet

betekenen dat de zorg overgedragen wordt aan de maatschappij met een terugtrekkende overheid. Aan de andere kant moet de maatschappij ook openstaan voor die inclusievere samenleving, en daarvoor moet je niet beginnen op niveau van de provincie of stad, maar wel op niveau van de eigen straat.” Luc Deneffe: “Vermaatschappelijking van de zorg is eigenlijk een ongelukkig gekozen term; het werkt eerder omgekeerd. Zo gaven wij onze begeleiders de opdracht te zetelen in beheerraden van verenigingen uit de buurt, om er daar voor te zorgen dat de stem van onze gebruikers vertegenwoordigd wordt. En dat zie ik, naar de toekomst toe, als noodzaak. Je kan als hulpverlening niet werken zonder je te engageren in de


13

INMOTION Wandeling door het Marie-Josépark

EEN GESPREK OVER VERANDERINGEN, KANSEN EN DE TOEKOMST

Het illustere Molenbeek is bij velen enkel gekend omwille van haar opvallende aanwezigheid in de pers de voorbije maanden, maar de Brusselse gemeente biedt ook een thuis aan heel wat groene parken, kranige ouderen en een straat die als tweede naam ‘De Welzijnsboulevard’ meekreeg. Na een stevige wandeling doorheen Hoog-Molenbeek, schuiven we onze voeten onder tafel in een van de dagcentra van dienstverleningscentrum Zonnelied, voor een minstens even stevig gesprek over de veranderingen binnen de zorg- en welzijnssector in ons land.

samenleving. En die taak is volgens mij net zo belangrijk als de zorg zelf.” Ilse Rymenants: “Zorg is veel breder dan zorg alleen. Het welzijn van de gebruiker is minstens zo belangrijk. En dat lijkt soms wel eens vergeten te worden binnen de maatschappij.”

Hoe kunnen we intersectorale linken leggen binnen verschillende sectoren, weg van het klassieke model? En is iedereen daar klaar voor?

Hendrik Delaruelle: “Nog niet iedereen is daar klaar voor, maar de muren tussen de verschillende sectoren brokkelen langzaam maar zeker af.” Luc Jaminé: “Wij werken al langer samen met verschillende sectoren. En dat zal,

volgens mij, alleen maar vaker voor­ komen in de toekomst. Er lijkt zich ook eindelijk een regelluwte te manifesteren waarin de overheid ons ruimte geeft om die linken daadwerkelijk te leggen.”

het eindelijk wel wat beter lijkt te gaan. Het feit dat de zorg nu al veel vaker op maat gebeurt, en niet langer volgens een decreet of uitvoerend besluit, vind ik een gigantische evolutie.”

Kris Clijsters: “Ik vind u zeer positief wanneer u spreekt over regelluwte binnen de overheid. Wij ervaren dat erg anders en zien net een overheid die zeer veel regels oplegt en heel wat admini­ stratief werk vraagt. Onze medewerkers geven vaak aan dat ze soms de indruk hebben meer werk te hebben met administratie dan met de jongeren die beroep doen op hun hulp.”

Eric Avonts: “Wat wij vooral missen, is de ruimte om samenwerkings­ mogelijkheden te ontdekken en op te starten. Nu moet er steeds gestart worden met pilootprojecten, terwijl die op intersectoraal niveau weinig tot geen nut hebben. De lokale context bepaalt namelijk alles.”

Luc Jaminé: “Ik geloof dat er inderdaad nog steeds te veel regels zijn - wij verzetten ons er al jaren tegen - maar dat

Niet elke gebruiker vindt de weg naar de juiste voorziening of tegemoetkoming. Dat wil echter niet zeggen dat we hen zomaar mogen vergeten. Hoe kunnen we


14

Els De Smedt

Eric Avonts

Frank Sioen

Hendrik Delaruelle

llse Rymenants

Jan Hertecant

Katleen Evenepoel

Kris Clijsters

Luc Deneffe

Luc Jaminé

ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt?

Frank Sioen: “Ik denk dat er vaak nog te vaak vanuit de zorg gedacht wordt en te weinig vanuit de gebruiker. Om een inclusieve werking te creëren, moet je niet enkel rond de tafel zitten met verschillende zorginstellingen, maar ook met de gebruikers. Momenteel zijn keuzes voor gebruikers vaak geen echte keuzes. In theorie kan ik wel zelf beslissen naar welke supermarkt ik wil, maar in praktijk moet ik rekening houden met de weg erheen, de toegankelijkheid van de winkel, en noem maar op.” Els De Smedt: “De website van het Vlaams Agentschap Zorg staat vol informatie en brochures maar ik raak er, zelfs als ervaren gebruiker, vaak niet aan uit. Onze zoon wordt binnenkort achttien, wat voor zijn PAB heel wat veranderingen met zich meebrengt, maar ik weet eerlijk gezegd niet waar ik moet beginnen.” Eric Avonts: “De toekomst vraagt een compleet andere manier van bedrijfs­ voering binnen de zorg. Het zullen vooral de ondernemingen zijn die zich het beste aanpassen aan de gebruiker die

zullen overleven. Met samenwerkingsakkoorden kunnen pakketten gecreëerd worden op maat van eenieder, waarbij gebruikers zelf kunnen kiezen hoe ze hun zorgpakket samenstellen..” Jan Hertecant: “Ik vrees voor een nieuwe markt met privéspelers die een goedkope vorm van zorg gaan aanbieden die niet kwalitatief genoeg is voor de gebruiker, maar daardoor wel betaalbaarder lijkt.” Luc Deneffe: “De doelstelling van persoonsgebonden financiering is duidelijk - dat wie zorg nodig heeft deze kan vragen binnen zijn eigen budget. Maar zo lang dit geen bredere bewustwording is binnen organisaties, staan we daar volgens mij niet verder mee. Daarnaast vraag ik me af, en die vraag wil ik vooral graag aan Frank richten, of gebruikers zich goed voelen met de stempel van ‘cliënt’. Voor mij drukt dat iets erg vreemds uit, maar toch gebruik ik deze term zelf ook binnen mijn organisatie.” Frank Sioen: “Ik verkies ‘cliënten’ boven ‘patiënten’, maar het zou nog beter zijn als zorggebruikers gewoon ‘burgers’ worden genoemd. Wat mensen met een


INMOTION

15

Els De Smedt medeorganisator van Dag van de Zorg en gebruiker als moeder van een zoon met een motorische beperking

De muren tussen de verschillende sectoren brokkelen langzaam maar zeker af.

Eric Avonts algemeen directeur van De Rotonde, centrum voor volwassenen met een beperking Frank Sioen communication and advocacy officer bij European Network on Independent Living en gebruiker als persoon met een motorische beperking Hendrik Delaruelle algemeen directeur van het Vlaams Welzijnsverbond llse Rymenants directeur van kinderdagverblijf Kabouterland

Nadine De Brouwer

Nico De fauw

handicap nodig hebben om ten volle deel te nemen aan de maatschappij, is in de eerste plaats respect als mens. Mensen die assistentie nodig hebben om hun leven ten volle te kunnen leven, maar daarom niet minder burger zijn. Ik ben gewoon Frank, noem me dan ook zo.” Luc Deneffe: “Iets wat ik hoorde bij Cachet, de organisatie waar Kris voor werkt, is dat ze hun gebruikers gewoon ‘medewerkers’ noemen. Omdat zij net zozeer bijdragen aan de organisatie als alle anderen. En dat vond ik een ontzettend mooie term om de evenwaardigheid van de gebruiker uit te drukken.”

Welke nieuwe vormen van zorg­ verlening passen jullie zelf toe?

Katleen Evenepoel: “Ik heb het gevoel dat de kinderopvang heel vaak onderschat wordt. Wij kunnen en doen meer dan van ons verwacht wordt op vlak van kinderrechten. Zeker in buurten waar armoede overheerst kan de kinder­ opvang een vangnet zijn. En dat zijn wij nu al verder aan het uitbouwen.” Nadine De Brouwer: “Wat ik heel belangrijk vind, is dat we in de eerste plaats naar de mens achter de zorg­

Jan Hertecant procesbegeleider bij buurtzorgnetwerk De Begijnenpassage en voormalig directeur van de Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad

Geert Van Hijfte

Katleen Evenepoel algemeen directeur van dienst­verlenings­ centrum Zonnelied

behoevende kijken. Welke vraag zit er achter de vraag? Ik ben geen ondernemer omdat ik ondernemer wil zijn. Ik ben ondernemer omdat ik wil tegemoet komen aan de vraag van onze gebruikers. De kwaliteit van hun leven is voor mij de essentie. Ik had deze week een gebruikersraad - een plek waar elke gebruiker of zijn vertegenwoordiger welkom is - waarin iemand aangaf dat haar broer alles kreeg wat hij nodig had, maar niet gelukkig was. Ik heb daar letterlijk van wakker gelegen. Als een gebruiker binnen onze voorziening ongelukkig is, dan vind ik niet dat we goed bezig zijn. Op zo’n moment moet je rond tafel gaan zitten en alles uit de kast halen. Je kan als voorziening uiteraard niet alles zelf doen, en net daarom zijn die partnerschappen zo belangrijk. Collectief kunnen we veel meer dan alleen. En daarvoor moet je mensen een stukje kunnen loslaten en vertrouwen, binnen en buiten je eigen organisatie.” Hendrik Delaruelle: “Volgens mij heb je het in al zijn eenvoud schitterend verteld: uiteindelijk gaat het over het geluk van de mensen. Welzijnsgerichte ondernemers voor wie het enkel om de gebruiker gaat investeren elk

Kris Clijsters coördinator van Cachet, een organisatie door en voor jongeren en volwassenen met ervaring in de jeugdhulpverlening Luc Deneffe, algemeen directeur van De Wissel, een overkoepelende organisatie van initiatieven binnen en buiten de Bijzondere Jeugdbijstand Luc Jaminé algemeen directeur van SOM, de federatie van sociale ondernemingen Nadine De Brouwer medewerker van zorgvernieuwingsproject Zonar Nico De fauw algemeen directeur van Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Passant en medewerker van Dag van de Zorg

Moderator: Geert Van Hijfte voorzitter van Dag van de Zorg en gebruiker als vader van een zoon met een motorische beperking


16 

overschotje in het welzijn van hun gebruikers.” Kris Clijsters: “Binnen de jeugdhulp zit je soms ook een stukje met die dwang, natuurlijk. Sommige jongeren willen gewoon gerust gelaten worden, ook door ons. Daarnaast mogen we ook de dialoog met ouders niet vergeten. In onze sector zit niemand te wachten op persoonsgebonden financiering - al begrijp ik helemaal dat die financiering binnen andere sectoren wél werkt. Er zijn uiteraard jongeren die wel hun eigen beslissingen kunnen nemen, maar zelfs daar zijn er grenzen. Wij zijn gigantische voorstanders van participatie, maar je kan niet elke verantwoordelijkheid bij de jongere zelf leggen.” Katleen Evenepoel: “Mensen met een zware beperking kunnen die beslissingen ook niet altijd nemen. En dat is nu net een van de uitdagingen: hoe gaan we hun stem meenemen in het beleid?” Els De Smedt: “Ik vrees soms wat voor die overgang. Heel veel voorzieningen hebben die mentaliteit absoluut niet, om de stem van de gebruiker voorop te plaatsen. De sector moet een complete omwenteling ondergaan, en ik vraag me af of dat wel mogelijk is. Bovendien is het niet voor elke gebruiker of zijn

vertegenwoordiger(s) even evident om uit te drukken wat zij precies willen en nodig hebben.” Hendrik Delaruelle: “Het zorglandschap staat inderdaad voor een gigantische transitie. Zo’n omwenteling heeft de sector in de voorbije decennia niet meegemaakt. Dat vraagt dus niet enkel een aanpassing van bovenaf, maar ook van de werknemers. Velen onder hen zullen zich moeten bijscholen, of minstens openstaan voor nieuwe posities. Als je al jaren je job op een bepaalde manier uitvoert, is dat niet vanzelfsprekend.”

De commercialisering van de sector hangt jullie als het zwaard van Damocles boven het hoofd. Ik hoorde daarnet dat het geluk van de gebruiker de allerbelangrijkste factor is om te kunnen spreken van een goed zorglandschap. Waarom kan een commerciële voorzieningen daar volgens jullie niet voor zorgen? Luc Jaminé: “Ik denk dat we allereerst een onderscheid moeten maken tussen vermarkting en commercialisering. Vermarkting is er altijd geweest, daar kan je niet tegen zijn. Diversiteit is nooit slecht. Maar commerciële initiatieven die enkel uit winstbejag handelen, zijn een bedreiging voor de sector.”

Eric Avonts: “Het geluk van de werknemer speelt in de zorgsector een grote rol, niet alleen binnen hun eigen welzijn, maar ook binnen dat van hun cliënten. Een voorziening die enkel aan winst denkt, houdt doorgaans weinig rekening met de noden van haar personeel. En daar kunnen en moeten wij het verschil blijven maken.” Jan Hertecant: “Ook op vlak van onderwijs is er volgens mij nog heel wat werk aan de winkel met het zicht op professionalisering.” Ilse Rymenants: “Dat zie je zeker binnen de kinderopvang. Daar is nog een hele weg te gaan. De sector zet zich zelf ook vaak in het hoekje van ‘we zijn maar’, terwijl dat helemaal niet zo is.” Luc Jaminé: “We zien onderwijs als een basisvoorziening, maar kinderopvang niet. Dat is toch absurd? Kwalitatieve kinderopvang is net zo belangrijk voor de ontwikkeling van het kind.” Ilse Rymenants: “Wij durven al eens onder nul gaan in het belang van onze kinderen. Dat is iets waar de overheid uiteraard geen rekening mee houdt, maar je moet daar tegenin durven gaan.” Luc Jaminé: “Wat mij enorm stoort, is dat de overheid commercialisering zelf in de hand werkt. Om een voorbeeld te geven: Sensoa, het Vlaams expertise­ centrum voor seksuele gezondheid, kreeg vorig jaar te horen dat hun erkenning niet verlengd werd. Als gevolg werd Sensoa via een open oproep op de markt gegooid. Iedereen, ook commerciële bedrijven uit de reclamesector, kon daarop intekenen. Gelukkig sloeg Sensoa erin om de touwtjes zelf in handen te houden, maar het had dus net zo goed helemaal anders kunnen aflopen.” Nico De fauw: “Ik denk dat we als sector ook meer moeten durven tonen wat voor prachtwerk we leveren. Volgens mij beseft de overheid vaak niet hoe veel wij doen en is de uitdaging voor ons om daar in te groeien. We mogen gerust wat fierder zijn op wat we doen.” Kris Geeroms: “Helemaal mee eens. Er blijven te veel geweldige initiatieven onder de radar, zelfs binnen de sector. Het zou nochtans veel deuren kunnen openen.”

Veel voer voor de toekomst. Bedankt!


INMOTION

VEEL SFEER OP HET

DAG VAN DE ZORG

CONGRES

Op dinsdag 15 maart 2016 organiseerde Dag van de Zorg samen met Flanders’ Care het tweede Dag van de Zorgcongres met als thema ‘Zorg in beweging’. De dag was gevuld met boeiende sprekers, gezellige netwerkbabbels (met bijhorende knabbels), leuke standjes en (een beetje) beweging. Bekijk hier alvast enkele sfeerbeelden en tweets van onze enthousiaste aanwezigen. Zin in meer informatie en foto’s (of stiekem gewoon zin om jezelf te spotten)? Surf dan naar www.dagvandezorg.be/verslag-congres-zorg-in-beweging.

SAVE DERDE DAG VAN DE ZORGCONGRES

THE DATE 14 Samen Zorgkrachtig

Op dinsdag 14 maart 2017 vindt de derde editie van het Dag van de Zorgcongres plaats, dit keer met als thema Samen Zorgkrachtig. We zijn momenteel volop bezig met het samenstellen van een origineel en boeiend programma. We kunnen alvast verklappen niemand minder dan Frans Colruyt (Colruyt groep) een inspirerende keynote zal brengen!. Hij zal het hebben over de ruggengraat van organisaties, participatie, duurzaam werken en diversiteit ... Een verhaal waar organisaties binnen de welzijns- en gezondheidszorg ongetwijfeld heel wat van kunnen opsteken en meenemen. Hou een oogje op onze website voor meer updates betreffende de invulling van het congres!

17


Medical Staffing Interim Services S&R – Assessment – Outplacement

x-ca re. be | it-plan et . be | h r- p l a n et . be


INMOTION

LANGER THUIS WONEN MET VALÈRE EN VITAL

19

ZORGBEDRIJF ANTWERPEN

LANCEERT

SLIM ALARMSYSTEEM

De voorbije zomer lanceerden Zorgbedrijf Antwerpen en Senso2Me een slim alarmsysteem voor senioren. Het systeem zorgt ervoor dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen zonder dat hun familie of andere mantelzorgers zich nodeloos zorgen hoeven te maken. Het nieuwe systeem kan immers zelf alarm slaan bij ongewone of onrustwekkende situaties. alère en Vital gaan een stapje verder dan het klassieke persoonlijke alarmsysteem dat een senior bij zich draagt. Via dit systeem kunnen gebruikers alarm slaan met handige drukknoppen die overal in de woning zelfs in de douche - aanwezig zijn in de vorm van draadloze zorg­sensoren. Maar er is meer: het innovatieve deel van dit alarm, ligt hem erin dat het ook automatisch alarm kan slaan wanneer het een tijdlang geen activiteit waarneemt of wanneer iemand de woning verlaat op een abnormaal tijdstip (bijvoorbeeld midden in de nacht).

PLUG AND PLAY De 2 modules baseren zich op de plug-and-playmethode en behoeven geen installatie of internet/ telefonie­verbinding.

Valère is meer dan een klassiek alarmsysteem, waarbij senioren eenvoudig hulp kunnen inroepen met een druk op de knop die ze bij zich dragen of op drukknoppen die makkelijk in de woning te installeren zijn. Dankzij de Click2Call druk­knoppen op elke zorgsensor kunnen senioren met één druk op de knop familie of zorgverleners verwittigen per sms, e-mail en/of telefoon. Vital is nog slimmer: intelligente zorg­sensoren volgen de situatie in de woning voortdurend op en verwittigen automatisch mantelzorgers of zorgverleners indien er zich een ongewone situatie voordoet. Senioren die Valère al in huis hebben gehaald, maar later toch liever overschakelen naar Vital, kunnen hun

reeds aangekochte alarmsysteem makkelijk uitbreiden met de extra functies van Vital en hoef dus geen volledig nieuwe aankoop te doen.

METEN IS WETEN Het systeem kan ook informatie verzamelen over nachtrust, sociale isolatie en andere parameters die cruciaal kunnen zijn voor de levens­ kwaliteit van senioren maar vaak moeilijk te meten zijn. Het gebruik ervan kan dus ook relevant zijn in woonzorgcentra, waar het voor medewerkers makkelijk wordt om de gewoontepatronen van (demente) bewoners in kaart te brengen.

MEER INFO? www.zorgbedrijf.antwerpen.be/ vital-en-valere


20

ERVARINGSDESKUNDIGEN AAN HET WOORD TWEE DEELNEMERS VAN DAG VAN DE ZORG GETUIGEN

ORGANISATIE:

Salvatorrusthuis vzw ADRES:

Ekkelgaarden 17 – 23, 3500 Hasselt NAAM:

Julie Bongaerts FUNCTIE: Stafmedewerker Zorg&Kwaliteit

HOEVEEL KEER DEELGENOMEN?

(3) PRAKTISCHE TIPS VOOR NIEUWE DEELNEMERS?

5 keer

l

(GEMIDDELD) AANTAL BEZOEKERS? ± 300

WELKE DOELSTELLINGEN WAREN VOOROPGESTELD? Onze nieuwbouw in de picture zetten! Hoe? l Begeleide rondleidingen doorheen de nieuwbouw l Een markt aan activiteiten voorstellen aan de bezoekers

WAT WAS ER ZOAL TE BELEVEN? In de nieuwbouw: l Begeleide rondleidingen l Een activiteitencarrousel Algemeen: l Een markt met infostanden l Optreden van het dementiekoor l Een drankje en vers gebakken wafels

HOOGTEPUNT(EN) OP DAG VAN DE ZORG? De demonstratie van de tovertafel: innovatief bewegen voor dementerenden! Iedereen kon deze testen.

De mooiste herinnering is toch wel het feit dat je zo veel bezoekers over de vloer krijgt. Dat is de kers op de taart na de inspanningen die je er voor levert.

Begin tijdig aan de organisatie van deze dag want er komt redelijk wat voorbereiding aan te pas. l Maak doorheen het jaar voldoende foto’s van activiteiten. Deze zijn altijd fijn om te gebruiken voor campagnemateriaal maar ook om tijdens de dag zelf op te hangen. l Zorg voor boeiende activiteiten.

WAT IS JE MOOISTE HERINNERING AAN DAG VAN DE ZORG? De mooiste herinnering is toch wel het feit dat je zoveel bezoekers over de vloer krijgt. Dat is de kers op de taart na de inspanningen die je er voor levert.

WAAR ZOU JE ZELF GRAAG EENS OP BEZOEK GAAN EN WAAROM? Bij andere woonzorgcentra in de buurt om te kijken hoe zij een Dag van de Zorg aanpakken, maar ook om inspiratie op te doen voor activiteiten en dergelijke.

WAAROM MOETEN WE OP 19 MAART ZEKER BIJ JULLIE LANGSKOMEN? Omdat we ieder jaar opnieuw proberen onszelf te overtreffen en we ook dit jaar weer op een creatieve manier aandacht zullen geven aan het thema.

HEB JE NOG EEN ‘ZORG’WENS ? Dat de tijdsdruk in de zorg geen invloed heeft op de kwaliteit ervan.


INMOTION

ORGANISATIE:

Emiliani ADRES:

Krekelstraat 17, 9160 Lokeren NAAM:

Ria Imschoot FUNCTIE:

Directieassistente

HOEVEEL KEER DEELGENOMEN? 1 keer

(GEMIDDELD) AANTAL BEZOEKERS? 500

WELKE DOELSTELLINGEN WAREN VOOROPGESTELD? Medewerkers motiveren en fier laten zijn l De werking/expertise van Emiliani tonen aan (toekomstige) cliënten l Medewerkers en vrijwilligers rekruteren l Meer bekendheid verwerven bij inwoners van Lokeren en omgeving l Trots zijn op onze professionele, warme en eigentijdse organisatie l

WAT WAS ER ZOAL TE BELEVEN? Via een uitgestippeld parcours kon men op eigen tempo kennis maken met de verschillende facetten van onze werking. Zo kon men een bezoekje brengen aan: een fototentoonstelling met foto’s van vroeger, de wasserij, de keuken, de dagbesteding, de snoezelruimte, kinéruimte met hulpmiddelen, logo en diëtiste, infostanden rond begeleid werk, De teerling (arbeidszorgproject) Sen-Seo, vacature- en vrijwiligerstand, een woning, wagenpark, technische lokalen, dierenpark, fietsparcours … en nog veel meer! Daarnaast werd er natuurlijk gezorgd voor een hapje en drankje en konden de kinderen genieten van de aangepaste animatie.

HOOGTEPUNT(EN) OP DAG VAN DE ZORG? Het enthousiasme van cliënten en medewerkers om hun thuis/werkplek te tonen aan bezoekers en de positieve feedback hierop. l Openstellen ondersteunende diensten: zoals onze wasserij en keuken: medewerkers waren fier hun werkplek te tonen en kregen veel respect van bezoekers. l

(3) PRAKTISCHE TIPS VOOR NIEUWE DEELNEMERS? Zorgen voor een dynamisch parcours met duidelijke bewegwijzering l Tijd om het parcours te doorlopen beperken tot 1,5 uur (vooraf goed inschatten) l Standen in bureaus vermijden: drempel om bureau binnen te stappen l Parkeermogelijkheden vermelden in brochures, flyers,…. Fietsenparking voorzien l Voldoende aandacht besteden aan herkenbaarheid medewerkers l

WAT IS JE MOOISTE HERINNERING AAN DAG VAN DE ZORG? De warme, gezellige sfeer onder cliënten, medewerkers en bezoekers. De positieve feedback van bezoekers.

WAAR ZOU JE ZELF GRAAG EENS OP BEZOEK GAAN EN WAAROM? Een gelijkaardige voorziening om de werking te vergelijken.

ZETTEN JULLIE OP 19 MAART DE DEUREN OPEN? We slaan nu een jaartje over, maar kijken zeker al uit naar een volgende editie!

21


22 De warme tuin van Huize Eyckerheyde uit Bornem

Landelijke Gilden, een sociaal-culturele gezins­vereniging voor mensen die houden van het platteland, kwam vorig jaar op de proppen met het concept ‘warme tuinen’. Een warme tuin is een combinatie van de gedeelde Vlaamse volkstuinen die her en der in steden te vinden zijn en de zorgtuinen die voorzieningen voor hun bewoners. Een volkstuin binnen de muren van een zorgvoorziening, waar zowel bewoners uit de buurt als bewoners uit de voorziening samen aan de slag kunnen.

TUINIEREN OP MAAT VAN

TIPS VOOR EEN GESLAAGDE WARME TUIN

JE VOORZIENING

Zorg voor gemeenschappelijk basistuingereedschap zoals harken, schoppen, kruiwagens, gieters … en voorzie een ruime, veilige en droge bergplaats waar ook tuiniers van buitenaf toegang tot hebben om ze in te bewaren.

Plan gezamenlijke koffiepauzes in. Zo verbeter je het contact tussen de vrijwillige tuiniers en de bewoners. Ook een fijn idee: thee voorzien met verse kruiden uit de tuin. Citroen­melisse, munt, kamille, tijm, brandnetel, lavendel, rozemarijn … Keuze genoeg! Om de cirkel weer rond te maken, kan je na het drinken van de thee uit eigen tuin de thee ook weer als compost gebruiken.

Betrek familie en bezoekers bij de tuinactiviteiten. Laat hen mee voor de plantjes zorgen en geef je bewoners een kans om hun tuin voor te stellen. Tijdens Dag van de Zorg, bijvoorbeeld?

Breng de tuin naar binnen. Sier de leefruimtes met prachtige narcissen en tulpen in een mooie (door de bewoners versierde) vaas. Kweek reukerwten om tijdens de zomermaanden een heerlijk frisse geur te verspreiden in je voorziening. Laat lavendel drogen om in het najaar geurzakjes van te maken.

Als je voorziening weinig buitenruimte heeft of de grond in de tuin van slechte kwaliteit is, kan je tuinieren in bakken. Zo kan je op een kleine plek veel telen. Bovendien gebeurt het werk op een makkelijke hoogte, waardoor er niet te veel gebukt en geknield moet worden, en vinden slakken moeilijker hun weg naar de verse groenten. Het nadeel is dat je vaker water moet geven, maar met een beurtrollen­ systeem kan dat euvel makkelijk verholpen worden.

Kook met eigen kweek. Laat bewoners genieten van hun eigen tomaten, radijzen, aardbeien, rabarber, courgettes … en combineer de maaltijd met een kookworkshop. Ook erg fijn: samen confituur maken of groenten opleggen.

Ga voor een ecologische aanpak: de zelfgekweekte lekkernijen zijn des te gezonder, en je hoeft niet in te zitten met wachttijden of dure sproeiproducten.

Na onze tips zelf zin gekregen in zo’n warme tuin? Neem dan zeker contact op met karen.verplancke@landelijkegilden.be en zij helpt je graag verder met onder meer een ondersteuningspakket en opstartbegeleiding. Iedereen is welkom!


INMOTION

23

NIEUW OPLEIDINGSTRAJECT VOOR VERPLEEGKUNDIGEN

BACHELOR VERPLEEGKUNDE GAAT VAN

DRIE NAAR VIER JAAR

WOONZORGCENTRUM REGINA COELI NAM HET VOORBIJE JAAR VOOR HET EERST DEEL AAN HET PROJECT.

Dirk Desoete, verantwoordelijke animatie: “Door de opstart van onze warme tuin en de samenwerking met een aantal vrijwillige tuinmannen en -vrouwen, werd de plek veel toegankelijker voor onze bewoners. Zij gaan nu dagelijks langs in de tuin om te wandelen, te helpen of gewoon te kijken. Alleen, met familie, met vrienden of vrijwilligers. Het is hoe dan ook prachtig om te zien. Je ziet onze bewoners openbloeien, net als onze plantjes.” “Dit jaar was ook een test. In oktober evalueren we het project, maar ik kan wel al vertellen dat we volgend jaar meer zullen inzetten op tuinbakken. De bakken maken het veel makkelijker voor onze bewoners om ook echt mee te kunnen planten en oogsten. We kijken er nu al naar uit om onze zelfgekweekte producten te kunnen uitdelen aan bezoekers en vrijwilligers.”

Wie dit academiejaar start met de bacheloropleiding Verpleegkunde, zal voor het eerst een jaar langer moeten studeren. De zorg wordt steeds ingewikkelder en kwaliteits­ eisen steeds hoger. Dat heeft zijn effect op het werkveld, maar net zozeer op het onderwijs: de opleiding voor verpleegkundigen had dringend nood aan modernisering. Dag van de Zorg sprak met Candice De Windt, campusdirecteur van hogeschool Odisee Aalst en studiegebieddirecteur gezondheidszorg Odisee, over het vernieuwde opleidingstraject.

Wat vind je zelf van de wijziging?

Candice De Windt: “We hebben nood aan een degelijke vorming om de zorgverlener van de toekomst te kunnen opleiden. De verpleegkundige als spil van de gezondheidszorg dient klinisch en kritisch te kunnen redenen en handelen. Een opleiding die zowel heel sterk wetenschappelijk en klinisch als praktisch onderbouwd is. En dan moeten we eerlijk zijn: de combinatie van de zwaar theoretische onderbouw van een professionele bacheloropleiding verpleegkunde en het verplichte aantal uren stage dat Europa oplegt (2300 uur in direct cliëntencontact)realiseren, dat lukt niet in drie jaar tijd.”

Hoe pakken jullie die veranderingen aan? “Binnen Odisee hebben we al even terug gekozen voor een generieke opleiding zonder keuzetrajecten. We hadden dus al een stap in de juiste richting gezet. Elke verpleegkundige heeft recht op een brede basis. Tegelijk willen we ook hard inzetten op ieders persoonlijke talenten. Via verdiepende modules, stages en projecten kunnen onze leerlingen een eigen keuzepakket samenstellen. De keuzevakken zijn dan niet ‘psychiatrie’ of ‘geriatrie’, maar ‘medical english’ of

‘global and transcultural health’. We proberen andere focussen te leggen dan in het basiscurriculum, zodat iedereen kan proeven van wat verpleegkunde echt is. We hebben ook een simulatie- en trainingscentrum voor onze studenten. Het grootste aantal fouten in de gezondheidszorg wordt niet veroorzaakt door verkeerde technieken, maar door een gebrek aan goede communicatie bij crisissituaties. Wie neemt de leiding, wie voert uit, wie bewaart het overzicht? Elke student wordt gefilmd en gedebrieft. Zo kunnen ze ook zelf reflecteren over hun manier van werken. Technische skills zijn belangrijk, maar teamcommunicatie en leiderschap zijn dat ook en dat wordt al te vaak vergeten.”

Welke reacties hoor je van studenten? “Tot nu toe hoorde ik enkel positieve reacties. De huidige lichting studenten vindt drie jaar ook te kort. Een opleiding van vier jaar biedt meer ademruimte en verwerkingstijd voor de studenten. Je mag niet vergeten dat verpleegkunde een zware opleiding is. We hebben pas een infodag achter de rug, en ook daar merkte ik dat toekomstige studenten niet afgeschrikt worden door dat extra jaar. Ook de inschrijvingscijfers blijven stabiel.”


24

VOORMALIG LECTOR RUNT WOONZORGCENTRUM

VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK at zorgde ervoor dat je er indertijd voor koos om leerkracht te worden?

Lynn Cools: “Ik had die keuze al vrij snel gemaakt. Tijdens mijn masteropleiding ging mijn interesse al naar het onderwijs. Ik denk dat ik dat vooral te danken heb aan mijn docenten: die inspireerden me enorm. De rest ging als het ware vanzelf.”

Hoe kwam je terecht in de ouderenzorg?

Dat het onderwijs als doel heeft om mensen op te leiden, daar zijn we het allemaal over eens. Maar wat met het werkveld? De zorgsector is steeds in volle evolutie, en bijscholing is niet nieuw, maar is dat voldoende? En wat kunnen beide sectoren van elkaar leren? Wij vroegen het aan Lynn Cools, directeur van woonzorgcentrum Sint-Carolus én voormalig docent en lector Verpleegkunde.

“Eigenlijk heel toevallig. Ik heb na mijn Bachelor in de Verpleegkunde een specialisatiejaar Spoed en Intensieve Zorgen gedaan. Dat was toen ook het enige dat me aantrok. Ik had bij wijze van spreken een zwaailicht op mijn hoofd: als het maar acuut en uitdagend was. Toen ik afgestudeerd was, kreeg ik telefoon van een hogeschool met de vraag of ik interesse had om het taken­ pakket van de coördinator van de afstudeerrichting Geriatrie over te nemen. Ik had steeds een vrij eng beeld van ouderenzorg, maar moest al snel concluderen dat het eigenlijk een ontzettend boeiende sector is. Ik dacht in het verleden steeds dat ouderenzorg zich beperkte tot de was en de plas, maar dat is het allesbehalve. Het is een enorm divers werkgebied met heel wat multidisciplinaire samenwerkingen en uitdagingen. En zo werd ik een groot voorvechter van de ouderenzorg.”


INMOTION

Ouderenzorg is een enorm divers werkgebied met heel wat multidisciplinaire samenwerkingen en uitdagingen. ONDERWIJS Zowel het werkveld als het onderwijs evolueren continu. Het is dan ook essentieel dat beide elkaar blijven vinden om (toekomstige) medewerkers op te leiden. Zorg dragen voor en met kwetsbare mensen vraagt dat studenten zich kwetsbaar opstellen om onder goede begeleiding zo veel mogelijk te leren. Maar ook het werkveld moet zich kwetsbaar durven opstellen en luisteren naar studenten die steeds weer met een frisse blik de zorg evalueren.

CARRIÈREKANSEN Het verhaal van Lynn toont aan hoe de loopbaan van een zorg­ verlener uitdagende vormen kan aannemen. Naast de dagelijkse uitdaging om goede zorg te verlenen, zijn er ook opportuniteiten die gaan van specialisatie over onderwijs tot directiefuncties. Ontdek alle mogelijke sectoren, jobs en kansen op www.ikgaervoor.be. Je vindt er heel wat boeiende getuigenissen van zorgverleners.

OUDERENZORG Niet alleen Lynn had aanvankelijk een verkeerd beeld van ouderenzorg. Het enge beeld over ouderenzorg is wijdverspreid. Nochtans vraagt ouderenzorg zowel breed klinisch inzicht als redeneervermogen. Het is een van de meest gespecialiseerde vormen van zorg. Lon Holtzer

Waarom besloot je de overstap naar de professionele sector te maken? “Dankzij mijn taak als coördinator ontwikkelde ik al snel een heel duidelijke visie op ouderenzorg. Die wilde ik in de praktijk brengen. Uiteraard doe je dat als leerkracht ook, maar ik ben een aantal keer erg ontgoocheld geweest toen ik aan de praat raakte met voormalige studenten die al enkele jaren afgestudeerd waren. Ik had het gevoel dat de visie waar we in de hogeschool zo hard rond gewerkt hadden volledig verdwenen was. Toen ben ik tot het besef gekomen dat mensen heel snel de manier van werken overnemen van hun collega’s. Uiteindelijk dragen we een gedeelde verantwoordelijkheid om samen aan de slag te gaan: het onderwijs kan het niet alleen, en het werkveld kan het niet alleen. Samen kunnen we het volgens mij wél. En omdat elke verandering bij jezelf begint, besloot ik om te gaan solliciteren. En zo kwam ik in Sint-Carolus terecht.”

Je benadrukt het belang van de samenwerking tussen het onderwijs en de zorgsector. Wat doe jij zelf om die samenwerking te stimuleren? “Toen ik hier startte, waren er al veel studenten aanwezig, maar zij werden vooral uitvoerend ingezet. Intussen hebben we een volledige visietekst over het

samenwerken met studenten ontwikkeld en geven we veel meer aandacht aan het opleiden van mentoren. Wie studenten wil begeleiden moet daarvoor ‘solliciteren’. Vervolgens krijgen ze trainingen in feedback geven en doelstellingen bepalen. Bovendien werken we veel meer op maat van de bij ons aanwezige studenten. Afhankelijk van hun opleidingsniveau, krijgen ze ook een stukje helikopterzicht over de organisatie. In het verleden kregen studenten bij stages vaak enkel taken die zich beperkten tot de basisverzorging. Nu krijgen ze ook inzicht in onze sociale dienst, in hoe we kwaliteit meten, in welke innovatieve projecten we leiden. Derdejaars krijgen van mij ook steeds de opdracht om met een kritische blik naar onze manier van werken te kijken. Zij zijn onze ogen en oren. Ook in dat kader stelden we een referentiepersoon aan die de stages van nabij opvolgt. Wie hier aankomt op zijn of haar eerste stagedag, krijgt eerst een uitgebreide rondleiding en voorstelling van de organisatie alvorens ook effectief aan de slag te moeten. We startten ook pas als zorgleerplek. Daarbij leiden we jongeren vanaf 16 jaar, die nog geen enkele ervaring hebben in de zorgsector, drie jaar lang op tot zorgkundige. Dat doen wij in samenwerking met de school: zij bieden het theoretische gedeelte, wij het praktische. Een nieuw project waar we erg trots op zijn.”

25


©Janssen-Cilag NV - PHBE/JAN/0916/0001 - vu/er Erik Present, Antwerpseweg 15-17, 2340 Beerse

Wij geven een kankerdiagnose een nieuwe betekenis. Samen. Kleine stappen zijn niet aan Janssen besteed. We willen grote stappen maken en ervoor zorgen dat kanker kan worden voorkomen en genezen. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Daarom werken we samen met de top(wetenschappers) ter wereld, van academische instellingen en behartigers van patiëntenbelangen tot grote en kleine bedrijven. Samen werken we aan één doel: een kankerdiagnose een nieuwe betekenis geven voor de patiënt en zijn naaste omgeving. We ontwikkelen revolutionaire kankerbehandelingen en engageren ons om ze bij de mensen te brengen die ze nodig hebben. Wij zijn Janssen. We werken met de hele wereld samen voor de gezondheid van iedereen. Zoekt u meer informatie, bezoekt u dan onze website: www.janssen.com/belgium

De afbeelding maakt gebruik van modellen en dient enkel ter illustratie.

Janssen Pharmaceutica NV

Janssen partner van de Dag van de Zorg


INMOTION

DE MOED VAN DE

27

EEN OPENHARTIGE GETUIGENIS VAN THOMAS VANDERVEKEN

Foto © Michiel Hendryckx

MANTELZORGER Hij was amper twintig toen hij en zijn broer hun kot achterlieten om samen met hun moeder voor zijn zwaar zieke vader te zorgen. Anderhalf jaar lang draaide hun leven om zorg dragen en afscheid nemen. Dag van de Zorg sprak met presentator en tv- en radiomaker Thomas Vanderveken over de allesbehalve evidente evidentie van het mantelzorgen.

Je was nog jong toen je - geheel onverwachts mantelzorger van je vader werd. Welke invloed heeft dat op jou gehad?

Thomas Vanderveken: “Ik denk dat ik pas na het overlijden van mijn vader de term mantelzorger heb leren kennen. Toen mijn vader ziek werd, zijn wij vooral op ons gevoel afgegaan. Hij kreeg vrij snel te horen dat hij nog maar anderhalf jaar te leven had. Wij hebben toen meteen als gezin beslist om samen voor hem te zorgen tot aan het einde. Dat was ontzettend heftig, maar dan vooral emotioneel. Het over en weer zeulen met emmers water om mijn vader te wassen en het occasioneel verversen van een vieze luier, daar werd ik niet bepaald vrolijk van, maar op zich is dat niet zwaar. Hem zien aftakelen, dat was zwaar. De situatie heeft ervoor gezorgd dat ik in één klap volwassen werd. Ik heb een enorm zorgeloze jeugd gehad; de zon scheen altijd. Met de diagnose van mijn vader zijn ook de wolken gekomen, die zich hebben samengepakt tot een dik, hevig onweer. De storm is intussen voorbij, maar de wolken zullen altijd blijven. Dat zorgeloze ben ik kwijt.”

Wat kan je doen om er als mantelzorger zelf niet onderdoor te gaan? “Het feit dat ik zo goed mogelijk mijn best deed om mijn vader tot aan het einde een zo goed mogelijk leven te bezorgen, was voor mij een grote troost. Daar kon ik me aan optrekken en rechthouden. We hebben dat laatste anderhalf jaar zo veel gesproken met elkaar. Het afscheid was mede daardoor heel intens en pijnlijk, maar het maakte het ook draaglijker.

Uiteindelijk waren mijn broer en ik er vooral ter ondersteuning van mijn moeder. Zij nam de meeste zorgen op zich. Als mijn broer en ik al alleen waren met mijn pa, was dat om moeder even rust te gunnen. Ik herinner me nog een moment waarop ik ’s ochtends wakker werd en mijn vader al hoorde kermen vanuit de slaapkamer. Dat was de eerste keer dat ik dacht: nu blijf ik nog een kwartiertje liggen. Het is toen dat ik besefte dat je op cruciale momenten in de eerste plaats voor jezelf moet zorgen. Soms is dat heel hard, maar het is zo belangrijk dat je die oefening goed maakt. Denk aan de zuurstofmaskers in een vliegtuig: daarbij krijg je ook telkens te horen dat je eerst je eigen masker moet opzetten voor je dat van je kind opzet. Als jij het begeeft, heeft degene waarvoor je zorgt niemand meer.”

Waarin denk je dat mantelzorgers in ons land nog beter ondersteund kunnen worden? “Ik heb soms het gevoel dat mantelzorg een soort oplossing is voor een financieel probleem. We hebben als maatschappij meer zorg nodig, en dat is onbetaalbaar wanneer die enkel door professionele hulp wordt uitgevoerd. Mantelzorgers lijken als het ware een besparingsmaatregel. En dat mag het niét zijn. Mantelzorg moet een keuze zijn. Eentje die iedereen moet kunnen maken. En daar leg ik graag de nadruk op dat ‘kunnen’. Mantelzorg mag geen keuze zijn die vanuit financiële overwegingen de enige optie lijkt. Daar moeten we als samenleving waakzaam voor blijven.”


28

ZORGVERNIEUWINGS­PROJECT PIOT BRENGT THERAPIE NAAR THUISWONENDE OUDEREN

DE PSYCHOLOOG

IN DE HUISKAMER Steeds meer ouderen kampen met emotionele zorgen en vragen. Zeker zij die zo lang mogelijk thuis willen wonen, ondervinden vaak moeite met het alleen zijn. Voor wie zich moeilijk kan verplaatsen, is het niet vanzelfsprekend om therapeutische hulp te zoeken. Daar komt met PIOT een oplossing voor.

at is PIOT?

Veerle Van Vlierberghe: “PIOT staat voor Psychotherapeutische Interventies voor Ouderen met Trajectbegeleiding en is een van de zorgvernieuwingsprojecten dat gefinancierd wordt door het RIZIV. Het project moet leiden tot vernieuwing van het zorgaanbod voor kwetsbare maar zelfstandige ouderen die nog thuis wonen. We voorzien gratis thera­ peutische gesprekken aan huis. Indien nodig bieden we ook ondersteuning op andere vlakken.”

Wie kan terecht bij PIOT? “We richten ons op zestigplussers die zelfstandig wonen in het arrondis­se­ ment Leuven en zich moeilijk kunnen verplaatsen. Daarnaast moet de oudere in de eerste plaats zelf nood hebben

aan ondersteunende gesprekken over zijn of haar emotionele moeilijk­heden; de vraag mag dus niet enkel uit de omgeving komen. Een persoon kan wel aangemeld worden door iemand anders. Naast een aanmelding door de oudere zelf, krijgen we vooral aanmeldingen van mantel­zorgers en hulpverleners zoals huisartsen, maatschappelijk werkers, verpleeg­ kundigen ... Ook mantelzorgers kunnen gebruik maken van onze psychische ondersteuning.”

Hoe beperken jullie de wachtlijst? “We schalen de kwetsbaarheid van de zorgvragers in aan de hand van een aangepaste vragenlijst. Ouderen die zich nog goed kunnen verplaatsen, verwijzen we door naar een CGG in de buurt. We krijgen jaarlijks zo’n 160 nieuwe intakes

te verwerken, waarvan we er een honderdtal zelf aannemen.”

Waaruit bestaat een begeleidingstraject? “Therapeutische thuisinterventies blijven onze hoofd­activiteit, maar daarnaast maken heel wat ouderen ook gebruik van onze dienst Case­ management. Hierbij overlopen we samen met de zorgvrager alle levens­ domeinen. Indien blijkt dat ze ergens meer nood aan hebben of hulp bij kunnen gebruiken, zorgen we voor de contacten met externe aanbieders van gezinszorg, vervoersdiensten, thuisoppas, noem maar op. In sommige gevallen organiseren we ook een MDO en maken zo taakafspraken voor de thuiszorg in overleg met de andere hulpverleners.”


INMOTION

29

BETREK JE WERKNEMERS IN JE BELEID GEMOTIVEERD PERSONEEL KRIJG JE NIET ZOMAAR

De organisatie thuiszorg vleminckveld won maar liefst vijf keer de prijs van Beste Werkgever van België. Dag van de Zorg sprak met directeur Dimitri Durlet en vroeg hem hoe hij ervoor zorgt dat zijn medewerkers zo tevreden zijn en blijven. “Bij thuiszorg vleminckveld hebben we veel aandacht voor de mens in de werknemer. Onze baseline is ‘enthousiast en persoonlijk’. We gaan graag met enthousiaste mensen aan de slag gaan en werken heel persoonlijk, zowel met onze gebruikers als met onze medewerkers. Er is een groot persoonlijk contact tussen leidinggevenden en werknemers. We werken met zo’n 200 mensen, maar ook de afstand tussen mezelf als eindverantwoordelijke en de basis is erg kort. Zo trachten we ons familiaal karakter te behouden.” “De verhouding werk-privé is voor ons van groot belang. In dat kader ontwikkelden we een eigen visie rond flexibel en loyaal personeelsbeleid. Personeel dat zich flexibel en loyaal opstelt, moet ook flexibel en loyaal benaderd worden. We staan open voor vragen en opmerkingen en durven in positieve zin afwijken van regels. Gemotiveerde werkkrachten worden beloond; wij bekijken elke vraag individueel in een personeelscommissie. Dat maakt dat er een heel open cultuur is, maar niet dat zomaar alles kan. We durven ook nee zeggen, als het moet.” “Daarnaast hebben we ook een heel participatief model met een heleboel werkgroepen en een actief personeelsoverleg met vertegenwoordigers vanuit elk team. Tijdens dat overleg proberen we te luisteren naar de noden van onze werknemers, waardoor elk van hen zich betrokken voelt. Zo maken we sámen het beleid.” “We zijn de voorbije jaren ontzettend gegroeid in diversiteit. Bij thuiszorg vleminckveld werken mensen met menigerlei etnisch-culturele achtergronden. We zijn daar ook actief naar op zoek gegaan, omdat we willen dat de samenstelling van ons personeel een afspiegeling is van de Antwerpse maatschappij.” “Het ankerpunt van onze organisatie is een groot herenhuis, waar regelmatig feesten doorgaan. Die organiseren we steeds zelf. Omdat we dat leuk vinden, maar ook om onze medewerkers te tonen hoe trots we op hen zijn. Zij zorgen er ten slotte voor dat onze organisatie er staat.”

De medewerkers van thuiszorg vleminckveld tijdens een van hun feestjes

We staan open voor vragen en opmerkingen en durven in positieve zin afwijken van regels.


30

SAMEN NAAR EEN KWALITATIEVERE ZORG

OP DE KOFFIE BIJ

BELEIDSMAKERS Kwaliteit moet ongetwijfeld het meest gebruikte woord geweest zijn tijdens ons gesprek met Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen en directeur van het Vlaams Patiëntenplatform Ilse Weeghmans. We spraken met deze twee specialisten bij uitstek over hoe overheid en patiënt samen aan een betere zorg kunnen bouwen, en hoe ze de handen in elkaar slaan om dat te doen.


31

INMOTION Jo Vandeurzen en Ilse Weeghmans

at betekent vermaatschappelijking van de zorg voor jullie?

Jo Vandeurzen: “Er wordt vaak gedacht dat vermaatschappelijking van de zorg staat voor een subsidiair systeem waarbij mensen eerst alle eigen mogelijkheden moeten exploreren alvorens ze ook werkelijk gebruik kunnen maken van de officiële zorgkanalen. Maar dat is het niet, en dat zal je ook zo in geen enkele visietekst van de Vlaamse overheid vinden. Met vermaatschappelijking bedoel ik dat kwetsbare mensen dankzij ondersteuning, of het nu medisch of op welzijnsvlak is, een gelukkig leven kunnen uitbouwen in een sociaal vertrouwd netwerk. Dat netwerk is zo belangrijk omdat mensen pas zin krijgen in het leven door de relatie met anderen, door het feit dat ze zich betrokken voelen, erkend en gerespecteerd weten. En die dimensie is ook belangrijk wanneer het over zorg gaat. In Vlaanderen vullen we goeie ondersteuning, zeker bij mensen met een langdurige zorgnood, al een tijdlang ruimer in dan louter medisch. Uiteraard is die medische component ontzettend belangrijk, maar nog belangrijker is de kwaliteit van iemands leven. En die kwaliteit uit zich voor een groot deel in het meedraaien in de maatschappij. Vermaatschappelijking draait dus wel degelijk een stukje rond deïnstitutionaliseren, maar dan wel om een zo hoog mogelijke levenskwaliteit te bieden aan de mens achter de patiënt. In dat kader willen we ook meer werken rond de ondersteuning van mantelzorgers. Hoe kunnen we hun draagkracht respecteren? Hoe kunnen we hun perspectief meenemen in het beleid?” Ilse Weeghmans: “Het gaat inderdaad voor een groot deel over de kwaliteit van iemands leven. Je hebt enerzijds het medisch circuit, maar de meeste mensen met een of meerdere chronische aandoeningen zijn vooral bezig met hoe ze hun leven zo goed mogelijk kunnen verderzetten. En zelfs wanneer dat niet meer lukt, opteren veel mensen om toch op een manier verbonden te blijven aan hun vertrouwde omgeving. In het geval van ouderenzorg uit zich dat vaak in de keuze voor een woonzorgcentrum in de

buurt waar ze hun eigen dialect nog horen, waar ze af en toe bekende gezichten zien, en waar ze zich thuis voelen. Net daarom moeten we de zorg een stuk korter bij de mensen brengen. In Nederland staat vermaatschap­ pelijking van de zorg voornamelijk voor een besparingsoperatie waarin nagedacht werd over wat verplicht moet gebeuren door mantelzorgers en niet langer deel uitmaakt van het professionele zorgaanbod. Dat gaat ontzettend ver, en ik ben ook heel blij dat het in ons land niet op die manier wordt ingevuld. Vermaatschappelijking van de zorg moet erop toezien dat mensen zo lang als mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven, aangevuld met de beste professio­nele zorg om hun leven zo kwaliteitsvol mogelijk te kunnen verderzetten.”

Wordt er voldoende geïnvesteerd in patiëntenrechten? Wordt hun stem voldoende gehoord?

Weeghmans: “Wij zien patiëntenrechten als een manier om in dialoog te gaan met zorgverleners en ziekenhuizen en niet als een rechtenlogica die afge­ dwongen moet worden via de rechtbank. Of er voldoende in geïnvesteerd wordt? We kunnen zeker nog enkele tandjes bijsteken op vlot van bekendmaking van patiëntenrechten. Daarnaast zie ik ook dat de inspectiediensten vaak dezelfde zaken blijven opmerken rond communicatie, bejegening ... Dat zijn de klassiekers die keer op keer terugkeren. In de wet patiëntenrechten staat ook dat iedereen recht heeft op informatie in een begrijpelijke taal. Daar is zeker nog werk aan de winkel. Daarnaast denk ik dat het klachtenrecht beter georganiseerd kan worden. Als je nu een klacht hebt over je huisarts, tandarts, kinesist, thuis­ verpleegkundige of apotheker ... moet je daarvoor naar Brussel, waar de klachten verzameld worden. Uiteindelijk zou je klachten dichterbij moeten houden, binnen een bepaalde regio, zodat die eerstelijnswerkers daar ook concreet mee aan de slag kunnen en voor hun regio een kwaliteitsverbetertraject kunnen opstarten. Pas dan kan je spreken van een kwaliteitsvolle klachtenbehandeling. Waar we volgens mij ook nog heel wat vooruitgang kunnen boeken - zonder grote

Vermaatschappelijking van de zorg moet erop toezien dat mensen zo lang als mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven, aangevuld met de beste professionele zorg om hun leven zo kwaliteitsvol mogelijk te kunnen verderzetten investeringen - is de communicatie over medische ongevallen. Ziekenhuizen en overheig hebben momenteel geen beleid rond open communicatie, en je ziet dat mensen het daar vaak moeilijk mee hebben. Vaak willen ze gewoon ‘sorry’ horen” Na een medisch ongeval en een herstel van hun schade als dat mogelijk is. Doordat die dialoog er - vaak omwille van juridische redenen - niet komt, wordt het letterlijk en figuurlijk een lange lijdensweg voor patiënten.” Vandeurzen: “Het is de verdienste van het Vlaams Patiëntenplatform dat ze de patiëntenrechten niet louter juridisch benaderen. De patiëntenrechten zijn er de voorbije jaar enorm op vooruit­ gegaan, en daar heeft mevrouw Weeghmans heel wat mee te maken.”

U lanceerde onlangs een Zorgstrategisch Plan voor ziekenhuizen. Welke impact zal dit hebben op de patiënt?

Vandeurzen: “We zijn in Vlaanderen bevoegd voor de inspecties en de normering van ziekenhuizen, de organieke regels uitgezonderd. Daardoor hebben we ook een heel duidelijke visie op waar we met die ziekenhuizen naartoe willen. Onze overtuiging is dat we ziekenhuizen meer zullen moeten aanzetten tot samenwerking. We hebben nu een landschap met bijzonder veel grote ziekenhuizen die allemaal een vrij klassiek model aanbieden met zware medische diensten. We gaan daardoor


RB, VG. 458/BUOSAP, W.INT.017/W.RS.017/W.RE.017 - 00256-40620121120, 00256-405-20121120 - A.94-A.153

Randstad Medical, een hart voor welzijn en gezondheidszorg

De zorgsector is een wereld van uitersten. Door nieuwe behandelingen, geneesmiddelen en apparatuur is uw sector voortdurend in beweging. Maar uiteindelijk blijft alles draaien rond één ding: zorgen voor mensen. Om de beste zorgen te verstrekken, moet u kunnen rekenen op de juiste medewerkers. Professioneel zorgpersoneel met een correcte attitude en een flexibele ingesteldheid. Randstad Medical vindt deze mensen voor u.

Wij vinden de juiste medewerkers voor iedereen die met zorg bezig is: ziekenhuizen, woonzorgcentra, groepspraktijken, medische centra, kinderdagverblijven, laboratoria, poliklinieken, onderzoekscentra, thuishulporganisaties, … Je vindt meer info over onze diensten en kantoren op www.randstad.be/medical


INMOTION

stilaan naar een situatie waar we gespecialiseerde zaken moeten concentreren omwille van kwaliteitsredenen. Bovendien verwachten we steeds meer van de eerstelijnszorg. De basis­specialistische ziekenhuisfuncties moeten hierop worden afgestemd. Een hervorming is dus echt nodig om een goede zorg te kunnen waarborgen. We moeten naar regionale afstemmingsgebieden en samenwerkingsmodellen tussen artsen en ziekenhuizen. Er zijn dus heel wat dingen in beweging, maar de focus is steeds de patiënt. Dat klinkt misschien vreemd, maar het is ook in diens voordeel dat we sommige diensten meer geconcentreerd zullen realiseren, ook al kan dat voor de patiënt een verdere verplaatsing betekenen. Ik herinner me nog een fusie van twee hospitalen waarbij de spoeddienst van het ene ziekenhuis gesloten werd. De bewoners reageerden ontsteld, tot ze de vraag kregen wat ze zouden doen als hun kind dringend zorgen nodig had en ze de keuze hadden tussen een zeer nabij ziekenhuis met enkel de basiszorgen, of een spoeddienst verderop met alle specialisten en betere apparatuur. Het antwoord was snel duidelijk.” Weeghmans: “Wij hebben ook aan onze patiënten­ verenigingen gevraagd hoe ze staan tegenover een langere afstand in ruil voor betere zorg, en ook zij gaven aan zich verder te willen verplaatsen als daar een kwalitatievere dienstverlening tegenover staat. Het Zorgstrategisch Plan bevat volgens mij heel wat goeie elementen. Heel positief vind ik dat de noden van zorgvragers per regio in kaart worden gebracht. Ik ben ervan overtuigd dat daar het nodige onderzoek en cijfermateriaal zal bij horen. Wat ik wel nog mis, is een strategie om de ervaringen en meningen van patiënten in kaart te brengen. De eerste verkennende stappen worden daar intussen wel rond gezet, wat zeker ook positief is, maar het zal een niet te onderschatten zoektocht zijn. En ik denk dat de kwaliteit van het Zorgstrategisch Plan daar voor een groot deel van zal afhangen. De samenwerking tussen ziekenhuizen kan ik alleen maar aanmoedigen. Wat we nog niet weten, is hoe de multidisciplinaire samenwerking voor mensen met meerdere chronische aandoeningen zal verlopen. Het mag uiteraard niet zo zijn dat ziekenhuis A alle longspecialisatie op zich neem, en ziekenhuis B alle hartspecialisatie, en dat de patiënt de hele tijd over en weer moet rennen. Er moet dus echt samengewerkt worden om patiënten een multidisciplinaire zorg - in alle betekenissen van het woord - te kunnen bieden.”

Er zijn heel wat dingen in beweging, maar de focus is steeds de patiënt. Het is ook in diens voordeel dat we sommige diensten meer geconcentreerd zullen realiseren. leggen tussen patiëntenverenigingen en ziekenhuizen. Op die manier komt de ervaringsdeskundigheid van de patiëntenverenigingen over communicatie, kwaliteitsvolle behandeling, bejegening via een zijweg het ziekenhuis binnen, waardoor ze veel sneller en vlotter worden opgenomen in het beleid van een afdeling of ziekenhuis.” Vandeurzen: “Wij nemen natuurlijk heel actief deel aan dat kwaliteits- en transparantiebeleid. In dat kader moedigen we ziekenhuizen ook aan om hun inspectieverslagen openbaar te maken. We proberen voorzieningen ook te stimuleren om hun gebruikers mee te nemen in het proces van kwaliteitsverbetering. Zo kunnen zij ook actief deelnemen aan de verdere ontwikkeling van ‘hun’ voorziening.”

Bedankt!

ZORG EN DIENSTEN AAN HUIS

Open je deur voor ons!

Wij bieden jong en oud een waaier aan diensten om het leven thuis makkelijker te maken.

Waar kunnen de overheid en de patiënt elkaar vinden in de zorg?

Weeghmans: “Volgens mij is vooral het aspect van kwaliteit en transparantie belangrijk. Zowel vanuit de overheid als vanuit de patiënt. Je kan outcomeindicatoren alleen maar correct inschatten als alle partijen er gemotiveerd aan meewerken. We startten in Limburg onlangs samen met het Trefpunt Zelfhulp met het project ‘Zelfhulpvriendelijk Ziekenhuis’. Je ziet dat instellingen, zowel vanuit de overheid als vanuit accreditatie, heel erg bezig zijn met kwaliteit. Via Zelfhulpvriendelijk Ziekenhuis proberen we een link te

Meer weten? 078 15 60 30 thuiszorgcentrum@fsmb.be

Toegankelijke gezondheid voor iedereen!

33


Slim Zorgbed

34

TECHNOLOGISCHE

INNOVATIE IN DE ZORG SIRRIS HELPT DE ZORGSECTOR GROEIEN

Sirris is een collectief centrum dat zich dat in dag uit bezighoudt met de evolutie van techno­logische industrie. Zij helpen Belgische bedrijven te innoveren met behulp van een brede expertise in uiteenlopende sectoren, een hightech testinfrastructuur en een uitgebreid partnernetwerk. Aan de hand van twee voorbeelden illustreren we wat zij het voorbije jaar voor de zorgsector betekenden.

Draagbaar lab

SLIM ZORGBED Haelvoet, een bedrijf uit Ingelmunster dat al meer dan 80 jaar meubelen maakt voor de zorgsector, wou patiëntenzorg in ziekenhuizen en woonzorgcentra efficiënter, comfortabeler en veiliger maken. Sirris werkte voor hen een prototype van een intelligent bed uit op basis van sensoren, een centrale verwerkingseenheid en een softwareapplicatie. Met dit intelligente bed zullen zorginstellingen hun bewoners in de toekomst beter kunnen monitoren en de workflow automatiseren. Bovendien is het bed uitgerust met een beperkt aantal low-cost sensoren die de toestand van de patiënt, ook vanop afstand, te monitoren en zorgacties te initiëren en prioriteren. Het verplegend personeel kan via een tablet raadplegen in welke positie de patiënt in het bed ligt, of hij of zij onrustig of het bed verlaat. Het gebruik ervan kan dus zeker een meerwaarde betekenen in de verzorging van dementerende patiënten.

DRAAGBAAR LAB Coris BioConcept, een kleine onderneming uit Gembloers, ontwerpt al 20 jaar diagnosekits om gastro-intestinale en ademhalingsaandoeningen op te sporen. In dat kader ontwikkelden zij eind vorig jaar een platform voor medische diagnose op basis van vloeistofchips. Dit nieuwe diagnoseplatform kan op basis van één monster verschillende parameters tegelijk identificeren: het kan bij een patiënt met bloedvergiftiging in minder dan een uur tijd achterhalen welke bacteriën aanwezig zijn en hoe groot hun antibioticaresistentie is. Het monster wordt aangebracht op een microvloeistofchip waarvoor Sirris een micro­mathijs met een extreem hoge precisie ontwierp: zo hoog dat er heel wat microscopische details inzitten. Dankzij de snelle en betrouwbare diagnose van de test, kan er sneller van start gegaan worden met de juiste behandeling.


INMOTION

35

ONLINE HULP AAN JONGE OUDERS

IBABY.HELP BEANTWOORDT JE VRAGEN VIA SKYPE

De online wereld is innovatiever dan ooit. Belastingen invullen, boodschappen bestellen of zelfs vergaderen met collega’s van over de hele wereld: het kan allemaal. Dan moet het ook lukken voor bepaalde onderdelen van de zorgsector, toch? Celia Ledoux van iBaby.help geeft het goede voorbeeld.

aarom heb je iBaby.help opgericht?

Celia Ledoux: “Ik schrijf al 7 jaar over zwangerschap, geboorte en ouderschap en deed 6 jaar vrijwilligerswerk met jonge ouders. Daarin vergaarde ik enorm veel kennis. Je merkt dat ouders nood hebben aan duiding, maar dat ze wel hun richting aanvoelen. Dan moet je hen niet vertellen het anders te doen. Zorgverleners hebben alle gespecialiseerde kennis, maar ouders zijn de specialisten wat hun kindje betreft. Ik wil hen in hun kracht zetten.”

opgevangen. De eerste twee levens­ jaren zijn die waarin investeringen zich het méést terug­verdienen in het latere leven. Het is van basisbelang een kindje genoeg één-op-éénaandacht te geven en hen liefdevol en responsief te behandelen. Dat is onder de huidige regels onmogelijk! Verzorgers hebben

een van de belangrijkste knelpunt­ beroepen, maar worden onderbetaald, ondergewaardeerd en onder enorme stress gezet. Ze starten hun beroep uit pure liefde en verrichten levens­belangrijk werk. Het is niet slecht om hen daar af en toe aan te herinneren.”

Waarom heb je gekozen voor online hulpverlening? “Bij een jonge baby of zwangerschap is hulp vaak snel nodig en ben ik slechts een schakel in de zoektocht naar hulp. Ik wil zorgen dat het sneller gaat, zodat ouders niet vruchte­loos zorgverleners moeten afgaan. Als ze meteen terecht­ komen bij wie ze nodig hebben, kan dat de overbelaste sector en vermoeide ouders maar helpen. Ik ben quasi meteen beschikbaar, en dat verlicht hen. Bovendien kijk je met Skype recht de woonkamer in, en begrijp je dus snel een gezinssituatie, helemaal in zijn natuurlijke omgeving.”

“Ik bied inderdaad vormingen aan kinderdagverblijven, ziekenhuizen, praktijken ... Kinderopvang wordt in België enorm onderschat. Veel meer dan in onze buurlanden, waar minder kindjes per verzorger worden

Foto © Bob van Mol

Je biedt ook hulp aan de profes­sionele sector. Waarom is dat volgens jou zo belangrijk?


zorg verhaal v/h jaar

Doe mee en win €10.000 of ga voor de publieksprijs! Rode Kruis-Vlaanderen en Dag van de Zorg organiseren in samenwerking met het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid voor de tweede keer op rij het ‘Zorgverhaal van het jaar’. Elke voorziening die deelneemt aan Dag van de Zorg 2017 kan exclusief aan deze wedstrijd deelnemen. De laureaat wordt bekendgemaakt tijdens het Dag van de Zorgcongres en ontvangt een geldprijs van €10.000 om het project verder uit te bouwen. Nieuw dit jaar is de publieksprijs van €2.500. Iedereen kan stemmen via de website van Rode Kruis-Vlaanderen en bepaalt mee wie deze extra prijs wint. www.rodekruis.be/zorgverhaal www.dagvandezorg.be

We zijn opnieuw op zoek naar inspirerende verhalen van kleine en grote organisaties die zich elke dag met veel goesting inzetten om de beste zorg te bieden aan cliënt, patiënt of bewoner. Een structurele samenwerking met andere zorgactoren en een focus op innovatie zijn een extra troef. Het ‘Zorgverhaal van het jaar’ staat model voor kwaliteitsvolle zorg: doeltreffend en doelmatig, tijdig en veilig, met een meerwaarde voor de patiënt. Doe mee aan onze award! Ga snel naar www.rodekruis.be/zorgverhaal en dien uw zorgverhaal in voor 31 december. We zijn benieuwd naar jullie bijdrage. Veel succes!


INMOTION

ZORGVERHAAL VAN HET JAAR

DE PLANNEN VAN WINNAAR

ONAFHANKELIJK LEVEN Vorig jaar werd Onafhankelijk Leven vzw, een Gentse bijstandsorganisatie die opkomt voor mensen met een beperking, de allereerste winnaar van Zorgverhaal van het Jaar. Hun verhaal werd door de jury en de zorgsector geselecteerd uit 42 inzendingen. Naast bekendheid wonnen ze ook een geldprijs van 10 000 euro om hun project verder uit te werken. Wat ze met dat bedrag van plan zijn, vroegen we aan directeur Koenraad Depauw.

anaf 1 januari 2017 krijgt bijna iedereen met een beperking een persoonsvolgend budget (PVB) om ondersteuning en assistentie te organiseren. Die mensen noemen wij budgethouders. Met dat PVB kunnen zij, samen met hun familie, zelf beslissen hoe zij zich laten ondersteunen”, verduidelijkt Koenraad Depauw, algemeen directeur van Onafhankelijk Leven. “Zo kunnen zij één of meerdere assistenten te werk stellen of beslissen om zorg en ondersteuning in te kopen bij een al dan niet vergunde zorgaanbieder. Deze keuzevrijheid brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Het is belangrijk dat budgethouders goed geïnformeerd zijn over alle bestedings­mogelijkheden. Enkel zo halen zij het maximale uit hun budget.” “Onafhankelijk Leven vzw zal in heel Vlaanderen als bijstands­ organisatie duizenden budgethouders adviseren en helpen. We beslisten daarom al om in de zomer van 2016 het team van onze advieslijn uit te breiden met 5 nieuwe collega’s. Daarnaast zal ook het administratief team met 5 vrijwilligers worden versterkt. Al deze nieuwe mensen hebben heel wat professionele ervaring maar zijn ook ervarings­deskundige. We hebben de prijs van Zorgverhaal van het Jaar dan ook geïnvesteerd in de uitbreiding van ons team. Zo dienden er heel wat nieuwe computers worden aangekocht en was een investering in onze telefooncentrale noodzakelijk.” “We doen er alles aan om in de komende maanden alle mensen met een handicap op een snelle en persoonlijke manier te adviseren over hoe zij hun Persoonsvolgende Budget (PVB) kunnen gebruiken! De steun van het Rode Kruis en het Zorgverhaal van het Jaar heeft ons daarbij erg goed geholpen. Veel dank aan de organisatie!”

37

SOCIAL PROFITCONGRES SD WORX

LEEFTIJDSDIVERSITEIT

OP DE WERKVLOER Op donderdag 29 september organiseert SD Worx in Flanders Expo voor de 7de keer zijn Social Profitcongres. Thema dit jaar is leeftijdsdiversiteit op de werkvloer. Leeftijdsdiversiteit op de werkvloer is prima, zolang er geen sprake is van polarisatie. En net dat gevaar dreigt in veel zorg- en welzijns­organisaties. De spanning tussen de positieve en negatieve impact van leeftijds­ diversiteit leeft dan ook sterk. De zorg- en welzijnssector wordt gekenmerkt door lange loopbanen. Medewerkers blijven vaak 30 jaar of langer in een organisatie. De kans op een grotere generatie­diversiteit is dan ook reëel. Dit hoeft per definitie niet problematisch te zijn. Oudere medewerkers bieden opportuniteiten, vanuit hun specifieke krachten. Postdoctoraal onderzoeker Organisatie­ gedrag aan de KUL Kim De Meulenaere deed in haar doctoraatsthesis studie rond de impact van leeftijdsdiversiteit. In haar onderzoek stelde ze twee vragen: is leeftijdsdiversiteit op de werkvloer goed of slecht voor de productiviteit? En kiezen we beter voor prestatie- dan wel voor anciënniteitslonen om een hogere productiviteit te bekomen? Zij brengt op het congres de resultaten van haar onderzoek. Naast de theoretische benadering van de thematiek wil SD Worx op het congres via workshops tonen hoe zorgvoorzieningen het positieve uit generatiediversiteit kunnen aanwenden. Meer informatie en inschrijven kan via www.sdworx.com.


38

HIBBOT HELPT

KINDEREN MET HERSENVERL WANNEER KLINISCHE EXPERTISE EN TECHNOLOGIE ELKAAR VINDEN

De Hibbot is een innovatieve revalidatierobot van het Belgische bedrijf Medical Robots, speciaal ontworpen voor de ondersteuning van kinderen met een hersen­letsel. Het product is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen ingenieur Dirk Wenmakers, kinesiste Ria Cuppers, business developer Philippe Caers en orthesist Jos Seyler.

Hoe kwam de Hibbot tot stand?

Dirk Wenmakers: “Zo’n viertal jaar geleden kreeg ik van Ria Cuppers, een gemotiveerde kinesiste, de vraag of ik geen robot kon maken die als het ware haar steunende en faciliterende handen kon vervangen zodat kinderen ook buiten de kinésessies op een efficiëntere manier zouden stappen. Een uitdagende vraag, maar des te interessanter om een oplossing voor te bedenken. Samen met bandagist Jos Seyler ontwikkelden we een systeem dat volledig bestaat uit 3D-prints en dus eenvoudig aangepast kan worden aan de gebruiker: de Hibbot.”

Wat doet de Hibbot precies? “In eerste instantie hebben we de Hibbot ontwikkeld voor kinderen met Cerebral Palsy of hersenverlamming. Dit is een van de belangrijkste oorzaken van motorische handicaps bij kinderen. Stappen is voor deze groep erg moeilijk of zelfs onmogelijk. Het product is volledig nieuw in de medische wereld omdat het enkel steun geeft daar waar de kinderen het nodig hebben. Daardoor stapt het kind met de romp recht op de benen en wordt het gestimu­leerd om de beenspieren te gebruiken, waardoor deze beter ontwikkeld worden. Een gepatenteerd mechanisch


INMOTION

LAMMING

STAPPEN

verenmechanisme begrenst de bewegingen van het bekken in 3 richtingen. Een ingebouwd kompas doet de wielen terugveren als het kind te veel naar rechts of links afbuigt, zodat het kind initieel enkel recht vooruit kan stappen met meer stabiliteit. Een rem met een aan/uitknop belet dat het kind naar achteren kan vallen. Zijdelingse steunen die de grond niet raken bij het stappen, vangen het kind op wanneer het door de benen zakt. Hoe meer een kind vordert, hoe wendbaarder het toestel wordt en hoe ruimer de toegelaten bewegingen. Stappen met de Hibbot geeft deze kinderen de mogelijkheid beter in interactie te gaan met hun leeftijdsgenoten, en zo deel te nemen aan spelletjes en activiteiten. We hopen dat de Hibbot een belangrijke bijdrage kan leveren in de preventie van spierverkortingen en benige misvormingen die momenteel vaak onvermijdelijk zijn. Eens er van deze verkortingen en misvormingen sprake is, kan ook de Hibbot niet langer helpen. Het is dus belangrijk dat

kinderen zo snel mogelijk starten met een aangepaste loophulp.”

Zijn er nog toekomstplannen voor de Hibbot? “Zeker. De Hibbot staat op dit moment nog in zijn kinder­schoenen. We willen het concept van onze revalidatierobot graag uitbreiden, zodat hij ook gebruikt kan worden bij andere aandoeningen. Daarnaast zijn we ook van plan hem in de toekomst op te schalen en ter beschikking te stellen aan volwassenen met een gelijkaardige problematiek. Ook voor hen zou de Hibbot een groot verschil kunnen betekenen. Ik heb zelf lang intensief gesport, tot ik te maken kreeg met een zware en pijnlijke hernia met uitval van spieren. Na een rug­operatie ben ik daar gelukkig volledig van hersteld. Ik ben erg blij dat ik met de Hibbot iets kan terug kan doen voor de medische- en de zorgsector. Om de Hibbot uit zijn prototype fase en effectief bij de patiënten te krijgen is ook een commerciële insteek nodig. Ongeveer een jaar geleden kwam ik bij

toeval business developer Philippe Caers tegen, dat klikte onmiddellijk. Ondertussen hebben we met het hele team een nieuw bedrijf opgericht om de Hibbot verder te ontwikkelen: Medical Robots. Door ondersteuning van het iMinds iStart incubatieprogramma hebben we het nodige kapitaal verkregen om onze eerste commerciële stappen te zetten. We mikken momenteel heel hard op de Amerikaanse markt van waar we veel vraag krijgen en de FDA-regelgeving in ons voordeel speelt. Van 11 tot 13 november zullen we met de Hibbot aanwezig op de SOPAC-conferentie in Keystone Colorado. Spannende tijden voor de Hibbot!”

Dankzij de Hibbot kunnen kinderen met hersenverlamming makkelijker deelnemen aan spelletjes en activiteiten.

39


Persoonlijke assistentie en zorg voor ouderen

Talent voor zorg Onze missie: t-zorg helpt het leven zelfstandig te organiseren. » personen met een handicap helpen we met een persoonlijk assistent of een huishoudhulp met dienstencheques via PersoonsVolgende Financiering (PVF); » ouderen bieden we hulp via huishoudhulp en extra ondersteuning; » ook organisaties rond woonzorg, serviceflats en assistentiewoningen die uitvoerend, verzorgend of administratief personeel zoeken, kunnen rekenen op t-zorg.

Wat kunnen we voor u betekenen? Neem contact op met Ellen Cornelis, coördinator t-zorg zorg@t-interim.be  0473 57 25 96 www.t-interim.be/zorg t-groep t-interim ■ t-office ■ t-heater ■ dienstencheques ■ zorg ■ Ascento


INMOTION

41

SLIMME VOEDING

VOOR EEN BETERE

VERSCHILLENDE SECTOREN SLAAN HANDEN IN ELKAAR OM ONDERVOEDING TEGEN TE GAAN

De gezondheidszorg verliest naar schatting zo’n 400 miljoen euro per jaar aan de nietbehandeling van ondervoede patiënten. Daarom sloegen Flanders’ Care en Flanders’ Food samen met enkele bedrijven, thuisorganisaties, woonzorgcentra, dienstencentra en ziekenhuizen zoals AZ Delta uit West-Vlaanderen de handen in elkaar om het Nutrition Platform for Chronic Care op te starten.

GEZONDHEID

et Nutrition Platform for Chronic Care wil cliënten met een chronische zorgnood of een risico daarop helpen om hun voedingsstatus op peil te houden of te verbeteren door hen op toegankelijke wijze een gepersonaliseerd aanbod van producten en diensten aan te bieden. Daar zit een hele uitdaging in: social profit, profit en de overheid moesten namelijk samen aan de slag om een integrale aanpak te realiseren met een uniek samenwerkingsmodel en nieuwe technologieën. “De focus van dit project ligt op de preventie en bijsturing via gezonde en lekkere voeding in de primaire voedingszorg”, vertelt Stefan Vandecandelaere, zelf ook arts en directeur kwaliteit en zorginnovatie bij AZ Delta. “We richten ons specifiek op cliënten met nood aan chronische zorg omdat zij het vaakst te maken krijgen met deze problematiek.” Het effect hiervan zal bekeken worden vanuit maatschappelijke impact: slagen we erin om de gevolgen van malnutritie en de kosten hiervoor terug te dringen? Vanuit deze kijk kan zelfs de vraag gesteld worden of de besparing gedeeltelijk geherinvesteerd kan worden om bijvoorbeeld de moeilijkere doelgroepen te bereiken. Het zorgconcept begint en eindigt bij de gebruiker. Er wordt gestart met een aangepaste intake waarbij de huidige voedingsstatus van de maaltijdgebruiker in kaart wordt gebracht, gevolgd door een nauwkeurige screening en monitoring van diens eetgewoonten. Aan de hand van deze resultaten, wordt het maaltijdaanbod bijgestuurd en de logistiek geoptimaliseerd. “Het Nutrition Platform maakt van voeding een ervaring voor mensen met chronische zorgnood. Het maakt eten weer aangenaam. Bovendien is het project in de eerste plaats patiëntgericht: we zoeken een oplossing voor iedereen. Naast een brede keuze, wordt er ook gedacht aan betaalbaarheid en gebruiksvriendelijkheid. NPCC wil een unieke oplossing bieden door te focussen op een kwaliteitsvolle klantenervaring, een betere gezondheid van de bevolking en een kostenvermindering voor de gezondheidszorg”, besluit Vandecandelaere.


ONTMOETEN

DÉ VAKBEURS VOOR DE ZORGSECTOR

Ontmoet 6.000 zorgprofessionals en 280 toeleveranciers die hun producten en diensten voorstellen.

INSPIREREN

U werkt in een ziekenhuis, woonzorgcentrum of thuiszorg? Laat u dan inspireren door topsprekers en actuele thema’s.

INNOVEREN

Ontdek innovaties, start-ups en nieuwe technologieën.

FLANDERS EXPO GENT

28|09 10.00 - 18.00

29|09

10.00 - 20.00

NOCTURNE

30|09

REGISTREER U GRATIS MET DE CODE: INMOTION VIA WWW.HEALTH-CARE.BE

10.00 - 18.00

Agilium Freestep Nieuwe brace voor knieartrose

Passanten, die zich aan de beenbewegingen aanpassen Valgus-

moment

Instelbare fixatieband

Ronde metalen beugels

Krachtoverdragende voetbeugel

Flexibele zool met plaat

COP Bodemreactiekracht

Het effect:

• Minder pijn • Uitstel van eventuele operatie • Minder medicatie

Ervaring van patiënten Mevrouw Lak (55 jaar) zegt: “Ik heb een abonnement op en pretpark genomen en een puppy gekocht waar ik straks drie keer per dag mee ga wandelen. Voor ik deze brace gebruikte, leidde de kniepijn mijn leven, nu heb ik weer de regie terug en maak ik weer plannen.”

• Comfortabel in gebruik • Verbetert levenskwaliteit • Gewichtsverlies

Mevrouw Wijsman (65 jaar) zegt: “Ik kan weer gewoon gaan staan, normaal moest ik altijd gaan zitten wringen en denken en nu kan ik gewoon gaan staan, dat is lang geleden.”

Meneer van Bussel (55 jaar) zegt: “Echt veel minder druk op mijn knie daar word ik heel blij van, veel minder pijn. Dat geeft echt een goed gevoel nu ik voel dat mijn knie minder belast wordt!”

Interesse? Wilt u meer uitleg over de werking van de Agilium Freestep, neem dan contact met ons op voor een vrijblijvende demo.

www.ottobock.be | T +31 (0)73 5186488


uw partner in koffiesystemen voor de zorgsector

www.mikocoffee.com

info@mikocoffee.com

0800/44088

Ontdek het volledige gamma

Voor meer info, gelieve contact op te nemen met Stéphanie Coudenys via s.coudenys@spawater.com

Avertentie_120x167.indd 2

www.spa.be 23/09/15 11:55


IEDEREEN

ER STAAT Uw werknemers vormen de kracht van uw bedrijf. U wilt dan ook dat ze er elke dag staan. Daar kan Mensura u bij helpen. Want samen zorgen we voor de gezondheid van uw medewerkers en een veilige werkomgeving. Van het strikt wettelijke tot zoveel meer. Zo boekt u als werkgever meer resultaat.

www.mensura.be www.mensura.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.