
6 minute read
Handdruk
from Indruk 46
Vzw De Bolster ondersteunt 350 cliënten. Om dit te realiseren kunnen we rekenen op de dagelijkse enthousiaste en deskundige inzet van meer dan 400 medewerkers en vrijwilligers. In het contact met deze mensen ervaren we telkenmale hoe boeiend en gevarieerd mensen zijn. We vinden het dan ook een meerwaarde om dit via de Indruk met u te delen. In deze rubriek zoomen we in op een medewerker, cliënt, vrijwilliger, …
Maak kennis met Chantal Copine
’s Middags zag ik Chantal regelmatig zitten op een stoeltje, zorgvuldig opgemaakt en goed geluimd wachtend op het busje dat haar naar het arbeidscentrum zou brengen. Ze ging er tekenen en schilderen bij Jan in zijn atelier vertelde ze mij. Ja, we maakten regelmatig een praatje. Sinds maart zag ik Chantal niet meer, corona weet je wel, en ik kreeg te horen dat ze niet langer in Beerlegem woonde, maar naar Gavere verhuisd was, naar ons woonhuis op de Middelwijk. Benieuwd naar haar verhaal trok ik naar Gavere, na eerst gecheckt te hebben of ik wel mocht. Ja dit mocht, maar ik moest me aan de regels houden van elke bezoeker. Mij aanmelden, temperatuur opmeten, handen ontsmetten, document tekenen dat ik niet met corona in contact geweest was en geen symptomen had, … Na deze procedure werd ik toegelaten in de tuin voor mijn gesprek met Chantal. Met de paraplu bij de hand, want de lucht zag vervaarlijk grauw…
Chantal: “Sinds 1 april woon ik in Gavere (“aprilgrapje”, zegt ze guitig). Ik ben wel een week in quarantaine gemoeten voor ik in de living mocht.”
Je zat dus de eerste week de hele tijd op je kamer? Chantal: “Ja, maar dat hadden ze mij vooraf gezegd. Anders moest ik wachten en ik wilde zo graag verhuizen. Ik vond het niet erg om op mijn kamer te zitten omdat ik dat gewend ben. De begeleiders brachten mijn eten en verzorgden mij goed. Ik mocht wel af en toe naar buiten om een sigaretje te roken.”
Wat deed je dan zoal op je kamer? Chantal: “Mijn kamer poetsen, maar dat mag ik maar 1x per week meer doen. Ik zou alle dagen poetsen, ik ben zeer proper, maar mijn begeleiders ondersteunen mij hierin. Daardoor heb ik meer tijd om andere dingen te doen, zoals kaartjes maken. Maar liefst van al kijk ik TV, naar politieseries. Dit ontspant mij zeer. Ik zoek altijd wie de schuldige is. Mijn moeder zegt dat ik zelf een beetje een detective ben.”
Waarom wou je persé naar Gavere verhuizen en dan nog in coronatijd? Chantal: “Ik wilde zo snel mogelijk verhuizen uit De Gaverkant omdat ik mij niet meer goed voelde in mijn vorige leefgroep. Het was er te druk, te vaak ruzie ook, en daar kan ik niet tegen. De begeleiders van De Gaverkant zagen ook dat ik mij daar niet goed meer voelde en ik besprak dit met Ingeborg (nvdr. orthoagoge De Gaverkant). Samen met Ingeborg werden oplossingen gezocht. Ze gaf mij bv een boek waarin ik kon tekenen wanneer ik mij niet goed voelde. Maar het geruzie kwam altijd terug; in groep wonen is niet gemakkelijk, iedereen heeft zijn eigen karakter. Dus leek het mij beter om te verhuizen. En ik heb er helemaal geen spijt van. Ik durf nu gemakkelijker praten als er wat scheelt. Ik kom heel goed overeen met Ciel, Jeroen, Ludovic en Eddy. Eddy is een engeltje. Ik help met het smeren van zijn boterhammen en we sturen sms’jes naar elkaar.”
Je bent goed bevriend geworden met Eddy? Chantal: “ja, met allemaal. Hier ben ik op mijn plaats. Ik heb mijn plek gevonden. Ik wil hier blijven. Ik ben wel nog veel moe, maar van de begeleiders moet ik niets. Ik mag veel rusten,… en lachen en plagen met de begeleiders. Als het hier druk is, is het plezant druk.”
Vroeger ging je naar de tekenacademie in Zottegem. Ik heb nog een tijdje je vervoer daar naartoe geregeld met een vrijwilligster. Ga je nog? Chantal: “Ja, ik ben dan met de bus beginnen gaan. Maar met corona lag het stil. In september kon ik terug gaan bij Roos en Ilse. Daar schilder ik voornamelijk. Maar nu heb ik even geen goesting meer met al die coronamaatregelen.”
Ben je nog van plan te gaan? Chantal: “ja als dat gedoe achter de rug is. Bij Jan in het arbeidscentrum kan ik trouwens ook niet meer gaan door corona.”
Zit je dan al dit tijd hier thuis? Chantal: “Ik ben nog niet veel buiten geweest. Eén keer met mijn ma en mijn zus iets gaan drinken hier in de buurt. En met begeleider Niels ben ik naar het SMAK in Gent geweest. Ik ga graag naar musea.”
Iets anders nu: vertel eens iets meer over jezelf. Chantal: “Ik ben afkomstig van St. Kruis Male, tegen Sijsele-Damme. Ik woonde dicht bij het kasteel Lodewijk Van Male. Vroeger woonden er nonnekes, maar nu is het verkocht. Ik ben er wel nog eens op bezoek geweest, samen met mijn moeder.”
Ben je van thuis naar hier gekomen? Chantal: “Neen, op mijn 18de ben ik opgenomen in de psychiatrie. Ik ben op verschillende plaatsen geweest. Ik heb toeren afgewerkt ze… Laatst was ik in De Steiger, bij Dr. Baudewijns (nvdr. psychiater die ook aan De Bolster verbonden is). Zij heeft ontdekt dat ik licht autisme heb. Ze zei ook dat er een geschikte plaats voor mij was in Beerlegem. Ik krijg medicatie om mij te helpen. Als ik te veel doe, geraak ik in paniek. Ik ken mijn grenzen niet goed. Ik weet niet wanneer iets genoeg is. Ik ben ook zeer beïnvloedbaar en zou alles weggeven. De begeleiders ondersteunen mij hierin.”
Heb je goede herinneringen aan psychiatrie? Chantal: “Neen. Ik deed niet anders dan stommiteiten, met als gevolg dat ik regelmatig in afzondering moest om terug tot mezelf te komen,…”
Maar nu gaat het beter? Chantal: “Dat kan je wel zeggen. Ik heb eindelijk een geschikte plaats voor mij gevonden.”
En je familie? Chantal: “Ja, er is mijn moeder en nog een zus. Zij heeft 2 kindjes en een man. Zij werkt en heeft een gewoon leven. Haar kinderen zeggen ‘lief tanteke’ tegen mij. Echt schattig. Om de 2 weken ga ik een weekend bij mijn moeder en ook in de (school)vakanties. Mama komt mij halen met de auto. Ze wordt zaterdag 74 jaar. Papa is overleden in 1990. Soms gaan we met de familie op reis, maar dit is voor mij veel te druk. Al zie ik dan wel de kindjes van mijn zus. Vroeger gingen we veel naar Wallonië. De familie
van mijn papa woont daar. Ik heb daar trouwens in Luxemburg ooit een affiche gezien met het werk van Sylvain (nvdr. overleden bewoner-kunstenaar).”
We mijmeren even over Sylvain en Chantal vraagt wat er met zijn werken nu zal gebeuren. Ik moet helaas het antwoord schuldig blijven. Maar ik vermoed dat zijn werken toch goed bewaard zullen blijven, zeg ik haar, zoals het werk van elke kunstenaar. En dat het wellicht nog zal tentoon gesteld worden… (nvdr. Het oeuvre van Sylvain Cosijns werd geschonken aan het museum Dr. Ghislain.)

Chantal: “Ik heb nog een werk gemaakt van Sylvain; waarbij hij aan het tekenen is. Mijn schilderij hangt in de ontvangstruimte. Jan zegt dat het daar mag blijven hangen.”
Ik beloof Chantal dat ik zal gaan kijken zodra ik terug in Beerlegem ben en ervoor zal zorgen dat het werk bij dit artikel gepubliceerd wordt. Aan haar vraag ik mij een mooie foto te bezorgen voor bij dit interview …
Carine Cosijns
Wens jij ook een bijdrage te schrijven voor de rubriek Handdruk ? Of ken je een cliënt, medewerker, familielid, vrijwilliger... die je in de schijnwerper wil zetten? Neem dan contact op met een lid van de redactie: Pieter en Stefan 055 39 00 00 Carine en Ellen 055 33 96 96