Ik draag mijn tong in mijn borst

Page 1


Ik draag mijn tong in mijn borst


Dank aan alle spoken word-voorouders en de wereldwijde spoken word-beweging voor de stemmen, de kracht, de verhalen en de verbinding.


Babs Gons

Ik draag mijn tong in mijn borst Een kleine wandeling door het landschap van de gesproken poëzie

VU University Press Amsterdam 2022


De aanstelling van de Vrije Schrijver aan de VU wordt mede mogelijk gemaakt door VUvereniging en de Faculteit der Geesteswetenschappen. © Babs Gons, 2022 All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written consent of the publisher. VU University Press De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam www.vuuniversitypress.com Omslagontwerp: Mijke Wondergem, Baarn Vormgeving binnenwerk: Perfect Service, Reeuwijk

isbn 978 90 8659 869 4 nur 323


Woord vooraf

Midden in het proces van schrijven, zit ik in een taxi. De chauffeur is in een vrolijke bui; ik heb vooral haast want ik heb een optreden op de VU. ‘Wat ga je doen?’ vraagt de man vriendelijk, zijn pretoogjes kijken me via het spiegeltje aan. ‘Ik ga naar een optreden,’ antwoord ik. ‘Ah, je bent zangeres.’ ‘Nee, ik... doe spoken word.’ Hij kijkt me vragend aan. ‘Weleens van gehoord?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Wat is dat?’ ‘Nou, iets met gedichten zeg maar, die ik voordraag, maar niet uit een boek, als een soort van performance.’ Hij kijkt me vragend aan. Uit de radio klinkt hiphop en ik zeg: ‘Zoals rap, zeg maar, maar zonder beat.’ ‘Ah,’ zegt hij. Al langere tijd bestaat bij mij de behoefte om de hedendaagse spoken word-poëzie1 wat meer te duiden. Ik schreef hier een artikel en gaf daar een korte beschouwing, maar zodra het Vrije Schrijverschap me ten deel viel, leek het me een uitgelezen kans om dit literaire genre eens wat langer onder de loep te nemen. Er is ontzettend veel veranderd in de meer dan twintig jaar dat ik een groot deel van mijn 5


leven wijd aan spoken word-poëzie; het genre heb ik bekender zien worden bij een groter publiek, niet op zijn minst door alle moderne manieren van verspreiding en verbinding is spoken word wereldwijd populairder geworden, maar ik krijg nog regelmatig de vraag wat spoken word precies is. Ondanks die toenemende populariteit lijkt spoken word erg trendgevoelig te zijn, na een iconisch publiekelijk optreden is er vaak even een piek in aandacht, hangen journalisten aan de lijn op zoek naar het verhaal achter spoken word, en verschijnt er weer een aantal artikelen in dagbladen, en vervolgens zakt de interesse weer weg, tot het volgende spraakmakende moment. Zo is het me overkomen dat ik in 2021 dezelfde vragen gesteld kreeg als in 2005. In dit essay wil ik je meenemen op een wandeling door het landschap van de gesproken poëzie, zoals ik het heb leren kennen in de laatste decennia. Ik wil je laten kennismaken met de liefde die ik hiervoor koester en de weg die ik binnen dit landschap heb bewandeld, als organisator, host, docent en dichter. Ik neem je mee op een korte reis naar de oorsprong, ik zal stilstaan bij belangrijke perioden, ik ga je voorstellen aan een aantal woordkunstenaars die ik bewonder en een aantal onderdelen in de studie naar deze verteltraditie uitlichten. Speciale aandacht is er voor de rol of de stem van de spoken word-dichter in het maatschappelijke debat, die er altijd al was maar die zich de laatste tijd steeds meer lijkt te manifesteren. ‘Spoken word is not just an artistic movement, it is a generation finding a new way to metabolise the world with words.’2


Het zijn precies deze woorden van de spoken word-artiest en researcher van spoken word Pete Bearder, die bij mij een urgentie aanwakkeren om nú te onderzoeken en te schrijven over spoken word. Om iets vast te leggen voor komende generaties maar ook voor deze generatie, om hen bewust te maken van de lange verteltraditie waar we toe behoren, van een prachtige orale erfenis om ons uit te drukken, onze stem te laten horen en laten gelden. Deze publicatie is nu al incompleet want er is zo ontzettend veel te vertellen en schrijven over de wereld van spoken word-poëzie en ik focus me maar op een deel van de vooral Nederlands- en Engelstalige wereld. De studie naar orale culturen is lange tijd verwaarloosd in de academische wereld waardoor de performance van poëzie lange tijd niet meegenomen is in wat we onder poëzie verstaan. Dankzij een aantal knappe letterkundigen worden er tegenwoordig studies gedaan naar en onderwijs gegeven over deze vorm van literatuur, maar ik pleit bij deze voor meer aandacht hiervoor. Ook heel belangrijk is om de studenten, onder wie zich heel wat dichtperformers bevinden, een blijvend en groeiend platform te geven binnen de faculteit. Gelukkig heb ik heel wat spoken word-activiteiten op de Vrije Universiteit mogen ervaren, in de vorm van open mics, workshops, de Martin Luther King spoken word-­ wedstrijd en de interesse in spoken word tijdens de lessen creatief schrijven.

7



1. Sociale commentatoren

‘Poëzie is de levensader van rebellie, revolutie en bewustwording.’ – Alice Walker Basketballer Kobe Bryant verongelukt, de Amerikaanse spoken word-dichter Lemon Andersen schrijft een gedicht over hem, dat een dag later door regisseur Spike Lee wordt gedeeld op Instagram. Zangeres Patti Smith draagt een gedicht op aan klimaatactiviste Greta Thunberg en we zien het veelvuldig langskomen op onze sociale media. Een paar jaar geleden gaat het gedicht ‘Home’, over de ervaring van vluchtelingen, van dichter Warsan Shire viraal op het internet, ten tijde van het hoogtepunt van wat de ‘vluchtelingencrisis’ genoemd werd, en werd het gebruikt als protest tegen de ban op immigratie door president Donald Trump. En wie heeft het memorabele optreden van Amanda Gorman tijdens de inauguratie van Joe Biden en Kamala Harris niet gezien? Dit is een greep uit de momenten van de laatste jaren, die dichters uitnodigden om als hedendaagse troubadours de actualiteiten te bezingen en die hebben gezorgd voor, soms tijdelijk, een groeiende interesse in gesproken poëzie of spoken word. Ook in Nederland kunnen we talloze momenten aanwij9


zen waarop spoken word-dichters zich als sociale commentatoren laten horen, hun stem laten gelden op bühnes, in parken en musea, tijdens debatten, op radio en televisie en via sociale media en bij demonstraties, bij herdenkingen, zoals het optreden van Amara van der Elst bij de nationale dodenherdenking op 4 mei 2021 op de Dam in Amsterdam. Dat is natuurlijk niet iets van de laatste jaren, dichters hebben altijd commentaar geleverd op de gebeurtenissen van de dag, hebben altijd al stem gegeven aan rebellie en altijd het woord genomen om sociale verandering te declameren; om maatschappelijke zaken tegen het licht te houden, zoals de klimaatproblematiek, homofobie en homohaat, ongelijkheid, armoede, racisme, seksisme, onderdrukking, uitbuiting en politieke onrust. Home no one leaves home unless home is the mouth of a shark you only run for the border when you see the whole city running as well your neighbors running faster than you breath bloody in their throats the boy you went to school with who kissed you dizzy behind the old tin factory is holding a gun bigger than his body you only leave home when home won’t let you stay. (fragment uit Home-Warsan Shire-Seekershub.org, 2015)

10


2. De kunst van het gesproken woord

De kunst van het gesproken woord bestaat al eeuwen, al lang voordat mensen besloten poëzie aan het papier toe te vertrouwen, voordat er überhaupt papier of schrift bestond. In vroeger tijden werd deze orale traditie gebruikt om informatie en verhalen door te geven. Elke cultuur had haar eigen dichters, lofzangers of troubadours; denk aan de Keltische barden, de West-Afrikaanse griotten en djeli’s, de Japanse kojikidichters, de Nederlandse rederijkers en andere verhalenvertellers die vertelden over de gebeurtenissen, het nieuws, de intriges, de poëzie, de verlangens en het wel en het wee van het leven. Door de hele geschiedenis heen en in alle culturen worden verhalen verteld om gemeenschappen te verbinden en te vermaken. Nu zouden we deze mensen misschien wel ‘spoken word-dichters’ of ‘woordkunstenaars’ noemen, maar als we het hebben over spoken word-poëzie zoals we die vandaag de dag tegenkomen in de grote steden, moeten we terug naar de vorige eeuw. Om preciezer te zijn, naar de jazz poetry van de jaren 1920. Een aantal Engelstalige dichters, onder wie Ezra Pound, T.S. Eliot en E.E. Cummings, begint zich te onttrekken aan de heersende conventies van 11


ritme en stijl, en experimenteert met het samenvoegen van poëzie en jazz. Een belangrijke rol speelt ook de Harlem Renaissance, de artistieke en intellectuele beweging van Afro-Amerikaanse kunstenaars en schrijvers die ontstond in de jaren 1930 in Harlem, New York. Schrijvers als Langston Hughes en Gwendolyn Brooks laten zich inspireren door onder andere de blues en door spirituals. Hughes stond voor om in literatuur te doen wat anderen deden in de muziek, om zo een literair equivalent van zwarte muziek te creëren.3 Veel van zijn gedichten zijn getiteld als en kunnen gelezen en gehoord worden als bluesliedjes. Blues Fantasy Hey! Hey! That’s what the Blues singers say. Singing minor melodies They laugh, Hey! Hey! My man’s done left me, Chile, he’s gone away. My good man’s left me, Babe, he’s gone away. Now the cryin’ blues Haunts me night and day. Hey! . . . Hey! Weary, Weary, Trouble, pain. Sun’s gonna shine Somewhere

12


Again. I got a railroad ticket, Pack my trunk and ride. Sing ’em, sister! Got a railroad ticket, Pack my trunk and ride. And when I get on the train I’ll cast my blues aside. Laughing, Hey! . . . Hey! Laugh a loud, Hey! Hey! (uit: The Weary Blues (1926) van Langston Hughes)

Niet minder belangrijk zijn de Beat Poets van de jaren 1950; in die periode keren schrijvers zoals Allen Ginsberg en Diana di Prima zich met hun werk tegen de sociale gevestigde orde en literaire tradities. De naam, Beat Poets, slaat op de sterk ritmische poëzie die zij voordragen. Ook de Civil Rights Movement, de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren 1960 en 1970, heeft invloed gehad op de modernere variant van spoken word. De sporen van de manier van voordracht in toespraken, zoals die heel bekende van Martin Luther King, I have a Dream, zijn af en toe duidelijk te horen bij de jongste generatie podiumdichters. Eind jaren 1960 ontstaat de groep The Last Poets, een groep dichters die vaak genoemd worden als de godfathers van spoken word en hiphop, die voortkomt uit deze Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Op de beat van een drum uiten ze hun sociale en politieke ongenoegen in 13


de straten van New York. Samen met andere dichters, zoals Amiri Baraka, Sonia Sanchez, Nikki Giovanni, June Jordan, Lucille Clifton en Gil Scott-Heron, vormen ze een aantal van de belangrijkste stemmen van die tijd. De maatschappelijke en politieke onvrede en het protest tegen rassenongelijkheid zijn veelvoorkomende thema’s en tegelijkertijd ook de drijfveer van de hiphop die opkomt in de jaren 1970. won’t you celebrate with me won’t you celebrate with me what i have shaped into a kind of life? i had no model. born in babylon both nonwhite and woman what did i see to be except myself? i made it up here on this bridge between starshine and clay, my one hand holding tight my other hand; come celebrate with me that everyday something has tried to kill me and has failed. (‘Won’t you Celebrate with me’ uit: Book of Light van Lucille Clifton, 1993)

Spoken word stoelt op eeuwenoude verteltradities, maar ook op hiphop, blues, jazz, protestzang, populaire muziek en cultuur, speeches en de meer traditionele poëzie voor het papier.

14


Ook in Nederland gebeurt er veel in die tijd. Op 28 februari 1966 organiseren Simon Vinkenoog en Olivier Boelen, geïnspireerd door de Beat Poets, het festival Poëzie in Carré, waar vijfentwintig dichters optreden, onder wie Jules Deelder, die zijn podiumdebuut maakt, en Johnny van Doorn alias Johnny the Selfkicker, die door zijn bewogen optreden die avond nationale bekendheid krijgt. Het programma markeert een verandering in het Nederlandse literaire landschap en is een belangrijk moment voor de podiumpoëzie in de twintigste eeuw. Daarna volgen festivals als Nacht van de Poëzie en Poetry International en zien we steeds meer Nederlandse dichters die hun werk laten leven op het podium en het voordragen tot een kunst verheffen. Ook noemenswaardig zijn de festivals die Louis Behre in de jaren 1990 organiseert, waaronder het Black Spirit Festival en Writin is Fightin, een onderdeel van het eerste Crossing Border Festival, waar nationale en internationale zwarte dichters het podium delen. Maar ook al ruim voor 1966 vinden er in het Nederlands taalgebied regelmatig poëzieperformanceprogramma’s en -festivals plaats. In de Nederlandse Poëzie Encyclopedie wordt melding gemaakt van een poëzieochtend in Carré in 1931 rondom ‘Revolutionnaire Poëzie’ en vele andere bijeenkomsten door het hele land. In andere delen van het Nederlands Koninkrijk, zoals in Suriname en op Curaçao, toen nog onder koloniaal bewind van Nederland, kennen we dichters zoals Ellis Juliana en Edgar Cairo die in hun performances voortborduurden op eeuwenoude verteltradities. In de jaren 1980 ontstaat in Chicago poetry slam, of poeziëslag, ondertussen uitgegroeid tot een grote mon15


diale beweging. Marc Kelly Smith, een dichter uit Chicago wordt wel gezien als de vader van poetry slam, ook wel slampapi genoemd. Hij vond dat de academische vorm van poëzie te gestructureerd en te stoffig was en stond een vrijere, lossere vorm van poëzie voor, waarin de voordracht een prominente plek kreeg en het publiek actief werd betrokken. In 1990 richtte hij de eerste jaarlijkse National Poetry Slam op. Slamwinnaars, ook wel slampions genoemd, uit verschillende staten van de Verenigde Staten komen sindsdien jaarlijks samen om te strijden voor de eerste prijs. En sinds de jaren 1990 heeft slam zich als een olievlek over de wereld verspreid, van Duitsland en Polen tot in Zimbabwe en Singapore wordt er geslamd en sinds 2002 is er een wereldkampioenschap Poetry Slam waar dichters uit de hele wereld het tegen elkaar opnemen in hun eigen taal, met de vertaling van hun gedicht achter zich op een scherm. Programma’s op televisie en op YouTube zoals Def Poetry Jam, Button Poetry en Brave New Voices hebben ervoor gezorgd dat het genre nog verder groeide en dat spoken word-optredens ook in de huiskamer kunnen worden gevolgd. Door deze initiatieven, de digitale snelweg en de uitwisseling die plaatsvindt op performancebijeenkomsten en -festivals, wordt er steeds meer een mondiale beweging opgebouwd; van India tot Brazilië, van Angola tot Noorwegen, overal kom je eenzelfde spoken word-beweging tegen zoals die we nu ook hier in onze Nederlandse grootsteden kennen. Spoken word: de voordracht van een zelfgeschreven tekst, waarbij de voordracht verheven wordt tot kunst. Spoken word is de kunst om de woorden van het papier te halen en 16


ze tot leven te brengen. Spoken word is bam, in your face. Direct, verstaanbaar, gericht op het publiek, op de toehoorders. De geschiedenis van de gesproken poëzie is rijk en zeer vertakt; elke windrichting, elke periode kent zo haar eigen stijlen, haar eigen vertellers en haar eigen benamingen, zoals we al zagen. En ook al bestond poëzie eeuwenlang slechts in mondelinge vorm, in de academische literatuurstudies en in het hedendaagse begrip van poëzie wordt de gesproken vorm nauwelijks meegenomen. Orale tradities zijn vaak moeilijker te bestuderen dan schriftelijke, maar er is hier nog meer aan de hand. Dat is wat linguïst Paul Zumpthor noemt ‘the specialized, ethnocentric ad culturally imperialistic racist tradition within academia over what qualifies as poetry and culture’.4 Simpel gezegd wordt hiermee bedoeld dat er vanuit een etnocentrisch westers perspectief gekeken wordt naar poëzie en cultuur en worden schrijvers, artiesten, kunstenaars uit andere groepen, zoals etnische, culturele, religieuze, seksuele en linguïstische minderheden over het algemeen als inferieur beschouwd en derhalve genegeerd of buitengesloten. Veel van de performers van de huidige spoken word-generatie in Nederland hebben een migratieachtergrond en/of zijn mensen van kleur en dat heeft zeker invloed op de waardering door het literaire veld. De zichtbaarheid van schrijvers, kunstenaars en theatermakers van kleur in Nederland is laag en ook al lijkt er in de laatste jaren een kleine inhaalslag plaats te vinden, door bijvoorbeeld heruitgaven van het werk van schrijvers als Bea Vianen, Edgar Cairo, hoogstaande literaire prijzen voor 17


het werk van Astrid Roemer en Alfred Birney, de opname van Anton de Kom in de Nederlandse Canon, de bijdrage aan de Biënnale van Venetië van 2019 van kunstenaars Iris Kensmil en Remy Jungerman, nog steeds is de wereld van de kunsten overwegend wit, alle debatten over en pogingen tot meer diversiteit van de laatste jaren ten spijt. Na de moord op George Floyd op 25 mei 2020, werd nog eens pijnlijk duidelijk hoezeer een grote gemeenschap van kunstenaars en cultuurmakers van kleur buitengesloten wordt. Waar mensen ontzet keken naar de situatie in Amerika, maakten meer dan zeshonderd kunstenaars van kleur in Nederland een vuist en publiceerden een manifest gericht aan de witte kunst- en cultuursector, een hartenkreet om vooral een plek te worden waar iedereen elkaar als gelijken kan ontmoeten.5 ‘Er heerst nu onrust, wereldwijd. Maar er heerst al veel langer onrust binnen onze sector. Ons geduld moet niet verward worden met onderdanigheid. Dat stopt. Vandaag. Wij zijn makers, vertellers, creatieven – jong en oud, ervaren en beginnend – met een onredelijke en vurige passie voor theater, voor film, voor kunst, voor cultuur. Het is te groot, te veelomvattend, te belangrijk om nog genoegen te kunnen nemen met de miskenning die onze makers zo vaak ten deel is gevallen. We spreken namens een samenleving, de Nederlandse samenleving, die schreeuwt om erkenning van haar diversiteit, die schreeuwt om het benoemen, herkennen en vieren van haar vele waarheden. Dat het witte veld losgezongen is van onze multi-etnische samenleving is een van die waarheden. Dat dit op alle niveaus in 18


het culturele veld terug te zien is ook. Dat dit witte systeem zichzelf binnen het subsidiestelsel vanzelfsprekend beschermt en bestendigt ook. Maar de toekomst van de sector hangt af van de mate waarin jonge mensen zich erin herkennen, dezelfde jonge mensen die de afgelopen dagen met z’n duizenden op de pleinen van onze steden stonden. Dezelfde jonge mensen die vonden dat ze ondanks Corona en quarantaine bij elkaar moesten komen om uitsluiting en structurele ongelijkheid aan de kaak te stellen. Dat is van levensbelang. En daar is meer voor nodig dan het verkleuren van de podia en de toonzalen.’ En over de waardering: ‘We zien hoe met regelmaat onze uitingen, ons werk wordt afgedaan als leuk, maar niet professioneel, voor doelgroepen, beperkt, primitief, commercieel, oppervlakkig, onvolwassen, veelbelovend maar uiteindelijk nooit toereikend. We zien hoe jullie het daarna imiteren, kopiëren en integreren in je eigen werk. Wij zien jullie. We zien hoe jullie wanhopig “nieuw” noemen wat alleen voor jullie nieuw is: een multi-etnische, multiculturele samenleving die het product is van een bloedige multi-etnische, multiculturele geschiedenis. Een geschiedenis waarvan de betekenis en de impact te vaak wordt gebagatelliseerd.’ De roep om de wereld van de kunsten een afspiegeling van de samenleving te laten zijn, om opening van het veld voor een ander geluid, andere stemmen en een ruimere blik worden urgenter en hopelijk zal zich dit de komende jaren 19


vertalen in een zichtbare, inclusievere culturele sector die de etnocentrische westerse bril afzet. Zonder heel diep in te gaan op het debacle rondom de vertaling van het gedicht van Amanda Gorman, ‘The Hill We Climb’, daar is immers al genoeg over geschreven, was dit ook een belangrijk moment waarin er geroepen werd om meer zichtbaarheid voor makers van kleur. Zeker na alle beloften en gestes van bereidheid vanuit de culturele en literaire wereld om de deuren te openen voor meer diversiteit, want na de dood van George Floyd stonden de instituten in de rij om zich van hun beste en meest inclusieve kant te tonen, antiracismeliteratuur in lijstjes te publiceren op sociale media en hun ‘witte huiswerk’6 te doen. Het opinieartikel van journalist en activist Janice Deul over de vertaling, waarin ze zich afvraagt waarom de uitgeverij niet kiest voor iemand die jong, vrouw én unapologetically black is, gaat viraal en zwengelt in meerdere landen het debat aan.7 Ze besluit haar betoog, met de woorden: ‘Agenten, uitgevers, redacteuren, vertalers, recensenten van Nederland, verruim uw blik en treed toe tot de 2020’s. Be the light, not the hill. Omarm de mensen die maar mondjesmaat deel uitmaken van het literaire systeem, heb oog voor de genres die van oudsher niet tot de canon worden gerekend en laat uw ego niet prevaleren boven de kunst. Ook talent van kleur dient gezien, gehoord en gekoesterd te worden. Breng ook hun werk uit, huur ook hen in en stel daar een passende vergoeding tegenover. Black spoken word artists matter. Ook als ze van eigen bodem zijn.’ Spoken word, gesproken poëzie, wordt de laatste jaren gelukkig steeds meer belicht, zowel vanuit het universitaire 20


veld als vanuit de performers zelf. Recent verscheen in het Angelsaksische taalgebied een aantal boeken over spoken word en ik heb ook meerdere scripties van jonge wetenschappers onder ogen gekregen, die de gesproken poëzie in Nederland onderzochten en duidden. Er zijn dus zeker nog meer stijlen die zich ook concentreren rondom gesproken poëzie. Voor de een was Homerus de eerste spoken word-dichter, voor de ander zijn het de (groot)ouders die op lange zomeravonden voor de kinderen uit de buurt verhalen vertelden over vroeger en het leven, en er een ware performance van maakten. Of wat dacht je van de dub poetry uit Jamaica, spoken word op een reggaeritme, dat in de jaren 1970 populair is gemaakt door artiesten als Linton Kwesi Johnson en Jean ‘Binta’ Breeze? Het werk van Shakespeare? Beowulf? Of de bellenmannen, dit zijn de stadsomroepers die het volk op de hoogte brachten van het nieuws en de mededelingen van het stadsbestuur, van wie er nog steeds enkele tientallen actief zijn in België en Nederland? Of de stadsdichters van wie er een aanzienlijk deel afkomstig is uit de lokale spoken word-scene? Er vindt dus overlap plaats, zowel tussen de verschillende stromingen, als tussen de culturen, de benamingen en de vorm. Een dichter kan een spoken word-artiest zijn, die zichzelf een ‘performancedichter’ of ‘woordkunstenaar’ noemt, een spoken word-artiest kan ook een dichter op papier zijn. Een deel hiervan kan verklaard worden door de traditie waar mensen zich op baseren. Misschien dat de podiumdichters van de jaren 1970 en 1980 zich vooral lieten inspireren door de Beat Poets, en dat een groot deel van de jonge schrijvende performers die zich in deze tijden ‘spoken word-dichters’ noemen zich op hun beurt grotendeels 21


laten inspireren door Afro-Amerikaanse dichttradities. De etnische achtergrond, culturele context, identificatie en herkenning zijn factoren die ook terug te zien zijn in de traditie waar men zich op baseert. als je geen droom hebt als je niet gaat stemmen zeg het dan zo zachtjes dat Nelson Mandela het niet kan horen laat hem met eeuwige rust als je niet gaat stemmen wees dan alsjeblieft zo discreet dat onze voorouders zich niet roeren in hun graf als je niet je stem als je niet je stem laat het 1919 niet horen laat Suze Groeneweg, laat Wilhelmina Drucker met rust als je niet gaat stemmen laat het bloed op de stenen in de straten van Selma en Montgomery het niet horen laat Martin Luther King het niet ter ore komen als je niet je stem als je niet je stem

22


laat hem niet weten dat je liever zwijgt als je geen droom hebt niets om voor te vechten niemand om je hard voor te maken niets om voor op te staan laat het niet merken aan hen die wel moeten laat het de dag niet weten laat het de nacht niet horen wees zo discreet dat zelfs je schaduw het niet weet laat het zand van Soweto met rust Steve Biko, hij mag het niet weten Sojourner Truth mag het niet horen Kerwin Duinmeijer Tamir Rice Marielle Franco laat ze het niet horen wees stil in Ferguson, in Baltimore in Damascus en Darfur in Chili, Hongkong en Amsterdam en onder geen beding laat het de mannen achter de tralies van de statistieken horen daar waar de stembiljetten niet worden bezorgd mogen ze er niets van weten

23


waar ze de stemlokalen nooit zullen bereiken door de kogels en de bommen de afstand en de armoe de dictator en het geloof de kleur en de klasse laat het ze niet horen laat Martin Luther King niet weten dat je stil blijft laat hem alsjeblieft niet horen dat je kiest om te zwijgen als je geen droom hebt niets om voor te vechten niemand om je hard voor te maken niets om voor op te staan laat het niet merken aan hen die niet anders kunnen (Uit: Doe het toch maar (Babs Gons, 2021) – voorgedragen tijdens de Martin Luther King-lezing op de VU in 2019.)

Linton Kwesi Johnson & Dub Poetry Shock, black double down-beat bouncin’ een donkere basstem op het ritme van de rellen Brixton 1981 tegen de achtergrond van vervallen grootstedelijkheid

24


zwarte jeugd versus witte politie stenen vliegen door de lucht auto’s staan in brand ‘Writing was a political act and poetry was a cultural weapon’.8 – Linton Kwesi Johnson

Dub poetry is het huwelijk tussen spoken word en reggae, ontstaan in de jaren 1970. Het werd populair onder Jamaicaanse artiesten zowel in Jamaica zelf als in steden als Londen en Toronto waar grote groepen Caraïbische immigranten zich tijdens de onafhankelijkheidsgolf die jaren vestigden. Linton Kwesi Johnson is een van de bekendste stemmen binnen de dub poetry. Midden jaren 1980 hoorde ik voor het eerst een van zijn platen, Forces of Victory, en ik was gelijk gegrepen door zijn stem, de krachtige taal, de verhalen op het ritme van reggae. Messcherpe gedichten over politieke misstanden, fascisme, racisme, migratie, de rassenrellen in Brixton, het Engeland van Thatcher, uitbuiting etc. En dat alles niet in het Engels van de koningin maar in het patois (dialect) of Jamaicaans: Engels met West-Afrikaanse invloeden. De radicale poëzie van L.K. Johnson was net als zijn aanwezigheid in Groot-Brittannië toentertijd niet welkom. In de media werd hij er weleens van beschuldigd dat hij bijdroeg aan ‘de creatie van een generatie van relschoppers en analfabeten’.9 Zijn kritische houding leidde in de jaren 1970 ook tot een arrestatie en een gewelddadig optreden van de politie. In recentere jaren lijkt de wind gekeerd, Johnson ont25


vangt in 2012 de Golden Pen Award voor zijn bijdrage aan de Britse literatuur en daarmee ook de erkenning van de enorme invloed die zijn werk heeft op jongere generaties dichters, zoals Lemn Sissay, Benjamin Zephaniah en Simon Armitage, om maar een paar kopstukken te noemen. In 2020 won hij bovendien de Pen Pinter Prijs. Ook was hij de tweede levende dichter, en eerste en enige zwarte dichter, die werd opgenomen in de Penguin Modern Classic Series. In 2013 had ik het genoegen om hem in levenden lijve zonder band te horen voordragen. Wonderbaarlijk genoeg hoorde je nog steeds het ritme, de drums en de bas. In zijn eigen woorden: ‘Ik heb altijd een baslijn in mijn achterhoofd wanneer ik schrijf.’ En niet minder wonderbaarlijk was dat zijn teksten nog steeds actueel klonken in het kleine volle zaaltje in Rotterdam, ruim dertig jaar nadat ze zijn geschreven. Madness, madness Madness tight on the heads of the rebels The bitterness erup’s like a heart blas’ Broke glass, ritual of blood an’ a-burnin’ Served by a cruelin’ fighting Five nights of horror and of bleeding Broke glass, cold blades as sharp as the eyes of hate And the stabbin’, it’s War amongs’ the rebels Madness, madness, war (Uit: Five Nights of Bleeding, 1974)

26


In 2019 vroeg Poetry International in het kader van hun vijftigjarig bestaan vijftig dichters om hun favoriete gedicht uit het archief te selecteren voor de bloemlezing De mooiste gedichten van de wereld. Ik koos een gedicht van Jean ‘Binta’ Breeze. Ze wordt wel de eerste vrouwelijke ‘dub poet’ genoemd en samen met Linton Kwesi Johnson verantwoordelijk gehouden voor het introduceren van dub poetry in Groot-Brittannië. Op hoge leeftijd trad ze nog op. Ze werd ook wel een ‘one-woman festival’ genoemd. Als deze dichter vertelt, gaan mijn voeten vanzelf zachtjes dansen op het ritme van haar stem. Of ze nu in het Engels van de koningin of in het Jamaicaans schrijft, ze wisselt moeiteloos kleine persoonlijke taferelen af met Grote Dingen in Grote Werelden. Van het Caraïbische platteland waar haar jeugdherinneringen liggen, naar het leven in de Britse steden. Prachtig hoe Breeze je, met haar zintuiglijkheid en met de zang in haar stem, overal mee naartoe neemt. Haar teksten zijn politiek, verhalend, sociaal, sexy en ze schrijft veel over de ervaringen van zwarte vrouwen. Daar ben ik haar zeer dankbaar voor.

27


3. Slammmmm!

‘Als ik Flup zeg, roepen jullie Slam,’ zegt de host. ‘Flup.’ ‘Slammmmm,’ roept het publiek. De dichter op het podium kijkt een seconde het publiek in en dan begint ze. Als een mitrailleur die afgaat, schiet ze haar woorden de zaal in, haar stem steeds luider, haar tempo steeds hoger. Tussendoor haalt ze hijgend adem. Mijn Portugees is redelijk goed, maar om het hele verhaal van spoken word-dichter Negafaya te volgen, lees ik mee met de Engelse vertaling die op een scherm wordt geprojecteerd. Racisme is het onderwerp en de tekst is expliciet, haar performance is boos, het is emotioneel maar daarbinnen is het ritmisch, haar bewegingen zijn bewust en gechoreografeerd en als ze klaar is volgt een daverend applaus, mensen springen enthousiast op, gooien hun rechterarm omhoog terwijl ze ‘wowowowow’ roepen. Daarna worden de bordjes van de jury omhooggestoken. Tien, tien, tien, tien, tien, de verschillende leden van de publieksjury zijn het met elkaar eens. Dit is het Flup Festival in Rio de Janeiro, waar een internationale poetry slam plaatsvindt. Flup – Festa Literária das Periferias – is een internationaal literair festival waarvan het belangrijkste kenmerk is dat het plaatsvindt in gebieden die traditioneel zijn uitgesloten van literaire pro28


gramma’s, in de stad Rio de Janeiro. Flup komt voort uit de eerste generatie schrijvers uit de favela’s (sloppenwijken) van Rio de Janeiro. Samen met vijftien andere dichters uit zestien landen ben ik uitgenodigd om mijn land te vertegenwoordigen in deze vriendschappelijke competitie. De dichters zijn allemaal afkomstig uit Afrika of de Afrikaanse diaspora, want dit jaar wil het festival aandacht schenken aan ‘negritude’. Ik neem het op tegen spoken word-artiesten uit onder andere Haïti, Kaapverdië, Trinidad en Tobago, Senegal, Nigeria, Angola, Canada, Noorwegen en Zuid-Afrika. Een paar weken van tevoren dacht ik nog, bij het zien van de bloederige rellen in de straten van de grote steden van Brazilië, wat een gedurfde onderneming. Een week voordat ik afreis, kiest een meerderheid van het land voor de ultrarechtse presidentskandidaat Bolsonaro. Een ex-militair die zich in meerdere statements neerbuigend en soms zelfs vernietigend uitlaat over vrouwen, over zwarte mensen, leden van de lhbtqi+-gemeenschap en oorspronkelijke bewoners. Een groot deel van de bevolking dus. Ik ben lichtelijk nerveus, want wat kan ik verwachten? Hoe voorzichtig is iedereen? Op het festival zie ik alleen maar trotse, uitgesproken mensen. Hier zijn geen mensen die zichzelf kleinmaken uit angst voor het repressieve klimaat dat ze staat te wachten. Op de socialemediaprofielen van een aantal mensen die betrokken zijn bij het festival zie ik veelvoudig #EleNao, een bekende protesthashtag tegen Bolsonaro, steeds minder openlijk gebruikt door pro-Haddad-activisten, de andere presidentskandidaat, uit angst voor repercussies. Op het podium zie ik geen angst, hier worden misstanden met hart in vuur en vlam aan de 29


kaak gesteld, zonder enige vorm van censuur. Vooral onder de indruk ben ik van een elfjarig meisje dat, in een bar in het centrum van Rio, waar de nationale slam plaatsvindt, haar vurige pleidooi eindigt met een vuist omhoog en de woorden Ele Não in herhaling, die het publiek gretig meescandeert. Was ik eerst een beetje geschrokken van de bijna agressieve stijl van een deel van de slammers, na een tijdje begon ik er waardering voor te krijgen. De noodzaak. Hier geen verhullende metaforen, geen eufemismen, geen blad voor de mond maar bam, recht in je gezicht, precies zoals het is. Puur protest. Woordelijk verzet. Hier, in dit land waar zwart zijn, trots zijn op je kleur, waar queer en trans zijn geen plek meer mogen hebben als het aan de nieuwgekozen president ligt, waar vrouwen tweederangsburgers behoren te zijn, roeren deze dichters zich, laten ze hun stem gelden, staan ze op de barricades. En het is gelijk een universele taal, ook uit Angola, ook uit Soedan, ook uit België komen deze stemmen, het persoonlijke is hier enorm politiek. En er is ook ruimte voor het verhaal van Vanessa Kisuule uit Bristol die zich in haar tekst afvraagt, tot hilariteit van het publiek, wanneer je iemand ontmoet die het waard is om de haren tussen je billen weg te laten waxen. En het winnende gedicht, van Ikenna Onyegbula, een Canadese spoken word-dichter, met wortels in Senegal en woonachtig in Thailand, gaat over Beethoven en is een prachtig, gelaagd, poëtisch exposé. Zelf schop ik het tot de halve finale, niet slecht voor een eerste slam. Poetry slam in Brazilië is vooral in het laatste decennium ontzettend populair geworden, in het bijzonder onder de jeugd in de periferie, de favelas. Boeken zijn duur in Brazi30


lië, ofwel, literatuur is al snel een luxe. De poetry slam-bijeenkomsten, vaak op straat, in parken, bieden in vele gevallen toegang tot de letteren. Sinds Bolsonaro aan de macht is, heb ik me laten vertellen, zijn de slams een vorm van politieke bijeenkomsten geworden, een plek waar mensen zich kunnen uitspreken over de zaken die er voor hen toe doen. ‘Poëzie op papier is stil. Maar als het op een podium wordt verkondigd, met stemmen en lichamen, mag je schreeuwen over de urgente problemen van het land.’10 – Cynthia Neves (hoogleraar Taalkunde aan de Universiteit van Campinas, Brazilië, in haar studie naar slam poetry) Mídria, een van de nationale slammers die ik heb leren kennen tijdens mijn laatste trip naar het Flup Festival in 2019, zegt in een interview11 ‘dat poetry slam jonge mensen de mogelijkheid geeft om zich vrij uit te spreken, hun verhalen en ervaringen te delen, volledig burgerschap te ervaren en onderdeel te zijn van een collectieve genezing en transformatie’. Ook in Nederland is er een levendig circuit van poetry slams. De eerste slams vonden plaats in Amsterdam, in hotel Winston en café Festina Lente. Het eerste Nationale Kampioenschap werd georganiseerd in 2002 door Wintertuin in Nijmegen, later overgenomen door het Poëziecircus, tegenwoordig het Literatuurhuis in Utrecht.12 Voorafgaand aan het NK Poetry Slam vinden er door het hele land wedstrijden plaats, van Groningen tot aan Heerlen, overal kunnen slammers terecht om zo’n felbegeerde plek in de 31


finale te winnen. Vormden literaire tijdschriften vroeger de kweekvijver voor nieuw poëzietalent, observeert literatuurwetenschapper Kila van der Starre, het podium heeft die positie tegenwoordig ingenomen.13 Cijfers laten zien dat het winnen van het NK vaak tot een bundel leidt. Geen van de slampions had vóór het winnen van NK een bundel uitgegeven maar nu heeft zeker de meerderheid een publicatie op naam staan. Het idee van competitie tussen voordragende dichters gaat, uiteraard, ook al eeuwen terug. Bij de oude Grieken, de Afrikaanse griotten, overal werd met rijmpjes en versjes, met spitsvondigheden en punchlines tegen elkaar opgenomen en opgeboden. Zo waren er ook ‘de hangende gedichten’ (‘Al-Mu’allaqāt’) in het oude Mekka; een collectie van zeven pre-islamitische gedichten, van zeven verschillende dichters, die in de zesde eeuw op het marktplein van Mekka in gouden letters op linnen werden opgehangen. De dichters presenteerden hun gedichten op die plek om ze aan de ‘gewone’ mensen te tonen, maar vooral ook aan hun collegadichters, in een competitieve context.’14 En in een moderner jasje zien we dit taalkundig overtroeven, nog heel duidelijk in de rap, we noemen dat ook heel toepasselijk battle rap. ‘Spoken word is like a new wine in old bottles, it’s temporary kind of urban poetry.’ (fragment uit: ‘Listen up!’ van Zoe Anglesey, 1999)

32


4. Een droom

Waar het allemaal voor mij begon, was op een tienerkamertje in de jaren 1980. De rap had zijn entree gemaakt, wat een welkome afwisseling was van de tekstueel minimalistische jarentachtigpop. Storytelling op een beat, hele verhalen, plotlijnen, dramatische vertellingen schalden mijn leven binnen. Rap nam je mee de échte wereld in, met échte mensen en échte problemen, uitdagingen en overwinningen. Hier werd iets verteld, hier gooiden artiesten de deuren open, ze namen je mee hun levens in. Mijn eerste grote liefde was Grandmaster Flash and the Furious Five. Broken glass everywhere People pissin’ on the stairs, you know they just don’t care I can’t take the smell, can’t take the noise Got no money to move out, I guess I got no choice Rats in the front room, roaches in the back Junkies in the alley with a baseball bat I tried to get away but I couldn’t get far ‘Cause a man with a tow truck repossessed my car (Uit: Grand Master Flesh, The Message, 1982)

Ik herinner me de beelden, het decor van de Bronx op de achtergrond, verlaten huizen, winkelwagentjes, zwervers 33


en junkies en dan Grandmaster Flash in een leren jackie en op leren laarsjes, die zijn wanhoop over de lelijkheid in de wereld op rijm in coupletten en refreinen goot. Ik begreep, met mijn Engels dat net goed genoeg was, dat hier het ware leven van de artiest werd verteld. Het was opwindend, het was nieuw, rap bracht een hele generatie van moderne griotten in de steden voort. Platen van Linton Kwesi Johnson en Gil Scott Heron volgden, ik stuitte op The Last Poets en dichters als Maya Angelou, Gwendolyn Brooks en Amiri Baraka en voelde veel dingen samenkomen. Mijn liefde voor het woord, de geschreven letteren en het verhalen vertellen. Ik ging naarstig op zoek naar plekken waar ik deze dichters kon zien. In 1996 stond ik met een handvol mensen in De Melkweg te kijken naar een concert van The Last Poets. Een optreden van Henry Rollins volgde, een literair festival waar de Britse Patience Agbabi optrad. Rond die tijd ontdekte ik steeds meer Afro-Amerikaanse, Afrikaanse en Caraïbische schrijfsters, ik las Alice Walker, Toni Morrison, Edwidge Danticut, Jamaica Kincaid, Bessie Head, Mariama Bâ, ik las alles van de Brits-Nigeriaanse schrijfster Buchi Emecheta. Ik las in een nacht de autobiografie van Angela Davis uit en las alles over de periode van de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten, ik las over slavernij. Miss Toni Morrison schrijf opdat we weten wat onze overgrootmoeders deden uit liefde voor hun kinderen schrijf over Margaret Garner hoe ze haar kinderen wilde beschermen tegen de meester

34


en de zweep schrijf over slavernij ook al wil niemand erover horen slavernij, slavernij, slavernij! laten we het er wél over hebben vertel iedereen over de Underground Railroad over de meer dan honderdduizend mensen die probeerden te ontsnappen van de plantages over hun geheime taal, de codes, over de spirituals over Harriet Tubman zing haar favoriete lied swing low, sweet chariot coming for to carry me home want als je dat hoorde, wist je dat je kon ontsnappen naar het beloofde land naar het Noorden vertel het verhaal van de bungelende lichamen aan de bomen in het Zuiden laat Nina Simone zingen over strange fruit (fragment uit ‘Miss Toni Morrison’, uit: Doe het toch maar, Babs Gons, 2021)

Dit was een zeer belangrijke, vormende periode in mijn leven, die de bodem heeft gelegd voor mijn latere werken en schrijven. Een periode die me in contact bracht met gelijkgestemden, die me meetrok naar initiatieven als het zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenhuis Zami in Amsterdam, me politieke bijeenkomsten zoals van de activistische Amerikaanse organisatie MOVE liet bezoeken, 35


en me liet deelnemen aan protestbijeenkomsten voor de vrijlating van politiek gevangene Mumia Abu Jamal en aan herdenkingen, zoals die voor Kerwin Duinmeijer. In september 1999 ben ik in New York City. Ik sta vooraan bij het podium om mijn grote held, dichter en zanger Gil Scott-Heron, te zien optreden. Een paar dagen later sta ik op een protestbijeenkomst, ik herinner me niet wat het onderwerp was, maar wat ik me nog levendig voor de geest kan halen, zijn de jonge dichters die vanaf het podium het publiek omverblazen. Weer een paar dagen later beland ik in het Nuyorican Poets Cafe, de huiskamer van de New Yorkse spoken wordscene, leer ik later. En daar nodigt iemand me weer uit voor een andere spoken word-avond, en vervolgens voor nog een, en nog een. Ik weet werkelijk niet wat me overkomt. Alsof ik opeens begrijp wat ik jarenlang heb gezocht. Ik zie jonge mensen, mensen van allerlei etniciteiten, met allerlei verschillende achtergronden, mensen zoals ik, die verhalen vertellen die herkenbaar zijn, die verhalen vertellen met hun hart, met ritme, met soul, met hun hele lichaam, de woorden vlammen uit hun monden, ze hebben vuur in de ogen. Poëzie van de straat, passievolle poëzie, poesia falada, poetry for the people, verhalen van het volk, door en voor het volk... spoken word! Gedurende mijn verblijf van twee maanden in deze stad wentel ik me in deze levende poëzie, met open mond, hart en armen ga ik volledig kopje-onder in spoken word. Ik keer terug naar Nederland met een droom. Ik ga op zoek naar plekken waar spoken word wordt bedreven. Sporadisch kom ik wat tegen; in Winston Kingdom in de Warmoesstraat in Amsterdam organiseert Jacek Rajewski 36


regelmatig avonden voor optredende dichters. Emerald Beryl heeft een programma, Performania, in Paradiso en initieert het Double Talk Festival, ik kom in contact met Tsead Bruinja die Dichters in de Prinsentuin heeft opgericht, ik stuit op een open mic in een koffieshop, en hier en daar nog wat, maar sommige programma’s verdwijnen en ik zoek naar meer. Als ik eind 1999 de kans krijg om zelf een avond te organiseren, stamp ik met vriendinnen Donna Lamar en Prue Duggan in no time een open mic in elkaar, in de toenmalige broedplaats De Kalenderpanden in Amsterdam Oost. We noemen het programma Palabras, Spaans voor ‘woorden’. Ik maak zelf flyers en ga de stad in om ze uit te delen, hang ze her en der op prikborden en vertel iedereen erover. Die avond loopt het storm, de open mic lijkt maar niet tot een einde te komen, zoveel mensen die met hun schrijfsels onder de arm de trappen naar het kraakpand opklimmen. Ik ben verrast door de hoeveelheid mensen die, net als ik, op zoek zijn naar spoken word-avonden. Hoeveel schrijvende performers het podium op willen, hun verhalen willen vertellen. Hoeveel mensen er zijn die willen luisteren, want niet alleen het podium, ook de zaal is vol. We organiseren nog een avond op deze locatie, verhuizen naar een andere locatie, vervolgens worden we gevraagd door poëziepodium Perdu om daar een avond te organiseren en binnen een paar maanden verhuist Palabras naar Paradiso, waar ik, in samenwerking met Dominique Syndayiganza, Daria Cohen en later met Saar van Blaaderen, het programma nog ruim zeven jaar lang vrijwel maandelijks organiseer. En al die tijd is het mijn wens dat spoken word een steeds grotere plek zal gaan innemen in het culturele land37


schap van Nederland. In Rotterdam wordt tegelijkertijd met Palabras het programma Crime Jazz geboren. Met Philip Powel, de organisator van Crime Jazz, spreken we af om elke maand zowel Britse als Amerikaans artiesten gezamenlijk uit te nodigen. Vrijdag staan ze in Palabras, zaterdag in Crime Jazz. Sasha Dees, het best te beschrijven als een cultureel verbinder met het ene been in Amsterdam en het andere in New York, voorziet ons elke maand weer van nieuwe, indrukwekkende stemmen uit de Noord-Amerikaanse scene zoals Mums the Schemer, Baba Israel, Liza Jessie Peterson, Rich Medina en nog vele anderen. Met Dominique verken ik de scene in Londen en we komen terug met namen als Charlie Dark, Roger Robinson, Zena Edwards, Lemn Sissay en Malika Booker. Ook komen er enkele doorgewinterde podiumdichters van eigen bodem optreden, zoals Tjitske Jansen, Tommy Wieringa, Ko de Laat, Mohammed Benzakour en Menno Wigman. Tevens krijgen beginnende rappers en rappoets, zoals Typhoon, Lange Frans en Glen Faria een plek in het programma. En zo ontstaat er in de beginjaren van deze eeuw een bloeiende, zeer diverse scene van jonge mensen om ons heen. Elke maand verwelkomen we weer nieuwe gezichten boven aan de trappen van Paradiso. Schuchter lopen ze de bovenzaal binnen, benieuwd naar dat spoken word, waar ze wel iets over gehoord hebben maar er nog niet echt een idee van hebben. Iets met poëzie en ritme op een podium. Een veel gehoord geluid aan het einde van de avond is; ik wist niet dat poëzie ook zo kan zijn! In Amerika wordt deze moderne variant van spoken word in die jaren steeds populairder, de ambassadeurs van de generatie spoken word-artiesten die vanaf de jaren 1990 38


de scene domineren, mensen als Saul Williams, Ursula Rucker, Jessica Care Moore en Sharrif Simmons, krijgen internationale carrières, publiceren boeken, spelen in films, maken theater en komen op televisie. Bij hbo verschijnt de serie Def Poetry Jam, gehost door Mos Def, waarin een selectie van de bekendste spoken word-artiesten van dat moment in de spotlight komen te staan. Ook in Groot-Brittannië en Zuid-Afrika gebeurt veel, platforms als Apples and Snakes en Badilisha organiseren vele evenementen, van optredens tot workshops, en zorgen voor een groeiende infrastructuur en voor optreedmogelijkheden en opleidingsplekken voor spoken word-artiesten. Na een aantal jaren Palabras in Paradiso georganiseerd te hebben en met het programma te hebben gereisd langs (bevrijdings)festivals en andere poppodia, groeit de behoefte om op zoek te gaan naar jong talent van eigen bodem. Waar we zonder moeite elke maand kunnen putten uit een levendige scene van Britse, Amerikaanse, soms Zuid-Afrikaanse dichters, is het veel moeilijker om Nederlands nieuw talent te vinden. Het jongerenproductiehuis Nowhere in Amsterdam Oost opent onder bezielende leiding van Lies Aris en Michel de Rooij zijn deuren in 2005 en wil graag spoken word opnemen in zijn workshopaanbod. En zo ontstaat daar na een reeks workshops, geïnitieerd door spoken word-dichter Wonder, vanaf het begin betrokken bij Palabras, het idee om een langlopend talentonwikkelingstraject te starten voor jonge schrijvende performers. Samen met Lies Aris start ik Poetry Circle Nowhere in 2007. We beginnen met een kleine groep in Amsterdam die schrijf- en performancelessen volgen, en onder begeleiding van gastdocenten 39


voorstellingen maken. Na een paar jaar breidt Poetry Circle zich uit naar andere steden in Nederland en inmiddels is het een landelijk platform met afdelingen in onder andere Rotterdam, Leeuwarden, Tilburg, Eindhoven en Den Haag. Poetry Circle zorgt voor een nieuwe aanwas op de Nederlandse podia met performers als Roziena Salihu, Sjaan Flikweert, Gino van Weenen, Ivan Words, Tomas de Paauw, Sandy Bosmans, Jörgen Gario, Mariana Hirschfeld, Steff Geelen, Jasper Albinus, Karin van Kalmthout, Naomi Veldwijk en Onias Landveld, en in 2014 besluit ik af te zwaaien als artistiek leider en verder te gaan als zelfstandig artiest. Ondertussen zijn we ruim twintig jaar verder na die eerste avond in de broedplaats in Amsterdam Oost en is er ontzettend veel veranderd en gegroeid. Er zijn een heleboel prachtige platforms bijgekomen zoals Mensen Zeggen Dingen, Woorden Worden Zinnen, Spraakuhloos, Paginagroots, I speak, Re:definition, Club Spoken, Spoken Awards, Tapschrift, Late Night Poetry Jam, We the People, en in België Eigen Wolk Eerst, You On Stage, Nuff Said en Mama’s Open Mic. Ook podia zoals Unwanted Words en Uitgesproken Queer zijn noemenswaardige podia die vooral ook het podium willen bieden aan sprekers uit de lhbtqi+-gemeenschap. Daarnaast zijn er talloze platforms actief die al langer bestaan maar ruimte bieden aan de jongere generatie, aan de nieuwe performers zoals Dichters in de Prinsentuin, Poetry International, Read My World, De Nieuwe Oost/ Wintertuin, Poëziecentrum Gent, het Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat deBuren en Behoud de Begeerte. Daardoor is er een knap circuit ontstaan en kunnen veel podiumdichters regelmatig optreden, nieuw werk uitpro40


beren op open mics en ook via deze podia geboekt worden op andere plekken. Ondanks dat ik me in dit essay vooral bezighoud met gesproken en met geschreven poëzie, heb ik onlangs ook kennisgemaakt met poëzie in gebarentaal. Ik kreeg een opdracht om een poëtische performance te maken met een dove man. We stuurden een aantal berichtjes heen en weer en vervolgens bespraken we onze teksten via videobellen met behulp van een tolk. Dit was in december 2020 en ik schreef over de wereld die er sinds de pandemie iets stiller op was geworden. Hij schreef over een wereld die altijd stil is maar niet in de ogen. ‘Ogen nemen geluid waar.’ Ik schreef over verbinding nu we allemaal in dezelfde storm zitten. Hij schreef over een minderheid die niet zichtbaar is en een taal die niet zichtbaar genoeg is. Hij eindigde zijn tekst hoopvol met een wens tot gelijkwaardigheid en gebaren die verbinden. Voor mij een zeer waardevolle en oog-opende ervaring die me ook liet realiseren dat mijn wereld, die van de horende mens zoveel taal naast zich laat liggen, en een deel van de bevolking uitsluit. Overigens had ik wel de ervaring dat in Brazilië, bij het Flup Festival, alle performances, lezingen, workshops met gebarentolken worden gehouden en er ook altijd dove dichters in het programma zaten. Een platform voor gebarentaalkunstenaars hier in Nederland is (Un)spoken Lab. Het hart verstaat alle talen, woorden van lippen, uit ogen, handen, het lichaam de lucht, van papier.

41


5. Spoken word in het onderwijs

Geef jonge mensen een pen en een microfoon. Geef alle mensen een pen en een microfoon, maar vooral onze jonge generaties, want creatief schrijven en voordragen blijken het heel goed te doen in klaslokalen. Het is momenteel zelfs vrij populair, spoken word-lessen op scholen in het primair en voortgezet onderwijs. Ik heb de afgelopen jaren de vraag enorm zien stijgen. En dat is niet alleen omdat spoken word de laatste jaren veel aandacht krijgt, maar vooral ook omdat spoken word bijdraagt aan de geletterdheid en spreekvaardigheid van de leerlingen. Ze leren zich beter uit te drukken. Ze worden gestimuleerd om in de klas hun verhalen en ervaringen te delen en dat draagt vaak weer bij aan een groeiend zelfvertrouwen en meer begrip voor elkaar. Althans, dat is mijn ervaring en dat hoor en lees ik terug in verschillende onderzoeken die hiernaar zijn gedaan.15 En in deze tijd, waarin de ontlezing onder jongeren steeds meer een probleem begint te worden – Nederlandse jongeren staan zelfs onder aan het lijstje van 79 ontwikkelde landen van de Oeso16 – kunnen we dit soort hoopvolle inzichten beter niet negeren, want er is ook wel degelijk een verband: zelf schrijven en voordragen draagt bij aan een grotere geletterdheid. Net zo belangrijk als al die voordelen, is het feit dat spoken word voor jongeren een manier is om zaken die hen na 42


aan het hart liggen bespreekbaar te maken. Op hun eigen manier, in hun eigen taal, de taal die ze onderling gebruiken, de taal van hun belevingswereld. En daarmee leren ze ook dat hun levens, hun ervaringen, de moeite waard zijn om gehoord te worden. En, zo leert de rest van de wereld ook wat er speelt onder jongeren. Na mijn laatste schoolbezoek, waarin ik samen met Marjolein Moorman, de wethouder van Onderwijs in Amsterdam, een lyceum bezocht om met scholieren te praten over literatuur en ze enthousiast te maken voor het schrijven en performen van gedichten, stuurde een van de docenten me een aantal gedichten van de leerlingen na. Ze hadden ze geschreven en in de klas voorgedragen. ‘Na jouw bezoek,’ schreef ze, ‘zijn ze iets minder bang om gedichten te schrijven.’ Ik herinner me ook hoe ik, gelijk nadat we de klas uitliepen, aangeklampt werd door een meisje dat me vroeg of iemand zoals zij ook een gedicht kon schrijven. Er zijn wereldwijd veel organisaties die met spoken word als middel de klassen en buurten intrekken om kinderen en jongeren zogezegd te ‘empoweren’, te bekrachtigen. Een mooi project is Slam Out Loud,17 opgericht door spoken word-dichter Jigyasa die in India kinderen in ‘at-risk communities’ door middel van woordkunst helpt hun stem, en daarmee ook hun kracht te vinden. Een aantal van de kinderen met wie die organisatie werkt, heeft het geschopt tot internationale spoken word-podia. In Amerika is spoken word onder scholieren in het voortgezet onderwijs ondertussen zo populair dat je er struikelt over de initiatieven. Toen ik zelf ooit begon als spoken word-docent op scholen raakte ik erg geïnspireerd door organisaties zoals de Bronx Writers Corps18 die in wijken 43


zoals de Bronx in New York spoken word-workshops aanboden aan maatschappelijk achtergestelde jongeren, in scholen, daklozenopvangcentra en gevangenissen. Tot in het hart geraakt, las ik hoe die jongeren door het schrijven en performen durfden te dromen van een betere toekomst, dat ze zich gesterkt voelden doordat ze gehoord werden, meer respect voor elkaar hadden gekregen. Over scholieren die de pijn van het opgroeien in armoede, de angst voor het geweld waarin ze opgroeiden konden omzetten in poëzie. Vanuit deze populariteit van spoken word op scholen zijn initiatieven als Brave New Voices19 en Louder than a Bomb (tegenwoordig: Rooted & Radical Youth Poetry Festival)20 opgestart die competities en bijeenkomsten onder scholieren organiseren door het hele land. In Londen zijn een aantal jaren geleden de Spoken Word Educators21 gestart: een groep gevestigde spoken word-dichters die het curriculum van een aantal middelbare scholen verrijken met spoken word en die fulltime lessen geven. Zij geloven in het inzetten van spoken word-dichters in het team van onderwijzers omdat die bijdragen aan de geletterdheid en de spreekvaardigheid van de leerlingen. Op hun website schrijven ze: – ‘We believe embedding poets within the school culture creates more profound results than one-off workshops; we have built up relationships and helped to improve literacy, confidence, speaking skills and emotional literacy among the pupils we teach. – We believe, in line with research, that empowering people – and particularly our young people – to express themselves creatively has educational, emotional-behavioural and 44


even physical benefits which will enable them to achieve their full potential. – We believe that teaching young people to write poetry gives them access to the power of language; it can also help them become better readers and critical thinkers, key skills that we all need to equip us for the future. – We believe that teaching young people to perform their own poetry is vital for building up presentational skills and oracy; it also enables them a rare opportunity to share ideas with their peers, and creates an environment where school pupils listen to each other as well as to their teachers.’ In Nederland zijn er heel wat organisaties die zich bezighouden met cultuureducatie en spoken word-workshops aanbieden, zoals Roots en Routes, 4XM, Poetry Circle, Mensen Zeggen Dingen, verschillende bibliotheken en jongerenproductiehuizen. In aanloop naar het jaarlijkse Poetry International Festival in Rotterdam worden er workshops en masterclasses poëzie en spoken word op middelbare scholen samen met het eerder genoemde initiatief Louder Than a Bomb georganiseerd. Zelf loop ik regelmatig gewapend met pen en papier een school binnen om workshops te geven en zo mooi als het verhaal hierboven klinkt, zo moeilijk kan het zijn om een klas vol snotneuzen te enthousiasmeren. Maar de ervaring leert dat als de aanvankelijke tegenzin en schaamte weg zijn, de mooiste dingen kunnen gebeuren. Elten Kiene, spoken word-dichter en organisator van het platform Woorden Worden Zinnen, is een veelgevraagd workshopmaster op middelbare scholen. Een van de leerkrachten die hem via de Schrijverscentrale op bezoek kreeg 45


in de klas, stuurde later in een reactie dat ze het ‘verbluffend’ vond hoe snel Elten een relatie met de leerlingen wist op te bouwen. Het persoonlijke en rauwe aspect van spoken word inspireerde de leerlingen om zich meer bloot te geven. ‘Leerlingen vinden het fijn dat een keer naar hun verhaal geluisterd wordt,’ vertelt Jannie. ‘Ik vond het opvallend dat de leerlingen zich prettig en veilig genoeg voelden om zich echt te uiten.’ Vooroordelen werden niet geschuwd; een goed onderwerp om onderliggende onzekerheden naar boven te brengen. ‘Sommige antwoorden vond ik best confronterend,’ aldus Jannie. ‘Een van mijn leerlingen schreef: ‘Denk niet dat ik dom ben omdat ik anders leer,’ door deze reacties ontstond een mooi klassengesprek.’22 Nu zal spoken word natuurlijk niet alle problemen in het onderwijs verhelpen, maar ik geloof wel dat bovenstaande voordelen ervoor kunnen zorgen dat jongeren beter en steviger in hun vel kunnen komen te zitten, ze meer plezier kunnen beleven aan taal, wat hun geletterdheid zal verhogen. En hun gang naar de bibliotheek en het podium en het schrift kunnen bevorderen. Maar nog veel beter kunnen de scholieren het zelf formuleren, zoals na afloop van een performanceavond op een middelbare school in Londen waar, onder leiding van spoken word-educator Raymond Antrobus, jongeren zich voor de camera verdringen om dingen te zeggen als: ‘I feel like it’s really positive, for example if you don’t have self confidence, coming here and performing for so many people does really good.’

46


en ‘It’s like it’s in your soul and it never stops. It shines bright in you. It’s inspiration, it’s the legacy of past poets burning inside your mind and planted in your soul.’23 Een van de docenten vat het nog even samen: ‘This program brings such value to young people because it allows them to connect with themselves, connect with others and also connect with culture.’ Geef scholieren dus een pen en een microfoon. Geef ze spoken word-artiesten die ze helpen en motiveren hun verhalen te schrijven en te vertellen. In de laatste jaren heb ik heel wat universiteiten bezocht, zowel binnen als buiten Nederland, om lezingen te geven over spoken word en ook word ik regelmatig benaderd door docenten en hoogleraren die meer aandacht aan dit genre willen besteden in hun colleges. Tijdens mijn eerste gastcollege op de VU bij de minor Schrijfacademie onder leiding van hoogleraar Jacqueline Bel, werd ik verrast door een twee uur durend enthousiast vragenvuur over het hoe, wat, waar door een lokaal vol geïnteresseerde studenten, en mogelijk toekomstige podiumdichters, een mooie aftrap van mijn jaar als Vrije Schrijver.

47


6. Lofdichten

De Volkskrant vroeg in de zomer van 2021 een viertal spoken word-dichters om gedichten te schrijven bij kunstwerken, om de eeuwenoude traditie van lofdichten op beeldende kunst te updaten, die waren geselecteerd door kunstredacteur Wieteke van Zeil. De gedichten waren ook te beluisteren. Alle kunstwerken verbeeldden een emotie. Ik schreef dit gedicht bij een kunstwerk van Kerry James Marshall, genaamd ‘Portrait of John Punch (Angry Black Man 1646)’. Boze, zwarte man een portret een man boos, zwart penseelstreken die zijn donkere huid zijn locs laten afsteken tegen een donkere achtergrond John Punch een van de eerste tot slaaf gemaakten veroordeeld tot een leven lang in ketenen na een ontsnappingspoging

48


als contractarbeider in de kolonie Virginia het beeld van een man die al 375 jaar met ingehouden woede de wereld inkijkt onder een oversized sweater een borstkas die een een bitter lied draagt het was de wind die je hier bracht de oceaan die je doopte de diaspora die je voorzag van een andere naam op de vlucht wadend door moerassen door velden geen berg liet je schuilen geen rivier maskeerde je geur de aarde kon je sporen niet wissen voorovergebogen bewerkte je het land het stof van de aarde nestelde zich in de plooien van je huid liet het bloed donker kleuren

49


je zong spirituals in de katoenvelden je speelde de blues danste op meegesmokkelde ritmes die hun weg vonden in Capoeira, Calypso, Candomblé dezelfde blik dezelfde huid dezelfde achtergrond in zoveel gezichten kwam je terug uit de mijnen de fabrieken van de oorlog zonder ceremonie of medailles dit was nooit jouw land dit was altijd jouw land je hing rond op pleintjes tussen flatgebouwen op basketbalveldjes op de beat achter twee draaitafels en een microfoon

50


Grand Master Flash waarschuwde dat mannen zoals jij maar een klein duwtje nodig hebben ‘don’t push me ‘cause I’m close to the edge’ je rende door parken en stegen een hoodie over je hoofd getrokken alsof de duivel je op de hielen zat je marcheerde door de straten vuist geheven lichaam verborgen in een oversized sweater baggy jeans oranje overalls maatpakken Langston Hughes schreef dat ook jij Amerika bent Maya Angelou liet je als stof herrijzen uit de krochten van een pijnlijk verleden er woedt al eeuwen iets onder je oppervlakte het neemt in stilte bezit van je huid je ogen je kaken

51


verbergt zich in je borstkas buiten het frame waar het canvas stopt de kwast niet meer komt loopt het door tot hier tot nu dezelfde blik dezelfde huid dezelfde achtergrond hetzelfde verhaal

52


7. Podium en Papier Podium versus papier Het lijken vaak twee verschillende, gescheiden werelden: de wereld van de podiumpoëzie en die van de papieren poëzie. Waar de wereld van de performance zich grotendeels lijkt af te spelen op poppodia, festivals, en in theaters, kunstcentra en cafés, wordt de ‘academischere’ variant meer gesitueerd in boekwinkels, universiteiten en op literaire podia. Maar niet alleen wat betreft podia, ook qua karakter lijken er duidelijke verschillen. Je zou grofweg kunnen zeggen dat een spoken word-avond luider is. Dat het verschil misschien al zit in de aankondiging, waarbij de host van de literaire avond in een paar voorgelezen zinnen de wapenfeiten opnoemt van de betreffende schrijver en de host van de spoken word-avond het publiek eerder in opzwepende bewoordingen en krachtige kernwoorden meeneemt om de performer met veel gejoel en gejuich te ontvangen. Dat het publiek bij de literaire avond beleefd wacht tot de spreker uitgesproken is, vaak ook niet tussen de gedichten klapt maar wacht tot het laatste woord is weggestorven, terwijl bij de performanceavond het publiek meedoet, oh’s en ah’s laat horen tijdens het gedicht, knipt met de vingers als iets hen raakt of een zin hen bekoort, en het publiek soms ook door de performer wordt betrokken bij de performance. 53


Maar die scheidslijn is anno nu allang niet meer helder, er is veel overlap en tegenwoordig delen de verschillende dichters vaak het podium. Daarnaast is er beweging naar beide kanten, podiumdichters die publiceren en als publicerend dichter ontkom je er bijna niet aan om je gedichten ook tot leven te brengen op het podium.Veel van de spoken word-artiesten die ik in eerdere tijden heb leren kennen op het podium staan ondertussen in mijn boekenkast. Mensen als Malika Booker, Roger Robinson, Saul Williams, Jessica Care Moore, Andrea Gibson, Danez Smith en Sarah Kay, podiumdichters die een soepele overgang naar het papier hebben gemaakt, niet zelden met prijswinnende bundels tot gevolg. De vraag of een gedicht dat gemaakt is voor het podium ook op het papier werkt, is nogal eens onderwerp van discussie. De ideeën daarover verschillen nogal. Kae Tempest is een Britse spoken word-artiest, schrijver en muzikant die bekendstaat om hun intelligente woordkunsten. Hun performance is een intense mix van rauwe soundscapes, rap en spoken word, zeer poëtische en maatschappijkritische teksten over armoede, het klassenstelstel, sociaaleconomische misstanden. Hun liveshows zijn indrukwekkend maar ook op papier is hen een imposant oeuvre aan het opbouwen. Tempest vertelde in 2015 in een interview in The Guardian over de gang van podium naar papier, dat een gedicht op papier niet klaar is totdat iemand het leest, het zijn tot die tijd niet meer dan wat woorden op een pagina. Maar in een performance ‘gebeurt’ het gedicht op het moment dat het het publiek bereikt. Tempest gaat verder door te zeggen dat zowel op het podium als op het papier het gedicht 54


zou moeten gaan om de lezer, het publiek, meer dan om de performer. Hen realiseert zich dat dit geen populaire mening is omdat dichters zichzelf nogal belangrijk kunnen achten maar hen refereert aan vroeger tijden toen het nog niet ging over hoe intellectueel onderlegd, hoe geschoold of hoe belangrijk je was, maar over hoe goed je kon communiceren.24 Tempest was de eerste persoon jonger dan veertig jaar die de Ted Hughes Prijs voor innovatie binnen de poëzie won, daarnaast won hen zowel voor hun werk op het podium als op het papier meerdere nominaties en prijzen. Maar er is ook kritiek, zo schreef de dichter Nathan A. Thompson in The Guardian, dat de meeste gedichten van Tempest niet sterk genoeg zouden zijn om te worden gepubliceerd. Tempest vertelt zelf dat een hoogleraar een van hun gedichten had voorgelezen en erbij had verteld dat het geen gedicht was, omdat het volgens hem niet las als een gedicht. Dus, Tempest was geen dichter en honderd jaar later zou niemand meer weten wie hen is. Een mooier tegengeluid dan het enorme succes en de populariteit van het werk van Tempest, zowel live als op papier, is er niet. Hen zegt daar zelf over dat mensen denken dat als je een podiumdichter bent, je kan wegkomen met een slecht gedicht omdat je goed kan performen.25 Europe is lost, America lost, London lost Still we are clamouring victory All that is meaningless rules We have learned nothing from history The people are dead in their lifetimes

55


Dazed in the shine of the streets But look how the traffic’s still moving System’s too slick to stop working Business is good, and there’s bands every night in the pubs And there’s two for one drinks in the clubs And we scrubbed up well Washed off the work and the stress And now all we want’s some excess Better yet, a night to remember that we’ll soon forget All of the blood that was bled for these cities to grow All of the bodies that fell The roots that were dug from the earth So these games could be played I see it tonight in the stains on my hands The buildings are screaming I can’t ask for help though, nobody knows me Hostile, worried, lonely We move in our packs and these are the rights we were born to Working and working so we can be all that we want Then dancing the drudgery off But even the drugs have got boring Well, sex is still good when you get it To sleep, to dream, to keep the dream in reach To each a dream, don’t weep, don’t scream Just keep it in, keep sleeping in What am I gonna do to wake up? I feel the cost of it pushing my body Like I push my hands into pockets And softly I walk and I see it, this is all we deserve The wrongs of our past have resurfaced

56


Despite all we did to vanquish the traces My very language is tainted With all that we stole to replace it with this I am quiet Feeling the onset of riot Riots are tiny, though Systems are huge Traffic keeps moving, proving there’s nothing to do ‘Cause it’s big business, baby, and its smile is hideous Top down violence, and structural viciousness Your kids are dosed up on medical sedatives But don’t worry ’bout that, man, worry ’bout terrorists The water level’s rising! The water level’s rising! The animals, the elephants, the polarbears are dying! Stop crying, start buying, but what about the oil spill? Shh, no one likes a party pooping spoil sport Massacres, massacres, massacres, new shoes Ghettoised children murdered in broad daylight By those employed to protect them Live porn streamed to your pre-teens’ bedrooms Glass ceiling, no headroom Half a generation live beneath the breadline Oh, but it’s happy hour on the high street Friday night at last lads, my treat! All went fine ’til that kid got glassed in the last bar Place went nuts, you can ask our Lou It was madness, road ran red, pure claret And about them immigrants? I can’t stand them Mostly, I mind my own business They’re only coming over here to get rich, it’s a sickness England! England! Patriotism!

57


And you wonder why kids want to die for religion? It goes work all your life for a pittance Maybe you’ll make it to manager, pray for a raise Cross the beige days off on your beach babe calendar The anarchists are desperate for something to smash Scandalous pictures of fashionable rappers In glamourous magazines, who’s dating who? Politico cash in an envelope Caught sniffing lines off a prostitutes prosthetic tits Now it’s back to the House of Lords with slapped wrists They abduct kids who fuck the heads of dead pigs But him in a hoodie with a couple of spliffs Jail him, he’s the criminal Jail him, he’s the criminal It’s the bored-of-it-all generation The product of product placement and manipulation Shoot ’em up, brutal, duty of care Come on, new shoes, beautiful hair, bullshit Saccharine ballads and selfies and selfies and selfies And here’s me outside the palace of me Construct a self and psychosis Meanwhile the people were dead in their droves And no, nobody noticed, well, some of them noticed You could tell by the emoji they posted Sleep like a gloved hand covers our eyes The lights are so nice and bright and let’s dream But some of us are stuck like stones in a slipstream What am I gonna do to wake up? We are lost, we are lost, we are lost And still nothing will stop, nothing pauses

58


We have ambitions and friendships and our courtships to think of Divorces to drink off the thought of The money, the money, the oil The planet is shaking and spoiled And life is a plaything A garment to soil The toil, the toil I can’t see an ending at all Only the end How is this something to cherish? When the tribesmen are dead in their deserts To make room for alien structures Develop, develop And kill what you find if it threatens you No trace of love in the hunt for the bigger buck Here in the land where nobody gives a fuck (‘Europe is Lost’ uit: Let them eat Chaos van Kae Tempest, 2016)

In zijn essay in Spoken Word in the UK (2021) schrijft Niall O’Sullivan dat andere performancekunsten hier niet zo scherp vergeleken worden met de geschreven variant. ‘Niemand houdt een tekst uit een toneelstuk omhoog en zegt: “Ja, dit stuk was vermakelijk om te zien, maar als je de enscenering, belichting, kostuum en acteerwerk weghaalt, werkt het echt niet op de pagina!”’ Niettemin vond ik het een spannend proces, mijn werk vertalen van het podium naar het papier. Samen met mijn redacteur heb ik me zwetend gestort op de vraag bij elk gedicht, houdt dit nog wel op papier? Wat blijft ervan over 59


als je mijn stem, het podium, de sfeervolle belichting, het publiek, de energie van zo’n avond wegdenkt? Spreekt de tekst nog, of valt die plat op z’n bek? En eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er zeker teksten zijn afgevallen. Teksten die toch echt te veel het podium nodig hadden, en we besloten dat ze daar moesten blijven. Ook koos ik ervoor om een aantal gedichten niet te publiceren omdat ze erg vastzaten aan het moment waarop ze op het podium stonden, of het voelde niet meer veilig om ze buiten de context te vereeuwigen op 120 grams ongebleekt papier. Een ander veel gehoord onderscheid dat wordt gemaakt tussen gesproken en geschreven poëzie is het idee dat poëzie voor het podium simpel en eenvoudig is en geschreven poëzie complex, gelaagd en academisch. Vaak wordt performancepoëzie toegankelijk genoemd, ik zeg dat zelf ook regelmatig en dan doel ik op het feit dat je als performer niet van het publiek kunt vragen om nog een paar keer terug te komen om hetzelfde gedicht uit jouw mond te beluisteren, maar dat je moet zorgen dat het gedicht gelijk aankomt. Maar toegankelijkheid wordt vaak verward met simpel, niet-gelaagd, kortom, met niet-intelligent. Ook lijkt er een culturele divisie in die tegenstelling te zitten, die bestaat uit wit en van middelbare leeftijd tegenover etnisch divers en jong. Uit dichters die academisch geschoold zijn of minstens dure schrijfopleidingen hebben doorlopen versus de dichter ‘van de straat’. Gelukkig wordt dit beeld steeds meer ontkracht. Een ontwikkeling die ik de laatste jaren heb mogen zien, is een mooi samengaan waarin steeds meer organisaties de pracht van beide erkennen, spoken word-dichters uitnodigen om werk voor het papier te maken, om dichterlijke ex60


perimenten aan te gaan. En worden volop workshops aan papieren dichters aangeboden, om met hun voordracht aan de slag te gaan. Culturele huizen zoals het Vlaams-Nederlands deBuren zoeken binnen hun projecten veelal het experiment tussen podium en papier op. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Besmette stad (2020) waarvoor onder andere performancedichters werden uitgedaagd om papierexperimenten aan te gaan en waarvoor papieren dichters tot visueel en audiovisueel werk werden uitgedaagd. Zonder deze opdracht weet ik zeker dat ik nooit à la Paul van Ostaijen een typografisch afwijkend gedicht voor papier zou hebben gemaakt. Ook musea, zoals het Bijbels Museum, het Mauritshuis, het Museum van Volkenkunde en het Tropenmuseum, vragen regelmatig spoken word-dichters om werk voor exposities en voor op de muren. Polyglot ik leerde de ene taal na de andere die van de nette kleren die iets van je huid compenseren van de woorden verzorgd tot in de puntjes die je iets lijken te vergeven de taal van opgeheven hoofd en rechte rug en net doen alsof niemand je kan raken de taal van wie denkt ze wel niet dat ze is wie denk ik wel niet dat ik ben

61


de taal van hou van mij ondanks dit lichaam de taal van hou van mij dankzij dit lichaam van haal je vingers uit mijn haar alleen de wind mag er doorheen haal je vingers uit mijn mond ik draag mijn tong in mijn borst de taal die de mond scheidt van het hart het hart van het bloed het bloed van de botten archiefkasten met verloren verhaallijnen waarin je soms in de weerklank van een verre voorouder jezelf ontmoet de taal die je ziel terug naar huis zingt de taal zo kaal dat ze je niets geeft om je mee te bedekken maar het liefste is me de taal die me zo bloot legt als mijn huid maar toelaat (‘Polyglot’ uit: Doe het toch maar (2021) is geschreven voor de Boekenweek 2021.)

Ook lijkt door de literatuurkritiek de laatste decennia een frisse wind te waaien. Dub poet Linton Kwesi Johnson ontving, zoals gezegd, meerdere prestigieuze literaire prijzen, singer-songwriter en dichter Bob Dylan kreeg in 2016 de Nobelprijs voor Literatuur en in 2020 ontving de Britse spo62


ken word-artiest Roger Robinson de T.S. Eliot Prijs en vervolgens de RSL Ondaatje Prijs. En zoals ook al hierboven genoemd, won Kae Tempest met hun gesproken verhaal de Ted Hughes Prijs. Allen zijn artiesten die bekendstaan om hun podiumprésence, hun muzikaliteit, naast hun poëtisch talent. In Nederland is ondertussen de podiumpoëzieprijs De Johnny weer tot leven gewekt, een prijs geïnspireerd op dichter Johnny van Doorn alias Johnny de Selfkicker die als geen ander poëzie als podiumkunst in de schijnwerpers plaatste met zijn onnavolgbare en explosieve voordracht. In de periode 1993 tot 2012 werd jaarlijks de Johnny van Doornprijs uitgereikt. Winnaars waren onder anderen Simon Vinkenoog, Jules Deelder, Bart Chabot, Erik de Jong (Spinvis), Nico Dijkshoorn en recentelijk, in 2021 Ellen Deckwitz. Ten slotte is het belangrijk om te vermelden dat spoken word-dichters al sinds jaar en dag hun werk publiceren. Velen verkopen na afloop van hun optredens chapbooks, vaak zelfgedrukte dunne boekjes, met een aantal gedichten, misschien wel te vergelijken met de EP voor muzikanten. Anderen drukken zelf complete boeken of richten uitgeverijen op, zoals Jessica Care Moore ooit Moore Press opzette en uitsluitend het werk van spoken word-artiesten zoals Saul Williams en Sharrif Simmons publiceerde. En in Nederland hebben in 2015 de schrijvers en performers Derek Otte en Manu van Kersbergen uitgeverij Rorschach opgericht, en al meerdere spoken word-artiesten hebben bundels gepubliceerd. En niet te vergeten, performers ‘publiceren’ hun werk voornamelijk op YouTube, Vimeo en socialemediakanalen. 63


In 2018 publiceerde ik bij uitgeverij Atlas Contact Hardop, Spoken Word in Nederland, een bloemlezing met het werk van achttien spoken word-dichters. Ik kijk ontzettend uit naar een hele lichting van spoken word-artiesten die hopelijk binnenkort gaat debuteren met eigen bundels. Ik houd mijn ogen gericht op mensen als Benzo Karim, Roziena Salihu, Sjaan Flikweert, Elten Kiene, Seckou Oulougem, Naomi Veldwijk, Rachel Rumai Diaz, Zaïre Krieger, Jasper Albinus, Lisette Ma Neza, Luan Buleshkaj, Siham Amghar, Chery Salinas, Myron Hamming, Daniëlle Zawadi, Onias Landveld, Smita James, Steff Geelen, Geoffrey van der Ven en nog vele anderen!

64


8. Sonia Sanchez

De eerste keer dat ik een gedicht van haar binnenwandelde, raakte ik gelijk verstrikt in haar ritme. De herhaling van haar woorden was als een betoverende drumbeat. Zo nonchalant als ze de woorden losliet in de ruimte, zo nadrukkelijk komen ze aan. De nabijheid die ze schept met een paar woorden, haar odes die haar strofen tot vlees en bloed maken. Martin Luther King, Tupac Shakur, Gwen Brooks en Margret Walker, ze dicht ze tot leven. En dat is precies wat ik nodig had, toen ik meer dan twintig jaar geleden begon aan een zoektocht door de letteren, op zoek naar... ja, wat eigenlijk? Misschien was het herkenbaarheid, verhalen waar ik me in kon thuisvoelen, helden, voorbeelden? Ik vond gedichten, verhalen, poëzievoorouders zoals ik ze noem, in wier voetstappen ik ben getreden. Ik vond er velen. Ik vond Nikki Giovanni, Lucille Clifton, June Jordan, Gwendolyn Brooks, Maya Angelou, Audre Lorde. En ik vond deze kleine gestalte, dreads tot halverwege haar schouders, grote ogen. Sonia Sanchez.

65


Geboren in 1934 in Birmingham, Alabama De Verenigde Staten van Amerika Scenario schrijver. Dichter Politiek activist. Dichter Theatermaker. Dichter Hoogleraar. Dichter Moeder. Dichter Talloze prijzen Vele boeken Dichter

Het was Nina Simone die ooit zei: ‘How can you be an artist and not reflect the times?’ En dat doet deze dichter, deze kunstenaar als geen ander. De tijdgeest zit in haar werk. Haar activisme is onderdeel van haar praktijk. Haar werk lijkt zich te concentreren rondom de vraag: wat betekent het om mens te zijn? Een betere motivatie om te schrijven vond ik niet, dat is ook mijn drijfveer, mijn poëtica. Wat betekent het om mens te zijn? En soms is die vraag specifieker, hoe is het om vrouw te zijn, hoe is het om een vrouw van kleur te zijn, hoe is het om op te groeien in een voornamelijk witte en mannelijk gedomineerde wereld? Hoe is het om moeder te zijn? Kunstenaar? Sonia Sanchez combineert in haar werk orale tradities uit de zwarte Amerikaanse cultuur zoals blues en jazz en Japanse dichtvormen zoals haiku en tanka. Ze treedt regelmatig op met jazzmuzikanten, drummers en andere muzikanten en maakt concerten van haar spoken word-performances. Haar formele carrière als dichter begon met de publicatie van het politiek geladen Home Coming in 1969: het werk 66


was een aanval op de uitbuiting van Afro-Amerikanen in het raciaal gesegregeerde Amerika van de jaren 1960. Burgerrechten spelen een belangrijke rol in haar werk, tegelijkertijd snijdt ze ook tijdloze thema’s aan, in haar talloze haiku, sonku en tanka ontspint zich de liefde, de lust, eenzaamheid. Waar ze in haar poëzie voor het podium speelt met nadruk op ritme, herhaling, pauzes, theatrale elementen, dynamiek, interactie met het publiek, zijn haar vormgedichten voor het papier: afgemeten en spaarzaam. Sonia Sanchez was de allereerste hoogleraar in de VS die een college ontwikkelde over zwarte vrouwen en literatuur. In deze positie bracht ze het literaire werk van zwarte kunstenaars naar voren en gaf het een luidere stem. Sonia Sanchez is bijna negentig jaar, maar draagt nog steeds haar werk voor. Ze publiceert nog steeds en ontvangt nog bijna jaarlijks een prijs voor haar oeuvre.

67


This is not a small love you hear this is a large love, a passion for kissing learning on its face. This is a love that crowns the feet with hands that nourishes, conceives, feels the water sails mends the children, folds them inside our history where they toast more than the flesh where they suck the bones of the alphabet and spit out closed vowels. This is a love colored with iron and lace. This is a love initialed Black Genius. This is not a small voice you hear. (fragment uit ‘This is not a Small Voice’, uit: Wounded in the House of a Friend (1995) van Sonia Sanchez)

68


9. De taal van verbinding

Ik heb in de laatste jaren van mijn praktijk mijn werkveld als spoken word-artiest behoorlijk zien verschuiven. Van performances op voornamelijk spoken word-podia en literaire festivals die een hoekje inruimden voor spoken word, naar optredens in musea, debatcentra, herdenkingen, radio- en televisieprogramma’s en op congressen. we zijn te gast bij de politiebond om te reflecteren op verdraagzaamheid we worden uitgenodigd bij organisaties om onze visie op vrijheid van meningsuiting te laten horen we spreken in het gedachtegoed van Martin Luther King we stromen de musea in om het personeel te onderhouden over een inclusieve samenleving we openen exposities over het koloniale verleden we pleiten poëtisch voor meer zichtbaarheid van mentale ziekten bezingen de klimaatcrisis op demonstraties we leggen intersectioneel feminisme bloot we bedichten revoluties binnen de liefde en schijnen soms licht op universele thema’s als vruchtbaarheid en vrijheid

69


Dat is waar ik ooit van droomde: spoken word als gewaardeerd literair genre midden in de maatschappij, midden in de cultuur. Elke tijd heeft zijn hedendaagse troubadours, zijn eigen griotten, dichters, luidruchtigen, schreeuwers, declameerders met hun sociale en poëtische commentaar op het leven, de liefde, de dood en alles ertussen. Voor mij is spoken word een manier om verbinding te maken. Met de kunst maar vooral ook met een gezelschap, een gemeente, een community van gelijkgestemden, van andere uitsprekers. het is liefde, het is hartstocht het is ergens toebehoren waar herkenning en erkenning middels taal middels verhaal tot stand komen het is thuiskomen, het is gehoord worden het schrijven en optreden, mijn ambacht verbindt me met de rest van de wereld op een manier die ik nooit had kunnen bevroeden het heeft deuren geopend me meegenomen op verre reizen naar bijzondere plekken over grenzen het heeft een diepe verbintenis gebracht met mensen, met een creatieve bron, met mezelf met verhalen, met voorgangers en voorouders met ideeën

70


Met de Taal. Wat het betekent om mens te zijn. Binnen de taal. Elke dag weer denken, hoe wil ik de taal? Hoe wil ik de taal dienen, hoe wil ik de wereld in taal. een taal die zich constant bezint waar nieuwe tijden nieuwe woorden groeien we woorden die niet meer volstaan die alleen nog onnodig zeer doen of hebben verloren aan zeggingskracht als dode huidcellen met een sisalhandschoen uit het woordenboek wegwrijven hoe wil ik mijn taal? ik wil mijn taal met ruimte voor interpretatie een taal waarin je soms niet weet of je naar een liefdesgedicht luistert of een slaapliedje of de troostende woorden van iemand dicht bij je hart ik wil een taal waarin elke nieuwe verliefdheid vraagt om een nieuw vocabulaire waarin de oude grammatica samen met de ex-geliefde uit het leven verdwijnt

71


een taal waarin een woord bestaat voor een onverwacht, liefdevol gebaar van een onbekende een taal met wel honderd woorden voor gastvrijheid een taal als een herberg woorden als waarden die je ontvangen na een lange reis je zonder nadenken je maaltijd doen delen ik wil een taal waarin ‘gewoon’ en ‘anders’ hun langste tijd hebben gehad een zachte dood sterven en niemand ooit meer onzichtbaar kunnen maken een taal waarin gevaarlijk geworden woorden als verouderde huishoudelijke apparaten waarvan de kabels bij lichte aanraking al een shock kunnen veroorzaken uit het stopcontact worden gehaald een taal vol aandacht waarin we net zo goed Dostojevski, De Beauvoir en Tsjaikovski kunnen leren zeggen als Fatima Aboulouafa en Zoë Papaikonomou

72


en lhbtiqap+ niet elke keer zorgt voor gegiechel een taal waarin je moeiteloos even vraagt hoe je het wil hebben hij/zij/hen die/diegene zoals we ooit ook aus bei mit nach seit von zu leerden je niet uit een kast hoeft te komen want deze taal heeft geen deuren alleen ramen om uit te kijken op een steeds veranderend landschap een taal die zegt, kom een taal zonder grenzen waar iedereen voet mag zetten op de bodem met gebruik van eigen tongval en elk accent betekent dat iemand thuis is in meer dan een taal een taal als een museum van de levenden waar de geschiedenis wordt verteld uit hoofden van allen die eraan deelnamen taal als een familiegroepsapp van de wereld een taal die mensen niet met een woord buitenspel zet en afserveert in plaats van ze te eren,

73


van ze te leren de plooien in hun huid als jaarringen ons te laten onderwijzen een taal van vergeving waarin je even terug de tijd in kan lopen weg te kussen waar je spijt van hebt waarin ruimte is om alsnog te doen wat we hadden willen en de woorden zo te gebruiken om werkelijk te zeggen van stilte van gebaren van even iets niet zeggen en even niets zeggen van armen en ogen en afstand en huid en lucht en aarde en botten die meer zeggen dan een taal als een verzoek een bede een oproep tot medemenselijkheid

74


een taal die zegt: kom praat vertel zwijg in je eigen woorden (voorwoord uit: Doe het toch maar, Babs Gons, 2021)

75



Noten

1 In dit essay zal ik verschillende termen door elkaar gebruiken, zoals spoken word-poëzie, livepoëzie, performancepoëzie, voordrachtpoëzie, podiumpoëzie, vertelkunst, storytelling, woordkunst om aan te duiden dat ze wisselend worden gebruikt door verschillende groepen, contexten en tijdperken. Meestal is er weinig tot geen verschil tussen deze benamingen behalve als het duidelijk in de tekst wordt aangegeven. Poëzieslag of poetry slam wordt hier wel apart gebruikt om de specifieke vorm van competities tussen dichters op een podium aan te duiden. 2 Pete Bearder (2019). Stage Invasion: Poetry & the Spoken Word Renaissance. Londen: Outspoken Press, 210 pp. 3 https://muse.jhu.edu/article/837548 4 Pete Bearder (2019). Stage Invasion: Poetry & the Spoken Word Renaissance. Londen: Outspoken Press, p. 20. 5 https://www.theaterkrant.nl/nieuws/open-brief-wij-zien-julliewitte-kunst-en-cultuursector/ 6 https://www.withuiswerk.nl/ 7 https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-een-witte-vertaler-voor-poezie-van-amanda-gorman-onbegrijpelijk~bf128ae4/ 8 https//www.theguardian.com/books/2008/mar/08/featuresreviews.guardianreview11#:~:text=%22Writing %20was%20a%20political%20act,a%20load%20of%20rubbish%20really 9 http://archive.spectator.co.uk/article/24th-april-1982/12/profile 10 https://www.washingtonpost.com/world/the_americas/slamgave-me-the-ammunition-black-brazilians-deploy-spoken-poetry-against-jair-bolsonaro/2018/12/28/81705d0a-0214-11e9-958c0a601226ff6b_story.html

77


11 https://www.ashoka.org/pt-br/story/m%C3%ADdria-democratizing-access-higher-education-through-slam-poetry 12 https://www.academia.edu/37391154/Poetry_slam_in_Nederland_ en_Vlaanderen 13 Kila van der Starre (2017). ‘Poetry slam in Nederland en Vlaanderen’, Kunsttijdschrift Vlaanderen, april 2017, nummer 363, p. 16-19. 14 Kila van der Starre (2021). Proefschrift ‘Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie’. 15 bvb https://www.theeducatoronline.com/k12/news/opinion-whywe-need-spoken-word-poetry-in-the-classroom/263423 en https:// www.k12dive.com/news/spoken-word-poetry-raises-student-voice-literacy-and-confidence/548606/ 16 https://www.trouw.nl/onderwijs/oeso-jongeren-uit-nederlandhouden-het-minst-van-lezen-maar-weten-online-goed-wat-echten-nep-is~b05c2ac2/ 17 https://slamoutloud.com/ 18 https://www.bronxarts.org/ 19 https://bnv21.youthspeaks.org/ 20 https://youngchicagoauthors.org/rnr 21 https://spokenwordeducators.wordpress.com/about/ 22 https://deschrijverscentrale.nl/kennis-en-inspiratie/scholen/spoken-word-ik-zou-het-iedere-vo-school-aanraden 23 https://www.youtube.com/watch?v=48LdD6gtnH0&t=318s 24 https://www.theguardian.com/books/booksblog/2015/aug/19/kate-tempest-slams-conventional-poets-disdain-for-performance 25 https://w w w.theguardian.com/books/2013/apr/10/kate-tempest-performance-poet-cant-be-ignored?CMP=twt_gu


Babs Gons was van mei 2021 tot en met april 2022 Vrije Schrijver van de Vrije Universiteit Amsterdam. In die hoedanigheid schreef zij voor de VU, de VU Faculteit der Geesteswetenschappen en de VUvereniging dit essay. Vóór Ik draag mijn tong in mijn borst verschenen als VU-­ geschenk: • Abdelkader Benali, De soefi (2007, verhaal) • Marcel Möring, Een lange weg (2008, essay) • Christine Otten, Een echt verhaal (2009, verhaal) • Renate Dorrestein, Pas goed op jezelf (2010, verhaal) • Ronald Giphart, De wake (2011, verhaal) • Kristien Hemmerechts, Uitgespuwd (2013, verhaal) • P.F. Thomése, De werkelijkheidsverbeteraar (2014, lezingen) • Joost de Vries, Geometrie (2015, verhaal) • Niña Weijers, Hoe het licht binnenvalt (2016, essay en drie columns) • Ernest van der Kwast, Jouw toekomst is mijn toekomst (2017, vier portretten van vluchtelingen) • Bas Heijne, Vrijheid, gelijkheid, broederschap (2018, essay) • Annelies Verbeke, De taal van de wereld (2019, essay) • Arnon Grunberg, Blinde gehoorzaamheid (2020, essay) • Maxim Februari, Campusroman (2021, essay) Amsterdam, juni 2022



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.