Akademos februari 2013

Page 1

Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B-1050 Brussel

België - Belgique

Akademos

REDELIJK EIGENZINNIG INFORMATIEMAGAZINE

P.P. / P.B. B-06

JG.16 • N R.1 FE BRU ARI - MAART 2013

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

Kunnen we nog gelukkiger worden?

Emeritus Mark Elchardus over de samenleving en de universiteit

Pas afgestudeerden met Leonardo da Vinci naar het buitenland

ICT Woman of the Year Martine Tempels studeerde aan de VUB


2

WIST U DAT

•••

Veerle De Bosscher

••• het Vlaams topsportklimaat wel verbeterd is, maar internationaal nog achterop hinkt? Er is de voorbije jaren opmerkelijk meer geïnvesteerd in het Vlaams topsportbeleid, maar hebben de topsporters ook meer succes behaald? Om dat na te gaan, heeft prof. Veerle De Bosscher een bevraging uitgevoerd bij topsporters, trainers en topsportcoördinatoren. In 2003 vond er een nulmeting plaats en in 2007 en 2011 werd de bevraging herhaald. De belangrijkste conclusie is dat het klimaat voor topsporters opmerkelijk is verbeterd, maar dat is niet voldoende om internationaal te presteren. Dat heeft niet alleen te maken met de Vlaamse context, maar ook met de internationale context. De internationale topsport bleef de voorbije jaren immers niet stilstaan, investeerde ook veel en presteerde dus beter. De prioritaire aandachtspunten in het Vlaamse topsportbeleid zijn volgens prof. De Bosscher meer voorzieningen en opleidingsmogelijkheden voor toptrainers in Vlaanderen en meer en betere trainings- en wedstrijdfaciliteiten.

••• er een nieuwe stap is gezet in de behandeling van tuberculose? Vlaamse wetenschappers onder leiding van Joris Messens (VUB/Vlaams Instituut voor Biotechnologie) hebben ontdekt dat Mycobacterium tuberculosis, de bacterie die tuberculose veroorzaakt, een ingenieus verdedigingsmechanisme tegen zuurstof bezit. Deze kennis is belangrijk in de zoektocht naar een behandeling voor tuberculose. Jaarlijks worden 9,4 miljoen mensen geïnfecteerd en sterven er 1,7 miljoen mensen aan tuberculose.

••• de fonetica van de taal van onze cellen verder is ontrafeld?

••• er nieuwe inzichten zijn in de oorzaak van Alzheimer?

Wetenschappers hebben aangetoond dat het mogelijk is om op een accurate manier de eiwitcommunicatiepatronen, die aan de basis liggen van de taal van de cel, te voorspellen. Prof. Tom Lenaerts van de Vrije Universiteit Brussel heeft samen met collega’s van de Université Libre de Bruxelles en de University of Leicester daarover een artikel gepubliceerd in PLoS Computational Biology. Met dit onderzoek wordt niet alleen het begrip vergroot van de aard van de signaalpatronen die gecombineerd worden in cellulaire taal, het wordt ook mogelijk te bepalen of bepaalde gebreken in die patronen leiden tot ziekte. Net zoals in menselijke talen als Frans en Nederlands, waar bepaalde geluiden en klanken worden gecombineerd om betekenis te uiten, benut de taal van cellen de dynamische veranderingen in eiwitstructuren die ontstaan door interacties met andere eiwitten als signalen om communicatie mogelijk te maken. Dergelijke structurele signaalpatronen zijn de kern van de fonetica van de cellulaire taal.

De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie en treft meer dan 35 miljoen mensen wereldwijd. Algemeen wordt het samenklonteren van het amyloid-β (Aβ) eiwit aangenomen als de oorzaak van het afsterven van neuronen bij patiënten. Medicatie focust zich op de vermindering van Aβ42, een van de meest voorkomende eiwitten en het schadelijkste. Promovenda Annelies Vandersteen nuanceert de huidige aanpak. Het Aβ eiwit komt in het lichaam voor in verschillende lengtes variërend van 33 tot 49 aminozuren. Haar onderzoek toont onder andere aan dat kleine hoeveelheden Aβ38 de samenklontering en toxische effecten van langere Aβ eiwitten juist kunnen vergroten of temperen. De processen die leiden tot de ziekte van Alzheimer worden bepaald door het volledige spectrum van Aβ eiwitten. Het beeld is dus veel minder zwart-wit dan tot nu toe wordt aangenomen en minder frequent voorkomende vormen van Aβ zijn veel minder onschuldig dan wordt gedacht. De resultaten van het onderzoek kunnen bijdragen tot nieuwe medicatie.


••• dat PPS-projecten gepaard gaan met te hoge kosten, te lage selectiekansen en te veel tijdsverspilling? Overheden willen graag samenwerken met privépartners of marktpartijen om een goede organisatie en financiering van hun projecten te realiseren. Marktpartijen waarschuwen echter dat mogelijke voordelen reeds ondermijnd worden vooraleer een Publiek Private Samenwerking (PPS) van start gaat. Volgens de marktpartijen zijn de studiekosten torenhoog, is er een te lage selectiekans en zijn er te lange doorlooptijden. Dat blijkt uit een grondige studie door onderzoekers van de Leerstoel PPS van de VUB. De resultaten tonen aan dat voor een gemiddeld PPS-project reeds in de aanbestedingsfase (voordat een beslissing tot “prefered bidder” wordt gemaakt) de kosten oplopen tot 7,65% van het bouwvolume. Dit betekent dat voor een project van 100 miljoen euro, een kost van 7,65 miljoen gemaakt wordt door alle marktpartijen. Marktpartijen worden dus geconfronteerd in de PPS-markt met een vijfmaal hogere kost dan in hun vertrouwde markt van traditionele aanbestedingen. Het probleem van deze hoge studiekosten is vooral een probleem voor de verliezende partijen.

••• kleine windturbines zonnepanelen kunnen vervangen? Kleine windturbines zijn rendabel, mits de turbine goed wordt gekozen en de plaatsing zorgvuldig gebeurt. Dat is de conclusie van een onderzoeksproject aan de Erasmushogeschool Brussel en de Vrije Universiteit Brussel, gesteund door IWT Vlaanderen. Kleine windturbines (dat zijn turbines met een ashoogte tot 15m) vormen een bijzonder interessant alternatief voor zonnepanelen, zeker nu de subsidies voor deze laatste sterk zijn gereduceerd. Voor KMO’s is de terugverdientijd voor een kleine windturbine een tiental jaar voor een locatie met goede windomstandigheden. Voor particulieren zijn windturbines voorlopig minder rendabel. Het invoeren van steunmaatregelen kan hier verandering in brengen.

INHOUD

Mark Elchardus: De socioloog als intellectueel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Studenten steeds minder links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Walter Van Doninck vicevoorzitter van de Raad van CERN Wim Distelmans krijgt beurs voor inzet waardig sterven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VUB wil in 2013 blijven groeien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kort Nieuws . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Miljoen euro voor onderzoek naar duurzame woningrenovatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Proefproject in VUB-restaurant: Veel licht, weinig energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas afgestudeerd? Trek met Leonardo da Vinci naar het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fundraising ondersteunt groeistrategie VUB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ICT Woman of the Year Martine Tempels studeerde aan de VUB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Erasmushogeschool Brussel: Opleiding Hotelmanagement bestaat 50 jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personalia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013

3

4 7 8 9 10 12 13 14 15 16 18 19


4

INTERVIEW

De socioloog als intellectueel “De samenleving zichtbaar maken voor de mensen die erin leven, dat is voor mij de essentie van de sociologie.” Professor Mark Elchardus zal het intussen wel weten, na een professioneel leven in het teken van de sociologie en de veranderende maatschappij. Nu Mark Elchardus met emeritaat is, zal hij nog meer tijd hebben voor zijn onderzoek. “Het lesgeven valt weg en ik zal vooral veel minder moeten vergaderen.” Een openhartig gesprek over de universiteit vroeger en nu, over het geluk en over de maatschappelijke rol van intellectuelen. Mark Elchardus: “Voortaan begeleid ik nog het opstarten van onderzoek, analyseer en schrijf ik en geef nog lezingen, maar geen les meer. In zekere zin is dat een luxe, want dit is wat ik altijd het liefst heb gedaan.” U zal het intussen wel weten: wat is de essentie van sociologie? Mark Elchardus: “Het is moeilijk te omschrijven wat sociologie is en misschien geldt dat wel voor alle wetenschappen. Maar als ik het in een zin moet zeggen: voor mij is sociologie de samenleving zichtbaar maken voor de mensen die in die samenleving leven. Daar komt het op neer. Wij denken allemaal dat we door in onze samenleving te leven, ze ook kennen en dat klopt eigenlijk niet. Het is heel moeilijk om de samenleving van binnenuit te zien. Daarvoor heeft men een heel gedisciplineerde manier van waarnemen nodig, net als een gedisciplineerde en systematische manier om die waarneming te registeren, te analyseren en te interpreteren. Ten slotte moet je dat alles dan nog op een duidelijke manier communiceren. Wat zijn we aan het doen? Wat zijn de tendensen in de samenleving die we zelf creëren maar die we zelf niet onder controle houden? Wat zijn dingen die er nu eenmaal zijn en waar je niet veel aan kunt veranderen, en wat zijn die dingen waar je eventueel wel vat op kan krijgen? En hoe zou je dat kunnen doen? Het is precies omdat de sociologie op die vragen een antwoord probeert te geven, dat ze ook beleidsrelevantie heeft.” Wat zijn voor u de grote maatschappelijke evoluties van de voorbije halve eeuw, van uw studententijd tot vandaag? Mark Elchardus: “Eerst deze opmerking. Iedereen heeft altijd de indruk dat op het moment dat hij of zij leeft, er veel aan het gebeuren is. Onlangs was ik aan het praten met jonge mensen. Ik stel me de vraag als ze vandaag 50 jaar terugblikken op de jaren 60 – op de muziek, films en boeken van toen,

ook bijvoorbeeld sociologische werken – of die jonge mensen dan dezelfde indruk van afstand hebben als mijn generatie had toen ze vanuit de jaren 60 naar 1910 keek. Ik denk het niet. Ik denk niet dat wij nu in een tijdperk leven waarin zo verschrikkelijk veel aan het veranderen is. Ondanks natuurlijk de globalisering en de technologische vooruitgang waarbij met name de veranderingen op ICT-gebied een grote transformerende kracht hebben. Voor mij heeft de grootste verandering in de voorbije vijftig jaar zich voorgedaan in de factoren die ons gedrag sturen. En dit is geen wereldwijd verschijnsel. De ontwikkelingen van de voorbije 50 jaar zijn niet overal dezelfde geweest. Maar als ik kijk naar NoordwestEuropa – elders in de wereld hebben zich andere veranderingen voorgedaan – dan zijn er de voorbije 50 jaar drie ontwikkelingen die het dagelijkse leven van de mensen hebben veranderd en die een grote invloed hebben op wat mensen denken, voelen en doen. Vooraan staat de verregaande secularisering. Noordwest-Europa is een reeks landen geworden waar mensen die niet gelovig zijn met

“Winst in geluk is niet makkelijk meer te boeken” evenveel of zelfs met meer zijn dan mensen die gelovig zijn. Dat is in de wereldgeschiedenis een unieke ontwikkeling. Ten tweede hebben diezelfde landen sterke verzorgingsstaten uitgebouwd, waardoor de dreiging van armoede, van schaarste hier sterk is afgenomen. En ten derde gaat het om samenlevingen die enorm veel hebben geïnvesteerd in onderwijs, die geprobeerd hebben om iedereen toegang te geven tot kwaliteitsvol onderwijs. Bovendien is

dat onderwijs slechts een element van een ruimere ontwikkeling die de nadruk legt op kennis en competentie als basis voor een bepaald soort economie, die men de kenniseconomie zou kunnen noemen. Die drie elementen samen – ook al lijken ze zo vanzelfsprekend – hebben onze maatschappij veranderd. Het zijn drie ontwikkelingen die Noordwest-Europa onderscheiden van de rest van de wereld.“ Het zijn wel drie ontwikkelingen die je als positief kan bestempelen. Is er dan geen keerzijde? Mark Elchardus: “Ik ben geneigd om die ontwikkelingen als neutraal te beschouwen. Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen zijn op zich niet positief en niet negatief. Alles hangt af van wat men daarmee doet. De vraag is ook of ze ons naar het bevrijde individu hebben gebracht. We zijn geneigd om die ontwikkelingen als positief te zien omdat de welvaartsstaat ons bevrijdt van schaarste, de secularisering ons bevrijdt van de druk van traditie en religie, en kennis beschouwen we sowieso als een bevrijdende factor, want het onderwijs bevrijdt ons van onwetendheid en van alle gevolgen van onwetendheid. Maar anderzijds zijn die ontwikkelingen ook stuk voor stuk elementen van een nieuwe sturing van het gedrag. Ze hebben zich samen voorgedaan met twee andere ontwikkelingen: dat is de ontwikkeling van de media - 50 jaar geleden was er nog amper sprake van televisie, vandaag zijn we een sterk gemediatiseerde samenleving geworden – en de daarmee samenhangende ontwikkeling van een ander cultureel patroon dat ik omschrijf als het kapitalisme van de begeerte. We leven in een samenleving waar sterk wordt aangezet om te consumeren en waar consumptie massaal mensen op de been kan brengen. Iets waar religieuze bewegingen – zeker in Europa – niet meer in slagen, daar slaagt de commercie wel in, zoals de eindejaarsperiode mooi illustreert: er zijn massaverhuizingen naar de centra van de


steden, grote tochten naar kerstmarkten enzovoort. Mensen worden gevangen door die consumptie, door het kapitalisme van de begeerte dat een sterke invloed uitoefent op ons gedrag. Vandaar dat ik altijd zeg dat we geen geïndividualiseerde samenleving zijn. We zijn niet de samenleving van het bevrijde individu, want we zijn nog altijd heel voorspelbaar. Alleen zijn de krachten die ons richten, die ons oriënteren, vandaag heel anders dan vroeger. En ik zou niet weten of ik die verandering als positief of als negatief moet zien. De echte vrijheid blijft nog te verwerven.” U heeft veel onderzoek verricht naar het geluk. Zijn we vandaag gelukkiger dan vroeger? Mark Elchardus: “Hangt af met hoe lang geleden we vergelijken. Wereldwijd hebben we daar gegevens over en we zien dat mensen gelukkiger worden als landen economisch groeien. Het knikpunt ligt op een niveau dat de Verenigde Staten eind jaren 50 hebben bereikt. Daarna is het gemiddelde geluk niet meer vooruit gegaan. Bij ons ligt het knikpunt wat later, maar ook bij ons is het geluksniveau de voorbije decennia niet meer ingrijpend veranderd. Dat komt omdat winst in geluk niet meer zo gemakkelijk te boeken is. Door economisch te groeien lukt het niet meer. We kunnen wel nog de gezondheidssituatie van de bevolking verbeteren, de mate van eenzaamheid drukken en het aantal armen verkleinen. Dus een politiek van het geluk moet zich daarop richten. Nu doen we het op dat vlak zeker niet zo heel slecht. Dat is immers precies wat de verzorgingsstaat doet. Maar we staan wel voor enorme uitdagingen, want de kans op chronische ziekte en de kans op vereenzaming gaat toenemen door de vergrijzing van de bevolking. En we moeten ons de vraag stellen of we het aantal armen kunnen verminderen? Sinds de crisis ten gevolge van de deregulering alvast niet. En de vergrijzing maakt een toename van de zorg nodig, maar ook dat is niet evident. Een andere factor is de meer labiele gezinssituatie die we vandaag kennen en die maakt dat oudere mensen een grotere kans hebben om in de eenzaamheid terecht te komen. Binnenkort gaat trouwens een nieuwe generatie ouderen aantreden waarvan een aanzienlijk deel geen kinderen heeft. Ik denk dus dat we op het vlak

van een gelukspolitiek voor zware uitdagingen staan.” Kan men uit uw onderzoek naar geluk een recept distilleren om ook individueel gelukkiger te worden? Mark Elchardus: “Ik voel me alvast niet geroepen om een individueel recept te geven in de zin van: zo zou je moeten leven om gelukkig te zijn. Sommige mensen eisen het recht op zich ongelukkig te voelen, en dat is hun goed recht. De sociologie van het geluk houdt zich bezig met de vraag onder welke collectief te beïnvloeden omstandigheden zo veel mogelijk mensen een zo groot mogelijke kans hebben om het geluk te vinden. Wat natuurlijk niet wegneemt dat je uit een sociologische studie van het geluk ook wel een paar richtlijnen voor mensen kan afleiden. De meeste daarvan zijn nogal evident en de moeite van het vermelden niet waard, maar eentje is minder evident: probeer niet geïsoleerd te geraken. En dat pleit misschien toch ook voor de familie. Want vrienden brengen misschien wel intenser geluk op een bepaald ogenblik – men kiest zijn vrienden, zijn familie kiest men niet – maar de familie lijkt wel duurzamer, ook als de vrienden zijn weggevallen. En ik heb de

indruk dat jonge mensen dat vandaag opnieuw ontdekken. Men heeft in onze samenleving altijd wel belang gehecht aan de familie, maar het is vandaag duidelijk nog sterker aan het worden bij jonge mensen. Ook in het gegeven dat ze opnieuw kinderen willen. Het scheppen van grotere families is vanuit de politiek van het geluk bekeken zeker niet absurd.” Van de samenleving naar de universiteit. U bent in 1976 aan de VUB begonnen als onderzoeker. Hoe heeft u de universiteit zien evolueren? Mark Elchardus: “Ik heb hier in de jaren 60 ook gestudeerd, ben dan naar de VS gegaan en heb ook nog mijn legerdienst gedaan voor ik hier kwam werken. Twee dingen over die evolutie. Ik denk dat we moeten beseffen dat de VUB nog altijd een speciale instelling is. Een beetje een maverick als universiteit. We zijn niet echt klein, maar toch iets kleiner dan sommige andere universiteiten en daardoor ook soepeler. Die slogan ‘redelijk eigenzinnig’ klopt wel. Als op een vergadering iemand ronduit zegt wat hij denkt en openstaat voor discussie, dan kan je bijna zeker zijn dat het iemand is die van de VUB komt. Als je vergelijkt met andere universiteiten is

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013

5


6

INTERVIEW

het hier makkelijker om werken, informeler met minder bureaucratische romplomp. Hier is ook altijd meer ruimte geweest om te experimenteren met de onderwijsmethode, om te vernieuwen ook. Er is op het vlak van het onderzoek altijd een grote mate van onderzoeksvrijheid geweest. Ik denk dat we in de globale ontwikkeling die de universiteiten hebben doorgemaakt, nog altijd een uitzondering mogen maken voor de VUB. Wat mij betreft is het hier over die vier decennia toch altijd aangenaam toeven geweest. De VUB was altijd een stimulerende, aangename werkomgeving. Maar als men dan kijkt naar het universitaire bestel in het algemeen, dan zijn de evoluties goed en slecht tegelijk. Als ik zelf vergelijk – en dan spreek ik nu vooral over mijn eigen discipline omdat ik die het beste ken – dan denk ik dat er zonder de minste twijfel vandaag veel beter en meer gewerkt wordt dan toen ik begon. Maar er is een keerzijde. De vraag is of al die middelen die men gebruikt heeft om die verbetering tot stand te brengen, wel zo positief zijn. Ik denk dat er op een aantal vlakken dingen misgroeien. Eerst en vooral is er een verschuiving van mensen die in de eerste lijn staan – onderzoekers en lesgevers – naar back-up services om het lesgeven en het onderzoek te begeleiden. En eigenlijk is dat een vorm van bureaucratisering van de universiteit. Naast lesgevers en onderzoekers laat men een corpus groeien van mensen die controleren hoe die onderzoekers en lesgevers hun werk doen. Ik denk dat daar een beetje een

onevenwicht is ontstaan dat men zou moeten terugschroeven.” Eenzijdige evaluatie “Daarnaast zijn de evaluatiesystemen volgens mij te eenzijdig. Het is een heel rudimentaire indicator om te kijken naar hoeveel zogeheten A1-publicaties een bepaald onderzoek heeft

zichtige manier waarop natuurwetenschappers hun evaluatiemechanisme aan iedereen hebben opgelegd, voor de menswetenschappen zeer negatieve gevolgen heeft gehad. In mijn wetenschap bestaat er bijvoorbeeld geen verschil tussen toegepast en fundamenteel. Er is geen fundamentele sociologie. Een socioloog die gelooft dat hij fundamenteel bezig is, heeft niks

“Sociologen maken de samenleving zichtbaar voor de mensen” opgeleverd. Ten eerste omdat het andere dimensies die een academicus zou moeten hebben, verdonkeremaant. Ten tweede omdat zo’n criterium niet op alle wetenschappen van toepassing kan zijn. Ik kan me voorstellen dat het pertinent is voor iemand die bezig is met een of ander klein deelaspect in de natuurwetenschappen. Maar voor iemand die bezig is de maatschappij te bestuderen, is het een ontoereikend criterium. Veel misvattingen zijn ontstaan doordat er een kolonisering is gebeurd vanuit de harde wetenschappen naar de menswetenschappen. En versta me niet verkeerd: het is mijn vurigste wens dat meer jonge mensen harde wetenschappen gaan studeren en dat daar grote inspanningen gedaan worden op secundair niveau om daar een veel grotere instroom te krijgen. Maar ik denk wel dat de nogal kort-

van zijn discipline begrepen. Een maatschappij wordt door de mensen gemaakt en dus de enige manier om een maatschappij te beïnvloeden is de mensen iets anders te laten maken. Dat is dus een toegepaste wetenschap. Wij kunnen het verschil niet maken tussen wat toegepast zou zijn – dat wil zeggen bruikbaar voor de mensen om de maatschappij te maken – en wat daarin fundamenteel zou zijn, iets dat door zijn inherente aard volledig ontsnapt aan de wil van de mensen. Terwijl zo’n onderscheid wel belangrijk is voor de natuurwetenschappen.” Intellectueel “Het feit dat men mensen verplicht om in het Engels te publiceren in internationale wetenschappelijke tijdschriften, is op zich natuurlijk goed, want zo krijg je een bredere discussie die


daarrond kan worden gevoerd en wordt iedereen verplicht zich met de top van zijn discipline te vergelijken. Maar tegelijk is het nefast dat men geen enkele valorisering hecht aan mensen die de tijd nemen om een boek te schrijven dat wat breder toegankelijk is en dat een debat op gang kan brengen, waardoor je over bepaalde maatschappelijke problemen kunt beginnen praten. En het is nefast dat men niet in rekening brengt of zo’n boek invloed heeft op het beleid, want dat is een kernopdracht van de maatschappijwetenschappen. En men begint de nadelige gevolgen van zo’n evaluatiesysteem te zien. Jonge mensen die zeggen: ik zal wel even zien dat ik die dingen die verwacht worden snel publiceer en of dat maatschappelijk relevant is, zal mij worst wezen. Men zet jonge mensen ertoe aan om zo te handelen dat ze niet meer willen samenwerken met anderen en dat het in de toekomst moeilijker zal worden om equipes te creëren met de cohesie en de samenhang die we bijvoorbeeld in mijn onderzoeksgroep TOR hebben weten te realiseren. Voor mij heeft een loopbaan als socioloog maar echt zin als dat tegelijk een loopbaan is als intellectueel. Dat betekent dat je rigoureus probeert te observeren, te analyseren en te interpreteren, maar vooral ook datgene wat je vaststelt naar die samenleving probeert te communiceren, om zo in dialoog te treden met die samenleving. En dat je ook – zij het niet op een slaafse of een commerciële manier – je probleemstellingen afleidt van wat er in die samenleving gebeurt. Maar de kansen op een dialoog met de samenleving door een socioloog-intellectueel zijn nu veel kleiner dan vroeger. Omdat men de jonge sociologen die carrière willen maken in een stramien drukt dat te veel gericht is op een enge vorm van prestatiebeoordeling. Ze zijn niet geneigd om een boek te schrijven om hun bevindingen breder toegankelijk te maken en als het ware terug te geven aan de samenleving die hen onderzoek laat doen.”

VUB-studenten steeds minder links “Gemiddeld zijn VUB-studenten linkser dan de Vlaamse bevolking, maar de grote trends zijn bij studenten en bevolking gelijklopend. De VUB is aan het ontlinksen.” Dat leidt socioloog prof. Bram Spruyt van onderzoeksgroep TOR af uit de jongste bevraging van eerstejaarsstudenten uit de humane wetenschappen. De bevraging vindt al sinds begin jaren 90 plaats aan het begin van elk academiejaar bij studenten die het vak Sociologie I volgen. “Dat is een grote groep van meer dan 1000 studenten”, zegt prof. Bram Spruyt. “Dit jaar hebben 658 studenten de vragenlijst ingevuld. We willen de studenten bevragen op het moment dat de universiteit ze nog niet veel kan beïnvloed hebben. Bovendien was het dit keer vlak voor de verkiezingen, het ideale moment dus.” Bij de studenten bleek Groen de grootste partij, op de voet gevolgd door N-VA (zie grafiek). Open VLD is stabiel gebleven. Het meest opvallend is de dramatische neergang van SP.a. “Op lange termijn blijken sociaal-democraten en groenen communicerende vaten te zijn”, zegt prof. Spruyt. “Als de ene partij vooruitgaat, dan gaat dat ten koste van de andere. Maar toch zijn VUB-studenten steeds minder links. Groen en SP.a hebben samen nog 41% en dat is natuurlijk veel, maar tegelijk is het ook veel minder dan vroeger.” De partijvoorkeur hangt overigens samen met de richting die studenten volgen. Bij rechten-, economie- en criminologiestudenten staat de N-VA sterk, terwijl bij sociologen, politieke wetenschappers, communicatiewetenschappers en agogen de SP.a en Groen sterk staan. Opvallend is het grote aantal studenten zonder voorkeur. Bijna 25% stemt blanco of ongeldig of weet het niet. “Hun aantal is beginnen stijgen sinds 2007, het begin van de politieke crisis. Het klopt dus niet dat we de zogeheten vlottende kiezer vooral bij laagopgeleiden moeten zoeken. Ook een kwart van de universiteitsstudenten weet het niet.”

Maar gelukkig mogen we van u nog veel boeken verwachten? Mark Elchardus: “Ik heb er een paar op stapel staan. Er is een boek dat ik in het Engels ga schrijven en dat een beetje samenvat waar ik de laatste jaren op gewerkt heb, en daarnaast hoop ik inderdaad nog enkele boeken te schrijven die op dit land zijn gericht en voor een breder publiek toegankelijk zijn.“ Ik wens u alvast veel succes. [pvr]

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013

7


8

Walter Van Doninck vicevoorzitter van de Raad van CERN Fysicus prof. dr. Walter Van Doninck van de Vrije Universiteit Brussel is op 1 januari 2013 vicevoorzitter van de Raad van CERN geworden. CERN is een gigantisch internationaal onderzoekslaboratorium op het vakgebied van de elementaire deeltjes. CERN is gevestigd nabij Genève in Zwitserland en baat ‘s werelds krachtigste deeltjesversneller uit, de Large Hadron Collider (LHC), waar onderzoek wordt verricht naar de meest elementaire deeltjes in de natuur. Op 4 juli 2012 werd er de ontdekking van het fameuze Brout-Englert-Higgsboson aangekondigd. De Raad van CERN is het hoogste bestuursorgaan van dit wereldwijd befaamde onderzoeksinstituut.

ken met nog hogere energieën (13 TeV t.o.v. 8 TeV). Ondertussen worden alle botsingen die tot op heden werden opgeslagen, geanalyseerd. Hiertoe levert het Interuniversity Institute for High Energies (ULB-VUB) belangrijke bijdragen.

Walter Van Doninck werd verkozen uit vier genomineerden: een Zweedse, een Nederlander, een Brit en dus een Belg. Zelf vindt hij het een hele eer en hij is trots België in CERN te kunnen vertegenwoordigen. Prof. Van Doninck (1948) is Onderzoeksdirecteur bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO). Hij studeerde natuurkunde aan het toenmalige RUCA (Antwerpen) en de VUB. In 1977 behaalde hij zijn doctoraat aan de VUB. Sedert 1992 werkt hij aan het CMSexperiment nabij de LHC te CERN. Toekomst Onlangs zijn de laatste proton-protonbotsingen voor een eerste bedrijfsperiode van de LHC geregistreerd. De komende twee jaar wordt de tijd genomen om de experimenten te verbeteren en om botsingen te verwek-

Walter Van Doninck legt de werking van CERN uit aan koning Albert en minister Paul Magnette / foto CERN

Wim Distelmans krijgt beurs voor inzet waardig sterven Professor Wim Distelmans heeft voor zijn maatschappelijke inzet voor een waardig levenseinde een beurs van 150.000 euro van de Vrije Universiteit Brussel gekregen. De VUB wil daarmee haar waardering uitdrukken voor het werk dat Wim Distelmans heeft verricht op een gebied dat ideologisch zeer belangrijk is en tot voor kort moeilijk verdedigbaar bij het brede Vlaamse publiek. De jongste 25 jaar heeft medicus prof. Wim Distelmans zich onvermoeibaar ingezet voor de uitbouw van een multidisciplinaire ondersteuning van zwaar zieke of ongeneeslijke patiënten, zowel in ziekenhuizen als in de thuiszorg. Hij heeft altijd bijzondere aandacht voor het bestrijden van vermijdbaar fysiek en psychisch lijden gehad. Hij was oprichter en verantwoordelijke van het Dagcentrum TOPAZ. Deze opvang in het UZ Brussel van mensen met een levensbedreigende aandoening biedt patiënten en hun familie of vrienden ondersteuning en verlichting in hun dagelijkse zorgen. Wim Distelmans is eveneens oprichter van het Forum Palliatieve Zorg. Dit netwerk ondersteunt professionals in de verzorgingssector, doet wetenschappelijk onderzoek en is een maatschappelijk aanspreekpunt over palliatieve zorg. LEIF In 2003 richtte Wim Distelmans LEIF, LevensEinde InformatieForum op. Dit gebeurde naar aanleiding van de wetten over patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie die in 2002 van kracht werden. LEIF werd een open forum voor zorgverleners, patiënten en hun familie, omdat al snel duidelijk werd dat weinigen onder hen vertrouwd zijn met de inhoud van deze wetten. LEIF organiseert de opleiding van de LEIFartsen, de LEIFnurses en andere zorgverleners. LEIF heeft een telefonische hulplijn rond het levenseinde: LEIFlijn. De Vrije Universiteit Brussel beloont met de beurs dat Wim Distelmans zijn wetenschappelijke kennis in maatschappelijke betrokkenheid heeft omgezet. De professor staat al jarenlang bekend als voorvechter van het recht op een waardig levenseinde, waarbij de keuze van de patiënt centraal staat. Hij was als expert betrokken bij de totstandkoming van de wetten van 2002 op de palliatieve zorg, de euthanasie en de patiëntenrechten. Rector Paul De Knop zwaait de laureaat alle lof toe. “Wim Distelmans vertaalt zijn wetenschappelijke inzichten naar een breed publiek op een zeer toegankelijke wijze. Hij houdt talloze voordrachten, neemt volop deel aan debatten in de media en schrijft zelf veel populariserend werk. Zijn boek ‘Een waardig levenseinde’ is een standaardwerk en is al aan zijn zevende herziene druk toe. De Vrije Universiteit Brussel vindt maatschappelijk engagement een van de fundamentele opdrachten van een wetenschapper.” [sw].


9

NIEUWJAARSZITTING

VUB wil in 2013 blijven groeien “Bij het begin van mijn tweede periode als rector kan ik alleen maar vaststellen dat de VUB, onze VUB, in blakende gezondheid verkeert”, stelde prof. Paul De Knop tijdens de nieuwjaarszitting voor alle VUB-personeelsleden op 7 januari. De universiteit zal in 2013 wel niet meer hetzelfde zijn, want op de nieuwjaarszitting wuifde de VUB een hele generatie professoren uit. Het gaat om de zogeheten babyboomgeneratie van de grote naoorlogse geboortegolf. Rector Paul De Knop stelde in zijn vooruitblik naar 2013 dat het crisisklimaat en de vele besparingen ook de VUB treffen, maar dat dit geen afbreuk doet aan zijn optimisme. “Als rector van de Vrije Universiteit Brussel heb ik alle reden om optimistisch te zijn. We zijn dit jaar de sterkste groeier van alle universiteiten, we boren met succes alternatieve private financieringsbronnen aan en we zijn op onze twee campussen volop aan het bouwen voor morgen. Dit alles, collega’s, is het resultaat van de inspanningen die we het voorbije jaar met z’n allen samen geleverd hebben. Daar mogen we als VUB’ers gerust trots op zijn. (…) En met z’n allen zullen we ervoor zorgen dat we in 2013 nog sterker zullen groeien, nog meer zullen excelleren en nog nauwer verbonden zullen zijn met de wereld die ons omringt.” Huldiging Tijdens de VUB-nieuwjaarszitting vond ook de huldiging plaats van VUB-personeelsleden die 20, 30 of 40 jaar in dienst zijn en die met pensioen of emeritaat gaan. Opvallend was het grote aantal vermaarde VUB-proffen die afscheid nemen van de universiteit. Ook de kranten De Morgen en De Standaard hebben uitgebreid aandacht besteed aan de pensionering van de zogeheten babyboomgeneratie van de VUB.

Monument van het Nederlandse lied Herman van Veen en gitariste Edith Leerkes brachten een intiem en beklijvend concert. Herman van Veen kreeg in 2009 een eredoctoraat van de VUB.

Ook gewezen rector Ben Van Camp hoort bij de babyboomgeneratie die het afgelopen jaar met emeritaat is gegaan en tijdens de nieuwjaarszitting gehuldigd werd. Prof. Van Camp – immunoloog en hematoloog leidde de universiteit van 2000 tot 2008.

Paul De Knop: “Als rector heb ik alle reden om optimistisch te zijn.”

VUB wuift gouden generatie uit Jan Pieter Clarys-Robion (GF) Raymond Cluydts (GF) Eric Corijn (WE) Walter De Bondt (RC) Jean-Pierre De Greve (WE) Jacques De Ruyck (IR) Rudolf De Smet (LW) Eric De Vos (LW) Paul Devroey (GF) Mark Elchardus (ES) Dirk Frantzen (ES) Huguette Geinger (RC) Raimund Hennekes (GF) Luc Hens (GF) Georges Laus (WE) Pierre Lievens (LK) Robert Luypaert (IR) Tony Mets (GF) Heidy Margrit Muller (LW) Daniel Pipeleers (GF) Diane Roseeuw (GF) Guy Rowies (IR) Eric Soetens (PE) Hugo Sol (IR) Dirk Tourwe (WE) Benjamin Van Camp (GF) Paul Van Goethem (WE) Pierre Van Roy (LK) Georges Vauquelin (WE) Dirk Vermeir (WE) Joseph Vuchelen (ES) Lode Wyns (WE)

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013

9


10

KORT NIEUWS

Nieuwe publicatie over stichter universiteit Pierre-Théodore Verhaegen Wie was Pierre-Théodore Verhaegen? Hoeveel heeft hij werkelijk voor onze universiteit betekend en wat hield dat concreet in? En hoeveel van de mythes en legendes die over hem de ronde doen zijn waar? 150 jaar na zijn overlijden, liet het Vrijzinnig Studie-, Archiefen Documentatiecentrum ‘Karel Cuypers’ samen met Studiekring Vrij Onderzoek een bundeltje drukken waarin de geschiedenis van Verhaegen en zijn rol in de ULB, de Liberale Partij en de vrijmetselarij op een bondige en leesbare wijze worden uitgewerkt. Een must have voor elke VUB’er!

Geïnteresseerd? De bundeltjes zijn verkrijgbaar voor 1 symbolische euro. Ze kunnen worden opgehaald aan het lokaal van Vrij Onderzoek (Triomflaan 35, op maandagavond van 19u30 tot 22) en in de leeszaal van VSAD/Universiteitsarchief (lokaal 0B033, elke dag tijdens de kantooruren). In de eerste weken van het tweede semester zal VO ook op de campus geregeld boekjes verdelen, bijvoorbeeld aan de ingang van het restaurant. Opsturen per post kan ook tegen 2 euro. Meer info en bestellingen via info@vsad.be.

Lancering educatieve kit In memoriam Henri Vander Eycken voor wetenschap van het licht Het Brussels Photonica Team van de Vrije Universiteit Brussel (1926-2012) Op 12 december overleed in Lennik Henri Vander Eycken, professor emeritus aan de VUB en de ULB. Henri Vander Eycken was een uitzonderlijke persoonlijkheid. Schitterend als student en vorser, indrukwekkend als hoogleraar en captain of industry. Al deze functies vervulde hij met een hem karakteriserende visie: logisch, oriënterend en toekomstgericht. Hij behoorde tot de kleine kring professoren die een blijvende invloed uitoefenden op hun studenten, zowel aan de Université Libre de Bruxelles als aan de Vrije Universiteit Brussel. In 1970 speelde hij een doorslaggevende rol bij het ontstaan van de VUB. Binnen en buiten de universiteit ijverde hij voor toenadering tussen de academische en de industriële wereld. Zijn ondersteuning van de Stichting IndustrieUniversiteit is in dit verband merkwaardig geweest. De communicatiekracht en de multidisciplinaire aanpak van Henri Vander Eycken werden bijzonder gewaardeerd door beleidsverantwoordelijken uit de openbare en de industriële sectoren, die geconfronteerd werden met een toenemende complexiteit van de omgevingsvariabelen. Zijn onderzoeksthema’s waren dan ook toonaangevend voor de grote uitdagingen in zijn periode (en ook vandaag nog), met name de concurrentiekracht en het innovatiepotentieel van onze industriële en dienstenactiviteiten, de optimale aanwending van de energiebronnen en de wisselwerking tussen het economische proces en de kwaliteit van het milieu. Henri Vander Eycken is 86 geworden.

heeft onlangs de ‘Photonics Explorer’ voorgesteld. De Photonics Explorer is een educatieve kit voor het secundaire onderwijs over licht en lichttechnologie. Leerlingen uit het secundair onderwijs kunnen onder begeleiding van de leerkracht experimenteren met hoogtechnologische componenten zoals lasers, leds en optische vezels. Bij de presentatie van de Photonics Explorer waren vertegenwoordigers van onderwijsorganisaties, het bedrijfsleven en beleidsmakers onder wie Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten aanwezig. De educatieve kit werd onder leiding van prof. Hugo Thienpont ontwikkeld door de onderzoeksgroep B-PHOT van de Vrije Universiteit Brussel. Hugo Thienpont is intussen ook verantwoordelijk voor Innovatie en Industrieel Beleid van de VUB. “Indien Vlaanderen een hoofdrol wil blijven spelen in economische en maatschappelijke innovatie dan moeten we de jeugd meer vertrouwd maken met kritisch denken, proefondervindelijk leren en ondernemen. De ‘Photonics Explorer’ draagt hier zeker toe bij omdat hij leerlingen toelaat om eigenhandig hun proefopstellingen te bouwen met de nieuwste technologieën.” De kit werd ontwikkeld met financiële steun van de Europese Unie. De eerste grote sponsor in Vlaanderen is het telecombedrijf TE Connectivity dat honderd scholen zal uitrusten met de kit in Vlaanderen.

Succesvolle overname VUB spin-off Een spin-off van de Vrije Universiteit Brussel is met succes overgenomen door het Amerikaanse National Instruments. NMDG is gespecialiseerd in hoogfrequente metingen, analyse en modelering van hoogfrequent componenten, schakelingen en systemen. Deze onderneming werd in 2003 door Marc Vanden Bossche en collega’s opgericht met als roots de VUB. Vanden Bossche en de andere werknemers worden ondergebracht bij National Instruments, dat gekend is voor zijn NI LabVIEW™software en modulaire, PXI-gebaseerde meetinstrumenten.


Brusselse lerarenopleidingen reiken samen diploma’s uit aan leerkrachten van morgen De Lerarenopleiding van de Vrije Universiteit Brussel organiseerde samen met het Brussels Expertisenetwerk Onderwijs (BEO) voor de vijfde keer al een gezamenlijke diploma-uitreiking voor hun afgestudeerden. BEO verenigt de lerarenopleidingen van de Vrije Universiteit Brussel, de Erasmushogeschool Brussel en de twee centra voor volwassenenonderwijs CVO COOVI Elishout en CVO Brussel. Maar liefst 252 enthousiaste, goed opgeleide leerkrachten kwamen op 7 december hun diploma in ontvangst nemen. De Vrije Universiteit Brussel leverde dit academiejaar 62 gemotiveerde leerkrachten hoger secundair onderwijs af. Deze leerkrachten met een hart voor onze hoofdstad zijn meer dan ooit nodig. Het arbeidsmarktrapport van 2011 spreekt immers over toenemende tekorten o.a. in het secundair onderwijs voor de leraren algemene vakken, voornamelijk Frans en wiskunde. Minister Guy Vanhengel, tevens collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bevoegd voor

het Nederlandstalig Onderwijs in Brussel, was aanwezig om deze boodschap kracht bij te zetten. De Brusselse minister keek even terug op zijn eigen loopbaan als student en later als onderwijzer: “Het diploma van leraar leidt tot een van de mooiste beroepen ter wereld. Het Brussels Nederlandstalig onderwijs staat gekend voor kwaliteit en biedt tevens een uitdagende werkcontext waar jonge gemotiveerde leerkrachten onmiddellijk aan de slag kunnen.” Volgens de voorzitter van het Interfacultair Departement LerarenOpleiding (IDLO) prof. Evert Zinzen moeten we het enthousiasme van de Brusselse leerkrachten gebruiken om een positief beeld te promoten van de Brusselse grootstad én van het beroep van leraar. Het zijn immers de leraars die zorgen voor geïnspireerde leerlingen die de wereld van morgen mee vorm zullen geven.

Vrijzinnig Zangfeest schot in roos Eind november namen 700 studenten (en oud-studenten) deel aan het 27ste Vrijzinnig Zangfeest, georganiseerd door het Brussels Studentengenootschap (BSG). Er waren optredens van zangkoor Café Latte, de Folklore Academie en De Gilde, naast tien VUB- kringen die met hun zelfgeschreven liedjes waren geselecteerd. Een jury koos een winnaar: PPK (PsychoPed’agogische Kring). Als afsluiter was er de coverband Blue Thrill. En het bier vloeide – traditiegetrouw – rijkelijk.

8 maart 2013: CAMPUSTALKS op de Internationale Vrouwendag

Het effect van oestrogenen op wetenschappelijk onderzoek Ada Lovelace? Caroline Herschel? Grace Hopper? Barbara McClintock? Elizabeth Byanjeru Rubauhayo? Klinken deze namen je niet vertrouwd in de oren? Vanaf nu is dat anders, en weet jij dat zij net als Marie Curie vrouwelijke wetenschappers zijn. Naar aanleiding van de 102de Internationale Vrouwendag zal deze Campustalks inzoomen op vrouwen en wetenschap. Niet zozeer op hun tewerkstelling en de maatschappelijke gevolgen daarvan, maar veeleer op de invloed van gender op wetenschappelijk onderzoek. Is wetenschappelijk onderzoek gendergekleurd? Heeft de tewerkstelling van vrouwen in de wetenschap geleid tot nieuwe onderzoeksthema’s of nieuwe invalshoeken? PLAATS: VUB, Campus Etterbeek, Kultuurkaffee PROGRAMMA: 12u00-12u45: Lunch (7 euro) 12u45-13u45: PechaKucha-presentaties (gratis) Registreren voor de lunch is verplicht en kan via crosstalks/vub/ac.be of door een e-mail te sturen naar goedele.nuyttens@vub.ac.be

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013

11


12

INGENIEURSWETENSCHAPPEN

Vier VUB-teams krijgen een miljoen euro voor onderzoek naar duurzame woningrenovatie INNOVIRIS, het Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie, lanceerde medio 2012 de call ‘Strategic Platform Environment’ voor multidisciplinair onderzoek naar ‘retrofitting for the built environment’. Het Belgium Building Research Institute coördineert het platform dat de naam ‘Brussels Retrofit XL’ meekreeg. Dit jaar gaan elf projecten van start die de opeenvolgende etappes in de selectieprocedure succesvol doormaakten. Niet minder dan vier projecten behoren toe aan jonge VUB-onderzoeksteams met een sterke vertegenwoordiging van jonge ZAP-leden (Zelfstandig Academisch Personeel) van de faculteit Ingenieurswetenschappen. Samen zijn hun projecten goed voor een miljoen euro. Het platform wil onderzoeksteams met specifieke expertise laten samenwerken in een sterk multidisciplinair netwerk rond het thema van woningrenovatie in Brussel, om hen zo toe te laten hun onderzoeksresultaten te valoriseren. De onderzoeksteams krijgen de mogelijkheid om in hun budget de aanstelling van een postdoctoraal onderzoeker op te nemen. Het voor een onderzoeksgroep zo belangrijke ‘middenkader’ wordt op die manier significant versterkt, wat zeker voor deze jonge onderzoeksteams een flinke duw in de rug betekent. Tine Tysmans (voltijds ZAP sinds 2011) van de vakgroep MeMC wil in haar project ‘LightComp’ lichtgewicht vloerelementen ontwikkelen om de duurzame renovatie van bestaande woningen te vergemakkelijken. Een minimalisatie van het gewicht is belangrijk om de belasting op de bestaande structuur te beperken. Om tot lichtgewicht vloersystemen te komen, zal zij het traditionele bouwmateriaal beton slim combineren met hoogperformante cementcomposieten. De vakgroep MeMC heeft, door de voortrekkersrol van Prof. Jan Wastiels, een ruime expertise uitgebouwd in de ontwikkeling en mechanische karakterisatie van cementcomposieten.

Ine Wouters stelde met Inge Bertels, Ann Verdonck en Filip Descamps van de onderzoeksgroep æ -LAB (Research Lab for Architectural Engineering) een interdisciplinair team samen voor het project ‘Het naoorlogse woningbouwpatrimgonium in Brussel begrijpen en behouden (19451975). Opwaardering als duurzaamheidsstrategie’. De vroegste gebouwen uit de naoorlogse periode hebben de ouderdom van 60 jaar overschreden, en elk jaar vergroot deze groep. Omdat vandaag het referentiekader voor het bepalen van de monumentwaarde van het naoorlogse woningbouwpatrimonium in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontbreekt, wil het onderzoek de criteria hiervoor vastleggen. Hieruit kunnen dan interventieniveaus afgeleid worden die in relatie staan met de erfgoedwaarde. Bouwtechnisch, bouwhistorisch en materiaaltechnisch onderzoek wordt naadloos gecombineerd met de integratie van de nieuwste technieken. Maar ook andere onderzoeksgroepen slaagden erin mooie projecten binnen te halen, zoals het project van collega Marc Runacres van de Erasmushogeschool Brussel. In dit project zullen kleine windturbines voor in de stad ontwikkeld worden.

Niels De Temmerman (voltijds ZAP sinds 2009) van de onderzoeksgroep æ-LAB (Research Lab for Architectural Engineering) staat in voor het project ‘DynStra’ (Dynamic reuse strategies for the retrofitting of post-war housing in Brussels). Hierin zal hij samen met postdoctoraal onderzoeker Anne Paduart nagaan hoe flexibele renovatie gebaseerd op een detaillering met omkeerbare verbindingen en herbruikbare en gestandaardiseerde bouwcomponenten kan toegepast worden op het naoorlogse woningpatrimonium in Brussel. Ook richten ze zich met deze studie op de recyclage- en hergebruiksector in Brussel door ontmantelingspraktijken te optimaliseren, zodat een verhoogd hergebruik van bouwcomponenten mogelijk wordt. Iris De Graeve van de onderzoeksgroep SURF (vakgroep MACH-IR) zal in haar project ‘SHARC: self-healing coatings for architecture’ zelfherstellende coatings ontwikkelen voor de bescherming van metalen, waarbij de specifieke eisen van de renovatie- en architectuurtoepassing worden opgenomen in de ontwikkelingen. Iris De Graeve werkt al enige tijd op self-healing coatings samen met Herman Terryn in tal van andere projecten. Iris De Graeve is sinds oktober 2007 deeltijds ZAP en werkt daarnaast als postdoctoraal onderzoeker op tal van externe – voornamelijk industriële – onderzoeksprojecten.

Vier jonge ZAP’ers van de faculteit Ingenieurswetenschappen: Tine Tysmans, Niels De Temmerman, Iris De Graeve en Ine Wouters.


13

LEDVERLICHTING

Veel licht, weinig energie Wie geregeld in het VUB-restaurant gaat eten, heeft het misschien al gemerkt. De traditionele wand- en plafondverlichting is in een proefzone vervangen door ledlampen op laagspanning, gekoppeld aan sensoren. Dit alles is van op afstand te besturen via het internet en een webbrowser. Nu ja, echt opvallen doet het eigenlijk niet, ook al betekent het een wereld van verschil. Het proefproject van de ingenieurswetenschappen (onderzoeksgroepen ETRO en ETEC) moet zorgen voor een forse daling van het elektriciteitsverbruik en het pad effenen naar intelligente gebouwen. Het VUB-initiatief kadert in het Europese Edisonproject en wil aantonen dat intelligente verlichtingssystemen tot energie-efficiëntie leiden. “Alleen al met de aanwending van ledlampen, gevoed op een veilige laagspanning van 48 Volt besparen we 6.300 kilowattuur per jaar”, zegt prof. Kris Steenhaut van onderzoeksgroep ETRO. Dat is dan nog zonder de sensoren gerekend, want de kern van het project draait eigenlijk om ICT en building automation. “Met de sensoren erbij kunnen we meer dan 8000 kWh per jaar besparen”, stelt prof. Steenhaut. Welke sensoren zijn nu echter relevant om energie te besparen? In de eerste plaats daglichtmeting. “Als er genoeg daglicht is, dan kan het licht gedempt worden of uitgeschakeld. Ook belangrijk zijn aanwezigheidssensoren. Als er ’s avonds gepoetst wordt, moet niet overal in het restaurant het licht aan. Alleen in zones waar mensen aan het poetsen zijn, gaan de lampen aan. Dankzij de aanwezigheidssensoren die beweging registeren.” Door de realisatie van een communicatienetwerk op de bedrading van de verlichting kunnen de lampen nu ook via een browsertoepassing op smartphone of computer worden bestuurd. Dit is een eerste aanzet tot building automation. Later kunnen ook andere signalen zoals detectie van open ramen, rook enz. via het bestaande communicatiesysteem worden verstuurd en vanop afstand worden beheerd. Metingen De VUB-onderzoekers verrichten gedetailleerde metingen van het elektriciteitsverbruik. De resultaten worden gerapporteerd aan Fondazione Ugo Bordoni in Rome van waaruit prof. Dario Di Zenobio het Europees project coördineert. Gelijkaardige proefprojecten lopen o.m. in Città della Scienza in Napels, in scholen in Abruzzo en in een hospitaal in Belfast. Om het hele project te realiseren werken de onderzoeksgroepen ETRO en ETEC samen met de technische dienst van de VUB en met de Erasmushogeschool Brussel, departement IWT. “Begin april zullen we ook het nieuwe fysicalabo in gebouw F met zo’n verlichtingssysteem uitrusten”, zegt prof. Lataire, voorzitter van de VUB-gebouwencommissie. Hij vindt het alvast een goede zaak. “Maar het gaat hier wel om nieuwe toepassingen. We moeten de veiligheidsaspecten grondig aftoetsen aan de hand van de wetgeving, samen met onze preventieadviseurs.”

In het restaurant loopt een proefproject met energie-efficiënte verlichting. V.l.n.r. Sven De Bruyn van de Technische Dienst, prof. Philippe Lataire van onderzoeksgroep ETEC, tevens voorzitter van de VUB-gebouwencommissie, prof. Kris Steenhaut van onderzoeksgroep ETRO en onderzoeker Niccolò De Caro van ETRO en Erasmushogeschool Brussel - Industriële Wetenschappen.

Harder Ledlicht heeft misschien toch één nadeel: het komt harder over dan ‘normaal’ licht. De onderzoekers willen daarom bezoekers van het restaurant bevragen over hoe ze het licht ervaren. “Ledlampen zullen in de toekomst wel nog veranderen”, zegt Kris Steenhaut. “Men werkt er momenteel aan en probeert er meer variatie in te brengen, wat warmere tinten moet opleveren.” Ledlampen moeten ook nog betere energieprestaties leveren bij grotere lichtsterktes.

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013 13


14

STAGEBEURS

Pas afgestudeerd?

Trek met Leonardo da Vinci naar het buitenland Tegen 2020 moet 20 procent van de studenten een deel van hun studietijd in het buitenland doorbrengen. Dat hebben de Europese onderwijsministers zo afgesproken, omdat een buitenlandse ervaring nu eenmaal van onschatbare waarde is. Maar ook na je studies is een interessante buitenlandse ervaring mogelijk via bijvoorbeeld het Leonardo da Vinci programma. Met zo’n da Vinci-stagebeurs kan je werkervaring opdoen in een land van de Europese Economische Ruimte (EER) en ook in Zwitserland en Turkije. Politicologe Nathalie Van Raemdonck belandde met da Vinci in Rome, waar ze aan de slag kon in een vermaard onderzoeksinstituut. Het werk dat ze daar verrichtte, haalde zelfs de New York Times. “Mijn masterproef ging over de ethiek van de Amerikaanse drone-aanvallen in Pakistan”, zegt Nathalie Van Raemdonck. “De conclusie luidde dat het niet ethisch is. Ik heb heel lang gezocht naar een stage in het buitenland, bijvoorbeeld bij politieke ngo’s. Mijn promotor prof. Bruno Coppieters gaf me de hint om mijn onderzoek voort te zetten. Hij kende de directeur van het Istituto Affari Internazionali in Rome. Ik heb dan funding gevonden via het Leonardo da Vinciprogramma voor pas afgestudeerden. Ik kreeg 900 euro per maand en dat tijdens mijn zes maanden in Rome. Het is jammer dat die beurzen zo weinig gekend zijn, want ze zijn ideaal om naar het buitenland gaan. “ Volgens Nathalie Van Raemdonck heb je met een Leonardo da Vinci-beurs al het positieve van een Erasmusuitwisseling, maar zonder dat je credits en vakken moet beginnen organiseren. “Door Leonardo heb je ook meteen werkervaring. Ik wilde verder gaan in een academische context, vandaar mijn stage in een onderzoeksinstituut, maar economiestudenten bijvoorbeeld kunnen met da Vinci perfect een stage doen in een onderneming in het buitenland.” Voor Nathalie was het uitermate boeiend en verrijkend om de academische wereld van binnenuit te leren kennen. “Ik had geen idee hoe het er in de academische wereld echt aan toeging. Ik had er contact met onderzoekers die samen in een doctoraatsproject zaten en kwam erachter hoe onderzoekers

onderzoek doen, namelijk door constant funding te zoeken. Ik heb dus de academische industrie leren kennen, zoals anderen via een gelijkaardige stage de corporate industrie of de biochemische industrie leren kennen.”

Nathalie Van Raemdonck in Rome

Nathalie zat in Rome op kot samen met vier Italianen en een Amerikaanse. “Ik heb snel Italiaans opgepikt. Het Leonardo da Vinciprogramma betaalt taalcursussen overigens terug.” Tijdens haar verblijf moest ze wel twee keer terug naar Brussel om interviews bij de EU af te nemen, onder anderen met mensen die met antiterrorisme bezig zijn. “En dat terwijl ik in Brussel woon.” New York Times Voor Nathalie is haar verblijf in Rome alvast bijzonder succesvol verlopen. “Ik was gastwetenschapper, ik werd vrij gelaten. Ik mocht alle faciliteiten gebruiken en ook conferenties bijwonen. Een bureau had ik niet, alle stagiairs zaten in de bibliotheek en moesten hun

eigen computer meebrengen.” Haar onderzoek was een verderzetting van haar masterproef en ging over wat Europa van de Amerikaanse drone-aanvallen vindt. “Het was vooral een persoonlijke verrijking om dit te kunnen doen, het was natuurlijk geen doctoraat ofzo, mijn onderzoek resulteerde in een tekst van 24 pagina’s. Toen mijn stage afgelopen was, kreeg ik een e-mail van het instituut in Rome: kijk eens wie vermeld staat in de New York Times.” De gezaghebbende Amerikaanse krant citeerde in een artikel over drones uitgebreid het onderzoek van Nathalie. Het artikel zelf heeft ze nog niet ingekaderd. “Ik was te laat voor de papieren versie. Maar waarschijnlijk zal het er wel eens van komen.” [pvr]

Twintig beurzen voor buitenlandse stages Leonardo da Vinci is een van de programma’s binnen het Life Long Learning Programme van de Europese Commissie. Het doel van dit programma is het aanbieden van beurzen aan pas afgestudeerde studenten om in het buitenland een eerste werkervaring op te doen ter versterking van hun ‘employability’. De VUB kreeg 20 beurzen toegewezen voor een periode van minimaal twee en maximaal 26 weken. Wie interesse heeft in een eerste werkervaring in het buitenland, kan voorwaarden en applicatieformulier aanvragen bij international.relations@vub.ac.be.

VUB’ers bij winnaars Europees kampioenschap diplomatie MUN Society Belgium, een team jonge diplomaten bestaande uit studenten van verschillende Belgische universiteiten, waaronder ook de VUB, heeft eind 2012 voor de vijfde keer op rij het Europese kampioenschap diplomatie in Oxford gewonnen. Deze conferentie wordt wereldwijd beschouwd als een van de meest prestigieuze academische wedstrijden voor studenten. Daags na de overwinning ontving de Belgische ambassadeur in Londen de delegatie om hen te feliciteren met deze unieke prestatie. Binnen de delegatie zijn twee VUB-studenten actief: Wim Smits, doctoraatsstudent faculteit WE, en Anne-Sophie Kempinaire, studente handelsingenieur. Model United Nations (MUN) is een simulatie van de Verenigde Naties, waarbij studenten debatteren over ‘hot topics’ in de internationale politiek. MUN’s zijn al langer populair in Angelsaksische landen, maar de jongste jaren krijgen ze ook steeds meer weerklank in Europa en België.


15

FUNDRAISING

Fundraising ondersteunt groeistrategie VUB Koken kost geld, luidt het spreekwoord. Aan wetenschappelijk onderzoek doen en hoogstaand onderwijs verschaffen, kost nog veel meer geld. Daarom zetten universiteiten steeds meer in op andere financieringsbronnen dan de overheid alleen. Doel is om zowel nationaal als internationaal netwerken en relaties met particulieren, organisaties en bedrijven nog sterker uit te bouwen. Financiële steun kan gaan van een eenvoudige gift tot echte partnerships. Directeur Fundraising Ann Verbeeck staat aan het roer. Ze heeft zopas de fakkel overgenomen van Michel De Rouck, die aan de VUB externe sponsoring op de kaart heeft gezet. “Toen ik hier in 2006 aan de slag ging – een dag per week en op zelfstandige basis - bestond er helemaal geen coördinatie op het vlak van giften en sponsoring”, zegt Michel De Rouck. “Ik heb me ook niet beziggehouden met fundraising as such, wel heb ik de begeleiding gedaan van mensen en instanties die de VUB wilden helpen, het proces van contact naar contract zeg maar. Bijvoorbeeld voor legaten en voor leerstoelen. Zelf ben ik nooit actief de markt op gegaan om aan fundraising te doen. Maar ik ben wel verheugd dat de VUB nu een versnelling hoger schakelt en dat ik mee de basis heb kunnen leggen.” Testament.be Om op een efficiëntere manier fondsen te werven, is de universiteit in zee gegaan met de organisatie ‘Testament.be’. De organisatie maakt mensen bewust van de mogelijkheid om aan goede doelen te geven en faciliteert de noodzakelijke procedures hierrond. “Doordat we mee profiteren van de grote campagne van Testament.be hebben meer mensen de VUB in hun testament opgenomen.” Volgens Michel De Rouck ging het vroeger meestal om legaten van met de universiteit gelieerde personen, professoren of alumni. “Nu spreken we met Testament. be een breder publiek aan. Maar uiteraard willen we wel dat mensen die ons goed gezind zijn zo lang mogelijk leven!” VUB Foundation In de komende maanden wordt een strategie en een functioneel kader uitgewerkt voor het opzetten van een VUB Foundation. “Voor heel concrete en duidelijk omlijnde projecten zullen financiële middelen worden aangetrokken ter ondersteuning van het onderwijs en onderzoek van de universiteit”, zegt Ann Verbeeck.

levert de sponsor uitstraling op, zowel extern als intern binnen het bedrijf of sector. Bedrijven zijn niet allemaal gejaagd door de winst. Dankzij een leerstoel kunnen ze hun contacten met de universiteit versterken, aan netwerking doen.”

Michel De Rouck geeft de fakkel door

De VUB Foundation moet voor een nieuwe, recurrente geldstroom zorgen en zal nauw verbonden zijn met het alumnibeleid. “We zullen altijd communiceren wat we met het geld hebben gedaan”, zegt Ann Verbeeck. “De Foundation krijgt een eigen raad van bestuur die zal beslissen naar welke projecten geld gaat, op basis van sterke dossiers en onderbouwde aanvragen vanuit de VUB-gemeenschap.” Het geld van de VUB Foundation is in principe bestemd voor de werking van de VUB. Dat gaat van de uitbreiding van faciliteiten en infrastructuur tot het ondersteunen van onderwijs en onderzoek. Leerstoelen Leerstoelen blijven een belangrijke pijler van de externe fondsenwerving. Zo hebben recent nog zes verzekeringsmaatschappijen de prestigieuze onderzoeks- en onderwijsleerstoel Stewardship of Finance mogelijk gemaakt. De leerstoel onderzoekt hoe financiële dienstverlening ethischer kan verlopen. Volgens Michel De Rouck is het niet zo dat privégeld de vrijheid van onderzoek in het gedrang brengt. “Bij contractbesprekingen over leerstoelen heb ik nooit een zweem van druk ervaren”, zegt Michel De Rouck. Waarom sponsoren bedrijven dan leerstoelen? “Wel, het

Tonen Directeur Fundraising Ann Verbeeck hoopt nu op een sneeuwbaleffect. We moeten niet alleen zeggen dat we met fundraising bezig zijn, we moeten vooral ook tonen dat we ermee bezig zijn. Een nieuwe website om fundraising te promoten staat op stapel, met daaraan gekoppeld een professioneel databankmanagement en de mogelijkheid om online giften te doen.” De launch van deze nieuwe website is gepland in september 2013, bij de start van het volgende academiejaar. De dienst Fundraising maakt intussen deel uit van de cel Technology Transfer Interface. “Dat is een goede zaak”, zegt Ann Verbeeck. “Ze hebben daar de competenties in huis - o.m. op juridisch en financieel vlak - om bilateraal contractonderzoek op poten te zetten. Diezelfde competenties kunnen we nu ook inzetten voor fundraising.” Meer info over fundraising? foundation@vub.ac.be

Ann Verbeeck, directeur Fundraising

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013 15


16

IK STUDEERDE AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

Van studente moraalwetenschappen tot ICT Woman of The Year

Martine Tempels

Ze is altijd een buitenbeentje geweest, zegt ze zelf. Het is geen overtrokken statement. Als jonge vrouw uit Hasselt besloot Martine Tempels aan de VUB te gaan studeren. Indertijd – we spreken van het jaar 1979 – helemaal geen vanzelfsprekende keuze. Ondertussen staat de durfal van toen aan het hoofd van de businessafdeling van Telenet en mag ze zich ICT Woman of The Year 2012 noemen. Een opmerkelijk parcours, zeker in de mannenwereld die ICT nog steeds is. ‘Zie je wel,’ zegt ze, ‘Ik ben nog steeds een buitenbeentje.’ Een gesprek met een vrouw die haar mannetje staat. Was het een bewuste keuze om aan de VUB te gaan studeren? Ja en nee. Ik wou vooral weg uit Hasselt. Mijn horizon verbreden. Maar ik wou ook niet gaan studeren in een stad waar het vol studenten liep. En zo kwam ik al snel uit op Brussel en de VUB. In die volgorde, moet ik bekennen. Want wat de VUB precies was en waar de universiteit voor stond, daar had ik geen idee van. Het was wel de enige Vlaamse universiteit die in een échte stad lag, niet één die enkel een uitvergroting was van wat ik al kende. Niet dat ik iets tegen Hasselt heb, verre van. Ik voel me nog steeds meer Limburgse dan Brusselse, hoewel ik nu toch al meer dan een kwarteeuw in de hoofdstad woon. Maar toen wou ik vooral uit mijn vertrouwde kader treden. De stap naar Brussel en de VUB was voor mij een stap naar de vrijheid. En dus schreef je je in voor de opleiding moraalwetenschappen… Wel ja. Een gevolg van mijn zin voor avontuur. In moraalwetenschappen kreeg je vakken als inleiding tot de psychologie en statistiek. Dat was iets nieuws voor mij, ik vond dat heel spannend. Achteraf bleek dat mijn talenten niet in die richting lagen. Dat is trouwens iets waar ik nu de nadruk op leg in mijn hoedanigheid als ICT-vrouw van het jaar: dat je de jongeren die daar aanleg voor hebben moet inspireren te kiezen voor een technologische richting, en zeker voor IT. Ik ben altijd goed geweest in wetenschappen en wiskunde. Mijn brein werkt binair, ik denk in termen van ja-nee. Maar hoewel ik duidelijk aanleg had voor wetenschappen, werd ik daar op de middelbare school helemaal niet in aangemoedigd. Je moet de jongeren stimuleren in hun passie, zeker in wetenschappelijke of technologische richtingen. Het is iets waar ik in mijn voordrachten altijd sterk op hamer. Daarop, en op twee andere thema’s: jonge vrouwen en carrière, en de balans tussen werk en leven. Maar ondertussen maakte je je opleiding wel af. Inderdaad. En het was nu ook niet zo, dat ik het allemaal verloren tijd vond. Integendeel, sommige profs – waaronder de legendarische Leopold Flam – waren heel authentieke figuren. En ik put in mijn professionele relaties vaak nog uit de brede achtergrond die ik me toen eigen heb gemaakt. Ook dat maakt me een buitenbeentje in het IT-wereldje: mijn opleiding. Maar in 1983 stond ik wel met een diploma in handen waar op de penibele arbeidsmarkt van toen niets mee aan te vangen viel. Ik ben dan maar een jaar lang vertrokken. Eerst naar Australië en vandaar naar Indonesië. En daar daagde het plots. De mensen bezaten er weinig

of niets, dus daar lag het geluk niet. Toen dacht ik, je moet niet eerst een volledig beeld hebben van wat je wilt doen voor je je in beweging zet. Belangrijk is dat je iéts doet. Dus meteen nadat ik terugkwam, heb ik de rekruteringsadvertenties uitgepluisd. Uiteindelijk kwam ik terecht bij een linnenverhuurbedrijf, waar ik deur-aan-deurverkoop moest doen. Een keiharde job, maar het leerde me wel dat ik kon omgaan met klanten en resultaten bereiken. Nu, het bedrijf en het werk interesseerden me niet. Wat ik wou doen, was iets waarbij ik op investeringsprojecten kon werken en langetermijnrelaties opbouwen. Maar daarvoor had ik niet het juiste diploma. Dus zegde ik mijn job op en schreef ik me opnieuw aan de VUB in, nu voor een bijzondere licentie bedrijfskunde. En dat was een goede beslissing. Zeker en vast. Om te beginnen, vond ik de opleiding een fluitje van een cent. Het kwam tegemoet aan mijn binaire ingesteldheid: iets is juist of verkeerd. Na de opleiding ben ik dan tijdens een werkbeurs – dat heette toen campusrekrutering – geselecteerd om bij een informaticabedrijf te gaan werken. Nu gaven ze daar de nieuwkomers een jaar lang opleiding, en na die opleiding kwam ik terecht bij de sales, waar ik dan heel succesvol bleek te zijn. Zou je als jonge vrouw ook nu nog voor de VUB kiezen? Jazeker. De VUB blijft toch iets aparts in het universitaire landschap van Vlaanderen. Je komt er terecht op een schitterende campus. En daaromheen ligt die grote, kosmopolitische stad. Dat geeft een heel apart gevoel, iets dat je in ons landje aan geen andere universiteit ervaart. Nu heb ik het wel altijd jammer gevonden dat de VUB zo weinig initiatieven onderneemt naar de ondernemingswereld. Ik heb althans in mijn hele carrière, die toch succesvol is, nooit iets ontvangen vanuit de VUB. Ik vraag me ook af wat nu precies de positionering is van de VUB naar bedrijven toe. Nu ja, ook dat maakt de VUB op een bepaalde manier speciaal natuurlijk. Plus, er beweegt blijkbaar toch heel wat, de laatste tijd. Initiatieven zoals VUB Fellows en Stewardship of Finance vind ik een heel goed idee. Ze tonen aan dat de VUB toch meer aansluiting zoekt bij de ondernemers. Dat maakt me heel blij, want het is en blijft toch ‘mijn’ universiteit. Hoe hoger ik er mee kan oplopen, hoe liever ik het heb. [gg]


MARTINE TEMPELS Afgestudeerd: 1983 Diploma: moraalwetenschappen, bedrijfskunde Huidige job: Head of Telenet for Business


18

ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL

Opleiding Hotelmanagement bestaat 50 jaar Welke stad in België is meer geschikt voor een opleiding Hotelmanagement dan Brussel? Meer dan drie miljoen toeristen per jaar en bijna zes miljoen overnachtingen… het is de ideale praktijkomgeving voor de studenten van de Erasmushogeschool Brussel. En dat al 50 jaar! De bloeiende opleiding Hotelmanagement bestaat ondertussen namelijk een halve eeuw en levert jaarlijks een zestigtal professionals af voor een markt die nog steeds roept om personeel. Op vrijdag 23 november 2012 vierde de opleiding Hotelmanagement dit 50e jubileum met gepaste luister. Aan de academische zitting in het Stadhuis van Brussel en aan het galadiner in het Sheraton Brussels Airport namen meer dan 400 bezoekers deel; personeelsleden, maar vooral alumni, studenten en partners uit de sector. Christel Theunissen, opleidingshoofd Hotelmanagement, was de motor achter de festiviteiten, die begrijpelijkerwijs op heel wat steun uit de hotel- en gastronomiesector konden rekenen. Theunissen: “We zijn al een jaar geleden gestart met de voorbereidingen van dit feest, want omdat onze alumni verspreid werken over de hele wereld, was het nodig dat zij tijdig op de hoogte werden gebracht. Via toepassingen als LinkedIn hebben we hen maanden geleden al informatie bezorgd.” De opleiding Hotelmanagement is een uitgesproken managementopleiding, wat bevestigd wordt door Yves Fonck, Vice President Operations bij Accor: “Ik ben afgestudeerd in

1989 en heb de opleiding als zeer rijk ervaren, zeker voor mijn carrière bij Accor. Enerzijds waren er de economische vakken die bepalend waren voor een stevige basis, maar ook de vaktechnologische lessen waren cruciaal, want die lieten ons toe om op een hoog niveau ingelijfd te worden in de sector.” Toerismesector boomt Er was trouwens één constante te horen die middag: het gaat goed met de toerismesector in het algemeen én met de hotelsector in Brussel in het bijzonder. Eén derde van alle Belgische hotelkamers en twee derde van de luxekamers bevinden zich in de hoofdstad. Bovendien zijn alle hotelketens er vertegenwoordigd, wat voor de opleiding een groot voordeel is. De zogenaamde leisure-markt is booming, ook dankzij de economische vooruitgang in de BRIC- en MIST-landen (respectievelijk Brazilië, Rusland, India, China en Mexico, Indonesië, Zuid-Korea, Turkije). In deze dichtbevolkte landen stijgen de financiële mogelijkheden van de middenklasse en dat heeft onvermijdelijk een invloed op de toeristische sector. Als we aan Yves Fonck vragen wat de grootste veranderingen zijn sinds zijn afstuderen, is het

antwoord snel: internet! “De manier waarop we de kamers vandaag de dag aan de man brengen is zeer sterk veranderd. Het uitbaten van de hotels is min of meer hetzelfde gebleven, maar de distributie wordt door internetsites als booking.com of ebookers.be sterk beïnvloed.” Toch is ook de hotelbeleving zelf geëvolueerd. Gingen we vroegen nog naar een hotel om vooral een stad of land te bezoeken, dan zijn er nu heel wat reisformules die de klemtoon leggen op het hotel zelf. Het is niet meer ‘Ik was in Turkije op vakantie’, maar ‘Ik was een week in Wellnesshotel zus en zo’. Als de zon maar schijnt, dan doet het er voor velen niet toe in welke regio dat hotel ligt, zo blijkt. Wat is er dan niet veranderd? EhB-Departementshoofd Gilles Rasson: “De kwaliteit van de dienstverlening blijft de kern van alles. In deze sector moet je altijd een goede, persoonlijke service bieden, met een hotelgebouw alleen kom je er uiteraard niet. Wij leren onze studenten dat het niet draait om het aantal atriums of luxekamers in een hotel, maar om een professionele, adequate en correcte service. Daarom komen gasten terug, omdat zij ergens goed ontvangen werden. Lees er de sites als TripAdvisor maar eens op na”. [db]


19

PERSONALIA

• Sinds 1 januari 2013 mag prof. Freya Blekman zich Senior CMS LPC Fellow noemen. Deze prestigieuze titel wordt door de raad van beheer van het LPC – het Amerikaanse LHC Physics Center, ook gekend als Fermilab – toegekend om uitstekende onderzoekers te ondersteunen die werken rond de CMS, oftewel de Compact Muon Solenoid: een deeltjesdetector op de Large Hadron Collider in CERN. • Miguel D’Haeseleer, neuroloog in opleiding aan het UZ Brussel en doctoraatsstudent in het Center for Neurosciences (C4N) kreeg op 1 december 2012 in Marbella de European Charcot Foundation Young Investigators Award (first prize) toegekend voor zijn studie over de rol van endotheline-1 in de verminderde cerebrale bloedvoorziening bij multiple sclerose. • Marie Lamensch, PhD Researcher (IES), has won the TEI Award 2012 (“TEI Award for the best short publication on European and/or International Tax Law 2012”), granted by the Institute for Austrian and International Tax Law (WU Vienna) and the Tax Executive Institute, as a joint effort. • Prof. Alexander Sevrin (vakgroep fysica) werd opgenomen als gewoon lid van de Klasse der Natuurwetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Hij wordt hiermee het vierde lid van de VUB in die klasse na Charles Hirsch, Irina Veretennicoff en Luc Steels. • Op vrijdag 7 december 2012 kreeg onderzoekster Inge Mannaerts (Labo Liver Cell Biology, LIVR) de BASL research grant uitgereikt voor haar werk getiteld: ‘Modulation of liver fibrosis by liposomemediated selective targeting of hepatic stellate cells’. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de “Belgian Association for the Study of the Liver”. • Harry Zekollari, doctoraatsstudent in de ‘Ice and Climate’ groep van het departement Geografie (promotor: Prof. dr. Philippe Huybrechts) won de eerste prijs voor de beste poster-videopresentatie op de 2012 International Glaciological Society Symposium on Glaciers and Ice Sheets in a Warming Climate in Fairbanks (Alaska, USA) met zijn bijdrage: 3-D Higher-Order modelling of Vadret da Morteratsch (Switzerland). • During the 2012 Annual Meeting of the Geological Society of America, held in Charlotte North Carolina, the president Georges H. Davis granted the status of “Fellow” of the society to Philippe Claeys for his professional contribution to the science of Geology; an honour only confered to a limited number of members. • Prof. Thierry VandenDriessche heeft eind vorig jaar een Outstanding Achievement Award gekregen op de 20ste editie van de jaarlijkse conferentie van de Europese Vereniging voor Gen- en Celtherapie in Versailles. Prof. VandenDriessche staat aan het hoofd van het departement Gentherapie en Regeneratieve geneeskunde van de VUB. Prof. Thierry VandenDriessche is ook laureaat van de Prijs Prof. Dr. Baron Marc Verstraete. Deze prijs bekroont origineel wetenschappelijk werk op het gebied van de hemato-angiologie. • Onderzoeker Rik Vosters, verbonden aan de faculteit Taal en Letterkunde en het Centre for Linguistics, heeft de Prijs voor Taalkunde 2012 gekregen. De jury van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taalen Letterkunde loofde het doctorale proefschrift van Vosters als “een indringende studie over de mentaliteitsgeschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden in het begin van de negentiende eeuw.” • Prof. Peter In’t Veld van het VUB Diabetes Research Centrum in Jette is door de University of California in Los Angeles (UCLA) benoemd tot visiting

professor en laureaat van de dr Josiah Brown Memorial Award 2012 in Diabetes Research. De prijs wordt hem toegekend voor zijn werk in het domein van de pathogenese en histopathologie van type 1-diabetes. • Prof. Johan Schoukens kreeg een prestigieuze Advanced Grant toegekend door de European Research Council. De Europese Unie biedt met de European Research Council (ERC) Grants excellente onderzoeksleiders de mogelijkheid om baanbrekend highrisk onderzoek uit te voeren. De toekenning van een ERC-Grant aan Johan Schoukens is een erkenning van het belang van het fundamenteel onderzoek dat wordt verricht aan het “VUB-Centre for Data Based Modelling and Model Quality Assessment”. • Ilke Adam (Senior onderzoeker aan het Institute for European Studies, VUB) ontving op 23 oktober 2012 de Charles Ullens prijs voor migratie en integratieonderzoek voor haar doctoraatsthesis “Au-delà des modèles nationaux? Les politiques d’intégration des immigrés des entités fédérées belges”. • Een jury van vertegenwoordigers uit de industrie, overheid, onderzoeksinstellingen en onderwijs heeft de jaarlijkse ie-prijzen toegekend voor de beste eindwerken van afstuderende ingenieurs. Een handvol VUB’ers sleepte een ie-prijs in de wacht: Dries Van Laethem, Steven De Gieter, Aushim Koumar en Karen Junius & Tom Verstraten. • Jana Bens won met haar masterproef ‘Begrijpen kinderen de taal der e-reclame?’ de thesisprijs van de Vlaamse Regulator voor de Media. Het eindwerk is een onderzoek naar de reclamegeletterdheid van 9- tot 12-jarigen over nieuwe onlinereclame. • Het doctoraatsonderzoek waarop het idee van de burgerbeweging G1000 is gebaseerd werd beloond

met een Europese prijs. Didier Caluwaerts, onderzoeker in de politieke wetenschappen, heeft de Jean Blondel PhD Award van het European Consortium for Political Research gewonnen. • Ellen Van Droogenbroeck heeft de prijs voor Beste Marketingthesis van Vlaanderen gewonnen met haar thesis ‘Het verschil tussen het gebruik van kleur in advertenties in tijden van groei en in tijden van recessie’ (promotor prof. dr. M. Brengman). • VUB-alumna dr. Daniëlle De Vooght kreeg op 18 januari 2013 in Amsterdam de eerste Joop Witteveenprijs van de Universiteit Amsterdam, Bijzondere Collecties. Historica Daniëlle De Vooght ontving de prijs voor haar boek ‘The King Invites: Performing Power at a Courtly Dining Table.’ Hierin beschrijft zij hoe de Belgische koningen in de negentiende eeuw de eetcultuur aan hun hof gebruikten voor het onderhouden van hun netwerken. • VUB-eredoctor John Gurdon heeft de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde gekregen, samen met Shinya Yamanaka. Beide onderzoekers kregen de prijs voor de ontdekking dat volwassen cellen geherprogrammeerd kunnen worden tot pluripotente stamcellen die alle cellen kunnen vormen in het menselijk lichaam. John Gurdon, een Britse ontwikkelingsbioloog, kreeg in 2009 een joint Doctoris Honoris Causa van de VUB en de ULB toegekend. • Tijdens een plechtigheid in het Vlaams Parlement op woensdag 23 januari 2013 kregen prof. dr. Christine Van den Wyngaert en prof. dr. Sophie De Schaepdrijver, beiden alumna van de VUB, een Gouden Erepenning 2012 toegekend. Prof. Van den Wyngaert kreeg in 2009 ook al een eredoctoraat van de VUB.

COLOFON Redactie: Sicco Wittermans, Aubry Cornelis, Geert Goessaert, Jozefien De Marrée, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey Medewerkers: Veerle Magits, Dorien Brouwer Foto’s: Greet De Gendt, Kelly Langenus, Bernadette Mergaerts, Marcom Opmaak: Gekko Publiciteit Druk: Albe De Coker Gedrukt met plantaardige inkten op milieuvriendelijk papier Redactiesecretariaat: Ingrid Knaepen Dienst Marketing, Communicatie en Evenementen Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel [T] +32 (0)2 629 21 34 - [F] +32 (0)2 629 12 10 [E] marcom@vub.ac.be - [W] www.vub.ac.be Wenst u Akademos thuis te ontvangen, laat ons iets weten.

SPONSOR DE TOEKOMST Giften, legaten, schenkingen, sponsoring +32 (0)2 629 12 46 of foundation@vub.ac.be

MEER INFO:

www.vub.ac.be/infoover/fundraising Vanaf 40 euro fiscaal aftrekbaar

Verantwoordelijke uitgever: Prof. dr. Paul De Knop Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel

Het minimale bedrag om giften voor goede doelen fiscaal aftrekbaar te maken, bedraagt intussen 40 euro in plaats van 30 euro.

AKADEMOS - JG.16 • NR1 • FEBRUARI - MAART 2013 19


ga je studeren? Aan de snelst groeiende universiteit van 2012 natuurlijk!

INFODAGEN 2013 Zaterdag 23 februari Zaterdag 23 maart Zondag 5 mei Zaterdag 7 september www.vub.ac.be/infodag

VUB. Hier gebeurt het.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.