

JAARVERSLAG 2024
RUBRIEK 1 ORGANISATIESTRUCTUUR: CENTRALE ORGANEN
Naam en adres van de universiteit: Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURLIJKE ORGANEN OP HET CENTRALE NIVEAU
I. UNIVERSITAIRE ORGANEN KRACHTENS HET ORGANIEK STATUUT (O.S.)
I. 1. UNIVERSITEITSRAAD
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 13, §1)
Voorzitter RvB
Karsten DE CLERCK
Decanen
LW Alex HOUSEN
RC Miguel DE JONCKHEERE
ES Joël BRANSON
PE Johan VANDERFAEILLIE
WE Dominique MAES
IR Francis BERGHMANS
GF Koen PUTMAN
LK Evert ZINZEN
ZAP-leden
LW Karen FRANCOIS
RC Aube WIRTGEN
ES Elvira HAEZENDONCK
PE Koen LOMBAERTS
WE Alexandre SEVRIN
IR Lars DE LAET
GF Karine BRECKPOT
LK Marc THEEBOOM
OAP-leden
RC Marlies HEIRSTRATE
ES Arne VANHOYWEGHEN
PE Yara BOUCKAERT
WE Lise VERMEERSCH
IR Guillaume DOTREPPE
GF Linus DONVIL
LK Matthias EGGERMONT (Ondervoorzitter)
Studenten
LW Bob MEERTS
RC Esmeralda GJONLULAJ
ES Marthe VAN THEEMSCHE
PE Wout VANHELDEN
WE Leon BAUWERAERTS
IR Helena LEGIER
GF Yngwie DERYCKER
IR Jarid JACOB
ATP-leden
Katrien DE CNIJF
John KELLEN
Geert STEENHOUDT
Overige afgevaardigden
UZB Erik DERYCKE
Alumni Geert ROYEMANS
IES Jacinta LIEM
EhB Dennis CLUYDTS
VECO Sven VAN KERCKHOVEN
ULB Marek HUDON
UGent Rik VAN DE WALLE
Externe leden
Franc BOGOVIC
Hannelore GOEMAN
Celia GROOTHEDDE
Saskia LIEVEYNS
Martine TEMPELS
Peter VANDERMEERSCH
Met raadgevend stem (O.S. art. 14)
- de Rector
- de Vicerectoren
- de Algemeen Beheerder van de Universiteit
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel
Waarnemer (UR.042/A2/02)
Voorzitter UAB
Secretaris (O.S. art. 22)
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
Jan DANCKAERT
Nadine ENGELS, Onderwijs en studentenzaken
Pieter BALLON, Onderzoek
Peter SCHELKENS, Innovatie en Valorisatie
Karin VANDERKERKEN, Internationalisering
Nic VAN CRAEN
Marc NOPPEN
Helga COPPEN
De Universiteitsraad bepaalt de algemene strategische visie van de VUB, keurt de begroting en de jaarrekening goed en stelt de bestuurders aan.
Zie ook O.S. art. 15 t.e.m. 21.
I. 2. RAAD VAN BESTUUR
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 25, §1)
- de Rector
- de Voorzitter van het Bestuurscollege UZ Brussel
- één lid van het Zelfstandig Academisch Personeel
- één lid van het Overige Academisch Personeel
- één student
- één lid van het Administratief en Technisch Personeel
- vier externe bestuurders, waaronder één extern lid van de Universiteitsraad en minstens één alumnus, met complementaire deskundigheid in minstens de volgende domeinen: ICT, financiën, infrastructuur, recht en internationalisering
Jan DANCKAERT
Jean-Luc VANRAES
Lars DE LAET
Lise VERMEERSCH (Ondervoorzitter)
Diewert SEYNAEVE
John KELLEN
Dirk BOOGMANS
Karsten DE CLERCK (Voorzitter)
Natasja DEGRIECK
Martine TEMPELS
Met raadgevende stem (O.S. art.26)
- de Algemeen Beheerder van de universiteit
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZBrussel, op uitnodiging van de voorzitter van de Raad van Bestuur, wanneer de Raad van Bestuur dient te beraadslagen over agendapunten die het UZ Brussel aanbelangen
Waarnemer (UR.042/A2/02)
- Voorzitter UAB
Secretaris: (O.S. art. 33)
Bevoegdheid:
Nic VAN CRAEN
Marc NOPPEN
Helga COPPEN
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
De Raad van Bestuur bepaalt het algemeen strategisch beleid van de Universiteit. Zie O.S. art. 27 t.e.m. 31.
ADVISERENDE COMITES VAN DE RAAD VAN BESTUUR
I.2.1. AUDITCOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
- Voorzitter, extern
- 1 afgevaardigde van de Raad van Bestuur
- 1 extern lid
- 1 extern lid van de Universiteitsraad
- 1 personeelslid van de VUB met expertise in het domein
Met raadgevende stem:
Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector
- Algemeen Beheerder
- Hoofd Financiële Administratie
- Hoofd Interne Audit & ERM
Dirk BOOGMANS
Martine DE ROUCK
Filip MOEYKENS
Franc BOGOVIC
Diane BREESCH
Jan DANCKAERT
Nic VAN CRAEN
Nadine VERHEYEN
Filip HONS
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door het afdelingshoofd Interne Audit, met ondersteuning van het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheid:
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in zijn toezichtsfunctie, meer specifiek op volgende vlakken:
- het houden aan de diverse verplichtingen zoals voorzien in de wettelijke, statutaire of bedrijfsinterne voorschriften, en dit samen met de Bedrijfsrevisor;
- nagaan of aan alle verplichtingen ten opzichte van de toezichthoudende organen is voldaan;
- controleren en evalueren van de interne audit en het auditproces;
- onderzoeken en evalueren van risicobeheersing en interne controle;
- monitoring van het financiële verslaggevingsproces, van de interne audit en van de controle van de jaarrekening.
I.2.2. GOVERNANCE COMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- de Rector
- 1 vicerector
- 3 decanen
- de Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve
- een extern lid van de Raad van Bestuur, bij voorkeur met juridisch profiel
- een extern lid van de Universiteitsraad
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
- een afgevaardigde Directie UZB
- een expertlid
Met raadgevende stem :
Worden ambtshalve uitgenodigd :
- Algemeen Beheerder
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter:
- decaan ES – wordt permanent uitgenodigd met plvv. decaan LW
- afgevaardigde Directie IES
Het secretariaat wordt waargenomen door het
Secretariaat van de Raad.
Treedt op als penhouder
Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Rector, de Vicerector of de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Bevoegdheid:
Jan DANCKAERT
Pieter BALLON
Johan VANDERFAEILLIE (plvv. Miguel DE JONCKHEERE)
Francis BERGHMANS (plvv. Dominique MAES)
Koen PUTMAN (plvv. Evert ZINZEN)
Karsten DE CLERCK
Natasja DEGRIECK
Franc BOGOVIC
Elvira HAEZENDONCK
Guillaume DOTREPPE
Katrien DE CNIJF
Diewert SEYNAEVE
Hilde HAEGEMAN
N.N.
Nic VAN CRAEN
Joël BRANSON (plvv. Alex HOUSEN)
Anthony ANTOINE
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Frank GLADINES
Het Governance Comité verleent de Raad van Bestuur advies over het bestuur en de organisatie van de VUB.
I.2.3.a ETHISCH COMITE (tot en met 4/11/2024)
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- Voorzitter, extern
- een extern lid van de Raad van Bestuur
- een extern lid van de Universiteitsraad
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
Met raadgevende stem :
Worden ambtshalve uitgenodigd :
- de Rector
- de Vicerector Internationalisering
Etienne DE GROOT
Natasja DEGRIECK
Franc BOGOVIC
Karen FRANCOIS
Yara BOUCKAERT
John KELLEN
Yngwie DERYCKER
Jan DANCKAERT
Karin VANDERKERKEN
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het Secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad
Bevoegdheid:
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Het Ethisch Comité verleent op verzoek van de Raad van Bestuur, van de Rector of van een Vicerector advies over dossiers met een ethische dimensie, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) over dossiers betreffende sponsoring, fundraising en internationale samenwerking. Zesmaandelijks bespreekt het Ethisch Comité, op voorstel van de Rector of diens afgevaardigde, een rapport over de actuele ethische vraagstukken binnen de universiteit.
I.2.3.b ETHISCH COMITE – Gewijzigde samenstelling en opdracht vanaf 5/11/2024
Samenstelling:
De samenstelling dekt volgende expertisedomeinen af:
- (Academische) expertise, minstens in de volgende domeinen:
• (1) AI en andere technologische expertise;
• (2) Defensie;
• (3) Klimaat/duurzaamheid;
• (4) Medische expertise;
• (5) Mensenrechten;
- (6) Geopolitieke expertise;
- (7) Juridische expertise;
- (8) Bestuurlijke expertise;
- (9) Ethische expertise.
- Voorzitter – emeritus van de universiteit
- 6 interne leden
- Voorzitter Studentenraad of afgevaardigde
Patrick STOUTHUYSEN
Stefaan SMIS (RC) (7 & 5)
Alexander MATTELAER (ES – BSoG) (2 & 6)
Koert DEBOEF (BSoG) (6 – Midden-Oosten)
Lise VERMEERSCH (IR) (8 & 3)
Marijke HUYSMANS (IR) (3)
Wout VAN HELDEN
- 4 externe leden
Freddy MORTIER (8 , 9 & brede academische expertise)
Herman VAN GOETHEM (7, 8, 9 & brede academische expertise)
Yolande AVONDROODT (4 & 8)
Jean-Claude BURGELMAN (1 & 3)
- Het Ethisch Comité duidt onder haar leden een ondervoorzitter aan.
- De Rector en Vicerectoren en de Voorzitters van een Ethische Commissie kunnen met raadgevende stem aan de vergaderingen van het Ethische Comité deelnemen.
Het Ethisch Comité kan ad hoc personen uitnodigen.
Bevoegdheden:
Het Ethisch Comité is bevoegd om de Raad van Bestuur te adviseren inzake het ontwikkelen en bijsturen van:
- een beleid en toetsingskader rond ethische aspecten van sponsoring, fundraising en (internationale) samenwerking;
- een mensenrechtenbeleid;
- een beleid over onderzoek naar militaire onderwerpen.
Het Ethisch Comité gaat daarbij uit van de missie, visie en de waarden van de VUB en houdt rekening met voorgeschreven wettelijke en/of reglementaire vereisten vastgelegd alsook met afspraken die op niveau van de VLIR werden vastgelegd.
I.2.4. OVERKOEPELENDE ETHISCH COMMISSIE
Samenstelling:
De voorzitters en ondervoorzitters van de specifieke ethische commissies. De voorzitter en ondervoorzitter van het Ethics Committee for Animal Ethics enkel indien de vraag een element inzake dierproeven omvat.
Ethische commissies: Committee for Medical Ethics (CME), Ethics Committee for Human Sciences (ECHW), Ethics Committee for Animal Experiments (ECD) en Ethics Committee Dual Use, Military Research and Misuse of Research (ECDMM).
CME
Voorzitter
Ondervoorzitter
ECHW
Voorzitter
Ondervoorzitter
ECDMM
Voorzitter
Ondervoorzitter
Ad hoc uit te nodigen:
ECD
Voorzitter
Ondervoorzitter
Bevoegdheid:
Filip COOLS (UZ)
Audrey VAN SCHAREN (juriste UZ)
Karl VERSTRYNGE Jenneke CHRISTIAENS
Wim VRANKEN Alexander MATTELAER
Eline MENU Karine BRECKPOT
De overkoepelde Ethische Commissie verstrekt op basis van het beleid en het toetsingskader als vastgelegd door de Raad van Bestuur advies over specifieke dossiers tot financiering, sponsoring, fundraising en samenwerking die niet exclusief tot de bevoegdheid van één van de specifieke ethische commissies behoren. Deze commissie heeft aldus een residuaire bevoegdheid. De eigenlijke beslissing wordt genomen door het bevoegde orgaan op basis van een toegewezen of gedelegeerde bevoegdheid. De residuaire beslissingsbevoegdheid inzake opstarten of verderzetten van samenwerking komt toe aan het College van Rector en Vicerectoren.
I.2.5. REMUNERATIE- EN NOMINATIECOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- 4 leden aangeduid door de Raad van Bestuur met expertise in het domein
Met raadgevende stem:
Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheden:
Vanessa DE COCK
Karsten DE CLERCK (Voorzitter)
Philippe EISELEIN
Anthony ANTOINE
Jan DANCKAERT / Pieter BALLON
Nic VAN CRAEN
Elke JORENS
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Het Remuneratie- en nominatiecomité verleent advies en formuleert voorstellen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie voor bestuurders en het management van de universiteit alsook over de profielen van de niet-ambtshalve bestuursleden en bij de periodieke evaluatie van de niet-ambtshalve bestuursleden.
Het Remuneratie- en nominatiecomité heeft tevens als opdracht het selecteren van kandidaat-externe bestuurders en het formuleren van voorstellen voor de benoeming van de externe bestuurders.
I.2.6. GUNNINGSCOMITE
Samenstelling:
- De Rector of zijn/haar afgevaardigde (Voorzitter)
- Algemeen Beheerder
- Expert in de Bouwkunde
- Experten
- Hoofd Juridische Dienst
Leden met raadgevende stem Worden ambtshalve uitgenodigd:
- Hoofd Aankoopdienst
- Directeur Financiën
Marc JEGERS
Nic VAN CRAEN
Jurgen MAES
Nancy MUSSCHEBROECK
Philippe LATAIRE
Johan DE MEY
Ineke CASIER / plvv. Yves VAN DER HOEVEN
Marco VISSER
Nadine VERHEYEN
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door een medewerker van de Dienst Aankoop.
Bevoegdheden:
Het Gunningscomité adviseert de Raad van Bestuur en het Directiecomité i.v.m. de wijze van gunnen en de toewijzing van opdrachten van werken, leveringen en diensten.
I.2.7. FINANCIEEL MANAGEMENT COMITE (FMC)
Samenstelling:
- Externe bestuurder RvB met deskundigheid in financiën Karsten DE CLERCK
- Expert Joël BRANSON
- Expert Steven VANDUFFEL
- Afdelingshoofd Financiën
- Hoofd planning en begroting
- Algemeen Beheerder
- ERM verantwoordelijke
- Een extern lid (of leden) met expertise in infrastructuurvraagstukken, externe financiering en businesszijde van het academisch bedrijf *
Bevoegdheden:
Nadine VERHEYEN
Eddy STROOBANTS
Nic VAN CRAEN
Het Financieel Management Comité werkt conform het door de Raad van Bestuur goedgekeurde lange termijn financiële strategisch beleid (met inbegrip van het beheer van de portefeuilles en het thesauriebeheer).
Het FMC besteedt binnen deze context tevens aandacht aan rendementsanalyse, IRR (terugverdientijden interne projecten), schuldfinanciering voor bepaalde investeringen, kapitaalstructuur en balansanalyse, Strategie en risicobeheer (ERM), en interactie met het UZ-Brussel.
Het FMC treedt op als financieel expertencomité voor de governance organen van de VUB. Het kan op vraag van de organen of op eigen initiatief adviezen formuleren.
Het FMC rapporteert halfjaarlijks (en tussentijds waar nodig) over de wijze waarop het zijn bevoegdheden heeft uitgeoefend en over de behaalde resultaten in het portefeuille- en thesauriebeheer.
I.3. ACADEMISCHE RAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Ambtshalve leden
Rector (statutair voorzitter)
Vicerector Onderwijs en Studentenzaken
Vicerector Onderzoek
Vicerector Innovatie en Valorisatie
Vicerector Internationalisering
Decaan faculteit LW
Decaan faculteit RC
Decaan faculteit ES
Jan DANCKAERT
Nadine ENGELS
Pieter BALLON
Peter SCHELKENS
Karin VANDERKERKEN
Alex HOUSEN
Miguel DE JONCKHEERE
Joël BRANSON
Decaan faculteit PE Johan VANDERFAEILLIE
Decaan faculteit WE Dominique MAES
Decaan faculteit IR Francis BERGHMANS
Decaan faculteit GF Koen PUTMAN
Decaan faculteit LK
Niet-ambtshalve leden
Afgevaardigden OAP
Afgevaardigden Studenten
Evert ZINZEN
Arjen MENTENS / plvv. Emmelien DE ROOCK
Marlies HEIRSTRATE / plvv. Matthias EGGERMONT
Bob MEERTS / plvv. Wout VANHELDEN
Pedro Elejabeitia VELU / plvv. Marthe VANTHEEMSCHE
Afgevaardigden ATP
Plaatsvervangende leden
Saskia MICHIELSEN / plvv. Geneviève DE SCHRYVER
Vilma MANCUSO / plvv. Geert STEENHOUDT
Voor de ambtshalve effectieve leden overeenkomstig Organiek Statuut
Voor de niet-ambtshalve effectieve leden de door de Academische Raad aangeduide plaatsvervangers overeenkomstig Huishoudelijk Reglement Academische Raad c.q. het Participatiereglement, voor wat betreft de studentleden.
Voor de ATP-leden: via rechtstreekse verkiezing
Leden met raadgevende stem:
Algemeen Beheerder van de Universiteit Nic VAN CRAEN
Directeur Personeel van de Universiteit Elke JORENS
Afgevaardigde Instituut voor Europese Studies Florian TRAUNER / plvv. Sven VAN KERCKHOVEN.
Ad hoc uitgenodigd met raadgevende stem
Directeur Rectoraat (adviseur rector) Vanessa DE COCK
Bevoegdheid:
De Academische Raad is het hoogste academisch advies- en overlegorgaan op het gebied van academisch strategisch beleid.
De beslissingsbevoegdheid betreft het aanstellen, evalueren en bevorderen van Academisch Personeel. Zie ook O.S. art. 39 t.e.m. 41.
ONDERSTEUNENDE RADEN INZAKE ACADEMISCH BELEID
I.3.1. ONDERWIJSRAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
Vicerector Onderwijs en Studentenzaken (Voorzitter) Nadine ENGELS / ondervoorzitter
Directeur dept. Onderwijs en Studentenzaken (Secretaris) Gert SONCK / stafmedewerker OS
ZAP LW Gily COENE / plvv. Esli STRUYS
RC Michel MAUS/ plvv. An-Sofie VANHOUCHE
ES Kim WILLEMS / plvv. Tim RAATS
PE Koen LOMBAERTS / plvv. Joeri HOFMANS
WE Wolfgang DE MEUTER / plvv. Coen DE ROOVER
IR Annick HUBIN / plvv. Svend BRAM
GF Nicole POULIART / plvv. Yvan VANDER HEYDEN
LK Bart ROELANDS / plvv. Erik CATTRYSSE
MILO Jill SURMONT / plvv. Jo TONDEUR
IES Sven VAN KERCKHOVEN / plvv. N.N.
OAP
LW Tatiana PIETERS/ plvv. Robin Rose SOUTHARD
RC Johny VANSTRAELEN/ plvv. Yana DEMEYERE
ES Ibe DELVAUX / plvv. Julie VANDERLEYDEN
PE Sarah CAMERON / plvv. Aurore ROLAND
WE Karolien VAN PUYVELDE / plvv. Simon DE KOCKERE
IR Sebastiaan PRIEM / plvv. N.N.
GF Iris STEENHOUT / plvv. Lara VESENTINI
LK Kari DESCHEEMAEKER / plvv. N.N.
STUDENTEN LW
Stefanie MULDER
RC Riham BOUNOUH
ES Tayeb NOURI
PE Mariem NEGROUZ
WE Basile VAN WEYENBERG
IR Jarid JACOB
GF Diewert SEYNAEVE
LK N.N.
Leden met Raadgevende Stem:
De Centrale ombudsman/vrouw Koen PARDON
De Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN
De Voorzitter Studentenraad Diewert SEYNAEVE
De door de vicerector onderwijs en studentenzaken daartoe aangeduide medewerkers van het Departement Onderwijs en Studentenzaken
Bevoegdheid:
O.S. art. 46 en 47
I.3.2. ONDERZOEKSRAAD
Samenstelling:
Vicerector Onderzoek (Voorzitter) Pieter BALLON
2 effectieve en 2 plaatsvervangende leden per faculteit met streven naar genderevenwicht
Faculteit LW
Faculteit RC
Faculteit ES
Faculteit PE
Faculteit LK
Faculteit WE
Faculteit IR
eff.: Rik VOSTERS / Nel DE MÛELENARE plvv.: Inge ARTEEL / Paul ERDKAMP
eff.: Sofie DE KIMPE / Koen BYTTEBIER plvv.: Kristel BEYENS / Evelien TIMBERMONT
eff.: Pieter-Paul VERHAEGHE / Marie-Laure VANDENHAUTE plvv.: Kevin SMETS / Lieselot VANHAVERBEKE
eff.: Imke BAETENS / Liesbeth DE DONDER plvv.: Natacha DEROOST / Free DE BACKER
eff.: Hebe SCHAILLÉE / Jo NIJS plvv.: Paul WYLLEMAN / Eva D’HONDT
eff.: Wim VERSÉES / Ann NOWÉ plvv.: Steven GODERIS / David BASSENS
eff.: Marijke HUYSMANS / Niels DE TEMMERMAN plvv.: Bram VANDERBORGHT / Lincy PYL
Faculteit GF
eff.: Koen PUTMAN / Tamara VANHAECKE plvv.: Vicky CAVELIERS / Kurt BARBÉ
1 effectief lid en 1 plaatsvervanger niet beiden van hetzelfde geslacht, aangeduid per School of Arts binnen de Associatie KCB
RITS
Leden met Raadgevende Stem
Vicerector Innovatie & Valorisatie of plvv
Algemeen Beheerder van de VUB
eff.: Christine VAN DEN BUYSE plvv.: Mathias HEYMAN
eff.: Klaas TINDEMANS plvv.: Dominiek HOENS
Hugo THIENPONT
Nic VAN CRAEN
Vijf waarnemers, aangeduid door de AR Guillaume DOTREPPE (OAP)
Liesbeth LEEMANS (OAP)
Nathalie VERMEULEN (ZAP)
Mathieu DECLERCK (ZAP)
Steven PROVYN (ZAP)
Een afvaardiging vanuit het UMC-comité Aude BONEHILL
Een academisch vertegenwoordiger vanuit DICT-VSC voor de onderzoeksgerelateerde ICT
Bevoegdheid:
O.S. art. 49 en 50
Stefan WECKX
I.3.3. INNOVATIE- EN VALORISATIERAAD
Samenstelling:
Leden die tevens in de IOF-Raad zetelen:
Vicerector Innovatie en Valorisatie
Vicerector Onderzoek
Secretaris
Bijkomende leden:
Peter SCHELKENS (Voorzitter) IR
Pieter BALLON ES
Hugo THIENPONT IR
Ann NOWÉ WE
Thomas CRISPEELS ES
Dominique MAES (ondervoorzitter) WE
Nico BULS GF/UZ (raadgevend)
Marijke HUYSMANS IR
Nick DEVOOGDT GF
Bart ROELANDS LK
Wim VANDENBUSSCHE LW
Sonja HAESEN
Tim VANTILBORG PE
Fabienne BRISON RC
In functie van de agenda en voorliggende dossiers kunnen experten worden uitgenodigd.
Secretariaat: TTI
Bevoegdheid:
O.S. art. 52 en 53
I.3.4. RAAD INTERNATIONAAL BELEID
Samenstelling:
Vicerector Internationalisering (Voorzitter)
Karin VANDERKERKEN
Effectieve ZAP-leden, plaatsvervangend ZAP-lid, raadgevend ATP-lid
LW ZAP
Jelle MAST / Anne WINTER
ATP Catharina PEERSMAN
RC ZAP
Kim VAN DER BORGHT / Lucas DE MELO MELGAÇO
ATP Floor DEBEYNE
ES ZAP
Didier CALUWAERTS / Michael DOOMS
ATP Jonas LOOS
PE ZAP
Chang ZHU / Tim VANTILBORGH
ATP Freya DE VROEDE
WE ZAP
Matthieu KERVYN / Yue GAO
ATP Marjan MAES
IR ZAP
Heidi OTTEVAERE / Lincy PYL
ATP Pauline DE PELSMACKER
GF ZAP
Mathieu VINKEN / Ellen GOOSSENS
ATP Ivo VAN AKELIJEN
LK ZAP
Inge DEROM / Paul WYLLEMAN
ATP Katrijn D’HERDT
Vertegenwoordigers Studentenraad:
Helena VERSPAGEN
Hemanth BALAJI
Leden met Raadgevende Stem:
Vertegenwoordiger BSoG Anthony ANTOINE
Back up BSoG
Directeur IRMO
Jacqueline COUDER
Vertegenwoordiger SBO Daphné COOMANS
Vertegenwoordiger R&D Mieke GIJSEMANS
Vertegenwoordiger Techtransfer Philippe WESTBROEK
Vertegenwoordiger MARCOM Hanne DE WINTER
Vertegenwoordiger MILO Jo TONDEUR
Secretariaat
Bevoegdheid:
O.S. art. 55 en 56
Maha NAJJAR
ADVISERENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD
I.3.5. PERMANENT ADVIESORGAAN IN HET KADER VAN GESCHILLEN BETREFFENDE VERDERZETTING VAN DOCTORAATSPROEFSCHRIFTEN
Samenstelling:
- De voorzitter van de Academische Raad, die het adviesorgaan voorzit
- Minstens twee Vicerectoren, met uitzondering van de Vicerector Onderzoek
- Twee leden van het overig academisch personeel uit de Academische Raad
- Een jurist van het departement Onderzoek, die optreedt als secretaris van het adviesorgaan De nominatim samenstelling gebeurt ad hoc, afhankelijk van de casus.
Bevoegdheid:
Het Adviesorgaan in het kader van geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften behandelt en geeft bindend advies inzake geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften.
I.3.6. COMMISSIE VOOR WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT
Samenstelling:
Vaste leden
Voorzitter
Een juridisch-academisch expert en zijn plaatsvervanger
- 2 vertegenwoordigers uit Humane en Sociale Wetenschappen
- 2 vertegenwoordigers Basis, Natuur en Toegepaste Wetenschappen
- 2 vertegenwoordigers Biowetenschappen en Geneeskunde
Paul GEERLINGS
Daniël DE WOLF
Jean-Paul VAN BENDEGEM / Inge ARTEEL
Patrick DE BAETSELIER / Henri DE GREVE
Inge LIEBAERS / Jacques DE GRÈVE
Met raadgevende stem een jurist van R&D die tevens als plaatsvervanger van de secretaris in geval van overmacht en/of langdurige afwezigheid wordt aangeduid
Secretaris
Bevoegdheid:
Petra COURJARET / Klara SWALUS / Dirk VERVENNE
Petra COURJARET / Klara SWALUS / Dirk VERVENNE
De Commissie Wetenschappelijke Integriteit spreekt zich in een advies uit over het bestaan van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit en is met uitsluiting van studenten bevoegd voor inbreuken gepleegd door personen die op het ogenblik van de vermeende inbreuk in het kader van een onderzoeksactiviteit verbonden waren aan de Vrije Universiteit Brussel.
I.4. DIRECTIECOMITE
Samenstelling:
Rector (Voorzitter) Jan DANCKAERT
Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN
De leidinggevenden van de rectorale en centrale administratieve diensten:
Directeur Rectoraat
Directeur Onderwijs en Studentenzaken
Directeur Onderzoek
Directeur Innovatie en Valorisatie
Directeur Internationalisering
Vanessa DE COCK
Gert SONCK
Mieke GIJSEMANS
Sonja HAESEN
Jacqueline COUDER
Directeur MARCOM
Directeur Mens&Organisatie
Ann VAN DRIESSCHE
Elke JORENS
Directeur Infrastructuur Iwein BAEYENS
Directeur Financiën Nadine VERHEYEN
CIO Karin VOETS
Eén vertegenwoordiger van het facultair administratief en technisch personeel, aangeduid door en onder de facultaire administratief secretarissen met niveau A Tanja THIJS
Bevoegdheid:
Het Directiecomité staat in voor de dagelijkse werking van de universiteit op zowel administratief, logistiek als financieel vlak. Zie ook O.S. art. 58 en 59.
BELEIDSADVISERENDE ORGANEN VAN HET DIRECTIECOMITE
I.4.1. ICT-RAAD
Samenstelling:
Voorzitter (Academicus)
Ondervoorzitter (CIO)
1 afgevaardigde per faculteit (+ plvv)
Studentenvertegenwoordiger
Academisch vertegenwoordiger van het Vlaams Supercomputer Centrum
Vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken
Vicerectoraat Onderzoek
Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie
Vicerectoraat Internationalisering
Algemeen Beheerder, Rectoraat en STBE
Mens&Organisatie
Directie financiën
Universiteitsarchief
Universiteitsbibliotheek
MARCOM
Directie Infrastructuur en Facility Management
Yves ROLAIN/ plvv. CIO
Karin VOETS
LW Ludovic DE CUYPERE / plvv. Benoit HENRIET
RC Maarten COLETTE /plvv. N.N.
ES Alexandre THYS / plvv. Veerle BUFFEL
PE Peter THEUNS / plvv. Sarah DURY
WE Jens NICOLAY/ plvv. Philippe CARA
IR Bart JANSEN / plvv. Sven REYNIERS
GF Ronald BUYL / plvv. John KELLEN
LK Laurent CHAPELLE/ plvv.Jeroen AELES.
Mathis POPPE / plvv. N.N.
Stefan WECKX
Stijn VAN ACHTER / plvv. Veerle VANDROMME
Elisa MAES / plvv. Jone PAESMANS
Qing CAI / plvv. Diana KENTSCH
Diana KENTSCH/ plvv. Qing CAI
Jeroen DE SAMBLANCX / plvv. N.N.
Majlinda ABDULI / plvv. Joeri COOREMAN
Erez SHIMEL / plvv. Nadine VERHEYEN
Ward VAN STEENKISTE / plvv. Rik ROTTGER
Stefaan RENARD / plvv. Peter VERBIST
Hugo DEMAEGD / plvv. Rob VANDEREYCKEN
Serge GILEN / plvv. Sven DEVILLÉ
Bevoegdheid:
Aansturing van en adviesverlening over het ICT beleid.
I.4.2. KUNST- EN CULTUURADVIESCOMMISSIE
Samenstelling:
Vaste leden:
- De directeur Infrastructuur (voorzitter)
- De rector of zijn/haar afgevaardigde
- De verantwoordelijke van PILAR
- Een expert met stedenbouwkundige en architecturale expertise
Iwein BAEYENS
Jan DANCKAERT
Gijs IEVEN
Kasia RUCHEL-STOCKMANS
De vaste leden kunnen zich, in functie van specifiek te behandelen dossiers, laten bijstaan door interne of externe experten. Deze experten hebben dezelfde rechten en verantwoordelijkheden als de vaste leden, tenzij anders bepaald
Een personeelslid van PILAR treedt op als secretaris van de Kunst- en CultuuradviesCommissie
Bevoegdheid:
De opdracht van de Kunst- en CultuuradviesCommissie bestaat erin om het Directiecomité te adviseren en te begeleiden bij de aankoop en/of realisatie van kunstprojecten aan de Vrije Universiteit Brussel in het kader van de bepalingen uit het decreet van 1 maart 2019 houdende de realisatie van kunstopdrachten voor gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoren.
I.5. STUDENTENRAAD
Samenstelling:
PE Wout VANHELDEN (Voorzitter)
IR Pedro Elejabeitia VELU (Ondervoorzitter)
IR Jarid JACOB
IR Helena LEGIER
ES Helena VERSPAGEN
ES Theo DE PILLECYN
ES Marthe VAN THEEMSCHE
ES Anastasiia BOLOTOVA
RC Esmeralda GJONLULAJ
RC Hemanth LEE
PE Mariem NEGROUZ
PE Khatera HAMID
PE Mila TODOROF
LW Bob MEERTS
LW Kim GUTIERREZ
GF Yngwie DERYCKER
GF Sana Sadat Mohammed Rafiei NAZARI
GF Diewert SEYNAEVE
GF Luca SPIESSENS
WE Leon BOUWERAERTS
Bevoegdheid:
De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en kan o.a. uit eigen beweging een schriftelijk advies verstrekken over alle aangelegenheden die de studenten aanbelangen. Zie ook Participatiereglement.
I. 6. STUVORAAD
Samenstelling:
Rechtstreeks verkozen studenten Leden aangeduid door de Raad van Bestuur Wout VANHELDEN Yngwie DERYCKER
Diewert Geert SEYNAEVE Sana Sadat Mohammed Rafiei NAZARI
Mila TODOROF Hemanth LEE
Jarid JACOB Leon Jos BAUWERAERTS
Kim Florence GUTIERREZ Helena VERSPAGEN
Helena Anastasia M LEGIER Luca Valentijn SPIESSENS
Esmeralda GJONLULAJ
Martha VAN THEEMSCHE
Pedro Elejabeitia VELU
Bevoegdheid:
Theo De PILLECYN
De Stuvoraad is o.a. bevoegd voor het opmaken van een beleidsplan en een jaar- en meerjarenbegroting voor de werking en organisatie van de studentenvoorzieningen en voor de opmaak van het jaarverslag over de studentenvoorzieningen. Zie ook Participatiereglement.
I.7. BESTUURSCOLLEGE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden de rector Jan DANCKAERT een vicerector Pieter BALLON de Decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie Koen PUTMAN de Voorzitter van de Raad van Bestuur Karsten De CLERCK de Algemeen Beheerder van de Universiteit Nic VAN CRAEN 5 externe leden
Jean-Luc VAN RAES (Voorzitter) Yolande AVONTROODT Erik DERYCKE Guy PEETERS
René SPILIERS
4 artsen verbonden aan het UZ Brussel
één niet-arts als personeelslid verbonden aan het UZ-Brussel
Leden met raadgevende stem: (art. 76 van het O.S.)
Gedelegeerd Bestuurder UZB
Johan DE MEY
Mark DE RIDDER (Ondervoorzitter)
Dirk SMETS
Steven RAEYMAECKERS
Kirsten VANDEPUT
Marc NOPPEN
De Directeur Algemeen Beheer Olivier NAEYAERT Hoofdgeneesheer UZB
Secretaris BCUZ (art. 75, § 6 van het O.S.)
Bevoegdheid:
Organisatie, werking en het beheer van het UZ Brussel. Zie ook O.S. art. 77.
I.8. DIRECTIECOMITE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Gedelegeerd Bestuurder, Voorzitter Directiecomité
Directeur Algemeen Beheer, Ondervoorzitter Directiecomité
Jan SCHOTS
Hilde HAEGEMAN
Marc NOPPEN
Olivier NAEYAERT Hoofdarts en Medisch Directeur Jan SCHOTS
Directeur Patiëntenzorg Vera VERTESSEN
Directeur HR Jan VAN RAES
Bevoegdheid:
Operationele aangelegenheden gedelegeerd door de Raad van Bestuur en het Bestuurscollege UZ Brussel.
I.9. UMC-COMITE
Samenstelling:
Voorzitter, aangesteld onder de externe leden van BCUZ door de Universiteitsraad, op voorstel van de Rector en na advies van BCUZ en bevoegd facultair orgaan Faculteit GF
Guy PEETERS de Gedelegeerd Bestuurder UZB
Marc NOPPEN een lid van het Directiecomité UZB
Olivier NAEYAERT de Decaan Faculteit GF Koen PUTMAN een lid aangesteld door het Faculteitsbestuur van de Faculteit GF Nicole POULIART
Bevoegdheid: Verstrekt, voor alle aangelegenheden die het UZ en de faculteit GF betreffen, niet-bindend advies aan het BCUZ en de faculteit over de ontwikkeling van een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid van het UZ en de universiteit. Zie ook O.S. art. 82.
II. AAN DE VUB VERBONDEN BIJZONDERE INSTITUTEN
II.1. INSTITUTE FOR EUROPEAN STUDIES (IES) - BOARD
Samenstelling:
4 ZAP-leden met een hoofdopdracht binnen de VUB in complementaire vakgebieden binnen het wetenschapsdomein van het IES
Een afgevaardigde tweejaarlijks verkozen door en onder het ZAP van het IES
6 externe leden met complementaire bestuurlijke deskundigheid met een hoofdopdracht buiten de VUB
Wendy VAN DEN BROECK
Leo VAN AUDENHOVE
Caroline BUTS
Gloria GONZALEZ FUSTER
Trisha MEYER
Karel DE GUCHT(Voorzitter)
Freddy VAN DEN SPIEGEL
Frank HOFFMEISTER
Eva DE BLEEKER
Sven BISCOP
Tony JORIS
twee afgevaardigden van de studenten
De Rector of zijn afgevaardigde
Met raadgevende stem:
• de leden van het Executive Committee
• één afgevaardigde verkozen door en onder het junior academisch personeel
• één afgevaardigde tweejaarlijks verkozen door en onder het ATP van het IES
• één afgevaardigde van de faculteit RC en één afgevaardigde van de faculteit ES, beiden tweejaarlijks aangeduid door de respectievelijke faculteiten
• de vicerector onderwijs en Studentenzaken of zijn/haar afgevaardigde
De Executive Director treedt op als secretaris
Bevoegdheid:
Robert FARKAS
N.N.
Nic VAN CRAEN
Dean Florian TRAUNER
Vice-Dean Sven VAN KERCKHOVEN
ExecDir Anthony ANTOINE
Head Admin Jacintha LIEM
Salih ISIK BORA
Jurgen SMET
Joel BRANSON
Miguel DE JONCKHEERE
Nadine ENGELS
Anthony ANTOINE
De Board is het hoogste beleidsorgaan en bepaalt het strategisch beleid van het IES. (volgens het Organiek Reglement van het IES)
II.2. MULTIDISCIPLINAIR
INSTITUUT LERARENOPLEIDING (MILO)
II.2.1. INSTITUUTSRAAD MILO
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Vicerector Onderwijs
Voorzitter MILO
Ondervoorzitter MILO
Algemeen coördinator
Nadine ENGELS
Joost VAESEN
Els CONSUEGRA
Tim DUERINCK
Voorzitter IOLR Iris STIERS
Beleidsmedewerker Onderwijs en Onderzoek
Campuscoördinator Orangeries Leuven/Diest
Campuscoördinator COOVI
Campuscoördinator Etterbeek
Voorzitter Commissie Onderwijs
Bram VAN HAVER
Ingeborg PLACKLE (N.N.)
Wim KEYAERTS
Inge BOGAERT
Jill SURMONT
Voorzitter IOLR Iris STIERS
Alle leden van het ZAP
OAP onderwijs
OAP onderzoek
ATP vertegenwoordiger
Student
Bevoegdheid:
Joost VAESEN
Wouter COOLS
Jill SURMONT
Tom KUPPENS
Iris STIERS
Bart WINDELS
Gracienne LAUWERS
Vicky WILLEGEMS
Maaike FOBELETS
Ingeborg PLACKLE
Maggy BRUSSELMANS (plvv. Iris GYSELS)
Héline VAN PETHEGEM
Sarah CHARLET
Robin DE BRUYNE
Luna BIESEMANS
Het MILO wordt belast met de organisatie en coördinatie van het onderwijs, het onderzoek en de dienstverlening in het kader van de educatieve masteropleidingen (in de studiegebieden conform het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen) van de Vrije Universiteit Brussel.
II.2.2. DAGELIJKS BESTUUR MILO
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Voorzitter Joost VAESEN
Ondervoorzitter Els CONSUEGRA
Algemeen Coördinator Tim DUERINCK
Voorzitter IOLR Iris STIERS
Campuscoördinator COOVI
Campuscoördinator de Oranjerie
Campuscoördinator onderwijs Etterbeek
Wim KEYAERTS
Ingeborg PLACKLE
Inge BOGAERTS
Bevoegdheid:
Het Dagelijks Bestuur bestuurt het MILO binnen het beleidskader en onder toezicht van de Instituutsraad. Zie ook Organiek Reglement MILO art. 9.
III. WETTELIJKE ORGANEN
III.1. ONDERNEMINGSRAAD
Werkgeversafvaardiging
- Afgevaardigde van de RVB
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Werknemersafvaardiging ABVV
Bedienden
- Sybren SLEGHERS
- Jenneke CHRISTIAENS
- Jo COULIER
- Marina OPSOMER
- Stijn VAN ACHTER
- Inge VAN MOL
- Djiwo WEENAS
- Serge GILLOT
- Rudi VAN CAENEGEM
- Luana SAITTA
- Anne WINTER
- Ann NOWE
ACLVB
- Tim VAN DE VOORDE
- Alain TRIEST
- Serge GILEN
ACV-PULS
- Karin VAN HOVER
Bevoegdheid:
NN.
Jan DANCKAERT
Johan VANDERFAEILLIE
Nic VAN CRAEN
Elke JORENS
plvv. Maité SCHUURMANS
Nefertari VANDEN BULCKE
Christoff VIERENDEELS
Elena SOLONINA
Francisca (Franne) MULLENS
Luciano MORGANTI
Johan LOECKX
Sandro GONZALEZ-MASEDA
Raphaël KIEKENS
Aldo SCAFOGLIERI
Mark RUNACRES
Bas VAN HEUR
plvv. Andrea KNAEPEN
Nikie STEVENS
Linda WILLEMS
plvv. Fransie DE MAN
Wettelijk bepaald volgens art. 15 van de wet van 20 september 1948.
III.2. COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Samenstelling:
Werkgeversafvaardiging
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- 1 afgevaardigde OAP
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Met raadgevende stem
- Directeur Infrastructuur
- Hoofd Preventie en Milieu
- Milieucoördinator
Werknemersafvaardiging
ABVV
- Maité SCHUURMANS
- Jo COULIER
- Els DUMORTIER
- Sandra VAN SNICK
- Nathalie N'DOYE
- Christophe EMPSEN
- Jenneke CHRISTIAENS
- Katia SEGERS
- Linde MORIAU
- Maha NAJJAR
- Christophe VANROELEN
ACLVB
- Nikie STEVENS
- Serge GILEN
ACV-PULS
- Francie DE MAN
Het secretariaat wordt waargenomen door de Preventiedienst.
Bevoegdheid: Wettelijk bepaald (art. 837, eerste lid, ARAB).
Vanessa DE COCK
Jochen EECKHOUDT
Nic VAN CRAEN
Elke JORENS
Iwein BAEYENS
Christel VAN DEN BOSSCHE
Dimitri DEVUYST
plvv.
Sybren SLEGERS
Michael KORNTHEUER
Serge THOMAS
June EYCKMANS
Kenno VANOMMESLAEGHE
Tamara LEUYCKX
Peter CLARYS
Evelyn LOGGHE
Marnix VERLEYSEN
Dirk VERREYCKEN
Tommy VAN BIESEN
plvv. Tim VAN DE VOORDE
Andrea KNAEPEN
Karin VAN HOVER
III.3. PATRONALE DELEGATIE SYNDICALE ONDERHANDELINGEN
Samenstelling:
- Afgevaardigde van de RVB
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
- 1 afgev. ZAP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. OAP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. ATP uit de Universiteitsraad
NN.
Jan DANCKAERT
Evert ZINZEN
Nic VAN CRAEN
Elke JORENS
Karine BRECKPOT
Jochen EECKHOUDT
Geert STEENHOUDT
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheid:
Bespreking van alle personeelsaangelegenheden
III.4. BIOVEILIGHEIDSCOMITES
Samenstelling:
Bioveiligheidscomité voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Geert ANGENON
Stefan WECKX
Maia DE KERPEL
Geert RAES
Han REMAUT
Luc LEYNS
Christel VAN DEN BOSSCHE, Afdelingshoofd Preventie en Milieu
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator
Serge GILEN, Afdelingshoofd Facility Services
Melissa VERMEULEN, Arbeidsarts VUB
Karel BAUWELEERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Victoria DEVLOO, Arbeidsarts VUB
Christel VAN DEN BOSSCHE (ad interim), Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Bioveiligheidscomité UMC (VUB & UZ, Brussels Health Campus)
Bart VAN DER AUWERA, Voorzitter
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator VUB
Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur VUB
Melissa VERMEULEN, Arbeidsarts
Karine HELLEMANS, DRC – VUB
Yves HEREMANS, BENE – VUB
Ron KOOIJMAN, FARC – VUB
Karin BRECKPOT, LMCT – VUB
Angelo WILLEMS, LMCT – VUB
Isabelle HOUBRACKEN, DIFF – VUB
Joeri AERTS – MICH – VUB
Joeri AERTS – MICH – VUB
Bevoegdheden:
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties;
- Artikel 6 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende de taken en de samenstelling van het bioveiligheidscomité.
III.5. RAAD INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS (IOF-RAAD)
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen.
- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:
Peter SCHELKENS, Voorzitter (Vicerector Innovatie en Valorisatie)
Pieter BALLON (Vicerector Onderzoek)
Karin VANDERKERKEN (Vicerector Internationalisering)
Bart ROELANDS
IR
ES
GF LK
Hugo THIENPONT IR
Wim VANDENBUSSCHE
LW
Thomas CRISPEELS ES
Dominique MAES
Tony LAHOUTTE
Ann NOWÉ
Maarten MESSAGIE
Nico BULS
Nick DEVOOGDT
- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:
- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:
Bevoegdheid:
WE
GF/UZ
WE
IR
GF/UZ
GF
Marijke HUYSMANS IR
Evelien MERTENS
Kathleen LOCUS
Isabelle VAN DER HAEGEN
Ingrid VAN DE VOORDE
René DEKEYZER
Sven VANDEPUTTE
EhB EhB
Roche (life sciences) Nokia Bell-labs (ICT) Synergism 10 (material sciences)
Adviseren van het universiteits- of associatiebestuur over de besteding van de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds.
III.6. ETHISCHE COMMISSIE DIERPROEVEN (ECD)
Samenstelling:
De ethische commissie is samengesteld uit minstens 7 leden. De expertise van de leden van de Commissie zorgt voor deskundigheid op het vlak van ethiek, alternatieve methoden voor dierproeven, dierengezondheid en -welzijn, alsook op het vlak van onderzoekstechnieken, proefopzet en statistische analyse. De dierenarts of deskundige belast met het toezicht op de gezondheid en het welzijn van de dieren (…), maakt deel uit van de Commissie. Een vertegenwoordiger van de Dierenwelzijnscel maakt deel uit van de Commissie.
- Afgevaardigden van Dierenwelzijnscel
- Dierenarts-deskundige
- Ethic(us)/(a)
- Statistic(us)/(a)
- Jurist(e)
- Ervaren Proefleider
- Overige
Bevoegdheid:
De Commissie Ethisch Dierproeven heeft als opdracht:
1. Waken over het ethisch gebruik van proefdieren, en verlenen van de door de wet vereiste ethische adviezen; 2. Begeleiden van het universiteitsbeleid inzake proefdierengebruik.
III.7. CEL DIERWELZIJN - ANIMAL WELFARE BODY (AWB)
Samenstelling:
De Algemene Vergadering van de AWB, hierna de Cel, is zodanig samengesteld dat elke door Leefmilieu Brussel erkende gebruiker die een lopend project heeft ingediend bij de ECD wordt vertegenwoordigd door ten minste één (1) persoon belast met de verzorging van de proefdieren en één (1) vertegenwoordiger van de proefleiders. Er kan steeds een plaatsvervanger worden aangeduid. De deskundige dierenarts belast met het toezicht, heeft een begeleidende taak in deze cel.
De stuurgroep staat in voor de dagelijkse werking van de Cel en bestaat uit de Voorzitter, de Ondervoorzitter en de Secretaris van de Cel.
Stuurgroep
- Voorzitter
Sophie HERNOT - Ondervoorzitter
- Secretaris
Bevoegdheid:
De AWB staat in voor de dagelijkse werking van de Cel Dierwelzijn.
De Cel Dierwelzijn vervult ten minste de volgende taken:
Joery DE KOCK
Inge MANNAERTS
1° Verstrekken van advies aan het personeel dat met de proefdieren omgaat betreffende dierenwelzijn in samenhang met de aanschaf, de huisvesting, de verzorging en het gebruik van de proefdieren;
2° Adviseren van het personeel over de toepassing van het voorschrift inzake vervanging, vermindering en verfijning en het op de hoogte houden van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen inzake de toepassing van dat voorschrift;
3° Zorg dragen voor de vaststelling en toetsing van bedrijfsinterne procedures inzake monitoring, rapportage en follow-up met betrekking tot het welzijn van de in de inrichting gehuisveste of gebruikte proefdieren;
4° De ontwikkeling en resultaten van projecten opvolgen, rekening houdend met de effecten op de gebruikte proefdieren, het in kaart brengen van de elementen die verder kunnen bijdragen tot vervanging, vermindering en verfijning en hierover adviseren;
5° Advies uitbrengen over adoptieregelingen, met inbegrip van advies met betrekking tot de passende socialisatie van de voor adoptie vrijgegeven proefdieren;
6° Er op letten dat het fokken, de huisvesting en de verzorging worden verfijnd teneinde elke vorm van pijn, lijden, angst en blijvende schade die de dieren kunnen ondervinden, te voorkomen of tot het minimum te beperken.
IV. REGLEMENTAIRE ORGANEN
IV.1. BEROEPSCOMMISSIE ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden, die allen leden van het ZAP zijn. Ze worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid, op voorstel van de rector. De raad van bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn. De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de raad van bestuur zijn. Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
Als secretaris van de beroepscommissie evaluatie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid. Van elke representatieve vakbondorganisatie vertegenwoordigd in de ondernemingsraad van de universiteit wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
Voorzitter: Filiep DERUYCK / plvv. Elisabeth ALOFS
Effectieve leden:
Peter THEUNS
Niels DE TEMMERMAN
Plaatsvervangers:
Karine BRECKPOT
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
IV.2. BEROEPSCOMMISSIE ASSISTEREND ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het ZAP en drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het AAP. Ze worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid, op voorstel van de Rector. De Raad van Bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn.
De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de Raad van Bestuur zijn.
Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
ZAP-leden:
Voorzitter: Evelien TIMBERMONT / plvv. Filiep DERUYCK
Effectieve leden:
Philippe CLAEYS
Karen FRANCOIS
Plaatsvervangers:
Ivan BAUTMANS
/
AAP-leden:
Effectieve leden:
Marlies HEIRSTRATE
Matthias EGGERMONT
Aude FIEUW
Plaatsvervangers:
Linus DONVIL
NN.
NN.
Als secretaris van de beroepscommissie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid. Van elke representatieve vakbondorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
IV.3. BEROEPSCOMMISSIE INZAKE EVALUATIE ATP
Samenstelling:
cf. art. 60 van het Reglement voor het Administratief en Technisch Personeel ten laste van de Werkingsuitkering & art. 25 van het Reglement voor het Administratief en Technisch Personeel buiten de werkingsuitkering
- de Algemeen Beheerder (Voorzitter)
- de directeur M&O
- een lid van het ZAP, aangeduid door de Raad van Bestuur
- een lid van het ATP, aangeduid door de Raad van Bestuur
- De arbeidsarts zetelt met raadgevende stem.
Nic VAN CRAEN
Elke JORENS
Wilfried RAUWS
Goedele NUYTTENS
Melissa VERMEULEN
Een personeelslid die jurist is, treedt op als niet-stemgerechtigd secretaris.
Bevoegdheid:
Fungeert als beroepsinstantie met adviserende bevoegdheid voor de behandeling van een bezwaarschrift tegen een evaluatieverslag bij de periodieke evaluatie.
IV.4. CENTRALE INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
Samenstelling:
(cf. art. 152 van het Onderwijs- en Examenreglement Reglement)
De beroepscommissie is samengesteld uit een voorzitter en minstens twee bijzitters. De Academische Raad duidt onder de leden van het ZAP (inclusief emeriti) de personen aan die de rol van voorzitter en bijzitter binnen de centrale beroepscommissie kunnen opnemen.
- Voorzitter
- Bijzitters
Frederic EGGERMONT / plvv. Caroline BUTS
Sofie DE BUS (RC)
Evelien TIMBERMONT (RC)
Marc JEGERS (ES)
Bram SPRUYT (ES)
Kim WILLEMS (ES)
Ann VAN EECKHAUT (GF)
Stefaan CAENEPEEL (IR)
Youri DENAYER (WE)
Wolfgang DE MEUTER (WE)
Gustaaf CORNELIS (LW en MILO.)
Wim VANDENBUSSCHE (LW)
Kelly ICKMANS (LK)
Joeri HOFMANS (PE)
Worden uitgenodigd met raadgevende stem: - de facultaire ombudspersoon, - de studietrajectbegeleider van de faculteit waaronder de student ressorteert, - de faculteitssecretaris, - een afgevaardigde van de rector met expertise in onderwijsreglementering die tevens het secretariaat waarneemt, - indien de beroepscommissie dit nuttig acht, kan zij zich bij de behandeling van een beroep dat gericht is tegen een beslissing van de examencommissie laten bijstaan door de voorzitter van de betreffende examencommissie.
Bevoegdheid:
Art. 152 van het Onderwijs- en Examenreglement Reglement: Behandeling interne beroepen ingesteld tegen de in Artikel 151 van het OER vermelde studievoortgangsbeslissingen en tegen de beslissing tot weigering van de door studenten met functiebeperkingen gevraagde aanpassingen (Artikel 154 van het OER).
IV.5. TUCHTCOMMISSIE PERSONEEL
Samenstelling:
1 externe voorzitter en plaatsvervanger
1 lid en 1 plaatsvervanger van het ZAP
1 lid en 1 plaatsvervanger van het OAP
1 effectief en plaatsvervangend lid van het ATP
1 effectief en plaatsvervangend lid van dezelfde categorie als het personeelslid dat voorwerp van de tuchtprocedure is (ad hoc)
ZAP
OAP
ATP
Erik BREWAEYS (em.) / Wilfried RAUWS (em.)
Kaat LEUS / Kristine DE MARTELAER
Geoffrey JANSSENS / Leen VANDEVELDE
Mieke GIJSEMANS / Gert SONCK
Annick HUBIN / Frank CANTERS
Aude FIEUW / Linus DONVIL
Nadine VERHEYEN / Iwein BAEYENS
Het secretariaat wordt waargenomen door de Juridische Dienst Ineke CASIER / Anouk DEJONGHE
Een waarnemer aangeduid door de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad kan de beraadslaging bijwonen.
Bevoegdheid:
Afhandeling tuchtprocedure zoals bepaald in het Tuchtreglement voor personeelsleden van de Vrije Universiteit Brussel.
IV.6. TUCHTCOMMISSIE STUDENTEN
Samenstelling:
- De Rector of haar/zijn afgevaardigde, aangeduid door de Raad van Bestuur op voordracht van de Rector (= Voorzitter)
- 2 leden en 2 plaatsvervangers van het AP aangeduid door de Raad van Bestuur
- 2 studentleden en 2 plaatsvervangers aangeduid door de Studentenraad
Filiep DERUYCK / plvv. Els DUMORTIER
Effectief: Linus DONVIL
An Sofie SMETCOREN
Plvv.:
Diete HUMBLET
Aude FIEUW
Effectief:
Esmeralda GJONLULAJ
Julie VERMEERSCH
Plvv.:
Yngwie DERYCKER
Luca Valentijn SPIESSENS
Het secretariaat wordt waargenomen door een jurist.
Bevoegdheid: bepaald in het Orde- en Tuchtreglement Studenten VUB (goedgekeurd door de RVB op 24 oktober 2023)
De Commissaris van de Vlaamse Regering wordt met raadgevende stem uitgenodigd voor alle vergaderingen van de beslissingsorganen van de universiteit.
- Karla VAN LINT, Commissaris Vlaamse Regering (tot 30 september 2024)
- Sebastiaan DERYCKERE, Commissaris Vlaamse Regering (vanaf 1 oktober 2024)
RUBRIEK 2 ORGANISATIESTRUCTUUR: DECENTRALE ORGANEN
FACULTEIT WETENSCHAPPEN EN
BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling - stemgerechtigde leden 2024-2025
Decaan Dominique Maes
Vicedecaan Frank De Proft
Acad. secretaris Kim Roelants
ZAP Kim Roelants, Luc Leyns, Harry olde Venterink, Bram Vanschoenwinkel, Thomas Merckx, Kenny De Commer, Philippe Cara, Mark Sioen, Frederik Tielens, Steven Goderis, Steven Ballet, Ben Craps, Michael Tytgat, Sophie De Buyl, Alberto Mariotti, Alexander Sevrin, Frédéric Leroy, Geert Angenon, Jan Steyaert, Jo Van Ginderachter, Joeri Denayer, Joske Ruytinx, Remy Loris, Wim De Malsche, Wim Versées, Philippe Huybrechts, Matthieu Kervyn, Bas Van Heur, Nele Aernouts, Ann Nowé, Lynn Houthuys, Wolfgang De Meuter, Elisa Gonzalez Boix, Coen De Roover
OAP Jens Van Der Plas, Sam Mattheus, Maxim Pavlov, Luna Fredericq, Karolien Van Puyvelde , Delphine Vandeputte
ATP Marjan Maes, Diane Sorgeloos
Studenten Joren Van Cauwenberge, Leon Bauweraerts
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling - stemgerechtigde leden 2024-2025
Decaan Dominique Maes
Vicedecaan Frank De Proft
Acad. secretaris Kim Roelants
Vakgroepvoorzitters Wolfgang De Meuter, Alexander Sevrin, Remy Loris, Matthieu Kervyn, Luc Leyns, Frederik Tielens, Philippe Cara
OAP Jens Van Der Plas
ATP Marjan Maes
HET FACULTEITSBUREAU
Samenstelling - leden 2024-2025
Decaan Dominique Maes
Vicedecaan Frank De Proft
Acad. secretaris Kim Roelants
Voorzitters van de facultaire commissies: Wim Versées, Wolfgang De Meuter, Coen De Roover, Philippe Huybrechts, Ann Dooms, Steven Ballet, Matthieu Kervyn
DE VAKGROEPEN EN VAKGROEPRADEN - VAKGROEPVOORZITTER
DINF Vakgroep Computerwetenschappen Wolfgang De Meuter
DNTK Vakgroep Fysica
DSCH Vakgroep Chemie
DBIO Vakgroep Biologie
DGGF Vakgroep Geografie
Alexander Sevrin
Frederik Tielens
Luc Leyns
Matthieu Kervyn
DBIT Vakgroep Bio-ingenieurswetenschappen Remy Loris
WIDS Vakgroep Wiskunde en Data Science
Philippe Cara
DE OPLEIDINGSRADEN
Overzicht van de opleidingsraden en hun opleidingsraadvoorzitter:
• Bachelor en Master of Science in de Wiskunde: Mark Sioen
• Bachelor en Master of Science in Fysica en de Sterrenkunde / Physics and Astronomy: Alberto Mariotti
• Bachelor of Science in de Computerwetenschappen: Coen De Roover
• Bachelor of Science in de Artificiële intelligentie: Bart de Boer
• Master of Science in de Ingenieurswetenschappen: Computerwetenschappen + Master of Science in Applied Sciences and Engineering: Computer Science + Master of Science in de Toegepaste Informatica: Beat Signer
• Bachelor of Science in de Chemie: Steven Goderis
• Master of Science in Chemistry / Chemie: Ulrich Henneke
• Bachelor of Science in de Biologie: Luc Leyns
• Master of Science in Biology / Biologie: Luc Leyns
• Inter-University Educational Commission Oceans & Lakes: Marc Kochzius
• Bachelor of Science in de Geografie: Frank Canters
• Interuniversitaire opleidingsraad Master of Science in Geography/Geografie: David Bassens
• Academic Committee of the Master in Urban Studies (VUB/ULB): Bas Van Heur
• 4cities Master Board meetings: Bas Van Heur
• Master of Science in de Stedenbouw en Ruimtelijke Planning: Kobe Boussauw
• Bachelor en Master of Science in de Bio-ingenieurswetenschappen: Frédéric Leroy
• Master of Science in Molecular Biology: Geert Angenon
OVERIGE ADVIESORGANEN
De Faculteitsraad heeft volgende adviesorganen (voorzitter):
• Onderwijscommissie (Wolfgang De Meuter)
• Onderzoekscommissie (Wim Versées)
• commissie voor de doctoraatsopvolging (Philippe Huybrechts)
• commissie public relations (Ann Dooms)
• commissie internationaliserin (Matthieu Kervyn)
• evaluatie- en bevorderingscommissie (Dominique Maes)
• commissie studentenzaken (Coen De Roover)
• commissie infrastructuur (Steven Ballet)
FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN
EDUCATIEWETENSCHAPPEN
DE FACULTEITSRAAD
DECAAN – stemgerechtigd
• Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
• Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
• De Gieter Sara
ZAP – stemgerechtigd
• Baetens Imke
• Baetens Kris
• De Backer Free
• De Donder Liesbeth
• De Witte Nico
• Deroost Natacha
• Dierckx Eva
• Dury Sarah
• Faddar Jerich
• Hofmans Joeri
• Mairesse Olivier
• Rossi Gina
• Soyez Veerle
• Tang Eileen
• Theuns Peter
• Thomas Valérie
• Vanden Bogaerde Anouk
• Van Heel Martijn
• Van West Dirk
• Vandermeersche Geert
• Vantilborgh Tim
• Vanwing Tom
• Vergauwe Jasmine
• Westreich Smadar
• Zhu Chang
OAP – stemgerechtigd
• EDWE: Vercauteren Toon (effectief) – Pyls Margaux (plaatsvervanger)
• EDWE: Marynissen Silke (effectief) – Vandevelde Leen (plaatsvervanger)
• PSYC: Roland Aurore (effectief) - Peeters Amelia (plaatsvervanger)
• PSYC: Cannaerts Lander (effectief) – Legroux Femke (plaatsvervanger)
STUDENTEN – stemgerechtigd
• De Lestré Charlotte (effectief) – Drappier Alexine (plaatsvervanger)
• Kleij Anne-Janine (effectief) – Negrouz Mariem (plaatsvervanger)
• Rombouts Ella (effectief) – Deglain Helena (plaatsvervanger)
• Van Ruiten Robert (effectief) – Gérelus Thomas (plaatsvervanger) (dit acjaar geen student uit studentenraad owv te groot engagement)
ATP – stemgerechtigd
• Vandyck Cathy (effectief) – De Cremer Jennifer (plaatsvervanger)
• Leuyckx Tamara (effectief) – De Vroede Freya (plaatsvervanger)
ZAP – raadgevende stem
• Brosens Dorien
• Crois Elvira
• D’Hooge Rudi
• Kegelaers Jolan
• Meurs Pieter
• Peeters Jeltsen
• Siongers Jessy
• Smetcoren An-Sofie
• Van Liefferinge Dagmar
OAP – raadgevende stem (vertegenwoordigers AP in Universiteitsraad)
• Bouckaert Yara
• Vandevelde Leen
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
• Vantournhout Eva
FACULTEITSBESTUUR
DECAAN – stemgerechtigd
• Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
• Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
• De Gieter Sara
VOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
• EDWE: De Backer Free
• PSYC: Theuns Peter
ONDERVOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
• EDWE: De Donder Liesbeth
• PSYC: Hofmans Joeri
OAP - stemgerechtigd
• Roland Aurore (effectief) – Cannaerts Lander (plaatsvervanger)
STUDENTEN – stemgerechtigd
• De Lestré Charlotte (effectief) – Drappier Alexine (plaatsvervanger)
ATP – stemgerechtigd
• Vandyck Cathy (effectief) – Leuyckx Tamara (plaatsvervanger)
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
• Vantournhout Eva
OPLEIDINGSRAAD EDUCATIEWETENSCHAPPEN
VOORZITTER
• Lombaerts Koen (opleidingsverantwoordelijke Educational Sciences en Onderwijskunde)
ONDERVOORZITTER
• De Donder Liesbeth (opleidingsverantwoordelijke Agogische Wetenschappen)
SECRETARIS
• Faddar Jerich
OPLEIDINGSRAAD PSYCHOLOGIE
VOORZITTER
• Hofmans Joeri (opleidingsverantwoordelijke Psychologie)
ONDERVOORZITTER
• Lombaerts Koen
SECRETARIS
• Baetens Kris
ONDERWIJSCOMMISSIE
VOORZITTER
• Lombaerts Koen
ONDERZOEKSCOMMISSIE
VOORZITTER
• Lombaerts Koen
ONDERZOEKSRAAD
VOORZITTER
• Lombaerts Koen
FACIR
VOORZITTER
• Vantilborgh Tim
EBC PE
VOORZITTER
Vanderfaeillie Johan
LEDEN
• Andries Caroline
• Lombaerts Koen
• Rossi Gina
• Theeboom Marc
• Hofmans Joeri
ADVIESORGANEN FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
• Commissie BRUCC/ATOM: Baetens Imke (voorzitter)
• Commissie Labo: Deroost Natacha (voorzitter) en Baetens Kris (ondervoorzitter)
• OAP-raad: Roland Aurore (voorzitter) en Cannaerts Lander (ondervoorzitter)
DOCTORAATSOPVOLGINGSCOMMISSIE
VOORZITTER
• Baetens Imke
PROMOTIECOMMISSIE ATP
VOORZITTER
• Vanderfaeillie Johan
VAKGROEPRADEN
EDWE – Educatiewetenschappen
• Voorzitter: De Backer Free
• Vicevoorzitter: De Donder Liesbeth
PSYC – Psychologie
• Voorzitter: Theuns Peter
• Vicevoorzitter: Hofmans Joeri
EXAMENCOMMISSIE
VOORZITTER
• Lombaerts Koen
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN
EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL (ES)
Het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 2 juni 2015, stipuleert in Titel V artikel 35§1 dat de faculteit in aanvulling op bedoeld centraal reglement een aanvullend facultair reglement kan opstellen.
In het aanvullend facultair reglement ES worden slechts de noodzakelijke en fundamentele aspecten opgenomen met dien verstande dat werkingsgerelateerde aspecten worden opgenomen in een huishoudelijk facultair reglement.
Het aanvullend reglement ES wordt vervolledigd met het delegatieplan dat de bevoegdheidsverdeling vastlegt tussen de faculteitsraad, faculteitsbestuur en faculteitsbureau.
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Main Campus Etterbeek
Pleinlaan 5, 3de verdieping
1050 Brussel
Tel: 02/614.83.83
E-mail: Faces@vub.be en decaanes@vub.be
FACULTEITSBUREAU
Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de decaan; b) de vicedecaan; en c) de academisch secretaris.
De decaan kan voor het faculteitsbureau bijkomend aan de faculteitsraad één of twee leden voordragen.
Nominatieve samenstelling:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Caroline Buts
Academisch secretaris: Prof. dr. Kim Willems
Bijkomende leden aangeduid door de faculteitsraad:
- Prof. dr. Didier Caluwaerts
- Prof. dr. Pieter-Paul Verhaeghe
FACULTEITSBESTUUR
Het faculteitsbestuur bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) de vakgroepvoorzitters; c) één afgevaardigde van het overig academisch personeel; d) één afgevaardigde van de studenten; en e) één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel.
Nominatieve samenstelling:
a) Leden van het faculteitsbureau
- Decaan: Prof. dr. Joël Branson
- Vicedecaan: Prof. dr. Caroline Buts
- Academisch secretaris: Prof. dr. Kim Willems
- Bijkomende leden aangeduid door de faculteitsraad: Prof. dr. Didier Caluwaerts en Prof. dr. Pieter-Paul Verhaeghe
b) De vakgroepvoorzitters
- APEC: Prof. dr. Leo Van Hove
- BUSI: Prof. dr. Bert Schreurs
- BUTO: Prof. dr. Thomas Crispeels
- POLI: Prof. dr. Karen Celis
- SCOM: Prof. dr. Ike Picone
- SOCI: Prof. dr. Dieter Vandebroeck
c) één afgevaardigde van het overig academisch personeel
- Michaël Pakvis
d) één afgevaardigde van de studenten
- Helena Verspagen (studentenraad)
e) één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel
- Natacha Boschaert
Uitgenodigd met raadgevende stem:
- Academisch directeur: Prof. dr. Diane Breesch
- Faculteitssecretarissen: Saskia Van Hoyweghen en Marc Janssen
- Beleidsmedewerker Internationalisering: Jonas Loos
- Beleidsmedewerker Studenten- en Onderwijsbeleid: Heidi Belet
- Beleidsmedewerker Onderzoek en valorisatie: Tom Matthijs
- Vertegenwoordiger OAP ES in de universiteitsraad: Emmelien De Roock
FACULTEITSRAAD
De faculteitsraad bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden:
a) de leden van het faculteitsbureau;
b) per vakgroep vijf leden van het zelfstandig academisch personeel; c) per vakgroep één lid van het overig academisch personeel; d) zes studenten; en e) drie leden van het administratief en technisch personeel.
Voor de leden bedoeld onder de litterae b, c, d en e kunnen plaatsvervangers worden aangeduid.
Nominatieve samenstelling:
a) Leden van het faculteitsbureau
- Decaan: Prof. dr. Joël Branson
- Vicedecaan: Prof. dr. Caroline Buts
- Academisch secretaris: Prof. dr. Kim Willems
- Bijkomende leden aangeduid door de faculteitsraad: Prof. dr. Didier Caluwaerts en Prof. dr. Pieter-Paul Verhaeghe
b) per vakgroep vijf leden van het zelfstandig academisch personeel + plaatsvervangers
- APEC: ZAP-effectief: Prof. dr. Leo Van Hove (vakgroepvoorzitter), Prof. dr. Luc Hens, Prof. dr. Nikolas Vander Vennet, Prof. dr. Ellen Van Droogenbroeck en Prof. dr. Eva Van Belle,. ZAP-plaatsvervangers: prof. dr. Wout De Cock
- BUSI: ZAP-effectief: Prof. dr. Bert Schreurs (vakgroepvoorzitter), plv. Prof. dr. Ilse Scheerlinck, Prof. dr. Stefanie Ceustermans, plv. Prof. dr. Carole Bernard, Prof. dr. Lieven De Moor, plv. Prof. dr. Steven Vanduffel, Prof. dr. Mychal Langenus, plv. Prof. dr. Elvira Haezendonck, Prof. dr. Marie-Laure Vandenhaute, plv. Prof. dr. Malaika Brengman
- BUTO: ZAP-effectief: Prof. dr. Thomas Crispeels (vakgroepvoorzitter), Prof. dr. Cathy Macharis, Prof. dr. Marie-Anne Guerry, Prof. dr. Vincent Ginis, Prof. dr. Kevin De Moortel. ZAP-plaatsvervangers: Filip Van Droogenbroeck
- POLI: ZAP-effectief: Prof. dr. Karen Celis (vakgroepvoorzitter) plv. nihil, Prof. dr. Jonathan Holslag, plv. Prof. dr. Dave Sinardet, Prof. dr. Dimokritos Kavadias, plv. Prof. dr. Silvia Erzeel, Prof. dr. Iman Lechkar, plv. Prof. dr. Alexander Mattelaer, Prof. dr. Eline Severs, plv. Prof. dr. Florian Trauner
- SCOM: ZAP-effectief: Prof. dr. Ike Picone (vakgroepvoorzitter), Prof. dr. Leo Van Audenhove, Prof. dr. Tim Raats, Prof. dr. Joke Bauwens, Prof. dr. Wendy Van den Broeck, ZAP-plaatsvervangers: Prof. dr. Katia Segers en Prof. dr. Benjamin De Cleen
- SOCI: ZAP-effectief: Prof. dr. Dieter Vandebroeck (vakgroepvoorzitter), Prof. dr. Sylvie Gadeyne, Prof. dr. Christophe Vanroelen , Prof. dr. Veerle Buffel, Prof. dr. Tuba Bircan, ZAP-plaatsvervanger: Prof. dr. Hadewijch Vandenheede
c) per vakgroep één lid van het overig academisch personeel + plaatsvervangers
- APEC: OAP-effectief: Nathalie Colpin; OAP-plaatsvervanger: Seppe Maes
- BUSI: OAP-effectief: Imke Dirkx; OAP-plaatsvervanger: Isabel Van de Graaf
- BUTO: OAP-effectief: Bert Verbruggen; OAP-plaatsvervanger: Linde Van Gestel
- POLI: OAP-effectief: Nadège Boels; OAP-plaatsvervanger: Anne Van Bavel
- SCOM: OAP-effectief: Michaël Pakvis; OAP-plaatsvervanger: Lotte Vermeire
- SOCI: OAP-effectief: Julie Vanderleyden; OAP-plaatsvervanger: Lobke Van Ryckeghem
d) maximum zes studenten
- Helena Verspagen (studentenraad)
- Flo Bohets
- Lisa Servaas Miller
- Lucija Suskovic
- Wout Hosten
e) drie leden van het administratief en technisch personeel + plaatsvervangers
- Peter Libert, plv. Jill Dehasque
- Christel Vaeremans, plv. Isabelle Roggeman
- Hanne Van Ende, plv. Sofie Devos
Uitgenodigd met raadgevende stem:
- Academisch directeur: Prof. dr. Diane Breesch
- Faculteitssecretarissen: Saskia Vanhoyweghen en Marc Janssen
- Beleidsmedewerker Internationalisering: Jonas Loos
- Beleidsmedewerker Studenten- en Onderwijsbeleid: Heidi Belet
- Beleidsmedewerker Onderzoek en valorisatie: Tom Matthijs
- Communicatie adviseur: Chintana Van Caster
- Management assistent van de decaan: Natacha Boschaert
- Vertegenwoordiger OAP ES in de universiteitsraad: Emmelien De Roock
FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
Evaluatie- en BevorderingsCommissie (EBC)
De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau. De decaan zit deze commissie voor.
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
VAKGROEPSRADEN
Applied Economics (APEC)
Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Hove
Business (BUSI)
Voorzitter: Prof. dr. Bert Schreurs
Business, Technology and Operations (BUTO)
Voorzitter: Prof. dr. Thomas Crispeels
Politieke wetenschappen (POLI)
Voorzitter: Prof. dr. Karen Celis
Sociologie (SOCI)
Voorzitter: Prof. dr. Dieter Vandebroeck
Communicatiewetenschappen (SCOM)
Voorzitter: Prof. dr. Ike Picone
OPLEIDINGSRADEN
OPLEIDINGSRAAD HANDELSINGENIEUR EN (TOEGEPASTE) ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Luc Hens
OPLEIDINGSRAAD BEDRIJFSKUNDE/MANAGEMENT
Voorzitter: Prof. dr. Stefanie Ceustermans
OPLEIDINGSRAAD COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Tim Raats
OPLEIDINGSRAAD BA POLITEKE WETENSCHAPPEN EN SOCIOLOGIE
Voorzitter: Prof. dr. Silvia Erzeel
OPLEIDINGSRAAD MA POLITEKE WETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Silvia Erzeel
OPLEIDINGSRAAD MA SOCIOLOGIE
Voorzitter: Prof. dr. Hadewijch Vandenheede
PROGRAM BOARD BA SOCIAL SCIENCES
Voorzitter: Prof. dr. Wendy Van den Broeck
ONDERZOEKSEENHEDEN
Facultair onderzoeksgroepen
BCCP (Brussels Centrum voor Mededingingsbeleid)
Contactpersoon: Prof. dr. Caroline Buts
BREL (Brussels Entrepreneurship and Innovation Lab)
Contactpersoon: Prof. dr. Thomas Crispeels
BRISPO (Brussels Institute for Social and Population Studies)
Contactpersoon: Prof. dr. Christophe Vanroelen
DATALAB (Data Analytics Lab)
Contactpersoon: Prof. dr. Vincent Ginis
DFUTUR (Centre for Democratic Futures)
Contactpersoon: Prof. dr. Karen Celis
ECHO (Media, cultuur en politiek)
Contactpersoon: Prof. dr. Kevin Smets en Prof. dr. Benjamin De Cleen
FIRE (Finance, Insurance, Risk & Economics)
Contactpersoon: Prof. dr. Steven Vanduffel
SMIT (Studies in Media, Innovation and Technology)
Contactpersoon: Prof. dr. Pieter Ballon
SUST (Advancing Sustainability Transitions)
Contactpersoon: Prof. dr. Cathy Macharis
Interfacultaire onderzoeksgroepen
BIRMM (Brussels Interdisciplinary Research Centre on Migration and Minorities)
Contactpersoon: Prof. dr. Florian Trauner
BRIO (Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum)
Contactpersoon: Prof. dr. Dimokritos Kavadias
MOBI (Electromobility Research Centre)
Contactpersoon: Prof. dr. Joeri Van Mierlo
CSDS- ESIPA European Security in an Indo-Pacific Age, under the Centre for Security, Diplomacy and Strategy
Contactpersoon: Prof. dr. Luis Simon
RHEA (Centrum Gender & Diversiteit)
Contactpersoon: Prof. dr. Gily Coene (directeur) en Prof. dr. Karen Celis (codirecteur)
WOPS (Work & Organizational Psychology)
Contactpersoon: Prof. dr. Joeri Hofmans
Internationale of interuniversitaire onderzoeksgroepen
DeSirE (Centre for the Study of Democracy, Signification and Resistance)
Contactpersoon: Prof. dr. Benjamin De Cleen
S-DIRECT (Social Digital Innovation Research to Empower Communities in Transition)
Contactpersoon: Prof. dr. Leo Van Audenhove
ECCI European Center for the Study of Culture and Inequality
Contactpersoon: Prof. dr. Dieter Vandebroeck
ReDS (Political Representation in Diverse Societies)
Contactpersoon: Prof. dr. Karen Celis
JOSO (Jongeren en sociale ongelijkheid)
Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt
DEGO (The Politics of Democratic Governance)
Contactpersoon: Prof. dr. Silvia Erzeel
FACULTAIRE COMMISSIES
De faculteit heeft de volgende adviesorganen:
- de facultaire onderzoekscommissie (FOZ)
Voorzitter: Prof. dr. Pieter-Paul Verhaeghe
- de facultaire onderwijscommissie (FOW)
Voorzitter: Prof. Kim Willems
- de facultaire commissie internationalisering (FIN)
Voorzitter: Prof. dr. Didier Caluwaerts
- de facultaire commissie marketing en communicatie (FMC)
Voorzitter: Prof. dr. Kim Willems
- de facultaire evaluatiecommissies voor het assisterend academisch personeel (ECA)
Voorzitter: Prof. dr. Joël Branson
FACULTEIT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN KINESITHERAPIE
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Tel. 02/629.27.28
faclk@vub.be
FACULTEITSBUREAU
stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Voorzitter van de Onderwijscommissie
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Academisch directeur
FACULTEITSBESTUUR
stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Vakgroepvoorzitters
Een afgevaardigde van het OAP
Een afgevaardigde van de studenten
Een afgevaardigde van het ATP
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
Voorzitter van de Onderwijscommissie
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
De voorzitters van de Opleidingsraden
LOBW en REVAKI
Academisch directeur
Vakgroepcoördinator
FACULTEITSRAAD
stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Zinzen Evert
Roelands Bart
Provyn Steven
Roelands Bart
Nijs Jo
Stevens Sofie
Pepermans Roland
Zinzen Evert
Roelands Bart
Provyn Steven
De Martelaer Kristine
Provyn Steven
Habay Jelle – Plaatsvervanger Verhavert Yanni
NN
D’Herdt Katrijn – Plaatsvervanger Sledsens Dana
Nijs Jo
Roelands Bart
Stevens Sofie
Derom Inge
Cattrysse Erik
Pepermans Roland
Van Hecke Linde
Zinzen Evert
Roelands Bart
Provyn Steven (VGVZ)
10 vertegenwoordigers van het ZAP vanuit elke vakgroep van de faculteit
Vakgroep BESW
Vakgroep KIMA
4 vertegenwoordigers van het OAP
4 vertegenwoordigers van de studenten
2 vertegenwoordigers van het ATP
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Aerenhouts Dirk
Clarys Peter
Deliens Tom
De Bosscher Veerle
De Martelaer Kristine (VGVZ)
Derom Inge
D’Hondt Eva
Theeboom Marc
Wylleman Paul
Aeles Jeroen
Adriaenssens Nele
Beckwée David
De Pauw Kevin
Malfliet Anneleen
Scaforglieri Aldo
Swinnen Eva
Tassginon Bruno
Tresignie Jonathan
Geen vervanging voor Leemans Lynn (verkiezing komend AJ)
Verhavert Yanni
Habay Jelle
D’Hondt Joachim
NN
NN
Sledsens Dana
D’Herdt Katrijn
Stevens Sofie
De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad.
ZAP:
OAP:
Theeboom Marc
Eggermont Matthias
Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB.
NN
NN
NN
Academisch directeur
Vakgroepcoördinator
VAKGROEPRADEN
Vakgroepraad BESW (voorzitter De Martelaer Kristine)
Vakgroepraad KIMA (voorzitter Provyn Steven)
OPLEIDINGSRADEN
Opleidingsraad LOBW (voorzitter Derom Inge)
Opleidingsraad REVAKI (voorzitter Cattrysse Erik)
Pepermans Roland
Van Hecke Linde
Opleidingsraad Manuele therapie: Master of Science in de Manuele Therapie (Ma-na-Ma), Advanced Master of Science in Manual Therapy en Postgraduaat Manuele Therapie (voorzitter Scafoglieri Aldo)
Opleidingsraad Postgraduaat Sportkinesitherapie (voorzitter Jo Verschueren)
Opleidingsraad Postgraduaat Sportmanagement (voorzitter Veerle De Bosscher)
Opleidingsraad Postgraduaat Manuele Therapie, Clinical Anatomy (voorzitter Aldo Scafoglieri)
Opleidingsraad Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie (voorzitter Nele Adriaenssens)
Opleidingsraad Postgraduaat Rehabilitation (voorzitter Beckwée David)
OVERIGE ADVIESORGANEN
Facultaire evaluatie-en bevorderingscommissie (EBC) (voorzitter Zinzen Evert)
Onderwijscommissie (OWC) (voorzitter Roelands Bart)
Examencommissie voor de opleidingen LOBW, REVAKI, Manuele Therapie, PG sportkinesitherapie, PG clinical anatomy en PG Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie (voorzitter Theeboom Marc)
Examencommissie voor het Postgraduaat Sportmanagement (voorzitter Verschueren Jos)
Commissie Roostering (voorzitter Zinzen Evert)
Commissie topsport (voorzitter Zinzen Evert)
Onderzoekscommissie (OZC) (voorzitter Jo Nijs)
Commissie voor de Doctoraatsopvolging (CDO) (voorzitter Swinnen Eva)
Interne beroepsinstantie PhD (voorzitter Theeboom Marc)
Internationaliseringscommissie (voorzitter Beckwée David)
Masterproefcommissie (voorzitter Deliens Tom)
PR commissie (voorzitter Adriaenssens Nele)
Selectiecommissie ZAP-vacatures (voorzitter= vakgroepvoorzitter van betrokken vakgroep of vakgroep waarvan het te begeven mandaat zich in hoofdorde bevindt)
Selectiecommissie AAP-vacatures: doctor-assistent (voorzitter= vakgroepvoorzitter van betrokken vakgroep of vakgroep waarvan het te begeven mandaat zich in hoofdorde bevindt)
Selectiecommissie AAP-vacatures: praktijk-assistent en mandaat-assistent (voorzitter= ondervoorzitter van betrokken vakgroep of vakgroep waarvan het te begeven mandaat zich in hoofdorde bevindt)
Promotiecommissie ATP-leden (Het Faculteitsbestuur treedt op als promotiecommissie ATP-leden)
Werkgroep beleidsplan onderzoek (voorzitter Nijs Jo)
FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE (LW)
Pleinlaan 2 – 1050 Brussel
Tel: +32 2 629.39.05 | E-mail: faclw@vub.be
SAMENSTELLING COMMISSIES 2024-2025
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW
FACULTEITSBUREAU
Stemgerechtigde leden
Decaan Alex Housen
Vicedecaan Gily Coene
Academisch Secretaris Koen Kerremans
Lid met raadgevende stem
Administratief Secretaris Katrien De Cnijf
FACULTEITSBESTUUR (MAX 17 STEMGERECHTIGDEN)
o huidige min OLVZ; plus 5 fac. Commissie voorzitters + Ac Dir. als stemgerechtigden
Stemgerechtigde leden en plvv
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Voorzitter Harp
Voorzitter List
Voorzitter ABC
Voorzitter COZ
Voorzitter COW
Voorzitter FACIR
Voorzitter COMMAR
Afgevaardigde van het OAP
Afgevaardigde van de studenten
Afgevaardigde van het ATP
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Academisch Directeur
Facultair ZAP-Vertegenwoordiger UR
Vicevoorzitter ABC
Vicevoorzitter COZ
Vicevoorzitter COW
Vicevoorzitter FACIR
Vicevoorzitter COMMAR
Facultair OAP-Vertegenwoordiger UR -
Facultaire STB
Alex Housen
Gily Coene
Koen Kerremans
Paul Erdkamp
Inge Arteel
Esli Struys
Rik Vosters
Gily Coene
Anne Winter
Katrien De Cnijf
Brente Tilburghs
Laura Hamers -
Catharina Peersman
Katrien De Cnijf
Karin Nys
Karen François
Karen François
Nel De Mûelenaere
Esli Struys
Jelle Mast
Bart Van Kerkhove
Joyce Huvaere, Katelijne Verbeiren
Karl Verstrynge
Wim Vandenbussche
Karen François
Nel De Mûelenaere
Esli Struys
Jelle Mast
Bart Van Kerkhove
Barbara Veselka
Erwin Cassiman
FACULTEITSRAAD
Stemgerechtigde leden
Decaan
ViceDecaan
Academisch Secretaris
Alex Housen -
Gily Coene -
Koen Kerremans -
• Per vakgroep twaalf leden van het ZAP:
HARP (voorzitter: P. Erdkamp)
FILO
FILO
FILO
FILO
HIST
HIST
HIST
HIST
SKAR
SKAR
SKAR
SKAR
LIST (voorzitter: I. Arteel)
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
LIST
Bart Van Kerkhove
Karl Verstrynge
Karen François
Steffen Ducheyne
Wouter Ryckbosch
Anne Winter
Paul Erdkamp
Nel De Mûelenaere
Christophe Snoeck
Pieter Martens
Ralf Vandam
Katarzyna Ruchel-Stockmans
Inge Arteel
Ann Peeters
Katja Lochtman
An Vande Casteele
Janine Hauthal
Wim Vandenbussche
Laura Rosseel
Esli Struys
Arvi Sepp
Julie Deconinck
Rik Vosters
Jelle Mast
• Per vakgroep drie leden van het OAP:
HARP
FILO
HIST
SKAR
LIST
LIST
LIST
LIST
Tammy Castelein
Yannis Skalli-Housseini
Soetkin Vervust
Tatiana Pieters
Paula Gruppelaar
Tara Brusselaers
• Per opleidingsraad een student: aanpassing obv aantal OLR
FILO
OAHD
HIST
SKAR
TTKA
MUMA – MA TALK
MUBA – BA TALK
Emma-Jane Down
Clara Cnop
Lies Lommelen
Laura Hamers
Nadia Ramdhanie
Ryme Kamli
Dirk Lafaut
Gustaaf Cornelis
Marc Van den Bossche
Francis Heylighen
Benoit Henriet
Bart Lambert
Jeffrey Tyssens
Frits Heinrich
Barbara Veselka
Marlise Rijks
Marc De Bie
Tine Meganck
Stefano De Pascale
Dirk Vanden Berghe
Birgit Van Puymbroeck
Diana Castilleja
Elisabeth Bekers
Stefanie Keulen
Helene Stengers
Philipp Krämer
Sabine Hillen
Jianwei Xu
Thomas Hoelbeek
Martina Temmerman
Frederik Dhondt
Robin Rose Southard
Senne Schrayen
Bastien De Clercq
Geert Crauwels
Mathias Meert
Arwen Saller
William Torbeyns
Anna Neyens
Ludivine Isabelle S Vits
Ben Bellemans
Krystyna Sviatyna
• Leden van het ATP:
Catharina Peersman
Marijke Hofmans
Erwin Cassiman Els De Puysseleir
Magda Serwadczak Margot Buisseret
Leden met raadgevende stem
Academisch Directeur
Administratief Secretaris
Karin Nys
Katrien De Cnijf
Facultair ZAP- Vertegenwoordiger Universiteitsraad Karen François – Esli Struys
Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad -
Facultaire Studietrajectbegeleiders
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW
• VAKGROEPSRADEN
Vakgroepraad HARP
Voorzitter: Paul Erdkamp
Vakgroepraad LIST
Voorzitter: Inge Arteel
• OPLEIDINGSRADEN
Joyce Huvaere - Katelijne Verbeiren
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (FILO)
Voorzitter: Steffen Ducheyne
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Geschiedenis (HIST)
Voorzitter: Wouter Ryckbosch
Opleidingsraad Master na master Archivistiek: Erfgoed- en Informatiebeheer (OAHD)
Voorzitter: Bart Ballaux
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR)
Voorzitter opleidingsraad: Pieter Martens
Opleidingsraad MUMA en MA TALK
Voorzitter: Katja Lochtman
Opleidingsraad MUBA en BA TALK
Voorzitter: Ann Vande Casteele
Opleidingsraad Cluster Bachelor Toegepaste Taalkunde, Master in de Journalistiek, Master Tolken en Master Vertalen (TTKA)
Voorzitter: Julie Deconinck
FACULTAIRE ADVIESORGANEN LW
• EBC - Evaluatie- en Bevorderingscommissie
• Ombudsman (OW aangelegenheden)
Dirk Vanden Berghe – plvv: Jolien Gijbels
• Allocatie- en Begrotingscommissie (ABC)
Voorzitter: Esli Struys
• Commissie Onderwijs (COW)
Voorzitter: Gily Coene
• Commissie Onderzoek (COZ) Voorzitter: Rik Vosters
• Commissie Internationalisering (FACIR)
Voorzitter: Anne Winter
• Commissie Communicatie & Marketing (COMMAR)
Voorzitter: Katrien De Cnijf
REGLEMENTAIRE ORGANEN
• Examencommissies voor het geheel van de Bachelor- en Masteropleidingen en de Schakel- en Voorbereidingsprogamma’s
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen FILO, HIST, OAHD, SKAR
Voorzitter: J. Tyssens – plvv: A. Housen
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA
Voorzitter: J. Tyssens – plvv: A. Housen
FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE
Decaan – stemgerechtigd
• Koen Putman
Vice-decaan – stemgerechtigd
• Mark De Ridder
Academisch secretaris - stemgerechtigd
• Sophie Hernot
ZAP – stemgerechtigd
• Ann De Smedt
• Ann Massie
• Bart Keymeulen
• Claudia Spits
• Debby Mangelings
• Dimitri De Bundel
• Eline Menu
• Emily Verté
• Guy Nagels
• Ilse Rooman
• Jan Gutermuth
• Johan Bilsen
• Johan de Mey
• Johan Vansintejan
• Karin Vanderkerken
• Karine Breckpot
• Karine Hellemans
• Katrien Stouffs
• Kristien De Paepe
• Kurt Barbé
• Leo Van Grunsven
• Lieve Van den Block
• Mathieu Vinken
• Nick Devoogdt
• Patricia De Vriendt
• Pieter Cornu
• Ramses Forsyth
• Robert Hilbrands
• Ronald Buyl
• Sebastiaan Engelborghs
• Siddharta Lieten
• Steven Droogmans
OAP – stemgerechtigd
• Gerlant Van Berlaer
• Jeremy De Plecker
• Joren Bosmans
• Lara Vesentini
• Lisa Goudman
• Stefaan Verhulst
Studenten – stemgerechtigd
• Anisa Aliju
• Helena Broes
• Jana Coppens
• Lotte Colson
• Louise Van Keerberghen
• Maxim Valgaeren
ATP – stemgerechtigd
• Carina Boriau
• John Kellen
• Mieke Speliers
Directeur Onderzoek – raadgevende stem
• Karine Breckpot
Directeur Onderwijs – raadgevende stem
• Kurt Barbé
Beleidsadviseur decaan – raadgevende stem
• Ivo Van Akelijen
Administratief secretaris – raadgevende stem
• Caroline Pouders
Voorzitters OLR kernopleidingen – raadgevende stem
• Mark De Ridder (Geneeskunde) (in 2024 vervangen door Nicole Pouliart)
• Johan De Mey (Specialistische Geneeskunde)
• Kurt Barbé (Biomedische Wetenschappen)
• Yvan Vander Heyden (Farmaceutische Wetenschappen)
• Johan Vansintejan (Huisartsgeneeskunde)
• Ronald Buyl (Gezondheidszorg)
• Ivan Bautmans (Gerontologie)
Facultaire vertegenwoordigers in universitaire organen– raadgevende stem
• Najat Aourz (OAP OWR)
• Kurt Barbé (ZAP OWR)
Coördinatoren van de onderzoeksclusters– raadgevende stem
• Tony Lahoutte – Medical Imaging and Medical Physics
• Steven Droogmans – Cardivascular Disorders
• Ivan Bautmans – Development, Ageing en Pathology
• Karl Marting Wissing – Development, Ageing en Pathology
• Bart Keymeulen – Diabetes, Transplantation and Pathology
• Tamara Vanhaecke – Liver, Cell Biology & Toxicology
• Ilse Smolders – Neurosciences
• Karin Vanderkerken – Oncology Research Centre – Thierry Vandendriessche (plaatsvervanger)
• Yvan Vander Heyden – Pharmaceutical Research and Data Technology
• Dirk Devroey – Public Health
• Karen Sermon – Reproduction, Genetics & Regenerative Medicine
Andere vertegenwoordigers– raadgevende stem
• Guy Peeters – j Voorzitter UMC Comité
• Marc Noppen – Gedelegeerd Bestuurder UZ Brussel – (in 2025 vervangen door Mark De Ridder)
• Herman Tournaye – Voorzitter C&V Commissie
• Joeri Aerts – Voorzitter Bibliotheekcommissie
• Steven Raeymaeckers – Voorzitter Medische Raad
• Leo Van Grunsven – Directeur Doctoral School
• Alain Dupont – Voorzitter vaste selectiecommissie (in 2024 vervangen door Tamara Vanhaecke)
• Debby Mangelings – Voorzitter FACIR
• Studietrajectbegeleiders: Petra Jacobs, Ine De Smet, Kaat Terryn
Leden van het vorige Faculteitsbureau– raadgevende stem
• Dirk Devroey – pro-decaan
Studentenvertegenwoordigers– raadgevende stem
• Yngwie Derycker – Vertegenwoordiger studenten FR – studentenraad
• Diewert Seyaeve – Vertegenwoordiger studenten FR - studentenraad
• NN – Studentenraad Jette
• NN – Studentenraad Jette
• Maxim Valgaeren – Voorzitter GSP
• Gilles Valgaeren – studentenvertegenwoordiger Geneeskunde
• NN – studentenvertegenwoordiger Farmacie
• Safae Al Gourari– studentenvertegenwoordiger Biomedische Wetenschappen
• NN – studentenvertegenwoordiger Gerontologie
• Wendy Versluis – studentenvertegenwoordiger Gezondheidszorg
• Wannes Meskens – studentenvertegenwoordiger Huisartsgeneeskunde
• Nico Vanlerberghe – studentenvertegenwoordiger Specialistische Geneeskunde
Vakgroepvoorzitters– raadgevende stem
• Ilse Smolders – FARM
• Johan Bilsen – GEWE
• Ivan Bautmans – GERO
• Karen Sermon – BMWE (in 2025 vervangen door Ilse Rooman)
• Mark De Ridder – KLIW
• Ramses Forsyth - LABO
• Johan Vansintejan – HUIS (in 2025 vervangen door Dirk Devroey)
FACULTEITSBESTUUR
Decaan – stemgerechtigd
• Koen Putman
Vice-decaan – stemgerechtigd
• Mark De Ridder
Academisch secretaris - stemgerechtigd
• Sophie Hernot
Directeur Onderzoek – stemgerechtigd
• Karine Breckpot
Directeur Onderwijs – stemgerechtigd
• Kurt Barbé
OAP – stemgerechtigd
• Lara Vesentini
Studenten – stemgerechtigd
• Maxim Valgaeren
ATP – stemgerechtigd
• John Kellen
Voorzitters OLR kernopleidingen – stemgerechtigd
• Mark De Ridder (Geneeskunde), in 2024 nog vervangen door Nicole Pouliart
• Johan De Mey (Specialistische Geneeskunde)
• Kurt Barbé (Biomedische Wetenschappen)
• Yvan Vander Heyden (Farmaceutische Wetenschappen)
• Johan Vansintejan (Huisartsgeneeskunde)
• Ronald Buyl (Gezondheidszorg)
• Ivan Bautmans (Gerontologie)
Vakgroepvoorzitters– stemgerechtigd
• Ilse Smolders – FARM
• Johan Bilsen – GEWE
• Ivan Bautmans – GERO
• Karen Sermon – BMWE (in 2025 vervangen door Ilse Rooman)
• Mark De Ridder – KLIW
• Ramses Forsyth - LABO
• Johan Vansintejan – HUIS (in 2025 vervangen door Dirk Devroey)
Beleidsadviseur decaan – raadgevende stem
• Ivo Van Akelijen
Administratief secretaris – raadgevende stem
• Caroline Pouders
Facultaire vertegenwoordigers in universitaire organen– raadgevende stem
• Najat Aourz (OAP OWR)
• Kurt Barbé (ZAP OWR
Coördinatoren van de onderzoeksclusters– raadgevende stem
• Tony Lahoutte – Medical Imaging and Medical Physics
• Steven Droogmans – Cardivascular Disorders
• Ivan Bautmans – Development, Ageing en Pathology
• Karl Marting Wissing – Development, Ageing en Pathology
• Bart Keymeulen – Diabetes, Transplantation and Pathology
• Tamara Vanhaecke – Liver, Cell Biology & Toxicology
• Ilse Smolders – Neurosciences
• Karin Vanderkerken – Oncology Research Centre – Thierry Vandendriessche (plaatsvervanger)
• Yvan Vander Heyden – Pharmaceutical Research and Data Technology
• Dirk Devroey – Public Health
• Karen Sermon – Reproduction, Genetics & Regenerative Medicine
Andere vertegenwoordigers– raadgevende stem
• Guy Peeters – Voorzitter UMC Comité
• Marc Noppen – Gedelegeerd Bestuurder UZ Brussel – (in 2025 vervangen door Mark De Ridder)
• Herman Tournaye – Voorzitter C&V Commissie
• Joeri Aerts – Voorzitter Bibliotheekcommissie
• Steven Raeymaeckers – Voorzitter Medische Raad
• Leo Van Grunsven – Directeur Doctoral School
• Alain Dupont – Voorzitter vaste selectiecommissie (in 2024 vervangen door Tamara Vanhaecke)
• Debby Mangelings – Voorzitter FACIR
• Studietrajectbegeleiders: Petra Jacobs, Ine De Smet, Kaat Terryn
Leden van het vorige Faculteitsbureau– raadgevende stem
• Dirk Devroey – pro-decaan
Studentenvertegenwoordigers– raadgevende stem
• Yngwie Derycker – Vertegenwoordiger studenten FR – studentenraad
• Diewert Seyaeve – Vertegenwoordiger studenten FR - studentenraad
• NN – Studentenraad Jette
• NN – Studentenraad Jette
• Maxim Valgaeren – Voorzitter GSP
• Gilles Valgaeren – studentenvertegenwoordiger Geneeskunde
• NN – studentenvertegenwoordiger Farmacie
• Safae Al Gourari– studentenvertegenwoordiger Biomedische Wetenschappen
• NN – studentenvertegenwoordiger Gerontologie
• Wendy Versluis – studentenvertegenwoordiger Gezondheidszorg
• Wannes Meskens – studentenvertegenwoordiger Huisartsgeneeskunde
• Nico Vanlerberghe – studentenvertegenwoordiger Specialistische Geneeskunde
BUREAU VAN HET FACULTEITSBESTUUR
Decaan : Koen Putman
Vice-decaan: Mark De Ridder – studentenzaken en UMC
Academisch secretaris: Sophie Hernot
Directeur onderzoek: Karine Breckpot
Directeur onderwijs: Kurt Barbé
Raadgevend: Ivo Van Akelijen – adviseur decaan; Caroline Pouders – faculteitssecretaris
OPLEIDINGSRADEN GF
Opleidingsraad Bachelor en Master Geneeskunde
• Voorzitter: Nicole Pouliart
• Ondervoorzitter: Mark De Ridder
• Secretarissen: Ramses Forsyth, Siddhartha Lieten
Opleidingsraad Master Specialistische Geneeskunde
• Voorzitter: Johan De Mey
• Ondervoorzitter: Michel Deneyer
Opleidingsraad Biomedische Wetenschappen
• Voorzitter: Kurt Barbé
• Ondervoorzitter: Ellen Goossens
• Secretaris: Drina Jaspers
Opleidingsraad Farmaceutische Wetenschappen
• Voorzitter: Yvan Vander Heyden
• Ondervoorzitter: Ann Van Eeckhaut
• Secretarissen: Liselotte Mackens, Veronique Shiwa, Mieke Speliers
Opleidingsraad Huisartsgeneeskunde
• Voorzitter: Johan Vansintejan
• Secretaris: Emily Verté
Opleidingsraad Management en Beleid in de Gezondheidszorg:
• Voorzitter: Ronald Buyl
• Secretaris: Ellen Lagast
Opleidingsraad Management, Zorg en Beleid in de Gerontologie
• Voorzitter: Ivan Bautmans
• Ondervoorzitter NL: Ellen Gorus
• Ondervoorzitter ENG: Rose Njemini
• Secretaris: Lene Salimans
ADVIESORGANEN FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
EVALUATIE- EN BEVORDERINGSCOMMISSIE
• Koen Putman – ex officio voorzitter als decaan GF
• Thierry Vandendriessche
• Ilse Smolders
• Brigitte Velkeniers
• Yvan Vander Heyden
• Johan de Mey
VASTE SELECTIECOMMISSIE
• Tamara Vanhaecke –voorzitter
• Elke De Bruyne
• Sebastiaan Engelborghs
• Jan Gutermuth
• Lieve Van den Block
• Hendrik Reynaert
UMC-COMITE
Wijziging samenstelling uit te voeren in 2025
• Guy Peeters – voorzitter
• Koen Putman – GF
• Mark De Ridder – GF
• Marc Noppen – UZ
• Olivier Naeyaert – UZ
• Ivo Van Akelijen – secretaris
UMCOR (BUREAU)
• Karine Breckpot – voorzitter
• Sonia Van Dooren
• Sebastiaan Engelborghs
• Ronald Buyl
• Ann Massie
DOCTORAATSOPVOLGINGSCOMMISSIES
Sociale Gezondheidswetenschappen
• Johan Bilsen – voorzitter
• Koen Putman – ondervoorzitter
Gerontologie
• Ivan Bautmans – voorzitter
• Rose Njemini – ondervoorzitter
Farmaceutische Wetenschappen
• Ilse Smolders – voorzitter
• Joery De Kock – ondervoorzitter
Medische Wetenschappen
• Claudia Spits – voorzitter
• Leo Van Grunsven – ondervoorzitter
Wereldwijde gezondheidszorg, humanitaire hulp en rampengeneeskunde
• Ives Hubloue – voorzitter
• Mark de Ridder - ondervoorzitter
FACULTAIRE DOCTORAATSCOMMISSIE
• Leo Van Grunsven – voorzitter
• Johan Bilsen
• Ivan Bautmans
• Ilse Smolders
• Claudia Spits
• Ives Hubloue
PROMOTIECOMMISSIE ATP
Faculteitsbureau:
• Koen Putman (voorzitter)
• Mark De Ridder
• Sophie Hernot
• Karine Breckpot
• Kurt Barbé
FACIR
Facultaire Commissie Internationalisering
• Debby Mangelings: exchange coordinator Farmaceutische Wetenschappen
• Ellen Goossens: exchange coordinator Biomedische Wetenschappen
• Steven Raeymaeckers: exchange coordinator Geneeskunde
• Leo Van Grunsven: directeur Doctoral School Life Sciences & Medicine
• Koen Putman: exchange coordinator Gezondheidswetenschappen
• Christel Geerts: exchange coordinator Gerontologie
• Cleo Goyvaerts
• Mathieu Vinken
VAKGROEPRADEN
BMWE – Basis (bio-) medische wetenschappen
• Voorzitter: Karen Sermon
• Ondervoorzitter: Karin Vanderkerken
• Secretaris: Yasmina Essam
FARM – Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen
• Voorzitter: Ilse Smolders
• Ondervoorzitter: Tamara Vanhaecke
• Secretarissen: Souad Moudallel en Santina Gorsen
GERO – Gerontologie
• Voorzitter: Ivan Bautmans
• Secretaris: Fien Loosveldt
GEWE – Gezondheidswetenschappen
• Voorzitter: Johan Bilsen
• Ondervoorzitter: Ronald Buyl
• Secretaris: Lara Vesentini
HUIS – Huisartsgeneeskunde en chronische zorg
• Voorzitter: Johan Vansintejan
KLIW – Observerende klinische wetenschappen
• Voorzitter: Mark De Ridder
LABO – Ondersteunende klinische wetenschappen
• Voorzitter: Ramses Forsyth
GFAC – Geneeskunde en Farmacie academisch/administratief
• Voorzitter: Decaan GF – Koen Putman
EXAMENCOMMISSIES
Bachelor Geneeskunde
• Voorzitter: Nicole Pouliart
• Secretaris: Karine Hellemans (plaatsvervangend voorzitter)
• Thierry VandenDriessche (plaatsvervangend secretaris)
• Ives Hubloue
• Marc Van de Casteele
• Hendrik Reynaert
Master Geneeskunde
• Voorzitter: Nicole Pouliart
• Secretaris: Mark De Ridder (plaatsvervangend voorzitter)
• Koen Putman (plaatsvervangend secretaris)
• Dirk Devroey
• Johan Vansintejan
• Karine Hellemans
Master Specialistische Geneeskunde
• Voorzitter: Johan De Mey
• Secretaris: Inge Gies (plaatsvervangend voorzitter)
• Shane Hanon (plaatsvervangend secretaris)
• Mark De Ridder
• Filip Cools
• Sabine Allard
Farmaceutische Wetenschappen
• Voorzitter: Yvan Vander Heyden
• Secretaris: Kristien De Paepe (plaatsvervangend voorzitter)
• Debby Mangelings (plaatsvervangend secretaris)
• Kenno Vanommeslaeghe
• Ilse Smolders
• Tamara Vanhaecke
Bachelor Biomedische Wetenschappen
• Voorzitter: Kurt Barbé
• Secretaris: Karine Hellemans (plaatsvervangend voorzitter)
• Eline Menu (plaatsvervangend secretaris)
• Nick Devoogdt
• Karine Breckpot
• Ilse Smolders
Master Biomedische Wetenschappen
• Voorzitter: Karine Breckpot
• Secretaris: Thierry Vandendriessche (plaatsvervangend voorzitter)
• Claudia Spits
• Elke De Bruyne
• Kurt Barbé
• Harry Heimberg
Management, Zorg en Beleid in de Gerontologie (schakel- en voorbereidingsprogramma en Ma-ster)
• Voorzitter: Ivan Bautmans
• Secretaris: Rose Njemini (plaatsvervangend voorzitter)
• Ellen Gorus (plaatsvervangend secretaris)
• Grace Marie Ku
• Ronald Buyl
• Patricia De Vriendt
Management en Beleid van de Gezondheidszorg
• Voorzitter: Ronald Buyl
• Secretaris: Johan Bilsen (plaatsvervangend voorzitter)
• Koen Putman (plaatsvervangend secretaris)
• Patricia De Vriendt
• Marie-Laure Vandenhaute
• Joachim Cohen
FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN
DE ALGEMENE VERGADERING
Bestaat uit de totaliteit van de facultaire gemeenschap.
Ze wordt éénmaal per jaar bij het begin van het kalenderjaar georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst geeft de decaan een overzicht van de toestand van de faculteit en van de vooruitzichten inzake het beleid voor het komende jaar.
De leden van de algemene vergadering krijgen tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid tot het stellen van vragen.
FACULTEITSBUREAU
Decaan: Prof. F. Berghmans
Vicedecaan: Prof. P. Schelkens
Academisch secretaris: Prof. T. De Troyer
Voorzitter van de facultaire Onderwijscommissie: Prof. A. Hubin
Voorzitter van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: Prof. M. Huysmans
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
• Decaan: Prof. F. Berghmans
• Vicedecaan: Prof. P. Schelkens
• Academisch secretaris: Prof. T. De Troyer
• De voorzitters van de facultaire onderwijscommissie en van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: resp. Prof. A. Hubin en Prof. M. Huysmans
• De vakgroepvoorzitters: A. Van Griensven, S. Caenepeel (in vervanging van Prof. Ph. Cara), K. Broeckhoven, B. Vanderborght, J. Van Mierlo, M. Runacres, Prof. Y. Rolain, D. Van Hemelrijck, I. De Graeve, J. Stiens, H. Ottevaere, S. Van de Voorde (in vervanging van I. Wouters)
• Een afgevaardigde van het overig academisch personeel (OAP): NN
• Een afgevaardigde van de studenten: NN
• Een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel (ATP): T. Thijs
• Worden met raadgevende stem uitgenodigd: de (co-)voorzitters van de facultaire commissies internationalisering (H. Ottevaere), Public Relations (J. Vandemeulebroucke, L. De Laet), Computerbeleid (Y. Rolain), doctoraatsopvolging (D. Angelis) en mevr. P. De Pelsmacker
Bevoegdheid:
Het faculteitsbestuur oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
• Decaan: Prof. F. Berghmans
• Vicedecaan: Prof. P. Schelkens
• Academisch secretaris: Prof. T. De Troyer
• Twee vertegenwoordigers per vakgroep: I. Wouters, L. De Laet (plvv. S. Van de Voorde), G. Desmet, K. Broeckhoven (plvv. T. Van Assche, W. De Malsche), R. Pintelon, G. Vandersteen (plvv. J. Lataire, Y. Rolain), J. Van Mierlo, (plvv. T. Coosemans, V.-A. Jacobs), J. Stiens, P. Schelkens (plvv. A. Munteanu), W. Thiery, A. Van Griensven (plvv. M. Chen), M. Runacres, A. Touhafi (plvv. T. De Troyer, K. Steenhaut), I. De Graeve, G. Van Assche (plvv. T. Hauffman), B. Vanderborght (plvv. J. Blondeau), L. Pyl, T. Tysmans (plvv. D. Angelis), H. Thienpont, G. Verschaffelt (M. Vervaeke, W. Meulebroeck), S. Caenepeel
• Een vertegenwoordiger van de opleidingsraden van de bachelor- en masteropleidingen: H. Rahier (plvv. F. Berghmans), N. De Temmerman, D. Van Hemelrijck (plvv. S. Van de Voorde), O. Hegazy (plvv. Ph. Lataire), A. Hubin (plvv. I. De Graeve), M. Kuijk (plvv. A. Munteanu), N. Deligiannis (plvv. B. Janssen), F. Borguet (plvv. A. Braeken), H. Ottevaere (plvv. W. Meulebroeck), J. Vandemeulebroucke (plvv. B. Janssen), M. Huysmans (plvv. M. Chen)
• Vijf vertegenwoordigers van het overig academisch personeel (OAP): G. Dotreppe, A. Mentjens
• Vijf vertegenwoordigers van de studenten; R. Simons
• Drie vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel M. Frooninckx (plvv. J. Pattyn), S. Reyniers (plvv. NN), T. Thijs (plvv. NN)
• Wordt eveneens uitgenodigd: Voorzitter Polytechnische Kring
Bevoegdheid:
De faculteitsraad oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
FACULTEITSORGANEN MET RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
DE FACULTAIRE ONDERWIJSCOMMISSIE
Voorzitter: A. HUBIN
DE FACULTAIRE ONDERZOEKS- EN INVESTERINGSCOMMISSIE
Voorzitter: M. HUYSMANS
DE FACULTAIRE PUBLIC RELATIONS COMMISSIE
Voorzitters: J. VANDEMEULEBROUCKE, L. DE LAET
FACULTAIRE COMMISSIE COMPUTERBELEID
Voorzitter: Y. ROLAIN
FACULTAIRE COMMISSIE INTERNATIONALE RELATIES
Voorzitter: H. OTTEVAERE
FACULTAIRE DOCTORAATSCOMMISSIE EN COMMISSIE VOOR DE DOCTORAATSOPLEIDING
Voorzitter: D. ANGELIS
FACULTAIRE OPLEIDINGSRADEN
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORBA)
Voorzitter: HUBERT RAHIER
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN-ARCHITECTUUR (ORBIA)
Voorzitter: NIELS DE TEMMERMAN
OPLEIDINGSRAAD MASTER INGENIEURSWETENSCHAPPEN ARCHITECTUUR- BOUWKUNDE (ORMAB)
Voorzitter: TINE TYSMANS
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN WERKTUIGKUNDIG-ELEKTROTECHNIEK (ORWE)
Voorzitter: OMAR HEGAZY (ad interim)
OPLEIDINGSRAAD MASTER COMPUTERWETENSCHAPPEN (OMCW)
Voorzitter: NIKOLAOS DELIGIANNIS
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN CHEMIE EN MATERIALEN (ORCM)
Voorzitter: GUY VAN ASSCHE
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN ELEKTRONICA EN INFORMATIE-TECHNOLOGIE (ORE)
Voorzitter: A. MUNTEANU
OPLEIDINGSRAAD INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORIW)
Voorzitter: TIM DE TROYER
OVERLEGORGAAN
WETENSCHAPPEN - INGENIEURSWETENSCHAPPEN
Bevoegdheid:
Het bestendig overlegorgaan is paritair opgesteld en heeft als bevoegdheid en opdracht de voorstellen van beide faculteiten te harmoniseren.
Het bestendig overlegorgaan heeft als taak de initiatieven en voorstellen van beide faculteiten te coördineren door de in de faculteiten (via faculteitsraad) gestemde voorstellen kritisch door te nemen en in geval van gemis aan coördinatie, terug te sturen. Dit orgaan kan, voor problemen die door beide faculteiten samen moeten opgelost worden, ad-hoc commissies oprichten. Er wordt regelmatig overleg gepleegd in vergaderingen van decanen, vicedecanen en bestuurssecretarissen.
Samenstelling:
Voor ZAP IR:
• Decaan: Prof. F. Berghmans
• Vicedecaan: Prof. P. Schelkens
VAKGROEPEN
• ARCH (architectonische ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: I. WOUTERS (plvv. S. Van de Voorde)
• CHIS (chemische ingenieurstechnieken en industriële scheikunde)
Voorzitter: K. BROECKHOVEN
• ELEC (elektriciteit)
Voorzitter: Y. ROLAIN
• ETEC (elektrotechniek en energietechniek)
Voorzitter: J. VAN MIERLO
• ETRO (elektronica en informatie)
Voorzitter: J.STIENS
• HYDR (hydrologie en waterbouwkunde)
Voorzitter: A. VAN GRIENSVEN
• MEMC (mechanica van materialen en constructies)
Voorzitter: D. VAN HEMELRIJCK
• MACH (materialen en chemie) Voorzitter: I. DE GRAEVE
• TONA (toegepaste natuurkunde en fotonica)
Voorzitter:H. OTTEVAERE
• MECH (toegepaste mechanica)
Voorzitter: B. VANDERBORGHT
• WIDS-IR/WE (wiskunde)
Voorzitter: Ph. CARA
• INDI (industriële ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: M. RUNACRES
FACULTEIT RECHT EN CRIMINOLOGIE
ZAP = Zelfstandig Academisch Personeel
OAP = Overig Academisch Personeel
ATP = Administratief & Technisch Personeel
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
FACULTEITSRAAD
Stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Een vertegenwoordiging van het ZAP vanuit elke vakgroep van de faculteit, gekozen door en uit de vakgroepsraden; louter door de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de
Fac. Aanvulling: per vakgroep 4 leden van het ZAP, met uitzondering van de 2 vakgroepen die de voorzitter van OLR rechten en criminologie leveren.
Iedere stemgerechtigde vertegenwoordiger duidt zijn vaste plaatsvervanger aan uit dezelfde geledingen.
M. De Jonckheere
P. De Hert
S. De Kimpe
1.Criminologie (SCRI)
L. Melgaço (plvv)
L. Breuls
A.-S. Vanhouche
K. Beyens
E. Dumortier
2. Metajuridica (JURI)
N. Van Dijk
P. Quinn
F. Dhondt
G. Gonzalez Fuster
3. Publiek Recht (PUBR)
M. Chamon
A. Wirtgen
G. Van Limberghen
F. Deruyck
M. Maus
4. Privaat en economisch recht (PREC)
E. Alofs
K. Byttebier
K. Van der Borght
J. Van Doninck
Een vertegenwoordiging van het OAP, bij voorkeur behorend tot verschillende vakgroepen van de faculteit, gekozen door en onder de leden van dit personeel; louter voor de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de bursalen.
Fac. Aanvulling: per vakgroep 1 lid van het OAP
J. Christiaens (plvv)
K. Uzieblo (plvv)
K. Verfaillie (plvv)
Y. Jaspers (plvv)
R. Van Brakel (plvv)
R. Bellanova (plvv)
D. De Ruysscher (plvv)
M. Hildebrandt (plvv)
S. Smis (plvv)
K. Leus (plvv)
E. Timbermont (plvv)
D. De Wolf (plvv)
J-P Van West
M. Muylle (plvv)
J. Delvoie (plvv)
F. Brison (plvv)
T. Opgenhaffen (plvv)
1. Criminologie: Y. Demeyere (Marlies Heirstrate plvv)
2. JURI: geen afvaardiging
3. PUBR: F. De Wael (Allan Magerotte plvv)
4. PREC: S. De Bus (A.-S. Vandenbosch plvv.)
Een vertegenwoordiging van de studenten, bij voorkeur vanuit de verschillende opleidingen van de faculteit, gekozen uit en door de studentengemeenschap volgens de procedures en modaliteiten bepaald in het participatiereglement
Fac. aanvulling: 4 vertegenwoordigers van de studenten, minstens 1 uit elke kernopleiding
Een vertegenwoordiging van het ATP, gekozen door en onder de leden van dit personeel.
Fac. Aanvulling: 2 leden van het ATP
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad.
Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB.
FACULTEITSBESTUUR
Stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Vakgroepvoorzitters
Een afgevaardigde van het OAP
Een afgevaardigde van de studenten
Een afgevaardigde van het ATP
Fac.: Voorzitter van de opleidingsraad
Rechten
Fac.: Voorzitter van de opleidingsraad Criminologie
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
E. Claes (U. Luyckx – plvv.)
M. Rooselaers (I. Dumon – plvv)
S. Segers
Aube Wirtgen
Niels Van Dijk
M. De Jonckheere
P. De Hert
S. De Kimpe
K. Beyens
F. Dhondt
S. Smis
E. Alofs
F. De Wael
M. Rooselaers
M. Maus
A.-S. Vanhouche
K. Verfaillie (plvv)
N. Van Dijk (plvv)
A. Wirtgen (plvv.)
K. Byttebier (plvv.)
Y. Demeyere (plvv)
E. Claes (plvv)
S. Segers
FACULTEITSBUREAU
Stemgerechtigde leden
Decaan M. De Jonckheere
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
P. De Hert
S. De Kimpe
S. Segers
VAKGROEPSRADEN
Criminologie (SCRI): prof. Kristel Beyens
Metajuridica (JURI): prof. Frederik Dhondt
Privaat- en Economisch Recht (PREC): prof. Elisabeth Alofs
Publiekrecht (PUBR): prof. Stefaan Smis
OPLEIDINGSRADEN
Opleiding Rechten (BA, MA, SCH en VBR): prof. M. Maus
Opleiding Criminologie (BA en MA): prof. An-Sofie Vanhouche
Master-na-master Notariaat: prof. Elisabeth Alofs
Master-na-master Internationaal en Europees Recht: Prof. Stefaan Smis
Master-na-master Sociaal Recht: prof. Guido Van Limberghen
EXAMENCOMMISSIES
Opleiding Rechten
F. Deruyck (voorzitter)
Opleiding Criminologie
E. Dumortier (voorzitter)
Opleiding ManaMa notariaat
E. Alofs (voorzitter)
K. Leus (plvv voorzitter)
J. Christiaens (plvv voorzitter)
R. Janssens (plvv voorzitter)
Opleiding ManaMa sociaal recht + ManaMa internationaal en Europees recht Prof. G. Van Limberghen (voorzitter) Prof. S. Smis (plvv voorzitter)
OVERIGE FACULTAIRE ADVIESORGANEN
Onderwijscommissie
Voorzitter: Miguel De Jonckheere
Facultaire Evaluatie- en bevorderingscommissie (EBC)
Voorzitter: Miguel De Jonckheere
Facultaire onderzoekscommissie (FOC)
Voorzitter: Prof. Dave de Ruysscher
Facultaire alumni- en studentencommissie (FALS)
Voorzitter: Prof. Stefaan Smis
Facultaire internationaliseringscommissie (FACIR)
Voorzitter: prof. Kim Van der Borght
RUBRIEK 3 ONDERWIJSVERSLAG
Ten geleide
Ten geleide
In haar strategisch plan 2022-2026 zet VUB het bevorderen van studiesucces en welzijn van de studenten centraal in haar onderwijs en studentenbeleid. Dat beide in de daaraan voorafgaande jaren door de coronapandemie onder druk kwamen te staan, was daaraan niet vreemd. Ieder van de strategische doelen waaraan in 2024 werd gewerkt, draagt rechtstreeks of onrechtstreeks bij tot herstel en optimalisering van studiesucces en welzijn: van studentvriendelijke dienstverlening, over geïntegreerd welzijnsbeleid, remediëringsmaatregelen, tot het implementeren van een vernieuwde onderwijsvisie inclusief professionalisering en kwaliteitsborging in onze opleidingen.
In haar strategisch plan 2022-2026 zet VUB het bevorderen van studiesucces en welzijn van de studenten centraal in haar onderwijs en studentenbeleid. Dat beide in de daaraan voorafgaande jaren door de coronapandemie onder druk kwamen te staan, was daaraan niet vreemd. Ieder van de strategische doelen waaraan in 2024 werd gewerkt, draagt rechtstreeks of onrechtstreeks bij tot herstel en optimalisering van studiesucces en welzijn: van studentvriendelijke dienstverlening, over geïntegreerd welzijnsbeleid, remediëringsmaatregelen, tot het implementeren van een vernieuwde onderwijsvisie inclusief professionalisering en kwaliteitsborging in onze opleidingen.
Conform de regelgeving rapporteren we in het jaarverslag over de mate waarin werd bijgedragen aan de realisatie van de globale beleidslijnen met betrekking tot het onderwijs, en wordt er uitgebreid verslag gegeven over het opleidingsaanbod met inbegrip van levenslang leren, de kwaliteitszorg, internationaal beleid, taalrapport en het beleid rond de instroom, doorstroom en uitstroom van studenten.
Conform de regelgeving rapporteren we in het jaarverslag over de mate waarin werd bijgedragen aan de realisatie van de globale beleidslijnen met betrekking tot het onderwijs, en wordt er uitgebreid verslag gegeven over het opleidingsaanbod met inbegrip van levenslang leren, de kwaliteitszorg, internationaal beleid, taalrapport en het beleid rond de instroom, doorstroom en uitstroom van studenten.
Ik wens alle medewerkers van het departement Onderwijs en Studentenzaken te danken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit jaarverslag.
Ik wens alle medewerkers van het departement Onderwijs en Studentenzaken te danken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit jaarverslag.
Prof. dr. Nadine Engels, Vicerector Onderwijs en Studentenzaken.
Prof. dr. Nadine Engels, Vicerector Onderwijs en Studentenzaken.

Figuur 1 - Doelen onderwijsbeleid
Figuur 1 - Doelen onderwijsbeleid
I. GLOBALE BELEIDSLIJNEN ONDERWIJS
Tijdens het werkingsjaar 2024 werd de operationalisering en realisatie van het beleidsplan van het departement Onderwijs en Studentenzaken voor de periode 2022 – 2026 verdergezet.
Strategische doelstellingen beleidsplan onderwijs en studentenzaken 2022-2026
Het beleidsplan Onderwijs en Studentenzaken gaat uit van 8 strategische doelstellingen. Voor elk van deze doelstellingen worden in het beleidsplan de tegen 2026 te realiseren KPI’s en kwalitatieve doelstellingen gedefinieerd.
Strategische (SD) en operationele (OD) doelstellingen:
• SD1 We optimaliseren de basisprocessen en zetten in op een studentvriendelijke, efficiënte dienstverlening
- OD 1.1 We verbeteren de ondersteuning van de administratieve en academische onderwijsorganisatie m.b.t. het CALI-proces.
- OD 1.2 We verhogen de gebruikerskennis van de onderwijsadministratieve basisprocessen
- OD 1.3 We verhogen de basis datakwaliteit in CALI
- OD 1.4 We optimaliseren de onderwijsadministratieve basisprocessen
- OD 1.5 We bouwen een professionele en klantgerichte studentenadministratie uit
• SD2 We bouwen de VUB verder uit als een community of caring voor studenten
- OD 2.1 We realiseren een duurzaam en geïntegreerd welzijnsbeleid voor studenten georganiseerd als een community of caring
- OD 2.2 We versterken van het primaire preventieve aanbod
• SD3 We versterken het beleid rond studievoortgang
- OD 3.1 We zetten verplichte remediëring op na een ijkingstoets
- OD 3.2 We definiëren een beleid rond instroom met het oog op een succesvolle studievoortgang
- OD 3.3 We definiëren een beleid rond doorstroom met het oog op een succesvolle studievoortgang
- OD 3.4 We nemen maatregelen om het studierendement te verhogen
• SD4 We ontwikkelen een talenbeleid 2.0
- OD 4.1 We consolideren de resultaten van het ASP2030-project ‘Talenbeleid’ rond academisch Nederlands
- OD 4.2 We ontwikkelen een reeks nieuwe intake-testen academisch Engels
- OD 4.3 We ontwikkelen een blended aanbod om de Engelse taalbeheersing van VUB-studenten te ondersteunen
- OD 4.4 We maken van ons taaltestcentrum dé referentie voor taalcertificering in Brussel
- OD 4.5 We verzekeren de instelling van een voorbeeldfunctie rond de promotie van meertaligheid
- OD 4.6 We werken een vertaal- en tolkbeleid uit voor onderwijsgerelateerde documenten en vergaderingen op de VUB
- OD 4.7 Naast de erkenning van de Nederlandse officiële voertaal van de VUB, en van de Engelse lingua franca, ondersteunen we ook anderstalige initiatieven en noden waar mogelijk.
• SD5 We verspreiden, implementeren en consolideren de vernieuwde, geïntegreerde onderwijsvisie
- OD 5.1 We rollen de vernieuwde onderwijsvisie uit en creëren draagvlak
- OD 5.2 We stemmen onderwijsgebonden ondersteunings- en monitorings-processen af op de vernieuwde visie
- OD 5.3 We koppelen de interne besluitvorming rond de optimalisatie van het opleidingsaanbod aan de vernieuwde onderwijsvisie
• SD6 We realiseren onderwijsinnovatie via doelgericht blenden van relevante onderwijs/leermethoden en –technologie/infrastructuur
- OD 6.1 We promoten de verdere uitbouw van de ‘weloverwogen blend’ nadrukkelijker in functie van de Urban Engaged University en klaren de toekomst van de centrale ondersteuning uit.
- OD 6.2 We ontwikkelen een onderwijscapaciteitsmodel voor blended onderwijs
- OD 6.3 We continueren de uitbouw van blended-proof onderwijs met aandacht voor toekomstgerichte (digitale) onderwijsinfrastructuur
• SD7 We borgen en ondersteunen de kwaliteit van het onderwijs en zetten daarbij de opleidingsteams centraal
- OD 7.1 We werken verder mee aan de valorisatie van onderwijs
- OD 7.2 We integreren onderwijsprofessionaliseringsinitiatieven in een gealigneerd en recurrent jaarondersteuningsaanbod
- OD 7.3 We continueren de uitbouw van een team-professionaliseringstraject
- OD 7.4 We rollen de vernieuwde kwaliteitszorgcyclus verder uit
• SD8 We bieden onderwijs aan in Eutopia European University
- OD 8.1 We ontwikkelen connected learning communities
- OD 8.2 We verduurzamen het EUTOPIA-project
Mate van Realisatie van de doelstellingen in 2024
SD1 We optimaliseren de basisprocessen en zetten in op een studentvriendelijke, efficiënte dienstverlening
• In 2024 werden onder meer volgende optimalisaties aan onze basisprocessen rond aanmelden en toelaten gerealiseerd:
- De nieuwe aanmeldingsapplicatie werd in 2024 breder opengesteld, zo kunnen nu ook studenten die niet over een Belgische identiteitskaart of een Vlaams diploma in de Databank Hoger Onderwijs beschikken, gebruikmaken van deze tool.
- De nieuwe aanmeldingsapplicatie is gebruiksvriendelijker en ‘slimmer’ dan de oude tool. Dit zorgt ervoor dat de doorlooptijd van het indienen van de aanmelding zelf significant is afgenomen.
- In de aanmeldingsapplicatie worden de documenten specifiek benoemd (motivatiebrief, aanbevelingsbrief, CV, …) in plaats van de vage beschrijving ‘Extra documenten’. Deze specifieke benamingen zijn ook opgenomen in de checklist waarmee we ontbrekende documenten kunnen aangeven, zodat de automatische mails uit CaLi (het studentenadministratiesysteem van de VUB) gerichter gestuurd kunnen worden en er minder manuele mails moeten opgesteld worden.
- Studenten kunnen nu ook zelf nieuwe documenten uploaden in de aanmeldingsapplicatie.
o Deze functionaliteit bestond in de oude aanmeldingsmethode ook al, maar het grote verschil nu is dat de status van het dossier automatisch aangepast wordt als er geen ontbrekende documenten meer zijn – in het verleden moest hier altijd een manuele controle voor gebeuren.
- Studenten kunnen de application fee voortaan via online betaling volbrengen.
• In 2024 werden onder meer volgende optimalisaties aan onze basisprocessen rond roostering gerealiseerd:
- Dankzij het gebruik van de nieuwe software TimeEdit is het zowel voor de centrale roostering, als voor andere diensten makkelijker om data uit de roosterapplicatie te halen. We streven nog naar een individueel les- en examenrooster voor docenten en studenten, dit zal in 2025 mogelijk gemaakt worden.
- In 2024 schakelden we over naar een nieuwe tool voor het inschrijven van mondelinge examens. Deze tool maakt het mogelijk om met grote groepen tegelijk in te schrijven op mondelinge tijdsloten.
• Inzake studentenvriendelijke en efficiënte dienstverlening werd de werking van de “superbalie” dit jaar verder uitgewerkt en werd er ook beslist om de inschrijvingen hier volledig in te integreren, om zo het aantal verschillende contactpunten voor studenten nog meer te beperken. De superbalie is een geïntegreerde desk bemand door verschillende diensten om nieuwe studenten bij de start van het academiejaar efficiënt door te verwijzen en te helpen bij hun eerstelijns vragen.
• Met het oog op ondersteuning van het VUB-personeel bij het uitvoeren van de onderwijsadministratieve basisprocessen werden in 2024 volgende zaken verwezenlijkt:
- Bijna 50% van alle onderwijsadministratieve basisprocessen en basisprocedures van de student life cycle werden gedocumenteerd, online beschikbaar gesteld en actief gecommuniceerd aan het betrokken ATP-personeel. De inhouden worden aangeboden via leer- en ontwikkeltrajecten waarmee we tegen 2026 95% van het ATP-personeel willen bereiken.
- Ongeveer 40% van de ATP-medewerkers die betrokken zijn bij de student life cycle processen volgt nu jaarlijks een CaLi opleiding of participeert in het key-usernetwerk, alsook hier is het streefdoel 95% te bereiken tegen 2026.
- Na een analyse van de datafouten rond de onderwijsadministratieve processen met betrekking tot de PhD lifecycle werden deze verbeterd met een afname in datafouten van 95,80%
- Diezelfde analyse van datafouten heeft nog andere actiepunten opgeleverd die uitgevoerd zullen worden in 2025 met betrekking op de niet-PhD programma’s.
- Het datamonitoringsplan en geactualiseerd dataregister werd uitgerold en opgeleverd.
• Om meer systematiek en gelijkberechtiging te brengen in de behandeling van uitzonderingsaanvragen door studenten, werd er een uitzonderingscommissie opgericht om specifieke dossiers met de onderwijs- en studentenadministratie, trajectbegeleiding en juridische afdeling te bespreken.
SD2 We bouwen de VUB verder uit als een community of caring voor studenten
Met het oog op de creatie en uitrol van een geïntegreerd welzijnsbeleid hebben we:
• deelgenomen aan een klankbordgroep over studerende mantelzorgers. Daar konden we feedback geven op de inspiratiegids die gecreëerd wordt voor de Vlaamse Hoger Onderwijsinstellingen. We zullen die gids kunnen gebruiken in functie van de ontwikkeling van een eigen VUB-beleid voor student-mantelzorgers.
• is er een nieuw beleid voor studenten in crisis ontwikkeld.
• wisselden we beleidsinitiatieven en good practices uit met de collega’s die binnen het UZ Brussel actief zijn binnen het thema welzijn.
Met het oog op het voeren van een duurzaam, data- en impactgedreven sociaal beleid:
• startte in februari 2024 een eenjarig beleidsvoorbereidend onderzoek. Binnen dat onderzoek is een richtinggevend kader gecreëerd dat de doelgroep en opdrachten op het vlak van studiebegeleiding scherp stelt en de primaire doelgroepen met (mogelijke) specifieke ondersteuningsnoden. Vertrekkende van dat richtinggevende kader is er voor studiebegeleiding een set van KPI’s gecreëerd om de meetbare impact die we willen bereiken met studiebegeleiding te inventariseren. Op basis van het KPI-overzicht zijn er een aantal Power BI-dashboards uitgebouwd waarmee we kunnen rapporteren over 1) het bereik en 2) de meetbare impact van studiebegeleiding.
• hebben we onderzoeksvragen opgesteld voor de VUB-data die we konden vergaren via de Welzijnsmonitor 2022-2023. Deze onderzoeksvragen zijn in 2024 beantwoord dankzij de nodige data-analyses.
Het uitbouwen van een community of caring voor onze studenten is belangrijk. Daarvoor:
• is de erkenning van het engagement van de verschillende welzijnsactoren binnen de VUB belangrijk. We organiseerden voor deze welzijnsactoren een netwerkevent. Zo’n event stimuleert het erkennen en aanvaarden van verantwoordelijkheden inzake studentenwelzijn, en faciliteert onderling samenwerking tussen hen.
• creëerden we een flyer “wijzer in welzijn” die studenten en onze verschillende welzijnsactoren een overzicht biedt van alle ondersteunende mogelijkheden, binnen en buiten de VUB.
• organiseerden we poortwachterstrainingen voor onze welzijnsactoren, opdat ze welzijnssignalen zouden kunnen (h) erkennen, welzijnstips kunnen geven en gericht kunnen doorverwijzen. Van de bestaande training ontwikkelden we een Engelstalige versie. Bijkomend is de training aangepast aan specifieke VUB-thema’s die we konden detecteren uit de resultaten van de Vlaamse welzijnsmonitor, maar ook vraaggestuurd (bv. Student in crisis, compassionate university, ...). We bereikten met de poortwachterstraining in 2024 al verschillende actoren binnen de VUB:
- Alle medewerkers van Onderwijs en Studentenzaken
- De vertrouwenspersonen binnen de studentenverenigingen, gecombineerd met intervisie-mogelijkheden
- De poortwachtertraining is – voor alle geïnteresseerde VUB-medewerkers - opgenomen in het VUBLRN-aanbod en wordt één keer per semester georganiseerd bij minstens zes inschrijvingen.
• exploreerden we het gebruik van digitale AI-tools. De workshop “AI in begeleidingscontext” van het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs reikte veel handvatten aan.
Het verder versterken van het aanbod aan primaire preventie realiseerden we onder andere door:
• in te zetten op efficiëntere en effectievere communicatie over studentenwelzijn. Op het studentenportaal optimaliseerden we de opbouw van de webpagina’s omtrent welzijn en gezondheid zodat het zelf-aan-de-slag-materiaal voor studenten gemakkelijker toegankelijk is;
• zowel het middelenbeleid als grenswijs beleid van de VUB te implementeren.
• ruimschoots de ambitie te realiseren om per semester één primaire welzijnsactie te organiseren. Tijdens de nationale actie Tournée Minérale organiseerden we een mocktail-proeverij om studenten te sensibiliseren voor non-alcoholische alternatieven. We lanceerden aan de start van het academiejaar de campagne ‘een helder hoofd scoort beter – keep your night bright” om studenten bewust te maken van middelengebruik en de risico’s die ermee gelinkt zijn. Aan de vooravond van de eindejaarsperiode verspreidden we onder de studentengemeenschap wenskaarten die studenten aan hun medestudenten (of anderen) konden bezorgen om elkaar een hart onder de riem te steken.
• de formule te beproeven om de opleidingsgerichte studentenverenigingen aan het begin van het academiejaar actief mee in te schakelen voor de sociale en academische integratie van nieuwe studenten.
SD3 We versterken het beleid rond studievoortgang
• De nieuwe regelgeving inzake studievoortgang werd geïmplementeerd.
• De monitoring van de gewijzigde regelgeving rond studievoortgang, studieomvang, volgtijdelijkheid en remediëring werd opgestart en is in ontwikkeling.
• In januari 2024 werd met tijdelijke ASP5-middelen een projectmedewerker voor studierendement aangesteld.
• We stelden een data-driven en onderzoeksgeïnformeerd theoretisch kader over studierendement op. De factoren die uit literatuuronderzoek naar voren kwamen als impactvol, aangevuld met VUB-specifieke factoren, werden ondergebracht in vier grote domeinen: Instroom en oriëntatie, Binding en onthaal, Eigenaarschap bij de student, en Curriculum en onderwijskwaliteit. Voor elk van deze domeinen zijn er suggesties om naar een verbeterd studierendement toe te werken.
• Het bovengenoemde theoretisch kader diende als basis voor het ondersteuningsaanbod voor opleidingen/docenten op SharePoint.
• We ontwikkelden een instellingsbreed studierendementsbeleid met acht concrete beleidsacties:
- Jaarlijkse monitoring en opvolging van studierendement
- Data-driven beleid rond instroom en doorstroom
- Breed gedragen rekruterings- en oriëntatiebeleid
- Inclusief en warm onthaalbeleid
- Evaluatie van studievoortgangsbeleid
- Instellingsbreed taalbeleid
- Aandacht voor studenten met specifieke ondersteuningsnoden en studentenwelzijn
- Extra structuur en ondersteuning voor BA1-studenten
Het studierendementsbeleid steunt op de factoren beschreven in het theoretisch kader (cf. supra) en de essentiële
actoren binnen de VUB. We rollen dit beleid verder uit in 2025.
• We ontwikkelden monitoringtools in Power BI om een prioritering te maken van opleidingen met rendementsknelpunten. Door het studierendement systematisch te monitoren kunnen we uitdagingen snel detecteren en opleidingen gericht ondersteunen.
• We stemmen de ondersteuning voor docenten en studenten af op het genoemde studierendementsbeleid: (nieuwe) initiatieven worden gebundeld, bestaande lopende acties worden versterkt.
• Tijdens het ‘Urban Engaged Onderwijscongres’ (zie SD5) was studiesucces een van de centrale thema’s. De nieuwe oproep voor de curriculumvernieuwingsmandaten (zie SD7) in 2025 vermeldt studierendement ook expliciet als focusgebied.
SD4 We ontwikkelen een talenbeleid 2.0
• We waarborgden opnieuw de volledige cyclus van het ‘talenbeleid academisch Nederlands’. Bij de start van het academiejaar namen we de LINA-taaltest af bij een grote meerderheid van de generatiestudenten. We koppelden de resultaten terug naar de studenten, en verzorgden het uitgebouwde remediëringstraject (taalafspraken, individuele begeleiding, online-ondersteuning, STAN-taallessen, ...). We werkten met de opleidingsraden verder aan de inbedding van een taalleerlijn in de individuele opleidingsprogramma’s en rapporteerden over de LINA-resultaten binnen elke opleiding. We verzorgden workshops en gastlessen op maat over academisch Nederlands binnen de opleidingen. Door de steeds groeiende vraag naar ondersteuning bij een ongewijzigd budget zit het team taalbeleid Nederlands op de grenzen van wat het kan behappen.
• We profileerden ons verder als kwaliteitsvol taaltestcentrum in Brussel. We bereikten opnieuw de bezettingsgraad van onze TOEFL-testafnames van voor de pandemie. Daarnaast verzorgden we ook de ITACE-, ITNA en CNaVT-testafnames.
• We bleven aanwezig in een aantal belangrijke fora rond meertaligheid, waaronder de Brusselse Raad voor Meertaligheid. We begeleidden onderzoek naar meertaligheid in het Gewest (taalbarometer). We verzorgden lezingen voor externe partners (bijvoorbeeld VGC-directie) waarin de VUB-expertise over meertaligheid duidelijk aangetoond werd. In het kader van BUA werkten we een aanbod van opleidingsdagen uit voor leerkrachten in het immersieonderwijs. We zijn daarnaast ook volop bezig met de voorbereidingen van het colloquium Neerlandicum (wereldcongres voor de neerlandistiek), dat in 2025 voor het eerst in 60 jaar naar Brussel en de VUB komt, met als thema ‘Nederlands in meertalige contexten’.
• We werkten mee aan de verdere succesvolle uitrol van de meertalige Bachelor in Linguistics and Literary Studies (die een van de sterkst groeiende opleidingen van de VUB werd), en aan het consolideren van de Multilingual Master in Linguistics and Literary Studies (ondertussen de grootste masteropleidng taal- en letterkunde in Vlaanderen).
• We verzorgen (naast het ACTO-onderwijsaanbod) taaltafels voor het in de praktijk brengen van Nederlands, Frans, Spaans, Italiaans, Duits en Engels. We blijven betrokken bij het Tandem-project van VUB en ULB.
• OD 4.2, 4.3 en 4.6 zijn gepauzeerd, in afwachting van de essentiële extra middelen om die acties op te kunnen starten. De vraag vanuit de opleidingen naar een equivalent taalbeleid Engels (met de bijbehorende testafname en remediëring) (OD 4.2 en 4.3) blijft intussen toenemen.
SD5 We verspreiden, implementeren en consolideren de vernieuwde, geïntegreerde onderwijsvisie
• In maart 2024 organiseerden we het ‘Urban Engaged Onderwijscongres’. Een inspirerende dag voor en door VUB-lesgevers, onderwijsmakers en onderwijsondersteuners, gewijd aan de verdere operationalisering en uitrol van de vernieuwde visie. 255 deelnemers wisselden ervaringen en praktijkvoorbeelden uit rond de thema’s diversiteit, maximaliseren van studiesucces, open en co-creatief onderwijs, onderwijsvernieuwing in team en de rol van AI in onderwijs.
• Naar aanleiding van het Onderwijscongres ontwikkelden we een informatief kwartetspel met korte uitleg, praktijkvoorbeelden en links naar meer informatie op de Sharepoint ondersteuningswebsite voor elk van de 7 ingrediënten uit de onderwijsvisie. De spellen werden o.a. uitgedeeld op het Onderwijscongres, de onderwijstrainingen voor assistenten en de onthaaldag voor nieuw personeel.
• We finaliseerden het beleidsvoorbereidend onderzoek (BVO) rond de optimalisatie van het opleidingsaanbod met als doel de interne besluitvorming rond het aanbod te verbeteren en deze besluitvormingsprocessen meteen ook te koppelen aan de vernieuwde onderwijsvisie. Dit kader zal nu de basis vormen voor een meer strategische en data-gebaseerde monitoring van het opleidingsaanbod dat we beginnen uitrollen in 2025.
• In overeenstemming met de onderwijsvisie VUB als Urban Engaged University speelde VUB een sleutelrol in de voorbereidingen voor de kandidatuur van Molenbeek als Europese Culturele Hoofdstad in 2030. Dankzij de actieve betrokkenheid van onze studenten, docenten en onderzoekers hebben we thematische en methodologische krachtlijnen van de kandidatuur mee vorm gegeven. In samenwerking met zusteruniversiteit ULB en talrijke lokale en internationale partners leverden we een belangrijke bijdrage aan het eerste bidbook, dat door de Europese jury werd geprezen om zijn kwaliteit, relevantie en vernieuwend karakter. Nu Molenbeek, samen met Namen en Leuven, op de shortlist staat, blijven we onze steun en expertise inzetten om deze unieke kans voor Brussel en Europa te realiseren.
SD6 We realiseren onderwijsinnovatie via doelgericht blenden van relevante onderwijs/leermethoden en – technologie/ infrastructuur
• We zetten vanaf 2024 in op het ontwikkelen van een aanbod rond studierendement, diversiteit en studentenwelzijn via de daartoe aangestelde ASP5-medewerkers en brengen dat onder bij Jaarondersteuningsaanbod (OD 7.2) en de bijhorende begeleidingstrajecten voor opleidingsteams worden geïntegreerd onder Teamprofessionalisering (OD 7.3). Daarbovenop zorgde de impact van generatieve AI in het onderwijs ervoor dat de focus op ondersteuning van blended leren verlaten werd ten voordele van AI-ondersteuning (zie SD7).
• In het kader van het Erasmus+-project Supporting Professionals and Academics for Community Engagement (SPACE, 2024-2026) werden docenten en opleidingen ondersteund bij de realisatie van een weloverwogen blend (nl. synchroon/ asynchroon, fysiek/online, in connectie met Brussel, Europa en de wereld). Hierbij lag de nadruk op duurzame partnerschappen, authentieke leeractiviteiten, aandacht voor diversiteit, inclusie en grootstedelijke transitievraagstukken. De ondersteuningstrajecten benutten de unieke Brusselse context om authentiek onderwijs vorm te geven in nauwe interactie met lokale en internationale partners.
SD7 We borgen en ondersteunen de kwaliteit van het onderwijs en zetten daarbij opleidingsteams centraal
• Op het vlak van valorisatie van het onderwijs werd verder gewerkt aan een vernieuwd ZAP-loopbaanmodel waarin teamgericht en visie-gebaseerd werken op het vlak van onderwijs een sterkere nadruk krijgt. Het model zal in 2025 worden uitgerold.
• We introduceerden meerdere nieuwe initiatieven om een antwoord te bieden aan het opkomende gebruik van Artificiële Intelligentie (AI) in onderwijs en onderzoek: een vervolgsessie rond genAI in onderwijs voor opleidingsraadvoorzitters, een interne professionaliseringssessie rond AI voor medewerkers van OWON en SB, ondersteuning op maat voor opleidingsteams,...
• Een synchroon en asynchroon jaarondersteuningsaanbod gericht op individuele docenten en afgestemd op de onderwijsvisie werd opnieuw aangeboden. Het ZAP-Onderwijstraject werd volledig vernieuwd en kende een eerste succesvolle editie. Bekendmaking van het aanbod werd uitgebreid met onze aanwezigheid op de infomarkt van de Welcome Day 2024 voor nieuw personeel.
• In functie van de professionalisering rond onderwijskundig leiderschap organiseerden we 2 fora voor opleidingsraadvoorzitters, een workshop rond gebruik van specifieke dashboards in PowerBI en een infosessie voor nieuwe opleidingsraadvoorzitters. Daarnaast droegen we bij aan de organisatie van de Academic Leadership Days, een driedaags initiatief samen met M&O en Research, gericht op junior ZAP, dat voor het eerst in de huidige vorm werd ingericht in 2022.
• Een nieuwe oproep voor curriculumvernieuwingsmandaten werd gelanceerd en structureel verankerd in de werking. In het tweede deel van 2024 gingen 21 mandaathouders verspreid over 7 projecten aan de slag om curriculum-brede vernieuwingen in de opleidingen te realiseren. Via de mandaten werd capaciteit gecreëerd bij opleidingen en docenten om relevante vernieuwingen in het curriculum te realiseren, pedagogisch-didactische competenties te ontwikkelen, aan expertisedeling te doen met collega’s en op die manier ook de vernieuwde VUB-onderwijsvisie in de praktijk te brengen.
• We zetten de ‘CuSTm’ (Curriculum Support voor docentenTeams) ondersteuningsmethodiek voor opleidingsteams verder, met aandacht voor de vernieuwde onderwijsvisie en VUB-brede prioriteiten (bv. studierendement, diversiteit).
• We rolden de kwaliteitscyclus verder uit: opleidingsraden werden gericht ondersteund op basis van hun strategieplannen. De hervorming van de studentenfeedback wierp haar eerste vruchten af en leidde tot een lichte stijging in de respons. Voor 8 opleidingsraden werd een Peer Review georganiseerd en er vonden 7 Interne Opvolggesprekken plaats. De Kwaliteitsraad Onderwijs nam op basis daarvan de nodige borgingsbesluiten.
• Tot slot rondden we in 2024 onze deelname aan de Systeembrede Analyse van NVAO rond curriculumontwikkeling & futureproof curricula af met een gezamenlijke publicatie als resultaat en kennisdeling met het brede publiek op het bekendmakingsevent van 11 oktober 2024. We nemen eveneens deel aan de daaropvolgende Systeembrede Analyse (2024-2025) met studentenparticipatie als thema.
SD8 We bieden een onderwijs aan in Eutopia European University
In dit Erasmus project werkt Vrije Universiteit Brussel samen met 9 Europese universiteiten en 6 global partners. Zowel in het pilootproject EUTOPIA 2050 (2019 -2022) als in het verdiepend project EUTOPIA MORE (2023 - 2026 plus mogelijke verlenging) is aan VUB de leiding toevertrouwd voor de uitbouw van het onderwijsmodel. De bouwstenen van deze aanpak zijn de zogenaamde Connected Learning Communities (CLC) waarvan er in het pilootproject 30 werden opgericht en gedurende 2 academische jaren begeleid werden door het centrale curriculum team. Het overgrote deel van deze Communities bevinden zich nu in een fase van voortgang die hen toelaat de gezamenlijke cross campus leeractiviteiten te integreren in bestaande onderwijs opdrachten van de deelnemende academische staf. In het vervolgproject blijven we werken aan de integratie en ontwikkeling van de Connected Learning Communities, maar gaan we ook over tot de geleidelijke oprichting van 30 nieuwe Connected Communities (CC) die zich engageren voor samenwerking zowel op vlak van onderwijs als van onderzoek.
Het is belangrijk te vermelden dat op vlak van onderwijs EUTOPIA als hoofdbedoeling heeft om de internationale dimensie te versterken van leercomponenten die deel uitmaken van het bestaande curriculum in de partneruniversiteiten (ba/ ma/ phd). EUTOPIA voegt dus geen curriculum toe maar wenst geselecteerde opleidingsonderdelen te verrijken door samenwerking met collega’s die in de partneruniversiteiten gelijkaardige onderwerpen behandelen. De opleidingsonderdelen die voor samenwerking in aanmerking komen worden gekozen op basis van hun aansluiting bij de visie van de alliantie en die gericht is op het doorbreken van tegenstellingen tussen: onderwijs versus onderzoek; universiteit versus de brede samenleving, student versus docent en diplomagericht studeren versus soepele leerpaden. Dit laatste aspect wordt bijkomend uitgewerkt in een aan de EUTOPIA-partners toegekend Erasmus Key Action project (2022 - 2024) dat de naam FLECSLAB draagt en het potentieel van het EUTOPIA-onderwijsmodel nagaat voor het ontwikkelen van flexibele mechanismen in levenslang leren. Dit project wordt nu opgeleverd en de resultaten werden in december 2024 voorgesteld tijdens een beleidsgerichte workshop in samenwerking met het Europees Sociaal en Economisch Overlegcomité. In die zin loopt EUTOPIA op vele vlakken samen met de inspanningen voor onderwijsvernieuwing waarvoor VUB zich standvastig inzet.
Het afgelopen jaar 2024 was het tweede werkingsjaar van het verdiepingsproject MORE en alle onderwijsdoelstellingen geformuleerd in het project werden gerespecteerd zowel in termen van tijdslijn als inhoud. Deze verwezenlijkingen worden op VUB opgevolgd en gedetailleerd beschreven in een 6-maandelijkse rapportering aan de centrale projectleiding in handen van de Pompeu Fabra partneruniversiteit in Barcelona. Enerzijds werden de 30 CLC uit EUTOPIA 2050 verder begeleid in hun traject naar behoud van toegevoegde waarde. Anderzijds zijn nu 20 van de 30 in EUTOPIA MORE geplande CC operationeel en is de selectie ronde voor de laatste cohorte van CC ingezet in november 2024. De CC komen duidelijk tegemoet aan hun engagement en bouwen verbondenheid uit voor onderzoeksonderbouwd leren. Gemiddeld en verspreid over de 10 partners zijn in de operationele thematische netwerken (CLC en CC) meer dan 350 leden van het academisch korps betrokken en worden elk academisch jaar zowat 3000 studenten aangesproken in door samenwerking verrijkte opleidingsonderdelen en kennisaktiviteiten .
Om dit bereik te kunnen volhouden zal volop ingezet worden op de erkenning van de inspanningen geleverd door personeel en studenten die betrokken zijn in de CLC en CC. Hiertoe werd in 2024 en met de steun van de 10 vice rectoren onderwijs een samenwerking opgezet tussen het EUTOPIA curriculum team en een zogenaamde Community of Practice die samengesteld is uit administratoren verantwoordelijk voor curriculumbeheer en kwaliteitszorg in de 10 partneruniversiteiten . Samen zullen zij met respect voor de interne reglementeringen de procedures uitrollen voor het toekennen van EUTOPIA-labels en microcredentials.
In 2024 werd daartoe het centrale monitoringsysteem verder verfijnd en worden de cross campus leeractiviteiten in de Communities systematisch opgevolgd .
VUB werkt met dit doel voor ogen ook als partner mee in andere Europese projecten gericht op vormgeving van Europese erkenning en ondersteuning van onderwijssamenwerking (met name SMARTT, BRIDGE en SPACE).
II. OPLEIDINGSAANBOD
De officiële referentielijsten betreffende het opleidingsaanbod (het ‘Opleidingsregister’), die een overzicht van het actuele opleidingsaanbod bevatten, worden ieder academiejaar geactualiseerd. Het Opleidingsregister en de bijhorende lijsten gelden als enige officiële referentie voor het opleidingsaanbod van de Vrije Universiteit Brussel. Dit geldt voor alle publicitaire, rekruterings- en andere initiatieven betreffende het onderwijsaanbod, voor het nemen van inschrijvingen en voor het diplomeren. Het opleidingsregister voor het academiejaar 2023-2024 werd door de Onderwijsraad op 15 juni 2023 goedgekeurd.
Tijdens het kalenderjaar 2024 werden meerdere curriculumwijzigingen doorgevoerd in het opleidingsaanbod. Bij het doorvoeren van wijzigingen in de curricula van onze opleidingen wordt zorgvuldig toegezien op het correcte procedurele verloop, zodat de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewaarborgd en ervoor gezorgd wordt dat alle belanghebbenden actief betrokken zijn. Om dit proces te begeleiden, werden ‘Richtlijnen voor Curriculumopbouw’ en een ‘Reglement houdende procedures voor curriculumbeheer’ opgesteld. Deze laatste werd in september 2023 geactualiseerd met ingang van het academiejaar 2023-2024.
Curriculumwijzigingen worden geïnitieerd en besproken op het niveau van de Opleidingsraad. Vervolgens worden ze op facultair niveau goedgekeurd en daarna op centraal instellingsniveau – Onderwijsraad en (desgevallend) Academische Raad – geëvalueerd en bekrachtigd. Gedurende dit proces van curriculumwijzigingen in deze gremia worden vertegenwoordigers van studenten, alumni en het werkveld betrokken bij de beraadslaging en besluitvorming.
1. OVERZICHT EN EVOLUTIE OPLEIDINGSAANBOD
Initiële bacheloropleidingen
In het academiejaar 2023-2024 bood de VUB 32 initiële bacheloropleidingen aan. De Bachelor of Science in de Wiskunde, die in 2022-2023 nog uitdovend werd ingericht, werd sinds 2023-2024 niet meer aangeboden.
Eén opleiding wordt interuniversitair georganiseerd; de Bachelor of Science in Social Sciences, een gezamenlijke opleiding met de Universiteit Gent.
Voor twee bacheloropleidingen werden in 2023-2024 nieuwe profielen of minors aangeboden:
• In de Bachelor of Arts in de Geschiedenis werd de minor ‘Human Sciences’ en de minor ‘Social Sciences’ toegevoegd;
• In de Bachelor of Arts in Kunstwetenschappen en Archeologie werd het nieuw profiel ‘Archeologische Wetenschappen’ ingericht.
Masteropleidingen
In het academiejaar 2023-2024 bood de VUB 102 masteropleidingen aan; 81 initiële masteropleiding (waarvan 26 interuniversitaire opleidingen) en 21 master-na-masteropleidingen (waarvan 14 interuniversitaire opleidingen). Verder werden er 8 educatieve masteropleidingen ingericht.
Van deze masteropleidingen hadden er 7 de status ‘bevroren’; voor deze opleidingen konden studenten zich niet inschrijven voor het academiejaar 2023-2024:
• International Master of Science in Biomedical Engineering;
• Master of Science in de biomoleculaire wetenschappen;
• Master of Science in Biomolecular Sciences;
• European Master of Science in Photonics;
• Master of Science in de fysica en sterrenkunde;
• Master of Science in de actuariële wetenschappen;
• Master of Arts in American Studies.
Er zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd aan het opleidingsaanbod van de masteropleidingen. Zo is in het academiejaar 2023-2024 de Master of Science in Applied Informatics met bijhorende profielen ‘Big Data Technology’ en ‘Artificial Intelligence’ voor het eerst ingericht. De Master of Arts in de archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentenbeheer werd gewijzigd in de Master of Arts in de archivistiek: erfgoed- en informatiebeheer.
Verder werden volgende profielen ingericht:
• Binnen de Master of Arts in de journalistiek werden de opties ‘Gedrukte en online media’ en Radio- en Tv-journalistiek’ vervangen door de profielen ‘Tekstmedia (TXT)’ en ‘Audiovisuele media (AVM)’.
• In de Master of Science in de biomedische ingenieurstechnieken en de Master of Science in Biomedical Engineering werd een nieuw profiel ‘Artificiële intelligentie en digitale gezondheid’ of ‘Artificial intelligence and Digital Health’ ingericht.
• Een vijfde profiel ‘Digitalisation’ werd toegevoegd aan de Advanced Master in European Integration.
Verschillende afstudeerrichtingen en profielen veranderden van naam:
• Binnen de Master of Science in de communicatiewetenschappen wijzigde de afstudeerrichting ‘Media en Cultuur’ naar ‘Media en Samenleving’.
• In de Master of Science in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek’ wijzigde de afstudeerrichtingen ‘Werktuigbouwkunde’, ‘Lucht- en ruimtevaart’ en ‘Voertuigtechnologie en transport’ in ‘Robotica en mechanische constructie’, ‘Luchtvaart’ en ‘Duurzaam transport en voertuigtechnologie’.
• Het traject ‘2 talen’ in de Master of Arts in het tolken werd veranderd in ‘2 hoofdtalen’. Daarnaast werd een nieuw traject ‘1 hoofdtaal’ uitgewerkt.
• Ook in de Master of Arts in het vertalen werd de naamsverandering van het traject ‘2 talen’ in ‘2 hoofdtalen’ en de uitwerking van een nieuw traject ‘1 hoofdtaal’ uitgevoerd.
Tot slot werden binnen de Master of Science in de communicatiewetenschappen de afstudeerrichtingen ‘Media, Journalistiek en Politiek’ en ‘Media en innovatie’ bevroren.
Schakel- en voorbereidingsprogramma’s
In het academiejaar 2023-2024 bood de VUB voor 25 masteropleidingen een schakelprogramma en voor 54 masteropleidingen een voorbereidingsprogramma aan.
Voor de 8 educatieve masteropleidingen werd eveneens een schakelprogramma ingericht. Voor 23 masteropleidingen werd er zowel een schakel- als een voorbereidingsprogramma ingericht.
Volgende wijzigingen werden doorgevoerd aan schakel- en voorbereidingsprogramma’s:
• Het schakelprogramma Master of Arts in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen: gender en diversiteit werd gewijzigd in het schakelprogramma Master of Arts in gender en diversiteit.
• Het schakelprogramma Master of Science in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie werd opnieuw geactiveerd.
Werkstudenttrajecten
Ten behoeve van de studenten die studeren wensen te combineren met een beroepsactiviteit werden in totaal 6 werkstudenttrajecten voor bacheloropleidingen, 21 voor masteropleidingen, 16 voor voorbereidingsprogramma’s en 13 voor schakelprogramma’s ingericht.
Het schakelprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde, de Bachelor of Science in de toegepaste economische wetenschappen en het voorbereidingsprogramma Master of Science in de toegepaste economische wetenschappen werden in 2023-2024 enkel nog uitdovend ingericht.
Van deze trajecten voor werkstudenten hadden de Bachelor of Arts in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen en de Bachelor of Science in de criminologische wetenschappen de status ‘bevroren’. Deze werden niet aangeboden in 2023-2024.
Doctoraatsopleidingen
In het academiejaar 2023-2024 bood de VUB 41 doctoraatsopleidingen aan.
Postgraduaten, langdurige permanente vormingen en micro-credentials
De VUB bood in het academiejaar 2023-2024 een divers aanbod aan met 36 postgraduaten (waarvan 5 interuniversitair), 19 langdurige permanente vormingen (waarvan 15 interuniversitair), en 13 micro-credentials (waarvan 2 in samenwerking met de Erasmus Hogeschool).
13 van de 36 postgraduaten hadden de status ‘bevroren’ in academiejaar 2023-2024; hiervoor kon dus niet worden ingeschreven:
• PG China Business Development;
• PG Chinese Business Law;
• PG Contemporary China Studies;
• PG Contemporary Chinese Art;
• PG Energiecoördinator;
• PG Expertise mondheelkunde – inclusief orale pathologie en implantologie;
• PG Fiscaal recht;
• PG (International Postgraduate Course in) Football Business;
• PG International Business Arbitration;
• PG Investing in the EU-Benelux as a Gateway;
• PG Linguale orthodontische expertise;
• PG Multilingual Education, Learning and Teaching;
• PG Preventieadviseur niveau 1
Het postgraduaat Geavanceerde Echocardiografie en de Permante Vorming Ziekenhuisstage werden vanaf 2023-2024 stopgezet.
De curriculumwijzigingen en de ontwikkelingen binnen het aanbod van levenslang leren worden verder toegelicht onder 2. De uitbouw van het aanbod Levenslang Leren.
Anderstalige opleidingen
In het academiejaar 2023-2024 bood de VUB 3 anderstalige bacheloropleidingen aan, waarvan 1 interuniversitair. Daarnaast waren er 33 anderstalige initiële masteropleidingen, waarvan 19 interuniversitair, en 7 anderstalige master-na-masteropleidingen, waarvan 5 interuniversitair.
Van deze masteropleidingen hadden er 4 de status ‘bevroren’:
• International Master of Science in Biomedical Engineering;
• Master of Science in Biomolecular Sciences;
• European Master of Science in Photonics
• Master of Arts in American Studies
In hetzelfde academiejaar bood de VUB 22 anderstalige postgraduaten aan, waarvan 1 interuniversitair en 8 met de status ‘bevroren’, 3 anderstalige langdurige permanente vormingen, waarvan 2 interuniversitair en 7 anderstalige microcredentials.
DE UITBOUW VAN HET AANBOD LEVENSLANG LEREN
Levenslang Leren (LLL) is één van de zeven ingrediënten om de visie op onderwijs aan de VUB vorm te geven.
In 2024 werd de centrale ondersteuning via de aanspreekpunten LLL binnen de faculteiten bestendigd, alsook de continuering van begeleidingsinitiatieven voor LLL-studenten.
Vanuit het Eutopia-consortium werden in het kader van LLL diverse Communities of Practice (COP) georganiseerd aangaande erkenning van Eutopia Connected Learning Communities. In deze COP’s werden de verschillende praktijken en processen van de partnerinstellingen bediscussieerd. Aansluitend volgde een bevraging waar de VUB als partnerinstelling ook aan deelnam. In 2025 worden de ontwikkelingen verder opgevolgd alsook de implementatie o.a. van een Eutopia-certificaat.
Er werden in 2024 2 nieuwe postgraduaten gecreëerd: postgraduaat International Football Business (faculteit LK) in samenwerking Global Institute of Sport (GIS), met ingang vanaf academiejaar 2024-2025; postgraduaat Inter-University Certificate in Embedded Systems (faculteit WE) in samenwerking met UCLouvain, AISIN en ALSTOM, met ingang vanaf academiejaar 2025-2026.
Het postgraduaat Public Procurement (BSoG/IES) in samenwerking met LEXXION werd stopgezet vanaf academiejaar 2024-2025 omwille van het niet behalen van het beoogde studentenaantal. Huidige ingeschreven studenten kunnen hun opleidingsonderdelen verder afwerken. Er gebeurde een primaire wijziging van het Postgraduate Certificate in European policy-making, met ingang van academiejaar 2025-2026.
Het aanbod van micro-credentials werd uitgebreid: micro-credential Introduction to Robotics (faculteit IR); micro-credential Advanced Thermal Analyses (faculteit IR); micro-credential Rehabilitation and Technology: The basis (faculteit LK); micro-credential Rehabilitation and Technology: Programming & basic visualisation (faculteit LK).
In academiejaar 2023-2024 registreerden we 76 inschrijvingen voor micro-credentials, respectievelijk 74 in het eerste semester en 2 in het tweede semester. De micro-credential Electrocardiografie (faculteit GF) en de micro-credential Sustainability (faculteit ES) kenden de meeste inschrijvingen respectievelijk 52 en 10. De micro-credential in de faculteit GF wordt zowel in het eerste als tweede semester aangeboden.
De samenwerkingsovereenkomst van de permanente vorming Geweldloos Verzet (faculteit PE) en het Belgisch Instituut voor Geweldloos Verzet vzw. (BIGV) werd hernieuwd met ingang van academiejaar 2024-2025.
NOVA ACADEMY: ALLIANTIE MET UGENT EN UANTWERPEN VOOR
LEVENSLANG LEREN
Communicatieplatform
Nova Academy
In 2024 werd de samenwerking tussen de UGent, UAntwerpen en VUB binnen Nova Academy bestendigd. Het aanbod levenslang leren (o.a. postgraduaten, micro-credentials, langdurende en kortlopende opleidingen, studiedagen en lezingen) van de drie universiteiten werd verder zichtbaar gemaakt op het gemeenschappelijk platform www.Nova-Academy.be
Er stonden in totaal 60 postgraduaatsopleidingen, 168 micro-credentials, 139 lang- en kortlopende opleidingen en 188 lezingen en studiedagen in de kijker.
Om het nieuw aanbod kortlopende- en langdurende LLL-opleidingen te promoten werden ook in 2024 videoclips voor een sociale mediacampagne gemaakt in samenwerking met een externe firma. De betrokken docenten konden via dit kanaal hun nieuwe opleiding in de kijker zetten. Voor de VUB gebeurde dit o.a. voor de permanente vorming Werken met verlies en rouw (faculteit PE) in samenwerking met Verbinding in verlies (ViV). Het aantal beoogde inschrijvingen werd behaald. De VUB zette tevens met de medewerking van de faculteit PE het domein Gezondheid en Welzijn in de kijker.
In het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de website te verbeteren. Op het gezamenlijk platform werden ook de zoekmotoren “Zoek een opleiding” en “Inspireer mij” toegevoegd. Daarnaast zijn er landingspagina’s per domein ontwikkeld. Het betreft de volgende 6 domeinen: Gezondheid en Welzijn; Taal en Literatuur; Maatschappij; Wetenschap en Technologie; Cultuur; Onderwijs en pedagogie.
Steering Committee Nova Academy
Het Steering Committee Nova Academy kwam bijeen op 17/01/2024, 22/05/2024 en 11/09/2024 met op de agenda:
• De strategische doelstellingen van de samenwerking.
• Het plan en werkingsbudget voor de communicatie over het aanbod naar toekomstige deelnemers, het werkveld en de maatschappij.
• De mogelijke uitbreiding van Nova Academy met de hogescholen van de drie associaties.
Gezamenlijk aanbod
In de maand september 2024 werd de gezamenlijke korte opleiding 5G in samenwerking met Proximus door de UAntwerpen georganiseerd. Vanuit de VUB zijn docenten uit de faculteit IR betrokken. Er werden 14 certificaten aan de deelnemers uitgereikt. In 2025 verlopen de inschrijvingen via de Ugent.
Overzicht andere Nova Academy initiatieven
• Het LLL-aanbod van de Nova Academy instellingen werd in het voorjaar 2024 o.a. zichtbaar gemaakt op de tweedaagse Lifelong Learning Conference in Brussel georganiseerd onder het Belgisch voorzitterschap van EU, de Flanders Technology & Innovation beurs in Antwerpen, Keynote op de bijeenkomst van de DirecteurGeneraals in het Hoger Onderwijs in het kader van het Europees Voorzitterschap, Internationaal congres EUCEN rond LLL in Cork ...
• Om maximaal in te zetten op samenwerking en uitwisseling van good practices werd op 22 november 2024 een derde meet & greet Nova Academy georganiseerd in Gent voor de medewerkers LLL van de 3 instellingen.
In 2024 werden besprekingen geïnitieerd vanuit de Nova Academy partnerinstellingen in het kader van een mogelijke uitbreiding van Nova Academy met de associatiepartners van de hogescholen. De associatiepartner van de VUB, zijnde de Erasmus Hogeschool Brussel (EhB), is geïnteresseerd om in te stappen. In 2025 wordt dit verder opgevolgd en geconcretiseerd.
UAB: alliantie VUB met Erasmus Hogeschool Brussel
Het draaiboek met bestaande opleidingsincentives in de 3 gewesten werd geactualiseerd.
III. GEGEVENS STUDENTEN
III. GEGEVENS STUDENTEN
Hieronder volgt een samenvattend overzicht van de gegevens van de studenten voor academiejaar 23-24. Algemeen werden per 15 december alle door de VUB geregistreerde inschrijvingen op opleidingen, vakinschrijvingen (inclusief behaalde resultaten) en diploma’s gevalideerd door de rector waarna finaal doorgestuurd naar de Databank Hoger Onderwijs (DHO). De details van de gegevens zijn te consulteren bij DHO.
Hieronder volgt een samenvattend overzicht van de gegevens van de studenten voor academiejaar 23-24. Algemeen werden per 15 december alle door de VUB geregistreerde inschrijvingen op opleidingen, vakinschrijvingen (inclusief behaalde resultaten) en diploma’s gevalideerd door de rector waarna finaal doorgestuurd naar de Databank Hoger Onderwijs (DHO). De details van de gegevens zijn te consulteren bij DHO.
Inschrijvingen met opsplitsing per geslacht, studietraject en nationaliteit
Inschrijvingen met opsplitsing per geslacht, studietraject en nationaliteit geslacht studietraject 1 nationaliteit
M F
voltijds
deeltijds
Totaal VUB
andere Totaal per categorie
Tabel 1
Tabel 1
Verdeling aantal studenten per leeftijd AJ2324
1 een voltijds studietraject is hier gedefinieerd als een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 SP.
studenten
Leeftijd
Figuur 2
Figuur 2
Aantal financierbare studenten (algemeen overzicht) Opleidingstype
1 een voltijds studietraject is hier gedefinieerd als een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 SP.
Aantal financierbare studenten (algemeen overzicht)
Opleidingstype Aantal financierbare studenten
Bachelor 10033
Master 6845
Master-na-Master 498
Schakelprogramma 1872
Voorbereidingsprogramma 811
Eindtotaal 20059
Tabel 2
Aantal beursgerechtigde, bijna beursgerechtigde studenten, opgesplitst per faculteit
Tabel 3
Vooropleidingcijfers Secundair, Hoger Onderwijs en doorstromers
Achtergrond Secundair Onderwijs van Generatiestudenten
Onderwijsvorm SO
Buitenlands diploma (incl. Waalse diploma’s) 726
voorgaand SO diploma gekend
Eindtotaal
Tabel 3
Achtergrond Hoger Onderwijs nieuwe niet-generatiestudenten volgens vorige loopbaan
Onderwijsvorm HO Aantal studenten
voorgaand HO diploma gekend
Schakelprogramma & Voorbereidingsprogramma
Eindtotaal 3948
Tabel 3
Achtergrond Hoger Onderwijs doorstromers volgens vorige loopbaan aan de VUB
Loopbaan voorgaande studie VUB Aantal studenten
Studie aan de VUB voorafgaand aan AcJ 13-14 17 Voorbereidingsprogramma 138
Eindtotaal 3429
Tabel 4
Grenslandenverkeer van studenten: aantal studenten van Nederlandse, Franse of Duitse nationaliteit, alsmede studenten woonachtig in het Waalse Gewest
Tabel 5
Trends in de relatieve verdeling van de studenten over de faculteiten, studiegebieden en opleidingen (opleidingstypes) Er zijn geen noemenswaardige verschillen in de relatieve cijfers van de verdeling van de studenten per studiegebied voor academiejaar 2324, in vergelijking met de vijf voorgaande academiejaren. De drie grootste studiegebieden aan de VUB zijn ‘Economische en toegepaste economische wetenschappen’ (16%), ‘Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen’ (13%) en ‘Psychologie en pedagogische wetenschappen’ (12%). Hetzelfde geldt voor de relatieve cijfers per opleidingstype (BA, MA, etc.) of per faculteit. Echter we zien wel een sterke procentuele groei per opleidingstype en per faculteit over de afgelopen vijf academiejaren met uitzondering van de creditcontracten en de voorbereidingsprogramma’s zoals onderstaande tabellen aangeven.
Relatieve cijfers per opleidingstype
Opleidingstype % groei in afgelopen 5j
Tabel 6
Relatieve cijfers studentenaantallen per faculteit
faculteit
Aantal in 2324 % groei in afgelopen 5j
Tabel 7
Cijfers diploma’s
Tabel 7
Cijfers diploma’s
geslacht studietraject
Tabel 8
Tabel 8
Alumni werking Alumni werking

Figuur 3
Figuur 3
3

4

Figuur
Figuur
Figuur 4
Figuur 5
Figuur 5
IV. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
Onderwijsregeling
Studiegelden
Zowel voor EER- als niet-EER-studenten bestaat het verschuldigd studiegeld uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte, overeenkomstig het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft. Het vast gedeelte is eenmaal per academiejaar verschuldigd aan de instelling, ongeacht het aantal studiepunten of inschrijvingen die men dat academiejaar neemt.
De decretale studiegelden dienen jaarlijks voor 1 december van het eraan voorafgaande academiejaar te worden vastgelegd.
De niet-decretaal bepaalde studiegelden worden jaarlijks bij beslissing van de Academische Raad vastgelegd voor academiejaar x+2. Deze worden onderverdeeld in drie tracks, om een hogere transparantie en uniformiteit binnen de verschillende studiegelden te waarborgen.
De studiegelden worden steeds gepubliceerd op de VUB-website (bijlage studiegelden).
Evolutie studiegelden aan de VUB
Na de eerdere opsplitsing van de niet-decretaal vastgelegde studiegelden in 3 tracks (2020-2021) vroeg de Academische Raad in 2023 een hogere transparantie en uniformiteit van de studiegelden, en de afstemming met de studiegelden aan andere instellingen.
Academiejaar 2024-2025 is de eerste fase van de daarbij besliste graduele verhoging (tot het door de Academische Raad besliste niveau in 2026-2027) van de niet-decretaal bepaalde studiegelden in bachelor-, master-, schakel- of voorbereidingsprogramma’s voor niet EER-studenten.
Het aantal opleidingen onder TRACK 3 (uitzonderingen op de graduele stijging) in de studiegelden van 2025-2026 tot een minimum herleiden en de opleidingen maximaal integreren TRACKs 1 of 2 blijft het streefdoel. Zoals in de beleidsnota van de vicerectoren al aangegeven werd, zijn de opleidingen in samenwerking met partners waarbij de VUB het door de partner gevraagde studiegeld overneemt of waarvoor onderling overleg omtrent het studiegeld afgesproken werd, hierop de uitzondering.
Deze uitzondering beperkt de mogelijkheid van de gevraagde uniformiteit in de studiegelden.
Toelatingsvoorwaarden
De kandidaat-student die zich wil inschrijven met een diplomacontract voor een opleiding en die zich voor de eerste maal voor de betrokken opleiding aan de VUB inschrijft, meldt zich aan via de aanmeldingsapplicatie.
De kandidaat-student die zich wil inschrijven met een creditcontract voor opleidingsonderdelen waarvoor hij in principe niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, richt zich met een gemotiveerd verzoek tot de decaan die oordeelt of hij hiervoor over de nodige competenties beschikt.
De kandidaat-student die zich wil inschrijven met een examencontract met het oog op het behalen van credits, richt zich met een gemotiveerd verzoek tot de decaan.
Een inschrijving die in strijd is met de voor de kandidaat-student genomen maatregelen van studievoortgangsbewaking, wordt geweigerd. Aan studenten met een betalingsachterstand wordt de (her)inschrijving geweigerd.
Toelatingsvoorwaarden voor een bacheloropleiding:
De kandidaat-student die een van de volgende diploma’s aan een onderwijsinstelling erkend door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap heeft behaald:
• een diploma van secundair onderwijs;
• een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
• een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid;
• een diploma van gegradueerde of een certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs.
Wordt eveneens toegelaten tot een bacheloropleiding, de kandidaat-student die een diploma of studiebewijs buiten Vlaanderen heeft behaald:
• indien dit diploma of studiebewijs krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend;
• indien dit diploma of studiebewijs door het Agentschap van de Vlaamse Gemeenschap voor Kwaliteitszorg in Onder-
wijs en Vorming (National Academic Recognition Information Centre – Flanders, NARIC Vlaanderen) als gelijkwaardig is erkend. Deze kandidaat-studenten dienen zich aan te melden volgens de procedure inzake inschrijving op basis van een buitenlands diploma. Indien de kandidaat-student geen diploma kan voorleggen, is inschrijving slechts mogelijk volgens de bijzondere toelatingsprocedure.
Wie zich wil inschrijven voor een bacheloropleiding in het studiegebied Geneeskunde of voor opleidingsonderdelen van deze bacheloropleiding, moet vooraf gunstig gerangschikt zijn op basis van het vergelijkend toelatingsexamen arts zoals decretaal opgelegd.
Wie zich wil inschrijven voor de bacheloropleiding bio-ingenieurswetenschappen, biomedische wetenschappen, farmaceutische wetenschappen, fysica en sterrenkunde, industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen: burgerlijk ingenieur, ingenieurswetenschappen: architectuur of wiskunde en data-science, moet deelgenomen hebben aan een starttoets (verplichte ijkingstoets) of een niet-verplichte ijkingstoets zoals bepaald in het instellingsoverschrijdend reglement. Aan een student die de vooropgestelde cesuur voor de verplichte ijkingstoets of starttoets niet behaalt, wordt een verplicht remediëringstraject opgelegd.
Toelatingsvoorwaarden voor een masteropleiding: Voor de inschrijving in een masteropleiding (initiële master, dus niet een MNM-opleiding) moet de kandidaat-student een academisch bachelordiploma hebben behaald.
Voor elke masteropleiding wordt ten minste één academisch bachelordiploma als algemene toelatingsvoorwaarde tot de masteropleiding aangeduid. De toelating tot een masteropleiding kan beperkt worden tot een academische bacheloropleiding met specifieke opleidingskenmerken. Voor soortgelijke bacheloropleidingen die gevolgd werden aan een andere onderwijsinstelling kan het programma van de masteropleiding differentiëren naargelang van de graad van inhoudelijke verwantschap, zonder dat de studieomvang aangepast wordt. Een universiteit en één of meer hogescho(o)l(en) kunnen in de schoot van een associatie gezamenlijk masteropleidingen aanbieden waarvoor als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit geldt van een diploma van een bacheloropleiding in het hoger professioneel onderwijs.
Wie een ander academisch bachelordiploma heeft behaald, kan toegelaten worden indien hij voor een daarvoor omschreven voorbereidingsprogramma is geslaagd.
Wie een professioneel bachelordiploma heeft behaald, wordt toegelaten indien hij voor een daarvoor omschreven schakelprogramma is geslaagd.
Toelating tot de master-na-masteropleiding:
Voor de inschrijving in een master-na-masteropleiding moet de student een masterdiploma hebben behaald. De toelating tot inschrijving kan bovendien afhankelijk worden gemaakt van een geschiktheidsonderzoek. Desgevallend kan een voorbereidingsprogramma worden opgelegd. De toelating tot een master-na-masteropleiding kan beperkt worden tot een masteropleiding met specifieke opleidingskenmerken.
De toelating tot inschrijving voor de master-na-masteropleiding in de specialistische geneeskunde is afhankelijk van een geschiktheidsonderzoek, waarbij per specialisatie een kwantitatieve beperking kan worden bepaald in functie van de beschikbare opleidingscapaciteit. De concrete modaliteiten worden vastgelegd in een afzonderlijk reglement.
Toelating tot de educatieve masteropleiding:
De nadere inschrijvingsvoorwaarden per studiegebied zijn vastgelegd door het MILO. Zo ook voor de voorwaarden inzake taalkennis. Deze voorwaarden zijn terug te vinden via de website van de Universiteit.
Het diploma van de verkorte educatieve masteropleiding kan slechts worden uitgereikt als het diploma van de betreffende masteropleiding is behaald
Bewijs van taalkennis bij inschrijving:
Studenten moeten bij inschrijving een bewijs voorleggen van hun kennis van de onderwijstaal.
Het bewijs van voldoende kennis van het Nederlands als onderwijstaal is voor de kandidaat-student geleverd indien hij aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
• hij heeft een diploma behaald van secundair of hoger onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal;
• hij heeft ten minste één studiejaar in het secundair onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal met succes voltooid;
• hij is in het hoger onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal geslaagd voor opleidingsonderdelen met een totale omvang van ten minste 54 ECTS-credits;
• hij is geslaagd voor het toelatingsexamen arts of tandarts, georganiseerd door de Vlaamse overheid;
• hij heeft een getuigschrift hoger onderwijs sociale promotie in het Nederlands behaald;
• hij is geslaagd voor het Nederlands Staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2), Programma II;
• hij is geslaagd voor een test opgesteld overeenkomstig het Europees referentiekader niveau B2, met name het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) - ‘Educatief Startbekwaam’, (t.e.m. 2014: het Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs (PTHO)), de Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA - ERK B2);
Elke faculteit kan voor een bepaalde opleiding een hoger niveau van taalkennis eisen. Dit wordt in de opleidingsfiche vermeld.
Het bewijs van voldoende kennis van het Engels als onderwijstaal is voor de kandidaat-student, geleverd indien hij aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
• hij heeft een diploma behaald van secundair onderwijs met het Engels als unieke onderwijstaal, uitgezonderd eventuele taalvakken;
• hij heeft een diploma behaald van hoger onderwijs met het Engels als onderwijstaal;
• hij is geslaagd in het secundair onderwijs georganiseerd door (een onderwijsinstelling erkend door) de Vlaamse, Franstalige of Duitstalige Gemeenschap;
• hij is geslaagd voor één van de volgende taaltesten overeenkomstig het Europees referentiekader met minimum niveau B2.
Elke faculteit kan voor een bepaalde opleiding een hoger niveau van taalkennis eisen. Dit wordt in de opleidingsfiche vermeld.
Toelatingsvoorwaarden inzake leerkrediet:
Studenten kunnen zich voor een bacheloropleiding inschrijven onder diplomacontract, voor zover zij over een positief leerkrediet beschikken.
Studenten kunnen zich inschrijven voor één of meerdere opleidingsonderdelen onder creditcontract, voor zover zij over een positief leerkrediet beschikken.
In afwijking op bovenstaande, kunnen studenten binnen een bacheloropleiding, van wie het leerkrediet lager dan of gelijk is aan nul, voor één academiejaar worden toegelaten om die bacheloropleiding verder af te werken, voor zover zij aan de toelatingsvoorwaarden voldoen én nog ten hoogste 30 ECTS-credits moeten afwerken van die bacheloropleiding.
Studenten van wie het leerkrediet lager dan of gelijk is aan nul, worden ook met negatief leerkrediet toegelaten een masteropleiding aan te vatten of verder te zetten voor zover zij aan de toelatingsvoorwaarden voldoen.
Deze bepalingen gelden onverminderd eventuele studievoortgangsbeslissingen, waaronder maatregelen van studievoortgangsbewaking.
Aanpassingen aan het onderwijs en examenreglement
Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) werd naar jaarlijkse gewoonte ook in 2024 geactualiseerd om de onderwijsorganisatie verder te optimaliseren en praktische uitdagingen aan te pakken. Het volledige OER is te raadplegen op het studentenportaal via: https://www.vub.be/nl/studeren-aan-de-vub/praktische-info-voor-studenten/reglementen-en-verzekeringen/reglementen
Vervroegde deadlines voor een vlottere start van het academiejaar
Om een vlottere start van het academiejaar te ondersteunen, werden een aantal deadlines vervroegd:
• Deadline vakkenregistratie: deze deadline is vervroegd van 15 naar 8 oktober (artikel 60, §1 OER 2024-25). Op de oorspronkelijke deadline van 15 oktober waren sommige opleidingsonderdelen al te ver gevorderd, wat het voor studenten bemoeilijkte om succesvol in te stromen.
• Aanmelddatum voor inschrijvingen: de uiterlijke datum is vervroegd van 30 naar 23 september (artikel 60, §5 OER 2024-25).
• Deze twee wijzigingen treden in werking met ingang van academiejaar 2025-26, zodat er voldoende tijd is om ze helder te communiceren gedurende academiejaar 2024-25.
• Procedure voor laattijdige inschrijvingen (na de deadlines van 23 september en 15 februari): studenten dienen na goedkeuring door de decaan hun inschrijving binnen zeven kalenderdagen af te ronden, om zo eveneens bij te dragen aan een tijdige start (artikel 60, §1 en §2 OER 2024-25).
• Deadline wijzigingen in opleidingsonderdelen: de deadline voor het in- of uitschrijven voor opleidingsonderdelen na de deadline met toestemming van de decaan is vervroegd. Voor het eerste semester wordt de deadline op 15 december gelegd (in plaats van 8 januari) en voor het tweede semester op 20 mei (in plaats van 3 juni) (artikel 79, §3 en §6 OER 2024-25).
Aangepaste procedures voor internationale studenten
Er zijn eveneens wijzigingen aangebracht aan de deadlines voor niet-visumplichtige studenten die een toelatingsaanvraag indienen op basis van een buitenlands diploma. Waar er voorheen een onderscheid werd gemaakt tussen aanvragen voor bacheloropleidingen (deadline: 31 augustus) en masteropleidingen (deadline: 30 juni), zal er in de toekomst één uniforme deadline gelden voor alle studenten in deze categorie: 31 juli. Deze studenten hebben de mogelijkheid om tot 1 december met toestemming van de decaan van opleiding te veranderen. Voor visumplichtige studenten blijft de deadline van 31 maart behouden.
Het aantal aanmeldingen van internationale kandidaat-studenten nam de laatste jaren enorm toe, met een stijging van 30% in 2024. Om tegemoet te komen aan deze stijgende vraag en een adequate administratieve verwerking te waarborgen, wordt de aanmeldingskost (‘application fee’) voor kandidaat-studenten met een niet-Belgisch diploma verhoogd van €50 naar €90. Deze aanmeldingskost zal bovendien niet langer in mindering worden gebracht van het verschuldigde studiegeld (artikel 63, §6 OER 2024-25).
Met uitzondering van de mogelijkheid voor internationale studenten om langer te heroriënteren tot 1 december, treden deze bepalingen pas in werking vanaf academiejaar 2025-26. Dit geeft voldoende tijd om hierover tijdig te communiceren.
Nieuwe bepalingen voor instroom en studievoortgang
Faculteiten krijgen de mogelijkheid om studenten die instromen in het tweede semester te verbieden zich voor bepaalde opleidingsonderdelen te registreren. Dit kan gebeuren vanwege de consecutieve opbouw van het modeltraject of om volgtijdelijkheidsredenen (artikel 78, §3 OER 2024-25).
Vernieuwde onthaalweek en lesvrije week
De onthaalweek kreeg een nieuwe invulling, met de expliciete mogelijkheid tot het organiseren van verplichte onthaal- en voorbereidingsactiviteiten, wat de academische integratie van nieuwe studenten bevordert (artikel 3 OER 2024-25). De definitie van de lesvrije week werd verruimd, waardoor faculteiten de flexibiliteit krijgen om in deze week, op verzoek van de studenten, ook inhaalexamens te organiseren om andere redenen dan overmacht, bijvoorbeeld omdat er sprake is van overlap (artikel 3 OER 2024-25).
Verplichte remediëring
In het kader van de verplichte remediëring werd de mogelijkheid voorzien voor titularissen om kort op de bal te spelen. Er wordt voorzien om een tweede kans voor de remediëring reeds aan te bieden in de eerste examenperiode van de eerste zittijd. Dit kan echter alleen als de eerste kans voor deelname aan de remediëring uiterlijk in week zeven wordt geboden. Voor studenten die in het tweede semester instromen, kan een extracurriculaire remediëring worden opgelegd (artikel 33 OER 2024-25).
Verduidelijking examenprocedures
Een belangrijk accent werd gelegd op het verduidelijken van de regelgeving rond overmacht bij examens, waarbij de definitie werd opgenomen in het OER om een meer consistente toepassing over alle faculteiten heen te garanderen (artikelen 111 en 112bis OER 2024-25). Ook werd voorzien dat de examenroosters weer vroeger zullen worden gecommuniceerd, waarbij er werd teruggekeerd naar de situatie pre-COVID-19 (artikel 106 OER 2024-25).
Procedure ‘uitzonderlijke omstandigheden’
Studenten die te maken krijgen met een bindende voorwaarde of een weigering tot herinschrijving, kunnen in geval van overmacht of bijzondere individuele omstandigheden een gemotiveerd dossier indienen bij de examencommissie. Hiermee kunnen zij verzoeken om deze maatregelen niet op te leggen, naast de mogelijkheid om intern beroep aan te tekenen tegen een opgelegde maatregel.
Om de procedure te vereenvoudigen en uniform te maken, is er één vaste termijn ingevoerd voor het indienen van uitzonderingsdossiers bij de voorzitter van de examencommissie. Voortaan moeten dossiers uiterlijk 10 kalenderdagen vóór de deliberatiedatum worden ingediend. Deze wijziging vervangt de eerdere, verschillende termijnen: 16 augustus voor omstandigheden die vóór de tweede zittijd bekend waren, en 5 kalenderdagen vóór de deliberatiedatum voor omstandigheden die zich tijdens de tweede zittijd voordeden (artikel 88, §13 OER 2024-25).
Deze aanpassing stimuleert studenten om hun dossiers tijdig in te dienen, wat bijdraagt aan een efficiëntere verwerking en beoordeling van de aanvragen.
Burgerrechtelijke aansprakelijkheid van personeelsleden
Er werd een nieuwe bepaling opgenomen waarin wordt voorzien dat buitencontractuele vorderingen van studenten tegen hulppersonen van de VUB (inclusief personeels-en bestuursleden) zijn uitgesloten voor de schade die wordt veroorzaakt door de niet-nakoming van een verbintenis of plicht die voortvloeit uit een contractuele verhouding van de student met de VUB (artikel 156 OER 2024-25).
Deze wijziging was noodzakelijk naar aanleiding van de inwerkingtreding van boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek op 1 januari 2025, waarin de quasi-immuniteit van de hulppersoon wordt afgeschaft en waardoor een personeelslid of bestuurder van de universiteit rechtstreeks (buitencontractueel) zou kunnen worden aangesproken door een medecontractant van de universiteit bij verkeerde, laattijdige of niet-uitvoering van de contractuele verbintenissen. Met deze wijziging worden de hulppersonen hiertegen beschermd.
Deze aanpassingen dragen bij aan een efficiëntere onderwijsorganisatie en bieden zowel studenten als docenten een duidelijker kader voor het academiejaar, met bijzondere aandacht voor een vlotte start. De wijzigingen werden doorgevoerd in nauw overleg met alle betrokken partijen en met focus op de praktische haalbaarheid en studentenbelangen.
Gelijkwaardigheidsbeslissingen
Op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 2013 betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs (B.S. 18.07.2013) en volgens de artikels V.61 en V.62 van het decreet betreffende het onderwijs XXIII ging op 1 september 2013 de nieuwe wetgeving rond de erkenning van buitenlandse diploma’s in.
De VUB tekende een derde keer in op de overheidsopdracht “Diploma-expertise voor NARIC Vlaanderen” om de gelijkwaardigheidsaanvragen te behandelen in de studiegebieden waarvoor zij onderwijsbevoegdheid heeft. Deze overheidsopdracht werd op 2 maart 2021 opnieuw gegund voor volgende studiegebieden: ‘toegepaste taalkunde’, ‘taal- en letterkunde’, ‘geschiedenis’, ‘wijsbegeerte en moraalwetenschappen’, ‘politieke en sociale wetenschappen’, ‘economische en toegepaste economische wetenschappen’, ‘rechten, notariaat en criminologische wetenschappen’, ‘bewegings- en revalidatiewetenschappen’, ‘geneeskunde’, ‘farmaceutische wetenschappen’, ‘biomedische wetenschappen’, ‘wetenschappen’, ‘toegepaste wetenschappen’, ‘industriële wetenschappen en technologie’ (academisch gericht), ‘psychologie en pedagogische wetenschappen’ en ‘kunstwetenschappen en archeologie’.
De aanvraagdossiers worden via het NARIC-portaal voor advies voorgelegd aan de VUB. Het betreft aanvragen voor de toekenning van een volledige gelijkwaardigheid, dan wel voor de niveaugelijkwaardigheidserkenning. In 2024 werden in totaal 216 van dergelijke dossiers door de adviesverstrekkers van de betreffende studiegebieden effectief behandeld en werden de adviezen hiervoor via het portaal aan NARIC bezorgd. Het is NARIC die uiteindelijk beslist om een (niveau-) gelijkwaardigheid al dan niet toe te kennen, mede op basis van deze adviezen.
V. KWALITEITSZORG
De VUB Kwaliteitscyclus begint aan een nieuwe fase
V. KWALITEITSZORG
De VUB Kwaliteitscyclus begint aan een nieuwe fase
We staan intussen 3 jaar verder sinds de invoering van de vernieuwde kwaliteitscyclus in 2021. Dat betekent dat de opleidingen die als eersten de Peer Review nieuwe stijl doorliepen, in academiejaar 2024-2025 aan de beurt zijn voor een Intern Opvolggesprek. Hiermee wordt als het ware een eerste lus van de PDCA-cyclus gesloten: tijdens het opvolggesprek wordt nagegaan hoe de opleiding met de aanbevelingen van de Peer Review en desgevallend van de Kwaliteitsraad Onderwijs aan de slag is gegaan en wordt een stand van zaken van het strategieplan opgemaakt.
We staan intussen 3 jaar verder sinds de invoering van de vernieuwde kwaliteitscyclus in 2021. Dat betekent dat de opleidingen die als eersten de Peer Review nieuwe stijl doorliepen, in academiejaar 2024-2025 aan de beurt zijn voor een Intern Opvolggesprek. Hiermee wordt als het ware een eerste lus van de PDCA-cyclus gesloten: tijdens het opvolggesprek wordt nagegaan hoe de opleiding met de aanbevelingen van de Peer Review en desgevallend van de Kwaliteitsraad Onderwijs aan de slag is gegaan en wordt een stand van zaken van het strategieplan opgemaakt.

Figuur 6 - de kwaliteitscyclus sinds 2021-2022
6 - de kwaliteitscyclus sinds 2021-2022
In 2024 vonden Interne Opvolggesprekken plaats (zoals vastgelegd in de Kalender Peer Reviews en Interne Opvolggesprekken) voor volgende opleidingen:
In 2024 vonden Interne Opvolggesprekken plaats (zoals vastgelegd in de Kalender Peer Reviews en Interne Opvolggesprekken) voor volgende opleidingen:
• Rechten (RC)
• Rechten (RC)
• Molecular Biology (WE)
• Molecular Biology (WE)
• Notariaat (RC)
• International and European Law (IES)
• Notariaat (RC)
• International and European Law (IES)
• Social Sciences (ES)
• Social Sciences (ES)
• Criminologische Wetenschappen (RC)
• Criminologische Wetenschappen (RC)
• Psychologie (PE)
• Psychologie (PE)
Wie zit er rond de tafel? De vicerector Onderwijs en Studentenzaken, de voorzitter van de opleidingsraad, eventueel één of twee bijkomende vertegenwoordigers van de opleiding, een vertegenwoordiger van het onderwijsbeleid en een kwaliteitszorgmedewerker. Naast het opvolgen van de uitvoering van het strategieplan en het reageren op signalen uit de kwaliteitszorginstrumenten en –processen, wordt tijdens de gesprekken besproken in welke mate ingespeeld wordt op de onderwijsvisie en de prioritaire aandachtspunten rond studierendement.
Wie zit er rond de tafel? De vicerector Onderwijs en Studentenzaken, de voorzitter van de opleidingsraad, eventueel één of twee bijkomende vertegenwoordigers van de opleiding, een vertegenwoordiger van het onderwijsbeleid en een kwaliteitszorgmedewerker. Naast het opvolgen van de uitvoering van het strategieplan en het reageren op signalen uit de kwaliteitszorginstrumenten en –processen, wordt tijdens de gesprekken besproken in welke mate ingespeeld wordt op de onderwijsvisie en de prioritaire aandachtspunten rond studierendement.
In 2024 vonden Peer Reviews plaats voor:
• BA Taal- en Letterkunde (LW)
• MA Taal- en Letterkunde (LW)
• Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (LW)
• Marine and Lacustrine Science and Management (WE)
• Disaster Medicine (GF)
In 2024 vonden Peer Reviews plaats voor:
• Biomedische Wetenschappen (GF)
• Stedenbouw en ruimtelijke planning (WE)
• Manuele therapie (LK)
Figuur
Dankzij de Peer Reviews krijgen opleidingen input vanuit een extern perspectief, door een panel van vijf onafhankelijke experten met complementaire deskundigheid. De Peer Review is doelbewust georganiseerd als een open dialoog, waarbij het panel als kritische vriend optreedt, aanbevelingen ter verbetering formuleert en ook troeven van de opleiding identificeert of bevestigt. Opleidingen verwerken vervolgens ontwikkelkansen in hun strategieplan.
De Kwaliteitsraad Onderwijs (KRO) tot slot nam een borgingsbesluit voor de opleidingen onder de hoede van volgende opleidingsraden:
• European Integration (IES)
• Fysica en Sterrenkunde (WE)
• Kunstwetenschappen en Archeologie (LW)
• Geschiedenis (LW)
• BSc Computerwetenschappen (WE)
• MSc Communicatiewetenschappen + MSc Toegepaste Informatica (WE)
• Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie (LK)
• Specialistische Geneeskunde (GF)
• Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (LW)
• Marine and Lacustrine Science and Management (WE)
• Disaster Medicine (GF)
• Biomedische Wetenschappen (GF)
Aanbevelingen van de KRO dienen telkens ter ondersteuning van het beleidsvoerend vermogen van de opleidingsraden. Drie borgingsbesluiten hiervan waren Voldoende met aanbevelingen, één was Onvoldoende. In het eerste geval is er vertrouwen dat de opleiding de onderwijskwaliteit kan garanderen, maar wordt van de opleidingsraad verwacht om prioritaire acties op te nemen. In het geval van het Onvoldoende borgingsbesluit werd een begeleidingscommissie aangesteld die samen met de opleiding in kwestie een verbeterplan opstelt ter remediëring binnen de twee jaar.
Externe kwaliteitszorgprocedures
Conform de vigerende bepalingen betreffende het anderstalige opleidingsaanbod, opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs werden op 30 september 2024 twee aanvraagdossiers aan de Commissie Hoger Onderwijs overgemaakt om taalvarianten van bestaande opleidingen in te kunnen richten.
Het betreft:
• De Master of Arts in History als Engelstalige variant van de Master of Arts in de geschiedenis,
• De Master of Science in Sociology, als Engelstalige variant van de Master of Science in de Sociologie.
De Commissie Hoger Onderwijs zal haar oordeel eind januari 2025 aan de instelling meedelen, zodat desgevallend deze opleidingen vanaf het academiejaar 2025-2026 kunnen worden ingericht.
In januari 2024 werd het aanvraagdossier ‘Macrodoelmatigheidstoets’ voor de inrichting van de Bachelor of Science in de tandheelkunde aan de Commissie Hoger Onderwijs bezorgd. Aansluitend werd medio-mei aan de NVAO het aanvraagdossier ‘Toets Nieuwe Opleiding’ overgemaakt, waarna van deze instantie een positief oordeel werd bekomen om deze nieuwe bacheloropleiding in te kunnen richten, mogelijk – en rekening houdend met de decretaal vastgelegde termijnen – vanaf het academiejaar 2025-2026.
Voor de Master of Science in basisonderwijs, waarvan de totstandkoming werd geïnitieerd door de onderwijsminister, en waarvan de invulling van het curriculum via interuniversitair overleg op VLIR-niveau gestalte werd gegeven, diende geen Macrodoelmatigheidsdossier te worden opgesteld. De ‘Toets Nieuwe Opleiding’ werd in het najaar 2024 aan de NVAO bezorgd, en deze beoordelingsprocedure is momenteel nog lopende. Indien positief beoordeeld zou deze initiële masteropleiding, in samenwerking met de associatiepartner – de Erasmus-hogeschool Brussel - vanaf het academiejaar 20252026 worden ingericht.
Studentenfeedback
Naar aanleiding van de blijvende daling van de deelname aan de studentenfeedback en de eerdere principiële beslissing van de Academische Raad voor de invoering van een verplichte deelname, werd deze verplichting in het Onderwijs- en Examenreglement opgenomen met ingang van academiejaar 2023-2024. Daarnaast werd een meer gebruiksvriendelijke interface ontwikkeld en gedurende 2023-2024 gefaseerd ingevoerd. De technische uitwerking van de implementatie van de sanctie (uitsluiting van leerplatform) werd opgestart; momenteel wordt gestreefd naar een universiteits-brede uitrol in academiejaar 2024-2025.
Bovenstaande activiteiten hebben in 2023-2024 tot een sterke toename geleid in deelnameparticipatie. De eerste, beperkte, verbetering van de interface in het eerste semester heeft geleid tot een bescheiden toename in deelnames. De volledige uitrol van de nieuwe interface, en een verdere beklemtoning van de verplichting tot deelname in de communicatie naar studenten, heeft geleid tot een aan de VUB ongeziene stijging in het aantal deelnames.
Aangezien tot nu toe de verplichting tot deelname niet afgedwongen wordt kan het zijn dat het motiverende effect in academiejaar 2024-2025 sterk zal afnemen. Dit kan het belang van de huidige ontwikkeling van de sanctie benadrukken.

Figuur 7 - verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
Figuur 7 - verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
Figuur 7 - verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
De voornaamste resultaten uit de feedback worden in onderstaande grafieken weergegeven:
De voornaamste resultaten uit de feedback worden in onderstaande grafieken weergegeven:
Beoordeling opleidingsonderdelen (microfiches) 2023-2024
De voornaamste resultaten uit de feedback worden in onderstaande grafieken weergegeven:
Beoordeling opleidingsonderdelen (microfiches) 2023-2024
Beoordeling opleidingsonderdelen (microfiches) 2023-2024

Figuur 8
Figuur 8

Tevredenheid 2023-2024
Tevredenheid 2023-2024
Tevredenheid 2023-2024
Figuur 9
Figuur 9
Figuur 9

Figuur Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2023-2024)
Figuur 10 - Tevredenheid VUB – Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2023-2024)
Figuur 10 - Tevredenheid VUB – Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2023-2024)

Figuur 11 - Resultaten uit de Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2023-2024)
Figuur 11 - Resultaten uit de Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 20232024)

Figuur 12 - Resultaten uit de opleidingsevaluatie (studentenfeedback 2023-2024)
Figuur 12 - Resultaten uit de opleidingsevaluatie (studentenfeedback 2023-2024)
In 2024 vond het bestuurlijk overleg met de NVAO plaats. Tijdens het overleg werd de
Instellingsreview
In 2024 vond het bestuurlijk overleg met de NVAO plaats. Tijdens het overleg werd de opvolging van de aanbevelingen van de Instellingsreview 2021 besproken, evenals de vernieuwde onderwijsvisie, de recente accreditatieprocedures en de ervaringen met de Systeembrede Analyse.
Ook werd een kernteam opgericht op directieniveau van OS met het oog op de voorbereiding van de Instellingsreview van 2027. Het kernteam stelde een retroplanning en een stappenplan op, dat in 2025 een start zal nemen en waar alle stakeholders bij betrokken zullen worden.
VI. TAALRAPPORT
Doelstellingen en rechtsgrond
Aan de VUB willen we doorheen al onze opleidingen zowel de Nederlandse taalbeheersing als de meertaligheid van onze studenten stimuleren. Als Nederlandstalige universiteit ingebed in de Europese hoofdstad, met aanwezigheid van talrijke culturen en internationale instellingen, zit de zorg voor het Nederlands én voor meertaligheid in ons DNA.
Met een jaarlijkse taalscreening van de generatiestudenten, een ruim bijbehorend ondersteuningsaanbod en specifieke taalleerlijnen in de opleidingen, worden de academische vaardigheden van onze studenten in het Nederlands versterkt.
Onze diverse studentengemeenschap - een kwart van de VUB-studenten is internationaal - en het hypermeertalige Brussel bieden daarnaast een unieke kans om een leeromgeving te scheppen met waardering voor diversiteit. Meertaligheid en taalbeheersing zijn immers niet enkel belangrijke inclusieve hefbomen die culturele deuren openen, maar ook essentiele troeven voor wetenschappelijke ontplooiing én kansen op de latere arbeidsmarkt.
Een weloverwogen aanbod aan anderstalige bachelor- en masteropleidingen past in de onderwijsmissie van de VUB als urban engaged university. Die bewuste onderwijskeuzes zijn gestoeld op wetenschappelijk onderzoek naar meertaligheid, een domein waarin de VUB veel expertise heeft opgebouwd.
De instelling hanteert een taalbeleid op verschillende niveaus:
Curriculumniveau:
• Ontwikkeling van taalleerlijnen academisch Nederlands binnen bestaande opleidingen.
• Aanbod van anderstalige vakken volgens wettelijke bepalingen.
Studentenniveau:
• Aanbieden van taalbegeleiding Nederlands aan studenten die het nodig hebben.
• Mogelijkheid voor studenten om opleidingsonderdelen in een andere taal te volgen.
• Studenten krijgen de kans om zich buiten het curriculum in een andere taal te verdiepen.
Docentenniveau:
• Het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO) organiseert flexibele en op maat cursussen Engels en Nederlands.
De meerwaarde voor het inrichten van anderstalige opleidingsonderdelen of opleidingen zijn onder meer: Vertrouwd maken met anderstalige terminologie:
• Ontwikkeling van vaardigheden in reflectie, discussie en argumentatie in de doeltaal.
• Inzicht in de cultuur van de vreemde taal.
• Onderwijs met gebruik van Engelstalige literatuur en gespecialiseerde bronnen.
• Faciliteren van het schrijven van verhandelingen, zoals masterthesis of onderzoeksrapport, in een vreemde taal. Voorbereiden op internationale mobiliteit:
• Verrijking van de studiecontext door de aanwezigheid van internationale studenten.
• Voorbereiding van uitgaande Erasmusstudenten op anderstalige studie-ervaringen.
• Belang van voldoende anderstalige opleidingen voor inkomende Erasmusstudenten.
• Faciliteren van internationale stages.
Vertrouwd maken met wetenschappelijke talen:
• Integratie in de internationale onderzoeksgemeenschap via Engelstalige of meertalige opleidingen.
• Nadruk op publiceren in (hoog gerankte) tijdschriften, hoofdzakelijk in het Engels.
Voorbereiden op professionele loopbaan en internationale realiteit:
• Meertaligheid als belangrijk pluspunt voor afgestudeerden in de arbeidsmarkt in en rond Brussel met internationale bedrijven.
Faciliteren van samenwerking met internationale partners:
• Vergemakkelijken van samenwerking tussen de Vrije Universiteit Brussel en internationale partners, waaronder de ULB.
Monitoring van de taalregeling
Conform de bepalingen opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs, Deel 2: Structuur en Organisatie van het onderwijs, hoofdstuk 8 Taalregeling, Afdeling 6: Voorwaarden inzake kwaliteit en democratisering wordt de kwaliteit van het anderstalige opleidingsaanbod gemonitord en bewaakt, dit zowel op het vlak van het onderwijzend personeel, als op het vlak van de studenten die onderwijs volgen dat in een andere taal dan het Nederlands wordt verstrekt.
Medisch Frans is in de leerlijnen Medische Vaardigheden en Communicatie van de artsopleiding en GIMMICS (simulatie-apotheek) van de opleiding Farmaceutische Wetenschappen opgenomen. Door totale immersie wordt de studenten de kans geboden real-life situaties te beleven en op een natuurlijke en actieve manier de kennis van het medisch Frans te bevorderen. De onderwijsbegeleider medisch Frans werkte dit academiejaar verder aan onderwijsvernieuwende initiatieven en didactische vormgeving rond en van medisch Frans.
Binnen de artsopleiding werden de modules medisch Frans verder uitgebreid in het onderdeel Communicatie van de OO’s Klinische vaardigheden.
In de opleiding Biomedische Wetenschappen is in 2023-2024 de taalbegeleiding in het Engels voortgezet. Dit betreft de begeleiding door het ACTO bij het voorbereiden en uitwerken van de bachelorproef.Sinds 2019-2020 is binnen de Engelstalige master Biomedical Research het vak Academic English for Life Sciences (gedoceerd door ACTO) van start gegaan als verplicht vak in de 1e master.
Tijdens het opleidingsonderdeel Drug Quality Control schrijven de studenten (Ma GO; Ma GO-Apr) hun verslag (deel van het registratiedossier) in het Engels, en tijdens Applied Toxicology is er een groepswerk omtrent een adverse outcome pathway.
Ook de verslagen voor inleiding tot de professionele stage (1 Ma GO) en professionele stage (2 Ma GO) zijn in het Engels.
Daarnaast kunnen de studenten ook kiezen voor een Engelstalig keuzevak:
• Alcohol: mechanisms behind its effects on the body (Prof. Marcelino Rodrigues) HOC/ZELF
• From patient to molecule: pathophysiology and neurochemistry of neurodegenerative disorders (Prof. Bjerke) HOC
Andere Engelstalige keuzevakken die kunnen gevolgd worden zijn ‘Interdisciplinary Program in Healthcare Innovation’ aan de ULB (voor wie het niet in programma zit), ‘Proefdierkunde 1’ (3 ECTS) of ‘Proefdierkunde 1 en 2’ (3+3 ECTS) uit de Master in Biomedical Research en ‘Data-driven technology and society’ (3 ECTS) uit de Master Biomedical Research. Het is dus zeker mogelijk om via keuzevakken domeinspecifieke kennis te verwerven in een andere taal, maar het wordt slechts door een minderheid gekozen, daarom ook dat het heel goed is dat het medisch Frans nu volledig (en voor iedereen) verwerkt zit in GIMMICS. In GIMMICS kwam het volgende aan bod:
• Casuïstiek in Frans en Engels
• Materialen voor aflevering (steekkaarten) in Frans en Engels
• Introductie in farmaceutisch Frans
• Oefentoetsen medisch Frans.
Binnen GIMMICS zijn er presentaties van collega’s uit Zuid-Afrika: Profs. Michelle Viljoen en Eddie Upton verzorgden lezingen voor de laatstejaars over de onderwerpen HIV, Tuberculose en Malaria(23 en 25 januari 2024). Er zijn twee oefentoetsen Frans
1. Oefentoets Frans - Test de vocabulaire: Medisch Frans in de apotheek (deze is helemaal vrij om af te leggen)
2. Oefentoets Frans - Exercices de vocabulaire et de grammaire (hierop moeten de studenten slagen vóór aanvang GIMMICS, maar toets kan onbeperkt herhaald worden).
In de lijnprojecten wordt geoefend op Engels: poster en gesprek met een internationale promotor (1ste Ba), presentaties in 2de en 3de Ba. Het schrijven en de presentatie van de masterproef is in het Engels.
Faculteit Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie (LK):
Binnen de Nederlandstalige masteropleiding Bewegings- en sportwetenschappen, afstudeerrichting sportbeleid- en management wordt het vak “English for Business and Economics” aangeboden via service-onderwijs (ES).
Binnen het keuzepakket van de Nederlandstalige masteropleiding Bewegings- en sportwetenschappen - afstudeerrichting fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (FFAG) met profiel onderzoeksmatige verdieping dient de student een keuzevak op te nemen uit het VUB/ULB/UGent aanbod, waaronder ‘Academic English – Level 1/2’.
Binnen de Nederlandstalige opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie behoren meerdere Engelstalige keuzevakken uit het brede VUB-aanbod tot de mogelijkheden. Deze keuzevakken worden inhoudelijk verbonden met het Engelstalige OO Thematic Professional Traineeship.
Faculteit Sociale Wetenschappen & Solvay Business School (ES):
Binnen de economische bacheloropleidingen Toegepaste Economische Wetenschappen en Handelsingenieur volgen de studenten verplicht Engels (2de bachelorjaar) en Frans (3de bachelorjaar).
Beide taalvakken, ‘English for Business and Economics’ en ‘Français des affaires’ hebben tot doel studenten vertrouwd te maken met die taal binnen hun eigen vakgebied.
De vakken tellen 6 ECTS-credits en worden over een heel academiejaar gedoceerd (jaaropleidingsonderdelen), wat het leerproces ten goede komt.
Binnen de bacheloropleiding politieke wetenschappen en sociologie worden er geen taalvakken as such ingericht. Er zijn ook geen plannen om dit in de toekomst te veranderen.
In beide afstudeerrichtingen is er wel een samenwerkingsakkoord m.b.t. de uitwisseling van opleidingsonderdelen met de ULB (Université Libre de Bruxelles). Studenten die dat wensen kunnen een equivalent vak volgen in het Frans.
In het eerste bachelorjaar wordt er voorzien in begeleiding in academisch Nederlands, en dit in het kader van de werkcolleges die verplicht dienen gevolgd te worden.
De bacheloropleiding communicatiewetenschappen heeft 2 taalvakken van 3 ECTS-credits.
Zo krijgen studenten in het tweede traject verplicht ‘Engels voor communicatieprofessionals’ en in het derde traject verplicht ‘Frans voor communicatieprofessionals’.
Binnen de Engelstalige bacheloropleidingen (Social Sciences en Business Economics) wordt er niet zozeer ingezet op andere talen, maar wordt er wel extra aandacht besteed aan ‘Academic Writing’.
Faculteit Letteren en wijsbegeerte (LW):
De opleiding Wijsbegeerte heeft een ‘Wijsgerig atelier’ ingericht waar taalbegeleidings-maatregelen genomen worden, en alle studenten 1BA ondergaan een oriënterende taaltest aan het begin van het academiejaar.
Faculteit Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen (WE):
Academic English I en II (telkens 3 ECTS) wordt aangeboden als keuzevak in de meeste bacheloropleidingen.
Faculteit Ingenieurswetenschappen (IR):
In de opleidingen Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen en Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur, zijn volgende taalopleidingsonderdelen als keuzeopleidingsonderdelen opgenomen:
Academic English 2 (3 ECTS)
Academic English 5 (3 ECTS)
In de Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen zijn deze keuzemogelijkheden reeds voorzien vanaf het eerste en het tweede jaar van het modeltraject. Op deze manier bieden zij taalondersteuning voor Engelstalige verplichte opleidingsonderdelen die in het derde jaar van het modeltraject in een aantal afstudeerrichtingen zijn opgenomen.
Deze keuzeopleidingsonderdelen bieden ook taalondersteuning voor studenten die nadien wensen in te stromen in één van de Engelstalige masteropleidingen van de faculteit.
De richtlijnen binnen het kader van de taal-leerlijn zijn:
1Ba:
Terminologie in het Engels, beperkt gebruik van Engels als voertaal tijdens lessen, zoals gemakkelijke practica die in het Engels ondersteund worden, gebruik van Engelstalig filmmateriaal, korte stukken tekst in het Engels.
2Ba:
Terminologie in het Engels
Meer studiemateriaal kan Engelstalig zijn. Voor bepaalde vakken kan het studiemateriaal uitsluitend in het Engels zijn.
In de opleiding Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur is Academic English 2 & 5 (3 ECTS) opgenomen.
In de Bruface masteropleidingen wordt een keuzeopleidingsonderdeel ‘English for professional purposes’ (5 ECTS) aangeboden dat de studenten, afhankelijk van de opleiding, kunnen kiezen als keuzeopleidingsonderdeel binnen, dan wel buiten de opleiding (vrije keuzeopleidingsonderdelen).
Deze cursus streeft minimaal naar een niveau B2 volgens het Common European Framework of Reference for Languages voor spreken en schrijven in wetenschappelijke en professionele domeinen. De cursus beoogt de student in staat te stellen zowel mondeling als schriftelijk, de theoretische grondslagen en methodologische procedures van een onderzoeksproject (masterproef) te definiëren, uit te leggen en te verantwoorden en het werk te evalueren zowel vanuit wetenschappelijk oogpunt als in termen van professionele ontwikkeling. De student kan een professioneel cv presenteren, een begeleidende brief schrijven en met vertrouwen een sollicitatiegesprek in het Engels afleggen.
Studenten die ingeschreven zijn in de Bruface masteropleidingen kunnen zich ook gratis en vrijblijvend inschrijven voor een reeks taallessen Frans, Engels of Duits gedoceerd aan de partnerinstelling ULB.
De taalcoaches van het project Academisch Nederlands bieden uitgebreide taalondersteuning aan VUB-studenten en organiseren diverse initiatieven, waaronder (individuele) taalafspraken, werkcolleges, workshops en doorschrijfdonderdagen. Op maat gemaakte geïntegreerde leerpaden worden ook ontwikkeld voor specifieke opleidingen.
ACTO ontwikkelde een Canvasmodule rond inclusief taalgebruik in opdracht van verschillende opleidingen van de VUB. De Canvasmodule bevat aanbevelingen, suggesties, richtlijnen en voorbeelden om op een inclusieve manier te communiceren en te interageren met elkaar en andere partijen. Na elk onderdeel van de module maakt de student een oefening. Aan het einde van de module volgt een eindtest. Via deze module leert de student bewust communiceren opdat niemand zich uitgesloten voelt door woordkeuze of formulering. De VUB omarmt inclusieve communicatie die toegankelijk en respectvol is voor allen.
In samenwerking met ULB organiseert ACTO het Tandemproject, waarbij taalleerders met verschillende moedertalen op een losse en informele manier elkaars taal en cultuur beter leren kennen. Deelname aan dit project is kosteloos en sommige ACTO-vakken integreren dit project in het kader van permanente evaluatie, zowel voor VUB als ULB.
Studenten kunnen bij ACTO terecht voor extra taalcursussen, extra-curriculair georganiseerd buiten het curriculum, voor o.m. Duits, Italiaans en Nieuwgrieks.
Het recht van studenten om examen af te leggen in het Nederlands (behalve in het geval dat de opleidingsonderdelen de studie van een vreemde taal tot voorwerp hebben of in het geval dat de student de opleidingsonderdelen volgt aan een andere instelling) is opgenomen in het onderwijs- en examenreglement en op die manier kenbaar gemaakt aan alle studenten.
Vanuit de faculteiten wordt gemeld dat van dit recht slechts in beperkte mate gebruik wordt gemaakt, en verder ten individuele titel in samenspraak tussen docent, student en faculteitssecretariaat wordt geregeld.
VII. BELEID ROND INSTROOM,
DOORSTROOM EN UITSTROOM
VAN STUDENTEN
Beleid rond instroom met het oog op een succesvolle studievoortgang (m.i.v. verplichte remediëring)
Aan de VUB is er een dienst verantwoordelijk voor een doordachte rekrutering van nieuwe studenten (MARCOM). De dienst Studiebegeleiding biedt vervolgens een ondersteuningsaanbod voor abituriënten die reeds een minimaal engagement tonen om te studeren aan de VUB. Deze leerlingen worden in de eerste plaats gestimuleerd in het maken van een doordachte en goede studiekeuze. De VUB zet zich ook in voor het versterken van de nodige startcompetenties, de organisatie van verplichte remediëring en verstrengde regels over studieomvang. Daarnaast organiseert ze een warm onthaalbeleid om studenten een welkom gevoel te geven en te zorgen voor sociale en academische integratie. Al deze acties hebben een positieve invloed op het studierendement en studentenwelzijn.
Verplichte remediëring
De verplichte remediëring wordt opgelegd aan studenten die de vooropgestelde cesuur op de start-/ijkingstoets niet behalen, in opleidingen waar deelname aan een start-/ijkingstoets een verplichte voorwaarde tot inschrijving is. In academiejaar 2024-25 was dit het geval voor de volgende bacheloropleidingen: Bio-ingenieurswetenschappen, Biomedische wetenschappen, Farmaceutische wetenschappen, Fysica en sterrenkunde, Industriële wetenschappen, Ingenieurswetenschappen, Ingenieurswetenschappen: architectuur, Wiskunde en data science. Voor al deze opleidingen bestaat de remediëring uit een component wiskunde; voor Biomedische wetenschappen en Farmaceutische wetenschappen bevat de remediëring ook een component chemie.
VUB koos om de verplichte remediëring te voorzien in drie trajecten:
• Een traject van begin juli tot eind augustus
- Met hoofdzakelijk zelfstudie aan de hand van onlinemateriaal
• Een traject in september, voor de start van het academiejaar
- Via een voorbereidingscursus
- Met contactonderwijs en intensieve begeleiding
• Een traject na de start van het academiejaar
- Dat intracurriculair is ingebouwd als een module binnen een opleidingsonderdeel
- Met een monitoring van de voortgang
- Met afwisseling van zelfstudie-activiteiten en contactonderwijs met begeleiding
- Met verplichte onderwijsactiviteiten
Bij alle drie trajecten wordt een eindevaluatie voorzien die moet dienen om de effectieve voortgang van de deelnemers te meten. Indien mogelijk wordt er tijdens het verloop van het traject ook gewerkt met tussentijdse evaluaties. VUB houdt de verschillende remediëringstrajecten toegankelijk voor alle studenten, ook voor de studenten die de cesuur wel haalden.
Verstrengd beleid studieomvang – geïndividualiseerde trajecten voor bepaalde studenten
Op vlak van studieomvang zorgden de decretale richtlijnen voor een aanpassing in het beleid voor studenten die zich voor de eerste keer inschrijven in een bepaalde bacheloropleiding. VUB-studenten worden verplicht tot de opname van het modeltraject van de eerste bachelor (54 tot 66 studiepunten). Studenten die hiervan kunnen afwijken, zoals studenten met een bijzonder statuut, worden bij de samenstelling van hun studietraject actief ondersteund en geadviseerd door studietrajectbegeleiding (zie verder).
Onthaalbeleid
Nieuwe studenten (bachelor, master, zij-instromers, internationale studenten...) worden een week voor de start warm verwelkomd via een centraal en facultair onthaal met het oog op sociale en academische integratie.
Beleid rond doorstroom met het oog op een succesvolle studievoortgang
VUB zet in op het bevorderen van doorstroom van studenten via verschillende wegen. In de eerste plaats hebben alle lesgevers een belangrijke taak om door het aanbieden van kwalitatief onderwijs de doorstroom te maximaliseren. Ten tweede werd in 2024 een studierendementsbeleid uitgerold. Ten derde heeft VUB een uitgebreid en gediversifieerd begeleidingsaanbod van studie(traject)begeleiding met eveneens oog voor studentenwelzijn. Ten vierde voeren we een datagedreven studievoortgangsbewakingsbeleid en een aanklampend beleid voor studenten met een te laag studierendement.
Instellingsbreed studierendementsbeleid
De VUB heeft een instellingsbreed studierendementsbeleid ontwikkeld met acht concrete beleidsacties:
• Jaarlijkse monitoring en opvolging van studierendement
• Data-driven beleid rond instroom en doorstroom
• Breed gedragen rekruterings- en oriëntatiebeleid
• Inclusief en warm onthaalbeleid
• Evaluatie van studievoortgangsbeleid
• Instellingsbreed taalbeleid
• Aandacht voor studenten met specifieke ondersteuningsnoden en studentenwelzijn
• Extra structuur en ondersteuning voor BA1-studenten
Het studierendementsbeleid steunt op de factoren beschreven in het theoretisch kader en de essentiële actoren binnen de VUB. We rollen dit beleid verder uit in 2025.
Studievoortgangsbeleid
De Vlaanderenbrede decretale mijlpaal
Studenten met een eerste inschrijving in een bacheloropleiding worden onderworpen aan het mijlpaaltraject en dienen het initieel geregistreerde studiepakket af te ronden binnen de twee academiejaren. Het niet behalen van deze mijlpaal heeft een Vlaanderenbrede weigering tot herinschrijving in dezelfde opleiding tot gevolg.
Tijdige heroriëntering en studieadvies
Studenten met een studierendement lager dan 30% in de eerste bachelor worden verplicht tot snelle heroriëntering door een weigering tot herinschrijving in dezelfde opleiding. Zij worden middels mailing en een reflectievragenlijst na de januari-zittijd ook reeds aangezet tot heroverweging van hun studiekeuze. Bij een studierendement lager dan 60% worden VUB-studenten middels een reflectievragenlijst na de januarizittijd aangezet tot zelfreflectie en vervolgens gericht doorverwezen naar de gepaste (studie)begeleiding (zie volgend).
Doorstroom in modeltrajecten stimuleren
In het onderwijs en examenreglement werd het recht ingebouwd voor alle studenten om een programma samen te stellen tot 72 ECTS. Bij afwijkingen van de modeltrajecten is er dus ook gewaarborgd dat deze studenten voldoend grote studieprogramma’s kunnen samenstellen Om de logische opbouw van de programma’s te waarborgen, zijn de studenten steeds verplicht om de opleidingsonderdelen waarvoor geen voldoende werd behaald, op te nemen in hun studieprogramma.. Studenten krijgen eveneens bindende voorwaarden opgelegd wanneer een opleidingsonderdeel na vier examenkansen, twee voor opleidingsonderdelen waar er maar één examenkans per jaar wordt aangeboden, niet behaald werd. Indien de student onder bindende voorwaarden valt, moet de student een traject van minimaal 45 studiepunten en maximaal 60 studiepunten opnemen.
Kansen bieden maar ook bewaken van voldoende studievoortgang
Via de instellingsbrede studievoortgangsbewakingsmaatregelen worden de studenten gestimuleerd om voldoende hoog studierendement te halen. Er wordt een studierendement van 60% verwacht voor studenten zonder bindende voorwaarden en een studierendement van 75% voor studenten met bindende voorwaarden. Bij een instroom vanuit een andere instelling, krijgen studenten met rendement lager dan 60% wel de kans om een opleiding aan de VUB aan te vatten, maar wanneer blijkt dat het gaat om een inschrijving in dezelfde opleiding of een opleiding in hetzelfde studiegebied worden deze studenten onmiddellijk opgevolgd door een interne studievoortgangsbewakingsmaatregel (namelijk een studierendement van 75% of meer). Studenten van de eigen instelling met weigering tot herinschrijving in een bepaalde opleiding krijgen de kans om een opleiding in hetzelfde studiegebied aan te vatten. Ook zij worden van de bij start gemonitord aan de hand van een interne studievoortgangsbewakingsmaatregel (namelijk een studierendement van minstens 75% en slagen voor de vakken waarvoor de student reeds 4 examenkansen voor heeft gehad).
Vereenvoudigde volgtijdelijkheidsregels
Type 1: de blokkerende prerequisite
Bij blokkerende prerequisites kan de student een bepaald opleidingsonderdeel niet opnemen alvorens een credit behaald werd voor andere voorafgaande opleidingsonderdelen. VUB definieert vier types aan veiligheidsrisico’s op basis waarvan dergelijke prerequisites ingevoerd werden:
• Werken met gevaarlijke materialen, producten en toestellen (incl. Proefdieren).
• Werken in psychosociale context;
• Werken in een klinische context;
• Werken met minderjarigen en kwetsbare groepen
Type 2: de adviserende prerequisite
De adviserende prerequisite betreft een advies dat een student een opleidingsonderdeel of een opleiding best moet gevolgd hebben vooraleer een ander opleidingsonderdeel kan aangevat worden. Dit type prerequisite is adviserend en studenten worden uitsluitend tekstueel geïnformeerd.
Type 3: de corequisite
Een student moet bij een corequisite een opleidingsonderdeel tegelijkertijd met een ander opleidingsonderdeel volgen. Dit kan toegepast worden in geval van inhoudelijke samenhang.
Type 4: Masterproef
De student wordt slechts toegelaten tot de masterproef in de laatste fase van het opleidingstraject waarvan de masterproef het sluitstuk is. De masterproef kan dus enkel opgenomen worden op voorwaarde dat de student kan afstuderen.
Type 5: Stagevakken van de 3e bachelor
De student wordt slechts toegelaten tot zijn stage-opleidingsonderdeel uit de 3e Bachelor in de laatste fase van zijn programma waarvan de stage het sluitstuk is. Het stagevak kan dus enkel opgenomen worden in het jaar dat de student ook effectief zijn bachelordiploma kan behalen.
Een monitoringtraject is opgestart om de impact van de maatregelen op te volgen.
Beleid rond uitstroom
Studenten voorbereiden op hun professionele loopbaan is één van de vijf pijlers van het onderwijs aan de VUB. De VUB wil dat studenten voldoende voorbereid zijn op een toekomstige loopbaan waarin zij snel verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Studenten verwerven hiertoe, vanuit hun academische competenties, ook breed inzetbare professionele competenties. Praktische vaardigheden, communicatieve vaardigheden, een vooruitziende, ondernemende houding, kunnen samenwerken in een multidisciplinair team, probleemoplossend denken en handelen en innoveren zijn competenties die studenten zich aan de VUB eigen maken. Het beoogde doel is een zelfzekere, succesvolle start van hun loopbaan.
De vaardigheden worden aangeleerd via een ruim aanbod aan praktijkgerichte opleidingsonderdelen en stages waarbij studenten, zelfstandig of in groep, realistische opdrachten uitvoeren. Zowel het eindresultaat van deze opdracht, als het proces om tot dit resultaat te komen wordt hierbij beoordeeld en indien nodig geremedieerd. Feedback van de docent, de medestudenten/teamleden, maar ook het beroepenveld vormt hierbij een belangrijk ontwikkelinstrument. De VUB streeft er naar zoveel mogelijk studenten een basisopleiding rond bedrijfsbeheer en ondernemerschap aan te bieden. In verschillende niet-economische opleidingen zijn bedrijfseconomische cursussen geïntegreerd. Daarnaast kunnen studenten de opgedane kennis via projecten in de praktijk brengen. Tenslotte worden er ook extra curriculair verschillende activiteiten ontplooid, onder meer het aanbieden van intensive opleidingen rond technologisch ondernemen (voor specifieke doelgroepen). Ook wordt er een specifiek ondersteuningsaanbod op maat van de student voorzien. Zie ook verder onder ‘Carrièrebegeleiding’.
Studenten- en studiebegeleiding
Werking
Studiebegeleiding staat in voor ondersteuning aan studenten en maakt deel uit van het Vice-rectoraat Onderwijs en studentenzaken.
Missie
Studiebegeleiding is een dienst waar elke student met respect voor zijn eigenheid (als een autonoom en competent individu) in vertrouwen terecht kan met al zijn studiegerelateerde vragen en of problemen tijdens zijn volledige studieloopbaan (instroom, doorstroom en uitstroom). Samen met de student wordt gezocht naar een gepaste oplossing of begeleiding op maat. Studiebegeleiding staat voor gelijke kansen voor elke student.
Doelstelling
Studiebegeleiding biedt een professionele dienstverlening aan de studenten om:
• Het studierendement te verhogen
• Het studentenwelzijn te verbeteren
Methodiek
• Studiebegeleiding staat voor een laagdrempelige en vlotte dienstverlening waarbij de student centraal staat. Deze dienstverlening wordt zowel on campus als online aangeboden in zowel het Nederlands als Engels.
• Studiebegeleiding gaat voor een getrapt begeleidingsaanbod:
- We laten studenten zelf aan de slag gaan (website, infographics, CANVAS-cursus…).
- We bieden een divers groepsaanbod (begeleidingstraject voor 1ste BA, workshops, trainingen, Q&A-sessies, chat).
- We bieden individuele begeleiding.
• De begeleiding werkt volgens een aanklampend en proactieve benadering. Risicostudenten op het vlak van studierendement en welzijn worden gedetecteerd en actief benaderd.
• De begeleiding wordt afgestemd op de noden van de student, met oog voor factoren zoals studievoortgang, inclusie, opleiding en welzijn. Met een geëngageerde student gaan we een procesverbintenis aan (geen resultaatsverbintenis).
- We bieden individuele begeleiding.
• De begeleiding werkt volgens een aanklampend en proactieve benadering. Risicostudenten op het vlak van studierendement en welzijn worden gedetecteerd en actief benaderd.
• We werken evidence-informed. Het begeleidingsaanbod is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en data. Er wordt steeds geëvalueerd en geoptimaliseerd.
• De begeleiding wordt afgestemd op de noden van de student, met oog voor factoren zoals studievoortgang, inclusie, opleiding en welzijn. Met een geëngageerde student gaan we een procesverbintenis aan (geen resultaatsverbintenis).
• We staan voor gelijke kansen via een inclusieve en diversiteitssensitieve aanpak.
• We werken evidence-informed. Het begeleidingsaanbod is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en data. Er wordt steeds geëvalueerd en geoptimaliseerd.
• We houden ons aan een transparante deontologische code met discretieplicht en beroepsgeheim.
• We staan voor gelijke kansen via een inclusieve en diversiteitssensitieve aanpak.
• We maken een onderscheid tussen:
• We houden ons aan een transparante deontologische code met discretieplicht en beroepsgeheim.
• We maken een onderscheid tussen:
- aanbieden van basisinformatie en algemene ondersteuning (die voor elke student snel toegankelijk en hetzelfde is),
- aanbieden van basisinformatie en algemene ondersteuning (die voor elke student snel toegankelijk en hetzelfde is),
- aanbieden van specifieke informatie en ondersteuning op maat (die rekening houdt met de noden en situatie van de student en dus verschillend kan zijn).
- aanbieden van specifieke informatie en ondersteuning op maat (die rekening houdt met de noden en situatie van de student en dus verschillend kan zijn).
Visuele voorstelling van dienstverlening naar studenten
voorstelling van dienstverlening naar studenten

Activiteiten: basis en gespecialiseerde studiebegeleiding
Basisinformatie en basisondersteuning
Het Contactpunt
Studiebegeleiding is via het contactpunt elke werkdag bereikbaar voor basisinformatie en algemene ondersteuning. Het contactpunt fungeert als een eerstelijnsinformatieverstrekker waar studenten terecht kunnen met studiebegeleidingsgerelateerde vragen. Alle medewerkers van Studiebegeleiding worden opgeleid om de basisinformatie rond studie(traject) begeleiding en studentenwelzijnthema’s aan alle studenten te kunnen aanbieden. Er wordt eveneens gezorgd voor een correcte doorverwijzing naar de voor hen geschikte begeleiding in het geval het de basisinformatie overstijgt.
Gegevens contactpunt:
• Campus Etterbeek: Elke werkdag van 9u tot 17u (zowel face to face als telefonisch)
• Campus Jette: Elke werkdag van9u30 tot 12u30
• E-mail: begeleiding@vub.be en guidance@vub.be
Zelf-aan-de-slag-materiaal
• Studentenportaal: informatie en infographics:
• Studentenportaal: Algemene informatie rond studeren aan VUB
• Infographics: onepagers waarbij studenten snel en accuraat tips ontvangen rond studie- en studentgerelateerde thema’s (studievaardigheden, heroriëntering, omgaan met stress, hoe wiskunde studeren ...). De infographics zijn bedoeld om studenten zelfstandig op weg te helpen of als voorbereiding op, of als werkdocument tijdens groepsbegeleiding en individuele begeleiding.
• Canvas Studiebegeleiding (onderwijsplatform VUB): Studiebegeleiding biedt een Canvascursus aan waar tips
Visuele
Figuur 13 Figuur 3
and tricks worden gecombineerd in begeleidingsmodules opdat studenten zelfstandig aan de slag kunnen om succesvol te studeren en zich goed in hun vel te voelen. Iedere student is automatisch ingeschreven in deze cursus
Gespecialiseerde ondersteuning
Studietrajectbegeleiding
Naast het aanbieden van de bovenvermelde basisondersteuning, gaan studietrajectbegeleiders studenten informeren, adviseren en begeleiden voor de start van en doorheen hun studieloopbaan op vlak van studietraject in ruime zin. Studenten kunnen bij hen terecht met vragen over de opleidingen, heroriënteren, de combinatie van werken en studeren, spreidingsvoorstellen, ... De studietrajectbegeleiders zijn het aanspreekpunt voor vragen over het onderwijs- en examenreglement (studievoortgangsregels, deliberaties, uitzonderingsmogelijkheden, leerkrediet, ...).
De studietrajectbegeleiders begeleiden studenten ook in het samenstellen van hun individueel studietraject, rekening houdend met de specifieke situatie en noden van de student en de volgtijdelijkheidsvoorwaarden van de opleiding. Ten slotte zijn studietrajectbegeleiders vaak een eerste aanspreekpunt voor studenten wanneer het moeilijk loopt tijdens de studieloopbaan.
Studiebegeleiding
Naast het aanbieden van de bovenvermelde basisondersteuning, gaan studiebegeleiders studenten informeren, adviseren en begeleiden voor de start van en doorheen hun studieloopbaan op vlak van start- en studeercompetenties. Studenten kunnen bij hen terecht met vragen over studie- en examenvaardigheden, planning, bachelor- en masterproef schrijven, groepswerk, vakinhoud. Voor eerste bachelorstudenten wordt deze begeleiding ingebed en ingeroosterd binnen de opleiding (zie begeleidingstraject hieronder).
Studentenpsychologische begeleiding
Naast het aanbieden van de bovenvermelde basisondersteuning, informeren, adviseren en begeleiden studentenpsychologen de studenten doorheen de studieloopbaan op vlak van welzijnsgerelateerde thema’s. Ze combineren hierbij studie- en studentgerelateerde ondersteuning met eerstelijnspsychologische ondersteuning op primair, secundair en tertiair preventieniveau. Ze zetten in op een laagdrempelige en kortdurende begeleiding/ondersteuning waarbij ze werken volgens een cognitief-gedragsmatig, oplossingsgericht en/of studentversterkend psychologisch kader en dit volgens het trapsgewijs aanbod (supra). De expertise ligt voornamelijk op thema’s zoals stress, faalangst, uitstelgedrag, perfectionisme, concentratie, sociale vaardigheden en motivatie. Ook andere (psychische) klachten kunnen het vertrekpunt zijn om samen naar de gepaste hulp te zoeken of de overbrugging te vormen naar meer gespecialiseerde hulp. De studentenpsychologen worden ten slotte ook ingezet om de poortwachtertraining aan te bieden en spelen een rol bij nazorg van schokkende gebeurtenissen en overlijden van een student.
Carrièrebegeleiding
Naast het aanbieden van de bovenvermelde basisondersteuning, informeren, adviseren en begeleiden carrièrebegeleiders studenten doorheen en tegen het einde van hun studieloopbaan op vlak van joboriëntatie, selectieprocedures en arbeidsmarktadvies. Studenten kunnen bij hen terecht voor vragen rond voorbereiden op sollicitatiegesprekken, elevator pitch en salarisonderhandelingen, carrièreplanning, opstellen van een CV, motivatiebrief en LinkedIn profiel, ... Het partnerschap met Randstad speelt hierin een belangrijke rol alsook samenwerkingen met de faculteiten, studentenverenigingen, interne VUB-diensten en externe diensten.
Ondersteuning studenten met mogelijke specifieke ondersteuningsnoden
Studenten met Reflex-statuut
Studenten die studeren combineren met een specifieke situatie kunnen aan de VUB een beroep doen op het ReFlex-statuut. Er zijn specifieke doelgroepen die hiervoor in aanmerking komen, zoals studenten met een functiebeperking, studentenvertegenwoordigers, mantelzorgers en zwangere studenten.
ReFlex staat voor redelijke flexibiliteit. Hieronder vallen allerlei aanpassingen aan onderwijs- of examenregelingen die nodig zijn om deze studenten gelijke kansen te bieden in het onderwijs. Het gaat om preventieve aanpassingen aan onderwijs en examens met als doel het toegankelijk en inclusief maken van het onderwijs. Er wordt steeds gekeken naar de redelijkheid van de gevraagde maatregelen binnen een specifiek statuut en de specifieke nood van de student in kwestie. Flexibiliteitsmaatregelen worden als ‘redelijk’ beschouwd als zij voldoen aan de volgende 3 criteria: haalbaarheid voor de student in kwestie, verdedigbaarheid naar medestudenten en aanvaardbaarheid voor de docent.
In 2024 hebben 1721 studenten het ReFlex-statuut verkregen. Dit cijfer is een weergave van de individuele studenten uit het academiejaar 2023-2024 en het eerste semester van 2024-2025. Tijdens het eerste semester van academiejaar 2024-2025 kwamen 228 studenten op (intake)gesprek om hun noden en maatregelen te bespreken. De andere studenten doen beroep op een automatisch statuut en gaan akkoord met de door ons voorgestelde basismaatregelen.
In academiejaar 2023-2024 werd er aan de VUB een inclusief beleid uitgerold waardoor enkele basismaatregelen inclusief aangeboden werden voor alle studenten. ReFlex-studenten dienden deze specifieke maatregelen niet meer aan te vragen om hier beroep op te kunnen doen. Het gaat om:
• Voldoende tijd om het examen af te leggen of voor te bereiden;
• Gebruik mogen maken van (digitaal) kladpapier tijdens het examens;
• Gebruik mogen maken van niet-elektronische oordopjes;
• De mogelijkheid om aanduidingen te mogen maken op het vragenblad;
• De mogelijkheid om medicatie te nemen tijdens het examen;
• De mogelijkheid om het examen in een inclusief format te voorzien.
Dit resulteerde in een daling van individueel aangevraagde maatregelen van 9317 (academiejaar 2022-2023: examenperiode januari) naar 5509 (academiejaar 2023-2024: examenperiode januari), naar 4499 (academiejaar 20242025: examenperiode januari).
Het aantal studenten dat nog maatregelen aanvraagt is ook gedaald van 605 (academiejaar 2023-2024: examenperiode januari) naar 484 studenten (academiejaar 2024-2025: examenperiode januari).
Ondersteuning door de dienst Topsport en Studie
De Dienst Topsport en Studie is een aanspreekpunt specifiek voor topsportstudenten. T&S begeleidt (i.s.m. de Studietrajectbegeleiding) de student bij zijn studiekeuze, het uitstippelen van een individueel studietraject in functie van het sportief programma, het bekomen van maximale studie- en examenflexibiliteit, en het ontwikkelen van competenties gericht op het optimaliseren van de combinatie topsport en studie.
Ondersteuning studenten die Levenslang Leren
Studiebegeleiding ondersteunt ook specifiek de studenten die aan levenslang leren doen. Zij kunnen uiteraard rekenen op dezelfde begeleidingsinitiatieven inzake studietraject-, studie- en carrière- en studentenpsychologische begeleiding als elke reguliere student. Het ondersteuningsaanbod in werkstudentenprogramma’s wordt zo georganiseerd (bijvoorbeeld ‘s avonds en/of digitaal) dat de studenten hier uitgebreid gebruik van kunnen maken.
Studiebegeleiding in cijfers
Telefonisch
Tabel 9 - Aantal contacten in het Contactpunt van Studiebegeleiding
Noot. Deze data werden geregistreerd via de digitale tool Claris Filemaker. De data zijn gerapporteerd voor de periode 01/01/24 tot en met 31/12/24. Het aantal contacten omvat zowel VUB-studenten als pré-studenten, alumni, ouders en anderen. De aantallen representeren het aantal mensen (niet-uniek) die een beroep deden op het Contactpunt van Studiebegeleiding.
Aantal e-mails2
Studietrajectbegeleiding 20846
Studiebegeleiding 217
Studentenpsychologische begeleiding 157
Carrièrebegeleiding 107
Tabel 10 - Aantal verzonden e-mails vanuit OTRS per type ondersteuning
2 Deze aantallen geven enkel de verzonden e-mails weer vanuit het algemene e-mailadres van Studiebegeleiding en de subteams. Medewerkers van Studiebegeleiding versturen ook nog begeleidende e-mails naar studenten vanuit hun persoonlijke mailadres. Het zou te omslachtig zijn om deze bij te houden en/of te registreren
Aantal deelnemers groepssessies
Aantal individuele gesprekken
Studietrajectbegeleiding 356 19563
Studiebegeleiding 241 1746
Studentenpsychologische begeleiding 218 1895
Carrièrebegeleiding 19 89
Tabel 11 - Aantal geregistreerde contacten binnen het ondersteuningsaanbod van Studiebegeleiding met focus op de groepssessies en de individuele begeleidingstrajecten
Aantal unieke, ingeschreven studenten die beroep deden op het ondersteuningsaanbod van Studiebegeleiding met focus op de groepssessies en de individuele begeleidingstrajecten.
Aantal deelnemers groepssessies
Aantal individuele gesprekken
Studietrajectbegeleiding 332 13154
Studiebegeleiding 193 883
Studentenpsychologische begeleiding 163 706 Carrièrebegeleiding 15 68
Tabel 12 - Aantal geregistreerde contacten binnen het ondersteuningsaanbod van Studiebegeleiding met focus op de groepssessies en de individuele begeleidingstrajecten
Noot. Het aantal deelnemende studenten bij groepssessies en het aantal individuele gesprekken met studenten werden geregistreerd via de digitale tool Claris Filemaker. De cijfers zijn gerapporteerd voor de periode 01/01/24 tot en met 31/12/24.
Er zijn geen cijfers beschikbaar voor het aantal studenten dat gebruik maakt van ons zelf-aan-de-slag materiaal (Canvasmodules en Infographics). We merken op dat het aantal ingeschreven studenten voor een groepssessie steeds veel groter was dan het aantal uiteindelijke deelnemers. De reden hiervoor zal in 2025 onderzocht worden.
Aantal deelnemers groepssessies
Aantal individuele gesprekken Aantal e-mails
Studenten met een
ReFlex-statuut 6 58 3530
Studenten die levenslang leren5 3396 /7 1025
Tabel 13 - Enkele studentengroepen en hun gebruik van het ondersteuningsaanbod van Studiebegeleiding. We rapporteren het aantal unieke studenten.
3 Studietrajectbegeleiders registreren enkel individuele gesprekken met studenten, die een meer intensief begeleidingskarakter hebben en/of die mogelijk belangrijk zijn voor verdere opvolging.
4 Zie 3
5 Werkstudenten, studenten die een opleiding volgen na hun basisopleiding (bv. ma-na-ma, postgraduaat, micro-credential) en andere studenten die werken (of uitkeringsgerechtigd zijn) en studeren combineren
6 Het is niet mogelijk om in kaart te brengen hoeveel studenten levenslang leren een individueel gesprek hadden bij een medewerker van Studiebegeleiding
7 Er waren 1025 contacten via de e-mailadressen ‘levenslangleren@vub.be’ en ‘microcredentials@vub.be’. Uiteraard beantwoorden de Studietrajectbegeleiders ook heel veel e-mails van studenten die levenslang leren
Noot. Het aantal deelnemende studenten bij groepssessies en het aantal individuele gesprekken met studenten werden geregistreerd via de digitale tool Claris Filemaker. De cijfers zijn gerapporteerd voor de periode 01/01/24 tot en met 31/12/24.
Kansengroepen8
Aantal unieke studenten
Anderstalige studenten 431
Meertalige studenten 871
Studenten met een migratieachtergrond 845
Beurs en bijna-beursstudenten 441
Werkstudenten 454
Studenten met een functiebeperking 74
Nieuwkomers 101
Studenten met kort of midden geschoolde ouders 571
Tabel 14 - Het aantal unieke studenten dat aantikt op één of meerdere kansengroepindicatoren én gebruik maakte van het ondersteuningsaanbod van studiebegeleiding.
Conform de definities van kansengroepen van de VLOR.
Extra activiteiten: instroom, doorstroom en uitstroom
Extra activiteiten i.f.v. instroom
Overeenkomstig het instroombeleid, wordt ingezet op:
• Studiekeuze(proces)begeleiding
• Versterking startcompetenties
• Warm onthaal van nieuwe studenten
Toekomstige studenten (zowel generatie als zij-instromers) worden geïnformeerd, geadviseerd en begeleid.
Studiekeuze(proces)begeleiding
Voor de start van de studie wordt de student geïnformeerd over de mogelijkheden en opleidingen die de VUB aanbiedt en begeleid binnen zijn/haar keuzeproces.
Volgende initiatieven en activiteiten dragen hiertoe bij:
• Studie-informatiedagen (SID-in’s) in de verschillende provincies
• Infodagen: Abituriënten kunnen drie keer per jaar terecht voor opleidingsspecifieke informatie, informatie rond huisvesting en financiële aspecten. Studiebegeleiding biedt telkens enkele groepssessies aan met informatie over studeren in het hoger onderwijs, info over studiebegeleiding en omgaan met de uitdagingen van hoger onderwijs en over studeren met mogelijke specifieke bijzondere ondersteuningsnoden, over voorbereidingsactiviteiten. Buiten de groepssessies is er ook doorlopend de mogelijkheid om individuele vragen te komen stellen.
• Infosessies ‘Klaar voor d’unief’ tijdens de openlesdagen: tijdens deze sessies wordt er stilgestaan met het belang van een goede studiekeuze en worden leerlingen ingewijd in de wereld van het hoger onderwijs.
• Infosessies over ‘voorkennis en voorbereiding’ voor leerkrachten.
• Infosessies voor ouders ‘Krijg inzicht in het hoger onderwijs aan de VUB’ worden digitaal aangeboden in januari
• SOS studiekeuze gesprekken worden op zes woensdagnamiddagen on campus en/of digitaal aangeboden. Tijdens zo een individueel gesprek kan de leerling, met alle vragen en onzekerheden over zijn/haar studiekeuze, terecht bij een studiekeuzebegeleider. (Aantal in 2023= 22)
• De studiekeuzewijzer van de VUB is een online tool en biedt verschillende oefeningen en vragen die leerlingen helpen een beter zicht krijgen in wie ze willen worden en welke richting ze willen inslaan
8 Er namen 339 studenten die kozen voor levenslang leren deel aan de groepssessies die specifiek voor deze studentengroep georganiseerd werden - zijnde de sessies op Infodagen, de sessie op het Onthaalmoment en andere infosessies. Uiteraard zijn deze studenten ook welkom om deel te nemen aan de andere groepssessies van Studiebegeleiding
Startcompetenties
• Procedure inzake studenten zonder SO-diploma: studenten die omwille van humanitaire, medische, psychische of sociale redenen geen SO-diploma hebben, kunnen inschrijven mits slagen op toelatingsproef. De universitaire associatie Brussel (UAB) is verantwoordelijk voor de beoordeling van het dossier, de testing van de student, de verwerking van het resultaat en -desgevallend-de aflevering van het attest tot toelating.
• Voorbereidingsactiviteiten gericht op vakinhoudelijke startcompetenties: om de brug te slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs zijn er heel wat initiatieven uitgewerkt rond het versterken van de startcompetenties van studenten. Een deel van deze initiatieven wordt aangeboden voor de start van het academiejaar, een ander deel concentreert zich tijdens de eerste weken van het academiejaar.
- Online voorkennistoetsen wiskunde, fysica en chemie per opleiding
- Fysieke voorkennistoetsen wiskunde, fysica en chemie met feedbackgesprek.
- Voorkennistoets Academisch Nederlands (online).
- STEM-verkenningsdagen (i.s.m. MarCom). Op verschillende locaties in Vlaanderen (Halle, Aalst, Mechelen, Oostende) werd een event georganiseerd voor toekomstige studenten in een STEM-opleiding, met uitleg van een VUB professor/decaan en oefensessie met testvragen op een online platform.
- Workshops ‘Toelatingsexamen arts’ (ikworddokter.be).
- Voorbereidingssessies ijkingstoets. Afhankelijk van de opleiding worden er steeds 4 modules op woensdagmiddag in de lente georganiseerd: in totaal 171 inschrijvingen.
- Feedbackgesprekken na deelname aan de ijkingstoets.
- Vakinhoudelijke voorbereidingscursussen wiskunde, chemie en fysica. In 2024 werden deze cursussen zowel online (vanaf 1 juli) aangeboden als fysiek op de campus (in september) georganiseerd.
Chemie en Fysica 205
Wiskunde voor Exacte Wetenschappen 374 Wiskunde voor Humane Wetenschappen 159 Tabel 15 - Inschrijvingscijfers voorbereidingscursussen
• Voorbereidingsactiviteiten gericht op vakoverschrijdende startcompetenties
- Sessies: ‘Klaar voor de Start’ (begin september). Deze bestaan uit 3 workshops waaruit de toekomstige eerstejaarsstudent er 2 kan kiezen: College volgen en notities maken, Woordenschatstrategieën en zakelijke e-mail én Hoe omgaan met grote hoeveelheden informatie. In totaal waren er 20 studenten aanwezig.
- De strip ‘Survival guide for students. Tips for wellbeing and studying.’ werd uitgedeeld aan alle nieuwe studenten tijdens de facultaire informatiesessies van de studentenverenigingen.Zo kunnen 2500 studenten opnieuw zelf preventief reeds aan de slag met de tips rond studeren en je goed in je vel voelen.
- Verplichte remediëring: onderstaande tabel geeft voor de VUB een overzicht per opleiding van de aantallen studenten die in academiejaar 2024-25 verplichte remediëring moesten volgen en die deze remediëring voor de start van het academiejaar (extracurriculair) of tijdens het eerste semester (intracurriculair) hebben afgewerkt.
Bacheloropleiding
Totaal aantal te remediëren
Remediëring afgewerkt voor de start van het academiejaar (extracurriculair)
Te remediëren na de start van het academiejaar (intracurriculair)
Remediëring afgewerkt tijdens het eerste semester (intracurriculair)
Warm onthaal van nieuwe studenten
• Onthaal generatiestudenten: Bij de start van elk academiejaar organiseert de VUB onthaaldagen voor nieuwe studenten. Tijdens deze dagen ontdekken ze de campus en ontmoeten ze hun medestudenten. Het onthaal bestaat uit diverse activiteiten te bevordering van de sociale en academische integratie. Studiebegeleiding biedt tijdens het centraal onthaal info aan zodat studenten kennis hebben van Studiebegeleiding en het ondersteuningsaanbod.
• Onthaalmoment werkstudenten: Bij de start van elk academiejaar organiseert studiebegeleiding in samenwerking met de dienst Marketing en Communicatie, Studentenstatuut en studiefinanciering en Infopunt Studenten een onthaalmoment voor de werkstudenten. Het onthaalmoment bestaat uit een generieke en opleidingsspecifieke infosessie waar ze alle belangrijke informatie ontvangen om een vlotte start te bewerkstelligen alsook het uitbouwen van een netwerk met andere werkstudenten. In kalenderjaar 2024 waren er in totaal 240 studenten ingeschreven, waarvan er 190 studenten aanwezig waren.
• VUBuddy: onthaal nieuwe studenten: VUBuddy is een buddy-systeem aan de VUB waarin ervaren studenten worden ingeschakeld als buddy om eerstejaarsstudenten te ondersteunen ter bevordering van de sociale en academische integratie. In 2024 werd het VUBuddy project tijdelijk on hold gezet met oog op hervorming. Er wordt gewerkt aan een nauwe samenwerking met de studentenverenigingen en Studiebegeleiding. De focus blijft op de bevordering van de sociale en academische integratie. Het vernieuwde concept wordt verwacht gelanceerd te worden start academiejaar 2025-2026
• Centraal aanspreekpunt voor studenten die levenslang leren: Studenten kunnen steeds contact opnemen via het aparte e-mailadres ‘levenslangleren@vub.be’ of korte vragen stellen via chat. Studenten ontvingen zo snel gerichte eerstelijnsinformatie. Daarnaast werden verschillende specifieke infosessies georganiseerd waar de studenten aan konden deelnemen.
Extra activiteiten i.f.v. doorstroom
Ter bevordering van het studiesucces en om ervoor te zorgen dat elke student goed in zijn vel zit heeft Studiebegeleiding gezorgd voor de ontwikkeling en implementatie van verschillende ondersteunende activiteiten.
• Begeleidingstrajecten: Een belangrijk initiatief voor het bevorderen van een goede studievoortgang is het uitwerken van begeleidingstrajecten voor iedere eerste bacheloropleiding aan de VUB. Een begeleidingstraject bestaat uit een opeenvolging van activiteiten die samen een coherent pakket vormen en die duidelijk gecommuniceerd worden naar de eerstejaarsstudenten uit de opleiding (of studenten die de opleiding wensen aan te vatten). Per opleiding zijn een of meerdere studiebegeleiders verantwoordelijk voor de organisatie. Het traject wordt ingericht in nauwe samenwerking met de opleiding en opleidingsraden alsook met de medewerkers van Onderwijsondersteuning. Het doel van een BGT is om alle studenten uit de opleiding te versterken op vlak van studievaardigheden, planning, examenvaardigheden, stresshantering. Daarnaast bieden we ook info over het volgen van hoorcolleges en werkcolleges en andere relevante studie-informatie.
Het begeleidingstraject houdt rekening met de specifieke situatie van een opleiding, bv. profiel van de instromende studenten, knelpuntvakken, een hoge uitval of andere aandachtspunten die uit vaststellingen, analyses of rapporten naar voor komen.
De activiteiten kunnen extra- of intra-curriculair zijn, vrijblijvend of verplicht, en ingericht worden door onderwijzend personeel, begeleiders of door beide samen. In een begeleidingstraject streven we ernaar om bij elk van de volgende cruciale fasen van een eerste bachelorjaar een activiteit te voorzien: voor de start van het academiejaar (zie supra), bij de start van het academiejaar, eerste semester, tussentijdse evaluaties/ proefexamens, eerste examenperiode en het tweede semester. De trainingen van het begeleidingstraject worden geïntegreerd in het lessenrooster.
We streven ernaar om de informatie gegeven binnen het BGT zoveel mogelijk te stroomlijnen met het zelfaan-de-slag-materiaal. Voor het BGT IR werd er bijvoorbeeld in 2024-2025 een aparte Canvas cursus “BGT IR” opgebouwd.
• Pretoetsen: tijdens de onthaalweek in de faculteiten IR, LK en WE gaan er pretoetsen door waar studenten achteraf ook gerichte feedback op ontvangen. In geval van remediëring (bij eventuele tekorten) krijgen de studenten toegang tot de cursussen Basis Chemie en Basis Fysica waarbinnen “bijspijkerklassen” georganiseerd worden en/of tot de cursus Basis Wiskunde met videolessen en remediëringsoefeningen.
• Gesprekken/remediëring na tussentijdse evaluaties: studenten binnen bepaalde opleidingen (WE) worden uitgenodigd voor een volggesprek omtrent hun studiehouding en de behaalde resultaten en worden
aangemoedigd om deel te nemen aan remediëringsactiviteiten voor specifieke vakken. Binnen de faculteit GF gebeurt dit via een informatieve groepssessie.
• Taalbegeleiding: in oktober 2024 nam het team academisch Nederlands van het ACTO in samenwerking met Studiebegeleiding de LINA (vragenlijst academisch Nederlands) af bij 2774 BA1-studenten en 160 zijinstromers. De taalbegeleiding academisch Nederlands van het ACTO die daarop volgt, bestaat uit twee luiken: het open aanbod enerzijds, de leerlijnen op maat van de opleidingen anderzijds. Ten eerste omvat het open aanbod workshops, doorschrijfdonderdagen en tutoring academisch Nederlands. Daarbij organiseert het ACTO individuele taalafspraken met een schrijfcoach. Deze initiatieven worden verder toegelicht op de Canvasruimte Academisch schrijven. Ten tweede wordt afhankelijk van de opleiding een traject op maat uitgewerkt in de vorm van een leerlijn academisch Nederlands. Zo’n leerlijn kan starten met één gastcollege en uitgebreid worden tot een reeks colleges en Canvasmodules, verdeeld over de verschillende studiejaren. Deze trajecten zijn erop gericht de vakdocenten te ondersteunen en worden dus ook bottom-up uitgewerkt.
• Het handboek ‘Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren’ wordt gratis uitgedeeld aan studenten.
• Tutoring-project: Studenten met een vraag naar bijles worden in contact gebracht met een geschikte tutor. Studiebegeleiding coördineert de universiteitsbrede tutorwerking waarbij succesvolle hogerejaarsstudenten ingeschakeld worden voor individuele, vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast staan zij in voor de bewaking, opvolging en ondersteuning. Binnen de werkgroep staat men ook in voor de matching en opleiding van tutoren uit de lerarenopleiding en het Honours Program (Faculteiten PE en ES). De tutoren en tutees melden zich aan via een tutoring database waar zij een online dossier bijhouden. In 2024 waren 509 tutees en 218 tutoren in het online Tutoring systeem.
• Studievoortgangsinitiatief na de eerste examenperiode(januari): Studenten die voor een eerste keer zijn ingeschreven in een bachelor, schakel- of voorbereidingsprogramma of een Engelstalige masteropleiding en die na de januarizittijd een studierendement lager dan 60% hebben behaald, krijgen een persoonlijke e-mail van Studiebegeleiding. In deze e-mail worden de studenten aangespoord om hun individueel studierendement te berekenen en worden ze geïnformeerd over de gevolgen van hun behaalde studierendement voor hun studievoortgang aan de VUB. Ze worden aangemoedigd de online reflectietool in te vullen en stil te staan bij hun aanpak en situatie tijdens het eerste semester. Op basis van hun persoonlijke situatie en antwoorden krijgen ze advies over hoe ze hun studeergedrag en welzijn kunnen optimaliseren, met het oog op het verhogen van hun studierendement.
In 2024 kregen 5654 studenten de uitnodiging om de reflectietool in te vullen. 1016 studenten (18%) begonnen aan de reflectietool. Hiervan hebben 612 studenten (60%) de tool doorlopen tot en met het advies. 266 studenten (26%) doorliepen de tool maar vulden geen rolnummer en e-mailadres in, waardoor ze geen rapport via e-mail kregen en niet geïdentificeerd konden worden (voor o.a. registratie in Filemaker). Via de tool zelf hebben deze studenten wel een persoonlijk advies ontvangen. 346 studenten vulden de reflectietool volledig in, dit is 34% van alle studenten die aan de reflectietool zijn begonnen.

14
14
De dienst Topsport en Studie organiseert studievoortgangsgesprekken voor de topsportstudenten, en past het studieprogramma (indien vereist in functie van de studieresultaten en/of het sportief programma) aan voor het tweede semester.
• Studievoortgangsbewakingsinitiatief na de eerste zittijd (juli): alle studenten ontvangen na de examenperiode van juni een e-mail vanuit studiebegeleiding met o.a. het ondersteuningsaanbod in de zomer als de voornaamste
Figuur
Figuur
De dienst Topsport en Studie organiseert studievoortgangsgesprekken voor de topsportstudenten, en past het studieprogramma (indien vereist in functie van de studieresultaten en/of het sportief programma) aan voor het tweede semester.
• Studievoortgangsbewakingsinitiatief na de eerste zittijd (juli): alle studenten ontvangen na de examenperiode van juni een e-mail vanuit studiebegeleiding met o.a. het ondersteuningsaanbod in de zomer als de voornaamste studievoortgangsregels.
• Studievoortgangsbewakingsinitiatief na de tweede zittijd: Studenten bij wie na de tweede zittijd bindende voorwaarden zijn opgelegd door de examencommissie krijgen een e-mail van Studiebegeleiding. Op deze manier informeren we deze risicogroep over hetgeen de VUB van hen verwacht en het beschikbare begeleidingsaanbod. Studenten worden aangemoedigd de online reflectietool in te vullen en stil te staan bij hun persoonlijke situatie en aanpak van het voorbije academiejaar. Op basis van hun antwoorden in de reflectietool krijgen ze advies over hoe ze hun studierendement kunnen verhogen en waar ze terecht kunnen voor bijkomende ondersteuning.
In totaal zijn in september 2024 3017 e-mails verstuurd waarvan 766 studenten (= 25,4%) de tool heeft geopend. Van deze groep heeft 11% afgehaakt na de eerste vraag over de studiekeuze en nog eens 27,8% bij de reflectievragen. Uiteindelijk hebben 469 studenten (= 61,2% van de studenten die de tool geopend heeft) de tool ook volledig doorlopen. Dat resulteert in een deelnamecijfer van 15,5%.

Figuur 15
Figuur 15
Figuur 15
Dit betekent een lichte daling in vergelijking met het vorige academiejaar.
Dit betekent een lichte daling in vergelijking met het vorige academiejaar.
Dit betekent een lichte daling in vergelijking met het vorige academiejaar.

Figuur
Figuur 16
Figuur 16
Van de 469 studenten heeft 61% (286 studenten) hun e-mailadres opgegeven, wat betekent dat bijna 40% de tool anoniem heeft ingevuld. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan vorig academiejaar. Toen vulde net iets minder dan één derde de tool anoniem in.
Van de 469 studenten heeft 61% (286 studenten) hun e-mailadres opgegeven, wat betekent dat bijna 40% de tool anoniem heeft ingevuld. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan vorig academiejaar. Toen vulde net iets minder dan één derde de tool anoniem in.
Van de 469 studenten heeft 61% (286 studenten) hun e-mailadres opgegeven, wat betekent dat bijna 40% de tool anoniem heeft ingevuld. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan vorig academiejaar. Toen vulde net iets minder dan één derde de tool anoniem in.
Figuur 17
Figuur 17
Van de 286 studenten die hun e-mailadres hebben opgegeven na het invullen van de
Van de 469 studenten heeft 61% (286 studenten) hun e-mailadres opgegeven, wat betekent dat bijna 40% de tool anoniem heeft ingevuld. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan vorig academiejaar. Toen vulde net iets minder dan één derde de tool anoniem in.

Figuur 17
Figuur 17
Van de 286 studenten die hun e-mailadres hebben opgegeven na het invullen van de reflectietool hebben 51 studenten ter opvolging van hun actiepunten gebruik gemaakt van het individuele en/of groepsaanbod van Studiebegeleiding.
Van de 286 studenten die hun e-mailadres hebben opgegeven na het invullen van de reflectietool hebben 51 studenten ter opvolging van hun actiepunten gebruik gemaakt van het individuele en/of groepsaanbod van Studiebegeleiding.
• Online reflectietool Topsport en Studie: de dienst Topsport en Studie heeft het online platform www.dualcareertools.com ontwikkeld en gebruikt dit actief om de
• Online reflectietool Topsport en Studie: de dienst Topsport en Studie heeft het online platform www. dualcareertools.com ontwikkeld en gebruikt dit actief om de competenties van topsportstudenten in kaart te brengen, bespreekbaar te maken en te ontwikkelen. Het platform verkreeg PoC financiering (TechTransfer) en wordt momenteel uitgebreid met tools gericht op het monitoren van duale carrière-ervaringen en mentaal welzijn van de topsportstudent, alsook het verhogen van mental health literacy via een online quiz.
• VUBuddy: In 2024 werd het VUBuddy project tijdelijk on hold gezet met oog op hervorming. Er wordt gewerkt aan een nauwe samenwerking met de studentenverenigingen en Studiebegeleiding. De focus blijft op de bevordering van de sociale en academische integratie. Het vernieuwde concept wordt verwacht gelanceerd te worden start academiejaar 2025-2026
Extra activiteiten i.f.v. uitstroom
• Jobteaser: is een online gepersonaliseerd jobplatform waar je als student of pas afgestudeerde alle carrière-info vindt die je nodig hebt:
- Een jobdatabank met stages en vacatures
- Jobevenementen
- Profielen van meer dan 2000 bedrijven en organisaties
- Sollicitatietips
-
• Workshops in samenwerking met Randstad: het reguliere aanbod vanuit studiebegeleiding wordt ook versterkt met enkele workshops georganiseerd in samenwerking met Randstad. Dankzij de samenwerking tussen de VUB en Randstad young Talents komen de VUB-studenten op laagdrempelige wijze in contact met de arbeidswereld en krijgen ze ondersteuning in hun zoektocht naar een eerste job.
• CV-dag: in 2024 werd een tweede editie van de CV-dag georganiseerd. Dit initiatief is toegankelijk voor alle studenten en legt de focus op zelfprofilering (Wat zet ik in mijn CV en LinkedIn profiel, hoe stel ik mijn motivatiebrief op, etc, ...). Naast Randstad, jobteaser, Levenslang Leren en Mens en Organisatie waren deze editie ook de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling) en BON (Brussels Onthaalbureau voor Nieuwkomers) aanwezig. Op deze manier konden studenten ook terecht met vragen rond administratieve aspecten na het afstuderen. En de internationale studenten konden terecht met vragen rond het orientation year. Naast de mogelijkheid om je CV te laten screenen werden ook infosessies aangeboden. In totaal waren er 70 studenten aanwezig.
• Jobfairs (in samenwerking met studentenverenigingen): aan de VUB organiseren een aantal studentenverengingen traditiegetrouw jaarlijks een jobfair (jobbeurs). Vanuit carrièrebegeleiding wordt steeds het aanbod gedaan om hen te ondersteunen met hun vragen rond joboriëntatie, selectieprocedure en arbeidsmarktadvies.
• VDAB-tool loopbaandenken: In 2024 werd gestart met de uitrol van de VDAB-tool loopbaandenken binnen het hoger onderwijs, een initiatief vanuit de VLIR. De tool is gericht op docenten en begeleiders en heeft als doel hen te sensibiliseren voor loopbaandenken en hen te inspireren om het te gebruiken binnen de onderwijscontext.
VIII. STUDENTENOMBUDSPERSONEN
Algemene vaststellingen ombudsfunctie
De werkzaamheden van de facultaire ombudspersonen en de centrale ombudspersoon betreffen in hoofdzaak de behandeling van vragen, opmerkingen en klachten van studenten inzake onderwijs en examens. In academiejaar 2023-2024 werden in totaal 705 meldingen geregistreerd.
Voor studenten is het hierbij vaak reeds geruststellend dat hun verhaal wordt gehoord. Een groot deel van de klachten dient ter ventilering van een ongenoegen over een toegekend examencijfer, een onduidelijke communicatie over opdrachten, de onmogelijkheid om een inhaalexamen te voorzien of een misverstand over de interpretatie van reglementen, zonder dat er sprake is van een schending van rechten en zonder dat een formele klacht geformuleerd wordt.
Veelal volstaat het om de student te wijzen op de mogelijkheden en procedures die voorzien zijn in het onderwijs- en examenreglement en die ook toegelicht worden op het studentenportaal (dewelke evenwel niet altijd eerst geconsulteerd werden), en/of op de inhoud van opleidingsonderdeelfiches, alsook om de student door te verwijzen naar de bevoegde dienst. Zowel een duidelijke communicatie tussen docent en student als een correcte invulling van de opleidingsonderdeelfiche, komt de studenten alleszins ten goede. Aan docenten wordt dan ook gevraagd hiervoor aandachtig te zijn.
De tussenkomsten van de ombudspersonen leiden meestal tot bevredigende oplossingen voor de studenten. Niettemin gaan studenten er soms verkeerdelijk van uit dat de rol van de ombudspersoon zich uitstrekt tot het ‘beslechten’ van een geschil als beroepsinstantie, daar waar de ombudspersoon een bemiddelende rol heeft.
Tot slot worden de facultaire ombudspersonen tevens uitgenodigd op de hoorzittingen bij de decaan in het kader van onregelmatigheden of beëindiging stage, en kunnen zij met raadgevende stem eveneens deelnemen aan de samenkomsten van de examencommissies en aan de zittingen van de interne beroepscommissies. In academiejaar 2023-2024 werd er respectievelijk in 119 gevallen deelgenomen aan hoorzittingen bij de decaan en 57 keer deelgenomen aan de examencommissies en interne beroepscommissies.
Ombudspersonen zijn tevens het aanspreekpunt bij discussies bij het opstellen van het definitieve examenrooster en bij moeilijkheden in de dialoog om tot een werkbare regeling te komen in het kader van reflex.
De centrale ombudspersoon werd sporadisch gecontacteerd inzake klachten of vragen in afwezigheid van de facultaire ombudspersoon.
Inhoud tussenkomst
De facultaire en centrale ombudspersonen worden in het academiejaar 2023-2024 voornamelijk geconsulteerd voor meldingen betreffende volgende onderwerpen:
• Onderwijsorganisatie: 55
- Bijvoorbeeld problemen met het lessenrooster; werkvormen; werkcolleges; werkstudenten en hun nood aan lesopnames
• Examenregeling: 76
- Bijvoorbeeld overlap in het examenrooster
• Examenverloop en –beoordeling: 208
- Bijvoorbeeld samenstelling examencijfer wijkt af van de informatie in de opleidingsonderdeelfiche; inzage –en feedbackmomenten
• Begeleiding en beoordeling van de masterproef: 60
- Bijvoorbeeld promotor is onbereikbaar
• Deliberatie: 96
- Bijvoorbeeld student verzoekt om uitzonderlijk globaal geslaagd te worden verklaard
• Andere: 92
- Bijvoorbeeld bemiddelen in het kader van reflex
• Andere niet ombudsgerelateerde vragen: 118
- Bijvoorbeeld moeilijkheden bij (her)inschrijving; verblijfsvergunning
Intervisiemoment
In 2024 werd opnieuw een infomoment voor de ombudspersonen georganiseerd waar voor de eerste maal een intervisiemoment aan gekoppeld werd. Zo kregen de ombudspersonen de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen en hun behoeften/noden ook in kaart te brengen. Op vraag van de ombudspersonen zal er aan het begin van het academiejaar jaarlijks een intervisie plaatsvinden. Om de jaarlijkse rapportering van de ombudspersonen aan het vicerectoraat te vereenvoudigen werd een nieuwe template uitgewerkt.
Klachtenmanagement Infopunt Studenten
De ombudswerking is traditioneel onderwijsgebonden. Complementair daaraan kunnen studenten met klachten en suggesties over situaties op de campus of tijdens hun studies terecht op feedback@vub.be. Infopunt Studenten beheert dit kanaal.
In 2024 behandelden we via feedback@vub.be 117 klachten. Dit aantal ligt iets hoger dan in 2023, toen we uitkwamen op 94 klachten. Het aantal klachten varieert doorheen de jaren ietwat, maar blijft doorgaans in lijn, rond de 100, met als uitzondering coronajaar 2020. Ter vergelijking: 2022 – 106 klachten, 2021 – 97 klachten, 2020 – 190 klachten, 2019116 klachten, 2018 - 81 klachten, 2017 - 56 klachten en 2016 - 100 klachten.
De klachten die Infopunt Studenten ontvangt via info@vub.be en feedback@vub.be gaan over een grote verscheidenheid aan topics. De meeste klachten gaan over infrastructuur (bv. geluidsoverlast, parking, vandalisme…) of over procedures/ beslissingen waar studenten het niet mee eens zijn of over de complexiteit ervan (Inschrijven & toelaten, beroepsprocedures, huurwaarborgen…).
Infopunt Studenten behandelt de klachten onmiddellijk en met een grote, communicatieve zorg en betrekt waar nodig de desbetreffende diensten voor een correct en passend antwoord. Meestal wordt via urgente, prioritaire aandacht voor deze individuele dossiers vrij snel een oplossing geboden. Vaak wordt in samenspraak met het betrokken diensthoofd een oplossing voorgesteld, wordt de situatie rechtgezet, worden excuses aangeboden of wordt aan de student uitgelegd waarom bepaalde beslissingen of procedures zo of zo werken en wat ze verder kunnen doen. In enkele uitzonderlijke gevallen wordt de juridische dienst om advies gevraagd.
Besluit en slotbedenking
Besluit en slotbedenking
In 2024 werd sterk ingezet op het realiseren van het beleid studievoortgang en studiesucces. Het is een beleid dat enerzijds inzet op de zorg en de ondersteuning van studenten voor en tijdens het studietraject maar dat anderzijds ook studenten bewust maakt en responsabiliseert voor de eigen keuzes. Op de instellingsbrede onderwijsdag van 2024, werden de belangrijkste determinanten voor studiesucces onder de loep genomen en werd in kaart gebracht hoe kan ingegrepen worden op ieder van die determinanten om het studiesucces te verhogen.
In 2024 werd sterk ingezet op het realiseren van het beleid studievoortgang en studiesucces. Het is een beleid dat enerzijds inzet op de zorg en de ondersteuning van studenten voor en tijdens het studietraject maar dat anderzijds ook studenten bewust maakt en responsabiliseert voor de eigen keuzes. Op de instellingsbrede onderwijsdag van 2024, werden de belangrijkste determinanten voor studiesucces onder de loep genomen en werd in kaart gebracht hoe kan ingegrepen worden op ieder van die determinanten om het studiesucces te verhogen.

Figuur 18 - Kwartetspel Onderwijsvisie VUB
Uit die analyse trokken de afdelingen van het vicerectoraat Onderwijs- en studentenzaken en de opleidingen actiegerichte conclusies die in 2024 werden ingezet en de komende jaren zullen moeten volgehouden worden. Voorbeelden daarvan:
Uit die analyse trokken de afdelingen van het vicerectoraat Onderwijs- en studentenzaken en de opleidingen actiegerichte conclusies die in 2024 werden ingezet en de komende jaren zullen moeten volgehouden worden. Voorbeelden daarvan:
§ Aan alle opleidingen werd een eigen dashboard studierendement aangeboden met benchmarks, aanduiding van de urgentie om actie te ondernemen en identificatie van mogelijke struikelblokken in de leertrajecten.
Aan alle opleidingen werd een eigen dashboard studierendement aangeboden met benchmarks, aanduiding van de urgentie om actie te ondernemen en identificatie van mogelijke struikelblokken in de leertrajecten.
Onderwijsondersteuners brachten factoren, actoren en mogelijke acties in kaart, zorgden voor instructies en inspiratiemateriaal voor lesgevers en gingen aan de slag met opleidingsteams die nog winst kunnen boeken inzake studiesucces.
§ Onderwijsondersteuners brachten factoren, actoren en mogelijke acties in kaart, zorgden voor instructies en inspiratiemateriaal voor lesgevers en gingen aan de slag met opleidingsteams die nog winst kunnen boeken inzake studiesucces.
Studie en studentenbegeleiding versterken hun aanbod om de leerinzet en de zelfregulatie van studenten te verbeteren.
§ Studie en studentenbegeleiding versterken hun aanbod om de leerinzet en de zelfregulatie van studenten te verbeteren.
§ Een versterkte inzet op studieoriëntering krijgt vorm.
Een versterkte inzet op studieoriëntering krijgt vorm.
Gebaseerd op data over de relatie tussen behaald rendementspercentage in het eerste jaar en slaagkansen voor de bacheloropleiding worden studenten sneller geheroriënteerd.
§ Gebaseerd op data over de relatie tussen behaald rendementspercentage in het eerste jaar en slaagkansen voor de bacheloropleiding worden studenten sneller geheroriënteerd.
§ Inspanningen van faculteiten en opleidingen, van de afdelingen studentenzaken en studie- en studentenbegeleiding en van studentenkringen worden gebundeld om een snellere en steviger sociale en academische integratie van nieuwe studenten te bevorderen.
Inspanningen van faculteiten en opleidingen, van de afdelingen studentenzaken en studie- en studentenbegeleiding en van studentenkringen worden gebundeld om een
§ Studeerbaarheid van het curriculum wordt nauw opgevolgd.
Van de implementatie van de vernieuwde onderwijsvisie van de VUB die in 2023 door de bestuursorganen werd bekrachtigd werden de eerste voorbeelden uitgewisseld op de VUB-onderwijsdag van 2024.
Figuur 18 - Kwartetspel Onderwijsvisie VUB
Van de implementatie van de vernieuwde onderwijsvisie van de VUB die in 2023 door de bestuursorganen werd bekrachtigd werden de eerste voorbeelden uitgewisseld op de VUBonderwijsdag van 2024.

Figuur 19 - Zeven ingrediënten van de VUB-onderwijsvisie
Figuur 19 - Zeven ingrediënten van de VUB-onderwijsvisie
In het verlengde van de aandacht voor studiesucces, ging veel aandacht naar de ingrediënten onderzoeks-geïnformeerde didactiek, eigenaarschap bij de student en weloverwogen blend die het meest rechtstreeks gerelateerd zijn aan het optimaliseren van het leerrendement want afgestemd op het verbeteren van de studie-efficiëntie en van doelmatig ingezette leertijd van de student. Gelet op de toenemende studentenaantallen die onvoldoende in verhouding staat tot de capaciteit van de leslokalen, vraagt het kwaliteitsvol ontwerpen van een weloverwogen blend van online en fysiek plenair aanbod, zelfwerkzaamheid, groepsopdrachten, ... voor grote groepen onze bijzondere aandacht.
In het verlengde van de aandacht voor studiesucces, ging veel aandacht naar de ingrediënten onderzoeks-geïnformeerde didactiek, eigenaarschap bij de student en weloverwogen blend die het meest rechtstreeks gerelateerd zijn aan het optimaliseren van het leerrendement want afgestemd op het verbeteren van de studie-efficiëntie en van doelmatig ingezette leertijd van de student. Gelet op de toenemende studentenaantallen die onvoldoende in verhouding staat tot de capaciteit van de leslokalen, vraagt het kwaliteitsvol ontwerpen van een weloverwogen blend van online en fysiek plenair aanbod, zelfwerkzaamheid, groepsopdrachten, ... voor grote groepen onze bijzondere aandacht.
Generatieve AI heeft intussen het leer- en onderwijslandschap flink beïnvloed. Het heeft geleid tot bijstelling van leerresultaten en herziening van evaluatievormen maar evengoed tot een onderwijsaanbod over goed gebruik van GenAI en experimenten met het inzetten ervan als tool om de onderwijspraktijk te transformeren. Binnen kwaliteitszorg onderwijs is AI alvast een interessante bijkomende tool voor kwaliteitsmonitoring.
Generatieve AI heeft intussen het leer- en onderwijslandschap flink beïnvloed. Het heeft geleid tot bijstelling van leerresultaten en herziening van evaluatievormen maar evengoed tot een onderwijsaanbod over goed gebruik van GenAI en experimenten met het inzetten ervan als tool om de onderwijspraktijk te transformeren. Binnen kwaliteitszorg onderwijs is AI alvast een interessante bijkomende tool voor kwaliteitsmonitoring.
RUBRIEK 4 ONDERZOEKSVERSLAG
De onderzoeksraad keurde op 14 december 2022 haar nieuwe vijfjaren strategisch beleidsplan 2022-2026 voor onderzoek goed. De strategische doelstellingen van het onderzoeksbeleid zijn:
• SD1: impact creëren via efficiënte structuren en pro-actieve ondersteuning,
• SD2: een ambitieuze en slagkrachtige fundingstrategie,
• SD3: een onderzoekscultuur gericht op kwaliteit en internationale verankering,
• SD4: science as a public good,
In het voorliggende jaarverslag wordt ingegaan op de zaken die in 2024 werden verwezenlijkt in het kader van de hierboven geschetste doelstellingen.
1. BELEIDSORGANEN VOOR ONDERZOEK
1.1. Beleidsorganen
De onderzoeksraad (OZR) is het centrale advies- en beslissingsorgaan voor onderzoeksaangelegenheden van de Vrije Universiteit Brussel. Het dagelijks beheer wordt verzekerd door het Bureau van de Onderzoeksraad. Overeenkomstig art. 49 en art. 50 van het Organiek Statuut wordt de Onderzoeksraad belast met volgende taken:
• De Onderzoeksraad beslist inzake:
- de verdeling en de toewijzing van de projectmiddelen voor onderzoek,
- de erkenning van de onderzoeksgroepen,
- de toekenning van door de OZR beheerde VUB-prijzen,
- de toelating tot herinschrijving van doctoraatsstudenten op basis van de voortgangsrapporten.
• De Onderzoeksraad formuleert voorstellen en verleent advies inzake het strategisch onderzoeksbeleid en in bijzonder inzake:
- Het algemeen beleid en de organisatie van de universiteit van het wetenschappelijk onderzoek,
- De opmaak van de onderzoeksgerelateerde begroting,
- De verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmiddelen van de universiteit, inclusief het advies inzake de verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmandaten gefinancierd via door de OZR beheerde middelen,
- Het doctoraatsproces,
- De installatie van leerstoelen met onderzoeksbestemming.
De Onderzoeksraad is samengesteld uit een representatief aantal leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van wie bij de aanduiding door de Academische Raad is aangetoond dat zij tegemoetkomen aan de prestatie-indicatoren opgenomen in de ZAP-competentieprofielen zoals goedgekeurd door de Academische Raad (kwaliteitsvereiste) en van wie hoogstens 2/3 van hetzelfde geslacht zijn (genderevenwicht) met inbegrip van de vicerector, ex officio voorzitter van de OZR.
De samenstelling is als volgt geregeld : Effectieve leden:
• de Vicerector Onderzoek is automatisch voorzitter van de OZR;
• per faculteit zetelen 2 effectieve leden en worden 2 plaatsvervangende leden aangeduid, waarbij wordt gestreefd naar een genderevenwicht;
• 1 effectief en 1 plaatsvervangend lid, aangeduid per School of Arts binnen de associatie
Leden met raadgevende stem:
• De regeringscommissaris
• De algemeen beheerder van de VUB
• Vijf waarnemers, aangeduid door de Academische Raad
• De vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid
• De vertegenwoordiger van het SISC (Shared ICT Services Centre)
• Een afgevaardigde vanuit het UMC-comité
Samenstelling 2024-2025 (* de leden van het Bureau (effectief) zijn in bold aangeduid)
Voorzitter
16 ZAP-leden
1 effectief lid SoA RITS
1 effectief lid SoA KCB
P.Ballon vicerector onderzoek
Effectieve leden van de faculteit
R. Vosters/Nel De Mûelenare Letteren en Wijsbegeerte
K. Verfaillie / D. De Ruysscher Rechtsgeleerdheid
W. Versees/ A. Nowé WetenschaPpen en Bio-ingenieurswetenschappen
A Massie / K. Breckpot Geneeskunde en Farmacie
N. De Temmerman/ B. Vanderborght Ingenieurswetenschappen
M.L. Vandenhaute/ P.P. Verhaeghe
Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen Managementschool Solvay
L. De Donder/ I. Baetens Psychologie en Opvoedkunde
J. Aeles/ H. Schaillée Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
D. Hoens
K. Van den Buys worden eveneens uitgenodigd met raadgevende stem
Regeringscommissaris
Algemeen Beheerder
5 waarnemers aangeduid door de Academische Raad
- AOP
- AOP
- ZAP
- ZAP
- ZAP
De vicerector Innovatie & Valorisatiebeleid
Vertegenwoordiger SISC (ICT service Centre)
Een afgevaardigde van het UMC comité
S. Deryckere
N. Van Craen
L. Chapelle
G. Dotreppe
M. Declerck
S. Provyn
N. Vermeulen
P. Schelkens
S. Weckx
A Bonehill
Het secretariaat van de Onderzoeksraad en het Bureau wordt waargenomen door het departement Onderzoek.
De genderverdeling bij de samenstelling van de OZR is als volgt :
- Effectieve leden : 8 M – 10 V
- Plaatsvervangende leden : 8 M – 10 V
Het Bureau van de Onderzoeksraad (BOZ – het dagelijks bestuur van de OZR) kwam in 2024 negen keer samen. Daarnaast vonden drie bijzondere bureauvergaderingen plaats, respectievelijk voor de selectie van de VUB voorstellen in het kader van iBOF, voor de selectie van de VUB projecten in het kader van FWO-Middelzware Apparatuur en voor de voor de bespreking van de mogelijke verlenging van zes IRP projecten.
De Onderzoeksraad kwam in 2024 negen keer samen.
De werking van de Onderzoeksraad wordt ondersteund door de volgende bijzondere adviesorganen :
- Bureau van de Onderzoeksraad (BOZ) :
• Het BOZ bereidt de werkzaamheden van de Onderzoeksraad voor en treedt tevens op als Evaluatie- en Beoordelingscommissie (EBC) voor de ZAP mandaten binnen het BOF/OZR contingent,
- Stuurgroep Doctoral Schools :
• De Stuurgroep Doctoral Schools bepaalt het beleid van de drie Doctoral Schools en stemt deze af op de beleidsvisie van de OZR. De stuurgroep bewaakt eveneens de kwaliteit van de doctoraatsopleiding.
- Ethische Commissie Humane Wetenschappen (ECHW) :
• De Ethische Commissie Humane Wetenschappen werd opgericht naar aanleiding van de door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en de Europese Commissie (EC) ingevoerde verplichting tot ethisch advies voor toegekende mandaten en projecten in de Humane Wetenschappen. De commissie verleent ethisch advies aan onderzoekers, toetst de verenigbaarheid van het onderzoek met ethische beginselen en normen en volgt de
ontwikkelingen op omtrent ethisch onderzoek in het domein van de Humane Wetenschappen.
- Ethische Commissie Dierproeven :
• De commissie waakt over het ethische gebruik van proefdieren en verleent de door de wet vereiste ethische adviezen, i.c. de Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en het KB van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren.
- Ethische Commissie Dubbelgebruik, Militair Onderzoek en Misbruik :
• De commissie verleent adviezen in overeenstemming met de Ordonnantie van 26 juni 2013 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor miliatir gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen, toebehoren en munitie ervan en de Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van de Europese Unie van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik.
2. BESTEMMING BIJZONDERE
ONDERZOEKSFONDSEN
Verdeling Financiele Middelen Bijzonder Onderzoeksfonds :
- BOF toelage 2024 : 24.134.492 Euro
- BOF toelage 2024 Tenure Track : 1.149.492 Euro
- BOF toelage 2024 Methusalem : 2.278.010 Euro
• Details onderverdeling worden hieronder beschreven
- Eigen bijdrage VUB bij BOF : 1.940.000 Euro
De Onderzoeksraad kent daarnaast ook nog andere onderzoeksmiddelen toe, in bijzonder de middelen verworven door de universiteit in het kader van de defiscaliseringsmaatregel van de Federale Overheid.
Via de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds, financiert de Vrije Universiteit Brussel onder andere volgende onderzoeksinitiatieven :
2.1. Middelen bestemd voor onderzoeksmandaten
Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel onderzoeksmandaten op ZAP-niveau. Dit onderzoekscontingent betekent niet alleen een belangrijke stimulans voor het onderzoek in het algemeen, maar verruimt ook de mogelijkheden om als ZAP-lid een onderzoekscarrière uit te bouwen aan de universiteit.
In totaal wordt ingezet in (BOFbegroting 2024) :
- 28 vte ZAP ‘senior research fellows’ : 2.860.000 Euro
- 16 vte tenure track : 1.149.492 via BOF Tenure Track 360.608 Euro via BOF - 3 vte sabbatical leaves : 225.000 Euro
Voor de Senior Research Fellowships wordt een totale periode van 10 jaar beoogd, voornamelijk besteed aan onderzoek. De initiële toekenning gebeurt voor 5 jaar en is verlengbaar voor 5 jaar na positieve evaluatie. Naast mandaten toegekend binnen prioritaire thema’s bestaat de mogelijkheid om een Senior Research Fellowship toe te kennen (1) aansluitend op een Odysseusmandaat, (2) aansluitend op een EU-Tenure Track mandaat gelijklopend met een ERC Grant, (3) als andere verdere hernieuwing na 10 jaar tot maximum 25% van de middelen (BOF-besluit, Vlaamse Regering 21.12.2012, laatst gewijzigd 22.12.2023). Rekening houdend met de begrotingsmogelijkheden en de verwachte instroom, werd het contingent stelselmatig en met een spreiding van de mogelijkheden over de jaren uitgebouwd. Conform het OZR werkingsreglement wordt bij de verdeling van de mandaten gestreeft naar een genderevenwicht (minimum 2/5 van hetzelfde geslacht). Excellentie blijft bij de selectie steeds het eerste criterium.
Binnen de toekenningsronde 2024-2025 gebeurden vier nieuwe toekenning en vier hernieuwingen, met telkens termijnen van 5 jaar.
Concreet werd in 2024 volgende nieuwe VUB-onderzoeksmandaten toegekend en werden volgende verlengingsaanvragen behandeld : via instroom in opvolging van een ERC Starting Grant/ Odysseus Grant :
• Prof. K. De Vries (WE-DNTK), met ingang van 1.2.2024 voor een eerste termijn van vijf jaar
Via instroom op basis van thema oproep :
In 2024 werd geen nieuwe oproep opengesteld voor instroom op thema omwille van de zeer grote instroom via ERC. Deze ERC projecthouders ontvangen automatisch een door de OZR gefinancierd ZAP mandaat bij de start van hun ERC project.
Daarnaast werd in 2024 de hernieuwing voor 5 jaar goedgekeurd van volgende VUB-onderzoeksmandaten:
• Prof. E. De Bruyne (GF), met ingang van 1.11.2024 voor een tweede termijn van vijf jaar.
• Prof. J. Van Schependom (GF-IR), met ingang van 1.11.2024 voor een tweede termijn van 5 jaar.
• Prof. S. Eeltink (IR), met ingang van 1.10.2024 voor een derde termijn van 5 jaar.
• Prof. S. Buitink (WE), met ingang van 1.06.2025 voor een tweede termijn van 5 jaar.
• Prof. M. Declerck (LW), met ingang van 1.03.2025 voor een tweede termijn van 5 jaar.
• Prof. N. Van Eijndhoven (WE), met ingang van 1.10.2024 voor een derde termijn tot aan emeritaat.
De genderverdeling van de VUB-onderzoeksmandaten (totale contingent, en geteld voor het volledige kalenderjaar 2024) is als volgt :
- 65 % man - 35 % vrouw
Het niet behalen van een 2/5 verhouding is in hoofdzaak te wijten aan het feit in dit contingent ‘VUB onderzoeksmandaten’ hoofdzakelijk vorsers instromen via ERC- of Odysseusmandaat en dit zijn overwegend mannen. Het bewaken van een genderevenwicht in deze context is minder evident.
In 2024 werden geen nieuwe BOF tenure track mandaten opgestart. Wel werd beslist om voor 8 nieuwe ZAP tenure track mandaten (voorziene startdatum 1.10.2025) een vacature te lanceren, rond volgende thema’s :
• ES (DATALAB): De interactie tussen wetenschap, innovatie en grote taalmodellen
• ES (APEC): Industrieel beleid in een geo-economische wereld
• IR (MOBI): Sector Integration of Electric Mobility and Energy Systems
• IR (SUME): AI Research Driven Discovery of Sustainable Materials
• PE (PSYC): AI in Psychological Assessment and Treatment
• RC (CRIS): Migration, transformative voicing & child citizenship
• WE (FARD): Ice sheet-climate interactions and relevance for improved regional to global climate and sea level projections
De genderverdeling van de BOF-Tenure Tracks (lopende mandaten, geteld voor het volledige kalenderjaar 2024) is als volgt:
- 25 % man
- 75 % vrouw
Binnen de call 2024 voor Sabbatical Leaves werden 6 aanvragen ontvangen die ontvankelijk werden verklaard en werden volgende toekenningen goedgekeurd na peer review :
- Cathy MACHARIS (ES-BUTO) – voor een periode van 9 maanden (van 01.01.2025 tot en met 30.09.2025);
- Jo NIJS (LK-KIMA) - voor een periode van 12 maanden (van 01.10.2024 tot en met 30.09.2025);
- Koen PUTMAN (GF-GEWE) – voor een periode van 12 maanden (van 01.10.2024 tot en met 30.09.2025);
- Paul ERDKAMP (LW-HARP) – voor een periode van 12 maanden (van 01.10.2024 tot en met 30.09.2025).
Het sabbatical verblijf van Prof. K. Putman werd geannuleerd ikv de opname van de functie van decaan door betrokkene.
2.2. Middelen voor Projectfinanciering
De VUB heeft sinds 2011 een nieuw financieringsmodel voor onderzoek ingevoerd waarbij enerzijds jaarlijks een automatische basisfinanciering (BAS) wordt toegekend aan alle vakgroepen en waarbij anderzijds een meerjarige strategische programmafinanciering voor groeiers en zwaartepunten (Strategic Research Programme – SRP) wordt georganiseerd. Dit betekent dat werd overgestapt van een projectfinanciering met jaarlijkse aanvragen naar een structurele lange termijn financiering waarbij zich zwaartepunten kunnen profileren, ontstaan en gevoed vanuit een zich continu vernieuwende onderzoeksbasis.
Een SRP zwaartepunt financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Een SRP groeier financiering is beperkt tot 5 jaar en heeft als doel de betrokken onderzoeksgroepen binnen die periode te laten uitgroeien tot excellentieniveau (zwaartepunt).
SRP onderzoekszwaartepunten zijn programma’s voor de financiering van fundamenteel onderzoek, uitgevoerd door excellente onderzoeksteams, die een gezamenlijke onderzoekslijn op internationaal excellentieniveau uitbouwen. De financiering kent een looptijd van 5 jaar en is – althans voor de zwaartepunten - verlengbaar mits positieve evaluatie. Het jaarbudget bedraagt minimum 150.000 Euro en maximum 300.000 Euro voor de SRP onderzoekszwaartepunten en minimum 110.000 Euro tot maximum 150.000 Euro voor de SRP groeiers.
Voor de hierboven vermelde onderzoeksfinanciering werd in 2024 volgende budget voorzien : - BAS financiering: 3.600.000 Euro - SRP financiering (1e reeks ): 4.615.540 Euro - SRP financiering (2e reeks – verlenging) 1.778.000 Euro - SRP financiering groeiers : 1.043.004 euro
Hieronder volgt een overzicht van alle lopende SRP programma’s:
De genderverhouding van de promotoren van de lopende SRP’s is als volgt : - hoofdpromotoren : 75 % M (30) en 25 % V (10) - alle promotoren : 72,6 % M (106) en 27,4 % V (40)
Strategic Research Programmes (SRP) - Onderzoekszwaartepunten
SRP76 Bircan Tuba Promotorwoordvoerder vanaf 13.11.2024 (OZR 13.11.2024), voordien promotor
Vanroelen Christophe Promotor, Promotorwoordvoerder tot 12.11.2024 (OZR 13.11.2024)
Vandenheede Hadewijch Promotor
Verhaeghe Pieter-Paul Promotor
Gadeyne Sylvie Promotor
Baró Porras Francesc Promotor
Spruyt Bram Promotor vanaf 22.05.2024
Vandebroeck Dieter Promotor vanaf 22.05.2024
Schreurs Bert Promotor vanaf 22.05.2024
Van Belle Eva Promotor vanaf 22.05.2024
De Moortel Deborah Promotor vanaf 22.05.2024
Schirmer Werner Promotor vanaf 22.05.2024
Buffel Veerle Promotor vanaf 22.05.2024
SRP68 Claeys Philippe Promotorwoordvoerder
Goderis Steven Promotor
Elskens Marc Promotor
Huybrechts Philippe Promotor
Gao Yue Promotor
Kervyn De Meerendre Matthieu Promotor
Snoeck Christophe Promotor
SRP85 Smolders Ilse Julia Promotorwoordvoerder
De Bundel Dimitri Promotor
Van Eeckhaut Ann Promotor Engelborghs Sebastiaan Promotor
Massie Ann Promotor
Nagels Guy Promotor
Van Schependom Jeroen Promotor
SRP69 Cohen Joachim Administrative Promotor
Van den Block Lieve Administrative Promotor
Deliens Luc Promotor
SRP79 Celis Karen Promotorwoordvoerder
Adam Ilke Promotor
Caluwaerts Didier Promotor
Coene Gily Promotor
Oberthür Sebastian Promotor
SRP70 Denayer Joeri Promotorwoordvoerder
Broeckhoven Ken Promotor
Van Assche Tom Promotor
SRP71 De Vuyst Luc Promotorwoordvoerder
Leroy Frédéric Promotor
Weckx Stefan Promotor
SRP72 Craps Ben Promotorwoordvoerder vanaf 13.11.2024 (OZR 13.11.2024), voordien promotor
D'Hondt Jorgen Promotor, Promotorwoordvoerder tot 12.11.2024 (OZR 13.11.2024)
Buitink Stijn Promotor
De Vries Krijn Promotor
Lowette Steven Promotor
Mariotti Alberto Promotor
Sevrin Alexandre Promotor
van Eijndhoven Nicolaas Promotor
SRP73 De Proft Frank Promotorwoordvoerder
Tielens Frederik Promotor
Alonso Giner Mercedes Promotor
De Vleeschouwer Freija Promotor
SRP82 Guillaume Patrick Promotorwoordvoerder
Helsen Jan Promotor
Devriendt Christof Promotor
SRP83 Van Ginderachter Jo Promotorwoordvoerder vanaf 07.06.2023 (OZR 07.06.2023), voordien promotor
Lahoutte Tony Promotor, Promotorwoordvoerder tot 07.06.2023 (OZR 07.06.2023)
Devoogdt Nick Promotor
SRP77 De Pauw Kevin Promotorwoordvoerder vanaf 01.10.2023, voordien promotor
Meeusen Romain Promotor, Promotorwoordvoerder tot 30.09.2023 (emeritaat vanaf 01.10.2023
Roelands Bart Promotor
Vanderborght Bram Promotor
Verstraten Tom Promotor
Van de Perre Greet Promotor
SRP81 Ballon Pieter Promotorwoordvoerder
Raats Tim Promotor
Van Den Broeck Wendy Promotor (toegevoegd OZR 15.03.2023)
SRP74 Schelkens Peter Promotorwoordvoerder
Braeken An Promotor
De Cruz Lesley Promotor
Deligiannis Nikolaos Promotor
Addressing the challenges around serious illness, palliative care and the end of life: public health, health services and clinical innovations
Sustainable chemical technology using multifunctional structured materials
Understanding the complexity of spontaneous fermented food ecosystems
Understanding, predicting, and tailoring molecular and material properties and reactivity through combined conceptual and computational quantum chemical approaches
8/91
Enhanced Modelling and Monitoring Strategies for Key Technologies
Strategic Research Programme on media economics: Algorithm-Driven Media industries and how they reshape value in small markets
Learning-based Signal and Data Processing Systems (LSDS)
Jansen Bart Promotor
Munteanu Adrian Promotor
Steenhaut Kris Promotor
Stiens Johan Promotor
Van Schependom Jeroen Promotor
Vandemeulebroucke Jef Promotor
SRP80 De Melo Melgaço Lucas Promotorwoordvoerder
De Kimpe Sofie Promotor
Vanhouche An-Sofie Promotor
Verfaillie Kristof Promotor
SRP75 Remaut Han Karel Promotorwoordvoerder vanaf 01.03.2024, voordien promotor
Steyaert Jan Promotor tot 29.02.2024, daarna Methusalemmandaathouder (OZR 31.01.2024)
Efremov Rouslan Promotor
Vanderkerken Karin Promotorwoordvoerder
Breckpot Karine Promotor Menu Eline Promotor SRP78 Vandersteen Gerd Promotorwoordvoerder
Rolain Yves Promotor
Wambacq Piet Promotor
Kuijk Maarten Promotor
Steven
Caveliers Vicky Promotor
Hernot Sophie Promotor
Versées Wim Promotor
Vinken Mathieu Promotor tot 31.12.2020, daarna Methusalemmandaathouder (OZR 18.11.2020)
Muyldermans Serge Promotor tot 2021 Devoogdt Nick Promotor vanaf 2021
Ottevaere Heidi Promotor tot 31.12.2022, daarna Methusalemmandaathouder (OZR 15.12.2021)
Maes Dominique Promotor
Tompa Peter Promotor
Criminology of ‘the other’: Experiences and processes of ‘othering’ in and beyond crime control
Towards Exploratory and Time-Resolved Structural Biology
SRP52 De Meuter Wolfgang Administrative Promotor 01.03.2019 29.02.2028 Foundations for Reliable Multi-Paradigm Network-Centric Programming
De Roover Coen Promotor
González Boix Elisa Promotor
SRP53 De Ridder Mark Administrative Promotor
29.02.2028 Societal Benefit of Markerless Stereotactic Body Radiotherapy: a Statistical Support based on Quantitative Imaging de Mey Johan Promotor Putman Koen Promotor Barbé Kurt Promotor
SRP54 Gonzalez Fuster Gloria Administrative Promotor vanaf wijziging promotorwoordvoerder OZR 16.11.2022
Gutwirth Serge Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2023, tot 29.02.2024, cf. bijlage AR 24.04.2023); Administrative Promotor tot wijziging promotorwoordvoerder OZR 16.11.2022 m.o.o. emeritaat m.i.v. 01.10.2023; Vervroegde opruststelling m.i.v. 01.10.2023, cf. bijlage AR 23.01.2023
01.03.2019 29.02.2028 Articulating Law, Technology, Ethics and Politics: Issues of Enforcement and Jurisdiction of EU Data Protection Law under and beyond the General Data Protection Regulation (ALTEP-DP)
Hildebrandt Mireille Promotor
Kuner Christopher Promotor
SRP55 Keymeulen Bart Administrative Promotor
Weets Ilse Promotor
in 't Veld Pieter Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2020, tot 30.09.2023 cf. bijlage AR 05.09.2022, tot 29.02.2024 cf. bijlage AR 19.06.2023)
SRP56 Van Mierlo Joeri
Macharis Cathy Promotor
Coosemans Thierry Clement Promotor Omar Noshin Promotor
Hegazy Omar Promotor
Van Lier Tom Promotor
Crispeels Thomas Promotor Guns Mattias Promotor
Vanhaverbeke Lieselot Promotor
SRP57 Deroost Natacha Administrative Promotor vanaf 01.10.2022 (cf. bijlage AR 20.06.2022); Promotor tot 30.09.2022
Van Overwalle Frank Administrative Promotor tot 30.09.2022 (opruststelling m.i.v. 01.10.2022, cf. bijlage AR 20.12.2021); Promotor (na emeritaat m.i.v. 01.10.2022, cf. bijlage AR 20.06.2022)
Ryckbosch Wouter Promotor
SRP49 Smolders Ilse Administrative Promotor
Engelborghs Sebastiaan Promotor vanaf 01.10.2019
De Keyser Jacques Promotor tot 30.09.2019 (emeritaat)
Massie Ann Promotor
SRP4 Deliens Luc
Cohen Joachim Promotor
Van den Block Lieve Promotor
Pardon Koen Promotor
SRP7 De Vuyst Luc
Leroy Frederic Promotor
Weckx Stefan Promotor
SRP8 D'Hondt Jorgen
Van Eijndhoven Nicolaas Promotor
Craps Ben Promotor
Buitink Stijn Promotor
SRP46 Guillaume Patrick
Vanlanduit Steve Promotor
Angelis Dimitrios Promotor
SRP44 De Melo Melgaço Lucas Promotorwoordvoerder vanaf 01.10.2020, voordien Promotor
Snacken Sonja Promotor tot 30.09.2020
Beyens Kristel Promotor
Christiaens Jenneke Promotor
De Kimpe Sofie Promotor
Dumortier Els Promotor
Enhus Els Promotor
Platform for Clinical Trial Network to Prevent and Cure Type 1 Diabetes
Understanding Reciprocal Neuron-Glia Interactions in Health and Disease as a Basis for Innovative Neurological and Neuropsychopharmacological Therapies
End-of-life in cancer and non-cancer patients: public health, health services and clinical research. Addressing present and future challenges in palliative care.
Understanding the competitiveness and functional role of microorganisms in fermented food ecosystems
Smart Structural Health and Usage Monitoring Strategies for Key Technologies
Crime & Society: New Challenges
SRP13 Steyaert Jan Administrative Promotor
Remaut Han Karel Promotor
Loris Remy Promotor
Efremov Ruslan Promotor
SRP48 Vanderkerken Karin Promotorwoordvoerder vanaf 01.10.2019, voordien Promotor
Thielemans Kris Promotor tot 30.09.2019 (emeritaat)
Breckpot Karine Promotor
SRP19 Vandersteen Gerd Administrative Promotor
Rolain Yves Promotor
Wambacq Piet Promotor
Kuijk Maarten Promotor
SRP95 Ballet Steven Promotorwoordvoerder
Caveliers Vicky Promotor
Hernot Sophie Promotor
Versées Wim Promotor
Devoogdt Nick Promotor
Covens Peter Promotor
SRP96 Keymeulen Bart Promotorwoordvoerder
Jacobs-TulleneersThevissen Daniel Promotor
SRP97 De Malsche Wim Promotorwoordvoerder
Maes Dominique Promotor
Messens Joris Promotor
SRP98 De Troyer Tim Promotorwoordvoerder
Runacres Mark Promotor
Bram Svend Promotor
Blondeau Julien Promotor
Bellemans Aurélie Promotor
SRP99 Vosters Rik Promotorwoordvoerder
Vandenbussche Wim Promotor
Rosseel Laura Promotor
Krämer Philipp Promotor
SRP100 Ducheyne Steffen Promotorwoordvoerder
Schilt Cornelis Johannes Promotor
Van Kerkhove Bart Promotor
François Karen Promotor
Structure and dynamics of macromolecular complexes in health and disease
Center for model-based system improvement - From Computer-Aided Engineering to Model-Aided Engineering
Exploiting Peptides as Protein Binders, Modulators, Inhibitors and Biomaterials for Imaging and Therapy [Exploit-PeptIT]
Biologic Platform for Early Detection, Prevention and Treatment of Type 1 Diabetes
Microfluidic cell handling and optical detection to gain insights in subcellular dynamics and metabolite communication (SUBCELLDYNAMITE)
Spatio-temporal data-driven modelling, simulation and testing of thermal-fluid systems
Towards multilingual language histories: Dutch in context and contact
Contra Isaac Newton. British (natural) philosophical and poetic criticism of Newton’s natural philosophy and natural philosophical methods, 1672-c.1750
SRP101 Ryckbosch Wouter Promotorwoordvoerder 01.03.2024 28.02.2029 Living with capitalism: comparative histories of inequality (1200-2000)
Winter Anne Promotor
Lambert Bart Promotor
Henriet Benoît Promotor
Van Gelder Klaas Promotor
SRP16 Vanroelen Christophe Promotorwoordvoerder 01.11.2017 31.10.2024 Demographic challenges of the 21st century
Gadeyne Sylvie Promotor
Verhaeghe Pieter-Paul Promotor
Schnor Christine Promotor
Vandenheede Hadewijch Promotor
Van Bavel Jan Promotor
Deboosere Patrick Promotor
SRP2 Claeys Philippe Promotorwoordvoerder
Elskens Marc Promotor
Huybrechts Philippe Promotor
Gao Yue Promotor
Kervyn De Meerendre Matthieu Promotor
31.10.2024 Tracing and Modelling of Past & Present Global Changes
SRP9 De Proft Frank Promotorwoordvoerder 01.11.2017 31.10.2024 Conceptual Density Functional Theory: Towards a general treatment of chemical reactivity and design of molecules with optimal reactivity properties
Tielens Frederik Promotor
SRP59 Bautmans Ivan Administrative Promotor 01.03.2019 31.12.2025 Physical exercise to counteract inflammation in ageing
Gutermuth Jan Promotor
Njemini Rose Promotor
SRP60 De Troyer Tim Administrative Promotor
Runacres Mark Promotor
Blondeau Julien Promotor
Contino Francesco Promotor tot 30.09.2020
Bellemans Aurélie Promotor vanaf 01.10.2020 (OZR 17.02.2021)
Bram Svend Promotor
SRP61 Ducheyne Steffen Administrative Promotor
Francois Karen Promotor Van Kerkhove Bart Promotor
SRP62 Keyaerts Marleen Administrative Promotor
D'Huyvetter Matthias Promotor
Neyns Bart Promotor
SRP63 Magez Stefan Administrative Promotor
De Trez Carl Promotor
SRP64 Nys Karin Administrative Promotor
Tys Dries Promotor
SRP65 Rooman Ilse Administrative Promotor
De Greve Jacques Promotor tot 30.09.2019
29.02.2024 A system identification framework for multi-fidelity modelling
31.12.2024 Changing Tools: An In-Depth study of the Development of Isaac Newton's Scientific Methodology, and its Impact and Significance
30.09.2024 Single-domain antibody fragment (SdAb)-based TArgeted Radionuclide Therapy: STaRT programme
31.08.2024 Unravelling the host-parasite interactions that result in B cell destruction during trypanosomosis and development of novel intervention strategies focusing on diagnosis and anti B cell cancer therapy
28.02.2026 The Archaeology of Coastal Communities: social resilience, innovation and adaptation in landscape, settlement and material culture driven by migration and globalization, climate and environment
31.12.2026 Molecular Portrait of Pancreatic Tumours: Veni, vidi, vici
SRP66 Verstrynge Karl Administrative Promotor 01.03.2019 28.02.2026 Existential Ethics of Artificial Intelligence: Toward an Interdisciplinary Platform of Expertise
Manderick Bernard Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2021, cf. bijlage AR 06.09.2021)
SRP67 Vosters Rik Administrative Promotor
Vandenbussche Wim Promotor
SRP86 Allard Sabine Promotorwoordvoerder
Aerts Joeri Promotor
SRP87 Chuah Marinee Promotorwoordvoerder
VandenDriessche Thierry Promotor
SRP88 Declerck Mathieu Promotorwoordvoerder
Struys Esli Promotor
Housen Alexis Promotor
SRP89 Goossens Ellen Promotorwoordvoerder
Tournaye Herman Promotor
SRP90 Nijs Jo Promotorwoordvoerder
Mairesse Olivier Promotor
Vantilborgh Tim Promotor
SRP91 Peeters Eveline Promotorwoordvoerder
Vranken Wim Promotor
De Buyl Sophie Promotor
SRP92 Signer Beat Promotorwoordvoerder
Ketsman Bas Promotor
SRP93 Smets Kevin Promotorwoordvoerder
De Cleen Benjamin Promotor
Bauwens Jo Renate Promotor
01.03.2019 29.02.2024 Historical sociolinguistics: towards a new history of Dutch in Flanders
01.10.2022 30.09.2027 Unravelling host-pathogen-immune interactions in infectious diseases: the good, the bad and the ugly
01.10.2022 30.09.2027 “RESTORE”: DEVELOPMENT OF INNOVATIVE GENE THERAPIES FOR GENETIC MUSCLE DISORDERS
01.10.2022 30.09.2027 Multilingual language control
01.10.2022 30.09.2027 The spermatogonial stem cell: the key to prevention and treatment of male infertility
01.10.2022 30.09.2027 Pain Never Sleeps: Unravelling the Sleep-Pain Interaction in Patients with Chronic Pain
01.10.2022 30.09.2027 Synthetic biology for the development of microbial cell factories
01.10.2022 30.09.2027 Real-Time Cross-Media Data Exploration and Analysis for Next Generation Knowledge Workers
01.10.2022 30.09.2027 Far right fictions: the meanings of audiovisual fiction among ‘emerging citizens’ with far right sympathies
SRP94 Tysmans Tine Promotorwoordvoerder 01.10.2022 30.09.2027 Innovative structures: Resource-efficient circular building systems for sustainable construction
De Temmerman Niels Promotor
De Laet Lars Promotor
Angelis Dimitrios Promotor
Van Hemelrijck Danny Promotor
In 2024 werd – volgend op de in het meerjarenbeleidsplan aangekondigde hervorming en opschaling van het onderzoekslandschap – gestart met de uitrol van ‘Large Research Groups’ (LRG). De grote onderzoeksgroepen worden in het leven geroepen om de versnippering van het onderzoekslandschap tegen te gaan en om strategische en interdisciplinaire samenwerking te bevorderen. De groepen worden gevraagd om een duidelijke onderzoeksstrategie met expliciete KPI’s uit te werken. Een aantal van de erkende LRG’s ontvangen een bonusfinanciering (grootte in functie van de omvang van de groep) vanuit de OZR, bestemd voor de aanstelling van postdoctorale onderzoekers of aanverwante senior profielen die mee instaan voor de uitrol van een mature en ambitieuse onderzoeksstrategie.
De bonusfinanciering van de LRG bedraagt jaarlijks 3.690.000 Euro.
In totaal werden in de loop van 2024 42 Large Research Groups erkend, waarvan er 30 een bonusfinanciering ontvangen.
Het stimuleren van interdisciplinair onderzoek gebeurt via de Interdisciplinaire Research Programmes en Expertisecentra (IRP). Dit zijn discipline overstijgende thematische programma’s gericht op de uitbouw van duurzame, vernieuwende en multidisciplinaire netwerken gericht op maatschappelijke uitdagingen. Een IRP financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Het gemiddelde jaarbudget van een IRP bedraagt tussen de 120.000 Euro en de 150.000 Euro.
Naast de IRP financiering, werd in 2024 ook een nieuw programma gelanceerd dat voorziet in de ondersteuning van interdisciplinaire thematische netwerken met een sterke maatschappelijke impact, de zgn. Networks for Societal Impact through Science (NSIS)
Een eerste call werd gelanceerd in 2024 en er werden in totaal 5 netwerken geselecteerd. Er werden initieel 24 intentieverklaringen ingediend. Een NSIS financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Het gemiddelde jaarbudget van een NSIS bedraagt 110.000 Euro.
In 2024 werd – parallel aan de NSIS call – eveneens een nieuwe call voor IRP projecten gelanceerd. Deze call richtte zich op mogelijke IRP verleningen. 5 projecten werden geselecteerd uit de 6 ingediende verlengingsvoorstellen.
Volgend jaarbudget werd voorzien voor IRP en NSIS financiering (lopende IRP’s en verlengingen) :
NSIS (BOF) : 548.953 Euro
IRP (BOF) : 549.983 Euro
IRP (Defisc – lopend) : 655.600 Euro
Hieronder volgt een overzicht van alle lopende IRP programma’s en NSIS netwerken :
Dietary advice on meat and dairy (1920s-2020s): science, confusion, power, and impact de Mûelenaere Nel Promotor
Heinrich Friedrich Bernard Johan Promotor
Willems Kim Promotor
IRP22 Bautmans Ivan Administrative Promotor 01.04.2023 31.03.2028 The Gerontopole Brussels - Centre of expertise for Gerontology at the Vrije Universiteit Brussel. Central theme: Active & Healthy Ageing
Verté Dominique Promotor
Rossi Gina Promotor
Dierckx Eva Promotor
Clarys Peter Promotor
Scafoglieri Aldo Promotor
Quinn Paul Promotor
Jansen Bart Promotor
Beckwée David Promotor
Buyl Ronald Promotor
Engelborghs Sebastiaan Promotor
IRP13 Winter Anne Administrative Promotor
Van Heur Bas Promotor
De Melo Melgaço Lucas Promotor
Verhaeghe Pieter-Paul Promotor
Corijn Eric Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2012, cf. bijlage AR 06.09.2021)
Deboosere Patrick Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2016, cf. bijlage AR 20.09.2021 en AR 20.06.2022)
Enhus Elisabeth Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2018, cf. bijlage AR 06.09.2021 en AR 20.06.2022)
31.03.2025 Cities and Newcomers: Arrival infrastructure, multiscalar statehood and professional intermediaries
IRP6_b Dumortier Els Administrative Promotor (cf. email 19.04.2021)
Christiaens Jenneke Promotor
Engels Nadine Promotor
Theeboom Marc Promotor
Vandebroeck Dieter Promotor
IRP7_b Wouters Ine
Van De Voorde Stephanie Promotor
De Temmerman Niels Promotor
Deneweth Heidi Promotor
Ryckbosch Wouter Promotor
Ryckewaert Michael Promotor
Bassens David Promotor
IRP8_b Nowé Ann
Bogaerts Bart Promotor
Van Dooren Sonia Promotor
Hes Frederik Promotor
De Asmundis Carlo Promotor
Bilsen Johan Promotor
Jansen Anna Promotor
IRP9_b Ballet Steven
Voicing Youth at social risk: developing collaborative research practices
Re-building Brussels (1695-2025): the construction sector as an engine for social inclusion and circularity
30.06.2026 Bridging the gap between explainable AI and evidence-based medicine, a patient's and expert’s perspective in inherited cardiac arrhythmias
30.06.2026 Interdisciplinary Network in Fundamental and Medical Research on Lung and Pancreatic Cancer [NITROGEN] Decoster Lore Promotor
Rooman Ilse Promotor
Hes Frederik Promotor
Johan
Buls Nico Promotor
De Maeseneer Michel Promotor
Cattrysse Erik Promotor
Baeyens Jean-Pierre Promotor (opruststelling op 01.10.2022, cf. bijlage AR 20.12.2021)
Vandemeulebroucke Jef Promotor
Jansen Bart Promotor
Scheerlinck Thierry Promotor
Lefeber Dirk Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2021, cf. bijlage AR 21.06.2021; t.e.m. 30.09.2022, cf. bijlage AR 25.04.2022; t.e.m. 30.09.2023, cf. bijlage AR 05.09.2022)
Verstraten Tom Promotor
Swinnen Eva Promotor
Beckwée David Promotor
IRP15 Danckaert Jan
Promotor
Ginis Vincent Co-Promotor
Pierson Jo Co-Promotor
Dooms Ann Co-Promotor
Nowé Ann Co-Promotor
IRP17 Huysmans Marijke
Promotor
Bauwens Joke Promotor
Verhoest Pascal Promotor
Elskens Marc Promotor
Gao Yue Promotor
IRP18 Lambert Bart Administrative Promotor
Tys Dries Promotor
Claeys Philippe Promotor
Provyn Steven Promotor
IRP19 Vanhaecke Tamara
Vinken Mathieu Promotor
De Kock Joery Promotor
De Troyer Olga Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2021, cf. bijlage AR 06.09.2021)
Quinn Paul Promotor
IRP20 Vranken Wim Administrative Promotor
Kinematic Assessment of Real‐time Motion Acquisition of the Human Musculoskeletal System by Dynamic 4D Transversal Imaging (KARMA‐4Dplus)
31.10.2024 COMPASs. COMbining interdisciplinary Perspectives on Artificial intelligent Systems: navigating towards human-centred Artificial Intelligence
30.11.2025 Re-use of treated wastewater for irrigation and groundwater recharge: environmental impacts and public perception
31.10.2024 The Make-Up of the City: A Transdisciplinary Study of Urban Society in the Pre-Modern Low Countries
31.10.2024 Non-Animal Methodologies for Toxicity Testing of Chemical Compounds (TOXIN)
30.09.2025 TumorScope: Leveraging VUB and UZ Brussels expertise towards a digital health research platform
Vandemeulebroucke Jef Promotor
Cornu Pieter Promotor
Forsyth Ramses Promotor
Quinn Paul Promotor
Van Dooren Sonia Promotor
Ginis Vincent
Promotor
Nowé Ann Promotor
Dooms Ann Promotor
Jacobs An Promotor
Danckaert Jan Promotor
Dury Sarah Promotor
Van den Block Lieve Promotor
Pivodic Lara Promotor
De Donder Liesbeth Promotor
Dierckx Eva Promotor
Smetcoren An-Sofie Promotor
Snoeck Christophe Promotor
De Backer Free Promotor
Lombaerts Koen Promotor
Spruyt Bram Promotor
De Moortel Deborah Promotor
Bekers Elisabeth Promotor
Aernouts Nele Promotor
Ryckewaert Michael Promotor
Van Droogenbroeck Filip Promotor
Brosens Dorien Promotor
De Gieter Sara Promotor
Beeckman Katrien Promotor
Claeys Philippe Promotor
Pouliart Nicole Promotor
Provyn Steven Promotor
Bauwens Jo Renate Promotor
Vranken Wim
Verhoest Pascal Promotor
Elskens Marc Promotor
Vandemeulebroucke Jef Promotor
Gao Yue Promotor
Cornu Pieter Promotor
Quinn Paul Promotor
Van Dooren Sonia Promotor
COMPASs 2.0 COMbining interdisciplinary Perspectives on Artificial intelligent Systems: navigating towards human-centred Artificial Intelligence in dynamical systems and large language models
Studying the complex role of the environment in shaping practices and experiences of serious illness, caregiving, dying and grieving through interdisciplinary research and innovation in Compassionate Communities (COCO_ENV)
GROW: Re-use of treated wastewater for irrigation, groundwater recharge and drinking water: environmental impacts and public perception
The Make-Up of the Cities: A Transdisciplinary and Comparative Study of Urban Societies in the PreModern Low Countries
Snoeck Christophe Promotor
Duerinck Johnny Promotor
Veselka Barbara Promotor
Olsen Catharina Promotor
Forsyth Ramses Promotor
Claeys Philippe Promotor
Pouliart Nicole Promotor
Provyn Steven Promotor
Wim
Vandemeulebroucke Jef Promotor
Cornu Pieter Promotor
Quinn Paul Promotor
Van Dooren Sonia Promotor
Duerinck Johnny Promotor
Olsen Catharina Promotor
Forsyth Ramses Promotor
Celis Karen Promotor
Adam Ilke
Trauner Florian Promotor IRP16 Deliens Luc
De Donder Liesbeth Promotor
Cohen Joachim Promotor
Chambaere Kenneth Promotor
Dury Sarah Promotor
Dierckx Eva Promotor
Celis Karen
Verté Dominique Promotor
Schotte Christiaan Promotor (ook na emeritaat m.i.v. 01.10.2015; tot 30.09.2023, cf. bijlage AR 05.09.2022)
Florian
Theuns Peter Promotor
Baetens Imke Promotor
De Gieter Sara Promotor
Lombaerts Koen Promotor De Backer Free Promotor
Spruyt Bram Promotor
van Droogenbroeck Filip Promotor
Vanroelen Christophe Promotor
Ryckewaert Michael Promotor
23/91
In 2023 werd een call voor nieuwe voorstellen uitgeschreven in het kader van het Methusalemprogramma. De selectie werd uitgevoerd in 2024.
Er werden drie dossiers voorgelegd voor evaluatie aan een internationaal panel van referees. Twee ervan werden geselecteerd :
- Jan Steyaert, “Engineered Nanobodies to study protein-protein interactions of core cellular processes at molecular resolution in health and disease”, OZRMETH10, 2.100.000 euro in totaal voor een termijn van 7 jaren (01.03.202428.02.2031), of 300.000 euro per projectjaar;
- Thierry VandenDriessche, “HERCULES: DEVELOPMENT OF NEXT-GENERATION GENE THERAPY TO TREAT GENETIC MUSCLE DISORDERS”: OZRMETH11, 2.100.000 euro in totaal voor een termijn van 7 jaren (01.03.2024-28.02.2031), of 300.000 euro per projectjaar.
Vanaf 2018 wordt door de Onderzoeksraad een nieuwe financieringslijn ingevoerd voor de (co-)financiering van Core Facilities, aansluitend bij het nieuwe beleid dat hierrond werd opgestart.
Core Facilities zijn gedeelde onderzoeksmiddelen zoals instrumenten, technologieën, en expertise. Via de OZR wordt een (impuls)financiering en werkingskader aangeboden om visibiliteit, kwaliteit, economisch rendement, onderhoud en toegankelijkheid te faciliteren. Een core facility is een autonome eenheid binnen de VUB die vakgroepen en onderzoeksgroepen overstijgt en over toegewijd en hooggekwalificeerd personeel en uitrusting beschikt. Aan het hoofd staat een wetenschappelijk directeur, bijgestaan door een wetenschappelijk adviescomité (stuurgroep) en een gebruikerscomité. Een Core Facility biedt hoge kwaliteitsservice aan aan de economisch meest voordelige oplossing om aan de noden van de VUB onderzoeksgemeenschap tegemoet te komen. Hiervoor is een businessplan beschikbaar, wordt een transparant kostenmodel gehanteerd, worden de gebruikers opgeleid, is er een reservatievoorziening en wordt via een jaarverslag gerapporteerd aan de OZR.
Volgende financiering werd hiervoor voorzien in 2024 :
- Jaarlijks werkingskrediet van 900.000 Euro via DEFISC (recurrent vanaf 2018)
- 1.284.000 Euro via eigen middelen universiteit (recurrent) – ingezet als co-financiering bij FWO-Middelzware Infrastructuur en VUB infrastructuurinvesteringen
- Middelen voor tijdelijke financiering van technici via DEFISC (5 jaar)
- Middelen voor de financiering van Academisch of Operationeel Directeur via DEFISC (30 %)
De in de vorige jaren erkende Core Facilities (9) en Infrastructuurplatformen (2) :
- Animalarium (opstart Core Facility bij de oplevering van de nieuwbouw in 2022)
- Statistiek & Methodologie Core Facility (opgestart in 2019) – mogelijke uitbreiding met dienstverlening rond AI as a service in onderzoek.
- µfabrication Clean Room Core Facility (opgestart in 2020)
- FACS - FLOWCORE Core Facility (opgestart in 2022)
- Material Characterisation Core Facility (opgestart in 2022)
- VSTA Facility (Visual and Spatial Tissue Analysis) – histo(patho)logie en microscopie (opgestart in 2022)
- Brubotics Rehabilitation Research Center (opgestart in 2022)
- ICMI (beeldvormingssystemen voor kleine proefdieren) Core Facility (opgestart in 2022)
- Core Facility B-Txt (kwantitatieve en AI gedreven methodes voor de verzameling, ontsluiting, analyse en bewaring van digitale tekstcorpora) (goedgekeurd in 2023 – in opstartfase)
- HUMANISE (experimentele ruimte ‘Human and artificial minds and bodies’) (goedgekeurd in 2023 – in opstartfase) Ook de interuniversitaire data infrastructuurplatform ‘Belgian Online Probability Panel’ wordt als een Infrastructuurplatform erkend.
In 2024 werden volgende nieuwe Core Facilities erkend :
- Brightcore
- Brubotics Rehabilitation Center (upgrade van statuut van infrastructuurplatform naar Core Facility)
In 2024 werd een eerste evaluatieronde georganiseerd van de werking van deze Core Facilities en Infrastructuurplatformen.
In 2024 werd van de 715.000 Euro BOF middelen ingezet voor de partiële financiering van FWO opvangmandaten. De onderzoeksraad voorziet jaarlijks via de eigen middelen van de universiteit in de opvang van maximaal 29 éénjarige opvangmandaten (pre- en postdoc), voor de opvang van goed gerangschikte maar niet geselecteerde FWO mandaataanvragen. Een deel van de opvangmandaten wordt sinds 2023 gefinancierd via BOF middelen om zo de opvangcapaciteit van 29 vte te kunnen behouden ondanks de sterk gestegen meerkost van personeel na de indexatiestijgingen.
Als onderdeel van haar Gelijkheidsactieplan (GAP) wil de VUB het doctoraatstraject maximaal inclusief maken. Door de invoering van het Caroline Pauwels Schrijfmandaat willen we gelijke kansen bieden aan VUB Masterstudenten die familiale en/of socio-economische uitdagingen ervaren waardoor een aanvraag voor een persoonlijk FWO aspirantenmandaat belemmerd wordt. Het schrijfmandaat voorziet financiële ondersteuning voor gemotiveerde en sterke laatstejaarsstudenten die een onderzoeksloopbaan willen uitbouwen, maar die familiale of financiële hindernissen ondervinden om een FWO mandaataanvraag te schrijven tijdens hun studies. In 2024 werden twee schrijfmandaten toegekend
2.3. Middelen voor interuniversitaire en internationale samenwerking
De Onderzoeksraad investeert BOF middelen in volgende vormen van interuniversitaire en internationale samenwerking. In totaal worden ingezet :
- 1.960.000 Euro via BOF
- 310.000 Euro via Eigen Bijdrage BOF
- 516.551 Euro via defisc
Concreet :
- Internationale samenwerking in het kader van EUTOPIA, het European University Network waar de VUB deel van uitmaakt : 1.360.000 Euro
- Joint Research Groups : 310.000 Euro
• De Joint Research Groups hebben tot doel om via een strategische samenwerking de positie van beide partners, elk binnen hun eigen competentiedomeinen, te versterken en disciplinaire of interdisciplinaire onderzoeksbijdragen te versterken. De VUB heeft drie soorten strategische samenwerkingsvormen i dit kader :
• Alliantieonderzoeksgroepen groeperen vorsers van de VUB en van de Universiteit Gent die actief zijn rond een gemeenschappelijke onderzoekslijn,
• Internationale Joint Research Groups groeperen vorsers vanuit ten minste één niet-Belgische universiteit en vanuit VUB, die actief zijn rondom een gemeenschappelijke onderzoekslijn
- EU bonus als financiering bij succesvolle maar net niet binnengehaalde Europese onderzoeksprojecten onder pilar 1 (ERC en MSCA) en als financiering van het 4e beursjaar voor doctorandi binnen MSCA-DN projecten (partim gefinancierd via BOF en partim gefinancierd via defisc) : 600.000 Euro via BOF en 516.551 Euro via Defisc
2.4. Middelen voor beheer van het onderzoek
Voor het beheer van het onderzoek worden volgende uitgaven voorzien : 1.362.000 Euro. Dit budget is voorzien voor :
- Bijdrage in de personeelskost van het departement Onderzoek in het kader van het beheer van de BOF projecten
- Werking OZR (inclusief vergoeding evaluatoren en organisatiekost SRP evaluaties en secretaris OZR)
- Co-financiering overheidsdotatie Expertisecentra Wetenschapscommunicatie
- Databeheer & Open Data, inclusief licentiekost CRIS, kost SCOPUS, ORCID
- Events en Trainingen ikv OZR beleid (vb. Ethiek, GDPR, …)
De financiering gebeurt deels via BOF (1.002.000 Euro) en deels via eigen middelen van de universiteit.
2.5. Prijzen en Beurzen vanuit de Onderzoeksraad
In 2024 werd door de Onderzoeksraad de tweejaarlijkse Prijs Vanderscheuren en de tweejaarlijkse Prijs Roger van Geen toegekend.
De VUB richtte de ‘6-jaarlijkse prijs Roger Van Geen ter bekroning van een onderzoekscarrière’ in ter nagedachtenis van Prof. Dr. Roger Van Geen. De prijs wordt toegekend als erkenning voor het werk dat Prof. Dr. Roger Van Geen geleverd heeft rond het stimuleren en motiveren van voornamelijk jonge onderzoekers in hun onderzoekscarrière en het belang hiervan voor de wetenschappelijke wereld en de VUB in het bijzonder.
De Prijs wordt uitgereikt aan een vorser van de VUB ter bekroning van een reeds gevorderde onderzoekscarrière. Iedere wetenschappelijke discipline (HW/ BNTW/ BMWE) komt in aanmerking.
In 2024 ging de prijs naar J. Steyaert.
Onder auspiciën van de rector wordt de I. Vanderschueren prijs uitgereikt aan een vorser ter bekroning van een doctoraatswerk dat zich bijzonder onderscheidt door een belangrijke bijdrage te leveren aan de evolutie van het wetenschappelijk onderzoek. Voor elk van de drie grote domeinen (HW, BNTW en BMWE) wordt er op 6-jaarlijkse basis een prijs toegekend. Voor de oproep 2024 wordt de beurtrol door het domein BMWE opgenomen.
De prijs 2024 werd toegekend aan J. Baldan.
3. KWALITEITSZORG EN DE EVALUATIE VAN ONDERZOEK(ERS)
De wetenschappelijke kwaliteit van een ploeg, van een vorser en van een project is bij de meeste externe financieringskanalen (FWO, EU, Impulsprogramma’s, ...) hét doorslaggevende selectiecriterium. Het verzekeren van de kwaliteit van onze onderzoeksploegen is een belangrijke sleutel tot het vrijwaren van de financiering van onze onderzoeksactiviteit. Het evalueren en opvolgen van de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeksploegen is een van de meest fundamentele taken van de Onderzoeksraad en blijft een van de belangrijkste peilers van het onderzoeksbeleid.
Aan de VUB situeert men het onderzoeksgebeuren en de daaraan geassocieerde financieringskanalen op 3 niveaus:
- OZR basisfinanciering ter ondersteuning van onderzoek op zaainiveau (nieuwe ideeën) en op incubatieniveau (reeds goed uitgebouwd onderzoek);
- Programmafinanciering op excellentieniveau voor onderzoek waarvan de internationale uitmuntendheid is aangetoond;
- Persoonsgebonden toekenningen als startfinanciering voor nieuwe professoren en ter ondersteuning bij verwerving van EU-financiering.
Met deze indeling beschikt de Onderzoeksraad over een instrumentarium waarmee alle onderzoeksploegen en specifieke onderzoeksprogramma’s kunnen worden gesitueerd en ondersteund, met een diepte en methode van evaluatie in overeenstemming met het financieringsniveau. Binnen de domeinen Humane Wetenschappen (HW), Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen (BNTW), en Biomedische Wetenschappen (BMW) zorgen specifieke OZR-overlegplatformen voor een gecoördineerde adviesvoorbereiding.
De Onderzoeksraad hanteert sinds jaren het systeem van peer review bij evaluaties voor omvangrijke onderzoeksfinanciering (in het bijzonder langetermijnfinancieringen en Senior Research Fellowships), en bij disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Ook op het bredere associatieniveau wordt peer review gehanteerd voor de (tweejaarlijkse) evaluatie van aanvragen voor middelzware onderzoekinfrastructuur door de UAB-FWO commissie (voorheen de Hercules commissie). De ingewonnen reviews worden niet alleen gebruikt voor de selectie van aanvragen, maar zijn eveneens een bron van feedback voor aanvragers via mondelinge of schriftelijke debriefings. Een algemeen systematisch aandachtspunt in alle door de Onderzoeksraad georganiseerde peer review evaluaties is genderevenwicht (bij de opvraging van suggesties voor reviewers door aanvragers, bij de selectie van reviewers door de evaluatiecoördinatoren, bij de samenstelling van evaluatiepanels), breder dan verplichtingen dienaangaande via het BOFbesluit (i.h.b. Methusalemfinanciering).
Zowel de evaluaties ex ante (in aanvraagfase, via peer review of andere - bijkomende/ondersteunende - evaluatietechnieken), maar ook ex post (via outputmonitoring of evaluatie van verslagen of financieringskanalen) worden verder uitgebouwd én systematisch toegepast. De resultaten van deze evaluaties worden niet alleen in rekening gebracht bij de verdeling van de OZR- en BOF-onderzoekskredieten, maar verstrekken eveneens informatie die kan worden gebruikt bij promoties e.d.
Het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011) plaatst een jaarlijks automatisch toegekende basisfinanciering voor onderzoek naast een zichtbaarder zwaartepuntenbeleid op aanvraagbasis. Beide instrumenten samen moeten ervoor zorgen dat de universiteit zich duidelijk kan profileren rond een reeks excellente onderzoekspolen, ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu vernieuwende onderzoeksbodem.
Naast kwaliteitszorg via o.a. evaluatie zoals beschreven in dit hoofdstuk, ondersteunt het departement RESEARCH de onderzoekers op verschillende vlakken met het oog op kwaliteitstoename: de Research & Grant Officers ondersteunen diverse projectaanvragen, het PhD & Researcher Training team voorziet in training van vorsers in alle fases van hun carrière, het Research Data Management team biedt ondersteuning in de vorm van datamanagement en het Research Funding team biedt ondersteuning voor EU en internationale projectaanvragen en uitvoering (zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer details).
3.1.
Kwaliteitszorg via de OZR financieringsprogramma’s
De basisfinanciering voor onderzoek vertrekt vanuit een visie waarbij stimulansen vanuit het centrale onderzoeksbeleid worden doorgegeven aan de onderzoeksgemeenschap. Middelen en stimulansen worden rechtstreeks doorgegeven aan vakgroepen en vorsers. In een toelichtende nota (RvB 24.05.2011) werden de geselecteerde parameters uitvoerig gekaderd in een ruimer onderzoeksbeleid. De gehele vorsersgemeenschap wordt voorzien van een basisfinanciering gericht op het in stand houden van een breed scala aan onderzoeksdisciplines, als duurzame en multidisciplinaire voedingsbodem voor nieuwe ontwikkelingen. De basisfinanciering voor onderzoek moet enerzijds, via de gebruikte criteria, een systematische financiële stimulans vormen voor het stelselmatig verder uitbouwen van kwaliteitsvol onderzoek, en moet anderzijds voldoende continuïteit en stabiliteit bieden.
Publicaties en PhD’s zijn de basis voor een formulegebaseerde OZR basisfinanciering (BAS) voor alle vakgroepen (incl. IES en MILO) en vanaf 2023 voor alle door de Onderzoeksraad erkende ‘Grote Onderzoeksgroepen’ (OZR 01.02.2023). Om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden in de verscheiden domeinen, wordt zij toegekend als een vrij aanwendbare ‘lump sum’. De prestatiestimulans die hiervan uitgaat moet bijdragen tot continu groeiende prestaties, reputatie en uitstraling van de onderzoeksteams en van de universiteit als geheel. Naast ‘Grote Onderzoeksgroepen’ behouden hiermee ook nog steeds alle vakgroepen een expliciete verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de middelen om hun lokale onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. De middelenverdeling gebeurt vanaf de toekenningen in 2023 volgens 2 modellen: voor 15% volgens ‘Model A’ met als begunstigden enkel vakgroepen, en voor 85% volgens ‘Model B’ met als begunstigden ‘Grote Onderzoeksgroepen’ en vakgroepen, waarbij het vakgroepaandeel enkel is gebaseerd op de onderzoekers die geen lid zijn van een ‘Grote Onderzoeksgroep’. De BASparameters werden in 2024 sterker afgestemd op het Open Science beleid (OZR 31.01.2024), waarbij toepassing van het gedeelte via het 10% Bonusonderdeel werd uitgesteld tot de BAS-oproep in 2025 (n.a.v. OZR 06.03.2024).
Aansluitend bij de OZR basisfinanciering, liep vanaf 2024 de eerste 3-jaarlijkse Additionele ondersteuning voor schaalvergroting en excellentie voor ‘Grote Onderzoeksgroepen’ (ingevoerd OZR 01.02.2023 en voor het eerst toegekend OZR 06.09.2023 en OZR 04.10.2023).
Via programmatorische langetermijn-financiering wordt excellent onderzoek ondersteund van een beperkt aantal zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken. De betreffende kanalen kregen ook een passende Engelstalige benaming (‘Strategic Research Programmes’ of SRP’s en ‘Interdisciplinary Research Programmes’ of IRP’s), ter bevordering van hun internationale herkenbaarheid, zichtbaarheid en uitstraling. Een betere zichtbaarheid van de geselecteerde zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken, onder meer via de website van de universiteit, moet bijdragen tot de reputatie en uitstraling van de universiteit en van de betrokken onderzoeksteams. De nadruk in de profilering van een SRP ligt op wetenschappelijke excellentie, terwijl deze voor een IRP ligt op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise1. SRP-Groeifinancieringen van 5 jaar zijn gericht op onafhankelijke, welafgebakende, unieke VUB onderzoeksniches, die nog niet aan de vereisten voor een langetermijn SRP Onderzoekszwaartepunt tegemoetkomen, maar die in de aanvraag aantonen dat zij over een strategie beschikken waarmee zij dit niveau binnen enkele jaren kunnen bereiken. Hiernaast lopen vanaf eind 2024 de nieuwe Networks for Societal Impact through Science (NSIS), met focus op maatschappelijke impact gedreven door onderzoek en het daartoe opgezette thematische netwerk (ingevoerd OZR 13.12.2023 en voor het eerst toegekend OZR 02.10.2024).
Bij evaluaties in het kader van OZR basisfinanciering en van OZR programmafinanciering wordt in opvolging van het nieuwe Deelbeleidsplan Onderzoek 2022-2026 (OZR 14.12.2022, AR 27.03.2023) diepgaander gekeken naar Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) en naar wervingsstrategieën met betrekking tot het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek –Vlaanderen (FWO), de European Research Council (ERC) en Marie Skłodowska-Curie Actions (MSCA).
3.2. Systematische algemene monitoring in het kader van interne kwaliteitszorg
Binnen het kader van het huidige financieringsmodel voor onderzoek wordt verder voldaan aan de decretale verplichtingen inzake kwaliteitszorg van de onderzoeksactiviteiten via een tweeledig systeem van:
- Systematische monitoring: De Onderzoeksraad bespreekt de sinds 2020 3-jaarlijkse “Strategische Beleidsfiches Onderzoek” en de jaarlijkse “Prestatieprofielen” opgesteld in het kader van de OZR basisfinanciering (BAS), die concrete informatie bevatten aangaande het onderzoeksbeleid en de onderzoeksprestaties binnen alle vakgroepen en sinds 2023 ook binnen de nieuwe ‘Grote Onderzoeksgroepen’. Naast deze kwalitatieve analyses bieden de BAS-parameters de mogelijkheid tot kwantitatieve monitoring op het niveau van groepen en faculteiten (als samenstelling van vakgroepen), met bijzondere aandacht voor de specifieke actuele incentive voor Open Access (sinds 2021, vanaf 2022 geïntegreerd in BAS).
- Punctuele disciplinegewijze onderzoeksevaluaties: De Onderzoeksraad kan gerichte disciplinegewijze onderzoeksevaluaties organiseren. Een volledige cyclus a rato van twee evaluatieprojecten per jaar werd beëindigd in 2010/2011. Hierna werd het instrument behouden om waar nodig gerichter in te zetten (niet toegepast sindsdien).
De Onderzoeksraad heeft steeds gesteld dat bibliometrische analyses op zich geen volledig beeld geven van de kwaliteit van het onderzoek en evalueert deze kwaliteit dan ook systematisch via peer review. Zonder hieraan afbreuk te doen kan echter niet worden voorbijgegaan aan de nadruk die internationaal op bibliometrische gegevens wordt gelegd. Het is belangrijk dat de universiteit over een goed beeld beschikt van haar bibliometrisch profiel — ter ondersteuning van het eigen beleid en de toelevering van informatie aan externe instanties. De Onderzoeksraad komt aan deze nood tegemoet via regelmatige ‘in house’ monitoring van bibliometrische data, wanneer wenselijk geacht aangevuld met punctuele externe uitbesteding van grondige bibliometrische studies aan internationaal erkende gespecialiseerde expertisecentra. Deze studies geven daarenboven een beter inzicht in de relatie bibliometrie versus kwaliteit, de bruikbaarheid van bibliometrie en de nood aan alternatieve indicatoren.
1 Een derde type zwaartepunten met nadruk op synergie met economische ontwikkelingen vindt financiering via het IOF.
Jaarlijks worden naar aanleiding van de berekeningen voor de verdeling van de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) over de Vlaamse universiteiten, de onderzoeksprestaties gemonitord die in de verdeelsleutel opgenomen zijn. Vanaf het begrotingsjaar 2003 wordt deze verdeelsleutel mee bepaald door de publicatie- en citatieaantallen van de universiteiten in de Web of Science (WoS), zoals bepaald in het BOF-besluit. Voor deze berekeningen worden het voorafgaande jaar telkens door het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) per universiteit het aantal publicaties en citaties geteld en de respectievelijke aandelen berekend. Het departement RESEARCH van de VUB treedt hierbij op als contactpersoon voor de VUB, en staat in voor het nazicht van de door ECOOM verzamelde gegevens. Vanaf begrotingsjaar 2011 worden bijkomend publicaties uit de “Social Sciences” en de “Arts & Humanities” geteld die door de universiteit (via het departement RESEARCH) worden toegeleverd aan het daartoe opgerichte Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW). Hiertoe wordt een gecoördineerde planning opgezet, met input vanuit het departement RESEARCH, de dienst ICT (DICT) en de vorsersgemeenschap. De data aanwezig in PURE worden geanalyseerd wat betreft de kwaliteit van de informatie en waar mogelijk vervolledigd volgens de vereisten voor het VABB-SHW. Het departement RESEARCH organiseert ook de VABB-SHW bezwaarprocedure.
3.3. Bibliometrie als ‘research intelligence tool’
Kwantitatieve bibliometrische indicatoren en technieken voor toepassing op het niveau van sterk gespecialiseerde onderzoeksdossiers, zoals die van individuele onderzoekers en onderzoeksteams, vereisen bijzondere voorzichtigheid, en interpretatie in de specifieke context van de discipline. Sinds eind 2019 wordt door het departement RESEARCH het op de Web of Science en op Publons-gegevens steunende instrument ‘Web of Science Reviewer Locator’ (van Clarivate Analytics; voorheen ‘Publons Reviewer Connect’) gebruikt als bron van suggesties van peers op specialiteitsniveau.
4. ETHIEK EN INTEGRITEIT
Onderzoekers streven naar kwaliteitsvol onderzoek dat beantwoordt aan breed gedragen ethische beginselen en normen. De VUB vindt het essentieel dat onderzoekers op de hoogte zijn van deze beginselen en normen, opgenomen in het Charter van de onderzoeker, hun belang erkennen en ze ook toepassen in hun onderzoek.
In het Beleidsplan Onderzoek werd voorzien dat er, door nieuwe Europese en Belgische wetgeving en een uitbreiding van de formele ethische controles, geïnvesteerd zou worden in de centrale ondersteuning en in de vorming en de begeleiding van de onderzoekers inzake het bijbrengen van het belang van de ethische reflectie op het onderzoek. Om een optimale onderzoeksomgeving te garanderen is er ook in ondersteuning en opleidingen voor wetenschappelijke integriteit geïnvesteerd.
Sindsdien werden de bestaande ethische commissies verder uitgebouwd en is er structurele ondersteuning voor de werking voorzien. Door het organiseren van verschillende informatiesessies en de jaarlijks Ethics Week met thema’s rond ethiek en wetenschappelijke integriteit, zijn de ethische commissies ingeburgerd in de organisatie.
De Commissie Medische Ethiek (CME) zetelt in het UZ Brussel en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Onderzoeksraad.
Ethisch advies wordt voornamelijk gevraagd wanneer dit wettelijk verplicht is (zoals bij Proefdieren), wanneer er met een kwetsbare groep, mensen die geen geïnformeerde toestemming kunnen geven of minderjarigen wordt gewerkt of indien het door bepaalde financieringsloketten (FWO en EU) of uitgevers wordt opgelegd.
De Interactive Guide for Researchers geeft de onderzoeker een overzicht van alle aspecten om in overweging te nemen vóór de start van een onderzoeksproject of experiment, o.a. wanneer een aanvraag voor ethisch advies nodig is. De SharePoint van de verschillende commissies geven de nodige informatie om een dossier voor ethisch advies in te dienen.
Bij de voorbereiding van het onderzoek beoordeelt de onderzoeker de aanvaardbaarheid van het onderzoek in het licht van de Ethische Code voor Wetenschappelijk Onderzoeker in België en het Charter van de onderzoeker van de VUB. Rijst er twijfel over de ethische aanvaardbaarheid van het geplande onderzoek, is een advies wettelijk verplicht of wenselijk (bijv. voor publicatie, projectaanvraag of financiering), dan kan of moet de onderzoeker advies vragen bij de bevoegde ethische commissie van de VUB. De onderzoeksadministratie van de VUB (het departement Onderzoek) voorziet aanspreekpunten voor onderzoekers bij de ethische aanvragen. Deze zijn tevens liaison met het FWO voor deze materie en lid van de huidige ethische commissies aan de VUB. Op VLIR-niveau werd de werkgroep Wetenschappelijke Integriteit en Ethiek geformaliseerd, waar de VUB-liaisons deel van uitmaken. Alle informatie over de ethische commissies is tevens gebundeld op de Onderzoekswebsite. Bijkomende ethische checks bij mogelijk ‘Dual Use of Misuse’ van onderzoek, toepassing van het Nagoya Protocol en het feit dat onderzoekers ook binnen de humane wetenschappen steeds vaker een ethisch advies wordt gevraagd door tijdschriften, zorgt voor een toenemende belasting van de onderzoekers in hun administratieve opvolging van behaalde onderzoeksfinanciering. Deze toenemende administratie in ethische verplichtingen zorgt niet noodzakelijk voor meer ethische reflectie, gelet op de beperkte en reeds overbevraagde tijd van de onderzoeker.
Elk jaar tijdens de internationale week van de ethiek (eerste week van december) organiseert de VUB een ‘Ethics Week’. Tijdens deze week worden diverse lezingen en trainingen georganiseerd, zowel voor studenten als voor onderzoekers, met betrekking tot wetenschap en ethiek. In 2024 stond de week in het thema van ‘kennisveiligheid en internationale samenwerking’.
Het lijkt vanzelfsprekend dat onderzoekers zekere deontologische regels in acht nemen bij hun onderzoeksactiviteiten en in hun relatie tot collega’s. Binnen de VUB is de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit (CWI) verantwoordelijk voor de behandeling van vermoedens van wetenschappelijk wangedrag.
5. OPEN SCIENCE & OPEN DATA
5.1.
Research data management en Open Science
Vanuit verschillende hoeken neemt de vraag naar Open Science en goed Research Data Management (RDM) toe. Vanuit het Research Information & Data Office (RIDO) willen we onderzoekers hierbij ondersteunen op drie vlakken: beleid; opleiding, ondersteuning en informatie-voorziening; infrastructuur en tools.
5.1.1. Open Science beleid
Het huidige RDM-beleid dateert van 2019 en was hierdoor aan een update toe. In 2023 werd het beleid herschreven, onder andere op basis van een benchmark analyse. In 2024 werd dir beleid goedgekeurd door de Onderzoeksraad en voorgesteld aan de Academische Raad. Het beleid verduidelijkt de verwachtingen naar data-opslag, archivering en publicering toe. Verder is er ook een verplichting voor elke erkende onderzoeksgroep om een DMP in te dienen, zodat ze een RDM strategie kunnen uitwerken voor hun onderzoeksgroep. De deadline voor dit DMP ligt in begin 2025. Een belangrijk focuspunt was (en is) de hervorming van research assessment binnen de VUB om zo een grotere focus op Open Science en FAIR data te verwezenlijken. Zo werd er een analyse uitgevoerde van de Open Science elementen die onderzoekers opgeven bij interne fondsvoorstellen. Daarnaast werd de Open Access bonusfinanciering, een onderdeel van de basisfinanciering, vervormd naar de Open Science bonus. De Open Science bonus is een financiële incentive voor het archiveren van data en registreren van deze metadata in PURE.
De VUB draagt ook breder bij aan de hervorming van research assessment via (1) de FOSB (Flemish Open Science Board), (2) de VLIR, (3) het EUTOPIA-netwerk en (4) CoARA. Binnen de FOSB werkt VUB actief mee zowel naar concrete uitwerking en toepassing als naar beleid toe. Zo zetelt de VUB actief in de werkgroepen (WG architectuur en WG RDM&OS), neemt deel aan de Knowledge Hub (community voor data stewards) en de Coordination Hub (verantwoordelijk voor opvolging van het beleidsplan).
Binnen de VLIR werd de werkgroep Evaluation of research units and teams verdergezet. Binnen het EUTOPIA-netwerk heeft de VUB workshops gegeven rond Open Science en RDM. Tot slot, draagt VUB ook bij aan verschillende werkgroepen binnen CoARA.
Zoals voorgaande jaren werden onderzoekers ondersteund in het by default Open Access beleid door de universiteitsbibliotheek; ze kunnen hun manuscripten deponeren bij de universiteitsbibliotheek die vervolgens de publicatie openstelt volgens de meest gunstige voorwaarden. Onderzoekers worden ook nog steeds beloond voor het Open Access publiceren van boeken via de Open Science bonus.
De FAIR & Open Data roadmap, die werd goedgekeurd in 2023, werd in 2024 verder gevolgd om onderzoekers verder te ondersteunen en tools aan te bieden (zie verder §5.1.2).
Tot slot werd in 2024, zoals steeds, geïnvesteerd in reeds bestaande (inter)nationale samenwerkingen, waaronder de VLIR WG RDM/OS, Elektron vzw, organisatie van de Open Access week etc.
5.1.2. Opleiding, ondersteuning en informatie-voorziening
Zoals voorgaande jaren konden onderzoekers terecht met vragen rond Research Data Management via research.datamanagement@vub.be. Er wordt gestreefd een mail binnen de twee werkdagen te beantwoorden met een to-the-point antwoord. Verder kunnen onderzoekers ook 1-op-1 meetings inplannen met de data stewards via het RDM bookingssysteem. Sinds eind 2021 kunnen onderzoekers via research.legal@vub.be ook terecht voor vragen rond uitgeverscontracten, bescherming/gebruik van persoonsgegevens in onderzoek, bescherming van data, licenties etc.
Om informatie inzake RDM en Open Science toegankelijker en overzichtelijker te maken, werd de interne website grondig herwerkt. Daarnaast werd gebruik gemaakt van PowerApps om bepaalde informatie op een interactieve manier weer te geven. Zo kunnen onderzoekers nu op een interactieve manier het meeste geschikte opslagmedium opzoeken voor het type en de grootte van onderzoeksdata waar ze mee werken. Daarnaast werd er ook een RDM portal ontwikkeld dat gebruikt wordt voor het opladen van DMPs en waar onderzoekers een RDM consultancy aanvraag kunnen plaatsen. Deze RDM consultancy is een piloot project voor de grote onderzoeksgroepen waar we hands-on bijstaan bij allerlei RDM-gerelateerde vragen (bv. opzetten van een ELN, data migratie naar VUB-approved systemen, opstellen van onderzoeksgroep-specifieke README files, etc.).
Wat opleiding betreft, blijft de verplichte PhD introductiecursus rond Research Data Management een belangrijke pijler, al werd er in 2024 wel voor gekozen om de Q&A sessies niet langer te organiseren door onvoldoende interesse bij de onderzoekers. In 2024 werden er ook e-learnings rond werken met personal data, rond hergebruik van data en rond reproduceerbaarheid gepubliceerd in TEO LRN. De cursus rond hergebruik van data werd in 2024 verder uitgebreid met een deeltje rond het hergebruik van software (met focus op software licensenties), en deze zal in 2025 beschikbaar gesteld worden voor onderzoekers.
5.1.3. Infrastructuur en tools
Sinds eind 2022 wordt er een Electronic Lab Notebook (ELN), meer bepaald eLabFTW, gratis aangeboden aan de onderzoekers. In 2024 werd verder ingezet op het bekendmaken hiervan. Intussen werd door een 50-tal onderzoeksgroepen toegang gevraagd tot het ELN. Er werd ook een hands-on cursus op maat van PhD studenten uitgewerkt, waarin goed RDM en ELN-gebruik aan elkaar gekoppeld worden. Deze wordt per semester herhaald, zowel op campus Etterbeek als campus Jette.
Er werd in 2024 nog steeds sterk ingezet op het informeren rond Pixiu, on-premise servers voor opslag van onderzoeksdata. Pixiu komt tegemoet aan de nood voor opslag van gevoelige en grote datasets. Er werd vooruitganggeboekt wat betreft gebruiksvriendelijkheid (bv. aanbieden van VUB-specifiek S3-client) en technische aspecten (bv. automatisatie back-up). In 2025 verwachten we nog extra vooruitgang zodat bv. het delen van onderzoeksdata opgeslagen op Pixiu met externen mogelijk wordt op een eenvoudige manier.
Samen met UHasselt, UGent en UAntwerpen werd verder gewerkt aan de ontwikkeling van de FAIRVault. De FAIRVault moet een oplossing bieden voor de lange-termijn bewaring van data die niet in Open Access data repositories geplaatst kunnen worden zodat beschikbaarheid en vertrouwelijkheid in balans zijn. Verschillende doelstellingen in dit project werden in 2023 behaald (bv. het definiëren van een rollenstructuur, een beslissingsboom voor het bepalen van de toegangelijkheid en toegangsprocedures, minimale vereisten voor data-opslag etc.). Door fundamentele obstakels in de source code van de origineel gekozen software, moesten we in 2024 echter een stap terug nemen en op zoek gaan naar een gepaste software. Door een marktanalyse, met duidelijk vooraf opgestelde functionele en technisch vereisten, werd in 2024 de keuze gemaakt om verder te werken met DataVerse. Voor 2025 werd een werkplan opgesteld om een Minimal Viable Product uit te werken om zo tot een werkbare oplossing te komen. In de tussentijd, mede samenhangend met de Open Science bonus financiering, werd het voor onze onderzoekers belangrijk om ook data in restricted access te kunnen preserveren. Als tussentijdse oplossing werd samen met het universiteitsarchief VUB Institutioneel Data repository opgericht. Onderzoekers kunnen ons hiervoor contacteren via data. archive@vub.be, waar na het invullen van een README file de data gepreserveerd wordt bij CAVA en de data stewards zorgen voor de registratie van de dataset in PURE.
5.2. PURE
De VUB zet enorm in op het dagelijkse beheer van Pure, meer bepaald de datakwaliteitszorg, training van VUB-medewerkers en rapportering aan diverse interne en externe instellingen.
• In kader van kwaliteitsbewaking werd, zoals vorige jaren, een validatie uitgevoerd op invoer (categorieen: datasets, infrastructuur, research output, awards en projecten, journals, externe organisaties) in het CRIS systeem. Waar mogelijk wordt vanuit externe bronnen data automatisch (o.a. PubMed) of in bulk (ECOOM-labels) toegevoegd. In 2024 werd het validatieproces voor datasets en research output verder verfijnd en uitgeschreven. Wat research output betreft zetten we sinds 2024 actief in op het controleren van auteurschap en de aanwezigheid van de correcte affiliatie.
In kader van een optimale aanlevering naar externe databanken (FRIS, FWO, VABB) werden volgende acties genomen:
- Er werd een communcicatie-actie gelanceerd rond de nieuwe Onderzoeksdisciplinelijst. Daarnaast werd de verplichting voor het invoeren van een Onderzoeksdiscipline en ORCID voor het verkrijgen van basisfinanciering heringevoerd.
- Een analyse van de impact van grote Onderzoeksgroepen op de VABB-aanlevering. Hiervoor staan we in nauw contact met ECOOM-UA.
- De controle op de invoer van projecten werd verfijnd. In 2025 zal hier nog verder worden op ingezet.
- De nodige technische (o.a. aanpassen mappings) en praktische (o.a. workflows en instructies voor onderzoekers) werden geïmplementeerd om een vlotte rapportering te verzekeren van A1-publicaties aan FWO via FRIS in kader van de projectrapportering.
- Dagelijkse controle van de aanlevering naar FRIS en regelmatig overleg met het FRIS-team.
Ook de interne dienstverlening werd op het voormalige, hoge, niveau behouden. Mensen met vragen kunnen binnen 2 werkdagen een antwoord verwachten. Er kan op aanvraag een informatiesessie georganiseerd worden voor groepen en er kan een ad-hoc een meeting ingepland worden. Zoals voorgaande jaren werden ook medewerkers van het UZB met toegang tot PURE geassisteerd. De bestaande FAQ-artikelen werden herzien en nieuwe artikelen werden toegevoegd.
In het kader van het “Pure User Community” project (PUC), uitgeschreven door EWI, werkt de VUB nauw samen met EWI rond de aanlevering van gegevens aan FRIS voor alle Vlaamse Pure-gebruikers. Dit project werd in 2024 succesvol afgerond. Een mogelijk vervolg hierop wordt nog bekeken.
Naast de dagelijkse werking werden voorbereidingen getroffen voor de cloud migratie van de PURE hosting. In 2025 zou de migratie voltooid moeten zijn. We verwachten dat we hierdoor steeds een up-to-date product kunnen aanbieden aan onze gebruikers.
5.3 Artificiële Intelligentie
In 2023 stelde de VUB richtlijnen op voor onderzoekers rond het gebruik van generatieve AI in onderzoeksprocessen. In 2024 lanceerden we hierond ook een ondersteuningaanbod: een ‘Frequently Asked Questions’-pagina, een interactieve tool om de mogelijkheden van AI-tools in onderzoek te verkennen, en een pagina met praktische tips over generatieve AI applicaties. Daarnaast werden knowledge clips over generatieve AI gelanceerd en zijn verschillende workshops gegeven aan VUB-onderzoekers. Er werden ook verschillende ad-hoc sessies gegeven op vraag van onderzoeksgroepen (bv. in rechten & ingenieurswetenschappen). Er werd ook een privacy-analyse van grootschalige LLMs gemaakt in de tweede helft van 2024 die gebruikt zal worden om meer specifieke informatie te geven aan onderzoekers over welke generatieve AI toepassingen veilig zijn om te gebruiken.
6. VORMING EN LOOPBAAN VAN DE ONDERZOEKER
Dit onderdeel beschrijft de structuur, de ondernomen activiteiten en de genomen beleidsbeslissingen betreffende de doelstelling omtrent het verder uitbouwen en ontwikkelen van een internationale, interdisciplinaire en excellente onderzoeksomgeving in de vorm van training, en de doelstelling omtrent het verbeteren van het welzijn van onze jonge onderzoekers. Naast de investeringen die het departement hierin voorziet, wordt het budget aangevuld met een subsidie aan Vlaamse universiteiten vanuit de Vlaamse overheid in het kader van het programma “Omkadering Jonge Onderzoekers”, kortweg OJO.
Het centrale team vanuit Research verantwoordelijk voor training en ontwikkeling van onderzoekers (RTDO) bestond in 2024 uit vier accountmanagers (3,2 vte) die het trainingsaanbod voor pre- en postdocs uitwerken en opvolgen, een financieel administratief medewerker (0,5 vte), drie beleidsmedewerkers (2,5 vte) - één met focus op training en loopbaan van jonge onderzoekers, één met focus op training voor postdoctorale onderzoekers en één met focus op het trainingsaanbod voor ZAP - en een algemeen coördinator (1 vte). Het centrale team werkt nauw samen met de drie doctoral school directeurs (Human Sciences (DSh), Natural Sciences & (Bio-Science) Engineering (NSE) en Life Sciences & Medicine (LSM)). De ondersteuning van jonge onderzoekers is ingebed in het grotere verhaal van het departement Research aan VUB, waarbinnen wordt samengewerkt voor een up-to-date aanbod met betrekking tot datamanagementplannen, wetenschappelijke integriteit en AI incorporeren in de verschillende fases van onderzoek. RTDO werkt ook samen binnen de VUB LRN werkgroep en doet naargelang de nood ook beroep op andere diensten, zoals de dienst Kwaliteitszorg en Onderwijsprofessionalisering voor het optimaliseren van de didactische vaardigheden, met Tech Transfer om de ondernemingszin van doctorandi aan te wakkeren, met ACTO om het Academisch Engels op te krikken, met VAIA om een opleidingsaanbod rond AI te verspreiden onder de doelgroep, enz. Naast samenwerking om het trainingsaanbod steeds te
vernieuwen en aangesloten te houden bij de noden van de doelgroep, is er ook samenwerking met diverse diensten om administratieve processen te verbeteren. Zie ook 6.5 voor een aantal concrete projecten waarrond wordt samengewerkt. Daarnaast wordt ook met externe partners samengewerkt voor het opzetten van training en het uitwisselen van best practices. Naast de Vlaamse universiteiten is er ook een goede samenwerking met ULB voor een blended supervisor training bestaande uit verschillende modules, alsook op Europees niveau waar VUB vertegenwoordigd is in verschillende netwerken (UNICA, PRIDE, EUA-CDE) en met de Eutopia-partners zijn ook verschillende initiatieven gestart om training gezamenlijk aan te bieden (zowel top-down via het Eutopia TRAIN werkpakket, alsook bottom-up via initiatieven vanuit de Doctoral School of Human Sciences).
6.1. Verplichte Doctoraatsopleiding
In 2019-2020 werd de verplichte doctoraatsopleiding geïntroduceerd. Er dient een introduction package gevolgd te worden, wat bestaat uit een pakket aan workshops die verplicht dient gevolgd te worden vooraleer er kan ingediend worden, bestaande uit (1) een algemene introductie, (2) een research data management track (RDM), en (3) een ethics & scientific integrity track. Alle onderdelen zijn onafhankelijk van locatie te volgen (digitaal format) en elke track bevat een e-learning module die de doctoraatskandidaat kan verwerken op eigen tempo, met extra aandacht voor de delen relevant voor hun vakgebied en type onderzoek. De introductiedagen werden omgevormd tot een e-learning en werden in 2024 voor het eerst in die vorm aangeboden. Gezien we echter ook belang hechten aan persoonlijk contact, zowel tussen RTDO en doctoraatsonderzoekers als tussen doctoraatsonderzoekers onderling, wordt sinds academiejaar 2024-2025 ook samengewerkt met M&O voor de Onthaaldagen. Dit wordt driemaal per jaar georganiseerd en alle startende doctoraatsonderzoekers worden er op uitgenodigd. Ze krijgen er de mogelijkheid vragen te stellen, elkaar beter te leren kennen en komen zo ook in aanraking met relevante andere VUB-diensten. Voor het overige kiest de doctoraatsonderzoeker zelf welke trainingen of activiteiten ze aan deelnemen om credits te verwerven, waarbij wel een minimum aan 5 credits per quadrant dient te worden ingevuld.

Figuur 1: Quadranten van de verplichte doctoraatsopleiding
Figuur 1: Quadranten van de verplichte doctoraatsopleiding
In 2023-2024 voldeden 181 doctoraatsonderzoekers aan de voorwaarden van de doctoraatsopleiding, wat 67.5% is van het totale aantal gedoctoreerden dat academiejaar, en een stijging van 9% tegenover vorig academiejaar. Van alle gedoctoreerden die niet aan de voorwaarden voldeden waren er slechts 14 die geen enkele credit verzamelden, waarvan 9 een JointPhD deden en bij hun hoofdinstelling een doctoraatsopleiding voltooiden. De meesten verzamelen echter veel meer credits dan het minimum om aan de voorwaarden te voldoen. Vooral in research output worden veel credits verdiend, gevolgd door teaching & societal outreach. De meeste tekorten situeren zich dus in de quadranten van domeinspecifieke en transferable skills.
6.2 Communicatie
In 2023-2024 voldeden 181 doctoraatsonderzoekers aan de voorwaarden van doctoraatsopleiding, wat 67.5% is van het totale aantal gedoctoreerden dat academiejaar, en een stijging van 9% tegenover vorig academiejaar. Van alle gedoctoreerden die aan de voorwaarden voldeden waren er slechts 14 die geen enkele credit verzamelden, waarvan 9 een JointPhD deden en bij hun hoofdinstelling een doctoraatsopleiding voltooiden. De meesten verzamelen echter veel meer credits dan het minimum om de voorwaarden te voldoen. Vooral in research output worden veel credits verdiend, gevolgd door teaching & societal outreach. De meeste tekorten situeren zich dus quadranten van domeinspecifieke en transferable skills.
6.2 Communicatie
RTDO communiceert via verschillende manieren met haar doelgroepen. Het belangrijkste platform is ‘wearephd.vub.be’, waarin wordt gelinkt naar de bestaande pagina’s voor phd op de sharepoint van het departement Onderzoek, maar het platform verwijst daarnaast ook naar alle relevante diensten voor doctorandi en promotoren buiten het departement Onderzoek en wat RTDO aanbiedt en dient dus als de referentieplek voor doctorandi vanaf inschrijving tot en met de neer-
RTDO communiceert via verschillende manieren met haar doelgroepen. Het belangrijkste platform is ‘wearephd.vub.be’, waarin wordt gelinkt naar de bestaande pagina’s voor op de sharepoint van het departement Onderzoek, maar het platform verwijst daarnaas ook naar alle relevante diensten voor doctorandi en promotoren buiten het departement Onderzoek en wat RTDO aanbiedt en dient dus als de referentieplek voor doctorandi inschrijving tot en met de neerlegging. Het platform wordt vrij frequent bezocht gemiddeld 1528 bezoekers per maand sinds de start van de app in september 2022.
legging. Het platform wordt vrij frequent bezocht, met gemiddeld 1528 bezoekers per maand sinds de start van de app in september 2022. Met uitschieters 2042 unieke bezoekers in oktober 2023 en oktober 2024, wanneer het (semester) aanbod aan trainingen online kwam. Dit zien we ook terugkeren bij het overzicht van populairste artikels, ‘Researchers workshops 2023-2024 werd gelezen door 1660 unieke bezoekers. ‘Researchers workshops for the first semester 20242025’ kreeg 1047 unieke bezoekers; ‘Researcher workshops for the second semester 24-25’ kreeg 437 unieke bezoekers. De nieuwsbrieven die sinds de zomer van 2023 via dit platform worden uitgestuurd hebben een bereik van 1783 unieke bezoekers van WeArePhD, 1 op 3 ontvangers van de nieuwsbrief klikt effectief door. De populairste kop op het WeArePhD platform blijft ‘Tools & Software’ met 23 594 kliks. Voor postdocs en ZAP wordt gebruik gemaakt van wearestaff. vub.be, waar het uitdagender is om de doelgroepen te bereiken. Daarom wordt belangrijk nieuws (bijvoorbeeld de nieuwe aanmeldprocedure voor PhD’s) ook via direct mail gecommuniceerd. RTDO is ook bereikbaar voor alle vragen gerelateerd aan het doctoraatsproces en de doctoraatsopleiding via het algemene adres rtdo@vub.be. Vanaf 2025 wordt dit aangepast naar research.phd@vub.be, vragen over trainingen voor postdocs en ZAP kunnen steeds gesteld worden via lrn@vub.be
6.3 Trainingsaanbod
De sleutelaspecten van de doctoraatsopleiding bestaan erin de verdere ontwikkeling van jonge onderzoekers in verschillende fasen van hun carrière te versterken en vergemakkelijken. Dit wordt mogelijk gemaakt door een aanbod dat toelaat zich te verdiepen in een specifieke niche, zowel als zich te verbreden door het opnemen van verschillende taken gedurende het doctoraatstraject (onderwijs geven, krantenartikels schrijven, meewerken aan Europese projecten, etc) en door het volgen van transferable skills training.
Trainingsaanbod voor doctorandi
Er vonden 125 verschillende opleidingen plaats georganiseerd via TEO LRN, goed voor 890 unieke deelnemers en een totaal aantal deelnemers van 2121 (veel onderzoekers volgden dus meer dan één cursus het afgelopen jaar). In deze cijfers zitten nog niet de e-learnings vervat die intern werden ontwikkeld, alsook een aantal cursussen/lezingen die omwille van diverse redenen buiten het platform werden georganiseerd (bv de promotorenopleiding in samenwerking met ULB). Deze meegerekend komen we op een totaal van 139 trainingen. Verschillende cursussen werden meermaals aangeboden, zoals semestercursussen van Academic English door ACTO en andere kortere populaire workshops zoals ‘stress & resilience’, ‘managing my PhD’ & ‘presentation clinic’ en . In 2023 gingen de meerderheid van de trainingen terug fysiek door op de campussen, en deze trend werd nog meer uitgesproken in 2024 met slechts 1 op 4 trainingen online (tegenover 42% in 2023). Er werd wel geïnvesteerd in een platform met e-learnings van Nature Masterclasses om meer onderzoekers te kunnen bedienen die niet makkelijk naar de campus kunnen komen (zie ook verderop). Ongeveer een derde van de cursussen is gericht op het verbeteren van de onderzoekscultuur, ongeveer een kwart over loopbaan en welbevinden, en de overige cursussen gaan over schrijven en presenteren, en algemene verbredende vaardigheden. Daarnaast werden 31 activiteiten gesponsord via een call door de Doctoral Schools (zie details verderop), waar meer dan 650 onderzoekers aan deelnamen, deze werden allen fysiek georganiseerd (op de campus of op locatie bij co-organiserende instelling).
Meet the Editor werd vorig jaar als nieuw concept geïntroduceerd. Onderzoeksgroepen worden financieel ondersteund om editor(s) van hoog gerangschikte journals uit te nodigen naar VUB om tips & tricks te delen over publiceren in hun tijdschrift(en). Het format bestaat minimum uit één plenaire sessie toegankelijk voor alle geïnteresseerde onderzoekers en een workshop gericht op doctorandi/postdoctorale onderzoekers waarbij aan de slag wordt gegaan met eigen materiaal. Na een goede beoordeling van twee events die plaatsvonden in 2023, werden drie initiatieven geselecteerd in 2024. Door omstandigheden ging er maar één in 2024, namelijk met het Journal of Services Marketing. Het event in samenwerking met editor Rebekah Russell-Bennett werd zeer goed onthaald. 2025 werd ingezet met het bezoek van twee editors van Big Data & Society. Het eerstvolgende event zal in samenwerking met PMLA zijn in mei 20252.
Naast de cursussen rechtstreeks aangeboden door RTDO en de Doctoral Schools, zijn er ook interuniversitaire cursussen die beschikbaar zijn voor onderzoekers aan de VUB, zoals het aanbod van Flames (FlAnders MEthodology and Statistics), VAIA (Vlaamse AI Academie), de Summer School Let’s Talk Science, alsook bottom-up activiteiten georganiseerd door onderzoekers verbonden aan verschillende Vlaamse universiteiten3. Een samenvatting van al deze cursussen en VUB-specifieke cursussen wordt jaarlijks aan EWI gerapporteerd tegen eind maart.
Ook bottom-up worden activiteiten gestimuleerd. Voor LSM betrof dit 17 cursussen met vaste waarden als ‘Graphpad Prism’, ‘Sample Size Calculation using GPower’ en de ‘LSM PhD day’, deze laatste wordt telkens georganiseerd door het PhD netwerk PhD United.
Voor DSh werden er 23 initiatieven financieel ondersteund via de ‘call for activities’, waarvan 4 interuniversitaire. Een aantal zijn terugkerende initiatieven zoals ‘What does it mean to be a researcher in the 21st century’? en de PhD day van de
2 Meer info algemeen over Meet the Editor: https://vub.sharepoint.com/sites/PUB_RD/SitePages/Meet-the-editor.aspx
3 Een compleet overzicht is beschikbaar op phd.vlir.be
Faculteit Letteren & Wijsbegeerte, maar het betreft daarnaast ook verdiepende, vakspecifieke masterclasses zoals ‘Audio drama: between theory and practice’, ‘Digital Migration’ en ‘Opportunities and Tensions in Participatory Research’. Tot slot werden 8 activiteiten gesponsord vanuit NSE Doctoral School, met terugkerende interuniversitaire evenementen zoals de Modave Summer School & Theory at Sea, beide gericht op het uitwisselen van onderzoeksresultaten en methodes voor theoretische en wiskundige fysica-onderzoekers. Daarnaast ook trainingen zoals ‘writing on the urban question’ en onderzoeksseminaries zoals de ‘5th interuniversity research seminar on Construction History in Belgium’.
Voor een volledig overzicht van initiatieven getrokken vanuit de Doctoral Schools verwijzen we door naar de individuele jaarverslagen per Doctoral School.
De campusbrede Datacamp licentie werd verdergezet in 2024, goed voor 873 gebruikers. In totaal werden 945 cursussen afgewerkt. Het aantal trainingsuren wordt geschat op 3779. De overgrote meerderheid van de cursussen wordt vervolledigd door doctorandi, maar alle personeel en studenten kunnen er gebruik van maken. De meest populaire cursussen zijn gerelateerd aan het gebruik van R en Python. Hoewel we een lichte stijging zien in het aantal gebruikers, merken we dat de meeste weinig cursussen volmaken en vooral gericht zijn op de basistrainingen, terwijl Datacamp ook veel gevorderde cursussen aanbiedt. Er werd beslist om het platform voor 2025 te verlengen en de communicatie errond te verbeteren zodat meer doctorandi het aangrijpen om diverse cursussen te volgen.
Daarnaast werd ook een campuslicentie afgesloten bij Nature Masterclasses een online platform aangeboden door Nature met diverse e-learnings ontwikkeld met behulp van hun in-house expertise. Er waren 241 gebruikers en 745 afgeronde modules afgelopen jaar. De meest populaire cursussen zijn ’writing a research paper’, ‘data analysis’ en ‘advancing your presentation skills’.
De zevende editie van de Doctoral Derby kende zijn finale op 21 mei 2024. Het traject bestaat zoals eerder uit een schrijfsessie waarin ze hun onderzoek in een duidelijk verhaal gieten, waar ze ook concrete tips krijgen obv hun ingestuurd abstract. Op basis van deze input werken ze een eerste pitch uit die ze in een preselectie aan een select publiek binnen hun eigen doctoral schools naar voor brengen. Een jury selecteert twee kandidaten, en het publiek voorziet de derde finalist. In totaal nemen negen kandidaten het tegen elkaar op tijdens de finale. In aanloop naar de finale krijgen ze nog een aangepaste training en wordt hun pitch ook opgenomen door een professionele filmcrew in samenwerking met Science Figured Out. Net zoals vorig jaar werd ook een prijs uitgereikt voor beste samenvatting. Deze werd gewonnen door Jara Saluena met “Fungi to grow the future”. De juryprijs ging naar Hannelore Geeraert met “Bioplastics: stretching towards sustainability” en de publieksprijs naar Dora Chigoho met ‘Using alpacas’ antibodies to fight cancer: let’s keep it kidney-friendly’.
Kenza Mostaqim, publiekswinnaar van de Doctoral Derby vorig jaar, nam ook deel aan de interuniversitaire three minute thesis competition die aan de UGent werd georganiseerd in het najaar van 2024 en werd tweede.
In het kader van Eutopia werden verschillende activiteiten georganiseerd voor senior onderzoekers (zie verder), en werd opnieuw een summer school gehouden in Lissabon in het teken van interdisciplinaire samenwerking waarin de Doctoral School directeur van de Human Sciences ook faciliteerde.
Trainingsaanbod voor senior onderzoekers
Het aanbod voor onze senior onderzoekers bestaat intussen uit een aantal vaste waarden, zoals de PhD supervision training, de academic leadership days for early career ZAP en de Engaged Leading Week (georganiseerd onder VUB LRN). Daarnaast is het zo dat postdoctorale onderzoekers ook gebruik kunnen maken van het volledige aanbod van de Doctoral Schools. In 2024 werd geïnvesteerd in een aantal nieuwe cursussen die expliciet waren gericht op postdocs (zie verder).
De PhD Supervision training voor ZAP zit in het aanbod sinds 2018 en heeft intussen een stabiel format bereikt. Deze werd opnieuw tweemaal georganiseerd in 2024, exclusief voor VUB promotoren in de lente, en voor ULB en VUB promotoren samen in de herfst. De opleiding voor ZAP-leden bestaat uit twee verplichte sessies van een halve dag (digitaal of live), die elk een persoonlijke voorbereiding van maximum 2 uur vóór de live sessie vragen (a.d.h.v. aangereikte korte lezingen, boekhoofdstuk, artikels, …). Een derde optionele sessie van een halve dag staat begin 2025 ingepland.
Voor de derde maal werd er in de herfst ook een aangepaste training van 1 dag voor postdocs die doctorandi begeleiden ingericht. Deze sessie voor postdocs vindt jaarlijks afwisselend plaats aan ULB en VUB.
Het programma omvat het volgende:
- Deel 1 van de promotorenopleiding voor ZAP (alsook de aangepaste promotoren training voor postdocs) wordt gegeven door een externe facilitator en professor Rob Bongaardt gespecialiseerd in begeleiding van doctorandi. De eerste sessie biedt een kader voor gepaste PhD supervisie aan de hand van een wetenschappelijk onderbouwd model getiteld “Five approaches to PhD supervision” (benoemd als functional, enculturation, critical thinking, emancipation & relationship development).
- Deel 2 van de supervisor training voor ZAP wordt gegeven door interne trainers (een team van twee professoren en 2 beleidsmedewerkers betrokken bij de doctoraatsopleiding van beide universiteiten) en gaat dieper in op wetenschappelijke inzichten rond het ondersteunen van motivatie van doctorandi, plus geeft een platform voor uitwisseling rond groepsnormen en verwachtingen.
- Optioneel deel 3 is gericht op het inoefenen van motivationele gespreksvoering en wordt gefaciliteerd door psychologen van het VUB welzijncenter BRUCC.
Zowel de promotorenopleiding voor ZAP als de aangepaste training voor postdocs werden positief geëvalueerd door de deelnemers.
Ook de academic leadership days for early career ZAP (intussen aan de 5de editie toe) heeft inmiddels een vaste formule. In 2024 kregen opnieuw 20 startende ZAP-leden de ruimte om ervaringen, ideeën en best practices uit te wisselen met de leiding van de universiteit en ZAP-collega’s, en volgden ze een intensieve basisopleiding leiderschap . Net zoals vorig jaar konden de deelnemers tijdens het eerste deel van de driedaagse in discussie gaan met beleidsmakers van verschillende diensten (M&O, OS, Onderzoek, TT en IRMO) tijdens een carrouselsessie. Daarnaast werd er ook een infomarkt georganiseerd waarbij deelnemers rechtstreeks specifieke vragen inzake HR (ZAP-loopbaan, welzijn, gelijkheid, diversiteit...) konden stellen aan de daarvoor bevoegde M&O medewerkers. Tijdens het tweede deel van de driedaagse werd opnieuw een leiderschapstraining gegeven waarbij er werd gefocust op reflectie rond het eigen leiderschap, teamontwikkeling, inzicht verwerven in conflicten en hoe deze te voorkomen, en hoe te bouwen aan een verbindende communicatiestijl. De aanwezigheid van “gezichten achter de diensten” op dag 1 blijft een grote meerwaarde voor de deelnemers (én diensten). In 2024 bleef de programma-inhoud nagenoeg stabiel t.o.v. het vorige jaar, maar werd voor het eerst dag 1 van 3 in Brussel georganiseerd. De overige 2 dagen werden twee weken later in Oostende gehouden (voorgaande edities gingen de 3 dagen in Oostende door). Deze opsplitsing in Brussel en Oostende werd goed geëvalueerd door zowel de ZAP-leden als de organisatoren: ze werkt kosten-en moeite besparend, ook voor vele de collega’s uit de centrale diensten die bij dag 1 betrokken zijn.
De Engaged Leading Week 2024 (voorheen VUB leiderschapsweek) werd voor het 4de jaar op rij georganiseerd. De week biedt een divers programma rond verschillende aspecten van leiderschap naar gediversifieerd doelpubliek (zowel ATP als academisch personeel, zowel voor informele als formele leiders). In totaal telde in 2024 de Engaged Leading Week 214 inschrijvingen, waaronder ook enkele inschrijvingen vanuit het UZB en ons EUTOPIA-netwerk. Het programma van 2024 bevatte 12 verschillende sessies, waaronder een nieuwe interactieve inspiratiesessie rond feedback- en feedforward en halfdaagse opleiding “Fair decision-making” (specifiek als terugkommoment voor de deelnemers aan de Academic leadership Days for early career ZAP 2024), plus een aantal vaste waarden in het aanbod rond leiderschap zoals de 1-op-1 coaching sessies voor professoren met een externe coach met expertise in leiderschapspraktijken binnen de academische sector.
Verder werd er binnen de Engaged Leading Week dit jaar ook een rondetafelgesprek en co-creatiemoment rond “Supervision and Guidance of Postdoctoral Researchers” gehouden. Deze sessie bood de mogelijkheid om met een groep van 20 ZAP-leden en postdocs vanuit ULB en VUB in interactie te gaan rond de uitdagingen en mogelijke handvaten wanneer het gaat over de begeleiding van postdoctorale onderzoekers door ZAP-leden – iets waar tot op heden nog maar weinig ondersteunende kaders voor geboden worden aan onze (en aan andere) universiteit(en). Met deze inzichten hebben we waardevolle beleidsinput in de hand om in 2025 op verder te bouwen: we plannen de resultaten van dit event terug te koppelen naar de geïnteresseerde (facultaire) bestuurlijke organen.
In 2024 werd geïnvesteerd in twee nieuwe cursussen die expliciet gericht waren op postdocs, Adaptive leadership for postdocs en Research project management for postdocs. De keuze voor deze twee cursussen is gebaseerd op input over trainingsnoden verzameld bij postdocs tijdens de Postdoc Appreciation Day 2023. Het programma van de tweedaagse Adaptive leadership training sluit aan bij de wisselende leiderschapsrollen die postdocs op zich nemen en hoe ze hierbij hun eigen leiderschapsstijl kunnen ontwikkelen. De inhoud van de tweedaagse Research project management cursus richt zich op geavanceerde technische en communicatieve vaardigheden en bijhorende tools voor effectief projectbeheer in de onderzoekscontext. Beide trainingen waren snel volzet en kenden geen no-shows. Ze werden overwegend positief geëvalueerd en enkele verbeterpunten werden inmiddels teruggekoppeld naar de trainers. De Postdoc Appreciation Day in 2024 had, naast waardering en netwerking, als doel om het vaak als een ‘black box’ ervaren onderzoeksbeleid transparanter en toegankelijker te maken voor postdocs. Vicerector Pieter Ballon gaf een toelichting over de vier pijlers van het onderzoeksbeleid, gevolgd door persoonlijke getuigenissen van voormalige postdocs over hoe deze pijlers een authentieke rol speelden in hun loopbaan.
Naast dit wederkerend aanbod, dragen we in het kader van EUTOPIA bij aan de ondersteuning van senior onderzoekers binnen twee netwerken.
- In het kader van hun EUTOPIA SIF fellowship krijgen postdoctorale fellows aan VUB het aanbod een individueel loopbaangesprek te hebben met onze interne medewerkers telkens er een update van het personal career development plan moet worden voorgelegd. De interne medewerkers dienen als toetssteen voor de korte- en langetermijn loopbaanwensen van de fellows, kunnen aanbevelingen maken qua interessante opleiding, en dienen als liaison bij andere loopbaan-gerelateerde vragen van de fellows.
- In het kader van het Young Leaders Academy-netwerk, heeft VUB opnieuw een online sessie rond PhD supervision gefaciliteerd, in lijn met sessie 1 van onze eigen promotorenopleiding en in samenwerking met dezelfde externe trainer/professor. De fellows beoordeelden de sessie erg positief en complementair aan de andere sessies binnen hun opleidingsprogramma.
Verder zal VUB in 2025 meewerken aan een digitale reeks lezingen vanuit EUTOPIA die elk een verschillend aspect van PhD supervisie behandelen, met als doelpubliek voornamelijk early career promotoren.
In het kader van de toekenning van 41 Grote Onderzoeksgroepen aan VUB, worden er (sinds eind 2023) enkele structurele ondersteuningsinitiatieven voor deze groepen voorzien onder de overkoepelende naam “ReGroup”. ReGroup omvat drie lerende netwerken:
- “ReGroup - Debate & Drinks” voor voorzitters en operationeel leiders (uitwisseling rond strategische en operationeelstrategische topics)
o Editie 18/04/2024 rond Onderzoeksinfrastructuur en Core Facilities
o Editie 19/09/2024 rond het ZAP loopbaanpad binnen de Grote Onderzoeksgroep
- “ReGroup - Open Data” voor de Open Science verantwoordelijken van de groepen
o 01/02/2024 (Etterbeek): inleiding rond Research Data Management (RDM).
o Editie 23/05/2024 (Etterbeek): Presentatie nieuwe RDM-beleid van VUB en de invoering van rgDMP. Toelichting rond BAS Open Science Bonus Financiering en de Institutionele Data Repository van VUB.
- Editie 17/10/2024 (Jette): High-Performance Computing (HPC) en Data Appraisal after Research
- “Regroup - Communication” voor de communicatieverantwoordelijken van de groepen
o 14/03/2024 - Sessie rond externe communicatie en branding, i.s.m. Marcom voor de SPOCS communicatie van de grote onderzoeksgroepen
o 24/10/2024 (Jette) - Sessie rond sciene outreach en maatschappelijke impact, met introductie van de nieuwe NSIS netwerken.
Er is ook een intensiever begeleidingsaanbod “ReGroup - Training” op maat van de vraag van de onderzoeksgroep uitgerold:
- ondersteuning van de funding strategie voor fundamenteel onderzoek via de Funding Strategy Scan uitgevoerd door interne experts (zie hoofdstuk 8).
- ondersteuning van een externe coach en academisch expert op het vlak van leiderschap en veranderprocessen. Reeds 6 groepen hebben beroep gedaan op dit aanbod, waarbij een traject op maat werd uitgewerkt om de groep op weg te helpen in hun uitdagingen (van maximaal 2 ondersteuningsdagen): zo’n traject kan gaan over een reeks coaching sessies met de voorzitter(s), tot workshop-formats die meer leden van de onderzoeksgroep betrekken.
6.4 Loopbaan
Interuniversitair wordt sinds een aantal jaar intensief samengewerkt via de subwerkgroep PhD talent coordination team. Dit interuniversitair team heeft als doelstelling om een brug te vormen tussen de universiteiten en de niet-academische arbeidsmarkt door het samenbrengen van de juiste stakeholders. Om deze doelstelling te bereiken zetten we in op het organiseren en faciliteren van evenementen en initiatieven waarbij jonge onderzoekers in contact komen met potentiële werkgevers en waarbij er aan informatie-uitwisseling wordt gedaan met en door de stakeholders.
In 2024 werd een nieuwe editie van job shadowing gelanceerd. Binnen dit initiatief krijgen jonge onderzoekers de kans om mee te lopen met een professional die een job uitoefent die zij beogen na het behalen van hun doctoraat. In totaal werden er ongeveer 100 posities open gezet. Van de 35 VUB kandidaten werden er 12 geselecteerd om een professional te schaduwen. Dit initiatief werd zowel door de bedrijven als de onderzoekers goed onthaald. 76% van de vertegenwoordigers van de bedrijven die de survey invulden gaven aan het initiatief nuttig te vinden. 96% van de onderzoekers die de survey invulden beoordeelden hun bezoek goed of excellent.
Daarnaast werd in het najaar voor het derde jaar op rij de PhD talent stakeholder meeting georganiseerd op de VUB. Tijdens dit event kregen jonge onderzoekers en vertegenwoordigers van bedrijven de kans om (i) een keynote over zelf-leiderschap bij te wonen, (ii) een panel discussie te volgen over skills die nodig zijn om de transitie naar de nietacademische arbeidsmarkt te maken en (iii) te netwerken. 23 vertegenwoordigers van bedrijven, 10 VLIR collega’s en 46 onderzoekers namen deel aan het event.
In mei 2024 werd ook een adviesraad opgericht die input kan leveren aan . de subwerkgroep PhD talent coordination. Binnen deze werkgroep zetelen 10 vertegenwoordigers van 10 verschillende bedrijven en 5 vertegenwoordigers van de Vlaamse universiteiten. Het doel van deze raad is om advies te geven over de korte- en langetermijnstrategieën van het PhD Talent Coordination Team, informatieuitwisseling tussen universiteiten en niet-academische stakeholders te bevorderen, bij te dragen aan loopbaaninitiatieven die de carrièreperspectieven van jonge onderzoekers verbeteren en samenwerking te stimuleren. Er zijn reeds 4 adviesraden geweest (waarvan 1 via mail) waar de werking van de raad werd scherp gesteld en o.a. onderwerpen zoals skills mapping, rekrutering van jonge academici en job shadowing aan bod kwamen.
Verder vond eerste editie van de researchpreneurship mindset bootcamp plaats in oktober 2024. 20 deelnemers (PhD’s en Postdocs) vanuit de 5 Vlaamse universiteiten werden zorgvuldig geselecteerd om deel te nemen aan deze bootcamp. Drie dagen lang werden de deelnemers (waaronder 3 VUB’ers) ondergedompeld in een intensieve bootcamp met de focus op het aanwakkeren van ondernemerschap en innovatie. Via workshops, uitdagingen en reflectiemomenten verkenden ze de mindset en vaardigheden die nodig zijn om ondernemingskansen te herkennen, teams te bouwen en grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. De VUB deelnemers werden daarna ook uitgenodigd om in te stappen in bestaande VUB cursussen georganiseerd door Tech Transfer (de Starters Seminars).
De webinair reeks ‘Your PhD: What’s next?’ werd verdergezet in 2024. In het AJ 2023-2024 kwamen er in totaal op zes woensdagmiddagen VUB alumni getuigen over hun professionele carrière na het afronden van hun doctoraat. In 2024 ontvingen we zo alumni die vertelden over hun huidige carrière (i) binnen de wetenschapscommunicatie, (ii) als ondernemer, (iii) als beleidsmedewerker en als (iv) professor. Deze webinars hielpen doctorandi een beeld te vormen van de mogelijkheden na het afwerken van hun eigen doctoraat, in de zelf-reflectie over welke carrière ze zelf ambiëren en hoe ze de doctoraatsopleiding optimaal kunnen benutten om zich daarop voor te bereiden. In 2025 zal deze verdergezet worden in een nieuw format namelijk: ‘The only way is up! The PhD career elevator’.
Na de pilootversie van de exitsurvey binnen de Doctoral School Life Sciences & Medicine werd de herwerkte survey in 2024 universiteitsbreed uitgerold. Met deze bevraging willen we een beter zicht krijgen op de verdere carrièreplannen en de tevredenheid met hun afgerond doctoraatstraject van doctorandi. Het bevat diverse vragen over gevolgde trainingen binnen de doctoraatsopleiding en peilt naar de aspiraties en de volgende stappen in de carrière van doctorandi. Een subset van de vragenlijst is ook interuniversitair afgesproken binnen de VLIR-werkgroep Doctoral Schools. Omwille van administratieve redenen worden in eerste instantie alle jonge onderzoekers gecontacteerd die succesvol hun doctoraat hebben verdedigd. In tweede instantie gaan we op zoek om ook gericht jonge onderzoekers aan te schrijven die de VUB verlaten zonder hun doctoraatstraject te vervolledigen. Vanaf de start in 2023 tot en met december 2024 zijn er in totaal 515 surveys uitgestuurd, waarvan 131 ingevuld. Dit komt op een response rate van 25,4%, wat voor dit type surveys waarbij de personen vaak niet langer verbonden zijn aan de instelling zeker geen slecht cijfer is.
Nadat in de jaren voorheen beroep werd gedaan op externe loopbaancoaching werden vanaf januari 2024 de career chats intern georganiseerd door RTDO. 2 beleidsmedewerkers zijn sindsdien 1 dag per maand beschikbaar voor online career chats die parallel georganiseerd worden voor doctorandi en voor postdoctorale onderzoekers. Deze 1-op-1 gesprekken hebben als doel om de jonge onderzoekers te helpen bij het reflecteren over de loopbaan zowel binnen als buiten de academische sector. Indien relevant worden de onderzoekers tijdens deze gesprekken ook doorverwezen naar de juiste ondersteunings- of opleidingsmogelijkheden binnen de VUB en de carrière-initiatieven georganiseerd door het interuniversitaire PhD Talent Pool Coördinatieteam. Ter voorbereiding op deze gesprekken sturen de onderzoekers een specifieke vraag in, zodat de tijd tijdens de career chat optimaal benut kan worden. Indien het om een brede vraag gaat omtrent carrière orentatie, wordt er een code gegeven die toegang geeft tot het invullen van de MyCareerCompanion vragenlijst. Door middel van deze tool doen doctorandi en postdocs aan zelfreflectie, competentieanalyse en krijgen ze gerichte adviezen in het rapport na het invullen van de vragenlijst. Het doel is dat ze beter inzicht krijgen in o.a. hun sterktes, interesses en carrièremogelijkheden, zodat de beleidsmedewerkers hier dieper op in kunnen gaan tijdens het carrièregesprek. Dit jaar zijn er 35 codes uitgestuurd (17 naar PhD onderzoekers, 16 naar postdocs en 2 naar interne collega’s voor een test). Verder wordt er regelmatig overleg ingepland met de loopbaan coaches van M&O om ervaringen uit te wisselen. In 2024 waren er 25 doctorandi en 17 Postdocs die een carrièregesprek inplanden. De belangrijkste topics tijdens deze carrièregesprekken waren o.a. carrière oriëntatie van concrete jobs binnen en buiten de academische wereld, helderheid over aanstelling/werkzekerheid, persoonlijke ontwikkeling/skills en trainingsnoden van onderzoekers.
Tot slot wordt ook nog met externe trainers samengewerkt voor de inrichting van een aantal terugkerende cursussen: Trends in the job market (apart voor DSh, NSE en LSM), Should I stay or Should I go (specifiek voor postdocs), Career Coaching for PhDs, Grow your network: the perfect pitch to lasting relations, Career catalyst workshop: Optimizing LinkedIn profiles, crafting powerful CVs and building a robust professional network for future success, Manage your Online Brand (also LinkedIn training), Careers in service of the world : EU and other international organisations en“Welcome to the real world: what is your role as a PhD in R&D?”.
6.5 Projecten ter optimalisatie van processen en procedures voor jonge onderzoekers
Inschrijvingsprocedure doctoraten
Het optimaliseren van de inschrijvingsprocedure is een project dat reeds opgestart in 2016 dat ertoe moet bijdragen dat doctorandi en promotoren minder administratieve overlast ondervinden bij het onboardingsproces. Eind 2023 werd dit finaal door IT opgepikt. Er werden workshops georganiseerd begin 2024 om het ‘as is’ proces met al zijn pijnpunten bloot te leggen met de hulp van alle stakeholders (doctorandi, promotoren, facultaire administratieve verantwoordelijken, M&O
medewerkers, RTDO medewerkers en business center analisten). Het project werd opgesplitst in drie grote werven, het verbeteren van de 1/ aanmeldingsprocedure; 2/ toelatingsprocedure, 3/ aanstellingen. Het verbeteren van de aanstellingen wordt ten vroegste in de loop van 2025 opgepikt omdat hier ook voldoende menskracht moet worden vrijgemaakt bij M&O TEO ondersteuners, en zijn met de update van de loonmotor hier in 2024 niet mogelijk was.
Met het eerste deelproject verbeteren van de aanmeldingsprocedure werd gekozen om in te grijpen op verschillende punten. In tegenstelling tot voorheen kunnen doctorandi in de nieuwe procedure niet zelf de aanmelding nog opstarten, dit gebeurt nu door de promotor. Deze vult het academiejaar en studiekeuze in, het emailadres van de kandidaat-doctoraatsonderzoeker en een minimum aan kenmerken in (onderzoeksplan, joint phd, vrijstelling, eventuele co-promotoren,...), waarna de kandidaat een uitnodiging krijgt om de aanmelding verder aan te vullen. Dit maakt de procedure eenvoudiger en transparanter voor kandidaten, promotoren en de administratie. Deze manier van werken laat volgende winsten toe: handtekeningen en papieren documenten worden overbodig, enkel goedgekeurde aanmeldingen komen in het systeem (voorheen werden tot 25% afgekeurd, vaak buitenlandse studenten die probeerden zonder promotor aan te melden bv.), geen vertraging door student die niet vertrouwd is met het systeem, kleinere foutmarge bij studiekeuze, snellere goedkeuringsprocedure vermits relevante informatie door promotor wordt aangeleverd, de promotor kan het overzicht en status van de aanmelding raadplegen en aanmeldingen tot het einde van het academiejaar zijn mogelijk. De nieuwe procedure wordt ingevoerd vanaf 30/1/2025. Er werd een grondige communicatiecampagne opgezet, waarbij promotoren werden geïnformeerd via nieuwsbrief, direct mailing en via de onderzoeksgroepen a.d.h.v. een kort filmpje waarin promotoren de procedure uitleggen alsook een onepager stappenplan. Ook facultaire administratieve medewerkers werden geïnformeerd via mail en een korte infosessie. De procedure wordt verder gemonitord zodat eventuele kinderziektes kunnen weggewerkt worden. Daarnaast worden nog verdere optimaliseringen van dit proces opgenomen, zoals het vereenvoudigen van de aanmelding voor een interdisciplinair doctoraat.
Herwerking Centraal Doctoraatsreglement
Het Centraal Doctoraatsreglement (hierna ‘CDR’) werd volledig hernieuwd. De facultaire aanvullingen verdwijnen en worden beperkt geïntegreerd in één centraal reglement; de faculteiten kunnen dus enkel bij bepaalde, vooraf afgesproken, artikelen toevoegingen doen. Deze toevoegingen kunnen dan 1 keer per jaar aangepast worden indien nodig. Voor de totstandkoming van deze versie werden gesprekken gevoerd met voorzitters van de facultaire doctoraatsopvolgingscommissies, facultair administratief ondersteunend personeel dat instaat voor de opvolging van doctoraten, vertegenwoordigers van doctorandi en de ombudspersonen. Hierna werd in verschillende iteraties een uitgeschreven document gecirculeerd en feedback verzameld. Deze werden voorgesteld op het bureau van de Onderzoeksraad op 18/09/24, de Onderzoeksraad op 2/10/24 en de onderwijsraad op 17/10/24, waarna kleine verduidelijkingen werden toegevoegd alsook verwijzingen werden gecorrigeerd op basis van opmerkingen van de regeringscommissaris. Het werd finaal goedgekeurd op de Academische Raad van 25/11/24. Het vernieuwde CDR zal ingaan wanneer alle draaiboeken en beperkte facultaire aanvullingen voor het CDR zijn ontvangen en gescreend door Research. De faculteit blijft verantwoordelijk voor de toegang tot het doctoraat en beslist welke vooropleidingen toegang verlenen tot de doctorstitel die zij uitreiken, ze kunnen ook de data waarop de doctoraatsonderzoekers hun voortgangsrapport moeten indienen vervroegen, en beslissen over de voorwaarden tot neerlegging van het doctoraat. In het draaiboek voorzien de praktische afspraken voor een goed verloop van het doctoraatstraject. De inschrijvingsprocedure werd aangepast aan de nieuwe procedure (zie eerder), en de verantwoordelijkheden van de doctoraatsonderzoeker werden uitdrukkelijk opgelijst. Eens in voege zal deze versie beschikbaar zijn via vub.be4
6.6 Welzijn
Welzijn is een prioriteit binnen het onderzoeksbeleid, en kreeg een extra dimensie door de impact van Covid-19 op de organisatie van onderzoek. RTDO voorziet hieromtrent beleidsaanbevelingen o.b.v. resultaten van de PhD en supervisor survey, een specifiek trainingsaanbod, communicatie omtrent diensten waar doctorandi terecht kunnen voor 1-op-1 opvolging voor mentale problemen, en sociale events die worden uitgewerkt door de PhD netwerken.
PhD survey
De PhD survey werd een laatste keer in de huidige vorm verspreid bij de doctorandi in 2024. De samenwerking met BRISPO wordt na afloop in maart 2025 niet verdergezet en een nieuwe manier van werken wordt uitgedacht door RTDO om de PhD survey tweejaarlijks te laten plaatsvinden, een afgeslankte versie van de huidige vorm, met eventueel ruimte om thematisch zaken na te vragen.
De deliverables van de PhD survey in 2024 bestonden uit een aantal nieuwe beschrijvende rapporten van grensoverschrijdend gedrag, de werksituatie van onbezoldigd medewerkers en taakbelasting bij doctorandi, o.b.v. feedback uit resultaten in 2023. Daarnaast werd ook een kwalitatief luik toegevoegd met focusgroepen. Hiervan werd ook een uitgebreid rapport afgeleverd eind 2024 dat in het voorjaar 2025 nog op de OZR zal worden voorgesteld.
4 Regulations | Vrije Universiteit Brussel
Grensoverschrijdend gedrag wordt sinds 2020 jaarlijks in de survey bevraagd. De data van dit jaar geven toonde een lichte stijging tegenover vorig jaar voor zij die het zelf meemaakten (6,9% tgo 5,4%) alsook voor zij getuige waren (10% tgo 8,6%). Het komt vaker voor bij mandaatassistenten, vrouwelijke onderzoekers, 31-35-jarigen en niet-EU studenten geven het vaakst geen antwoord op de vraag. In vergelijking met vorige jaren werd een meer exhaustieve lijst met soorten wangedrag opgenomen in de enquête, waar uit besloten kan worden dat grensoverschrijdend gedrag bij doctoraatsonderzoekers vooral te maken heeft met machtsmisbruik (58,1% van zij die het zelf meemaakten of getuige waren), manipulatie (38,4%), intimidate (29,7%) en verbaal grensoverschrijdend gedrag (15,6%). Ook nieuw was de vraag in welke mate dit een impact had op hun doctoraatsonderzoek en op hun professioneel gedrag in het algemeen. Bij 42% impacteerde dit hun onderzoek sterk, en bij meer dan 50% beïnvloedde dit hun professioneel gedrag. De ervaring van wangedrag is dan ook onlosmakelijk geassocieerd met lagere scores op nagenoeg alle componenten van jobtevredenheid, inclusief de tevredenheid met ondersteuning van de promotor. Het rapport herhaalt echter de waarschuwing van vorig jaar dat er geen toevlucht moet genomen worden naar een klinische promotor-doctorandus relatie, vermits de meerderheid van de doctorandi wel een relatie verkiest die verder gaat dan een puur professionele en een persoonlijke toets van de promotor apprecieert. Om hier een balans in te vinden, is er een tool beschikbaar om doctorandi en promotoren te helpen in het duidelijk maken van hun verwachtingen van bij de start van het traject. Dit wordt gebruikt tijdens de promotorenopleiding, maar kan ook los ervan geconsulteerd worden. Deze werd intussen ook opgenomen in het CDR.
Het rapport met betrekking tot onbezoldigde doctoraatsonderzoekers had als doel inzicht te verkrijgen in de werkomstandigheden van doctorandi die geen beurs ontvangen of op een andere manier door de universiteit worden betaald. Hiervoor werd data gepoold over meerdere jaren (2022-2023-2024) en werd gebruik gemaakt van drie categorieën, vermits dit een vrij gemengde groep is: 1/ Niet-Europese doctoraatsonderzoekers; 2/ Doctoraatsonderzoekers die hun onderzoek combineren met een andere job buiten het academische; 3/ een restcategorie. Er zijn twee belangrijke kanttekeningen te maken bij deze resultaten. Ten eerste, het percentage onbezoldigden dat de survey invulde is lager dan het percentage in de populatie (14% tegenover >20%) en we kennen de effectieve verdeling van deze categorieën in de populatie niet. Selectie-effecten vallen dus niet uit te sluiten. Ten tweede, één derde vulde maar één keer in die drie jaar de survey in, van zij die het meerdere keren invulden, komen er 40% uit een ander statuut (m.a.w. ze werden eerst wel betaald op een beurs of dergelijke, en in de afwerkingsfase niet langer) en dit komt vooral voor bij doctoraatsonderzoekers uit de Doctoral School van NSE. Er komt een vrij positief beeld naar voor uit de data: onbezoldigden zijn positief ingesteld en schatten hun kansen hoog in, worden niet minder goed omkader dan andere doctoraatsonderzoekers, zeker m.b.t. ondersteuning van de promotor. Een werkpunt dat naar voor komt is dat er moet gezorgd worden voor een betere omkadering om het isolement tegen te gaan. Maar dit is iets dat niet enkel geldt voor doctoraatsonderzoekers in dit statuut. Ook het feit dat ze er gemiddeld een stuk langer over doen om hun doctoraat af te werken, stemt tot nadenken over hoeveel jaar de universiteit wenst deze personen te begeleiden. Ze ‘kosten’ de universiteit dan geen loon of beurs, maar er is wel de tijdsinvestering van het begeleidingskader.
Het rapport m.b.t. taakbelasting helpt om inzicht te verkrijgen in de werklast van doctoraatsonderzoekers, met een focus op de aanvullende taken die ze uitvoeren naast hun onderzoekswerk. Er wordt gekeken naar de verdeling van de totale werktijd over verschillende taken, ervaringen met onderwijstaken, welke taken als meest belastend worden ervaren en verschillen in werkdruk afhankelijk van het type aanstelling en doctoral school. Doctoraatsonderzoekers ervaren aanzienlijke tijdsdruk door verschillende rollen. Bijna twee op drie zijn betrokken in lesgeven, bijna de helft bij administratie en andere taken of het assisteren in andere projecten en 18% in samenwerking met industrie of andere sectoren. Slechts 12% gaf aan geen andere taken te doen (vooral onbezoldigden). Betrokkenheid in onderwijstaken hangt samen met lagere self-efficacy maar los daarvan wordt er geen significante samenhang gevonden met ervaren tijdsdruk, kans op behalen van het doctoraat of tevredenheid van de promotor. Administratie hangt dan weer wel samen met meeste negatieve uitkomsten. Het verhaal verandert als je specifiek kijkt naar de mandaatassistenten, die vaker vakken opnemen die volledig losstaan van hun onderzoek, waardoor onderwijs soms wel wat in de weg komt te staan van voortgang in het onderzoek. Uit de focusgroepen kwam ook naar voor dat er sprake is van overbelasting en kwaliteitsverlies in zowel onderzoek als onderwijs bij deze groep doctoraatsonderzoekers. Er is in veel faculteiten weinig transparantie bij de start over het geheel van onderwijstaken en de verdeling ervan. Daarnaast voelen ze zich ook minder gewaardeerd en denken minder kansen te hebben dan andere doctorandi. Zeker bij DSH wordt vaak ook van mandaatassistenten verwachten ook andere taken op te nemen naast het onderwijs. Meer validatie van hun onderwijservaring zou een belangrijke stap kunnen vormen in het meer waarderen van hun werk, wat reeds ook de bedoeling was aan de hand van het quadrant ‘teaching & societal outreach’ in de verplichte doctoraatsopleiding. Een betere communicatie hieromtrent kan hier mogelijks al een verschil maken.
Voor het kwalitatief onderzoek werd gebruik gemaakt van focusgroepen. Er gingen uiteindelijk 9 focusgroepen door van 3 tot 6 deelnemers, telkens van 2u, en daarnaast werden ook een aantal diepte-interviews afgenomen. Er werd een topiclijst voorzien o.b.v. de resultaten uit de PhD survey, verder afgestemd met de stuurgroep van de PhD survey en voorbereidende interviews. In totaal werkten 42 respondenten mee, met spreiding over de verschillende disciplines, gender en statuten. Er kunnen 4 kernreflecties uit gedistilleerd worden.
1/ Er is nood aan uniforme afspraken en duidelijke richtlijnen
Er is nood aan duidelijke richtlijnen over de status, rechten en verantwoordelijkheden, inclusief een betere communicatie
en ondersteuning vanuit centrale diensten. Het vernieuwde CDR komt hier deels al aan tegemoet, maar goede monitoring is aangewezen. Het opstellen van uniforme afspraken over werklast, zoals richtlijnen voor extra taken, kan ongelijkheden tussen doctorandi verminderen. Reflectie door onderzoeksgroepen over de uitval van doctoraatsonderzoekers kan bijdragen aan een collectieve verantwoordelijkheid voor een gezonde en stimulerende werkomgeving. Dit kan o.a. worden opgenomen in de evaluatie van de BAS-fiches.
2/ Promotoren hebben een sleutelrol binnen het doctoraatstraject Wanneer doctorandi niet tevreden zijn over hun promotor, gaan ze ook minder tevreden zijn over andere aspecten tijdens hun traject. Kwaliteitsvolle begeleiding is in de ogen van doctoraatsonderzoekers afhankelijk van hun beschikbaarheid (regelmatige en zinvolle vergaderingen), beheersbare werklast (met een duurzaam aantal doctorandi per promotor) en mentorschap: duidelijke verwachtingen en structuur in combinatie met persoonlijke en ondersteunende aanpak. Meer inzetten op training en regelmatige evaluaties van promotoren kan de begeleiding verbeteren en afhankelijkheid beperken. De begeleidingscommisie kwam ook naar als een hulpmiddel, in zover die ook effectief samenkomt. Nu bestaan er nog vaak enkel begeleidingscommissies op papier. Doctoraatsonderzoekers zijn wel vragende partij om externe feedback te kunnen ontvangen. Vermits dit reeds is verplicht in de CDR, moet er dus ook verder nagedacht worden hoe dit beter te monitoren.
3/ Er is een kloof tussen mandaatassistenten en andere doctoraatsonderzoeker. Erkenning en duidelijkheid is nodig (zie ook taakbelasting eerder).
4/ Duidelijke communicatie over beleidsinitiatieven is essentieel
Er is nood aan betere communicatie. Essentiële communicatie vloeit niet (volledig) door naar doctoraatsonderzoekers. Er is een kloof tussen beleidsinitiatieven en de implementatie ervan door doctoraatsonderzoekers. Monitoring en evaluatie zijn hier de sleutel om dit te verbeteren, met een duidelijke communicatie over de logica van initiatieven en verwachtingen. Er is nood aan een centrale informatiebron over administratieve vereisten en ondersteuningsdiensten. Een goede onboarding met duidelijke informatie is hier ook belangrijk.
Tot slot werden er ook nog 4 artikels gepubliceerd o.b.v. de PhD survey data van verschillende jaren, en is er een vijfde in voorbereiding o.b.v. het kwalitatief onderzoek.
- van Tienoven, T. P., Glorieux, A., Minnen, J., & Spruyt, B. (2024). Caught between academic calling and academic pressure? Working time characteristics, time pressure and time sovereignty predict PhD students’ research engagement. Higher Education, 87(6), 1885- 1904.
- Glorieux, A., Spruyt, B., Te Braak, P., Minnen, J., & van Tienoven, T. P. (2024). When the Student Becomes the Teacher: Determinants of Self-Estimated Successful PhD Completion Among Graduate Teaching Assistants. SAGE Open, 14(2).
- Glorieux, A., Spruyt, B., Minnen, J., & van Tienoven, T. P. (2024). Calling it quits: a longitudinal study of factors associated with dropout among doctoral students. Studies in Continuing Education, 1-19.
- Glorieux, A., Spruyt, B., Minnen, J., & van Tienoven, T. P. (2024). Experienced student or rookie employee? A quantitative study on PhD candidates’ role perceptions and its influence on their expectations and self-efficacy. Educational Review, accepted for publication.
Alle technische rapporten, Facts & Figures en publicaties kunnen geraadpleegd worden via het Research portaal
PhD netwerken en PhD VUBuddies
Per Doctoral School is er ook een netwerk van doctorandi/postdocs actief die zowel sociale als inhoudelijke events organiseren. Het LSM PhD United netwerk organiseerde zoals steeds hun eigen PhD day, deze ging ook terug op campus door en bestond uit parallelle workshops en werd traditioneel afgesloten met de preselecties van de Doctoral Derby. Het NSE en DSH netwerk organiseerden het afgelopen jaar een aantal gezamenlijke activiteiten: movie night, sinterklaas gezelschapsspellenavond, karaoke… Alle netwerken werken ook samen voor het organiseren van de City Game, dat nu aansluit op de onthaaldagen in plaats van de introdagen (die omgezet zijn naar een e-learning) driemaal per jaar.
Het PhD VUBuddy project verliep vlot afgelopen jaar. In het voorjaar waren er 20 startende doctorandi ingestapt, opgevolgd door 10 buddy’s. In het najaar waren er 40 starters en 20 buddy’s (een aantal starters van het voorjaar vervullen intussen de rol van buddy). Sommigen worden 1-op-1 begeleid, andere buddy’s begeleiden kleine groepjes van starters, al naar gelang de voorkeuren die starters opgeven. De buddy’s bieden ondersteuning en hulp tijdens de eerste maanden aan VUB en zorgen op dez manier voor een vlotte integratie in de VUB community. Het initiatief wordt jaar na jaar positief geëvalueerd.
Ombudspersonen
Medewerkers van het departement Onderzoek bleven in 2024 afstemmen met de ombudspersonen om het werkingskader en de onderlinge afspraken te verduidelijken. Inmiddels zorgen de goede banden met medewerkers van het Meldpunt (die door hun geheimhoudingplicht en rijke ervaring in een goede positie zitten om advies te geven bij moeilijke cases) ervoor dat de ombudspersonen bij twijfels zelf ook ergens terecht kunnen. In navolging van een nota rond kernproblematieken voor de hulpverlening door de ombudspersonen, die op initiatief van de vicerector Onderzoek in het voorjaar van 2023 werd opgesteld, werd de omschrijving van doel en werkwijze van de ombudspersonen verder scherp gesteld in het Centraal Doctoraatsreglement. Op vraag van de rector werd ook toegevoegd dat de ombudspersonen een signaalfunctie kunnen vervullen ingeval van serieuze en/of herhaalde vermoedelijke inbreuken, met als doel het vermijden van soortgelijke inbreuken in de toekomst. Het principe stelt dat zij daarbij steeds als eerste stap advies inwinnen bij een collega-ombudspersoon en een expert inzake de vermoedelijke inbreuk (bijvoorbeeld het CWI of meldpunt), om te waarborgen dat zij enkel een signaal geven indien dat kan met respect voor de verzoeker en diens bescherming (een gelijkaardige werkwijze als bij het Meldpunt).
Ook in 2025 zullen de medewerkers van RTDO de banden met andere hulpverlenersrollen en diensten onderhouden door te zetelen in de kerngroep psychosociaal welzijn (sinds eind 2023) en door vinger aan de pols te houden over het nieuwe project Welzijn dat in 2025 in opdracht van de centraal beheerder wordt aangevat. Dit project kan een verdere positieve impact hebben op de hulplijnen en andere welzijnsinitiatieven voor onze gemeenschap van onderzoekers.
Twee verdere acties vanuit RTDO voor 2025 zijn:
1) Volgend op een vraag vanuit de OZR rond de beschikbare hulplijnen waar ZAP-leden op kunnen beroepen (eventueel in hun rol als PhD promotor, waarin zij ook moeilijkheden met doctoraatsonderzoekers kunnen ondervinden), en in hoeverre er binnen deze hulplijnen voldoende kennis zit over de context waarin het ZAP-lid werkt, heeft er eind 2024 reeds een eerste overleg plaatsgevonden tussen medewerkers van RTDO, Meldpunt, M&O Welzijn en externe preventieadviseur Cohezio. In 2025 zetten we dit overleg verder, met als doel de hulpverlening voor ZAP-leden (ook in hun rol als promotor) verder te verbeteren.
2) Tot slot zullen we in 2025 nog sterker inzetten op een heldere communicatie rond beschikbare hulplijnen voor alle geledingen van onderzoekers, o.a. naar promotoren door deze te verwerken in een korte online introductiemodule rond supervisie waar ze ten alle tijde naar moeten kunnen teruggrijpen.
Award voor excellente PhD supervisie
Om de twee jaar zetten de “Excellent PhD Supervision” Awards uitmuntende doctoraatbegeleiding aan de VUB in de kijker. Het doel is daarbij zowel om erkenning te geven aan individuele promotoren en/of begeleidingsteams die van goede doctoraatsbegeleiding een prioriteit maken, als om hun best practices te delen met de gemeenschap aan VUB promotoren. Deze editie werden er 36 nominaties ingestuurd door bijna 100 jonge onderzoekers. Een jury bestaande uit de directeurs van de Doctoral School, drie PhD-vertegenwoordigers en een lid van RTDO selecteerde daaruit unaniem drie winnaars: Kim De Veirman, Rik Vosters, and Christophe Snoeck.
De namen van de laureaten werden begin 2025 bekendgemaakt via een korte ceremonie op de VUB Nieuwjaarszitting (vroeger vond deze ceremonie tijdens de VUB PhD Day plaats, waardoor we de ZAP-leden zelf niet goed bereikten). Later in 2025 worden enkele van hun ervaringen en praktijken nog verspreid via een VUB nieuwsartikel.
Workshops
In het terugkerende aanbod met betrekking tot welzijn hebben we verschillende cursussen Mindfulness (zowel in het Nederlands als in het Engels, op campus als online), Psychological challenges, een semestercursus waarin een therapeut verschillende aspecten aan bod laat komen zoals psychologische en sociale problemen gerelateerd aan wonen in het buitenland, perfectionisme, omgaan met hoge verwachtingen, sociale isolaties, omgaan met deadlines, Stress & Resilience, twee korte sessies die enerzijds ingaan op theoretische inzichten over stress en anderzijds de mogelijkheid bieden om praktisch aan de slag te gaan met een aantal tools om verandering teweeg te brengen en Heartfulness: an introductory meditation workshop for stress management and wellbeing een 6-delige reeks. Daarnaast zijn er ook tal van workshops die indirect een impact op het welbevinden van doctorandi hebben, zoals time management, communicating with impact, personal effectiveness, conflict management en carrière-oriëntatie workshops.
6.7 HRs4R
De “HR Excellence in Research Award” (HRS4R) is een kwaliteitscertificaat voor onderzoeksinstellingen die kunnen aantonen een doordacht HR-beleid voor onderzoekers te voeren, gebaseerd op de principes van het European Charter for Researchers – een framework om de carrière van onderzoekers te ondersteunen, en de Code of Conduct for Recruitment dewelke open en transparante aanwervingen beschrijft. De 4 grote werkdomeinen zijn: ethische en professionele aspecten, rekrutering en selectie, werkomstandigheden, en tot slot training en ontwikkeling.
Het label wordt na een grondige audit uitgereikt door de Europese Commissie en is de facto een vereiste i.h.k.v. het Europese kaderprogramma Horizon 2020, BOF en FWO.
Alle Belgische universiteiten alsook een heel aantal EUTOPIA-partners behaalden het HRS4R-label.
VUB verkreeg het label reeds in 2011. In 2020-2021 werd een verplichte hernieuwingsaanvraag opgestart die vervolgens
in maart 2023 strandde na een negatief evaluatierapport van de externe assessoren die VUB visiteerden. M&O, Research en STBE werkten verder in 2023 om de verplichte verbeterpunten in het evaluatierapport te remediëren en tegelijk een werkwijze voor de toekomst uit te stippelen. Het nieuwe actieplan omvat: 1/ Open, Transparant & Merit based Recruitment (OTM-R); 2/ betere zichtbaarheid en communicatie omtrent het label binnen de VUB community; 3/ een governance structuur voor HRs4R binnen VUB; 4/ Monitoring van de implementatie van de acties. Het rapport bevat 12 nieuw uitgewerkte acties die samen het HRS4R actieplan voor de periode 2024-2027 vormen en die aansluiten bij de zelfevaluatie van het vorige actieplan (zie tabel in bijlage) alsook de huidige ASP5-beleidscontext. De 12 acties kwamen mede tot stand dankzij de input van onze onderzoeksgemeenschap. Dit dossier werd afgewerkt in het voorjaar van 2024 en ter goedkeuring voorgelegd aan de Academische Raad op 22/1/24. In februari werd het ingediend bij de Europese Commissie waarna bevestiging volgde op 7/5/24 dat VUB het label terug heeft behaald5. Verder in 2024 volgde nog een infosessie omtrent het nieuwe actieplan voor geïnteresseerde onderzoekers en tijdens de jaarlijkse VUB BBQ was er ook een standje om het binnenhalen van het label te vieren. In de nieuwe governance structuur werd gekozen om ook een klankbordgroep van onderzoekers in te richten die jaarlijks feedback geven op de stand van zaken van de diverse acties. Deze kwam een eerste keer samen op 4/10/24 om de draft van de eerste monitoring tabel te overlopen. Deze werd verder aangepast om voor te stellen op de OZR en AR in het voorjaar van 2025.
7. MAATSCHAPPELIJKE VALORISATIE VAN ONDERZOEK
De cel RESEARCH – Outreach & Communication (ROC) (voorheen bekend onder de naam ‘WECOM’) heeft als doel de impact van het onderzoek aan de VUB te vergroten. Wij streven ernaar om ‘science as a public good’ als strategische doelstelling van de VUB mee waar te maken en het onderzoek van onze universiteit in de maatschappij te verankeren en ten dienste te stellen van onze omgeving. Daarom zetten we sterk in op de communicatie over waarmee we bezig zijn, niet alleen om te informeren, maar ook om jongeren enthousiast te maken over onderzoek en om samen met de regio lokale uitdagingen aan te gaan.
De cel heeft een geleidelijke verschuiving doorgemaakt wat betreft de focus en operationele doelstellingen betreft. Waar in het verleden voornamelijk werd ingezet op opleidingen en de eigen productie van wetenschapscommunicatie door events, projecten en een populariserend blog, wordt nu vooral gekeken naar een meer algemene ondersteuning om science outreach te bevorderen bij VUB-onderzoekers en beter aan hun noden te kunnen beantwoorden.
De huidige operationele doelstelling bestaat eruit om onze VUB-onderzoekers te sensibiliseren rond wetenschapscommunicatie en, in uitbreiding, ook maatschappelijke impact, en hen de vaardigheden, het zelfvertrouwen en de motivatie bij te brengen om aan wetenschapscommunicatie te doen. Wij ‘empoweren’ en ‘enablen’. Deze aanpak heeft op lange termijn een groter potentieel bereik en een grotere impact dan een focus op eerder beperkte eigen producties.
Het zichtbaar maken van ons onderzoek en de impact ervan versterken, behoort daarnaast nog steeds tot één van de kerntaken van onze cel. Het blijft een doelstelling om de impact van het onderzoek aan de VUB vergroten door met diverse acties en campagnes het brede publiek in Brussel en Vlaanderen te informeren en/ of actief te engageren bij het onderzoek aan de VUB en wetenschap in het algemeen. Sinds 2023 maken daarom de communicatiemedewerkers van het dept. RESEARCH integraal deel uit van ROC en werden er verbeterde relaties met MARCOM en verbeterde communicatie-workflows uitgebouwd om nieuws over onderzoek zo goed mogelijk te verspreiden. Daarnaast werden in 2024 ook 4 webinars voor onderzoekers ingericht, gehost door de vicerector, rond de meest relevante ondersteuningsthema’s en opportuniteiten van het departement.
Daarnaast zet ROC in op het toegankelijk/laagdrempelig maken van onderzoek met het oog op impact en bereiken van een breed en divers publiek, door middel van toegankelijke wetenschapspopulariserende initiatieven en activiteiten. Op die manier brengt ROC de burger en de maatschappij dichter bij wetenschap. Het contact met kwetsbare doelgroepen die minder spontaan met wetenschap in contact komen of kunnen deelnemen aan het wetenschappelijk debat is meer dan ooit een belangrijke taak, zeker in ‘post-truth’ tijden.
Een louter eenrichtingsverkeer is hierbij echter niet voldoende en het actief engageren van de burger bij participatief onderzoek vormt dan ook een belangrijke focus van ROC, waarbinnen het Citizen Science Contactpunt (CSCP) werd opgericht en sinds oktober 2022 operationeel is. De financiering door de OZR van 2 interne VUB-onderzoeken met een burgerwetenschappelijke aanpak, heeft voor een extra zichtbaarheid gecreëerd onder de onderzoeksgemeenschap van het belang en potentieel van citizen science onderzoek, waar het CSCP uiteraard volop op inzet.
Om deze doelstellingen te bereiken zet ROC in op synergieën tussen de verschillende wetenschapscommunicatoren en stakeholders, en op het bekomen van een interne cultuur van wetenschapscommunicatie. De link met Brussel blijft hierin steeds een belangrijk gegeven.
5 https://wearestaff.vub.be/a/335088688
ROC bestaat ondertussen uit 12 personen met verschillende achtergronden en vaardigheden. De cel steunt voor haar werking op middelen van het convenant wetenschapscommunicatie (2024 – 2028) afgesloten met de Vlaamse Overheid, middelen uit het BOF, middelen uit diverse outreach-projecten die ROC initieert of waar het een werkpakket in opneemt (o.m. Innoviris, VGC, Koning Boudewijn Stichting, VUB-foundation, Erasmus+, EUTOPIA MORE).
Na in 2023 een evaluatiejaar te hebben doorgemaakt, waarbij we concrete activiteiten en projecten kritisch onder de loep hebben genomen, hebben we in 2024 vooral werk gemaakt van een operationele stroomlijning. Zo hebben we ingezet op het uitwerken van een verbeterde dienstverlening met een concreet ondersteuningspakket voor onderzoekers, een beter gestructureerd trainingsaanbod dat aansluit bij relevante projectoproepen en activiteiten, een werkgroep financiering die onze werking structureel kan ondersteunen, efficiënte communicatieworkflows en een verbeterde samenwerking met ULB rond het OpenLab initiatief. Deze algemene professionalisering wierp al vruchten af en zorgde voor een meer werkbare jaarplanning en efficiëntiewinst binnen het team.
Tegelijk zorgde de evaluatie-oefening ook voor enkele vernieuwende projecten die in 2024 hun uitvoering kenden, zoals online wetenschapskalender wetenschapbrussel.be, een hervorming van de VUB Kinderuniversiteit, een nieuwe Wetenschapsbox ism IMEC en Brightlab, het reizend wetenschapsfestival ‘CurieuCity’ ism ULB, etc.
Tenslotte functioneert ROC binnen het kader van het huidige convenant wetenschapscommunicatie (2024-2028) dat via de VLIR-VHLORA werkgroep wetenschapscommunicatie werd onderhandeld. Hierin is ROC gelinkt aan de Universitaire Associatie Brussel als deel van de expertisecel wetenschapscommunicatie, samen met Erasmus Hogeschool Brussel. Dit is een voortzetting van het voorgaande convenant, dat door EWI zeer goed geëvalueerd werd.
7.1. Wetenschapspopularisering
Zoals eerder vermeld, is een belangrijke hoofdtaak van ROC het zichtbaar maken van VUB-onderzoek en de impact ervan versterken. Op het niveau van communicatie, zijn de volgende platformen en samenwerkingen essentieel om het brede publiek in Brussel en Vlaanderen te informeren en/of actief te engageren bij het onderzoek aan de VUB en wetenschap in het algemeen.
VUB – wetenschapsnieuws en communicatie over VUB-onderzoek ROC onderhoudt een samenwerking met de dienst Marketing & Communicatie van de VUB (MARCOM) waarbij er wordt getracht om frequent samen te zitten om opkomende projecten, nieuwswaardige content (bv. prestigieuze beurzen en erkenningen (prijzen), baanbrekende resultaten, populariserende wetenschapsevents waar VUB-onderzoekers aan deelnemen), en thematische dagen te overlopen en afspraken om concrete acties te maken. Sinds 2023 maken de medewerkers voor communicatie van het departement officieel deel uit van ROC, waardoor we een duidelijker en beter geïntegreerde strategie voor communicatie over wetenschapsnieuws en populariserende wetenschapscommunicatie hebben uitgerold. Hiervoor hebben we de banden met MARCOM verder aangehaald en zijn we bezig om deze verder volop te stroomlijnen (work in progress). Ook is er op regelmatige basis contact binnen de PR-commissies van de faculteiten, en met de verschillende diensten binnen MARCOM (scholenrelaties, interne communicatie, publieksprogramma, sociale media …). Dit is een extra kanaal voor bekendheid van eigen projecten in de faculteiten, maar ook om linken te zoeken tussen bestaande initiatieven in faculteiten of andere centrale diensten. Enkele faculteiten hebben daarnaast ook een perscel ingericht. Tijdens deze perscel worden interessante onderzoeksbevindingen en afgesloten doctoraten onder de loep genomen i.s.m. de persdienst van VUB. Projecten gericht op een breed publiek en jongeren worden standaard gecommuniceerd naar MARCOM. Ook de link tussen de Sharepoint van het departement Onderzoek en de vernieuwde portalen worden actief gebruikt.
Daarnaast zitten we tweejaarlijks samen rond communicatie met de SPOCS communicatie van de grote onderzoeksgroepen, onder de noemer ‘ReGroup’, om de externe communicatiestrategie en outreach activiteiten van de Grote Onderzoeksgroepen te ondersteunen. Een sessie ging rond ‘branding’ (i.s.m. MARCOM), een andere sessie was toegewijd aan ‘science outreach’ en maatschappelijke impact (zie ook hierboven onder hoofdstuk 6.3). Daarnaast werd met MARCOM een grote ronde langs verschillende grote onderzoeksgroepen uitgerold (PRESS X RESEARCH tour), waarbij de werking en beschikbare ondersteuning van de persdienst en ROC worden besproken en naar de noden van de onderzoeksgroepen wordt geluisterd. Binnen dit kader werd ook een ReGroup meeting voor nieuwe postdocs georganiseerd, met dezelfde doelen. Dit ReGroup programma wordt in 2025 verder uitgevoerd. Aanvullend zal ROC, opnieuw in samenwerking met MARCOM, ook een belangrijke rol spelen in de ondersteuning qua outreach en maatschappelijke impact van de nieuw aangestelde NSIS-netwerken. Tenslotte werkt ROC i.s.m. MARCOM samen voor het bieden van de nodige ondersteuning bij het lanceren/vernieuwen van de Paddle websites van de door de OZR erkende onderzoeksgroepen en ERC-vorsers.
Sociale media platformen LinkedIn en X (Twitter) Op LinkedIn werd verder ingezet op een content- en interactiestrategie, waardoor er een stijgend bereik is sinds de opstart, met intussen 2500+ volgers. We zetten via dit platform voornamelijk in op community building en zetten VUB-on-
derzoek en onderzoekers in de kijker. Originele berichten werken beter dan reposts. Er werden 74 posts gedaan, goed voor in totaal 72.359 impressies.
De account op X (Twitter) werd voornamelijk gebruikt om onze VUB-onderzoekers te volgen en ook daar ons onderzoek in de kijker te zetten. Het gebruik van dit social media platform is in juli 2024 echter niet actief verdergezet omwille van het beleid van het bedrijf en diens bestuur, dat niet te verzoenen valt met de humanistische en wetenschappelijke waarden van de VUB en onze dienst.
Wetenschapbrussel.be en gelinkte sociale media Facebook, YouTube & Instagram
Sinds 2014 bood wetenschapsblog wtnschp.be onderzoekers de mogelijkheid om populairwetenschappelijk blogartikels te schrijven en deze te publiceren onder de begeleiding van een redactielid. In 2023 werd besloten om dit verouderde format te vernieuwen. De missie en visie van onze online aanwezigheid werd grondig onder de loep genomen, met de overstap naar een nieuwe website met een nieuwe naam en merkidentiteit als gevolg.
De missie van Wetenschap Brussel is duidelijk en inclusief. We streven ernaar wetenschap en het kritisch denken te delen met iedereen. Ongeacht opleidingsniveau, afkomst, leeftijd of geslacht. Wetenschap Brussel wil dé plek worden voor populaire wetenschap, waar iedereen deel kan uitmaken van de wetenschappelijke wereld. Deze missie geeft ons de ruimte om onze maatschappelijke rol te vervullen, maar zorgt ook voor een sterk verhoogde zichtbaarheid van VUB-initiatieven in Brussel.
Na lancering in najaar 2023, werd de vernieuwde site gedurende 2024 verder aangevuld en geoptimaliseerd. De wetenschapsagenda werd steeds onderhouden met actuele wetenschapspopulariserende events in Brussel, maar ook het uitgebreide archief aan populariserende artikels werd online geplaatst. Daarnaast werd ruimte voorzien voor de verschillende wetenschapscommunicatie-initiatieven waar VUB aan deelneemt, zoals Universiteit van Vlaanderen, verscheidene podcasts, Ik heb een Vraag, Wetenschap Uitgedokterd, de VUB Kinderuniversiteit, etc.
Informatie voor VUB-onderzoekers werd integraal naar SharePoint verhuisd.
Gekoppeld aan de voormalige blogwebsite, beheert de cel ook sociale media-accounts, met name op Facebook en Instagram. In 2024 werden er in totaal 49 posts geplaatst op de Facebookfeed van Wtnschp. Dat is gemiddeld 1 post per week. Dit heeft geleid tot 45 nieuwe volgers. We hebben in 2024 net geen 12.000 Facebook-gebruikers bereikt; dat is een grote daling t.o.v. afgelopen jaar. Dat is te wijten aan een lager aantal berichten en een lager aantal advertenties. Ook was onze cel afgelopen jaar geen communicatieverantwoordelijke voor het Wetenschapsfestival Brussel, een event dat jaarlijks veel volgers naar ons Facebookevenement leidt.
In 2024 werden er in totaal 45 berichten en 134 stories gepost op de Instagrampagina van Wtnschp. Dit heeft gezorgd voor 113 nieuwe volgers en bijna 28.000 bereikte accounts. Deze lichte daling t.o.v. vorig jaar (30.000 accounts) valt te wijten aan een langdurige afwezigheid van meerdere communicatiemedewerkers in het najaar.
Nieuwsbrieven
In 2024 werden er eveneens nieuwsbrieven verstuurd naar leerkrachten van het lager Nederlandstalig onderwijs in Brussel, en in Vlaanderen. Het doel van deze nieuwsbrieven is enerzijds het informeren over en aanzetten tot inschrijven voor onze VUB Kinderuniversiteit campusdag en lenteworkshops. Onze mailings werden door gemiddeld een 60% van ons totale doelpubliek van 221 leerkrachten geopend.
Universiteit van Vlaanderen
In 2017 werd het initiatief Universiteit van Vlaanderen opgericht. Inspirerende professoren en universitaire docenten delen er in colleges en podcasts van 15 à 20 minuten de spannendste inzichten uit hun vakgebied en gaan in korte infoclips van een 5-tal minuten in op brandende wetenschappelijke vragen uit de actualiteit. De 5 Vlaamse universiteiten zetten hun schouders onder dit concept, om er een succesvol ‘format’, met een groot bereik van te maken. ROC en MARCOM overleggen regelmatig bij het aanleveren van interessante sprekers voor Universiteit van Vlaanderen. ROC neemt hierin de lead, onderhoudt het contact met de Universiteit van Vlaanderen-medewerkers en zetelt in de redactieraad. Daarnaast gaat het actief op zoek naar interessant onderzoek dat zich leent tot deze vorm van wetenschapscommunicatie. Op dit moment staan er 107 video’s en 132 podcasts met VUB-onderzoekers online. (Bereikcijfers voor 2024 nog niet beschikbaar bij aanleveren jaarrapportage).
Activiteiten voor een breed publiek en wetenschapsfestivals Naast deze communicatieactiviteiten, zet de cel volop in op impactvolle outreach activiteiten voor een breed publiek, met een focus op gezinnen en jonge kinderen. Met de VUB Kinderuniversiteit richtten we ons specifiek op scholen in het Nederlandstalig Brussels Onderwijs, om op die manier zowel jongens als meisjes te bereiken en kinderen van diverse socio-economische achtergronden.
De Dag van de Wetenschap, het grootste - en bovendien gratis - wetenschappelijk evenement van Vlaanderen, behaalde over heel Vlaanderen en Brussel konden zo’n 43 500 bezoekers genieten van Dag van de Wetenschap. Het Wetenschapsfestival Brussel verwelkomde 1600 enthousiastelingen, een stijging van 23,08% t.o.v. 2023.
Het festival bestond uit een gevarieerd aanbod van standen, kinderen- en volwassenlezingen, workshops en wandelingen. Het Wetenschapsfestival Brussel telde i.s.m. de partnerorganisaties zo’n 50 activiteiten in totaal, waarbij 29 VUB-onderzoekers rechtstreeks betrokken waren, vergezeld van een veelvoud aan collega’s en medewerkers uit hun onderzoeksgroepen.
In kader van Dag van de Wetenschap organiseerden we in partnerschap met BruzzKet een wetenschapsdag voor een klas. Tijdens die dag, in de week voor Wetenschapsfestival Brussel, kregen de leerlingen een activiteit rond speurhonden bij Zinneke Pis. Hierna luisterden ze naar een fabel over mensen in de wetenschap van stadsdichter Lizette Ma’Neza en tot slot maakten ze een DNA-halsketting in muntpunt bibliotheek. Dit jaar werden zowel Manneken, Jeanneke als Zinneke Pis in een wetenschappelijk ‘kleedje’ gestoken. De ceremonie bij de aankleding van Manneken Pis vond op zaterdag 23/11 plaats. Hiervoor nodigden we de deelnemende onderzoekers en sympathisanten uit. Er werd speeches gegeven over het belang van wetenschap in de maatschappij.
Daarnaast nemen VUB-onderzoeksgroepen actief deel aan het I Love Science Festival dat in oktober werd georganiseerd door Visit Brussels en Innoviris in Tours & Taxis. Op het I Love Science festival 2024 gooien vele wetenschappelijke instellingen hun vindingrijkheid en creativiteit in de strijd om kinderen en het brede publiek zin te geven in wetenschap. Iedereen is welkom op de vele interactieve stands, met een aanbod van workshops, debatten en demonstraties, en nog veel meer. In aanloop van het festival ondersteunde ROC-onderzoekers die een aanvraag bij Innoviris indienden. Er werden in totaal 10 VUB projecten gefinancierd en gepresenteerd op het festival.
Het Nerdland festival is het grootste openlucht wetenschapsfestival van België. In 2024 bezochten meer dan 20.000 bezoekers het festival. Nerdland kent een brede doelgroep en is gericht op alle geïnteresseerden in wetenschap en technologie. ROC deelde de oproep voor ideeën breed onder de VUB onderzoeksgemeenschap en voorzag in de ondersteuning bij het opmaken en verfijnen van hun voorstel wat resulteerde in 6 effectieve VUB-activiteiten op het festival.
Het in 2005 opgerichte internationaal documentaire filmfestival DOCVILLE is inmiddels het grootste en belangrijkste documentaire filmfestival van België en ook het enige dat Academy Award™ qualifying is. In 2023 lanceerde het ScienceVille, een nieuw ingevoerd onderdeel binnen het festival. ScienceVille is het slotstuk van een jarenlange evolutie binnen het festival waarbij de interesse van het brede publiek voor wetenschap, de beschikbaarheid van kwaliteitsvolle wetenschappelijke documentaires én het enthousiasme van partners (zoals VUB) wordt samengebracht. In 2024 werd opnieuw een pitchwedstrijd georganiseerd door VUB en DOCVILLE, en ditmaal ook met Universiteit Antwerpen en Universiteit Gent, waarbij 3 onderzoekers van elke instelling het tegen elkaar opnamen om een volledige gerealiseerde auteursdocumentaire over hun onderzoek te winnen. De wedstrijd verliep in 2 fases: (1) de geschreven pitch, de daaruit geselecteerde onderzoekers gingen door naar (2) de mondelinge pitch voor breed publiek en filmmakers (ongeveer 40 personen). De onderzoekers werden in fase 2 gematcht met filmmakers. 10 VUB-onderzoekers dienden in voor de eerste fase. Daarvan gingen 3 onderzoekers door naar fase 2. Uiteindelijk won 1 VUB onderzoeker de wedstrijd. Het winnende project is van onderzoeker Cem Berk Senel en gaat in première op 27 maart 2025 tijdens DOCVILLE. De films die in 2024 in première zijn gegaan (Testerep en Coral City) op het DOCVILLE festival, in Kinepolis Leuven (400 bezoekers), hebben ondertussen ook verschillende binnenlandse en buitenlandse filmfestivals en wetenschapsactiviteiten aangedaan (o.m. tijdens ‘Zeekerweten’, tentoonstelling ‘Testerep’ in Oostende). We hebben nog geen overzicht van alle exacte publiekscijfers van de vertoningen bij het finaliseren van het jaarverslag.
Tenslotte werd, na succesvolle financiering door Innoviris in 2023, een nieuw reizend wetenschapsfestival in Brussel opgezet in samenwerking met ULB. Dit laagdrempelig multidisciplinair kunst- en wetenschapsfestival – CurieuCity –hield halte in vier wijken van Brussel: Molenbeek/Weststation, Vorst/Marais-St.Antoine, Molenbeek/Kanaalzone en Brussel-Stad/Marollen.
Voorafgaand aan elke CurieuCity editie werd er een voortraject, gecofinancierd door VGC, met één of meerdere scholen uit de buurt uitgewerkt. Dit om leerlingen uit de wijk tijdens de schooluren te laten proeven van de thematieken die tijdens het festivalweekend aan bod komen.
Met deze tweedaagse festivals bereikten we 6000+ leerlingen en Brusselaars met heel diverse achtergrond. Het festival bleek bovendien een vruchtbare bodem voor netwerkverrijking, dankzij samenwerking met meer dan 16 VUB-onderzoekers en twintig partnerorganisaties.
Het CurieuCity initiatief leidde tot vervolgproject ‘Kennisnesten’ dat in 2025 uitgewerkt zal worden.
7.2. Jongeren sensibiliseren voor wetenschap, onderzoek en STEM
Jongeren sensibiliseren voor wetenschap en onderzoek en hen warm maken voor hogere studies blijft een belangrijk aandachtspunt voor de wetenschapscommunicatie-werking van de VUB. Het verhogen van de instroom binnen de STEMopleidingen (Science Technology Engineering and Mathematics) en het bereiken van meisjes en van jongeren uit een kansarme omgeving vormen binnen deze doelstelling specifieke objectieven. Deze doelstellingen worden nagestreefd door het opzetten van diverse projecten en evenementen gericht naar kinderen, jongeren, organisaties en scholen.
Initiatieven met externe partners
In samenwerking met Technopolis en verschillende partners uit het hoger onderwijs, werd afgelopen jaren steeds Robocup Junior, een jaarlijkse robotwedstrijd voor jongeren van 8 tot 18 jaar oud, in Technopolis georganiseerd. Er werd besloten om in schooljaar 2023-2024 een sabbatjaar te nemen om het intussen langzaam verouderde concept te ver-
nieuwen en extra financiering te zoeken. ROC speelde een rol in dit vernieuwingsproces en werkt in schooljaar 20242025 dankzij de goedgekeurde financiering (Vlaams Excellentiefonds) mee aan ‘Red Robotegem’, de voortzetting van dit mooie project, in consortium met Brightlab (RVO Society / imec), KdG, UAntwerpen, Vives en Technopolis.
Ook dit jaar organiseerde ROC in samenwerking met JCW een editie van de ‘Wetenschapsdagen’ voor kinderen van 8 tot 12 jaar op de VUB-campus in Etterbeek in de zomervakantie. Tijdens dit kamp ontdekken de kinderen wetenschap en onderzoek aan de hand van een vooraf vastgelegd thema. Dit jaar was het thema gelinkt aan hoe uitvindingen van vroeger en nu de wereld hebben veranderd. Er namen 20 kinderen in totaal deel aan deze kampen.
VUB Kinderuniversiteit
De VUB Kinderuniversiteit werd in 2018 ontwikkeld van een concept tot een succesvol project dat we intussen tot verschillende formats hebben uitgewerkt: de Kinderuniversiteit Campusdag, de losse workshops en een ‘on tour’ versie. VUB Kinderuniversiteit richt zich tot de 3de graad van het Nederlandstalig lager onderwijs binnen Brussel. Door ons in de eerste plaats te richten op deze afgebakende doelgroep willen we leerkrachten lager onderwijs ondersteunen en bereiken we kinderen uit een grootstedelijke context. VUB Kinderuniversiteit voorziet in de nodige begeleiding van de onderzoeker door het aanbieden van een inleidende sessie, een verdiepende workshop, een feedbacksessie en directe opvolging van de onderzoeker door de projectcoördinator. In totaal bereikten we met de campusdag en workshops de VUB Kinderuniversiteit in 2024 338 leerlingen uit 17 verschillende klassen.
In mei 2024 vond de voorlopig laatste grote campusdag plaats, met 138 leerlingen uit 7 verschillende Nederlandstalige basisscholen uit Brussel (derde graad) op de VUB-campus in Etterbeek voor onze grootste VUB Kinderuniversiteit campusdag tot nu toe. 11 hoofdonderzoekers en hun ondersteunende collega’s werkten in totaal 9 nieuwe unieke workshops uit, gaande van de invloed van sporters op het doorzettingsvermogen van leerlingen, het bestuderen van vulkanen, het vormen van een democratie op school, tot een gezelschapsspel om virussen te bestrijden, en het leren maken van kaas en herkennen van slechte bacteriën hierin.
De Lenteworkshops, die plaatsvonden in april en mei 2024, voegden hier nog 10 workshops aan toe, waarvan 5 op school, 4 op campus Jette en 1 op campus Etterbeek. Er werden 11 unieke workshops gegeven, waarvan 8 binnen STEM, en 2 binnen niet-STEM domeinen.
Om de logistieke last op de campus en werkdruk van de VUB Kinderuniversiteit te spreiden, wordt de campusdag vanaf 2025 omgevormd tot een jaarwerking die wekelijks twee klassen op campus kan ontvangen voor een workshop, thema-activiteit en lunch in het studentenrestaurant. Op deze manier kan ook het totale bereik van de kinderuniversiteit vergroot worden. Voor deze hervorming en werking slaagden we erin financiering aan te trekken van Innoviris en het Fonds Ernest Solvay (Koning Boudewijnstichting).
De VUB Kinderuniversiteit stelt ook 9 online lespakketten ter beschikking, begeleid door videofragmenten waarin onderzoekers hun domein, expertise en een opdracht toelichten. Dit jaar zijn er geen nieuwe online lespakketten aangemaakt en gaan we door een evaluatiejaar. De lespakketten van de afgelopen worden nog steeds gebruikt op de website van VUB Kinderuniversiteit en via KlasCement.
Tijdens wetenschapsfestival Brussel probeerden 5 onderzoekers een onderdeel van hun activiteit voor VUB Kinderuniversiteit uit. De onderzoekers creëren voor de reguliere werking van VUB Kinderuniversiteit een workshop gericht op klassen. Voor dag van de wetenschap probeerden ze 30 minuten lang verschillende onderdelen van de workshop uit op een doelgroep van kinderen en hun ouders. Door die try-outs kunnen ze hun workshops optimaliseren.
Tenslotte waren we ook op de Irisfeesten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (5 mei 2024) en het Innoviris I Love Science festival (11-13 oktober 2024) aanwezig met de VUB Kinderuniversiteit On Tour. Gezinnen met kinderen tussen 4 en 12 jaar konden proeven van onze activiteiten. VUB Kinderuniversiteit on Tour biedt een brede waaier aan activiteiten waarin kinderen spelenderwijs wetenschap kunnen ontdekken. We bieden heel wat activiteiten aan, zoals het bouwen van een eenvoudige camera (camera obscura), het maken van een marslander of een luchtdrukraket. De kinderen leren over ruimtefiguren door een wiskundige voetbal te bouwen, en we voorzien voor de kleinsten ook wetenschappelijke kleurplaten.
Wanneer kinderen zich inschrijven, ontvangen ze een studentenkaart. Hiermee kunnen ze activiteiten ontlenen. Door activiteiten af te werken krijgen ze stickers, waarmee ze een diploma en een stripverhaal over bacteriën kunnen verdienen. Bereikcijfers zijn moeilijk in te schatten, maar op beide festivals samen maakten we zo’n 725 studentenkaarten aan voor deelnemende kinderen. Met inbegrip van hun ouders en passanten schatten we het totale bereik van deze acties op 5000+ mensen.
Brusselse Roboticabox
Voor 2024 werd een nieuwe editie van de Brusselse wetenschapsbox uitgewerkt. Dit project werd een samenwerking tussen VUB Research (ROC), onderzoeksgroep BruBotics, Brightlab (RVO Society – imec), de Brusselse Nederlandstalige bibliotheken en Flanders Make. De Brusselse Roboticabox kwam tot stand met de financiële steun van Innoviris.
Vanaf dit jaar kunnen leerkrachten in elk van de 20 Nederlandstalige Brusselse bibliotheken de Brusselse Roboticabox gratis ontlenen. Deze educatieve box werd voor leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar ontwikkeld en bevat minicomputers, sensoren en andere onderdelen waarmee kinderen in de klas aan de slag gaan. We willen op die manier kinderen op jonge leeftijd, met het oog op de toekomst, spelenderwijs laten kennismaken met robotica en probleemoplossend denken. Met dit pakket leren kinderen niet alleen hoe robots functioneren, maar ontwikkelen ze ook essentiële vaardigheden zoals programmeren, probleemoplossend denken en samenwerken. De Brusselse Roboticabox bevat workshopmateriaal voor een volledige klas en kan gratis worden uitgeleend via de Nederlandstalige bibliotheken in Brussel. Hierdoor is de box makkelijk toegankelijk voor lagere scholen in de hele stad. De box werd einde 2024 beschikbaar gesteld, dus zal in 2025 geëvalueerd worden.
7.3. Participatief & maatschappij gestuurd onderzoek
ROC stuurt een reeks van projecten gelinkt aan participatief en maatschappelijk relevant onderzoek.
Wetenschapswinkel
Als coördinator van de Wetenschapswinkel is ROC ook in 2024 een belangrijke facilitator geweest van maatschappelijk verantwoord onderzoek aan de VUB. In 2024 werkten 13 studenten hun masterproef af o.b.v. een onderwerp uit de Wetenschapswinkel-databank, en leverden 4 studententeams een onderzoeksrapport in. Daarnaast zijn er nog 20 bachelorof masterproeven en 2 onderzoeksprojecten binnen het curriculum lopende. Dit maakt dat er in 2024 zo’n 60 studenten werkten op topics van de Wetenschapswinkel.
Bij de in de rij hierboven genoemde studentenonderzoeken waren in 2024 een 25-tal VUB-onderzoekers en/of -docenten betrokken als promotor of begeleider, vaak bij meerdere projecten tegelijk. Onderzoekers werden actief ondersteund en ontzorgd op praktisch & administratief vlak in hun contact met organisaties en studenten (bv. Wetenschapswinkel ziet erop toe dat leerdoel en format masterproef zoals vooropgesteld door promotor overeenstemt met wensen van zowel organisatie als student).
In 2024 werkten onze studenten en onze onderzoekers/docenten samen met een 25-tal van onze partnerorganisaties (soms voor meerdere onderzoeken). Binnen het netwerk zorgde de VUB-Wetenschapswinkel samen met de collega’s van de Wetenschapswinkels van de KU Leuven en de UAntwerpen in 2024 voor de aansluiting van een 20-tal nieuwe partnerorganisaties die de weg naar de Wetenschapswinkel vonden.
In 2024 werd de samenwerking met de KU Leuven en de Universiteit Antwerpen binnen het Wetenschapswinkelnetwerk verduurzaamd. Het Wetenschapswinkelnetwerk komt tweewekelijks samen voor een digitaal overleg en houdt jaarlijks een stuurgroepoverleg.
Een belangrijke pijler blijft het vergroten van de naamsbekendheid met als doel het aandeel van Wetenschapswinkelthesissen/onderzoeken aan de VUB te vergroten en ook de zoektocht naar een promotor te vergemakkelijken. Zo stelt ROC de Wetenschapswinkel voor tijdens verschillende infosessies voor masterproeven en opleidingsraden en werd gewerkt aan een structurele integratie in de masterproefwerking van aangeboden opleidingen.
Citizen Science Contactpunt ROC zet in op ‘burgerwetenschap’ via het Citizen Science Contactpunt (CSCP). Het CSCP wil een directe lijn hebben naar de VUB-onderzoeksgemeenschap om citizen science bekend te maken over alle wetenschappelijke disciplines heen. Daarnaast is die connectie en dat overzicht belangrijk om goed op de hoogte te zijn van citizenscience-activiteiten die zich afspelen aan de VUB (onderzoekers, aantal projecten, project partners, thematieken, etc.), en hierbij trends en noden te identificeren. Het Contactpunt voert hiertoe sinds zijn lancering een regelmatige mapping uit van citizenscience-projecten of -onderzoeken die lopende zijn. Aan de hand daarvan zijn in 2024 de eerste aanzet gedaan en de krijtlijnen uitgetekend voor de uitbouw van een ‘onderzoeksnetwerk’ over citizen science aan de VUB. Dit is een (zelflerend) netwerk ter bevordering van kennisdeling en interdisciplinaire samenwerking. In 2024 werd dit netwerk actief betrokken bij de OpenLab-conferentie over participatief onderzoek (met meer dan 100 bezoekers per dag een succesvolle eerste editie). In het kader van OpenLab zullen we in 2025 de community verder gaan samenbrengen volgens concrete plannen die in 2024 zijn uitgetekend (cf. visietekst).
Het aanbod van het Contactpunt wordt bekend gemaakt via een centrale Sharepointpagina voor VUB-onderzoekers en VUB-medewerkers binnen de ROC-omgeving op de Research Sharepoint. Deze pagina omschrijft de diensten en activiteiten van het contactpunt, publiceert de kwaliteitscriteria over citizen science aan de VUB, bundelt projectoproepen, en biedt het ondersteunend materiaal aan voor kennisdeling, zoals een link naar de starterskit (zie onder), checklists, of het inboeken van een meeting voor eerstelijnsondersteuning. Deze pagina zet ook VUB-projecten in de kijker en communiceert over de uitkomsten. In 2024 werd deze CSCP-Sharepointomgeving volledig vernieuwd, met een herwerkte, duidelijke indeling en uitgebreid met een gestructureerde database met resources en tools rond citizen science.
Als eerstelijns-aanspreekpunt voor de VUB-onderzoeksgemeenschap beantwoordt het CSCP regelmatig vragen en biedt het ondersteuning, bv. bij projectaanvragen. Deze vragen bereiken ons via de mailbox, persoonlijke contacten of contacten van collega’s, die deze onderzoekers doorsturen. Ze zijn heel divers en lopen van het vinden van partners tot het opzetten van een succesvolle samenwerking of het opstellen van een communicatie - of datamanagement-plan of een goed informed consent-formulier. Indien nodig wordt een afspraak (of meerdere) ingepland, soms volstaat een reactie per mail. In 2024 zagen we een duidelijke verschuiving van het zwaartepunt, van dit soort ad hoc-vragen naar de meer uitgebreide ondersteuning van project proposals voor participatief onderzoek.
Zoals opgenomen in de visietekst van het Contactpunt, is in 2023 ter controle, evaluatie en ondersteuning van het Contactpunt een adviesraad opgericht. Die bestaat uit collega-ATP’s uit het vicerectoraat Research, TechTransfer, het rectoraat (weKONEKT), ECOOM, Scivil en VUB-onderzoekers. De tweede jaarlijkse bijeenkomst vond plaats op 21 maart 2024, met een toelichting van het eerste jaarrapport (en een bespreking van de evaluatiecriteria die daarbij zijn gehanteerd), alsook advies vanuit de Raad voor de voortzetting van de activiteiten. In de tijd tussen de fysieke bijeenkomsten worden de leden via een nieuwsbrief op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen van het CSCP. In 2024 zagen we de concretisering van het samenwerkingsprotocol dat in 2023 was uitgewerkt. Dit gebeurde met het doel om heldere afspraken vast te leggen m.b.t. de informatiedoorstroom en uitwisseling van expertise tussen het Contactpunt en de verschillende departementen, cellen en centrale diensten binnen de VUB. In 2024 begeleidden we dan ook i.s.m. de RFE-collega’s een kandidatuur voor de ERC Public Engagement with Research Award, en met de collega’s van TechTransfer enkele projectvoorstellen voor CoCreate. Met de officiële overdracht van de CoCreate-call naar Research, in het najaar, en de lancering van de FWO PhD fellowship voor SBO-projecten met een maatschappelijke finaliteit, is er ook een nauwere samenwerking ontstaan met de Research Grant Officers rond de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek. Die zal in 2025 verder worden uitgewerkt, en kende al een begin met een infosessie voor onderzoekers.
In juni 2022 lanceerde de VUB Onderzoeksraad onder de vlag van het CSCP een interne call voor citizenscience-projecten, die van start gingen in april 2023. Ook in 2024 werden deze projecten van zeer nabij opgevolgd en ondersteund, met maandelijkse check-ins en een jaarlijkse algemene opvolgvergadering met alle partners. Tussendoor is er ook veel contact waarbij het CSCP wordt betrokken bij publicaties, presentaties op conferenties, de keuze van een juiste huisstijl, het voorbereiden van testfases … de ervaring is heel divers en leerrijk.
EUTOPIA TRAIN eindigde in december 2023, maar in 2024 heeft het CSCP (met succes) verder ingezet op de verspreiding van de resultaten en de deliverables. De EUTOPIA Citizen Science Starter Kit is een referentie geworden, die we mochten presenteren tijdens de EUTOPIA Research Communication week. Daarnaast wordt het CSCP jaarlijks uitgenodigd om een workshop te geven aan de EUTOPIA SIF fellows, en ook aan de Connected Communities in het kader van EUTOPIA MORE. Parallel met die workshops lanceerde het Contactpunt in juni 2024 de VUB-interne introductietraining (4h) voor onze onderzoeksgemeenschap, die twee keer per jaar zal doorgaan. Op basis van de Starter Kit werkte het Contactpunt in samenwerking met het Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding (MILO) een e-learning rond citizen science uit, bestaande uit drie modules. Die wordt begin 2025 gelanceerd. Als CSCP blijven we ook onze connectie met relevante externe netwerken inzetten voor onze expertiseopbouw. In 2024 was het CSCP nog steeds actief lid van de ECS (European Citizen Science) Collaboration Group én trad het toe tot het ECS Network of Educators & Trainers, dat de lancering van de European Citizen Science Academy voorbereidt. Het CSCP was ook actief betrokken bij de herstart van de ‘Citizen Science & Universities’-werkgroep van de European Citizen Science Association, meer bepaald op de tweejaarlijkse ECSA-conferentie in Wenen (waar we ook onze voortgang en lessons learned presenteerden). Dankzij die voortrekkersrol in de werkgroep werd het CSCP door het Open Science NL programma gevraagd als jurylid voor hun Citizen Science Hub call. We waren verder met workshops present op de EARMA-conferentie en de Living Knowledge-conferentie, en werden als spreker uitgenodigd op de Scivil-netwerkdag, de OpenLab-conferentie en het slotevent van het LibOCS-project. We werden ook (net als de Wetenschapswinkel) geïnterviewd voor een boek over participatieve werkvormen van de Agogiek-collega’s.
OpenLab (VUB-ULB)
Tenslotte hebben de vicerectoren Onderzoek van VUB en ULB gezamenlijk besloten om een nieuwe wind te laten waaien in het gezamenlijke OpenLab initiatief. Het CSCP werd hiervoor langs VUB-zijde aangesteld in 2023 en fungeerde sindsdien als partner aan VUB-zijde. Samen met het nieuwe team aan ULB-zijde werden de doelstellingen en de ondersteunende werking van het OpenLab vormgegeven en werd invulling gegeven aan de beschikbare ruimtes in de USquare site. Er werd in dat kader ook een FEDER-aanvraag ingediend (in 2023) onder de titel “l’accélérateur en recherches participatives et citoyennes à Bruxelles – Brussels Co-Lab” waarover we in 2024 pas het nieuws kregen dat dit niet gehonoreerd werd. Nieuwe extra financieringspistes blijven onderzocht worden. Op 13 en 14 november 2024 werd bovendien de (eerste) OpenLab Conference ingericht rond het thema ‘Creating Knowledge Through Participatory Research’. De open call voor bijdragen kende een groot succes en de conferentie werd bijgewoond door 195 lokale en internationale onderzoekers. Het CSCP nam de coördinatie, selectie van bijdragen, moderatie en ondersteuning aan VUB-zijde voor haar rekening. In 2025 verwachten we verder de gemeenschappelijke doelstellingen te operationaliseren (zoals kennisuitwisseling, vinden van projectfinanciering, opbouwen van onderzoeks-gemeenschap rond participatief onderzoek, aanbieden van trainingen).
7.4. Ondersteuning van de academische gemeenschap
Binnen de instelling heeft ROC ook dit jaar het nut en belang van wetenschapscommunicatie verder bekend gemaakt. Dit niet alleen door te sensibiliseren binnen de onderzoekgemeenschap, maar ook door hen nog meer in hun maatschappelijke dienstverlening te ondersteunen.
Opleidingsaanbod onderzoekers
In het kader van onze vernieuwde operationele werking, werd ook ons opleidingsaanbod gestroomlijnd. De opleidingen die binnenshuis worden ontwikkeld en door ROC-medewerkers worden gegeven, werden beter binnen de jaarwerking ingepast en gestructureerd per semester. Deze nieuwe structuur sluit aan op de timing van relevante interne en externe calls voor onderzoeksprojecten en outreach. Op deze manier willen we de impact van onze opleidingen maximaliseren, de doorstroom en deelname van onderzoekers naar outreach-projecten toe vergroten en de slaagkans van VUB-onderzoekers bij deelname aan deze oproepen verhogen.
In 2024 werden 7 verschillende opleidingen herwerkt en één of meermaals gegeven in het Nederlands en/of in het Engels. Dit was goed voor 110 deelnemende VUB-onderzoekers.
Naast onze eigen opleidingen wordt ook op regelmatige basis overlegd met de collega’s van RTDO om ook het bredere aanbod aan opleidingen af te stemmen en te stroomlijnen.
Let’s Talk Science
Sinds 2013 organiseert ROC samen met de centrale doctoraatsbegeleiding een interassociatieve driedaags opleidingsevent m.b.t. wetenschapscommunicatie onder de naam ‘Let’s Talk Science’. Van 2 tot 4 juli vonden er 32 workshops rond wetenschapscommunicatie plaats in UGent. Er waren sessies over schrijven voor een breed publiek, een toegankelijke visual maken van je onderzoek, diverse sociale-mediakanalen leren gebruiken, of je onderzoek pitchen aan kinderen of beleidsmakers. Deelnemers konden max. twee workshops uit het workshopaanbod kiezen. Naast het reguliere workshopaanbod was er ook een plenaire sessie getiteld ‘Getting started in Science Communication - Young Academics Testimonials’. Soetkin Vervust vertegenwoordigde de VUB. Tijdens de pauze werd ook de docu ‘Testerep’ vertoond. Nog tijdens de plenaire sessie werden de wetenschapscommunicatiediensten van elke instelling voorgesteld. Deelnemers van Let’s Talk Science konden net als in 2023 een gegidste rondleiding in het museum volgen, boven op het reguliere programma. Ook konden ze nog twee ‘inspiratiesessies’ bijwonen. 43 verschillende VUB-onderzoekers vulden de 55 van de 79 aan VUB toegekende workshopplaatsen op. Dat is weinig (wel meer dan in 2023) wetende dat er 73 kandidaten waren (PhD, postdoc en ATP) die initieel wilden deelnemen (af te leiden uit het aantal accountaanvragen). 22 VUB’ers namen deel aan de plenaire sessie, 7 aan een van de vele museumbezoeken, en tot slot waren er 23 deelnemers voor de twee inspiratiesessies.
Ondersteuningsaanbod ROC Binnen onze vernieuwde operationele werking, heeft een duidelijk gedefinieerd ondersteuningsaanbod voor onderzoekers een centrale plaats gekregen. Het ondersteuningsaanbod van ROC komt tegemoet aan de doelstelling om onderzoekers (en docenten) te ondersteunen bij hun eigen outreach en communicatiedoelstellingen. Het overbrengen van de waarde van wetenschapscommunicatie en het de potentiële impact van deze doelstelling op vlak van potentieel doelpubliek en bereik ligt veel hoger dan die van onze eigen producties. Ons ondersteuningsaanbod bestaat uit drie luiken:
- Actieve ondersteuning: een duidelijk omschreven pakket dat onderscheid maakt tussen kosteloze ondersteuning vanuit onze expertise en ondersteuning op maat voor onderzoeksgroepen of -projecten waar projectbudget tegenover staat.
- Passieve ondersteuning, dankzij een aanbod aan infofiches en tools op onze SharePoint site. Op basis van onze expertise werden in 2024 10 infofiches in zowel het Nederlands als het Engels beschikbaar gesteld die courante vragen over verscheidene aspecten van wetenschapscommunicatie afdekken.
- (Pro-)actieve ondersteuning bij onderscheidingen wetenschapscommunicatie (cfr. Dienstverlening).
Sinds de lancering van ons ondersteuningsaanbod in maart 2024 kreeg ROC 39 omvangrijke vragen (>30 min. werk) voor actieve ondersteuning van VUB-onderzoekers (excl. kleine vragen (<30 min werk.) of vragen gericht aan het Citizen Science Contact Point).
Er is voor deze dienstverlening een teamverdeling opgesteld met als doel om rekening te houden met werkdruk en om te werken richting efficiëntie en professionalisering in onze ondersteuning. Waar mogelijk zetten we ook in op templates en een gestandaardiseerd overzicht aan verwijzingen om aan efficiëntie te winnen.
Dienstverlening ROC
ROC presenteert - op vraag van de vakgroepen en interne diensten – regelmatig haar werking. Hiervoor werd in 2023 een vernieuwde kennisclip opgenomen en wordt steeds gewerkt naar een up to date presentatie die standaard gebruikt kan worden tijdens de PhD-introdag, de postdoc community meeting en op vraag van faculteiten/vakgroepen/onderzoeksgroepen. Dit werd in 2024 ook aangevuld met het vernieuwde ReGroup programma dat de grote onderzoeksgroepen bezoekt (zie hierboven).
ROC ondersteunt de VUB onderzoeksgemeenschap ook door actief in te zetten op enkele prijzen gericht op onderzoek(scommunicatie), met name de KVAB Wetenschaps-communicatieprijs, de EOS Pipetprijs en de New Scientist Award. In 2024 werd de VUB onderzoeksgroep Brubotics (5 onderzoekers) laureaat gehuldigd voor de KVAB wetenschapscommunicatie-onderscheidingen, voor hun inzet rond workshops robotica en het wereldrecord langste robotketting op het Nerdland festival. VUB leverde ook 4 laureaten voor de EOS-pipet prijs waarbij Sam Mattheus uiteindelijk de juryprijs binnenhaalde.
Tenslotte kunnen onderzoekers bij ROC terecht voor advies m.b.t. wetenschapscommunicatie (communicatiestrategieen, vormgeving van activiteit, budgettering…) in het kader van een projectvoorstel of een oproep voor deelname aan een wetenschapsevent (bv. I Love Science, Nerdland). Zie hierboven voor meer uitleg over dit ondersteuningsaanbod. We verspreiden de relevante oproepen ook steeds via de verschillende interne VUB-communicatieplatformen.
Governance en samenwerking andere Onderzoeksinstellingen en wecom-actoren Onder VLIR/VLHORA komen 5 vertegenwoordigers van de universiteiten en 5 vertegenwoordigers van de hogescholen op regelmatige basis samen om de bepalingen in het convenant wetenschapscommunicatie op te volgen en kennisdeling te bevorderen. Op initiatief van de werkgroep werd een LinkedIngroep aangemaakt waarbinnen de wetenschapscommunicatiemedewerkers binnen de verschillende instellingen werden uitgenodigd. Het doel is elkaar beter te leren kennen en de drempel tot samenwerking te verlagen en sinds eind 2021 deelt elke instelling een interessante post op regelmatige basis.
Binnen de schoot van de werkgroep worden ook ad hoc werkgroepen opgericht, zo is VUB momenteel lid van de werkgroep vereenvoudigde rapportage m.b.t. nieuwe convenant en KPIs.
Tenslotte zetelt ROC in de klankbordgroep rond wetenschapscommunicatie van het FWO en worden we betrokken bij overlegmomenten met belangrijke actoren binnen het Vlaamse wetenschapscommunicatielandschap, gewoonlijk via uitnodiging via de VLIR/VHLORA werkgroep wetenschapscommunicatie (bv. Technopolis).
VUB heeft zich ook geëngageerd om in 2025 een netwerkevent te organiseren voor alle medewerkers gelinkt aan ‘science outreach’ aan de hoger onderwijsinstellingen die deel uitmaken van de expertisecellen wecom, gesubsidieerd door het convenant.
Er zijn ook verbeterde relaties opgebouwd met ULB, enerzijds via OpenLab (Samia Ben Rajeb is academisch coördinator bij ULB), alsook via vicerector ‘Médiation Scientifique’ bij ULB, Marius Gilbert, en de verantwoordelijke voor dit gegeven aan ULB, Céline Rase. We houden elkaar op de hoogte van initiatieven voor samenwerking en schrijven ook samen aan projectvoorstellen voor externe financiering waar relevant (bv. SP Program Innoviris – 2025).
8. EU BELEID EN RESULTATEN
In 2024 is het Research Funding Europe team (RFE) zich blijven focussen op ERC (European Research Council) en MSCA (Marie Skłodowska-Curie Actions) oproepen. Dit is volledig in lijn met het deelbeleidsplan van Dept RESEARCH, dat zich vertaalt in de visie en missie van het team: “Research Funding Europe & International” (RFE) helpt u bij het verkrijgen van externe onderzoeksfinanciering
We streven naar een sterke positionering van de VUB in het Europese landschap van fundamenteel en grensverleggend onderzoek, met een focus op ERC (European Research Council) en MSCA (Marie Skłodowska-Curie Actions)
Wij ondersteunen (grote) onderzoeksgroepen bij het inzetten van een financieringsstrategie (samen met de Reseach Grant Office adviseurs).
Het team heeft verder ingezet op haar kerntaken, nl
- “Funding intelligence”, dwz de proactieve promotie van opportuniteiten bij de vorsers en onderzoeksgroepen
- Onderzoekers “scouten”, aanmoedigen en voorbereiden op de indiening en verdediging van fundamentele onderzoeksprojectvoorstellen (inclusief proactieve benadering van potentiële ERC grantees, informatie- en trainingsessies, co-ontwikkeling, proof-reading, organiseren van mock-interviews, organisatie van inaugurale lezingen voor ERC grantees, stimuleren van gezamenlijke projectvoorstellen met onderzoekers uit de Europease EUTOPIA alliantie)
- Kwalitatieve projectbegeleiding met impact (pre- en post-award)
- Beleidsanalyse en beleidsvorming op Europees, Vlaams, Brussels en VUB niveau.
Specifieke accenten werden in 2024 gelegd op:
De ondersteuning van een hoog aantal ERC Starting & Synergy en MSCA doctoral networks projectvoorstellen (zie cijfers hieronder).
Het uitrollen, in het kader van ReGroup, van de nieuwe “funding strategy scan” dienstverlening, met als doelstelling (grote) onderzoeksgroepen te adviseren bij de ontwikkeling van hun fundamenteel onderzoeksfinancieringstrategie (samen met de RGO’s).
De verdere promotie en ondersteuning van de 2de “VUB EUTOPIA Seed Funding” oproep voor fundamenteel onderzoek betaald door Vlaamse subsidies aan de Europese Universiteiten Netwerken. Projecten gesteund door de subsidie stimuleren onderzoekssamenwerking met EUTOPIA partners. Dit gebeurt in samenwerking met Techtransfer die een gelijkaardige oproep voor toegepast onderzoek beheert. Wat betreft fundamenteel onderzoek heeft de Seed Funding al 19 projectvoorstellen ondersteund, en al concreet geleid tot o.a. de indiening van 10 onderzoeksvoorstellen met VUB
en minstens één EUTOPIA partner (MSCA doctoral networks & postdoctoral fellowships, EUTOPIA SIF & Connected Communities, WEAVE FWO) waarvan 3 succesvol (MSCA DN DurAMat, 1 SIF fellow, 1 CC Hydro-climatic risk reduction). Deze middelen werden ook gebruikt om o.a. 2 “network studio” evenementen te organiseren (1 bilateraal met TU Dresden rond Clinical AI, met 13 VUB onderzoekers en 14 onderzoekrs van TUD, 1 trilateraal met TUD en U. Warwick rond “Urban Mobility” met 7 onderzoekers van elke universiteit).
Deelname aan onderzoeksgerelateerde taken van de EUTOPIA alliantie, inclusief de begeleiding van de 3de en 4de cohorts van MSCA COFUND EUTOPIA Science en Innovation Fellowships (VUB host 14 fellows ipv het voozien 13), het lanceren van de 3de Young Leaders Academy fellowships oproep en de kick-off en begeleiding van alle actieve VUB fellows. Het team draagt ook bij aan de uitvoering van EUTOPIA MORE project als leider van taak 3.5 “research-led workshops”, als organisator van de eerste “job shadowing” (taak 2.8) en als bijdrager aan de 3 oproepen voor Connected Communities en aan de vormgeving van de toekomstige EUTOPIA Global Institute.
VUB blijft uitgebreid gebruik maken van Europese subsidies voor O&I en is zeer succesvol in de Europese O&I kaderprogramma’s:
Horizon 2020 (gedurende de hele programmatieperiode van 2014 tem 2020): in totaal 205 projecten goed voor 103,8 miljoen € EU bijdrage
HorizonEurope (van de start in 2021 tot eind 2024): al 158 projecten geselecteerd, goed voor 102,1 miljoen € EU bijdrage.
Dit maakt de VUB
De 4de van alle deelnemende Belgische organisaties
De nummer ÉÉN Brusselse organisatie.
De gerichte acties van het RFE team (met voornaamste focus op de 1ste pilaar “excellent Science” inclusief ERC en MSCA) hebben een tastbare impact:
Het aantal ingediende ERC projectvoorstellen stijgt (28 in 2024, 23 en 21 in 2023 en 2022), met een grote stijging bij de Starting Grant oproep (16 in 2024, 11 en 12 in 2023 en 2022).
In 2024 zijn 4 nieuwe ERC grants getekend, met zoals in 2023 veel Consolidator grants. Eind 2024 waren er 2 ERC grants nog in voorbereiding (“grant preparation stage”).
De MSCA DN oproep zag een grote stijging van het aantal aanvragen (51 in 2024, tegenover 39 in 2023 en 24 in 2022), en had meer VUB coördinatoren (14 ivm respectievelijk 11 en 7).
Het aantal MSCA PF aanvragen en projecten blijft stabiel (17), er is daar marge voor progressie. In 2025 zal er meer focus gelegd worden op “scouting” van potentiële kandidaten. Er zijn ook 2 MSCA staff exchange projectvoorstellen ingediend.
Samen met de centrale onderzoeksdiensten van ULB heeft RFE een MSCA COFUND projectvoorstel ingediend (acroniem “IRIS”), met cofinanciering van de onderzoeksraad en formele steun van Brusselse en Europese O&I organisaties incl. BrIAS, Innoviris, het Joint Reseach Centre van de Europese Commissie. Indien toegekend zullen 12 postdoc fellows gedurende 30 maanden onderzoek aan de VUB kunnen verrichten (en 18 aan de ULB). Resultaten worden verwacht in februari 2025.
Op kwalitatief niveau:
Zowel de ERC als de MSCA oproepen hebben extra visibiliteit gekregen, o.a. dankzij informatiesessies met getuigenissen van ERC grantees, inaugurale lezingen en de funding strategy scans (7 al uitgevoerd).
Voor de MSCA-PF 2024 oproep hebben potentiële VUB promotoren en onderzoeksgroepen externe visibiliteit gekregen, het hernieuwde bestand van projectideeën is nu geautomatiseerd en ZAP-leden kunnen rechtstreeks input leveren. De VUB fellows van EUTOPIA Science & Innovation en Young Leaders Academy worden geïntegreerd in de EUTOPIA gemeenschap (o.a. actieve deelname aan de EUTOPIA weken, vertegenwoordiging als YLA alumni) en geven positieve feedback over de centrale ondersteuning.
Het uitbouwen van een gemeenschappelijke EUTOPIA onderzoeksstrategie verloopt traag. Eind 2024 werden positieve signalen vanuit EUTOPIA Secretariat gegeven, o.a. de verankering van systematische vergaderingen tussen de vicerectoren onderzoek en hun deelname aan een stuurcomité, de oprichting van een netwerk van grant office contacten (RFE aan de VUB) en van een netwerk van onderzoeksinfrastructuuradviseurs (RGO aan de VUB).
9. RAPPORTERING BINNENGEHAALDE ONDERZOEKSMIDDELEN:
OVERZICHTSTABELLEN
Hieronder volgen de financiële en personele middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.1. Personele Middelen
Voor personele middelen verwijzen wij naar het jaarverslag personeel 2024.
9.2. Financiële Middelen
Hieronder volgen de financiële middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen. Voor IMEC zijn de inkomsten van het geassocieerde laboratorium niet opgenomen.
9.2.1. Eerste geldstroom, financieel
Definitie: eigen onderzoeksmiddelen, toegekend via de Onderzoeksraad (inclusief BOF)
Centrale allocatie van middelen voor onderzoek per projectsoort Cijfers uitgedrukt in EUR Begrotingsposten
OZR-kredieten
Opvangmandaten toegekend via de Onderzoeksraad
Totaal toegewezen opvangmandaten per discipline Cijfers uitgedrukt in
Bovenstaand overzicht houdt rekening met een gemiddelde kostprijs van € 55.000 voor een FWO aspirant/FWOSB opvangmandaat en € 100.000 voor een FWO postdoc opvangmandaat.
BOF-projectfinanciering
OZR/BOF: exclusief de investeringskredieten voor Zware Wetenschappelijke Apparatuur
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Begroting DEFISCALISERING 2023 - beschikbaar in 2024
9.2.2. Tweede geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Fundamenteel Onderzoek
FWO SAB
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers uitgedrukt in EUR
Fonds voor Wetenschappelijke Onderzoek (FWO)-Vlaanderen
FWO-mandaten 2023-2024 (mandaathouders in functie 1/10/2023 of 1/11/2023)
Aardwetenschappen en aardrijkskunde
Geneeskunde (inclusief tandheelkunde)
ASP: Aspirant, PDO: Postdoctoraal Onderzoeker, FWOSB: Strategische Onderzoeksbeurzen, Pegasus2: MSCA Fellowship FWO, FKM: Fundamenteel Klinisch Mandaat, KLDB: Klinische Doctoraatsbeurs, BZDB: Bijzondere Doctoraatsbeurs.
FWO-projecten (FWO, FWOTM, FWOSB, FGWO, IIKW, Nationale Loterij)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
* De slaagkans op basis van aantal projecten (FWO junior en senior projecten) bedraagt 12,0% voor VUB (op basis van junior, senior, en WEAVE projecten FWO lead; incl. die projecten waar VUB co-promotor is). De opdeling in reguliere projecten is 11/78 voor junior projecten en 20/179. Er werden 3 additionele projecten toegekend aan VUB binnen het WEAVE kader waarbij FWO de rol van partner opneemt.
FWO Apparatuurkredieten (voormalig Hercules)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Totaal tweede geldstroom, projecten, financieel
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
9.2.3. Derde geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Basis- en Toegepast Onderzoek (inclusief beleidsvoorbereidend onderzoek en impulsprogramma’s) – Overheidsmiddelen ter financiering van interuniversitaire en internationale wetenschappelijke samenwerking.
Ministeries Federale Overheid
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Andere internationale instellingen
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Diverse stichtingen en fondsen met wetenschappelijk oogmerk
Totaal
Ministeries Vlaamse Overheid
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Geneeskunde (inclusief tandheelkunde)
Historische wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
en communicatietechnologie
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Rechtswetenschappen (inclusief criminologie en notariaat)
Scheikunde(inclusief
Europese Unie (EU)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
en toegepaste economie, VUB : Economie
Historische wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
Informatica (inclusief toegepaste informatica)
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
en didactiek
(inclusief criminologie en notariaat)
Brussels Hoofdstedelijke Gewest Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
voor onderzoek
Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
en logistieke diensten
economie, VUB :
(inclusief tandheelkunde)
Informatica (inclusief toegepaste informatica)
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Totaal derde geldstroom, financieel
sief kunstgeschiedenis)
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
(inclusief criminologie en notariaat)
Biochemie)
9.2.4. Vierde geldstroom, financieel
Definitie: inkomsten uit samenwerking met de privé-sector, inclusief dienstverlening.
Inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.2.5. Totaal geldstromen, financieel
Hierna volgen de overzichtstabellen van het totaal aandeel onderzoeksmiddelen, enerzijds uitgedrukt per financieringsgroep en anderzijds per wetenschapsdiscipline. De tabellen vermelden de onderzoekskredieten en –mandaten die werden toegekend aan de VUB exclusief de mandaten van het FWO-Vlaanderen.
9.2.5. Totaal geldstromen, financieel
Hierna volgen de overzichtstabellen van het totaal aandeel onderzoeksmiddelen, enerzijds uitgedrukt per financieringsgroep en anderzijds per wetenschapsdiscipline. De tabellen vermelden de onderzoekskredieten en –mandaten die werden toegekend aan de VUB exclusief de mandaten van het FWO-Vlaanderen.
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per financieringsgroep
cfr. jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad Totaal
10.1. Het aantal afgeleverde doctoraatsdiploma’s naar geslacht
Brondata= Dashboard DocPortfolio_PhD geraadpleegd 06/02/2025
10.2. Het aantal doctoraatsproefschriften in voorbereiding, evolutie 2021-2022 tem 2023-2024 (inclusief verdedigde doctoraten)
Brondata= Dashboard DocPortfolio_PhD 06/02/2025
* kleine afwijkingen tegenover de totalen in het vorige jaarrapport kunnen verklaard worden doordat rechtzettingen continu kunnen doorgevoerd worden in CALI, ook voor volledig afgesloten academiejaren* kleine afwijkingen tegenover de totalen in het vorige jaarrapport kunnen verklaard worden doordat rechtzettingen continu kunnen doorgevoerd worden in CALI, ook voor volledig afgesloten academiejaren
10.3. Joint PhD contracten
Tabel: Aantal afgesloten joint phd contracten in 2024
en Nederland
Brondata= Legal & Ethics Office departement Onderzoek
Tabel: Aantal succesvol verdedigde joint phds in 2024
Verdedigde Joint PhD’s 2023
Brondata= Legal & Ethics office departement Onderzoek
10.4. Publicatie-output
WoS en VABB publicatietellingen
WoS SCIE-, SSCI- en AHCI-publicaties 2022 per categorie (gevalideerd in 2024 voor BOF 2025) aantal
Aantal SCIE- en SSCI-publicaties (document types Article, Letter, Note, Review): 2324
Aantal AHCI-publicaties (document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE- and SSCI-overlap): 29
Aantal CPCI-S en CPCI-SSH publicaties (document types Article, Letter, Note, Review, Proceedings paper, excl. SCIE-, SSCI- & AHCI-overlap): 151 Totaal
VABB-SHW XIV publicaties 2022, niet in WoS, per categorie (gevalideerd in 2024 voor BOF 2025) aantal
VABB-1: artikelen in tijdschriften 330
VABB-2: boeken als auteur 17
VABB-3: boeken als editor
VABB-4: hoofdstukken in boeken
VABB-5: proceedingsbijdragen
WoS publicaties per indexjaar (gevalideerd in 2024 voor BOF 2025)
Indexjaar
VABB-SHW XIV publicaties, niet in WoS, per publicatiejaar (gevalideerd in 2024 voor BOF 2025)
Publicatiejaar Artikelen in tijdschriften Boeken als auteur
als
Financiële middelen
I. Samenvatting
Bij de start van het nieuwe academiejaar werd Prof. Peter Schelkens aangeseteld als nieuwe Vicerector Innovatie en Valorisatie. Het mandaat van Prof. Hugo Thienpont liep af en hij legt zich vanaf nu volledig toe op de ontwikkeling van de BPhot campus in Gooik.
Het jaar 2024 is een succesvol jaar gebleken voor de onderzoekers die zich op innovatie- en valorisatieprojecten hebben toegelegd. Ondanks minder gunstige economische omstandigheden, werden er meer middelen uit bilaterale samenwerkingen genoteerd dan in 2023 en de uitzonderlijke resultaten van 2022 worden zelfs overtroffen voor de Vlaamse en Brusselse projecten toegepast onderzoek. Voor de Europese projecten toegepast onderzoek werd opnieuw een zeer goed resultaat behaald, er is nog steeds geen plafonnering in zicht. VUB staat in de top 20 van universiteiten wat betreft Horizon Europe funding en ze verwerft gemiddeld per onderzoeker meer middelen dan de andere Vlaamse universiteiten.
De volledige reorganisatie van het Foundation team onder leiding van een nieuwe coördinator heeft in 2024 tot een spectaculaire stijging van de inkomsten geleid.
Het Innovatiebeleid mocht rekenen op bijkomende ondersteuning onder ASP5 met injectie van middelen voor bijkomend personeel en dat werd zichtbaar in de resultaten: meer en betere ondersteuning van de onderzoekers die EU projecten willen indienen, meer begeleiding bij industriële contacten: het effect is al meteen te noteren. TechTransfer is zeer dankbaar voor de erkenning van haar rol en de ondersteuning vanuit VUB.
Het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie neemt daarbij haar opdracht ter harte: onderzoek naar de samenleving brengen om daar een positieve impact te creëren die de economie én de maatschappij in haar geheel verbetert, regionaal en Europees.
Dit positioneert de VUB als een innovatie-universiteit zoals blijkt uit de excellente resultaten die de VUB haalt in competitieve financieringskanalen.
Voorliggend verslag van het Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie en van de ondersteunende dienst VUB TechTransfer, is het tiende verslag na de opstart van het vicerectoraat sinds het academiejaar 2015-2016. Met haar industrieel/maatschappelijk gericht onderzoek wil de VUB een reële impactcreatie nastreven en aldus kennisen technologie transfer en valorisatie-opportuniteiten verder uitbouwen en strategisch implementeren. Door meer middelen te genereren die opnieuw in onderzoek en valorisatie kunnen geïnvesteerd worden, wil de VUB als geheel groeien. Daarbij wil ze een positieve impact hebben op de samenleving waar ze deel van uitmaakt, met oog voor gelijkheid, welzijn en de duurzame ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties formuleerden. Met deze visie wil de VUB haar positie als één van de belangrijke Vlaamse en Europese universiteiten op het gebied van valorisatie van onderzoek verstevigen. Samenwerking met bestaande bedrijven, waaronder KMO’s, en creatie van nieuwe economische activiteiten onder de vorm van spin-off’s, blijven de voor de hand liggende manieren om dit te realiseren, maar ook andere vormen van maatschappelijke valorisatie worden geëxploreerd en gestimuleerd.
Samenwerking met de andere Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstellingen blijft deel uitmaken van onze missie, de EUTOPIA alliantie geeft hierbij een nieuwe insteek, maar ook het partnerschap met de ULB in Brussel houden we aan. De VUB zal zich dus ook blijvend internationaal profileren als een instelling waar innovatie en valorisatie in de cultuur is ingebed.
Dit houdt in dat de onderzoeksgroepen van de universitaire gemeenschap dienen gesensibiliseerd, gemotiveerd en begeleid te worden bij het verwerven van middelen voor strategisch en toegepast onderzoek, met het oog op de opbouw van transfereerbare kennis. De inbedding van de VUB in netwerken is daarbij cruciaal. Zowel onderzoek uit de exacte en toegepaste wetenschappen -inclusief medisch onderzoek- als onderzoek uit de humane en sociale wetenschappen, komen in aanmerking om gevaloriseerd te worden, via de creatie van nieuwe producten, processen of diensten ten gunste van de maatschappij in haar geheel.
De VUB staat momenteel in de top 20 staat van alle Europese universiteiten als top-performer in het Horizon Europe programma (https://sciencebusiness.net/news/horizon-europe/horizon-europe-2023-winners-and-losers-revealed) EWI berekende bovendien voor Vlaanderen wat dit betekende per onderzoeker en hier kwam de VUB als eerste uit de bus: VUB onderzoekers verwerven gemiddeld meer EU projectmiddelen dan hun Vlaamse collega’s van andere universiteiten.
IOF
Voor 2024 bedraagt het bedrag toegekend aan UAB onder IOF 6.443.838 €
In 2024 besliste de IOF Raad 6 GEAR programma’s (Groups of Expertise of Applied Research) te selecteren voor financiering :
- Gearing MOBI – De volgende generatie electrische en autonome voertuigtechnologie (ETEC)
- NANOTOOLS – Van Nanobodies tot nieuwe materialen voor de Biotechnologie en de Gezondheid (SBB)
- BRUBOTICS – Duurzame mens-gerichte robotica (R&MM, MFYS, ETRO, SMIT, BAS, RERE, SOFT, MOVE)
- INTEGRAL – Integratie van een multimodale aanpak om de huidige uitdagingen in immuuntherapie aan te pakken (BCIM, MITH, TORC)
- BLIVER 2.0 – Brusselse Alliantie voor Leverzonderzoek en Valorisatie (IVTD, LIVR)
- STEP-CHEM – Technologische en socio-economische strategieën voor een duurzame chemische industrie (CHIS, C3E)
In 2024 werden ook 4 Proof-of-Concept projecten en een Strategische Valorisatie-opportuniteit gesteund.
Valorisatie via industrie en andere maatschappelijke actoren
Het afsluiten van onderzoekscontracten en licentie-overeenkomsten met derden zorgt voor een inkomstenstroom vanuit de industrie en andere maatschappelijke actoren, waarmee tegelijkertijd lange termijn samenwerkingsverbanden kunnen worden uitgebouwd.
De positieve groeicurve die sinds 2011 werd genoteerd werd in 2018 spectaculair overtroffen, door de verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner, goed voor 17 miljoen Euro éénmalige inkomsten.
De totale middelen uit samenwerkingen met de privésector bedragen voor 2024 ca. 15,4 mio€. Hiermee komen deze inkomsten opnieuw op het niveau van 2022, na een dip in 2023.
TechTransfer heeft zich verder ingezet om de VUB-aanwezigheid in alle Vlaamse clusters te verzekeren, omdat hier nieuwe middelen voor samenwerking met de industrie kunnen worden bekomen. Onder de derde geldstroom is TechTransfer actief in de sensibilisering, begeleiding en coaching van projecten in Vlaanderen (VLAIO en FWO-toegepast onderzoek), in Brussel (Innoviris) en in Europa (Horizon Europe).
VUB behaalde in 2023 in de Vlaamse financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, een totaal toegekend VUB budget van 17,7 mio€. Dit is een uitzonderlijk resultaat tov. de voorgaande jaren (2023 12 mio€, 2022 14,8 mio€).
Voor de toegepaste onderzoeksprojecten in Brussel werden in 2024 9 projecten goedgekeurd voor een mooi budget van 5.014.542€, waar dit in 2023 nog 2.8 mio€ was. Hierbij moet vermeld worden dat niet elk jaar dezelfde projectoproepen verschijnen in Brussel en dat ook niet steed eenzelfde globaal budget beschikbaar is.
Toegepast Europees Onderzoek
ERIS-TechTransfer kende in 2024 een mooi resultaat met 43 goedgekeurde projecten, goed voor een totaalbudget van bijna 29 miljoen euro. Hiermee stijgt gemiddeld het toepassingsgericht onderzoek aan VUB met met 2.5 miljoen euro per jaar en dit gemiddeld nu al 10 jaar lang.
Intellectuele eigendom
Er werden 46 uitvindingen aangemeld in 2024 voor octrooibescherming, terwijl 19 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend door de VUB.
De totale VUB-octrooiportfolio omvat 223 actieve octrooifamilies, bestaande uit 74 families met VUB als enige aanvrager, 72 met mede-aanvrager VIB en 37 met mede-aanvrager IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen.
We merken een toename van 60% in het aantal actieve octrooifamilies sinds 2018. Dit is belangrijk omdat het de basis vormt voor samenwerkingen met bedrijven, licenties en spin-off creatie.
Licenties en Spin-off bedrijven
Door de oprichting van spin-off bedrijven kan de VUB resultaten van onderzoek maatschappelijk en economisch valoriseren en een return naar de VUB en haar onderzoeksgroepen realiseren. Er werd in 2024 1 spin-off bedrijf gelanceerd vanuit de VUB: Skinetix, waarmee het aantal actieve VUB-spin-off’s op 47 komt.
In 2024 werden 6 licentieovereenkomsten gesloten, waaronder één met de VUB spin-off Skinetix en één met een US biotech bedrijf.
Foundation
De jaarlijkse filantropische inkomsten zijn in 2024 spectaculair toegenomen: meer dan verdubbeld ten opzichte van 2023. De reorganisatie van de werking en het team door de nieuwe Foundation coördinator, geeft nu al duidelijke resultaten.
Er werden verschillende nieuwe leerstoelen opgericht in 2024 die significant bijdragen in de resultaten. De opvolging van het Fellowship netwerk werd in de loop van het jaar gedeeld met Crosstalks omdat het de bedoeling is dit in 2025 volledig over te dragen.
Crosstalks
Crosstalks is een dynamisch platform waar kennisuitwisseling tussen academici en de samenleving centraal staat. Met diverse projecten op het snijvlak van wetenschap, kunst en cultuur maakt Crosstalks wetenschappelijk onderzoek toegankelijk voor stakeholders en het brede publiek. Hierbij betrekt Crosstalks actief VUB-onderzoekers, alumni en fellows. Crosstalks streeft naar een inclusieve aanpak in al haar activiteiten, met aandacht voor diversiteit in de organisatie, programmatie en communicatie. Dit wordt versterkt door een solidair ticketverkoopbeleid en het breed toegankelijk maken van evenementen via video-opnames. Ze kan hiervoor rekenen op de middelen die via de Casterman-Hamers Leerstoel ter beschikking werden gesteld aan Crosstalks om deze unieke werking te garanderen. Ondertussen werden ook activiteiten opgestart om het Fellowship netwerk een nieuw elan te geven en finaal volledig over te nemen van de Foundation.
Communicatie
Alle activiteiten rond het innovatiebeleid worden ondersteund door een eigen cel Communicatie die ondermeer instaat voor de interne en externe communicatie over de dienstverlening en het strategisch onderzoek aan de VUB, die de organisatie van evenementen en netwerkgelegenheden opneemt en zo bijdraagt aan de bekendheid van het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie en VUB TechTransfer binnen en buiten de VUB. De communicatiecel maakt ook jaarlijks een zeer ‘visueel’ publiek verslag, dat kort en bondig is en zowel gedrukt als digitaal gebruikt wordt als ‘visitekaartje’.
II. Vicerectoraat en ondersteunende dienst TechTransfer
II.1 VICERECTORAAT INNOVATIE EN VALORISATIE
Bij de start van het Academiejaar 2015-2016 werd het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie geïnstalleerd met prof. Hugo Thienpont als eerste vicerector voor dit beleidsdomein. De volgende rector, wijlen prof. Caroline Pauwels, herbenoemde de vicerector I&V een jaar later in deze functie, alsook bij de start van haar tweede termijn als rector in academiejaar 2020-2021. Ook onder de nieuw verkozen rector Prof. Jan Danckaert werd dezelfde vicerector herbenoemd. Dit onderlijnt het belang dat door de opeenvolgende rectoraten werd gehecht aan de continuering van het beleid rond Innovatie en Valorisatie.
De termijn van Hugo Thienpont liep af bij de start van het academiejaar 2024-2025. Hij zal zich verder op de uitbouw van de campus in Gooik focussen, de site van het innovatief fotonica onderzoek aan de VUB.
Prof. Peter Schelkens werd als nieuwe vicerector aangesteld. Peter Schelkens is sinds 1994 werkzaam aan de VUB en geniet het statuut van gewoon hoogleraar sinds 1 januari 2020. Hij is tot 2024 vicedecaan van de faculteit Ingenieurswetenschappen geweest en heeft een belangrijke rol gespeeld in het opstellen, tussentijds evalueren en recentelijk actualiseren van het facultaire deelbeleidsplan. Zijn betrokkenheid bij de VUB strekt zich uit tot lidmaatschappen in diverse interne en externe raden en commissies, waaronder zijn huidige voorzitterschap van de Dual Use Commissie en lidmaatschap van de I&V-Raad en de IOF-Raad. Van 2010 tot 2016 was hij lid van de Raad van Bestuur van IMEC en fungeerde hij als expert in FWO-panels. Het onderzoek van Peter Schelkens bevindt zich in het veld van “Multidimensional Signal Processing and Computational Photonics”, en in 2013 ontving hij een ERC Consolidator Grant.
Het Organiek Statuut bepaalt dat de vicerector Innovatie en Valorisatie als academisch verantwoordelijke belast is met het innovatie- en valorisatiebeleid. Dit houdt in dat vierjaarlijks een beleidsplan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Academische Raad, na advies te hebben verkregen van de Innovatie-en Valorisatieraad. Dit beleidsplan kan jaarlijks worden geactualiseerd.
De Innovatie- en Valorisatieraad heeft bevoegdheid over de toewijzing van de middelen voor het innovatie- en valorisatiebeleid, de opstart en stopzetting van octrooidossiers, deelname in rechtspersonen (met onderzoeks- of valorisatiefinaliteit) en de beslissingen aangaande leerstoelen, giften, legaten en sponsoringdossiers.
Inzetten op de valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit en uit filantropische fondsenwerving, is de ambitie voor vandaag én voor de toekomst. VUB wil met de valorisatie van onderzoek een positieve impact creëren op de samenleving en dat uit zich op heel wat verschillende vlakken. VUB TechTransfer en de Foundation kunnen daarin een sturende en ondersteunende rol opnemen, de realisatie ervan ligt evenwel bij de onderzoekers die vrij zijn om hier al dan niet op in te zetten. VUB TechTransfer wil hen wel alle informatie en werktuigen aanreiken, zodat ze hun keuze oordeelkundig kunnen maken.
Het innovatie- en valorisatiebeleid moet duurzaam zijn en de structuren die worden gecreëerd dienen een constante instroom aan middelen te garanderen, zodat de investeringen zichzelf terugverdienen. We streven ernaar dat de hele universitaire gemeenschap de meerwaarde van deze activiteiten inziet en zich hierachter kan scharen om deze doelstelling mee te helpen realiseren.
Het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie tekent het beleid rond toegepast onderzoek en valorisatie uit, waarbij de Vicerector wordt geadviseerd door de Innovatie- en Valorisatieraad en door de IOF-raad. Alle vormen van maatschappelijke valorisatie, dus niet enkel industriële, waartegenover een financiële vergoeding staat die opnieuw in excellent onderzoek (inclusief toegepast onderzoek en valorisatie) dient geïnvesteerd te worden, vallen onder dit beleid. VUB TechTransfer is de administratieve dienst die dit beleid ondersteunt en de verschillende operationele taken opneemt.
II.2 DEELBELEIDSPLAN
Voor ASP4 werden de voorheen gekozen beleidslijnen aangehouden en aangevuld. Flexibiliteit werd maximaal ingevoerd, omdat de COVID situatie en haar gevolgen nog een tijd effect hebben gehad op de beleidsplannen en budgetten van alle overheden en dus ook op de financiering voor toegepast onderzoek en op de bepaling van thema’s waar moest op ingezet worden.
Inmiddels werken we onder het nieuwe Strategisch plan ASP5 dat verderbouwt op het vorige maar dat nog meer inzet op de verhoging van alle parameters die de IOF verdeelsleutel bepalen. Met name groei van toegepast EU onderzoek, ook via EUTOPIA, samenwerking met de industrie, creatie van nieuwe spin-off bedrijven en valorisatie van kennis en technologie zijn hier de speerpunten. Dit via de volgende krijtlijnen:
• voortbouwend op de succesvolle groei van het beleidsdomein I&V en de toename van inkomsten onder de zgn. derde geldstroom (voornamelijk EU-Toegepast onderzoek en VLAIO-projecten) en de trage maar geleidelijke groei van de inkomsten van de zgn. vierde geldstroom (hoofdzakelijk dankzij succesvolle licentie-overeenkomsten), zet het Innovatie- en Valorisatiebeleid in de eerste plaats in op continuïteit van de werking.
• in het kader van internationalisering wordt verder ingezet op uitbouw van de EU-werking toegepast onderzoek via versterking van ERIS met twee nieuwe medewerkers met een excellente onderzoeks- en valorisatie track-record (Pilar II en III en Buitenkaderprogramma’s). Waar mogelijk koppelen we dit aan de opportuniteiten die EUTOPIA meebrengt.
• via het VUB Impact programma trekken we een tweede lichting postdocs aan die een tweejarig onderzoeks- en innovatieproject uitwerken en worden getraind in ondernemerschap, business case uitwerking en advanced transferable skills (Europees MSCA project met IOF co-financiering).
• we zetten verder in op het verhogen van het UAB-aandeel (associatie) in de verdeelsleutel van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) en verscherpen daartoe het IOF-beleid.
• de samenwerking met bedrijven (en andere maatschappelijke actoren) verhogen we bottom-up via kennisdiffusie en aanbod gedreven waarbij we VUB-expertise beter bekend maken, en top-down door vraaggedreven de noden van bedrijven te linken aan onderzoeks- expertise en roadmaps. Hiervoor werd een bijkomend profiel ‘Outreach Officer’ aangeworven, om de beleidsaanbevelingen van de Vlaamse overheid uit te voeren.
• het ondernemerschap stimuleren we door het Spin-off team verder uit te bouwen om coaching van onderzoekers te intensifiëren en ‘Startersseminaries 2.0’ in te voeren voor entrepreneurs én intrapreneurs, m.a.w. voor ondernemers die een bedrijf willen opstarten, maar ook als een leertraject voor alle onderzoekers die focus leggen op toegepast onderzoek binnen de VUB of in een volgende carrièrestap. Hiervoor werken we samen met het Startlab.brussel naar een overkoepelend VUB breed beleid rond ‘entrepreneurship & intrapreneurship’, versterkend voor zowel onderzoeksgebaseerde spin-off’s als studentenondernemingen.
• Tot slot wordt het incubatoren/ researchparkenbeleid geheractiveerd, waarbij de Pre Bio-incubator (BIB) wordt gerealiseerd en de verdere ontwikkeling van het researchpark Zellik wordt ondersteund.
‘Maatschappelijk verantwoord valoriseren en ondernemen’, met respect voor de rol van de onderzoekers -maar ook met aandacht voor de rechten van de universiteit- zal als een rode draad door het geheel lopen, waarbij aandacht voor welzijn, gelijkheid en de strategische ontwikkelingsdoelen van de VN als kompas worden gehanteerd. Hiermee streven we de doelstellingen na die in het VUB beleidsplan worden uitgetekend.
II.3 VUB TECHTRANSFER
Om de beleidsdoelstellingen te realiseren werd de reeds sinds 1998 bestaande Interface cel in 2015 losgemaakt van het Research & Development-departement en als autonome ondersteunende dienst toegevoegd aan het vicerectoraat innovatie en valorisatie. De dienst R&D herorganiseerde zich ook met focus op (fundamentele) Research & Datamanagement.
Bij het in voege treden van het nieuwe merkenbeleid VUB (2016) werd de naam van de dienst VUB TechTransfer. Hieronder wordt begrepen dat de dienst instaat voor de valorisatie van alle vormen van kennis die aan de universiteit ontwikkeld worden (met uitzondering van outreach en wetenschapscommunicatie-activiteiten).
II.3.1 Missie en organisatie VUB TechTransfer
VUB TechTransfer is de operationele dienst die de uitwerking van het Innovatie- en valorisatiebeleid aan de VUB ondersteunt. Sinds 2003 is de opdracht uitgebreid tot de EhB en ook met het UZ zijn er afspraken gemaakt om valorisatiedossiers te begeleiden.
II.3.2 Missie
VUB TechTransfer stelt zich als doel wetenschappelijke onderzoeksresultaten te valoriseren – in samenwerking met de onderzoekers - om zo een innoverende bijdrage te leveren aan de maatschappij, waarna de inkomsten door de universiteit terug kunnen geïnvesteerd worden, in de eerste plaats in onderzoek en innovatie. Het luik filantropische fondsenwerving dat sinds 2012 werd opgenomen, beoogt eveneens de verwerving van bijkomende externe middelen ten behoeve van strategisch en toegepast onderzoek en kernactiviteiten die het beleid wenst te ondersteunen.
II.3.3 Waarden
• Constructief meedenken: samen voor de juiste strategische oplossing kiezen.
• Betrouwbaar: engagementen nakomen, finale keuzes respecteren
• Eerlijkheid: deontologisch handelen, correcte administratieve en financiële afhandeling
• Klantgerichtheid:luisteren en meedenken, zorgen voor resultaatgerichte tussenkomsten
• Innovatie: ‘out-of-the-box’ denken zodat de juiste oplossingen gekozen worden
• Team werk: samen werken, samen slagen
II.3.4 Organisatiestructuur
In 2017 werd het organogram aangepast bij de invoering van het VUB Functiehuis. Het dient jaarlijks opnieuw aangepast te worden, daar de dienst verder groeit en de taken en bevoegdheden regelmatig anders verdeeld worden.
VUB TechTransfer is georganiseerd in verschillende entiteiten of cellen. Er zijn transversale functies zoals de UZBrussel liaison, de incubatormanager en de Eutopia Liaison.
• Business development Vlaanderen/ IOF
• Business development Brussel
• Legal: de juridische cel van TechTransfer
• EU Research & Innovation Support (ERIS): voor toegepaste EU projecten
• IP & licensing- entrepreneurschip & spin-off
• Foundation (filantropische fondsenwerving en Fellowship)
• Crosstalks – netwerk
Ondersteunend zijn ‘Communicatie en events’ en ‘Secretariaat en administratief contractbeheer’.
Ondersteunend zijn ‘Communicatie en events’ en ‘Secretariaat en administratief contractbeheer’.
Personeel nominatief
Personeel nominatief
Directeur VUB TechTransfer
Sonja Haesen
Business development Brussel
TT Officer/Brusselse innovatieprojecten
Business development Vlaanderen en IOF
TT Officer/IOF en Vlaamse innovatieprojecten
Kennisvalorisator Humane en Sociale wetenschappen
Innovation Manager
EU Research & Innovation Support (ERIS)
European Research & Innovation Support (coördinatie)
European Research & Innovation Support
European Research & Innovation Support
European Research & Innovation Support
European Research & Innovation Support
European R&I Support officer Communication advisor
Legal
Legal Counsel/ spin-off & innovation contracts (coördinatie)
Legal Advisor/contracten
Legal Advisor/contracten
Legal Advisor/contracten
IP & Licensing, Entrepreneurship & Spin-off
TT Officer/IP Management & Licensing
TT Officer/Spin-off management
Spin-off coach
TT Officer/Entrepreneurship
Octrooibeheer
Program Manager StartLab for Researchers
Transversale werking
TT Officer/HSW
TT Officer/UZB valorisatie
TT Officer/Incubator Manager
TT Officer/EUTOPIA
Foundation en Fellowship
Afdelingshoofd Fundraising & Fellowship
Qing Cai
Liesbeth Bosman
Mieke De Volder
Gert Vanmarcke (mei 2024)
Philippe Westbroek
Alessandra Rosetti
Mohammad Boroun
Marie Lucille Pfeiffer
Cristina García Timermans (vanaf september 2024)
Mimi Deprez (tot juni 2024)
Maxime Smits (vanaf september 2024)
Kristel Mommaerts
Twyla Quéva
Thomas De Doncker
Linde Leblans
Hugo Loosvelt
Jacky Boonen
Arne Pauwels
Marc Goldchstein
Sophie Cammaerts
Maarten De Ruyck (vanaf oktober 2024)
Jessica Hekking (afwezig)
Suzy Renckens
David Moreels
Tuur Roels
Elisabeth Rabaey Fellowship program
Communicatiemedewerker
Data management officer
Paralegal
Fundraiser
Hanan Belaraj (afwezig)
Lisa Van Reepingen
Claudia Alba Ortuno
Alysia Vertessen
Joris Verluyten (vanaf oktober 2024)
CROSSTALKS
Coördinator
Communicatiemedewerker
Goedele Nuyttens
Ine De Bock
Consultant Marleen Wynants (afgebouwd)
Communicatie en events
Coördinator communicatie
Communicatiemedewerker
Alena Aga
Maxime Smits (tot september 2024)
Ming-Sum Yu (vanaf november 2024)
Secretariaat en Administratief contractbeheer
Management Assistant (coördinatie)
Tania Bauwens
Secretariaatsmedewerker / contractmanagement Natasja De Landtsheer
Contract Management (coördinatie)
Wesley Verbeke
Contract Administrator Lotte De Smedt (vanaf 1/2/24)
In 2021 verhuisde TechTransfer naar Pleinlaan 11, wat een wezenlijke verandering was. Voorheen was het bijna niet mogelijk om ‘klanten’ te ontvangen in gebouw M en waren de kantoren veel te klein voor verdere groei. In 2022 werd overgegaan naar een 'nieuwe vorm van werken', waarbij gedeeltelijk thuiswerk op vrijwillige basis voor iedereen een goede aanpak bleek. Verdere groei van het team zal in 2025 zorgen voor de invoering van flexibele werkplekken.
In 2021 verhuisde TechTransfer naar Pleinlaan 11, wat een wezenlijke verandering was. Voorheen was het bijna niet mogelijk om ‘klanten’ te ontvangen in gebouw M en waren de kantoren veel te klein voor verdere groei. In 2022 werd overgegaan naar een ‘nieuwe vorm van werken’, waarbij gedeeltelijk thuiswerk op vrijwillige basis voor iedereen een goede aanpak bleek. Verdere groei van het team zal in 2025 zorgen voor de invoering van flexibele werkplekken.
In 2024 werd het ERIS team verder versterkt met Cristina García Timermans. Mimi Deprez ging met pensioen en Maxime Smits vervoegde het team. Het team rond Entrepreneurship kreeg een nieuwe manager voor StartLab voor Researchers, Maarten De Ruyck.
Bij het Foundation team werd de rol van Fundraiser overgenomen door Joris Verluyten.
Gert Vanmarcke nam de rol op van Innovation Manager.
Het team Contractbeheer werd uitgebreid met Lotte De Smedt.
In 2024 werd het ERIS team verder versterkt met Cristina García Timermans. Mimi Deprez ging met pensioen en Maxime Smits vervoegde het team. Het team rond Entrepreneurship kreeg een nieuwe manager voor StartLab voor Researchers, Maarten De Ruyck.
Bij het Foundation team werd de rol van Fundraiser overgenomen door Joris Verluyten.
Gert Vanmarcke nam de rol op van Innovation Manager. Het team Contractbeheer werd uitgebreid met Lotte De Smedt.
VUB TechTransfer telt op 31 december 2024 38 medewerkers : 36,4 VTE’s. 40% van de middelen voor personeel komt van Vlaamse Interafacefinanciering en uit de beheerskost van het IOF. Iets minder dan 16% komt via Innoviris voor de valorisatieactiviteiten die in Brussel worden begeleid en de overige 44% komt van VUB- middelen uit gegenereerde overhead (Patrimoniummiddelen).
VUB TechTransfer telt op 31 december 2024 38 medewerkers : 36,4 VTE's.
Het TechTransfer team is sinds het autonoom werd in 2015 sterk gegroeid, dankzij bijkomende externe inkomsten en projecten van VUB (zoals de ASP projecten) waarmee in personeel wordt geïnvesteerd. Er worden ook voor de volgende jaren bijkomende vacatures gepland, in lijn met de uitbreiding van de taken die TechTransfer opneemt.
40% van de middelen voor personeel komt van Vlaamse Interafacefinanciering en uit de beheerskost van het IOF. Iets minder dan 16% komt via Innoviris voor de valorisatieactiviteiten die in Brussel worden begeleid en de overige 44% komt van VUBmiddelen uit gegenereerde overhead (Patrimoniummiddelen).
VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.
II.3.5 Kernopdrachten
Het TechTransfer team is sinds het autonoom werd in 2015 sterk gegroeid, dankzij bijkomende externe inkomsten en projecten van VUB (zoals de ASP projecten) waarmee in personeel wordt geïnvesteerd. Er worden ook voor de volgende jaren bijkomende vacatures gepland, in lijn met de uitbreiding van de taken die TechTransfer opneemt.
VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.
Uit de strategische en operationele doelstellingen (waaronder acties gericht naar de EhB en het UZB) kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden (de activiteiten van Crosstalks en Foundation worden verder in de tekst behandeld):
• Operationele werking die de vicerector Innovatie en Valorisatie ondersteunt in het ontwikkelen en implementeren van zijn beleid;
II.3.5
Kernopdrachten
• Onderzoekers sensibiliseren en ondersteunen bij de indiening van onderzoeksprojecten ‘strategisch basisonderzoek en toegepast onderzoek’ die in competitie verworven kunnen worden, via gerichte acties, informatiesessies, website en persoonlijke begeleiding;
Uit de strategische en operationele doelstellingen (waaronder acties gericht naar de EhB en het UZB) kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden (de activiteiten van Crosstalks en Foundation worden verder in de tekst behandeld):
• Pro-actief scouten van bedrijven (waaronder bijzonder aandacht voor KMO’s) die interesse hebben in onderzoekssamenwerkingen, via deelname in netwerken, organisatie van contactdagen, verspreiding van onderzoeksinformatie (website, brochures, publicaties);
• Begeleiding geven bij het opstellen van onderzoeksvoorstellen door de match met de call te controleren, advies over personeel en budgetering geven, freedom-to-operate analyse maken, invullen valorisatieluik, enz;
• Pro-actief scouten van onderzoeksgroepen die Europese projecten met toegepaste finaliteit wensen in te dienen/ er in kunnen participeren, begeleiden bij de indiening van projectvoorstellen, begeleiden bij de samenstelling van de consortia
via deelname in netwerken (Vlaanderen, Brussel, internationaal) volgens het i-ISO concept;
• Uitvoering van een MSCA project ‘Impact’ dat internationale wetenschappers aantrekt naar de VUB om hun valorisatieproject vorm te geven (ERIS);
• Juridisch advies over en opstellen van overeenkomsten, juridische screening van onderzoeksvoorstellen van derden en hulp bij de negotiatie van onderzoekscontracten;
• Opvolgen van de wetgeving aangaande Dual Use and misuse, Medical devices, Nagoya protocol, Clinical Trials, Mensenrechten toets enz en implementatie in de contracten;
• Stimuleren en begeleiden van toegepast onderzoek en valorisatie specifiek in de faculteiten ‘Humane en Sociale wetenschappen’;
• Samenwerking rond en valorisatie van UZ Brussel onderzoek opvolgen en begeleiden;
• Administratief contractbeheer van de door TechTransfer beheerde dossiers (inbreng in de databank ter aansturing financiële dienst en personeelsdienst), inclusief indienen van tenders en oplossen van administratieve problemen;
• Screening/ opstellen van de IP clausules in onderzoeksvoorstellen met het oog op de vrijwaring van de freedom-tooperate;
• Sensibilisering van onderzoekers mbt de bescherming van intellectuele eigendom, via opleidingen, gerichte acties, website en informatiebrochure (ook: geven van cursussen rond IP in reguliere onderwijscurricula) ;
• Begeleiding bij het opstellen van een record of invention en van een octrooi-aanvraag, eerste octrooi searches en begeleiding bij grondige searches, indiening van aanvragen via octrooibureaus en inhoudelijke opvolging octrooiprocedure, financiële opvolging;
• Organisatie van de IOF-raden, uitwerken van reglementen en oproepen, organisatie van de selectieprocedures, financieel beheer, verslaggeving en opvolging;
• Begeleiden van de IOF groepen en –mandatarissen; ondersteuning en advies bij de uitvoering van de IOF programma’s;
• Scouting van spin-off opportuniteiten, begeleiding bij het opstellen van het business en financiëel plan, coaching van het ondernemersteam;
• Juridische ondersteuning bij vennootschapsrechtelijke aangelegenheden (aandeel-houdersovereenkomsten, statuten) inclusief het opstellen (en voorbrengen) van participaties in spin-off’s op de innovatie- en valorisatieraad;
• Begeleiden van de spin-off dossiers naar financiering (VC’s, eigen fondsen QBIC);
• Deelname voor VUB in raden van bestuur van spin-off bedrijven, deelname in de managementcomité’s)
• Stimuleren van ondernemerschap via de organisatie van Startersseminaries (organisatorisch en als lesgever) Advanced courses en gerichte coaching;
• Medebeheer van researchpark Zellik (GEP dossier) en incubatoren, organisatie van matchmaking events;
• Uitbouw van bio-incubator(en) op de campus en het researchpark
• Partner in het Crosstalks netwerk, advies en overleg mbt de activiteiten van het netwerk;
• Deelname voor VUB in onderzoeksgerelateerde vzw’s, opvolging van de dossiers van de Strategische onderzoekscentra en Strategische Speerpuntclusters, deelname aan werkgroepen en fora zoals VLIR, VOKA, Impulse.be, FWO/ VLAIO werkgroepen, Flanders Smart Hub, Innoviris, enz, inclusief lobbying voor VUB thema’s;
• Deelname in het EUTOPIA netwerk met werkpaketten die betrekking hebben op valorisatie van onderzoek
• Opstellen en verdedigen van strategische (meerjaren) plannen en rapporten voor financierende overheden (TechTransferfinanciering: Vlaamse en Brusselse overheid);
• Opvolging en organisatie van deelnames aan beurzen, ondermeer in het kader van TTO Flanders;
• Ontwikkelen van promotietools voor het toegepast onderzoek en de IOF groepen -in het kader van de opdrachten van de Brusselse en Vlaamse overheid met het oog op de stimulering van samenwerking met het bedrijfsleven, met nadruk op KMO’s- via website VUB TechTransfer, website TTO-Flanders, brochures, posters en campagnes; monitoring van de impact ervan; speciale aandacht voor groepen in de HSW;
• Ondersteuning bij filantropische fondsenwerving (giften, legaten, fondsen, leerstoelen) door de Foundation en organisatie van het Fellowship
III. Sector Innovatie en valorisatie
III.1. Decreten en reglementen
Wetenschappelijke dienstverlening wordt in de Codex Hoger Onderwijs beschreven als één van de drie basisopdrachten van de universiteit, naast academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk wordt hiermee alle onderzoek in opdracht van derden bedoeld, evenals de valorisatie van onderzoeksresultaten.
Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap d.d. 22. 02. 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening schept hiervoor het wettelijk kader en is nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013, Deel 4, Titel 2. De Codex Hoger Onderwijs bepaalt bovendien dat de vermogensrechten op vindingen in het kader van onderzoek, toebehoren aan de Universiteit.
De Vrije Universiteit Brussel was één van de eerste Vlaamse universiteiten die een eigen valorisatiereglement uitwerkte met bepalingen van return naar uitvinders en onderzoeksploegen. Dit valorisatiereglement dateert van 17 maart 1998 en was een aanvulling van het VUB-reglement op de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstbetoonactiviteiten dd. 28 maart 1995. Het valorisatieregelement is, conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing UAB RvB d.d. 18/12/2008 en geactualiseerd
en goedgekeurd op 11/10/2021). Het dienstbetoonreglement is, eveneens conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing RvB UAB d.d. 18/06/2007). Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs (nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs) diende de Associatie Brussel dit Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Binnen de Vrije Universiteit Brussel bestond reeds een voor valorisatie bevoegde dienst, de toenmalige Technology Transfer Interface, nu VUB TechTransfer, en derhalve werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie. Concreet betekent dit dat de VUB TechTransfer de valorisatie van onderzoek van het geheel van de Universitaire Associatie Brussel behartigt, maar enkel op vraag van de EhB advies geeft over dossiers.
In de loop van 2020 werden een nieuw VUB Spin-off reglement (met inbegrip van een Spin-off Kennisgevingsformulier) en een Ethische code inzake belangenconflicten bij spin-offs uitgewerkt en voorgesteld aan de Innovatie-en Valorisatieraad. Daaropvolgend werd dit nieuwe VUB Spin-off Reglement goedgekeurd door de Academische Raad op 18 mei 2020 en aansluitend ter kennis gebracht van de Raad van Bestuur.
Uit vele jaren praktijk rond spin-offs is immers gebleken dat spin-offs een steeds meer prominente plaats innemen in het innovatielandschap, met eigen wetmatigheden binnen een academische context, zodat het aangewezen was om alle regels en richtlijnen samen te brengen in één apart reglement. Het betreft hier de vroegere delen II en III van het UAB DAD Reglement, die werden geactualiseerd en aangevuld met nieuwe elementen, zoals het Spin-off Kennisgevingsformulier en een Ethische code inzake belangenconflicten, dewelke onmiskenbaar ontstaan naar aanleiding van de oprichting van spin-offs.
III.2 Het concept valorisatie
In de afgelopen 20 jaar heeft de ‘valorisatie van onderzoeksresultaten’ enorm aan belang gewonnen. De financiële ondersteuning die de Vlaamse en Brusselse overheden voorzien om toegepast onderzoek verder te brengen tot op het niveau van toepassingen (hogere TRL niveaus), is sterk toegenomen. Zo investeerde de Vlaamse regering de afgelopen jaren steeds meer in gericht onderzoek. Ook wordt veel belang gehecht aan de output (onderzoekssamenwerkingen, octrooien, spin-off’s,..) die de universiteiten en hogescholen kunnen voorleggen omdat dit een belangrijke kernindicator is voor de regionale innovatiegraad, waarin Vlaanderen bij de koplopers hoort. Ook omdat dit een (on)rechtstreekse weerslag heeft op de innovatiegraad van ondernemingen, uitvoer en tewerkstelling, m.a.w. parameters die de economische situatie van een regio in belangrijke mate bepalen.
De financiering van ondersteunende diensten binnen de universiteiten die dit proces dienen te begeleiden, heeft ertoe geleid dat nu in elke universiteit een expertisecel is uitgebouwd die de onderzoekers in deze materie kan ondersteunen. Binnen VUB is de dienst TechTransfer hiervoor verantwoordelijk. Hierdoor is er ook binnen de kennisinstellingen een graduele mentaliteitsverandering opgetreden: de onderzoeker vandaag wenst nog steeds een expert te zijn in de fundamentele aspecten van zijn vakgebied, maar zij of hij heeft ook meer belangstelling ontwikkeld voor de toepassing van het onderzoek en de impact die hiermee kan gecreëerd worden. De beschikbaarheid van nieuwe onderzoekskanalen om deze uitdaging op te nemen, de kans om binnen een onderzoeksgroep nieuwe profielen van onderzoekers te ontwikkelen/ aan te trekken en de mogelijkheden om hiermee ook meer middelen te verwerven, hebben dit bewerkstelligd. De vertaling van het onderzoek naar de samenleving is een rol die nu elke onderzoeker ter harte zou moeten nemen, daarin geholpen door het kader dat de universiteit aanbiedt.
III.3 Maatschappelijke en economische aspecten
Het Onderzoeksbeleidsplan en Algemeen Strategisch Plan van de Vrije Universiteit Brussel definiëren de verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek, waarbij wordt aangegeven dat enerzijds alle wetenschappelijke onderzoektypes worden ondersteund (verantwoordelijkheid bij onderzoeksbeleid), evenals de trajecten gaande van de wetenschappelijke ontdekking, de uitvinding tot en met de ontwikkelings- en ontplooiingsfasen ervan (verantwoordelijkheid van het innovatiebeleid, i.e. bijvoorbeeld de implementatie van demonstratoren en prototypes, eindrapporteringen, beleids-aanbevelingen leidend tot kennis en/of technologie overdracht naar de socio-economische actoren zoals de overheid, de industrie, de non-profit sector).
Het innovatie-en valorisatiebeleid omvat het beleid met betrekking tot economische, commerciële en maatschappelijke valorisatie evenals het beleid inzake leerstoelen en sponsoring.
Maatschappelijke valorisatie als onderdeel van het beleidsdomein ‘Innovatie- en valorisatie’ wordt daarbij gedefinieerd als ‘elke vorm van valorisatie met een economische, commerciële en financiële valorisatiefinaliteit’. Andere vormen van maatschappelijke valorisatie, vb. wetenschapspopulariserende initiatieven, sociale innovatie zonder economische, commerciële en financiële finaliteit, enz… -samen te vatten als ‘outreach activiteiten’- vallen onder het beleidsdomein ‘onderzoek’.
III.4 Belang voor de universiteit vandaag en in de toekomst
Valorisatie van onderzoek met impactcreatie als doel en de verhoging van de verworven middelen hieruit, heeft in het Algemeen Strategisch Plan van de VUB een prominente plaats gekregen. Een gezond financieel beheer en uitbreiding van de netwerken blijven evenwel prioriteiten met als uiteindelijke doelstelling de VUB meer onafhankelijk te maken van overheidsmiddelen, door efficiënter privé- en projectmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling aan te trekken zodat met de resultaten van dit onderzoek uiteindelijk impact kan gecreëerd worden in de samenleving.
De Vlaamse overheid zet sterk in op toegepast onderzoek en kennis- en technologie-overdracht: “economie” en “innovatie” behoren tot de bevoegdheden van éénzelfde minister en vanaf 2021 werden aanzienlijke bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling vrijgemaakt (ondermeer in het kader van het COVID-Relanceplan met nadruk op versterking van de Vlaamse industrie). Dit beleid is verder gezet en zal verder versterkt worden in Vlaanderen onder de nieuwe Vlaamse regering.
Ook in Brussel vormt het Gewestelijk Innovatieplan (PRI) het referentie-kader voor het onderzoek als hefboom voor socio-economische ontwikkeling. Dit Plan kreeg een actualisering in 2021 waarvoor de universiteit werd gevraagd om inbreng. Ook voor het nieuwe PRI werd op de VUB beroep gedaan om toekomstvisies te formuleren. Er tekent zich ook hier een versterking af van toegepast onderzoek, weliswaar nog in afwachting van een nieuwe Brusslese Regering, wat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest -dat geen onderwijs- en onderzoeksbevoegdheid heeft- sterk op economische relance en speerpunten inzet.
“Valorisatie van onderzoek” moet dus binnen de universiteit blijvend de volle aandacht krijgen, willen we onze rol in dat landschap kunnen opnemen.
De VUB kan hierdoor ook een belangrijke plaats innemen in het gezelschap van andere innovatieve universiteiten, gemeten aan de hand van ingediende, goedgekeurde en geciteerde octrooien: in de Reuters top 100 van de meest innovatieve universiteiten in Europa stond de VUB op plaats 59 in 2019 (er werden geen ranking meer gemaakt na dat jaar, omdat dit voor Reuters commercieel niet meer interessant bleek). De VUB kan dus niet op haar lauweren rusten, er moet voortdurend aan het beleid en de uitvoering gewerkt worden, willen we ons handhaven in dit zeer competitief landschap.
III.5 Alignering met het VUB beleidsplan
Het nieuwe VUB ASP5-beleidsplan dat door Rector Jan Danckaert werd uitgetekend stelt de volgende strategische doelstellingen voorop, waarmee het vicerectoraat zijn activiteiten aligneert:
SD1 – We bouwen een performante en klantgerichte organisatie uit:
- Vereenvoudiging van de interne (administratieve) processen
- Herwerken van de governance
- Uittekenen van een nieuwe organisatiestructuur en dienstverlening die ermee gepaard gaat
SD2 – We ontwikkelen een warm en waarderend personeelsbeleid
- Verankering van het beleid inzake welzijn en ongewenst grensoverschrijdend gedrag in de organisatie
- Implementering van het vernieuwde ZAP-loopbaanbeleid
- Ontwikkeling en het stimuleren van leiderschap op alle niveaus in de organisatie
SD3 – We verfijnen de positionering van de ‘urban engaged university’
- Opzetten van een oefening over de vraag ‘Wie zijn we en waarom zijn we er ?’
- Bepalen hoe we de positionering naar buiten brengen en hoe we ze levend houden.
SD4 – We evolueren naar een Europese Universiteit
- Verder uitvoeren van EUTOPIA MORE
- Versterken van onze Europese werking
SD5 – We versterken het netwerk van de VUB en de impact van de VUB in de samenleving
- Het in kaart brengen van het netwerk van VUB en uitbreiding waar noodzakelijk
- Verder inzetten op initiatieven die het netwerk betrekken bij VUB
- Uitbouw van ‘PACT’ (i.e. de Caroline Pauwels Academy of Critical Thinkin
Doorheen de tekst wordt aangegeven hoe dit in het Innovatie- en valorisatiebeleid wordt meegenomen en hoe de werking van TechTransfer hiermee rekening houdt in haar activiteiten.
IV. Innovatie- en valorisatieraad
IV.1 Bevoegdheden- Organiek Statuut
Het Organiek statuut van de VUB (6.11.2014 en aangepast) bepaalt dat de Innovatie- en Valorisatieraad beslissingen kan nemen inzake volgende aangelegenheden :
1. De verdeling en de toewijzing van middelen voor het innovatie-en valorisatie-beleid;
2. De opstart en stopzetting van octrooidossiers;
3. De deelname in verenigingen en rechtspersonen inzoverre dit betrekking heeft op onderzoeks- en/of valorisatieactiviteiten;
4. De installatie van leerstoelen en de aanduiding van de leerstoel-houder, na advies te hebben bekomen van de Onderwijsraad en/de Onderzoeksraad en/de Raad Internationaal beleid;
5. De aanvaarding van giften en legaten;
6. De aanvaarding van sponsoring.
De Innovatie- en Valorisatieraad kan, binnen de voorwaarden en grenzen die hij bepaalt, de bevoegdheden delegeren aan de vicerector innovatie- en valorisatiebeleid. De Innovatie- en Valorisatieraad brengt de Academische Raad en de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte.
De Innovatie- en Valorisatieraad formuleert voorstellen en verleent advies aan de Academische Raad inzake het strategisch innovatie- en valorisatiebeleid, met name de economische, commerciële en financiële valorisatie van wetenschappelijk onderzoek.
De Innovatie- en Valorisatieraad stelt jaarlijks een ontwerpdeelbegroting en een ontwerpjaarrekening op voor het beleidsdomein Innovatie en Valorisatie, en maakt deze over aan het Directiecomité.
Telkens wanneer hij daartoe wordt verzocht, verstrekt de Innovatie- en Valorisatieraad advies aan de Universiteitsraad, de Raad van Bestuur, de Academische Raad, de rector of de vicerector Innovatie- en valorisatie.
IV.2 Samenstelling I&V raad
De samenstelling van de Raad voor Innovatie en Valorisatie voor het AJ 2024-2025 werd gewijzigd in september 2024 en werd goedgekeurd door de Academische raad op 02 september 2024. In de raad zetelen leden die door de voorzitter werden voorgesteld omwille van hun expertise en betrokkenheid in het valorisatiegebeuren.
I&V-Raad
* Peter Schelkens - voorzitter - vicerector I&V IR
* Pieter Ballon - vicerector onderzoek ES
* Dominique Maes- ondervoorzitter WE
* Hugo Thienpont IR
* Ann Nowé WE
* Bart Roelands LK
* Thomas Crispeels ES
* Marijke Huysmans IR
* Nico Buls (UZ raadgevend) GF/UZ
* Wim Vandenbussche LW
* Nick Devoogdt GF
Tim Vantilborg PE
Fabienne Brison RC
Samenstelling: 13 leden
Gender: 4 dames, 9 heren
(* Leden die ook in de IOF raad zetelen)
IV.3 Vergaderingen I&V raad
De vergaderingen van de Innovatie-en Valorisatieraad vinden in principe maandelijks plaats (één per maand behalve tijdens de maanden juli en augustus). In 2024 werden er 9 vergaderingen georganiseerd. Uitzonderlijk werden de vergadering van de maand maart en oktober geannuleerd wegens de beperkte ontwerpagenda. De geagendeerde punten werden automatisch opgenomen in de agenda van de vergadering van de daaropvolgende maand.
In de mate van het mogelijke wordt afwisselend een plenaire raad en een schriftelijke raad voorzien doch dit kan herzien worden afhankelijk van de geagendeerde materie.
Dossiers die een grondige bespreking behoeven worden immers steeds geagendeerd op een plenaire vergadering. Er vond dit jaar echter slechts twee fysieke raden plaats. Deels wegens de beperkte ontwerpagenda, deels wegens de aard van de geagendeerde materie werd er immers geopteerd om de raad volgens schriftelijke procedure te laten verlopen.
De belangrijkste dossiers in 2024 betroffen:
TechTransfer en innovatie-en valorisatiebeleid
• Open discussie over voorstellen aanpassing lopende ASP5 plan
• Toelichting beslissingen IOF Raad
• Bespreking verlengingen en/of wijzigingen bestuursmandaten (VIL, CAPTURE, ea)
• Bespreking en goedkeuring jaarverslag 2023
• Goedkeuring exclusieve licenties (spin-off dossiers)
• Toetredingen speerpuntclusters, vzw’s en regeling terugbetaling lidmaatschaps-bijdragen
Valorisatiedossiers
• Toetredingen netwerken en betalingen lidgelden
Foundation
• Vrijstelling van de overhead gift Stichting Diabetes Onderzoek
• Voorstel en goedkeuring financiering meerkost aanstellingen op legaten kankeronderzoek, voor middelen uit legaten kankeronderzoek via OZR en via Overlegraad Oncologisch Centrum VUB
• Financiële rapportering fondsen en leerstoelen
• Goedkeuring giften en sponsoring 2023 boven de €50.000
• Aanvaarding of verwerping van legaten/testamenten
• Bespreking en aanvaarding bestemmingsplannen legaten
• Verlengingen en oprichtingen nieuwe leerstoelen en Fondsen op naam
• Goedkeuring leerstoelhouders onderwijsleerstoelen
V. Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
V. Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
V.1 Inkomsten onder IOF
V.1 Inkomsten onder IOF
De financiële middelen van het IOF worden aan de Vlaamse associaties toegekend op basis van de prestatie van de associatie op 6 parameters en dit in een gesloten enveloppe principe.
De financiële middelen van het IOF worden aan de Vlaamse associaties toegekend op basis van de prestatie van de associatie op 6 parameters en dit in een gesloten enveloppe principe.
Het aandeel van de Universitaire Associatie Brussel (VUB + EhB) is volledig gebaseerd op de prestaties van de VUB, daar de EhB hierin tot nu quasi niet bijdraagt. In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: de middelen die beschikbaar gesteld worden voor het globale IOF werden verhoogd met 18 mio€. Dit resulteerde in een significante verhoging van het budget voor de UAB met ca. 1,9 mio€.
Voor 2024 bedraagt het bedrag toegekend onder het IOF aan de UAB 6.443.838€
Het aandeel van de Universitaire Associatie Brussel (VUB + EhB) is volledig gebaseerd op de prestaties van de VUB, daar de EhB hierin tot nu quasi niet bijdraagt. In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: de middelen die beschikbaar gesteld worden voor het globale IOF werden verhoogd met 18 mio€. Dit resulteerde in een significante verhoging van het budget voor de UAB met ca. 1,9 mio€.
Voor 2024 bedraagt het bedrag toegekend onder het IOF aan de UAB 6.443.838€.
Inkomsten Industrieel Onderzoeksfonds
7,000,000
6,000,000
5,000,000
4,000,000
3,000,000
2,000,000
1,000,000
V.2 IOF programma’s
V.2 IOF programma’s
In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: de middelen die beschikbaar gesteld worden voor IOF (verhoging van het budget) alsook de rapporteringsvereisten veranderden. Dit vormde de aanleiding voor de IOF-raad om het bestaande IOF-reglement te herbekijken en dit om de positie van de UAB te bestendigen en te verbeteren binnen dit IOF-fonds. Een nieuw Reglement werd uitgewerkt en goedgekeurd door de bevoegde beleidsniveaus.
In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: de middelen die beschikbaar gesteld worden voor IOF (verhoging van het budget) alsook de rapporteringsvereisten veranderden. Dit vormde de aanleiding voor de IOF-raad om het bestaande IOF-reglement te herbekijken en dit om de positie van de UAB te bestendigen en te verbeteren binnen dit IOF-fonds. Een nieuw Reglement werd uitgewerkt en goedgekeurd door de bevoegde beleidsniveaus.
Er wordt vanaf de oproep 2019 gewerkt met 3 categorieën van GEAR-financiering (Groups of Excellence in Applied Research), waarbij de 'return on investement' (ROI) voor reeds gefinancierde GEAR's als maatstaf wordt gehanteerd voor de indeling in één van drie 0
Er wordt vanaf de oproep 2019 gewerkt met 3 categorieën van GEAR-financiering (Groups of Excellence in Applied Research), waarbij de ‘return on investement’ (ROI) voor reeds gefinancierde GEAR’s als maatstaf wordt gehanteerd voor de indeling in één van drie categorieën. Voor nieuwe aanvragen wordt gekeken naar de output over de afgelopen jaren en wordt een theoretische ROI berekend.
De aanvraagdossiers worden ingediend en beoordeeld binnen één van de volgende categorieën:
• De STARTER GEAR programma’s met TRL 2-3 omvatten een basisfinanciering van 100.000€/jaar voor in principe 5 jaar. Na 3 jaar en na positieve evaluatie kan een verlenging, eventueel met upgrade gedurende 2 jaar toegekend worden.
• Voor de CONSOLIDATOR GEAR met TRL 3-4-5 is een basisfinanciering van 200.000€ per jaar voor 5 jaar voorzien.
• Voor de ADVANCED GEAR met TRL 4-5-6 is de basisfinanciering 300.000€ per jaar voor 5 jaar.
Hiermee blijft het IOF aan de UAB het principe hanteren dat de schaarse middelen niet worden versnipperd, maar als matching funds worden toegekend aan groepen die een track-record kunnen voorleggen, leadership kunnen aantonen en die in een 5-jaren roadmap kunnen aangeven welke valorisatiedoelstellingen ze nastreven.
Additioneel werden tov het vorige reglement een aantal nieuwe instrumenten voorzien voor GEAR-programma’s:
Bonus:
Aan onderzoeksgroepen die scoren op 1 of meerdere aandachtspunten kan een BONUS van 10.000€ tot 50.000€ per jaar toegekend worden tot de volgende GEAR evaluatie. De IOF Raad scherpte deze aan vanaf de call van 2023, GEARs komen in aanmerking als ze scoren op de volgende punten:
• ‘Inclusive policy and social responsability’ en ‘Gender equality plans’
• Humane en Sociale Wetenschappen hoofdaanvrager in het consortium
• EhB en/of UZBrussel en/of een groep van een universiteit uit het EUTOPIA-netwerk is partner in het consortium en/of Interuniversitair IOF-consortium, met toelage vanuit minstens twee universiteiten
• Duurzaamheid, CO² neutrale maatschappij, klimaatactieplanning
Accelerator:
Daarnaast kunnen de GEAR’s een éénmalige ACCELERATOR van 150.000€ aanvragen om een bepaald aspect van hun roadmap versneld uit te voeren. In 2024 werd er geen call geopend voor Acceleratoren.
Proof-of-Concept-projecten
De projectfinanciering voorziet een budgetomvang van 25.000€ tot 75.000€ en lopen maximum 2 jaar. Er worden vanaf 2021 2 calls per jaar georganiseerd en dit om sneller te kunnen inspelen op opportuniteiten.
Invest-projecten
In 2023 werd deze call voor het eerst geopend, gericht op projecten met spin-off finaliteit. Het budget is maximum 150.000€.
Strategische valorisatie-opportuniteiten
De IOF raad kan op advies van de voorzitter beslissen om voor dringende ‘universiteitsbrede’ valorisatie-opportuniteiten vooraf middelen af te nemen van de jaarlijks beschikbare IOF budgetten ovv strategische mandaathouders en/of strategische co-financiering.
Het IOF wil hiermee vorm geven aan het VUB beleidsplan:
* Duurzame verankering van de VUB expertgroepen wordt beoogd, zodat ze ook internationaal de competitie kunnen aangaan. Deze duurzame verankering maakt een duurzaam personeelsbeleid binnen de IOF expertgroepen mogelijk.
* Vernieuwing mogelijk maken, door de starters-financiering te voorzien, beperkt in de tijd, met het oog op doorgroei.
* Netwerken versterken, zowel binnen de associatie (over de faculteiten, met de EhB en UZB), als tussen associaties (interuniversitair)
* Europese werking versterken door het stimuleren van samenwerking met partners in het EUTOPIA netwerk
* Als Urban Engaged University inclusief en vanuit sociale drijfveren projecten financieren die de SDGdoelstellingen mee helpen bereiken, met bijzonder aandacht voor de bijdragen die het onderzoek in de Humane en Sociale Wetenschappen hiertoe levert.
V.3 Raad voor het Industrieel Onderzoeksfonds
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen:
- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de Onderzoeksraad is.
- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie.
- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
De samenstelling van de IOF-raad wordt elk jaar herbekeken.
Samenstelling IOF Raad 2023-2024:
VUB
Hugo Thienpont -IR
Peter Schelkens - IR
Pieter Ballon - ES
Ann Nowé - WE
Thomas Crispeels - ES
Dominique Maes - WE
Maarten Messagie – IR
Wim Vandenbussche – LW
Bart Roelands - LK
Nick Devoogdt
Nico Buls
Marijke Huysmans
Erasmushogeschool Brussel
Kathleen Locus
Evelien Mertens
Bedrijfsleven
Ingrid Van De Voorde (ICT) - Nokia Bell Labs
Isabelle Van der Haegen (Life sciences) –Roche
Sven Vandeputte
Peter Schelkens nam in het najaar 2024 als nieuwe Vice-rector Innovatie en Industriële relaties het voorzitterschap over van Hugo Thienpont.
Dit geeft 7 dames en 10 heren op een totaal van 17 leden. TechTransfer-leden nemen deel met raadgevende stem.
V.4 Selectie IOF 2023
GEAR-programma’s
In 2023 werd een call georganiseerd voor nieuwe GEAR-aanvragen (te starten in 2024). In totaal werden 6 aanvragen ingediend. De IOF-raad selecteerde 6 groepen voor programma-financiering.
ADVANCED GEAR
GEARING MOBI – De volgende generatie electrische en autonome voertuigtechnologie
NANOTOOLS – Van Nanobodies tot nieuwe materialen voor de Biotechnologie en de Gezondheid
CONSOLIDATOR GEAR
Brubotics – Duurzame mens-gerichte robotica
INTEGRAL – Integratie van een multimodale aanpak om de huidige uitdagingen in immuuntherapie aan te pakken
BLIVER 2.0 – Brusselse Alliantie voor Leveronderzoek & Valorisatie
STARTER GEAR
STEP-CHEM - Technologische en socio-economische strategieën voor een duurzame chemische industrie
Electrotechniek en Energietechniek (ETEC)
Structural Biology (SBB)
Robots and Multibody Mechanics (R&MM), Human Physiology and Sports Physiotherapy (MFYS), AI Lab, Electronics & Informatics (ETRO), Studies in Media, Innovation & Technology (SMIT), Belgian Ageing Studies (BAS), Rehabilitation Research (RERE), Software Languages Lab (SOFT), Movement and Nutrition for Health and Performance (MOVE)
Brain and Systems Immunology (BCIM), Molecular Imaging and Therapy (MITH), Translational Oncology (TORC)
In Vitro Toxicologie & Dermato-Cosmetology (IVTD), Liver Cell Biology Research Group (LIVR)
Chemical Engineering (CHIS), Centre for Environment, Economy and Energy (C3E)
In 2023 werd voor een totaal bedrag van 7.700.000€ financiering toegekend aan GEAR-programma’s, inclusief bonussen.
In 2025, met bovengenoemde toekenningen, zijn er 21 GEAR-groepen die gefinancierd worden uit het IOF-fonds. Dit zijn:
• Advanced GEARS: B-Phot, MOBI, Brubotics
• Consolidator GEARS: AI-Lab, Stepchem, SBB, SUMAT, ETRO, AVRG, INTEGRAL, SMIT, CARDIOFIX, LSTS, HOST
• Starter GEARS: Topgun, IMDO, B-Liver, SOFT, Advance Imaging, µFlow, NEUR-o-AIMS,
OVERZICHT GEAR ACTIEF IN 2025
Titel – Promotoren
ADVANCED GEAR
B-PHOT
GEARING MOBI (ETEC)
NANOTOOLS
CONSOLIDATOR GEAR
Brubotics (verschillende vakgroepen)
AVRG
Integral (GF-UZ Brussel/WE-BIR)
Brussels Photonics 2025: Photonics Innovation Powerhouse for Europe and Beyond
Hugo Thienpont, Heidi Ottevaere, Nathalie Vermeulen, Francis Berghmans, Thomas Geernaert, Jürgen Van Erps, Michael Vervaeke, Wendy Meulebroeck, Krassimir Panajotov, Fabian Dürr, Martin Virte
VersnellingsMOBI – De volgende generatie electrische en autonome voertuigtechnologie
Joeri Van Mierlo, Omar Hegazy, Lieselot Vanhaverbeke, Peter Van Den Bossche, Maitane Berecibar, Valéry Ann Jacobs, Maarten Messagie, Evy Rombaut, Thierry Coosemans, Mohamed El Baghdadi, Cedrik De Cauwer
From Nanobodies to new materioals for Biotechnology and Health
Jan Steyaert, Han Remaut, Rouslan Efremov, Anastassia Andreevna Vorobieva
Brubotics: sustainable humanity-centered robotics
Bram Vanderborght, Tom Verstraten, Kevin De Pauw, Bart Roelands, Ann Nowé, Johan Loeckx, Bart Jansen, Adrian Munteanu, An Jacobs, Nico De Witte, Eva Swinnen, David Beckwée, Malaika Brengman, Kim Willems, Greet Van de Perre, Antonio Paolillo, Jeroen Aeles, Ilias El Makrini, Bjorn Verrelst, Pablo Lopez Garcia, Seppe Terryn
VALM&M - Industrial Valorisation of Enhanced Modelling and Monitoring Strategies for Key Technologies
Patrick Guillaume, Christof Devriendt, Jan Helsen, Dieter De Baere
Integrating a multimodal approach to address current challenges in immunotherapy (INTEGRAL)
Jo Van Ginderachter, Damya Laoui, Kiaviash Movahedi, Eva Hadidi, Benoit Stijlemans, Geert Raes, Nick Devoogdt, Tony Lahoutte, Timo De Groof, Cleo Goyvaerts, Matthias D’Huyvetter, Jens Debacker, Karine Breckpot, Lorenzo Franceschini
B-LIVER 2.0 (Brussels Consortium for Liver Research and Valorisation)
B-LIVER (GF-IVTD-LIVR)
Tech4Health (ETRO-INDI)
SUMAT (SURF-FYSC-ALGC)
AI LAB (AI-LAB, DIMA, Data Lab)
Tamara Vanhaecke, Leo Van Grunsven, Joery De Kock, Mathieu Vinken, Hendrik Reynaert
Venturing into Future Health Technologies
Johan Stiens, Piet Wambacq, Bruno Tiago da Silva Gomes, Hicham Sahli, Jef Vandemeulebroucke, Bart Jansen, Jan Lemeire, Kris Steenhaut, Adrian Munteanu, Nikolaos Deligiannis, Peter Schelkens, Maarten Kuijk, Bertrand Parvais, Jonathan C.W. Chan, Jeroen Van Schependom, Abdellah Touhafi, An Braeken, Mark Runacres, Bruno Cornelis, Colas Schretter, David Blinder, Frederik Temmermans
Sustainable Material Technologies (SuMaT)
Annick Hubin, Herman Terryn, Iris De Graeve, Tom Hauffman, Hubert Rahier, Guy Van Assche, Niko Van den Brande, Frank De Proft, Frederik Tielens, Yves Van Ingelgem
Artificial Intelligence Lab
Ann Nowé, Bart De Boer, Bart Bogaerts, Katrien Beuls, Johan Loeckx, Geraint Wiggins, Tom Lenaerts, Wim Vranken, Pieter Libin, Ann Dooms, Kurt Barbé, Vincent Ginis, Sam Verboven, Filip Van Droogenbroeck
House of sustainable transitions
HOST (verschillende vakgroepen)
Cathy Macharis, Waldo Galle, Koen Mommens, Julien Blondeau, Mark Runacres, Sebastian Oberthür, Liliana Lizarazo Rodriguez, Imre Keserü, Svend Bram, Wim Thiery, Tom Kuppens, Dirk Aerenhouts, Tom Deliens, Harri Kalimo, Trisha Meyer, Jamal Shahin, Florian Trauner, Heleen Buldeo Rai, Kim Willems, Franky Bossuyt, Tine Tysmans, Niels De Temmerman, Lars De Laet, Evelien Mertens, Frank De Proft, Kristin Henrard, Bas Van Heur
OCH (LSTS)
CARDIOFIX (BMWE)
SHALGO (SMIT)
STARTER GEAR
STEPCHEM (CHIS-IES)
TOPGUN (ORGC-ICMI)
IMDO
NEUR-o-AIMS
SOFT
µFLOW CELL (DBIT, DRC, Biochemistry, EhB OpenBiolabBrussels)
Advance Imaging (ICMI, ETRO, UZB Abdominal surgery)
Proof-of-concept projecten
Optimizing Legal and Ethical Use of Technologies for Cybersecurity & Health
Paul Quinn, Vagelis Papakonstantinou, Paul De Hert, Serge Gutwirth, Gloria Gonzalez Fuster, Rosamunde Van Brakel, Niels Van Dijk
Bridging the gap towards clinical translation and industrial valorization of an innovative gene therapy platform to treat heart disease
Thierry VandenDriessche, Marinee Chuah
A valorisation programme for social science and humanities research on algorithmic systems
Pieter Ballon, Leo Van Audenhove, Tim Raats, Ike Picone, Kim Willems, Malaika Brengman, Wendy Van den Broeck, Luciano Morganti, Ilse Mariën, An Jacobs, Rob Heyman, Heritiana Ranaivoson, Annelien Smets, Antonis Kalogeropoulos
Technological and socio-economic strategies for a sustainable chemical industry
Joeri Denayer, Tom Van Assche, Karimi Keikhosro, Sebastian Oberthür, Harri Kalimo
TOPGUN: Peptidomimetic TheranOstics develoPment and GMP prodUctioN platform
Steven Ballet, Vicky Caveliers, Charlotte Martin
Industrial Food Biotechnology: Food Fermentations and Functional Starter Cultures
Luc De Vuyst, Frédéric Leroy, Stefan Weckx
Artificial Intelligence from bench to bedside in neurology, neurosurgery and psychiatry
Sebastiaan Engelborghs, Guy Nagels, Michael Bruneau, Nathalie Vanderbruggen, Chris Baeken, Cleo Crunelle, Maarten Moens, Johnny Duerinck, Jeroen Van Schependom, Frederik Van de Steen, Maria Bjerke, Ann De Smedt, Miguel D’haeseleer, Sylvie De Raedt, Véronique Bissay, Jan Versijpt, Anja Flamez, Laura Seynave, Stéphanie Hostenbach, Anna Jansen, Tessa Braeckman
Advanced Software Technologies for Developing Smart, Sustainable and Secure Systems
Wolfgang De Meuter, Coen De Roover, Jens Nicolay
µFlow Cell
Wim De Malsche, Karine Hellemans, Eveline Peeters, Tom Peeters
Advancing imaging technologies and associated applications in life sciences, healthcare, medical research and beyond.
Sophie Hernot, Maarten Kuijk, Hans Ingelberts, Ellen Van Eetvelde, Jasper Stijns
In 2024 werden 2 calls voor PoC-projecten geopend: 1 in het voorjaar en 1 in het najaar.
In totaal werden 9 aanvragen ingediend, waarvan er 4 werden gesteund voor een totaal bedrag van 244.800€.
Strategische valorisatie-opportuniteiten
In 2024 werd een strategische valorisatie-opportuniteit van de Brubotics groep voor een Robotics Incubator op het Research Park Zellik op initiatief van de vicerector weerhouden voor een éénmalige financiering van 100.000€.
Proof-of-concept projecten
In 2024 werden 2 calls voor PoC-projecten geopend: 1 in het voorjaar en 1 in het najaar. In totaal werden 9 aanvragen ingediend, waarvan er 4 werden gesteund voor een totaal bedrag van 244.800€.
Strategische valorisatie-opportuniteiten
VI. Resultaten valorisatie van onderzoek
In 2024 werd een strategische valorisatie-opportuniteit van de Brubotics groep voor een Robotics Incubator op het Research Park Zellik op initiatief van de vicerector weerhouden voor een éénmalige financiering van 100.000€.
VI.1 Inkomsten uit samenwerkingen met de privésector (vierde geldstroom)
VI. Resultaten valorisatie van onderzoek
VI.1 Inkomsten uit samenwerkingen met de privésector (vierde geldstroom)
De positieve groeicurve die sinds 2011 werd genoteerd werd in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen €. De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner waren goed voor 17 miljoen aan éénmalige inkomsten.
Vanaf 2019 moeten de cijfers terug vergeleken worden met de jaren voorheen.
De positieve groeicurve die sinds 2011 werd genoteerd werd in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen €. De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner waren goed voor 17 miljoen aan éénmalige inkomsten. Vanaf 2019 moeten de cijfers terug vergeleken worden met de jaren voorheen.
De totale middelen uit samenwerkingen met de privésector bedragen ca. 15.4 miljoen € voor 2024 (ca. 13,1 miljoen € voor 2023). Hiermee komen deze inkomsten opnieuw op het niveau van 2022.
De totale middelen uit samenwerkingen met de privésector bedragen ca. 15.4 miljoen € voor 2024 (ca. 13,1 miljoen € voor 2023) Hiermee komen deze inkomsten opnieuw op het niveau van 2022
Inkomsten samenwerkingen privé sector (4° geldstroom)
35,000,000.00
30,000,000.00
25,000,000.00
20,000,000.00
15,000,000.00
10,000,000.00
5,000,000.00
*Voor 2024: voorlopige cijfers
*Voor 2024: voorlopige cijfers
Sinds 2020 zien we evenwel dat het aantal contracten niet meer toeneemt, zoals gemeten kan worden aan het aantal nieuwe dossiers die in de databank worden geregistreerd. In 2024 valt het aantal WDGO’s (wetenschappelijk dienstbetoon projecten), iets terug tov. 2023, maar blijft hoger dan in de periode 2020-2021. Het aantal NDA’s neemt wel enorm toe, hopelijk leidt dit dan ook tot meer samenwerkingen in de toekomst.
Onderstaande grafiek betreft enkel de project-aantallen ‘toegepast onderzoek- vierde geldstroom’ (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).
het aantal NDA's neemt wel enorm toe, hopelijk leidt dit dan ook tot meer samenwerkingen in de toekomst.
Onderstaande grafiek betreft enkel de project-aantallen 'toegepast onderzoek- vierde geldstroom' (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).
VI.2 Overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek (Derde geldstroom)
VI.2 Overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek (Derde geldstroom)
Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Sommige onderzoekers kandideren liever voor projecten -zoals SBO- waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is en de financiering ook groter is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner duidelijk afgebakende ‘deliverables’ verwacht.
Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:
Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Sommige onderzoekers kandideren liever voor projecten -zoals SBO- waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is en de financiering ook groter is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner duidelijk afgebakende ‘deliverables’ verwacht. Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:
• FWO-financiering voor toegepast strategisch onderzoek (geen beurzen):
• Strategisch Basisonderzoek (SBO) - economisch of maatschappelijk
• Toegepast Biomedisch onderzoek (TBM)
• VLAIO financiering voor toegepast onderzoek:
• Ontwikkelingsprojecten, onderzoeksprojecten, Haalbaarheidsstudies, Baekelandmandaten, Innovatiemandaten, Financiering voor O&O&I in een internationaal consortium, ICON-projecten (call via VLAIO)
• Landbouw, TETRA en COOCK+ projecten
• Innoviris financiering voor toegepast onderzoek:
Joint R&D project, Applied PhD, Spin-off, POC, Research Platforms, Experimental Platforms, Co-creation, Connect en R&D projects
• Andere (internationale) overheden of organisaties (stichtingen, fondsen): financiering voor toegepaste projecten met valorisatiepotentieel.
• Projecten in het kader van de SOC’s en de Speerpuntclusters (ondermeer c-SBO en ICON)
• Horizon Europe -projecten met economische valorisatie-gerichtheid
• INTERREG, DIGITAL EUROPE, CREATIVE EUROPE, specifieke DG initiatieven en calls, European Science Foundation (ESF), CORNET, CERV programma en alle ERANET en JPI netwerken waarin Innoviris of VLAIO in participeren.
Aantal ID fiches Pure
VI.2.1 Vlaamse financiering voor strategisch basisonderzoek
Interfacefinanciering
Vanuit de Vlaamse overheid wordt subsidiëring voorzien van de interface-activiteiten aan de 5 universitaire associaties, met als doelstelling de bevordering van de wisselwerking tussen de associatie en het bedrijfsleven en de valorisatie van het wetenschappelijk onderzoek.
De verdeling tussen de associaties gebeurt volgens de percentages vermeld in het IOF-besluit en ligt vast voor UAB op 10,75% (geen aanpassing ifv behaalde KPI’s).
Dit betekende in 2024 een interfacefinanciering van 736.608€ voor UAB.
Er is een jaarlijkse rapportering over de activiteiten aan EWI en de UAB.
Overzicht Vlaamse financiering voor strategisch onderzoek
In de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen werden een zeer mooie resultaten behaald, met totaal toegekend VUB budget behaald van 17.670.105€.
In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.
Tabel: Toekenningen Vlaamse financiering in 2024 (zonder onderaanneming)
0 2,000,000 4,000,000 6,000,000 8,000,000 10,000,000 12,000,000 14,000,000 16,000,000 18,000,000 20,000,000
Toekenningen Vlaamse financiering
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Strategisch Basisonderzoek (SBO) Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Strategisch Basisonderzoek (SBO)
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
Projecten worden eind september ingediend en de toekenningen gebeuren in mei van het daaropvolgende jaar. De projecten goedgekeurd in 2024 werden dus reeds in september 2023 ingediend.
SBO-projecten met economische finaliteit:
• In 2023 diende VUB aanvragen in als coördinator, en met VUB als partner. Hiervan werden in 2023 2 projecten goedgekeurd waarbij VUB coördinator is voor een totaalbedrag van 3.357.476€.
• In 2024 werden 6 projecten ingediend met VUB als coördinator en 14 met VUB als partner. De steunbeslissing wordt verwacht in mei 2025.
SBO-projecten met maatschappelijke finaliteit:
• In 2023 diende VUB 9 aanvragen in als coördinator en 6 als partner. Hiervan werden in 2024 3 projecten goedgekeurd voor een totaal van 3.179.814 € voor VUB. Bij 2 van deze projecten is VUB coördinator, bij het 3de onderzoekspartner.
• In 2024 diende VUB 6 aanvragen in als coördinator en 5 als partner, de beslissing hierover zal in mei 2025 genomen worden.
In 2023 werd een thematische call georganiseerd:
• SBO Thematische oproep Circulaire economie
In 2023 werden door VUB 4 aanvragen ingediend: 2 als coördinator en 2 als partner, hiervan werd in 2024 1 project goedgekeurd voor een bedrag van 249.210€ voor VUB.
Toegepast Biomedisch Onderzoek (TBM)
Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interesse- zonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het toegepast biomedisch onderzoek waardoor slechts een beperkt aantal projecten in aanmerking kan komen.
De timing werd aangepast in de call van 2024, waarbij de indiening gebeurt in april en het resultaat wordt bekendgemaakt in november van datzelfde jaar.
In 2024 werden 11 projecten ingediend, hiervan waren er 6 coördinatorprojecten en 5 partnerprojecten. Hiervan werden 2 projecten goedgekeurd, beide met VUB als coördinator, met een totaalbudget voor VUB van 1.911.995€.
VUB TechTransfer zet in op de promotie van het FWO TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers. Elk jaar wordt een infosessie georganiseerd en feedbacksessies met het FWO om de inpassing in het TBM programma te bespreken met geïnteresseerde onderzoekers.
Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)
A) Bedrijfsprojecten : Onderzoeksprojecten en ontwikkelingsprojecten (O&O) Begin 2018 werd het financieringskanaal van O&O-projecten hervormd binnen VLAIO waarbij een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen Onderzoeksprojecten en Ontwikkelingsprojecten, waarbij het financieringspercentage aan bedrijven duidelijk werd vastgelegd.
• Onderzoeksprojecten: de subsidies voor onderzoeksprojecten ondersteunen de onderneming bij het uitvoeren van grensverleggend onderzoek, met een intrinsiek hoog risico, dat op termijn kan leiden tot een belangrijke positieve impact voor het bedrijf én voor Vlaanderen.
• Ontwikkelingsprojecten: dit type project omvat de ontwikkeling van een volledig nieuw of beduidend vernieuwend (verbeterd) product, proces, dienst of concept, en het resultaat heeft een belangrijke impact op de prestaties van het bedrijf. Die impact situeert zich eerder op korte termijn. Sinds 2019 vallen Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal ook onder deze noemer.
• Haalbaarheidsstudies: Sinds mei 2021 vallen ook de haalbaarheidsstudies onder dit kanaal.
In 2024 werden 5 projecten ten bedrage van 1.973.027€ voor VUB als onderzoekspartner goedgekeurd. Daarnaast zal VUB als onderaannemer deelnemen aan 1 project voor 681.000€
B) Baekeland- en Innovatiemandaten
Met Baekelandmandaten wil VLAIO onderzoek ondersteunen dat een economische finaliteit heeft en - in geval van succes - een meerwaarde biedt voor het betrokken bedrijf. Dit onderzoek is tegelijk gericht op een doctoraat; het voldoet aan de gangbare criteria voor doctoraatswaardig onderzoek.
Een Innovatiemandaat is specifiek bestemd om postdoctorale onderzoekers een project te laten uitvoeren in nauwe samenwerking met de bedrijfswereld, hetzij met een bestaand bedrijf, hetzij met het oog op de oprichting van een nieuw bedrijf.
Sinds 2015 wordt sterk ingezet op het verder bekend maken van deze financieringskanalen en op de actieve ondersteuning van de kandidaat-mandatarissen. Dit gebeurt onder andere onder de vorm van:
o Organisatie infosessies en feedbackgesprekken met een adviseur van VLAIO
o Trainingssessie voor de verdediging van de kandidaat bij het Agentschap, met gepersonaliseerde feedback.
o Desgewenst, feedback op het valorisatieluik van de aanvraag.
In 2024 werden er 6 Baekelandmandaten aangevraagd waar VUB bij betrokken is, hiervan werden 3 projecten goedgekeurd voor een totaalbedrag van 1.124.788€ voor VUB.
Er werden 2 Innovatiemandaten met spin-off finaliteit aangevraagd, hiervan werd 1 project goedgekeurd voor een bedrag van 303.682€ voor VUB.
C) Landbouwtrajecten
Het doel binnen deze projecten is om vanuit een concrete probleemstelling of vraag-gedreven opportuniteit innovatieve oplossingen aan te bieden die op korte termijn toepasbaar zijn én resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke (economische) meerwaarde voor de primaire land- en tuinbouwsector.
• Historisch is VUB ondervertegenwoordigd binnen dit financieringskanaal. Sinds 2019 werd een intensievere communicatie rond dit kanaal gevoerd, om het financieringskanaal beter gekend te maken. We willen meegeven dat er in dit kanaal rond vele thema’s kan gewerkt worden, niet enkel planten- of veeteelt, maar er ook mogelijkheden zijn voor onderzoeksgroepen die niet rechtstreeks met landbouw bezig zijn. Er werden echter geen projecten ingediend.
• In 2024 werd de communicatie en promotie van dit kanaal verdergezet.
D) Tetra - projecten
Deze projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleidingen aan de universiteit. In 2024 werd 1 Tetra-project ingediend vanuit VUB. Dit werd goedgekeurd met een budget van 412.655€ voor VUB.
E) COOCK+ projecten
Projecten ‘Collectief Onderzoek & Ontwikkeling en Collectieve Kennisverspreiding/-transfer (COOCK)’ richten zich op groepen van ondernemingen, met als doel het valoriseren van (basis)onderzoeksresultaten door het versnellen van de introductie van technologie en/of kennis.
Dit financieringsinstrument werd door VLAIO geïntroduceerd in 2018.
In 2019 al werden de modaliteiten voor dit instrument herbekeken en deze behelzen o.a. een (retro-actieve) co-financiering van de deelnemende groep indien een aantal KPI’s niet bereikt worden, wat een zeker risico inhoudt voor de deelnemende onderzoeksgroepen.
In 2023 werd deze call aangepast naar COOCK+, waarbij gepoogd werd de toegankelijkheid en de transparantie te verhogen en het risico in verband met de bonussteun obv. KPI’s te verlagen.
Stimulatie van deelname in deze call is beperkt omwille van dit risico.
In 2024 waren er 3 indieningen voor deze call, waarvan 1 project werd goedgekeurd met een budget voor VUB van 305.293€.
F) Thematische ICON projecten : oproep Artificiële Intelligentie en Cybersecurity
Met het Vlaams Beleidsplan Artificiële Intelligentie (VR 2019 2203 DOC.0318/1QUATER), op 22 maart 2019 goedgekeurd door de Vlaamse regering, investeert Vlaanderen 32 miljoen euro per jaar in artificiële intelligentie.
Het beleidsplan bestaat uit drie luiken die elkaar aanvullen en versterken: (i) een onderzoeksluik, gericht op versterking van top AI-strategisch basisonderzoek in Vlaanderen, (ii) een implementatieluik, gericht op implementatie in het Vlaamse bedrijfsleven, en (iii) een luik flankerend beleid, gericht op bewustmaking, opleiding en ethische omkadering. Voor de uitvoering van de aan VLAIO toegewezen taken onder het implementatieluik en het flankerend beleid van de AI-beleidsagenda werden aan VLAIO extra middelen toegewezen. Deze middelen werden verspreid over ondernemerschapsbevordering, innovatiesteun (incl. AI-ICON) en bedrijfssteun (kmo-groeisubsidie en kmo-portefeuille).
Met het Vlaams Beleidsplan Cybersecurity (VR 2019 2203 DOC.0317/1QUATER), op 22 maart 2019 goedgekeurd door de Vlaamse regering, investeert Vlaanderen 20 miljoen euro per jaar in cybersecurity (CS).
Het beleidsplan bestaat uit drie luiken die elkaar aanvullen en versterken: (i) een onderzoeksluik, gericht op het versterken van top strategisch basisonderzoek CS in Vlaanderen, (ii) een implementatieluik, gericht op implementatie in het Vlaams bedrijfsleven, en (iii) een luik flankerend beleid, gericht op sensibilisering, opleidingsaanbod, security & privacy by design. Voor de uitvoering van de aan VLAIO toegewezen taken onder het implementatieluik en het flankerend beleid van de CS-beleidsagenda werden aan VLAIO extra middelen toegewezen. Deze middelen werden verspreid over ondernemerschapsbevordering en innovatiesteun (incl.CS-ICON).
De beoogde AI- en CS-ICON projecten slaan de brug tussen onderzoeksresultaten op vlak van Artificiële Intelligentie en/ of Cybersecurity en toepassingen hiervan in het Vlaamse bedrijfsleven. De beoogde projecten bevatten tenminste een dominant aandeel aan activiteiten gerelateerd aan Artificiële Intelligentie en/of Cybersecurity in de brede zin (i.e., gaande van activiteiten gerelateerd aan strategisch basisonderzoek zoals kennisverwerving tot activiteiten gerelateerd aan industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling zoals demonstratoren) en dat aandeel is van essentieel belang voor het realiseren van de impact van het project (i.e., gaande van academische valorisatie van onderzoeksresultaten tot economische valorisatie van bedrijfsmatige toepassingen). De oproep staat open voor alle toepassingsgebieden waaronder maar niet beperkt tot gezondheid, industrie 4.0, overheid & burgers, circulaire economie, energie en mobiliteit.
Er werd één project ingediend vanuit VUB in 2024. Dit project werd goedgekeurd voor een bedrag van €545.768.
G) Financiering door de speerpuntclusters
De speerpuntclusters faciliteren een netwerk van bedrijven - actief in een bepaald domein - die door middel van onderlinge samenwerking en samenwerking met kennisinstellingen hun competitiviteit wensen te verhogen. De eerste clusterorganisaties werden opgericht onder vorm van Innovatieve BedrijfsNetwerken (IBN’s), daarnaast werden in recentere jaren de speerpuntclusters opgericht. De IBN’s werden afgebouwd of gingen op in de speerpuntclusters. In 2020 telde Vlaanderen in totaal 6 speerpuntclusters met elk hun eigen focus en strategische roadmaps. Hoewel de leden (bedrijven) uit verschillende sectoren komen, werken ze allemaal samen rond een zelfde thema.
• Catalisti ==> chemie (o.a CO2-captatie)
• VIL ==> logistiek
• Flanders’Food ==> voeding
• Flux50 energie, groene mobiliteit, smart grids, micro-grids
• De Blauwe Cluster ==> blauwe economie (o.a. windenergie, aquacultuur, …)
• MEDVIA ==> Health Tech.
• SIM ==> Deze cluster die de materiaalindustrie ondersteunde werd vanaf 2024 grotendeels overgenomen door MateriNex.
Clusterorganisaties kunnen voor de uitvoering van hun rol als facilitator financieel onder-steund worden door de Vlaamse overheid maar hun werking wordt vooral mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van hun leden (bedrijven). Binnen VLAIO zijn er budgetten geoormerkt per cluster en met een steunpercentage van 50% dienen de bedrijven jaarlijks een equivalent bedrag aan cofinanciering te verzamelen hiervoor. De speerpuntclusters maken gebruik van de volgende financieringskanalen: clusterSBO’s, ICON-projecten, O&O-projecten en COOCK-projecten. De onderzoeksprojecten die mogen ingediend worden, moeten passen binnen de strategische roadmap zoals uitgetekend door de cluster en zijn leden en worden binnen de cluster geëvalueerd binnen de wetenschappelijke adviesraad (WAR). Er wordt dus al een voorselectie gemaakt door de speerpuntcluster.
In 2024 werd beslist over 7 clusterprojecten waar VUB bij betrokken was. Hiervan werden 4 projecten goedgekeurd. Het toegekend budget voor VUB in 2024 was 4.256.396€
I) Strategische Onderzoekscentra
Strategische onderzoekscentra (SOC’s) zijn ontstaan dankzij de excellente én relevante resultaten van het academisch wetenschappelijk onderzoek op de brede wetenschapsdomeinen van micro- en nano-elektronica (imec), biotechnologie (VIB), breedbandtechnologie (iMinds, nu overgenomen door imec) en technologisch onderzoek (VITO). Met het oog op economische en maatschappelijke valorisatie wordt gestreefd naar een gepaste verhouding tussen het gerichte en het niet-gerichte onderzoek en zo vervullen de SOC’s een brugfunctie tussen het fundamenteel en het toegepast onderzoek. De SOC’s spelen dan ook een belangrijke rol in de transformatie van de Vlaamse economie. Het vermarkten van hun kennis via de (mede) oprichting van spin-offs vormt hiervan een onderdeel.
Verschillende onderzoeksgroepen van de VUB worden structureel gefinancierd door deze SOC’s. De bijkomende projectinkomsten die deze groepen/onderzoekers verwerven via de SOC’s (uit EU, Vlaamse en andere financiering, los van de structurele dotatie) worden niet weergegeven in de cijfers van VUB maar worden opgenomen in de cijfers van de SOC waartoe deze groep behoort.
Deze cijfers worden door de SOC’s wel in naam van VUB gerapporteerd aan EWI waardoor deze meetellen voor het globale resultaat van VUB onder IOF.
Onder de VUB-Imec raamovereenkomst bedraagt de structurele dotatie voor de VUB onderzoeksgroepen die actief zijn in Imec in 2024 1.042.935,27€.
De structurele dotatie voor de VUB onderzoeksgroepen die actief zijn in VIB bedroeg voor 2024 3.827.570€. Het strategisch onderzoeksinstituut FLANDERS MAKE dat van start ging in 2014, kent ook structurele dotaties toe, in 2024 was dat voor VUB 484.288€.
VI.2.2 Projectfinanciering Brussels Gewest
Interfacefinanciering
VUB TechTransfer ontvangt subsidies van de Brusselse overheid, de Vlaamse overheid, de universiteit zelf en uit kleinere opdrachten. De Brusselse financiering- die belangrijk is- is evenwel te beperkt om een opsplitsing te kunnen maken tussen mensen die in het kader van de conventie met het Brussels Gewest werken en andere TT-medewerkers. Hetzelfde geldt trouwens voor de Vlaamse Interfacefinanciering (zie hoger). Door het samenvoegen van de expertise van alle leden in het team, wordt een TechTransfer office gecreëerd met de nodige kritische massa en een breed aanbod aan expertise. VUB TechTransfer werkt in teamverband, de dossiers worden steeds door verschillende mensen behandeld. Op die manier kan het Brussels Gewest gebruik maken van de uiteenlopende wetenschappelijke, juridische en bedrijfskundige expertise die in het geheel van de interface cel aanwezig zijn, zonder dat al deze mensen fulltime op de overeenkomst kunnen worden geïmputeerd. Op de overeenkomst met het Brussels Gewest werden in 2024 4 VTE geïmputeerd.
Qing Cai zorgt voor de begeleiding van de projecten gerelateerd aan het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Mieke De Volder vult aan voor de HSW-gerichte projecten. Dit garandeert een continue bemanning van de Innoviris cel en maakt het mogelijk om extra visibiliteit te creëren naar de onderzoekers toe. Het TechTransfer-team gaat voor een persoonlijke aanpak, een nauwe opvolging én samenwerking met de VUB onderzoekers. Vragen van onze vorsers voor Innoviris worden indien mogelijk vanuit VUB TechTransfer zelf gesteld, zodat we bij wederkerende vragen het antwoord zelf kunnen geven. We voorzien ondersteuning op verschillende vlakken: terugkoppeling over het projectvoorstel, het nakijken van budgetten, het organiseren van oefenjury’s, onderhandelingen met projectpartners, alsook projectopvolging. Onze toegewijde en persoonlijke aanpak werpt zijn vruchten af. Sommige onderzoekers weten hun weg goed te vinden richting Innoviris via VUB TechTransfer, wat zich vertaalt in telkens weer een hoog aantal indieningen.
Projectfinanciering - resultaten overzicht
Voor 2024 werden er via Innoviris 9 projecten goedgekeurd voor een budget van €5.014.542 voor toegepaste onderzoeksprojecten met een valorisatiefinaliteit in het Brussels Gewest. We merken, en Innoviris geeft ook tevreden aan, dat VUB heel succesvol is in samenwerkingen met Brusselse bedrijven, wat zich vertaalt in het aantal goedgekeuringen. Hieronder volgt een overzicht van de doelstellingen en details van de resultaten voor de Innoviris-projectcalls in 2024.
Applied PhD
Het Applied PhD-programma financiert doctoraatsmandaten, die uitgevoerd worden in samenwerking met een Brusselse entiteit (bedrijf, publieke instelling of vereniging). Het programma wordt jaarlijks in het najaar gelanceerd met een deadline in december. Dit om de start van de mandaten met het academisch kalenderjaar te laten gelijklopen. Er werden in oktober 2023 6 projecten ingediend voor de Applied PhD-oproep, hiervan waren er 2 met een STEM-invalshoek en 4 met een HSW-invalshoek. Uiteindelijk werden 2 projecten met een HSW-invalshoek voor financiering geselecteerd.
Spin-off
De actie Spin-off stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Spin-off projecten krijgen de kans om een innovatief product, proces of dienst op de markt te zetten gebaseerd op voorgaande onderzoeksresultaten en om de industriële en commerciële exploitatievoorwaarden hiervan te onderzoeken met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe economische activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er werd 1 project ingediend, maar uiteindelijk geheroriënteerd naar een succesvolle POC indiening.
Proof-of-concept
Het programma proof-of-concept financiert de demonstratie van de haalbaarheid en de economische levensvatbaarheid van een innovatieve technologie, methode of idee afkomstig van voorafgaand wetenschappelijk onderzoek. Deze oproep is gedurende heel het jaar open. Er werden 2 projecten ingediend en goedgekeurd.
Research platforms
Het Research platforms-programma is voornamelijk gericht op onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd via academische samenwerkingen. Een consortium wordt samengesteld met minstens twee onderzoeksunits van universiteiten en/of hogescholen die een exploitatiezetel hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die over relevante complementaire competenties beschikken. Bovendien moeten er intentiebrieven van Brusselse economische entiteiten worden toegevoegd om aan te tonen dat er interesse is voor het voorstel uit de bedrijfswereld.
Deze oproep werd in mei 2023 (na afwezigheid in 2022) gelanceerd met als thema: “Naar een duurzame digitalisering”. Er werden 3 projecten ingediend met VUB als coördinator. Uiteindelijk werd 1 project weerhouden voor financiering.
Joint R&D project
Het doel van de Joint R&D project-call is om de samenwerking tussen academici en ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen. Het thema van 2023 was “Healthcare Innovation for vulnerable patients”. Naast het feit dat deze call altijd thematisch is, wordt er ook gevraagd om enkel met bedrijven binnen het Brussels Gewest samen te werken. Het thema en de Brusselse poel aan bedrijven spelen zeker een rol in het aantal indieningen. Daarom heeft VUB TechTransfer enorm ingezet op sensibilisering.
Het indieningsproces bestaat uit een expression-of-interest (EOI)- fase, een full proposal fase en een juryverdediging. Innoviris geeft de projectpartners de mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen om een deel van de kosten te dekken voor het schrijven van een volledig projectvoorstel.
In het voorjaar van 2023 werd de Joint R&D project oproep gelanceerd met als thema: “Healthcare Innovation for vulnerable patients”. Voor dit thema was er veel interesse, er werden 11 EOI-projecten ingediend, waarvan 7 naar de full proposal fase mochten. Hiervan werden er uiteindelijk 6 ingediend, één van de projecten werd niet ingediend omwille van een hernieuwde strategie bij het partnerbedrijf. Hierdoor paste het project niet meer in hun R&D visie. Er werden uiteindelijk 3 projecten goedgekeurd.
Co-creation
Innoviris ondersteunt, via de actie Co-Creation, onderzoek en ontwikkeling voor stedelijke veerkracht, dit met verschillende onderzoeksinstellingen, verenigingen, bedrijven en administratieve overheden uit Brussel. Doel is om, tezamen met de Brusselaars, te experimenteren met en te zoeken naar innovatieve oplossingen om het hoofd te kunnen bieden aan de maatschappelijke uitdagingen die het Gewest kent. De call werd aangepast in 2023. Er kan ingediend worden in 3 modaliteiten: Co-Problematisatie, Co-Research of Co-development. Er werd 1 project ingediend met VUB als partner in 2024, hierop heeft Innoviris feedback gegeven met het oog op een potentieel aangepaste herindiening.
R&D projects
Via de actie R&D projects financiert Innoviris industriële onderzoeksprojecten. Industrieel onderzoek is het geheel van acties, kritisch onderzoek en gepland werk dat leidt tot nieuwe handelingen en wetenschappelijke kennis. De resultaten van industrieel onderzoek worden gebruikt om een product, proces of dienst te perfectioneren. Deze oproep is vergelijkbaar met de Joint R&D project, alleen wordt er voor de R&D projects niet binnen een bepaald thema of tijdsperiode gewerkt. De oproep staat heel het jaar open.
In 2024 werd 1 project ingediend en goedgekeurd.
Conclusie
Innoviris past regelmatig haar financieringskanalen aan: enkele kanalen werden opengezet zonder deadline (Co-creation, Spin-Off en POC), andere werden stopgezet (Experimental Platforms) om te herdenken en deadlines werden ook verschoven (Applied PhD en Research Platforms). Dit vraagt enige flexibiliteit van onze onderzoekers en van onze ondersteuning om tijdig te kunnen schakelen met de indieningen. We merken vaak op dat de kwaliteit van het VUB-onderzoek hoogstaand is. Projecten worden afgekeurd eerder omwille van het ontbreken van de juiste expertise langs bedrijfszijde. Na de goedkeuring van projecten volgen wij deze verder op. Onze onderzoekers kunnen beroep blijven doen op ons voor rapporteringen, verlengingen, personeels- en budgetwijzigingen, contractonderhandelingen, …. Hierdoor hebben we vanuit VUB TechTransfer een goed overzicht van de bekomen resultaten en hun valorisatiepotentieel. Onderstaande taartdiagram geeft de inkomsten weer per oproep. We kunnen concluderen dat Innoviris nog steeds een zeer interessante piste is voor onderzoekers die hun onderzoek willen valoriseren.
Figuur 1 Overzicht van de verschillende Innoviris-inkomsten voor 2024 (totaal €5.014.452)
Research Platforms; €753,125
POC, €723,625
Applied PhD; €533,976
Joint R&D project; €2,187,103
R&D projects; €666,068
Figuur 1 Overzicht van de verschillende Innoviris-inkomsten voor 2024 (totaal €5.014.452)
VI.2.3 EU financiering met toegepaste finaliteit
VI.2.3 EU financiering met toegepaste finaliteit
Het concept
Het concept
ERIS-TechTransfer geeft via zijn concept i-ISO een totaalondersteuning in toepassings- en innovatiegerichte Europese financieringsprogramma’s.
ERIS-TechTransfer geeft via zijn concept i-ISO een totaalondersteuning in toepassings en innovatiegerichte Europese financieringsprogramma's.
iDENTIFICEREN van nieuwe EU programmas en calls
INFORMEREN van VUB onderzoeksgroepen over de nieuwe programmes en calls
STIMULEREN door barrières te verlagen om aan EU programmas deel te nemen
ONDERSTEUNEN in elke stap van projectidee tot ingediend projectvoorstel
Het team
Het team
Het ERIS team, onder leiding van Philippe Westbroek, werd in 2021 grondig uitgebreid, wat absoluut nodig was om het succes in het H2020 kaderprogramma verder te kunnen doortrekken in het nieuwe HORIZON EUROPE kaderprogramma, gelanceerd in mei 2021. Anneke Geyzen verliet het team begin 2021, Mirko Miceli verving haar waarna eind 2021 Mohammad Boroun en Mimi Deprez het team vervoegden. Intussen is Mirko Miceli vertrokken en vervangen door Alessandra Rossetti, een sterke onderzoekster en proposal writer. Eind 2023 werd het team verder uitgebreid met Marie Pfeiffer en Cristina Timermans, naar een totaal van 6 FTEs.
Het ERIS team, onder leiding van Philippe Westbroek, werd in 2021 grondig uitgebreid, wat absoluut nodig was om het succes in het H2020 kaderprogramma verder te kunnen doortrekken in het nieuwe HORIZON EUROPE kaderprogramma, gelanceerd in mei Anneke Geyzen verliet het team begin 2021, Mirko Miceli verving haar waarna eind Mohammad Boroun en Mimi Deprez het team vervoegden. Intussen is Mirko vertrokken en vervangen door Alessandra Rossetti, een sterke onderzoekster en proposal writer. Eind 2023 werd het team verder uitgebreid met Marie Pfeiffer en Cristina Timermans, naar een totaal van 6 FTEs.
doortrekken in het nieuwe HORIZON EUROPE kaderprogramma, gelanceerd in mei 2021. Anneke Geyzen verliet het team begin 2021, Mirko Miceli verving haar waarna eind 2021 Mohammad Boroun en Mimi Deprez het team vervoegden. Intussen is Mirko Miceli vertrokken en vervangen door Alessandra Rossetti, een sterke onderzoekster en proposal writer. Eind 2023 werd het team verder uitgebreid met Marie Pfeiffer en Cristina Timermans, naar een totaal van 6 FTEs.
De programma’s onder belegeiding van ERIS-TechTransfer
De programma's onder belegeiding van ERIS-TechTransfer

In HORIZON EUROPE neemt ERIS-TechTransfer de volledige begeleiding op zich van Pillar II programma's met de 6 Clusters en Joint Research Centre; Pillar III programma's met de European Innovation Council (EIC), European Innovation Ecosystems (EIE) en het European Institute of Innovation and Technology (EIT); het "Widening participation and
In HORIZON EUROPE neemt ERIS-TechTransfer de volledige begeleiding op zich van Pillar II programma’s met de 6 Clusters en Joint Research Centre; Pillar III programma’s met de European Innovation Council (EIC), European Innovation Ecosystems (EIE) en het European Institute of Innovation and Technology (EIT); het “Widening participation and spreading excellence programma” met focus op samenwerking met instituten in landen waar EU participatie minder succesvol is (zogenaamde widening countries).
Naast HORIZON EUROPE heeft ERIS ook een reeks andere initiatieven onder haar hoede zoals INTERREG, DIGITAL EUROPE, CREATIVE EUROPE, specifieke DG initiatieven en calls, European Science Foundation (ESF), CORNET, CERV programma en alle ERANET en JPI netwerken waarin Innoviris of VLAIO in participeren. spreading excellence programma" met focus op samenwerking met instituten in landen waar EU participatie minder succesvol is (zogenaamde widening countries).
Naast HORIZON EUROPE heeft ERIS ook een reeks andere initiatieven onder haar hoede zoals INTERREG, DIGITAL EUROPE, CREATIVE EUROPE, specifieke DG initiatieven en calls, European Science Foundation (ESF), CORNET, CERV programma en alle ERANET en JPI netwerken waarin Innoviris of VLAIO in participeren.







DGs



De EU-resultaten in 2024 ERIS-TechTransfer kende in 2024 een mooi resultaat met 43 goedgekeurde projecten, goed voor een totaalbudget van bijna 29 miljoen euro. De grafiek geeft de groei aan die te danken is aan toegepaste onderzoekprojecten (oranje balken) waaruit men kan afleiden dat gemiddeld het toepassingsgericht onderzoek aan VUB aangroeit met 2.5 miljoen per jaar, en dit gemiddeld nu al 10 jaar lang. De opbouw van de figuur komt tot stand door alle budgetten van goedgekeurde projecten, gespreid over hun looptijd, in te brengen. Dit verklaart waarom er ook reeds in de toekomst budgetten worden gerapporteerd. Dit zijn verworven budgetten in projecten die lopende of in opstartfase zijn. Er kan duidelijk worden vastgesteld dat de start met het i-ISO concept een groot verschil heeft gemaakt aan VUB en de groei van het ERIS team naar 6FTE een logische stap werd om verder groei te kunnen verzekeren.
De EU-resultaten in 2024 ERIS-TechTransfer kende in 2024 een mooi resultaat met 43 goedgekeurde projecten, goed voor een totaalbudget van bijna 29 miljoen euro. De grafiek geeft de groei aan die te danken is aan toegepaste onderzoekprojecten (oranje balken) waaruit men kan afleiden dat gemiddeld het toepassingsgericht onderzoek aan VUB aangroeit met 2.5 miljoen per jaar, en dit gemiddeld nu al 10 jaar lang. De opbouw van de figuur komt tot stand door alle budgetten van goedgekeurde projecten, gespreid over hun looptijd, in te brengen. Dit verklaart waarom er ook reeds in de toekomst budgetten worden gerapporteerd. Dit zijn verworven budgetten in projecten die lopende of in opstartfase zijn. Er kan duidelijk worden vastgesteld dat de start met het i-ISO concept een groot verschil heeft gemaakt aan VUB en de groei van het ERIS team naar 6FTE een logische stap werd om verder groei te kunnen verzekeren.
TOTAL FUNDAMENTAL vs INNOVATION DRIVEN RESEARCH

Growth rate:
2.5 million per year
FUNDAMENTAL INNOVATION DRIVEN
FIG. 1: EU funding aan VUB in Europese programma’s voor toepassingsgericht onderzoek.
FIG. 1: EU funding aan VUB in Europese programma’s voor toepassingsgericht onderzoek.
De VUB-EU conclusie
De VUB-EU conclusie
Het effect van de ondersteuning (i-ISO concept) die vanuit Techtransfer door het ERIS team wordt gegeven aan de VUB onderzoeksploegen, kan aangetoond worden via hogervermelde resultaten. Het mag duidelijk zijn dat de sterke groei samengaat met i-ISO en de groei zich vooral heeft doorgezet in die programma’s waarin i-ISO werd geïmplementeerd. Ook duidelijk zichtbaar is dat wanneer i-ISO werd ingevoerd of de werking werd aangepast dit telkens een positief effect had op de groei.
Hierdoor is er ook globaal een positief resultaat te noteren voor de inkomsten die in 2024 werden verworven door VUB op vlak van Europese subsidies. Meer nog, aanknoping met sterke groei is terug een feit en de basis wordt momenteel gelegd om de komende jaren nog verder door te groeien.
Het effect van de ondersteuning (i-ISO concept) die vanuit Techtransfer door het ERIS team wordt gegeven aan de VUB onderzoeksploegen, kan aangetoond worden via hogervermelde resultaten. Het mag duidelijk zijn dat de sterke groei samengaat met i-ISO en de groei zich vooral heeft doorgezet in die programma's waarin i-ISO werd geïmplementeerd. Ook duidelijk zichtbaar is dat wanneer i-ISO werd ingevoerd of de werking werd aangepast dit telkens een positief effect had op de groei. Hierdoor is er ook globaal een positief resultaat te noteren voor de inkomsten die in 2024 werden verworven door VUB op vlak van Europese subsidies. Meer nog, aanknoping met sterke groei is terug een feit en de basis wordt momenteel gelegd om de komende jaren nog verder door te groeien.
VI.2.4 Valorisatie voor de Humane en Sociale Wetenschappen
“Help ons bij het vinden van partners!” Dat is een vraag die wij bij TechTransfer regelmatig horen en om daarop in te spelen sloeg VUB TechTransfer de handen ineen met Crosstalks en werd in 2022 de oproep ‘Networking opportunity for researchers from the Social Sciences, Humanities & the Arts’ gelanceerd waarbij onderzoekers de kans kregen in contact gebracht te worden met andere onderzoekers of met bedrijven, organisaties of andere maatschappelijke spelers. Na een eerste event in 2023, werd in mei 2024 een 2de georganiseerd ‘Virtual (in)sanity – Ronde tafels over mentale gezondheid’, met onderzoeksgroep BRUCC.
Naast deze events konden de onderzoekers uit de Humane en Sociale wetenschappen doorlopend beroep doen op begeleiding en ondersteuning van valorisatie-adviseur Mieke De Volder.
In 2024 werden 46 uitvindingen aangemeld waarvan 19 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend met VUB als (mede-)aanvrager.
VI.3 Octrooien
Het totale VUB-octrooiportfolio omvat 223 actieve octrooifamilies, bestaande uit 74 families met VUB als enige aanvrager, 72 met mede-aanvrager VIB en 37 met medeaanvrager IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen. Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUBonderzoekers zijn hierin niet meegeteld. We merken een toename van 60% in het aantal actieve octrooifamilies sinds 2018.
In 2024 werden 46 uitvindingen aangemeld waarvan 19 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend met VUB als (mede-) aanvrager.
Het totale VUB-octrooiportfolio omvat 223 actieve octrooifamilies, bestaande uit 74 families met VUB als enige aanvrager, 72 met mede-aanvrager VIB en 37 met mede-aanvrager IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen. Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUB-onderzoekers zijn hierin niet meegeteld. We merken een toename van 60% in het aantal actieve octrooifamilies sinds 2018.
Ditzelfde jaar werden 19 octrooiaanvragen uitgebreid tot de internationale (PCT) fase en 13 internationale octrooiaanvragen werden ingeleid in de nationale fase. In Europa en/of de Verenigde Staten werden 20 octrooien toegekend, waarvan 8 octrooien met VUB als enige aanvrager.
Ditzelfde jaar werden 19 octrooiaanvragen uitgebreid tot de internationale (PCT) fase en 13 internationale octrooiaanvragen werden ingeleid in de nationale fase.
In Europa en/of de Verenigde Staten werden 20 octrooien toegekend, waarvan 8 octrooien met VUB als enige aanvrager.
Stopzettingen van de octrooiprocedure dienen telkens afgewogen te worden om de kosten te beheersen. Dit gebeurt voornamelijk wanneer er geen marktpotentieel blijkt te zijn of het octrooidossier niet sterk genoeg is.
Stopzettingen van de octrooiprocedure dienen telkens afgewogen te worden om de kosten te beheersen. Dit gebeurt voornamelijk wanneer er geen marktpotentieel blijkt te zijn of het octrooidossier niet sterk genoeg is.

Aantal uitvindingen
Actieve Octrooifamilies 223
2024: 19 ingediende octrooiaanvragen
VUB enige aanvrager
Co-applicant IMEC
Co-applicant VIB Anderen
20 Toegekende EP/US octrooien
20 Toegekende EP/US octrooien
VI.4 Licentieovereenkomsten
Licentieovereenkomsten met bedrijven vormen een manier om onderzoeksresultaten en intellectuele eigendomsrechten (bv. octrooien) erop te valoriseren.
Inkomsten uit licentieovereenkomsten zijn sterk afhankelijk van de bedrijfsresultaten van onze licentienemers en van de afgesproken licentievoorwaarden. Bijgevolg kunnen de inkomsten uit licenties sterk variëren van jaar tot jaar.
Naast deze licentieinkomsten zijn er ook andere inkomsten uit valorisatie van onderzoeksresultaten, zoals bv. vergoedingen voor intellectuele eigendom die vervat zitten in onderzoekscontracten, inkomsten uit verkoop van aandelenparticipaties, etc.
Deze overige valorisatieinkomsten zitten vervat in de resultaten ‘vierde geldstroom’. Sinds 2019 worden in dit verslag enkel de licentieinkomsten (excl. overhead, excl. BTW) weergegeven.
• 2011 1.455.095 Euro
• 2012 985.341 Euro
• 2013 1.361.279 Euro
• 2014 1.138.685 Euro
• 2015 1.367.343 Euro
• 2016 1.306.536 Euro
• 2017 1.303.798 Euro
• 2018 6.121.213 Euro (*)
• 2019 299.140 Euro
• 2020 548.865 Euro
• 2021 3.723.228 Euro (*)
• 2022 3.306.622 Euro (*)
• 2023 492.289 Euro
• 2024 2.734.987 Euro (°)
* De uitzonderlijke licentieinkomsten in 2018, 2021 en 2022 zijn in belangrijke mate te danken aan twee overeenkomsten met een belangrijk farmaceutisch bedrijf, in het bijzonder omwille van substantiële, voorafgaandelijke vergoedingen overeengekomen in desbetreffende overeenkomsten.
° De uitzonderlijke licentie-inkomsten in 2024 is grotendeels te danken aan een overeenkomst met een Amerikaans biotech bedrijf, voornamelijk vanwege de omvangrijke vergoedingen die daarin zijn vastgelegd. Alsook wordt opgemerkt dat recurrent substantiele royalty inkomsten worden gerealiseerd door VIB vanuit een licentieovereenkomst met een in het VK gevestigd bedrijf.
Wat het aantal licentieovereenkomsten betreft noteerden we voor:
• 2012 6 licentieovereenkomsten.
• 2013 8 licentieovereenkomsten waarvan 3 met een tegenpartij gevestigd in het BHG.
• 2014 5 licentieovereenkomsten.
• 2015 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2016 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2017 1 nieuwe exclusieve licentieovereenkomst en 1 inbreng in vennootschap met/in VUB spin offs, 1 licentie via VIB.
• 2018 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs Fertiga en Gulliver Biomed (gezamenlijke VUB/UGent spin off) alsook een licentieovereenkomst met een farmaceutische onderneming.
• 2019 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs Konligo en hbits, alsook een licentieovereenkomst met een internationale organisatie.
• 2020 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs iCense en Lavima Fertility, 2 licentieovereenkomsten met bedrijven binnen Europa, 1 evaluation & option agreement met een farmaceutische onderneming.
• 2021 - werd de evaluation & option agreement met een belangrijk farmaceutisch bedrijf uit het jaar 2020 omgezet naar een exclusieve licentieovereenkomst met betaling van een substantiële vergoeding. Deze licentieovereenkomst is daar echter niet toe beperkt en kan in de toekomst nog bijkomende licentieovereenkomsten generen.
- 7 licentieovereenkomsten met bedrijven binnen Europa
- 1 exclusieve licentieovereenkomst met VUB spin-off Weave.ly
- 1 research license and conditional commercial license met VUB spin-off Abscint.
• 2022 werden vijf licentie en transferovereenkomsten gesloten, waarvan met bedrijven binnen Europa, 1 met VUB spin-off Livliner, 1 met IMEC en 1 met een Japans bedrijf
• 2023 - werden drie licentie en transferovereenkomsten gesloten, waarvan drie met VUB spin-offs namelijk BitaGreen, Sentometrics en Presscuff. Er werd ook een nieuwe raamovereenkomst afgesloten met VIB voor vier jaar , waardoor we kunnen genieten van verrijkte samenwerking en gedeelde expertise.
• 2024 - In totaal werden zes licentieovereenkomsten afgesloten, waaronder één met de VUB-spin-off Skinetix en één met een US biotech bedrijf.
VI.5 Spin-off’s
VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, ondermeer, een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.
aantal nieuw gestarte spin-offs 1
aantal actieve spin-offs (spin-offs portefeuille)
1. # nieuw gestarte: 1 --> Skinetix
2. # actieve: 47
Nieuwe spin-off’s 2024:
Skinetix, nieuwe spin-off van imec en VUB, ontwikkelt slimme sportkledij voor datagedreven training en revalidatie bij topsporters
Het Skinetix-dataplatform matcht meetgegevens via sensoren in sportkledij met een gepersonaliseerd AI-model, en geeft gekwantificeerde inzichten om trainings- en revalidatieplannen aan te passen, zodat sporters maximaal presteren of sneller opnieuw speelklaar zijn. revalidatieplannen aan te passen, zodat sporters maximaal presteren of sneller opnieuw speelklaar zijn.

VI.6 Startkapitaalfondsen
VI.6 Startkapitaalfondsen
VI.6.1 BI3 Fund
VI.6.1 BI3 Fund
Om haar valorisatiebeleid, en meer bepaald de ondersteuning van spin-off bedrijven, kracht bij te zetten, richtte de Vrije Universiteit Brussel in 2002 een eerste startersfonds op, genaamd BI3 Fund, zoals dit ook reeds bestond en bestaat aan andere Vlaamse universiteiten (bijv. destijds het Baekeland-fonds bij UGent en Gemma-Frisius-fonds bij KU Leuven). De missie van BI3 Fund NV bestond in het verschaffen van zaai- en groeikapitaal aan spin-offs van de Vrije Universiteit Brussel.
Om haar valorisatiebeleid, en meer bepaald de ondersteuning van spin-off bedrijven, kracht bij te zetten, richtte de Vrije Universiteit Brussel in 2002 een eerste startersfonds op, genaamd BI3 Fund, zoals dit ook reeds bestond en bestaat aan andere Vlaamse universiteiten (bijv. destijds het Baekeland-fonds bij UGent en Gemma-Frisius-fonds bij KU Leuven). De missie van BI3 Fund NV bestond in het verschaffen van zaai- en groei-kapitaal aan spin-offs van de Vrije Universiteit Brussel.
Het BI3 Fund was een risicokapitaalfonds waarin KBC Private Equity NV, Paribas Fortis Private Equity Belgium NV, Ethias NV, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) via Brustart NV en de Vrije Universiteit Brussel participeerden.
Het BI3 Fund was een risicokapitaalfonds waarin KBC Private Equity NV, Paribas Fortis Private Equity Belgium NV, Ethias NV, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) via Brustart NV en de Vrije Universiteit Brussel participeerden.
BI3 staat voor Brussels Imagination, Incubation & Innovation. Het BI3 fonds werd opgezet als een gesloten fonds van 6 miljoen euro.
BI3 staat voor Brussels Imagination, Incubation & Innovation. Het BI3 fonds werd opgezet als een gesloten fonds van 6 miljoen euro.
Het BI3 Fund werd definitief vereffend op 14 februari 2019 en afgesloten met een zeer mooie return on investment, wat een bijzondere prestatie kan worden genoemd in het domein van de early seed investment funds. Het goede resultaat van het BI3 Fund is in grote mate te danken aan de schitterende evolutie van één van haar portfoliobedrijven, met name Collibra NV, dat volop de pers haalde omdat het als eerste de status van “unicorn” verwierf als Belgisch high tech start-upbedrijf en ook nu nog aan haar verdere, sterke groei blijft werken en mooie successen boekt.
Het BI3 Fund werd definitief vereffend op 14 februari 2019 en afgesloten met een zeer mooie return on investment, wat een bijzondere prestatie kan worden genoemd in het domein van de early seed investment funds. Het goede resultaat van het BI3 Fund is in grote mate te danken aan de schitterende evolutie van één van haar portfoliobedrijven, met name Collibra NV, dat volop de pers haalde omdat het als eerste de status van “unicorn” verwierf als Belgisch high tech start-upbedrijf en ook nu nog aan haar verdere, sterke groei blijft werken en mooie successen boekt.
VI.6.2
Qbic I Fund
VI.6.2 Qbic I Fund
In 2012 werd met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de drie universitaire ziekenhuizen en een aantal hogescholen uit de betreffende associaties waaronder de
In 2012 werd met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de drie universitaire ziekenhuizen en een aantal hogescholen uit de betreffende associaties waaronder de Erasmushogeschool Brussel een nieuw startersfonds opgericht. Het Qbic I Fund was het eerste interuniversitaire zaaikapitaalfonds in Brussel en Vlaanderen. Zowel spin-off bedrijven in Vlaanderen als in Brussel konden beroep doen op de middelen van dit fonds.
De investeringsperiode van Qbic I is afgelopen en de deelnames in de portfoliobedrijven van Qbic I (waaronder 4 VUB ‘spin-off’ bedrijven) worden nu zoveel mogelijk verzilverd. Gezien de bestaande samenwerking met Qbic I en de positieve
financiële vooruitzichten, werd destijds voorgesteld aan de deelnemende universiteiten om het project verder te zetten in een opvolgfonds, Qbic II. Intussen zijn enkele mooie exits uit Qbic’s I portfoliobedrijven gerealiseerd.
VI.6.3 Qbic II Fund
Einde 2016 werd Qbic II opgericht met dezelfde aandeelhouders van Qbic I en bijkomende private financiers uit de bedrijfswereld. De kennisinstellingen traden opnieuw toe als aandeehouders tot dit tweede Qbic Fund. ARKimedes-Fonds II (Participatiemaatschappij Vlaanderen) en FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), de banken KBC, BNP
Paribas Fortis en ING hebben ook opnieuw geïnvesteerd. ULiège, UHasselt en imec zijn wat later eveneens als partners-investeerders toegetreden tot Qbic II.
Het Qbic II fonds nam verschillende potentiële spin-off dossiers van de VUB in de pipeline op. In 2021 werd geïnvesteerd in een beloftevolle spin-off van VUB, met name Abscint NV, actief in kankerdiagnostiek.
De investeringsperiode voor nieuwe spin off initiatieven is afgelopen en Qbic II kan enkel nog in haar bestaande portfoliobedrijven investeren (opvolgfinanciering).
VI.6.4 Qbic III Fund
In 2022 werd vervolgfonds Qbic III opgericht met een totaal kapitaal van 49 miljoen euro bij opstart.
In Qbic III nemen opnieuw VUB, UGent, UAntwerpen, UHasselt en ULiège deel, alsook 2 onderzoeksinstituten (VITO en imec) en 8 innovatieve ziekenhuizen. Er bestaat een partnerschapsrelatie met de universiteiten waarbij Qbic III toegang krijgt tot de dealflow van de universiteiten. De investeerders in de vorige fondsen van Qbic, waaronder FPIM, PMV, BNP Paribas Fortis, KBC, LRM, Noshaq en finance&invest.brussels nemen opnieuw deel, ondersteund door bijkomende investeerders, waaronder particulieren en family offices.
In 2023 trad het European Investment Fonds toe tot het kapitaal van Qbic III waardoor het totale kapitaal op 88,500,000 euro werd gebracht. De slagkracht en uitstraling van het Qbic III Fund is hierdoor aanzienlijk verhoogd. Intussen werd reeds geïnvesteerd in 3 VUB spin offs: Weave.ly, Imec/VUB spin off Swave en VUB/VIB/UGent spin off Animab. Eveneens investeerde Qbic III in Voxelsensors, een bedrijf waarmee VUB een substantiële wetenschappelijke samenwerking heeft.
VI.7 Incubatoren en researchparken
VI.7.1 Incubatiecentra
Een bijkomend instrument in het repertorium van basisstructuren ter ondersteuning van het economisch valorisatiebeleid van de VUB zijn de incubatiecentra. Het oude incubatiecentra IICB op het Researchpark van Zellik (Vlaanderen) werd inmiddels ontbonden omdat het niet meer paste in de nieuwe strategie die voor het Researchpark werd uitgetekend, de Incubator Arsenaal (kort ICAB) op de site Arsenaal, vlakbij de campus, blijft succesvol met een quasi volledige bezetting. Op de campus Oefenplein werd in 2024 een pre bio-incubator opgeleverd in één van de voormalige studentenhuizen. BIB, een samenwerkingsproject met het Vlaams Instituut Biotechnologie, opende zijn deuren in oktober 2024 voorzien. Voor de uitbating van BIN werd in september 2021 een incubatormanager aangeworven, David Moreels.
Het Innovatie- & IncubatieCentrum Brussel NV (IICB) bevond zich op het Researchpark in Zellik aan de afrit Asse van de Ring rond Brussel. Het dagelijks management was in handen van Ingeborg Van Rompay, en de voorzitter van de Raad van Bestuur was Prof. em. Jean Vereecken. Er was geen sector-specificatie en door het ontbreken van gespecialiseerde infrastructuur hadden er zich in hoofdzaak bedrijven gevestigd die kantoorruimte nodig hadden. De ondersteuning die aan bedrijven werd gegeven, beperkte zich grotendeels tot secretariaats- en managementondersteuning en toegang tot bedrijfsnetwerken. Door de sterke impact van meer hybride werken en sterk gestegen kosten was het IICB verhaal niet meer rendabel. Een overaanbod aan business centers en incubatoren in de regio stelden hun prijzen de laatste jaren gelijk, waardoor het break-even punt zich verschoof van 80 naar 90% gemiddelde jaarbezettingsgraad. Omwille van deze redenen werd de beslissing genomen om over te gaan tot ontbinding en vereffening. De activiteiten van IICB werden eind juli 2023 gestaakt. Het gebouw werd inmiddels aangekocht door de VUB en samen met het GEP wordt nu een geschikte invulling van dit gebouw gezocht.
ICAB NV (Incubator Arsenaal Brussel) is de Business & Technology Incubator van de VUB, gevestigd op het Arsenaal in Brussel, vlak bij de VUB-campus Oefenplein. Al 20 jaar zet ICAB zich in om de groei van jonge bedrijven te stimuleren en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De incubator richt zich vandaag de dag specifiek op start-ups en scale-ups in de sectoren technologie en engineering, met een sterke focus op innovatie en duurzaamheid. Het dagelijks management wordt geleid door Marnix Housen, Prof. em. Jean Vereecken is gedelegeerd bestuurder. Onder hun leiding blijft ICAB een essentiële schakel in het Brusselse innovatie-ecosysteem, waar bedrijfsnetwerken worden uitgebouwd en waar ondernemingen toegang krijgen tot expertise, faciliteiten en strategische partnerschappen.
Incubator U Square is een samenwerking tussen de VUB en ULB, waar een incubator voor jonge ondernemers wordt uitgebouwd onder de naam StartLAB.Brussels. Dit initiatief bundelt de bestaande programma’s van beide universiteiten en richt zich specifiek op start-ups die worden opgericht door studenten of jonge ondernemers (-30) in Brussel. Prof. Thomas Crispeels (VUB) en Prof. Olivier Witmeur (ULB), beiden experts in innovatie en ondernemerschap, fungeren als co-directeurs van de incubator. Samen werken zij aan de verdere ontwikkeling van het coachings- en trainingsaanbod. Dit aanbod, dat deels al aanwezig was binnen de universiteiten, werd in 2024 verder uitgebreid en geïntegreerd. Er wordt actief gewerkt aan een naadloze koppeling tussen de opleidingen die TechTransfer aanbiedt, zoals de Starters Seminars en de Advanced Starters Seminars, en het programma van StartLAB.Brussels. Deze integratie versterkt de ondersteuning voor jonge ondernemers in Brussel en biedt hen een unieke combinatie van academische expertise, praktijkgerichte coaching en toegang tot een breed netwerk van mentors en investeerders.
In 2022 richtten de VUB en VIB de bv Bio Incubator Brussels op, die de bio-incubator op de campus Oefenplein beheert. De bio-incubator biedt gemeenschappelijke intellectuele, strategische, operationele en logistieke diensten aan, zoals de terbeschikkingstelling van kantoor- en laboratoriumruimten. Deze infrastructuur is bedoeld voor innovatieve bedrijven en instellingen die voortkomen uit onderzoek aan de VUB en/of het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), bij voorkeur actief in de biotechnologie.
De renovatie van de iconische rode Willy Van der Meeren-unit, centraal gelegen op de VUB-campus in Etterbeek (naast de elektronenmicroscoopfaciliteit), werd succesvol afgerond in 2024. Het casco gebouw, dat in 2023 door de VUB in erfpacht werd gegeven aan Bio Incubator Brussels bv, is omgebouwd tot een moderne bio-incubator. Sinds oktober 2024 is de incubator volledig operationeel, en het eerste bedrijf, de Nanobody Core Facility, heeft zich reeds gevestigd in de faciliteit. Het jaar 2025 zal volledig in het teken staan van verdere bekendmaking van de bio-incubator binnen de biotech-community en het aantrekken van nieuwe klanten. De bio-incubator streeft ernaar een bloeiende hub te worden voor bedrijven die actief zijn in biotechnologisch onderzoek en innovatie. Nadat innoverende bedrijven Bio Incubator Brussels zijn ontgroeid, zullen zij doorverwezen worden naar een grotere incubator, waarvoor momenteel verschillende locatie-opties worden overwogen. Een van de pistes is het Researchpark van Zellik, maar ook andere locaties worden onderzocht om de meest geschikte omgeving te bieden voor groeiende bedrijven. Deze nieuwe incubator, is bedoeld om het bestaande ecosysteem van innoverende start-ups, voortkomend uit de VUB, VIB en eventueel UZ Brussel, verder te versterken en de activiteiten binnen het strategische innovatiedomein van gepersonaliseerde en geïntegreerde gezondheidszorg te ondersteunen.
De incubator zal voldoende vloeroppervlakte bieden, uitgerust met aangepaste state-of-the-art infrastructuur, om tegemoet te komen aan de toenemende vraag naar ruimte. Dit blijkt duidelijk uit de zeer hoge bezettingsgraad van bestaande biotech-incubatoren in Vlaanderen. Naast infrastructuur zullen er diensten worden aangeboden die de startende bedrijven ontzorgen op het vlak van onthaal, milieu, ICT en onderhoud. Momenteel wordt samen met belangrijke stakeholders, zoals de VUB, VIB, het Green Energy Park (GEP) en citydev onderzocht hoe en waar deze incubator gerealiseerd kan worden. Hierbij wordt rekening gehouden met haalbare financieringsmodellen, beschikbare locaties en de toekomstige strategie. Er wordt nog bekeken of de incubator een stand-alone gebouw zal worden of deel zal uitmaken van geplande state-of-the-art onderzoeksfaciliteiten. Deze flexibele benadering zorgt ervoor dat de incubator optimaal kan inspelen op de behoeften van de biotech-community.
VI.7.2 Researchparken
De VUB voert het medebeheer van het Researchpark Zellik in Vlaams-Brabant. De voorwaarden voor vestiging zijn gekoppeld aan de researchactiviteiten die de bedrijven wensen uit te bouwen met de universiteit. De VUB streeft ernaar van in het begin de samenwerkingen concreet op te zetten en verder op te volgen. In 2024 werd verder gewerkt aan nieuwe samenwerkingen met de bedrijven op het park, aangezien de aankoop van de gronden door de bedrijven nu mogelijk is en een onderzoeksactiviteit of -samenwerking hiervoor een voorwaarde is. De Raad van Bestuur van de VUB ging akkoord in 2023 met het volledig overnemen van grondeigendom van VLAIO en om hierover de formele onderhandelingen op te starten.
VI.7.3
Green Energy Park
Op 4 juli 2019 werd de vzw ‘Green Energy Park’ opgericht. Green Energy Park heeft de ambitie een grootschalige proeftuin te worden waar bedrijven, onderzoeksinstellingen, overheden en gebruikers in co-creatie samen werken aan innovatieve en duurzame oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Specifiek (toegepast) onderzoek dat gevoerd wordt door VUB en UZB onderzoeksploegen zou plaats kunnen krijgen op het GEP, met een focus op verschillende technologiedomeinen, al dan niet in samenwerking met bedrijven die ook (gedeeltelijk) op het Researchpark zullen ingebed worden.
Door de voorzitter, Prof. Elvira Haezendonck ism met gedelegeerd bestuurder Prof. Michael Dooms werd een analyse gemaakt van de huidige werking met het oog op een vernieuwde aanpak. In dit kader werd in 2023 een structuurvisie opgemaakt met als doel om de gemeente Asse te informeren over de bouwplannen op korte termijn, zoals daar zijn; het nieuwe datacentrum waarvan de bouw startte in 2022 en dat inmiddels in 2024 werd opgeleverd in samenwerking met Ghelamco. Momenteel wordt actief verder gewerkt aan de ontwikkeling van twee nieuwe mixed-use projecten met labo-ruimtes op het RPZ: het Origin-gebouw en het Roularta-gebouw. Dit laatste wordt omgebouwd om de 7Tesla MRI te huisvesten en wordt bekeken of het eveneens kan dienen als incubator voor robotica start-ups. Verder wordt er ook actief gewerkt aan de invulling van het IICB-gebouw op het RPZ en het attractiever maken van de locatie voor het vestigen van onderzoeks-
groepen en bedrijven. Zo heeft professor Thomas Crispeels in 2024 een studie uitgevoerd waarin werd onderzocht via een bottom-up bevraging hoe de ontwikkelingen op het researchpark -waaronder de bouw van labo’s- kunnen bijdragen aan de bevordering van de competitiviteit en groei van VUB’s onderzoeks- en innovatiegroepen.
VI.7.4
Campus Gooik
Het Fotonica Research Center van de VUB, Brussels Photonics (B-PHOT), bevindt zich op de innovatiecampus in Gooik, Vlaanderen. Deze campus biedt onderdak aan een dynamisch team van 70 gespecialiseerde onderzoekers en technologische experts. Onder leiding van vicerector Hugo Thienpont, die als bedenker en bezieler het project de afgelopen tien jaar vormgaf, is de campus uitgegroeid tot een toonaangevende hotspot voor fotonica-onderzoek. Het centrum koppelt baanbrekend wetenschappelijk onderzoek aan onderwijs en STEM-initiatieven, met als doel jongeren te inspireren en sensibiliseren voor wetenschap en techniek.
B-PHOT blijft sterk groeien dankzij het succes in het aantrekken van Vlaamse én Europese onderzoeksfinanciering voor toepassingen van fotonica in sleuteltechnologieën, zoals gezondheidszorg, duurzame energie en ICT. Hierdoor is het centrum uitgegroeid tot een strategische partner voor nationale en internationale bedrijven, die in samenwerkingsverbanden kunnen rekenen op geavanceerde apparatuur en de unieke expertise van het B-PHOT-team
VI.7.4 ASP2030 - Student ondernemingen (onderwijsbeleid)
Sinds begin 2018 financiert de VUB via het Algemeen Strategisch Plan 2030 de werking van StartLab.Brussels, de incubator voor VUB en ULB student-ondernemers. Het project staat onder de leiding van Thomas Crispeels (Faculteit ES) en Marc Goldchstein (TechTransfer en Faculteit ES).
Dit ASP2030 project valt niet onder de bevoegdheid van het TechTransfer beleid maar wordt hier vermeld omwille van de volledigheid m.b.t. de ‘werktuigen’ die VUB ontwikkelt ter ondersteuning van het ondernemerschap en omdat TechTransfer sinds dit jaar samenwerkt met StartLab.Brussels voor het ondersteuningsprogramma voor onderzoekers (zie VI.11 Startlab for Researchers)
Begin 2022 fuseerden Start.VUB en StartLab ULB tot StartLab.Brussels, een incubator voor jonge Brusselse studentondernemers. Deze staat onder leiding van Prof. Dr Thomas Crispeels (VUB ) en Olivier Witmeur (ULB); het uitvoerende team bestaat uit zes personen. De incubator is gevestigd in de Sint-Michielslaan 61, 1040 Etterbeek. De missie van StartLab.Brussels is het creëren, aanmoedigen en laten groeien van jonge ondernemers (18-30j) die met hun project een positieve impact willen hebben op de samenleving. Het grootste deel van de studenten wordt gedreven door de sustainable development goals. Zij nemen als ondernemer ook hun verantwoordelijkheden op in maatschappelijke thema’s.
StartLab.Brussels biedt ondersteuning aan (pre-) starters in 2 fasen: tijdens het TestLab krijgen de deelnemers eerst een intensieve driemaandelijkse opleiding bestaande uit 10 workshops, 3 challenges en een finale pitch; deze wordt gevolgd door een programma bestaande uit 5 workshops. Eenmaal het bedrijf omzet begin te draaien verhuist het naar het LaunchLab fase. Daarnaast kunnen de ondernemers beroep doen op coaching door ondernemers; op experts in finance, marketing, legal,…
Het mentorship programma bestaat uit 66 (onbezoldigde) coaches met zeer diverse expertises.
In 2024 waren er 103 ondernemers actief in het Engelstalig programma van StartLab.Brussels; 15 onder hen studeren aan de VUB en 2 aan EHB.
VI.8 Samenwerking EhB
Met het oog op de stimulering van onderzoeksvalorisatie aan de hogeschool:
- Onderzoek om verdere initiatieven om samenwerking te stimuleren uit te werken
- stimuleert TechTransfer onderzoeksvalorisatie aan EhB door:
o Informatiedeling over financieringsmogelijkheden vanuit de verschillende overheden (Vlaanderen, Brussel, Europese Unie)
o Uitnodigen van onderzoekers van de EhB op informatiesessies van TechTransfer (TechTransfer-week, financieringskanalen, …) en op de startersseminaries
o Ondersteunen bij de indiening en opvolging van gezamenlijke onderzoeksprojecten
- geeft TechTransfer vraaggestuurd ad hoc advies met betrekking tot valorisatiedossiers van EhB.
- geeft TechTransfer eveneens vraaggestuurd advies over de lopende EhB Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoeksprojecten. Dhr. Marc Goldstein, part-time onderwijsprofessor VUB en part-time TechTransfer officer spinoff coach, doceert in het professionele bachelor programma ‘Idea and Innovation management’ van de EhB.
- heeft TechTransfer door de hervorming van het IOF-kader (incentives voor daadwerkelijke samenwerking op gebied van valorisatie tussen onderzoekers van EhB en VUB) de samenwerking tussen EhB en TechTransfer VUB geïntensifieerd. EhB-onderzoekers maken deel uit van het consortium bij 2 goedgekeurde IOF GEAR-aanvragen.
- zetelen voor EhB twee vertegenwoordigers in de raad voor het Industrieel Onderzoeksfonds.
- staat de introductie les over intellectuele eigendom (Hugo Loosvelt-VUB) ter beschikking van EhB
VI.9 Samenwerking UZB
TechTransfer biedt ondersteuning aan de valorisatie van medisch, biomedisch en (bio)technisch onderzoek op UZ Brussel (UZB) in samenwerking met VUB onderzoeksgroepen/bedrijven. De Innovatie managers, Legal Advisors en IP manager van Tech Transfer werken op regelmatige basis samen met de respectievelijke collega’s van het UZB, alsook de andere Project Managers in het kader van specifieke projecten (funding vanuit Vlaanderen, Brussel en Europa). Ze worden ondersteund door de TechTransfer Communicatiecel voor het verspreiden van informatie over oproepen, evenementen of samenwerkingsvoorstellen via de Newsletter, website en LinkedIn. Daarnaast zijn er ook een aantal GEARs (Groups of Excellence in Applied Research), gesteund vanuit het VUB IOF fonds, die specifiek inzetten op innovatie in de gezondheidszorg.
Overleg Medische Innovatie
Eerste aanspreekpunt voor VUB Tech Transfer zijn de stafmedewerker(s)/innovatie manager(s) van het UZB: uitwisseling van informatie, behandeling van specifieke vragen van onderzoekers/artsen, ad hoc overleg en mogelijke nieuwe samenwerkingen/projecten tussen artsen en VUB onderzoekers.
Samenwerking met het Universitair Medisch Centrum (UMC) Het wetenschappelijk onderzoek van het UZB en de VUB-faculteit geneeskunde en farmacie – worden op elkaar afgestemd via het ‘UMC, Universitair Medisch Centrum’.
TechTransfer houdt via contacten met het UMC de vinger aan de pols betreffende toegepast medisch onderzoek op de campus te Jette: informatie uitwisseling betreffende relevante ontwikkelingen met het oog op verspreiding van informatie op campus Jette via de UMC communicatiekanalen (per mail, LinkedIn, …), bovenop de communicatie via de TechTransfer kanalen.
Het klinisch onderzoek aan het UMC wordt ondersteund door het Clinical Trial Center dat beroep doet op TechTransfer voor een systematische IP check van klinische studies die geregistreerd worden op https://clinicaltrialsdatabase.be/.
MDFB Medical Device Framework Board
Tech Transfer is ook vertegendwoordigd in de Medical Device Framework Board van VUB-UZB. Tijdens 2-wekelijkse vergaderingen kunnen onderzoekers/artsen hun nieuwe projecten toetsen aan de (nieuwe) Europese regelgevingen voor Medische Hulpmiddelen (MDR - Medical Device Regulation) en In-Vitro Diagnostiek (IVDR – In Vitro Diagnostics Regulation). Deze regelgevingen hebben een grote impact op medische innovatie in Europa, zoals o.m. het gebruik van software voor medische toepassingen
Vanuit TechTransfer worden nieuwe initiatieven m.b.t. (her)gebruik van medische data gemonitored en overlegd met collega’s van het UZB in het kader van de MDFB.
De MDFB geeft advies m.b.t. de risicoklasse van het medisch hulpmiddel/ in-vitro diagnostiek en mogelijk doorverwijzing naar het FAGG.
Medvia
De Speerpuntcluster (SPC) Medvia focust op HealthTech toepassingen voor Vlaamse bedrijven en krijgt jaarlijks een budget toegekend voor projectonderzoek door een consortium van 3 Vlaamse bedrijven, waaronder Universitaire ziekenhuizen, al dan niet samen met kennisinstellingen. Alhoewel er vanuit VUB en UZB onderzoeksgroepen zeker interesse bestaat voor dit kanaal blijkt onderlinge samenwerking niet vanzelfsprekend wegens de strenge ICON regels: VUB en UZB worden niet als onafhankelijk beschouwd door Vlaio.
UZ Brussel, gevestigd in het Brussels Gewest, kan bij wijze van uitzondering deelnemen aan Vlaio projecten binnen Medvia, doch dit geldt niet voor de reguliere Vlaio kanalen.
Sedert 2024 kunnen ook cluster SBO projecten vanuit dit kanaal gesteund worden. Bovendien is er ook een mogelijke samenwerking van een VUB/UZB onderzoeksgroep met Waalse (bedrijfs)partners op til nadat Medvia een samenwerking met haar tegenpool in Wallonië, BIOWIN aankondigde. Uitdaging blijft om binnen de regels van de bestaande funding kanalen (cSBO bij Vlaio) tot een gedragen akkoord te komen, zeker mbt IP afspraken. Eind 2024 was het overleg nog niet afgerond.
De problematiek mbt de Europese MDR en IVDR regelgevingen heeft geleid tot een gewijzigde focus waarbij bedrijfsleden van Medvia voor nieuwe healthtech toepassingen inzetten op andere markten. Ook healthtech spin-offs verkiezen om eerst naar de VS markt te trekken ipv Europa, gesteund door MEDVIA’s Say Yes to the US programma. Eind 2024 kondigde Medvia een fusie aan met FlandersBio, de Vlaamse cluster van biotech bedrijven (gepland voor mei 2025). De nieuwe cluster organisatie zal zich focussen op healthtech en biotech.
Deelname UZs in Medvia consortia Universitaire ziekenhuizen zouden volgens de VLAIO regels uitsluitend als bedrijf kunnen deelnemen aan Medvia consortia en in tegenstelling tot onderzoeksinstellingen, niet kunnen rekenen op 100% subsidie voor onderzoeksprojecten. In 2023 werd hierover een interne discussie gevoerd binnen de SPC waarvoor evenwel geen alternatieve oplossing werd gevonden. In 2024 werd hierover, binnen het kader van de VLIR, een overleg opgestart tussen de Vlaamse universiteiten, ziekenhuizen en Vlaio. Na juridisch advies te hebben ingewonnen pleiten de universitaire ziekenhuizen voor een case by case aanpak. Ook deze discussie wordt in 2025 verdergezet.
HealthTech research in Brussels VUB /UZB /Medvia /Lifetech
Op 17 oktober 2024 organiseerden VUB en UZB in samenwerking met lifetech.brussels. een Medvia Touchpoint event op de Health Campus in Jette, om bedrijven in de gezondheidszorg te laten kennismaken met de rijkdom aan onderzoeksmogelijkheden aan onze instellingen en om technologieoverdracht te stimuleren. In korte pitches stelden onderzoekers en artsen hun nieuwste healthtech verwezenlijkingen voor. Nadien was er tijd voor een Panel debat, poster sessie, demo’s en networking, hetgeen ook de interne banden verstevigde. TouchPoints VUB & UZ Brussel - Medvia
FTI Brussel by VUB
Van 15-22 maart 2024 vond Flanders Technology & Innovation plaats, een inspiratie- en belevingsfestival dat doorging in 6 Vlaamse steden.
FTI Brussel, een deelfestival van FTI, werd laattijdig in de planning opgenomen, met de Vrije Universiteit Brussel (VUB) als trekker. Meer specifiek werd de overkoepelende coördinatie en productie in handen gegeven van VUB TechTransfer, Er werden op verschillende locaties in en rond Brussel (Gooik, Zellik, Jette, Etterbeek, centrum Brussel) evenementen op touw gezet rond technologie en innovatie. Ook het UZ Brussel was open voor breed publiek tijdens de ‘Dag van de Zorg’ op zondag 17 maart, waarbij tal van baanbrekende medische toepassingen werden getoond. FTI Brussel - FTI Brussel
VI.10 EUTOPIA
Sinds 2019 is TechTransfer betrokken bij EUTOPIA, een EU-initiatief waarbij tien Europese universiteiten samenwerken aan de universiteit van de toekomst: Vrije Universiteit Brussel (België), Babeș-Bolyai Universiteit (Roemenië), CY Cergy Paris Université (Frankrijk), Ca’Foscari Universiteit Venetië (Italië), Technische Universität Dresden (Duitsland), Göteborg Universiteit (Zweden), Universiteit van Ljubljana (Slovenië), NOVA-universiteit Lissabon (Portugal), Universiteit Pompeu-Fabra Barcelona (Spanje) en University of Warwick (Verenigd Koninkrijk). Sinds 2021 vertegenwoordigt Tuur Roels het vice-rectoraat innovatie binnen EUTOPIA en leidt hij werkpakketten gericht op innovatie en digitalisatie.
In 2020 werd VUB Tech Transfer Office nauw betrokken bij het EUTOPIA-TRAIN-project, dat onderzoeks- en innovatiegemeenschappen binnen EUTOPIA versterkte. Na de succesvolle afronding in 2023 blijven we de TRAIN-resultaten integreren binnen EUTOPIA More. Dit vervolgproject, gelanceerd in 2022 met een budget van 17,9 miljoen euro, waarvan 18,4% voor VUB, bevordert onderwijs en innovatie binnen de alliantie en richt zich op gezamenlijke strategieën en een Global Institute voor interdisciplinair onderzoek en innovatie.
In 2024 vonden opnieuw twee EUTOPIA-weken plaats, ditmaal in Cluj-Napoca (UBB) en Cergy (CY). Tijdens deze evenementen werkte het Tech Transfer Office nauw samen met partneruniversiteiten om bilaterale initiatieven te versterken en nieuwe projecten op te zetten. In Cergy lag de focus op ondernemerschap, waar Tuur Roels namens ons TTO sprak op de campus van de ESSEC Business School.
Daarnaast werd in 2024 het succesvolle Network Studio-evenement herhaald, waarbij VUB als host fungeerde. Onderzoekers uit de universiteiten van Dresden en Warwick werden uitgenodigd voor een netwerkevent op de UK-ambassade in Brussel rond het thema Urban Mobility. Dit bood een unieke kans voor samenwerking tussen verschillende onderzoeksvelden en stimuleerde innovatieve oplossingen voor stedelijke mobiliteit. Dergelijke initiatieven versterken de positie van EUTOPIA als katalysator voor grensverleggend onderzoek en maatschappelijke impact.
Een andere belangrijke mijlpaal in 2024 was de succesvolle start van het EUTOPIA Health-project, gecoördineerd door TTO op VUB. Dit initiatief richt zich op de institutionele transformatie binnen de Europese onderzoeksruimte, met speciale aandacht voor Widening-landen zoals Roemenië, Slovenië en Portugal. Het ERIS-team van VUB Tech Transfer leidt WP3, dat onderzoekers ondersteunt bij EU-financieringsaanvragen en hen helpt succesvol te zijn binnen Horizon Europe. Het project bevordert interdisciplinaire samenwerking, stimuleert mobiliteit en verstrekt seed-funding voor innovatieve projecten.
Met deze ontwikkelingen blijft de dienst TechTransfer een centrale rol spelen in de EUTOPIA-alliantie. Door strategische samenwerking en innovatieve initiatieven draagt VUB Tech Transfer actief bij aan de transformatie van het Europese academische landschap en versterkt het de rol van EUTOPIA als een toonaangevende alliantie in onderwijs en onderzoek.
Door haar actieve rol in EUTOPIA zet TechTransfer hiermee in op SD4 van het VUB beleidsplan – We evolueren naar een Europese Universiteit.
VI.11 STARTLAB FOR RESEARCHERS
Onder leiding van Thomas Crispeels, Arne Pauwels en Marc Goldchstein werden in 2024 de startersseminaries vervangen door een nieuw programma, ondergebracht binnen Startlab.Brussels, het ondernemersprogramma opgericht door VUB en ULB (zie VI.7.4). Het programma voor academici van de VUB kreeg de startnaam Startlab for Researchers. In oktober 2024 vervoegde Maarten De Ruyck het team als Program Manager.
Van oktober tot december 2024 werden de eerste activiteiten gelanceerd, met een acht-delige sessiereeks over ondernemerschap. Het nieuwe programma wekte aanvankelijk de interesse van 25 onderzoekers. Uiteindelijk namen 11 deelnemers, waaronder onderzoekers en business developers van verschillende onderzoeksgroepen, actief deel aan het traject. De sessies vonden plaats in het Startlab-gebouw.
In deze eerste fase van het programma werden de deelnemers gestimuleerd om hun onderzoek te vertalen naar potentieel marktkansen, die ze aftoetsten door middel van interviews met potentiële gebruikers. Ze kregen de noodzakelijke basiskennis en tools aangereikt om deze analyse op een gedegen en kwalitatieve manier uit te voeren. Tegelijkertijd kregen ze vorming in intellectuele eigendomsrechten, onder andere om te voorkomen dat de patenteerbaarheid van hun uitvinding in het gedrang zou komen.
De deelnemers sloten de fase af met een final pitch, waarbij ze werkten aan een gevalideerde probleemstelling. Degenen die verder willen gaan op het pad van ondernemerschap en hun project verder willen ontwikkelen, zullen in 2025 doorgaan naar de volgende fases van het programma.
De feedback over deze eerste fase, die voor het eerst werd georganiseerd, was zeer positief. Verbeterpunten werden zorgvuldig verzameld en geanalyseerd, zodat een vernieuwd en verbeterd traject kan worden georganiseerd in het eerste semester van het volgende academiejaar.
VI.12 VUB TECHTRANSFER COMMUNICATIE & EVENTS
De communicatiecel van VUB TechTransfer verzorgt enerzijds de interne en externe communicatie over de dienstverlening en het strategisch onderzoek aan de VUB. Anderzijds neemt het ook de organisatie van evenementen op zich, die bijdragen aan de bekendheid van de dienst binnen en buiten de VUB en die netwerkgelegenheden creëren.
Daarbij zijn de onderzoeksgemeenschap en de bedrijfswereld (de maatschappij in het algemeen) de belangrijkste doelgroepen.
De interne TT News, die wekelijks naar het academisch personeel van de VUB wordt verstuurd, is een zeer belangrijke tool om de onderzoekers te informeren over projectoproepen, events en support. Ook infosessies over projectoproepen (Innoviris, VLAIO, FWO, enz.) vonden heel het jaar door plaats. In totaal werden vier infosessies gericht naar VUB-onderzoekers georganiseerd in 2024.
Met het oog op meer externe communicatie over innovatief onderzoek, zetten we sterk in op onze LinkedIn-account. We delen wekelijks nieuws over samenwerkingen, innovaties, licenties, evenementen, goedgekeurde EU-projecten, enz. met momenteel 1673 volgers. Daarnaast verzenden we ook maandelijks een externe TT News, die gericht is aan externe stakeholders uit de bedrijfswereld. Hiervoor moet men zich inschrijven via een button op de homepage van onze website vubtechtransfer.be. Momenteel zijn er 384 geïnteresseerden ingeschreven. In april 2024 werd beslist om dit ook uit te sturen naar VUB academisch personeel om hen o.a. te motiveren om te communiceren over hun onderzoek naar de buitenwereld.
Elk jaar wordt er een ‘populair’ Annual Report gepubliceerd. In het Annual Report 2023 staan de belangrijkste realisaties van dat jaar met als doel het belang van innovatief onderzoek voor de maatschappij duidelijk te maken. Het Annual Report kan zowel digitaal via de website als op papier geraadpleegd worden. Er wordt ook meegewerkt aan de VUB Facts & Figures (deel Onderzoek en Innovatie). Voor het MEDVIA/Touchpoints event dat op 17 oktober op de VUB Health Campus doorging, werd een handige brochure opgemaakt (print en digitaal) over de GEARs en core facilities in ‘medtech & health’: Finding your healthtech research partner at VUB and UZ Brussel. In 2024 vonden er diverse evenementen plaats, waaronder onze vaste activiteiten zoals Knowledge for Growth in samenwerking met de collega’s van TTO Flanders. Ook werd de medewerking gevraagd van TTO Flanders voor een stand en aanleveren van sprekers op het openingsevent van het EU-voorzitterschap. Daarnaast nam de communicatie- en eventcel van TechTransfer de coördinatie en productie van FTI Brussel by VUB, deelfestival van Flanders Technology & Innovation (FTI) en initiatief van de Vlaamse overheid, op zich, dat in maart 2024 plaatsvond. Dit project kreeg de volle aandacht, tijd en energie van het team. Verder ging communicatiemedewerker Maxime Smits in februari met bevallingsverlof, waarbij een tijdelijke medewerker haar taken overnam. Bovendien nam Maxime Smits na haar bevalingsverlof een nieuwe functie bij de ERIS cel van VUB TechTransfer op, waardoor in de herfst dringend gezocht moest worden naar een nieuwe medewerker. Door deze omstandigheden werden de TechTransfer Talks, die opgestart werden in 2023 om de TechTransfer Week te vervangen, tijdelijk gepauzeerd.
Samen met TTO Flanders namen we deel aan de life sciences beurs Knowledge for Growth, georganiseerd door flanders. bio, met een fysieke stand én een live pitchsessie waarin 10 onderzoekers (2 van elke univ) hun biotech projecten presenteerden. Op de TTO Flanders stand konden bezoekers informatie inwinnen over TTO Flanders en de bijbehorende biotech
onderzoeken aan de 5 Vlaamse universiteiten en werd ook de link gelegd naar de pitchers. Ook VUB core facility MICROLAB en onderzoeksgroep MITH (Molecular Imaging and Therapy) hadden elk een aparte stand op de beurs.
Het FTI Brussel deelfestival kwam er pas in augustus 2023 bij, de coördinatie werd in handen van de VUB gegeven, bij gebrek aan een commerciële partner. Er moest dus zeer snel geschakeld worden met een klein team en dito budget. Rond 6 thema’s en op 6 locaties in en rond Brussel werden events op touw gezet rond technologie & innovatie, waar mogelijk in samenwerking met partners: FTI Brussel by VUB. Verschillende doelpublieken werden hierbij bereikt: zowel bedrijven als breed publiek, met speciale focus op jongeren met interesse in STEM. VUB koos als hoofdthema Artificiële Intelligentie & Robotica aangezien dit nog door geen enkel deelfestival ingenomen was en VUB zeer sterk is op dit vlak. Dit kon als rode draad gebruikt worden doorheen heel wat activiteiten. De zes focusdomeinen van het FTI Brussel deelfestival waren:
• AI & Robotica
• Fotonica
• Life Sciences & Biotech
• Energie
• Elektro-mobiliteit
• Duurzaamheid
De festivalweek ging van start met een openingsweekend in het Photonics Innovation Center in Gooik, met een 10-jarige viering, opendeurdagen met demo’s en STEAM activiteiten. FARI organiseerd tijdens de festivalweek een Student Hackaton en B2B Summit. Ook op het Green Energy Park in Zellik gingen activiteiten door. VUB TechTransfer coördineerde en ondersteunde de deellocaties en organiseerde zelf een scholenparcours met innovatieve workshops op campus Etterbeek. Tijdens het slotfestival in Antwerpen waren imec-SMIT-VUB en het VUB AI-Lab betrokken bij een stand over AI. Daarnaast werd in samenwerking met Crosstalks de afterwork Back to the Future georganiseerd, waarin VUB-onderzoekers en ondernemers in korte presentaties baanbrekende innovaties deelden. Kort voor de festivalstart voegde een gezamenlijke VRT-VUB ontbijtsessie over AI en video, met ministers Jambon en Weyts, nog een waardevolle, maar last-minute extra toe aan het programma.
Er werd tevens veel inspanning geleverd om bij elk event de aanwezigheid van ministers te verzekeren. Door de overdracht van de organisatie van entrepreneurshipworkshops en coaching naar StartLab.brussels werd besloten om de Advanced en Starter Seminars niet langer te organiseren. Wel werd een TechTransfer Talk over entrepreneurship gepland en reeds georganiseerd op 15 januari om deze wijziging toe te lichten. Echter, omwille van de lopende overgangsperiode naar StartLab.brussels, werd uiteindelijk besloten om de sessie niet te laten doorgaan.
VI.12.1 Evenementen in 2024
Onderstaande tijdlijn geeft een overzicht van de belangrijkste evenementen in 2024:
VI.12.1 Tijdlijn events
Ondersteuning ZAP Newcomer Event 29/1
13/6
Openingsevent EU-voorzitterschap
i.s.m. TTO Flanders
15/3 - 22/3 FTI Brussel by VUB, part of Flanders Technology and Innovation (FTI)
Info session Flemish funding & FWO-SBO (Jette) 26/4
25/4 Info session Flemish funding & FWO-SBO (Etterbeek)
Ondersteuning MEDVIA –Touchpoints eventGEAR & Core facilities brochure 17/10 Knowledge for Growth i.s.m TTO Flanders 16/5
13/6
SBO online info session (FWO)
16/10 Info session: Financing opportunities of Defence for scientific activities in the aerospace sector
1. Printuitgaven en realisaties
• ‘Annual Report Vice-rectorate Innovation & Industry Relations 2023’, waarin de activiteiten voor 2023 van VUB TechTransfer, Foundation en Crosstalks zijn toegelicht en geïllustreerd met tal van cases en cijfers.
• Voor het MEDVIA – Touchpoints event werd een handige GEAR & Core facilities brochure met uitneembare A5-fiches opgemaakt en gedrukt.
2. Online communicatie
Websites
• De website vubtechtransfer.be verzamelt alle relevante informatie voor onderzoekers en bedrijven. De website krijgt wekelijks een update met nieuws over innovatief onderzoek, evenementen, enz. In 2024 werden ook enkele pagina’s herwerkt. En op de homepage woden regelmating andere zaken in de kijker gezet: bv FTI Brussel, Invention disclosure form, nieuwe vice-rector, …
• VUB-website: de innovatiepagina’s op deze website linken door naar de VUB TechTransfer website en intranet. Aanpassing nieuwe vice-rector Peter Schelkens.
• WeAreVUB personeelsportaal: VR en TT hebben een eigen communication site die we gebruiken voor interne communicatie
• Website TTO Flanders ttoflanders.be: portaalsite van de tech transfer offices van de vijf Vlaamse universiteiten. Relevante nieuws en evenementen worden hier gepost. Deze website werd in 2023 opnieuw ontworpen samen met designbureau Soon en webhost Thinline en werd in 2024 geëvalueerd.
• Voor FTI Brussel by VUB werd een gloednieuwe website www.ftibrussel.be ontwikkeld samen met webdeveloper Thinline. De content moest zeer kort op de bal ingevuld worden. Deze bevat het volledige programma maar er werd ook gefocust op ‘succesverhalen’ als promotiemiddel om geïnteresseerden te stimuleren om zich in te schrijven. Omdat het doel ook was om VUB als organisator op de kaart te zetten werd hier ook aandacht aan besteed. En na het festival werd een ‘terugblikpagina’ toegevoegd. Ook voor de overkoepelende FTI-website en kalender werd content aangeleverd.
• VUB Youtube kanaal: video’s over innovatief onderzoek in samenwerking met Kanaal Z. Hier werden n.a.v. FTI Brussel i.s.m. Kanaal Z video’s geactualiseerd en nieuwe video’s toegevoegd.
Newsletters
• Wekelijkse interne TT News: gericht naar alle academisch personeel, vooral info over projectoproepen, events en andere nuttige info.
• Maandelijkse externe TT News: naar buitenwereld om ons innovatief onderzoek in de verf te zetten. Sinds april 2024 ook naar AP.
• Wekelijkse personeelsnieuwsbrief: af en toe pushen om hier item in te krijgen dat alle personeel aanbelangt.
Sociale media
• Twitter/X. Dit is een zeer snel medium waar vooral meningen gespuid worden. Ons doel is om op feitelijke en objectie wijze ons onderzoek in de kijker te zetten. Daarom hebben we beslist om hier (bijna) niet meer op te posten.
• LinkedIn pagina van VUB TechTransfer zet het innovatief onderzoek aan de VUB in de kijker. Dit kanaal laat ons toe om meer content te brengen en te delen. Onze account werd in september 2021 gelanceerd en telt intussen 1673 volgers. Voor FTI Brussel werd een specifieke account gelanceerd om tijdens het festival onderzoek te promoten en met het oog op de toekomst van FTI.
• De LinkedIn groep “VUB TechTransfer Entrepreneurship Community” telt 325 leden die via dit kanaal op de hoogte worden gebracht van nieuws gerelateerd aan entrepreneurship en de (Advanced) Starter Seminars. Aangezien deze seminaries stopgezet werden in 2024 moet met StartLab.brussels bekeken worden wat hiermee moet gebeuren in 2025.
• Er werd met VUB MarCom samengewerkt om een ‘social ad’ campagne op te zetten op de VUB social media voor FTI Brussel.
Persberichten
• In samenwerking met de perscel van VUB werden verschillende persberichten opgemaakt en uitgestuurd, o.a. voor FTI Brussel, Opening Nexus data center, eXia (persco), FTI op RP Zellik (persco), … .
Externe communicatieplatformen
• Voor FTI Brussel werden op verschillende externe platformen zoals Bruzz, Knack, Trends, … campagnes gelanceerd; Hiervoor werd ook samengewerkt met VUB MarCom.
• Er werd met de overkoepelende FTI-organisatie samengewerkt om content aan te leveren voor de nationale campagne.
OPMERKING:
• Samenwerking met TTO Flanders: apart verslag verkrijgbar
• FTI Brussel: apart verslag verkrijgbaar
VII. Foundation en Fellowship
1. Fellowship
De VUB verbindt met haar netwerk van 81 fellows en 187 erefellows de academische wereld met de maatschappij. De wisselwerking die zo ontstaat, levert een enorme verrijking op voor onderwijs, onderzoek, innovatie, valorisatie en beleid. De VUB Fellows vormen een divers netwerk van toegewijde experten en leiders in hun vakgebied, die zich belangeloos inzetten voor de universiteit en het UZ Brussel. Ze dragen bij door deel te nemen aan adviesraden, door gastcolleges te verzorgen, masterproeven te begeleiden en hun organisaties open te stellen voor stages. Dankzij hun engagement blijft de VUB zich ontwikkelen als een open instelling, nauw verbonden met de samenleving en het bedrijfsleven.
Sinds augustus 2023 wordt het fellowshipprogramma gecoördineerd door Elisabeth Rabaey en Goedele Nuyttens. Zij spelen een actieve rol in het stimuleren en versterken van het fellowshipnetwerk. Naast het coördineren van de selectieprocedures zoeken ze proactief naar nieuwe manieren om de samenwerking tussen de universiteit en de fellows verder te verdiepen en te activeren.
Hoogtepunt 2024: inhuldiging nieuwe fellows
Op 30 mei werden 28 nieuwe fellows feestelijk ingehuldigd in MIX, met een keynote door onderzoeksjournalist Hind Fraihi en een videoboodschap van nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch.
In oktober 2024 lanceerde het Fellowship Office een nieuwe oproep naar de faculteiten en vicerectoren voor de selectie van fellows voor het academiejaar 2024-2025. De inhuldiging van deze nieuwe lichting vindt plaats op 3 juni 2025.
Toekomst: versterken van netwerken en samenwerking
In 2024 voerde het Fellowshop Office verkennende gesprekken met de faculteiten en centrale diensten om de rol van de fellows binnen de universiteit beter af te stemmen op de noden van de VUB. Op basis hiervan zet het Fellowship Office de komende jaren in op een sterkere samenwerking tussen fellows, onderzoekers en ondersteunende diensten. De focus ligt op het organiseren van gerichte netwerkmomenten en het beter benutten van de expertise van fellows in onderwijs, onderzoek en beleidsvraagstukken. Fellows kunnen hierbij worden ingezet in adviesraden, strategische werkgroepen en samenwerkingsprojecten. Deze aanpak maakt het fellowshipnetwerk actiever en beter geïntegreerd binnen de universiteit, waardoor de samenwerking tussen de academische wereld en de praktijk verder wordt versterkt.
2. Foundation
In 2024 heeft de VUB Foundation haar rol als drijvende kracht achter filantropische initiatieven en academische partnerships verder versterkt. Door gerichte campagnes, duurzame samenwerkingen en een strategische focus op fondsenwerving heeft de Foundation een significante bijdrage geleverd aan onderzoek, onderwijs en maatschappelijke innovatie binnen de VUB.
Het afgelopen jaar werd gekenmerkt door een gevarieerd aanbod aan fondsenwervingscampagnes en de groei van het aantal leerstoelen, waardoor de universiteit haar impact kon vergroten. Daarnaast werd sterk ingezet op het versterken van de relatie met donateurs, met een groeiend aantal schenkers en een verhoogde betrokkenheid bij lopende projecten. Ook de interesse in nalatenschappen bleef stijgen, wat de langetermijnbetrokkenheid bij de missie van de VUB onderstreept. Dit verslag biedt een overzicht van de belangrijkste initiatieven, campagnes en financiële resultaten van 2024.
2.1 Filantropische initiatieven
In 2024 kon de VUB dankzij de steun van haar schenkers haar filantropische positie bestendigen en versterken middels tal van filantropische initiatieven.
Digitale nieuwsbrief
Om de donateurs op de hoogte te houden van de realisaties dankzij hun steun, werden vier nieuwsbrieven verzonden naar de contacten waarvan de VUB een e-mailadres heeft. Zo’n 2.500 donateurs ontvangen de nieuwsbrief. Eind 2024 werd ook een inschrijfmodule ontworpen om externen en niet-donateurs de mogelijkheid te geven om zich te abonneren. Het gemiddelde openingspercentage bedroeg 22% met een gemiddeld klikpercentage van 4,4%. De openingsgraad is constant gebleven, maar er is een grote stijging in de klikgraad door een heel succesvol laatste nieuwsbrief voor het eindejaar. Volgens de “International Email Benchmark” van GDMA (2023) voor de non-profit industrie ligt het openingspercentage onder de wereldwijde benchmark van 34,7%, maar het klikpercentage ligt boven de benchmark van 3,4%. We streven ernaar om jaarlijks verschillende nieuwsbrieven te versturen op top topical momenten binnen de fondsenwerving.
Campagnes 2024
Fiscale attesten campagne
De eerste campagne van het jaar is die van de fiscale attesten. Alle donateurs in het voorgaande jaar doneerden, ontvangen hun attest en worden gevraagd om opnieuw te doneren. In 2024 ontving elke donateur een bijlage met een overzicht van de impact van hun steun in het afgelopen jaar.
Opbrengst: 112.007 euro
Slapende donateurs campagne
Begin juni vertrok een direct mailing naar 1300 donateurs die doneerden in 2020, 2021 en 2022, maar daarna niet meer. Het doel was om hen te herinneren aan hun vorige steun, de fiscale aftrekbaarheid en zo te overtuigen om opnieuw te geven.
Opbrengst: 4.457 euro
Kinderuniversiteit campagne
Eind jaar ontvingen zo’n 4000 personen (donateurs en alumni) een brief met de donatievraag voor het project Kinderuniversiteit, dat gelijke onderwijskansen ondersteunt voor kinderen in Brussel.
Opbrengst: 14.529 euro
Sporen van het Verzet campagne
In mei lanceerde de VUB een nieuwe leerstoel over het Belgische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alumni van alle faculteiten ontvingen de direct mailing waarin het belang van de heropleving van deze geschiedenis d.m.v. onderzoek werd aangetoond.
Opbrengst: 15.999 euro
Caroline Pauwels Noodfonds campagne
Bij de start van het nieuwe academiejaar begint ook jaarlijks een campagne voor het noodfonds voor studenten. Vlak voor de Academische Opening werd een e-mailing verstuurd naar donateurs van het fonds en een groep van alumni en personeel.
Als vervolg ontvingen de personen die niet reageerden op de online communicatie, een brief per post met dezelfde donatievraag.
Opbrengst: 4.278 euro
Duchenne Fonds campagne
Om de fietstocht van initiatiefnemer Luc van het VUB Duchenne Fonds aan te kondigen, ontvingen de donateurs van het fonds en alumni geneeskunde een e-mail. Er werd ook een social media campagne aan gekoppeld.
Opbrengst: 1.590 euro
Internationale Dag van het Testament voor het Goede Doel
In het kader van het thema “nalaten aan de VUB” werden in september verschillende communicatiekanalen ingezet: e-mail naar alumni, sociale media, een nieuwe brochure en een advertentie in Plus Magazine. Het doel was om zichtbaarheid te verwerven over de mogelijkheid om de VUB als goed doel op te nemen in het testament.
Borstkankermaand ten voordele van het VUB Yamina Krossa Fonds
De maand oktober staat elk jaar in het teken van borstkanker. Ook de VUB geeft in die periode extra aandacht aan de ziekte. Naast een donateursevent op 12 oktober, werd er ook een direct mailing verzonden naar de donateurs van het fonds en alumni.
Opbrengst: 19.702 euro
Eindejaarscampagne
Het eindejaar is de meest vruchtbare periode om fondsen te werven. In 2024 stond deze campagne in het teken van kankeronderzoek, meer bepaald het VUB-UZB Paul De Knop Fonds voor immunotherapie. Daarnaast ontvingen ook de donateurs van het Wetenschappelijk Steunfonds de vraag om te doneren aan de wetenschap.
Opbrengst: 19.761 euro
Het eindejaar is de meest vruchtbare periode om fondsen te werven. In 2024 stond deze campagne in het teken van kankeronderzoek, meer bepaald het VUB-UZB Paul De Knop Fonds voor immunotherapie. Daarnaast ontvingen ook de donateurs van het Wetenschappelijk Steunfonds de vraag om te doneren aan de wetenschap.
Opbrengst: 19.761 euro
VUB Fondsen op naam
VUB Fondsen op naam
De Foundation beheert 13 fondsen op naam.
De Foundation beheert 13 fondsen op naam.

Analyse donateurs
Analyse donateurs
Evolutie aantal donateurs
In 2024 is het totaal aantal donateurs 8.424 donateurs, opnieuw een stijging ten opzichte van vorig jaar.
Evolutie aantal donateurs
In 2024 is het totaal aantal donateurs 8.424 donateurs, opnieuw een stijging ten opzichte van vorig jaar.

Donateursprofielen
Donateursprofielen
Donateursprofielen

Op het totaal van 8424 donateurs zijn er 88 maandelijkse schenkers voor het Caroline Pauwels Noodfonds (‘studentensponsors’). Die donateurs brengen maandelijks 1.355 euro op.
Op het totaal van 8424 donateurs zijn er 88 maandelijkse schenkers voor het Caroline Pauwels Noodfonds (‘studentensponsors’). Die donateurs brengen maandelijks 1.355 euro op.
2.2 Leerstoelen met externe partners
2.2 Leerstoelen met externe partners
Leerstoelen zijn belangrijke en duurzame partnerships om onderzoek, innovatie, onderwijs en internationalisering aan de VUB te ondersteunen met externe financiering, onder de vorm van een gift of sponsoring.
Leerstoelen zijn belangrijke en duurzame partnerships om onderzoek, innovatie, onderwijs en internationalisering aan de VUB te ondersteunen met externe financiering, onder de vorm van een gift of sponsoring.
In 2024 telde de VUB 23 actieve leerstoelen en werden er 9 nieuwe leerstoelen opgericht: Leerstoel Sporen Van het Verzet, Chair Circular port monitorig in Flanders, Masterclasses in Ostend, Chair Agile and Futureproof Infrastructure for Transport (A-FIT), Leerstoel Ondernemend leren, HELIOS Foundation – STEAM leerstoel, HELIOS Foundation SWIF(F)T leerstoel, de Primary Care Academy leerstoel 2.0 en de Leerstoel Rehabilitation physiotherapy. In 2024 liep er één leerstoelen af: Leerstoel Infrabel spoorwegentechnologie.
In 2024 telde de VUB 23 actieve leerstoelen en werden er 9 nieuwe leerstoelen opgericht: Leerstoel Sporen Van het Verzet, Chair Circular port monitorig in Flanders, Masterclasses in Ostend, Chair Agile and Futureproof Infrastructure for Transport (AFIT), Leerstoel Ondernemend leren, HELIOS Foundation – STEAM leerstoel, HELIOS Foundation SWIF(F)T leerstoel, de Primary Care Academy leerstoel 2.0 en de Leerstoel Rehabilitation physiotherapy. In 2024 liep er één leerstoelen af: Leerstoel Infrabel spoorwegentechnologie.
In 2024 ontving de VUB €5.153.049,28 (waarvan €357.587,45 middels financiering uit legaten) voor de financiering van leerstoelen.
Overzicht actieve leerstoelen 2024
1. SOMT Leerstoel Klinische Anatomie - SOMT-Stichting Opleiding Manuele Therapie (NL) - Prof. dr. Evert Zinzen
2. Leerstoel Waardig Levenseinde – deMens.nu - Prof. dr. Wim Distelmans
3. Leerstoel Mireille Aerens voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren – Legaat Mireille Aerens - Em. prof. dr. Vera Rogiers
4. Leerstoel Casterman & Hamers: History and Philosophy of Science – wijlen Prof. em. Cécile Casterman & wijlen Prof. em. Raymond Hamers - Crosstalks
5. Leerstoel De Berekuyl - Exercise Immunology & Chronic Fatigue in Health and Disease – De Berekuyl, European College for Decongestive Lymphatic Therapy (ECDLT) - Prof. dr. Jo Nijs
6. Leerstoel Fatima Mernissi – Vlaams Minister voor Cultuur, Media, Jeugd en Brussel (Sven Gatz), Darna vzw, CIECDProf. dr. Iman Lechkar
7. Leerstoel Infrabel spoorwegtechnologie - INFRABEL - Prof. dr. ir. Philippe Lataire *
8. Chair of Social Entrepreneurship – Close the gap, Eurocler, BNP Paribas Fortis – Prof. dr. Nikolay Dentchev
9. Leerstoel Klinische ouderenpsychologie – Stichting Mondriaan - Prof. dr. Bas Van Alphen
10. Hamamatsu Applied Photonics Innovation Chair - Hamamatsu – Prof. Dr. ir. Hugo Thienpont
11. VUB Luxembourg Chair for Translational Research in Human Motion, Sports injury Prevention and health – The Luxembourg Institute of Research in Orthopedics, Sports Medicine and Science (LIROMS), The Luxembourg Institute of Health (LIH)– Prof. dr. Bart Roelands (voorheen prof. Dr. Romain Meeusen)
12. Leerstoel Digitale Inclusie – BNP Paribas Fortis – Prof. dr. Ilse Mariën
13. Leerstoel Wellbeing@work – Obelisk, Vitamins@work, Destiny, Metiselect, SBS Group, Projective – Prof. dr. Bert Schruers
14. Leerstoel POISE: Patient-centered Ostheopatic Interventions – Systematic review of Evidence – Ostheopathie.beDecaan Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie, Prof. dr. Evert Zinzen
15. Leerstoel Borstkankeronderzoek – Kal-el BVBA (Alex Agnew) – Prof. dr. Damya Laoui
16. Leerstoel Rehabilitation Physiotherapy - De Berekuyl – Prof. Dr. Jo Nijs
17. Leerstoel Sporen Van het Verzet – VZW Helden van het verzet – Prof. dr. Nel De Mûelenaere
18. Primary Care Academy leerstoel 2.0 – Koning Boudewijnstichting – Prof. dr. Patricia De Vriendt
19. Chair Circular port monitoring in Flanders – Havenbedrijf Antwerpen-Brugge; Haven Oostende, North Sea Port Flanders, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij – Prof. dr. Elvira Haezendonck
20. Masterclasses in Ostend – Haven van Oostende – Prof. dr. Elvira Haezendonck
21. Chair Agile and Futureproof Infrastructure for Transport (A-FIT) – De Vlaamse Waterweg NV, Agentschap Wegen en Verkeer, Vlaamse Waterbouwers vzw, Embuild vzw – Embuild Vlaanderen, ADEB-VBA, OCW, Mobibel - Prof. dr. Elvira Haezendonck
22. Leerstoel ondernemend leren – Xerius, HoGent – Prof. dr. Bart Derre
23. HELIOS Foundation – STEAM leerstoel – HELIOS Foundation – Prof. dr. ir. Hugo Thienpont
24. HELIOS Foundation – SWIF(F)T leerstoel – HELIOS Foundation – Prof. dr. ir. Hugo Thienpont
*Leerstoel met einddatum in 2024
2.3 Legaten
2.3 Legaten
In 2024 waren er 11 geïnteresseerde kandidaat-erflaters die spontaan contact namen met de Foundation (5 in 2023). Via testament.be vroegen 45 particulieren naar meer informatie (54 in 2023). Gemiddeld vragen 12% van alle kandidaat-erflaters via testament.be informatie aan over één goed doel. Het aantal particulieren dat in 2024 enkel informatie heeft aangevraagd over de VUB ligt op 20%, wat wijst op een grote persoonlijke interesse (18% in 2023). Geïnteresseerden in de VUB komen vooral uit Vlaams-Brabant, gevolgd door West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, wat in lijn ligt met de gegevens uit 2023.
In 2024 waren er 11 geïnteresseerde kandidaat-erflaters die spontaan contact namen met de Foundation (5 in 2023). Via testament.be vroegen 45 particulieren naar meer informatie (54 in 2023). Gemiddeld vragen 12% van alle kandidaat-erflaters via testament.be informatie aan over één goed doel. Het aantal particulieren dat in 2024 enkel informatie heeft aangevraagd over de VUB ligt op 20%, wat wijst op een grote persoonlijke interesse (18% in 2023). Geïnteresseerden in de VUB komen vooral uit Vlaams-Brabant, gevolgd door West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, wat in lijn ligt met de gegevens uit 2023.
In 2024 vielen er 3 nalatenschappen open, allen ten voordele van het UZ Brussel. Er viel geen legaat open ten voordele van de VUB.
In 2024 vielen er 3 nalatenschappen open, allen ten voordele van het UZ Brussel. Er viel geen legaat open ten voordele van de VUB.
Eind 2024 bedroeg de waarde van de legatenportefeuille €15.554,975 Er werden 4 bestedingsplannen goedgekeurd door de Innovatie-en Valorisatieraad voor een totaalbedrag van €1.941.169,23 (waarvan €1468.366,14 uit legaten bestemd voor het UZ en €472.803,09 uit legaten bestemd voor de VUB).
Eind 2024 bedroeg de waarde van de legatenportefeuille €15.554,975. Er werden 4 bestedingsplannen goedgekeurd door de Innovatie-en Valorisatieraad voor een totaalbedrag van €1.941.169,23 (waarvan €1468.366,14 uit legaten bestemd voor het UZ en €472.803,09 uit legaten bestemd voor de VUB)
2.3 Globale financiële resultaten fondsenwerving
Inkomsten per categorie (2017-2024)
2.3 Globale financiële resultaten fondsenwerving Inkomsten per categorie (2017-2024)
en uitgaven (2017-2024)
Inkomsten en uitgaven (2017-2024)
Inkomsten - uitgaven fondsenwerving
7,000,000.00
6,000,000.00
5,000,000.00
4,000,000.00
3,000,000.00
2,000,000.00
1,000,000.00
Inkomsten
Kosten fundraising
Totaal inkomsten zonder legaten
Procentuele kost fundraising
De totale inkomsten uit fondsenwerving fluctueren van jaar tot jaar, maar bleven in de periode 2017-2023 redelijk stabiel wanneer inkomsten uit legaten niet in rekening worden gebracht (oranje lijn). In 2024 zijn de inkomsten uit leerstoelen drastisch toegenomen en maken 75% van de totale inkomsten uit.
De totale inkomsten uit fondsenwerving fluctueren van jaar tot jaar, maar bleven in de periode 2017-2023 redelijk stabiel wanneer inkomsten uit legaten niet in rekening worden gebracht (oranje lijn). In 2024 zijn de inkomsten uit leerstoelen drastisch toegenomen en maken 75% van de totale inkomsten uit.
De kosten voor fundraising zijn in 2024 gestegen wegens een eenmalige investering in de hernieuwing van het SalesForce platform enerzijds en een personeelswissel anderzijds. De tijdelijke stijging wordt goed opgevangen door de stijging in de inkomsten.
De kosten voor fundraising zijn in 2024 gestegen wegens een eenmalige investering in de hernieuwing van het SalesForce platform enerzijds en een personeelswissel anderzijds. De tijdelijke stijging wordt goed opgevangen door de stijging in de inkomsten.
2.4 Algemene conclusie
2.4 Algemene conclusie
Het jaar 2024 was een dynamisch en succesvol jaar voor de VUB Foundation, met een duidelijke focusverschuiving naar industriële fondsenwerving. Dankzij een breed scala aan campagnes en initiatieven kon de VUB haar filantropische positie verder consolideren en uitbreiden.
Het jaar 2024 was een dynamisch en succesvol jaar voor de VUB Foundation, met een duidelijke focusverschuiving naar industriële fondsenwerving. Dankzij een breed scala aan campagnes en initiatieven kon de VUB haar filantropische positie verder consolideren en uitbreiden.
De diverse campagnes hebben niet alleen financiële middelen gegenereerd maar ook de betrokkenheid van donateurs vergroot. De stijging in het aantal donateurs en de verhoogde respons op communicatiecampagnes tonen aan dat de inspanningen op het vlak van fondsenwerving en donorrelaties vruchten afwerpen. De toename van structurele partnerschappen via leerstoelen weerspiegelt bovendien het vertrouwen van externe partijen in de VUB als academische en maatschappelijke speler.
De diverse campagnes hebben niet alleen financiële middelen gegenereerd maar ook de betrokkenheid van donateurs vergroot. De stijging in het aantal donateurs en de verhoogde respons op communicatiecampagnes tonen aan dat de inspanningen op het vlak van fondsenwerving en donorrelaties vruchten afwerpen. De toename van structurele partnerschappen via leerstoelen weerspiegelt bovendien het vertrouwen van externe partijen in de VUB als academische en maatschappelijke speler.
Ook op het vlak van legaten werd vooruitgang geboekt, met een groeiende interesse van potentiële erflaters. Hoewel er in 2024 geen nieuwe legaten ten voordele van de VUB werden geopend, blijft de stijgende waarde van de legatenportefeuille een belangrijke langetermijnbron van financiering.
Ook op het vlak van legaten werd vooruitgang geboekt, met een groeiende interesse van potentiële erflaters. Hoewel er in 2024 geen nieuwe legaten ten voordele van de VUB werden geopend, blijft de stijgende waarde van de legatenportefeuille een belangrijke langetermijnbron van financiering.
Financieel gezien kende 2024 een aanzienlijke stijging in inkomsten uit leerstoelen, die nu 75% van de totale inkomsten uitmaken. Ondanks een tijdelijke verhoging van de kosten voor fondsenwerving door investeringen in SalesForce en personeelswijzigingen, blijft de fundraising kost beperkt tot 9%.
Met deze positieve resultaten en de versterkte strategische focus kijkt de VUB Foundation vol vertrouwen naar de toekomst. Door verder te bouwen op bestaande successen en in te zetten op duurzame partnerschappen, blijft de Foundation een essentiële schakel in de ondersteuning van onderzoek, onderwijs en innovatie aan de VUB.
Financieel gezien kende 2024 een aanzienlijke stijging in inkomsten uit leerstoelen, die nu 75% van de totale inkomsten uitmaken. Ondanks een tijdelijke verhoging van de kosten voor fondsenwerving door investeringen in SalesForce en personeelswijzigingen, blijft de fundraising kost beperkt tot 9%.
Met deze positieve resultaten en de versterkte strategische focus kijkt de VUB Foundation vol vertrouwen naar de toekomst. Door verder te bouwen op bestaande successen en in te zetten op duurzame partnerschappen, blijft de Foundation een essentiële schakel in de ondersteuning van onderzoek, onderwijs en innovatie aan de VUB.
VIII. Crosstalks
VIII. Crosstalks
Crosstalks is een transdisciplinair en intersectorieel platform voor kennisuitwisseling tussen academici, kunstenaars, architecten en ontwerpers, het middenveld, beleidsmensen en burgers.
Crosstalks is een transdisciplinair en intersectorieel platform voor kennisuitwisseling tussen academici, kunstenaars, architecten en ontwerpers, het middenveld, beleidsmensen en burgers.
Via haar projecten en activiteiten beoogt Crosstalks nieuwe inzichten en uitvalswegen, met de principes vrijheid, gelijkheid en verbondenheid als moreel kompas.
Via haar projecten en activiteiten beoogt Crosstalks nieuwe inzichten en uitvalswegen, met de principes vrijheid, gelijkheid en verbondenheid als moreel kompas.
Hiermee sluit Crosstalks aan bij het vijfde Algemeen Strategisch Plan van de VUB (2023-2027) en verschillende Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties.
Hiermee sluit Crosstalks aan bij het vijfde Algemeen Strategisch Plan van de VUB (20232027) en verschillende Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties.
Crosstalks beoogt
Crosstalks beoogt
• onverwachte ontmoetingen voor VUB en andere academici, buiten hun onderzoeksdomein en vaak in een nietacademische context
• onverwachte ontmoetingen voor VUB en andere academici, buiten hun onderzoeksdomein en vaak in een niet-academische context
• een geïntegreerde, inclusieve aanpak in al haar activiteiten
• een geïntegreerde, inclusieve aanpak in al haar activiteiten
• de uitwerking van thema’s en projecten via een bottom-up en langetermijnaanpak
• de uitwerking van thema’s en projecten via een bottom-up en langetermijnaanpak
Sinds 2003 is Crosstalks een originele speler op het kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur. Zowel binnen als buiten de VUB is Crosstalks een gewaardeerde en veelgevraagde partner voor samenwerkingen rond breed-maatschappelijke uitdagingen zoals ecologie, sociale ongelijkheid en de superdiverse samenleving.
Voor de VUB is Crosstalks een strategisch verbindend instrument dat de maatschappelijke valorisatie van wetenschappelijk onderzoek versterkt. Daarnaast betrekt Crosstalks actief VUB-onderzoekers in de opstart en uitbouw van eigen projecten en evenementen.
Sinds 2003 is Crosstalks een originele speler op het kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur. Zowel binnen als buiten de VUB is Crosstalks een gewaardeerde en veelgevraagde partner voor samenwerkingen rond breed-maatschappelijke uitdagingen zoals ecologie, sociale ongelijkheid en de superdiverse samenleving. Voor de VUB is Crosstalks een strategisch verbindend instrument dat de maatschappelijke valorisatie van wetenschappelijk onderzoek versterkt. Daarnaast betrekt Crosstalks actief VUB-onderzoekers in de opstart en uitbouw van eigen projecten en evenementen.
culturele wereld
bedrijfswereld en ngo's
Belgische onderzoeksinstellingen
Internationale actoren
De interactie met TechTransfer zorgt voor: 1) een versterkte netwerking binnen en buiten de universiteit, 2) een uitwisselingsplatform voor bedrijven en academici, onderzoekers, kunstenaars, fellows en alumni.
De interactie met TechTransfer zorgt voor: 1) een versterkte netwerking binnen en buiten de universiteit, 2) een uitwisselingsplatform voor bedrijven en academici, onderzoekers, kunstenaars, fellows en alumni.
DUURZAME PARTNERSCHAPPEN
Crosstalks is een transdisciplinair en intersectorieel platform voor kennisuitwisseling tussen academia & society. De ontwikkeling van thematische meerjarenprojecten en duurzame partnerwerking is een streefdoel van Crosstalks, en die samenwerkingen situeren zich op verschillende niveaus:
• De partnerassociatie EhB, met filmavonden in Cinema RITCS
• Brusselse (socio)culturele instellingen: met samenwerkingen met onder meer Kaaitheater, Beursschouwburg, Moussem Nomadisch Kunstencentrum, Espace Magh en Avansa Citizenne.
• Projecten die focussen op de quadruple helix (bedrijven, burgers, overheid en academia): Sinds 2024 is Crosstalks betrokken bij het VUB Fellowshipprogramma, een netwerk van experten en leiders die zich kosteloos inzetten voor de VUB en het UZ Brussel. Om hun rol beter af te stemmen op de behoeften van de universiteit, werden in 2024 verkennende gesprekken gevoerd met faculteiten en centrale diensten. Dit zal in 2025 leiden tot dialoogtafels en netwerkmomenten, die de kennisuitwisseling tussen bedrijven, burgers, overheid en academia moeten bevorderen.
VUB
EhB/RITCS
• Internationale partners: De More-Than-Human-reeksen met academische en artistieke partners, zowel nationaal als internationaal, leidden in 2024 tot de verkenning van een Horizon-project in samenwerking met Kaaitheater en internationale partners. Dit project, met een focus op mentale gezondheid, kunst en cultuurparticipatie, wordt voorbereid voor indiening in september 2025.
IMPACT: KENNISUITWISSELING & VALORISATIE VAN ONDERZOEK
Sinds 2003 is Crosstalks een originele speler op het kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur. Via de projecten wordt academisch onderzoek naar stakeholders en het brede publiek ontsloten. Hiervoor betrekt Crosstalks maximaal
VUB-onderzoekers, alumni en fellows in de opstart en uitbouw van projecten en evenementen in heel uiteenlopende rollen:
• VUB-onderzoekers als expert inzake onderwerpen zoals gender en diversiteit, ecologie en andere maatschappelijke uitdagingen.
• VUB-onderzoekers als medecurator van de Crosstalks-programma’s. Dit gebeurde onder meer voor de reeks Islam en Kritisch denken, A Series of-More-than-Human Encounters en Towards a Ruined Theater
• Alumni en fellows als spreker in de Crosstalks-projecten.
INCLUSIEVE AANPAK
Crosstalks streeft in al haar projecten naar een inclusieve aanpak. Hierop wordt extra ingezet door
• Aandacht te hebben voor diversiteit. Open kennisuitwisseling is pas waardevol als er ruimte gecreëerd wordt voor verschillende referentiekaders. Die veelheid aan stemmen is niet alleen zichtbaar in de communicatie en programma’s van de Crosstalks-events, de projecten worden ook mee vormgegeven door onderzoekers en kunstenaars, met aandacht voor genderbalans en culturele diversiteit.
• Een solidariteitsprincipe voor de ticketverkoop van de reeks More-Than-Human Encounters en Ecopolis. Deelnemers bepalen, op basis van hun financiële situatie, zelf wat ze betalen.
• Maximale ontsluiting van de events door livestreaming en video-opnames. Op die manier kunnen mensen die buiten Brussel wonen of minder mobiel zijn ook deelnemen aan de Crosstalks-events. Video-opnames worden na het event online geplaatst. Ze worden ook van ondertitels (transcripties) voorzien, met als doel de lezingen en debatten toegankelijker te maken voor bv. anderstaligen, slechthorenden en mensen die minder ingewijd zijn in de thematiek.
OVERZICHT EVENEMENTEN 2024
OVERZICHT EVENEMENTEN 2024
11.01 Caravane Civique
Fatima’s sessies | Het Salon van Fatima
Gesprek onder leiding van VUB Fellow en auteur Fatiha Saïdi rond passages uit Le Maroc raconté par ses femmes (1984) van Fatima Mernissi.
04.03 Féminité et sexualité en Islam : hier et aujourd’hui
Islam en Kritisch Denken
Lezing door de Marokkaanse sociologe Soumaya Naamane Guessous, over percepties van vrouwelijkheid en seksualiteit in de islam, in het verleden en heden, nagesprek met Maryam Kolly (UCLouvain Saint-Louis). (FR)
19.03 Moddertong
Free your Inner Lama
Een performance die deel uitmaakt van de seminarreeks Science and Action over de politiek van klimaatkennis, in samenwerking met Framer Framed en het Sandberg Instituut en georganiseerd ihkv het onderzoek van scientist in residence Jorrit Smit. (ENG)
20.03 Back to the Future!
Flanders Technology and Innovation Festival (FTI) in Brussels
Speciale after-work en netwerkavond met tech pioniers en de bredere VUB community. (NL)
24.04 Vernissage
Towards a Ruined Theater
Opening van de tentoonstelling Towards a Ruined Theater, in aanwezigheid van de kunstenaars.
25.0422.05
Tentoonstelling
Towards a Ruined Theater
Tentoonstelling met werken van Sébastien Tripod, Deborah Robbiano, Sara Manente, en wetenschappelijke bijdragen van de VUB Microbiology Research Group (MICR).
17.05 Repetition/Erosion
Towards a Ruined Theater
Concert door Clara Levy en Victor Guaita, geïnspireerd door de tentoonstelling. Zij brachten een muzikale interpretatie van de 13e-eeuwse Cantigas de Santa Maria, met erosie en herhaling als centrale thema’s.
22.05 The Performance of Funga
Towards a Ruined Theater
Lezing door Giuliana Furci (Fungi Foundation) over mycologie en biodiversiteit, gevolgd door een gesprek met kunstenaars Sara Manente en Augusto Corrieri over de relatie tussen schimmelstudies, performance en ecologie. (ENG)
29.05 Virtual (in)sanity
Rondetafels over mentale gezondheid met de VUB-onderzoeksgroep BRUCC, beleidsmakers, managers, zelfstandigen (NL,ENG)
27.09 Opening Fungi Expo
CurieuCity
Tentoonstelling rond de rol van fungi in ecologische en biologische systemen. Met werken van onder andere kunstenares Sara Manente (Towards a Ruined Theater) en VUB-onderzoeker Elise Elsacker.
28.09 Fungi Night
CurieuCity
Panelgesprek met Joske Ruytinx, plantengeneticus en microbioloog (VUB), Rafaella Houlstan-Hasaerts en Giuliana Laki van SpecXCraft, een artistiek onderzoeksproject en kunstenaars Sara Manente en Britt Bakker.
09.11 Hope Needs Action
Ecopolis 2024
Jaarlijkse editie van het festival rond duurzame transitie met een focus op verhalen die een inclusieve en duurzame toekomst verbeelden. (FR, NL, ENG)
03.12 Jocelyne Saab kortfilmavond
Frames of Resistance
Jaarlijkse hommage aan Fatima Mernissi met een avond rond het filmografisch werk van de libanese journaliste Jocelyne Saab. (ENG)
MEER INFO : CROSSTALKS.NET
RUBRIEK 6 PERSONEELSVERSLAG
Naar aanleiding van het deelbeleidsplan van Mens&Organisatie van 2020 werd de missie als volgt bevestigd:
M&O ondersteunt als strategische partner de kerntaken door de verwachtingen van mens en universiteit op elkaar af te stemmen
Naast de missie voegde we een aantal principes die de leidraad vormen van onze dienstverlening:
- We denken mee met de klanten (proactief werken = “vraag achter de vraag” ontdekken en mee beantwoorden)
- We leveren op tijd op (zelf termijnen aangeven: opvolgen of uitleggen waarom het niet kan)
- We houden persoonlijk contact (antwoorden komen van mensen, niet van machines)
- We voorzien een standaard toegang, maar met diverse responsopties
- We werken professioneel (= rekening houden met wat er voor en na ons gebeurt)
Dit personeelsverslag bestaat vooral uit tabellen met gegevens over het personeelsbestand zoals ze werd opgesteld door de Vlaamse Interuniversitaire Raad op datum van 1/2/2024. Deze werkwijze voorziet in een betere vergelijkbaarheid over de jaren een en tussen de verschillende universiteiten.
Samenvattend
Vorig jaar telde de Vrije Universiteit Brussel 4973 personeelsleden, van wie 820 professoren, 2580 ander academisch en wetenschappelijk personeel en 1537 administratieve en technische personeelsleden. Bij het academisch personeel is het aantal vrouwen toegenomen tot 44%. Wel is het zo dat bij het Zelfstandig Academisch Personeel (professoren) het aandeel vrouwen rond de 35% blijft en dat extra maatregelen om tot een beter genderevenwicht te komen, nodig blijven. Zo zijn er maar 19% vrouwen gewoon hoogleraar.
Bij het administratief en technisch personeel is een ruime meerderheid vrouw: 64,4% tegenover 35,6% mannen.
Tot slot merken we een stijgende trend van aantal wetenschappelijke personeelsleden met 18% tov verleden jaar.
Het UZ Brussel, het universitair ziekenhuis van de VUB in de Brusselse gemeente Jette, telt meer 4000 personeelsleden o.a. artsen, verpleeg- en vroedkundigen en paramedici maar ook de ondersteunende functies (o.a. administratie, ICT, schoonmaak, keuken …) zijn onmisbaar in de werking van het ziekenhuis.
VUB en UZ Brussel samen zijn met meer dan 8.000 personeelsleden de grootste Nederlandstalige private werkgever in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
II. Personeelstabellen
4. Wetenschappelijk personeel buiten de werkingsuitk.
5. Administratief en technisch personeel
Een verdere uitsplitsing op basis van categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit kan teruggevonden worden in de publicatie ‘Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten’.
De bijkomende data (bv nationaliteiten) en alle tabellen zijn in Excel te verkrijgen op het VLIR-secretariaat.
Tevens willen we verwijzen naar de verslagen over de evolutie van de financiële toestand en het personeelsbestand van het hoger onderwijs – sector universiteiten van het College van Regeringscommissarissen. Dit referentiewerk bevat de nodige inlichtingen inzake personeel en financiering.
III. PERSONEELSBELEID VOOR ACADEMISCH PERSONEEL EN DE EFFECTEN ERVAN
I. BELEIDSDOELEN : RETROSPECTIEF EN PROSPECTIEF
De bijeengebrachte cijfergegevens van de VLIR laten toe na te gaan welke impact beleidsmaatregelen hebben op de personeelsbezetting en hoe de genderverhoudingen evolueren binnen de verschillende personeelscategorieën. De evolutietabellen tonen de ontwikkeling van de verschillende data in de periode 2010-2020.1
De beleidsdoelen inzake academisch personeel liggen sinds een tiental jaren vervat in de combinatie van de beheersing van de loonkosten met het oog op het behoud van het begrotingsevenwicht aan de ene kant en de versterking van het aanwezige potentieel aan de andere kant.
a) ZAP-formatie
- In 2024 kende de ZAP-formatie een lichte stijging van 1%, na een toename van 5% in 2017 en een stagnatie in 2018.
- Vanwege de bredere invoering van het tenure trackstelsel voor docenten en de daaruit voortvloeiende noodzaak om ‘inhaaloperaties’ uit te voeren voor docenten die al in dienst zijn, wordt het bevorderingsbeleid vanaf 2015 licht aangepast volgens de richtlijnen die zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur tijdens zijn vergadering op 1 april 2014.
- Bij het Zelfstandig Academisch Personeel (professoren) is het aandeel vrouwen licht gestegen met 1% tot 35%. Het blijft echter noodzakelijk om extra maatregelen te nemen om een beter genderevenwicht te bereiken, zoals uiteengezet in het gender equality plan (GEP 2024-2026).2 Er is een duidelijk verschil te zien bij een diepgaande analyse van voltijdse versus deeltijdse ZAP-aanstellingen, met percentages van respectievelijk 42% mannen tegenover 58% vrouwen voor deeltijdse aanstellingen, en 31% vrouwen tegenover 69% mannen voor voltijdse aanstellingen.
b) AAP-formatie in de strikte zin
- Het aantal assistenten stijgt met 4% tov 2023.
- De autonomie van de faculteiten die vastgelegd werd in het Organiek Statuut legt een grotere inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid bij de faculteiten. Het aantal doctor-assistenten in de AAP-formatie is dan wel niet meer gebonden aan vooraf vastgestelde normen of contigenten maar wordt door de faculteiten ingevuld op grond van noden, opportuniteiten en budgettaire mogelijkheden.
Met de goedkeuring van het Reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers (Raad van Bestuur 29 september 2015) werd een verdere stap gezet in de responsabilisering van de faculteiten, die tegelijkertijd instaan voor het goede beheer van de hen toegewezen financiële middelen alsook de kwaliteitscontrole bij het uitvoeren van het academisch personeelsbeleid (instroom – doorstroom – uitstroom).
II. EVALUATIE, BEVORDERINGS- EN SELECTIEBELEID
In 2024 is het nieuwe ZAP reglement gedefinieerd met ingang in het huidige jaar 2025.
Het huidige beleid dateerde reeds van vele jaren terug en was niet meer gericht op de toekomstvisie van de VUB. Onder voormalig rector Caroline Pauwels begonnen we met een hervorming van het ZAP-bevorderingsbeleid, dat later uitgebreid zou worden naar een nieuw loopbaanbeleid. Rector Danckaert heeft het vernieuwen van het ZAP-loopbaanbeleid opnieuw als prioriteit opgenomen in zijn beleidsplan. Het nieuwe decreet van voorjaar 2024 biedt de mogelijkheid om de vijfjaarlijkse verplichte evaluatie af te schaffen en moedigt een feedbackcultuur aan, die continu leren en ontwikkelen ondersteunt.
Het nieuwe beleid zal inzetten op:
• Welzijn: door onderlinge concurrentie weg te nemen en verwachtingen concreet, helder en kwalitatief te formuleren, daalt de prestatie- en werkdruk.
• Waardering: loopbaanpaden en loopbaankeuzes kunnen differentiëren naargelang de individuele competenties, ook minder zichtbare rollen en competenties worden gewaardeerd en gevaloriseerd.
• Feedback, reflectie en dialoog: we zullen aandacht besteden aan een continue feedbackcultuur, regelmatige reflectie en dialoog in functie van leren, ontwikkelen en persoonlijke groei.
• Lerende omgeving: we zullen een omgeving creëren waarin medewerkers zich gesteund voelen in hun professionele groei.
1 Zie VLIR-statistieken via: VLIR
2 Zie Gender equality plan in detail via: Gender Equality Plan 2023 - 2027 (vub.be)
Dit zal voor de ZAP leden de volgende voordelen bieden:
• Structuur en duidelijkheid: Heldere richtlijnen via functieprofielen en afsprakennota’s.
• Groei en samenwerking: Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en effectieve samenwerking.
• Erkenning en waardering: Waardering voor zowel individuele als teamprestaties.
• Flexibiliteit in loopbaanontwikkeling: Mogelijkheid om je loopbaan flexibel aan te passen aan je competenties en de universitaire behoeften.
• Leiderschapsontwikkeling: Erkenning van geëngageerd leiderschap als essentiële vaardigheid, met specifieke opleidingsmogelijkheden om effectief leiderschap te bevorderen.
De belangrijkste veranderingen voor de ZAP leden zullen de volgende zijn:
1. Feedbackgesprekken in plaats van verplichte evaluatie
• De verplichte evaluatie zal wegvallen , enkel op het einde van een Tenure Track, een tijdelijke aanstelling of in functie van bevordering volgt er nog een beoordeling en evaluatie.
• Er zullen feedbackgesprekken plaatshebben met de Feedback, Evaluatie en Bevorderingscommissie (FEB) en tussentijdse reflectiegesprekken met de Academisch Directeur.
2. Nieuwe functieprofielen en gedragsindicatoren voor leiderschap en samenwerken
• Voor elke graad binnen het ZAP (docent, hoofddocent, hoogleraar, gewoon hoogleraar) zijn er nieuwe, geactualiseerde functieprofielen ontwikkeld die concrete verwachtingen expliciteren op 3 domeinen nl. onderwijs, onderzoek & innovatie en bestuur & maatschappelijk engagement.
• Door gedragsindicatoren te gebruiken, worden persoonlijk leiderschap en samenwerking gewaardeerd en gestimuleerd, wat bijdraagt aan een gezonde en ondersteunende werkomgeving.
3. Afsprakennota’s voor alle ZAP-leden
• Afsprakennota’s zoals ze bestonden voor Tenure Track docenten zullen gebruikt worden voor alle ZAP-leden als leidraad doorheen de ganse loopbaan
• Afsprakennota’s met concrete verwachtingen, doelstellingen en vooropgestelde resultaten zullen de basis vormen voor reflectie, dialoog en feedback.
4. Teamdoelstellingen
• Naast individuele doelstellingen zullen ook de bijdrage die geleverd wordt aan gezamenlijke teamdoelstellingen zowel op vlak van onderwijs als onderzoek, onderwerp van gesprek zijn.
5. Evenwicht tussen kwantitatief en kwalitatief
• Er zal gestreefd worden naar een betere balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling van academische prestaties.
• Naast de klassieke, kwantitatieve output zullen ook minder zichtbare taken, rollen en verantwoordelijkheden gewaardeerd en gevaloriseerd worden.
Bij vraag tot bevordering zal er een evaluatie plaatsvinden van de afgelopen periode en een visie voor de toekomstige periode worden meegenomen. Ook hier zullen leiderschap en samenwerking mede bepalend zijn voor de evaluatie tot bevordering.
De selectieprocedure blijft hetzelfde, mits dat ook hier competentie gebaseerd interview technieken zullen gebruikt worden om leiderschap en samenwerking mee te nemen in de afweging van de selectie.
Dit nieuwe beleid gaat in in het tweede kwartaal van 2025.
III. PRESTATIEBELONING - CORYFEEENTOESLAG
Voor een goed begrip der zaken dient duidelijk gesteld wat onder beide begrippen moet verstaan worden.
De coryfeëentoeslag slaat op de premie die het universiteitsbestuur op grond van artikel V.39 Codex Hoger onderwijs jaarlijks kan toekennen na evaluatie van de geleverde prestaties van de leden van het academisch personeel. Tot op heden werd van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Als reden daarvoor kan onder meer de beperktheid van de budgettaire marges naar voor gebracht worden. Het verlenen van coryfeëenpremies wordt door het universiteitsbestuur alleszins ondergeschikt geacht aan het voeren van een billijk bevorderingsbeleid waarvoor slechts een krappe enveloppe uitgetrokken wordt. Anderzijds dient het toekennen van dergelijke premies onderworpen te zijn aan een strikt voorwaardenbeleid. De modaliteiten daarvan zijn evenwel nog niet vastgesteld.
Prestatiebeloning: sedert 2012 zijn andere vormen van variabele beloning goedgekeurd:
- Bijkomende vergoedingen voor beleidstaken en administratieve projecten (rector, vicerectoren, opdrachthouders), goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
- Bijkomende vergoeding voor beleidstaken voor decanen, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 9 oktober 2012.
- Persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening en vergoedingen in het kader van postacademische vorming, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
- Invoering resp. uitbreiding van de vrijstelling van decanen en vicerectoren naar resp. 50% en 80% door de Raad van Bestuur van 25 juni 2019. Dit werd verlengd in 2021 voor nog eens twee jaar met oog op de nieuwe allocatiemodel.
IV. OPVOLGING VAN DE PERSONEELSEVALUATIE - VORMING VAN DE PERSONEELSLEDEN (ONDERWIJSKUNDIGE KWALIFICATIES, DOCENTENTRAINING, OM- EN BIJSCHOLINGEN)
De informatie over deze activiteiten is terug te vinden in het onderwijsverslag.
V. VERHOUDING ONDERZOEKS-/ONDERWIJSACTIVITEITEN
Actueel bevat noch het personeelssysteem noch het CALI-bestand voldoende informatie om hierop een gedetailleerd antwoord te verstrekken. Elementen van antwoord zijn wel terug te vinden in het onderzoeks- en het onderwijsverslag zelf.
VI. SAMENWERKING MET ANDERE UNIVERSITEITEN EN HOGESCHOLEN
Zie hiervoor het hoofdstuk “Universitaire Associatie Brussel”. Voor het overige komt dit onderwerp ook uitgebreid aan bod in het onderwijsverslag en het onderzoeksverslag.
VII. PERCENTAGE FACULTAIRE MEDEWERKERS MET EEN BEPAALD AANTAL JAREN BUITEN DE HUIDIGE INSTELLING
Bij de huidige stand van zaken kan deze informatie niet gedistilleerd worden uit het personeelssysteem. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat dit in de toekomst gemakkelijk zal kunnen aangeleverd worden.
VIII . REGLEMENTERINGEN
Naar aanleiding van de invoering van een nieuw Organiek Statuut met ingang van het academiejaar 2015-16 worden alle bestaande personeelsreglementen aangepast. Tevens maken we van deze gelegenheid gebruik om de kwaliteit van de procedures te verhogen en de planlast te verlagen.
Als gevolg van de covid-crisis is er een telewerkvergoeding van 50 euro per maand ingesteld voor al het personeel. In 2024 hebben de syndicale onderhandelingen hernomen om het arbeidsreglement te herzien. Deze onderhandelingen zijn nog aan de gang. Tevens zijn er werkgroepen opgestart voor de herziening van het ZAP reglement. Deze werkgroepen zijn ondertussen afgerond en het nieuwe ZAP reglement gaat in voege in Q2 2025.
RUBRIEK 7 STUDENTENVOORZIENINGEN
1. INLEIDING
In dit jaarverslag rapporteren we over de verschillende initiatieven die de VUB heeft genomen op de verschillende decretale werkvelden van de studentenvoorzieningen. We starten met de nieuwe initiatieven die we, als onderdeel van het beleidsplan studentenvoorzieningen 2023-2026, in 2024 ondernomen hebben. Achteraan dit jaarverslag geven we een overzicht van het structurele aanbod aan sociale voorzieningen dat we aan onze VUB-studenten aanbieden. Als context geven we graag de financiële context waarbinnen we opereren mee.
- VLAAMSE SUBSIDIES: de VUB ontving in 2024 van de Vlaamse Overheid €3.140.119 voor het organiseren van studentenvoorzieningen. De Vlaamse Overheid subsidieert in principe geen studenten die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EER), tenzij die studenten voldoen aan bepaalde voorwaarden of voor zover hun aandeel niet meer dan twee procent van het totale aantal studiepunten bedraagt die voor de subsidieberekening in aanmerking worden genomen. Dat betekent dat initiatieven specifiek voor niet-EER-studenten of studenten die geen initiële opleiding volgen enkel gerealiseerd kunnen worden voor zover de beschikbare budgetten het toelaten.
- EIGEN MIDDELEN: de VUB investeert jaarlijks via eigen middelen - €350.000 via de beleidsenveloppe inschrijvingsgelden – in (studenten)voorzieningen.
- INKOMSTEN: de inkomsten uit exploitatie en verhuur van studentenvoorzieningen zoals het studentenrestaurant en de studentenhuisvesting – in 2024 begroot op respectievelijk €2.308.886 en €6.922.682 - zetten we systematisch in voor de organisatie van onze studentenvoorzieningen.
- SUBSIDIES & SAMENWERKINGEN: de werking van verschillende studentgerichte diensten bekostigen we verder via andere overheidssubsidies of via publiek-private samenwerkingen.
2. WE ORGANISEREN ONZE STUDENTENVOORZIENINGEN SLAGKRACHTIG
2.1 We voeren daadkrachtig, impactgedreven beleid op basis van concrete noden en onderbouwde beslissingen
We brengen de noden en opportuniteiten voor toekomstgerichte voorzieningen in kaart per campus en antenne We schakelden in oktober Perspectief Collectief in om met twee groepen Jetse studenten te brainstormen over hun noden en wensen op vlak van campusbeleving en loketdienstverlening op de Brussels Health Campus. Met behulp van de methodiek LEGO© Serious Play© konden we op quasi alle domeinen – zowel de studentenvoorzieningen, als infrastructuur, onderwijs, communicatie en veiligheid – de ervaren pijnpunten en tekorten in kaart brengen. Het brainstormrapport is bezorgd aan alle bevoegde diensten. Met de meeste afdelingshoofden zijn die pijnpunten ondertussen besproken en bekeken hoe we hier verder concreet gevolg aan kunnen geven.
We ontwikkelen een gemeenschappelijke missie en visie voor STUVO
In de lente van 2024 keurde de studentenraad een gemeenschappelijke missie en visie voor het aanbieden van campus- en studentenvoorzieningen aan de VUB goed. Deze missie en visie legt duidelijke linken tussen het aanbieden van studentenen campusvoorzieningen en het studietraject, het studentenwelzijn en het mee bouwen aan een warme VUB-gemeenschap. Deze missie en visie verbindt de studentenvoorzieningen sterker met elkaar, en is het referentiekader om de faciliteiten voor onze VUB-studenten zo efficiënt en effectief mogelijk uit te bouwen.
We voeren een beleidsvoorbereidend onderzoek in functie van de ontwikkeling en uitvoering van een doelmatig, impactgedreven en duurzaam ondersteuningsbeleid. Onze studentenaantallen stijgen jaar na jaar. De subsidie die we van de Vlaamse Overheid ontvangen voor het organiseren van studentenvoorzieningen groeit verhoudingsgewijs niet mee. De studentengemeenschap kijkt geregeld naar de VUB om zijn ondersteuningsbeleid te versterken. Maar die groeimarge is er financieel niet. In die context is er in februari 2024 gestart met een eenjarig beleidsvoorbereidend onderzoek voor het uitbouwen van een doelmatig en duurzaam ondersteuningsbeleid. Dit onderzoek leverde volgende output voor de ontwikkeling en implementatie van een datagedreven stuvo-beleid op:
- De creatie van een richtinggevend kader dat – in de hierboven geschetste context van de VUB – de doelgroep en opdrachten op vlak van het organiseren van studentenvoorzieningen scherp stelt, specifiek voor de werkvelden huisvesting en sociale dienstverlening. Binnen dit richtinggevend kader hebben we acht beleidsprincipes en de primaire doelgroepen met (mogelijke) specifieke ondersteuningsnoden gedefinieerd.
- De creatie van een set van KPI’s – vertrekkende van de acht beleidsprincipes uit het richtinggevend kader – om de meetbare impact die we willen bereiken op de werkvelden huisvesting en sociale dienstverlening te inventariseren.
- Op basis van het KPI-overzicht konden we voor de studentenhuisvesting en sociale dienstverlening een aantal Power BI-dashboards uitbouwen waarmee we kunnen rapporteren over 1) het bereik en 2) de meetbare impact van deze studentenvoorzieningen.
- Op basis van de data uit de dashboards konden we simulaties maken om het toewijzingsbeleid van de VUB-kamers en het financieel ondersteuningsbeleid te herzien.
De Power BI-dashboards zullen de studentenvoorzieningen in 2025 verder ondersteunen in het maken van datagedreven beleidsbeslissingen inzake de toewijzing van financiële ondersteuning en VUB-kamers. De dashboards zijn duurzame instrumenten die op vaste tijdstippen een update zullen krijgen.
We koppelen het aanbod aan STUVO in Jette aan het strategische vraagstuk m.b.t. de rekrutering van studenten geneeskunde: we bouwen een dossier uit om een volwaardig aanbod in Jette te kunnen aanbieden dat aan de verwachtingen van (toekomstige) studenten voldoet, dat bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de campus en het sociale weefsel versterkt met oog op rekrutering. We doen dit in samenwerking met eigen diensten en externe partners. De rekrutering van studenten geneeskunde op de Brussels Health Campus blijft een strategische prioriteit. In 2024 organiseerden studenten Toegepaste Economische Wetenschappen in het kader van een masteropdracht een bevraging rond (toekomstige) noden en tevredenheid over het horeca-aanbod op campus. De resultaten daarvan gebruiken we waar mogelijk om de reeds opgestarte initiatieven te optimaliseren en om de projecten die in de pijplijn zitten verder vorm te geven. Het gaat dan vooral om de vernieuwde koffiebar die begin 2025 definitief vorm krijgt op een centrale locatie op de Health campus. Maar ook over een aantal projecten in beheer van het UZ Brussel, waaronder een 24/7 vending shop.
2.2 We versterken de financiële gezondheid van de studentenvoorzieningen
We beschikken over toegenomen en gediversifieerde inkomsten om aan de grotere noden van studenten te voldoen Sinds 2024 heeft de VUB een directeur Public Affairs. Hij heeft waar mogelijk de onderfinanciering van de studentenvoorzieningen – en specifiek de relatie tussen studentenkenmerken en het financieringssysteem – permanent op de radar gehouden tijdens contacten met politici.
De studentenvoorzieningen zelf leverden in 2024 diverse inspanningen om hun inkomsten te diversifiëren en op te krikken:
- De dienst Studentenhuisvesting volgt wanbetalers nauwgezet op zodat de inkomsten uit verhuur stijgen.
- De VUB Foundation levert continu inspanningen om externe fondsen te werven voor het Caroline Pauwels Noodfonds. Die middelen zijn noodzakelijk om, aanvullend op onze reguliere middelen, studenten in nood te kunnen ondersteunen of aanvullende studenteninitiatieven te kunnen financieren.
- Het aantal verhuurdagen van de Pilar-faciliteiten steeg in 2024 met 30%. Dat is dankzij de inspanningen om het gebruikscomfort voor verhuurders te vergroten, dankzij de inzet van een promotiefolder en extra werving/bekendmaking bij commerciële bedrijven en organisaties.
- Pilar diende een projectdossier in binnen het cultureel samenwerkingsakkoord CultuurCulture van de Vlaamse Overheid en de Fédération Wallonie-Bruxelles. Het dossier is positief beoordeeld.
- Het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus vulde de tien extra plaatsen die in 2023 zijn toegekend in. In 2024 hebben we een subsidieaanvraag voor 9 extra plaatsen met DOP-finaniëring (Dringende Opvang Plaatsen) ingediend voor het kinderdagverblijf in Elsene. Het Agentschap Opgroeien van de Vlaamse Overheid gaf ons een subisidiebelofte voor deze negen plaatsen.
We schrappen, na analyse en benchmarking, onvoldoende doelmatige activiteiten uit ons aanbod.
De VUB had al verschillende jaren een samenwerkingsovereenkomst met Publiq vzw voor de sensibilisering en promotie van cultuur bij onze VUB-studenten. Publiq vzw leverde binnen deze overeenkomst kwaliteitsvol werk. Maar globaal konden we via de overeenkomst een veel te beperkte impact bij onze studentengemeenschap realiseren. Omdat we impactgericht en doelmatig moeten omgaan met onze schaarse STUVO-middelen, heeft de STUVO-raad aan de VUB geadviseerd om de overeenkomst met Publiq vzw op te zeggen en de middelen te herbestemmen naar de werking van de kotcoach.
2.3 We optimaliseren digitale en analoge processen
We brengen stuvo-processen in kaart en verbeteren, vereenvoudigen, verduidelijken en digitaliseren onze werking. In 2024 konden we volgende kleinschalige processen op het terrein van de VUB-studentenhuisvesting verbeteren:
- Er is een prioriteitencategorie toegevoegd in de dossierverwerking van kotaanvragen
- Er is een export query aangemaakt om de kotwaarborgen te beheren
- Er is een structurele master query aangemaakt met alle persoonlijke gegevens per kotaanvrager
- Er worden maandelijks automatische betalingsherinneringen voor achterstallige huur gegenereerd en verzonden
In functie van het stijgend aantal ondersteuningsvragen én de nood aan digitalisering heeft Studentenstatuut & Studiefinanciering/Studentenjobs verder ingezet op het herwerken van de aanvraagprocedures. In 2024 voegden we de aanvragen voor beurzen voor studentenvertegenwoordigers, externe beurzen en vouchers voor Telenet Essential Internet toe aan het MS-Forms sjabloon (waarin sinds 2023 al huurtoelage, buitenlandtoelage, vouchers voor menstruatie-artikelen en renteloze leningen voor studiegeld konden worden aangevraagd). In 2024 is gestart met de ontwikkeling van een app – via Power Apps – voor het aanvragen van leningen voor studiegeld. De deadline voor oplevering daarvan moest worden verschoven van september 2024 naar februari 2025.
De sterke toename van de broodjesverkoop zorgde voor lange wachtrijen in de cafetaria. Sinds 2024 verkopen we nu ook broodjes beneden in het restaurant; dit zorgt voor een vlotter verloop en een snellere bediening in de cafetaria.
Via het digitaal platform Toddle konden we in beeld brengen dat de uurroosters van de kindbegeleiders van het kinderdagverblijf op de Health Campus niet helemaal waren aangepast op de opvanguren van de kinderen. Er zijn daarop nieuwe uurroosters uitgewerkt die in 2025 verder worden uitgetest.
Groepsdynamica en communicatie in grotere teams, zoals de kinderdagverblijven, verloopt niet altijd van een leien dakje. Een goede sfeer binnen het kinderdagverblijf is belangrijk. In 2024 werkte het kinderdagverblijf van de Health campus daarom verder met het teamtraject rond “gekonkelfoes in organisaties. Roddelen is niet onschuldig”.
We brengen de personeelsbezetting in verhouding tot de stijgende noden n.a.v. stijgende studentenaantallen In januari 2024 kon een extra voltijds sociaal-juridisch adviseur aan de slag gaan bij Studentenstatuut & Studiefinanciering/ Studentenjobs. Daarmee hoopte het team - na jaren van onderbestaffing - een tandje te kunnen bijsteken in het licht van de sterk toegenomen ondersteuningsvragen. Maar door de langdurige afwezigheid van zowel de beleidsmedewerker als een andere sociaal-juridisch adviseur was de extra bestaffing lang nog niet voelbaar voor zowel de dienst zelf als de studenten die er beroep op doen. Dankzij uitgespaarde personeelsmiddelen kon een management assistent vanaf april 2024 de dienst Studentenstatuut & Studiefinanciering/Studentenjobs administratief ondersteunen. In augustus 2024 is een nieuwe beleidsmedewerker aangesteld.
Het was in 2024 een hele uitdaging om de kwaliteitsvolle werking van het kinderdagverblijf in Elsene te kunnen garanderen. Dat had te maken met een post-COVID-uitstroom van kindbegeleiders, in combinatie met het moeilijk vinden van nieuwe kindbegeleiders. Om de instroom te verhogen hebben we sterk ingezet op samenwerkingen met scholen en andere partners. Met succes; eind 2024 konden we toch nog een aantal nieuwe kindbegeleiders aanwerven.
We organiseren werkplekleren voor knelpuntfuncties
In 2024 startte de Vlaamse Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Gemeenschapscommissie het project “diploma door opleiding en ervaring in de kinderopvang”. Dankzij dit project konden de VUB-kinderdagverblijven een halftijdse leercoach aanwerven en twee aspirant-kindbegeleiders. We geven zo mensen de kans om hun opleiding als kindbegeleider te behalen. Samen met de VGC, CVO Brussel en andere leercentra faciliteren we daarmee de instroom van kindbegeleiders in de kinderopvangsector.
De dienst Huisvesting legde in functie van duaal leren contacten met Groep Intro – Vormingscentrum Molenbeek. In januari 2024 heeft Studentenhuisvesting een stagiair aangenomen in duaal leren. De scholier-technieker in opleiding werkte twee dagen per week mee onder begeleiding van onze technieker op de Health Campus. In de zomer nam Studentenhuisvesting de scholier-technieker aan als jobstudent. In het najaar is de stage verlengd. Vanaf januari 2025 gaat de stage over in een Overeenkomst Alternerende Opleiding; de stagiair komt dan in loondienst drie dagen per week werken.
3. WE BOUWEN ONS AANBOD VAN STUDENTENVOORZIENINGEN
3.1 We hanteren de methodiek “8B’s van toegankelijkheid en de principes van universeel proportionalisme om de STUVO-dienstverlening beter toegankelijk te maken voor de diverse VUB-gemeenschap”
We herzien de prioriteitencriteria voor VUB-studentenkamers zodat ze evenwichtig zijn ten aanzien van zowel lokale als internationale studenten Het aantal beschikbare VUB-kamers is beperkt. We dienen ze optimaal in te zetten. Uit het beleidsvoorbereidend onderzoek dat we eerder al aanstipten, konden we volgende conclusies distilleren:
- Studenten blijven gemiddeld 2,4 jaar op een VUB-kamer, 3 academiejaren is het maximum. Minder academiejaren is operationeel niet werkbaar voor de VUB Studentenhuisvesting;
- Generatiestudenten met een VUB-kamer hebben een hoger studierendement;
- Beursstudenten met een VUB-kamer hebben een hoger studierendement;
- Het beschikken over een VUB-kamer heeft geen significante impact op het studierendement van internationale studenten;
- Studenten uit de faculteit ES en specifiek de Engelstalige bacheloropleiding social sciences zijn oververtegenwoordigd op de VUB-kamers;
- Het aandeel studenten dat meerdere studentenkamer reserveert en nadien annuleert steeg sterk in 2024. Meer dan 500 van de 1.500 toegewezen kamers (al dan niet met huurovereenkomst) werd alsnog door de kandidaat-huurders geannuleerd;
- 2/3de van de VUB-kamers wordt toegewezen aan vrouwen;
- 25 jaar is een aannemelijke leeftijdsgrens. Deze leeftijdsgrens valt samen met de leeftijdscriteria van het Vlaamse Groeipakket;
- Internationale studenten ondervinden veel moeilijkheden om vanop afstand hun eerste kot te vinden;
- Studenten met een laag studierendement (<60% cumulatief studierendement na het tweede jaar) hebben weinig tot geen kans om succesvol een diploma te behalen. Een derde jaar op kot brengt hier geen verandering in.
We integreren deze inzichten in de herziening van het toewijzingsbeleid van onze VUB-kamers; die staat op til in het voorjaar van 2025.
We toetsen huidig en nieuw beleid aan het kader van de 8B’s en werken praktische, culturele en andere drempels weg om deel te nemen aan het studentenleven en het aanbod van de studentenvoorzieningen
In 2024 legde de dienst Beweging en Sport contact met het CALI-productoverleg om de verkoop van sportkaarten met knips te integreren via de jaarlijkse inschrijving aan de VUB. Dit project krijgt verdere uitwerking.
In maart 2024 organiseerden we naar jaarlijkse gewoonte een folkoredebat. Tijdens dit debat kwamen de dalende studentenaantallen en de beperkte zichtbaarheid van de verenigingen op de VUB-kanalen en/of VUB-events als pijnpunten naar boven. Om daarop in te spelen kenden we de verenigingen in 2024 een prominentere rol toe tijdens de onthaalweek:
- Ze kregen de mogelijkheid om hun werking voor te stellen tijdens de facultaire onthaalmomenten
- Ze waren aanwezig tijdens de faculty drinks
- De verenigingen stonden in voor de begeleiding van de campustours
- Tijdens de ‘onthaalshow’ is er stilgestaan bij het ruime en gevarieerde verenigingsaanbod aan de VUB.
Om de sociale en academische integratie van nieuwe generatiestudenten te bevorderen, organiseerden de facultaire verenigingen in de eerste lesweek – op vraag van Studentenzaken en met medewerking van de faculteiten – een inclusieve en toegankelijke sociale activiteit voor alle nieuwe bachelor-1 studenten.
Beide initiatieven zijn enthousiast ontvangen door de verenigingen en hadden een positieve invloed op de ledenaantallen. De verenigingen zijn vragende partij om beide initiatieven te verankeren in de onthaalactiviteiten voor nieuwe studenten.
Sinds september 2024 loopt op het Infopunt Studenten een student Agogische Wetenschappen stage. Ze onderzoekt de dalende ledenaantallen bij de studentenverenigingen en drempels die studenten ervaren om zich bij een vereniging aan te sluiten. In 2025 gaan we beleidsmatig aan de slag met de onderzoeksresultaten.
Pilar zette in 2024 verder in op de realisatie van een meer bottom-up en een verbredend aanbod. Daarvoor is ingezet op open calls voor een tentoonstelling en publieksprogramma in de exporuimte en voor een avondvullend programma in de concertzaal. Voor zowel de exporuimte als de concertzaal leidde dat tot langlopende trajecten voor collectieven en individuele jongeren. De programmatoren muziek en beeldende kunst en de publiekswerker fungeerden daarbij als trajectbegeleider voor de realisatie van de jongerenprojecten. Daarnaast realiseerde Pilar in 2024 een uitgebreider receptief aanbod met een maandelijks art house filmaanbod en enkele workshops. Het filmaanbod is daarbij op korte tijd uitgegroeid tot een vaste waarde en trekt een nieuw publiek aan dat voorheen nog niet de weg vond naar Pilar.
Alle kassa’s van het studentenrestaurant zijn sinds 2024 met alle courante internationale betaalmiddelen uitgerust.
In de kinderdagverblijven ging het project “doorgaande lijn” in 2024 verder. De personeelstekorten speelden het project parten. Toch slaagden we erin een aantal mooie praktijken te ontwikkelen in de dagelijkse werking. Sinds 2024 moet de Vlaamse kinderopvang 90% voorrang geven aan werkende ouders. Het team van de kinderdagverblijven nam daarop het eigen, volledige voorrangsbeleid onder de loep. We gaan hiermee in 2025, ter optimalisatie, verder.
We nemen initiatieven die bijdragen aan actieve en toegankelijke campussen, ook ’s avonds, in het weekend en in vakantieperiodes
Het Huis van het Kind Theodora kon zijn team uitbreiden met een extra medewerker. Daardoor konden we het bestaande aanbod in 2024 verbreden. Zo organiseerden we wekelijks Baboes: ontmoetingsmomenten op woensdag voor (groot) ouders of andere opvoedingsfiguren en kinderen tot en met 4 jaar. Daarnaast openden we het gezinspunt waar iedereen wekelijks op dinsdag terecht kan met een vraag rond opvoeden van kinderen van -9 maand tot 6 jaar.
3.2 We organiseren en stimuleren inclusieve participatie en engagement
We bouwen de werking van de Studentenraad en Stuvoraad uit volgens de principes van universal design
Hoewel de samenstelling van de studentenraad en stuvoraad de voorbije jaren geleidelijk aan meer de reële samenstelling van onze diverse studentengemeenschap vertegenwoordigt, zijn bepaalde groepen van studenten nog altijd niet of onvoldoende gerepresenteerd, of ze haken snel(ler) af. Het profiel van studenten die zich engageren voor participatie is doorgaans hetzelfde, en ze zijn schaars. Om het inclusief karakter van de studentenraad te verhogen hebben we:
- Het advies van verschillende experten, waaronder onderzoekers van de vakgroep politicologie, ingewonnen;
- Bevroegen we collega’s van andere universiteiten en hogescholen naar hoe zij studentenparticipatie zo inclusief mogelijk organiseren;
- Verschillende studentenraadsleden bevraagd naar hun inzichten en ervaringen met betrekking tot de includerende en excluderende elementen van de organisatie van de Studentenraad en Stuvoraad.
We verwerken al dit materiaal in functie van het creëren van een meer eenvoudige structuur van de studentenraad en stuvoraad, een sterkere valorisatie van de aangegane engagementen, meer belangstelling voor de studentenparticipatie en een inclusievere groep van studentenvertegenwoordigers.
We versterken de belangstelling voor en deelname aan studentenvertegenwoordiging aan de VUB In het najaar van 2024 zijn we gestart met maandelijkse communicaties rond de studentenraad en zijn vertegenwoordigers. De studentenraad heeft zelf een jobstudent aangeworven die inzet op het in de kijker zetten van de studentenraad en de studentenparticipatie via online communicatie en ludieke acties op campus.
We zijn in het najaar – samen met een aantal andere collega-instellingen uit het Vlaamse Hoger Onderwijs - ingestapt in de systeembrede analyse van de NVAO rond studentenparticipatie. We verwachten en hopen tijdens het éénjarige traject nieuwe inzichten, ideeën en good practices te verwerven rond ons vraagstuk hoe we de belangstelling voor en deelname aan de VUB-studentenvertegenwoordiging kunnen versterken.
We onderzoeken de mogelijkheden voor het aanstellen van een participatiecoach die een substantieel en exclusief deel van diens opdracht spendeert aan het begeleiden van studentenparticipatie aan de VUB Binnen diens takenpakket coacht de beleidsmedewerker studentenzaken de studentenraadsleden in hun opdracht als studentenvertegenwoordigers en bestuurders van de VUB. Daar staat geen vast percentage op; de ondersteuning is afgestemd op de acute en reële noden. Daarmee varieert deze ondersteuning van studentenraadsploeg tot studentenraadsploeg. Tegelijk is de inzet van de beleidsmedewerker als participatiecoach gelimiteerd en beperkt in het licht van de andere taken en beleidsopdrachten die voor studentenzaken op de plank liggen. De beleidsmedewerker studentenzaken coacht de studentenraad daarom vooral inhoudelijk, op beleidsmatig vlak. In opdracht van studentenzaken coacht HUMMUS – het expertisecentrum voor deep democracy in België - onze studentenraadsleden (voorzitter en ondervoorzitter in het bijzonder) op groepsdynamisch vlak. Met deze coachings willen we bekomen dat in de besluitvorming binnen dit bestuursorgaan de stemmen van alle studentenraadsleden – in hun diversiteit maar verbindend tussen hun verschillen –meewegen en meetellen.
We organiseren jaarlijks een townhall meeting met betrekking tot de studentenvoorzieningen voor de VUB-gemeenschap In de herfst brachten we een 30-tal studenten van de Brussels Health Campus samen om – via de methodiek van LEGO© Serious Play© - in kaart te brengen wat hun noden en wensen waren op vlak van studentenvoorzieningen.
We organiseren het culturele aanbod van Pilar bottom-up
Inclusieve participatie en engagement vormen de rode draad binnen de werking van Pilar. Pilar organiseert zijn cultureel aanbod bottom-up. De verspreiding van open calls en laagdrempelige workshops waren daartoe het afgelopen jaar belangrijke instrumenten. Voor de invulling van het ASAP-festival werkt Pilar jaarlijks met een input- en participatietraject. Tot slot krijgen studenten een zo groot mogelijke rol in de realisatie van het aanbod dat Pilar realiseert: via productionele ondersteuning bij activiteiten in de Pilar Box, als suppoost in de expositieruimte en als publieksbegeleider bij events. Een vaste kern van jobstudenten fungeert als young board; zij zijn in functie van de creatie van het aanbod een permanent klankbord voor de Pilar-medewerkers.
We organiseren contactmomenten met de gebruikers van de kinderdagverblijven In de kinderdaverblijven organiseerden we in 2024 verschillende activiteiten om de ouders te laten participeren. We organiseerden kunstkriebels in de kinderdagverblijven. Enkele ouders kwamen zelf enkele momenten meedraaien in het kinderdagverblijf. Daarnaast organiseerden we ook nog enkele feestjes met en voor de ouders.
4. ONZE STUDENTENVOORZIENINGEN
4.1 We bouwen de schoofslaan uit als medische en psychosociale hub
In 2024 werkten we verder aan een geoptimaliseerde werking van de universitaire groepspraktijk. Een herziening van de huidige samenwerkingsovereenkomst, met het oog op een uitbreiding van het dienstverleningsaanbod, blijft daarbij een aandachtspunt.
We merkten in 2024 het succes van de invoering van de digitale agenda: we stelden een duidelijke stijging in het aantal afspraken via die weg vast: 1.806 afspraken door VUB-mailadressen door 710 unieke patiënten. Dat is een stijging van 20% ten opzichte van 2023.
4.2 We werken een beleid uit om het financieel welzijn van studenten te bevorderen
We herzien het financieel ondersteuningsbeleid ten aanzien van VUB-studenten
De combinatie van stijgende studentenaantallen in onze diverse, grootstedelijke context en stuvo-middelen die verhoudingsgewijs niet mee-evolueren nopen ons tot een herziening van ons financieel ondersteuningsbeleid. Die herziening is noodzakelijk om een dreigend budgettair te kort te voorkomen. Er zijn binnen het beleidsvoorbereidend onderzoek dat we eerder vermeldden verschillende scenario’s uitgewerkt, berekend en geanalyseerd. Uitgangspunt daarbij was dat we de studenten willen ondersteunen die het meeste nood hebben aan financiële ondersteuning. De herziening van dit financieel ondersteuningsbeleid ronden we af in het voorjaar van 2025. We leggen het dan ter goedkeuring voor aan de studentenraad, voor inwerkintreding vanaf de start van het academiejaar 2025-2026.
We sensibiliseren met betrekking tot financiële gezondheid en doorbreken het taboe omtrent financiële ondersteuning
In september 2024 bezocht Wikifin de Main Campus met een busje in de vorm van een spaarvarken. Studenten maakten er kennis met de organisatie, konden er deelnemen aan een spaarquiz om hun kennis over sparen te testen en om een gevulde boodschappenkar te winnen. Tijdens de sensibiliseringsactie waren medewerkers van Studentenstatuut & Studiefinanciering/Studentenjobs aanwezig om informatie te geven over het aanbod van hun dienstverlening. We verzamelden er budgettips van de studenten zelf, in ruil voor gadgets.
Voor het eerst sinds lang was Studentenstatuut & Studiefinanciering/Studentenjobs opnieuw aanwezig op de Kick Off op de Main Campus. Met een woordje uitleg over de dienst proberen we studenten gemakkelijker de weg naar de dienstverlening te laten vinden. We versterken acties als deze verder, óók op de Health Campus.
4.3 We werken een geïntegreerd gezondheids- en duurzaamheidsbeleid uit waarbij beweging, voeding, duurzaamheid en mobiliteit deel uitmaken van de doelstellingen rond studentenwelzijn
We dragen bij aan een universiteit die uitnodigt tot beweging en beleving Het sportbeleidsplan 2021-2024 is dit jaar afgerond. Er is een nieuw sportbeleidsplan opgemaakt en ondertussen goedgekeurd voor de olympiade 2025-2028.
In 2024 hebben we studenten met tal van sportieve activiteiten gestimuleerd tot deelname hieraan. Om studenten daarnaast in het algemeen te stimuleren tot ‘meer bewegen’ hebben we in 2024 een Fitbooster-campagne opgezet. We zijn met een ‘Fitboostteam’ op bezoek geweest bij een 20-tal hoorcolleges – twee per faculteit – om daar een actieve pauze in te lassen. De bestaande Nederlandstalige beweegfilmpjes hebben we in het Engels ondertiteld. Er zijn 30 nieuwe Engelstalige filmpjes gecreëerd die we in het Nederlands hebben ondertiteld. De in totaal 60 filmpjes zijn gepubliceerd op het nieuwe VUB-sportkanaal op YouTube.
We stimuleren duurzame en actieve mobiliteit
In 2024 lanceerde de VUB een mobiliteitsenquête onder de studentengemeenschap. 2.025 VUB-studenten – 1.758 studenten van de Main Campus en 267 van de Health Campus – gaven aan hoe ze zich naar hun campus verplaatsen. Uit de enquête bleek dat onderstaande acties hun vruchten afwerpen om studenten aan te zetten tot duurzame en actieve mobiliteit:
- De plaatsing van nieuwe, overdekte fietsenstallingen in de studentenwijk op de Health Campus;
- De fietsbrocante die het VUB Green Team, Cyclo Lokal en Les Ateliers de la Rue Voot in april samen organiseerden op de Main Campus. Studenten konden een fiets binnenbrengen voor verkoop of een tweedehandsfiets aankopen;
- Op beide campussen komt meerdere keren per jaar een mobiele fietshersteller fietsen van studenten onderhouden. Kleine herstellingen kunnen de studenten zelf op de campus uitvoeren via fietsherstelzuilen en fietspompen. Aan de Main campus is er het Fietsatelier, uitgebaat door Ateliers de la rue Voot. Studenten kunnen er, zonder afspraak, met de hulp van een fietsenmaker zelf fietsen herstellen.
- Het VUB GreenTeam organiseerde een groene fietstocht rond de VUB Main Campus om studenten kennis te laten maken met fietsen in Brussel, de parken en bossen in de omgeving van de campus. Daarnaast deelt het GreenTeam aan VUB-fietsers fietspakketten uit met fluomateriaal en fietskaarten.
Veiligheid is een belangrijke voorwaarde om studenten succesvol aan te zetten tot fietsgebruik of te voet gaan. De VUB heeft daarom overleg met de bevoegde overheden om de veiligheid voor fietsers en voetgangers rond onze campussen te verbeteren. We blijven, zowel voor onze campusomgeving als Brussel in zijn geheel, pleiten voor fietspaden die gescheiden zijn van autowegen en voetpaden.
De voorbije jaren drongen we bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan op een beleidskader dat kon dienen als leidraad voor de verschillende aanbieders van deelfietsen, deelsteps of andere deelsystemen. Dat kader is er ondertussen en biedt ook de VUB de nodige stabiliteit om zo mogelijk in de toekomst met één of meer van deze partners in zee te gaan.
De volledige stationsomgeving van Etterbeek zal vernieuwd worden. Toegankelijkheid en veiligheid zijn elementen die, mee op uitdrukkelijke vraag van de VUB, zijn opgenomen in de renovatieplannen voor het station Etterbeek. Het stationsgebouw zal gesloopt worden om plaats te maken voor een nieuwe constructie met een wachtruimte, een loket en een beveiligde fietsenstalling. Eén van de grootste veranderingen zal een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug zijn die de VUB-campus zal verbinden met het station en die zal doorlopen tot de Kroonlaan. De vergunning voor de renovatie van het station is ondertussen afgeleverd. De werken aan de brug starten in 2026.
Op 15 december 2024 voerde de NMBS een nieuwe dienstregeling in als gevolg van het Vervoersplan 2023-2026. Onder meer het S-net van Brussel is daarbij grondig hervormd met impact op reizigers naar de treinstations Etterbeek en Jette. De VUB ging in overleg met de NMBS om de impact op de bereikbaarheid van de VUB-campussen aan te kaarten.
De studentenverenigingen en -voorzieningen organiseren duurzame events Sinds 2020 moeten alle organisatoren van studentenevents op de Main Campus gebruik maken van herbruikbare drinkbekers. Maar dit initiatief bleek verlieslatend voor BSG AS vzw, de initiatiefnemer en financierder van dit project. De coördinator studentenwerking en de beleidsmedewerker duurzaamheid van de cel Strategie & Beleid namen het financieel model van het systeem onder de loep en wonnen extern adviezen en good-practices in. Dat leidde tot verschillende verbetervoorstellen om de kosten maximaal te drukken. BSG AS vzw past de voorstellen sinds het academiejaar 20242025 toe.
Op de eerste woensdag van oktober gaat telkens het Spel Zonder Grenzen door op de Main Campus. Door de vele oorlogen en armoede in de wereld heeft de organisatie beslist om geen voedselgevecht meer te organiseren. Er is teruggekeerd naar het oorspronkelijke concept van het Spel Zonder Grenzen: een wedstrijd met verschillende (ludieke) spelen waar de verschillende facultaire verenigingen het tegen elkaar opnemen. Het vernieuwde concept kon op veel bijval rekenen bij de studenten.
In februari was er een boomplantactie in de voortuin en de tuin van de koten aan de Nieuwelaan, een samenwerking tussen de directie Infrastructuur, VUB GreenTeam, Buumplanters en de vele VUB-vrijwilligers. In maart volgde een boomsnoeicursus met de Buumplanters in de boomgaard op de Main Campus. Het GreenTeam organiseerde, met helpende handen vanuit de VUB-gemeenschap, ook een “Groundsaving”-activiteit om invasieve exoten op de campus te bestrijden.
Tijdens de weKONEKT.week ging het VUB GreenTeam samen met enkele enthousiaste studenten het Brussels kanaal op met Canal It Up om afval te vissen uit onze Brusselse waterlopen. In oktober 2024 organiseerden het VUB GreenTeam en het BSGgtgv in samenwerking met River Cleanup voor de tweede keer een Campus Clean Up op de VUB Main Campus. Verschillende erkende studentenverenigingen namen deel aan dit initiatief. Ze verzamelden in twee uur tijd meer dan 50kg afval.
Tot slot organiseerde het VUB GreenTeam een zeer succesvolle vintage market in de hal van gebouw I. Studenten konden er zelf een kraam uitbaten om tweedehandskleren te verkopen.
De campus- en studentenvoorzieningen blinken uit op vlak van duurzame en gezonde voeding en zero waste Voor de affichering van de eco-scores van de maaltijden in ons restaurant werken we samen met Ecotarian, een Brusselse organisatie die onder andere de CO²-uitstoot van een maaltijd meet. We werkten in 2024 samen met de beleidsmedewerker duurzaamheid van de Cel Strategie & Beleid mee aan een succesvol projectdossier dat als doel heeft om het bewustzijn rond deze ecolabels te vergroten en gebruikers van het restaurant vaker te doen kiezen voor een maaltijd met een lage klimaatimpact. Concrete acties hiervoor zullen we in de loop van 2025 uitrollen aan de hand van de inzichten van en dankzij de fondsen van The Good Wave-netwerk voor effectieve klimaatactie.
Het proefproject ter vervanging van de reguliere frisdrankautomaten op campus bracht helaas niet het gehoopte succes. De studenten gebruiken de drie refill-automaten met herbruikbare bekers en drinkbussen te weinig om er op lange termijn mee verder te gaan. De cafetaria en het studentenrestaurant gaan wel door met het concept en ook in het nieuwe LICgebouw, dat opent in het voorjaar van 2025, komt een refill drankenautomaat voor gezonde smaakwaters met toegevoegde vitamines. We volgen op hoe dit in de smaak valt en laten de verdere uitrol op campus hiervan afhangen.
` Om stijging van de maaltijdprijzen te voorkomen, hebben we beslist om enkel fruit en natuuryoghurt nog te includeren in de menuprijzen vanaf de start van het academiejaar 2024-2025. Dit zijn de meest betaalbare desserts. Tegelijk zijn dit de meest gezonde desserts, en past deze maatregel dus ook in het kader van het brede welzijnsbeleid van de VUB. Het VUB GreenTeam heeft lezingen georganiseerd in verband met duurzame en gezonde voeding. Tobias Leenaert werd uitgenodigd voor een lezing op de campus over het belang van een plantaardig dieet. Tijdens een FairTrade talk werd het belang van eerlijke handel belicht door een spreker uit Zuid-Afrika.
4.4 We zetten in op een veilig studentenleven d.m.v. het grenswijs beleid, alcoholen drugsbeleid en toegangscontrole
We implementeren en evalueren het grenswijs beleid, en sturen bij waar nodig
Met het grenswijs beleid koesteren we de ambitie dat studenten, naast de negatieve aspecten, met elkaar ook kunnen praten over de normale en positieve aspecten van seksualiteit. Tegelijk blijft het een prioriteit om verkeerde veronderstellingen over ongewenst seksueel grensoverschrijdend gedrag weg te werken.
We bezochten het Brusselse Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Naar aanleiding daarvan werkten we samen met de VUB-bewaking een procedure uit voor de 1ste opvang van studenten die acuut (tot 7 dagen geleden) slachtoffer zijn van seksueel geweld. Onze VUB-bewakingsagenten nemen de eerste warme en slachtoffersensitieve opvang op en informeren de student over de opvangmogelijkheden binnen het zorgcentrum na seksueel geweld. Als de student naar het zorgcentrum wenst te gaan, dan regelt de bewaking een taxi-rit bij onze partner Taxis Verts. Die brengt de student discreet en veilig naar het zorgcentrum. Studentenzaken draagt de kost van de transfer.
De start van het nieuwe academiejaar was het uitgelezen moment om nieuwe studenten te sensibiliseren rond veilig feesten, één van de prioriteiten van het grenswijs beleid. We ondernamen daarvoor volgende acties:
- Een communicatiecampagne
- Een voxpop op sociale media met tips en tricks
- Via een educatieve quiz konden studenten verschillende gadgets winnen, waaronder condooms met het opschrift ‘No is No, only Yes is a Go’.
- We verdeelden GSM-hoesjes met een link naar de webpagina van de VUB-bewaking. Daarop vinden slachtoffers van seksueel geweld alle info rond 1ste opvang.
We streven ernaar dat onze VUB-gemeenschap grensoverschrijdend gedrag kan detecteren en indien nodig er gepastwarm en veilig - op kan reageren:
- Naar aanleiding van de genderweek brachten we opnieuw het ‘grenswijs beleid’ onder de aandacht van studenten en organiseerden we bystander trainingen voor de studentengemeenschap onder begeleiding van Punt vzw.
- Het vormings- en begeleidingsaanbod voor de vertrouwenspersonen binnen de studentenverenigingen is structureel geïmplementeerd. Behalve een algemene vorming krijgen ze van onze studentenpsychologen ook een poortwachterstraining die hen beter moet voorbereiden op hun rol binnen de vereniging. De VUB-studentenpsychologen begeleiden ook de intervisiemomenten voor de vertrouwenspersonen; iedere sessie staat in het teken van een bepaald thema (bijvoorbeeld examenstress, suïcidaliteit, …). Tot slot kunnen de vertrouwenspersonen voor advies ook altijd terecht bij de medewerkers van het VUB-meldpunt.
- We nodigden opnieuw de cel EVA (emergency victim assistance) van politie Brussel en het Brusselse Zorgcentrum na Seksueel Geweld uit om een informatiesessie rond de werking van het zorgcentrum te organiseren voor studenten, vertrouwenspersonen, de VUB-gemeenschap en de actoren uit het VUB-welzijnslandschap.
We implementeren een alcohol- en drugbeleid
Met het VUB-middelenbeleid willen we het verantwoord gebruik van alcohol, cannabis, illegale drugs en psychoactieve medicatie binnen het studentenleven stimuleren door de studenten bewust te maken van middelengebruik en de risico’s die hiermee gepaard gaan. Dit jaar organiseerden we verschillende initiatieven:
• Om de nationale actie Tournée Minérale onder de aandacht van onze studenten te brengen, konden studenten die deelnamen aan een educatieve quiz over middelengebruik een gratis mocktail proeven. Studenten en personeel konden ook een mocktailpakket winnen als ze zelf deelnamen aan Tournée Minérale. Dit bleek succesvol.
• We organiseerden een hackaton over het vraagstuk hoe we onze campussen vrij van illegale drugs kunnen houden zodat het een veilige en leefbare omgeving blijft voor iedereen. Een dertigtal studenten namen deel aan de hackaton. Ze formuleerden heel wat creatieve, out-of-the-box oplossingen.
• De start van het academiejaar bleek het uitgelezen moment om oude en nieuwe studenten te informeren rond het VUB-middelenbeleid, maar ook bewust te maken van middelengebruik en de risico’s die hiermee gepaard gaan. We lanceerden:
o een grote communicatiecampagne ‘een helder hoofd scoort beter – Keep your night bright’ met een link naar de webpagina rond het middelenbeleid en aanvullende informatie rond middelen en het zorg- en begeleidingsaanbod;
o We deelden gadgets uit (muntjes met de slogan ‘Stay Fresh’) op de VUB kick-off om studenten nog extra te sensibiliseren rond het thema.
In het voorjaar is Ine Van Wymeersch, nationaal drugscommissaris, aangeduid als VUB-Fellow. Sindsdien werken we nauw met haar en haar team samen, wat ons toelaat om een evidence-informed beleid te voeren. De drugscommissaris fungeert als klankbord bij onze zoektocht naar een effectief middelenbeleid en acties met het oog op succesvolle preventie, sensibilisering en handhaving op onze campussen. Op basis van haar expertise als magistraat en procureur adviseert Mevr. Van Wymersch ons ook over uitdagingen gerelateerd aan veiligheid op de campussen en in het studentenleven.
In november nodigden we mevrouw Van Wymersch en andere experten uit om met elkaar in debat te gaan over mogelijke oplossingen op vlak van handhaving, preventie en zorg. Het debat bleek een publiekstrekker, ook onder onze studentengemeenschap.
Op aanraden van het drugscommissariaat zijn we tot slot gestart met het versterken van onze samenwerking met de verschillende bevoegde politiezones en naburige scholen. Dat moet ons toelaten om krachtig in te spelen op acute situaties van dealen/illegaal bezit en andere aan illegale drugs verbonden criminaliteit.
We ontwikkelen en implementeren een systeem voor toegangscontrole bij studentenevents
We verkenden verschillende mogelijkheden voor het organiseren van toegangscontrole op publieke VUB-studentenevents. De studentenraad gaf in maart 2024 haar principieel akkoord voor het organiseren van toegangscontrole in de BSG-zaal en de tent op de Main Campus via het Safe Party Zone-systeem; dit systeem is al in gebruik in verschillende gemeentelijke en stedelijke feestzalen. Dit toegangscontrolesysteem werkt door middel van een gelimiteerd aantal data die verkregen zijn uit het rijksregister na een zelfscan van de identiteitskaart van een fuifganger. De data protection officer van de VUB beoordeelde de gegevensbeschermingsimpactanalyse die gemaakt werd voor dit systeem van toegangscontrole gunstig. Daarop diende de VUB bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken een verzoek in om de VUB de machtiging te verlenen om de beperkte reeks gegevens uit het rijksregister te mogen verkrijgen in functie van de organisatie van de toegangscontrole. De FOD Binnenlandse Zaken erkende dat er een gerechtvaardigd belang is om deze toegangscontrole te organiseren. Maar stelde ook vast dat de Codex Hoger Onderwijs geen wettelijke basis biedt om machtiging te verlenen voor het organiseren van toegangscontrole. Ondertussen heeft de VUB contacten met de ULB. De ULB botst als uitbater van feestzaal La Jefke op quasi identieke veiligheidsproblemen. We bekijken samen hoe we voor onze studentenevents toch een systeem van toegangscontrole kunnen implementeren.
4.5
We versterken de bekwaamheid van en de samenwerking tussen medewerkers van studentenvoorzieningen
We organiseren opleidingen op zowel beleids- als operationeel niveau om competenties met betrekking tot meertaligheid, polarisatie, cultuursensitiviteit, communicatie, consent, bias, … op te bouwen Het Hannah Arendt Instituut gaf aan alle afdelingshoofden en beleidsmedewerkers van de campus- en studentenvoorzieningen een opleiding die hen wegwijs maakte in het concept polarisatie en de oorsprong ervan, aangevuld met tools om ermee om te gaan.
We organiseren contact- en teammomenten met alle studentenvoorzieningen In 2024 hebben alle studentenvoorzieningen voor het eerst een gezamenlijk jaaractieplan gecreëerd. De voortgang van het jaaractieplan is op het jaareinde geëvalueerd. Deze formele overlegmomenten zijn gecombineerd met gezamenlijke lunchmomenten. Tot slot klonken we samen op het begin van de zomer en het einde van het werkjaar. We plukken de vruchten van deze verstevigde formele en informele samenwerking: de drempels naar elkaar toe zijn verlaagd en de samenwerking verloopt vlot.
5. HET AANBOD STUDENTENHUISVESTING IN BRUSSEL EN OP DE VUB IS UITGEBREID IN KWALITEIT EN KWANTITEIT
5.1 We breiden het aanbod aan studentenhuisvesting uit in eigen beheer en/of in samenwerking met publieke en private actoren
We lobbyen bij het Gewest, bij de omliggende gemeenten en bij privépartners voor meer, betaalbare en kwaliteitsvolle studentenkamers
Als voorzitter van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) zette onze rector, Prof. Dr. Jan Danckaert, de gemeenschappelijke nood van de hoger onderwijsinstellingen aan betaalbare studentenhuisvesting op de agenda van de Vlaamse Overheid. Samen met Brik gingen we verder door op ons manifest voor hedendaagse, betaalbare en kwaliteitsvolle studentenhuisvesting in Brussel.
We hadden overleg met de bevoegde kabinetten voor huisvesting en studentenzaken in Brussel. We gaven feedback op de nieuwe Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening. Binnen die Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening –onder de titel Good Living – integreerde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest studentenhuisvesting. De verordening bevat evenwichtige voorstellen rond basiskamers met gedeelde keukens en badkamers en een beperking op de wildgroei van
luxestudio’s. Samen met Brik hebben we geprobeerd de finale regelgeving – die in 2024 ter goedkeuring voorlag aan het Brussels parlement – te sturen.
Het kabinet van de toenmalige Vlaamse minister van wonen, Matthias Diependale, erkende de nood aan bijkomende basiskoten. Uit het totale Vlaamse budget van 226 miljoen euro aan renteloze leningen ontvingen we een goedkeuring voor een renteloze lening van €3,8 miljoen voor het renovatieproject op Studentenhuis Schoofslaan. Dit renovatieproject is gestart in mei 2024 en loopt tot en met september 2025. Aanvullend verkenden we een bouwproject tussen de Triomflaan en de Waversesteenweg. Omdat we dit project beoordeelden als financieel onhaalbaar, hebben we daarvoor geen aanvraag ingediend bij de Vlaamse Overheid.
We overlegden met Brik vzw over de ontwikkeling van een standaard convenant, over audits van het kamerbestand MyKot, over het doorlichten van partners en over het zoeken naar opportuniteiten om het kameraanbod uit te breiden. We namen deel aan de Kotbazenavond die Brik organiseerde. Daarnaast participeerden we dit jaar aan de VLIR-werkgroep “Vlaams kotlabel” en de werkgroep “boost het basiskot”. We brachten ook een aantal werkbezoeken aan studentenhuisvesting bij collega-instellingen uit het Vlaamse Hoger Onderwijs.
We onderhielden nauw contact met onze private partners: Upgrade Estate en Student Diggit Life. Voor nieuwe projecten ontvingen we regelmatig vragen tot overleg van bouwpromotoren zoals ARMUT, Fortior, Belgianland, Fjordred, Artone en JLL-Unibra. Meerdere potentiële nieuwbouwprojecten nabij de Main Campus hebben we onderzocht.
We gaan actief op zoek naar samenwerkingsprojecten met vlotte verbinding naar de campus die we zelf kunnen uitbaten dan wel met prioriteit (onder)verhuren aan VUB-studenten
We werkten op basis van onze ervaringen een standaardconvenant uit die we gebruiken als vertrekbasis voor een potentiële light-samenwerking bij nieuwe bouwprojecten. Bij zo’n light-samenwerking nemen we vanuit de VUB zelf geen koten in eigen beheer, maar stellen we wel een voorrang voor Brik- en/of VUB-studenten voorop. Het convenant bevat volgende elementen:
- contingent van minstens 50% basiskoten met gemeenschappelijke voorzieningen
- maximum 9 basiskamers per unit met minimaal 1 douche per 3 kamers en minimaal 1 keuken
- Voldoen aan de normen en voorwaarden van Brik
- Gebruik van het Brik modelcontract
- Kamers aanbieden via MyKot
- Richtprijs: €450 voor basiskamer en €550 voor een studio, telkens exclusief kosten (€100)
Door middel van deze convenant steunden we twee middelgrote bouwprojecten in Brussel: ARMUT aan de Jules Coxlaan in Oudergem en Candor in Anderlecht.
We blijven zoeken naar mogelijkheden voor een uitbreiding van het aantal koten in eigen beheer. Dit kan via lange termijnhuur of aankoop van (een deel van) het studentenhuis. In functie daarvan zijn we in 2024 gesprekken voor verregaande samenwerking opgestart met volgende projectontwikkelaars over nieuwbouw- en renovatieprojecten rond de Main Campus:
- Belgianland: project Glaciers boven de ijskelders: afgevoerd
- Artone: Pleinlaan 15 – reconversie kantoorgebouw: verkocht aan ULB
- ARMUT: Jules Coxlaan, Oudergem: convenant getekend. VUB is nu een bevoorrechte partner.
- JLL Uibra: Triomflaan 174, Elsene: verkennende gesprekken zijn bezig
5.2 We bieden een flexibeler aanbod qua studentenhuisvesting
We verbeteren de samenwerking en herzien indien nodig de overeenkomst met U-Residence in functie van een adequaat aanbod dat aan de noden van de VUB-gemeenschap voldoet
Door beperkte interesse is het aanbod short stay-kamers in U-residence stopgezet. In onderling overleg zijn de kamers mee opgenomen in het aanbod van mid stay en long stay.
De samenwerking met U-Residence bleef ook in 2024 moeilijk verlopen. Wegens gebrekkig beheer hebben we eigenaar Federale Verzekering en uitbater Student Diggit Life in gebreke gesteld. Daarna vertoonde de situatie tijdelijk beterschap. Maar in het najaar nam de ontevredenheid onder de studenten over de slechte levensomstandigheden in U-Residence opnieuw sterk toe. Zelfs in die mate dat IRMO besliste om geen studenten in U-Residence te huisvesten tijdens het tweede semester van het academiejaar 24-25. Samen met de directie Infrastructuur brachten we alle partijen aan tafel en lieten we een actieplan uitrollen dat nauw zal worden opgevolgd in 2025. De vervanging van een groot aantal douches is ingepland en verder staan communicatie- en veiligheidsissues bovenaan op de agenda.
Binnen het Usquare-project zijn er in het voorjaar van 2024 vanuit Brias (internationale samenwerking VUB-ULB) een tiental gastverblijven beschikbaar gesteld voor gastdocenten en uitwisselingsdocenten, telkens voor korte verblijven.
We onderzoeken of meer flexibiliteit mogelijk is bij het beëindigen van een contract. We communiceren duidelijke richtlijnen over het proces van contractbeëindiging van een VUB-studentenkamer.
We kwamen in 2023 met Brik tot een akkoord over de herziening van het Brik modelcontract, met daarin ook modaliteiten voor eventueel vroegtijdig opzeggen van een studentenkamer zonder financiële consequenties voor de huisvestingsdienst. In dat modelcontract konden zowel Brik, de VUB, Platform Logement Étudiant (PLE, de Franstalige tegenhanger van Brik) als de huisbazen zich vinden. Alle partners spraken af om alle contracten door te lichten. Ook het VUB-contract zullen we wijzigen naar het Brik modelcontract; de herziening is in afwachting van het nieuwe toewijzingsbeleid van de kamers evenwel uitgesteld naar 2025.
5.3 We faciliteren actief het samenleven op kot
We evalueren en optimaliseren de werking met conciërges per studentenhuis en een kotcoach
We hebben de aanwerving van een nieuwe kotcoach – die gestart is in mei 2024 – benut om de werking te evalueren en bij te sturen. De kotcoach is nu ondergebracht bij de Studentenhuisvesting. Dat zorgt voor een betere doorstroom van informatie tussen alle medewerkers van Studentenhuisvesting. Een grote troef is ook dat de kotcoach beter bereikbaar is voor de studenten op het secretariaat van de Studentenhuisvesting.
De focus van de kotcoach ligt op het sociaal contact met en tussen de kotstudenten. Enerzijds door laagdrempelige interculturele activiteiten en anderzijds door individuele ondersteuning en conflictbemiddeling. Een betere doorverwijzing voor welzijn moet de functie ook verlichten.
De samenwerkingsovereenkomsten met de conciërges hebben we in 2024 geëvalueerd. We volgen deze op in 2025.
We stellen de waarden en houding die we verwachten van kotbewoners scherp, met oog op harmonieus samenleven. We sensibiliseren dat culturele adaptatie zowel lokale als internationale studenten toekomt.
Met het oog op harmonieus samenleven zijn de huishoudelijke reglementen van de VUB-studentenhuizen nagekeken en hebben die een update gekregen. Daarin hebben we de waarden en de houding die we van onze kotbewoners verwachten scherp gesteld.
We organiseren activiteiten met betrekking tot (brand)veiligheid op kot en interculturele vaardigheden
Per studentenhuis is er een evacuatieoefening uitgevoerd ter sensibilisering van de bewoners, maar ook om de veiligheidssystemen en procedures te testen.
Daarnaast zijn de logistieke medewerkers en conciërges bijgeschoold als evacuatiebegeleiders, inclusief blustechnieken.
6. ONZE STUDENTENGEMEENSCHAP IS GOED GEÏNFORMEERD
6.1 We herzien de communicatiestrategie voor het geheel van de studentenvoorzieningen in functie van de noden en wensen van generatie alpha en Z
We voeren brede campagnes die beleidsacties ondersteunen en om de meest prominente ‘communication gaps’ te dichten
Er zijn in het kader van het welzijnsbeleid verschillende campagnes geweest:
- De sensibiliserende campagne tijdens Tournée Minérale om studenten te stimuleren tot gezonde alcoholvrije keuzes;
- De ‘Een helder hoofd scoort beter – Keep your night bright’ campagne. De doelstellingen van die campagne waren meerledig: het middelenbeleid bekend maken, de studenten informeren over middelengebruik en het beschikbare ondersteuningsaanbod, en sensibiliseren voor veilig feesten.
- Tijdens de examenperiode in juni sensibiliseerden we de studenten voor gezonde voeding en beweging. We stuurden aparte examennieuwsbrieven uit waarin we gezonde recepten, fitboosters om in beweging te blijven en tips omtrent mentaal welzijn deelden. BelOrta kwam fruit uitdelen op de Main Campus.
We benutten de mogelijkheden van het nieuwe studentenportaal met betrekking tot doelgroepgerichte pushcommunicatie. We onderzoeken hoe we de principes van het universeel proportionalisme in de communicatie kunnen toepassen.
We beschikken nu over de mogelijkheid om artikels van het studentenportaal gebundeld via een thematische nieuwsbrief te verzenden. Geen mail-to-all deze keer, want net als het portaal zelf werkt de tool doelgroep- en segmentgericht: enkel studenten die aangaven interesse te hebben in bepaalde onderwerpen of thema’s ontvangen die thematische nieuwsbrieven.
Volgende nieuwsbrieven met elk een eigen thema en doelgroep gingen in 2024 de deur uit:
• Eutopia
• Cultuur (gelinkt aan het culturele aanbod bij Pilar)
• Examens: Welzijn & gezondheid (1)
• Examens: Welzijn & gezondheid (2)
Pilar haakt met haar festival aan op actuele thema’s en noden van de universiteit qua communicatie en sensibilisering
De laatste vier weken voor de lentevakantie staan bij de Dienst Cultuur en Pilar steeds in het teken van Pilar ASAP, het jaarlijkse multidisciplinaire festival rond een maatschappelijk actueel thema. De 9de editie stond in het teken van het posthumanisme, een filosofische benadering.
‘PILAR ASAP: The Posthuman Edition’ verkende met een gevarieerd programma van expo, theater, performance, talks en muziek de grenzen van kunst, technologie en menselijke ervaring. De AI-revolutie kwam daarbij uitgebreid aan bod, maar het festivalprogramma onderzocht ook breder de relatie tussen mens en machine, identiteit en technologische vooruitgang.
6.2 We verbeteren de klantvriendelijkheid van onze loketwerking
We implementeren structureel een “superbalie” tijdens inschrijvings- en piekperiodes
Op basis van de verbeterpunten evolueerden we in 2024 naar een nieuwe editie van Starpunt, de gemeenschappelijke balie waar de Onderwijs- en Studentenadministratie, het International Relations Office, de directie ICT, Studiebegeleiding en het Infopunt Studenten hun schouders onder zetten tijdens de start van het academiejaar. Nieuw in deze editie:
• Bredere openingsuren en openingsperiode
• Meer jobstudenten
• Grotere ruimte
• Expertise per dienst
• Verbeterde interne werking en opleiding
• Inhoudelijke verbreding:
o Onderwijs- en Studentenadministratie: inschrijvingen op campus
o Studiebegeleiding: Studietrajectvragen
We zorgen ervoor dat studenten in Jette fysiek bij een opgeleide baliemedewerker terechtkunnen met STUVO-vragen In 2024 gingen we in gesprek met de VUB-diensten op de Main Campus en de Health Campus om hun noden en wensen voor een STUVO-punt in Jette te bespreken. Ons eerste plan stelde een centrale balie op de Health Campus voor, bemand door jobstudenten, waar studenten in de namiddag terecht konden met hun vragen. Dit plan bleek – in combinatie met het ontbreken van een geschikte centrale locatie – evenwel niet haalbaar, noch ideaal. Op basis van de input uit de townhall meeting met studenten van de Health Campus en met medewerking van de medische bibliotheek werkten we een alternatief voorstel uit: de balie van de medische bibliotheek – centraal gelegen en met brede openingsuren – zal vanaf 2025 ook dienst doen als fysiek Infopunt voor studenten van de Brussels Health Campus. Eind 2024 is de opleiding voor de medewerkers uitgewerkt door het Infopunt Studenten. De baliemedewerkers zullen begin 2025 opgeleid worden. De lancering van deze nieuwe werking is voorzien voor het voorjaar van 2025. De Studentenraad keurde alvast een budget goed dat bedoeld is ter compensatie van de financiering van jobstudenten die andere taken van de vaste baliemedewerkers van de medische bibliotheek zullen overnemen.
7. ONDERSTEUNING VANUIT DE CENTRALE DIENSTEN IN FUNCTIE VAN DE STUDENTENVOORZIENINGEN
7.1
We beschikken over adequate en duurzame infrastructuur
Renovatie studentenhuis Schoofslaan
In 2024 stelde de Vlaamse Sociale Woonmaatschappij voor de eerste keer 100 miljoen euro ter beschikking van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen om bijkomende basiskoten te realiseren. Met de VUB dienden we een renovatiedossier voor het studentenhuis Schoofslaan in. We kregen daarvoor een renteloze lening van 3,7 miljoen euro toegekend. De renovatie is gestart in mei 2024 en loopt tot en met september 2025. In 2024 zijn volgende werken gebeurd:
- Aanpassingswerken in de keukens
- Vervanging van de toplaag van de passerelles
- Vervanging van het ventilatiesysteem
- Vervanging van het elektrisch bord en pompen van de stookinstallatie
De werken lopen in 2025 door. In de zomermaanden zullen alle kamers leeg gemaakt worden opdat we tegen de start van academiejaar 2025-2026 opnieuw nieuwe studenten kunnen ontvangen in de kamers.
Realisatie VUB-kamers op USquare
De eigenaar van de site USquare-site – Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) - heeft in 2024 opnieuw een prijsvraag met lastenboek op maat van de gemeenschappelijk noden van VUB en ULB gelanceerd. Eind 2024 zijn vier ontwerpen voor studentenkamers op de site ingediend. Het MSI, de VUB, ULB en de gemeente Elsene zullen in 2025 een kandidaat selecteren voor realisatie. Na het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning kunnen de universiteiten alsnog beslissen de realisatie van de studentenkamers op zich te nemen.
Voldoende en kwaliteitsvol aanbod aan stille en niet-stille studieruimtes
In 2024 is de bouw van het Learning & Innovation Center op de Main Campus afgerond. De effectieve opening en ingebruikname is voorzien in de 1ste helft van 2025. Vanaf dan hopen we met een indrukwekkende capaciteit van 1.000 werkplaatsen – study seats en office seats, meetings rooms, collaboration rooms, huddles, enzovoort – de grote nood aan stille en niet-stille studieruimtes te kunnen opvangen.
Onderzoek en uitwerking overlast-arme fuif- en verenigingslokalen
Begin 2024 klaagden campusbewoners en verschillende buurtbewoners over geluidsoverlast van events op de Main Campus. We bestelden bij Vinçotte een akoestisch onderzoek om de geluidsdrukniveaus tijdens events in de tent en in de BSG-zaal te meten in verschillende omstandigheden, en dat in verhouding tot de Brusselse voorschriften betreffende geluids- en trillingenhinder. Voor de BSG-zaal besluit de studie dat in een worst-case scenario - een geluidssignaal van 95dB, de ventilatie op maximaal regime en de beide deuren open - de voorwaarden van onze milieuvergunning voor versterkt geluid ter hoogte van onze terreingrens naar alle waarschijnlijkheid gerespecteerd blijven. Om de geluidsoverlast voor campusbewoners en omwonenden tot een minimum te beperken is het strikt naleven van de 95dB aangewezen én aan te raden om de deuren van de BSG-zaal toch gesloten te houden; bij gesloten deuren is de geluidsimpact nog beduidend lager. Met de directie Infrastructuur zijn plannen besproken om de huidige witte feesttent te vervangen door ofwel een nieuwe, geluidsisolerende tent of door een indoor fuiflocatie (in één van de ondergrondse parkings). Deze plannen zijn on hold gezet; wegens de tekorten aan grote aula’s dient de VUB prioritair te investeren in een tijdelijke aula voor meer dan 600 personen. Omdat we het gebruik van de witte tent als fuiftent continueren, zal Vinçotte de geluidsstudie in 2025 uitvoeren in de tent. We verwachten daar meer problematische resultaten.
Renovatie studentenrestaurant
In 2024 is er gestart met de renovatie van het dak van het restaurant op de Main Campus. De eerste fase van de werken is in december 2024 afgerond. De tweede fase zal in 2025 starten.
Renovatie sportinfrastructuur
In 2024 is de bouw van het vechtsportexpertisecentrum gestart. Het einde van de werken is voorzien in mei 2025, de officiële opening en ingebruikname in september 2025. Dat vechtsportexpertisecentrum zal opportuniteiten bieden op vlak van onderzoek, uitbating, dienstverlening en sportaanbod naar studenten toe.
We hebben een reeks energiebesparende initiatieven genomen. Op het rugbyveld zijn de halogeenlampen vervangen door LED-verlichting. Tot slot zijn de daken en kronen van de daken van de sportzalen vervangen en geïsoleerd, zijn de daken geïsoleerd en zijn er nieuwe performante luchtgroepen geïnstalleerd in die sportzalen.
STUVO-balie in Jette
In een eerste versie van de plannen voor een STUVO-balie op de Health Campus zouden we op een centrale locatie een nieuwe balie creëren. Maar die plannen veranderden; we vermeldden al eerder dat de STUVO-balie geïntegreerd zal worden in de bestaande baliefunctie van de medische bibliotheek op de Health Campus. Daardoor is een nieuw te creëren balie op korte termijn niet meer nodig. Maar op lange termijn beogen we samen met de medische bibliotheek wel om de balie te vernieuwen en beter in te plannen in de zone van de inkomhal voor de medische bibliotheek, als onderdeel van het bredere infrastructuurplan van de Health campus. De gesprekken daarover met de cel campusontwikkeling zijn opgestart.
Visie met betrekking tot campus die uitnodigt tot bewegen en beleven wordt uitgevoerd en structureel ingebed bij de diensten die de campus vormgeven
Voor de Brussels Health Campus is er extra binnen- en buitenmeubilair besteld.
7.2 Digitale processen worden verbeterd waar nodig en waar mogelijk
STUVO-acties op de CALI-prioriteitenlijst worden uitgevoerd
Volgende aanpassingen werden in 2024 in CaLi uitgevoerd voor Studentenhuisvesting:
• Uitbreiding van de nieuwe aanvraagapplicatie voor internationale studenten en zij-instromers
• Automatische betaalherinneringen voor achterstallige huur via mail (oplevering gepland in het voorjaar van 2024)
• Een master query voor alle kameraanvragen
• Toevoegen veld ‘prioriteitencategorie’
• Een query voor de waarborgen en rekeningnummers
De dienst Beweging en Sport heeft toenadering gezocht met het CALI-team om bepaalde activiteiten – bijvoorbeeld de verkoop van sportkaarten of de communicatie hierover – idealiter ook te integreren binnen CALI. In 2024 werden hiertoe de nodige stappen gezet. De topic staat op de prioriteitenlijst van CALI voor verdere opvolging in 2025.
Nieuwe lokettechnologieën – chatfunctie, digitale telefonie, … - waarmee we moderne, blended-dienstverlening kunnen aanbieden zijn beschikbaar
Voor digitale telefonie (telefonie via Teams) hebben we de eerste gesprekken gevoerd met IT. De specifieke noden en wensen van het Infopunt Studenten zijn opgelijst en opgenomen in een VUB-brede nodenlijst, waarin ook diensten zoals bijvoorbeeld Infradesk betrokken zijn. Het traject rond digitale telefonie (VoIP) is echter nog niet afgerond bij IT en bereikte in 2024 nog geen volgende fase.
Er is in 2024 een testtraject voor het werken met een chatbot opgezet, te beginnen op het domein aanmelden en inschrijven. In november liep een eerste testfase. Die gaf evenwel nog niet de gewenste kwaliteit. Daarop is gezocht naar mogelijke alternatieven waarvan een eventuele testing ten vroegste in januari 2025 zal plaatsvinden.
Significante mogelijkheden tot procesverbetering worden mee opgenomen door de bevoegde diensten Er is gestart met het automatiseren van de toekenning van renteloze leningen. Waar dat proces tot op vandaag zeer handmatig verloopt, werkt de directie ICT momenteel aan de ontwikkeling van een website (via Power apps). Via die website zullen studenten gemakkelijk een lening kunnen aanvragen en opvolgen. De website is gelinkt met een backoffice-site. Dat zal ervoor zorgen dat er veel minder administratieve handelingen zullen moeten worden uitgevoerd om een leningcontract op te stellen en te archiveren. De release van de websites is uitgesteld: van september 2024 naar februari 2025.
De implementatie van een voorkeursnaambeleid voor niet-officiële documenten wordt uitgerold Studenten die anders willen worden aangesproken dan met hun wettelijke voornaam, kunnen sinds de start van het academiejaar 2024-2025 een voorkeursnaam opgeven die we gebruiken op de VUB-studentenkaart, het VUB-emailadres en op Microsoft Teams. Studenten dienen daartoe een aanvraag in bij de studentenadministratie. In de Student Selfservice, Canvas en alle automatische e-mailcommunicatie gebruiken we voorlopig nog de wettelijke voornaam. Maar we werken eraan om, tegen de start van het academiejaar 2025-2026, ook daar de voorkeursnaam te kunnen gebruiken.
7.3 Er is duidelijkheid over de levensbeschouwelijke visie van de VUB en de praktische impact daarvan op de campussen
Op haar website vermeldt de VUB dat ze het faciliteren van het actief belijden van een religie of levensbeschouwing niet beschouwt als één van haar opdrachten. In de rekruteringsbrochures staat de levensbeschouwelijke visie van de VUB en de praktische impact ervan – het niet-aanbieden van religieuze faciliteiten – geëxpliciteerd. In 2024 heeft de VUB met een campagne de vrije waarden van de VUB zeer sterk in het vizier van haar universitaire gemeenschap geplaatst.
7.4 Vacatures trekken sollicitanten van meer diverse achtergronden
aan
Het Service Now-kennisartikel over de aanwerving van VUB-jobstudenten is geactualiseerd in functie van het goedgekeurde jobstudentenbeleid.
8. DE 6 WERKVELDEN VAN DE STUDENTENVOORZIENINGEN: BEVINDINGEN UIT DE STRUCTURELE, REGULIERE WERKING IN 2023-2024
8.1 Voeding
Feiten, cijfers & trends
Tabel 1: aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants
Brussels Main Campus
Brussels Health Campus
Tabel 2: Prijzen middagmalen sinds 1 maart 2023. Elk menu bestaat steeds uit soep, hoofdschotel en dessert.
Dagmenu’s +
Tabel 3: Prijzen cafetaria en catering
Assortiment broodjes
Koffiekoeken en gebak
Cafetaria
Catering
Water en frisdranken
Warme dranken
Koffiepauzes
Broodjeslunches
All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels
Verbruik maaltijden studenten en personeel
Van €1,80 tot €4,00
Van €1,50 tot €2,60
Van €0,80 tot €1,70
Van €1,30 tot €2,10
Van €3,10 tot €6,50
€8,80
€13,00
Figuur 1: Het totaal aantal maaltijden bleef in 2024 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023 (-0,1%). Ten opzichte van 2023 gaat het om 2,5% meer studenten en 2,6% minder personeelsleden.
Figuur 1: Het totaal aantal maaltijden bleef in 2024 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023 (-0,1%). Ten opzichte van 2023 gaat het om 2,5% meer studenten en 2,6% minder personeelsleden.
Verbruik maaltijden restaurant Brussels Main Campus
1 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere Hoger Onderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk beschouwd als studenten.
Figuur 1: Het totaal aantal maaltijden bleef in 2024 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023 (-0,1%). Ten opzichte van 2023 gaat het om 2,5% meer studenten en 2,6% minder personeelsleden.
Figuur 1: Het totaal aantal maaltijden bleef in 2024 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023 (-0,1%). Ten opzichte van 2023 gaat het om 2,5% meer studenten en 2,6% minder personeelsleden.
Verbruik maaltijden restaurant Brussels Main Campus
Verbruik maaltijden restaurant Brussels Main Campus
Studenten Personeel Bezoekers
Studenten Personeel Bezoekers
Figuur 2: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant VUB Main Campus, per jaar. Op deze campus daalde het totale aantal maaltijden in 2024 met 0,9% (respectievelijk 2,8% meer studentenmaaltijden en 3,1% minder personeelsmaaltijden dan in 2023).
Figuur 2: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant VUB Main Campus, per jaar. Op deze campus daalde het totale aantal maaltijden in 2024 met 0,9% (respectievelijk 2,8% meer studentenmaaltijden en 3,1% minder personeelsmaaltijden dan in 2023).
Figuur 2: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant VUB Main Campus, per jaar. Op deze campus daalde het totale aantal maaltijden in 2024 met 0,9% (respectievelijk 2,8% meer studentenmaaltijden en 3,1% minder personeelsmaaltijden dan in 2023).
Middagmaalverbruik 2024 t.o.v. 2023 - Brussel Main Campus
Middagmaalverbruik 2024 t.o.v. 2023 - Brussel Main Campus
Figuur 3: Tijdens het eerste semester van academiejaar 2024-2025 merken we een stijging die rond de 10% schommelt. Tijdens de eerste 8 maanden is er een daling van gemiddeld 7% merkbaar. Eén van de mogelijke redenen voor de stijging vanaf september is een verhoging van het menuaanbod. Dagelijks wordt er nu ook spaghetti bolognaise (alsook een vegan versie) aangeboden. De maaltijdprijzen zijn in 2024 ook niet verhoogd.
Figuur 3: Tijdens het eerste semester van academiejaar 2024-2025 merken we een stijging die rond de 10% schommelt. Tijdens de eerste 8 maanden is er een daling van gemiddeld 7% merkbaar Eén van de mogelijke redenen voor de stijging vanaf september is een verhoging van het menuaanbod. Dagelijks wordt er nu ook spaghetti bolognaise (alsook een vegan versie) aangeboden. De maaltijdprijzen zijn in 2024 ook niet verhoogd.
Figuur 3: Tijdens het eerste semester van academiejaar 2024-2025 merken we een stijging die rond de 10% schommelt. Tijdens de eerste 8 maanden is er een daling van gemiddeld 7% merkbaar. Eén van de mogelijke redenen voor de stijging vanaf september is een verhoging van het menuaanbod. Dagelijks wordt er nu ook spaghetti bolognaise (alsook een vegan versie) aangeboden. De maaltijdprijzen zijn in 2024 ook niet verhoogd.
Dagverbruik maaltijden restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
4: Verbruik maaltijden per dag in het studentenrestaurant VUB Main Campus.
Verbruik maaltijden studentenrestaurant Brussels Health Campus
Figuur 4: Verbruik maaltijden per dag in het studentenrestaurant VUB Main Campus.
Figuur
Figuur 4: Verbruik maaltijden per dag in het studentenrestaurant VUB Main Campus.
Figuur 4: Verbruik maaltijden per dag in het studentenrestaurant VUB Main Campus.
Verbruik maaltijden studentenrestaurant Brussels Health Campus
Verbruik maaltijden studentenrestaurant Brussels Health Campus
Figuur 5: Op de Brussels Health campus steeg het totaal aantal maaltijden in 2024 met 1,1% (respectievelijk 0,2% minder studentenmaaltijden en 2,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2023).
Figuur 5: Op de Brussels Health campus steeg het totaal aantal maaltijden in 2024 met 1,1% (respectievelijk 0,2% minder studentenmaaltijden en 2,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2023).
Figuur 5: Op de Brussels Health campus steeg het totaal aantal maaltijden in 2024 met 1,1% (respectievelijk 0,2% minder studentenmaaltijden en 2,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2023).
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 981 maaltijden oftewel 1,0% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 981 maaltijden oftewel 1,0% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
de EhB-studenten, goed voor 721 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,7% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 5,5% van het aantal studentenmaaltijden op de VUB Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
• de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 981 maaltijden oftewel 1,0% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
• de EhB-studenten, goed voor 721 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,7% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 5,5% van het aantal studentenmaaltijden op de VUB Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
€
€
de EhB-studenten, goed voor 721 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,7% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 5,5% van het aantal studentenmaaltijden op de VUB Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen
Evolutie omzet cafetaria Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Evolutie omzet cafetaria Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
€
€
6:
Op de Brussels Main campus steeg de cafetaria-omzet in 2024 met 2,3% ten opzichte van 2023
Figuur 6: Op de Brussels Main campus steeg de cafetaria-omzet in 2024 met 2,3% ten opzichte van 2023.
cafetaria per maand
Figuur 7: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op de Brussels Main Campus in 2024 ten opzichte van 2023 Tijdens de zomermaanden daalde de omzet met 42%. Dit had te maken met de dakrenovatie in de cafetaria, waardoor tijdelijk een cafetaria service beneden in het restaurant werd geïmproviseerd. Gedurende de normale openingsmaanden steeg de omzet met gemiddeld 8%.
Figuur 7: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op de Brussels Main Campus in 2024 ten opzichte van 2023. Tijdens de zomermaanden daalde de omzet met 42%. Dit had te maken met de dakrenovatie in de cafetaria, waardoor tijdelijk een cafetaria service beneden in het restaurant werd geïmproviseerd. Gedurende de normale openingsmaanden steeg de omzet met gemiddeld 8%.
Resultaten en betoelaging
De buitengewone stijging van grondstofprijzen, energie- en loonkosten leidden tot een sterke verhoging van de uitgaven sinds de restaurantbegroting van 2023. Een continue monitoring van de ingrediëntenprijzen is noodzakelijk. We stellen menu’s steeds op met de financiële context in het achterhoofd. Bepaalde te dure voedingswaren verdwenen van het menu.
Dankzij diverse besparingsinspanningen wijken de resultaten van 2024 niet significant af van de begroting. We konden de totale inkomsten bijna volledig realiseren. De werkingskosten bleven binnen de begroting.
Figuur
Op de
Figuur 6:
Januari Februari Maart April
Omzet
Resultaten en betoelaging
De buitengewone stijging van grondstofprijzen, energie- en loonkosten leidden tot een sterke verhoging van de uitgaven sinds de restaurantbegroting van 2023. Een continue monitoring van de ingrediëntenprijzen is noodzakelijk. We stellen menu’s steeds op met de financiële context in het achterhoofd. Bepaalde te dure voedingswaren verdwenen van het menu.
Dankzij diverse besparingsinspanningen wijken de resultaten van 2024 niet significant af van de begroting. We konden de totale inkomsten bijna volledig realiseren. De werkingskosten bleven binnen de begroting.
We evalueren en herzien indien nodig:
• Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;
• De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menu-structuur van onze maaltijden;
• De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;
• De kostprijsstructuur van maaltijden op de Brussels Health Campus en de Brussels Main Campus;
• De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.
Aandachtspunten en uitdagingen voor de toekomst
We bekijken hoe we de resto-maaltijden terug aantrekkelijker kunnen maken. Want hoewel we er bijzondere aandacht aan besteden, wordt ons aanbod aan warme maaltijden steeds minder toegankelijk voor een steeds grotere groep studenten in financieel precaire situaties. We blijven in vraag stellen hoe ons voedingsaanbod de studenten met de hoogste nood het beste kan bereiken. We kaderen dit binnen een geïntegreerd gezondheidsbeleid om gezondheidsongelijkheid tegen te gaan.
Voor de Brussels Health Campus is er nood aan vernieuwde, duidelijke afspraken met het UZ Brussel rond de uitbating van het studentenrestaurant in onderaanneming. In 2024 lukte het door de talrijke personeels- en managementwissels binnen het UZ-team niet om hier werk van te maken. Intussen staat het team op punt en zijn de eerste contacten gelegd, met het oog op een herziening van de bestaande samenwerkingsovereenkomst in 2025.
Bij onze horecapartners op campus stellen we vast dat er een wil is om in te zetten op de thema’s duurzaamheid en gezondheid, maar dat structurele acties toch nog te vaak een drempel blijven. We gaan dan ook verder in overleg en voorzien de nodige ondersteuning, zonder daarbij de haalbaarheidsfactor uit het oog te verliezen.
8.2 Huisvesting
Feiten, cijfers & trends
De maandelijkse huurprijs bestaat uit een jaarlijks geïndexeerde component voor uitbating en onderhoud en een component voor energie en nutsvoorzieningen die berekend wordt op basis van het jaarverbruik en de marktprijzen. De energieprijzen voor 2024 zakten ten opzichte van 2023, maar zijn nog steeds meer dan dubbel zo hoog als voor de geopolitieke energiecrisis van 2022. Door de dalen van de energieprijzen kon de huurprijs ongewijzigd blijven voor 24-25.
Tabel 4: huurprijzen per type eenheid voor per academiejaar 09-10 21-22 22-23 23-24 24-25
Standaard studentenkamer
Eénpersoonsstudio
Tweepersoonsflat
Huurwaarborg
€260 €321,7 €371,8 €408,3
€408,3
€325 €402,1 €454,5 €510,4 €510,4
€390 €482,5 €578 €612,5 €612,5
€250 €250 €500 €500 €500
Basisprijs studentenkamer VUB
Basisprijs studentenkamer VUB
Figuur 8: Evolutie van de huurprijs voor een VUB-standaardkamer sinds 1992. Tot 2008 werkten we met een gedifferentieerde huurprijs op basis van inkomen. Vanaf 2008 is er één basisprijs en kan men een huurtoelage aanvragen.
Figuur 8: Evolutie van de huurprijs voor een VUB-standaardkamer sinds 1992. Tot 2008 werkten we met een gedifferentieerde huurprijs op basis van inkomen. Vanaf 2008 is er één basisprijs en kan men een huurtoelage aanvragen.
evolutie aantal bedden SH Triomflaan SH Schoofslaan
SW Jette
SH Nieuwelaan
SH XY
Nieuwelaan
XY
Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. De VUB Studentenhuisvesting heeft sinds 2019 1.540 bedden in eigen beheer.
Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. De VUB Studentenhuisvesting heeft sinds 2019 1.540 bedden in eigen beheer.
We streven naar een maximale bezetting van onze koten. De leegstand in 2024 was nihil. We konden alle plaatsen die vrijkwamen door beëindiging van studies opvangen.
Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. De VUB Studentenhuisvesting heeft sinds 2019 1.540 bedden in eigen beheer.
We streven naar een maximale bezetting van onze koten. De leegstand in 2024 was nihil. We konden alle plaatsen die vrijkwamen door beëindiging van studies opvangen.
We zien de vraag naar en het vertrouwen in een VUB-kamer verder toenemen. Voor academiejaar 2024-2025 ontvingen we 5.176 kameraanvragen. Vooral het aantal aanvragen uit het buitenland blijft toenemen. Een aantal aanvragen van nationale studenten neemt voor het 2e jaar op rij echter af
We zien de vraag naar en het vertrouwen in een VUB-kamer verder toenemen. Voor academiejaar 2024-2025 ontvingen we 5.176 kameraanvragen. Vooral het aantal aanvragen uit het buitenland blijft toenemen. Een aantal aanvragen van nationale studenten neemt voor het 2e jaar op rij echter af
We streven naar een maximale bezetting van onze koten. De leegstand in 2024 was nihil. We konden alle plaatsen die vrijkwamen door beëindiging van studies opvangen. We zien de vraag naar en het vertrouwen in een VUB-kamer verder toenemen. Voor academiejaar 2024-2025 ontvingen we 5.176 kameraanvragen. Vooral het aantal aanvragen uit het buitenland blijft toenemen. Een aantal aanvragen van nationale studenten neemt voor het 2e jaar op rij echter af.
22
Figuur 8: Evolutie van de huurprijs voor een VUB-standaardkamer sinds 1992. Tot 2008 werkten we met een gedifferentieerde huurprijs op basis van inkomen. Vanaf 2008 is er één basisprijs en kan men een huurtoelage aanvragen. 22 Standaard
Evolutie kameraanvragen
BEL EER INT Generatiestudenten
Figuur 10: Het aantal aanvragen voor een VUB-studentenkamer steeg verder boven de 5.000. Dit is het gevolg van de continue groei van het aantal studenten (en specifiek bij de Engelstalige bacheloropleidingen) en een algemeen tekort aan betaalbare kwaliteitsvolle studentenkamers in Brussel (en alle Vlaamse studentensteden).
Dit tekort veroorzaakt paniekreacties op de kotenmarkt. Studenten en ouders starten vroeger met hun zoektocht en appliqueren op een groter aantal huisvestingsopties.
Figuur 10: Het aantal aanvragen voor een VUB-studentenkamer steeg verder boven de 5.000. Dit is het gevolg van de continue groei van het aantal studenten (en specifiek bij de Engelstalige bacheloropleidingen) en een algemeen tekort aan betaalbare kwaliteitsvolle studentenkamers in Brussel (en alle Vlaamse studentensteden). Dit tekort veroorzaakt paniekreacties op de kotenmarkt. Studenten en ouders starten vroeger met hun zoektocht en appliqueren op een groter aantal huisvestingsopties.
We zagen een groter aantal annulaties en no-shows. Meer dan 500 van de 1.540 toegewezen kamers op 15 mei 2024 zijn door kandidaat-bewoners geannuleerd, niet geconfirmeerd of laattijdig opgezegd. Een eerste deel hiervan waren heraanvragers die vroegtijdig hun studies moesten stopzetten. Studenten die meerdere huisvestingsopties in Brussel en in andere studentensteden gereserveerd hielden vormt een ander groot aandeel van deze groep. Hierdoor moesten we al deze kamers opnieuw toewijzen aan studenten op de wachtlijst. Dat proces is enorm arbeidsintensief.
Voor 2024-2025 moesten we een noodzakelijke ingreep doen in het toewijzingsbeleid. Om studenten
evolutie aantal bedden
Figuur 10: Het aantal aanvragen voor een VUB-studentenkamer steeg verder boven de 5.000. Dit is het gevolg van de continue groei van het aantal studenten (en specifiek bij de Engelstalige bacheloropleidingen) en een algemeen tekort aan betaalbare kwaliteitsvolle studentenkamers in Brussel (en alle Vlaamse studentensteden).
Dit tekort veroorzaakt paniekreacties op de kotenmarkt. Studenten en ouders starten vroeger met hun zoektocht en appliqueren op een groter aantal huisvestingsopties.
We zagen een groter aantal annulaties en no-shows. Meer dan 500 van de 1.540 toegewezen kamers op 15 mei 2024 zijn door kandidaat-bewoners geannuleerd, niet geconfirmeerd of laattijdig opgezegd. Een eerste deel hiervan waren heraanvragers die vroegtijdig hun studies moesten stopzetten. Studenten die meerdere huisvestingsopties in Brussel en in andere studentensteden gereserveerd hielden vormt een ander groot aandeel van deze groep. Hierdoor moesten we al deze kamers opnieuw toewijzen aan studenten op de wachtlijst. Dat proces is enorm arbeidsintensief.
We zagen een groter aantal annulaties en no-shows. Meer dan 500 van de 1.540 toegewezen kamers op 15 mei 2024 zijn door kandidaat-bewoners geannuleerd, niet geconfirmeerd of laattijdig opgezegd. Een eerste deel hiervan waren heraanvragers die vroegtijdig hun studies moesten stopzetten. Studenten die meerdere huisvestingsopties in Brussel en in andere studentensteden gereserveerd hielden vormt een ander groot aandeel van deze groep. Hierdoor moesten we al deze kamers opnieuw toewijzen aan studenten op de wachtlijst. Dat proces is enorm arbeidsintensief.
Voor 2024-2025 moesten we een noodzakelijke ingreep doen in het toewijzingsbeleid. Om studenten de zekerheid te bieden om 3 jaar op hun VUB-kamer te blijven, hebben we de voorrang voor 1ste generatiestudenten opgezegd. De 1ste en 2de heraanvragers krijgen voorrang op generatiestudenten. Hierdoor kwamen er minder kamers vacant en konden we voor het eerst sinds de invoering van het toewijzingsbeleid in academiejaar 2018-2019 niet alle 1ste generatiestudenten een kamer toewijzen in de 1ste fase. Als gevolg hiervan konden meer kotstudenten hun kamer behouden. Als neveneffect zien we een daling van het aantal 1ste generatiestudenten die inhuisden op een VUB-kamer.
Voor 2024-2025 moesten we een noodzakelijke ingreep doen in het toewijzingsbeleid. Om studenten de zekerheid te bieden om 3 jaar op hun VUB-kamer te blijven, hebben we de voorrang voor 1ste generatiestudenten opgezegd. De 1ste en 2de heraanvragers krijgen voorrang op generatiestudenten. Hierdoor kwamen er minder kamers vacant en konden we voor het eerst sinds de invoering van het toewijzingsbeleid in academiejaar 2018-2019 niet alle 1ste generatiestudenten een kamer toewijzen in de 1ste fase. Als gevolg hiervan konden meer kotstudenten hun kamer behouden. Als neveneffect zien we een daling van het aantal 1ste generatiestudenten die inhuisden op een VUB-kamer.
In totaal namen in het 1ste semester van 2024-2025 602 nieuwe studenten hun intrek in onze studentenhuizen. Van alle bewoners heeft 39,7% een andere dan de Belgische nationaliteit; dit ligt ver boven het aandeel van de internationale studenten binnen de VUB-studentengemeenschap op de Main Campus. Deze stijging is onder andere gelinkt aan de Engelstalige bachelors. Hun aandeel is buitenproportioneel ten opzichte van de studentenaantallen. Het aantal kotbewoners van het vrouwelijke geslacht neemt sterk toe, tot 2/3de van alle bewoners.
In totaal namen in het 1ste semester van 2024-2025 602 nieuwe studenten hun intrek in onze studentenhuizen. Van alle bewoners heeft 39,7% een andere dan de Belgische nationaliteit; dit ligt ver boven het aandeel van de internationale studenten binnen de VUB-studentengemeenschap op de Main Campus. Deze stijging is onder andere gelinkt aan de Engelstalige bachelors. Hun aandeel is buitenproportioneel ten opzichte van de studentenaantallen. Het aantal kotbewoners van het vrouwelijke geslacht neemt sterk toe, tot 2/3de van alle bewoners.
Generatiestudenten
studenten met buitenlandse nationaliteit
DGOS-bursalen, refugee, e.a. bursalen
Bijzondere Procedure (prioritair)
Kort verblijvende studenten
Topsport studenten
Figuur 11: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep.
Figuur 11: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep.
VUB studenten op kot bij partners
Bru Upkot Jet Upkot
U-Residence Brusello XL SVKS bezetting Bru Upkot bezetting Jet Upkot bezetting U-Residence Bezetting Brusello XL bezetting SVKS
Figuur 12: Bru Upkot (Elsene; NV Upgrade Estate) 108/216 K+ kamers en studio’s voorbehouden voor VUB studenten; Jet UpKot (Jette; NV Upgrade Estate) 91/143 K+ kamers en studio’s voorbehouden voor VUB studenten ; Brusello XL (Elsene; Student Diggit Life) voorrang aan VUB studenten op hun 129 K+ kamers en studio’s; SVKS (Brussels Gewest) 382 sociale kamers in beheer; U-Residence (VUB Main Campus; Student Diggit Life) voorrang aan VUB Uitwisselingsstudenten op hun 70 studio’s en exclusieve voorrang op hun ander studio’s voor andere VUB studenten.
Figuur 12: Bru Upkot (Elsene; NV Upgrade Estate) 108/216 K+ kamers en studio’s voorbehouden voor VUB studenten; Jet UpKot (Jette; NV Upgrade Estate) 91/143 K+ kamers en studio’s voorbehouden voor VUB studenten ; Brusello XL (Elsene; Student Diggit Life) voorrang aan VUB studenten op hun 129 K+ kamers en studio’s; SVKS (Brussels Gewest) 382 sociale kamers in beheer; U-Residence (VUB Main Campus; Student Diggit Life) voorrang aan VUB Uitwisselingsstudenten op hun 70 studio’s en exclusieve voorrang op hun ander studio’s voor andere VUB studenten.
Resultaten en betoelaging
Dankzij besparing op energie en de stabilisatie van de energiemarkt hoefden we geen verhoging van de huurprijzen voor het academiejaar 2024-2025 door te voeren. We konden het jaar eindigen binnen de vooropgestelde begroting en hoefden geen verhoging van de huurprijzen door te voeren.
Gemeenschappelijke voorzieningen op de campus worden deels gedragen op algemeen budget
Evolutie doelgroepen
Resultaten en betoelaging
Dankzij besparing op energie en de stabilisatie van de energiemarkt hoefden we geen verhoging van de huurprijzen voor het academiejaar 2024-2025 door te voeren. We konden het jaar eindigen binnen de vooropgestelde begroting en hoefden geen verhoging van de huurprijzen door te voeren.
Gemeenschappelijke voorzieningen op de campus worden deels gedragen op algemeen budget voor infrastructuur op de campussen. In het kader van rationalisatie en kostenbesparing kunnen deze kosten ten laste van het Huisvestingsbudget en dus ook de huurder komen.
Met het wegvallen van de laatste historische leningen en renovatieleningen is er evenwel terug ruimte om het renovatiebudget te verhogen. Het renovatiebudget bedraagt momenteel slecht 0,5% van de nieuwbouwwaarde (€90.000/kamer). Dit zou minimaal 1% moeten zijn.
Eindjaar
Tabel 5: overzicht interne leningen en renovatieleningen VUB huisvesting
Renovatiejaar Studentenhuis # renovatie Vervroegd naar 2024-2025 Schoofslaan
1ste renovatie na 30 jaar 2027 Jette
2de renovatie na 20 jaar 2028 Nieuwelaan
2de renovatie na 20 jaar 2030 Triomflaan 1ste renovatie na 30 jaar 2048 XY 1ste renovatie na 30 jaar
Samenwerkingsverbanden
Tabel 6: Vooropgestelde planning renovaties VUB Studentenhuizen
Samenwerkingsverbanden
De Vrije Universiteit Brussel is lid van de vzw Brik. Brik biedt met MyKot.be een online platform waar studenten van de Vlaamse Hoger onderwijsinstellingen een studentenkamer in Brussel kunnen vinden. Het aanbod telt een kamerbestand van 4077 wooneenheden bij 408 privé kotbazen (commerciële spelers en particulieren), onderwijsinstellingen en Brik. De vernieuwde MyKot database en kotzoeker gaf in 2024 een boost aan het aanbod en het gebruik ervan door zowel de private kotbazen als de studenten van de Nederlandstalige Hoger Onderwijsinstellingen.
De Vrije Universiteit Brussel is lid van de vzw Brik. Brik biedt met MyKot.be een online platform waar studenten van de Vlaamse Hoger onderwijsinstellingen een studentenkamer in Brussel kunnen vinden. Het aanbod telt een kamerbestand van 4077 wooneenheden bij 408 privé kotbazen (commerciële spelers en particulieren), onderwijsinstellingen en Brik.
De vernieuwde MyKot database en kotzoeker gaf in 2024 een boost aan het aanbod en het gebruik ervan door zowel de private kotbazen als de studenten van de Nederlandstalige Hoger Onderwijsinstellingen.
evolutie aantal wooneenheden en aantal kotbazen in Brik-kamerbestand.
Panden geschrapt
Wooneenheden
Wooneenheden geschrapt
13: evolutie aantal wooneenheden en aantal kotbazen in Brik-kamerbestand.
Figuur 13:
Aanbod Brik database op MyKot
Kotbazen
Brik studenten op MyKot
Figuur
Figuur 13: evolutie aantal wooneenheden en aantal kotbazen in Brik-kamerbestand.
Figuur 14: dankzij de vernieuwde MyKot-applicatie kunnen we nu het onderscheid maken van oorsprong studenten.
Figuur 14: dankzij de vernieuwde MyKot-applicatie kunnen we nu het onderscheid maken van oorsprong studenten.
De VUB heeft een samenwerkingsovereenkomst met Brik vzw. Deze regelt onder andere de bijdrage van een medewerker van VUB-Studentenhuisvesting voor de opvolging van het aanbod privéstudentenkamers via Brik en voor huurbemiddeling als ombudsman bij conflicten tussen huurbaas en huurder.
De VUB heeft een samenwerkingsovereenkomst met Brik vzw. Deze regelt onder andere de bijdrage van een medewerker van VUB-Studentenhuisvesting voor de opvolging van het aanbod privé-studentenkamers via Brik en voor huurbemiddeling als ombudsman bij conflicten tussen huurbaas en huurder.
Het Sociaal Verhuurkantoor voor Studenten (SVKS), opgericht op initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is sinds het begin van academiejaar 2018-2019 operationeel. Het richt zich uitsluitend tot studenten met financiële noden. Het verhuurkantoor heeft momenteel 393 studio’s en studentenkamers in beheer.
Het Sociaal Verhuurkantoor voor Studenten (SVKS), opgericht op initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is sinds het begin van academiejaar 2018-2019 operationeel. Het richt zich uitsluitend tot studenten met financiële noden. Het verhuurkantoor heeft momenteel 393 studio’s en studentenkamers in beheer.
De VUB heeft twee overeenkomsten met NV Upgrade Estate. Zij beheren twee studentenhuizen in de buurt van onze campussen:
Studentenhuis Bru Upkot in Elsene, operationeel sinds september 2016. Het studentenhuis telt 216 plaatsen. Voor de helft van die plaatsen hebben VUB-studenten voorrang. Tijdens academiejaar 2024-2025 hadden 111 VUB-studenten er een jaarcontract.
De VUB heeft twee overeenkomsten met NV Upgrade Estate. Zij beheren twee studentenhuizen in de buurt van onze campussen:
Studentenhuis Jet Upkot in Jette, operationeel sinds september 2017. Voor 91 van de 143 kamers hebben VUB-studenten voorrang. Daarvan zijn tijdens academiejaar 2024-2025 49
• Studentenhuis Bru Upkot in Elsene, operationeel sinds september 2016. Het studentenhuis telt 216 plaatsen. Voor de helft van die plaatsen hebben VUB-studenten voorrang. Tijdens academiejaar 2024-2025 hadden 111 VUB-studenten er een jaarcontract.
25
• Studentenhuis Jet Upkot in Jette, operationeel sinds september 2017. Voor 91 van de 143 kamers hebben VUBstudenten voorrang. Daarvan zijn tijdens academiejaar 2024-2025 49 kamers effectief door VUB-studenten bezet via een jaarcontract. De afgenomen interesse bij VUB-studenten kan een resultaat zijn van de meer evenwichtige vraag en aanbod voor VUB-kamers in Jette en afstand tot de Brussels Health Campus. Verder zitten er in Jet Upkot ook meer Franstalige studenten verpleegkunde (Hogeschool Francisco Ferrer).
• Losstaand van onze samenwerking baat Upgrade Estate ook King Upkot (Brussel-centrum), Art UpKot (exclusiviteit voor LUCA wordt niet verdergezet in 2025) en UpLiving Brussel (appartementen voor expats en zelfstandige studenten) uit.
Met Brusello XL (79 K+ kamers en 50 studio’s), Brusello (84 kamers/studio’s), Studeopolis (196 kamers/studio’s), U-residence (95 studio’s en 25 kamers) en Casa de la Cantus (19 studio’s) heeft Diggit Studentlife een aanzienlijk aantal studentenkamers in beheer in Brussel. Naast hun engagement om alle kamers in de MyKot database van Brik te laten opnemen, heeft de VUB met hen een samenwerkingsverband voor U-Residence en Brusello XL.
De uitbating van U-residence, op de Brussels Main Campus, omvat 70 studio’s (single of double kamers) voor s tudenten:
- 48 plaatsen (16 single en 16 double kamers) zijn voorbehouden voor semesterverhuur aan studenten aangeduid door de VUB. De studenten die gedurende één semester op uitwisseling komen aan de VUB bezetten dit contingent; - De resterende kamers worden enkel verhuurd aan VUB-, EhB- en studenten van het Vesalius College. Dit zijn overwegend internationale studenten.
U-Residence biedt daarnaast 25 kamers met hotelfunctie, waarbinnen ook een mid stay-verblijf van enkele maanden mogelijk is.
Brusello XL bevindt zich op de Kroonlaan, in de buurt van Etterbeek-station. Dit studentenhuis telt 50 studio’s en 79K+ kamers (kamers met eigen sanitair en een gedeelde keuken). 47% van het studentenhuis is bewoond door VUB-studenten.
Omwille van het risico op huisjesmelkerij en de ontbrekende kwaliteitsbewaking, raden we studenten expliciet af om privéstudentenkamers te zoeken buiten het netwerk van onze officiële partners (BRIK vzw, Upgrade Estate NV, Diggit Studentlife, SVKS). Zo nodig kunnen studenten terecht bij de Brik Ombudsman of CAW Brussel voor juridische bijstand tussen huurder en huisbaas.
Brik studenten op MyKot
Aandachtspunten en uitdagingen
Het grote aantal kamers in Studentenhuis XY vraagt tijdens de drukke uithuizingsperiodes en de onderhoudswerken in de zomer extra personeelskracht. Jobstudenten vormen hiervoor de meest betaalbare en flexibele oplossing.
We moeten onze studenten blijven sensibiliseren over hun energieverbruik. We doen dat hand in hand met het verduurzamen van onze installaties.
Studentenhuis Zonne-panelen
Stookinstallatie Spaardouche-koppen (6,5 l/min) Led-verlichting Inductie-kookplaten
Keukens en badkamers 2024
Jette 2018 2018 2021-2023
Kamers bij vervanging Bij renovatie in 2027 XY Juni 2022 2019 2019 2019 2019
Passerelles Dec. 2022
Keukens en badkamers bij vervanging
SchoofslaanTriomflaan Dak niet geschikt renovatie 2024-2025 Okt-Dec 2022
Nieuwelaan November 2022 November 2021 2009
Kamers renovatie 20242025 Bij vervanging / bij renovatie
Keukens en badkamers 2020-2021
Kamers bij vervanging Bij renovatie in 2027
Tabel 7: Overzicht duurzame investeringen VUB-studentenkamers
Onze doelstelling om alle generatiestudenten en specifieke doelgroepen een kamer op of nabij de campus te bieden voor de duurtijd van hun bacheloropleiding kunnen we niet meer waarmaken. In december 2023 keurde de studentenraad een aanpassing van het toewijzingsbeleid goed waardoor we het huidige systeem werkbaar houden en we de huidige huurders de nodige zekerheid kunnen bieden. Een duurzame, grondige hervorming van het toewijzingsbeleid dringt zich evenwel op. De inzichten uit het beleidsvoorbereidend onderzoek gaf cruciale inzichten op de impact van een kot op het studietraject per doelgroep en moet de basis vormen voor een nieuw datagedreven en duurzaam toewijzingsbeleid voor de eigen studentenkamers.
In de samenwerking met externe actoren en partnerinstellingen spelen steeds meer complexe evenwichten. Het is zoeken naar een balans tussen ieders doelen en belangen. De gemiddelde huurprijs van een Brusselse studentenkamer op de privémarkt is bij de hoogste van België. Omdat kleinere kotbazen het vaak niet zien zitten om grote investeringen te doen om te voldoen aan de kwaliteitseisen, moet Brik jaarlijks een aanzienlijk aantal betaalbare kamers uit hun bestand schrappen.
Grote projectontwikkelaars vullen het gat in de markt op door grote panden met luxekamers of studio’s te realiseren. Door de hogere eisen op vlak van comfort, die sommige studenten stellen, is er hiervoor een zekere doch beperkte markt. De huidige gewestelijke regelgeving is onvoldoende flexibel om de bouw van betaalbare, kwaliteitsvolle kamers met een minimale oppervlakte en maximale collectiviteit te stimuleren. Een herziening van de gewestelijke regelgeving of uitwerking van een specifiek kader (“kotenordonnantie”) met haalbare kwaliteitsvereisten of initiatieven zoals de Leuvense “kotmadamformule” kunnen hiertoe bijdragen.
We blijven, samen met Brik, doorzetten op ons manifest voor hedendaagse, betaalbare en kwaliteitsvolle studentenhuisvesting in Brussel. We konden in 2024 beroep doen op een renteloze lening voor de renovatie van Studentenhuis Schoofslaan. Een betaalbaar nieuwproject op de Triomflaan of de Pleinlaan of vlakbij de Brussels Main Campus werd niet verwezenlijkt in 2024 ondanks de opportuniteit van de renteloze lening van de Vlaamse Overheid. Overheidsmaatregelen als deze – en het binnenhalen van zo’n lening – is essentieel om de verwachte stijging van 54.000 studenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen 2030 te kunnen opvangen en het democratisch proces van het hoger onderwijs te beschermen.
De nieuwe directie van het Brusselse Sociaal Verhuurkantoor voor Studenten die sinds 2022 aan het roer staat kan voorlopig nog geen kentering brengen in het beleid van het sociaal verhuurkantoor: studenten van Nederlandstalige Hoger Onderwijsinstellingen worden genegeerd en achtergesteld. In 2023-2024 gingen amper 3% van de plaatsen naar studenten uit het Nederlandstalig Hoger Onderwijs in Brussel. Dit is niet acceptabel en vereist politieke opvolging.
Voor gast- en uitwisselingsstudenten met een verblijf korter dan 12 maanden zijn er vandaag binnen de VUB geen eigen huisvestingsmogelijkheden. De samenwerking met U-residence rond kort- en middellang verblijf loopt erg stroef en is duur. Rekening houdend met de internationale ambities van de universiteit, zichtbaar in initiatieven zoals het EUTOPIAnetwerk en het stijgende aantal samenwerkingen en uitwisselingen, is dit een gebrek in ons aanbod. De werking van VUBhuisvesting is niet voorzien op kort verblijf en de kostprijs ligt vele malen hoger dan lange termijnverhuur. We zullen daarom
mogelijke oplossingen moeten onderzoeken om aan de stijgende vraag naar betaalbare kortverblijven tegemoet te komen.
Het project om op de Usquare site 468 studentenkamers te realiseren samen met de ULB is in 2024 geheractiveerd door het MSI van het Brussels Gewest. We zullen de vier nieuw ingediende ontwerpen voor de reconversie van de oude kazernes naar basiskamers in 2025 verder analyseren op financiële haalbaarheid.
We wensen nog kleine aanpassingen op te starten om volgende twee processen te kunnen automatiseren: 1) de rangordebepaling bij het verwerken van de aanvragen en 2) het waarborgproces. Deze aanpassingen moeten de hoge administratieve werklast verlagen en het terug mogelijk maken om het exponentieel gegroeid aantal aanvragen en dossiers te efficiënt en klantgerecht te verwerken.
De geplande herziening van het toewijzingsbeleid in 2025 zal een grote structurele aanpassing van onze toepassingen in CaLi vergen. Met de ondersteuning van Dienst ICT en eigen budget zullen nieuwe software applicaties gebouwd en gekoppeld worden aan CaLi om een performant geautomatiseerde administratieve tool.
8.3 Sociale dienstverlening
Feiten, cijfers & trends
Het aandeel beursstudenten is een goede indicator voor het aandeel studenten met een financiële nood. Ruim 30% van de generatiestudenten die in een initiële opleiding of een educatieve bachelor- of masteropleiding zijn ingeschreven aan de VUB, zijn beursstudent2. Voor de gehele studentenpopulatie is 20% van onze studenten beursstudent. Meer dan één op vijf studenten aan de VUB is werkstudent, goed voor 4.840 studenten. Er is een grote stijging te merken in het aantal werkstudenten (2020: 2.230)3. of masteropleiding zijn ingeschreven aan de VUB, zijn beursstudent 2 . Voor de gehele studentenpopulatie is 20% van onze studenten beursstudent. Meer dan één op vijf studenten aan de VUB is werkstudent, goed voor 4.840 studenten. Er is een grote stijging te merken in het aantal werkstudenten (2020: 2.230) 3
Evolutie beursstudenten Vlaamse universiteiten
Figuur 15: Evolutie beursstudenten over de verschillende Vlaamse universiteiten. Hierbij zien we dat de VUB de sterkste stijging kent.
Figuur 15: Evolutie beursstudenten over de verschillende Vlaamse universiteiten. Hierbij zien we dat de VUB de sterkste stijging kent.
Internationale studenten maken bijna een vierde uit van de VUB-studentenpopulatie. Voor academiejaar 2023-2024 zijn er 5.598 buitenlandse studenten ingeschreven De studentenpopulatie van de VUB telt 151 nationaliteiten, exclusief Belgen. Iets minder dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER). De top-5 herkomstlanden van EER-studenten zijn: Nederland, Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk. Bij niet-EER-studenten zijn dit respectievelijk: China, Iran, Turkije, India en de Verenigde Staten.
Internationale studenten maken bijna een vierde uit van de VUB-studentenpopulatie. Voor academiejaar 2023-2024 zijn er 5.598 buitenlandse studenten ingeschreven. De studentenpopulatie van de VUB telt 151 nationaliteiten, exclusief Belgen. Iets minder dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER). De top5 herkomstlanden van EER-studenten zijn: Nederland, Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk. Bij niet-EER-studenten zijn dit respectievelijk: China, Iran, Turkije, India en de Verenigde Staten.
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)
2 VLIR_Benchmark Beursstudenten (Power BI) 3 VUB 2021-2022 & VUB 2023-2024, A bird’s eye
We
Internationale studenten maken bijna een vierde uit van de VUB-studentenpopulatie. Voor academiejaar 2023-2024 zijn er 5.598 buitenlandse studenten ingeschreven De studentenpopulatie van de VUB telt 151 nationaliteiten, exclusief Belgen. Iets minder dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER). De top-5 herkomstlanden van EER-studenten zijn: Nederland, Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk. Bij niet-EER-studenten zijn dit respectievelijk: China, Iran, Turkije, India en de Verenigde Staten.
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)
Aantal unieke studenten met toekenning(en)
Figuur 16: Aantal studenten dat in de periode 2020-2024 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering, versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merkten jaarlijks een verhoging van het aantal studenten die financiële hulp vragen We zien in 2024 voor het eerst terug een daling (10%) Deze cijfers rapporteren over de aanvragen die effectief zijn ingediend. Er zijn echter meer studenten die aanvragen wensen in te dienen, maar waarbij we na het controleren van de algemene en specifieke voorwaarden moeten aangeven dat ze geen aanvragen kunnen indienen. In 2024 ondersteunden we 85% van de studenten die een aanvraag indienden.
Figuur 16: Aantal studenten dat in de periode 2020-2024 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering, versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merkten jaarlijks een verhoging van het aantal studenten die financiële hulp vragen. We zien in 2024 voor het eerst terug een daling (10%). Deze cijfers rapporteren over de aanvragen die effectief zijn ingediend. Er zijn echter meer studenten die aanvragen wensen in te dienen, maar waarbij we na het controleren van de algemene en specifieke voorwaarden moeten aangeven dat ze geen aanvragen kunnen indienen. In 2024 ondersteunden we 85% van de studenten die een aanvraag indienden.
2 VLIR_Benchmark Beursstudenten (Power BI)
3 VUB 2021-2022 & VUB 2023-2024, A bird’s eye view on our university, Feiten en cijfers - VUB | Vrije Universiteit Brussel
Tabel 8: aantal in 2024 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. We kenden in 2024 evenveel leningen en sociale toelagen toe als in 2023. Verder zien we een daling in het aantal toegekende huurtoelagen, externe beurzen en ondersteuning vanuit het noodfonds ten opzichte van 2023. Er is wel een duidelijke stijging in het aantal toegekende buitenlandtoelagen. Naast de ondersteuning van (internationale) studenten die kampen met onvoorziene financiële moeilijkheden bieden we, vanuit het Caroline Pauwels Noodfonds, sinds 2023 ook een tegemoetkoming aan voor de kosten van psychologische zorg en vouchers voor een pakket duurzame menstruatie-artikelen.
28
Tabel 8: aantal in 2024 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. We kenden in 2024 evenveel leningen en sociale toelagen toe als in 2023. Verder zien we een daling in het aantal toegekende huurtoelagen, externe beurzen en ondersteuning vanuit het noodfonds ten opzichte van 2023. Er is wel een duidelijke stijging in het aantal toegekende buitenlandtoelagen. Naast de ondersteuning van (internationale) studenten die kampen met onvoorziene financiële moeilijkheden bieden we, vanuit het Caroline Pauwels Noodfonds, sinds 2023 ook een tegemoetkoming aan voor de kosten van psychologische zorg en vouchers voor een pakket duurzame menstruatie-artikelen.
Externe beurzen
Sociale toelage
Renteloze leningen
Huurtoelagen
Buitenlandtoelage
Caroline Pauwels Noodfonds IRMO-noodhulp voor internationale studenten
Figuur 17: De meeste ondersteuning kende in 2024 een stijging in gespendeerd budget We merken enkel een lichte daling in het gespendeerde budget van de externe beurzen, buitenlandtoelage en het Caroline Pauwels Noodfonds Het totale gespendeerde budget steeg met 4% ten opzichte van 2023 (of 10% ten opzichte van 2022)
Figuur 17: De meeste ondersteuning kende in 2024 een stijging in gespendeerd budget. We merken enkel een lichte daling in het gespendeerde budget van de externe beurzen, buitenlandtoelage en het Caroline Pauwels Noodfonds. Het totale gespendeerde budget steeg met 4% ten opzichte van 2023 (of 10% ten opzichte van 2022).
middelen (giften, Caroline
Figuur 17: De meeste ondersteuning kende in 2024 een stijging in gespendeerd budget. We merken enkel een lichte daling in het gespendeerde budget van de externe beurzen, buitenlandtoelage en het Caroline Pauwels Noodfonds Het totale gespendeerde budget steeg met 4% ten opzichte van 2023 (of 10% ten opzichte van 2022)
Leningen
Externe middelen (giften, Caroline Pauwels Noodfonds)
Begroting
Figuur 18: verdeling van de middelen die worden gebruikt voor de ondersteuning van studenten. De stijging in uitbetaald budget blijft aanhouden. Het budget dat nodig is om leningen te kunnen aanbieden aan studenten wordt niet opgenomen in de begroting (van afdeling III) Naast de begrootte budgetten worden ook externe middelen gebruikt. Sinds de opstart van het Caroline Pauwels Noodfonds steeg de uitgaven uit externe middelen
Figuur 18: verdeling van de middelen die worden gebruikt voor de ondersteuning van studenten. De stijging in uitbetaald budget blijft aanhouden. Het budget dat nodig is om leningen te kunnen aanbieden aan studenten wordt niet opgenomen in de begroting (van afdeling III). Naast de begrootte budgetten worden ook externe middelen gebruikt. Sinds de opstart van het Caroline Pauwels Noodfonds steeg de uitgaven uit externe middelen exponentieel. Het begrootte bedrag steeg over een periode van 5 jaar met 33%. De verdeling tussen begrootte bedrag ten opzichte van het totaal evolueerde van 60% (2019) naar 54% (2023 & 2024) met een uitschieter van 44% in 2022. Er is dus een grote druk op de universiteit om eigen middelen te voorzien en te vergaren. exponentieel. Het begrootte bedrag steeg over een periode van 5 jaar met 33%. De verdeling tussen begrootte bedrag ten opzichte van het totaal evolueerde van 60% (2019) naar 54% (2023 & 2024) met een uitschieter van 44% in 2022. Er is dus een grote druk op de universiteit om eigen middelen te voorzien en te vergaren.
exponentieel. Het begrootte bedrag steeg over een periode van 5 jaar met 33%. De verdeling tussen begrootte bedrag ten opzichte van het totaal evolueerde van 60% (2019) naar 54% (2023 & 2024) met een uitschieter van 44% in 2022 Er is dus een grote druk op de universiteit om eigen middelen te voorzien en te vergaren.
Figuur 19: Het aantal toegekende huurtoelages blijft stabiel. We zien een lichte daling in het aantal toegekende huurtoelages voor privé-kamers.
Figuur 19: Het aantal toegekende huurtoelages blijft stabiel. We zien een lichte daling in het aantal toegekende huurtoelages voor privé-kamers.
Figuur 19: Het aantal toegekende huurtoelages blijft stabiel. We zien een lichte daling in het aantal toegekende huurtoelages voor privé-kamers.
Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage
Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage
Figuur 20: Na de dip door de COVID-19 pandemie, merken we opnieuw een stijging in het aantal aanvragen voor een buitenlandtoelage, maar een daling in het aantal toegekende buitenlandtoelages. Er zijn vooral weigeringen voor studenten die vorig academiejaar geen studietoelage hebben ontvangen maar wel een beurs voor internationale uitwisseling; zij voldoen niet aan de VUB-voorwaarden voor een buitenlandtoelage. Ook voor de internationale uitwisselingen zijn er beperkte middelen, waardoor er een zero grant beurs in het leven werd geroepen. Studenten kregen hierdoor het statuut om een internationale uitwisseling te kunnen aangaan, maar waren bij het begin van het academiejaar nog niet zeker of ze een uitwisselingsbeurs zouden ontvangen. Deze onzekerheid zorgde voor een stijging in het aantal aanvragen
Figuur 20: Na de dip door de COVID-19 pandemie, merken we opnieuw een stijging in het aantal aanvragen voor een buitenlandtoelage, maar een daling in het aantal toegekende buitenlandtoelages. Er zijn vooral weigeringen voor studenten die vorig academiejaar geen studietoelage hebben ontvangen maar wel een beurs voor internationale uitwisseling; zij voldoen niet aan de VUB-voorwaarden voor een buitenlandtoelage. Ook voor de internationale uitwisselingen zijn er beperkte middelen, waardoor er een zero grant beurs in het leven werd geroepen. Studenten kregen hierdoor het statuut om een internationale uitwisseling te kunnen aangaan, maar waren bij het begin van het academiejaar nog niet zeker of ze een uitwisselingsbeurs zouden ontvangen. Deze onzekerheid zorgde voor een stijging in het aantal aanvragen
Aanvragen en uitbetalingen beurs voor studentenvertegenwoordigers
Figuur 20: Na de dip door de COVID-19 pandemie, merken we opnieuw een stijging in het aantal aanvragen voor een buitenlandtoelage, maar een daling in het aantal toegekende buitenlandtoelages. Er zijn vooral weigeringen voor studenten die vorig academiejaar geen studietoelage hebben ontvangen maar wel een beurs voor internationale uitwisseling; zij voldoen niet aan de VUB-voorwaarden voor een buitenlandtoelage. Ook voor de internationale uitwisselingen zijn er beperkte middelen, waardoor er een zero grant beurs in het leven werd geroepen. Studenten kregen hierdoor het statuut om een internationale uitwisseling te kunnen aangaan, maar waren bij het begin van het academiejaar nog niet zeker of ze een uitwisselingsbeurs zouden ontvangen. Deze onzekerheid zorgde voor een stijging in het aantal aanvragen.
Aanvragen en uitbetalingen beurs voor studentenvertegenwoordigers
Prive kot VUB kot
een buitenlandtoelage, maar een daling in het aantal toegekende buitenlandtoelages. Er zijn vooral weigeringen voor studenten die vorig academiejaar geen studietoelage hebben ontvangen maar wel een beurs voor internationale uitwisseling; zij voldoen niet aan de VUB-voorwaarden voor een buitenlandtoelage. Ook voor de internationale uitwisselingen zijn er beperkte middelen, waardoor er een zero grant beurs in het leven werd geroepen. Studenten kregen hierdoor het statuut om een internationale uitwisseling te kunnen aangaan, maar waren bij het begin van het academiejaar nog niet zeker of ze een uitwisselingsbeurs zouden ontvangen. Deze onzekerheid zorgde voor een stijging in het aantal aanvragen
Aanvragen en uitbetalingen beurs voor studentenvertegenwoordigers
Figuur 21: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een beurs voor studentenvertegenwoordigers sinds 2020. Deze externe beurzen worden steeds in januari verwerkt om aan het begin van het tweede semester uit te betalen. De externe beurzen voor academiejaar 2022-2023 zijn pas in 2023 uitbetaald. In het verleden werden de beslissingen opgenomen in het jaar van aanvraag Sinds 2022-2023 rapporteren we in het jaar van uitbetaling. Hierdoor lijkt er geen uitbetaling geweest te zijn in 2022. In academiejaar 2023-2024 werden de voorwaarden voor het toekennen van deze beurs herschreven. Enkel leden van de studentenraad en ISP komen nog in aanmerking, mits ze aan bepaalde aanwezigheidscriteria voldoen.
Figuur 21: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een beurs voor studentenvertegenwoordigers sinds 2020. Deze externe beurzen worden steeds in januari verwerkt om aan het begin van het tweede semester uit te betalen. De externe beurzen voor academiejaar 2022-2023 zijn pas in 2023 uitbetaald. In het verleden werden de beslissingen opgenomen in het jaar van aanvraag. Sinds 2022-2023 rapporteren we in het jaar van uitbetaling. Hierdoor lijkt er geen uitbetaling geweest te zijn in 2022. In academiejaar 2023-2024 werden de voorwaarden voor het toekennen van deze beurs herschreven. Enkel leden van de studentenraad en ISP komen nog in aanmerking, mits ze aan bepaalde aanwezigheidscriteria voldoen.
Renteloze leningen
Voorschotten op de studietoelage
Voorschotten op de studietoelage leningen i.f.v. studiegeld
leningen i.f.v. studiegeld
leningen andere studiekosten
Figuur 22: Het aantal toegekende leningen blijft stabiel ten opzichte van vorig jaar. We zien een stijging in het aantal leningen voor studiegeld (+17%) en een daling in het aantal toegekende voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid (-16%). Door een aangepast verwerkingsbeleid bij de Afdeling studietoelagen hebben studenten hun studietoelage sneller ontvangen in vergelijking met voorgaande jaren. Door de snellere verwerking van de beslissingen van de studietoelage van de Vlaamse overheid moeten er minder leningen voor het studiegeld worden toegekend aan het einde van het academiejaar. In de maanden mei en juni van 2023 kenden we 65 leningen voor het studiegeld toe. In 2024 zakte dit in dezelfde periode naar 35 leningen.
Renteloze leningen - uitgaven
Renteloze leningen - uitgaven
leningen andere studiekosten €396,175
Figuur 22: Het aantal toegekende leningen blijft stabiel ten opzichte van vorig jaar. We zien een stijging in het aantal leningen voor studiegeld (+17%) en een daling in het aantal toegekende voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid (-16%). Door een aangepast verwerkingsbeleid bij de Afdeling studietoelagen hebben studenten hun studietoelage sneller ontvangen in vergelijking met voorgaande jaren. Door de snellere verwerking van de beslissingen van de studietoelage van de Vlaamse overheid moeten er minder leningen voor het studiegeld worden toegekend aan het einde van het academiejaar. In de maanden mei en juni van 2023 kenden we 65 leningen voor het studiegeld toe. In 2024 zakte dit in dezelfde periode naar 35 leningen.
Figuur 22: Het aantal toegekende leningen blijft stabiel ten opzichte van vorig jaar. We zien een stijging in het aantal leningen voor studiegeld (+17%) en een daling in het aantal toegekende voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid (-16%). Door een aangepast verwerkingsbeleid bij de Afdeling studietoelagen hebben studenten hun studietoelage sneller ontvangen in vergelijking met voorgaande jaren. Door de snellere verwerking van de beslissingen van de studietoelage van de Vlaamse overheid moeten er minder leningen voor het studiegeld worden toegekend aan het einde van het academiejaar. In de maanden mei en juni van 2023 kenden we 65 leningen voor het studiegeld toe. In 2024 zakte dit in dezelfde periode naar 35 leningen.
Figuur 23: In totaal leenden we in 2024 €750 089 uit aan studenten (renteloze leningen op korte en lange termijn en voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid), verspreid over 814 leningen. Het aantal leningen blijft stabiel ten opzichte van 2023. We merken wel een stijging op van het gespendeerde bedrag met 7%. Dit wil zeggen dat we in 2024 gemiddeld hogere leningen hebben toegekend: sinds academiejaar 2023-2024 steeg het maximale bedrag voor een renteloze lening van €1.250 naar €1.500.
Figuur 23: In totaal leenden we in 2024 €750 089 uit aan studenten (renteloze leningen op korte en lange termijn en voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid), verspreid over 814 leningen. Het aantal leningen blijft stabiel ten opzichte van 2023. We merken wel een stijging op van het gespendeerde bedrag met 7%. Dit wil zeggen dat we in 2024 gemiddeld hogere leningen hebben toegekend: sinds academiejaar 2023-2024 steeg het maximale bedrag voor een renteloze lening van €1 250 naar €1 500.
Figuur 23: In totaal leenden we in 2024 €750.089 uit aan studenten (renteloze leningen op korte en lange termijn en voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid), verspreid over 814 leningen. Het aantal leningen blijft stabiel ten opzichte van 2023. We merken wel een stijging op van het gespendeerde bedrag met 7%. Dit wil zeggen dat we in 2024 gemiddeld hogere leningen hebben toegekend: sinds academiejaar 2023-2024 steeg het maximale bedrag voor een renteloze lening van €1.250 naar €1.500.
Aantal contacten
aantal aanvragen aantal toegekende beurzen
Renteloze leningen
Figuur 23: In totaal leenden we in 2024 €750.089 uit aan studenten (renteloze leningen op korte en lange termijn en voorschotten op de studietoelage van de Vlaamse overheid), verspreid over 814 leningen. Het aantal leningen blijft stabiel ten opzichte van 2023. We merken wel een stijging op van het gespendeerde bedrag met 7%. Dit wil zeggen dat we in 2024 gemiddeld hogere leningen hebben toegekend: sinds academiejaar 2023-2024 steeg het maximale bedrag voor een renteloze lening van €1.250 naar €1.500.
Figuur 24: Dankzij het digitaliseren van verschillende aanvraagprocedures ontvingen we in 2024 opnieuw minder e-mails dan in 2023, maar deze daling moet juist geïnterpreteerd worden. Ten eerste analyseren we sinds 2022 de registratie aan de hand van de data uit het e-mail-ticketingsysteem. Per ticket zit minstens één antwoord aan de student, ouder of andere contactpersoon. Een ticket kan ook meer dan 10 mails bevatten als het om het behandelen van een complexer dossier gaat. In de rapportering tot en met 2021 is elke mail nog apart opgenomen. Ten tweede voerden we een digitalisering uit van de aanvraag voor een lening op korte termijn
31
Figuur 24: Dankzij het digitaliseren van verschillende aanvraagprocedures ontvingen we in 2024 opnieuw minder e-mails dan in 2023, maar deze daling moet juist geïnterpreteerd worden. Ten eerste analyseren we sinds 2022 de registratie aan de hand van de data uit het e-mail-ticketingsysteem. Per ticket zit minstens één antwoord aan de student, ouder of andere contactpersoon. Een ticket kan ook meer dan 10 mails bevatten als het om het behandelen van een complexer dossier gaat. In de rapportering tot en met 2021 is elke mail nog apart opgenomen. Ten tweede voerden we een digitalisering uit van de aanvraag voor een lening op korte termijn (studiegeld), de huurtoelage, de buitenlandtoelage, de menstruatie-vouchers en sinds 2024 ook de externe beurzen en aanvragen voor een Telenet Internet voucher. Door ruim 1.500 aanvragen via MS Forms te ontvangen hebben we, sinds 2023, minder mails ontvangen en beschikken we direct over de juiste informatie. Daardoor kunnen we de aanvragen sneller verwerken. Afhankelijk van de antwoorden die studenten in MS Forms-formulieren geven, worden er automatische mails verstuurd via een extensie van Power Automate. De medewerkers kunnen ook aanvullingen plaatsen in de excels voor de verwerking van de aanvragen die automatische mails triggeren. Deze zijn niet opgenomen in de bovenstaande cijfers. (studiegeld), de huurtoelage, de buitenlandtoelage, de menstruatie-vouchers en sinds 2024 ook de externe beurzen en aanvragen voor een Telenet Internet voucher. Door ruim 1.500 aanvragen via MS Forms te ontvangen hebben we, sinds 2023, minder mails ontvangen en beschikken we direct over de juiste informatie. Daardoor kunnen we de aanvragen sneller verwerken. Afhankelijk van de antwoorden die studenten in MS Formsformulieren geven, worden er automatische mails verstuurd via een extensie van Power Automate De medewerkers kunnen ook aanvullingen plaatsen in de excels voor de verwerking van de aanvragen die automatische mails triggeren. Deze zijn niet opgenomen in de bovenstaande cijfers.
Contacten per maand
Figuur 25: We zien een jaarlijkse cyclus van drukke periodes die gelijklopen met het verloop van het academiejaar. In periodes waarin het rustiger lijkt, moeten we een inhaalbeweging doen om ontvangen aanvragen te verwerken.
Figuur 25: We zien een jaarlijkse cyclus van drukke periodes die gelijklopen met het verloop van het academiejaar. In periodes waarin het rustiger lijkt, moeten we een inhaalbeweging doen om ontvangen aanvragen te verwerken.
Aantal studentenjobs op VUB-jobdatabank
VUB-jobs
externe jobs
Figuur 26: Het aantal externe vacatures daalde in 2024 Het aantal VUB-vacatures blijft stabiel. We zien echter wel een stijging in aantal studenten die voor de VUB werken en het aantal arbeidsovereenkomsten. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen gedurende een lange periode op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Figuur 25: We zien een jaarlijkse cyclus van drukke periodes die gelijklopen met het verloop van het academiejaar. In periodes waarin het rustiger lijkt, moeten we een inhaalbeweging doen om ontvangen aanvragen te verwerken.
Figuur 25: We zien een jaarlijkse cyclus van drukke periodes die gelijklopen met het verloop van het academiejaar. In periodes waarin het rustiger lijkt, moeten we een inhaalbeweging doen om ontvangen aanvragen te verwerken.
Figuur 26: Het aantal externe vacatures daalde in 2024 Het aantal VUB-vacatures blijft stabiel. We zien echter wel een stijging in aantal studenten die voor de VUB werken en het aantal arbeidsovereenkomsten. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen gedurende een lange periode op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Figuur 26: Het aantal externe vacatures daalde in 2024. Het aantal VUB-vacatures blijft stabiel. We zien echter wel een stijging in aantal studenten die voor de VUB werken en het aantal arbeidsovereenkomsten. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen gedurende een lange periode op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Figuur 26: Het aantal externe vacatures daalde in 2024 Het aantal VUB-vacatures blijft stabiel. We zien echter wel een stijging in aantal studenten die voor de VUB werken en het aantal arbeidsovereenkomsten. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen gedurende een lange periode op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
aantal arbeidsovereenkomsten VUB-studentenjobs
Figuur 27: Arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maand overschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs stijgt elk jaar.
Figuur 27: Arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maand overschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs stijgt elk jaar
Figuur 27: Arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maand overschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor VUB-studentenjobs stijgt elk jaar.
Figuur 28: Het aantal studenten dat voor de VUB werkt gaat sinds enkele jaren in stijgende lijn (met uitzondering van 2020). Door de stijgende inschrijvingscijfers stijgt de werkdruk bij verschillende diensten. Diensten gaan op zoek naar mogelijkheden om studenten in te zetten in hun werking.
Figuur 28: Het aantal studenten dat voor de VUB werkt gaat sinds enkele jaren in stijgende lijn (met uitzondering van 2020). Door de stijgende inschrijvingscijfers stijgt de werkdruk bij verschillende diensten. Diensten gaan op zoek naar mogelijkheden om studenten in te zetten in hun werking.
€140,000
€100,000 €120,000
Gespendeerd bedrag Caroline Pauwels Noodfonds
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs €21,600
Laptops
Psychologische ondersteuning
Menstruatie-vouchers financiële noodsteun
29: Sinds de oprichting van het Caroline Pauwels Noodfonds is ons sociaal ondersteuningsaanbod
Figuur
Figuur 28: Het aantal studenten dat voor de VUB werkt gaat sinds enkele jaren in stijgende lijn (met uitzondering van 2020). Door de stijgende inschrijvingscijfers stijgt de werkdruk bij verschillende diensten. Diensten gaan op zoek naar mogelijkheden om studenten in te zetten in hun werking.
Figuur 28: Het aantal studenten dat voor de VUB werkt gaat sinds enkele jaren in stijgende lijn (met uitzondering van 2020). Door de stijgende inschrijvingscijfers stijgt de werkdruk bij verschillende diensten. Diensten gaan op zoek naar mogelijkheden om studenten in te zetten in hun werking.
€140,000
€120,000
€140,000
€100,000
€120,000
€80,000
€100,000
€60,000
€80,000
€40,000
€60,000
€20,000
€40,000
€20,000
€-
€-
Gespendeerd bedrag
Caroline Pauwels Noodfonds
Gespendeerd bedrag Caroline
€27,502
€-
€99,619
€-
€99,619
€21,600
€21,600
€3,596
€6,650
€6,650
Pauwels Noodfonds
€99,029
€99,029
€5,290
€10,626
€54,755
€40,210
Laptops
Psychologische ondersteuning
Laptops
Menstruatie-vouchers financiële noodsteun
Psychologische ondersteuning
€54,755
€4,101
€40,210
Menstruatie-vouchers
financiële noodsteun
Figuur 29: Sinds de oprichting van het Caroline Pauwels Noodfonds is ons sociaal ondersteuningsaanbod uitgebreid met onder andere financiële ondersteuning aan (internationale) studenten bij overmachtssituatie, tegemoetkoming voor psychologische zorg en vouchers voor duurzame menstruatie-artikelen. In 2021 werden er laptops aangekocht om uit te lenen aan studenten; dit project is in 2023 stopgezet. In 2024 kochten we geen nieuwe vouchers voor menstruatiepakketten aan; de vouchers die in 2024 zijn verdeeld, zijn in 2023 aangekocht.
Figuur 29: Sinds de oprichting van het Caroline Pauwels Noodfonds is ons sociaal ondersteuningsaanbod uitgebreid met onder andere financiële ondersteuning aan (internationale) studenten bij overmachtssituatie, tegemoetkoming voor psychologische zorg en vouchers voor duurzame menstruatie-artikelen. In 2021 werden er laptops aangekocht om uit te lenen aan studenten; dit project is in 2023 stopgezet. In 2024 kochten we geen nieuwe vouchers voor menstruatiepakketten aan; de vouchers die in 2024 zijn verdeeld, zijn in 2023 aangekocht.
Figuur 29: Sinds de oprichting van het Caroline Pauwels Noodfonds is ons sociaal ondersteuningsaanbod uitgebreid met onder andere financiële ondersteuning aan (internationale) studenten bij overmachtssituatie, tegemoetkoming voor psychologische zorg en vouchers voor duurzame menstruatie-artikelen. In 2021 werden er laptops aangekocht om uit te lenen aan studenten; dit project is in 2023 stopgezet. In 2024 kochten we geen nieuwe vouchers voor menstruatiepakketten aan; de vouchers die in 2024 zijn verdeeld, zijn in 2023 aangekocht.

Figuur 30: Sinds academiejaar 2021-2022 kunnen ook bijkomende blocked accounts aangevraagd worden voor het zoekjaar. De EU-richtlijn waarbij studenten, in het EU-land van afstuderen of in een EU-land waarin ze een mobiliteit hebben afgewerkt, een bijkomend zoekjaar kunnen verkrijgen met als doel werk te zoeken. Deze richtlijn werd omgezet in academiejaar 21-22 We merken een zeer sterk stijgende trend in het aantal aanvragen voor een geblokkeerde rekening. Een toenemende studentenpopulatie alsook strengere voorwaarden tot het verkrijgen van alternatieve methodes voor het aantonen van de financiële solvabiliteit (vb. Annex 32 –garantprocedure) zijn hiervan mede de oorzaak
kunnen ook bijkomende blocked accounts aangevraagd worden voor land waarin ze een mobiliteit hebben afgewerkt, bijkomend zoekjaar kunnen verkrijgen met als doel werk te zoeken. Deze richtlijn werd omgezet in academiejaar 21-22. We merken een zeer sterk stijgende trend in het aantal aanvragen voor een geblokkeerde rekening Een toenemende studentenpopulatie alsook strengere voorwaarden tot het verkrijgen van alternatieve methodes voor het aantonen van de financiële solvabiliteit (vb. Annex 32 –garantprocedure) zijn hiervan mede de oorzaak
Figuur 30: Sinds academiejaar 2021-2022 kunnen ook bijkomende blocked accounts aangevraagd worden voor het zoekjaar. De EU-richtlijn waarbij studenten, in het EU-land van afstuderen of in een EU-land waarin ze een mobiliteit hebben afgewerkt, een bijkomend zoekjaar kunnen verkrijgen met als doel werk te zoeken. Deze richtlijn werd omgezet in academiejaar 2122. We merken een zeer sterk stijgende trend in het aantal aanvragen voor een geblokkeerde rekening. Een toenemende studentenpopulatie alsook strengere voorwaarden tot het verkrijgen van alternatieve methodes voor het aantonen van de financiële solvabiliteit (vb. Annex 32 – garantprocedure) zijn hiervan mede de oorzaak.
VUB-studenten Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Main Campus
Figuur 31: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2019-2024 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij de Brussels Main Campus. Van de 105 opgevangen kinderen hebben 16 kinderen minstens één ouder die student is aan de VUB.
Figuur 31: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2019-2024 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij de Brussels Main Campus. Van de 105 opgevangen kinderen hebben 16 kinderen minstens één ouder die student is aan de VUB.
Aantal kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus
Figuur 31: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2019-2024 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij de Brussels Main Campus. Van de 105 opgevangen kinderen hebben 16 kinderen minstens één ouder die student is aan de VUB.
Aantal kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus
Figuur 32: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2019-2024 gebruik maakte van het kinderdagverblijf op de VUB Health Campus. Van de 226 opgevangen kinderen hebben 33 kinderen minstens één ouder die student is. Van 5 kinderen is minstens één ouder student aan de VUB.
Figuur 32: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2019-2024 gebruik maakte van het kinderdagverblijf op de VUB Health Campus. Van de 226 opgevangen kinderen hebben 33 kinderen minstens één ouder die student is. Van 5 kinderen is minstens één ouder student aan de VUB.
Resultaten en betoelaging
Resultaten en betoelaging
We hanteren bij het opstellen van de begroting voor de sociale dienstverlening een voorzichtigheidsbeleid. Zo beperken we de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden. Dit is noodzakelijk in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is.
We hanteren bij het opstellen van de begroting voor de sociale dienstverlening een voorzichtigheidsbeleid. Zo beperken we de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden. Dit is noodzakelijk in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is.
In totaal gingen we voor de sociale dienstverlening van een begroting van €700.000 in 2022 naar een begroting van ruim €960.000 in 2024 Dit heeft te maken met de verhoging van de huurtoelage, in beperkte mate van de sociale toelage. We hebben deze stijging – dankzij het overdragen van saldi – in 2024 kunnen opvangen binnen de begroting. Maar deze groei zet wel een grote druk op de (toekomstige) totale begroting van afdeling III.
In totaal gingen we voor de sociale dienstverlening van een begroting van €700.000 in 2022 naar een begroting van ruim €960.000 in 2024. Dit heeft te maken met de verhoging van de huurtoelage, in beperkte mate van de sociale toelage. We hebben deze stijging – dankzij het overdragen van saldi – in 2024 kunnen opvangen binnen de begroting. Maar deze groei zet wel een grote druk op de (toekomstige) totale begroting van afdeling III.
We merken een stijging op van 40% in uitgegeven budget over de afgelopen 5 jaar (€1 257 944 in 2020 ten opzichte van €1.766.134 in 2024). 54% van de middelen die we uitbetalen aan studenten komt uit middelen die begroot zijn binnen afdeling III: een huurtoelage, sociale toelage, enkele externe beurzen en de buitenlandtoelage. De overige 46% zijn bedragen die we uitbetalen als lening (niet opgenomen in de begroting van afdeling III) of uitbetalingen die mogelijk zijn gemaakt dankzij giften (Caroline Pauwels Noodfonds en externe beurzen).
We merken een stijging op van 40% in uitgegeven budget over de afgelopen 5 jaar (€1.257.944 in 2020 ten opzichte van €1.766.134 in 2024). 54% van de middelen die we uitbetalen aan studenten komt uit middelen die begroot zijn binnen afdeling III: een huurtoelage, sociale toelage, enkele externe beurzen en de buitenlandtoelage. De overige 46% zijn bedragen die we uitbetalen als lening (niet opgenomen in de begroting van afdeling III) of uitbetalingen die mogelijk zijn gemaakt dankzij giften (Caroline Pauwels Noodfonds en externe beurzen).
In 2024 ging de bezetting van de kinderdagverblijven met 5% omhoog. Daardoor konden we de inkomsten laten stijgen
In 2024 ging de bezetting van de kinderdagverblijven met 5% omhoog. Daardoor konden we de inkomsten laten stijgen.
Aandachtspunten & uitdagingen
Aandachtspunten & uitdagingen
Op het terrein van de sociale dienstverlening is de personeelsbezetting een heel groot, algemeen aandachtspunt!
Op het terrein van de sociale dienstverlening is de personeelsbezetting een heel groot, algemeen aandachtspunt! Bij Studentenstatuut & Studiefinanciering zorgt het stijgend aantal studenten die beroep wenst te doen op de dienstverlening in combinatie met de personeelsbezetting (een klein team met af en toe langdurige afwezigheden en/of aanvragen tot deeltijds werken) voor een hele hoge werkdruk. Die factor heeft mee genoopt tot het efficiënter organiseren van de aanvraagprocedures voor financiële ondersteuning.
Bij Studentenstatuut & Studiefinanciering zorgt het stijgend aantal studenten die beroep wenst te doen op de dienstverlening in combinatie met de personeelsbezetting (een klein team met af en toe langdurige afwezigheden en/of aanvragen tot deeltijds werken) voor een hele hoge werkdruk. Die factor heeft mee genoopt tot het efficiënter organiseren van de aanvraagprocedures voor financiële ondersteuning.
Voor de kinderdagverblijven blijft het een voortdurende uitdaging om goede en gekwalificeerde medewerkers te vinden. In 2024 werkten we met een interimmanager en slaagden we erin een aantal processen te optimaliseren. Eind 2024 startte het nieuwe afdelingshoofd van de kinderdagverblijven.
De cijfers vanuit de Afdeling Studietoelagen van de Vlaamse overheid tonen een duidelijk sterkere stijging in het aantal beursstudenten aan de VUB ten opzichte van andere Vlaamse hoger onderwijsinstellingen. Wij merken een stijging op van 36% sinds 2019. Bij andere hoger onderwijsinstellingen is er geen, een minieme of kleinere stijging (tot maximum 11%). Dit geeft een duidelijk beeld over de context en ondersteuningsnoden van onze studenten.
De betaling van de studiegelden voor niet-beursstudenten blijft voor zowel lokale als internationale studenten moeilijk. De vraag naar renteloze leningen voor het betalen van studiegelden zal naar verwachting nog verder stijgen door de invoering van het nieuw decreet studieomvang4. Dit impliceert dat studenten al hun vakken aan het begin van het academiejaar moeten registreren en bijgevolg op dat moment de volledige studiegeldfactuur moeten betalen. Eind 2024 zijn er al stappen gezet om de gespreide betaling van het studiegeld op de agenda te zetten bij zowel het beleid als bij CaLi. We hopen samen met de Onderwijs- en Studentenadministratie en de directie ICT een structurele oplossing te vinden voor de forse toename van deze renteloze leningen.
4 Decreet van 15 juli 2022 over de instroom en het optimaliseren van de studie-efficiëntie in het hoger onderwijs en overige organisatorische aspecten van het hoger onderwijs
We merken op dat er meer werkende studenten zijn. Door de stijging in de studiekosten zijn er meer studenten aangewezen op studentenjobs. Het gaat vaak over het uitvoeren van studentenjobs gedurende meerdere dagen per week. Die inkomsten moeten ervoor zorgen dat de studenten hun studiekosten, en eventueel ook hun leefkosten, kunnen betalen. Er moet voldoende aandacht zijn voor deze studentengroep.
Studentenjobs aan de VUB blijven heel populair, zowel voor de VUB als werkgever als voor de jobstudenten. We moeten blijven inzetten op een uitbreiding van het aanbod aan studentenjobs. De vernieuwde procedure om informatie van externe werkgevers te raadplegen, zorgt ervoor dat studenten sneller kunnen solliciteren voor een functie buiten de VUB. Daarnaast werkten we aan een vernieuwde jobstudentendatabank die zowel voor personeelsleden als voor studenten gebruiksvriendelijker is. De lancering staat gepland begin 2025.
Aangezien het de bedoeling is om onze studentenpopulatie te representeren in onze pool van VUB-jobstudenten, zijn er sinds 2023 bijkomende vragen opgenomen in het sollicitatieformulier. We peilen naar het behoren tot één van de gedefinieerde kansengroepen uit het divers jobstudentenbeleid. Er is echter nood aan een nulmeting en monitoring van de data.
Om hoger onderwijs zo toegankelijk mogelijk te maken, zou de VUB alle studiekosten transparant naar studenten moeten communiceren. Sinds 2022 stellen we studiekostfiches op per bacheloropleiding. In 2024 maakten we ook een analyse over de afgelopen academiejaren. Er is echter nood aan een VUB-breed gedragen beleid over studiekosten en hoe opleidingen hiermee omgaan. We gaan hier in 2025 verder mee aan de slag.
Een duurzaam beleid met betrekking tot de dienstverlening aan studenten (inkomende en uitgaande) die hun solvabiliteit moeten bewijzen dringt zich op. In het kader van het vernieuwen van verblijfsvergunningen voor niet-EER-studenten blijft verdere opvolging van het beleid en overleg met de dienst Vreemdelingenzaken noodzakelijk.
Voor de kinderdagverblijven blijft het belangrijk om buitenlandse studenten met kinderen voldoende te informeren over de taalsituatie in Brussel. Willen buitenlandse studenten dat hun kind bij de doorstroom naar het kleuteronderwijs aanspraak kan maken op een plaats in een Nederlandstalige school, dan moet minstens één ouder een kennisniveau 3.1 van het Nederlands hebben.
8.4 Medische en psychologische dienstverlening
8.4 Medische en psychologische dienstverlening
Feiten, cijfers & trends
Feiten, cijfers & trends
Dilemma voerde in 2024 1.053 intakes uit, 23 daarvan bij VUB-studenten. Het totaal aantal studenten steeg tot 118; daarvan waren er 34 leerlingen uit het secundair onderwijs.
Dilemma voerde in 2024 1.053 intakes uit, 23 daarvan bij VUB-studenten. Het totaal aantal studenten steeg tot 118; daarvan waren er 34 leerlingen uit het secundair onderwijs.
Evolutie aantal vooronderzoeken en abortussen (aspiratie en medicamenteus)
Dilemma-VUB vooronderzoeken abortusingrepen
Figuur 33: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap.
Figuur 33: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap.
- opgevolgde doorverwijzingen door VUB
Onthaalfase Begeleidingsfase
Figuur 33: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap.
Figuur 33: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap.
CAW - opgevolgde doorverwijzingen door VUB
CAW - opgevolgde doorverwijzingen door VUB
Onthaalfase
Begeleidingsfase
Onthaalfase Begeleidingsfase
Figuur 34: voor 2024 ontvingen we van CAW nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuur 34: voor 2024 ontvingen we van CAW nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuur 34: voor 2024 ontvingen we van CAW nog geen geactualiseerde cijfers. de voornaamste terugkerende

Figuur 35: Psychisch welbevinden, stress en draagkracht en identiteit waren de voornaamste terugkerende thema’s in de hulpvragen en begeleidingstrajecten. Voor 2024 ontvingen we nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuur 35: Psychisch welbevinden, stress en draagkracht en identiteit waren de voornaamste terugkerende thema’s in de hulpvragen en begeleidingstrajecten. Voor 2024 ontvingen we nog geen geactualiseerde cijfers.
CAW - leeftijdscategorieën in onthaalfase
36
18-20 jaar
21-24 jaar
25-29jaar
30-39 jaar
40-59 jaar
Figuren 36: Ruim de helft van de doorverwezen VUB’ers was in 2023 jonger dan 25 jaar, vergeleken met 75% in 2022. De daling van deze leeftijdsgroep, waarbinnen we voornamelijk studenten vinden, is vermoedelijk omwille van de opstart van de zeer laagdrempelige ELP-werking in België. Voor 2024 ontvingen we nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuren 36: Ruim de helft van de doorverwezen VUB’ers was in 2023 jonger dan 25 jaar, vergeleken met 75% in 2022. De daling van deze leeftijdsgroep, waarbinnen we voornamelijk studenten vinden, is vermoedelijk omwille van de opstart van de zeer laagdrempelige ELP-werking in België. Voor 2024 ontvingen we nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuur 37: Er waren in 2024 in totaal 168 meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij het VUB-meldpunt en de vertrouwenspersonen. Dat zijn er 20 minder dan in 2023. Studenten maakten het vaakst melding over andere studenten. Door studenten wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag het vaakst gemeld, en dat in verschillende vormen. Daarna volgt psychisch geweld (verbaal, machtsmisbruik, …) en discriminatie. Andere vormen van
Figuren 36: Ruim de helft van de doorverwezen VUB’ers was in 2023 jonger dan 25 jaar, vergeleken met 75% in 2022. De daling van deze leeftijdsgroep, waarbinnen we voornamelijk studenten vinden, is vermoedelijk omwille van de opstart van de zeer laagdrempelige ELP-werking in België. Voor 2024 ontvingen we nog geen geactualiseerde cijfers.
Figuur 37: Er waren in 2024 in totaal 168 meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij het VUB-meldpunt en de vertrouwenspersonen. Dat zijn er 20 minder dan in 2023. Studenten maakten het vaakst melding over andere studenten. Door studenten wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag het vaakst gemeld, en dat in verschillende vormen. Daarna volgt psychisch geweld (verbaal, machtsmisbruik, …) en discriminatie. Andere vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals pesten en fysiek geweld worden ook gemeld, maar in mindere mate. Studenten vragen ook geregeld informatie en advies aan het VUB-meldpunt.
Figuur 37: Er waren in 2024 in totaal 168 meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij het VUB-meldpunt en de vertrouwenspersonen. Dat zijn er 20 minder dan in 2023. Studenten maakten het vaakst melding over andere studenten. Door studenten wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag het vaakst gemeld, en dat in verschillende vormen. Daarna volgt psychisch geweld (verbaal, machtsmisbruik, …) en discriminatie. Andere vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals pesten en fysiek geweld worden ook gemeld, maar in mindere mate. Studenten vragen ook geregeld informatie en advies aan het VUB-meldpunt.
Aandachtspunten & uitdagingen
Aandachtspunten & uitdagingen
Het tekort aan Nederlandstalige huisartsen in Brussel blijft ernstig. Het systeem van voorbehouden slots voor patiënten met een VUB-account is nog niet bij iedereen voldoende bekend. Zeker studenten maken regelmatig nog een afspraak via hun persoonlijk e-mailadres. Communicatie hierover blijft dus een aandachtspunt. In 2025 loopt de huurovereenkomst met de universitaire groepspraktijk af. In het licht van de vernieuwing van de overeenkomst, plannen we concrete stappen te zetten ter optimalisering van de werking.
Het tekort aan Nederlandstalige huisartsen in Brussel blijft ernstig. Het systeem van voorbehouden slots voor patiënten met een VUB-account is nog niet bij iedereen voldoende bekend. Zeker studenten maken regelmatig nog een afspraak via hun persoonlijk e-mailadres. Communicatie hierover blijft dus een aandachtspunt. In 2025 loopt de huurovereenkomst met de universitaire groepspraktijk af. In het licht van de vernieuwing van de overeenkomst, plannen we concrete stappen te zetten ter optimalisering van de werking.
Het aantal cliënten bij Dilemma blijft stabiel rond de 1.000 per jaar. De werkdruk is hoog, vooral in periodes van verlof en als een medewerker plots ziek uitvalt. Een personeelsuitbreiding dringt zich op. In 2024 lag de focus op de interne werking en de organisatie van het internationaal congres over abortus dat in september op de VUB Main Campus plaats vond. Er is nood aan meer tijd en ruimte om de acties van Dilemma die deel uitmaken van het STUVO-jaaractieplan te realiseren binnen de vooropgestelde termijnen. Bijkomend is er nood aan meer tijd voor externe werking: contacten met Brusselse welzijns- en gezondheidsdiensten, meer structurele samenwerking met LUNA (de Nederlandstalige abortuscentra), meer activisme in het kader van een wetsuitbreiding, enzovoort.
Het aantal cliënten bij Dilemma blijft stabiel rond de 1.000 per jaar. De werkdruk is hoog, vooral in periodes van verlof en als een medewerker plots ziek uitvalt. Een personeelsuitbreiding dringt zich op. In 2024 lag de focus op de interne werking en de organisatie van het internationaal congres over abortus dat in september op de VUB Main Campus plaats vond. Er is nood aan meer tijd en ruimte om de acties van Dilemma die deel uitmaken van het STUVO-jaaractieplan te realiseren binnen de vooropgestelde termijnen. Bijkomend is er nood aan meer tijd voor externe werking: contacten met Brusselse welzijns- en gezondheidsdiensten, meer structurele samenwerking met LUNA (de Nederlandstalige abortuscentra), meer activisme in het kader van een wetsuitbreiding, enzovoort.
8.5 Vervoer
8.5 Vervoer
Feiten, cijfers & trends
Feiten, cijfers & trends
In 2024 lanceerde de VUB een nieuwe mobiliteitsenquête onder de studentengemeenschap. 2.025 VUB-studenten – 1.758 studenten van de Main Campus en 267 van de Health Campus – gaven aan hoe ze zich naar hun campus verplaatsen.
In 2024 lanceerde de VUB een nieuwe mobiliteitsenquête onder de studentengemeenschap. 2.025 VUB-studenten – 1.758 studenten van de Main Campus en 267 van de Health Campus – gaven aan hoe ze zich naar hun campus verplaatsen. De Main Campus telde in het academiejaar 2023-2024 18.670 studenten (exclusief PhD-studenten). Van de 1.758 studenten die de enquête invulden zaten er 696 op kot. De resterende 1.059 studenten pendelen naar de Main Campus.
Heb je een kot?
Ja, een VUB-kot op of naast de campus
Ja, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ja, buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Nee, ik pendel vanaf mijn vaste woonplaats
TOTAAL
# antwoorden
Tabel 9: het aantal kot- en pendelstudenten op de VUB Main Campus volgens de mobiliteitsenquête 2024
Ja, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ja, buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Nee, ik pendel vanaf mijn vaste woonplaats
Main Campus: modal split kot-campus wagen carpool motor trein
Main Campus: modal split kot-campus wagen carpool motor trein
metro/tram/bus fiets te voet
metro/tram/bus fiets te voet
Figuur 38: in 2024 waren voor kotstudenten van de Main campus de MIVB en het wandelen de meest populaire vervoersmodi om zich van hun kot naar de campus te verplaatsen, elk goed voor 1/3de. Daarnaast is de trein, met 22%, een populaire 2e keuze. Met 9% is het fietsgebruik relatief laag. Dat heeft wellicht te maken met de zeer goedkope MIVB-abonnementen voor studenten en de koten die meestal op wandelafstand van de campus liggen. Het gebruik van de wagen, carpool en motor van kot naar campus is bijzonder laag (samen slechts 2%).
Figuur 38: in 2024 waren voor kotstudenten van de Main campus de MIVB en het wandelen de meest populaire vervoersmodi om zich van hun kot naar de campus te verplaatsen, elk goed voor 1/3de. Daarnaast is de trein, met 22%, een populaire 2e keuze. Met 9% is het fietsgebruik relatief laag. Dat heeft wellicht te maken met de zeer goedkope MIVBabonnementen voor studenten en de koten die meestal op wandelafstand van de campus liggen. Het gebruik van de wagen, carpool en motor van kot naar campus is bijzonder laag (samen slechts 2%).
Figuur 38: in 2024 waren voor kotstudenten van de Main campus de MIVB en het wandelen de meest populaire vervoersmodi om zich van hun kot naar de campus te verplaatsen, elk goed voor 1/3de. Daarnaast is de trein, met 22%, een populaire 2e keuze. Met 9% is het fietsgebruik relatief laag. Dat heeft wellicht te maken met de zeer goedkope MIVB-abonnementen voor studenten en de koten die meestal op wandelafstand van de campus liggen. Het gebruik van de wagen, carpool en motor van kot naar campus is bijzonder laag (samen slechts 2%).
Main campus: modal split thuis-kot te voet fiets
Main campus: modal split thuis-kot te voet fiets
metro/tram/bus trein motor carpool wagen wagen drop-off
metro/tram/bus trein motor carpool wagen wagen drop-off
Figuur 39: de modal split voor kotstudenten die in 2024 in het weekend naar huis gaan, toont een sterke dominantie van de trein (68%). Metro/tram/bus volgt met 13%. Verplaatsingen naar het kot met de wagen zijn goed voor 14%, waarvan 5% alleen rijdt, 6% wordt gebracht met de wagen en een 3% carpoolt. Fietsen (3%), wandelen (2%) en motor (0%) spelen samen een zeer beperkte rol.
Figuur 39: de modal split voor kotstudenten die in 2024 in het weekend naar huis gaan, toont een sterke dominantie van de trein (68%). Metro/tram/bus volgt met 13%. Verplaatsingen naar het kot met de wagen zijn goed voor 14%, waarvan 5% alleen rijdt, 6% wordt gebracht met de wagen en een 3% carpoolt. Fietsen (3%), wandelen (2%) en motor (0%) spelen samen een zeer beperkte rol.
Figuur 39: de modal split voor kotstudenten die in 2024 in het weekend naar huis gaan, toont een sterke dominantie van de trein (68%). Metro/tram/bus volgt met 13%. Verplaatsingen naar het kot met de wagen zijn goed voor 14%, waarvan 5% alleen rijdt, 6% wordt gebracht met de wagen en een 3% carpoolt. Fietsen (3%), wandelen (2%) en motor (0%) spelen samen een zeer beperkte rol.
Main Campus: modal split pendelstudenten
Main Campus: modal split pendelstudenten
Fiets
Fiets
Metro/tram/bus
Metro/tram/bus te voet wagen trein motor carpool
Figuur 40: in 2024 wordt de modal split van pendelstudenten naar de Main Campus sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst. Slechts 2% komt te voet naar de campus. Carpoolen en met de motor komt bij de deelnemende pendelstudenten niet voor (samen 0%).
Figuur 40: in 2024 wordt de modal split van pendelstudenten naar de Main Campus sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst. Slechts 2% komt te voet naar de campus. Carpoolen en met de motor komt bij de deelnemende pendelstudenten niet voor (samen 0%).
Main campus: modal split per afstand
Figuur 40: in 2024 wordt de modal split van pendelstudenten naar de Main Campus sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst. Slechts 2% komt te voet naar de campus. Carpoolen en met de motor komt bij de deelnemende pendelstudenten niet voor (samen 0%).
Main campus: modal split per afstand
Te voet
Fiets
Te voet
Fiets
Metro/Tram/Bus
Trein
Metro/Tram/Bus Trein Motor Carpool Wagen
Motor Carpool Wagen
Figuur 41: een analyse op basis van de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten toont dat de afstand tot de Main Campus een duidelijke impact heeft op de vervoerskeuze. Voor korte afstanden (<5km) gebruiken studenten actieve vervoersmiddelen zoals te voet (46%) en de fiets (11%) het meest gebruikt, samen met metro/bus/tram (29%). Naarmate de afstand toeneemt, verschuift de voorkeur naar openbaar vervoer, met metro/tram/bus dominant bij middellange afstanden (5-15km, 58%) en de trein het belangrijkste vervoermiddel voor langere afstanden (77% bij 15-30km en ><84% bij >30km). Het gebruik van de auto neemt toe bij
Figuur 41: een analyse op basis van de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten toont dat de afstand tot de Main Campus een duidelijke impact heeft op de vervoerskeuze. Voor korte afstanden (<5km) gebruiken studenten actieve vervoersmiddelen zoals te voet (46%) en de fiets (11%) het meest gebruikt, samen met metro/bus/tram (29%). Naarmate de afstand toeneemt, verschuift de voorkeur naar openbaar vervoer, met metro/tram/bus dominant bij middellange afstanden (5-15km, 58%) en de trein het belangrijkste vervoermiddel voor langere afstanden (77% bij 15-30km en ><84% bij >30km). Het gebruik van de auto neemt toe bij
Figuur 41: een analyse op basis van de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten toont dat de afstand tot de Main Campus een duidelijke impact heeft op de vervoerskeuze. Voor korte afstanden (<5km) gebruiken studenten actieve vervoersmiddelen zoals te voet (46%) en de fiets (11%) het meest gebruikt, samen met metro/bus/tram (29%). Naarmate de afstand toeneemt, verschuift de voorkeur naar openbaar vervoer, met metro/tram/bus dominant bij middellange afstanden (5-15km, 58%) en de trein het belangrijkste vervoermiddel voor langere afstanden (77% bij 15-30km en ><84% bij >30km). Het gebruik van de auto neemt toe bij afstanden boven de 30km, maar relatief laag. Carpoolen en de motor worden slechts sporadisch gebruikt en spelen een minimale rol.
afstanden boven de 30km, maar relatief laag. Carpoolen en de motor worden slechts sporadisch gebruikt en spelen een minimale rol.
Main campus: modal shift 2013 - 2024
afstanden boven de 30km, maar relatief laag. Carpoolen en de motor worden slechts sporadisch gebruikt en spelen een minimale rol.
Main campus: modal shift 2013 - 2024
Figuur 42: Tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties in het gebruik van vervoersmiddelen van de studenten van de Main Campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
Figuur 42: Tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties in het gebruik van vervoersmiddelen van de studenten van de Main Campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
In het academiejaar 2023-2024 telde de Health Campus 2.640 studenten (exclusief PhD-studenten)
Daarvan vulden 267 studenten de mobiliteitsenquête in: 87 kotstudenten , 267 studenten vulden de mobiliteitsenquête in. Hiervan zaten er 87 op kot en 180 pendelstudenten.
Figuur 42: Tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties in het gebruik van vervoersmiddelen van de studenten van de Main Campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
In het academiejaar 2023-2024 telde de Health Campus 2.640 studenten (exclusief PhD-studenten). Daarvan vulden 267 studenten de mobiliteitsenquête in: 87 kotstudenten , 267 studenten vulden de mobiliteitsenquête in. Hiervan zaten er 87 op kot en 180 pendelstudenten.
Tabel 10: het aantal kot- en pendelstudenten op de VUB Health Campus volgens de mobiliteitsenquête 2024.
Heb je een kot? # antwoorden %
In het academiejaar 2023-2024 telde de Health Campus 2.640 studenten (exclusief PhD-studenten)
Ja, een VUB-kot op of naast de campus
Daarvan vulden 267 studenten de mobiliteitsenquête in: 87 kotstudenten , 267 studenten vulden de mobiliteitsenquête in. Hiervan zaten er 87 op kot en 180 pendelstudenten.
Heb je een kot?
Ja, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
antwoorden
Tabel 10: het aantal kot- en pendelstudenten op de VUB Health Campus volgens de mobiliteitsenquête 2024.
Ja, een VUB-kot op of naast
Ja, buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Heb je een kot?
Nee, ik pendel vanaf mijn vaste woonplaats
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
antwoorden % Ja, een VUB-kot op of naast de campus
Nee, ik pendel vanaf mijn vaste woonplaats
Ja, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ja, buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Health campus: modal split kot-campus 2024
Tabel 10: het aantal kot- en pendelstudenten op de VUB Health Campus volgens de mobiliteitsenquête 2024.
Nee, ik pendel vanaf mijn vaste woonplaats
Figuur 43: uit de modal split van de kotstudenten van de Health Campus blijkt dat de meesten van hen in 2024 te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer
Figuur 43: uit de modal split van de kotstudenten van de Health Campus blijkt dat de meesten van hen in 2024 te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer
Figuur 43: uit de modal split van de kotstudenten van de Health Campus blijkt dat de meesten van hen in 2024 te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer (metro/tram/bus met 24% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1% doet aan carpoolen.
(metro/tram/bus met 24% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1% doet aan carpoolen.
(metro/tram/bus met 24% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1% doet aan carpoolen.
campus: modal split thuis - kot 2024
campus: modal split thuis - kot 2024
Figuur 44: voor de kotstudenten van de Health Campus is de trein het meest gekozen vervoersmiddel voor verplaatsingen van thuis naar kot; bijna de helft. Daarnaast komen er veel kotstudenten met de wagen (43%); hiervan rijden 22% van de kotstudenten alleen, 15% wordt gebracht en 6% carpoolt. Er is ook een klein aandeel studenten dat zich met de metro, tram, bus en fiets tussen zijn kot en thuis.
Figuur 44: voor de kotstudenten van de Health Campus is de trein het meest gekozen vervoersmiddel voor verplaatsingen van thuis naar kot; bijna de helft. Daarnaast komen er veel kotstudenten met de wagen (43%); hiervan rijden 22% van de kotstudenten alleen, 15% wordt gebracht en 6% carpoolt. Er is ook een klein aandeel studenten dat zich met de metro, tram, bus en fiets tussen zijn kot en thuis.
Figuur 44: voor de kotstudenten van de Health Campus is de trein het meest gekozen vervoersmiddel voor verplaatsingen van thuis naar kot; bijna de helft. Daarnaast komen er veel kotstudenten met de wagen (43%); hiervan rijden 22% van de kotstudenten alleen, 15% wordt gebracht en 6% carpoolt. Er is ook een klein aandeel studenten dat zich met de metro, tram, bus en fiets tussen zijn kot en thuis.
Health campus: modal split pendelstudenten 2024
Figuur 45: de pendelstudenten naar de Health Campus maakten in 2024 voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als meest populaire vervoersmiddel gevolgd door metro, tram en bus (30%).
Figuur 45: de pendelstudenten naar de Health Campus maakten in 2024 voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als meest populaire vervoersmiddel gevolgd door metro, tram en bus (30%).
Figuur 45: de pendelstudenten naar de Health Campus maakten in 2024 voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als meest populaire vervoersmiddel gevolgd door metro, tram en bus (30%). Daarnaast heeft ook de wagen een aanzienlijk aandeel: 19% van de pendelstudenten rijdt naar de campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het met 11% goed.
Daarnaast heeft ook de wagen een aanzienlijk aandeel: 19% van de pendelstudenten rijdt naar de campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het met 11% goed.
Health campus: modal split per afstand
Daarnaast heeft ook de wagen een aanzienlijk aandeel: 19% van de pendelstudenten rijdt naar de campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het met 11% goed.
Health campus: modal split per afstand
Figuur 46: de keuze van vervoersmiddelen van de studenten van de Health Campus varieert sterk met de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten tot de Health campus. Voor korte afstanden (<5km) domineren actieve vervoersmiddelen zoals te voet (34%) en fiets (15%), samen met metro/tram/bus (32%). Bij middellange afstanden (5-15km) verschuift de voorkeur naar metro/tram/bus (44%) en de fiets (23%), terwijl de auto een groter aandeel krijgt (18%). Voor langere afstanden (>15km) wordt de trein dominant (44%-63%), maar de wagen blijft ook een belangrijke keuze. Het gebruik van motor neemt toe bij afstanden boven de 30km.
Figuur 46: de keuze van vervoersmiddelen van de studenten van de Health Campus varieert sterk met de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten tot de Health campus. Voor korte afstanden (<5km) domineren actieve vervoersmiddelen zoals te voet (34%) en fiets (15%), samen met metro/tram/bus (32%). Bij middellange afstanden (5-15km) verschuift de voorkeur naar metro/tram/bus (44%) en de fiets (23%), terwijl de auto een groter aandeel krijgt (18%). Voor langere afstanden (>15km) wordt de trein dominant (44%-63%), maar de wagen blijft ook een belangrijke keuze. Het gebruik van motor neemt toe bij afstanden boven de 30km.
Health campus: modal shift studenten 2013-2024
Figuur 46: de keuze van vervoersmiddelen van de studenten van de Health Campus varieert sterk met de afstand van het kot of de woonplaats van pendelstudenten tot de Health campus. Voor korte afstanden (<5km) domineren actieve vervoersmiddelen zoals te voet (34%) en fiets (15%), samen met metro/tram/bus (32%). Bij middellange afstanden (5-15km) verschuift de voorkeur naar metro/tram/bus (44%) en de fiets (23%), terwijl de auto een groter aandeel krijgt (18%). Voor langere afstanden (>15km) wordt de trein dominant (44%-63%), maar de wagen blijft ook een belangrijke keuze. Het gebruik van motor neemt toe bij afstanden boven de 30km.
Health campus: modal shift studenten 2013-2024
Figuur 47: tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties merkbaar in het gebruik van vervoersmiddelen door studenten van de Health campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
Aandachtspunten & uitdagingen
Figuur 47: tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties merkbaar in het gebruik van vervoersmiddelen door studenten van de Health campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
De bereikbaarheid van onze VUB-campussen optimaliseren blijft een groot aandachtspunt. We blijven kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Volgende mobiliteitsknelpunten blijven onze prioritaire aandacht krijgen:
Figuur 47: tussen 2013 en 2024 zijn er fluctuaties merkbaar in het gebruik van vervoersmiddelen door studenten van de Health campus. Sinds 2013 is er een duurzame verschuiving van de auto naar het openbaar vervoer. Ook het gebruik van de fiets stijgt geleidelijk.
Aandachtspunten & uitdagingen
Het verder uitrollen van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) en het Brabantnet;
Aandachtspunten & uitdagingen
Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;
De bereikbaarheid van onze VUB-campussen optimaliseren blijft een groot aandachtspunt. We blijven kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Volgende mobiliteitsknelpunten blijven onze prioritaire aandacht krijgen:
Het verder uitrollen van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) en het Brabantnet;
De bereikbaarheid van onze VUB-campussen optimaliseren blijft een groot aandachtspunt. We blijven kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Volgende mobiliteitsknelpunten blijven onze prioritaire aandacht krijgen:
• Het verder uitrollen van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) en het Brabantnet;
Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;
• Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;
• Het beter op elkaar afstemmen van de dienstregelingen van de verschillende openbaar vervoersmaatschappijen;
• Het verbeteren van de verbinding van de VUB-campussen met de Brusselse randgemeenten;
• De beschikbaarheid van openbaar vervoer ’s nachts, specifiek in Brussel;
• Het voorzien van parkings en/of Park & Ride-faciliteiten aan de eindstations van de trams en metro’s die óók toegankelijk zijn voor studenten;
Wagen Carpool Motor Trein Metro/Tram/Bus Fiets Te voet
Auto Carpool Motor Trein
Metro/tram/bus Fiets Te voet
Wagen Carpool Motor Trein
Metro/Tram/Bus Fiets Te voet
Auto Carpool Motor Trein
Metro/tram/bus
Te voet
• De nood aan een globale app of globale abonnementsformules voor studenten die diverse aanbieders van het openbaar vervoer moeten combineren, ook buiten de mogelijkheden die nu al voorzien zijn met de Brupass en Brupass XL;
• De (studentvriendelijke) tarifering van het openbaar vervoer, al dan niet gebonden aan een bepaalde leeftijd;
• De uitvoering van het Fiets-GEN (Gewestelijk Expersnetwerk) en Good Move (het Gewestelijk Mobiliteitsplan 2020-2030);
• Uitbreiding fietsenstallingen aan de Brusselse hoofdstations om verplaatsing door Brussel verder te kunnen zetten met de fiets.
Om een duurzamere modal split – de verhouding tussen de verschillende vervoersmodaliteiten (gemotoriseerd, openbaar vervoer, stappen, fietsen) waarmee studenten zich naar de campus verplaatsen - te bekomen, denken we verder na over de mogelijke ontwikkeling van een parkeerbeleid voor studenten. Zo’n beleid zou mee kunnen bijdragen aan minder verkeer naar en op de campussen, in combinatie met een kleinere nood aan parkeerplaatsen. In het licht van diezelfde ambitie tot kortere verplaatsingsafstanden naar de campussen en duurzamere verplaatsingsgewoontes, blijft ook de thematiek van de betaalbaarheid van de Brusselse studentenhuisvestingsmarkt brandend actueel.
8.6 Studentenwerking
Samenwerkingsverbanden
De VUB werkt op het terrein van de studentenwerking regelmatig samen met andere Brusselse hoger onderwijsinstellingen, voornamelijk de Nederlandstalige. Die samenwerking verloopt via Brik vzw die als moderator fungeert en de promotie van de overkoepelende studentenactiviteiten verzorgt.
Volgende associatie-overschrijdende activiteiten staan onder de noemer Studenten Sport Brussel, met medewerking van onze afdeling Beweging en Sport, jaarlijks op de agenda:
• Deelname aan de 20 kilometer van Brussel;
• Fitboosters om studenten te motiveren om hun zittende dag met regelmatig te onderbreken met een beweegmoment;
• De Futsal league, een vriendschappelijke zaalvoetbalcompetitie, in 2024 ook open voor studenten van de Associatie KUL in Brussel;
• Een basketbalcompetitie waar ook teams van Odisee, Luca School of Arts en de KUL campus Brussel aan deelnemen;
• Deelname van VUB-teams (“the Foxes”) aan een twintigtal Vlaamse en Belgische studentensport kampioenschappen in organisatie van Studentensport Vlaanderen en de Belgische Universitaire Sport Federatie.
Pilar werkt met Brik vzw samen voor de organisatie van Brussel Brost, de festivalaftrap voor het nieuw academiejaar in Brussel. Het event richt zich vooral op eerstejaarsstudenten.
Daarnaast halen we ook de banden aan met onze zusterinstelling, de Université Libre de Bruxelles (ULB). Samen hebben we één gemeenschappelijk doel voor ogen: Brussel als studentenstad op de kaart zetten. We willen vooral de focus van het studentenleven verbreden dankzij de vele opportuniteiten die Brussel biedt. De afdeling Beweging en Sport participeert actief in de samenwerking tussen VUB en ULB om Elsene als ‘quartier universitaire’ te promoten. Pilar werkt samen met zijn ULB-partner ‘ULB Culture’. Met Ohme, een collectief van ULB-alumni dat werkt rond kunst en wetenschap hebben we een partnership wat zorgt voor een grotere instroom van ULB-studenten.
We werken samen met Publiq vzw. Binnen deze samenwerking leggen we de focus op cultuursensibilisering en promotie van cultuuractiviteiten bij onze studenten. Publiq vzw organiseert hiervoor verschillende campagnemomenten op de VUBcampussen in Etterbeek en Jette.
Binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) werken onze diensten samen rond drie velden van studentenwerking: cultuur, sport en studentenleven.
De afdeling Beweging en Sport heeft een goede samenwerkingsrelatie met de Sportdienst van de VGC. Die samenwerking biedt opportuniteiten met betrekking tot het aanbieden van een zo ruim mogelijke waaier aan sportieve activiteiten op en rond de campussen. Het hoofd van de dienst beweging en Sport van de VUB is ondervoorzitter in de adviesraad voor sport van de VGC. Hij neemt daar een actieve rol op met oog op het sportbeleid van Vlaanderen in Brussel. De VGC heeft in het verleden, in ruil voor korting op de huurprijs, al verschillende keren mee geïnvesteerd in renovatie van VUBsportinfrastructuur zoals kleedkamers, sportvloer of openluchtvelden. Zo financierde de VGC in 2024 de “relightning” van het rugbyveld op de Brussels Main Campus, goed voor om en bij de €60.000 van de totale kost van €90.000. De VGC stemde ook in met het mee investeren – via aankoop van onder andere matten voor het judogedeelte van de infrastructuur - in de inrichting van het toekomstig Vechtsportexpertisecentrum op de Main Campus.
De VGC subsidieert, vanuit haar bevoegdheid voor Jeugd, deels de structurele werking van Pilar. Pilar is eveneens actief lid van de Brusselse Jeugdraad. De polyvalente zaal van Pilar is mee opgenomen in het fuifzalenplan van de VGC.
De VGC biedt een projectsubsidie voor individuele studenten en studentenverenigingen – Kom uit je kot! - met innovatieve en creatieve initiatieven die samenwerking en uitwisseling tussen studenten aanmoedigen en/of die Brussel en het leven in de stad willen promoten. Daarnaast kunnen onze erkende studentenverenigingen materiaal ontlenen bij de uitleendienst van de VGC.
het toekomstig Vechtsportexpertisecentrum op de Main Campus.
De VGC subsidieert, vanuit haar bevoegdheid voor Jeugd, deels de structurele werking van Pilar
Pilar is eveneens actief lid van de Brusselse Jeugdraad. De polyvalente zaal van Pilar is mee opgenomen in het fuifzalenplan van de VGC.
De VGC biedt een projectsubsidie voor individuele studenten en studentenverenigingen – Kom uit je kot! - met innovatieve en creatieve initiatieven die samenwerking en uitwisseling tussen studenten aanmoedigen en/of die Brussel en het leven in de stad willen promoten. Daarnaast kunnen onze erkende studentenverenigingen materiaal ontlenen bij de uitleendienst van de VGC
Basic Fit baat zowel op de VUB Main Campus als op de VUB Health campus een fitnessclub uit. Dit gebeurt via de formule van een publiek private samenwerking tussen Basic Fit en de VUB. Dankzij die formule genieten VUB-studenten van een korting van 50% op het jaarlidmaatschap op de uitgebreide comfort formule van de fitness keten.
Basic Fit baat zowel op de VUB Main Campus als op de VUB Health campus een fitnessclub uit. Dit gebeurt via de formule van een publiek private samenwerking tussen Basic Fit en de VUB. Dankzij die formule genieten VUB-studenten van een korting van 50% op het jaarlidmaatschap op de uitgebreide comfort formule van de fitness keten.
Feiten, cijfers & trends
Feiten, cijfers & trends
Aantal erkende studentenverenigingen
Figuur 48: aantal door de Studentenraad erkende studentenverenigingen (totaal in 2024: 45). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 15 tot 120 personen.
Figuur 48: aantal door de Studentenraad erkende studentenverenigingen (totaal in 2024: 45). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 15 tot 120 personen.
In 2024 verkreeg één studentenvereniging – Brussels Law School Consultancy vzw (BLSC vzw) - het statuut van ‘gewoon erkende vereniging’ Daarnaast verloor één functioneel erkende vereniging –European Geographist Association (EGEA) - haar erkenning. Een overzicht van alle erkende verenigingen is terug te vinden op de website
In 2024 verkreeg één studentenvereniging – Brussels Law School Consultancy vzw (BLSC vzw) - het statuut van ‘gewoon erkende vereniging’. Daarnaast verloor één functioneel erkende vereniging – European Geographist Association (EGEA)haar erkenning. Een overzicht van alle erkende verenigingen is terug te vinden op de website
Evolutie Sportparticipatie
VUB-leden BASIC FIT*
VUB-student ZWEMKAART
VUB-student JOGKAART
VUB-student SPORTKNIP
VUB-student SPORTKAART
Figuur 49: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, de evolutie daarin en de evolutie in ledenaantallen vanuit de VUB (en EhB) bij privaatpartner voor fitness Basic Fit. In 2024 zien we een mooie stijging van het aantal verkochte sportkaarten. Bijkomend is er opnieuw een stevige toename in lidmaatschappen bij Basic Fit. In totaal stijgt het aantal actieve VUB’ers in 2024 zeer gunstig ten opzichte van het jaar ervoor.
Figuur 49: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, de evolutie daarin en de evolutie in ledenaantallen vanuit de VUB (en EhB) bij privaatpartner voor fitness Basic Fit. In 2024 zien we een mooie stijging van het aantal verkochte sportkaarten. Bijkomend is er opnieuw een stevige toename in lidmaatschappen bij Basic Fit. In totaal stijgt het aantal actieve VUB’ers in 2024 zeer gunstig ten opzichte van het jaar ervoor.
Evolutie inkomsten ticketverkoop dienst Cultuur
functioneel erkend gewoon erkend
Figuur 49: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, de evolutie daarin en de evolutie in ledenaantallen vanuit de VUB (en EhB) bij privaatpartner voor fitness Basic Fit. In 2024 zien we een mooie stijging van het aantal verkochte sportkaarten. Bijkomend is er opnieuw een stevige toename in lidmaatschappen bij Basic Fit. In totaal stijgt het aantal actieve VUB’ers in 2024 zeer gunstig ten opzichte van het jaar ervoor.
Figuur 49: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, de evolutie daarin en de evolutie in ledenaantallen vanuit de VUB (en EhB) bij privaatpartner voor fitness Basic Fit. In 2024 zien we een mooie stijging van het aantal verkochte sportkaarten. Bijkomend is er opnieuw een stevige toename in lidmaatschappen bij Basic Fit. In totaal stijgt het aantal actieve VUB’ers in 2024 zeer gunstig ten opzichte van het jaar ervoor.
Evolutie inkomsten ticketverkoop dienst Cultuur
Figuur 50: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor events georganiseerd door Cultuur VUB. In 2024 hebben we de ticketprijzen niet verhoogd.
Figuur 50: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor events georganiseerd door Cultuur VUB. In 2024 hebben we de ticketprijzen niet verhoogd.
Verhoudingen van disciplines binnen het aanbod van Dienst Cultuur
Figuur 50: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor events georganiseerd door Cultuur VUB. In 2024 hebben we de ticketprijzen niet verhoogd.
Verhoudingen van disciplines binnen het aanbod van Dienst Cultuur
Expo's
Performances/Dans
Educatief
Concerten Expo's
Performances/Dans
Educatief
Figuur 51: In 2024 organiseerde de dienst Cultuur een divers aanbod met 5 tentoonstellingen, 24 concerten, 9 theatervoorstellingen, 12 educatieve of andere events (o.a. filmvoorstellingen).
Figuur 51: In 2024 organiseerde de dienst Cultuur een divers aanbod met 5 tentoonstellingen, 24 concerten, 9 theatervoorstellingen, 12 educatieve of andere events (o.a. filmvoorstellingen).
Figuur 51: In 2024 organiseerde de dienst Cultuur een divers aanbod met 5 tentoonstellingen, 24 concerten, 9 theatervoorstellingen, 12 educatieve of andere events (o.a. filmvoorstellingen).
Participatiegraad -26 jarigen
Muziek-formats
Theater-formats
Educatieve formats
ASAP festival
Figuur 52: In 2024 waren 69% (muziek formats), 55% (theater-formats), 75% (educatieve formats) en 62% (ASAP Festival) van de deelnemers –26 jarigen PILAR profileert zicht als een organisatie voor jongeren tussen de 18 en 35 (volgens de richtlijnen van de VGC). Voor de gratis events gebruikten we een schatting om tot deze totaalcijfers te komen.
Figuur 52: In 2024 waren 69% (muziek formats), 55% (theater-formats), 75% (educatieve formats) en 62% (ASAP Festival) van de deelnemers –26 jarigen. PILAR profileert zicht als een organisatie voor jongeren tussen de 18 en 35 (volgens de richtlijnen van de VGC). Voor de gratis events gebruikten we een schatting om tot deze totaalcijfers te komen.
In 2024 hebben we het aanbod van Pilar uitgebreid met film en workshops. Bedoeling van deze verbreding van het aanbod is het bereiken van een groter en diverser publiek onder de studentengemeenschap. Die keuze blijkt succesvol. Het publieksverbredende aanbod zullen we in 2025 nog verder uitbreiden
De inkomsten uit verhuur van de Pilar Box stegen in 2024 met 10% opnieuw ten opzichte van 2023. Ook in 2025 zetten we bijkomend in op het verhuren van de infrastructuur op momenten van inactiviteit.
Resultaten en betoelaging
In 2024 hebben we het aanbod van Pilar uitgebreid met film en workshops. Bedoeling van deze verbreding van het aanbod is het bereiken van een groter en diverser publiek onder de studentengemeenschap. Die keuze blijkt succesvol. Het publieksverbredende aanbod zullen we in 2025 nog verder uitbreiden.
De inkomsten uit verhuur van de Pilar Box stegen in 2024 met 10% opnieuw ten opzichte van 2023. Ook in 2025 zetten we bijkomend in op het verhuren van de infrastructuur op momenten van inactiviteit.
Resultaten en betoelaging
In 2024 stegen de Pilar-inkomsten uit ticketverkoop licht ten opzichte van 2023. Opvallende vaststelling daarbij is dat vooral de losse formats goed scoorden in verhouding tot de betalende events binnen het Pilar ASAP festival. De drempel voor het kopen van tickets voor het festival blijkt dus groter te zijn. In 2025 zullen we voor het festival daarom werken met verschillende vormen van packages waarbij meerdere events gecombineerd kunnen worden aan een aanzienlijke korting. Voorts zullen we in aanloop naar het festival inzetten op de storytelling naar het bredere publiek en zetten we extra in op laagdrempelige events met vrije inloop.
We hebben extra aandacht besteed aan de externe verhuur van de Pilar box, met een stijgend aantal verhuuraanvragen tot gevolg.
De beperkte kunstenbudgetten op Vlaams niveau en de grote concurrentie met andere kunstenorganisaties maken dat een subsidiëring van Pilar op Vlaams niveau een moeilijk verhaal blijft.
Aandachtspunten & uitdagingen
Op het terrein van het verenigingsleven, beleving en engagement blijven we in onze initiatieven en evenementen kiezen voor een duidelijke lijn van co-creatie, coaching, ondersteuning en vorming van de actieve studenten en studentenverenigingen.
De studentenpopulatie aan de VUB kent de laatste jaren een sterke groei en diversificatie. Binnen de studentenwerking zien we dat niet voldoende weerspiegeld in het extra curriculair studentenleven. Veel studenten ervaren verschillende drempels om eraan deel te nemen. We moeten de verenigingen aanmoedigen tot drempelverlaging bij studentenactiviteiten om de participatiegraad aan het studentenleven te bevorderen, zowel bij Belgische als internationale studenten. Studenteninitiatieven moeten we actief blijven promoten via onze kanalen. Via actieve storytelling in verschillende VUBmedia zetten we verder in op het bewust maken van studenten van het aanbod en de voordelen van engagement buiten het onderwijscurriculum.
Het blijft zoeken naar een succesvolle peer-to-peerformule om nieuwe generatie- of internationale studenten te ondersteunen in hun sociale en academische integratie aan de VUB.
We moeten de werking van de studentenlounges en de realisatie van een Poincafé verder opvolgen en ondersteunen. We moeten jaarlijks een vormingsprogramma uitwerken dat rekening houdt met de noden van de studenten en de uitdagingen waarvoor ze staan. Ook willen we blijvend inzetten op ontmoetingen rond het studentenleven en studentikoziteit. Focus ligt daarbij niet alleen op ontmoetingen tussen de oude en nieuwe generatie studenten, maar ook tussen internationale en Belgische studenten, actieve en niet-actieve studenten, enzovoort.
We mogen het bewaken en bevorderen van het mentaal welzijn van de studenten die zich vrijwillig inzetten binnen het extra curriculair studentenleven niet uit het oog verliezen. We merken dat hun engagement veel inspanning vraagt, beslag legt op hun tijd en soms zelfs studievoortgang, waardoor zij extra mentale druk ervaren. We continueren daarom onze samenwerking met andere VUB-diensten en leggen daarbij de nadruk op ondersteuning en coaching.
De VUB kent de laatste jaren een sterke stijging van het aantal erkenningsaanvragen door verenigingen. Deze stijging gaat echter niet gepaard met een toename van het aantal lokalen en opslagruimtes die we kunnen ter beschikking stellen. Daarom zal het belangrijk zijn om het huidige lokaalgebruik, voornamelijk van gedeelde lokalen, goed op te volgen en op regelmatige basis te evalueren. Bedoeling is dat verenigingen die een uitgesproken infrastructuurnood ervaren ook de beste uitrusting verkrijgen. Naar de toekomst toe moeten we samen met de dienst Infrastructuur bekijken waar er op de campussen mogelijke opportuniteiten zijn voor het huisvesten van het studentenleven.
Onze studentenpopulatie is een weerspiegeling van de samenleving waardoor we ook geconfronteerd worden met de maatschappijbrede tendensen. Sinds de COVID-19-pandemie en versterkt door de geopolitieke situatie merken we een toename van polarisatie binnen het studentenleven.
Om de steeds evoluerende trends op de voet te kunnen monitoren en in functie daarvan te kunnen handelen, is de verdere ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en betrouwbare meetinstrumenten door de dienst Beweging en Sport nog altijd een must. Alsook een stevige inhaalbeweging op vlak van professionele en hedendaagse communicatie op maat van de student. Een belangrijke vaststelling is immers dat studenten vaak enthousiast reageren op de initiatieven van VUB-sport, maar dat velen niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de sportwerking.
De financiering van Pilar blijft een belangrijk aandachtspunt. We hanteren bewust democratische toegangsprijzen voor een jong publiek.
geopolitieke situatie merken we een toename van polarisatie binnen het studentenleven.
Om de steeds evoluerende trends op de voet te kunnen monitoren en in functie daarvan te kunnen handelen, is de verdere ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en betrouwbare meetinstrumenten door de dienst Beweging en Sport nog altijd een must. Alsook een stevige inhaalbeweging op vlak van professionele en hedendaagse communicatie op maat van de student. Een belangrijke vaststelling is immers dat studenten vaak enthousiast reageren op de initiatieven van VUB-sport, maar dat velen niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de sportwerking.
8.7 Studenteninformatie en communicatie: Infopunt Studenten
De financiering van Pilar blijft een belangrijk aandachtspunt. We hanteren bewust democratische toegangsprijzen voor een jong publiek.
8.7 Studenteninformatie en communicatie: Infopunt Studenten
Feiten, cijfers & trends
Feiten, cijfers & trends
Infopunt: Evolutie contacten per jaar
Figuur 53: In 2024 telde het Infopunt Studenten bijna 25.000 klantencontacten via telefoon, e-mail of aan de balie. De dalende trend van de voorbijgaande jaren is met deze lichte stijging stopgezet Vragen aan de balie bleven stabiel. Telefonische vragen en vragen via e-mail stegen, voornamelijk in de periode april-september De omkeer naar stijgende cijfers in klantcontacten van het Infopunt Studenten kan an sich logisch verklaard worden door een aantal eenmalige voorvallen (bv. de verplichting van MFA voor studenten, verkiezingen tijdens de examenperiode die tot vragen rond vrijstellingen/volmachten leidde, de omschakeling naar een nieuwe aanmeldtool, …) en de telefonische overname die het Infopunt Studenten deed tijdens de start van het academiejaar voor het algemene nummer van Studiebegeleiding.
Figuur 53: In 2024 telde het Infopunt Studenten bijna 25.000 klantencontacten via telefoon, e-mail of aan de balie. De dalende trend van de voorbijgaande jaren is met deze lichte stijging stopgezet. Vragen aan de balie bleven stabiel. Telefonische vragen en vragen via e-mail stegen, voornamelijk in de periode april-september. De omkeer naar stijgende cijfers in klantcontacten van het Infopunt Studenten kan an sich logisch verklaard worden door een aantal eenmalige voorvallen (bv. de verplichting van MFA voor studenten, verkiezingen tijdens de examenperiode die tot vragen rond vrijstellingen/volmachten leidde, de omschakeling naar een nieuwe aanmeldtool, …) en de telefonische overname die het Infopunt Studenten deed tijdens de start van het academiejaar voor het algemene nummer van Studiebegeleiding.
Startpunt was een tijdelijke gemeenschappelijke balie van studentgerichte diensten die ook voor zijn 2e editie succesvol was: we hielpen samen, in een periode van vijf weken aan de start van het academiejaar, studenten op weg met maar liefst 4.312 vragen. Studenten konden tijdens hun bezoek ook feedback geven; 494 studenten deden dat. Van hen gaf 80% aan heel tevreden of tevreden te zijn over de hulp die ze via Startpunt kregen. De cijfers van Startpunt behoren niet enkel het Infopunt Studenten toe en zijn daarom niet mee verwerkt in bovenstaande en onderstaande cijfers en grafieken.
Startpunt was een tijdelijke gemeenschappelijke balie van studentgerichte diensten die ook voor zijn 2e editie succesvol was: we hielpen samen, in een periode van vijf weken aan de start van het academiejaar, studenten op weg met maar liefst 4.312 vragen. Studenten konden tijdens hun bezoek ook feedback geven; 494 studenten deden dat. Van hen gaf 80% aan heel tevreden of tevreden te zijn over de hulp die ze via Startpunt kregen. De cijfers van Startpunt behoren niet enkel het Infopunt Studenten toe en zijn daarom niet mee verwerkt in bovenstaande en onderstaande cijfers en grafieken.
Infopunt: Contacten per maand
Infopunt: Contacten per maand
47
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Figuur 54: evolutie van het aantal klantencontacten doorheen het jaar, met duidelijke piek aan de start van het academiejaar. In de klantencontacten van de maanden september en oktober zijn de contactnames bij Startpunt niet inbegrepen.
Figuur 54: evolutie van het aantal klantencontacten doorheen het jaar, met duidelijke piek aan de start van het academiejaar. In de klantencontacten van de maanden september en oktober zijn de contactnames bij Startpunt niet inbegrepen.
Figuur 54: evolutie van het aantal klantencontacten doorheen het jaar, met duidelijke piek aan de start van het academiejaar. In de klantencontacten van de maanden september en oktober zijn de contactnames bij Startpunt niet inbegrepen.
Infopunt: Type contact
Infopunt: Type contact (balie - telefoon - e-mail)
Figuur 55: De verdeling tussen de drie verschillende contacttypes liggen niet ver uit elkaar. Live-vragen aan de balie van het Infopunt Studenten blijven de voorkeur van de VUB-studenten genieten, maar daalden 3% ten opzichte van vorig jaar. Telefonische en e-mail contactnames stegen in aandeel.
Figuur 55: De verdeling tussen de drie verschillende contacttypes liggen niet ver uit elkaar. Live-vragen aan de balie van het Infopunt Studenten blijven de voorkeur van de VUB-studenten genieten, maar daalden 3% ten opzichte van vorig jaar. Telefonische en e-mail contactnames stegen in aandeel.
Figuur 55: De verdeling tussen de drie verschillende contacttypes liggen niet ver uit elkaar. Live-vragen aan de balie van het Infopunt Studenten blijven de voorkeur van de VUB-studenten genieten, maar daalden 3% ten opzichte van vorig jaar. Telefonische en e-mail contactnames stegen in aandeel.
Infopunt: Contacten per thema
Infopunt: Contacten per thema
Administratie Nieuw
Administratie Nieuw
Administratie student Campusvoorzieningen
Administratie student Campusvoorzieningen E-tools
Figuur 55: De verdeling tussen de drie verschillende contacttypes liggen niet ver uit elkaar. Live-vragen aan de balie van het Infopunt Studenten blijven de voorkeur van de VUB-studenten genieten, maar daalden 3% ten opzichte van vorig jaar. Telefonische en e-mail contactnames stegen in aandeel
Infopunt: Contacten per thema
Administratie Nieuw
Administratie student
Campusvoorzieningen
E-tools
Faculteit- en opleidingsinfo
Marcom
Studentenbegeleiding
Varia
Wegwijs Extern
Wegwijs Student
Figuur 56: (toekomstige) studenten kloppen bij het Infopunt Studenten het vaakst aan met een vraag over hun administratie, of een wegwijs-vraag.
Figuur 56: (toekomstige) studenten kloppen bij het Infopunt Studenten het vaakst aan met een vraag over hun administratie, of een wegwijs-vraag.
Figuur 57: de uitschieter in 2023 is waarschijnlijk veroorzaakt door bots in de periode september-oktober 2023. Daarom is het correcter om 2022 als ijkpunt te nemen, in plaats van 2023. Als we naar de evolutie van de WeAreVUB Student-cijfers kijken, zien we dat er in 2024 een terugval is bij unieke gebruikers ten opzichte van 2022 (en 2023), maar het aantal bezoeken vergelijkbaar blijft.
Figuur 57: de uitschieter in 2023 is waarschijnlijk veroorzaakt door bots in de periode september-oktober 2023. Daarom is het correcter om 2022 als ijkpunt te nemen, in plaats van 2023. Als we naar de evolutie van de WeAreVUB Student-cijfers kijken, zien we dat er in 2024 een terugval is bij unieke gebruikers ten opzichte van 2022 (en 2023), maar het aantal bezoeken vergelijkbaar blijft.
Tijdens het academiejaar, uitgezonderd examen- en vakantieperiodes, verzenden we aan onze VUBstudenten elke twee weken een studentenieuwsbrief, zowel in het Nederlands als in het Engels. De gemiddelde openingsrate daarvan ligt op 39,18%, wat boven de globale benchmark is. De gemiddelde click-through-rate ligt op 3,22%, wat schommelt rond de globale benchmark.
Tijdens het academiejaar, uitgezonderd examen- en vakantieperiodes, verzenden we aan onze VUB-studenten elke twee weken een studentenieuwsbrief, zowel in het Nederlands als in het Engels. De gemiddelde openingsrate daarvan ligt op 39,18%, wat boven de globale benchmark is. De gemiddelde click-through-rate ligt op 3,22%, wat schommelt rond de globale benchmark.
Infopunt Studenten beheert een deel van de website www.vub.be mee: voornamelijk de statische, praktische informatie voor (toekomstige) studenten. Kijken we naar de cijfers van www.vub.be, dan zien we dat opleidingsinformatie de meest bezochte pagina’s zijn, gevolgd door de pagina’s met praktische studenteninformatie.
Infopunt Studenten beheert een deel van de website www.vub.be mee: voornamelijk de statische, praktische informatie voor (toekomstige) studenten. Kijken we naar de cijfers van www.vub.be, dan zien we dat opleidingsinformatie de meest bezochte pagina’s zijn, gevolgd door de pagina’s met praktische studenteninformatie.
Aandachtspunten en uitdagingen
Aandachtspunten en uitdagingen
Het communicatiebereik naar studenten kan beter. Vooral het studentenportaal WeAreVUB wordt te weinig bezocht door studenten. Daarom plannen we in 2025 een campagne rond de bekendheid van het portaal en een algemenere strategische oefening over hoe en via welke kanalen we studenten beter kunnen bereiken Voor dat laatste starten we een traject op met een extern communicatiebureau voor strategisch advies.
Het communicatiebereik naar studenten kan beter. Vooral het studentenportaal WeAreVUB wordt te weinig bezocht door studenten. Daarom plannen we in 2025 een campagne rond de bekendheid van het portaal en een algemenere strategische oefening over hoe en via welke kanalen we studenten beter kunnen bereiken. Voor dat laatste starten we een traject op met een extern communicatiebureau voor strategisch advies.
Daarnaast startten we in 2024 al een traject tussen het Infopunt Studenten en Marcom met als doel de samenwerking te vereenvoudigen, de cohesie te verbeteren en zo ook samen studenten beter te bereiken met content op hun maat. Als verderzetting van dat traject starten we in 2025 verschillende nieuwe projecten op om concreet aan de slag te gaan met
Daarnaast startten we in 2024 al een traject tussen het Infopunt Studenten en Marcom met als doel de samenwerking te vereenvoudigen, de cohesie te verbeteren en zo ook samen studenten beter te bereiken met content op hun maat. Als verderzetting van dat traject starten we in 2025 verschillende nieuwe projecten op om concreet aan de slag te gaan met de gedetecteerde verbeterpunten, waaronder meer inzetten op Storytelling, Toptopicals en formats alsook een formule om studenten zelf meer te betrekken in de communicatie.
Tegelijk willen we bekijken – met ook het succes van Startpunt in het achterhoofd – of een vereniging van eerstelijnsdiensten voor meer efficiëntie en betere dienstverlening kan zorgen die tegelijk een grotere capaciteit aankan
Bezoekers
Unieke bezoekers
WeAreVUB Student
de gedetecteerde verbeterpunten, waaronder meer inzetten op Storytelling, Toptopicals en formats alsook een formule om studenten zelf meer te betrekken in de communicatie.
Tegelijk willen we bekijken – met ook het succes van Startpunt in het achterhoofd – of een vereniging van eerstelijnsdiensten voor meer efficiëntie en betere dienstverlening kan zorgen die tegelijk een grotere capaciteit aankan.
9. ADDENDUM: HET STRUCTUREEL ONDERSTEUNINGSAANBOD
VANUIT DE VUBSTUDENTENVOORZIENINGEN
Principieel is de toegang tot de studentenvoorzieningen voor alle VUB-studenten open, onafhankelijk van het type van inschrijvingscontract, het verblijfsstatuut of het aantal studiepunten dat studenten volgen. Hiermee hanteren we een bredere toegang dan wat artikels II.338 en II.340 van de Codex Hoger Onderwijs opleggen.
De toekenning van concrete studentenvoorzieningen (zie artikel II.339 van de Codex Hoger Onderwijs) kan aan specifieke voorwaarden verbonden zijn. Concreet gaat het over het kunnen huren van een VUB-studentenkamer en over de toekenning van financiële ondersteuning aan studenten via de Vlaamse subsidies voor studentenvoorzieningen. Gezien de schaarste en/of de kostprijs werkt de Vrije Universiteit Brussel respectievelijk met een prioriteitenbeleid en/of selectieve toekenningscriteria.
Huisvesting
Volgens de studie van de cel Studentenleven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Perspective.Brussels) verblijven 37,1% van de universiteitsstudenten in Brussel in een studentenwoning. Iets minder dan de helft van de universiteitsstudenten woont bij de ouders. De anderen wonen in een ‘studentenwoning’ of ‘eigen woning’ (Albea, Donders & Glorie, 2020). Als we dit aandeel extrapoleren komen we op ongeveer 46.800 studenten in Brussel over alle instellingen heen.
De studentenwoningen concentreren zich voornamelijk in Elsene, Brussel-Stad en Etterbeek; de campussen van de universiteiten VUB en ULB zijn namelijk in deze buurten gevestigd. Naast de studentenresidenties van deze instellingen zijn er recent ook verschillende studentenresidenties van grote projectontwikkelaars bijgekomen.
De Vrije Universiteit Brussel heeft 5 studentenhuizen of –wijken in eigendom. In totaal levert dat 1.540 plaatsen op. De studentenhuizen zijn onderverdeeld in units – vaak van 6 studenten, maar in een aantal gevallen ook van 4, 5, 10 of 12 studenten.
(renovatie)
Nieuwelaan (Etterbeek)
Triomflaan (Oudergem)
Studentenwijk Jette
Tabel 10: Aantal wooneenheden in eigendom van de VUB. De VUB beschikt over 1.540 bedden, waarvan 70 in tweepersoonsflats, verdeeld over de VUB Main Campus (1.294 bedden) en de VUB Health Campus (246 bedden). Zes kamers zijn aangepast voor studenten met een rolstoel.
Voeding
De VUB-campussen bieden een ruim aanbod aan cateringfaciliteiten:
• VUB Main Campus:
o Studentenrestaurant en -cafetaria in eigen uitbating;
o Diverse eet- en drankgelegenheden uitgebaat door concessiehouders
• Bar Pilar (onderconcessiehouder legde de boeken neer in december 2024)
• Complex
• Opinio
• VUB Health Campus:
o Studentenrestaurant en cafetaria uitbesteed aan de facilitaire dienst van het UZ Brussel;
o Personeelsrestaurant van het UZ Brussel (in periodes dat het studentenrestaurant gesloten is);
o Koffiebar Java Coffee Corner in gebouw A, uitbesteed aan het UZ Brussel;
o Cafetaria De Link uitgebaat door de Erasmushogeschool Brussel;
o Studentencafé Tempus uitgebaat door studenten.
• Andere cateringmogelijkheden op de campussen:
o Levering van broodjes en dranken voor studentenactiviteiten, materiaalverhuur, enzovoort;
o Automaten met warme en koude dranken, versnaperingen, fruit, enzovoort.
Rond de campussen en in Brussel zelf zijn er verder nog tal van eet- en drankgelegenheden.
Sociale Dienstverlening
Studentenstatuut & studiefinanciering verstrekt de studenten informatie en advies op sociaaljuridisch en sociaalfinancieel vlak. In het kader van inkomende en uitgaande internationale mobiliteit bieden we deze dienstverlening ook aan internationale (werk)studenten en vluchtelingen in samenwerking met International Relations Office.
Studentenstatuut & studiefinanciering biedt individuele financiële ondersteuning aan (werk)studenten met een financiële nood die hen belet hun studiekosten – inclusief kosten verbonden aan uitgaande mobiliteit – te betalen. We werken daarbij aanvullend op de bestaande overheidsondersteuning. Concreet bieden we de volgende vormen van financiële ondersteuning aan:
• Huurtoelage
Studenten kunnen voor kamers van de VUB of onze partnerorganisaties een huurtoelage aanvragen om een deel van de kosten van de huur te dekken. Om in aanmerking te komen voor deze ondersteuning moeten studenten voldoen aan specifieke academische en financiële voorwaarden. Voor studenten die geen recht hebben op de studietoelage zullen we de financiële nood onderzoeken.
• Sociale toelage
Studenten kunnen een aanvraag indienen voor een sociale toelage wanneer er een duidelijke financiële nood is om alle studiekosten te betalen. We gaan via een financieel onderzoek na of de studiekosten kunnen gedekt worden door de studietoelage van de Vlaamse overheid en/of een huurtoelage vanuit onze dienst.
• Externe beurs
Een student kan een externe beurs aanvragen als die een financiële nood ervaart en voldoet aan de voorwaarden die de externe beursverstrekker en Studentenstatuut & studiefinanciering voorschrijven.
• Buitenlandtoelage
Een student kan een buitenlandtoelage aanvragen indien de kosten van een internationale mobiliteit te zwaar doorwegen en tot een financiële nood leiden.
• Renteloze leningen op korte en lange termijn
Leningen zijn bedoeld voor studenten die een tijdelijk tekort – bijvoorbeeld bij betaling van het studiegeld, voor aankoop van een eigen laptop – willen overbruggen. Studenten die recht hebben op de studietoelage van de Vlaamse overheid kunnen een voorschot op deze toelage aanvragen. Bij toekenning van de studietoelage betaalt de Vlaamse overheid deze terug aan de VUB. Studenten die kampen met een structurele financiële nood voor de studiekosten en deze niet binnen hetzelfde academiejaar kunnen terugbetalen, kunnen een lening op lange termijn aanvragen.
• Beurs voor studentenvertegenwoordigers
Deze beurs wil studenten die omwille van financiële redenen ontmoedigd worden om een engagement als studentenvertegenwoordigers op te nemen financieel ondersteunen. De tijd die studenten in dat engagement investeren, kunnen ze immers niet besteden aan een studentenjob. Enkel studenten die een mandaat opnemen in de studentenraad, stuvoraad of het International Student Platform komen ervoor in aanmerking, mits ze aan een aanwezigheidscriterium voldoen. De beurs bedraagt, afhankelijk van het aantal aanvragen, tussen de €500 en €1.000.
• Caroline Pauwels Noodfonds voor studenten
Dankzij dit Noodfonds kunnen we studenten ondersteunen die door onvoorziene omstandigheden financiële moeilijkheden ervaren om hun studies te betalen. De ondersteuning vanuit dit Noodfonds is mogelijk voor zowel lokale
als internationale studenten. Het fonds kan ondersteunen voor studiekosten en sinds 2022 ook voor psychologische zorg. In 2023 is het aanbod uitgebreid met vouchers voor duurzame menstruatie-artikelen. Het fonds werft inkomsten via donaties van privépersonen en organisaties.
Tot slot beschikt Studentenstatuut & Studiefinanciering over een bijzondere procedure huisvesting. Deze biedt de mogelijkheid om studenten prioritair een VUB-kamer toe te wijzen, maar enkel wanneer een VUB-kamer essentieel is om de studies aan te vatten of verder te zetten. De student moet aantonen dat het niet hebben van een VUB-kamer de studies onmogelijk maakt. Vooral fysieke beperkingen, medische redenen en sociale of psychologische oorzaken kunnen hier aan de basis liggen. Financiële argumenten nemen we in de beoordeling van deze procedure niet mee in rekening. Een bijzondere procedure kan toegekend worden voor één academiejaar of voor de rest van de studieloopbaan bij de VUB.
Studentenstatuut & Studiefinanciering organiseert zijn dienstverlening aan studenten hybride. De mailbox en telefoonpermanentie kunnen de medewerkers van thuis uit beheren. We bieden videocall-gesprekken aan die de studenten kunnen inplannen via Microsoft Bookings. Daarnaast zijn er wekelijks fysieke permanentiedagen op de VUB Main Campus; studenten kunnen er zonder afspraak langskomen voor een gesprek. Op de VUB Health Campus kunnen studenten een gesprek op campus via afspraak inboeken. Op de campussen van COOVI Anderlecht, Campus Oranjerie Leuven en Campus Oranjerie Diest bieden we voor de studenten die een educatieve bachelor- of masteropleiding volgen geen permanentie. Deze studenten kunnen met specifieke vragen voor Studentenstatuut en Studiefinanciering via de digitale kanalen contact opnemen.
We verwijzen studenten, indien nodig of relevant, door naar interne of externe diensten. Denk aan de Afdeling Studietoelagen van de Vlaamse Overheid, OCMW’s of de Uitbetaler Groeipakket/kinderbijslagfondsen. Indien nodig treedt Studentenstatuut & studiefinanciering ook bemiddelend op tussen student en externe instanties. Studentenjobs van de VUB leidt VUB-studenten via een databank toe naar een gevarieerd aanbod aan studentenjobs, zowel binnen de VUB als extern.
Zelfvoorzienende internationale studenten die een studentenvisum aanvragen, kunnen hun solvabiliteit op drie verschillende manieren aantonen: (1) een studiebeurs die beantwoordt aan het minimumbedrag voor het verkrijgen van een visum, (2) een garant die kan aantonen dat die de student kan ondersteunen of (3) een ‘blocked account’. In dit laatste geval blokkeert de student geld op een rekening van de universiteit. Vanop de geblokkeerde rekening krijgt de student, na aankomst in België, maandelijks een toelage uitbetaald. De Belgische Overheid aanvaardt het werken met een garant steeds minder en heeft de criteria voor het bekomen ervan aangescherpt. Dit komt vooral door de verhoging van het minimuminkomen waarover de garant moet beschikken, de moeilijkheid van garanten om een regelmatig inkomen aan te tonen via drie recente loonfiches en het signaleren van personen die optreden als valse garant ook de nationaliteitsvoorwaarden en het kunnen aantonen van de familiale band voor niet-EU garanten werd aangepast. De dienst Vreemdelingenzaken en de ambassades dringen steeds meer aan op het gebruik van een ‘blocked account’, die betere garanties biedt dat de student over voldoende financiële middelen beschikt gedurende zijn ganse studieverblijf. Deze procedure impliceert echter een forse administratieve inspanning: het opmaken van een studentencontract, het innen van het geld, het opmaken van de solvabiliteitsattesten voor de visumaanvragen en het maandelijks uitbetalen van de toelagen zorgen voor extra werklast voor de VUB-administratie. Ook de globale economische en politieke toestand heeft zijn invloed op het proces. Zo zijn er steeds meer landen die d.m.v. sancties of politieke invloeden moeilijk transfers kunnen volbrengen.
Voor de verzekering van buitenlandse studenten heeft VUB een aantal samenwerkingen afgesloten. Er is de samenwerking met PARTENA/HELAN voor het afsluiten van ziekteverzekeringen. PARTENA/HELAN voorziet wekelijkse permanentiemomenten op de VUB Main Campus[1]. Verder zijn er samenwerkingen met verschillende andere verzekeringsmaatschappijen zoals Marsh en A&V Consult voor bijvoorbeeld repatriërings-, (aanvullende) ziekte- en brandverzekeringen.
De universiteit organiseert kinderopvang voor studenten. Op zowel de Brussels Main Campus als de Brussels Health Campus is er een kinderdagverblijf. Beiden zijn vergund en gesubsidieerd door Kind & Gezin. Op dit moment kunnen op beide locaties samen tot 182 kinderen opgevangen worden. Bovendien is er ook op de VUB Health Campus een aanbod “Ruimere openingsmomenten” van 6u tot 22u.
Medische en psychologische dienstverlening
Binnen de VUB streven we naar een geïntegreerd aanbod van welzijnsondersteuning. Zowel met verschillende partners binnen de brede universitaire gemeenschap als daarbuiten. Het gros van het aanbod organiseren we vanuit de afdelingen en diensten van het vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken. De studentenpsychologen nemen met hun begeleidingsaanbod voor studenten de meest prominente rol op, in nauwe samenwerking met hun collega-studiebegeleiders, studietrajectbegeleiders en jobcoach. Studiebegeleiding vormt voor het welzijnsaanbod een mooie tandem met de afdeling studentenzaken. Die afdeling is beleidsmatig en operationeel actief op het werkterrein van de sociale dienstverlening, de studentenjobs, de studentenwerking, de kotcoach en de studentvriendelijke communicatie (via het Infopunt Studenten). De afdeling zet hard in op het bevorderen en ondersteunen van inclusiviteit en diversiteit binnen de studentengemeenschap.
1 In de gemeente Jette is een PARTENA-kantoor aanwezig.
Daarnaast ook op het ondersteunen van onze studentenvertegenwoordigers, die medebestuurders zijn aan onze instelling en dus actief meeschrijven aan onder andere ons welzijnsbeleid.
Dit welzijnsbeleid is een gedeeld verhaal van samenwerking die het vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken overstijgt. Met de academisch verantwoordelijke welzijn, Prof. Dr. Valéry Jacobs, die de rector adviseert rond welzijn voor studenten en personeel. Via de samenwerking met de faculteiten Psychologie en Educatiewetenschappen (PE), Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (LK) en Geneeskunde en Farmacie (GF), het Brussels University Consultation Center, de campusvoorzieningen, het VUB meldpunt en het UZ Brussel. Aangevuld met het team compassionate university van de VUB en onze (para)medische diensten die aanwezig zijn op onze VUB Main Campus:
• Een verzelfstandigde medische groepspraktijk. Naast klassieke huisartsengeneeskunde is één van de huisartsen gespecialiseerd in gynaecologische raadplegingen;
• Een tandartskabinet;
• Een zelfstandige kinesitherapiepraktijk, bvba Kinetiek;
• Het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS). Het is een erkend keuringscentrum voor topsporters. Ook studenten kunnen bij de sportartsen terecht voor een inspanningstest of een sportmedisch onderzoek;
• Dilemma, een centrum voor begeleiding van ongeplande zwangerschap en abortus. De overheid zorgt, vooral via RIZIV-tussenkomsten, voor de betoelaging van het centrum. De dienstverlening van het centrum past in de traditie van onze universiteit, die altijd een voortrekkersrol heeft gespeeld in het maatschappelijk debat over ongewenste zwangerschap;
• BRUCC, het Brussels Universities Consultation Center, is een centrum voor psychologische dienstverlening, opleiding en onderzoek dat ontstond uit de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen op de VUB. Het biedt een eerstelijnspsychologische werking aan alsook individuele begeleiding, groepssessies en psychodiagnostisch onderzoek, en workshops en lezingen voor professionelen en voor een breder publiek. Studenten kunnen er bijvoorbeeld terecht voor een cursus mindfulness;
• een Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag.
Op de Brussels Health Campus is het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) actief. De studenten van de Brussels Main Campus kunnen terecht in de CAW-onthaalpunten in Brussel-centrum, Jette of Anderlecht. Het centrum is toegankelijk voor iedereen met uiteenlopende welzijnsvragen en -problemen.
Op de Brussels Health Campus werkt de universiteit samen met de huisartsenpraktijk Patio. Verder neemt het Universitair Ziekenhuis Brussel een prominente plaats in. We verwijzen studenten naar het ziekenhuis wanneer tweedelijns medische hulp aangewezen is. In de Tandheelkundige Kliniek kunnen studenten terecht voor tandzorg.
Op de Brussels Main Campus organiseert de VUB het samenwerkingsverband Huis van het Kind ‘Theodora’. Theodora omvat het kinderdagverblijf en het consultatiebureau van Kind & Gezin en een brede resem aan workshops, infosessies, oudercafés, groepsaanbod en individuele consulten. Theodora onderhoudt een nauwe samenwerking met het UZ Brussel en kan daardoor een vrij uitgebreid medisch en psychologisch gericht aanbod bieden.
Vervoer
De mobiliteitscoördinator en het team Campusontwikkeling ondersteunen de VUB bij het realiseren van twee ambities:
• Het bereikbaar houden en optimaliseren van de bereikbaarheid van de VUB-campussen;
• Het implementeren van een duurzamer verplaatsingspatroon van de VUB-gemeenschap. In functie daarvan blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules. We bieden hierbij ook beleidsondersteuning aan.
Het Infopunt Studenten biedt proactief informatie aan studenten over alle vervoersmogelijkheden om te pendelen van en naar de campussen, maar ook om zich te verplaatsen binnen de stad.
Brik focust zich in vergelijking tot de voorgaande jaren significant minder op het thema mobiliteit voor Brusselse studenten. De samenwerking met Brik op vlak van vervoer is dus sterk verminderd.
Studentenwerking
De Vrije Universiteit Brussel organiseert en ondersteunt veel initiatieven voor en/of van studenten. Het gaat zowel om individuele evenementen als structurele activiteitenprogramma’s. Waar nodig hebben deze events een sensibiliserend of preventief karakter. Voor de meeste acties werken we samen met studentenorganisaties of externe partners. We rapporteren over onze werking voor studenten verdeeld over vier actiepunten:
• Verenigingsleven, beleving en engagement
• Beweging en sport
• Cultuurbeleving
• Ecologisch bewustzijn
Het verenigingsleven op onze campussen omvat zowel traditionele studentenfolklore als meer maatschappelijke studentenorganisaties. De beleving en het engagement gaan zowel over de campussen, als over Brussel als studentenstad. Kenmerkend voor onze studentenwerking is dat we als universiteit niet zelf organiseren, maar studenteninitiatieven ondersteunen, actieve participatie en engagement stimuleren en aansluiting zoeken bij bredere initiatieven in de stad. Het studentenverenigingsleven op de VUB stoelt op drie pijlers:
• De eerste pijler vat de studentenverenigingen die erkend zijn door de Studentenraad op advies van de sui-generisverenigingen, het Brussels Studentengenootschap - geen taal, geen vrijheid - (BSGgtgv) en Studiekring Vrij Onderzoek. Deze verenigingen organiseren heel wat studentikoze en inhoudelijke activiteiten. Daarmee dragen ze in belangrijke mate bij aan het sociale weefsel binnen de VUB-studentengemeenschap. Het BSGgtgv is, voor wat het studentikoze leven betreft, het aanspreekpunt voor de universiteit en de studentenverenigingen. De koepelvereniging adviseert de Studentenraad over de reglementering van het studentenleven. Ze verdeelt tevens de subsidies die de universiteit toekent onder haar leden. Daarnaast organiseert het BSGgtgv de overkoepelende verenigingsactiviteiten zoals het Vrijzinnig Zangfeest, de Cantus Bruxellensis en de Openings- en EindejaarsTD. Tot slot organiseert BSGgtgv, samen met zustervereniging l’ Association des Cercles des Étudiants (ACE) van de ULB, de jaarlijkse Sint-Verhaegenviering op de Grote Zavel.
De vzw’s BSG AS en BOJ zijn verantwoordelijk voor het beheer van de fuifzalen op respectievelijk de VUB Main Campus en de VUB Health campus.
• De tweede pijler vat de studentenverenigingen buiten de BSGgtgv-koepel die vanouds de hele VUBstudentengemeenschap als doelpubliek hebben. Concreet gaat het om Studiekring Vrij Onderzoek, de studentenpers de Moeial, en de Overkoepelende Studentendienst vzw (OSD vzw). De Studentenraad zorgt voor de financiële ondersteuning van deze verenigingen.
• De derde pijler vat individuele studenten of andere verenigingen zonder erkenning. We begeleiden deze studenten of verenigingen in de erkenningsprocedure. Of we bieden ze meer ad hoc advies en faciliteiten voor het opzetten van activiteiten en initiatieven. Voor hun individuele initiatieven kunnen ze beroep doen op de kleinere subsidielijn ‘projectsubsidies’.
De ondersteuning van het studentenleven verloopt vanuit het Infopunt Studenten. Deze ondersteuning is vooral van morele en administratieve aard, soms logistiek. Maar bovenal zet het Infopunt Studenten in op het bekendmaken van het studentenengagement, en dit via verschillende communicatiekanalen.
De afdeling Beweging en Sport (BS) ondersteunt het subwerkveld sport. De afdeling wil bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van onze VUB-studenten, en tegelijkertijd belevingsmomenten en verbindende activiteiten voorzien om de sociale cohesie op onze campussen te vergroten.
De dienst Cultuur neemt, in nauwe samenwerking met vzw Pilar, het voortouw in het subwerkveld ‘cultuur’. De Dienst Cultuur ondersteunt zowel georganiseerde kunsten als koren, ensembles, orkesten, toneelverenigingen, etc. als studenten die zich individueel als kunstbeoefenaarof cultureel ondernemer willen ontwikkelen. Binnen de cultuurwerking onderscheiden we globaal drie soorten activiteiten:
• Eigen activiteiten van de Dienst Cultuur;
• Ondersteuning van door de VUB-centraal georganiseerde activiteiten;
• Ondersteuning van studentenactiviteiten met een culturele insteek.
Het Green Team is een studenteninitiatief dat milieubewustzijn en duurzaamheid op de campussen en bij voltallige universiteitsgemeenschap promoot. Het team Campusontwikkeling staat dit studententeam bij en werkt samen met hen de initiatieven uit.
Informatie en communicatie aan studenten
Het Infopunt Studenten helpt studenten op weg met hun vragen: aan de balie, telefonisch of via e-mail. Ook online, op de website, via nieuwsbrieven of op het studentenplatform WeAreVUB Student zorgt het Infopunt Studenten ervoor dat informatie up to date blijft.
Het Infopunt Studenten coördineert de organisatie van de Onthaalweek. Tijdens die onthaalweek zetten we via allerlei infosessies extra hard in op het informeren van nieuwe studenten over het studeren aan de VUB. We plannen daarnaast diverse activiteiten om de sociale integratie van nieuwe studenten een duwtje in de rug te geven. Aan de start van het academiejaar is er – gedurende vijf weken - Startpunt, één superbalie van verschillende VUB-diensten waar we studenten verder helpen met vragen die typisch zijn voor de start van het academiejaar.
RUBRIEK 8 JAARREKENING
Deel 1 BALANS
balans van de Vrije Universiteit Brussel op 31/12/2024 (1/2)
B.
C.
E.
IV. Financiële
B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding
VI. Voorraden, onroerend goed voor verkoop en projecten
VII.
VIII.
IX.
X.
TOTAAL
balans van de Vrije
E. Schulden mbt belastingen, bezoldigingen
Deel 2 RESULTATENREKENING
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3.
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) - naar FWO in 2016
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. FWO en VLAIO (ex IWT)
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé -
A.4.1.1.
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials -
A.4.1.2.4.
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4.
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B. Waardewijziging
C. Geproduceerde
D. Giften, schenkingen en legaten
E. Andere bedrijfsopbrengsten
C.7. Bursalen
aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III.
IV. Financiële opbrengsten (+)
V.
(toelichting XII, A)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
kosten (toelichting XII, E)
VI.
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
overschot van het boekjaar
2. Te verwerken tekort van het boekjaar
3. Overgedragen overschot van het vorig
B. Onttrekking aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
2. Aan de aangelegde fondsen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
C. Toevoeging aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
2. Aan de aangelegde fondsen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
D. Over te dragen overschot (tekort)
(-)
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.5. Andere
A.2.4.
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de
A.3.2.
A.3.2.2. IWT
A.3.2.4. Andere Vlaamse
A.3.3. Steden en
A.3.4.
A.3.4.1. Europese
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk
A.4. Contractonderzoek
A.4.2.
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere
A.5.2.
A.5.3.
A.5.4.
A.5.5.
A.5.6.
B.
C.
D. Giften, schenkingen
E.
II. Bedrijfskosten (-) 60/64171.715.933,47166.015.575,28165.890.1415.700.358,195.825.792,88
A. Aankoop goederen 6012.058.262,715.181.727,9810.100.6826.876.534,731.957.580,71
B. Diensten en diverse goederen 6141.895.161,9247.374.568,4940.805.853 -5.479.406,57 1.089.308,77
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
62117.564.000,16112.028.479,57114.351.8055.535.520,593.212.194,72
C.1. ZAP 62054.254.903,2152.142.212,4151.654.6302.112.690,802.600.273,28
C.2. AAP 62112.775.796,8712.308.151,1012.353.133467.645,77422.663,82
C.3. ATP 62242.747.592,1140.095.997,8745.164.7152.651.594,24 -2.417.123,15
C.4. Gastprofessoren 6232.975.077,383.148.782,472.471.518 -173.705,09 503.558,96
C.5. Contractueel AP 6241.561.295,371.181.683,861.588.143379.611,51 -26.847,63
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële
uit vlottende
vaste activa
C. Andere financiële
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +,
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op
B. Waardeverminderingen op financiële
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F.
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen 2.097.463,001.893.213,001.834.5583.193.066,00262.905,00
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.) -7.024.621,54-6.912.888,66-5.324.560-111.732,88-1.700.061,95
A.1.1.
- basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3.
A.3.4.1.
A.3.4.2.
A.3.4.3.
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek
A.4.1.2.2.
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3.
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten
A.5.4.
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B.
D. Giften, schenkingen en legaten
E. Andere bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten (-)
Diensten en diverse goederen
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terug -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)
G. Andere
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg.
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII.
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C.
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
XI.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1.
A.1.2.
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. IWT
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek -
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1.
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B. Waardewijziging
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen en legaten
E. Andere bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten (-)
A. Aankoop goederen
B. Diensten en diverse goederen
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.4.
C.5.
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +,
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële
D.
VIII.
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen
D.
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen 4.135.196,753.533.819,294.069.989601.377,4665.207,75
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/664.558.010,363.682.505,542.279.254875.504,822.278.756,36
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.) 1.500.815,751.193.934,27 4.704306.881,481.496.111,75
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1.
A.1.2.
A.1.4. Sociale
A.1.5.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. IWT
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1.
Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.2.
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken
A.5.6.
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen en legaten
E. Andere bedrijfsopbrengsten
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.4.
C.5. Contractueel AP
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen opIVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor
Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen 424.043,5515.314,19 0 408.729,36424.043,55
B. Overschrijvingen 5.059.599,004.355.918,135.059.599703.680,87 0,00
XI.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
A.2.2.
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) - naar FWO in 2016
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap 702140.965.464,7237.710.270,7134.500.0003.255.194,016.465.464,72
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. FWO en VLAIO (ex IWT)
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.1.
A.3.4.2. Internationale
A.3.5.
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wet. dienstverlening (4de geldstroom) 703
A.4.1.
A.4.1.1.
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 0,00 0,00
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704
A.5.1.
A.5.5.
A.5.6.
E.
98.631,00743.838,00
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.3.
C.7.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugn.
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen
B.
Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
A.
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg.
VI.
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen
VIII. Uitzonderlijke
B.
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen 8.922.777,654.178.423,09 0 4.744.354,568.922.777,65
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
B.
A.3. Overheidsbijdragen
A.5.4.
A.5.6.
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.4.3.
C.3.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev. +, terugn. -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev. +, bestedingen en terugn. -)
G. Andere
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII,
A. Uitzonderlijke afschrijvingen,waardevermind. op oprichtingskosten, op
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F.
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B.
XI.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (incl verreken. en overschrijv.)
A.1.1.
- basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1.
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2.
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wet. dienstverlening (4de geldstroom) 70373.169,1571.422,17
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 703073.169,1571.422,17
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen 70301
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - venn. 703010
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - venn. - klinische trials - pre klinisch 703011
A.4.1.2.3.
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3.
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.3. Huuropbrengsten
A.5.4. Opbrengsten
A.5.5. Opbrengsten
A.5.6. Andere
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen en legaten
E.
A.
B. Diensten en diverse goederen
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.5.
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA 630
E. Waardevermind. op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugn. -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugn. -)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-) 65458.656,90438.652,54450.00020.004,368.656,90
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan onder II.E (toevoeg.
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/653.747.965,096.206.813,505.597.151
VII.
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C.
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind. op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
A.3.2.4. Andere Vlaamse
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.5.4.
A.5.6.
E.
A. Aankoop
B. Diensten en
C. Bezoldigingen,
C.2.
C.3.
C.4.
C.5. Contractueel
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev. +, terugn. -)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev. +, bestedingen en terugn. -)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV.
A. Opbrengsten uit
C. Andere financiële
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere danonder II.E (toevoeg. +, terugn. -) 651
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA 760
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen, waardevermind. op oprichtingskosten, IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa
IX. Inkomende verrek. en overschrijvingen tussen afdelingen (+) A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrek. en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (incl verrek. en overschrijv.)
RUBRIEK 9 INTERNATIONALISERINGSVERSLAG
1. AANSTURING EN ADVISERING INTERNATIONALISERINGSBELEID
Enerzijds is internationalisering een noodzaak om de decretale verplichtingen kwaliteitsvol uit te voeren en anderzijds, door de erkenning dat kennis universeel is, plaatst de VUB als kennisinstelling zich op de kruising van internationale learning- en research communities. De kwaliteitsstandaarden worden vandaag internationaal bepaald. De 17 SDGs, geclusterd binnen 5 P’s, zijn een inspirerend referentiekader om internationalisering en duurzame ontwikkeling aan elkaar te linken. Hierin dienen HEI en dus ook de VUB hun verantwoordelijkheid op te nemen en een actieve rol te spelen in de zoektocht naar duurzame oplossingen, maatschappelijke meerwaarde en impact, samen met internationale partners en netwerken, resulterend in een wereldwijde reputatie van de VUB als toonaangevende, geëngageerde en internationale universiteit. Dit alles gebeurt binnen een uitgewerkt ethisch kader met bescherming van academische vrijheid. Het International Relations office is een referentie qua expertise in internationale samenwerking en mobiliteit ter ondersteuning van deze ambitie.
In 2024 stonden volgende beleidsaspecten on hold: aanpassing CALI voor een correcte meting van uitgaande mobiliteit, personeelsuitbreiding 0,5 VTE reizen naar risicogebieden en instroom uit conflictgebieden, uitbouw van een internationaal alumninetwerk. Het Student Refugee programma werd stopgezet begin oktober 2024 wegens gebrek aan personeelsfinanciering.
De finale impact van de regeerakkoorden Federaal, Vlaams en Brussel zijn momenteel nog ongekend. We denken hierbij aan de 2% financiering van niet-EER studenten en gerelateerde beurzenstelsels, universitaire ontwikkelingssamenwerking, nieuwkomers (kennismigratie, maar ook migratie uit conflictgebieden), taalaspect en meer.
1.1 Raad Internationaal Beleid (RIB)
De Raad Internationaal Beleid (RIB), welke beslissings- en adviesbevoegdheden heeft in toepassing van het Organiek Statuut, wordt voorgezeten door de vicerector Internationalisering en is samengesteld uit de voorzitters van de facultaire organen voor internationalisering (Facir) of gelijkgestelde, een ZAP-vertegenwoordiger uit elke faculteit die betrokken is bij het (internationaliserings)beleid, twee studentenvertegenwoordigers en een aantal leden met raadgevende stem, nl. van de faculteiten, de departementen Onderwijs- en Studentenzaken, Onderzoek, Internationale Relaties, Technology Transfer, Marketing en Communicatie, Brussels School of Governance en MILO. De nominatieve samenstelling wordt jaarlijks door de Academische Raad beslist. Het secretariaat wordt waargenomen door de legal officer van het International Relations office. In 2024 vergaderde de RIB 9 maal (7 vergaderingen in het academiejaar 2023-2024 en 2 vergaderingen in het academiejaar 2024-2025), waarvan 2 fysieke/hybride vergaderingen, 5 online en 2 in de vorm van schriftelijke consultatie.
1.2 Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking (BAOW)
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking rapporteert aan de Raad Internationaal Beleid en is samengesteld uit de Vicerector Internationalisering die tevens voorzitter is, twee leden van het zelfstandig academisch personeel per domein van humane wetenschappen, toegepaste en exacte wetenschappen, en life sciences. De twee VUB-afgevaardigden in het Bureau VLIR-UOS zijn resp. afgevaardigde van het wetenschapsdomein waartoe ze behoren.
Aan het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking worden leden met raadgevende stem toegevoegd: een afgevaardigde van de Erasmushogeschool Brussel, een afgevaardigde van het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS), de directeur en stafleden van het International Relations office belast met dossiers inzake universitaire ontwikkelingssamenwerking. De nominatieve samenstelling wordt jaarlijks door de Raad Internationaal Beleid beslist.
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking geniet voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van de Raad Internationaal Beleid m.b.t. universitaire ontwikkelingssamenwerking. Adviezen kunnen gevraagd worden over: - het formuleren van beleidsadviezen, zowel voor interne als externe dossiers; - selecties van projecten en beurzentoekenningen, wanneer een interne selectie opgenomen is in de overeenkomst tussen de VUB en de financierder, vb. de projecten in het kader van Global Minds; selecties in het kader van eigen VUBinitiatieven.
1.3 International Relations office
1.3 International Relations office
In 2024 waren er 32,8 VTE werkzaam, 18 VTE stafmedewerkers en 14,8 VTE administratieve medewerkers. Het International Relations office implementeert de beleidslijnen die uiteengezet zijn in het deelbeleidsplan Internationalisering. Hieronder de opdracht zoals uitgewerkt in het deelbeleidsplan.
In 2024 waren er 32,8 VTE werkzaam, 18 VTE stafmedewerkers en 14,8 VTE administratieve medewerkers. Het International Relations office implementeert de beleidslijnen die uiteengezet zijn in het deelbeleidsplan Internationalisering. Hieronder de opdracht zoals uitgewerkt in het deelbeleidsplan.
Directeur
Secretariaat & balie
Beleidsondersteunend, strategie voor implementatie, begroting en allocatie, monitoring, evaluatie, optimalisatie
Financiën ondersteuning administratieve, financiële en logistieke aspecten voor alle eenheden van de dienst; administratie gelinkt aan mobiliteit van studenten en personeel
Internationale rekrutering & communicatie
Universitaire ontwikkelingssamenwerking
Brussels Diplomatic Academy
EU-cel: projecten en mobiliteit
OD 3.7/3.8/3.9
OD 1.9/1.10
OD 1.8
OD 1.9/3.1/3.2/3.3
Legal Juridische ondersteuning voor alle eenheden van de dienst, toegang en verblijf studenten, secretariaat RIB
Inclusie & integratie programma’s
Academische diplomatie en gerelateerde mobiliteit
EUTOPIA
1.4 Think-Tank Internationalisering
OD 1.11/3.10
OD 1.7/3.1
OD 1.5/2.1/2.2/2.3/2.4/3.2 (OD incl. vicerector, manager, VUB team)
3
In 2023 werd een Denktank Internationalisering opgericht met 13 leden uit verschillende disciplines, geleid door de vicerector Internationalisering. De bedoeling is om te brainstormen en ideeën uit te wisselen over topics gelinkt aan het deelbeleidsplan Internationalisering en aspecten hiervan te incorporeren in de verdere uitrol van het beleid.
Denktank 3 vond plaats op 23 januari 2024. De resultaten van het BVO-project ‘Cultivating Global Connections: Initiating and Nurturing International Alumni Relations at VUB’ werden besproken en positief bevonden. De uitwerking van een internationaal alumninetwerk is van groot belang voor VUB zoals toegelicht in het BVO-rapport maar dit potentieel wordt door VUB onderbenut.
De bespreking werd gevolgd door een brainstormsessie over dynamieken van internationalisering in het hoger Onderwijs. Deze zijn continu in beweging, rekening houdend met factoren zoals technologische vooruitgang, geopolitieke veranderingen, globalisering, inclusie, de evolutie van onderwijsmethodologieën en innovatief onderzoek. Focus lag op de versterking van Internationalisation at Home (I@H).
1.5 International Student Platform (ISP)
Het International Student Platform is een adviserend orgaan van de Studentenraad die vergadert in het Engels om de 23,77% internationale studenten aan VUB een stem te geven. De opvolging en coördinatie van het International Student Platform wordt ondersteund door een stafmedewerker van het International Relations office die ook als adviserend lid zetelt in de Studentenraad.
Tijdens de tweede helft van academiejaar 2023–2024 ging de cohorte ISP-leden verder met het adviseren van de Studentenraad en VUB-departementen. In het eerste semester van academiejaar 2024-2025 startten de nieuwe leden van het ISP met het bepalen van hun eigen prioriteiten die ze willen uitwerken tijdens het jaar. Deze prioriteiten zijn: 1. Ondersteunen van internationale studentenverenigingen, 2. Bekendheid van ISP verhogen binnen de studentengemeenschap, 3. Problemen van nieuwe internationale studenten in kaart brengen en de VUB-info helpen verbeteren, en 4. het belang van de toewijzing van studentenhuisvesting voor kwetsbare internationale studenten aankaarten.
De ISP-leden maakten er ook een prioriteit van om mogelijke uitdagingen die de nieuwe studenten hebben, te helpen oplossen.
2. EUTOPIA
Coördinatie VUB-deelname (EUTOPIAMORE WP1 Governance and beyond)
De vicerector internationalisering is verantwoordelijk voor het coördineren van VUB’s deelname aan de EUTOPIA-alliantie.
VUB’s trekkersrol in de EUTOPIA-alliantie vertaalt zich in meerdere lopende en reeds afgeronde strategische projecten (EUTOPIA2050, EUTOPIA-TRAIN, SMARTT & EDLAB, EUTOPIA-SIF, EUTOPIA-FLECSLAB, EUTOPIA-EUN, EUTOPIA-Health en EUTOPIAMORE), waarbij de vicerector enerzijds verantwoordelijk is voor het bewaken van de coherentie tussen de verschillende projecten, maar anderzijds voornamelijk als coördinator van VUB’s deelname in het EUTOPIA-moederproject EUTOPIAMORE fungeert.
In deze hoedanigheid zetelt de vicerector op alliantie niveau in de EUTOPIA Alliance Management Board (waar ze in december 2024 verkozen werd als Vice-Chair voor een mandaat van 2 jaar) en de EUTOPIA General Assembly (waar ze voor VUB stemgerechtigd is). In 2024 werd dit mandaat concreet ingevuld door fysieke deelname aan de governance vergaderingen van de EUTOPIA week in Cluj Napoca (juni 2024), en het onderhouden van bilaterale relaties met EUTOPIA-partners (bezoek UW aan VUB (winter 2024), bezoek Stellenbosch aan VUB (zomer 2024), bezoek GU aan VUB (herfst 2024) en het EUTOPIA Central Office gevestigd te Brussel.
De coördinatie op VUB-niveau vertaalt zich in het aansturen van de groep EUTOPIA-medewerkers aangesteld bij verschillende VUB-diensten, het onderhouden van contacten met VUB-vertegenwoordigers in EUTOPIA-raadsorganen (Advisory Council, Faculty & Staff Council, Quality Council, …) en het gezamenlijk opvolgen van VUB’s verantwoordelijkheden en deliverables in het kader van EUTOPIAMORE.
Daarbij werd begin 2024 de bezorgdheid vastgesteld dat EUTOPIA’s activiteiten te veelzijdig en gefragmenteerd zijn, waardoor kwaliteitsbewaking wordt bemoeilijkt. Om deze bezorgdheid aan te pakken, werden in de zomer van 2024 alle EUTOPIAMORE activiteiten grondig doorgelicht, en werd hun impact op de VUB in kaart gebracht. Deze doorlichting leidde tot het opstellen van de zogenaamde ‘EUTOPIA aan de VUB Impact Index’. Op basis van deze gegevens werd een strategie tot heroriëntatie van VUB’s prioriteiten voor de EUTOPIA alliantie opgesteld. Deze strategie, inclusief financiële vertaalslag, wordt begin 2025 ter goedkeuring voorgelegd aan de relevante collega vicerectoren, om daarna (ten laatste maart 2025) tot implementatie over te gaan. Daarenboven verzorgde de vicerector de coördinatie van het aflijnen van VUB’s visie voor de 2 grote instellingen die de alliantie moet verwezenlijken en naartoe dient te werken: het EUTOPIA College & Global Institute. Als gevolg van deze grondige afstemming op VUB niveau, speelde onze universiteit een grote rol in het vormgeven van de huidige alliantievisies voor deze 2 instellingen, en liggen deze alliantie visies inhoudelijk enorm in lijn met VUB’s ambities voor EUTOPIA.
Toezicht op project management, financieel beheer, strategieontwikkeling en implementatie van dit alles wordt voortdurend onderhouden.
WP2 – Work Package activiteiten
Verantwoordelijkheden voor VUB’s deelname in dit werkpakket zijn verspreid onder de VUB departementen IRMO, TechTransfer en HR. Hieronder wordt vooruitgang gerapporteerd aangaande IRMO’s verantwoordelijkheden.
T2.6 Studenteninitiatieven:
Deze taak omvat het verbinden en uitbreiden van studentenorganisaties en -initiatieven, het verbeteren van de samenwerking, communicatie en ondersteuning tussen studenten onderling. Het wordt mede geleid door de Studentenraad in overeenstemming met andere projectactiviteiten. VUB-studenten namen deel aan 4 van de 10 door studenten geleide initiatieven: BeEUTOPIAn conferentie, European Student Assembly (2 edities), VUB Spectrum studenten verenigden zich met relevante studentenorganisaties van UL, NOVA en UBB om een student research paper te publiceren over reproductieve rechten in Europa. Deze taak is nu voltooid.
WP3 - Work Package activiteiten (lead: Vicerector Internationalisering) VUB draagt de hoofdverantwoordelijkheid voor het verwezenlijken van de deliverables van dit werkpakket, en de vicerector internationalisering treedt hierbij als alliantie-brede coördinator op (WP3 lead). In het mid-term rapport dat de alliantie aan het EACEA agentschap moet opleveren, wordt vooruitgang als volgt gerapporteerd. Het strategische doel van WP3 is om gebruik te maken van de Connected Communities (CC) als inclusieve, interinstitutionele platforms die een co-creatieve aanpak gebruiken om de best mogelijke omgeving te bieden aan studenten en onderzoekers om kritisch denken en overdraagbare kennis en vaardigheden te bevorderen over interdisciplinaire onderwerpen met een wereldwijde relevantie en maatschappelijke impact.
Om dit doel te bereiken, heeft WP3 de volgende operationele doelstellingen:
1) De voorwaarden creëren voor het ontstaan en de duurzaamheid van succesvolle ‘Connected Communities’ die als ingebouwde versnellers werken voor leerplanontwikkeling, onderzoekspotentieel en maatschappelijk bereik in alle partneruniversiteiten voor de komende jaren. Bovendien is het de bedoeling om onderzoek en onderwijs te bundelen door beste praktijken op het gebied van research-based en challenge-driven leren te koppelen bij alle partners van de alliantie.
Geboekte voortgang:
De koppeling tussen onderwijs en leren is geïmplementeerd in de nieuwe CC’s, door al het personeel dat leiding geeft aan en deelneemt in de CC’s te vragen zich te committeren aan gekoppelde onderwijs- en onderzoeksactiviteiten. Het betreft hoe de CC ‘de academische wereld zal verbinden met de maatschappij’, ‘ervaring in onderwijs en onderzoek zal combineren’, en zal voldoen aan de criteria van openheid door inclusieve praktijken ‘inclusie’ en ‘verwachte activiteiten en output/uitkomsten’. Deze doelstelling is bereikt (100%) in alle actieve CC’s.
2) Het verbreden en versterken van de thematische ruggengraat van de communities.
Geboekte voortgang:
Tijdens het selectieproces door het centrale team werd er voor gezorgd dat bredere thematische gebieden vertegenwoordigd zijn in de CC’s. Dit omvat de toevoeging van CC’s op het gebied van AI, ondernemerschap, technologieën voor sociale integratie, toegepaste wiskunde en biomechanica, vrede en veiligheid, duurzaam toerisme, oceaanuitdagingen en ecologische duurzaamheid, wereldwijde gezondheid enz. Deze doelstelling is tot nu toe volledig bereikt (100%).
3) Communities toegang geven tot specifieke Europese financiering die hun inspanningen voor campusoverschrijdende innovatieve leer- en onderzoeksactiviteiten erkent.
Geboekte voortgang:
CLC’s en CC’s hebben een reeks voorstellen ingediend voor verschillende EU-programma’s. Daarnaast zijn er geoormerkte interne universitaire aanvullende fondsen en ondersteuning om dit mogelijk te maken, waarbij medewerkers worden ondersteund om te ontwerpen, ontwikkelen en schrijven in de desbetreffende thematische gebieden. Deze doelstelling is aan het einde van 2024 toe gedeeltelijk bereikt (60%), wat de incubatie van communities en het leren van hun behoeften en systemische capaciteitsontwikkeling weerspiegelt.
4) Mobiliteitsprogramma’s structureel beïnvloeden (in plaats van individuen), om structurele veranderingen te creëren voor instellingen hoger onderwijs en hun aanbod.
Geboekte voortgang:
De bestaande CC’s integreren meerdere vormen van mobiliteit (fysiek, gemengd, hybride en virtueel). Deze hebben een grote verscheidenheid aan vormen aangenomen en weerspiegelen deze, zoals, maar niet beperkt tot: CLC Design and Science Summer School (8-12 juli 2024), CC Entrepreneurship Workshop (16-17 september 2024), New Technologies for Social Change Online Webinar (4 juli 2024) Summer School (4-6 september 2024), CLC Text and Discourse Language Café (18-21 november 2024), CC Environmental Humanities Symposium (30 mei - 2 juni 2024), CLC Veganisme Congres (5 oktober 2024), Global Connections (24 oktober - 21 november 2024), Urban Education Blended Intensive Programme (18-22 november 2024), Global Health Public Health Conference (2 november 2024), Human Centred AI Workshop & Research Based Learning (3-4 oktober 2024).
Het totaal, d.w.z. de cumulatieve directe betrokkenheid van studenten bij activiteiten, is meer dan 3260 studenten sinds de start van EUTOPIA MORE.
Om verschillende vormen van mobiliteit te ondersteunen, in overeenstemming met de ambities van de Europese Commissie om gemengde mobiliteitsformats op te schalen en tegemoet te komen aan mobiliteitsbehoeften die voortvloeien uit de campusoverschrijdende dynamiek in CLC/CC, zijn de centrale monitor en lokale facilitators ook begonnen met het in kaart brengen van ondersteunende financiële mechanismen. Deze dienen om duurzame mogelijkheden voor mobiliteit in de multistakeholder transnationale partnerschappen beter vast te leggen en te informeren. WP3 werkt ook nauw samen met WP4 Innovatie-uitdagingen, mondiale partners en WP5 Mobiliteit en digitalisering, om inzicht te krijgen in mobiliteitspotentieel, -paden en -mechanismen (virtuele interoperabiliteitsmechanismen en fysieke modaliteiten en tools zoals E+ KA1 en Blended Intensive Programmes) die gezamenlijk een grotere toegang en kans op mobiliteit voor studenten en medewerkers mogelijk kunnen maken. WP3 neemt ook deel aan alliantieoverschrijdende uitwisselingen over dit onderwerp, zoals de EU Digital Education Hub interoperability werkgroep en live evenementen (bijv. Innovations in Mobility Workshop februari 2024, VLIR CRef Conferentie april 2024 etc.).
Deze doelstelling is tot nu toe gedeeltelijk bereikt (60%), wat de incubatie van communities en het leren van hun behoeften en systemische capaciteitsontwikkeling weerspiegelt.
Om deze doelstellingen verder te ontwikkelen, is het WP onderverdeeld in drie SWP’s met meer specifieke doelen:
WP3.1 richt zich op het opzetten en de levenscyclus van de Connected Communities om een kader en ondersteuning te bieden voor het succesvol opzetten van nieuwe Connected Communities die de bouwstenen zijn van het toekomstige EUTOPIA College en EUTOPIA Global Institute. Dit SWP omvat het opzetten van de coördinatiestructuren (T3.1), de voorwaarden voor de implementatie van nieuwe formats (T3.2), de incubatie van verbonden leren (T3.3) en de voortdurende ondersteuning / consolidatie van leerproducten (T3.6).
Geboekte voortgang:
- Er werd een coördinatiestructuur opgezet om de voortzetting van de bestaande communities en de oprichting van nieuwe geïntegreerde Connected Communities (CC’s) te beheren. Er zijn criteria en hoofdthema’s vastgesteld die als leidraad dienen voor de nieuwe oproepen voor CC’s. Thans wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten communities, nl. de voortgezette communities uit de proeffase van EUTOPIA 2050 en de nieuwe geïntegreerde CC’s die gepland en gelanceerd zijn in EUTOPIA MORE. De eerste twee rondes van CC’s in EUTOPIA MORE volgen hun verwachte incubatie- en rijpingsproces dat drie jaar duurt en bestaat uit de selectie, de opstartfase waarin de deelnemers aan een Connected Community worden geïdentificeerd en elkaar leren kennen, twee operationele academiejaren waarin de connectiviteit geleidelijk wordt verhoogd en getest in campusoverschrijdende activiteiten, en een (zelf)evaluatie- en consolidatiefase waarin de meerwaarde van de partnerschappen wordt gemeten.
Deze doelstelling is thans gerealiseerd (75%), aangezien de in MORE geselecteerde communities doorgaan met het testen en verbeteren van hun producten in onderwijs en onderzoek en de Connected Learning Communities verdere wegen vinden naar consolidatie van prioritaire activiteiten met toegevoegde waarde.
WP3.2 Sharing Knowledge - Connected Learning: Zoals de beschrijving van de actie suggereert, zijn de nieuwe CC’s opgezet op basis van bestaande leereenheden die zijn ingebed in een breed scala aan opleidingen op alle niveaus in de partnerinstellingen. Dit sub-WP gaat over het verbinden van leren en onderzoek in workshops die onderzoeksgebaseerd leren promoten (T3.5 en T3) en over het opzetten en monitoren van activiteiten in de Connected Communities (T3.4).
Geboekte voortgang:
- In deze verslagperiode zijn de nieuw geselecteerde CC’s begonnen met het aanbieden van Research Based Learning (RBL)-workshops waar studenten kunnen interageren met onderzoekers die verbonden zijn aan thema’s die relevant zijn voor hun community. Voorbeelden van CC-activiteiten die zijn ontwikkeld in EUTOPIA MORE die leren en onderzoek met elkaar verbinden, evenals het scala aan thema’s, zijn te vinden op de speciale pagina’s van elk CC op de EUTOPIAwebsite.
- De communities worden gebruikt als waardevolle testbanken voor nieuwe vormen van erkenning van leren, zoals microcredentials die kunnen dienen als manieren om inclusie en toegang tot levenslang leren aan te moedigen en te verbeteren (ook behandeld in FLECSLAB, het Erasmus+ KA2-voorstel dat door de EUTOPIA-partners werd geïntroduceerd en in januari 2022 werd gelanceerd). Alle WP3-producten komen voort uit bottom-up selectieprocedures, waarbij gezocht wordt naar bestaande praktijken van uitdagend leren en onderzoek.
- De erkenning van individuele inspanningen van academici, onderzoekers en studenten die betrokken zijn bij de communities is daarom van groot belang. Voor de communities werd een tool ontwikkeld, voor het gebruik van het EUTOPIA-label en het EUTOPIA-microcreditential: beide tools sluiten aan bij het gebruik van microcomponenten in het bestaande academische aanbod en sluiten daarom aan bij het doel van de Europese Commissie om flexibele leermechanismen te bevorderen voor een grote verscheidenheid aan lerenden (zowel academici als levenslang lerenden). Het lopende werk wordt ondersteund door het Bureau van de Secretaris-Generaal en ingekaderd in een Community of Practice for Connected Learning. Deze groep is 8 keer bijeengekomen.
- Wat de verwachte impact van de CC’s betreft, is het kortetermijndoel (het delen van middelen en het verbinden van studenten, docenten en stakeholders) en het middellangetermijndoel (het ontwikkelen van verbonden leeractiviteiten) bereikt voor alle communities in de rijpings- en implementatiefase (doel voltooid, 100%). Voor communities in de incubatiefase zijn deze doelen nog in ontwikkeling terwijl ze testen en zich ontplooien in het ontwerp en de ontwikkeling van campusoverschrijdende inspanningen die onderzoek en onderwijs verbinden en openstellen.
WP3.3 Generating Knowledge - Connected Research. Van groot belang voor EUTOPIA is dat “Connected Communities” worden gegenereerd door bottom-up synergieën op basis van bestaande praktijken en expertise onder academici en onderzoekers. Dit sub-WP richt zich daarom op het faciliteren van het ontstaan van nieuwe ideeën door het creëren van synergieën onder onderzoekers (T3.7), en het opzetten en uitrollen van twee rondes van de Young Leads Academy (T3.8).
Geboekte voortgang:
- De kern van ‘Connected Research’ is de ontwikkeling van de Young Leaders Academy (YLA) van EUTOPIA (gekoppeld aan taken 3.7 en 3.8). De YLA-academie heeft als doel veelbelovende fellows te begeleiden op weg naar wetenschappelijk leiderschap en het ontwikkelen van netwerken, wetenschappelijke uitwisselingen en onderzoekssamenwerkingen binnen de alliantie. EUTOPIA MORE heeft twee nieuwe cohorten YLA geselecteerd met telkens 2 fellows per partner om de ondersteuning van beginnende onderzoekers voort te zetten. Tijdens de verslagperiode zijn vier ontbijtsessies en vier YLA-trainingen georganiseerd.
- Om een bredere impact te bereiken, heeft de EUTOPIA-alliantie ook lange termijn connecties aangeknoopt met Global Partneruniversiteiten in Australië (Monash University), Marokko (International University of Rabat), Zuid-Korea (Kyungpook National University), Zuid-Afrika (Stellenbosch University), de Verenigde Staten (Arizona State University) en Colombia (Universidad de los Andes). De geassocieerde partner (UW) en de Global Partners engageerden zich om het programma voor Cohorten 2 & 3 te promoten door twee fellows van UW en één fellow van elke Global Partner zelf te financieren.
- Een laatste oproep voor het derde cohort van YLA werd gelanceerd in 2024 (28 maart-28 mei) en resulteerde in 18 EU + 4 YLA. Bijgevolg kreeg de alliantie een groter pool van wetenschappelijke leiders dan aanvankelijk verwacht. In totaal zijn er nu 63, oude en nieuwe, YLA’s, waarvan er 44 voortkomen uit selecties in EUTOPIA MORE. De cohorten zijn begonnen met de uitvoering van hun activiteiten en hebben deelgenomen aan speciale trainingsprogramma’s (2 kick-offs, 4 YLA-trainingen en 4 YLA-ontbijtsessies, evenals diverse bilaterale gesprekken tussen verschillende ondersteunende medewerkers) om transdisciplinaire onderzoeksuitwisselingen en de ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen.
- Individuele rapporten van cohort 2, verzameld in de vorm van een tussentijdse enquête (21/22 fellows), wijzen op algemene tevredenheid, toegenomen samenwerking en kennistoepassing als gevolg van de YLA-training.
Naast de YLA’s ondersteunt sub WP 3.3 ook andere thematische onderzoeksambities door samenwerking in gezamenlijke proefprojecten. Dit impliceert vaak de coördinatie en interactie met andere alliantieprojecten (zoals Erasmus+ FLECSLAB (Flexible Learning Communities Supporting Lifelong Learning Across Borders) en SPACE (Supporting Academics for Community Engagement) en projecten zoals EDLab en SMARTT voor de uitlijning van lopende ontwikkelingen richting een Europees Degree Label). Hierdoor ontstaan synergieën tussen WP’s binnen de alliantie en allianties en partners daarbuiten.
Overkoepelend WP voor alle drie SWP
Om de tweeledige productbenadering (nieuw formaat van geïntegreerde CC’s en de nieuwe cohorten van YLA’s) te weerspiegelen en te ondersteunen, heeft WP3 via zijn officiële besluitvormingsmechanisme besloten om de specifieke onderzoeksondersteunende werkkosten te verdelen tussen ondersteuning voor de academici in de CC’s en de YLA’s (algemene vergadering 20 februari 2023). In de overeengekomen vereenvoudigde begroting werd het bedrag aan werkkosten van het WP samengevoegd en verdeeld op een manier die de betrokkenen stimuleert om de ondersteuning van leden van het academisch personeel voor hun innovatief onderwijs en onderzoek te versterken. Dit zorgde voor een eenvoudige operationele structuur, met de toekenning van een startfinanciering van 10.000 euro aan elke aangesloten community lead (in dienst van het CC) en 10.000 euro aangesloten YLA en bijpassende zelffinanciering door AP (UW).
Voor CC’s, hebben de fondsen al geresulteerd in verschillende activiteiten zoals een workshop over ondernemerschap (september 2024), CC Human-Centred AI-onderzoek en op onderzoek gebaseerde workshop (oktober 2024), Quantum Technologies Colloquium (maart 2024), CC New Technologies for Social Change Summer School (september 2024), CC Learning and Research in Mathematics Seminars (april 2024) om er een paar te noemen. Voor YLA’s: vanaf november 2024 hebben YLA-fellows van 6 universiteiten gemeld dat ze hun carte blanche hebben gebruikt voor academische reizen naar de universiteiten van de EUTOPIA-alliantie.
Uitdagingen, deviaties en mitigerende maatregelen:
Verschillende overwegingen voor de verdere ontwikkeling van de resultaten van het WP hebben te maken met zaaikapitaal, het erkenningsmodel, duurzaamheid en de overgang van experimentele naar duurzame integratie van de resultaten van het WP in en doorheen het institutionele landschap.
- Erkenning van individuele inspanningen van academici, onderzoekers en studenten die betrokken zijn bij het C(L)C en de YLA is van groot belang. Voor het C(L)C ontwikkelen we een systematisch gebruik van het EUTOPIA-label en het EUTOPIA-microcredential: beide instrumenten zijn afgestemd op het gebruik van microcomponenten in het bestaande academische aanbod en sluiten daarom aan bij het doel van de Europese Commissie om flexibele leermechanismen te bevorderen voor een grote verscheidenheid aan lerenden (zowel academici als levenslang lerenden). De recent opgerichte Community of Practice (CoP), samengesteld uit de centrale administratie die betrokken is bij kwaliteitszorg, curriculumontwikkeling e.a. voor de erkenning van Connected Communities in elke universiteit die lid is van de alliantie, wil dit actief aanpakken met de belangrijkste bestuurders en tegelijkertijd rekening houden met de unieke en heterogene behoeften en procedures in elke instelling. Sinds de start van de CoP in december 2023 heeft een aantal activiteiten plaatsgevonden (enquête, focusgroepen voor casestudy’s en plenaire uitwisselingsbijeenkomsten), gericht
op het in kaart brengen van en navigeren door verschillende institutionele en nationale regelgevingen om de levering van transnationale activiteiten te ondersteunen (ontwikkeling van een procesbepaling en richtlijnen) en een grotere acceptatie van de belangrijkste EUTOPIA-erkenningsmechanismen in communities mogelijk te maken (EUTOPIA-label en EUTOPIA-microcredential). In EUTOPIA 2050 vonden volgende bijeenkomsten plaats : 1 bijeenkomst op het niveau van rectoren, 4 bijeenkomsten op het niveau van vicerectoren onderwijs, 4 agendapunten in de trimestriële bijeenkomst van WP3-vertegenwoordigers en 8 specifieke CoP-bijeenkomsten plaatsgevonden.
De deliverable D3.3 was in november 2024 verwacht, maar WP-leiders hebben voorgesteld om D3.3 uit te stellen tot het einde van de eerste incubatiecyclus, zodat de eerste communities de mogelijkheid hebben om geplande activiteiten te implementeren en te testen. De wijziging van de leveringsdatum werd aangevraagd bij EACEA en is goedgekeurd. De nieuwe deadline om het schriftelijke rapport in te dienen is juli 2025, wat valt in de tweede rapportageperiode. Dit uitstel heeft geen invloed op de algehele implementatie van WP3.
WP 4 - Work package activiteiten
Verantwoordelijkheden voor VUB’s deelname in dit werkpakket zijn verspreid onder de VUB-departementen IRMO en TechTransfer. Hieronder wordt vooruitgang gerapporteerd aangaande IRMO’s verantwoordelijkheden.
Innovation Challenges - Studentenhackathons: 2 van de 8 edities vonden plaats in 2024. 6 VUB-studenten namen deel aan de editie van voorjaar 2024 in Cluj Napoca, 7 VUB-studenten namen deel aan de editie van najaar 2024 in Cergy. VUB is van plan gastheer te zijn in het najaar van 2025 en zal haar editie koppelen aan de Connected Learning Community Multilingualism and Diversity en hun winterschool.
Student Career Ambassadors: doorlopend. Het Career Center van de VUB stelde 3 van zijn workshops in het najaar van 2024 open voor een online EUTOPIA-publiek. De VUB heeft 3 Student Career Ambassadors aangesteld, waarvan er een de kick-off bijeenkomst in Dresden in juni 2024 heeft bijgewoond.
Ideas Club: 3 VUB-studenten (1 VUB EUTOPIA-studentenvertegenwoordiger, 1 FLECSLAB-stagiair, en 1 student aangesteld door de EUTOPIA Student Think Tank) namen deel aan de editie van voorjaar 2024 in Venetië, die in het teken stond van klimaatverandering.
TeamWork: is een online groepsstage van ongeveer 4-6 studenten van de verschillende EUTOPIA-partners die tijdens de zomermaanden een project van een bedrijf of organisatie uitvoeren. Dit jaar leverde de VUB 4 projecten en ongeveer 15 VUB-studenten om deel te nemen aan de verschillende stages die via TeamWork worden aangeboden. De stage wordt voorafgegaan door een online-inductieperiode waarin studenten drie workshops volgen die focussen op vaardigheden die van pas zullen komen bij TeamWork. VUB International Relations office organiseerde 2 persoonlijke ontmoetingen met de studenten, een kennismakingsworkshop en een workshop over interculturele vaardigheden. Bovendien kregen de studenten de mogelijkheid om samen de 3 online workshops te volgen die werden aangeboden door Pompeu Fabra.
De stageprojecten die via de VUB werden aangeboden, hadden betrekking op AgriSource (Thailand), Alpro/Danone (België), ESG-consultancy (België) en Gui Athia & Partners (Portugal). 26 studenten van de verschillende EUTOPIA-partners namen deel aan de projecten onder begeleiding van de VUB. Ter afsluiting van het project was er een fysiek slotevenement in Venetië gepland, gecoördineerd door de universiteit van Warwick, in september 2025. Helaas besloot de universiteit van Warwick het evenement af te gelasten om zich te concentreren op hun jubileum in 2026 waarbij ze ook graag een moment aan TeamWork willen wijden.
SubWP 4.4 dat tot doel heeft het perspectief van EUTOPIA in Europa te verbreden door de landen van de Westelijke Balkan erbij te betrekken, is zeer actief en wordt grotendeels centraal geleid door de Universiteit van Ljubljana (zonder co-lead). De acties van de partners bestaan uit deelname aan de periodieke bijeenkomsten en ad-hoc expertise bij de organisatie van de workshops te leveren. Directie Onderzoek van de VUB ondersteunde de eerste workshop in dit SubWP met een online presentatie.
SubWP 4.5: Een eerste werkgroep ‘Global Partners’ is betrokken bij het verzamelen van relevante gegevens voor de evaluatie van toekomstige nieuwe global partners, wat resulteerde in de toetreding van UniANDES & Arizona State. Een tweede werkgroep ‘Internationalisation@Home’ (I@H) koos ervoor om, na overeenstemming tussen de verschillende partners, de beschikbare middelen te richten op de implementatie van het EUTOPIA-certificaat in internationalisering (EUCI) dat in 2024 plaatsvond (3 cohorten). De activiteit werd geleid door tutoren aangesteld door de groep en afkomstig van verschillende EUTOPIA-partners. De VUB bood geen tutor aan voor deze activiteit. De tutoren leidden online seminaries en evalueerden de output van de studenten. Vanuit de VUB hadden zich 23 studenten ingeschreven, 17 schreven zich in voor een of meer seminaries, en 14 woonden een of meer seminaries bij, 4 dienden portfolio’s in - alle vier ingediende portfolio’s zijn geslaagd. De coördinerende partners wachten nog op de rapporten van enkele studenten.
De groep onderzocht ook welke andere I@H-initiatieven georganiseerd zouden kunnen worden en waar behoefte aan. Er werd een overzicht gemaakt van de activiteiten die de verschillende universiteiten aanbieden. Verder bestudeert deze
groep de mogelijkheid om initiatieven voor het personeel te creëren. Doelstellingen en stappen worden bepaald tijdens de maandelijks terugkerende vergaderingen.
• EUTOPIA Undergraduate Research Support Scheme (EURSS) is momenteel on hold. Er vonden geen uitgaande mobiliteiten plaats in 2024. Af en toe ontvangen we blijk van interesse van inkomende studenten onder dit schema/format.
• International Conference of Undergraduate Research (ICUR): is een virtuele conferentie waaraan universiteiten over de hele wereld deelnemen. De conferentie duurt 48 uur. Studenten, onderverdeeld in verschillende sessies, presenteren hun scriptie of stageresultaten en hun internationale collega’s geven hun input. Vanaf editie 2024 is ICUR gratis voor EUTOPIA-partners. Dit jaar werden 4 studenten geselecteerd voor deelname door de universiteit van Warwick, die de aanvraag- en selectieprocedure beheert. De activiteit werd ook intern gepromoot als een kans voor toekomstige doctoraatsstudenten om hun academisch curriculum te versterken door te presenteren op een internationale conferentie.
De derde werkgroep ‘Responsible internationalization’, die als doel heeft een strategiedocument uit te werken, is actief bezig met het definiëren van het operationele kader. De werkgroep organiseerde de eerste hybride workshop in maart 2024 op de universiteit van Stellenbosch. Stellenbosch werd gekozen als gastheer omdat het evenement kon plaatsvinden tijdens hun internationale week met als doel meer ruimte te geven aan het niet-Eurocentrische perspectief. Het hoofdthema draaide om het concept van verantwoorde internationalisering en de analyse van de behoeften en mogelijkheden voor EUTOPIA als alliantie rond dit thema. Het evenement werd in februari 2024 voorafgegaan door een online presentatieronde van alle partners over de praktijken en strategieën die aan hun universiteit reeds werden toegepast. De VUB werd vertegenwoordigd door het International Relations office, voor zowel het online als het fysieke evenement. De tweede workshop vond plaats tijdens de E-week in Parijs en draaide rond het thema Kennisveiligheid (Research Security). De VUB was niet vertegenwoordigd omdat het onderwerp niet binnen de competenties van International Relations office viel en Departement Onderzoek was verhinderd voor deelnemen.
WP5 – Work package activiteiten
SubWP5.3 is gewijd aan tools voor mobiliteit en is thans operationeel en reeds opgestart met het in kaart brengen van de verschillende activiteiten en het aantal mobiliteitsactiviteiten binnen de alliantie.
Studenten- en personeelsmobiliteit: ter ondersteuning van 100 studentenmobiliteiten en 10 stafmobiliteiten naar EUTOPIA-partners tegen het einde van EUTOPIA MORE werden inter-institutionele akkoorden met alle EUTOPIA-partners afgesloten, met uitzondering van NOVA.
Studentenmobiliteiten voor uitwisseling:
Blended Intensive Programmes (BIPs) zijn een gecombineerde korte termijn mobiliteit die is toegevoegd aan het Erasmus+ kader 2021-2027 en die bestaat uit een online component in combinatie met kortdurende mobiliteit. De mobiliteit omvat het verwerven van ECTS. Ter ondersteuning van de door het project gefinancierde activiteiten om de samenwerking tussen de EUTOPIA-partners te stimuleren, financierde de VUB 10 uitgaande studentenmobiliteiten en 6 uitgaande personeelsmobiliteiten naar 2 BIPs. Een daarvan vond plaats in het kader van Connected Learning Community of Urban Education. Het ene BIP vond plaats in het kader van de Connected Learning Community of Urban Education, waarbij 5 studenten werden onthaald door Cergy. Het tweede BIP vond plaats in het kader van de reeds bestaande samenwerking voor de DARE-zomerschool tussen VUB, NOVA, UPorto en Technische Universiteit Munchen (TUM), waarbij 5 VUB-studenten en 3 personeelsleden op mobiliteit gingen naar de TUM.
SUBWP5.4 - Zichtbaarheid op de campus. Door verschillende initiatieven op het niveau van de VUB zijn we er in geslaagd om de zichtbaarheid van EUTOPIA op de campus te vergroten. EUTOPIA was bijvoorbeeld vertegenwoordigd op de campus kick-offs in Etterbeek en Jette, op de onboarding voor nieuw VUB-personeel (3 sessies per jaar) en tijdens de internationale dagen. Deze aanwezigheid op voornoemde evenementen zal in de toekomst worden herhaald en ook elders zal de aanwezigheid worden versterkt, zoals op het Onderwijscongres op 8 maart 2024. EUTOPIA-studentenvertegenwoordigers zijn ook geraadpleegd en gevraagd om waar mogelijk en gepast de bewustwording onder hun medestudenten te vergroten. Ondanks de activiteiten op VUB-niveau, is er echter weinig coördinatie op WP-niveau.
WP6 - Work package activiteiten
SUBWP6.2 - Wetenschapsdiplomatie. In 2024 werden er vijf seminars gepland.
Seminar 4: Science In Diplomacy: Exploring Evidence-Based Policy Making
• Datum: 29 februari 2024
• Plaats: Online
• Aantal deelnemers: 47
In een tijdperk waarin mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering, pandemieën en duurzame ontwikkeling wetenschappelijk onderbouwde oplossingen vereisen, is de integratie van wetenschappelijke inzichten in diplomatieke inspanningen en beleidsvorming belangrijker dan ooit. Dit seminarie was gericht op het verkennen van de rol van wetenschappelijk bewijs in diplomatieke strategieën en beleidsformulering die een beter geïnformeerd, effectiever en coöperatiever internationaal beleidslandschap vergemakkelijken.
Dr. Diana Shendrikova, Assistant Professor aan de faculteit Energie van Politecnico di Milano en adviseur Wetenschapsdiplomatie bij de UNESCO-leerstoel Energie voor duurzame ontwikkeling, leidde de discussie. Het seminarie was toegankelijk voor een breed publiek, van studenten tot diplomaten.
Seminar 5: Exploring Regional Science Diplomacy
• Datum: 30 mei 2024
• Plaats: Region Västra Götaland EU Representation Office
• Aantal deelnemers: 39
Wetenschapsdiplomatie is traditioneel gepositioneerd binnen het kader van nationale en supranationale inspanningen. Bijgevolg blijft het discours en onderzoek naar wetenschapsdiplomatie op subnationaal-regionaal niveau schaars. Dit is opmerkelijk, aangezien deze actoren ook een belangrijke rol spelen op het internationale toneel.
Dit seminarie over wetenschapsdiplomatie werd gehouden in samenwerking met het European Regions Research and Innovation Network (ERRIN), de Unit on Non-Traditional Diplomacy (UNU-CRIS en BSoG) en EUTOPIA geassocieerde partner Regio Västra Götaland. Het doel van het evenement was het faciliteren van een boeiende dialoog tussen regionale vertegenwoordigers en academici om effectieve strategieën voor het bereiken van hun wetenschapsdiplomatieke doelstellingen te delen en te verkennen. Een belangrijk discussiepunt was de ingewikkelde wisselwerking tussen universiteiten en hun regionale context, waarbij werd onderzocht hoe dit partnerschap het ‘triple helix’-model van innovatie belichaamt, dat wordt gekenmerkt door de onderlinge afhankelijkheid tussen de academische wereld, het bedrijfsleven en de overheid.
Tijdens dit evenement onderzochten de deelnemers hoe regio’s hun wetenschappelijke instellingen, onderzoekscentra en innovatie-ecosystemen kunnen gebruiken om wereldwijde wetenschappelijke samenwerking en diplomatie te beïnvloeden. Ze onderzochten ook de bijdragen van regio’s aan mondiale problemen zoals klimaatverandering, volksgezondheid en duurzame ontwikkeling door middel van wetenschapsdiplomatie. Bijkomende discussiethema’s waren: de manieren waarop wetenschapsdiplomatie innovatie kan stimuleren, investeringen kan aantrekken en economische ontwikkeling op regionaal niveau kan bevorderen. De deelnemers onderzochten ook de modellen voor succesvolle samenwerking tussen academische instellingen en regionale overheden om onderzoekscapaciteiten en onderwijsmogelijkheden te verbeteren. Tot slot hebben ze de unieke uitdagingen geïdentificeerd waarmee regio’s te maken hebben als het gaat om wetenschapsdiplomatie, waaronder beperkte middelen, politieke dynamiek en coördinatie met nationaal beleid.
Het gewaardeerde panel bestond uit Peter Spyns, Coördinator Internationaal O&I-beleid & Senior Adviseur A.I. Beleid voor de Vlaamse Overheid; Alexis Roig, CEO van SciTech DiploHub en Barcelona’s Chief Science and Tech Envoy; Natalija Stošicki, Directeur Strategische Ontwikkeling en Internationalisering bij de Kamer van Koophandel en Industrie van Slovenië; en Mariam Keburia, Diplomaat bij het Georgische Ministerie van Buitenlandse Zaken en Assistent Professor aan de Ivane Javakhishvili Tbilisi State University. De conferentie werd gemodereerd door Luc Soete, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. Dit seminarie was eveneens bedoeld voor een divers publiek.
Seminar 6: Preserving the Past: The Role of Science Diplomacy in Cultural Heritage Protection
• Datum: 26 september 2024
• Plaats: Brussels School of Governance, VUB
• Aantal deelnemers: 32
Cultureel erfgoed, dat zowel tastbare artefacten als immateriële tradities omvat, is een hoeksteen van de menselijke identiteit en historische continuïteit. Het wordt echter geconfronteerd met ongekende bedreigingen vanuit vele hoeken: natuurrampen, klimaatverandering, gewapende conflicten, stedelijke ontwikkeling en illegale handel om er maar een paar te noemen. Het is veelbelovend om op vele manieren een cruciale rol te spelen, bijvoorbeeld door het bevorderen van onderzoekssamenwerkingen, het opbouwen van capaciteit, het vormgeven van beleid en het bieden van crisisrespons.
Dit EUTOPIA-seminarie, in de vorm van een paneldiscussie, verdiepte zich in de veelzijdige rol van wetenschapsdiplomatie bij de bescherming van cultureel erfgoed. Er werden succesvolle casestudies belicht waar internationale wetenschappelijke samenwerking belangrijke vooruitgang heeft geboekt in het behoud van erfgoedsites en artefacten. De discussie ging ook over de uitdagingen en kansen die ontstaan wanneer wetenschap en diplomatieke inspanningen op het vlak van cultureel erfgoed elkaar kruisen.
De discussie verhoogde het bewustzijn van de rol van wetenschapsdiplomatie in het behoud van cultureel erfgoed, benadrukte de behoefte aan betere samenwerking tussen stakeholders en toonde verschillende strategieën die kunnen worden nagevolgd om ervoor te zorgen dat ons verleden ook onze toekomst is.
Het panel, dat gemodereerd werd door Dr. Christina Hainzl, hoofd van het Onderzoekslab Democratie en Samenleving in Overgang aan de University for Continuing Education Krems, bestond uit Oriol Freixa Matalonga, Liaison Officer voor Cultuur, UNESCO; Dr. Jermina Stanojev, European Heritage Hub; Alfio Gullotta, Policy Officer - Cultural Heritage, European External Action erService; en Dr. Koenraad Van Balen, Professor Emeritus aan de KU Leuven en raadslid van Europa Nostra. Na de discussie vond een boeiende Q&A-sessie plaats.
Seminar 7: Why universities need Science Diplomacy?
• Datum: 24 november 2024
• Plaats: Cergy, France
• Aantal deelnemers: +/- 300
Georganiseerd als slotevenement van de reeks seminaries binnen EUTOPIA, dit seminarie bracht vooraanstaande actoren uit het veld samen tijdens de openingsceremonie van de EUTOPIA-week in Cergy, Frankrijk: Luk Van Langenhove, emeritus hoogleraar aan de Brussels School of Governance, Vrije Universiteit Brussel, ereprofessor aan de universiteit van Warwick en coördinator van de EC experten groep Wetenschapsbeleid; Pierre-Bruno Ruffini, erevoorzitter van de universiteit van Le Havre en medevoorzitter van de EU Alliance on Science Diplomacy; Eric Piaget, EUTOPIA coördinator wetenschapsdiplomatie.
Seminar 8: Young Leaders Academy Network on SD
• Datum: 2 december 2024
• Plaats: online
• Number of participants: 20
Als onderdeel van de regelmatige training van de fellows van de EUTOPIA Young Leaders Academy (YLA) en hun interesse in het ontwikkelen van een netwerk voor duurzame ontwikkeling, werd een seminar gewijd aan deze besloten groep academici. Het doel is om zich te engageren in de nieuwe ontwikkelingsfase van het vakgebied in EUTOPIA en om onze YLA te voorzien van kennis en vaardigheden op het gebied van duurzame ontwikkeling.
SUBWP6.3 - Communicatie en sensibilisering.
Verantwoordelijkheden voor VUB deelname in dit werkpakket zijn verspreid onder de VUB departementen Internationale Relaties en Marketing/Communicatie. Hieronder wordt vooruitgang gerapporteerd m.b.t. het International Relations office.
Evenementen ter sensibilisering: er werden verschillende activiteiten georganiseerd om de VUB-gemeenschap bewuster te maken van het aanbod van de alliantie:
- deelname aan de student kick-offs op campus Jette en Etterbeek en de Go Abroad Fair met een infostand.
- Promotie van de EUTOPIA-opportuniteiten voor studenten werd ook geïntegreerd in de infosessies die door het Exchange Team werden gehouden om mobiliteit naar het buitenland te promoten (zowel op universitair als facultair niveau).
- Optimalisering van EUTOPIA infobundels (flyers voor studenten en staff, EUTOPIA magazine)
- EUTOPIA Day 2024: alle sessies werden uitgezonden voor een live publiek op campus Etterbeek, sommige sessies werden uitgezonden vanaf onze campus naar de partner universiteiten (SIF presentaties, expert panel duurzaamheid).
- VLIF-CREF conferentie (29 april 2024): ter gelegenheid van het Belgisch voorzitterschap van de EU fungeerden de vicerector onderwijs en de vicerector internationalisering als VUB gastvrouwen voor een dagprogramma volledig in thema van Europese Universiteitsallianties. De 10 Belgische universiteiten en hun respectievelijke alliantiepartners tekenden present. VUB/EUTOPIA gaf het panel ‘The Future of Education and Language Learning in our Connected World’ vorm in samenwerking met UC Louvain/Circle U.
- EUTOPIA FLECSLAB policy workshop (12 december 2024): ter gelegenheid van de afronding van het EUTOPIA-FLECSLAB project (dat levenslang leren in de internationale context van de EUTOPIA Connected Learning Communities onderzoekt), fungeerde de vicerector internationalisering als gastvrouw voor het slotevenement, dat in samenwerking met het LLL Platform en European Economic & Social Committee werd georganiseerd.
- Een nieuwe studentennieuwsbrief werd opgezet in oktober 2024, waarbij VUB studenten die aangaven om op de hoogte te worden gehouden van EUTOPIA studentenopportuniteiten tijdens de student kick-offs, om de 3 maanden een overzichtsnieuwsbrief in hun mailbox ontvangen.
- Duurzame samenwerking met dept. Marketing/Communicatie blijft onderhouden (Facts&Figures, verslaggeving bijzondere gelegenheden, ontwerp van disseminatie en communicatie materialen, …)
3. PROJECTEN
Het International Relations office staat in voor de administratieve ondersteuning van extern gefinancierde projecten via advies aan promotoren die een projectvoorstel uitschrijven, voornamelijk VLIR-UOS en EU-mobiliteits- en onderwijsprojecten.
Kandidaat-promotoren krijgen toelichting omtrent de belangrijkste modaliteiten op vlak van indiening van voorstellen, toepassing van donorspecifieke richtlijnen en formaten, financiële regelgevingen. Voor de indiening bij de donororganisatie worden projectvoorstellen gescreend op volledigheid, toepassing van het gevraagde formaat en (financiële) richtlijnen en, indien van toepassing, op het gebruik van de vereiste management procedure zoals de ‘Theory of Change’. Specifieke trainingen worden georganiseerd door de verschillende entiteiten binnen het International Relations office via infosessies en schrijfsessies, al dan niet via LRN.
3.1 EU-gefinancierde projecten
Het kaderprogramma Erasmus+ 2021-2027 heeft een budget van meer dan 26 miljard euro. Het programma omvat vier horizontale prioriteiten, die de projectontwikkeling sturen: Inclusivity and Diversity (Inclusiviteit en diversiteit), Digital Transformation (Digitale Transformatie), Environment (Milieu), Sustainability and Climate Action (Duurzaamheid en Milieu), en Participation in Democratic Life (Participatie in het Democratische Leven).
Het programma Erasmus+ 2021-2027 beoogt een leven lang leren te bevorderen door de educatieve, professionele en persoonlijke groei van individuen in onderwijs, opleiding, jeugd en sport te ondersteunen. Om de doelstellingen te verwezenlijken, is het programma opgebouwd rond de volgende kernacties:
• Kernactie 1: Mobiliteit van personen
• Kernactie 2: Samenwerking tussen organisaties en instellingen
• Kernactie 3: Ondersteuning voor beleidsontwikkeling
• Kernactie 4: Jean Monnet-acties
Door deelname aan en uitvoering van Erasmus+ projecten draagt de VUB actief bij tot de overkoepelende doelstellingen van het programma en ondersteunt ze strategische samenwerking in onderwijs en opleiding binnen en buiten de Europese Unie. Het programma wordt beheerd door de Europese Commissie, het European Education and Culture Executive Agency (EACEA) en nationale agentschappen zoals EPOS Vlaanderen.
In 2024 werden verschillende VUB-projectvoorstellen geselecteerd die betrekking hebben op de verschillende kernacties. Deze projecten bevorderen samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen, organisaties binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en in regio’s en landen buiten de EER. Daarnaast dragen deze projecten bij aan de pijlers van het International Relations office, met de nadruk op i) samenwerking met internationale partners en transversale samenwerking met interne diensten en faculteiten, aangevuld met ii) mondiaal burgerschap. Uiteindelijk ondersteunen deze Erasmusprojecten de actieve deelname van de VUB aan haar internationale netwerk en de versterking van haar reputatie als toonaangevende wereldwijde universiteit.
Geselecteerde Erasmus+ projecten in 2024
Project Titel
Learning Mobility
Wave Makers: Supporting Youth and Ocean Health through Arts and Activism
Cooperation Partnership AI Literacy in SME
Cooperation Partnership
Innovating in the way STEM is taught through Sports in School Education (STEM Sports)
Cooperation Partnership MAinstreaming GENDer equality in Academia (MAGENDA)
Cooperation Partnership
Decolonization of Curriculums in Secondary School (DECUS)
Cooperation Partnership #ENHANCE - The social side of eSports (ENHANCE)
Cooperation Partnership
Cooperation Partnership – Sport
Education for the transition to Sustainable AgriFood systems in South America (EduSAF)
EDUcation for Dual Careers of football talents (EDU-DC)
Cooperation Partnership – Sport Theoretical Chemistry and Computational Modeling
Cooperation Partnership – Sport
European framework for the Promotion of mental Health in elite sport Organisations (EUPHORIA)
Partnership for Excellence
Professionalisation of teachers and mentors in Vocational Education to realise Powerful Transformative (ProVEST)
Support for Policy Development Learning Environments for a Sustainable Transition (RESCALE)
FORum of European Universities for All
Lopende projecten in het kaderprogramma 2021 - 2027
VUB: partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Budget
Partner: Elvira CROIS 01/06/2024 –31/08/2025 € 34.506
Partner: Johan LOECKX, Laetitia d’ORNANO 01/11/2024 –30/04/2027 € 70.194
Coordinator: Wouter COOLS 01/11/2024 –31/10/2026 € 250.000
Partner: Paul QUINN, Karen CRUYT 01/11/2024 –31/10/2027 € 799.536
Partner: Adriana MORENO-CELY, Chang ZHU 01/12/2024 –01/09/2027 € 250.000
Coordinator: Marc SARENS & Dirk AERENHOUTS 01/12/2024 –31/11/2027 € 400.000
Partner: Johan STIENS 01/12/2024 –30/11/2027 € 799.232
Partner: Koen de BRANDT 1/11/2024 –31/04/2027 € 400.000
Coördinator: Jolan KEGELAERS 1/01/2024 –31/12/2026 € 400.000
Coördinator: Jolan KEGELAERS 1/01/2025 –31/12/2027 € 400.000
Partner: Ingeborg PLACKE 1/02/2023 –31/01/2029 € 399.749
Coördinator: Maurice DE GREEF 1/02/2025 –31/01/2027 € 2.446.224
Partner: Mattia BELLOTTI 01/11/2024 –01/11/2028 € 1.816.554
Onderstaande projecten werden geselecteerd tijdens de eerste (gedeeltelijke) oproep in het Erasmus+ programma 2021 – 2027 en zijn intussen lopende projecten.
Project Titel
Cooperation Partnership – Sport Aquatic Literacy For All Children (ALFAC)
Capaciteitsuitbouw in het Hoger Onderwijs
Jean Monnet Network
Developing university capacity in SADC towards participatory approaches in pursuing the SDGs (EngageSDGs)
The European Green Deal: Governing the EU’s Transition towards Climate Neutrality and Sustainability (Green Deal-NET)
VUB: partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Budget
Partner: Kristine DE MARTELAER 16/08/2022 –15/08/2025 €400.000
Partner: Leo Van OUDENHOVE & Bram LIEVENS 1/12/2023 –30/11/2026 € 799.999
Coordinator: Sebastian OBERTHUER 1/9/2022 –31/8/2025 € 1.000.000
Jean Monnet Network
Jean Monnet Chair
Jean Monnet Chair
What role for Europe in the Indo-Pacific?
Identifying regional policy responses towards the EU’s Indo-Pacific Strategy 2022-25
Governing the environment-economy nexus in the European Green Deal (ECOvalence)
Analysing Digital and Civil Rights in Today’s EU (EuropeExplained)
Cooperation Partnership
European Universities Transforming to an Open Inclusive Academy - Making Organisational and Real Evolution (EUTOPIA MORE)
Cooperation Partnership Sport Sport-T-Index
Cooperation Partnership AC2
Capaciteitsuitbouw in het Hoger Onderwijs
Boosting Agricultural Studies in Sub-Saharan Africa (BASIS)
Cooperation Partnership -Sport The Good Game project: Promoting mental health in esports
Cooperation Partnership –Sport
Capaciteitsuitbouw in het Hoger Onderwijs
Capaciteitsuitbouw in het Hoger Onderwijs
Capaciteitsuitbouw in het Hoger Onderwijs
Jean Monnet Module
Capacity building on sustainable and motivational training design enhanced by smart technologies for senior citizens (IKIGAI 55)
Partner: Michael REITERER 1/12/2022 –30/11/2025 959,993.00 €
Coordinator: Harri KALIMO 1/9/2022 –31/8/2025 € 50.000
Coordinator: Trisha MEYER 1/11/2022 –31/10/2025 € 50.000
Partner: Jan DANCKAERT 01/12/2022 –31/11/2026 €
Coördinator: Munira Aminova 1/1/2023 –30/6/2025 € 400.000
Partner: Georgios Terzis
Partner: Jonathan CHAN
Coördinator: Jolan KEGELAERS 1/01/2024 –31/12/2026 €
Partner: Marc SARENS & AERENHOUTS Dirk 1/12/2023 –30/11/2025 €
Inclusive digital learning about the european union for humanities, languages and teacher training departments in Mongolia (MONEUL) Coordinator: Gracienne LAUWERS 1/12/2023 –30/11/2026 € 399.749
INnovative MAster’s program in photonics and optical COMmunications to meet the needs of the telecommunications labour market in Uzbekistan (INMACOM)
Reforming the Governance of PhD Programs at Palestinian Higher Education Institutions (PHDGov)
Sustainability and Trade: A European Narrative (SUSTAEN)
3.2 VLIR-UOS gefinancierde projecten (federaal)
Partner: Heidi OTTEVAERE
Partner: Sven VAN KERCKHOVEN ; Sara SILVESTRE 01/03/2022 –28/02/2025
Sinds september 2022 startte het nieuwe 5-jarenprogramme FYP2 van VLIR-UOS. Binnen het programma Global Minds, waarvoor elke Vlaamse universiteit een eigen budget ontvangt volgens een performantiesleutel om de capaciteitsopbouw op het vlak van universitaire ontwikkelingssamenwerking te versterken, schreef het International Relations office in het academiejaar 202232024 negen interne oproepen uit: 3 oproepen voor Stafmobiliteit (XREI), Small Great Projects (SGP) en Reisbeurzen voor studenten (REI) en 1 oproep voor Joint PhD’s, Group Mobility, en de UDC Career Award.
Binnen het Zuidportfolio werden door VLIR-UOS volgende oproepen gelanceerd: International Training Programme Projects (ITP) 2024 en TEAM 2024
Gebruikte afkortingen voor de verschillende projecttypes:
TEAM: samenwerking tussen een team Zuid en team Noord (VUB)
ICP: Master Programme
ITP: International Training Programme
IUS: Institutionele Universitaire Samenwerking
SI: Short Initiative
GM: Global Minds
ORG: Organisatiekosten
Nieuwe projecten 2024
Project Titel
VUB: partner of coördinator VUB academisch contact-persoon Duur van het project (van tot en met) Budget
ICP MASTER OF SCIENCE IN BIOLOGY: Mundo Tropicalis Coörd Farid Dahdouh Guébas 01/09/2024 –31/08/2030 € 749.995,40
ICP MSc Sustainable Land Management Partner Margaret Chen 01/09/2024 –31/08/2030 € 770.000,00
TEAM
Resilient minds, sustainable futures: Exploring the interconnectedness of Mental Health and Climate Change: Implications for Human and Community Wellbeing (buen-vivir) in Rural and Indigenous Communities in Bolivia
TEAM Developing a cloud computing ecosystem to foster a smart city paradigm in Cuba (CuBeCloud)
TEAM Primary Healthcare Cuba: Multistakeholder approach
TEAM A multi-pronged approach on transforming WASH and climate resilient agriculture for a sustainable future
TEAM
TEAM
TEAM
BIOMONITOR: Biosensor-mediated environmental monitoring of heavy metal pollution in Peruvian mining areas
Single Image Parasite Quantification (SIMPAQ): a New Diagnostic Technique using Microflui-dics to Manage Soil-Transmitted Helminthiases and Schistosomiasis towards Elimination
Building Socio-ecological resilience of communities to Flash Flooding in the Rwenzori Mountains (B-SaFFeR)
ITP
Seeding Sustainability: Training for trainers in mangrove conservation and ecological restoration in UNESCO biosphere reserves.
Lopende projecten 2024
Coörd. Hadewijch Vandenheede 01/09/2024 –31/08/2029 €299.227,50
Coörd. Ann Nowé
01/09/2024 –31/08/2029
Coörd. Johan Stiens 01/09/2024 –31/08/2029
€299.987,60
€299.999,70
Coörd. Margaret Chen 01/09/2024 –31/08/2029 €299.989,80
Coörd. Eveline Peeters
Coörd. Wim De Malsche
01/09/2024 –31/08/2029
01/09/2024 –31/08/2029
Coörd. Matthieu Kervyn 01/09/2024 –31/08/2029
€299.998,60
€299.431,02
€299.974,40
Coörd. Tom Van der Stocken 01/09/2024 –31/08/2027 €149.794,70
Project Titel
SI Single Image Parasite Quantification (SIMPAQ): a New Diagnostic Technique using Microfluid-ics to Manage Soil-Transmitted Helminthiases towards Elimination
VUB: partner of coördinator VUB academisch contact-persoon Duur van het project (van tot en met) Budget
Coörd. Wim De Malssche
01/09/2022 –31/08/2024 € 69.951,20
SI ViolenceStop: Protocols for the Care and Protection of Women and Children in Cuba Coörd. Jenneke Christiaens 01/09/2022 –31/08/2024 € 69.984,20
SI (COVID-19 PROMPT) Toward PrecisiOn Medicine for the Prediction of Treatment response to Covid-19 in Cuba.
SI Development of local devices for telemedicine services in remote areas of Ecuador
Coörd. Nikos Deligiannis 01/09/2022 –31/08/2024 € 69.976,50
Coörd. Johan Stiens 01/09/2022 –31/08/2024 € 69.806,00
SI DISA: Digital Inclusion in South Africa: From Digital Difficulties to Inclusive Digital Transition Coörd. Ilse Marien 01/09/2023 –31/08/2025 € 69.962,2
SI Revaluation of Andean ancestral knowledge on medicinal herbs through the development of a phytotherapeutic product
Coörd. Yvan Vander Heyden 01/09/2023 –31/08/2025 € 70.000
SI SmartWaterManagementCuba Coörd. Kris Steenhaut 01/09/2023 –31/08/2025 € 70.000
SI Empowering Women Farmers to Actualise Rights to Seed for Sustainable and Resilient Food System in East-Java Indonesia
TEAM
KAWSAYTA AWANACHEJ* – A Bolivian community learning-research network in sustainable territorial governance and management
TEAM
TEAM
Supporting marine small-scale fisheries sustainability as a basis of safeguarding food security and livelihoods in East African region (SAVE-FISH)
GEOdata infrastructures and citizen SCIences to support REsilient development of rural com-munities in Quang Nam province (GEOSCIRE)
TEAM
IUC
Levodopa-rich biomass of slime molds and puffballs and their melanins for treatment of Parkinson’s disease and Alzheimer’s disease
Strengthening Jaramogi Oginga Odinga University of Science and Technology Capacity in Natural Resource Management, Food Security and Health
Coörd. Koen Byttebier 01/09/2023 –31/08/2025 € 69.531
Coörd. Zhu Chang 01/09/2022 –31/08/2028
€299.990,90
Coörd. Marc Kochzius 01/09/2022 –31/08/2028
Coörd. Matthieu Kervyn De Meerendre 01/09/2022 –31/08/2028
Coörd. Ann Van Eeckhaut 01/09/2022 –31/08/2028
€300.000,00
€299.981,00
€279.999,50
Coördinator Ann Van Griensven 01/09/2023 –31/08/2024 € 660.000
IUC
University as a facilitator for community Based Sustainable solution to Demographic challenges in South Western Uganda Coördinator Gily Coene
GM Global Minds
ICP
Master of Marine and Lacustrine Science and Management - Oceans and Lakes:
ORG Organisatiekosten
IUC
IUS: Phase Out Y 1 voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad de Oriente (Sede Mella) - Cuba en de Vlaamse universiteiten
IUC
NETWORK
ITP
IUS : Fase II (jaar 2 partnerprogramma 2022 – 2027) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Universidad Católica Boliviana “San Pablo” (UCB)
NETWORK Phase Out ‘ICT’ Programma (2019-2023)voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad Central ‘Marta Abreu’ de Las Villas - Cuba en de Vlaamse universiteiten
Improving the capacity in biotechnology/molecular biology of trainers to resolve challenges to the Kenyan society
Coörd.
IRMO, geen academisch verantwoordelijke
Coörd. Marc Kochzius
NVT
01/09/2023 –31/08/2024 € 610.608,05
01/09/2023 –31/08/2024 € 853.339,63
01/09/2023 –31/08/2024 € 151.517
IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01/09/2023 –31/08/2024 € 314.877
Coörd. R. Vounckx/Jef Vandemeulebroucke 01/09/2023 –31/08/2024 € 134.004.78
Coörd. G. Loots/Leo Van Audenhove
01/09/2023 –31/08/2024 € 570.000
Coörd. A.Nowé 01/09/2023 –31/08/2024 € 20.000
Coörd. Geert Angenon
ITP SULAMA – Sustainable Land Management Partner
ITP
REINFORCE- Reinforcing academic cooperation in the area of peace studies between Ethiopian and Flemish higher education institutions (Belgium)
Ann Van Griensven
Partner Stefaan Smis
3.3 VUB – Strategische Internationale Partnerschappen
01/01/2023 –31/12/2025 € 149.704,5
01/01/2023 –31/12/2025 € 149.999,3
01/09/2023 –31/08/2024 9000
In 2024 liepen de twee eerste VUB-Strategische Internationale Partnerschappen hun tweede werkjaar: University of Western Cape (UWC), Zuid-Afrika, coördinator L. Van Audenhove en Universidad Central “Marta Abreu” de Las Villas (UCLV), Cuba. Het coördinatorschap voor UCLV werd overgedragen aan L. De Melo Melgaço. Over de werking wordt er jaarlijks gerapporteerd aan de Raad Internationaal Beleid. De rapportage is lopende.
In 2024 werd er geen nieuwe oproep voor SIP gelanceerd.
4. BEURZEN
De geboden ondersteuning door het International Relations office is afhankelijk van de overeenkomst met de financierende instantie en de afgesproken verdeling van taken tussen deze instantie en de VUB. Taken die tot het pakket kunnen behoren zijn:
- Dossier- en beursbeheer
- Boeken van tickets, opstellen van visumaanvragen, hulp bij openen van een bankrekening en het vinden van huisvesting,
aansluiting bij ziekenfonds en verzekeraar ACE/SIP, afsluiten van een geblokkeerde rekening, opstellen schadeclaims voor verzekeringen, repatriëring
- Organiseren van ‘summer travel’ tussen het 1e en 2e jaar van masterstudies
- Voorbereiding van de terugkeer na het afstuderen (reservatie van vliegtuigtickets, afsluiten beursdossier,….)
- Nominatie van studenten voor een beurs en administratieve opvolging
- Organisatie van interne selectie
4.1 VUB financiering
Cuba Joint PhD
Maylen Villamañan Alba behaalde haar PhD met verdediging in academiejaar 2023-2024. Dargel Gonzalez Gonzalez is nog de enige PhD-kandidaat van dit programma.
UNIVERSITAS
Naar aanleiding van de derde oproep van het Universitas programma, werden er in het voorjaar van 2024 drie dossiers goedgekeurd door de Raad Internationaal Beleid:
- Matthieu Kervyn, Hanoi University of Civil Engineering, Vietnam 1 PhD student
- Koen Byttebier, Universidad Central de Las Villas, Cuba,1 PhD student
- Geert Angenon, Universidad Central de Las Villas, Cuba,1 PhD student
Van de kandidaten die geselecteerd waren tijdens vorige oproepen zijn er 9 PhD-studenten actief bezig met hun doctoraat, 2 PhD-studenten hebben hun doctoraat behaald, 8 masterstudenten hebben hun diploma behaald, en 2 master-studenten hebben met succes het eerste jaar van de tweejarige masteropleiding beëindigd.
VUB masterbeurzen
De merit-beurzen zijn bedoeld voor nieuwe niet-EER studenten in anderstalige masteropleidingen. De beurs bedraagt 5.000 EUR per academiejaar. Er werden 29 beurzen toegekend in 2022-2023 aan eerstejaarsstudenten waarvan er 18 werden verlengd in 2023-2024. In 2023-2024 werden 34 beurzen toegekend aan eerstejaarsmasterstudenten.
VUB reisbeurzen voor personeel
Jaarlijks worden er een aantal stafmobiliteiten voorzien ter versterking van de beleidsplannen (facultair, rectoraal en Internationalisering), EUTOPIA, deelname aan missies, of andere initiatieven met een bredere impact dan een persoonlijke verrijking. In 2024 werden volgende mobiliteiten gefinancierd: faculteit IR (2), faculteit LK (15), faculteit PE (10), faculteit LW (6), faculteit WE (4), faculteit ES (0), faculteit GF (4).
4.2 EU-financiering – operationeel orgaan EPOS
Erasmus + Key Action 1 - Individuele leermobiliteit
Het Erasmus+ programma promoot de Europese en transnationale dimensies van onderwijs, training, jeugd en sport en wenst de kwaliteit hiervan te bevorderen via samenwerking met andere landen en instellingen binnen de EU (programmalanden) en daarbuiten (partnerlanden). Het programma kent drie pijlers en de eerste pijler, nl. Key Action 1, omvat de individuele leermobiliteit.
Het Erasmus+ studentenuitwisselingsprogramma KA131 voor studie en stage met de programmalanden (EER, IJsland, Liechtenstein, Noord-Macedonië, Turkije, Noorwegen, Servië) blijft aan de VUB het populairste en grootste mobiliteitsprogramma. Daarnaast is mobiliteit buiten Europa mogelijk naar partnerlanden van het Erasmus+ programma via KA171.
De concrete samenwerking binnen deze actie steunt op het afsluiten van inter-institutionele akkoorden tussen partnerinstellingen voor specifieke disciplines. De VUB beheerde 381 inter-institutionele contracten in academiejaar 2023-2024. Daarbovenop werden er nog 21 nieuwe contracten en 1 akkoord met één van de partners binnen het Eutopia-netwerk afgesloten voor mobiliteit vanaf september 2024. De VUB heeft 16 bilaterale akkoorden met Belgische Franstalige universiteiten voor het faciliteren van Erasmus Belgica dat gefinancierd wordt door het Prins Filips Fonds.
2023-2024
beheerde 381 inter-institutionele contracten in academiejaar 2023-2024. Daarbovenop werden er nog 21 nieuwe contracten en 1 akkoord met één van de partners binnen het Eutopia-netwerk afgesloten voor mobiliteit vanaf september 2024. De VUB heeft 16 bilaterale akkoorden met Belgische Franstalige universiteiten voor het faciliteren van Erasmus Belgica dat gefinancierd wordt door het Prins Filips Fonds.
2023-2024
Programma Aantal studenten Aantal personeel
Erasmus+ KA131 studie inkomend 236
Erasmus+ KA131 stage inkomend 33
Erasmus+ KA171 studie inkomend 13
Erasmus+ KA171 stage inkomend 6
Erasmus+ studie uitgaand 198
Erasmus+ stage uitgaand 41
Docentenmobiliteit uitgaand* 6
Uitgaande personeelsmobiliteit in het kader van een training* 19
Erasmus Belgica inkomend 3
Erasmus Belgica uitgaand 3
* Dit cijfer omvat alle uitgaande personeelsmobiliteiten gefinancierd via KA131 en KA171. Mobiliteiten die gefinancierd werden met de organisatiemiddelen van KA131 werden ook in het totaal opgenomen.
*Dit cijfer omvat alle uitgaande personeelsmobiliteiten gefinancierd via KA131 en KA171. Mobiliteiten die gefinancierd werden met de organisatiemiddelen van KA131 werden ook in het totaal opgenomen.
VUB ontving 50 studenten in 2023-2024 uit een niet-EER land die met eigen middelen een uitwisseling ondernamen. Deze uitwisselingen kaderen in een akkoord tussen VUB en de thuisinstelling van de studenten.
VUB ontving 50 studenten in 2023-2024 uit een niet-EER land die met eigen middelen een uitwisseling ondernamen. Deze uitwisselingen kaderen in een akkoord tussen VUB en de thuisinstelling van de studenten.
Er vertrokken 25 studenten naar een niet-EER gastinstelling voor een studie-uitwisseling en 27 studenten voor een stage-uitwisseling. 40 studenten kregen een Generieke beurs, 11 studenten een Priority Country Programme beurs. 1 student vertrok met eigen middelen.
Er vertrokken 25 studenten naar een niet-EER gastinstelling voor een studie-uitwisseling en 27 studenten voor een stage-uitwisseling. 40 studenten kregen een Generieke beurs, 11 studenten een Priority Country Programme beurs. 1 student vertrok met eigen middelen.
In februari 2024 werd de projectaanvraag 2024 (KA171) binnen het Erasmus+ kaderprogramma 2021 – 2027 ingediend. Het project dient ter ondersteuning en/of verdere uitbouw van de facultaire samenwerking buiten de EU. VUB ontving financiering voor uitwisseling op Bachelor, Master, PhD en staf-niveau met Marokko, Uganda en Zuid-Afrika.
Erasmus+ Key Action 1 – stage na afstuderen
In februari 2024 werd de projectaanvraag 2024 (KA171) binnen het Erasmus+ kaderprogramma 2021 – 2027 ingediend. Het project dient ter ondersteuning en/of verdere uitbouw van de facultaire samenwerking buiten de EU. VUB ontving financiering voor uitwisseling op Bachelor, Master, PhD en staf-niveau met Marokko, Uganda en ZuidAfrika.
Het Reconfirm-project is ontstaan uit de nood om internationale stagemobiliteit en de financiële ondersteuning ervan toegankelijker te maken voor studenten, afgestudeerden en bedrijven. Met Europese financiering en de inzet van project- en lokale partners werden regionale consortia opgericht. Voor Vlaanderen treedt VLUHR op als consortium. Na afstuderen kan een student minimaal 60 dagen en maximaal 12 maanden op Erasmus+ stage gaan. 16 VUB alumni namen in het academiejaar 2023-2024 deel aan een Stage na Afstuderen.
Erasmus+ Key Action 1 – stage na afstuderen
4.3 Vlaamse financiering – dept. O&V - operationeel orgaan VLUHR
ASEM Work placement
ASEM Work placement is er om de uitwisseling van talenten te promoten tussen Europa en Azië binnen het ‘ASEM Education process’. Dit programma focust op stages voor studenten, ingeschreven in een hoger onderwijsinstelling. De mogelijke bestemmingen zijn Bangladesh, Brunei, Cambodia, People’s Republic of China, India, Indonesia, Japan, Kazakhstan, Republic of Korea, Laos, Malaysia, Mongolia, Myanmar, Pakistan, The Philippines, Singapore, Thailand en Vietnam. In 2023-2024 dienden 2 studenten een aanvraag in voor het ASEM Work placement programma, maar door het ‘first come, first served’ principe, kon uiteindelijk niemand de beurs ontvangen.
Het Reconfirm-project is ontstaan uit de nood om internationale stagemobiliteit en de financiële ondersteuning ervan toegankelijker te maken voor studenten, afgestudeerden en bedrijven. Met Europese financiering en de inzet van project- en lokale partners werden regionale consortia opgericht. Voor Vlaanderen treedt VLUHR op als consortium. Na afstuderen kan een student minimaal 60 dagen en maximaal 12 maanden op Erasmus+ stage gaan. 16 VUB alumni namen in het academiejaar 2023-2024 deel aan een Stage na Afstuderen.
Stages via The Washington Center Jaarlijks geeft de Vlaamse overheid 12 merit scholarships voor een uitwisseling van een 15-tal weken naar The Washington Center. “The Washington Center for Internships and Academic Seminars” is een onafhankelijke organisatie die aan geselecteerde studenten uit verschillende landen de opportuniteit biedt om een werk- en leerervaring op te doen in de Washington regio (VS). Deze uitwisseling bestaat vooral uit een stage maar er zijn ook een aantal ‘academic courses’ en ‘policy dialogues’ te volgen. Voor deze uitwisseling moet de student met de programmaverantwoordelijke overeenkomen dat hij/zij 30 ECTS uit het studiecurriculum kan vervangen door deze stage. In het academiejaar 2023-2024 waren er geen studenten die een aanvraag hebben ingediend. Bijgevolg zijn in het academiejaar geen VUB studenten op stage vertrokken.
Priority Country Programme
Het Priority Country Programme beoogt de uitwisseling van studenten tussen Vlaanderen en acht, voor de Vlaamse overheid, prioritaire landen nl. Brazilië, Chili, Japan, Marokko, Mexico, Turkije, Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Uitwisseling is enkel mogelijk naar instellingen waarmee de VUB een MoU heeft afgesloten. Inkomende mobiliteit kan enkel in zoge-
naamde duo-projecten. De mobiliteit varieert van minimum 1 maand tot maximum 2 semesters, met een uitzondering voor Turkije waar de mobiliteit maximum 2 maanden is.
In het kader van dit programma werd in academiejaar 2023-2024 aan 11 studenten een beurs toegekend: 2 beurzen voor een studie in Japan, 1 beurs voor een studie in Marokko, 2 beurzen voor een stage in Japan, 2 beurzen voor een stage in de VS en 4 beurzen voor een stage in Zuid-Afrika
Generieke beurzen
De generieke beurzen voor uitgaande mobiliteit ondersteunen een studie of stage in een land dat geen deel uitmaakt van de Erasmus+ programmalanden. De VUB dient centraal of departementaal een bestaand akkoord te hebben met de gastinstelling. In 2023-2024 vertrokken 40 VUB studenten op uitwisseling met een generieke beurs: 21 in het kader van een uitwisseling voor studies en 19 in het kader van een uitwisseling voor stage. De landen waar studenten naartoe gingen waren Australië, Brazilië, Cambodja, Canada, Chili, China, Indonesië, Japan, Maleisië, Mexico, Zuid-Afrika, Zuid-Korea en de Verenigde Staten.
Master Mind Scholarships
Via het Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students wil het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap een bijdrage leveren aan de versterking van het internationaal klimaat in het Vlaams hoger onderwijs door het aantrekken van internationale topstudenten voor een masteropleiding. Het departement Onderwijs en Vorming definieerde de notie “topstudent” zodat er minder maar betere aanvragen ingediend worden. Elke hogeronderwijsinstelling mag maximum 20 studenten nomineren voor een beurs. Vier studenten ontvingen een Master Mind scholarship en 1 student heeft afgezien van de beurs
Van het cohort 2023-2024 zijn 3 studiebeurzen uitzonderlijk verlengd voor het tweede jaar, en één studente kreeg een beurs voor haar tweedejaars masterstudie.
4.4 Vlaamse financiering – Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (BUZA)
Fayat Scholarships
Met de Fayatbeurzen krijgen talentvolle studenten de kans om verder te studeren aan de beste topinstellingen ter wereld. De studenten worden tegelijk ambassadeurs die het imago van Vlaanderen als innovatieve topregio nog meer op de kaart helpen zetten via ondersteuning van de activiteiten van de Vlaamse vertegenwoordiging in het land van bestemming. De studenten dienen rechtstreeks in bij BUZA, maar coaching wordt georganiseerd door het International Relations office. De applicaties uit 2023 die in 2024 werden beoordeeld, leverden twee succesvolle beurzen op voor VUB-studenten. Dit resultaat kwam uit een groep van ongeveer veertig studenten uit alle HOI, die uitgenodigd werden voor een interview.
4.5 Federale financiering – DGD - operationeel orgaan VLIR-UOS
IRMO is verantwoordelijk voor de administratieve ondersteuning van de masterbursalen geselecteerd voor het International Course Programme Master of Marine and Lacustrine Science and Management (ICP “Oceans and Lakes”). Dit omvat onder meer: het regelen van vluchten, hulp bij visumprocedures, betaling van beurzen en reiskosten. Academiejaar 2022-2023 was het eerste jaar van het tweede vijfjarenplan van VLIR-UOS. Deze financiering gebeurt in 2 delen, namelijk de ICP-beurzen en het ICP-connect programma. Voor beiden eindigt de VLIR-UOS financiering op het einde van dit vijf jaren programma.
Daarnaast werden nog beurzen toegekend via het Global Minds programma aan studenten, PhD en personeel.
Project
Beurzentoekennings-programma: beurzen voor ICP–studenten
Reisbeurzen voor studenten naar een ontwikkelingsland (Global Minds)
financiële
ondersteuning
Duur* (van tot en met)
01/09/2023 – 31/08/2024
01/09/2023 – 31/08/2024
Budget en aantal bursalen
€ 761.119
36 ICP Masterstudenten (12 studenten 2019-2021, 12 studenten 2020-2022, 12 studenten 2021-2023)
€ 19.500 EUR of 13 mobiliteiten voor een verblijf van minimum 1 maand in een ontwikkelingsland
Reisbeurzen voor personeel (Global Minds)
Joint PhD (Global Minds) beurzen voor 6 maanden (ticket, allowance).
01/09/2023 –
01/09/2023 – 31/08/2024
31/08/2024
Post-doc (Global Minds): 6 maanden financiële ondersteuning
Reisbeurzen voor personeel (Global Minds)
01/09/2023 – 31/08/2024
96.261,68 EUR voor 29 inkomende en 31 uitgaande personeelsleden
01/09/2023 – 31/08/2024
4.6 Buitenlandse financiering
4.6 Buitenlandse financiering
14.363,46 EUR voor 2 Joint PhD studenten voor hun verblijf aan VUB
€ 141.201,03 EUR voor 3 postdocs voor 6 maanden
96.261,68 EUR voor 29 inkomende en 31 uitgaande personeelsleden
Swiss-European Mobility Programme (SEMP) Zwitserse hogeronderwijsinstellingen kunnen een aanvraag voor beurzen voor studentenmobiliteit indienen bij het SEMP-programma. De hogeronderwijsinstellingen die financiering ontvangen van de overheid kunnen zowel aan hun uitgaande als inkomende uitwisselingsstudenten een mobiliteitsbeurs toekennen. Verschillende VUB-faculteiten hebben een bilateraal uitwisselingsakkoord met een Zwitserse instelling om deze mobiliteit te faciliteren. In het academiejaar 2023-2024 gingen er geen VUB-studenten op uitwisseling in het kader van dit programma. We ontvingen ook geen inkomende studenten via dit programma.
Swiss-European Mobility Programme (SEMP) Zwitserse hogeronderwijsinstellingen kunnen een aanvraag voor beurzen voor studentenmobiliteit indienen bij het SEMP-programma. De hogeronderwijsinstellingen die financiering ontvangen van de overheid kunnen zowel aan hun uitgaande als inkomende uitwisselingsstudenten een mobiliteitsbeurs toekennen. Verschillende VUB-faculteiten hebben een bilateraal uitwisselingsakkoord met een Zwitserse instelling om deze mobiliteit te faciliteren. In het academiejaar 20232024 gingen er geen VUB-studenten op uitwisseling in het kader van dit programma. We ontvingen ook geen inkomende studenten via dit programma.
China Scholarship Council
China Scholarship Council
De China Scholarship Council (CSC) is een non-profit organisatie verbonden aan het Chinese Ministerie van Onderwijs. CSC verleent beurzen aan Chinese studenten om in het buitenland te studeren en aan buitenlandse studenten om in China te studeren. 90 studenten ontvingen voor academiejaar 2023-2024 een CSC-beurs (zowel van partner- als niet-partneruniversiteiten) en schreven zich ook in aan de VUB.
De China Scholarship Council (CSC) is een non-profit organisatie verbonden aan het Chinese Ministerie van Onderwijs. CSC verleent beurzen aan Chinese studenten om in het buitenland te studeren en aan buitenlandse studenten om in China te studeren. 90 studenten ontvingen voor academiejaar 2023-2024 een CSC-beurs (zowel van partner- als niet-partneruniversiteiten) en schreven zich ook in aan de VUB.
Overzicht CSC beurzen en inschrijvingen 2023-2024
Overzicht CSC beurzen en inschrijvingen 2023-2024
Type Eerste beursjaar Lopende beurzen
Totaal ingeschreven studenten
Totaal beursbedrag voor 12 maanden (EUR)
Full PhD 21 45 66 1.069.200
Joint/guest
PhD 9 0 9 145.800
Master 15
Quebec Student Exchange Programme (QSEP)
Quebec Student Exchange Programme (QSEP)
Het Quebec Student Exchange Programme is een uitwisselingsprogramma van het ‘Bureau de Coopération Interuniversitaire’ (BCI). Het BCI, voorheen Crépuq, is een interuniversitaire samenwerking van universiteiten in Quebec. De VUB heeft een akkoord met het BCI dat studentenmobiliteit faciliteert in het kader van dit programma. VUB-uitwisselingsstudenten krijgen geen beurs maar zijn vrijgesteld van inschrijvingsgeld. In het academiejaar 2023-2024 deden 11 VUB studenten een uitwisseling naar één van de volgende instellingen die tot het BCI-programma behoren: Université Laval, Bishop’s University, Université de Sherbrooke, Université de Québec à Outaouais en Université du Québec à Trois-Rivières.
Het Quebec Student Exchange Programme is een uitwisselingsprogramma van het ‘Bureau de Coopération Interuniversitaire’ (BCI). Het BCI, voorheen Crépuq, is een interuniversitaire samenwerking van universiteiten in Quebec. De VUB heeft een akkoord met het BCI dat studentenmobiliteit faciliteert in het kader van dit programma. VUBuitwisselingsstudenten krijgen geen beurs maar zijn vrijgesteld van inschrijvingsgeld. In het academiejaar 2023-2024 deden 11 VUB studenten een uitwisseling naar één van de volgende instellingen die tot het BCI-programma behoren: Université Laval, Bishop’s University, Université de Sherbrooke, Université de Québec à Outaouais en Université du Québec à Trois-Rivières.
Fulbright Commission Scholarships
De Fulbright Commission Scholarship is een prestigieuze beurs die beschikbaar is voor getalenteerde Belgische wetenschappers en studenten die wensen te studeren of
Fulbright Commission Scholarships
De Fulbright Commission Scholarship is een prestigieuze beurs die beschikbaar is voor getalenteerde Belgische wetenschappers en studenten die wensen te studeren of onderzoek te voeren aan vooraanstaande Amerikaanse instellingen. Jaarlijks kent de Fulbright Commission enkele beurzen aan Belgische onderzoekers en studenten toe. Het International Relations office helpt de VUB-indieners met hun dossier en met de voorbereiding van hun interview via gepersonaliseerde coaching. Zo waren er in 2024 twee succesvolle VUB-applicaties die een beurs ontvingen voor (Post-)Doctoral onderzoek.
5. INTERNATIONALE RELATIES
5.1 Interuniversitaire akkoorden
Het International Relations office beheert de Memoranda of Understanding (MoU), samenwerkingsakkoorden, specifieke akkoorden en inter-institutionele akkoorden voor beurzenprogramma’s en begeleidt de initiatiefnemers bij het opzetten van nieuwe contracten. Het beheer van de contracten en de keuze van de partners verloopt met het oog op het creëren van synergie tussen bestaande en nieuwe acties enerzijds en het consolideren van acties met één bepaalde partnerinstelling anderzijds.
Er wordt gestreefd naar een actieve samenwerking met de internationale partners. Een aanvraag voor een nieuw MoU dient voldoende informatie te bevatten m.b.t. de beoogde samenwerking en output, de meerwaarde voor de VUB en de mogelijke multiplicator effecten. Voor de verlenging van een MoU is een gelijkaardige procedure uitgewerkt waarbij de output van de voorbije periode aangetoond moet worden. De Raad Internationaal Beleid beslist over nieuwe akkoorden en verlengingen.
In 2024 waren er 137 actieve MoU’s en samenwerkingsakkoorden in beheer bij het International Relations office.
In het kader van de verdere ontwikkeling van kwaliteitsvolle, strategische partnerschappen en het verhogen van het cijfer voor uitgaande mobiliteit moeten nieuwe aanvragen voor bilaterale uitwisselingsakkoorden voldoen aan het kwaliteitskader met criteria inzake servicegarantie (o.a. onthaal en begeleiding aan de gastinstelling), inhoudsgarantie (o.a. aangeboden curriculum, min aantal ECTS) en het internationaliseringsbeleid van de VUB (o.a. preferentiële partners voor samenwerking).
Nieuwe institutionele MoU’s, samenwerkingsakkoorden en specifieke akkoorden 2024:
LAND REF
Brazilië
Chile
Nieuw Zeeland
Noorwegen
P.R. China
P.R. China
P.R. China
P.R. China
STAD
UNIVERSITEIT
2024-BR-373-1 Collaboration Agreement Sao Pedro Juiz de Fora Univsersidade Federal de Juiz de Fora
2024-CL-363 Specific Agreement Nuñoa Departamento Matematicas, Universidad Tecnologica Metropolitana
2024-NZ-370 Hamilton University of Waikato (ALPSS Division)
2024-NO-364 Trondheim Norwegian Univeristy of Science and Technology
2024-CN-362 Dalian Dalian Maritime University
2024-CN-371 Shanghai East China Normal University
2024-CN-372 Beijing National Academy of Education Administration
2014-CN-117-01 Specific Agreement (MoU 2014CN-117) Shanghai Shanghai University of Sport (SUS)
Taiwan 2024 -TW-361
Taipei City Shih Hsin University
Taiwan 2024-TW-367 Specific Agreement Kaohsiung City Institute of Education (IOE) National Sun Yat-sen University
Verenigde Staten 2024-US-368 Orlando, FL. University of Central Florida College of Optics and Photonics (CREOL)
Verenigde Staten 2024-US-366 Tennessee Middle Tennessee State University
Verenigde Staten 2024-US-369 Omaha University of Nebraska at Omaha
Zuid Korea 2024-KR-365 Seoul University of Seoul
Verlengingen MoU in 2024:
Brazilië 2015-BR-164 (Ext2) Fortaleza-CE Universidade Federal do Ceará
Canada 2020-CA-293(Ext) Guelph University of Guelph
D.R.Congo 2020-CD-288(Ext) Kinshasa Campus Numérique de la Santé
Kenya 2020-KE-286(Ext) Mombasa Technical University of Mombasa
P.R. China 2014-CN-117(Ext2) Shanghai Shanghai University of Sport
P.R. China 2020-CN-292(Ext) Chengdu Sichuan University
Peru 2015-PE-161(Ext) Lima Universidad Peruana Cayetano Heredia
5.2 Bilaterale studentenuitwisselingsakkoorden
In 2024 werden mid-term evaluaties van de bilaterale akkoorden voor Erasmus+ uitgevoerd. Bij de mid-term evaluaties wordt nagegaan of er voldoende activiteit plaatsvindt onder elk akkoord. Indien dit niet het geval is en er geen verdere motivering voor verlenging kan worden gegeven, wordt het akkoord stopgezet. 38 akkoorden werden stopgezet. 395 akkoorden werden verlengd.
Daarnaast werden er ook enkele nieuwe bilaterale uitwisselingsakkoorden afgesloten in 2024:
LAND
FACULTEIT
STAD UNIVERSITEIT
Frankrijk RC Bordeaux Université de Bordeaux
Nederland RC Groningen Rijksuniversiteit Groningen
Litouwen RC Vilnius Vilnius University
Duitsland WE Darmstadt Technische Universität Darmstadt
Litouwen GF Kaunas Lithuanian Sports University (LSU)
Turkije RC Ankara Ankara University
Zwitserland WE Zürich ETH Zürich
Duitsland ES Dresden Technische Universität Dresden
Italië RC Bari University of Bari Aldo Moro
Zwitserland WE Lugano Università della Svizzera Italiana
Zwitserland LK Zürich ZHAW Zürich University of Applied Sciences
Om ook uitwisselingen buiten Europa te kunnen aanbieden, heeft de VUB verschillende bilaterale uitwisselingsakkoorden buiten Europa (non-EU bilaterale akkoorden).
In 2024 werd één nieuw bilateraal akkoord buiten Europa afgesloten:
Zuid-Afrika
Stellenbosch
Er werden 14 bilateraal akkoorden buiten Europa verlengd in 2024:
LAND
Stellenbosch University
Bolivië La Paz Universidad Católica Boliviana “San Pablo”
Brazilië Santa Catarina Universidade Federal de Santa Catarina
Brazilië Santa Maria Universidade Federal de Santa Maria
Canada Quebec Quebec Student Exchange Programme
Chili Santiago Pontificia Universidad Catolica de Chile
China Fudan Fudan University
China Shanghai Shanghai University of Sport
China Wuhan Huazhong University of Sciences and Technology
Marokko Rabat Université Internationale de Rabat
Mexico Ciudad de Mexico Universidad Iberoamericana
Zuid-Afrika Kaapstad University of the Western Cape
Zuid-Korea Seoul Hankuk University of Foreign Studies
Zuid-Korea Seoul Korea University
Zuid-Korea Seoul Seoul National University
5.3 Academische diplomatie
Inkomende delegaties
Via een aanvraagformulier kunnen buitenlandse delegaties hun interesse voor een bezoek aan VUB te kennen geven. In het formulier geven zij aan welke diensten of faculteiten ze wensen te bezoeken. Er wordt ook gevraagd naar informatie over hun internationaliseringsbeleid, o.a. het aantal internationale studenten, aantal programma’s in het Engels, speerpunten, … Op basis van dit document wordt beslist, i.s.m. betrokken faculteiten of diensten, om de delegatie al dan niet te ontvangen. Persoonlijk contact via inkomende delegaties is een efficiënte manier om met andere instellingen in contact te komen en stapsgewijs een bredere vorm van samenwerking op te zetten.
Inkomende Delegaties 2023
Datum bezoek Instelling Land Bezoeker
Gabriela Böhmová, Deputy Head of International Office, Prague University of Economics and Business
Eva Kuželová Košťáková, Vice-Dean for Internationalisation and Doctoral Studies, Technical University of Liberec, Faculty of Science, Humanities and Education
Michaela Rudinská, Head of International Office, Charles University, Faculty of Social Sciences
18/04/2024 Czech universities Czech Republic
02-03/05/2024 Sichuan University China
27-31/05/2024 MUST Uganda
09/07/2024 Stellenbosch University South Africa
02/09/2024 Sorbonne Université France
09-10/09/2024 University of Western Cape South Africa
Monika Šmídlová, International Officer, University of Ostrava, Centre for International Cooperation (International Office)
Markéta Ulčová, EUPeace project manager, University of West Bohemia, Project Center
Lenka Vivas, Erasmus+ Institutional Coordinator, Mendel University Brno, International Relations Office
Martin Verner, International Officer, Palacky University Olomouc, Faculty of Law, Foreign Affairs Department
Ondřej Votinský, International Officer, Czech University of Life Sciences, International Relations Office
Prof. Gong, school of Economics; Specialised in Regional policies of the EU
Prof. Shi Jian; Foreign languages and culture, European Studies
Prof. Jiang; director of political department; History of Chinese economy, agriculture, economic thinking
Prof. Deng, Coordinator for student exchange; Economics, public policy.
Annah Amwikirize, Charles Ndya-Muba, Tushabomwe Kazooba, Medard Twinamatsiko, and Charles Muchunguzi
Prof Wim de Villiers, Vice Chancellor
Prof Hester Klopper, Deputy Vice-Chancellor: Strategy, Global and Corporate Affairs
Robert Kotzé, Senior Director of SU International.
Prof Guillaume FIQUET, Vice-président Partenariats internationaux
Olivier AGARD, représentant de la Faculté des Lettres
Yves WANTENS, General Representative of Flanders in France Délégué Général de la Flandre en France
Dr Ahmed Shaikjee, Deputy Registrar
Dr Susheela Mcwatt, Faculty Manager
Ms Villeen Beerwinkel, Faculty Manager
Ms Joline Savill, Faculty Manager
Ms Khadija Parker, Faculty Manager
Mr Wasiem Rinquest, Faculty Manager
Ms Hazel Jeftha, Faculty Manager
Mr Marquard Simpson, Faculty Manager
26/09/2024 JKUAT Kenya
Victoria Wambui Ngumi, Daniel Ndaka Sila, Githiri Stephen Mwangi, Florence Mumbi Kyallo, Stephen Kimani, Erastus Mwini Kiko, Daniel Nduta Musembi
18/11/2024 Taiwanese delegation Taiwan
Prof. Jia-Shiou Chang - Chair Professor and Vice President, Tunghai University; Project Convener, Carbon Capture and Utilization (CCU).
Prof. Rui-An Dong - Chair Professor and Dean, National Tsing Hua University; Convener, CCU.
Prof. Chih-Ming Kao - Chair Professor, National Sun Yat-sen University; Co-Principal Investigator, CCU.
Prof. Liang-Ming Huang - Distinguished Professor, National Cheng Kung University; Director, Center for Industry-Academia Innovation.
Prof. Yu-Shen Cheng - Professor and Dean, National Yunlin University of Science and Technology; Principal Investigator, CCU.
Prof. Dar-Jen Yao - Professor and Director, National Tsing Hua University; Researcher in Green Energy and Energy Conservation.
Prof. Cheng-Yi Hsu - Distinguished Professor, National Taiwan University; Co-Principal Investigator, CCU.
Prof. Chien-Hung Lin - Professor and Director, National University of Tainan; Research in Nanocarbon Materials and CO2 Utilization.
13/12/2024 Nelson Mandela University South Africa Thobekani Lose, Gugu Sema
Uitgaande delegaties
Het Vicerectoraat Internationalisering onderneemt zelf zendingen en begeleidt delegaties van VUB-professoren naar het buitenland, voor zover dit mogelijk en wenselijk is. Op deze manier wordt het waarschijnlijker dat dergelijke acties passen in een centraal beleid en centrale prioriteiten. Professoren kunnen “VUB international ambassador” worden en de VUB voorstellen op institutioneel niveau bij de partnerinstelling. Ze werken mee aan het onderhouden van het internationaal netwerk van de VUB door bv. hun trip met een dag te verlengen en een partner in de regio te bezoeken. Het International Relations office komt beperkt tussen in de reiskosten zolang de invulling van de zending in lijn is met het internationaliseringsbeleid. Brochures en een algemene VUB-PPT zijn ter beschikking.
In 2024 konden professoren en ATP-leden opnieuw een beroep doen op Global Minds financiering om een exploratiemissie te ondernemen naar één van de 20 landen op de VLIR-UOS lijst (ontwikkelingslanden). Ook het Erasmusprogramma voorziet in buitenlandse verblijven voor onderwijs en training. VUB voorziet zelf in een aantal reiskredieten die evenredig verdeeld worden onder de faculteiten ter versterking van het facultair en VUB-beleidsplan en een verhoogde deelname aan overheids- en VUB-uitgaande missies.
Centraal uitgaande delegaties 2024
Periode Instelling + beschrijving
16-24/03/2024
14-15/10/2024
Vice Rector Vanderkerken en een delegatie van VUB-professoren (van BSoG, LW, en WE) bracht een bezoek aan China in maart 2024. Hierbij bezochten ze Beijing Normal University, Capital Normal University, de Belgische ambassade, de University of International Business, de Communication University of China, Tianjin Normal University, Tianjin Medical University General Hospital, Shanghai University of Sports, Fudan University, Tongji University, en East China Normal University. Bij deze bezoeken werden de huidige en toekomstige samenwerkingen besproken.
Deelname door rector J. Danckaert aan de Koninklijke Staatsmissie naar Frankrijk (Parijs).
Tijdens de zending namen vertegenwoordigers van zowel de VUB, CY Cergy Paris (Eutopia-partner) en Sorbonne Université (nieuwe MoU partner) uitgenodigd om met de koningin te praten over het belang van multilingualisme en Europese universiteitsnetwerken. Dit onderwerp werd voorbereid door prof Wim Vandenbussche en de algeme deelname gecoordineerd vanuit IRMO.
19-30/11/2024
Voordien en gedurende de Belgische Economische Missie naar Brazilië, leidde vicerector Vanderkerken een delegatie van VUB-professoren naar partneruniversiteiten in de regio Lavras (University of Lavras), Campinas (UNICAMP), Sao Paulo (USP), en Rio de Janeiro (UFF). Bij deze bezoeken bespraken de delegaties mogelijke samenwerkingen en leidde dit reeds tot concrete MoU onderhandelingen.
5.4 Communicatie
Het International Relations office ondersteunt de internationale communicatie (voornamelijk in het Engels) i.s.m. Marcom, faculteiten, departementen en externe partners.
Vub.be - internationaal
Op 18 September 2022 werd de nieuwe vub.be website gelanceerd. Het International Relations office beheert de pagina’s ‘Internationalisering’. Dit wil zeggen dat er qua benchmarking-cijfers opnieuw diende gestart te worden en wordt 18 september 2022 als benchmark gebruikt bij elke jaarlijkse update van de cijfers.
De nieuwe webpagina’s voor “international” zijn er nu ook in twee talen, Nederlands en Engels. Het beheer van de pagina’s is gericht op: https://www.vub.be/en/internationalisation-vub, maar ook de Go Abroad pagina’s en de ‘scholarship’-pagina die onder de rubriek ‘studeren’/’study’ staan.
De top 5 pagina’s waren: ‘Come to VUB on an exchange’ (16,964 views), ‘Welcome desk international’ (14,609 views), ‘Projects & Programmes’ (11,984 views), ‘Internationalisation at VUB’ (10,878 views), and ‘Exchange & Erasmus’ (7,589 views).
Een overzicht:
international-relations-office Periode (benchmark 18 september 2022)
We zien een top 10 aan landen waar onze websitebezoekers vandaan komen: België, Duitsland, Spanje, China, Frankrijk, USA, Marokko.
De internationale Facebookpagina is uitsluitend in het Engels en heeft betrekking op een brede waaier aan onderwerpen in verband met het positioneren van de VUB als internationale speler van kwaliteitsvol onderwijs en onderzoek. Ook hier waren er aanpassingen in het Facebook-beleid van Meta, waardoor er geen ‘likes’ van een pagina meer geteld worden, maar nu omgezet worden in ‘Followers’. Eind december 2024 had de pagina 5600 ‘followers’. Het merendeel van het publiek van de followers bevindt zich in België, gevolgd door een top vijf: Italië, Duitsland, Pakistan, USA. De meest succesvolle posts waren die met foto’s:
1) foto van VUB alumnus Jordan die een lift kreeg van VUB M&O collega Bruno Verwee (post: 6.000 views, 310 likes, 75 comments);
2) Waleed, een student uit Pakistan die net begonnen is aan zijn M.Sc., wint de Go Abroad Fair wedstrijd (post: 6000 views, 139 likes, 40 comments);
3) International Relations office move foto (2800 views, 59 lies, 11 comments);
4) International Day of the student foto (2100 views, 31 likes);
5) International office at the Kick-off foto’s (1600 views, 13 likes).
Via de Facebookpagina werden een aantal activiteiten gepromoot nl. de Go Abroad Fair met wedstrijden en getuigenissen, infosessies, beurzen voor personeel en studenten, events, alsook belangrijke informatie voor internationale studenten (en potentiële studenten) omtrent administratie in Brussel en aan VUB. Ook werd ondersteuning geboden voor de VUB deelname aan events gelinkt aan EUTOPIA, zoals de zomerscholen van de partners, en communicatiewerk mbt het EUTOPIA TeamWork project, en ook voor toekomstige studenten naar september toe met het begin van het nieuwe academiejaar.
Picture-boek: elk jaar in december maakt het International Relations office een ‘highlights of the year in pictures’-boek dat in kleine oplage gedrukt en verdeeld wordt binnen VUB. De digitale versie wordt via de International Relations & Alumni nieuwsbrief, per e-mail en samen met het jaarlijkse kerstkaartje naar alle contacten (intern en extern) verspreid. In 2024, werd de digitale versie gepubliceerd op issuu. Hiervoor zijn een beperkt aantal analytics gekend, met name 555 impressies, en 63 reads.
Nieuwsbrieven: de werkzaamheden rond de International Alumni newsletter wordt toegelicht in 5.5. Daarnaast wordt op regelmatige basis input geleverd voor de studentennieuwsbrief (zowel de Nederlandstalige als Engelstalige versie), en worden artikels gepost op vub.be/en/news en vub.be/nieuws, en op de student/PhD/Staff portals. Sommige artikels, aangeleverd door het International Relations office, worden door dept. Marketing & Communicatie geselecteerd voor de personeelsnieuwsbrief. In 2024 werd nieuws vanuit de sharepoint van het International Relations office gepost dat vanuit internationaal oogpunt belangrijk kan zijn voor alle studenten, maar ook onderzoekers en medewerkers. Het nieuws voor staff, PhDs en studenten wordt in de twee talen gepost. De International Relations newsletter gaat 4x per jaar uit naar internationale contacten (ongeveer 3000). De student portal telde in 2024 zo’n 48 artikels; de staff portal telde er in 2024 zo’n 32.
Qua drukwerk werd de corporate brochure geactualiseerd en vernieuwd, alsook input gegeven op de vernieuwde Study in Brussels. Werk is ook begonnen einde 2024 aan research flyers van de faculteiten. Verschillende digitale banners werden gemaakt ter ondersteuning van de verschillende teams binnen IRMO en voor de vele activiteiten, check van de International Student Guide, en een hele reeks posters, flyers, banners, testimonials, etc voor de verschillende events en activiteiten.
Voor evenementen werd er communicatiesteun (aankondigingen, artikels, folders, posters, flyers, wedstrijden, video’s, sociale media campagnes,….) verleend aan projecten zoals o.a. de Orientation Days (februari + september 2024), projecten/verhalen m.b.t faculteiten/programma’s, de International Student Goodbye, werk van de EU cel, het UOS Career Award artikel/event, ondersteuning voor communicatie (en soms organisatie) van summer/winter schools, de Go Abroad fair, de Go Abroad Café, de kick-off events op campus Etterbeek en Jette, de International Day of the Student, en de verschillende events binnen de International Days.
In 2024 werden de International Days georganiseerd op 27, 28 en 29 mei .
• De eerste dag lag de focus vooral op het informeren van het VUB-personeel met een info sessie rond beurzen voor uitgaande mobiliteit voor personeel (ZAP, post-docs en PhDs), en ook informatie rond financiering voor projecten voor onderzoekers en medewerkers. Op de infosessie was er ook een Q&A met vertegenwoordigers van de Europese Commissie (DG EAC) en EPOS (het nationaal agentschap van Vlaanderen), getuigenissen van VUB Erasmus+ projecthouders, en poster sessies. Op 27 mei werd de verjaardag van het International Relations office (IRMO) gevierd met een Open House om collega’s en onderzoekers op een gezellige manier het werk van IRMO te tonen, ondersteund met een kleine quiz, en met taart en drankjes.
• Dag twee (28 mei): De UDC Career Award werd uitgereikt aan Professor Anne Nowé en Professor Geert Angenon, gevolgd door een networking event en receptie.
• Dag drie (29 mei): er werden gedurende die week 3 activiteiten georganiseerd door M&O in het kader van de Internationale Dagen: 28 en 30 mei een workshop over interculturele communicatie; 28 mei, een infosessie over gecombineerde vergunningen, en 29 mei een infosessie over het BON-integratieprogramma.
Specifiek voor de Orientation Days in september worden welkommails verstuurd naar alle nieuwe studenten die starten in Engelstalige programma’s aan VUB in september, inclusief uitwissellingsstudenten. Het gaat hier voornamelijk om internationale studenten. In totaal worden 3 mails uitgestuurd, beginnend met een tijdige save the date in juni. De content van de mails is afgestemd met infopunt; de mailing wordt door marcom gedaan. Het International Relations office werkt een presentatiesessie voor internationale studenten uit en werkt mee aan de events.
Er werd op communicatie vlak ook samengewerkt met M&O en R&D omtrent het aantrekken van internationale profielen naar de VUB (postdocs en ZAP voornamelijk), en alsook over diversiteit en inclusie aan de VUB. Er was actieve participatie in EAIE, VLUHR, UNICA en EUTOPIA. Er werd ondersteuning geboden op het vlak van communicatie omtrent verschillende conflicten en rampen (Oekraïne/ Rusland, Palestina-Libanon/Israël, natuurrampen, enz.) in de wereld, om zo hulp te bieden aan de betrokken studenten. De verschillende missies en staatsbezoeken die dit jaar plaatsvonden werden meestal gecommuniceerd via foto’s op de Engelstalige Facebook-pagina, alsook de delegaties die naar de VUB kwamen gedurende het jaar. In bepaalde gevallen was er ondersteuning met artikels, zoals bv de Staatsmissie naar Frankrijk dat een EUTOPIA en meertaligheid-tintje had. Ondersteuning werd aangeboden bij bezoeken zoals het bezoek in april van minister Gennez aan de VUB, en ook voor de communicatie omtrent de EUTOPIA werkzaamheden (zie eerder in dit document, 2.EUTOPIA, WP6, subWP6.3.)
Er was communicatieondersteuning voor de Ethische Check en het landenbeleid naar personeel en onderzoekers via de website en sharepoint, versterkt door een artikel in de personeelsnieuwsbrief.
5.5 Internationale Marketing en Rekrutering
Het project “Internationale Marketing en Rekrutering” ontwikkelt een duurzame strategie voor de VUB. Het doel is om buitenlandse studenten aan te trekken voor de Engelstalige opleidingen en om meer kwaliteitsvolle aanvragen en meer toelatingen te bewerkstelligen.
Het strategisch plan m.b.t. de internationale marketing en rekrutering geeft zowel een volledig overzicht van de diverse kanalen die gebruikt worden voor rekrutering als een overzicht van de “return on investment” metingen en KPI-monitoring.
In vergelijking met het vorige academiejaar was er een stijging van het aantal nieuwe ingeschreven internationale studenten in de Engelstalige bacheloropleidingen met 31% en een stijging van 12% in de Engelstalige (initiële) masteropleidingen. Er was een uniforme stijging bij de drie bachelor programma’s. Op masterniveau hebben alle faculteiten, behalve de faculteit ES, een stijging geregistreerd. Merk op dat die mastercijfers enkel de joint/double degree-opleidingen omvatten waarvoor de hoofdinschrijving van de student aan de VUB is. De conversie van (voorwaardelijk) toegelaten student naar ingeschreven student is verbeterd met 3 procentpunt voor de bacheloropleidingen en bleef hetzelfde voor de masteropleidingen.
Engelstalige Bachelors 2023-2024 (data-extractie op 13 januari 2025)
Niet-Belgische Studenten

Engelstalige Masters 2023-2024 (data-extractie op 13 januari 2025)
Niet-Belgische Studenten
Engelstalige Masters 2023-2024 (data-extractie op 13 januari 2025)
Niet-Belgische Studenten
(Bron: Dashboards STBE, App Aanmeldingen van kandidaat-studenten - Cumulatief)
Engelstalige Masters 2023-2024 (data-extractie op 13 januari 2025) Niet-Belgische Studenten

(Bron: Dashboards STBE, App Aanmeldingen van kandidaat-studenten - Cumulatief)
(Bron: Dashboards STBE, App Aanmeldingen van kandidaat-studenten - Cumulatief)
Actieve agenten in academiejaar 2023-2024
Actieve agenten in academiejaar 2023-2024
Naam agent Land Actief sinds
Edmundo RO Roemenië 2011
Edmundo GR Griekenland 2019
Naam agent Land Actief sinds
Integral BG Bulgarije 2012
Edmundo RO Roemenië 2011
Integral RO Roemenië 2015
Edmundo GR Griekenland 2019
Integral AL Albanië 2018
Integral HR Kroatië 2019
Integral BG Bulgarije 2012
Integral RS Servië 2019
Integral RO Roemenië 2015
Evenor Estland 2013
Integral AL Albanië 2018
Dreamfoundation Baltische staten 2012
Integral HR Kroatië 2019
Interstudy SK Slovakije/Duitsland 2020
INedu Consultancy Albania 2021
Integral RS Servië 2019
SAT AGENCY Westelijke Balkan 2022
Evenor Estland 2013
Shiksha.com India 2023
Dreamfoundation Baltische staten 2012
Interstudy SK Slovakije/Duitsland 2020
Het internationale marketing en rekruteringsteam nam deel aan een reeks VUB specifieke webinars die door agenten en partneruniversiteiten werden georganiseerd.
Het internationale marketing en rekruteringsteam nam deel aan een reeks VUB specifieke webinars die door agenten en partneruniversiteiten werden georganiseerd.
Partner (-universiteit) Land Webinar focus Datum
Renmin University of China
Tianjin Normal University
China Mainland Postgrad for Double-Master Januari 2024
China Mainland Undergrad & Postgrad Januari 2024
Qingdao University of Science and Technology China Mainland Undergrad & Postgrad March 2024
Er werd promotie gemaakt voor het Engelstalige studieaanbod en de verschillende studiebeurzen bij studenten van Chinese, Mexicaanse en Colombiaanse partneruniversiteiten. In totaal schreven 55 Chinese studenten uit onze partnerinstellingen en CSC-programma zich in aan de VUB voor het academiejaar 2023-2024. Eén Mexicaanse studente meldde zich aan, maar werd afgewezen. De succespercentage van kandidaat naar ingeschreven student, bij applicaties van studenten uit partneruniversiteiten, bedraagt 75%. In oktober 2023 bezochten medewerkers van het International Relations office 11 partneruniversiteiten en stelden ze de Engelstalige programma’s voor aan meer dan 260 studenten uit 7 universiteiten.
Overzicht van de ingeschreven studenten met aanwerving dankzij beursprogramma’s en programma’s met partneruniversiteiten.
Schema Nieuw ingeschreven Studenten 2023-2024
MA 4+2 en 4+1 8
MA 1+1+0.5 15
MA Exchange 2
PhD/Joint PhD 15
PhD/Joint PhD 15
Totaal 55
Deelname aan internationale onderwijsbeurzen
Financiering Opmerking
Zelf-gefinancierd Van partneruniversiteiten
CSC Master Van partneruniversiteiten
Self-financed Van partneruniversiteiten
CSC PhD Van partneruniversiteiten
CSC PhD Niet van partneruniversiteiten
Het International Relations office heeft met een eigen VUB-stand en/of onder de koepel Study in Flanders (and Brussels) deelgenomen aan uiteenlopende onderwijsbeurzen om de specifieke markten te verkennen.
Beurs
Land of regio
Type event Datum IUF (Onder Study in Flanders)
BMI Expo Posgrados (Onder Study in Flanders)
Study in Europe (Onder Study in Flanders)
BMI Expo Posgrados (Onder Study in Flanders)
Griekenland
Colombia
Vietnam
Chili
IUF Roemenië
WEF Serbia (Onder Study in Flanders)
WEF Croatia (Onder Study in Flanders)
IGSF (CSC) Fair
Study in Europe (Onder Study in Flanders)
European Education Fair
OCSC Expo
Servië
Kroatië
Vasteland China
Vietnam
Taiwan
Thailand
EHEF Indonesië
Europosgrados
Study in Europe (Onder Study in Flanders)
Mexico
Wereldwijd
Online infosessies voor internationale studenten
Fysieke beurs April 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs Oktober 2024
Fysieke beurs November 2024
Fysieke beurs November 2024
Online beurs December 2024
Online infosessies zijn een belangrijk onderdeel van internationale studenten rekrutering geworden. Aansluitend aan de facultaire infosessies voor de Engelstalige programma’s werden tussen februari en december 2024 door het internationale marketing en rekruteringsteam 5 algemene infosessies georganiseerd. Tijdens deze sessies werden internationale studenten o.a. geïnformeerd over de VUB en haar faciliteiten, het inschrijvingsgeld en de aanmeldingsprocedure.
De infosessies werden nog steeds via IDLOOM geregistreerd, waarbij de presentaties/vragenrondes via MS Teams werden georganiseerd. Onderstaande data is gebaseerd op het aantal inschrijvingen (excl. duplicaten) en het uiteindelijke aantal geopende MS Teams links (check-ins).
Voor de infosessies die tijdens het academiejaar 2023-2024 plaatsvonden, was er nog afhankelijkheid van de IDLOOM check-in time stamp sinds de MS Teams set-up geen deelnemersrapport aanleverden. In het najaar werd door het internationale marketing and rekruteringsteam naar een oplossing gezocht zodat er voor toekomstige info sessies opnieuw een deelnemersrapport naar de organisator werd gestuurd.
Zoals eerder al werd verwacht, geven de check-in time stamp (IDLOOM) een vertekend beeld van het aantal deelnemers. Voor de sessie in december 2024 gaf de check-in time stamp (IDLOOM) slechts 7 deelnemers, terwijl het deelnemersrapport 63 deelnemers kon aantonen.
Datum online infosessie
2024
2024
2024
* Op basis van het deelnemersrapport
De infosessies werden via uiteenlopende VUB-kanalen en (marketing)partners gepromoot. Belangrijke VUB-kanalen voor de promotie van de online infosessies was de website en e-mailcampagnes. Daarnaast maakten we ook op externe kanalen promotie, o.a. door specifieke banners op online portalen en re-marketing campagnes.
Andere activiteiten:
- Op een selectie van ‘online advertising portals’ werd ingetekend ter promotie van Engelstalige VUB-programma’s: bachelorportal.eu, mastersportal.eu, masterstudies.com, findamasters.com, educations.com, shiksha.com, study.eu, docsity.eu. Daarnaast werd gebruik gemaakt van aanvullende diensten waaronder gerichte re-marketing campagnes en banners.
- De “Study in Brussels” brochure (Engels) en “Estudiar en Bruselas” flyer (Spaans) werden volledig herwerkt op basis van de nieuwe VUB-brochure huisstijl. Daarnaast werden de faculteiten ondersteund bij het creëren en/of updaten van een faculteit specifieke B-to-C flyer, te gebruiken voor o.a. internationale rekruteringsactiviteiten.
- Uitwerken van rekruteringsmateriaal in het Chinees (alleen e-versie): informatie over het VUB- studieaanbod, summer school, een praktische gids voor nieuwe studenten, nieuws over de VUB, getuigenissen van huidige studenten en alumni. Verspreiden van informatie over beursmogelijkheden, onderhouden van het sociaal mediaforum via WeChat binnen het VUB China Alumni Association.
- Verschillende analyses van studentenpopulaties werden uitgevoerd ter ondersteuning van de uitwerking van een rekruteringsstrategie (achtergrond van de studenten, internationale benchmarking, kwaliteitsbewaking, criteria voor de selectie van partneruniversiteiten, hoe studenten de VUB hebben leren kennen). Hiervoor werden ook de door VUB Strategie & Beleid (STBE) gecreëerde dashboards gebruikt.
- De twee actieve ‘lead nurturing tracks’ (één voor de leads en toekomstige studenten, en één voor de voorwaardelijk toegelaten studenten) werden geüpdatet (o.a. verouderde informatie werd aangepast, de inhoud werd aangepast op basis van CTR-data).
Zomer-, Herfst- of Wintercampus
Een “International Winter School - Integration, Communication & Media in the EU” en een “International Summer SchoolExplore Europe in Brussels”, werden georganiseerd door het International Relations office in januari en juli 2024. In totaal namen 33 studenten en 3 docenten, van 4 verschillende universiteiten, deel in twee groepen. Ook de Brussels Diplomatic Academy organiseerde een “BDA Winter School in EU and Institutional Governance”, zie 5.7.
5.6 Internationale Alumni Relaties
Met een hoger onderwijslandschap dat op vlak van kwaliteit en toegankelijkheid steeds meer en meer naar elkaar toegroeit, is het hebben van een kwaliteitsvolle (internationale) alumniwerking een sterke onderscheidende factor. Het International Relations office heeft in november 2023 een BVO-rapport opgeleverd met 13 aanbevelingen. De implementatie is bevroren tot nader order.
De International Alumni Newsletter, Engelstalig, werd acht maal per jaar verspreid in 2024. De nieuwsbrief bevat artikels geschreven door het International Relations office en interessante artikels met internationale relevantie uit de vub.be/en/
news afdeling en wordt opgesteld door het International Relations office communicatiemedewerker. De nieuwsbrief gaat naar zo’n 5,000 contacten en heeft een boven-de-norm open rate, wat maakt dat hij heel succesvol is.
Om de contacten aan te halen met onze alumni, organiseert IRMO alumni-bijeenkomsten tijdens de buitenlandse missies. In 2024 was dit enkel in São Paulo, Brazilië, waar VUB aanwezig was in de context van de Belgische Economische Missie onder leiding van Prinses Astrid. IRMO tracht onze VUB alumni te engageren d.m.v. het International Student Goodbye moment op campus. Hier geven we de internationale studenten die mogelijk niet aanwezig zijn op de Graduation Ceremony in oktober een afscheidsmoment.
5.7 Brussels Diplomatic Academy (BDA)
Opleidingen
De postgraduaatprogramma’s in ‘Economic Diplomacy’ en ‘International Trade and Investment’ werden opnieuw georganiseerd. De instroom blijft divers in opleidingsachtergrond, carrièrefase en persoonlijke achtergrond. De programma’s blijven studenten van over de hele wereld aantrekken; het betreft zowel pas afgestudeerden als deelnemers die ‘terug naar de schoolbanken’ willen voor hun professionele ontwikkeling. De mogelijkheid om de cursussen aan te passen aan individuele behoeften is een aantrekkelijke meerwaarde.
De diploma-uitreiking vond wederom plaats in het Brussels Parlement. Dit jaar waren er verschillende docenten en BDA-hoofden van de expertengroepen aanwezig. Het evenement werd sterk gesmaakt.
De BDA heeft opnieuw de VUB Open Days bijgewoond om de postgraduaten te promoten. In de voormiddag is er een lezing, gevolgd door een ‘drop in question session’ in de namiddag. Het was een positieve ervaring, er werd effectief gerekruteerd.
Evenementen georganiseerd door BDA
Datum
29 januari – 6 februari 2024
15 februari 2024
29 februari–1 maart 2024
14 maart 2024
18 april 2024
30 april 2024
16 mei 2024
4-5 juni 2024
6 juni 2024
13 juni 2024
4 juli 2024
Activiteit
BDA Winter School in EU and Institutional Governance, georganiseerd voor studenten van verschillende Chinese universiteiten
BDA House of Diplomacy – Skills Enhancing Lecture: Success Factors in Diplomatic and Business Negotiation
Philippe Billiet, Billiet & Co, voor een gemengd publiek van diplomaten en ondernemers
Diplomatic Law cursus voor de Vlaamse Diplomatieke Academie
BDA House of Diplomacy – Skills Enhancing Lecture: Nation Brand Building
Prof. dr. Keith Dinnie, University of Dundee School of Business, voor een gemengd publiek van diplomaten en ondernemers
BDA House of Diplomacy – Distinguished Speakers Luncheon: Energy Transition Diplomacy
Dr. Aïda Nasiri, IONICS Surface Technologies
The Russia – Ukraine War Prisms of Conflict in a Fragmenting World, How Does This End? A Conversation with Dr. Vladimir Zherebov and Ambassador Dr. Len Ishmael
BDA House of Diplomacy – Distinguished Speakers Luncheon: How Economics Became the Problem
Tom Wera and Johny Vanstraelen, VUB
Diplomatic Protocol and Etiquette cursus voor stagiairs van de Vlaamse Diplomatieke Academie. De lessen werden gegeven in de gebouwen van de Vlaamse overheid.
Europe in the World: Balancing Values, Geopolitics and Geoeconomics in a Fragmenting World. What Role for Europe? A Conversation with Sir Michael Leigh and Ambassador Dr. Len Ishmael
BDA House of Diplomacy – Distinguished Speakers Luncheon:
The New Age of Crypto
Jo Vanbelle, Vanbelle Law Boutique
Conference on Confronting the Landmine Challenge: Environmental Implications and Policy Responses with speakers from Embassies from mine-affected countries, NGOs and UN and EU bodies.
9 juli 2024
12 september 2024
14–25 oktober 2024
8 november 2024
14 november 2024
14 november 2024
28 november 2024
3 december 2024
12 december 2024
Effects on Global Trade and the Global South: The Future of Trade in a Fragmenting World, A Conversation with Mr. Junior Lodge and Ambassador Dr. Len Ishmael
BDA House of Diplomacy – Distinguished Speakers Luncheon: Intersections between Development Communication and Diplomacy Dr. Sarah Karinge, VUB
BDA Diplomatic Training Programme voor master studenten van The Academy of Public Administration under the President of the Republic of Kazakhstan. BDA-experten leverden een bijdrage aan deze training, evenals aan andere lezingen, webinars en conferenties in de loop van het jaar. Deze activiteiten vallen onder de MoU met deze Academy.
A Second UN Charter Modernizing the UN for a New Generation, Augusto Lopez-Carlos, Lecture and Q&A
BDA House of Diplomacy – Distinguished Speakers Luncheon: The Essence and Importance of Financial Diplomacy Bashir Siman O.B.E., Egmont Instituut
For Sama – screening of the award-winning documentary organised with Handicap International. Followed by a discussion with Hamza al-Kateab (Syrian doctor and human rights activist) and Alma Taslidžan (Disarmament and Protection of Civilians Advocacy Manager at Handicap International - Humanity & Inclusion).
Inequalities and Rights to Energy in Latin America Seminar – in samenwerking met ILA Belgium, SIP, UNILA, Universiteit Groningen
Promoting South African Trade and Investment - Celebrating 30 Years of Democracy, event georganiseerd door BDA, de Zuid-Afrikaanse ambassade en de Chamber of Commerce Belgium, Luxembourg - Africa, Caribbean and Pacific (CBL-ACP)
BDA House of Diplomacy – Skills Enhancing Lecture
Business Strategy
Koen De Moortel, Founder Upstream
5.8 ALEF, een innovatief integratiemodel via een
sociale en linguïstische impact op kwetsbare kinderen
Dit project voorziet Arabisch taalonderwijs voor kinderen van 6 tot 15 jaar. Er wordt een nieuw, uniek curriculum, volgens 6 taalniveaus en afgestemd op de leeftijd ontwikkeld, ondersteund door taalexperts van de VUB. Er worden in Brussel door VUB enkele klassen georganiseerd daar Brussel een grote concentratie aan Arabischsprekende inwoners kent en tevens zijn deze klassen het living lab voor feedback om het curriculum actueel te houden.
Onderwijs dat individuele ontwikkeling, kritische zin en verantwoordelijkheidsgevoel stimuleert kan een individu leren om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden en te zoeken naar juiste oplossingen, die leiden naar economisch en sociaal succes. Voor kinderen, de meest kwetsbare en beïnvloedbare groep, ontbreekt momenteel een aanbod aan Arabische taalles, vrij van religieuze overtuiging en geënt op bovenstaande vaardigheden. Het volgende werd gerealiseerd in schooljaar 2023-2024:
Curriculum – nieuwe uitgaven:
- De 2e editie van het van Niveau A1.2,
- Activiteitenboek voor niveau A1.3.
- Eindtoetsen voor de niveaus A1.1, A1.2, A1.3 en A2 werden ontworpen.
Lessen van het living lab:
- Deze lessen worden extra-curriculair aangeboden in samenwerking met de GO! Scholengroep Brussel en gemeentelijke scholen in (Molenbeek en Anderlecht) voor meer dan 300 kinderen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wekelijks krijgt een kind drie uur les, op woensdagnamiddag, zaterdag of op zondag.
- Aantal deelnemers in 2023-2024: 450 leerlingen. Idem voor 2024-2025.
Erkenningen en samenwerking:
- In samenwerking met de gemeenten van Molenbeek en Anderlecht werden lessen georganiseerd in twee gemeentelijke scholen in Molenbeek en een in Anderlecht.
- Samenwerking met de gemeente van Sint Joost Ten node en Ten Noey van VGC leverde TenNoey op als nieuwe leslocatie.
- De lessen werden georganiseerd door een aantal vzw’s in verschillende gemeenten en landen.
- Op 11/01/2024 ontving de VUB de eerste prijs van het Europees Talenlabel 2023 voor het ALEF-programma.
Extra activiteiten:
- Op 4 mei 2024 kregen de leerlingen van het ALEF-programma hun diploma uit handen van Brussels minister van Financiën, Nederlandstalig Onderwijs, Ambtenarenzaken en Meertaligheid, Sven Gatz, VUB vicerector internationalisering Prof. dr. Karin Vanderkerken en de vertegenwoordiger van GO! Scholengroep.
- Op 19 april 2024 werd een training georganiseerd voor de leerkrachten in samenwerking met Prof. Dr Jill Surmont, Prof. Dr Rik Vosters en Prof. Dr Andrea FACCHIN uit Ca’ Foscari University.
6. INTERNE WERKING
6.1 Onthaal- en informatiebalie
Het centrale aanspreekpunt voor de internationale student is de onthaal- en informatiebalie van het International Relations office, gelegen te Pleinlaan 5.
De openingsdagen in het academiejaar 2023-2024 waren als volgt:
- van 1 september 2023 tot 31 oktober 2023: elke weekdag open (met uitzondering van 17 oktober, wegens aanslag in Brussel op 16 oktober)
- van 1 november 2023 tot 5 juli 2024: elke weekdag open behalve woensdag
- van 8 juli tot 16 augustus: open op dinsdag en donderdag
- vanaf 19 augustus tot einde academiejaar: elke weekdag open behalve woensdag met als openingsuren 10u – 12u30 & 13u30 – 16u00.
Aan de balie worden geregistreerd:
- Aantal bezoekers (EU en niet-EU)
- De inkomende e-mails op international.relations@vub.be
Bezoekers onthaal- en informatiebalie academiejaar 2023 – 2024
Maand Aantal bezoekers % September 2023 1371 20,06 Oktober 1330 19,46 November 533 7,80
2024
De onthaal- en infobalie kreeg in totaal 6833 bezoekers over de vloer, een stijging van 61% ten opzichte van het voorgaande academiejaar. Bijna de helft van de bezoeken situeerde zich in de maanden september, oktober en november (samen 47,32%). Het inzetten van 4 jobstudenten bovenop de vaste baliebezetting tijdens deze periode is noodzakelijk om een vlotte werking te garanderen. Een tweede, maar kleinere piek van bezoeken situeerde zich in de maanden januari, februari en maart (samen 20,57%).
Voor een 2de keer werd er gekozen om studenten persoonlijk te verwelkomen op een bijkomende locatie, nl. het Startpunt. Van 9 september tot en met 15 oktober 2024 bundelden 5 VUB-departementen hun krachten: ICT, IRMO, SBC, OWSA en Infopunt. Nieuwkomers (internationale maar ook Belgische studenten) werden elke weekdag van 9u tot 17u geïnformeerd over een aantal aspecten van hun studie aan de VUB. Het International Relations office turfde voor zijn departement in totaal 590 bezoekers op het Startpunt.
Dat brengt het totale aantal studenten die ondersteund werden door het International Relations office (balie PL5 + Startpunt) op 7423, een stijging van 57% ten opzichte van het academiejaar 2022-2023 (Welcome Desk + startpunt samen).
Voor algemene informatie kan men het International Relations office bereiken via het generieke e-mailadres international. relations@vub.be.
Statistieken OTRS (=generieke mailbox ):
International.Relations@vub.be 2022 – 2023 2023 - 2024
Voor het eerst werd er gekozen om in te zetten op groepssessies waarvoor de student zich online dient te registreren. Deze sessies werden gegeven van 12 september tot 21 oktober en vonden plaats op Pleinlaan 5 en in gebouw D, centraal op de campus. Op deze manier werd er een compromis bereikt tussen het fysieke contact met de student enerzijds, en het bereiken van een grotere groep studenten anderzijds.
Er werden twee soorten sessies gegeven:
1) Belgische ziekteverzekering in het algemeen, met de mogelijkheid tot affiliatie bij Partenamut, partner VUB inzake afsluiten van basis ziekteverzekering.
2) Ziekteverzekering in combinatie met een geblokkeerde rekening: welke stappen dient de student te zetten na aankomst in België en wanneer gebeuren de betalingen
Er werden 38 sessies gegeven m.b.t. ziekteverzekering en 22 sessies m.b.t. de geblokkeerde rekening, waaraan respectievelijk 111 en 605 studenten deelnamen.
Dit brengt het totale aantal contacten met studenten, via email, persoonlijk of in groep op 14814.
Het International Relations office beschikt verder over een aantal andere e-mailadressen waarbij vragen rechtstreeks terecht komen bij een medewerker van de backoffice om zo een directe en vooral meer persoonlijke service te bewerkstelligen:
Exchange team: statistieken OTRS (=team mailboxes exchange.incoming@vub.be, exchange.outgoing@vub.be, exchange.agreements@vub.be)
Totaal
development.cooperation@vub.be bda@vub.be euprojects@vub.be arabic.class@vub.be china-alumni@vub.be prospective.students@vub.be blocked.account@vub.be conflict.ukraine@vub.be mastermind@vub.be csc@vub.be
Volgende informatiebrochures zijn beschikbaar voor bezoekers:
- “Study in Brussels”: Engelstalige brochure met een overzicht van de Engelstalige opleidingen.
- “Brussels Diplomatic Academy”: specifieke brochure met het aanbod van de BDA.
- “Estudiar en Bruselas”: Spaanstalige infofiche voor rekrutering in Latijns-Amerika.
- “Corporate brochure”: met vermelding facts & figures VUB.
- “Arabic Language Classes”: brochure met info rond het taalproject Arabisch.
- “Exchange Brochure”: nuttige info rond uitwisselingsmogelijkheden van de VUB.
Ondersteuning door de Onthaal- en Informatiebalie wordt gegeven o.a. bij het afsluiten van een ziekte- en repatriëringsverzekering, informatie en afspraken bij de gemeente betreffende verblijfsvergunningen, gezinshereniging, aanvragen visum, aanvragen van een geblokkeerde rekening, openen van een bankrekening in België, financiële aspect van studeren, beurzen, exchange, studievoortgang, invullen belastingaangiften, begeleiding bij het vinden van een geschikt verblijf, vertalen van huurcontracten, het statuut van vluchteling, opstellen van uitnodigingsbrieven voor kort verblijf aan de VUB en dergelijke meer. Er wordt ondersteunend gewerkt bij vragen die het gevolg zijn van het niet vertrouwd zijn met administratie en bureaucratie, communicatieproblemen, gebrek aan taalkennis, cultuurshock. Wanneer gespecialiseerde hulp (medisch, psychologisch, juridisch etc.) noodzakelijk blijkt, wordt doorverwezen naar diensten uit de hulpverleningssector. Deze ondersteuning wordt geboden voor zowel studenten als gasten die komen op uitnodiging van de faculteiten of centrale diensten. Vaak is de balie het eerste aanspreekpunt van de (internationale) student, zij het persoonlijk, telefonisch of per e-mail.
De huurmogelijkheden bij U-Residence zijn verdeeld in 2 types: middle & long stay. Middle stays zijn verblijven van 1 tot 4 maanden. Onder long stay verstaat men boekingen van langer dan 4 maanden.
Diggit Student Life heeft het beheer van een contingent aan kamers binnen U-Residence overgenomen. Het International Relations office heeft een voorrangsperiode voor het boeken van een deel van deze kamers. Deze worden ingezet voor een kwetsbare groep aan exchange studenten die een verblijf van maximaal 1 semester ondernemen aan de VUB. Na de voorrangsperiode mag Diggit de kamers zelf op de markt brengen, de vraag is echter steeds groter dan het aanbod waardoor alle kamers in semester 1 en 2 toegewezen zijn.
De beheerder van de exchange kamers in U-Residence, Diggit student life, en de eigenaar van het gebouw, De Federale Verzekeringen, kregen gedurende het academiejaar 2023-2024 een officiële ingebrekestelling van VUB wegens ontoereikend onderhoud van het gebouw en gebrekkige faciliteiten. Een bedwantsenplaag boven op het gebrekkig onderhoud was de aanzet voor een onderzoek vanuit de dienst Internationale Relaties naar de leefomstandigheden in het gebouw. De resultaten van het onderzoek vereisen verdere opvolging waarbij de diensten Algemeen beheer en Infrastructuur van VUB mede betrokken partij zijn. Periodiek onderhoud met de stakeholders is gepland tot de situatie opnieuw stabiel is.
Geblokkeerde rekening: studenten uit niet-EER landen die naar de VUB komen dienen bij hun visumaanvraag een bewijs voor te leggen dat zij beschikken over voldoende financiële bestaansmiddelen. Dit kan worden aangetoond door middel van een beursattest of een bewijs van garantstelling (annex 32). De bevoegde overheden verscherpen de criteria voor de garantstelling (enkel nog EU-burgers, zo niet zijn familieleden tot de 3e graad toegestaan). Men dwingt studenten met deze maatregelen naar een derde optie, nl. die van de geblokkeerde rekening. De universiteit kan toezien dat de student een bepaalde som geld deponeert op een geblokkeerde VUB-rekening waarbij deze vervolgens maandelijks het gestorte bedrag in schijven als “toelage” uitgekeerd krijgt.
De alleenstaande student dient € 950 per maand te storten, de student met familie (partner en/of kind) stort € 1.800 per maand (VUB-criteria).
Aan studenten die voor een korte periode aan de VUB komen studeren (exchange, …) wordt dezelfde mogelijkheid geboden voor de duur van hun verblijf.
Als voorwaarde om dergelijke geblokkeerde rekening te openen wordt het afsluiten van een ziekteverzekering (SIP-polis en mutualiteit) voor medische kosten en repatriëring gesteld.
In 2023-2024 werden er 1057 aanvragen geregistreerd die resulteerden in 923 geblokkeerde rekeningen (134 studenten haakten af tijdens de procedure). Aan deze 923 studenten wordt een maandelijkse toelage gestort, wat een toename met 44,67% t.o.v. academiejaar 2021-2022 betekent.
Studenten die afstudeerden kunnen ook een geblokkeerde rekening aanvragen voor een zoekjaar/oriëntatiejaar naar de werkvloer. Gedurende academiejaar ’23-´24 werden er 52 geblokkeerde rekeningen geregistreerd.
Om toekomstige studenten correct te informeren is er gekozen voor de organisatie van enkele online infosessies via MS Teams. Er werden 3 x 3 infosessies georganiseerd rond de topics; visa, geblokkeerde rekening en ziekteverzekering. Deze werden gehouden in resp. april, mei en juni 2024.
Sinds de oprichting van het Caroline Pauwels Noodfonds (2020), een samenwerking tussen het International Relations office en Studentstatuut/studiefinanciering, kunnen nu ook internationale studenten aanspraak maken op financiële ondersteuning in crisissituaties. Zo werden er 47 dossiers van internationale studenten behandeld gedurende het academiejaar ’23 – ’24. 6 dossiers werden als onontvankelijk beschouwd. Het fonds keerde in totaal 33.624,5 EUR aan ondersteuning uit aan 41 internationale studenten die verkeerden in een noodsituatie. Een gemiddelde van 736,48 EUR per aanvraag werd toegekend.
Naast de reeds aangehaalde Orientation Days (sectie communicatie) wordt een specifieke infosessie voor uitwisselingsstudenten georganiseerd, waar nog dieper wordt ingegaan op de specifieke administratieve stappen voor deze doelgroep. Na de infosessie konden zowel de uitwisselingsstudenten als de internationale studenten deelnemen aan de show “Babel Games”, een improvisatieshow in verschillende talen (Nederlands, Frans, Engels, Italiaans, Spaans en Duits). Daarna was er een sociaal netwerkevenement waar de studenten met elkaar konden kennismaken en ze een Luikse wafel of een ijsje en een drankje aangeboden kregen door het International Relations office.
In december 2024 werd een virtuele infosessie georganiseerd voor de uitwisselingsstudenten die in het tweede semester naar de VUB zullen komen zodat ze zich administratief goed kunnen voorbereiden op hun uitwisseling. Dit zal dan gevolgd worden door een fysieke verwelkoming met infosessie op de Orientation Day in februari 2025.
Aan het begin van het academiejaar organiseert de VUB een kick-off the Campus in Etterbeek en Jette, met jaarlijkse deelname van het International Relations office. Doel van onze aanwezigheid is vooral om de studenten warm te maken voor een internationale uitwisseling tijdens hun studies en om hen uit te nodigen op de Go Abroad fair.
Op 10 oktober 2024 werd de jaarlijkse Go Abroad Fair op campus georganiseerd, als onderdeel van de eerste editie van de International Days, met infosessies, inclusief financieringsmogelijkheden en informatiestanden over studeren in het buitenland. Volgende organisaties namen deel aan deze Fair: AFS Interculturele Programma’s vzw, Belgian American Educational Foundation, Commission for Educational Exchange between the U.S., Belgium, and Luxembourg Cultural Care Au Pair, Edukado EF Education First , EUTOPIA European University, Fayatbeurzen/Flanders Trainee Programme, International Association for the Exchange of Students for Technical Experience, University of Gothenburg, Vlamingen in de Wereld Ilanga VZW Sciences and Engineering Campus. Het International Relations office had een infostand op de fair waarbij meer informatie werd gegeven over beurzenprogramma’s nl. Erasmus+ KA131 en KA171, Priority Country Programme, Washington Center, Generieke beurzen, SEMP, Erasmus Belgica en Erasmus+ stage na afstuderen. Daarnaast was er ook een aparte infostand van studenten die net een buitenlandervaring achter de rug hadden zodat ze hun ervaring met geinteresseerde studenten konden delen. Er was een studentenvertegenwoordiger van de EUTOPIA partner Gothenburg University aanwezig die meer specifieke info over deze EUTOPIA bestemming gaven.
Ongeveer 200 studenten kregen een ‘boarding ticket’ en konden stickers verzamelen bij de verschillende organisaties. Aan de uitgang van de beurs, konden ze dan hun volle boarding pass indienen. Uiteindelijk werd door een onschuldige hand 1 boarding pass uitgekozen. Deze student kreeg een bon voor een weekendje weg in Europa.
Facultaire sessies: vanaf midden oktober tot midden november werden in de faculteiten en/of opleidingen infosessies voor studenten georganiseerd. Tijdens deze sessies krijgen de studenten meer informatie over de uitwisselingsmogelijkheden en -bestemmingen, wie in aanmerking komt voor uitwisseling en welke de selectieprocedure voor het daaropvolgende academiejaar is. Enkele studenten, die recent op uitwisseling gingen, deelden hun internationale ervaring. Het werd een mix van infosessies op de campus en online infosessies, afhankelijk van de grootte van de groep en de voorkeur van de faculteit.
Op dinsdag 19 november vond het Go Abroad Café plaats. De bedoeling van dit evenement is om studenten die interesse hebben in een uitwisseling warm te maken om op uitwisseling te gaan door hen in contact te brengen met VUB studenten die net terug zijn en/of inkomende uitwisselingsstudenten die hun ervaringen willen delen. We konden zo’n 50-tal studenten verwelkomen van verschillende faculteiten met interesse in een uitwisseling. 17 VUB studenten deelden hun ervaring met de bezoekers, o.a. via een fotomuur. 7 andere studenten lieten ook hun contactgegevens na aangezien ze niet fysiek aanwezig konden zijn, maar wel graag hun ervaringen wilden delen met de geïnteresseerden.
Op 8 mei 2024 werd de Exchange Take Off infosessie gegeven aan studenten die genomineerd werden om tijdens academiejaar 2024-2025 op uitwisseling te gaan. Informatie over de administratieve verplichtingen voor de VUB en over de verschillende beurzenprogramma’s wordt meegedeeld, als ook tips en tricks om een verblijf in het buitenland zo goed mogelijk voor te bereiden.
Voor de studenten die naar een ontwikkelingsland gaan, worden voorbereidingsdagen (verplichte deelname) en terugkomsessies georganiseerd i.s.m. UCOS vzw.
6.2 Integratie- en inclusie-initiatieven
Bevorderen van de mix van lokale en internationale studenten
Om een betere interactie te bevorderen tussen Vlaamse en internationale studenten worden activiteiten ingericht en worden initiatieven van studenten en studentenverenigingen ondersteund. Onderstaande activiteiten werden in 2023-2024 georganiseerd of ondersteund door het International Relations office:
• Buddy programma: sociale en praktische integratie van internationale studenten door Vlaamse en internationale buddy’s. Het International Relations office werkte samen met het VUBuddy programma om ook alle internationale studenten te integreren in een buddy groep (per opleiding). Het VUBuddy programma werd echter niet verder gezet in huidig academiejaar. Voor exchange studenten wordt samengewerkt met ESN VUB-EhB en hun buddy programma voor uitwisselingsstudenten.
• Voor de Dag van de Internationale Student (17 november) werd een interview gedaan met 2 studenten die actief hebben deelgenomen aan internationale events, voornamelijk die van EUTOPIA. Een van de studenten was Belgisch, de andere van Kroatië. De insteek hierachter was om hen te vragen hoe zij het leven en werken als jobstudent aan de VUB ervaren en waarom ze voor de VUB kozen. Het artikel verscheen in het Nederlands en Engels op vub.be nieuws/ news, en werd gedeeld op de Facebook pagina www.facebook.com/VUBInternationalRelations waar het een van de populairste posten was.
• Taaltafels: De taaltafels worden georganiseerd door TALK, ACTO, het VUB restaurant en het International relations office. De talen die aangeboden worden op informele wijze tijdens de lunch in het VUB restaurant op de hoofdcampus zijn: Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Italiaans. Het International relations office zorgt voor de communicatie en promotie (inclusief promotiemateriaal). Meer info omtrent taaltafels via hun facebook pagina: Language Tables at the VUB | Etterbeek | Facebook
• De Orientation Day werd georganiseerd op 9 februari 2024 op de campus met zo’n 120-tal incoming exchange studenten uit 28 verschillende landen die naar de VUB kwamen voor studies of stages. Ook de Orientation Days in september met meer dan 1200 studenten en de Kick-off zorgen voor ontmoetingsmomenten. In de stand van het International Relations office werden studenten op een ludieke manier warm gemaakt voor een studie/stage-uitwisseling in het buitenland. Studenten konden via een spel een reep chocolade winnen waar reclame op stond voor de Go Abroad Fair en het Go Abroad Café.
Student-vluchtelingenprogramma (Student Refugee Programma): dankzij cofinanciering door BNP Paribas (3 jaar: 2022 tot 2024) en International Relations office was het mogelijk om het Student Refugee Programme verder te ondersteunen met 0,4 FTE in 2024. Studenten met een vluchtelingenstatus werden ondersteund bij hun registratieprocedures aan de VUB en andere gerelateerde vragen.
De ondersteuning van vluchtelingstudenten bestond uit verschillende onderdelen:
- Het verstrekken van algemene informatie en specifiek advies over studieprogramma’s aan de VUB via mail, telefoon of online. Er werden meer dan 150 dossiers verwerkt met gemiddeld 5 interventies per student. Daarvan dienden 63 studenten een aanvraag in voor inschrijving aan de VUB.
- Individuele begeleiding bij de aanvraag en registratie in CALI.
- Coördinatie met studentenadministratie en faculteiten over de beslissing na inschrijving.
- Het organiseren van informatiesessies.
In september 2024 hadden 63 studenten (vluchtelingen / aanvragers van internationale bescherming) een aanvraag ingediend bij de VUB, waarvan er 21 werden toegelaten. De meeste van deze studenten werden toegelaten tot Engelstalige bachelor- en masteropleidingen aan de faculteiten ES, LW, IR of GF.
Het programma liep in oktober 2024 af.
Scholars at Risk
Het Scholars at Risk netwerk (SAR) is een in de VS gevestigd internationaal netwerk van meer dan 500 Hoger Onderwijsinstellingen uit 42 landen, dat georganiseerd wordt om de beginselen van academische vrijheid en de mensenrechten van academici wereldwijd te ondersteunen en te verdedigen. SAR beschermt wetenschappers die worden geconfronteerd met ernstige bedreigingen van hun leven, vrijheid en welzijn. De wetenschappers worden tijdelijk ondergebracht in een ander land waar zij hun werk kunnen voortzetten via tijdelijke onderzoeks- en onderwijsfuncties bij gastinstellingen voor hoger onderwijs die de wetenschapper financieel ondersteunen. SAR zorgt voor de nodige advies- en verwijsdiensten en koppelt de wetenschappers aan een gastinstelling. VUB is lid van dit netwerk.
In maart 2022 vervoegde een bedreigde scholar de Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen, afdeling Geografie. De termijn werd verlengd tot 31 december 2024 met medefinanciering van de Vlaamse overheid (40.000 EUR/ universiteit). Jaarlijks wordt er gerapporteerd aan de Vlaamse overheid en aan SAR. VUB heeft beslist om financiering te voorzien voor twee scholars. Gezien de geo-politieke situatie worden inspanningen geleverd om in samenwerking met het SAR netwerk na te gaan of er Palestijnse (Gaza) onderzoekers naar VUB kunnen komen. Nieuwe scholars die aan VUB zullen starten krijgen vanaf de start een perspectief van 24 maanden.
6.3 Ethiek, mensenrechten en Kennisveiligheid
Sedert de invoering van de VLIR-Mensenrechtentoets aan de Vlaamse universiteiten, en de goedkeuring ervan op de Academische Raad van 16 mei 2022 (AR.122/J2/01), waakt International Relations office over de correcte toepassing ervan. Zo werd o.a. het mensenrechtenclausule verplicht opgenomen in alle samenwerkingsakkoorden met (internationale) instellingen en partners. Bij de verlenging van bestaande akkoorden wordt eveneens een nieuwe template gebruikt waarin de mensenrechtenclausule vermeld staat. Dit geldt ook voor alle studentenuitwisselingsakkoorden en andere akkoorden met partners.
In 2024 werd het nieuwe beleid inzake “Ethiek en Mensenrechten bij Internationale samenwerking” gepubliceerd, waarbij de verantwoordelijkheid voor de initiële screening van een potentiële partner/samenwerking bij de aanvrager/onderzoeker/ZAP-lid ligt. Tevens werden in 2024 nieuwe aanvraagformulieren voor samenwerkingsakkoorden in gebruik genomen, waarbij de aanvrager verklaart de Ethiek- en mensenrechten “self-check” te hebben uitgevoerd. Dit gebeurt in de aanvraagfase, voorafgaand aan de goedkeuring door de RIB. Bij twijfelgevallen, waar men bepaalde schendingen of overtredingen vermoedt, kan de aanvrager beroep doen op de expertise van ECDMM..
6.4 KPIs Internationalisering
De KPIs Internationalisering werden door de Raad Internationaal Beleid (RIB) herzien, met het oog op een integratie in het nieuwe facultair allocatiemodel, mits de randvoorwaarde dat de metingen correct kunnen verlopen (o.a. in Cali) vervuld is:
- KPI1: Het aantal diploma’s dat uitgereikt wordt waarbij de student cumulatief over Ba en/of initiële Ma afzonderlijk, minstens 10 SP verworven heeft via internationale uitgaande mobiliteit en/of I@H (internationalisation at home) t.o.v. alle uitgereikte diploma’s Ba en initiële Ma, en dit in % uitgedrukt en gemeten per academiejaar– gewicht 2 – streefdoel 33% (Vlaamse KPI).
- KPI2: Het aantal diploma’s dat uitgereikt wordt waarbij de student cumulatief over Ba en/of initiële Ma afzonderlijk, minstens 3 SP en maximaal 9 SP verworven heeft via internationale uitgaande mobiliteit en/of IaH t.o.v. alle uitgereikte diploma’s Ba en initiële Ma, en dit in % uitgedrukt en gemeten per academiejaar – gewicht 1
- KPI3: Het aantal financierbare SP verworven door studenten met een andere nationaliteit dan de Belgische, ten opzichte van het totaal aantal verworven SP, en dit in % uitgedrukt en gemeten per academiejaar – gewicht 1 – streefdoel jaarlijkse stijging met 3% (cfr. KPI internationale rekrutering).
In functie van de financierbaarheid wordt er gerekend exclusief toegestane onvoldoendes, niet-beëindigde of geannuleerde inschrijvingen, examencontracten, creditcontracten en vrijstellingen.
- KPI4: Het aantal joint of dubbel diploma PhD’s afgeleverd in het kader van een co-tutelle met een internationale partner ten opzichte van het totaal aantal PhD diploma’s afgeleverd en dit in % uitgedrukt en gemeten per academiejaar – gewicht 1.
- KPI5: Het aantal publicaties met een internationale co-auteur ten opzichte van het totaal aantal publicaties, en dit in % uitgedrukt en gemeten per academiejaar – gewicht 1 – streefdoel nog af te stemmen met R&D.
Er werd in 2024 een eerste rapportage over deze 5 KPI’s gemaakt en voorgesteld aan de RIB (rapport is beschikbaar). Op basis van feedback van de RIB en gezien de onvolledigheid van de mobiliteitsgegevens in CALI, de officiële rapporteringsbron, werd een bijkomende berekening van de KPI’s 1 en 2 uitgevoerd op basis van de beschikbare gegevens van het Mobility-Online systeem. Op basis van deze onofficiële telling werd een bijna verdubbeling van de cijfers vastgesteld. Dit benadrukt alleen maar de noodzaak om CALI aan te passen aan de bedrijfsbehoeften.
6.5 Rankings
Ogenschijnlijk spreekt de herleiding van de kwaliteit en complexiteit van een universiteit tot een eenvoudig rangnummer het grote publiek aan. Ze geven echter een erg vereenvoudigd en onvolledig beeld van universiteiten en hun relatie met de samenleving weer. Tegelijkertijd is deze herleiding tot een nummer de basis voor kritiek, wat resulteert in de opkomst van een grote verscheidenheid aan universitaire rankings die verschillen in gebruikte methodologie, verzamelde data en vele andere factoren. Bovendien wordt de gehanteerde methodologie door de rankingorganisatie af en toe gewijzigd zodat een vergelijking over de jaren heen ook moeilijk wordt.
Het International Relations office levert i.s.m. het Departement Strategie en Beleid (STBE) de gegevens voor de QS World University Rankings (QS WUR) en de Times Higher Education World University Rankings (THE WUR) aan. Voor de Shanghai Academic Ranking of World Universities (ARWU) worden geen gegevens aangeleverd vermits dit voorbehouden is voor de universiteiten uit de Top 100. In 2024 behield de VUB haar positie in de THE WUR en ARWU Ranking en verloor ze 19 plaatsen in de QS WUR. VUB scoorde opvallend goed voor Rechten (THE #55, ARWU 101-150), Burgerlijk ingenieurswetenschappen (ARWU 101150), Sporten (QS 101-140), Communicatie en Media, Sporten en Politieke Wetenschappen (QS 101-150).
* QS World University Rankings
** Times Higher World Education Rankings
*** Academic Ranking of World Universities
RUBRIEK 10 DUURZAAMHEIDSVERSLAG
Voortgangsrapportage Duurzaamheid
1. Inleiding
VOORTGANGSRAPPORTAGE DUURZAAMHEID 2024
1.INLEIDING
In juni 2023 werden de transversale actieplannen van de vorige ASP-cyclus (Algemeen Strategisch Plan 4), zijnde het duurzaamheidsactieplan, gelijkheidsactieplan en welzijnsactieplan, geëvalueerd en neergelegd. Hierbij werden succesvolle, lopende acties verankerd bij de betrokken diensten en werden een aantal andere acties stopgezet. De jaarlijkse voortgangsrapportage op vlak van duurzaamheid, is echter nog steeds gelinkt aan de KPI’s die voortkomen uit het duurzaamheidsactieplan, met name aan het luik duurzame bedrijfsvoering. De indeling van vorige rapportages werd dan ook in dit verslag overgenomen.
In juni 2023 werden de transversale actieplannen van de vorige ASP-cyclus (Algemeen Strategisch Plan 4), zijnde het duurzaamheidsactieplan, gelijkheidsactieplan en welzijnsactieplan, geëvalueerd en neergelegd. Hierbij werden succesvolle, lopende acties verankerd bij de betrokken diensten en werden een aantal andere acties stopgezet. De jaarlijkse voortgangsrapportage op vlak van duurzaamheid, is echter nog steeds gelinkt aan de KPI’s die voortkomen uit het duurzaamheidsactieplan, met name aan het luik duurzame bedrijfsvoering. De indeling van vorige rapportages werd dan ook in dit verslag overgenomen.
Momenteel onderzoeken we op welke manier we op vrijwillige basis onze duurzaamheidsrapportage en -werking kunnen baseren op de Europese CSRD-richtlijnen. In het kader hiervan werkt de dienst Strategie en Beleid aan een dubbele materialiteitsanalyse, waarbij we de prioritaire duurzaamheidsthema’s bepalen voor de universiteit. Dit zijn thema’s waar we als VUB mogelijks veel negatieve of positieve impact op hebben, of thema’s die grote financiële risico’s of opportuniteiten met zich meebrengen voor de VUB. Deze oefening vormt vervolgens de basis voor toekomstig duurzaamheidsbeleid en rapportage.
Momenteel onderzoeken we op welke manier we op vrijwillige basis onze duurzaamheidsrapportage en -werking kunnen baseren op de Europese CSRD-richtlijnen. In het kader hiervan werkt de dienst Strategie en Beleid aan een dubbele materialiteitsanalyse, waarbij we de prioritaire duurzaamheidsthema’s bepalen voor de universiteit. Dit zijn thema ’s waar we als VUB mogelijks veel negatieve of positieve impact op hebben, of thema’s die grote financiële risico’s of opportuniteiten met zich meebrengen voor de VUB. Deze oefening vormt vervolgens de basis voor toekomstig duurzaamheidsbeleid en rapportage.

2. Klimaatactieplan
2.KLIMAATACTIEPLAN
Het doel van het VUB klimaatactieplan is om de trend te keren van een stijgende naar een dalende klimaatimpact, richting klimaatneutraal in 2050. We meten onze koolstofvoetafdruk aan de hand van het Greenhouse Gas Protocol (GHG-protocol), een robuuste, internationale standaard, om zicht te krijgen op de verschillende uitstootcategorieën. Onze voetafdruk helpt ons bij het definiëren van maatregelen die onze uitstoot effectief naar beneden krijgen. We streven hierbij naar doelstellingen die conform het Science-based targets ambitiekader zijn, wat betekent dat we aligneren met het Verdrag van Parijs, waarbij de globale opwarming beperkt blijft tot 1,5 °C.
Het doel van het VUB klimaatactieplan is om de trend te keren van een stijgende naar een dalende klimaatimpact, richting klimaatneutraal in 2050. We meten onze koolstofvoetafdruk aan de hand van het Greenhouse Gas Protocol (GHG -protocol), een robuuste, internationale standaard, om zicht te krijgen op de verschillende uitstootcategorieën. Onze voetafdruk helpt ons bij het definiëren van maatregelen die onze uitstoot effectief naar beneden krijgen. We streven hierbij naar doelstellingen die conform het Science-based targets ambitiekader zijn, wat betekent dat we aligneren met het Verdrag van Parijs, waarbij de globale opwarming beperkt blijft tot 1,5 °C.
2.1. Carbon footprint
Om impactvolle maatregelen te kunnen nemen die onze CO2-uitstoot efficiënt laten dalen, moeten we eerst weten waar de uitstoot zich bevindt. We kozen ervoor om de carbon footprint van 2019 te gebruiken als nulmeting of baseline, omdat 2021 en 2022 niet representatief waren door COVID-19. In 2023 berekenden we carbon footprint van 2022, wat een eerste evaluatie van ons klimaatbeleid mogelijk maakte. De carbon footprint werd berekend aan de hand van het GHG-protocol, die de uitstoot indeelt in 3 categorieën of ‘scopes’:
gebruiken als nulmeting of baseline, omdat 2021 en 2022 niet representatief waren door COVID-19. In 2023 berekenden we carbon footprint van 2022, wat een eerste evaluatie van ons klimaatbeleid mogelijk maakte. De carbon footprint werd berekend aan de hand van het GHG -protocol, die de uitstoot indeelt in 3 categorieën of ‘scopes’:

In onderstaande tabel worden de resultaten weergegeven van de carbon footprint 2019 (baseline jaar) en de carbon footprint 2022 , dit volgens de market-based methode Voor meer informatie verwijzen we door naar het VUB klimaatactieplan en het VUB jaarverslag 2023. Een nieuwe berekening, de carbon footprint van 2024, zal in 2025 plaatsvinden.
In onderstaande tabel worden de resultaten weergegeven van de carbon footprint 2019 (baseline jaar) en de carbon footprint 2022, dit volgens de market-based methode. Voor meer informatie verwijzen we door naar het VUB klimaatactieplan en het VUB jaarverslag 2023. Een nieuwe berekening, de carbon footprint van 2024, zal in 2025 plaatsvinden.
Carbon footprint volgens de market-based methode
Carbon footprint volgens de market-based methode
KPI Eenheid Data 2019 Data 2022 Trend
2.2. Energiecijfers
In 2024 verbruikten we 80.658 MWh primaire energie. In totale cijfers is dit een daling t.o.v. 2023 met zo’n 9%. Dit ondanks een stijging van het aantal studenten, en van de totale vloeroppervlakte. Deze sterke daling is vooral toe te schrijven aan de opstart van de warmtekrachtkoppeling (WKK) in januari 2024. De WKK is een efficiënte methode voor energieopwekking, waarbij elektriciteit en warmte simultaan worden geproduceerd uit dezelfde energiebron, aardgas. Deze specifieke installatie genereert ongeveer 40% elektriciteit en 60% (rest)warmte, waarbij het grootste deel van deze restwarmte wordt gebruikt voor de verwarming van gebouwen tijdens de wintermaanden. In vergelijking met moderne
1 Aardgas en warmte zijn gecorrigeerd naar een standaardjaar via graaddagen (16,5 °C)
2 Met afname wordt afname van het net bedoeld. Het verbruik is dan afname plus eigenproductie van elektriciteit
3 Primair energieverbruik houdt rekening met de verliezen bij omzetting, opslag en transport. Voor aardgas is dit identiek aan het verbruik op de tellers. Voor elektriciteit is dit 2,5 keer het verbruik op de tellers omwille van een verondersteld rendement van 40% voor elektriciteitsopwekking.
aardgascentrales, die vaak de vrijgekomen warmte verliezen, biedt de WKK van de VUB een aanzienlijk hoger totaalrendement. De opstart van de WKK verklaart ook de sterke stijging in aardgasverbruik en de sterke daling in de afname van elektriciteit van het net. Het warmteverbruik van de gebouwen is daarnaast significant gedaald.
Het elektriciteitsverbruik op de sites is echter toegenomen. Dit komt voornamelijk door het nieuwe LIC-gebouw, het versterken van de dataserver en het in dienst nemen van de onderzoeksunits in de WVDM-gebouwen. De VUB blijft echter maatregelen nemen om het stroomverbruik terug te dringen, bij verschillende gebouwen zijn dalingen in de verbruiken vastgesteld.
Evolutie van het warmte-, aardgas- en elektriciteitsverbruik
10,000
5,000
Aardgas Warmte Elektriciteit
Daarnaast werden er ook bijkomende PV-panelen geplaatst op onze daken, waardoor op de Brussels Main Campus (BMC) de productie aan groene stroom steeg met van 580 MWh naar 820 MWh. Tegen 2030 willen we 10% van ons elektriciteitsverbruik opwekken met eigen zonnepanelen, momenteel zitten we aan 5,5% op BMC.
Daarnaast werden er ook bijkomende PV-panelen geplaatst op onze daken, waardoor op de Brussels Main Campus (BMC) de productie aan groene stroom steeg met van 580 MWh naar 820 MWh. Tegen 2030 willen we 10% van ons elektriciteitsverbruik opwekken met eigen zonnepanelen, momenteel zitten we aan 5,5% op BMC.
Sinds 2020 vullen we onze elektriciteitsafname in met 100% groene elektriciteitscontracten. Tussen 2024 en 2028, vervangen we tevens onze verouderde ventilatiesystemen door moderne zuinige installaties. Op de Brussels Health Campus (BHC) worden de verouderde onderstations volledig gerenoveerd. Tot slot wordt ook het energiemonitoringssysteem verder uitgebreid zodat we aan de hand van detaildata bijkomende besparingsmogelijkheden kunnen ontdekken.
Sinds 2020 vullen we onze elektriciteits afname in met 100% groene elektriciteitscontracten. Tussen 2024 en 2028, vervangen we tevens onze verouderde ventilatiesystemen door moderne zuinige installaties. Op de Brussels Health Campus (BHC) worden de verouderde onderstations volledig gerenoveerd. Tot slot wordt ook het energiemonitoringssysteem verder uitgebreid zodat we aan de hand van detaildata bijkomende besparingsmogelijkheden kunnen ontdekken.
Naast interne, technische inspanningen om ons energieverbruik omlaag te krijgen, droegen ook het personeel en de studenten hun steentje bij. Onze dagelijkse handelingen, zoals een beter bewust zijn van ruimtetemperaturen, het uitschakelen van toestellen die niet gebruikt worden en het uitdoven van lichten in lege lokalen, kunnen ook mee het verschil maken.
2.3. Koelgassen
KPI
Naast interne, technische inspanningen om ons energieverbruik omlaag te krijgen, droegen ook het personeel en de studenten hun steentje bij. Onze dagelijkse handelingen, zoals een beter bewust zijn van ruimtetemperaturen, het uitschakelen van toestellen die niet gebruikt worden en het uitdoven van lichten in lege lokalen, kunnen ook mee het verschil maken.
Gewogen gemiddelde GWP4 totaal
Gewogen gemiddelde GWP nieuwe installaties
Geïnstalleerd vermogen
Eenheid Data 2023 Data 2022 Trend
BMC / 1527 1504 dalend
BMC / 1042 1042 gelijk
BMC / 468 1300 stijgend
BMC / 332 332 gelijk
BMC kW 2240 2307 stijgend
BMC kW 844 844 gelijk
4 GWP= global warming potential, een aanduiding voor de mate waarin een broeikasgas kan bijdragen tot de klimaatopwarming. Het is een relatieve waarde, waarbij het ‘aardopwarmingsvermogen’ van CO2 gelijk is aan 1.
In 2024 werden geen nieuwe koelinstallaties of warmtepompen in dienst gesteld op VUB Health Campus. De laatste jaren hadden de nieuwe toestellen op VUB Health Campus gemiddeld een beduidend lager Global Warming Potential (GWP) in vergelijking met de jaren voordien. Op de VUB Main Campus kunnen we hetzelfde vaststellen in 2022 en 2023, maar in 2024 zien we dat er opnieuw enkele toestellen werden geplaatst met het koelmiddel R410A, een koelmiddel dat een hoog GWP heeft (namelijk 2088). Het negatieve effect wordt enigszins afgevlakt door enkele nieuwe toestellen met koelmiddelen met een lagere GWP. Aankopen van koelinstallaties en warmtepompen met het koelmiddel R410A is niet toekomstgericht en af te raden.
Naar de toekomst toe is het gebruik van koelinstallaties en warmtepompen met koelmiddelen die een laag GWP hebben aan de orde. Daarbij zijn de natuurlijke koelmiddelen het meest innovatief met lage tot zeer lage GWP’s. Door in de toekomst dergelijke koelmiddelen te gebruiken kan het gemiddelde GWP van de gebruikte koelmiddelen aan de VUB nog significant dalen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de natuurlijke koelmiddelen ook nadelen hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld ontvlambaar of giftig zijn. Technici en onderhoudsfirma’s die deze nieuwe natuurlijke koelmiddelen gebruiken dienen zich bij te scholen om er op een veilige manier met te kunnen omgaan.
De grote koelinstallaties die op VUB Health Campus in 2020 en op VUB Main Campus in 2022 nieuw werden in dienst gesteld, zijn gevuld zijn koelmiddelen met een beduidend lager GWP dan voorheen. Door de grote hoeveelheden koelmiddelen die ze bevatten zorgen ze voor een dalende trend in het gemiddelde GWP van alle koelmiddelen aan de VUB, bekeken op de lange termijn.
Evolutie van de gemiddelde GWP van de koelmiddelen
Evolutie van de gemiddelde GWP van de koelmiddelen
De hoeveelheid koelmiddelen dat aanwezig is in actieve koelinstallaties en warmtepompen, uitgedrukt in ton CO2-eq, kent op BMC in 2024 voor het eerst een daling, na een jarenlange stijging. Op BHC is dit eerder al vele jaren stabiel.
De hoeveelheid koelmiddelen dat aanwezig is in actieve koelinstallaties en warmtepompen, uitgedrukt in ton CO2-eq, kent op BMC in 2024 voor het eerst een daling, na een jarenlange stijging. Op BHC is dit eerder al vele jaren stabiel.
De hoeveelheid koelmiddelen dat aanwezig is in actieve koelinstallaties en warmtepompen, uitgedrukt in ton CO2-eq, kent op BMC in 2024 voor het eerst een daling, na een jarenlange stijging. Op BHC is dit eerder al vele jaren stabiel.
Totale hoeveelheid koelmiddel actief in werking in ton CO2-eq
Totale hoeveelheid koelmiddel actief in werking in ton CO2-eq
Hoeveelheid
Het totaal elektrisch vermogen van alle actieve koelinstallaties en warmtepompen op de BMC blijft sterk stijgen. De sterke stijging in het jaar 2022 is het gevolg van het plaatsen van grote koelinstallaties op het dak van gebouw G, wat zich in de toekomst zou moeten vertal en in het uit dienst stellen van
totaal elektrisch vermogen van alle actieve koelinstallaties en warmtepompen op de BMC blijft sterk stijgen. De sterke stijging in het jaar 2022 is het gevolg van het plaatsen van grote koelinstallaties op het dak van gebouw G, wat zich in de toekomst zou moeten vertal en in het uit dienst stellen van
BMC BHC
Het totaal elektrisch vermogen van alle actieve koelinstallaties en warmtepompen op de BMC blijft sterk stijgen. De sterke stijging in het jaar 2022 is het gevolg van het plaatsen van grote koelinstallaties op het dak van gebouw G, wat zich in de toekomst zou moeten vertalen in het uit dienst stellen van vele kleine installaties in het betreffende en naastliggende gebouw. Dit effect is in 2024 nog niet vast te stellen. Aangezien er op BHC in 2024 geen koelinstallaties bijkwamen of buitendienst werden gesteld is er geen wijziging in het totale elektrische vermogen op deze campus.
Totaal elektrisch vermogen van alle actieve koelinstallaties in kW
3. Klimaatadaptatie
3. KLIMAATADAPTATIE
De schadelijke gevolgen van de klimaatverandering zullen zich de komende jaren steeds duidelijker laten voelen: meer hittegolven, langere periodes van droogte, intense zomerbuien , meer winterse neerslag Extreme weersomstandigheden zijn een uitdaging voor onze gebouwen en voor het welzijn van onze medewerkers, studenten en inwoners van Brussel. Met een gericht adaptatieplan bereiden we onze campussen daarop voor. Met onze groenbla uwe visie beperken we de schadelijke gevolgen van de opwarming die al een feit is en proberen we met een aantal slimme maatregelen de campus ook robuuster te maken in het licht van extremere weersomstandigheden die de komende jaren algemener zullen worden. Tegelijk zoeken we als onderwijsinstelling naar een maximale integratie met onderwijs en onderzoek, met aandacht voor de sterktes van onze campussen. De doelstellingen zijn op maat van VUB en na grondige beleidsvoorbereiding opgesteld, maar ook getoetst a an beleidskaders van de overheid.
De schadelijke gevolgen van de klimaatverandering zullen zich de komende jaren steeds duidelijker laten voelen: meer hittegolven, langere periodes van droogte, intense zomerbuien, meer winterse neerslag… Extreme weersomstandigheden zijn een uitdaging voor onze gebouwen en voor het welzijn van onze medewerkers, studenten en inwoners van Brussel. Met een gericht adaptatieplan bereiden we onze campussen daarop voor. Met onze groenblauwe visie beperken we de schadelijke gevolgen van de opwarming die al een feit is en proberen we met een aantal slimme maatregelen de campus ook robuuster te maken in het licht van extremere weersomstandigheden die de komende jaren algemener zullen worden. Tegelijk zoeken we als onderwijsinstelling naar een maximale integratie met onderwijs en onderzoek, met aandacht voor de sterktes van onze campussen. De doelstellingen zijn op maat van VUB en na grondige beleidsvoorbereiding opgesteld, maar ook getoetst aan beleidskaders van de overheid.
3.1. Groenblauw
3.1. Groenblauw
Het groenblauw ambitiekader voor de VUB-campussen werd goedgekeurd op het directiecomité van 13/2/2023. Deze visie formuleert de ambities voor de VUB-campussen en giet deze in concrete doelstellingen, zowel op vlak van water en watergebruik als biodiversiteit. Hierbij werden een aantal concrete KPI’s gedefinieerd, zoals de BAF-factor die het percentage aan ecologisch waardevolle oppervlakte berekent, en de verhardingsgraad. Gezien het om nieuwe indicatoren gaat, is deze data voorlopig nog niet beschikbaar.
Het groenblauw ambitiekader voor de VUB-campussen werd goedgekeurd op het directiecomité van 13/2/2023. Deze visie formuleert de ambities voor de VUB-campussen en giet deze in concrete doelstellingen, zowel op vlak van water en watergebruik als biodiversiteit. Hierbij werden een aantal concrete KPI’s gedefinieerd, zoals de BAF-factor die het percentage aan ecologisch waardevolle oppervlakte berekent, en de verhardingsgraad. Gezien het om nieuwe indicatoren gaat, is deze data voorlopig nog niet beschikbaar.
Waterverbruik is een indicator die wel al gemeten wordt. Net als met alle andere grondstoffen probeert de VUB omzichtig om te gaan met (drink)water. We beheren deze duurzaam door onder andere in te zetten op een lekdetectiesysteem dat stapsgewijs uitgebreid en beter afgesteld wordt, zuinig verbruik in de ontwerpfases mee te nemen, toegang tot drinkwater als alternatief voor frisdrank te vergroten en het vervangen van leidingwater door gerecupereerd (regen)water.
In 2024 verbruikten we 102 863 m3 water, oftewel zo’n 5.176 liter per VUB-lid. We kunnen geen vergelijking maken met 2023, omdat verschillende tellers toen defecten vertoonden.
Waterverbruik is een indicator die wel al gemeten wordt. Net als met alle andere grondstoffen probeert de VUB omzichtig om te gaan met (drink)water. We beheren deze duurzaam door onder andere in te zetten op een lekdetectiesysteem dat stapsgewijs uitgebreid en beter afgesteld wordt, zuinig verbruik in de ontwerpfases mee te nemen, toegang tot drinkwater als alternatief voor frisdrank te vergroten en het vervangen van leidingwater door gerecupereerd (regen)water
In 2024 verbruikten we 102 863 m3 water, oftewel zo’n 5.176 liter per VUB-lid. We kunnen geen vergelijking maken met 2023, omdat verschillende tellers toen defecten vertoonden.
4. DUURZAME BEDRIJFSVOERING
4.1. Mobiliteit
De VUB onderneemt acties om het verkeer en zijn milieu-impact naar de campus te verminderen. Mobiliteitsmaatregelen volgen het ‘STOP’-principe, dat stappen, trappen en openbaar vervoer de prioriteit geeft. Duurzame mobiliteit wordt onder meer gepromoot door een mobiliteitsvergoeding, campusinrichting, voorzieningen en campagnes. Om duurzame mobiliteit te bevorderen worden de campussen veilig, toegankelijk en gebruiksvriendelijk ingericht. De VUB overlegt met overheden en vervoersoperatoren voor goed bereikbare campussen, veilige campusomgevingen en performant openbaar vervoer.
De mobiliteitsrapportering volgt de driejaarlijkse cyclus van het bedrijfsvervoerplan. Aan de hand van een mobiliteitsenquête bij personeelsleden en studenten in najaar 2024 werd een diagnose van de mobiliteit naar de VUB campussen opgemaakt. De enquête werd ingevuld door 30% van de personeelsleden en 10% van de studenten. Hieronder worden de voornaamste resultaten toegelicht.
KPI
Aantal verkeersongevallen op en naar campus
personeel #
24 woon-werk ongevallen, waarvan 10 met fiets en 1 met pedelec
22 woon-werk ongevallen, waarvan 12 met de fiets dalend
studenten # 4 ongevallen 3 ongevallen, waarvan 2 met de fiets dalend
Modal split wagen BMC5 personeel % 11,42% met wagen / 7,17% met wagen dalend studenten % 2,57% met wagen / 5,15% met wagen stijgend
Modal split wagen BHC6 personeel % 52,17% met wagen / 32,42% met wagen dalend studenten % 10,36% met wagen / 15,87% met wage stijgend
Vervoermiddelen naar Main Campus
De modal split geeft de keuze weer van het voornaamste hoofdverplaatsingsmiddel naar de campus. In 2024 kwam bijna de helft van de personeelsleden met de trein (48%) naar de VUB Main Campus, gevolgd door metro/tram/bus (20%). Meer dan 2/3e gebruikt dus het openbaar vervoer naar de campus. Bijna 1/4e van de personeelsleden maakt een actieve verplaatsing naar de campus, 19% komt met de fiets en 6% wandelt. Het gebruik van de wagen is laag (7%), carpoolen en motoren worden nauwelijks gebruikt. Er is duidelijke een sterke voorkeur voor duurzame vervoersopties.
VUB Main Campus: modal split personeel 2024
Sinds 2011 is er een duidelijke verschuiving naar duurzame en actieve vervoermiddelen zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer. Het gebruik van de auto is sterk afgenomen en voornamelijk het fietsgebruik vertoont een opvallende groei. Het aandeel van de trein blijft dominant, maar neemt licht af. Metro, tram en bus blijven stabiel met een lichte stijging in 2024. Wandelen neemt licht toe, terwijl carpoolen en motoren een marginaal aandeel behouden.
5 Aangezien er geen nieuwe mobiliteitsdata beschikbaar is, wordt hier de data van de meest recente mobiliteitsenquête weergegeven, 2019 voor studenten en 2021 voor personeel.
VUB Main Campus: modal shift personeel 2011 - 2024
Sinds 2011 is er een duidelijke verschuiving naar duurzame en actieve vervoermiddelen zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer. Het gebruik van de auto is sterk afgenomen en voornamelijk het fietsgebruik vertoont een opvallende groei. Het aandeel van de trein blijft dominant, maar neemt licht af. Metro, tram en bus blijven stabiel met een lichte stijging in 2024. Wandelen neemt licht toe, terwijl carpoolen en motoren een marginaal aandeel behouden.
Sinds 2011 is er een duidelijke verschuiving naar duurzame en actieve vervoermiddelen zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer. Het gebruik van de auto is sterk afgenomen en voornamelijk het fietsgebruik vertoont een opvallende groei. Het aandeel van de trein blijft dominant, maar neemt licht af. Metro, tram en bus blijven stabiel met een lichte stijging in 2024. Wandelen neemt licht toe, terwijl carpoolen en motoren een marginaal aandeel behouden.
VUB Main Campus: modal shift personeel 2011 - 2024
Het gebruik van de MIVB en wandelen zijn de populairste vervoermiddelen van kotstudenten van hun kot naar de VUB Main Campus, elk goed voor een 1/3e. Daarnaast is de trein een populaire keuze met 22%. Met 9% is het fietsgebruik relatief laag, mogelijk door de zeer goedkope MIVB-abonnementen voor studenten en de koten op wandelafstand. Het gebruik van de wagen, carpool, en motor van kot naar campus is heel laag (samen slechts 2%).
Main campus: modal split kot-campus 2024
Het gebruik van de MIVB en wandelen zijn de populairste vervoermiddelen van kotstudenten van hun kot naar de VUB Main Campus, elk goed voor een 1/3e. Daarnaast is de trein een populaire keuze met 22%. Met 9% is het fietsgebruik relatief laag, mogelijk door de zeer goedkope MIVB-abonnementen voor studenten en de koten op wandelafstand. Het gebruik van de wagen, carpool, en motor van kot naar campus is heel laag (samen slechts 2%).
Main campus: modal split kot-campus 2024
voet
voet
De modal split van pendelstudenten naar de Main Campus wordt sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst.
De modal split van pendelstudenten naar de Main Campus wordt sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst.
De modal split van pendelstudenten naar de Main Campus wordt sterk gedomineerd door treinvervoer (58%), gevolgd door metro, tram en bus (26%). 8% van de pendelstudenten komt met de wagen naar de campus en 6% fietst.
Main campus: modal split pendelstudenten 2024
Main campus: modal split pendelstudenten 2024
Vervoermiddelen
naar Health Campus
In 2024 is de auto (32%) het meest gebruikte vervoermiddel van personeelsleden naar de Health Campus. Als categorie wordt het openbaar vervoer (46%) het vaakst gebruikt, waarvan 28% pendelt met de trein en 18% met de metro, tram of bus. 19% van de personeelsleden fietst naar de campus. Voetgangers, carpoolers en motorrijders zijn zeer laag (rond 1%).
VUB Health Campus: modal split personeel 2024
VUB Health Campus: modal split personeel 2024
Het gebruik van de wagen is gestaag afgenomen sinds 2011 (63%), met een forse daling naar 32% in 2024. Voornamelijk het aantal fietsers is sterk gestegen van 3% naar 19%. Openbaar vervoer, zowel trein als metro/tram/bus, wint terrein met een gecombineerd aandeel van 30% in 2011 naar 46% in 2024. Wandelen, gebruik van de motor en carpoolen naar de campus blijven marginaal.
Het gebruik van de wagen is gestaag afgenomen sinds 2011 (63%), met een forse daling naar 32% in 2024. Voornamelijk het aantal fietsers is sterk gestegen van 3% naar 19%. Openbaar vervoer, zowel trein als metro/tram/bus, wint terrein met een gecombineerd aandeel van 30% in 2011 naar 46% in 2024. Wandelen, gebruik van de motor en carpoolen naar de campus blijven marginaal.
Het gebruik van de wagen is gestaag afgenomen sinds 2011 (63%), met een forse daling naar 32% in 2024. Voornamelijk het aantal fietsers is sterk gestegen van 3% naar 19%. Openbaar vervoer, zowel trein als metro/tram/bus, wint terrein met een gecombineerd aandeel van 30% in 2011 naar 46% in 2024. Wandelen, gebruik van de motor en carpoolen naar de campus blijven marginaal.
VUB Health Campus: Modal shift personeel 2011 - 2024
VUB Health Campus: Modal shift personeel 2011 - 2024 Auto Carpool
Uit de modal split van de kotstudenten aan campus Jette blijkt dat de meeste te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer (metro/tram/bus met 24% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1% doet aan carpoolen.
Uit de modal split van de kotstudenten aan campus Jette blijkt dat de meeste te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer (metro/tram/bus met 2 4% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1 % doet aan carpoolen.
Uit de modal split van de kotstudenten aan campus Jette blijkt dat de meeste te voet van het kot naar de campus gaan (31%), gevolgd door het gebruik van het openbaar vervoer (metro/tram/bus met 2 4% en trein met 20%). Ook de fiets (14%) wordt regelmatig gekozen. Aan de andere kant valt op dat 10% van de kotstudenten met de wagen naar de campus komt, 1 % doet aan carpoolen.
Health campus: modal split kot-campus 2024
Health campus: modal split kot-campus 2024
De pendelstudenten naar de VUB Health Campus maken voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als het meest populaire vervoermiddel, gevolgd door metro, tram en bus (30%). Daarnaast is ook de wagen een aanzienlijk aandeel, 1 9% van de studenten rijdt naar campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het goed, met 11%.
De pendelstudenten naar de VUB Health Campus maken voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als het meest populaire vervoermiddel, gevolgd door metro, tram en bus (30%). Daarnaast is ook de wagen een aanzienlijk aandeel, 19% van de studenten rijdt naar campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het goed, met 11%.
De pendelstudenten naar de VUB Health Campus maken voornamelijk gebruik van openbaar vervoer (65%), met de trein (35%) als het meest populaire vervoermiddel, gevolgd door metro, tram en bus (30%). Daarnaast is ook de wagen een aanzienlijk aandeel, 1 9% van de studenten rijdt naar campus en 3% carpoolt. Ook de fiets doet het goed, met 11%.
Health campus: modal split pendelstudenten 2024
Health campus: modal split pendelstudenten 2024
4.2. Afval
Om een zero-waste community te worden, zijn er heel wat inspanningen nodig. Van het elimineren van single-use plastics door het gebruik van herbruikbare beker, tot het hergebruiken van meubilair en bouwafval. Bij de afval die er momenteel toch nog is, zetten we in op maximale recyclage en scheiding van afvalstromen.
KPI Eenheid Data 2023
Totaal gewicht niet-gevaarlijk afval
Totaal gewicht gevaarlijk afval
% gesorteerd van totaal
Data 2024 Trend
ton 24 19 dalend
stijgend
stijgend
stijgend
Gevaarlijk afval
De dienst Preventie en Milieu organiseert de inzameling van gevaarlijk afval zoals chemisch afval en risicohoudend medisch/biologisch afval. Dit afval wordt afgevoerd door een erkend ophaler van gevaarlijk afval voor milieudeskundige verwerking.
In 2018 was er een opmerkelijke piek in de afvoer van chemisch afval op de VUB Main Campus. Deze had te maken met een grote opruim van de solventenkamer naast het Centraal Magazijn. Hier werden eenmalig 4191 kg chemicaliën afgevoerd.
In 2020 zien we een opmerkelijke dip in de afvoer van chemisch afval op zowel de VUB Main Campus als de VUB Health Campus. Dit is toe te schrijven aan de corona-pandemie. De werking van de laboratoria is nooit volledig stopgezet, maar er waren wel beperkingen op het aantal onderzoekers die tegelijk konden aanwezig zijn op de werkplaats. Sinds 2021 werd opnieuw meer chemisch afval afgevoerd. Op VUB Main Campus werd in 2023 veel chemisch afval ingezameld en in 2024 heel wat minder. Een verklaring hiervoor is de verhuis in 2023 van het laboratorium van Organische Scheikunde waarbij heel wat producten werden afgevoerd, naast de opruim van enkele historische stocks in verschillende andere laboratoria in 2023. Op de VUB Health Campus de inzameling van chemisch afval de afgelopen vier jaar relatief stabiel is.
Afvoer chemisch afval (kg)
Afvoer chemisch afval (kg)
Gewicht [kg]
[kg]
Risicohoudend medisch/biologisch afval wordt voornamelijk geproduceerd in de laboratoria van de faculteit Geneeskunde en Farmacie op de VUB Health Campus en in de laboratoria van de faculteit Wetenschappen op de VUB Main Campus. De laatste zeven jaar schommelt de inzameling lichtjes van jaar tot jaar, maar er kan over die periode als geheel een lichte stijging worden vastgesteld.
Risicohoudend medisch/biologisch afval wordt voornamelijk geproduceerd in de laboratoria van de faculteit Geneeskunde en Farmacie op de VUB Health Campus en in de laboratoria van de faculteit Wetenschappen op de VUB Main Campus. De laatste zeven jaar schommelt de inzameling lichtjes van jaar tot jaar, maar er kan over die periode als geheel een lichte stijging worden vastgesteld.
Risicohoudend medisch/biologisch afval wordt voornamelijk geproduceerd in de laboratoria van de faculteit Geneeskunde en Farmacie op de VUB Health Campus en in de laboratoria van de faculteit Wetenschappen op de VUB Main Campus. De laatste zeven jaar schommelt de inzameling lichtjes van jaar tot jaar, maar er kan over die periode als geheel een lichte stijging worden vastgesteld.
Afvoer risicohoudend medisch/biologisch afval (kg)
Afvoer risicohoudend medisch/biologisch afval (kg)
Niet-gevaarlijk afval
Niet-gevaarlijk afval
Het doel voor het niet-gevaarlijk afval is om zoveel mogelijk afvalstromen gescheiden in te zamelen. Dat maakt het mogelijk om deze afzonderlijk ingezamelde fracties te verwerken en op te waarderen tot nieuwe grondstoffen of te recycleren. De inzameling van het niet-gevaarlijk afval is de verantwoordelijkheid van Facility Services.
Het doel voor het niet-gevaarlijk afval is om zoveel mogelijk afvalstromen gescheiden in te zamelen. Dat maakt het mogelijk om deze afzonderlijk ingezamelde fracties te verwerken en op te waarderen tot nieuwe grondstoffen of te recycleren. De inzameling van het niet-gevaarlijk afval is de verantwoordelijkheid van Facility Services.
Op VUB Main Campus kunnen mooie cijfers worden opgetekend. Terwijl in het jaar 2001 nog 88% van het niet gevaarlijk afval werd afgevoerd als restafval is deze afvalfractie in 2024 geslonken tot bijna
BMC BHC
BMC BHC
Niet-gevaarlijk afval
Het doel voor het niet-gevaarlijk afval is om zoveel mogelijk afvalstromen gescheiden in te zamelen. Dat maakt het mogelijk om deze afzonderlijk ingezamelde fracties te verwerken en op te waarderen tot nieuwe grondstoffen of te recycleren. De inzameling van het niet-gevaarlijk afval is de verantwoordelijkheid van Facility Services.
Afvalsortering op BMC, percentage per fractie (%)
Restafval
Groot vuil
Papier en karton
PMD
Metaal
Glas
Swill
Harde plastics, isomo , matrassen
Hout
Op VUB Main Campus kunnen mooie cijfers worden opgetekend. Terwijl in het jaar 2001 nog 88% van het niet gevaarlijk afval werd afgevoerd als restafval is deze afvalfractie in 2024 geslonken tot bijna 48,5%. Iets meer dan de helft van het niet-gevaarlijk afval wordt dus aangeboden in gescheiden fracties. Dat is voor 2024 ook een lichte verbetering t.o.v. 2023. 15
Op VUB Health Campus is een belangrijke inhaalbeweging op te tekenen. In 2004 maakte restafval nog 99% uit van het niet-gevaarlijk afval. In 2024 was dat gedaald tot 54,2%. Dat is ook een opmerkelijke verbetering ten opzichte van 2023. De inspanningen om gescheiden in te zamelen wer pen duidelijk hun vruchten af!
Op VUB Health Campus is een belangrijke inhaalbeweging op te tekenen. In 2004 maakte restafval nog 99% uit van het niet-gevaarlijk afval. In 2024 was dat gedaald tot 54,2%. Dat is ook een opmerkelijke verbetering ten opzichte van 2023. De inspanningen om gescheiden in te zamelen werpen duidelijk hun vruchten af!
Afvalsortering op BHC, percentage per fractie (%)
Restafval
Groot vuil
Papier en karton
PMD
Percentage
Metaal
Glas
Swill
Harde plastics, isomo , matrassen
Hout
Als we alle types afval samentellen dan zien we over een periode van 23 jaar een flinke daling op VUB Main Campus en een lichte stijging voor VUB Health Campus. Het is positief vast te stellen dat de sterke groei die de VUB gekend heeft in de afgelopen jaren zich niet vertaalt in een aangroei van de afvalberg. Dat merk je ook aan de evolutie van de hoeveelheid afval per VUB -lid (studenten en personeel). Deze is in 2024 opnieuw licht gedaald van 34,4 kg per persoon in 2023, n aar 32,7 kg persoon.
Als we alle types afval samentellen dan zien we over een periode van 23 jaar een flinke daling op VUB Main Campus en een lichte stijging voor VUB Health Campus. Het is positief vast te stellen dat de sterke groei die de VUB gekend heeft in de afgelopen jaren zich niet vertaalt in een aangroei van de afvalberg. Dat merk je ook aan de evolutie van de hoeveelheid afval per VUB-lid (studenten en personeel). Deze is in 2024 opnieuw licht gedaald van 34,4 kg per persoon in 2023, naar 32,7 kg persoon.
Evolutie van kg afval per VUB-lid
4.3. Voeding
4.3. Voeding
Ook dit jaar werd de koers behouden en streven we verder naar gezonde, duurzame voeding op de hele campus. Dat doen we door het verminderen van overschotten, het promoten van plantaardige en evenwichtige voeding, toegankelijke prijzen aan te bieden en zero-waste principes te hanteren.
Ook dit jaar werd de koers behouden en streven we verder naar gezonde, duurzame voeding op de hele campus. Dat doen we door het verminderen van overschotten, het promoten van plantaardige en evenwichtige voeding, toegankelijke prijzen aan te bieden en zero-waste principes te hanteren.
KPI Eenheid Data 2023 Data 2024 Trend Aantal Good
Net als vorig jaar koos zo’n 27% van de bezoekers in 2024 voor vegan of veggie maaltijden, een sterke stijging of daling is hier niet te zien. Al is er wel een verschuiving van vegetarische maaltijden naar meer vegan maaltijden. Door de keuze om zo min mogelijk rund aan te bieden in het restaurant, is er ook een duidelijke verschuiving zichtbaar van gerechten met rund (3%), naar gerechten met varken (27%).
Net als vorig jaar koos zo’n 27% van de bezoekers in 2024 voor vegan of veggie maaltijden, een sterke stijging of daling is hier niet te zien. Al is er wel een verschuiving van vegetarische maaltijden naar meer vegan maaltijden. Door de keuze om zo min mogelijk rund aan te bieden in het restaurant, is er ook een duidelijke verschuiving zichtbaar van gerechten met rund (3%), naar gerechten met varken (27%).
Verdeling maaltijden volgens soort
Verdeling maaltijden volgens soort
Als restaurantbezoeker is het niet altijd even gemakkelijk om te weten wat de impact van een maaltijd is op het milieu en het klimaat. Daarom werd een samenwerking opgestart met Ecoterian, een organisatie die mensen helpt om te begrijpen wat de impact van hun voeding is op hun gezondheid en de planeet. Ecoterian berekent de klimaatimpact van een recept aan de hand van het traject dat de verschillende ingrediënten afleggen. Hierbij worden verschillende factoren in beschouwing genomen, waaronder koolstofvoetafdruk, waterverbruik, landgebruik en stikstofuitstoot. Deze factoren worden dan omgezet naar een algemene score. Met die score (low – medium – high climate impact) wordt aangegeven of jouw maaltijd het beter (groen), gelijkaardig aan (geel) of slechter (rood) doet dan een gemiddelde maaltijd in België.
Als restaurantbezoeker is het niet altijd even gemakkelijk om te weten wat de impact van een maaltijd is op het milieu en het klimaat. Daarom werd een samenwerking opgestart met Ecoterian, een organisatie die mensen helpt om te begrijpen wat de impact van hun voeding is op hun gezondheid en de planeet. Ecoterian berekent de klimaatimpact van een recept aan de hand van het traject dat de verschillende ingrediënten afleggen. Hierbij worden verschillende factoren in beschouwing genomen, waaronder koolstofvoetafdruk, waterverbruik, landgebruik en stikstofuitstoot. Deze factoren worden dan omgezet naar een algemene score. Met die score (low – medium – high climate impact) wordt aangegeven of jouw maaltijd het beter (groen), gelijkaardig aan (geel) of slechter (rood) doet dan een gemiddelde maaltijd in België.
Als restaurantbezoeker is het niet altijd even gemakkelijk om te weten wat de impact van een maaltijd is op het milieu en het klimaat. Daarom werd een samenwerking opgestart met Ecoterian, een organisatie die mensen helpt om te begrijpen wat de impact van hun voeding is op hun gezondheid en de planeet. Ecoterian berekent de klimaatimpact van een recept aan de hand van het traject dat de verschillende ingrediënten afleggen. Hierbij worden verschillende factoren in beschouwing genomen, waaronder koolstofvoetafdruk, waterverbruik, landgebruik en stikstofuitstoot. Deze factoren worden dan omgezet naar een algemene score. Met die score (low – medium – high climate impact) wordt aangegeven of jouw maaltijd het beter (groen), gelijkaardig aan (geel) of slechter (rood) doet dan een gemiddelde maaltijd in België.

Vlees Vis Vegan Veggie
Vlees Vis Vegan Veggie