Bijbelstudienummer Koninkrijk van God

Vrouw tot

van God Koninkrijk Het

Verwerkingen bij de Bijbelstudies

Methodes

voor Bijbelstudie

Verwerking bij bijbelstudie 1

Gertruud de Koeijer-Hoekman is voorzitter van het landelijk bestuur van Vrouw tot Vrouw

Dankbaar en biddend

Je hebt een nieuw blad in handen: een Bijbelstudienummer. In elf Bijbelstudies neemt Ds. Verboom je mee, op zoek naar de Bijbelse lijn van het Koninkrijk van God. Deze studies zijn allereerst bedoeld voor gebruik op vrouwenkringen, maar als je ze persoonlijk wilt gebruiken, is dat natuurlijk ook mogelijk! Bijbelkennis is immers belangrijk. Als christen heb je een dubbele nationaliteit: burger van het rijk der Nederlanden én burger van het Koninkrijk van God. Als je met deze Bijbelstudies bezig bent, ontdek je dat die dubbele nationaliteit niet altijd even eenvoudig is. Toch eindigt de reis bij de volmaaktheid van Gods rijk, een eeuwige toekomst bij Hem. Wat een uitzicht onderweg!

Graag wijs ik ook op het voorrecht van een blad dat gevuld is met Bijbelstudies. Tijdens mijn ontmoetingen met vervolgde christenen in Pakistan merkte ik hoe gezegend we zijn met deze mogelijkheden. Meer dan eens werd ik tijdens de reis hierop gewezen. Maak daarom dankbaar en biddend gebruik van deze Bijbelstudies.

Ik wens ieder goede ontmoetingen toe!

Inhoud

03 Inleidende Bijbelstudie

‘Zoek eerst het Koninkrijk van God!’

07 Bijbelstudie 1

De Schepper is Koning!

12 Bijbelstudie 2

Niet de mens maar satan koning?

17 Interview - ds. Verboom

18 Bijbelstudie 3

Weer dromen van nieuw koningschap?

23 Bijbelstudie 4

De Mensenzoon gaat koning worden.

27 Bijbelstudie 5

Het Koninkrijk is dichtbij.

‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’

Beeld cover en pagina 31/34: Marika Rentier

32 Puzzel

35 Bijbelstudie 6

Koninkrijksleven = kruisvormig leven.

40 Bijbelstudie 7

Jezus wordt in de finale koning.

44 Bijbelstudie 8

De Koning op de troon deelt uit.

49 Interview - Annerieke van den Berg

50 Bijbelstudie 9

Het verborgen Koninkrijk woelt alles om.

54 Bijbelstudie 10

Opnieuw koning in een zichtbaar Rijk?

59 Methodes voor Bijbelstudie

61 Epiloog

Lezen

Matth. 6:19-34

Zingen

Ps. 21: 5, 6, 7

Ps. 72: 1, 8

Ps. 145: 2, 5

Gz. 5: 3, 9

Wk. 249

Doel

In deze inleidende Bijbelstudie wil ik het begrip ‘Koninkrijk/ koningschap’ verhelderen en een basisontwerp meegeven van Gods Koninkrijk. Dit mogen wij het hele Bijbelstudieseizoen in ons achterhoofd houden.

1. Beeldspraak

Als we spreken over het ‘Koninkrijk’, dan hebben we te maken met een beeld. Het is beeldspraak. De HEERE komt in de Bijbel vaak naar ons toe in alledaagse beelden. Zo ook hier. ‘Koninkrijk’ is een belangrijk beeld in de Bijbel. Daarom is het noodzakelijk om wel het juiste beeld te hebben.

Modern koningschap

Zo is het belangrijk dat we bij onze beeldvorming niet denken aan een modern, aards koninkrijk, zoals wij dat kennen in ons democratische ‘Koninkrijk der Nederlanden’. Wij denken al snel aan onze regering, onze Eerste en Tweede Kamer. In onze democratie kiest het volk zelf haar volksvertegenwoordigers. Een democratie is daarmee een bestuursvorm waarbij het volk (indirect) regeert. Wie dan de meerderheid van stemmen heeft, die krijgt zijn zin. Natuurlijk hebben we in Nederland

wel een koning als staatshoofd, koning WillemAlexander, maar zijn rol is beperkt. Onze koning is onderworpen aan de grondwet en de wetgevende rol ligt niet bij hem, maar bij de Kamers. Daarom is het moderne Nederland als beeld van een koninkrijk onbruikbaar voor een vergelijking met Gods Koninkrijk.

Ideaal leiderschap

Eerder moeten we denken aan Israëls koninkrijk in de tijd van koningen als David en Salomo. Dan is er sprake van een absoluut koningschap. De koning is een alleenheerser. Hij hoeft maar te gebieden of het gebeurt. Er is voor hem geen sprake van beperkingen of volksinvloed of iets.

In deze vorm van absolute koninklijke macht ligt wel het gevaar van machtsmisbruik of tirannie. Zo’n foute alleenheerser is niet bruikbaar als beeld voor Gods Koninkrijk.

Reageren op dit nummer? redactiehv@hervormdevrouwenbond.nl

Voor alle genoemde data in dit nummer geldt: zo de Heere wil en wij leven zullen.

Wel bruikbaar is een ideale alleenheerser met het juiste karakter. Een sterke koning, die ‘rechtvaardig’, ‘wijs’ en ‘zacht’ zijn volk regeert (Ps. 72:1 berijmd). Een koning die genade en waarheid elkaar laten groeten en vrede en Gods recht (Thora) elkaar laten kussen onder zijn regering (Ps. 85:4 berijmd). Een koning die een goede herder is voor zijn schapen en ook zijn lammeren (Jes. 40:11). Hij heeft extra oog voor de zwaksten. Hij vergiet geen onschuldig bloed. Hij gebruikt zijn macht en gezag om Zijn volk welwillend te dienen. Iemand die koninklijk onafhankelijk is van zijn bevolking, maar kinderlijk afhankelijk van God. In plaats van voor een democratie zorgt deze vorst dus voor een theocratie (= Godsregering).

In Psalm 21 wordt deze ideale leider enthousiast bezongen. ‘Hoe groot en schitt’rend is zijn eer, door ’t heil aan hem bewezen!’ (Ps. 21:5 berijmd).

Dit ideale koningschap mogen wij vergelijken met het koningschap van onze heerlijke Koning Christus.

2. Koninkrijk / koningschap

Het helpt aan het begin van alle Bijbelstudies om te beseffen, dat je het woord ‘koninkrijk’ zowel vanuit het Hebreeuws (malkoet) als vanuit het Grieks (basileia) ook mag vertalen met ‘koningschap’. De woorden ‘koninkrijk en ‘koningschap’ zijn inwisselbaar! Als het in de Bijbel gaat over ‘Koninkrijk van God’ mag je dus ook zeggen dat het gaat over het ‘koningschap van God’. Dat kan al veel voor je verhelderen, want ‘koningschap’ is misschien concreter voor je. Bij Gods Koninkrijk heb je niet zomaar een beeld (dat is abstract), maar bij Hem als Koning krijg je meer beeld.

Het Koninkrijk vindt dan ook zijn diepste inhoud in de Koning van het Koninkrijk. Als wij onze jonge kinderen de tekst of het lied ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’ (Matth. 6:33) leren, dan leren we hen al jong het koning-zijn van God over hun leven te zoeken. Je spoort hen aan hier en nu onderdaan van de Koning te zijn. Je vindt als moeder ook makkelijker woorden om te spreken over Zijn koningschap dan over Zijn koninkrijk. Probeer maar.

3. Macht, volk, gebied

Wat houdt het Koninkrijk van God nou precies in? Velen weten wel wat stukjes te noemen, maar weinigen weten het precies. Wat moet je er concreet bij bedenken?

Wil je een iets concreter ontwerp zien van Gods Koninkrijk? Besef dan dat in de Bijbel drie concrete dingen samenkomen. Deze drie geven ons een basisontwerp van het Koninkrijk:

Volk Gebied

a) de kracht/macht die de koning heeft.

b) het volk van de koning.

c) het gebied van de koning.

Als je vanuit deze driehoek vraagt wat het Koninkrijk van God nu precies is in één zin: ‘Het is de macht van de Koning over het volk van de Koning in het gebied van de Koning.’ (P. Schreiner):

1. In het Paradijs is het de macht van de Koning over de eerste mensen in het gebied van de Hof van Eden/ totale schepping.

2. In het Oude Testament is het de macht van de Koning over het volk Israël (of breder, ook over de heidenen) in het gebied van het land Kanaän (of breder, ook over de totale schepping en geschiedenis).

3. In het Nieuwe Testament is het de macht van de Koning over Zijn wereldwijde gemeente in het gebied van de hele schepping.

4. Bij de Wederkomst is het de macht van de Koning over al Zijn kinderen op de vernieuwde hemel en de vernieuwde aarde.

Weet dus dat het Koninkrijk van God niet slechts de optelsom is van alle gelovige zielen. Maar Gods Koninkrijk betreft een aards, historisch gebied Overal word jij geroepen om Gods koningschap uit te dragen: in de samenleving, in de schepping, in vriendschappen, in gezins- en familieverband, in de opvoeding van kinderen, in de lichaamsverzorging, in de seksualiteit, in de dagelijkse keuzes etc. Als je zo toegewijd leeft onder de Koning en Zijn gerechtigheid zoekt, dan leef je in Zijn Koninkrijk. Mooi hè?

Basisontwerp

Het Koninkrijk van God is een rijk basisontwerp, waar de hemelse Architect ons vanuit wil leren denken. De boodschap van het Koninkrijk is de rode draad in de gehele Bijbel. Het Koninkrijk is Gods droom en verlangen! We

lijken dit te zijn vergeten! Wij spreken (te) weinig over Zijn Koninkrijk. Hoe komt dit? Onder andere de vroege geloofsbelijdenissen (Apostolische Geloofsbelijdenis, Nicea, Athanasius) spreken nauwelijks over het Koninkrijk. Ook draait het in gereformeerde kringen soms nogal sterk om de verzoening van onze zonden. Hoewel waardevol, is dat toch niet waar het om gaat. Prof. A.A. van Ruler (1908-1970) heeft terecht gezegd: ‘Het draait wel om Christus, om de verzoening, maar het gáát om iets anders: de verlossing van de schepping en het aanbreken van het Koninkrijk van God op de aarde.’

Bidden

Bid dat jongeren van de gemeente, door de Geest leven onder God, en Hem erkennen als hun Koning.

Tot slot

Jezus zei het al: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God!’ Het is zó heerlijk dat we dit Bijbelstudiejaar met alle hervormde vrouwen méér van Gods Koninkrijk zullen leren kennen. Laten we elkaar aansporen om tijdens en na dit Bijbelstudie-seizoen actiever met het Koninkrijk van God om te gaan in ons dagelijkse leven. Staat het Koninkrijk bij jou niet op één? Laat je dan meenemen door de Bijbelstudies. Laten we ons uitstrekken naar Zijn Koninkrijk. Vooral door het gebed: ‘Uw Koninkrijk kome!’

Danken

Dank ervoor dat het Koninkrijk van God hier en nu al gekomen is.

Literatuur

a. De Bijbelstudies komen uit verschillende bijbelgedeelten. Bij deze gedeelten kan gebruikt worden gemaakt van verschillende bijbelverklaringen.

b. Boeken die gaan over het Koninkrijksgebed, het ‘Onze Vader’, kunnen u helpen met o.a. de verklaring van de tweede bede ‘Uw Koninkrijk kome’.

c. Verder vindt u hieronder enkele Nederlandse boeken over het Koninkrijk van God:

- G. Bakker, Het Hebreeuwse Koninkrijk van God, Scholten Zwolle 2021. (een interessant boek geschreven door een joodse vrouw!)

- J. van Bruggen, Het evangelie van Gods Zoon: persoon en leer van Jezus volgens de vier evangeliën, Kok Kampen 1996. (vooral hoofdstuk 3 over het Godsrijk)

- Joseph Ratzinger, Jezus van Nazareth, deel 1, Lannoo Tielt 2009 (vooral hoofdstuk 3 over het Rijk Gods)

- B. Rietveld, Gods nieuwe wereld, Kok Kampen, 1985

- H.N. Ridderbos, Het Woord, het Rijk en onze verlegenheid, Kok Kampen 1968.

- H.N. Ridderbos, De komst van het Koninkrijk; Jezus’ prediking volgens de synoptische evangeliën, Kok Kampen 1985. (hoewel verouderd geeft dit boek veel inzicht in het Koninkrijk.)

- J.A.W. Verhoeven, Hoop en heiliging; leven met Christus in de tussentijd, Groen Heerenveen 2021.

- T. Wright, Hoe God koning werd; de kern van het evangelie herontdekt, Van Wijnen Franeker 2014.

Vragen

1. Een koninkrijk is een begrijpelijk beeld dat God gebruikt in de Bijbel. Waaraan denk je bij het beeld van een koninkrijk?

2. Geef je aan anderen (bijv. je kinderen) het verlangen door naar Gods Koninkrijk in de toekomst óf meer naar Gods koningschap hier en nu? Leg eens uit waarom.

3. a. Waarom spreekt het aan dat het Koninkrijk hier en nu al zou zijn?

b. Waarom schuurt dit juist met uw/jouw ervaring?

4. Bekijk eens de drie vroege geloofsbelijdenissen die werden genoemd. Welk zinnetje uit welke belijdenis noemt het Koninkrijk wel?

5. De Psalmen (bijv. 21, 72, 93, 95, 103, 145) zijn vol van ideaal koningschap en van Gods heerlijk koninkrijk (145, 150).

a. Welke eigenschappen heeft de koning allemaal volgens deze Psalmen?

b. Wat is de reactie van de psalmisten op deze ideale koning?

c. Wat vertellen deze eigenschappen over Christus?

De Schepper is Koning

Lezen

Gen. 1:1-2:3

Zingen

Ps. 8: 1-9

Ps. 33: 5, 7

Ps. 47: 1

Wk 418

Wk. 617

Doel

In deze eerste Bijbelstudie wil ik laten zien dat de geschiedenis van het Koninkrijk van God begint met de schepping en dat de Hof van Eden de troonzaal is.

Eeuwige Koning

Sommigen vragen: ‘Waar vinden we het Koninkrijk van God in het Oude Testament?’ Het wordt niet zo vaak genoemd als in het Nieuwe Testament. Toch is het als een rode draad aanwezig door het hele Oude Testament. Je mag het bedenken als er gesproken wordt over God als ‘Koning’. En dat is heel vaak, vooral in de Psalmen en Profeten! Ook als de woorden ‘Koning’ of ‘Koninkrijk’ niet vallen, dan is Gods koningschap toch volop te merken. God begint Zijn Koninkrijk te bouwen als Hij hemel en aarde gaat scheppen.

Maar eigenlijk start Gods koningschap al vóór de schepping. Want God is in Zichzelf een eeuwige Koning1. Zijn koning-zijn is Zijn koninklijke identiteit.

1 Ps. 10:16, 29:10, 146:10, Jer. 10:10

Koninklijk scheppen (Genesis 1:1-2)

Als eeuwige Koning staat God boven tijd en ruimte, boven hemel en aarde (1:1). Voordat er ook maar iets geschapen wordt, is God alles. Vervolgens besluit God uit liefde om van alles te gaan maken. Zoals een moeder een kind baart, zo baart God de aarde. Hij baart naar nieuw leven toe. Zoals de ongevormde klomp van een embryo ligt in het donkere oerwater van de baarmoeder, zo ligt de aarde in een oerbegin nog ongevormd en vruchteloos, dus woest en leeg, in duisternis en oerwater (1:2). Embryo ‘Aarde’ kan niets uit zichzelf. Gelukkig is Gods zwevende Geest, als hoogste levenwekkende Macht aanwezig. Terwijl Hij zweeft boven het ongevormde geheel verricht Hij koninklijk de scheppingsdaden. Hij is de duisternis de Baas.

Als koninklijk Gezagdrager schept de Schepper-Vader door Zijn Geest en Woord . Dat is een bijzondere gedachte! ‘God spreekt en het is er. Hij gebiedt en het staat er’.2 Daarom is een terugkerend refrein in Genesis 1: ‘En God zei’ Dat God schept door Zijn Woord is een wonder van jewelste. Hierbij mag je bij ‘Woord’ ook nog een laag dieper denken. Gods Woord is ten diepste de eeuwige Christus. Hij was erbij in het begin. Door Hem en voor Hem is alles gemaakt. 3 We kunnen Jezus daarom als de Scheppingsmiddelaar zien. Zijn middelaarswerk beperkt zich dus niet alleen tot onze verlossing. Hij is ook Koning van de schepping.

Ps. 33:6, 2 Ps. 33:9, 3 Joh. 1:1-3, Kol. 1:16

Koning in het licht

(Genesis 1:3)

Het eerste wat God zegt bij het bouwen van Zijn Rijk is: ‘Licht!’ (1:3) Dit licht is niet het zonlicht, dat komt op de vierde dag (1:16), maar dit is het licht van Gods heerlijk koningschap. God als Koning is het middelpunt van dat schijnsel. Dat licht schijnt vanuit Hemzelf, Die een eeuwig, ontoegankelijk licht bewoont.1 In dat licht van de wereld wil God als Koning regeren. Jes. 60:19, 1 Tim. 6:16

Koninklijk theater

(Genesis 1:4-25)

We zien dat God heel geordend en vol overvloed een enorme biodiversiteit schept. God bouwt mooi! Het veelgenoemde woordje ‘goed’ uit de woorden ‘God zag dat het goed was’ mogen wij ook uitleggen als ‘mooi’. God maakt moois door te scheppen en te scheiden.

De schepping is één koninklijk theater van Gods glorie: licht en donker, een prachtig hemelgewelf, opkomend zaaddragend groen op de aarde, wemelende en krioelende levende wezens in het water gevleugeld gedierte in de lucht, kruipende en wilde dieren op de aarde. God schept ook (gevaarlijke) wilde dieren (1:25). Ook het zeemonster Leviathan is er.1 Het is niet alleen harmonie in de schepping. Dat denken wij weleens. Maar er zit ook spannende ruigheid en monsterlijkheid in.

Ja, hoe krijgt God het allemaal bedacht! Ook het spannende. Waar haalt Hij het vandaan? Dan hebben we het nog niet over de geschapen engelen. Ja, alles glanst als nieuw, het weerspiegelt Gods goddelijke glans. De hele schepping is Zijn Koninkrijk Zie je het? Alles is vol van Geest en Leven. Van God, van het Goede, de Schone. Deze God is onze God! Hij verdient onze aanbidding. Zing je mee? De Psalmen aanbidden de Koning van dit kosmische theater. Bijv. Ps. 47:3: ‘De HEERE is een groot Koning over de hele aarde.’ Ps. 104:26, Job. 40:20-41:25

Mens als (onder)koning (Genesis 1:26-31)

God heeft de aarde goed geschapen, maar toch is het niet ‘af’. Het is nog niet ‘totaal ontwikkeld en voltooid’. Er is nog méér mogelijk! Om verder te ontwikkelen zegent God de water- en luchtdieren en geeft ze de scheppingsopdracht toe te nemen in aantal en zich overal te verspreiden (1:21-22).

Dan is de mens aan de beurt. Dat de mens naar het beeld van God is geschapen, geeft de bijzondere positie van de mens aan. Want wat betekent ‘geschapen naar Gods beeld’ eigenlijk? Dat legt God Zelf uit. Het betekent dat de mens is geroepen tot verdere ontwikkeling van Gods Koninkrijk. Daarmee is de mens Zijn onderkoning:

a. om te ‘heersen’ over vissen, vogels, vee en kruipende dieren (1:26, 28, Ps. 8:6-9).

b. om vruchtbaar te zijn, denk hierbij aan de gave van seksualiteit, om zich zo over Gods Koninkrijk te verspreiden.

c. de dieren te ‘onderwerpen’ door de (wilde) dieren naar hun soort recht te doen (1:28).

d. om het voedselbeheer te verzorgen (1:29).

e. om de tuin te ‘bewerken’ en te ‘bewaken/ onderhouden’ (2:15).

f. om dieren op hun naam, dat wil zeggen hun identiteit, te peilen (2:19).

g. om hecht en één te zijn (2:24).

h. om verantwoordelijkheid tegenover God te nemen en Zijn gebod te houden (3:11).

God zegt: ‘Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis.’ (1:26). Deze manier van zeggen is niet zozeer een majesteitsmeervoud of een meervoud van de Drie-eenheid. De meervoudsvorm ‘Wij’ en ‘Ons laat hier de dubbelheid in God zien, Hij is zowel man als vrouw. Dat laat Hij met dit meervoud even zien, als Hij de mens schept als man en vrouw samen.

God is de ultieme Koning en Eigenaar van de schepping. Adam en Eva zijn als onderkoningen aangesteld om Zijn Koninkrijk te dienen en te realiseren1 Er is verdere ontwikkeling nodig van de schepping. De Koning wil met Zijn Rijk komen tot de volledige voltooiing en de maximale lofzang op Hemzelf. Dit alles laat zien: het Koninkrijk van God is er al, maar tegelijk kan er ook nog méér van komen! Onze zorg voor de schepping van vandaag is invulling geven aan ons onderkoningschap. De eerste taak waartoe God ons riep, is immers om voor de schepping te zorgen. Daarom stel ik mezelf de vraag: ga ik koninklijk met het milieu en mijn leefomgeving om?

Hebr. 2:7

Troonzaal (Genesis 2:1-3)

Binnen het wereldwijde Koninkrijk van de schepping krijgt de mens een plaats in boomgaard ‘Eden’ (2:8). Dit is het paradijs, een begrensde tuin, die bewaakt en onderhouden moet worden (2:15). Misschien tegen tegenkrachten als verwildering, gevaarlijke zeemonsters, listige slangen of iets anders? Feit is dat er bewustzijn van kwaad aanwezig is in het paradijs (2:9), alleen nog niet de ervaring ervan. Het paradijs heeft overeenkomsten met de tempel.

Bidden

Bid om open ogen en open oren om al Gods tekens in de schepping te verstaan.

Zoals God te midden van Israël woont in de tempel, zo woont Hij te midden van de schepping in het paradijs bij de mens. Het paradijs is om zo te zeggen Gods koninklijke troonzaal Je mag ook zeggen: het Heilige der Heiligen binnen de schepping. De rustdag, die voor de mens de eerste volledige dag is, wordt vervolgens door God gegeven als ruimte voor ontmoeting met de Koning binnen de troonzaal. God ‘rust’ op Zijn troon en de mens mag die dag alleen met Hem zijn. Verder hoeft de mens even niets te doen. Heerlijk!

Danken

Heb je oog voor het mooie om je heen?

Bedenk een aantal mooie dingen uit de schepping. Dank voor die zegeningen.

De Schepper is Koning

Vragen

1. Het gaat in deze Bijbelstudie over de goede schepping als Gods Koninkrijk. Hoe ziet u in onze gebroken schepping dit koningschap van God terug?

2. Het gaat in deze Bijbelstudie over ‘ruigheid’ en mogelijke ‘tegenkrachten’ in het begin van de schepping. Iemand zegt: ‘Dit kun je niet zomaar zeggen.’ Wat vindt u?

3. Deze Bijbelstudie geeft aan: beeld van God zijn betekent dat je bedoeld bent als onderkoning over de schepping. Hoe komt dit in jouw leven tot uiting (zie a-h)?

4. De Heere Jezus wordt wel de Scheppingsmiddelaar genoemd. Lees aandachtig Joh. 1: 1-3, Kol. 1:16, Ef. 3:9 en Hebr. 2:1-2.

a. Wist u dat de Heere Jezus een hele belangrijke rol in de schepping had?

b. Kijk eens in Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 12. Hoe lees je daar terug dat Christus een belangrijke functie had bij de schepping?

c. Hoe komt het dat we Jezus niet zo snel betrekken op de schepping?

Wij zijn door de Schepper naar Zijn beeld geschapen, en dus geroepen om Gods Koninkrijk verder te ontwikkelen. Als Zijn onderkoningen mogen we Zijn schepping concreet beheren. In deze tijd weten we allemaal wel iets van duurzaam leven en zuinig zijn op Gods schepping. Zo kun je afval scheiden, spullen bij de kringloopwinkel kopen, een moestuin aanleggen, de fiets pakken in plaats van de auto en ga zo maar door. Maar maken we dit ook concreet in ons dagelijks leven? Tijd om aan de slag te gaan.

Verwerking

Omdat niet iedereen groene vingers heeft of ruimte voor een moestuin beginnen we klein. We gaan een moestuintje maken voor op het aanrecht. Zo kun je heel makkelijk wat rucola knippen voor op de pizza, wat munt voor verse muntthee of wat selderij voor in de soep.

Benodigdheden:

- een paar lege conservenblikken

- een restje verf, een kwast en afplaktape

- tuinaarde

- kruidenplantjes en slaplantjes of zaadjes hiervoor

- ijslollystokjes (kopen of bewaren van je ijsjes)

Aan de slag

1. Haal de etiketten van de blikken en maak ze goed schoon.

2. Plak de blikken op verschillende hoogten af met afplaktape.

3. Verf de blikken aan de buitenkant boven de tape.

4. Poot als de verf goed droog is de plantjes in de blikken.

5. Schrijf op de ijslollystokjes aan de achterzijde de naam van het plantje en aan de voorzijde een verwijzing naar een tekst over Gods Koninkrijk en zet ze in de aarde.

Snel klaar zijn!

Koop bij de kringloopwinkel een paar lege thee- of koekblikken of wat voor leuks je ook maar tegenkomt en zet hierin de kruidenplantjes.

Lezen

Gen. 3:1-24

Niet de mens maar satan koning?

heeft dat u niet mag eten van alle bomen?’ Vanaf het begin liegt de slang.¹ Het is het bekende stemmetje: ‘Van God mag je ook niets ...’ Satan beschuldigt God zelfs van jaloezie. God zou geen concurrentie willen (3:5). We lezen in deze slangenhaat een aanval op de Koning. ¹ Joh. 8:44

De satan houdt de mens de mogelijkheid voor van ‘goed en kwaad kennen’. Dat betekent ‘zelf uitmaken/ bepalen wat goed en kwaad is’, dat lijkt de mens wel wat. Nog steeds. Eigen koning zijn en geen koning onder God! Het probleem is echter dat wij in onze samenleving de boel door elkaar mixen, wanneer wij goed en kwaad uit gaan maken. Wat kwaad is noemen we goed en wat goed is noemen we kwaad. Zo vernietigt de mens die een god wil zijn het goede leven. Is dit in onze tijd ook niet gaande?

De onderkoning(in) verslagen (Genesis 3:6-8)

De slang richt het oog op de verboden vrucht. Die lonkt. En dan …

Zingen

Ps. 99: 1, 2

Ps. 74: 13, 14, 16

Ps. 135:3

Gez. 5: 3, 8

Wk. 233

Doel

In deze tweede Bijbelstudie wil ik laten zien dat de mens die als onderkoning is geschapen zijn koningschap kwijtraakt. De duivel wordt ‘koning’ over de gevallen schepping. Tegelijk blijft God daarachter de grote Koning, Die een nieuwe Overwinnaar/Koning belooft.

a. de vrouw kijkt en kijkt naar het verbodene,

b. geniet al inwendig van het zondige,

c. verlangt dan door die zonde tot succes te komen. Want ‘verstandig worden’ (3:6) mag je ook vertalen met ‘succes hebben’.

Werkt dit verleidingspatroon niet nog steeds zo?

Conflict om het koningschap (Genesis 3:14-15)

Als Koning spreekt God dan rechterlijk Zijn oordelen uit. Gods Koninkrijk blijkt niet alleen te ontstaan door zegen, maar ook door oordeel. De slang wordt vervloekt: ‘Op je buik kruipen, lik het stof!’ (3:14) Het stof dat de slang eet, is bizar genoeg wel het stof van de dode mens (3:19). De slang, de duivel, wordt de machthebber van de dood. Er zal een lange geestelijke strijd komen tussen mensenzaad en slangenzaad, zegt God in ‘de moederbelofte’ (3:15). Ten diepste is dat een conflict om wie er boven ligt, om het koningschap. De vrouw zal de Overwinnaar, de Koning baren.

Maar toch … het probleem is er! Het Koninkrijk van God zal vanaf nu in oorlog verkeren met het slangenzaad (kinderen van de duivel). Dat komt omdat de satan in plaats van de mens de nieuwe onderkoning is geworden van deze gevallen wereld.2 Die rechtspositie over de koninkrijken van de aarde geeft God aan satan.3

Hebr. 2:14, 2 Joh. 12:31, 14:30, 16:11. 3 Luk. 4:6, Hand. 26:18, 2 Kor. 4:4

Vloek over de vrouw (Genesis 3:16)

De vrouw hoort vier dingen als vloekwoord: Zwangerschap zal moeite geven.

Wanneer je kijkt naar een schilderij aan de wand trekt altijd wat in het midden is geschilderd de aandacht. Zo is het ook in het paradijs. Twee bomen vallen op: de levengevende boom en de verboden kennisboom (2:9). Dat brengt de spanning er meteen in. Er is iets verboden. Het paradijs is mooi, maar er is een ‘maar’ …

De tegenstander

(Genesis

3:1a)

Plotseling is daar die sprekende, foute slang. Waar komt die vandaan? De diepere vraag hierachter is vandaag: waar komt het kwaad uiteindelijk vandaan? Niemand weet het.

Wat is de identiteit van dit dier? Wij denken al snel aan een glibberig soort ratelslang. Maar mogelijk is het een grote dinosaurusachtige/monsterachtige zeeslang, zoals Rahab of Leviathan.1 Zo’n beest uit de zee, dat tegelijk op het veld uit de voeten kan en de trekken van

een draak heeft, is in het geheel van de Bijbel logischer.2 De slang is ook meer dan zomaar een dier. Hij staat symbool voor de anti-goddelijke macht, voor de duivel,3 de mensenmoordenaar vanaf het begin.4

Job. 26:12-13, Ps. 74:13-14, Jes. 27:1, 2 Openb. 12:9, Openb. 13:1, 3 Wijsh. 2:23-24, 4 Joh. 8:44.

Aanval op het Koningschap (Genesis 3:1b-5)

De slang verleidt met listige psychologie de vrouw. Hij zaait twijfel en verwarring: ‘Is het echt zo dat God gezegd

Ga het bij jezelf eens na. Kijken – genieten – succes pakken. Een stemmetje zegt: ‘Pak het dan, doe dan!’ De onderkoningin trapt in de val en valt. De onderkoning ook. ‘Neem, eet, lieverd.’ Meteen zien we de vervreemding van elkaar ontstaan: de naakte ander blijkt anders. Het mooie is eraf, de veiligheid is stuk. We zien ook de vervreemding van God, zij verbergen zich bang voor Hem.

De Koning is genadig en rechtvaardig (Genesis 3:9-13)

Wanneer de HEERE God verschijnt, wordt het geweten van de mens opgewekt. Het geweten zorgt voor het schuldgevoel. Schuld zorgt weer voor angst. De mens vlucht voor God. Tragisch. Het is de vlucht van een gevallen koning(in). Genadig zoekt God hen meteen op.

‘Waar bent u?’ Als Koning blijkt God dan ook de Rechter die de mens ter verantwoording roept. Wij kennen van huis uit het afschuifsysteem dat dan ontstaat. Man à vrouw à slang. De ander is altijd de schuldige. Ik nooit. Eigenwijs geeft Adam God zelfs een duw: ‘De vrouw die U gaf …’ Dat is de mens, de zondaar. U, jij en ik.

Kinderen baren zal pijn geven. Adam hoort hierin tegelijk de zegen dat zijn vrouw dus moeder zal gaan worden (3:20). Het leven gaat dus wel door! De dood is het einde niet.

De vrouw zal een begeerte of slaafs verlangen kennen naar een man. Dit heeft te maken met de oud-oosterse wereld waarin de vrouw moest trouwen om een levensverzekering te kennen. De vrouw was afhankelijk. Ze had alles over om maar te trouwen. Desnoods deelde ze haar man. Zie de slaafse begeerte naar een man bij Lea in haar strijd met Rachel.1

De onderlinge relatie tussen man en vrouw die volledig gelijk en aanvullend was, zal scheefgaan. De vrouw zal de zwakkere partij zijn. De man de dominerende, heersende partij. Dit is niet goed. Gelukkig wordt dit in Christus hersteld!2

Gen. 30, 2 Ef. 5:22-33

Vloek over de man (Genesis 3:17-19)

De man krijgt te horen dat de aardbodem vervloekt is vanwege hem Werken deed hij in het paradijs ook (2:15), maar nu gaat het niet meer vanzelf. Dorens en distels, kortom vernietigende tegenkrachten zullen hem laten zwoegen en zweten. De dood is het onvermijdelijke einde (3:19).

De onderkoning eruit gestuurd (Genesis 3:20-24)

Tot slot zien we dat God Zelf scheiding maakt met de mens. Hij moet voor straf weg uit het paradijs. Gods cherubs bewaken Gods verborgen troon. Waarom? God wil dat de mens niet van de levensboom zal eten. De boom is namelijk het medicijn tot eeuwig leven. De onderkoning heeft helaas Gods Koninkrijk niet verder voltooid. Hij wordt eruit gestuurd. Ellende!

Balans opmaken

Wat betekent Genesis 3 nu voor Gods Koninkrijk?

Welnu, de mens was als beeld van God geroepen het

Koninkrijk in de paradijstuin verder te voltooien Nu zien we: de mens is mislukt als onderkoning(in). De satan krijgt die leiderschapspositie. Een leiderschapswissel. Hoewel God Zelf wel de uiteindelijke Koning blijft. De intense strijd begint tussen satan en mens. De geschonden schepping verkeert door de zonde in barensnood.1 Het zichtbare, zuivere Koninkrijk is verborgen geraakt. Godzijdank belooft God direct een Overwinnaar-Koning, uit de vrouw. Wie zal dit zijn?

Hoe is Zijn Naam? Ons verlangen naar Hem wordt door Gods belofte sterk opgewekt.

Rom. 8:22

Bidden

Bid of God je wijsheid geeft om de verleidingspatronen in dit leven door te hebben.

Danken

Als je een man mag hebben en het mag zo zijn dat hij niet over je heerst, dank God er dan voor en bedank ook je man.

Vragen

1. Vertel in eigen woorden tegen elkaar wat Genesis 3 betekent voor het Koninkrijk van God.

2. Hoe merkt u in uw eigen omgeving dat de mens zelf wil bepalen wat ‘goed en kwaad’ is?

3. Lees Joh. 12:21, 14:30 en Joh. 16:11. Wat betekent het dat de satan ‘vorst van de wereld’ wordt genoemd?

4. Lees met elkaar Ef. 5:22-33. Hoe zie je hier dat de straf voor de vrouw van het overheersen door haar man in Christus wordt opgeheven?

5. Lees samen het stukje over de bruid in het hertaalde huwelijksformulier (vanaf ‘Vervolgens zult u, bruid, weten ...’) Daar staat ook de tekst uit Genesis 3:16 gegeven ‘als een beschikking van God waartegen de vrouw zich niet mag verzetten’

a. Klopt het dat de vrouw in Christus gedegradeerd blijft tot de vloek van slaafse begeerte? Lees ook Gal. 3:28.

b. Hoort Gen. 3:16 thuis in het huwelijksformulier?

Antwoorden

2 Niet de mens maar satan koning?

Na de zondeval is Gods Koninkrijk verborgen geraakt, maar God belooft wel meteen een Overwinnaar. Wat een belofte! Jezus zal overwinnen. Deze wereld is vol verleidingen, moeite en gebrokenheid. Dat zien we ook terug in ons eigen leven. Soms lukt het niet om door alle moeite heen op Jezus te blijven zien en moeten we daar steeds weer aan herinnerd worden. Recent las ik een boek waar Johannes 16:33b centraal stond:

‘

Verwerking

Jullie kennen ze wel van vroeger: tegeltjes met Bijbelteksten, geestelijke liederen of het Onze Vader erop. Bij kringloopwinkels worden ze weer veel verkocht en je ziet ze bij steeds meer mensen in het interieur. De tegeltjes zijn niet alleen decoratief maar zorgen er ook voor dat je aan bepaalde teksten gedurende de dag herinnerd wordt. In deze verwerking maken we zo’n tegeltje.

Variant 1

Benodigdheden:

- een overgebleven wandtegel van de keuken of badkamer anders (of van de bouwmarkt)

- een watervaste stift in een kleur die je mooi vindt

Aan de slag

1. Bedenk voor jezelf welke Bijbeltekst je gericht houdt op Jezus als je het moeilijk hebt.

2. Schrijf deze tekst in mooie, duidelijke letters op de tegel, met de watervaste stift.

3. Zet de tegel op een plek in huis waar je veel bent, dit wijst je elke dag op de Overwinnaar.

Variant 2

Benodigdheden:

- een pakje witte zelfdrogende klei

- letterstempels - een

- een

- een mesje

Halleluja, Kom,Maranatha! Jezus, met het complete en Koninkrijk!zichtbare

Aan de slag

1. Bedenk voor jezelf welke Bijbeltekst je gericht houdt op Jezus als je het moeilijk hebt. Kneed de klei soepel

2. Rol de klei, met de deegroller uit op de snijplank tot een dikte van 0,5 cm

3. Snij een vierkant of rechthoek uit de klei (grootte is afhankelijk van de lengte van de tekst)

4. Stempel de tekst uit stap 1 met de letterstempels in de klei

5. Laat de klei een paar dagen goed drogen

6. Zet de tegel op een plek in huis waar je vaak bent, zo word je elke dag gewezen op de Overwinnaar.

Wilt u zichzelf aan ons voorstellen?

Als mens sta ik dankbaar in het leven en ben ik verwonderd over hoeveel God ons geeft. Henriëtte is met mij getrouwd en samen hebben we twee prachtige dochters: Priscilla en Aimée. We wonen in Groot-Ammers. We genieten van een pastorietuin waar de kinderen kunnen spelen tot ze moe zijn. Van jongs af aan (geb. 1989) ben ik met de HEERE opgegroeid tussen de gordijnen van het verbond. Het Woord van God heeft me altijd getrokken.

U schreef elf Bijbelstudies over het Koninkrijk van God. Wat ontdekte U, al studerend en schrijvend?

Meer dan ik dacht is het Koninkrijk/koningschap van God hét onderwerp van de gehele Bijbel. Van begin tot eind. Het is Jezus’ levensthema geweest. Ook als de Opgestane spreekt Hij nog veertig dagen over het Koninkrijk van God (Hand. 1:3). Dat laat het gewicht ervan wel zien.

Wat me verrast heeft, is dat die doorbraak van het Koninkrijk nogal eens geschiedt in de weg van het kruis. Bijvoorbeeld een mens die eerlijk voor God leeft, maar door de omgeving wordt bekritiseerd. Dáár is het Koninkrijk. Denk aan Daniël. Ik leerde vooral dat wij kruis en Koninkrijk dicht bij elkaar moeten houden. Als je die

twee loskoppelt, krijg je in de kerk enerzijds ‘kruismensen’ die praten over vergeving en bekering en anderzijds ‘Koninkrijksmensen’ die praten over discipelschap en getuige-zijn. Die tweedeling klopt niet. Koninkrijk en kruis horen bij elkaar. Laten we de verbinding zoeken! Tot slot: het koninkrijkperspectief heeft mij tijdens het schrijven vooral getroost en bemoedigd. We mogen door Zijn beloften weten hier en nu al deel te hebben aan het Koninkrijk van God. Dat is een troost en bemoediging te midden van de aardse sores. Ik hou slechts de persoonlijke verwondering over dat God mij in Zijn Koninkrijk heeft willen overzetten. Halleluja, Maranatha! Kom, Jezus, met het complete en zichtbare Koninkrijk!

Wilt u de vrouwen, nu ze een begin maken met de Bijbelstudies, nog iets meegeven?

Vooral deze vraag: zou je de Bijbeltekst er tijdens de Bijbelstudie voortdurend naast willen houden? Dat is niet vanzelfsprekend. Bijbelstudie is wat mij betreft ook echt in de eerste plaats studie van de Bijbel. Niet wat ik ervaar of wat mij zo raakt in mijn emotionele laag, maar vooral wat God zegt, dát is in de eerste plaats mijn doel om te begrijpen en uit te leggen. En ik hoop ook jouw doel!

Ds. J. W. Verboom

In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen’

Tekst Gertruud de Koeijer / Beeld Hilco van Staveren

Tekst en beeld Annerieke van den Berg

Lezen

2 Sam.7:1-17

Weer dromen van nieuw koningschap?

¹ Richt. 17:6, 1 Sam. 8:5, Deut. 17:14-20, ² 1 Sam. 8: 11-18, ³ 1 Sam. 13:14, 4 Lukas 1: 32-33, 69, Matth. 1:1

Koninkrijksrust (2 Sam. 7:1-3)

Onder koning David ontving Israël rust van vijanden en ook welvaartsrust (7:1). Dat is de rust van Gods Koninkrijk Dat Koninkrijk is eventjes merkbaar en zichtbaar in Israël. Heerlijk. Naar die Koninkrijksrust kunnen jij en ik soms snakken in ons leven. Zeker als je onrustig en gejaagd leeft, zoals David deed in zijn periode voor het koningschap. Die rust is de rust van het beloofde land, dat God Zijn volk zal geven. Een eeuwige rust, shalom.¹

Zingen

Ps. 2:4

Wkps. 89:2

107: 5,7, 8

Doel

In deze derde Bijbelstudie wil ik laten zien dat God de Koning na Genesis 3 -waarin de mens het koningschap verspeelt- nieuwe aardse (onder)koningen geeft. In het verbond met koning David belooft God zelfs een nieuw, eeuwig koningschap en een nieuwe troonzaal: de tempel.

Koningschapsverbond

In de eerste twee Bijbelstudies over Genesis 1-3 zagen wij vooral het (algemene) koningschap van God over de schepping. In Genesis 3 raakt de mens het (onder)koningschap kwijt en wordt de satan onderkoning over de wereld. Dan begint meteen het intense conflict tussen het slangenzaad en vrouwenzaad. Kaïn slaat Abel dood. In de dagen van Noach is het slangenkwaad tot een toppunt gestegen. Kortom, het Koninkrijk van God zit in een neerwaartse spiraal. Het lijkt voorbij. Maar dan begint er iets nieuws…! God sluit een eeuwig verbond met de mens Abraham. God beloofd dat uit Abrahams nageslacht, Israël, sterke koningen zullen voortkomen.¹ Dat laat weer dromen van nieuw koningschap door mensen Gen.17:6, 8

We merken in het Oude Testament dat het volk Israël een groeiende behoefte heeft aan een godvrezende koning die hen militair beschermt, ordelijk leidt, rechtspreekt en beschermt tegen afgoderij.¹ Tegelijk zijn er kritische tegenstemmen, want een slechte koning (‘die Israël zondigen doet’) zal het volk juist verkeerd leiden.² Je mag eenvoudigweg zeggen: een goede koning hoort bij het vrouwenzaad. Een slechte koning bij het slangenzaad.

In de godvrezende koning David vindt Israël de ideale koning. Ondanks zijn zonden is hij de man naar Gods hart.³ God sluit met hem een onvoorwaardelijk koningschapsverbond. Dit belangrijke koningschapsverbond’ zien we in 2 Samuël 7. Dit verbond loopt uit op de Heere Jezus Die Koning zal zijn op de troon van David, als Zoon van David.4

Als koning bouwt David een prachtig paleis voor zichzelf.² Vervolgens verplaatst hij de ark naar Jeruzalem.³ Niet langer is David een opkomende ster. Nu is hij één van de grote jongens (7:9). Hij deelt vervolgens met Nathan dat hij onder een prachtig paleisdak troont, maar dat God onder een tentdoek woont. Uit zijn liefde voor en verering van de HEERE vindt David dat nogal ongelijk. David wil God in zijn dankbaarheid een betere plaats geven. Herkennen wij dit verlangen om God een betere plaats in ons leven te geven? Een meer centrale plek misschien? We horen David tussen de regels door denken: ‘Moet er in het Koninkrijk van God te Israël geen troonzaal voor de Koning der koningen komen?’ Profeet Nathan is meteen akkoord met de bouwplannen. ‘Volg je hart. Je hebt God mee.’ Soms is dat een goed advies, maar soms kun je dat te snel zeggen tegen iemand die een bepaalde keuze maakt …

¹ Hebr. 4:9, ² 2 Sam. 5:4-12, ³ 2 Sam. 6

De tempel als troonzaal (2 Sam. 7:4-7)

Want dan komt de ommekeer. De profeet Nathan wordt goddelijk gecorrigeerd. Die correctie hebben we allemaal bij tijden nodig. Nathan moet terug naar David, die als koning ‘Mijn dienaar/knecht’ wordt genoemd.a Nathan zegt dat God niet gevraagd heeft om een huis.

Tot nu toe heeft God altijd in een tabernakel rondgetrokken. Dáár in de heilige ark, waarin de Thora ligt, dáár is Gods troonzaal hier op aarde, dáár raakt de hemel de aarde.

Weet u wat het verschil is tussen een huis en een tent?

Een huis staat vast en een tent is mobiel. De mobiele tent laat iets zien van Gods koninklijke vrijheid. De Hemelkoning trekt namelijk graag overal ter wereld samen met Zijn volk rond. De hele aarde is Gods Koninkrijksdoel. Ook jouw plekje.¹

Toch zien we dat God zich wel in vrijheid gaat verbinden aan een vast tempelgebouw. Davids zoon Salomo zal die bouwen.² Dit heerlijke tempelcomplex is de troonzaal van Gods heerlijkheid!³ Dit is bijzonder. Zeker gezien de tweede Bijbelstudie waarin we zagen dat troonzaal ‘Paradijs’ voor ons werd gesloten. Nu is de tempel in Gods Koninkrijk dé nieuwe troonzaal waar de hemel de aarde raakt.

Hier trekken we een boeiende lijn verder naar het Nieuwe Testament. Want Jezus heeft zichzelf ook als de Tempel gezien.4 Hij werd er zelfs om bespot aan het kruis.5 Door Koning Jezus is er daarom nu geen stenen tempel meer nodig. In het nieuwe verbond mogen we Koning Jezus én ook Zijn Gemeente voorgoed zien als de Tempel/de Troonzaal van Gods heerlijkheid.6 Daarom is voor ons het gaan naar de Gemeente zo belangrijk! Zijn wij ons bewust van deze tempel, die ons gegeven is?

a Het begrip ‘Dienaar of ‘Knecht’ wordt in het Bijbelboek Jesaja een koningstitel. Zo lezen we in de hoofdstukken Jesaja 42-53 regelmatig over ‘de Dienaar/Knecht van de HEERE’. Deze Knecht is dan iemand uit het nageslacht van koning David. Hij gaat messiaanse dingen doen. Hij blijkt in het geheel van Jesaja de beloofde Messias-Koning.

In Mattheüs 12: 15-21 wordt deze Knecht door de christelijke gemeente verbonden met Koning Jezus. Hand. 7:48-50, ² 1 Kon. 6, ³ 1 Kon. 8:11, 4 Joh. 2: 18-21, 5 Mark. 15:29, 6 Ef. 2:21-22

De Koninkrijks-driehoek (2 Sam. 7:8-11b)

God spreekt verder met David over zijn levensgang, van schaapskudde tot koning. Koning David mag Gods macht uitoefenen over gebied Kanaän waar het volk Israël voorgoed is geplant. Die driehoek van macht, gebied en volk zagen we eerder als driehoek getekend in de inleidende Bijbelstudie. Waar die drie samen komen, daar is het Koninkrijk van God! Dat is belangrijk om te zien.

Eeuwig koningschap (2 Sam. 7: 11c-17)

God sluit met David een onvoorwaardelijk, eeuwig koningschapsverbond. ¹ Het woord ‘verbond’ valt hier niet, maar ligt opgesloten in het woord ‘goedertierenheid’ (7:15), dat ‘verbondstrouw’ betekent.

God heeft het in Zijn warme verbondstrouw op Zijn hart om David van alles te geven aan verbondszegeningen: land, koningschap, koninkrijk, troon, tempel.

Dit alles geeft God niet vanwege Davids verlangen om Hem met een huis te vereren, maar ondanks zijn verlangen. Wonderlijk! Zo lezen we dat God de rollen

omkeert: God zegt dat David geen huis voor Hém bouwt, maar dat Híj een huis bouwt voor David! Dit huis is een ‘koningshuis’. Een eeuwig koningshuis (7:16) en met dat eeuwig koningshuis bouwt God Zijn Koninkrijk door Zijn zoon! Bijzonder is dat de koningszoon in vers 14 ‘zoon van God’ genoemd. In Israël was ‘zoon van God’ een politieke titel voor de koning.² In het Nieuwe Testament zie je dat deze titel biologisch wordt begrepen. Christenen zien Jezus als de biologische Zoon van God.³ Jezus heeft voor 100% het DNA van Zijn Vader. Jes. 55:3, ² Ps. 2:7, ³ Hebr. 1:1-5

Bidden

David wordt in zijn verlangen gecorrigeerd door Nathan. Bid dat er ook op jouw pad mensen zullen zijn die je zo nodig corrigeren.

Evaluatie

Dit koningschapsverbond uit 2 Samuel 7 is belangrijk om te zien. Het betekent dat mensen na de zondeval een houvast van God krijgen. Ze mogen toch weer dromen van nieuw, echt menselijk, eeuwig koningschap! De satan zal worden verslagen. Het komt goed!

Vragen

1. Deel met elkaar wat dit belangrijke Bijbelgedeelte leert over het Koninkrijk van God.

2. David proeft iets van de rust van Gods Koninkrijk (vs. 1) en wil God iets teruggeven van wat hij van Hem ontvangen.

a. Ken jij op momenten ook die rust van Gods Koninkrijk?

b. Op welke manieren geef jij de HEERE iets terug voor wat je ontvangen hebt?

Danken

Vind in je dankgebed woorden van aanbidding voor Koning Jezus die satan verslaat aan het kruis.

3. God bouwt Zijn eigen huis en Koninkrijk. David mag het bouwen loslaten. Waarom is het bevrijdend dat God Zijn eigen Koninkrijk bouwt?

4. In vers 13 zien we in het oude verbond dat het koningshuis van David niet los is te maken van de tempel. Hoe zien we in het Nieuwe Testament dat de grote Davidszoon en de tempel verbonden zijn? Verbind dit ook met Ef. 2:19-22 en 1 Petr. 2:5.

5. Lees Jes. 9:5-6 en Lukas 1: 32-33 en vs. 69. Waarom benadrukken deze geboorte-aankondigingen allemaal ‘de troon van David’?

Antwoorden

3 Weer dromen van nieuw koningschap?

David proeft de rust van Gods Koninkrijk na een onrustig en gejaagd leven. Het is voor ons ook belangrijk om rust te vinden en te overwegen wat we belangrijk vinden. Met welke dingen wil je doorgaan en waar wil je mee stoppen? Waar kun je beter rust en antwoorden vinden dan in Gods Woord. Een Bijbeltekst waar ik meteen aan moest denken, is Mattheus 11:28: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal u rust geven.’

Verwerking

Om rust te vinden bij God moeten we vaak de Bijbel bestuderen. Als je de Bijbel op een plek legt waar je vaak gaat zitten met een kopje koffie of thee, dan sla je hem vaker open. Om nog extra aangespoord te worden, maken we een omslag met daarop de tekst uit Mattheüs 11:28 of een andere tekst die je aanspoort de Bijbel open te doen.

Benodigdheden:

- een stuk neutraal kaftpapier

- de tekst uit Mattheüs 11:28 uitgeprint op wit papier

- leuk bewerkt papier, stickers en washitape

- plakband en lijm

Aan de slag:

1. Kaft je bijbel met het kaftpapier.

2. Ga aan de slag met het papier, de stickers en de tape en maak er een mooi geheel van waarin de Bijbeltekst een centrale plaats krijgt.

3. Leg de Bijbel bij je favoriete zitplek in huis.

Handig met naald en draad?

Naai dan je omslag van een stuk stof. Schrijf de Bijbeltekst met een textielstift op een stukje stof en naai dit vast op de omslag of borduur de tekst er met garen op.

De Mensenzoon gaat koning worden

Verwerking met stof

Lezen

Dan. 7:1-28

Zingen

Ps. 97: 1, 7

Ps. 99: 1, 2

Ps. 68: 9, 10

Ps. 2: 1, 4

Wk. 515: 1, 2, 3

Even vooraf iets over de methode … Dit hoofdstuk bestaat eigenlijk uit twee delen Dan. 7:1-14 en 15-28. Het eerste gedeelte beschrijft het visioen en het tweede gedeelte de uitleg ervan. In deze Bijbelstudie bespreek ik stukjes van het visioen direct in combinatie met de uitleg daarvan.

De leeuw van Babel (Dan. 7: 1-3, 15-17, 28)

Doel

In deze vierde Bijbelstudie zien we dat tijdens en na de ballingschap des te sterker het besef doordringt dat God de allerhoogste Koning is over de hele geschiedenis. En hoewel Hij vele (kwade) koninkrijken toestaat te regeren, zal uiteindelijk het Koninkrijk van God Zelf arriveren. Het koningschap van dat Rijk is in handen van de goddelijke Mensenzoon en Zijn heiligen. Het slangenzaad zal volledig vernietigd worden.

Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. In Daniël 7 zien we vier dieren. Zij staan stuk voor stuk symbool voor een aards, vijandig koninkrijk (vs. 17). Dat een dier een land symboliseert, kennen wij ook. Zo ken je misschien de Duitse adelaar, de Russische beer, de Franse haan en de Nederlandse leeuw.

Daniël krijgt dit visioen tijdens Israëls ballingschap in Babel (ca. 550 v. Chr.). Door aanhoudende ongehoorzaamheid richting God is Israël gedeporteerd naar Babel. Weg tempel. Weg koninkrijk Israël. Er is niet langer een koning in de lijn van David. Een heidens, satanisch koninkrijk, de leeuw van Babel, regeert over

het versplinterde Godsvolk. In die leeuwenkuil wil de vijand Gods trouwe kinderen breken.¹ Dat kun jij ook ervaren. In die geestelijke strijd geeft God een verbijsterend en hoopvol visioen als doorkijkje naar de toekomst. Daniël schrikt enorm van het beestachtige wat hij ziet (vs. 15, 28). Door de uitleg van een engel (vs. 16) zal Daniel de bemoediging van het visioen gaan inzien. ¹ Dan. 6

Verwerking met papier

Tekst en beeld Annerieke van den Berg

De eerste drie monsters (Dan. 7: 4-6)

Het eerste dier lijkt op een vliegende leeuw. Deze leeuw staat symbool voor Babel (denk aan de leeuwenkuil van Dan. 6), dat zijn vleugels snel uitspreidde. Maar de vleugels gaan eraf. Door wie? Zal dat God niet zijn? Hij zet koningen af.¹ Dat het dier tot een mens gemaakt wordt, betekent dat Babel (605-539 v.Chr.) verdwijnt tussen de grijze mensenmassa.

Het tweede dier lijkt op een dreigende beer. De drie ribben tussen zijn tanden laten zien dat hij zojuist een mens verslonden heeft. Hij valt aan op commando: ‘Sta op, eet veel vlees.’ Dat betekent: eet mensenvlees. Deze beer staat symbool voor het bloeddorstige rijk van de Meden en Perzen (539-331 v. Chr.).

Het derde dier lijkt op een luipaard. Vaak wordt dit hogesnelheidsdier uitgelegd als het Griekse rijk (331-168 v. Chr.) onder leiding van de jonge Alexander de Grote. Dit is het grootste rijk dat de Oudheid gekend heeft. Het spreidde de vleugels over de vier windstreken der aarde uit. Na Alexanders vroege dood werd zijn grote rijk verdeeld in vier stukken, onder vier generaals, vandaar waarschijnlijk de vier koppen.

Dan. 2:21

Het vierde monster (Dan.7:7-8, 19-25)

Het vierde dier slaat alles. Het is een bar en boos beest. Dit dier lijkt nergens naar. Het is een regelrecht, duivels monster uit de zee. In de Bijbel wordt het meest gevreesde zeemonster wel Leviathan genoemd.¹ Dit duivels monster heerst over de hele aarde (vs. 23). De tien horens staan voor de tien koningen van dit rijk (vs. 8). De ene kleine horen staat voor de meest wetteloze koning ooit. Deze draak verheft zich tegen de Allerhoogste (vs. 25) en Zijn volk. Goede tijden moeten van hem slechte tijden worden. Hij wil de Wet/Thora ook veranderen. Wat goed is, noemt hij ‘ouderwets’, wat slecht is, noemt hij ‘een uitdaging’. Heerst hij ook niet in onze tijd? Wie is dit vierde beest eigenlijk? Dat blijft mistig. Mogelijk is dit het Romeinse Rijk (168 v.Chr.- 400 n. Chr.). Het doet er niet toe. Het punt is dat het laatste monster zorgt voor de finale tegen God. We kunnen zeggen dat dit dier voor ons in 2021 staat voor de duivel, voor de antichristelijke macht die oorlog voert (vs. 21) tegen de gemeente van God in het laatste der dagen.² Telkens met een andere horen: antisemitisme, macht, materialisme, occultisme, hebzucht, perverse seksualiteit, onrecht, wetticisme, vluchtigheid, haastigheid, etc. In elke tijd heeft de duivel een andere horen. Altijd wil hij meer secularisatie, dat is: meer werelds denken … Ps. 74:14, ² Opb. 13:1

Ouderdom geeft gezag (Dan. 7:9-12, 18, 26)

Gods heiligen moeten niet ontmoedigd raken in de geestelijke strijd. Toen niet en nu niet. Wij worden geroepen te bidden en te wachten op God. Zoals Christus heeft gezegd: ‘Waakt en bid, dat u niet in verzoeking komt!’¹ Hij doet recht. We zien God als de Oude van Dagen (vs. 9, 13). In onze samenleving van ‘altijd jong-zijn’ (forever young), is dat geen aantrekkelijk godsbeeld. Maar in de Bijbel geeft ouderdom je juist groot gezag. Deze oude Majesteit zet zich op Zijn heilige, vurige troon van het recht (vs. 9). Duizenden, tienduizenden engelen staan voor Hem (vs. 10). En dan gebeurt het: het Laatste Oordeel. De rechtszitting begint (vs. 26). De boeken gaan open … Alle stukken komen op tafel. Te midden van leeuwen, beren, luipaarden en draken, zal de Goede Herder het kwaad begrenzen. Hij zegt als het ware: ‘Ho, stop, duivel, een tijd, tijden en een halve tijd (vs. 25), verder kun je niet, nu zal het je einde zijn.’ God vernietigt het monster en werpt hem in het laaiende vuur (vs. 11, 26).

Matth. 26:41

God doet recht

(Dan.

7:13-14, 27)

Waarom doet God recht? Het geheim is de figuur van de Mensenzoon/Zoon des Mensen genoemd. Mensenzoon is een verheven, goddelijke titel. Niets minder. De Mensenzoon en de Allerhoogste horen namelijk nauw bij elkaar. Zo ontvangt de Mensenzoon van de Allerhoogste het eeuwige Koninkrijk. Tegelijk is die Mensenzoon één met de heiligen van Gods volk (vs. 18, 27). Wie is die Mensenzoon, één met God en één met mensen?

De Joodse Daniel heeft waarschijnlijk in hem Israëls sterke beschermengel Michaël gezien.¹ Wij weten dat Jezus Zichzelf heeft gezien als de Mensenzoon.² Jezus is de grote God-mens. Hij is de Koning in de hemel. Het zijn soms beestachtig zware tijden in het laatste der dagen.³ Voor je bange gevoel wordt veel goeds vernietigd. God laat soms monsters toe. Voor jouw gevoel soms te lang. Maar vergeet niet dat God de wereld regeert. In Zijn oordelen regeren soms ook ‘slechte’ machten. En toch … te midden van al die rafels en verwarring loopt een rode draad van Zijn koninklijk plan. Want uiteindelijk zal de Mensenzoon met Zijn heiligen de eeuwige, koninklijke heerschappij krijgen (vs. 27).4 En de duivel wordt geworpen in de eeuwige poel van vuur en zwavel, de eeuwige dood.5

Dan. 12:1, ² Mark. 14:61-62, ³ 1 Tim. 3:1, 4 Opb. 5:10,5 Opb. 20:10

Koning met alle controle

Daniël 7 vertelt dat God de ware Koning is en wordt. Hij zal regeren op de manier van de Mensenzoon, op de wijze van Jezus Christus. En welke koning of koninkrijk

ook de macht in handen denkt te hebben, het is God in Christus die uiteindelijk de geschiedenis beheerst en bestuurt. Hoe ver het elastiek van jouw leven ook gespannen wordt en hoe er ook aan getrokken wordt, het hoeft niet te breken. God kan iets met ons gespannen en soms

Bidden

Bid dat jouw leven niet bezet zal zijn met allerlei leeuwen en beren.

angstige leven vol strijd met leeuwen en beren. Deze Koning heeft overzicht en kalme controle over alles. Wees niet bang. ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Zie, Ik ben met u alle dagen.’¹

¹ Matth. 28:18,20

Danken

Dank dat wij geen lichamelijke vervolging kennen, en in een vrij land mogen leven.

Babel (605-539 v.Chr.) Meden/Perzen (539-331) Griekenland (331-168v.Chr)| Rome (168-400)

De profetische tijdlijn in Daniël 7

Vragen

1. Wat vindt u van dit soort (apocalyptische) Bijbelgedeelten waarin via allerlei (merkwaardige) beelden een boodschap wordt meegegeven?

2. De monsters staan symbool voor aardse koninkrijken.

a. Wat zijn jouw persoonlijke monsters?

b. Hoe ga jij daarmee om?

c. Kunnen de liedregels ‘God gaat Zijn ongekende gang, vol don’kre majesteit’ en Godzelf vertaalt de duisternis in eind’lijk eeuwig licht’. (Gz. 447 in Liedboek 1973) jou helpen?

3. Leg Daniël 7:13 naast Markus 14:62-64.

a. Welke overeenkomsten zijn er tussen de Mensenzonen in beide gedeelten?

b. Wie is volgens Jezus de Mensenzoon?

4. Aan de Mensenzoon wordt door de Oude van Dagen het koningschap gegeven (Dan. 7:14).

Wij mogen dit zo opvatten dat de Heere Jezus tijdens Zijn hemelvaart definitief het Koningschap ontvangt. Op welke punten in jouw leven word je getroost door de wetenschap dat Christus in de hemel met kalme majesteit regeert?

Het Koninkrijk is dichtbij

Lezen

Mark. 1:9-28

Zingen

Ps. 107: 6 en 7

Ps. 146: 3, 5, 6

Ps. 17: 3 en 8

Gez. 12:5, 7

Wk. 25: 2,3, 4

Doel

In deze Bijbelstudie wil ik laten zien dat Jezus’ komst zorgt voor een beslissend keerpunt in de geschiedenis. Het maakt dat het Koninkrijk deels is gekomen (verleden). Tegelijk is het Rijk ook komende als een dynamisch proces en breidt het zich nog elke dag uit (heden). Het groeit gestaag zoals het ontkiemde mosterdzaadje langzaam uitgroeit tot boom. Wij leven in een overgangsperiode waarin goed en kwaad door elkaar lopen. Maar het Koninkrijk zal eens volkomen komen (toekomst).

Anekdote

Met een belijdenisgroep van 17 jongeren las ik Mark. 1:14-20. Toen ik vroeg wat de hoofdboodschap van Jezus tijdens Zijn leven is geweest, kwamen er vele antwoorden langs: ‘Dat we ons bekeren’, ‘Dat we Hem navolgen’, ‘Dat we mensen vertellen over Jezus (vissers van mensen zijn)’. Ook na lang nadenken kwam niemand erop dat dit het Koninkrijk van God is. Blijkbaar zit ‘het Koninkrijk van God’ niet vanzelfsprekend in ons geestelijk DNA. Misschien komt dit omdat na Jezus’ geboorte met Kerst al snel de nadruk valt op de lijdenstijd. Dat Jezus in de tijd tussen Zijn geboorte en kruis het Koninkrijk van God beoogde, valt dan weg in de prediking. En als het Koninkrijk niet wordt gepreekt, wordt het ook niet beleefd.

Dat is zonde. Want het hoopvolle Koninkrijks-perspectief is juist wat wij in deze seculiere en moeilijke tijd vol aanvechting en leed zo bitterhard nodig hebben.

Duel en scheppingsherstel

(Markus 1: 9-13)

Je moet het even doorkrijgen, maar de doop van Jezus hoort helemaal bij Zijn koningschap. Want Zijn doop is Zijn zalving met de Geest tot Koning. God wijst Jezus als Zijn Koning aan in de hemelstem en de neerdaling van de duif. Als de Geest van de HEERE krachtig op Hem komt, dan kan Zijn koninklijke bediening beginnen.¹ Deze begint verrassend genoeg in de woestijn met een direct duel tegen de satan.² Jezus wint dit duel. Deze zware

verzoekingen laten meteen zien dat het ultieme doel van Jezus’ koningschap het verslaan van de satan en zijn slangenzaad is,³ om zo de schepping te herstellen (wilde dieren en engelen dienen Hem). Jezus herstelt in vs. 15 voor een moment het paradijs, waarbij aarde (dieren, mensen) en hemel (engelen) weer één zijn, zoals het was in het begin. Wie verlangt daar niet naar in deze geschonden wereld? Jezus blijkt de Koning te zijn die de vloek van de val kan opheffen.

Jes. 61, ² Matth. 4:1-11, ³ Hebr. 2:14-15, 1 Joh. 3:7-8

Een nieuw nu (Markus 1:14-15)

Jezus begint te preken op het moment dat het kruis hem treft: Zijn voorloper en voorbeeld Johannes is gevangengenomen (overgeleverd). Dit betekent voor Jezus een kruis. Het kruis zal ook Zijn evangelieprediking bepalen. Jezus heeft het Evangelie van het Koninkrijk/koningschap van God willen brengen. God de Vader is Koning, en Jezus heeft in Zijn onderwijs het aanwezige koningschap van Zijn Vader willen aanwijzen.

Eeuwenlang kenden Joodse mensen in het Oude Testament de verwachting van het Koninkrijk van God, het nieuwe vrederijk met een eeuwig koningschap door een Davidszoon. De Joden verwachtten dit Koninkrijk echter later, aan het einde van de tijd. Als de tijd vol zou zijn.

Maar Jezus zegt: ‘De tijd is nu vervuld (vs.15), is nu vol.’

Dat betekent: de klok van de verwachting is uitgetikt. Het is 24.00 uur. Er breekt een nieuw nu aan. Het Koninkrijk is qua tijd dichtbij gekomen. Het is het nu van Gods welbehagen,¹ van Gods nieuwe verbond, een nieuwe schepping in Christus.² Gods toekomst dringt als het ware in het heden naar binnen. Het realiseert zich nu. Het eeuwig Koninkrijksleven begint in onze historische werkelijkheid.

Dat is het ongehoorde en het verrassende van Jezus. Het Koninkrijk komt niet later, maar nu! Het koningschap van God is in en door Jezus dichtbij gekomen. Jezus’ komst is het beslissende keerpunt in de geschiedenis. Je kunt het zien als de invasie van een God, die in Jezus landt in het rijk van de duisternis en zo Zijn voet op Zijn aarde zet en Zijn koningschap letterlijk dichterbij ons brengt qua ruimte. Gods Rijk is onder ons gekomen,³ midden onder ons.4 Deze nieuwe realiteit van het Koninkrijk is te horen in Jezus’ woorden en te zien in Jezus’ daden: zondaren ontvangen vergeving, duivelse krachten worden uitgedreven, blinden gaan zien, handicaps worden opgeheven, besmette mensen worden gereinigd, ontslapenen worden opgewekt. We leven nu in een overgangsperiode Dat betekent dat

het oude (rijk van de boze) en het nieuwe (Rijk van God) momenteel naast elkaar bestaan. Wel is het Koninkrijk nog voorlopig, onaf, onvoltooid. We wachten daarom in spanning op haar totaliteit totdat het verborgen, overgrote deel van het Koninkrijk, voorgoed tevoorschijn treedt met Christus’ wederkomst.

2 Kor. 6:2, ²2 Kor. 5:17, ³ Matth. 12:28, 4 Luk. 17:21

Koninkrijksleven (Markus 1:16-20)

Hoe krijg je deel aan dit Koninkrijk van God? Door radicale gehoorzaamheid aan en geloofsvertrouwen op de Vader. ‘Bekeer je en vertrouw dit Evangelie’ (vs. 15b) Bekering is verandering van je zondige, doelloze, zinloze levensoriëntatie of levenskoers. Door radicale toewending en restloze overgave zal het Koninkrijk van God in je leven beginnen. Deze gaven van toewijding komen van Gods Geest. Het gaat erom je oude leven los te durven laten (de visnetten van werk, inkomsten, familie!) en het nieuwe van Jezus na te volgen. Dit wordt uitgebeeld in het doopwater. Alleen opnieuw geboren onder deze douche van de Geest kun je het Koninkrijk gaan zien.¹ In de eerste discipelen met hun directe navolging zien we voorbeelden van Koninkrijksleven.

Joh. 3:3, 5

Bevrijdend Koninkrijk (Markus 1:21-28)

In Jezus’ onderwijs komt het Koninkrijk heel dichtbij, het vindt weerklank in harten. Zijn woord is geladen met macht, want het beschikt over de zaak van het Koninkrijk zelf. Jezus spreekt vergeving van zonden uit (2:5), spreekt mensen zalig.¹ Wie Zijn Woord ontvangt, merkt ook vandaag dat er bevrijdende, genezende en rustgevende kracht van Zijn Woord uitgaat. Waar Jezus ook komt, telkens dient zich het conflict met de demonische machten aan (zie ook vs. 34 en 39).

Maar in Jezus is het Koninkrijk verbonden met bevrijdende kracht.² Denk ook aan het Koninkrijksgebed: ‘Want van U is het Koninkrijk én de kracht.’ Gezalfd met de Geest bevrijdt Christus allen die door de onreine duivel overweldigd zijn. De demonenuitdrijvingen laten zien dat Jezus sterker is dan satan en dat in Hem het Koninkrijk van God is gekomen. Hoewel veel van de gebrokenheid, gebondenheid en geschondenheid nog present blijft, is er door ons bidden méér bevrijding en heling mogelijk, wanneer God dat wil.³ Laat ons daarom indringend bidden: ‘Uw Koninkrijk kome. Verlos ons van de boze!’

Matth. 5:1-12, ² 1 Kor. 4:20, ³ Matth. 17:21

Evaluatie

We leven in de spanning tussen het zichtbare en onzichtbare van het Koninkrijk. Tussen wat we nu al van tijd tot tijd ontvangen in onze beleving van bijzonderheden en wat straks nog meer gaat komen. Het is kortom

de spanning tussen het voorlopige ‘nu al’ en het nog te verschijnen ‘nog meer’. Feit is in ieder geval: er wordt nu al heel veel ontvangen, maar er is nog méér! Er komt nog veel méér!

Bidden

Bid dat je gaat zien welke boze krachten, gewoonten of zaken je binden. Bid om bevrijding ervan.

Danken

Dank God dat in Jezus, Gods koningschap naar deze donkere wereld toe is gedragen en nu dichtbij is.

Vragen

1. Wij benoemen vaak de spanning tussen het Koninkrijk dat er ‘nu reeds’ is, maar tegelijk ‘nog niet’ volkomen is. Je kunt echter ook zeggen ‘nu reeds’ en straks komt het ‘nog meer’.

a. Welk verschil proef jij tussen ‘nog niet’ en ‘nog meer’?

b. Waarom drukt ‘nog meer’ positiever uit dat er een rijke Koninkrijks-toekomst wacht?

2. ‘Het Koninkrijk komt niet later, maar nu!’

a. Leeft onder ons de dwaling dat het Koninkrijk vooral later komt? Hoe komt dat?

b. Waaraan merk jij dat er nu al iets van het Koninkrijk van God oplicht in jouw leven of omgeving?

3. Het doel van Jezus’ koningschap is om de macht van de satan te verbreken.

a. Hoe ziet u dit terug in Heidelbergse Catechismus zondag 1?

b. Lees Matth. 12:28 en Matth. 10:7-8. Hoe kan bevrijding van boze machten vandaag vorm krijgen in de eigen gemeente?

4. Veel mensen vragen zich af: komt er ooit nog wat van dat Koninkrijk? Dat kan een kritische vraag zijn vanuit ongeloof, maar ook een vraag uit vertwijfeling. Herken je deze vraag bij Jezelf? In je omgeving?

Antwoorden

Lees en weet

In deze puzzel worden personen of gebeurtenissen uit de Bijbel beschreven. De vraag is om wie en wat het gaat. Om tot de oplossing te komen moet u/jij lezen, zoeken, vergelijken en verifiëren en misschien wel meer. Maar weet, er is achter te komen.

wat noemen? U leest van ‘onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde’. U wilt immers ongestoord kunnen leven in alle vroomheid en waardigheid. U weet in de ogen van wie dat goed en welgevallig is. ‘Met welke bevoegdheid doet U deze dingen?’ Zo’n vraag zou onze vader nooit gesteld hebben. Of ‘u trekt te veel naar u toe’ niets voor mijn vader, zou niet uit zijn mond komen.

Wij, mijn zussen en ik, wij wendden ons tot het bevoegd gezag. U mag het de overheid noemen. U moet weten, wij zagen aankomen dat de naam van onze vader, en meer, geheel zou verdwijnen, hij had geen wettige erfgenamen. Of wij er dan niet waren? Wel maar volgens de toen geldende regels kwamen wij niet in aanmerking. Daarom deden wij een verzoek om af te wijken van wat gold. U snapt al waar wij niet leefden, niet in het land van Meden en Perzen. Wij zochten niet de randen op en namen onze toevlucht niet tot de mazen van de wet, wij deden een eerlijk verzoek en legden dat bij de gezagsdragers neer.

Of we onmiddellijk nul op het rekest kregen? Of onmiddellijk alle medewerking hadden? Geen van beide. Er werd eerst overleg gepleegd met Boven, u snapt me wel. De uitkomst? Laat ik maar met grote dankbaarheid zeggen dat de Heere God ons verzoek inwilligde.

En dat is nog lang niet alles. Voor ons werd geen eenmalige uitzondering gemaakt, de gunstige beslissing werd tot wet gemaakt. Een soortgelijk verzoek hoefde nooit meer ingediend te worden, de wet zou uitgevoerd worden. Wat zal dat voor wie het aanging tot troost en geruststelling geweest zijn. Mag ik de veel latere psalmist citeren? ‘Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgenlicht, uw recht doen stralen als de middagzon.’ Misschien zong u er al veel langer van in een van uw gezangen ‘Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid.’

het zij zo. Onze tegenslag zal u ontgaan zijn. Nee, dat is niet fijn voor ons, meeleven en empathie, dat komt warmer over, dat zou ons goed gedaan hebben.

1 In welk Bijbelgedeelte (boek en hoofdstuk) leest u deze geschiedenis?

Recht van demonstreren? In optocht naar de hofstad? Eisen op tafel? De weg op met voertuigen die daar niet horen? Zal misschien bij u een al of niet verworven recht zijn, bij ons lag dat anders. Al hadden wij die mogelijkheden gehad, nee dus, niet een wijze van doen die wij van huis uit hebben meegekregen. Ik zeg niet dat het in onze tijd met onze middelen niet voorkwam. Onze ouders? Gingen ons anders voor. Zij – en wij – zochten het overleg, wij wilden de mogelijkheden iets te bereiken op een vreedzame manier ten uitvoer brengen. In alle open- en eerlijkheid samen overleggen, dat zijn onze manieren. Noemt u dat het harmoniemodel?

Eerst iets meer over onze familie, hoewel, daar is niet zo veel over te melden. Wij stonden niet op de voorgrond. Ik niet, mijn zussen niet. Hoewel u ongetwijfeld veel zult lezen in het boek dat bij u in huis bijzondere aandacht krijgt, kan ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk zeggen dat u aan ons weinig tot helemaal geen aandacht hebt geschonken. Van ons probleem, zeg maar gerust nijpend probleem hebt u, sorry voor de uitzonderingen onder u, geen notie. Mocht ik u onderschatten,

Trouwens ook mijn vader zal voor u een onbekende zijn, zijn voorgeslacht eveneens. Nou ja, één uitzondering, de vader van onze betovergrootvader moet u wel kennen. En daarvoor, ja toen lag het heel anders. Ja, ik weet wel zeker dat u hem kent, die ik bedoelde, de vader van. U las ook iets bijzonders over hem, wat hem overkwam. U was waarschijnlijk ook verbaasd want in tegenstelling tot de regels uit die tijd - die onder ons nog van kracht zijn - moest hij, hoewel eerder geboren, de oudste rechten had, een stap terug doen. Even was er sprake van dat het een misverstand betrof, maar nee, geen misverstand, geen vergissing, het was overduidelijk de niet verwachte bedoeling. Hoe ik het wat duidelijker, als u dat tenminste nodig hebt, kan zeggen? Alleen dit, de rollen kunnen weleens omgedraaid worden, soms door middel van bedrog maar dat is een uitzondering. Zullen niet vele eersten de laatsten zijn? En andersom?

Over mijn, onze vader, gesproken, u leest misschien maar één keer over hem maar ik ben trots op wat we van hem konden zeggen, uitermate positief. Zou mooi zijn als we dat van alle doorgaande reizigers, waarvan u er een bent, konden melden. Mijn vader had geen opstandig karakter, kende geen rebellie van zijn kant, hij aanvaardde de daartoe aangestelde leiders, hun gezag. Ik vermoed trouwens dat u net zo bent. Wat wij toen nog niet zwart op wit hadden, is voor u gesneden koek. Zal ik

2 Hoe heette onze vader?

3 Wie was de vader van onze betovergrootvader?

4 En welke ‘omgedraaide rol’ overkwam zijn vader ooit?

5 Hoe heetten de kinderen van onze ouders?

6 Van wie was onze vader geen aanhanger?

7 Om welke wet gaat het?

De antwoorden vindt u in het septembernummer van Vrouw tot Vrouw magazine.

(Deze puzzel is overgenomen uit ‘Het Zoeklicht’)

Ik zou zeggen, wees een Bijbelonderzoeker!

Succes en vooral veel plezier en voldoening bij het speurwerk gewenst.

De ware kerk des Heren

De ware kerk des Heren, in Hem alleen gegrond, geschapen Hem ter ere, de bruid van zijn verbond, dankt aan zijn dood het leven. Hij is haar Bruidegom. Want God, zo staat geschreven, zag naar zijn dienstmaagd om.

In 't woeden aller tijden is nooit het lied verstomd, Gods hoede zal ons leiden, de volle vrede komt! Geloven wordt aanschouwen, als uit de hemel daalt de bruid, de hoge vrouwe, de kerk die zegepraalt.

Weerklank 230: 1 en 4

Koninkrijksleven = kruisvormig leven 6

Lezen Matth. 7:7-29

Zingen

Ps. 62:1, 4, 5

Ps. 71:2

Ps. 86:6

Wk. 153: 5, 6, 7

Wk. 192: 1, 2

De grondwet van het Koninkrijk: Thora - Bergrede

‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid.’ ¹ Als kind dacht ik al: wat wordt bedoeld met ‘Zijn gerechtigheid’? Dit bekende lied zegt dat Koninkrijk en gerechtigheid een tweespan zijn. Deze gerechtigheid bestaat in het kennen van rechte verhoudingen tot God, de naaste, de gehele schepping en jezelf. God heeft Zijn wetten ( Thora ) gegeven aan Zijn mensen, die als onderkoningen de gerechtigheid van het Koninkrijk op aarde vormgeven. Wanneer het volk de grondwet van de Thora (samengevat in de Tien Woorden/Geboden) volgt en koninklijk over de zonde regeert, zal het Koninkrijk van de hemel doorbreken op aarde. Kortom: Koninkrijk en grondwet horen onlosmakelijk bij elkaar.

¹ Matth. 6:33a

Doel

In deze Bijbelstudie zien we dat Jezus ons het Koninkrijksleven in het bijzonder voorhoudt in de Bergrede. De Bergrede (Matth. 5-7) mag je samen met de Thora zien als de grondwet van het Koninkrijk. Dit Koninkrijksleven wordt gestempeld door diepe gehoorzaamheid aan de Vader. Dit betekent liefhebben, tot op het kruis.

In het Nieuwe Testament komt Jezus de grondwet niet afschaffen.¹ Integendeel. Jezus’ Bergrede (Matth. 5-7) verduidelijkt de Thora, werkt die verder uit en is als het gaat om liefde zelfs radicaler. Het gaat om liefde die zichzelf wegcijfert, eventueel tot op het kruis. Ik noem dat kruisvormige liefde.

¹ Matth. 5:17

De Bergrede biedt geen uitgewerkte regels voor alles, maar biedt wel lichtende voorbeelden en soms radicale richtlijnen die als lichtbundels schijnen over het landschap van het Koninkrijk.

In Matth. 7:7-29 zien we twee (ethische) wegen die een richting aangeven voor ons leven:

1. De wijze weg, die leven en gerechtigheid geeft. Die weg wordt getekend met de smalle poort, de goede boom en de wijze bouwer.

Bijbelstudie 6

2. De dwaze weg, die verderf en ongerechtigheid geeft. Die weg wordt getekend met de wijde poort, de slechte boom en de dwaze bouwer.

Twee routes, twee levenshoudingen, twee werelden, twee eindbestemmingen: hemel of hel.

Gebed tot de Vader (Matth. 7:7-11)

Opvallend is dat middenin de Bergrede het Koninkrijksgebed is te vinden, het ‘Onze Vader’.¹ Het Onze Vader moeten we zien als hét gebed om de komst van het Koninkrijk en om het doen van de wil van de Vader. Op dat liefdevolle doen komt het volgens Jezus aan (vs. 12, 21, 24, 26). Dan breekt Gods koningschap over ons leven door. Dit komt alleen tot stand door gericht te bidden tot onze Vader. In het gebed geven we het liefdesgebod terug aan God en al biddend laten we Gods Geest onze liefde vernieuwen. En het is zeker: wie bidt zal goede gaven/vruchten/werken van de Vader in de hemel ontvangen (vs. 11). Matth. 6:9-13.

Uitdaging

Rabbi Hillel (110 v. Chr.-10 n. Chr.) werd uitgedaagd door een heiden: ‘Onderwijs me de hele Thora terwijl ik op 1 been sta.’ Zijn concurrent Rabbi Sjammai (50 v. Chr.- 30 n. Chr.) had het geweigerd. Rabbi Hillel antwoordde: ‘Doe niet aan je naaste wat jij zelf ook niet wilt. Dat is de hele Thora, de rest is uitleg daarbij.’ Wij kennen daarvan de spreuk: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’ Jezus noemt in de Gouden Regel de Thora in een notendop. Het verschil is dit: Hillels samenvatting is negatief uitgedrukt (‘niet’), terwijl die van Jezus positief is uitgedrukt.

De Gulden regel (Matth. 7:12)

‘Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo.’ Deze centrale Koninkrijkswet wordt wel ‘de Gulden Regel’ genoemd. De kern hiervan is: liefde. Deze liefde tot de naaste is de vervulling van Wet en de profeten.¹ Gal. 5:14, Jak. 2:8

Wat zegt Jezus nu precies? Welnu, als u niet weet hoe u anderen moet behandelen, doe dan het volgende: begin dicht bij uzelf. Vraag uzelf in zelfreflectie af: Wat vind ik prettig? Waar word ik blij van? Wat zijn dingen die mij

behagen? Wat zijn de dingen die mij verder helpen en bemoedigen? Kortom: wat wil ik? Uitgangspunt is dus jouw wil.

Hoewel in onze wil veel verkeerd begeren is, willen we voor onszelf vaak het allerbeste. Op dat allerbeste doet Jezus hier een beroep. Geef dat liefdevol aan je naaste. Wat jij wilt aan liefde, waardering, bemoediging etc., dat wil die ander ook. Wat jij prettig vindt, vindt de ander vaak ook prettig. Het gaat in het geven van deze liefde niet alleen om je eigen groep en comfortzone, maar het strekt zich ook uit tot je vijand.¹ Zo bezien schuurt en verstoort deze Gulden Regel ons nogal.

Matth. 5:44

Kruisvormig of ikvormig?

(Matth. 7:13-14)

Van de brede en de smalle weg zijn zelfs posters gemaakt. Als kind keek ik al naar zo’n plaat. Misschien jij ook wel. Je zag steeds weer iets nieuws. Op de brede weg ontdekte je bovenaan de Zondag-trein en op de smalle weg het Diaconessenhuis. Klopt die verbeelding op de poster wel? Want waarvan zijn de brede en smalle weg eigenlijk een symbool?

De smalle poort en smalle weg staan symbool voor een Koninkrijksleven in liefde naar de Gulden Regel. Dat is toewijding, zelfovergave, zelfverloochening, jezelf wegcijferen en nederigheid. Ik noem dat kortweg: kruisvormig leven. Want Jezus zelf liet dit zien tijdens zijn hele leven, in het bijzonder aan het kruis.

Daartegenover is de brede weg een beeld voor een ik-vormig leven ‘Breed’ zegt iets over de populariteit van die weg. Velen volgen deze trend en laten hun eigen ik breed hangen. Dit leidt tot verderf in onze samenleving. Hoewel velen de Gulden Regel wel mooi vinden, zijn zij niet bereid om de zelfverloochening op zichzelf toe te passen. Ten diepste haten we soms deze gouden regel en daarmee dus Gods heilige wil, Godzelf.¹

Rom. 8:7

Gerechtigheid doen (Matth. 7:15-23)

Koninkrijksleven wordt zichtbaar in de goede vruchten. Wie niet kruisvormig leeft, gaat het helse vuur in (vs. 19).

Jezus bedoelt dat je niet de Koning kunt liefhebben en ondertussen je broeder of je vijand haten.¹ Alleen door wil van God te ‘doen’, door gerechtigheid te praktiseren, kun je deelnemen aan het Koninkrijk. Dat ‘doen’ is een levenslang proces aan de hand van de vruchtbare Gulden Regel. Daarbij is het niet zo dat je van de ene op de andere dag wakker wordt als een mens die altijd goeddoet aan anderen. Het is oefenen in de praktijk aan de hand van de Heilige Geest. ‘Doen’, ‘doen’ en nog eens ‘doen.’ Heel langzaam ervaar je

dan bewust of onbewust dat de houding van het Koninkrijk je meer eigen wordt.

¹ 1 Joh. 4:20

Koninkrijksgelijkenis (Matth. 7:24-29)

Veel gelijkenissen zijn Koninkrijksgelijkenissen. Soms leidt

Jezus ze duidelijk in met ‘Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan …’ Elke gelijkenis vertelt een boodschap over iets van het Koninkrijk. In de gelijkenis van de wijze en dwaze bouwer gaat het om een beslissende levenskeuze.

Je kunt niet afwijzend tegenover het Koninkrijk staan en voortleven voor jezelf. Het Koninkrijk is niet een mogelijk-

heid. Wie zomaar wat doet in zijn leven, die stort vroeg of laat in. Eeuwig in. Maar luisteren naar Jezus en doen wat Hij zegt, geeft vastheid aan je levenshuis, voor eeuwig.

Bemoediging

Natuurlijk maken we keer op keer fouten. We zijn niet perfect. Verre van dat. Daarom ook Jezus’ kruis. Maar weet dit: de HEERE werkt in Zijn Koninkrijk niet met perfect materiaal, maar met gebrekkige en weerbarstige mensen. De Heilige Geest wil ons de smalle weg leren bewandelen in een levenslang proces van falen en opstaan.¹ Die Geest is jouw innerlijke Rots.

Joh. 16:13

Bidden

Bid gericht voor één naaste. Noem de naam in je gebed. Bedenk wat jij zou willen dat die persoon voor jou doet. Geef hem/haar dat zelf.

Danken

Dank de HEERE voor Zijn geduld, dat hij in een levenslang proces van falen en opstaan ons bij de hand wil nemen door Zijn Geest.

Vragen

1. Wat is de rol van het gebed voor het leven in Gods Koninkrijk?

2. Waarom is kruisvormig leven zo tegennatuurlijk?

3. Lees naast vs. 12 ook Gal. 5:14 en Jak. 2:8. Hoe verhouden deze teksten zich tot het grote gebod in Matth. 22:37-40? Wat heeft het grote gebod extra?

4. a. Bedenk voorbeelden van dingen die jij graag wilt dat mensen jou geven. b. Zou jij die dingen ook aan de ander kunnen/ willen geven?

c. Wat is ervoor nodig om dat aan de ander te willen geven?

5. De niet-christelijke Romeinse Keizer Alexander Severus (208-235) die onder de indruk was van Jezus’ levenswijsheid, liet Matth. 7:12a in gouden letters op de muur van zijn kamer zetten. Zou het voor jou een zinvol idee om deze gouden tekst op je prikbord te prikken of op een andere manier te verwerken?

Antwoorden

Verwerking bij bijbelstudie 6

Koninkrijksleven = kruisvormig leven

Gods koningschap over ons leven breekt door als we liefdevol de wil van de Vader doen. Dit gebeurt als we tot God bidden. In het gebed geven we het liefdesgebod terug aan God. Mattheüs schrijft dat we dan goede gaven zullen ontvangen van Hem. Maar het kan moeilijk zijn om gebed een belangrijke plaats te (blijven) geven in ons leven en niet te verslappen in het geven van inhoud eraan.

Verwerking

Als hulpmiddel maken we een gebeds-pot. In de pot komen kaartjes met dankpunten, gebedspunten, opdrachten en/of vragen. Pak er dagelijks één of twee uit en geef tijdens het bidden extra aandacht aan wat erop staat. Zet de pot op je keukentafel of je nachtkastje zodat je er steeds aan wordt herinnerd.

Benodigdheden:

- glazen pot

- glasstift of permanentmarker

- papieren/kartonnen kaartjes

- pen

Aan de slag:

1. Schrijf een Bijbeltekst op de pot die met bidden te maken heeft of schrijf er ‘gebeds-pot’ op.

2. Koop blanco kaartjes of knip ze uit papier/karton.

3. Schrijf op elk kaartje iets anders.

Voorbeelden van wat je op de kaartjes kunt schrijven:

- Anderen hetzelfde behandelen als jezelf

- Naam van een vervolgde christen of zendingswerker (zie ook gebedskalenders van organisaties)

- Iets wat je elke dag krijgt maar uit gewenning niet meer bijzonder vindt

- De naam van een persoon in je gemeente die gebed nodig heeft

- Een eigenschap van God

Probeer bij het opschrijven van de punten goed aan te sluiten bij de Bijbelstudie.

Jezus wordt Koning in de finale

verklaring van Jezus’ overwinning en Koning-zijn. De Vader Die opwekt, bevestigt daarmee dat de kruisweg van Zijn Zoon dé Koninkrijksweg is. ¹ Joh. 12:13,15; 18: 33, 37, 39; 19: 3, 12, 14, 15, 18, 20, ² Kol. 2:15, Joh. 12:31, ³ Joh. 19:30, 4 Uitspraak van Justinus Martyr (100-165).

Finale (Joh. 18:28-32)

De Joden schetsen Jezus vals als ‘misdadiger’ (vs. 30). Dat noemen we tegenwoordig ‘negatieve framing’. Jij kunt er ook last van hebben dat mensen zomaar iets kwalijks zeggen over je. De Joden doen alsof Jezus een politieke, aardse koning wil zijn Die geweld gebruikt, een staatsgevaarlijk strijder.

Lezen

Joh. 18:28-40

Zingen

Ps. 72: 1, 7

Ps. 85: 3, 4

Ps. 141: 3, 7

Wk. 147: 1,2,3

Wk. 171: 1, 2, 3

Signalement

We zien onder christenen nogal eens Koninkrijk-christenen, die uitsluitend spreken over discipelschap, navolging en overwinning. Zij vragen zich steeds af: ‘Hoe verander ik de wereld een beetje met mijn navolgen van Jezus?’ Aan de andere kant vind je de kruis-christenen, die uitsluitend spreken over rechtvaardiging, verzoening en bekering. Zij vragen zich steeds af: ‘Hoe word ik met God verzoend?’

Jammer, want dit leidt ongewild tot twee verschillende benaderingen: Koninkrijks-theologie en kruis-theologie. Dit is een onterechte, on-Bijbelse tegenstelling. Wij moeten Koninkrijk en kruis dicht bij elkaar houden. De weg van het Koninkrijk is immers een kruisvormig leven (zie Bijbelstudie 6). En het kruis is een Koninkrijks-kruis want Jezus regeert juist dáár als Koning.

Doel

In deze Bijbelstudie zien we dat het koningschap een belangrijke rol speelt in Jezus’ kruisweg. Dit noodzaakt ons kruis en Koninkrijk van God dicht bij elkaar te houden. Het kruis kunnen we zien als de grote finale waarin Jezus met Zijn gehoorzaamheid aan de Vader, de satan als onderkoning verslaat en nu zelf Koning wordt. Zo krijgt de mens – die dit met de zondeval verloor – het koningschap terug: ‘Zie de Mens, zie uw Koning.’

Kruisvormige macht!

De evangelist Johannes heeft de sleutel van het lijdensverhaal scherpzinnig in het koningschap van Jezus ontdekt en legt dat heel sterk bloot, door telkens de titel ‘Koning’ te laten vallen.¹ Dat ontdekken we in deze Bijbelstudie. Waarschijnlijk lazen we er zomaar overheen. Dat komt omdat wij Jezus’ koningschap verbinden met Zijn opstanding. Dat Christus in de weg van het kruis triomfeert over de satan, is voor ons verrassend en tegennatuurlijk.² Wij mogen meer bedenken dat Jezus’ koningschap een kruisvormige macht is. Zo ziet de Vader het. Jezus wordt niet pas Overwinnaar door de opstanding, maar Hij is het al aan het kruis. Christus heeft immers zelf al duidelijk aan het kruis geroepen: ‘Het is volbracht!’³ ‘Hij regeert vanaf het hout!’4 Jezus’ opwekking uit de dood mogen wij zien als Vaders

Pilatus, de vertegenwoordiger van de keizer, moet oordelen. Zo staat Koning Jezus tegenover Pilatus, ja dieper nog: tegenover keizer Tiberius (42 v. Chr.- 37 n. Chr.). Dé Koning tegenover de keizer. Hier staat Gods Koninkrijk tegenover het vergoddelijkte keizerrijk. Het is nu onvoorstelbaar, maar kort na Pinksteren was het destijds een hele geestelijke strijd: Wie dien je? Christus of Caesar (keizer)? In het boek Openbaring wordt de keizer van Rome niet voor niets ‘beest’ genoemd.¹ Prof. K. Schilder (1890-1952) zegt over Christus voor Pilatus: ‘Christus wordt voor het beest geworpen.’ Kortom, het is de finale: Christus tegenover de duivel. Vrouwenzaad tegenover slangenzaad.²

¹ Opb. 13, ² Gen. 3:15

Koninklijk onafhankelijk (Joh. 18: 33-35)

Pilatus vraagt: Bent u de Koning van de Joden? (vs.33). Christus stelt direct een tegenvraag. Daaruit blijkt Zijn koninklijke onafhankelijkheid. Christus bevraagt de keizer. Wie oordeelt wie? Wie staat voor wie? Pilatus staat voor de Koning der koningen. Het is zijn voorproef op de vuurproef van het Laatste Oordeel. Als wij sterven zullen we allemaal voor de rechterstoel van Christus worden geopenbaard en rekenschap afleggen van hetgeen wij gedaan hebben.¹ Hoe gaat het dan met ons?

¹ 2 Kor. 5:10

Niet van hier, wel voor hier

(Joh. 18:36)

Christus zegt gewoonweg: ‘Ik ben niet uit deze wereld, Ik ben van Boven, jij bent der aardse aards. Ik sta boven je, beste Caesar. Punt, uit! Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld, niet van hier.’ Het woordje ‘van’ kun je nog beter met ‘uit’ vertalen. Christus zegt hier dat Zijn Koninkrijk niet uit deze wereld stamt, niet opkomt uit hier beneden.

Christus bedoelt: Mijn koningschap is van Boven, van een volstrekt andere orde. Gods hemelse orde (Joh. 3:31). Dit koningschap daalt neer van Boven en is alleen in geloof te ontvangen.

Aards koningschap wordt bevochten in dienaren die strijden, wapengekletter, wagens en paarden, kanonnen, ellenbogenwerk, list en bedrog, bloedvergieten etc. Nee, zo is Christus niet. Niet door kracht, noch door geweld.¹ Petrus trekt wel zijn zwaard, maar Christus is daarvan bepaald niet gediend.² Hij vergiet geen bloed. Hij geeft bloed.

¹ Zach. 4:6, ² Matth. 26:52, Joh. 18:10-11

Hoewel Christus zegt dat Zijn Koninkrijk niet van hier is, is Zijn koningschap wel bedoeld voor hier Langzamerhand wint het terrein hier beneden, over de hele wereld. Ook in mijn leventje. Er zijn talloze miljoenen christenen. Velen wereldwijd ook in de politiek. Het geestelijke Koninkrijk van Christus heeft wel degelijk invloed op ons aardse toneel! Pilatus had het eens moeten weten hoe het nu is gelopen met Jezus en Zijn volgelingen!

Koningschap nieuwe stijl (Joh. 18:37-40)

Je leest er zo overheen, maar in vs. 37 vertelt Jezus letterlijk dat Hij voor het koningschap is geboren. Hiervoor kom Ik! Koning worden, dat is wat Ik wil! In Jezus komt de langverwachte Koning naar deze wereld. Jezus gaat het opnemen tegen de vijandige monsters: de keizer, Pilatus, de satan, de vloek over de aarde, de vloek van de Wet, de zonde, het kwaad. En let goed op via welke weg Jezus Koning wordt: via de weg van de waarheid. De waarheid is de grondslag van Zijn Koninkrijk. Daarmee schept Jezus een totaal nieuwe stijl van koningschap. Geen koningschap met aards geweld en strijd, maar met geweldloze waarheid

Kruiskoning

Jezus zal ondertussen op Pilatus als een religieuze fantast zijn overgekomen. Als iemand die in zijn eigen filosofische, geestelijke boekenwereld voortdroomt.

‘Waarheid … Pfft …’ Vol ongeloof tuft Pilatus op de grond:

‘Waarheid…? Wat is waar?’ Dat is een gesprek voor bij de borrel. Nu moet hij feiten wegen. Jezus lijkt hem prima, ongevaarlijk. Hij ontslaat Jezus van rechtsvervolging.

‘Ik vind Hem onschuldig!’ (vs. 38) Dan is hij klaar, zou je zeggen.

Maar dan volgt er ineens die verbijsterende omslag. Jezus komt plotseling op tweetal met Barabbas en verliest. Spottend spelen ze ‘koninkje’ met Hem. Als eendagsko-

ning krijgt Hij een doornenkroon, een purperen bovenkleed, een groet en een buiging.¹ Daarbij ook geselslagen en slagen op Zijn neus. Ook roepen ze: Kruisig Hem! Pilatus speelt met Hem: ‘Zie de Mens. Zie uw Koning.’² Dat zijn veelzeggende uitspraken! Het betekent: in Jezus wordt de mens weer koning na de zondeval! Door Jezus’ gehoorzame kruisweg, wordt het plaatsvervangende offer gebracht en wordt de satan door de Vader uit zijn rechtspositie als onderkoning gezet. Dé Mens wordt Koning! Er is een nieuwe situatie ontstaan! En dat precies op het dramatische moment waarop de mensen richting Pilatus, de lange oude droom over een koning opgeven en de keizer verkiezen.³ Het is de omgedraaide wereld.

Joh. 19:1-5, ² Joh. 19:5, 14, ³ Joh. 19:15

Koningsbewijzen

Als Kruiskoning hangt boven Hem de veelzeggende titel aan het kruis: DE KONING VAN DE JODEN.¹ (Joh. 19:19).

Als Koning kiest Hij Zijn eigen moment van sterven.²

En Hij krijgt werkelijk een koninklijke begrafenis met vijftig kilo aan zalfjes en smeersels en een nieuw graf.³

Koninklijk staat Hij op uit de dood en zendt Hij Zijn onderdanen uit.4 In alles blijkt Hij Koning. Wel een Koning met kruis-littekens.5 In die littekens is Hij met de onze verbonden.

Joh. 19:19, ² Joh. 19:30, ³ Joh. 19:39, 41; Joh. 10,18, 4 Joh. 20:21-22, 5 Joh.20:27

Vragen

1. Vs. 37: Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor. Lees hierbij ook Joh. 10:4 en Joh. 14:6.

a. Op welke manier hoor jij de stem van de Waarheid in jouw leven?

b. Hoe houd je het vol in een wereld waar de Waarheid gekruisigd is en wordt?

2. Koninkrijk en waarheid horen sterk bij elkaar. Je gaat de koninklijke weg door in de waarheid te blijven. Iemand zei daarover: ‘Dit moet ik steeds horen om te kunnen staan in mijn werk en in mijn familie.’ Herken jij dit? Spreek er met elkaar over.

Bidden

Bid erom dat je in de waarheid blijft. Bid om vergeving voor je eigen onwaarheden.

Danken

Sta er bewust bij stil en dank, dat onze Koning machtiger is dan alle keizers van deze wereld, en machten in jouw leven.

3. Herkent u de geschetste tegenstelling tussen Koninkrijk-christenen en kruis-christenen? Zo ja, hoe zoekt u daarin de verbinding?

4. Christus legt de goede belijdenis over Zijn koningschap af voor Pontius Pilatus. Lees ook 1 Tim. 6:13. Als u terugdenkt aan uw eigen belijdenis-doen, bent u sindsdien verder verdiept in het geloof? Zo ja, hoe precies?

Lezen

Hand. 1:4-13

De Koning op de troon deelt uit

Koninkrijk en Geest (Hand. 1: 4-5)

Jezus sprak naast het Koninkrijk van God niet voor niets ook over de Heilige Geest (1:2, 4, 5, 8). Die twee zijn onlosmakelijk verbonden. De Heilige Geest is de Superverspreider van het Rijk. Hij doet dat door al Jezus’ leerlingen te bekrachtigen. Wij moeten ‘de belofte van de Vader’ verwachten. Die belofte is de doop/ vervulling met de Heilige Geest.¹ De Heilige Geest is de grote Belofte.² Zijn reinigende komst was al door allerlei profeten beloofd. Jezus beloofde de Heilige Geest ook.³ Met Hem zou een nieuw verbond, een nieuwe tijd, beginnen.4

¹ Hand. 2:4, ² Hand. 2:33, Ef. 1:13, ³ Joh. 14:16, 15:26, 16:7, 13, 4 Jer. 31:31-34

Dynamisch groeiproces (Hand. 1:6-8)

Jezus gaat een wolk binnen. Die wolk is een beeld van Gods heerlijkheid.² Het gaat erom dat Jezus vanaf nu deelt in de heerlijkheid van Zijn Vader. Hij is de Mensenzoon van Dan. 7:13-14. Hij ontvangt van de Vader eeuwig koningschap (zie Bijbelstudie 4).

Jezus’ tenhemelopneming is dan ook Zijn troonbestijging, Zijn kroningsfeest. Hemelvaartsdag is een hemelse Koningsdag! Het kan niet anders of Hij is door alle engelen verwelkomd en toegejuicht. Het vrolijke handgeklap, het muziek maken en het overwinningssignaal van de bazuin uit de blijde Psalm 47 zal door de engelen zijn ingevuld. Ik had het wel willen zien! U? Jij?

¹ Fil. 2:9, ² 1 Kon. 8:10-11

Zingen

Ps. 47: 1, 3

Ps. 24: 4, 5

Ps. 110: 1, 2, 5

Wk. 189: 1, 3, 5

Wk. 195

Waar staan we nu na kruis en opwekking?

In de laatste Bijbelstudie zagen we dat Jezus Koning wordt aan het kruis. Wij bedenken vaak niet dat Hij nog Koning moest worden. Wij denken dat Hij het sowieso is. Maar dat is onjuist. Zijn koningschap is een loon op Zijn gehoorzaam, volmaakt doen van de wil van de Vader. Zijn macht om te lijden in liefde voor onze zonden wordt bekroond. God maakt Hem Koning. De satan is voorgoed veroordeeld.¹ Niet langer kan hij ons rechtmatig aanklagen bij God in de hemel. Hij is als een bliksem uit de hemel geworpen.² Jezus is nu de rechtmatige Koning van de wereld. Dit levert een nieuwe situatie op … Joh. 12:21, Joh. 16:11, ² Luk.10:18

Doel

Tijdens deze Bijbelstudie zien we dat de hemelvaart een troonbestijging is. Deze is noodzakelijk voor de verdere uitbreiding van Jezus’ Koninkrijk. Als Koning aan de rechterhand van God regeert Hij over de hele kosmos en doet Hij recht over het aardse strijdtoneel. Hij deelt oordelen uit aan tegenstanders. Aan Zijn kinderen deelt Hij de goede gave(n) van de Heilige Geest uit. De Heilige Geest realiseert het Koninkrijk van God op aarde.

Koninkrijksdoel

Na Zijn opwekking spreekt Jezus veertig dagen met Zijn leerlingen over het Koninkrijk van God.¹ Dit is Jezus’ onveranderde hoofdboodschap na Zijn opwekking. Het Koninkrijk is na de Evangeliën niet afgelopen. In Handelingen verspreidt het zich juist totdat Paulus in Hand. 28:23 het Koninkrijk van God zelfs verkondigt in Rome. Dat is precies Jezus’ wereldwijde Koninkrijksdoel. Alle mensen kunnen zodoende onderdeel worden van Gods gezonde, bevrijdende en liefdevolle koningschap.

U, jij en ik ook. Wat heerlijk! Hand. 1:3

Als de leerlingen vragen of het Koninkrijk nu doorbreekt voor Israël, ontkent Jezus dat niet. Hij geeft aan dat die doorbraak afhangt van de tijdskeuze van de Vader (vs. 7). Het Koninkrijk breekt door na het ontvangen van de Heilige Geest en groeit wereldwijd uit. Het is een dynamisch groeiproces . Het begint in Jeruzalem, gaat door de provincies Judea (twee-stammenrijk) en Samaria (tien-stammenrijk)

naar de uiterste einden van de aarde. Het Koninkrijk voor Israël is immers uiteindelijk het Koninkrijk van God, dat de hele wereld beslaat.¹

¹ Jes. 49:6

Ten slotte neemt de Koning afscheid met de grote zendingsopdracht. Ga heen, onderwijs alle volken in de bekering en vergeving van zonden. Doop hen in de Naam.¹ Hij bemoedigt ons door te zeggen: ‘Ik ben erbij, alle dagen! Ook de moeilijke dagen, het loopt Mij niet uit de hand. Je zult lijden, maar je zult ook kracht ontvangen. Verrassende kracht om te getuigen. Uithoudingsvermogen.’

¹ Matth. 28:18-20, Luk. 24:47-48

Troonbestijging (Hand. 1:9)

Christus’ hemelvaart is ten diepste een werk van de Vader! Hij wordt opgenomen (v. 9, 11). Met die opname beloont de Vader Zijn Zoon Die zichzelf eerst zo diep vernederde tot de dood, ja, tot de kruisdood. De Zoon mag dicht bij Hem zijn. Voorgoed! Voortaan mag Hij regeren van Boven. Daarom heeft God Hem bovenmate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam.¹

Bedenk: Jezus zit niet op de troon naast de troon van de Vader, maar Hij zit op dezelfde heilige troon, als de Rechterhand. Vanaf nu is de Vader Koning in eenheid met Zijn Zoon Jezus. De Vader regeert niet harder, grilliger, willekeuriger of meer onberekenbaar dan onze Jezus. Echt niet. Dat denken wij soms. Dom, want de macht van de Vader is altijd een regeren op de liefdevolle manier van Jezus Christus, de Gekruisigde. Kruislijden markeert daarom nog steeds de weg van het Koninkrijk. Ook vandaag. Zo gaan we als kerk vandaag ook de weg. Het is Jezus’ weg. De overwinnaarsweg, maar wel een weg met lijden, waarvoor Zijn beloofde kracht nodig is. We zien veel gebrokenheid en onderworpenheid, onmacht grijpt ons aan. We huilen soms in de kerk maar wij zien Jezus! Met ons geloofsoog! Onze Prins, onze Leidsman, met eer en heerlijkheid gekroond.¹ Stefanus ziet Hem als hulp verschijnen.¹ Ik denk ook aan Susie, de vrouw van C.H. Spurgeon. Susie zag op haar sterfbed Jezus. Ze riep het stervend uit: ‘Ik zie mijn Koning in Zijn heerlijkheid.’ Gods stervende kinderen zullen deze Koning zien.

¹ Hebr. 2:9

Hij regeert in het voordeel van de strijdende en lijdende gemeente. Tegelijk deelt Hij oordelen uit aan Zijn vijanden. Hij moet als Koning heersen totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd bij het Laatste Oordeel.²

¹ Hand. 7:56, ² 1 Kor. 15:25

Een nieuwe fase (Hand. 1:10-12)

Engelenstemmen beloven: ‘Jezus zal terugkomen!’ Tussen Zijn tenhemelopneming en Zijn wederkomst is er werk voor de Geest hier op aarde. In Hand. 2:33 zien we namelijk dat Jezus met Zijn verhoging aan de rechterhand, tegelijk ook de Heilige Geest van de Vader ontving. Dat zorgt voor een nieuwe fase, want

die Geest geeft Hij tien dagen later door aan Zijn gemeente. Die Geest is zelf de grote Gave.² Tegelijk deelt Jezus door de Geest ook gaven uit: gaven van bekering en vergeving van zonden.³ Maar ook bijzondere Geestesgaven als profetie, bemoediging, onderwijs en zelfs tongentaal. Al die gaven zijn erop gericht de Gemeente hier op aarde te bekrachtigen om van Jezus te getuigen. Die getuigkracht breekt open op de Pinksterdag.

Hand. 17:31, ² Hand. 2:38, ³ Hand. 5:31

Ketting n.a.v. de overdracht van de Geest Vader à geeft Geest aan Zoon | Zoon à geeft Geest aan de Gemeente | Gemeente à gaat door de Geest getuigen in de wereld.

Bidden

Christus regeert, maar soms lijkt daar weinig van te zien. We zien veel terrorisme, bedreiging, onrust, gevaarlijke virussen en verandering van grondslagen in onze samenleving. Bid om de zichtbare doorbraak van Zijn koningschap.

Koninkrijksgemeenschap (Hand. 1:13-14)

Na de tenhemelopneming volharden de leerlingen eensgezind in bidden en smeken. Na de uitstorting van de Geest zien we ook die eensgezindheid ontstaan.¹

Als Koninkrijksgemeenschap breken zij met elkaar het brood. Misschien is dat wel het mooiste signaal van Jezus’ koningschap hier op aarde. Zijn Koningschap blijkt in de eenheid, de vrede en liefde van Zijn dienaren. Als het zó vandaag mag zijn, dan zien we in de Gemeente dat de hemel de aarde raakt. In het bijzonder is het Koninkrijk van de hemel te proeven in de gaven van Doop en Avondmaal. In de Doop zijn we met Christus gestorven en opwekt. En in het Avondmaal vieren we dat we niet meer van onszelf zijn, maar van Hem en dat we in Hem deelhebben aan Gods nieuwe wereld. Hand. 2:42-47, Hand. 4:32-37

Vragen

1. Wat ontdekt u in deze Bijbelstudie over de betekenis van Hemelvaartsdag?

2. Wat deelt Jezus als Koning vanuit de hemel allemaal uit?

3. De Vader regeert in deze wereld op de liefdevolle manier van Jezus Christus. Dat Hij Zijn gemeente liefheeft, betekent ook dat Hij rechtdoet en toornt over het kwaad dat haar aangedaan wordt. Troost Gods rechtspreken jou?

4. Lees Psalm 47. Op welke manieren kun je deze psalm op Christus betrekken?

Danken

Wil je de komende week elke dag danken voor je Doop? Dank ook wanneer je Avondmaalganger mag zijn.

5. C.H. Spurgeon zegt bij Psalm 47: ‘Christus zetelt in kalme majesteit, want Hij kent Zijn macht en ziet dat zijn doeleinden tot stand zullen komen.’ Dit is genoeg reden tot heilig zingen. Met welke muziek huldig jij de Heere Jezus?

6. Lees uit de Heidelbergse Catechismus de vragen/ antwoorden 50 en 51. Hoe ziet u in de antwoorden Jezus’ koningschap terug?

De Koning op de troon deelt uit

Hemelvaartsdag is een hemelse Koningsdag. Jezus bestijgt Zijn troon onder gejuich van de engelen. Wat een vreugde in de hemel! Tegelijk ontvangt Jezus de Heilige Geest van de Vader en geeft deze later door aan Zijn gemeente. Vieren wij deze hemelse Koningsdag ook zo uitbundig als we in psalm 47 lezen en zijn we dankbaar voor de Heilige Geest? Nog mooier is het om er elke dag bij stil te staan.

Verwerking

Bij feest horen slingers zeggen mijn kinderen altijd. Zo ook bij de hemelse Koningsdag en het pinksterfeest. We gaan een slinger maken met symbolen die hiermee te maken hebbe. Dit kan op allerlei manieren, maar ik koos ervoor om een symbool voor de Heilige Geest te gebruiken (een duif) en een symbool voor de troonsbestijging van Jezus (een kroon).

Benodigdheden:

- goudkleurig karton en wit karton (niet al te dik)

- schaar

- een print van een kroon en een duif

- een naaimachine of touw

Aan de slag:

1. Trek de duif een aantal keer over op het witte karton en de kroon op het gouden karton.

2. Knip alles uit.

3. Doe een grote naald in je naaimachine en gebruik wit garen.

4. Haal de symbolen om en om onder de naaimachine door, met een paar centimeter tussenruimte, tot je een slinger hebt van de gewenste lengte. Geen naaimachine? Prik dan in elk symbool twee gaatjes en rijg er een touwtje door heen.

5. Hang de slinger op een plek waar je vaak langs komt.

bedenk en dat dan met anderen deel.’

Annerieke van den Berg is 36 jaar, getrouwd met Pieter en moeder van vier kinderen. Ze woont haar hele leven al in Waddinxveen, heeft rechten gestudeerd en tien jaar bij de gemeente gewerkt. Na de geboorte van haar jongste kind is ze gestopt met werken. ‘Ik dacht, die rompslomp met oppas, daar ga ik niet meer aan beginnen. Laten de jongsten eerst maar eens naar school gaan.’ Annerieke is de bedenker van de creatieve verwerkingen in dit nummer.

Liefhebberijen

Als kind vertelde Annerieke aan haar moeder dat ze later nooit zou gaan handwerken. Maar zeven jaar geleden keerde het tij en begon ze te haken. Inmiddels haakt ze graag en veel. ‘Ik haak dekens en, nou ja, eigenlijk alles. Behalve knuffels, die haak ik niet.’ Ook voor lezen geldt dat Annerieke het graag en veel doet. Soms leest of luistert ze wel vier boeken per week. Een favoriete schrijver heeft ze niet. Annerieke kiest voor christelijke boeken met diepgang, bij voorkeur romans waar geschiedenis in voor komt. Net als tegen handwerken nam Annerieke als kind stevig stelling tegen zingen bij zangkoor Vox Jubilans waar haar vader en oudere zus al zongen. Ze dacht: daar dragen ze zulke stomme pakjes, daar ga ik niet heen! Op haar veertiende trad ze echter toch toe en nam de koorkleding voor lief. Annerieke zingt nog altijd met veel enthousiasme bij het 120 leden tellende zangkoor.

Creatieve verwerkingen

Naast deze liefhebberijen heeft Annerieke ook nog tijd gevonden voor het bedenken van de creatieve verwerkingen. ‘Al 22 jaar bedenk ik verwerkingen voor de meisjesclub van de kerk en ook organiseer ik weleens workshops voor gemeentedagen. Dan zeggen ze: ‘Anneriek, bedenk jij het maar.’ Het past gewoon bij mij, ik word er blij van. Ik lees eerst de Bijbelteksten en streep aan wat me aanspreekt. Meestal krijg ik dan al een idee. Vervolgens lees ik de Bijbelstudie om te zien of het aansluit. Ik probeer erop te letten dat een verwerking niet te veel geld kost en dat hij ook geschikt is voor iemand die niet zo handig is. Het is voor mij net alsof ik iets voor mezelf bedenk en dat dan met anderen deel. Ik heb er zelf dus ook veel aan.’ Mijn vriendin Mariëlle Roseboom heeft voor deze serie trouwens met mij meegelezen en meegedacht.’

‘Het is net alsof ik iets voor mezelf

Tekst Marina Maas, eindredacteur van Vrouw tot Vrouw magazine / Beeld Hilco van Staveren

Het verborgen Koninkrijk woelt alles om

Zingen Ps.

Wk

Wk.

Doel

Tijdens deze Bijbelstudie zien we dat Paulus met andere woorden spreekt over hetzelfde Koninkrijk. Daarbij zien we dat het verborgen Koninkrijk van God van alles losmaakt aan geestelijke strijd in de harten van de gelovigen. Tegelijk betekent in zonde vallen niet dat je teruggezet wordt in het rijk der duisternis. Je blijft qua positie overgezet in Gods Koninkrijk.

Overgezet in het Koninkrijk (Kol. 1:13)

In zijn brieven gebruikt Paulus het begrip Koninkrijk (van God) slechts 14 keer. De zaak van het Koninkrijk omschrijft hij echter volop.

In Paulus’ brieven speelt de gemeente van God een belangrijke rol voor het realiseren van het Koninkrijk op aarde

Zoals in het Oude Testament de tabernakel/tempel de troonzaal voor God was van het Koninkrijk van Israël, zo is in het Nieuwe Testament de Gemeente de tempel van de Heilige Geest.¹ Christus troont in Zijn gemeente te midden van deze duistere wereld. In de tempel

raakten de hemel en de aarde elkaar. Dit gebeurt nu in de gemeente, voornamelijk in de eredienst door de verkondiging van Christus’ verlossing en regering. Onder dat gehoorde Woord moet satan loslaten! Daarom is de verkondiging van het Evangelie (ook in Doop en Avondmaal!) hét belangrijkste middel tegen de satan.

Door de verkondiging trekt Christus van oost tot west verlorenen weg uit de duisternis. We worden dan voorgoed overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde.² Dat ervaar je vaak niet. Je ervaart dat je vaak zondigt. Maar toch – tegen alle logica in – ziet God je door Christus met andere ogen: als overgezet kind.

Ef. 2:21-22, ² Kol. 1:13

Voorbeeld: de pont

Eenmaal overgezet in Gods Koninkrijk, kun je niet meer terug. Je bent en blijft Thuis. Als voorbeeld: in Groot-Ammers vaart de pont voor de laatste keer van de dag om 23.00 uur richting Bergambacht. Daarna gaat de pont uit de vaart. Je kunt niet meer terug. In onze geloofservaring blijven we zo vaak heenen-weer varen tussen het Rijk van God en het rijk der duisternis. Hebben we Jezus lief, dan denken we in het Koninkrijk van God te zijn. Zondigen we, dan denken we dat we weer terug bij af zijn in het rijk van de satan. Hoewel deze pendelbeweging je beleving kan zijn, is die feitelijk onjuist. Je kunt niet in het Koninkrijk van God zijn en dan er weer even uit en dan er weer even in enz.

Nee, je bent immers overgezet! Maar als ik zondig, terwijl ik de HEERE Jezus heb leren kennen? Dan ben ik toch nog in het Koninkrijk thuis. Ik zondig dan dus binnen het Koninkrijk! Dat maakt de zonde zo vreselijk. Maar God-zij-dank kan ik nooit of te nimmer meer met de pont worden afgevoerd, want de pont is uit de vaart! Niemand kan ons uit Zijn handen rukken.

Kortom: het is óf nooit óf altijd in Zijn Rijk.

Als we in Gods (nog) verborgen Koninkrijk zijn overgezet, dan barst de geestelijke strijd pas goed los. De satan briest en brult. Hij wil zijn oude greep op ons niet zomaar prijsgeven. Deze geestelijke strijd voor het verborgen Koninkrijk woelt alles om. In die woelingen vernieuwt de Heilige Geest mensenharten. Wat de Geest concreet doet, zien wij in deze Bijbelstudie.

Verticaal leven (Kol. 3:1-4)

‘De dingen van boven’ zoeken en bedenken is je uitstrekken naar het Koninkrijk van de Zoon in de hemel, waar Christus zit aan de rechterhand van de Vader (vs. 1). Dat Hij zo hoog troont, betekent dat Hij hoger is dan alle boze geestelijke krachten en demonen in de lucht. Die zijn aan de Koning onderworpen.¹

Door verticaal te leven, dat wil zeggen naar boven gericht deze verhoogde, regerende Koning te zoeken, regeren de gelovigen als het ware mee over de boze krachten/zonden.

Onzichtbaar met Christus boven gezet, horen wij daarom ook als overwinnende koningen over het kwaad te regeren hier beneden.² En als Christus straks komt, zullen we delen in de volkomen voltooiing, in de Koninkrijksheerlijkheid.

¹ Ef. 1:20-22, Kol. 2:14-15, ² Ef. 2:6, Rom. 8:37

De oude mens (Kol. 3:5-11)

Geloven is niet iets voor een aparte geestelijke wereld. Het is iets voor je dagelijks leven, voor iedereen, wie je ook bent (vs. 11). Door de dodende kracht van de Heilige Geest ontstaat een geheiligd levenspatroon. De Geest is namelijk de strijder tegen het vlees.¹ Geleid door de Geest zul je actief de kwade machten van je oude leven bedwingen. Opvallend is dat Paulus in vers 5 als eerste een aantal vormen van verkeerde seksualiteit noemt. Gal. 5:17

Seks is een kostbare gave van God. Maar het bederf van het beste is het slechtste. Er gaat vandaag de dag veel mis op seksueel gebied: pornoverslaving, overspel, het begeren van andermans geliefde, hartstochtelijk openbaar jezelf blootgeven, het opwekken van begeerte door weinig verhullende kleding, strakke outfits met duidelijke contouren, seksuele prikkels in reclames, muziek, films, etc. Ook als je getrouwd bent, kun je seksuele zonden begaan, door bijvoorbeeld de ander altijd te gebruiken of altijd af te wijzen, waardoor de liefde nooit bedreven wordt.

Naast de macht van seksualiteit noemt Paulus hebzucht een afgod. Hebzucht is verbonden met geld, verlangen naar meer spullen, meer status en meer macht. Seks, geld en macht zijn drie goede gaven, die tegelijk de hedendaagse afgoden zijn. Wanneer wij ons door die afgoden laten leiden, rust Gods toorn op ons (vs.6).¹

Dan sluiten wij onszelf buiten het Koninkrijk van God.²

Ef. 2:3, Rom. 5:8-10, ² Gal. 5:21, 1 Kor. 6:9-10, Ef. 5:5

De nieuwe Mens (Kol. 3:12-17)

Denk aan twee jassen. De oude jas van de zonde wordt uitgetrokken (vs. 5-9). Wat het aantrekken van de nieuwe Mens betekent zien we in deze verzen. Hier wordt het Koninkrijksleven uitgetekend. Opnieuw als een kruisvormig leven.¹ Een leven, zoals Christus leefde. Een leven vanuit de vruchten van de Geest: vriendelijke, nederige, zachtmoedige innige gevoelens, waarbij je jezelf wegcijfert (Bijbelstudie 6).

Tegenover de boze communicatie uit het oude leven en tegenover de leugen (vs. 8-9) stelt Paulus het geduldig zijn en het elkaar verdragen en vergeven. Uitgangspunt is altijd de liefde. ‘Sorry’ zeggen is voor ons het moeilijkst. Daarna komt vergeven. Maar telkens weer wordt het van ons gevraagd. Christus, op Wiens beeld je lijken wilt, inspireert je tot vergevingsgezindheid (vs. 13).

² Gal. 5:22-23

Dankzeggen is ook een middel tegen de satan. Hoe dankbaar zijn we? Paulus laat het driemaal terugkomen (vs. 15, 16, 17). De koninklijke weg van dankbaarheid levert blijdschap op. Die geloofsblijdschap is een bestrijdingsmiddel tegen de negativiteit van de boze. Die geloofsblijdschap mag in- en uitgezongen worden: psalmen, hymnen en geestelijke liederen. Ga zingend door je huis en fluitend over straat. Je hele dagelijkse leven ‘in Jezus’ Naam’. Kom!

Koninkrijk op aarde

In deze Bijbelstudie zagen we welke middelen de Geest, overgezette christenen geeft in de geestelijke strijd tegen de satan: de verkondiging van Christus, een geheiligd levenspatroon in gezonde communicatie, in verge-

Bidden

Bedenk concrete kwade machten die jouw gemeente bedreigen en bezetten. Bid concreet om de verbreking van die demonie.

vingsgezinde liefde en een besliste afkeer van afgoden. Daarbij ook het gebed, de aanbidding in psalmen en liederen, de dankzegging en de blijdschap in het geloof.

Het is de vraag of onze overspannen focus om in de hemel te komen zo goed is. Gods doel is juist omgekeerd. Dat Zijn hemels Koninkrijk hier op aarde afdaalt (mede) door de Koninkrijksgemeente. Waar de gemeente door Jezus’ liefde vergeving van zonde schenkt,¹ zorgt voor de zwakke, kwetsbare medemens, oog heeft voor goede communicatie, de leugen ontmaskert en oog heeft voor de juiste seksualiteit, omgang met geld en macht etc., daar breekt het licht van het Koninkrijk door. Gebroken licht dat straks tot volle heerlijkheid komt. Matth. 18:18, Matth. 18:21-34

Danken

Kun je ervoor danken dat je bent overgezet in het Koninkrijk?

Vragen

1. ‘Overgezet in het Koninkrijk’ (Kol 1:13), ‘uw leven is met Christus verborgen in God’ (3:3), ‘u hebt de oude mens uitgetrokken’ (3:9), ‘u hebt u met de nieuwe mens bekleed’ (3:10).

Dat zijn allemaal voltooide zaken, zegt de Paulus. Durft u deze voltooide zaken toepassen op uw leven?

2. a. Herken je de pendelbeweging uit het voorbeeld van de pont?

b. Hoe bemoedigt de belofte dat je bent overgezet je in die innerlijke pendelbeweging?

3. Paulus gaat in op schadelijke vormen van seksualiteit. Hij noemt daarbij wat niet door God is bedoeld.

a. Kun jij voor de kostbare gave van seksualiteit bidden en/of dankzeggen? Waarom doe je dat wel/niet?

b. Schadelijke vormen van seksualiteit zijn er niet alleen in de boze buitenwereld. Ze kunnen ook zomaar vat op ons krijgen. Hoe?

c. Misschien kwam jij in aanraking met schadelijke/negatieve vormen van seksualiteit. Dit kan veel strijd geven. Bid om genade, bevrijding of hulp om hiermee om te gaan.

4. Via welke middelen probeert u de dingen te bedenken/zoeken die Boven zijn?

5. Lees met elkaar Gal. 5:22-26. Hoe zie je de vruchten van de Geest terugkomen in ons Bijbelgedeelte uit Kol. 3?

Lezen

Opb. 5:1-14

Opnieuw koning in een zichtbaar Rijk?

Zingen

Ps. 96: 1, 9

Ps. 98: 1, 4

Ps. 139: 1, 9, 14

Wk. 443: 1-6

Wk. 427: 1-4

Eredienst in het hemels Koninkrijk

In Opb. 4 krijgen we het complete beeld geschilderd. Gods troon wordt overkoepeld door een regenboog van smaragd. Gods heilige, ontzagwekkende hemeltroon staat in het midden. Rond Gods heilige troon staan in een kring vierentwintig tronen met daarop vierentwintig ouderlingen. Zij vertegenwoordigen de hemelse kerkenraad: twaalf vertegenwoordigers van de twaalf stammen van het Oude Testament en twaalf vertegenwoordigers van de apostelen/kerk van het Nieuwe Testament. Nabij Gods troon zijn vier dieren. Het getal vier staat voor de vier windstreken van de aarde (noord-oost-zuidwest) Deze vier dieren staan waarschijnlijk symbool voor de schepping. De Kerk (ouderlingen) en de schepping (dieren) vereren God in een hemelse, doorlopende eredienst.¹

Opb. 4:8-11

Doel

Tijdens deze laatste Bijbelstudie zien we dat onze toekomst in handen is van het Lam. Als burgers van Zijn Rijk ziet God ons als koningen en priesters over deze geschonden en straks herschapen aarde. De herschapen aarde is het zichtbare Rijk van God. Dat is het grote Koninkrijksdoel. Naar die Toekomst ziet God Zelf uit.

Koninkrijksplan geeft doel en zin (Opb. 5: 1-4)

Tijdens die hemelse eredienst zien we met Johannes ineens dat er in Gods rechterhand een boekrol ligt. Maar er is een hindernis: de boekrol zit stevig op slot met een volheid van zeven zegels. Stel je vandaag een beveiligd Word-document voor met zeven wachtwoorden. Onleesbaar ligt die boekrol daar. Wat is dat voor boekrol? Wat staat erin? Die boekrol is Gods dagboek van de toekomst.

Niet een dagboek zoals jij hebt misschien, waarbij je achteraf beschrijft wat er die dag is gebeurd. Maar God schrijft het dagboek van de toekomst (vooraf). Als de grote Regisseur bepaalt Hij het script. Deze geschiedenis loopt uit op de grote toekomst van het zichtbare Koninkrijk. Op die boekrol staat ten diepste Gods Koninkrijksplan en Koninkrijksdoel.

Soms maakt de toekomst mij bang en bezorgd. Waar gaat het heen met mij, met de wereld, met Gods Kerk?

Komt het echt allemaal wel goed? Dat zijn ook vragen van de eerste christenen in Johannes’ tijd. Opgejaagd en vervolgd werden ze.

Nee, wij weten niet wat komt, Hij wel. ‘Eer iets van mij begon te leven, was alles in Uw boek geschreven.’ (Ps. 139:9 ber.)

Wanneer dat boek van Gods grote Koninkrijksplan dichtblijft, zal er echter geen doel, plan en zin zijn in deze wereld. Dan is er niets. Dat is nihilisme. Vreselijk! Dan heeft het kwaad het laatste woord in de wereld. Dat boek móet open! Snel!! Maar wie mag van God op Zijn plannen de hand leggen en die ontrollen in deze wereld? U, jij en ik niet. Wij hebben vuile vingers. Afblijven! Wij zijn onwaardig door onze zonden. Johannes huilt het zielverscheurend uit: ‘Is er dan niemand?’ Het is een droefheid naar Christus.¹

¹ 2 Kor. 7:10

Kruisvormige macht (Opb. 5: 5-6)

‘Huil maar niet! De Leeuw, Hij kan het!’ In plaats van een Leeuw, zien we dan ineens ‘een Lam, staande als geslacht’. Eigenlijk kan dat niet. Of het staat levend óf het ligt plat als geslacht. Maar dit Lam kan de paradox aan: staan + geslacht:

• in ‘geslacht’ ligt Zijn kwetsbare kruisiging, plaatsvervangend voor onze zonde.¹ Met die open wonden laat Hij op een priesterlijke manier offerbloed zien aan de Vader.²

• in ‘staan’ ligt Zijn opstandingskracht.

De zeven horens op zijn kop staan voor Christus’ stootkracht, waarmee de satan, de zonde en de dood zijn kapot gestoten.

De zeven ogen vormen de volheid van de Heilige Geest van God, Die over de aarde is uitgestort. Kruis, opstanding, verhoging en gave van de Geest komen kunstig knap in één beeld samen.

‘Staande als geslacht’ laat zien dat Christus’ macht boven, een kruisvormige macht is. We merken hier dat het kruis definitief de eeuwige, koninklijke identiteit van Christus stempelt. Zijn kruis is in de hemel dus niet voorbij! Hij is een Koning, Die door kruis en opstanding de wereld regeert. Alleen in de weg van het offer is er overwinning. Ook voor ons. Voer de geestelijke strijd voor het Koninkrijk als leeuw in de lamsgestalte van zelfverloochening, nederigheid en zachtmoedigheid!

¹ Jes. 53:7, ² Hebr. 9:24

Koningen en priesters (Opb. 5: 7-10)

In de doorboorde handen van het koninklijke Lam is onze toekomst zeker. Dit Lam is de sleutel van onze toekomst. Hoe groot de chaos ook is, het Lam Gods regeert. Hoe ondoorgrondelijk ook, Hij beschermt mij. De wraak van dit Lam zal zich richten op Zijn vijandige koningen, de satan en de boze krachten uit de stad van de mens: Babylon.¹ Het slangenzaad ontvangt de hel.² Maar het vrouwenzaad, de burgers van het Koninkrijk, wordt beschermd tegen het koninkrijk van mensen, de tweede dood en de wraak van het Lam. Het Lam is de liefdevolle, maar ook de rechtsprekende Koning. Hij is Lam en Leeuw.

Opb. 17 en 19, ² Opb. 20:5, 21:8

De Kerk en de schepping bezingen Zijn waardigheid omdat Hij hen heeft vrijgekocht met Zijn bloed. Het koninklijke Lam is immers het plaatsvervangende offer voor de mensenschuld. Door dit plaatsvervangende offer wordt het paradijselijk Koninkrijk geopend en worden zondaren tot koningen en priesters (vs. 10). Let erop dat die twee ambten van koning en priester onlosmakelijk verbonden zijn. Dat betekent: koninkrijkbewoners regeren (koning) door zelfopoffering, nederigheid, bewogenheid en door te zegenen (priesters).

1. Allereerst gaat het om koninklijk regeren over de zonde op deze aarde, door de oude mens te bedwingen/ op te offeren.¹ Dit betekent concreet dat een christen regeert over de machten en ‘dus nergens aan verslaafd zal zijn’ (ds. L. Kievit).

2. Ten tweede verwijst het naar het regeren over de nieuw aarde in Gods toekomst, in Gods voltooide Koninkrijk.² Dan zal het straks onze hoge roeping zijn om de nieuwe schepping te onderwerpen, recht te doen en te dienen, zoals Adam en Eva daartoe geroepen waren in het paradijs. Dan zal de wolf met het lam verkeren, en de luipaard bij de geitenbok neerliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee zullen bij elkaar zijn, en een kleine jongen zal koning over hen zijn en hen koninklijk weiden (Jes. 11:6).

Opb. 1:6, Ex. 19:6, 1 Petr. 2:9, ² Opb. 20;4,6; Opb 22:5

De toekomst van het zichtbare Koninkrijk (Opb. 5:11-14)

Na het lied van Kerk en schepping zetten ook de ontelbare engelen het loflied in de hemel in. Zij verleiden vervolgens op hun beurt, alle schepselen tot aanbidding. Vs. 13 gaat over de grote toekomst van het zichtbare Koninkrijk dat elke knie zal buigen en zal juichen tot Gods eer (Fil.2:10). Het loopt uit op de lof voor

Hem Die op de troon zit (Godzelf) en voor het Lam. De Heilige Geest is erop uit de koninklijke Vader en Zoon te verheerlijken. Tegelijk is ook de Geest zelf alle hulde waard. Ons leven is bedoeld tot lof van het drie-enige koningschap van God. Ere zij de Vader, Zoon en Heilige Geest. Door Hen alleen kan het Koninkrijk hier op aarde worden gerealiseerd!

Ja, er komt nog véél meer: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De heilige stad: het nieuwe Jeruzalem, neerdalend vanuit de hemel. Een nieuw Paradijs.

Bidden

Bid met het oog op je toekomst, dat je jezelf geborgen mag weten in de handen van het Lam.

Ziet u zichzelf er straks als koning tussen bewegen als Gods Rijk zichtbaar zal zijn? Ziet u zichzelf daar als onderdeel van het vrouwenzaad een koning zijn tot eeuwige eer van de drie-enige Koning?¹ Bent u dan naast koning in dat Koninkrijk tegelijkertijd ook onderdaan van de Koning der koningen en de Heere der heren? Dan is Gods grote Koninkrijksdoel bereikt. Daar ziet Hij zó naar uit! Het is om ‘Amen’ op te zeggen. Maranatha! Amen. Opb. 17:18, ² Opb. 22:3

Danken

Dank voor toekomstperspectief, voor Koninkrijksperspectief.

Vragen

1. Het lied ‘Ik zal er zijn’ zingt: ‘De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.’ (Wk. 443:3) Waardoor komt het dat de toekomst zeker is?

2. Johannes huilt vanwege de zinloosheid en doelloosheid van deze wereld als de boekrol dicht blijft.

a. Herkent u iets van het gevoel dat het leven soms zinloos, doelloos lijkt?

b. Wat kun je op het moment dat dit gevoel er is met de oproep: ‘Huil maar niet’? (Opb. 5:5)

3. Op welke manieren zal het koningschap straks in het zichtbare Koninkrijk vormkrijgen?

4. Zoek op internet eens van schilder Jan van Eijk het schilderij ‘De aanbidding van het Lam Gods.’ Het schilderij hangt in de Sint-Baafs Kathedraal in het Belgische Gent.

a. Wat zie je op dit schilderij?

b. Waarin stroomt het bloed uit de snee in de hals van het Lammetje?

5. Door de hele Bijbel heen komt het conflict tussen slangenzaad en vrouwenzaad terug als een rode draad. Heeft u die draad in de Bijbelstudies gemerkt? Zo ja, wat wilt u daarvan onthouden/leren?

10 Opnieuw koning in een zichtbaar Rijk?

Als klein kind ging ik elke zomervakantie met mijn ouders naar een zomerconcert van het Elburgs knapenkoor, zij zongen dan bekende Engelse hymnes. Vanaf die tijd is het lied ‘Kroon Hem met gouden kroon’ mijn lievelingslied. Als ik dat lied zing, dan brengt alles in mij God de lof toe, en wat sluit het mooi aan bij de afgelopen Bijbelstudies.

Verwerking

Welk lied zing jij graag tot eer van de Koning? Is er een gedicht dat je dankbaarheid naar God goed weergeeft?

Hiervan gaan we een poster maken. Voor jezelf of -als de posters op de kring gemaakt worden- voor de plek van samenkomst. Ik koos voor deze verwerking voor het eerste couplet van bovenstaand lied.

Benodigdheden:

- Dik papier (A4 of groter)

- Waterverf (de goedkoopste is prima)

- Kwast

- Stiften of pennen

Aan de slag:

1. Bedenk welke kleuren goed passen bij de tekst. Ik koos voor blauw in verschillende kleuren omdat het de hemel weergeeft en een koninklijke kleur is.

2. Beschilder het papier met die kleuren, gebruik veel water om de verf een mooi aquarel-effect te geven.

3. Laat je papier goed drogen.

4. Schrijf het lied of gedicht op het geverfde papier. Gebruik eventueel ook verschillende kleuren. Ik gebruikte naast zwart (wat vooral duidelijk is) wat goud omdat dit mooi bij het lied past.

Tip! Zing de liederen met elkaar op de kring en lees samen de gedichten

En elk schepsel hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijk- heid en de kracht in alle eeuwig- heid (vers 13). Ook ons leven is bedoeld tot lof van het drie-enige koningschap van God.

Hoe kun je Hem beter loven dan met een lied.

Methodes voor Bijbelstudie

Bijbelstudie 2.0

Wat is het heerlijk om je samen met andere vrouwen te kunnen verdiepen in de Bijbel. Door de gesprekken met elkaar ontdek je steeds meer schatten in de Bijbel. Al pratend zie je soms iets waar je altijd overheen gelezen hebt. Om samen in gesprek te komen, gebruiken we vaak de vragen die bij de Bijbelstudie staan. Het kan verhelderend en verfrissend zijn om er ook eens een andere methode voor Bijbelstudie naast te gebruiken. Enkele methodes willen we je hier aanreiken.

Zweedse methode

Deze methode is voor het eerst ontwikkeld en gebruikt in Zweden, vandaar de naam. Zorg dat voor iedereen het Bijbelgedeelte is afgedrukt met een brede kantlijn waar je in kunt schrijven. Nadat het Bijbelgedeelte is voorgelezen, leest iedereen het stil voor zichzelf en laat het op zich inwerken. Daarna zet je in de kantlijn de volgende tekens:

? bij gedeeltes die je niet begrijpt of moeilijk vindt

! bij wat je belangrijk vindt

+ bij wat je persoonlijk aanspreekt

Daarna bespreek je samen waar je tekens hebt gezet (te beginnen met de vraagtekens) en waarom.

4xB

Deze methode is bedacht door Maarten Luther. Na het lezen van het Bijbelgedeelte, stel je jezelf de volgende vier vragen:

1. Wat wil ik leren van dit gedeelte (Bedenken)?

2. Waarvoor wil ik God Bedanken?

3. Wat wil ik aan God Belijden?

4. Waarvoor wil ik Bidden?

Het is mooi om dit, na het invullen, met elkaar te delen.

Collage

Lees samen het Bijbelgedeelte en de Bijbelstudie door. Zoek met je groepje woorden, zinnen, foto’s en tekeningen in oude tijdschriften die volgens jou bij dit Bijbelgedeelte passen. Plak ze op een groot vel papier. Als afsluiting kun je de uitspraken en foto’s op je collage samen bespreken en eventueel de collages van de andere groepjes bekijken. Het is vaak verrassend om te zien welke associaties je bladerend door de oude tijdschriften, bij het Bijbelgedeelte zult hebben.

OIA-methode (Manuscriptmethode)

Een methode die je alleen maar ook als groep kunt gebruiken is de OIA-methode. Bij deze methode ga je Observeren, Interpreteren en Appliceren (=toepassen).

Na het lezen van het Bijbelgedeelte, stel je jezelf (of elkaar) de volgende vragen:

1. Observeren: Wat staat hier? Staan er woorden of zinnen in dit gedeelte die je niet begrijpt? Wat gebeurt er, waar, wanneer? Het kan verhelderend zijn om de verwijsteksten bij het Bijbelgedeelte te lezen. Zo zie je in welk verband het gedeelte staat.

2. Interpreteren: Wat is de bedoeling van dit Bijbelgedeelte? Hoe moeten we dit gedeelte opvatten? Wat wilde de auteur zeggen? Wat betekende dit Bijbelgedeelte voor de mensen die leefden in de tijd dat het werd geschreven?

3. Appliceren: Wat wil de Heere ons in dit Bijbelgedeelte zeggen? Hoe kun je een brug slaan naar vandaag? Staat er in dit Bijbelgedeelte iets wat je bemoedigt of waarschuwt? Krijg je een belofte of een oproep? Hoe leer je God hier kennen?

Ken je zelf een mooie manier om Bijbelstudie te doen, laat het ons weten via Facebook of Instagram.

Tekst Marja de Kruijf-Ros, lid van de redactie van Vrouw tot Vrouw magazine

Dit wil ik meenemen van dit seizoen over het Koninkrijk van God

Epiloog

We zijn aan het einde gekomen van de Bijbelstudies. We hebben de tijdslijn van de Bijbel gevolgd en telkens ingezoomd op een bepaald Bijbelgedeelte. We bekeken als het ware verschillende foto’s uit het album ‘Het Koninkrijk van God’. Steeds bladerden we iets verder. We begonnen bij Genesis en sloten af met Openbaring. Het ging van paradijs tot Paradijs. In dit slotwoord wil ik ter verheldering één Koninkrijksverhaal schetsen. Zo zien we de rode draad nog wat helderder.

Het begon met de eeuwige Koning, die de hele hemel en aarde schiep als Zijn heerlijk Koninkrijk. Adam en Eva schept Hij om in Zijn Naam de aarde te regeren. Zij zijn onderkoningen. Zij zijn gesteld in het paradijs, dat is een troonzaal.

Zo heeft het Koninkrijk van God een drievoudige dimensie: het focust op God als Koning, op mensen als onderdanen/co-regenten van de Koning en het gehele universum als de plaats waar Zijn koningschap wordt gevestigd.

Maar dan voltrekt zich het drama. De onderkoningen verwerpen de grote Koning, ingefluisterd door de satan die voordeel heeft bij deze ongehoorzaamheid. Er vindt een leiderschapswissel plaats. God staat satan toe onderkoning over de koninkrijken van de wereld te zijn. God blijft wel de ultieme Koning der koningen en Heere der heren. Desalniettemin begint het intense conflict tussen satan en mens, tussen slangenzaad en vrouwenzaad. Ten diepste is dat een conflict om het koningschap/ koninkrijk. God belooft meteen de overwinning aan de mens. Er komt nieuw, menselijk leiderschap. Voorlopig is de heerlijkheid van Gods Koninkrijk echter niet of nauwelijks meer zichtbaar. De verwachting van het Koninkrijk belandt in een neerwaartse spiraal. Het

koninkrijk van de mens, van het slangenzaad, reikt hemelhoog. Het vertoont zich in de toren van Babel.

God begint opnieuw met Abraham, een soort nieuwe Adam. Uit Abraham komt het volk Israël voort. Israël ontvangt de Thora (= de Wet) om koninklijk te leven. In de Thora is God de rechtstreekse Koning over Israël. Zijn troonzaal in Israël is de tabernakel/tempel. God sluit met koning David een eeuwigdurend koningschapsverbond. Onder David is koninkrijk Israël een voorsmaak van het volkomen Koninkrijk van God. Even zijn we dan op de rand van het paradijs. Helaas wordt Israël door slechte koningen uit het slangenzaad geleid in de ballingschap in Assyrië en Babel. In die traumatische diepte belooft God aan Daniël dat Hij ondanks alle boze monsters en kwade koninkrijken de Allerhoogste is. God belooft een nieuwe David. Deze nieuwe David is de Knecht des Heeren, de Messias-Koning, de Mensenzoon, de Zoon van God. Deze zorgt voor een nieuwe schepping, het mooie Koninkrijk van God.

Waar iedereen het Koninkrijk van God dan verwacht aan het einde van de geschiedenis, landt Jezus in het rijk van deze duistere wereld met de boodschap dat het mooie

Koninkrijk van God nu dichtbij gekomen is. Jezus’ komst is een verrassende invasie van het nieuwe koningschap. In Jezus is het koningschap van Zijn Vader rechtstreeks present. Jezus spreekt daarom niet over een aanstaand rijk, dat binnenkort pas wordt opgericht, maar Hij spreekt over Gods koninklijke regering die in Hemzelf actueel dichtbij komt in tijd en ruimte. Jezus verkondigde het Koninkrijk, dat is het koningschap van de levende God hier en nu. Met Jezus breekt een nieuw nu aan. Het Koninkrijk van God is dichtbij, omdat de Koning Zelf dichtbij is. Het koningschap van de Vader is 100% aanwezig in Jezus. In Zijn gezagvol onderwijs, Zijn bevrijdende woorden, Zijn indrukwekkende wonderen en tekenen. Dit spitst zich toe op de concrete strijd met het slangenzaad in Jezus’ duiveluitdrijvingen.

Al met al ontstaat onder Jezus’ heerschappij de nieuwe, beloofde schepping.

Tegelijk ontstaat er in Jezus’ komst een nieuwe spanning. Want waar Hij is daar breekt het Koninkrijk van God al wel deels zichtbaar door, maar tegelijk ontstaat het spanningsvolle verlangen naar nog méér van het zichtbare Koninkrijk van God. Dit is het mysterie van het vitale, dynamische Koninkrijk. Enerzijds is het verborgen, piepklein als mosterdzaad, anderzijds is het komende, groeiende, laat het zichzelf deels zien, totdat het zich straks met Jezus’ wederkomst zal vertonen als een volgroeide levensboom waaronder ieder kind van God leven zal vinden.

Het Koninkrijk van God de Vader brengen is Jezus’ doel Het middel daarvoor is Zijn kruis. Het is alleen door het kruis dat het Koninkrijk er komt. Als er geen bloed was aan het hout, dan was er geen Koninkrijk. Maar vanwege Zijn gehoorzaamheid aan de Vader in Zijn kruisweg wórdt Jezus Koning. En als plaatsvervanger van de mens draagt Hij de schuld. Omdat Hij de schuld verzoent in de koninklijke weg van wegcijferende gehoorzaamheid, aanvaardt de Vader Hem als Degene Die de satan overwonnen heeft. Dat Jezus Zijn lang verlangde Koning is, laat de Vader zien door Hem op te wekken uit de kruisdood.

Kruis en Koninkrijk blijken dus nauw verbonden aan elkaar te zijn. Door het kruis staat er voor allen die Christus liefhebben een kruis door de oude schepping. Door Jezus wordt de mens, dat is de gemeente, Gods onderkoning in een nieuwe schepping hier en nu.

Door Zijn tenhemelopneming is Christus Koning op de eeuwige troon van de Vader. Hij is de onoverwinnelijke Leeuw, voor wie het slangenzaad zwichten moet. Tegelijk is Hij ook het Lam dat staat als geslacht. Dat

betekent: deze Koning heeft macht, maar het is een paradoxale macht, een macht om te lijden, zichzelf te verloochenen in dienst van anderen en anderen tot het uiterste lief te hebben, kortom: kruisvormige macht. En met die merkwaardige wond in de hals slaat dit Lam van God bladzijde voor bladzijde het boek van onze toekomst open. Hij deelt van Boven Zijn Heilige Geest en de Geestesgaven en Geestesvruchten uit in onze levens. Door geloofsvertrouwen in de koninklijke verzoendood van Christus ben je overgezet in het Rijk en ontvang je de schatten van het Koninkrijk: rechtvaardiging, vergeving, verzoening, heiliging, verheerlijking. Dat je hierin deelt wordt onderstreept in je Doop. Het kruis reikt het patroon aan voor de weg van de onderdanen in Gods Koninkrijk. Een onderdaan is niet meer dan zijn Koning. Koninkrijksleven is daarom nederig, kruisvormig leven vanuit liefde en waarheid. Dat geeft een conflict in je eigen hart. De eis van het Koninkrijk van God en de werking van de Geest woelen alles om diep vanbinnen. In je binnenste strijdt goed tegen kwaad. Ter bemoediging daarin geeft de Geest in het sacrament van het Avondmaal een zeer intense voorsmaak van het eeuwige, volmaakte Koninkrijk.

De eeuwige overwinning op de slang komt openbaar in dat eeuwige, volmaakte Koninkrijk. De slang en al zijn boze handlangers zullen worden buitengesloten van dit Koninkrijk. Zij worden geworpen in de poel van vuur. Christus regeert als Koning-Rechter niet alleen door redding, maar ook door Zijn oordelen. Het totale geheel zal een nieuwe schepping zijn vol van Koninkrijksrust. En Christus’ volgelingen zullen als koningen met Hem regeren, terwijl ze tegelijk Zijn onderdanen zijn. En de liefdevolle lofzang zal eeuwig zijn voor het eeuwige koningschap van de glorierijke, drie-enige God.

Colofon

Dit is een jaarlijkse uitgave van Vrouw tot Vrouw, Hervormde Vrouwenbond.

Voorzitter bestuur

Gertruud de Koeijer-Hoekman

Hoofd- en eindredactie

Jacobi de Wildt-Rentier (hoofdredacteur – 078-6319474)

Marina Maas-Heijkoop (eindredacteur) redactie@vrouwtotvrouw.nl

Redactieleden

Simone Aantjes-Freije, Corine de Jong, Gertruud de Koeijer-Hoekman, Marja de Kruijf-Ros, Annelies van der Linde-van Zuthem, Hannah Neele en Jannemieke Weenink-ter Steege

Leden landelijk bestuur

Elsbeth ten Brinke-de Rijke, Jannie Doorneweerd-Snel, Corine de Jong, Erika de Jong-Borkent, Jantine Kats-

van Voorden, Tjeerda Kuyt-Verolme, Marjo LammersVastenhoud, Anita Maas-Lugthart, Monica Molendijkvan Bemmel en Joanneke Vreeken-van der Giessen

Vormgeving, drukwerk en verzending AMV Lunteren

Hervormd Bondsbureau

Beatrixstraat 20a

3862 DB Nijkerk bondsbureau@solconmail.nl

033 - 245 66 99

(maandag en donderdag van 8.30 tot 12 uur)

Het Koninkrijk van God is dichtbij, omdat de Koning Zelf dichtbij is. Het koningschap van de Vader is 100% aanwezig in Jezus.

Bijbelstudies over...

van God Koninkrijk Het

Hoe spreekt de Bijbel over het Koninkrijk van God? In elf Bijbelstudies gaat ds. J.W. Verboom de Bijbel door om hierop antwoorden te vinden. Van Genesis tot Openbaring ontdekken we Gods boodschap over Zijn Koningschap en leren we hoe we daaruit kunnen leven.

De Bijbelstudies zijn voorzien van vragen voor verder nadenken over de stof en voor bespreking op kringen en verenigingsavonden.

Daarnaast is er bij elke Bijbelstudie een (creatieve) verwerking opgenomen en kun je diverse manieren ontdekken waarop je Bijbelstudie kunt doen.

Ds. Verboom:

‘Ik leerde vooral dat wij kruis en Koninkrijk dicht

bij elkaar moeten houden. We mogen door Zijn beloften weten hier en nu al deel te hebben aan het Koninkrijk van God. Dat is een troost en bemoediging te midden van de aardse sores.’

Dit Bijbelstudienummer is een speciale uitgave van Vrouw tot Vrouw

Lezen Zingen Doel Bidden Danken