2 minute read

Reisgidsen

Next Article
Reiscommissie

Reiscommissie

Dat geprivilegieerden in vorige eeuwen op reis gingen, blijkt uit het bestaan van reisgidsen. Eén van de oudste Nederlandstalige reisgidsen is het ‘Reisboek’ van Jan Claesz ten Hoorn dat in 1700 al zijn derde druk beleefde. Ten Hoorn informeert diepgaand: alleen al voor Amsterdam noemt hij de adressen van zowat 100 logementen en vermeldt ook nog de vertrektijden van de jaagschuiten.

Zijn reisboek bevat ook een ‘Mediceynboek’; dat geeft ‘Geapprobeerde Remedies dienstig voor alle Personen die eenige ongemak op de Reyse overkomen’. Voor wie onderweg ‘met koors bevangen’ is, beveelt het Reisboek een origineel medicijn aan: men neme een ‘Spinnekop’ en verbrijzelt hem, waarna men het aldus verkregen papje met een doek op het voorhoofd bindt. Het boek bevat ook een ‘Waarschouwinge’ van dingen die je op reis beter niet kunt doen: mijdt het gezelschap van ‘valsche dobbelaars en speelders’ , van ‘Roovers die hun aangezichten bedekken’ en vooral: hoedt u voor lichte vrouwen, want, zegt ten Hoorn: ‘Het voorbeeld van den Verlooren Zoon is u bekent genoeg’.

Advertisement

In de late 19e eeuw was een bekende reisgids de Baedeker. Als je met hem op zak een stad bezocht, las je daarin het adres van de plaatselijke politiecommissaris: voor wie bang was voor geboefte, moet dat een hele geruststelling zijn geweest. Soms gaf de Baedeker ook aanbevelingen. Wie in de bedevaartplaats Einsiedeln wilde overnachten, kreeg een hotel geadviseerd met een hotelier die als epitheton ornans ‘ein wachsamer Wirth’ werd genoemd. Een oplettende man dus! Er stond niet bij waarvoor: was hij attent voor zijn gasten of bewaakte hij vooral zijn eigen portemonnee? Gelet op sommige verhalen liepen er ook vroeger onder het hotelpersoneel vlegels rond die in elke gast een kip zagen die geplukt moest worden.

De R&B taalgidsjes met de veelgebruikte uitdrukkingen en standaardzinnen zijn ook al gedateerd: in de ‘Taalgids’ Hongaars (1998) staat hoe je moeiteloos in het Hongaars vraagt: ‘Waar is het kantoor van de stationschef?’. In de Taalgids Pools van 2002 staat hoe je beleefd aan de pomp kunt vragen of je mag tanken. De reisgidsen drukken meestal geen voorkeuren uit, want reisgenot is heel persoonlijk. Wie van kolkend woeste golven houdt waarvan het schuim in je gezicht uiteenspat, neemt de boot naar de Shetlandeilanden en beleeft misschien een geluksgevoel als hij door spookachtige nevelslierten heen aan de einder de rotskust van Lerwick ziet opdoemen; voor mij niet weggelegd, want ik word al bijna zeeziek in een bubbelbad. In Lerwick kun je het weduwenmuseum bezoeken; geen plek op aarde waar meer weduwen waren als daar; voor het grootste deel vrouwen van vissers. Ook hun wens ik alle genot toe, waartoe hun droevige staat hen in staat stelt.

Guido Robbens

This article is from: