
7 minute read
Drie belemmeringen om nog beter te sorteren
V
3. Drie belemmeringen om nog beter te sorteren
Er is nog potentieel om het bedrijfsrestafval te doen dalen. Er zijn voorbeelden genoeg die aantonen dat bedrijven hier echt mee bezig zijn. Maar dat komt niet altijd goed tot uiting omdat bedrijven drie grote belemmeringen ondervinden die het hen bemoeilijken om de sorteerregels te volgen.
Eerste belemmering: sorteerverplichtingen te complex
Vlaamse bedrijven moeten 21 afvalfracties verplicht selectief inzamelen. In 2021 komt er daar nog één bij en in 2023 nog één. Het is dan ook niet geheel onlogisch dat de belangrijkste belemmering voor bedrijven de grote hoeveelheid en de complexiteit is van afvalfracties die selectief ingezameld moeten worden. Omwille van dit gegeven, investeren bedrijven zeer veel in opleidingen voor de werknemers. Via de OVAM en de UPV beheerorganismen wordt er gecommuniceerd en gesensibiliseerd over de sorteerregels en dit wordt gecentraliseerd op de website iksorteerinmijnbedrijf.be. Deze website zou nog meer in de kijker moeten gezet worden en verder aangevuld worden met onder meer opleidingsmateriaal. Bedrijven hebben immers nog meer nood aan duidelijke communicatie op maat van het bedrijf.
Uit de bevraging van Voka blijkt dat het ondanks de investeringen van de werkgevers het voor veel werknemers niet duidelijk is of een mate
➜ iksorteerinmijnbedrijf.be riaal selectief moet ingezameld worden of niet. Ter illustratie, enkel hard recycleerbare plastiek moet ingezameld worden. Het is echter vaak niet duidelijk welke harde types kunststof onder recycleerbaar vallen en welke niet.
Bovendien zijn materialen vaak gekleurd, bedrukt, gecoat,… Zoals al aangegeven, zorgen deze vervuilingen voor een laagwaardigere recyclage. Privé-inzamelaars weigeren in sommige gevallen dergelijke vervuiling om de opbrengst zo hoog mogelijk te houden. Hun richtlijnen hierover worden verduidelijkt in acceptatiecriteria.
V
Figuur 14: Ongeveer 1/3 van de
ondervraagden geeft aan niet alle of geen acceptatiecriteria te ontvangen
19% 8%
73%
Bron: Enquête Voka Alle afvalstromen Deel van de afvalstromen Geen enkele afvalstroom
Ofwel zijn de acceptatiecriteria niet ontvangen ofwel zijn ze als dusdanig zo onduidelijk dat ze als ‘niet-ontvangen’ worden beschouwd. Het zijn vooral de kleinere ondernemingen die aangeven dat ze geen acceptatiecriteria hebben ontvangen.
Wanneer de acceptatiecriteria toch ontvangen zijn, blijven ze in veel gevallen moeilijk te begrijpen en zijn ze niet op maat van het bedrijf. Hierdoor wordt er door bedrijven ongewild tegen de sorteerfouten gezondigd.
Tweede belemmering: te weinig ruimte en te kleine volumes
Ten tweede is er een gebrek aan beschikbare ruimte om de vele fracties apart in te zame len. Uit de bevraging blijkt dat er bij een bedrijf gemiddeld elf verplichte fracties vrijkomen. Dit zijn dus al zeker elf recipiënten die op de bedrijfssite geplaatst moeten worden. Voor bedrijven is het een hele puzzel om naast het voldoen aan de sorteerregels ook aan de interne veiligheidsmaatregelen te voldoen en hiervoor de nodige plaats te voorzien.
Wanneer een bedrijf omwille van plaatsgebrek genoodzaakt is om kleine recipiënten te gebruiken, zijn er implicaties:
Het volume dat per inzamelrit kan ingezameld worden, is kleiner. Met als gevolg dat er meer transportritten uitgevoerd moeten worden. Daarnaast leent niet elke afvalstroom er zich toe om ingezameld te worden in kleine recipiënten en moeten er extra handelingen (verkleinen van afvalstoffen) worden uitgevoerd om die via een kleiner recipiënt in te zamelen. Vandaar dat er de uitzonderingsregel is voorzien om droge en niet-gevaarlijke afvalstromen in één recipiënt in te zamelen op voorwaarde dat de afvalfracties achteraf nog kunnen gescheiden worden. Het enige wat vandaag mogelijk is op grote schaal is de gezamenlijke inzameling van papier- en kartonafval en folies. Folies moeten dan wel in plastiek zakken gestoken worden, die hiervoor ook speciaal gekocht moeten worden, wat opnieuw extra werk vraagt. Privé-inzame laars ondervinden echter administratieve lasten die het gebruik van deze maatregel belemmeren.
De positieve impact van de uitzonderingsregel is op vandaag dus zeer beperkt.
Derde belemmering: geen verdienmodel om beter te recycleren
In een situatie waar de circulaire economie goed draait, zouden alle fracties die selectief ingezameld worden met het oog op recyclage een verdienmodel moeten hebben. Tot op heden is dat voor veel fracties geen realiteit. De sorteerverplichting houdt geen rekening met de economische recycleerbaarheid en dus is er een kost verbonden aan het selectief inzamelen.
Zoals al gezegd, hangt de verwerkingsprijs af van factoren waar bedrijven amper grip op hebben: de lage primaire grondstofprijs, een gebrek aan recyclagecapaciteit binnen de EU, de hoge kwaliteitsvereisten en een te lage afzetmarkt van het recyclaat. Het volume is een belangrijke factor die ertoe kan leiden dat er geen verdienmodel meer is wanneer het hele kostenplaatje (transport, huur en interne kosten) wordt meegenomen. Met als gevolg dat de totale kost hoger kan uitkomen dan het gewoon meegeven met het bedrijfsrestafval (meer dan 190 euro per ton).
Hoe kunnen we het verdienmodel herstellen?
Zowel de Europese als de Vlaamse overheid hebben door dat de belemmeringen weggewerkt moeten worden om de transitie naar een circulaire economie te maken. Hierbij wil men enerzijds het verdienmodel herstellen en anderzijds
worden oplossingen aangeboden om de selectieve inzameling te bevorderen.
Om het verdienmodel te herstellen wordt er op beide niveaus ingezet op een verhoging van de afzetmarkt en een uitbreiding van de recyclagecapaciteit. Op Europees niveau is het gepubliceerde ‘circulaire economie’-actieplan het regelgevend instrument hiervoor. Op Vlaams niveau zijn er ambities uitgewerkt in het Vlaams regeerakkoord en de omgevingsbeleidsnota. Het herstellen van de Europese recyclagemarkt zal voor een lagere afhankelijkheid van de Aziatische recyclagemarkten zorgen en meer zekerheid geven dat de uitgesorteerde afvalstromen wel degelijk gerecycleerd worden.
Om de aanbodzijde (selectief ingezameld afval) te verhogen zal er op Europees niveau een voorstel komen om het gescheiden afvalinzamelingsysteem en de etikettering te harmoniseren tegen 2022. Hierdoor zullen de sorteerfouten dalen en zullen de selectief ingezamelde fracties homogeen zijn over de lidstaten heen met als gevolg een groter aanbod. Daarnaast zal ook worden ingezet om de kwaliteit van het gerecycleerd materiaal te verhogen. In een algemener kader zal er ook gekeken worden om geharmoniseerde einde-afvalcriteria voor bepaalde afvalstromen verder te ontwikkelen.
In de beleidsnota Omgeving staat dat Vlaanderen moet evolueren tot een toonaangevende recyclagehub in Europa. Investeringen in de nodige sorteer- en recyclagecapaciteit die ook stromen uit omliggende regio’s kunnen aantrekken zijn daarom nodig. Tegen 2023 moet de recyclage van verpakkingsafval zoveel mogelijk in de Europese Unie gebeuren en bij voorkeur in België.
Om de afzetmarkt (recyclaat) te verhogen, zullen er verplichte specifieke eisen aan bepaalde belangrijke producten en materialen gesteld worden zoals bijvoorbeeld aan verpakkingen en kunststofproducten. Voor verpakkingen wil Europa tegen 2030 dat alle verpakkingen die op de markt worden gebracht, recycleerbaar of herbruikbaar zijn. Voor bepaalde kunststofproducten zoals verpakkingen, bouwmaterialen en materialen in voertuigen is er een strategie klaar waarbij er een verplichte hoeveelheid recyclaat geïncorporeerd moet worden. Dit wordt voorzien in 2020-2021.
Op Vlaams niveau zal vanaf 2021 voor bepaalde kunststoffen afvalzakken het verplicht zijn om 80% kunststofrecyclaat te gebruiken, vanaf 2025 moeten dergelijke afvalzakken volledig bestaan uit kunststofrecyclaat.
Via de Green Deal ‘Circulair Aankopen’ en via overheidsopdrachten wil Vlaanderen het ge bruik van recyclaat stimuleren door in de openbare bestekken hierover eisen op te nemen. Daarnaast lopen er verschillende projecten ondersteund door ‘Vlaanderen Circulair’ om meer recyclaat te incorporeren in producten.
In België wordt er jaarlijks 75.000 ton stretchfolie (wikkelfolie rond de pallets) op de markt gebracht. Om de circulaire economie te laten slagen is het absoluut nodig om in zoveel mogelijk producten gerecycleerd materiaal te gebruiken. In de nieuwe folies wordt er 25% kunststofrecyclaat gebruikt. De folie wordt nu getest en zal in 2020 op de markt komen.
Dit project is een mooi verbeeld van samenwerking van de hele waardeketen (producent van het polymeer, verpakkingsproducent en de aankoper van de verpakking). De partners in dit project zijn Colruyt, Dow, U-Hasselt, Reynaers Aluminium, Mima Films en Rymoplast.
Om de selectieve inzameling te bevorderen, heeft de OVAM de afgelopen jaren studiewerk uitgevoerd over collectieve inzameling (op een centraal afvalpark) op bedrijventerreinen. De resultaten zijn veelbelovend. Zo zal de investering redelijk snel teruggewonnen kunnen worden en biedt dit een oplossing voor de inzameling van kleine volumes. Daarbij moet er wel goed nagedacht worden over de locatie van het afvalpark, welke fracties aangeboden kunnen worden, alsook over wie het beheer op zich zal nemen. Pilootprojecten moeten aantonen waar de knelpunten zitten, zodat collectieve inzameling op lange termijn uitgerold kan worden.